GENEES EN
65iftpfanten
GENEES - EN GIFTPLANTEN.
I~.~.*..* ..~..*:-~ ~A;'~-~'~-'~"*"~"~'~~"~"t'~ t$
I~I
I~l
I~
~
~
OENEES-
~
I~
~
~
~I
~
EN
~
~
.: =I
c
OIFTPLANTEN
~
~
_c
•
~
welke eenieder kennen moet,
~
~
~ I
~ ~ ~
t t •
I~
~
~
DOOR
.~ ,~
Dr Y . d . V .
"~
tl~l
~
,;
~i • .t
~'
~ ~
BRUGGE,
~
A.-J. WITTERYCK-DELPLACE, DRUKKIlR-UITGEVl\R, Nieuwe Wandeling, 4.
t
1905.
~
~'I
t
~
~
i 1i,
'It
~·~··~"~··.··~··~··~··~"~"~"~"~··~··~··~··~"~··~··~·iG
EIGENDOM VOORBEHOUDEN.
VOORBERICHT.
De geneesplanten, die in menigte op het land groeien en sedert onheugelijke tijden gebruikt werden om de kwalen van het lijdende menschdom te verhelpen, werden gedurende de laatste jaren eenigszins veracht door de mannen der kunst ; doch men begint gelukkiglijk van die dwaling terug te keeren en die planten often minste hunne genezende deelen, zijn weeral in al de apotheken voorhanden. Om de volgende artikelen goed verstaanbaar te maken en gedurige herhalingen te vermijdl'l1, zuBen wij hier voorop die planten verdeelen in : Verzachtende (emolietlts), die gezwellen zacht en week maken; wormverdrijvende (alltilzelmenthiqucs) , die darmen en maag van wormen zuiveren ; bloedzuiverende of openende (aperitzls) , die schadelijke vochten uit het lichaam verdrijven ; pisafrlrijvende (dzuritiques), die doen wateren; lichtjes (laxatifs), sterk (purgatzjs) en geweldig (drastlqufS) buikzuiverende; samentrekkende (astringents), die, in bloedvloeiing, het spierstelsel samentrekken; herstellende (toniques), die de verJoren krachten na eene ziekte terugschenken; aanhitsende (excitallts),
6
GENEESPLANTEN. - - - -
~--~---
~~--~---~-~--~~-
die lust naar eten aan de maag' geven; krampstillende (antispasmodiques), die krampachtige pijnen stillen; slaapverwekkende (narcotiques), die een zachten pijnstillenden slaap geven; opwekkende (stimulants), die het zenuwgestel weer op de plooi brengen en het verstand verhelderen; zweetverwekkende (sudorifiques), die de kwade humeuren doen uitzweeten; borstzuiverende (expectorants), die de slijmen op de borst doen losgeraken en uitspuwen; niezingverwekkende (stermitatoires), die het hoofd licht maken door niezen ; speekselgevende (siatalogues), die speeksel in den mond doen komen dat de spijzen helpt verteren ; borststillende (bichiques), die borstpijn en geweldigen hoest stillen; afleidende of roodtrekkende (rivuISlfs), die blaren trekken en doen rood worden, en eindelijk wateraf drijvende (hydragogues), die dezen verlichten welke het water of de waterzucht hebben.
~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~'~~"~"""'~'$~~"~~~'~~""~~~
GEPTPIrJ&HTBR. DE ALSEM. Arthemt"sia Absinthium. - Absilzthe. Deze doorlevende (*) plant is bijna van iedereen gekend. Twee planten van de zelfde familie de bfjvoet en de zeratsem, bezitten nog- al eenige van hare goede hoedanigheden. Men viudt ze aile drie in wilden staat; maar, wij kunnen ze door zaad of door wortelen voortplanten in onze tuinen. Geheel de alsemplant bevat eene sterke, doordringende, vluchtige olie, van een niet onaangenamen reuk en waaraan men hare geneeskundige Kracht moet toeschrijven. Vooral de topjes en de bloemen bevatten deze stof, die bij het koken in open vaten vervliegt in de lucht, maar in gesloten vaten in het aftreksel blijft. Wanneer men de gedroogde bloemtoppen en bloemen tot poeder brengt en er een dee! op dertig met wijn van et'rste hoedanigheid vermengt, (1 gr. alsem op 30 gr. wiju), \'erkrijgt men een uitmuntend middel tegen moeras- en pulderkoortsen, vooral als (*) Men heet doorlevende planten deze die, eens geplant of gezaaid zijnde, elk jaur wedcr uitkomen.
8
GENEESPI,ANTEN.
--------------
men, de koorts cens geweken zijnde, het zelfde middel in mindere hoeveelheid eenigen tijd voort neemt. Ook verzwakte g-estellen, met gezwollen milt, zullen er zich weI me de bevinden. Als men deze plant als wormverdrijvend wil a.l.nwenden, neemt men 25 gr. look en 25 gr. alsem per liter witten wijn, en men neemt daar 40 tot 60 gr. daags van,'s morgens, eene halve uur v66r het ontbijt. Deze nnttige plant met wilgeschors gemeng-d, kan de quinquina vervangen. In afkooksel is zij goed. om won den te wasschen en vlug te doen genezen. Dit afkooksel houdt ook vliegen en dazen van de paarden en hoornbeesten. Ret is ong-elukkiglijk ook uit deze plant dat men den verderfelijken alsembitter, met groene kleur, trekt, die aan zooveel menschen, die er misbruik van maken, hunnen ondergang, hun verstand en zelfs hun leven kost.
DE DONDERBAARD. De donderbaard (sempcrvivum tectorum, ioubarbe, donderblaren of dakiook) groeit bij ons op de pannen daken en vraagt niet de minste zorg noch onderhoud; zij draagt, rond Augustus, eenell stam met k!eine bloemen en bladeren. De kinderen eten soms zijne dikke, vettige bladeren, hoewel dt:'ze zonder smaak en lichtjes samentrekkend zijn. Ret bijzonderste nut dat uit die vee! verspreide plant te trek ken i!':, bestaat in het gebruikell van het uitgeperste s:J.P der bladeren om het jeuken
GE:-;EESPLA:-;TEN.
9
van distel, puisten en brandwonden' te doen ophonden en de genezing er van te verhaasten. Men bezigt het ook om eksteroog-en te doen verdwijnen.
In elk geval, moet men de compressen dikwijls ververschen en vernieuwen. Men beweert ook nog dat wasschingen met regenwater waarin men de gebroken bladeren dezer plant heeft laten trekken goed zijn tegen het speen; en dat de bladeren in azijn gekookt en met honig g-emengd een goed gorgelmiddel tegen keelontsteking zijn. De donderbaard is dus eene niet te versmaden plant.
10
GENEESPLANTEN •
DE AARDBEZIESTRUIK. De aardbeziestruik (Fragaria vesea,fraisier, frinshut) is de vriend der lekkerbekken, en, waarlijk, aardbezien zijn smakelijke beetjes die zeer gezond
en verfrisschend ziju, vooral met suiker toebereid. Zijne bladeren en wortelen hebben zekere geneeskundige waarde : zij zijn lichtjes afzettend en samentrekkend en kunnen dus in blaas- en nierziekten hulp verschaffen.
HET DUIZENDGULDENKRUID. Het duizendguldenkruid (Gmtiana eentauriu11l, eentaurie, galle boven d'eerde of wztde trulze!aar), is van iedereen gekend, ten minste bij name, en wordt nog alle jaren in groote hoeveelheid voor de apothekers getrokken in de zandgronden, sparrebosch-
GENEESPLANTEN.
11
dreven, enz., waar het gaarne groeit. De bloemtopjes, welke men op het einde van oen Zomer en tot in September kan plukken, en die men het best in papieren zakjes of dozen bewaart, hebben een bitteren smaak, en.van daar komt de West-Vlaamsche naam « galle boven d'eerde ». Indien men nu 15 tot 35 grammen zulke gedroogde bloemen laat trekken op eenen liter water en in een gesloten vat, deelt zich die bittere en gezonde smaak volle dig aan het water mede, en deze drank is maagsterkend en aanhitsend ; gevoelt men echter dat hij de maag en de darmen te veel prikkelt, dan moet men t'r van afzien en hoeft men beter verzachtende middelen te gebruiken. Wil men echter koorts te keere gaan, dan voege men bij 25 grammen bloemtopjes ook 25 grammen camillebloemeu, waarover wij verder zullen spreken, en men neme van dit aftreksel aBe drij, vier uren na de koorts een wijnglas vol; want duizendguldenkruid is een krachtig koortsverdrijvend middel dat heel gemakkelijk werkt, en de gentiaan en zelfs in zekere gevallen de zoo zeer geprezene quinine kan vervangen. Ret is te betreuren dat deze plant zich niet in elk huisgezin, vooral te lande, bevindt.
DE ENGELWORTEL OF ANGELICA. De engelwortel (angelica archangelica; angelique; engelkruid) is eene grasachtige plant, die men vee 1 ontmoet langs kanten en grachten, met een dikken, sappigenen geknobbelden starn van omtrent 35 centimeters hoogte, met groote dikke wortelen vol fijne
12
GENEr: SPLANTEN.
vezelhaartjes. Deze plant bloeit in Juli en Augu~tus en mag niet verward worden me[ de gevaarlijke watereppe, die er eenigszins aan geJijkt, maar die een g-evlekten starn heeft en een slechten reuk verspreidt. De engelwortel is zoo g-eheeten om zijnen g-ebalsemden geur. Door het drog-en verliezen de bladeren dezer plant hunne goede eigenschappen. en daarom bezigt men slechts de zaden en den wortel. Deze laatste wordt in den Herfst geplukt en verzameld, in stukken gesneden en gedroogd. Men bezigt er gewoonlijk 40 gr. op eenen liter water te trekken gezet. Men raadt bet drinken "an dit geneesmiddel aan om zacbtjes de maag, door lang-durige ziekte verflauwd, aan te hits en en het zenuwstelsel op te wekken; zij doet zwe.eten en brengt overvloedig speeksel voort, maar mag niet gebruikt worden als maag of darmen ontsteken zijn. Al die goede eigenschappen, waardoor zich het engelkruid der velden onderscheidt, zijn nog in meerdere mate te vinden in het tamme of gekweekte engelkruid, dat men in de tuinen zaait en kweekt. Sommige volkeren kauwen de gedroogde wortels als tab~k, voor de gezondheid.
DE GINST. De ginst (spartiullZ stoparium, genet, genst, brom, brcm) is nog, maar was vroeger nog meer gebruikt, om er bezems mede te maken om het huis uit te vagen. Iedereen kent hare groene, dunne twijgen op welker toppen fraaie, gele bloemen in groote hoeveelheid groeien en den aanblik vergeestigen
13
GE~EESPLANTEN.
der woeste landen, waar zij bij voorkeur groeit. Deze plant kan in verscheidene ziekten diensten bewijzen, maar men moet in haar gebruik omzicptig te werk gaan; want zonder juist vergiftigend te zijn, bevat zij eene stof, sparteine genaamd, die schadelijk en zeer slaapverwekkend is, doch die in handen van bekwame geneesheeren groote hulp kan geven in hartziekten. 40 tot 50 g-rammen jonge twijgen en bloemtoppen op cenen liter water gezet, is buikzuiverend en pisverwekkend, en kan aldus deug-d do en in langdurig rhumatism en jicht of kozijntjes, alsook in lever- en velziekten ; wat sterker voorbereid, is het een der beste middels tegen waterzucht, en in dit g-eval doet men een halven kilo assche van ginst in 2 liters witten wijn en neemt daar, elken morgen 125 grammen van, als men weI te verstaan geen brand op blaas ofnieren heeft. Men maakt ook weI eens gebruik van de zaden en van de schors dezer plant, waarvan al de deelen een onaangenamen, doordringenden reuk van zich geven en een walgelijken smaak hebben. Wij herhalen het echter nog eens: men weze voorzichtig met deze plant of raadplege eerst daarover ervaren geneesheeren.
DE GOUDENBLOEM. De goudenbloem (caLendula oLljcinalis, souci, goudebtomme) is eene der gemakkelijkste om winnen in onze tuinen, waar hare oranjekleurige bloemen maanden en maanden het zicht verlustigen. Dat zij aanhitsend en opwekkend is, kan men reeds gewaar Genees- en Giftplanten.
2
14
GBNBBSPLANTEN.
worden aan den sterk en doordringenden rellk, die voortkomt van een bitter en bijtend vocht dat meest in hare wortels en bladeren te vinden is. De versche botten en bloemtoppen, op water te
trekken gezet, doen wateren en zweeten, terwijl men de frissche bJaderen, fijngesmeierd(gestooten), op harde gezweUen en klierachtige zweren legt, ten zelfden tijde men den thee der bJoemen drinkt. De fijn gestooten bladeren dikwijIs vernieuwd, kunnen, zegt men, worten of wratten dooden. Men gebruikt dien thee ook als koortsverdrijvend en samentrekkend in geelzucht, klieciekten, enz.
OE:IlEESPLANTEN.
15
DE ANUS (ANETH). De anijs (Pi11lpznella an;sum) en vooral zijne naaste verwante de venkel (allethum janicutu1n, fenouil, venketkrttid) met zijne fijne draadvormige blaadjes, zijn van iedereen gekend en vooral van
de kinderen, die gaarne fijne bladeren en zaden kauwen. Iedereen weet ,dan ook dat de fijne, vluchtige olie, in deze plant bevat, zeer werkt op eene luie maag en dat anijs zeer weldadig is in geval van buikpijn die niet door darmontsteking ontstaat. In dit laatste geval zou men beter zijne toevlucht nemen tot verzachtende dranken, als hondspeem
- -- --- - - - - - - - - - - - - -
16
---
GE!'iEESPLANTEN.
en smeerwortels. Men zegt eindelijk dat de kinderen verzot zijn op de zaden dezer plant, omdat zij als gevoelen, dat deze de worm en dooden of ze ten minste uitdrijvert: wij verzekeren dit echter niet, maar raden aan het eens te beproeven.
DE HONDElAAR. Wie kent den hondelaar (rhamnus, bourdaine, nerjruJZ, lzondslzout, sporkcnhout, viJieboom) niet, die
houtachtige heesterplant die men nogal veel in de bosschen van kreupelhout en langs de kanthagen vindt? Hij verkiest frissche, overlommerde plaat-
GEI\EESPLANTEN.
17
sen, draagt geene doornen en heeft eene donkere schors met witte vlekjes ; uit de kleine gele bloempjes, die hij in September vertoont, komen, in de oksels der bladeren, roode bezien voort die langzamerhand zwart worden. De onderschors, tusschen buitenschors en spek gelegen, doet braken en verwekt geweldigen afgang als zij groen is, maar gedroogd, mag men ze zonder gevaar op water te trekken zetten (30 gr. per halven liter water) en zoo drinken als rhabarber; .in kleine hoeveelheid genom en, zuivert zij de darmen der kinderen, van wormen. Men gebruikt ook weI die schors in waterzucht. Voor wat de bezien aangaat, men beweert dat zij sterk buikzuiverend zijn; anderen zeggen dat men ze gerust eten mag.
DE APPELAAR. De appelaar, goede vriend van grooten en kleinen, geeft ons niet aIleen zijne blozende, gezonde
18
GE:-JEESPLANTEN.
vruchten en lekkeren cider die uitmuntend is om steen in de blaas of in de nieren te voorkomen, maar hij kan ons ook nog- andere diensten bewijzen. Weet men immers dat zijne versche schors in een afkooksel van 50 grammen op 200 grammen water, bijna zoo krachtig als de sulfate de quilZine de koorts te keer gaat? Zoete appelen, in stukjes gesneden en gekookt, geven eene lekkere tisaan, die in ziekten welke met hevige ontsteking gepaard gaan, verfrisschend en weldadig werkt. De appelaar is dus terecht een vriend van grooten en van klein en.
HET HELMKRUID. Ret helmkruid (cJzelidoniul1l majus, chClidoin e, seliadone, salidone) is het best gekend van dezen wier handen met wratten of wortels bedekt zijn, die, vooral als zij opensprietelen, hun nog- a1 wat ongemak en pijn knnnen aandoen. Ais het deze aanwassen doet verdwijnen, het is dank aan een geeI, bitter en brandend sap, dat uit starn, bladeren en wortelen komt. Wij raden echter den lezer niet aan zich te laten wijsmaken dat dit sap in oogziekten en ais purgatie dienstig is, want zijn inetende aard zelf zou zijn gebruik in die gevallen gevaarlijk maken, daar er mann en der kunst zijn die beweren dat 60 grammen versch sap een redeIijk grooten hond kunnen dooden. Wij betwisten niet dat die plant inwendig genomen, in eene menigte gevallen ais verstoptheid, jicht, distel, waterzucht, enz., dienst kan bewijzen, doch de gebruiksaanwijzing behoort den geneesheer. Deze plant is bijna overal in hagen en langs wegen te vinden.
GENEESPLANTEN.
19
DE ASPERGE. De asperge heeft iedereen nog gezien, doch velen hebben er nooit van geproefd, want het is een voedsel voor rijke tafels bestemd. Hare onderaardsche scheuten van lucht beroofd, worden dik en geel, en lusten de lekkerbekken; maar hoewel zij een gezond voedsel zijn, bezitten zij niet als de wortelen, de eigenschap van pisafdrijvend te zijn. 30 grammen zulke wortelen op eenen liter water gekookt, verlichten in groote mate blaas en nieren, als deze, weI te verstaan, niet ontsteken zijn, in welk geval men geen pisafdrijvende mid del en mag gebruiken.
DE HEEMST. De heemst (althea officinalis, guimauve, hemste, wittmhemst, pappelte, pappelwortels) en de andere planten harer familie als de stokroos, de malwe of hemdeknoopjeskruid enz., behooren op geneeskundig gebied tot de nuttigste planten die op aarde groeien. Men bezigt meest hunne bloemen op een aftreksel van 10 tot 15 grammen per liter water, en drinkt dan dit sap dat kleverig en zoet is en de fluimen heel gemakkelijk doet loskomen en uitwerpen; daarom gebruikt men het meest in zware vallingen of verkoudheden, harden hoest, tering, heeschheid en verstopping van luchtpijp en longen. Wie heeft de bladeren en bloemen en ook de
~~~
20
~---~-
~~--
GENEESPLANTEN.
fijn geschreepte en gesneden worte1en, in melk gekookt met wat tarwebrood en tot eene kleurige pap gemaakt, niet weten gebruiken op gezwellen die niet uitbreken willen, op kwaadaardige zweren,
builen en ontstekingen? Wat een kostbaar middel dat de verzwering zonder de minste pijn doet rijp worden en uitbreken zonder dat men het soms gewaar wordt! Men heeft den vijt, die zooveel pijn doet, weten genezen met er van in het begin gestadig zulken pap op te leggen, en zoo warm mogelijk telkens te vernieuwen als hij droog geworden was. Men maakt er eindelijk eene soort van deeg van,
GEXEESPLANTEN.
21
ais Iekkernij aan de kinders verkocht (pate de guimauve). . Welke kostbare plant dus !
DE NETEL. De netel (urtica, ortie, nittei, tinf[ct) is van iedereen weI bekend en van allen zorgvuldig vermeden, die maar eens met de bloote buid in aanraking kwamen met zijne brandende bladeren: een hevig jeuken met tintelende puistjes in een rood gloeiend vel was bet gevolg hiervan, en dat vergeet zelfs het kleinste kind niet. Deze plant wordt op twee voorname wijzen in de geneeskunst ge bruikt; men geeselt ermede de huid van mensch en die erg aan rhumatism lijden om de pijn af te leiden, alsook lichaamsdeelen waar geen of weinig gevoel meer in is. De voornaamste eigenschap van deze plant is ecbter dat zij uitmuntend is om bloedvloeiing tegen te gaan: hiertoe moet men, bij voorbeeld, voor hevii!" bloeden uit den neus, slechts fijn gestooten bladeren in bet neusgat steken, of nog beter een bolletje watte gedoopt in sap dat men uit die bladeren gedouwen he eft.
HET HONDSGRAS. De peem of hondsgras, waarop de landbouwers zoo kwaad zijn en die zij zoo zorgvuldig opzoeken en vernietigen, is eene der nuttigste planten onder geneeskundig opzicht. In water gekookt, geven de wortels eene frissche pisafzettende tizaan, die goed
22
GENEESPLANTECII.
is tegen ontsteking of brand. Om ze te gebruiken moet men de wortels eerst van bet buitenste velleken ontdoen, dat bitter is: met er op te slaan, als zij gedroogd zijn, valt dit velleken af. Honden en katten kennen goed deze plant en zuBen niet laten, als zulks noodig wordt, van dit gras te eten om zicb door overgeven te zuiveren. Men kan er suiker uittrekken en zelfs aangenaam bier van maken.
HET CAPUCIJNTJE. In boeveel bloemtuinen kweekt men de zoo bevallige klimplant niet, kapucijntje (trop{L'olum
GE1\EHSPLA:-ITE:-I.
23
majus, capucine, tabaksfilp) geheeten ; de rijke laat ze langs zijne prieeltjes opwaarts rijzen en de armsten geven ze eene eenvoudige haag tot steun. Hare fraaie bloempjes, die hunnen naam ontleenen aan hunne gelijkenis met de kap der eapucijnen, zijn d'us genoeg gekend; doeh ,veet ieder-een ook dat men de jonge botten evenals de vruehten in azijn inlegt als komkommers en ze onder den naam van « rapres » zeer duur verkoopt ? Ik twijfel eehter of velen die lusten, en zal hier maar liever neersehrijven dat elk deel dezer fraaie plant zeer opwekkend is voor verzwakte gestellen, en groote diensten kan bewijzen in Markoens- of koningszeer en vooral aan zeevaarders in de ergste gevallen van scheurbuik (scorbut). Heeft zij deze hoedanighe den missehien te danken aan de tamelijk groote hoeveelheid phosphoor, die zij bevat ?
DE BERK. De berk is een te weI gekende boom om er eene wijdloopige besehrijving van te geven. Wij zullen ons dus bepalen met het nut aan te wijzen, dat men er uit trekt. Zijne bladeren in afkooksel (20-30 gr. per liter water) still en rhumatism en jieht of kozijntjes, en, in de zelfde verhouding gekookt, is de sehors bitter en samentrekkend. Beide deelen, bladeren en sehors, en ook de botten zijn pisverwekkend en goed om de wormen te verdrijven uit de darmen. De N oordsehe vol ken vangen het vroeg sap op om er drank mede te bereiden of er eene soort van lekkere siroop uit te trekken. Voor wat de jonge twijgen betreft, iedereen weet hoe zij hier
24
GENEESPLANTEN.
te lande eeuwen en eeuwen tot het maken van bezems gebezigd werden.
DE HOP. De hop (humulus lupu/us, houblon) wordt in ons land in verscheidene streken op groote schaal gekweekt, als rond Aalst en Poperinge j do·ch dit geschiedt om ze in den handel te brengen voor de
brouwerij j want de welriekende en eenigszins bittere stof welke hare bloemen bevat, wordt in het bier geinengd om het een zekeren smaak bij te zetten en te bewaren. Die plant groeit echter ook in het wild in hagen en he esters. Zij is eene der
GENEE'>:'LANTE'J
25
nuttigste planten onzer streek onder geneeskundig opzicht, en zon meer moeten aangekweekt worden, zooveel te meer dat men er de fraaiste prieeltjes of glorietten kan mede maken. In langdurige ziekten verwekt zij eetlust en doet net bloed sneller door de aderen vloeien. De geneesheeren schrijven haar gebruik voor in huid- en klierziekten, in langdurigen afgang, in opstopping van lever en milt. In groote hoeveelheid gedronken, als afkooksel, prijst men ze in koorts en om wormen uit het darmkanaal te verdrijven. Zij stilt verders zenuwachtige trekkingen en is lichtjes slaapverwekkend. Ret zijn de bellen der plant, die men tot het bereiden van een afkooksel gebruikt. Onder andere opzichten overL;-ens is de heele plant nuttig: de jonge scheutjes worden als aspergen geeten ; van de ranken kan men, na eene lichte rooting, kloeke stalbanden vervaardigen; de wortels bevatten taan voor de leerlooierij, en het vee versmaadt hare jonge bladeren en scheutjes niet. Dus eene alleszins nuttige plant voorwaar !
DE WITTE LELIE. De witte lelie (lziium candidulll, lis blanc) is eene te weI gekende bloem om er eene nadere beschrijving van te geven, daar men ze om hare schitterende, reine witheid bijna in alle hoven vindt. De. knol waaruit zij spruit wordt weleens gepletterd en gekookt en dit moes gebruikt om er plaasters van te maken. Van een anderen kant weet bijna iedereen, dat men uit de bloembladjes eene oEe trekt die men voor gewone wondenalspijnstillend aanwendt;
26
GEXEESPLA:-.JTE:\.
zelfs steekt men de pas geplukte bloembladjes op olijfolie tot het zelfde doel. Eindelijk kan men den
knol in melk koken of in de assche braden en mengen met zwijnenvet, om er alzoo eene goede zalf van te maken voor bevrozen handen of ooren, steenzweren, nagelzweer en vijt. Die fraaie bloem is dus als geneesplant niet te verachten.
DE BEUK. Onder de woudboomen onzer streek zijn zeker weinig zoo goed gekend van de kinderen als de beuk, met zijne kleine driehoekige nootjes die in den Herfst rijp zijn. Uit die nootjes trekt men eene zeer goede en smakelijke olie die niet gauw bederft. Ret is echter niet aan te raden veel van die vruchten te eten en vooral er veel aan de
GENEESPLANTEN.
27
kinderen te geven. A Is men de droge schors verbrijzelt en op 300 gr. water er 20 gr. van te koken zet, bekomt men eene tisaan die koortsverdrijvend
is en zelfs in zekere hoeveelheid genomen, buikzuiverend wordt. De oliekoeken van de uitgeperste nootjes gemaakt, zijn niet aan te bevelen voor de dieren en vooral niet voor de paarden.
DE JENEVERBOOM. De jeneverboom (fzwiperus communis, ge1U!V1-ier) is eene plant die alhier veel te weinig gekend en gekweekt wordt, en die men geenszins mag- verwarren met die struiken witte of roode bezien, die men hier in de tuinen jeneverbeiers heet. N een; er is hier sprake van een gering heestergewas met zeer lange en menigvuldige stekels, in wier oksels
~
-
- - - - -
-
- - - - -
28
~
--
---~~~----
GENEESPLANl'EK. ~
~
--
---~~~----
er bezien komen ter groote van eene erwt en die eerst groen, en later donker bruin worden. Deze bezien, rijp zijnde, zijn zeer opwekkend en vooral goed in zekere nierziekten. Zij worden ook in waterzucht en na aanvallen van tusschenpoozende koorts genomen. Men bereidt er daarom een afkooksel mede met er 12 grammen per liter water te koken. Dikwijls worden zij aang-ewend in langdurig rhumatism en in scheurbuik. De olie uit die jeneverbezien getrokken, kan men krijgen bij alle apothekers en er me de de lidmaten die aan rhumatism lijden, overwrijven.
DE SMEERWORTEL. De smeerworte! met zijne breede, lange blader en als reusachtige koeitongen en zijne hangende bloemhoofdjes, is eene dier planten die gedurende eenigen tijd alles moesten genezen en daarna verlaten werden. Dit laatste is ook niet aan te bevelen, immers de vette, bruine wortelen dier plant zijn rijk aan slijmachtig vocht, dank aan hetwelk, in een aftreksel van 30 gr. wortels zonder de schors, per liter water, zij uiterst weldadig werken als plaaster op gezwellen, zweren en op lichaamsdeelen die hevig lijden aan jicht. Een afkooksel van die wortelen, gedronken in zware borstvalling, is verzachtend en pijnstillend voor de borst. Men zegt dat deze plant samentrekkend is en dus kan aangevvend worden om bloedvloeiing tegen te werken.
GENEESPLANTEN.
29
---~-----~-----------------
HET REINVAREN. Ret reinvaren (tanacetum vulgare, tanaisie, tente, nznevaren, 1fZ1UVa1li) heeft groene, diep ingesneden bladeren en gele bloemekens, die in groote hoeveelheid op de toppen voorkomen en er als kleine bolletjes uitzien. De geheele plant verspreidt een eigenaardigen, onaangenamen geur en groeit van zelfs op onbebouwde plaatsen en langs de wegen, waar de schapen ze eten ; men zaait ze ook in de tuinen. 25 grammen dier bloemen in eenen liter water te trekken g-ezet, maken eenen drank die versterkend, opwekkend en vooral wormverdrijvend is, en in koortsen en zenuwtrekkingen diensten kan bewijzen. Over vele jaren bakten de moeders in Vlaanderen van tijd tot tijd reinvaartkoeken voor hunne kinderen, om deze van wormen vrij te houden. Men bezigt de plant ook in lavementen, om uit den einddarm eene bijzondere soort van wormpjes te verdrijven, waarvan het jeuken voor den mensch onverdragelijk kan worden. Men mag echter geen misbruik van deze plant maken en ze maar gebruiken als het noodig is.
DE HULST. De hulst wordt hier te lande meest gekweekt in schoone immer groene hagen, die echter niet goed den sterken vorst kunnen verdragen. De bladeren zijn zeer bitter; de vruchten do en licht braken en zijn geweldig buikzuiverend : het is dus zeer voorzichtig geen lichtzinnig gebruik van die plant te makeJ?- en de bezien voor de lijsters te laten, die er Geneesplanten.
3
30
GENEESPLANTEN.
op verlekkerd zijn. Het is aan den geneesheer te zeggen wanneer en hoe men er van nemen mag, in geval van tusschenpoozende koortsen en als zweetmiddel; dus eene nuttige maar nog al gevaarlijke plant.
DE L1SCHBLOEM. De witte lischbloem (iris /lorentina, iris, les, snfjles) en de hoflisch (iris germanica) met hare purpere wonderschoone bloemen zijn twee welgekende planten, waarvan de eerste aan den boord der
wateren groeit en de andere in de tuinen. De bladeren der eerste worden gesneden en in de processH~n op den weg uitgestrooid. Van deze planten wordt echter slechts de welriekende wortel aangewend, vooral in de fabrieken van reukpoeders. Men doet die wortels uit in den Zomer, men schrapt ze
GENEESPLANTEN.
31
af en men droogt ze in de zon of op eene plaats waar de wind ze goed be rei ken kan. Versch uitgehaald is die wortel zoo bitter dat hij door zijnen reuk aIleen doet braken. Een aftreksel der gedroogde wortelen kan als buikzuiverend middel aangewend worden, en heeft samentrekkende kracht. Met de versche wortels moet men echter voorzichtig te werk gaan en het gebruik ervan door eenen geneesheer laten voorschrijven.
DE ElK. De eik, die ons timmerhout van eerste klas levert en schors om het leder te bereiden, kan ook helpen
tot onze gezondheid: de schors tot poeier gemalen en gekookt kan als mondzuiverend (antiseptique) aangewend worden j de eikels zijn zeer samen-
32
GENEESPLANTEN.
trekkend en een afkooksel ervan is uitmuntend in langdurigen afgang ; in koffie gemengd, versterken zij dezen; men bezigt verders het afkooksel der schors om leelijke zweren te reinig-en en hunne g-enezing te verhaasten ; schors en eikels zijn hunne geneeskundige krachten verscbuldigd aan de boeveelheid taan, welke zij in hooge mate bevatten.
DE THUM. De tbijm (thymus vulgaris, thiim, timoen) is eene welriekende plant die in onze hoven algerr.een gekweekt wordt om haren goeden geur en om den fijnelll smaak, dien de keukenmeid, dank aan deze plant, aan sausen en soep geven kan, en ook omdat zijn doordringende reuk de motten verdrijft. Deze plant is bijzonder opwekkend voor verzwakte zenuwstelsels, en in afkooksel gebruikt, is zij zeer dienstig in luiheid der maag, in buikpijn en hoofdpijn; men gebruikt het ook om de krauwte te bestrijden en een bad met de takjes dezer plant gekruid is ann te prijzen voor zwakke kinderen. Deze plant is te vinden in eene menigte g-eneeskundig-e bereidingen en uit haar trekt men den thymol, die thans nog al veel door geneesheeren gebezigd wordt om won den te ontsmetten en rein te houden. De wilde thijm bevat ook eenige weldoende zelfstandigheden.
DE KLAPROOS. De klap- ofslaaproos (papaver sommferum, pavot oliette, slaapbotte, poeierduts), - hare verwante is de
GENEESPLANTRN.
33
kollebloem ofbloedzuiper - is eene vee I gekweekte plant, die in zekere ziekten groote diensten kan bewijzen, doch waarmede men tevens zeer voorzichtig moet omgaan ; want, deze plant bevat eene
aanzienlijke hoeveelheid opium of slaapstof, die in handen der geneesheeren groote diensten kan bewijzen om de pijnen des lichaams te stillen en om den bloedomloop wat te verhaasten, alsook in zenuwziekten, afgang en rooden loop; maar, wij kunnen dezen, die gelast zijn met het oppassen en het bewaken van kleine kinderen niet genoeg waar .. schuwen tegen het bezigen van slaaproos om de kinderen stil te houden ; die rust is maar schijnbaar en kan voor het zenuwstelsel en voor het verstand der kinderen de ergste gevolgen hebben. Kweeken wij deze plant, doch laten wij er het gebruik van aan, den geneesheer over; men mag- immers niet vergeten dat slaapverwekkende plqnten in zekere hoeveelheid vergiftigend worden. Men mag het
34
GEI\EESPLANTFN.
zaad echter gerust koken en dit aftreksel bezigen om eene zieke keel te spoelen en een lavement te zetten. .
DE BRAAMBEZIE. Als wij klein waren en langs straten, wegen en bosschen de zwarte braambezie gingenplukken, dachten wij er zeker weiDig aan, dat wij daar v66r eene plant stonden, waarvan men de bladeren en bloemtoppen in azijn kookt om in keelpijn te gorgelen, vooral als de mond langs binnen gezwollen is (20 gr. per liter water). Men zegt dat deze plant ook kan diensten bewijzen in waterzucht en graveeI. Eindelijk maakt men "an de goede rijpe vruchten eene uitmuntende, goedkoope en gezonde confituur.
DE VLlERSTRUIK. De vlierstruik (sambucus 'Nigra, sureau, vlienderstruik, vlienderboom) wordt in onze streken veel geplant in de nabijheid van de parken der zwijnen, opdat deze dieren in de dichte schaduw dezer plant verfrissching zouden vinden gedurende de heete zomerdagen. De bloemen dezer geneesplant, die zoo walgachtig rieken als zij versch zijn, verliezen dezen reuk na het drogen en vormen dan, in aftreksel (10 grammen per liter), een uitmuntend zweetmiddel; kookt men die bloemen alsook de bladeren, dan bekomt men een buikzuiverenden drank. Het is echter de groene onderschors die, versch gebruikt, de krachtigste is. 50 tot 70 grammen, in water of in melk gekookt, worden met
GENEESPLANTEN.
35
voordeel aangewend in waterzucht. In groote hoeveelheid genomen, zijn al de deelen dezer plant dienstig om te doen overgeven. Wat de bezien aangaat, men maakt er, zooals iedereen weet, eene zoete siroop van, goed in keelpijn en hevigen hoest. Eindelijk kunnen de bladeren, als plaasters gebruikt, brandwonden en speen verzachten. Deze plant komt in vele geneesdranken, doch men mag er inwendig niet te veel van gebruiken.
DE SAllE. De salie wordt om haren gebalsemden geur in bijna aIle hoven gevonden, waar men geneesplanten kweekt. Die plant (salvia oljicinalis, sauge, saalde, saalji) heeft een harden, houtachtigen starn en grijze, woIlige bladeren. Men kan er eene zekere hoeveelheid kamfer en eene fijne olie uittrekken. De bladeren en de bloemen, in thee gebruikt, werken uitmuntend voor zwakke, lustelooze magen, in verzwakkende afgangen, vooral bij kinderen; in zware borstvallingen en hoe st. Men kookt ook tot het zelfde doel de bladeren in zoete melk en giet dan alles door eene teems. Een aftreksel dier plant dient om won den uit te wasschen en hunne genezing te verhaasten. De gedroogde bladeren, op brandewijn te trekken gezet, leveren, na twee drie weken, een verwarmenden en hartversterkenden drank.
HET MOEDERKRUID. Het moederkruid (matricaria, camomille romaine, mater, camillebloem), wordt overal in velden en
36
GENEESPLANTEN.
langs de wegen gevonden en is genoeg kennelijk aan zijne witte bloempjes met gele hertjes die heel weI op madeliefjes of grasbloempjes gelijken ; stin-
kende mei of stinkwied is er eene groote verscheidenheid van. De geneeskundige gaven van deze plant zijn sedert vele eeuwen gekend. Als men de bloemtoppen kookt, bekomt men eene tamelijk bittere tisaan, die koortsverdrijvend is en als zweetmiddel uitmuntend werkt; deze drank verdrijft insgelijks de wormen en is zonder weerga om zenuwachtig braken te verhelpen; in afmattende ziekten, als typhus, verhaast zij de genezing met den herstellende eenc zekere kloekte en lust naar spijs te bezorgen. Van deze plant wordt overa! een groot gebruik gemaakt.
GE:-.1EESPLANTEN.
37
DE ELS. De els grbeit bij ons in kantha~en, rond weiden en akkers, daar waar de grond niet te droog en te zandachtig is en wordt gekweekt om zijn brandhout, daar hij zeer snel groeit en alzoo veel opbrengt. Ret is van zijn hout dat de koeiwachters in het voorjaar fluitjes maken met de schors af te wringen ; gelukkiglijk echter is het daar zijn eenigste nut niet! Deze plant is zoo samentrekkend, dat zij zelfs de melk doet opdrogen van de runderen die de bladeren eten ; men gorgelt eene hevig ontstoken keel met het gekookte sap der schors. Als men op zekere tijden des jaars in den starn boort ontvloeit een bruinachtig sap dat men aanprijst om er, in geval van steen in de blaas of in de nieren, eenen lepel daags van te drinken ; dit sap is echter niet aangenaam van smaak en mag slechts aangewend worden op bevel van den geneesheer.
DE ESCH. De bladeren van den welgekenden esch (Jraxinzts excelsior, Jrene) , worden het meest gebezigd om trekwater te zetten voor rhumatism in armen of beenen, maar de schors en de bladeren kunnen ook in een afkooksel van 40 grammen per liter water in tusschenpoozende koortsen verlichting schenken, als men er warm van drinkt. Ret is echter niet goed de koeien van de bladeren te laten eten, want zij geven aan de melk een onaangenamen smaak, ook bij geiten en schapen. Voor rhumatism drinkt men
38
GENEESPLANTEN.
ook het afkooksel van 75 gr. bladeren per liter water: twee, drie maal daags een tasje.
DE SLEUTELBLOEM. Het sleutelbloemken (primevere) ook bakkerken genaamd, groeit in het wild en heeft eene fraaie, gele kleur, doch in onze tuinen kweekt men er vele
andere verscheidenheden. Een aftreksel dezer bloemen is goed om de pijnen te stillen in zenuwachtige aanvallen. Vroeger wendde men deze plant aan om het steen te bestrijden en de koortsen te
GENEESPLA!l:TEN.
39
verdrijven, doch men weet thans dat bare werking in die gevallen bijna nietig is. Alleen een aftreksel, in gesloten vaten, van de welriekende bloemen is aangenaam van smaak en kan, zooals wij hooger zegden, eenig nut te weeg brengen.
DE NOTELAAR. De notelaar of okkernotelaar is te weI gekend van eenieder om in nadere bijzonderbeden nopens zijne leefwijze en maaksel te treden, en ik moet
zeker niemand zeg-gen hoe bitter de buitenste schaal der vrucht en de bJaderen zijn. De olie, die men uit de kernen trekt, is wormverdrijvend; de zacbte deelen die de kernen afscheiden, zijn zeer samentrekkend. 20 grammen bladeren per liter
40
GE:HlESPLANTEN.
water vormen een uitmuntend waschmiddel tegen klierziekten of sintmarkoeszeer ; het sap der groene schaal in water gemengd, in kleine hoev:eelheid, is goed in zwaren afgang en is ook goed om de keel te spoelen als deze lang en dikwijls ontsteken is. De noot zelve, niet te oud geworden, is eene gezonde vrucht, doch moet matig geeten worden.
DE LINDE. De Hnde (tzlleul). - Wie heeft niet meermalen over lindethee hooren spreken en hoevelen hebben er niet te drink en gekregen als een zoeten, opwek-
kenden en bloedzuiverenden drank? Aan ieder bloemhoofdje is een langwerpig bloembladje vast, dat er licht af kan. Een afkooksel der bloemen, met wat zoethout bereid, is, in onze streek, de beste
GENEESPLAt\TE1'.
41
thee, die men drink en kan. Die drank kan ons helpen in hoofdpijn, braking, luiheid der maag, langdurigen afgang, en lichte koortsen (8 gr. per liter water). Het kleverige sap dat men bekomt met de schors der twijgen te koken, kan zeer voordeelig gebruikt worden om "von den te wasschen en op brandwonden gelegd te worden. Het hout van dezen nuttigen boom wordt bovenal verkozen door beeldhouwers en draaiers.
DE LAVENDEL. De lavendel (lavandula spica, lavandc, lavender) is eene geneesplant die in vroegere tijden veel meer dan thans gekweekt werd en nu maar zelden in onze tuinen meer te zien is ; het is jammer, want zij was zoo welriekend en hare twijgen in de kleederkassen en in het gewasschen linnen gelegd, bewaarden de kleederen en stoff en zoowel tegen motten, als de stinkende naphtalinebollen die wij thans hiertoe moeten bezigen. Welnu eene tisaan, bereid met 5 gr. bloemtoppen van die plant per liter kokend water, bezit versterkende en opwekkende kracht; deze drank is zelfs goed in zware hoofdpijn, in slechte spijsverteerillg en in klierziekten. Die plant is eene der voornaamste bestanddeelen van het vermaarde reukwater« EaZl de Cologne ». De olie, die men er uit trekt kan te pas komen om iemand, die het bewustzijn verloren heeft uit zijne bezwijming op te helpen. Men kan zich die oIie (huzle d'aspic) in de apothekerijen aanschaffen.
42
OENSltSPLANTEN.
HET MUNTEKRUID. Ret muntekruid (melltha piperita, 1I1enthe poivrie, munte, mente) is bij de kleinen aUeenlijk gekend door de muntebollell, die zij bij de suikerbakkers
koopen; maar hoewel deze bollen niet ·te versmaden zijn, is het echter daarom niet alleen dat men deze geneesplant kweekt in de hoven of opzoekt in velden. Verscheidene andere soorten, waarvan de akkermunt de voornaamste is, hebben eenige harer hoedanigheden. De thee die men van deze plant maakt, is heilzaam voor trage, weinig lustige
GENEESPLANTEN.
43
magen en versterkt ze; ook in buikpijn van winden vergezeld, brengt zij, warm genomen, spoedig verlichting bij. Zij is deze eigenschappen versehuldigd aan eene fijne, Iekkere olie die er in overvioed uitgetrokken wordt en waarvan men drank (menthe) maakt. Men gebruikt gewoonlijk van 15 tot 20 gr. bladeren of bioemen per liter water. Men kan er een goeden drank mede maken als men de frissche, gestooten bladeren in eenen liter brandewijn met 500 grammen suikersiroop te trekken zet.
DE SUlKERIJ. De suikerij, die vroeger overal in het wilde groeide, maar thans door de kunst van Iandbouwers en hoveniers eene tamme verscheidenheid dier plant geworden is. wordt zeer veel in onze streken gezaaid. Welnn, bijna de geheele plant wordt door den mensch benuttigd: de bladeren, eenige dagen van Iueht beroofd zijnde, worden geel en geven alzoo eene fijne, uitmuntende salade, die gemakkelijk gewonnen wordt en zeer gezond is; de wortelen worden gekookt en zijn, ondanks hun bitteren smaak, waaraan men zich gewennen moet, zeer weldadig; ofweI men brandt die en mengt ze met de koffie om deze goedkooper en gezonder te maken. De geheele plant is bloedzuiverend en lichtjes versterkend, en is zeer goed om de maag op te wekken en lichte koortsen te keer te gaan. Dit alles weten overigens zeker weI onze veldbewoners, die veel van deze plant houden.
44
GENEESPLAKTEN.
HET TOORTSKRUID. Ret toortskruid (verbascum, bottillon blanc ou Inolene, maagdenkerrs, wilde tabak) is eene plant die weI op de tabakplant gelijkt, maar hare lange en
breede bladeren zijn zeer wollig en haar hooge starn niet gesprieteld. Die starn draagt, rond September, eene gansche aar gele bloempjes die weI een halven meter lang wordt. Van de bladeren maakt men eene welriekende thee, maar menmoet deze eerst doorzijgen, vooraleer er vnn te drinken.
GENEESPLAN'l'EN.
45
Deze thee is aan te prijzen in zware en langdurige borstvallingen en stilt den pijnlijken hoest. Van de blader en maakt men verzachtende plaasters voor zweren of men legt ze versch op wonden. Daar zijn er die beweren dat men door hare bladeren te rooken, aamborstigheid of korten adem kan verhelpen; eindelijk raadt men aan, de bladeren met melk gekookt aIs plaaster te gebruiken om het speen te stillen.
HET VIDOl TJE. Weinig bloemen op de geheele aarde verspreiden zoo een zoeten en aangenamen geur en worden
daarom ook zooveel gebezigd in de fabrieKen van reukwerken als het viooltje (viola adorata, violette, Geneesplanten.
46
GENEESPLANTEN.
vegeletje), dat men niet verwarren mag met het wilde viooltje dat geenen geur verspreidt. Men gebruikt in geneeskunde meest het viooltje met dubbele bloempjes, en men bereidt daar een afkooksel mede van 5 gr. per liter water dat zeer verzachtend en pijnstillend is voor de borst en doet zweeten j de bladeren verzachten de harde gezwellen en verzweringen, terwijl de wortelen doen overgeven en buikzuiverend zijn in een afkooksel van 10 gr. per liter water.
HET ZOETHOUT. Het zoethout (glycyrrhiza glabra, rigtisse, kalissiehout, katissiestok) waarvan de kinderen zoo gaarne de wortels kauwen, die in ooze streek in de winkels verkocht worden, groeit overvloedig in de tuinen van Frankrijk vooral in het zuiden en bloeit daar in luli, Augustus en September. Wie heeft niet eens een aftrekselvan deie uiterst zoete wortelen gedronken, dat men bereidt met 15 gr. per liter water te trekken te zetten, en niet te koken, want hierdoor zou de drank bitter worden. Die drank is uiterst voordeelig in lichte ontsteking van longen, maag of darmen. Men maakt van die wortels een poeier, dat in de samenstelling van eene menigte medecijnen te pas komt. Overigens, is eene andere tisaan te bitter of terugstootend om in te nemen, men verzoet ze met er wat zoethoutwortelen bij te voegen. Coco, waarmede rondventers op de feesten te koop gaan in de groote warmte, is niets dan een zeer verfrisschende en goedkoope drank,
GE~EESPLAKTEN.
47
uit gepletterde zoethoutwortelen verkregen. Ret zoethout is eene fraaie vlinderbloemige plant met bleekgroene bladeren en bloempjes, die in katjes groeien.
DE PIOEN. De pioen (pceonia oflicin a lis , pivoine, piome, kerkeroos) is eene onzer meest gekende en meest ge-
kweekte hofbloemen ; hare schitterende kleuren en het lieflijk groen harer bladeren, zijn ongelukkiglijk zeer kortstondig, maar integendeel bezit zij erkende
48
GEXEESPLANTE:-.r.
en onbetwistbare geneeskundige hoedanigheden. Het gebeurt dat men gebruik maakt van de bladeren en de bloemen, maar meer echter bezigt men de dikke knolvormige wortelen in eenen kring rond den voet der plant geplaatst, en die men in den Herfst uithaalt om ze dan te drogen; versch zijn zij nogtans krachtiger, ja, zoo krachtig dat het niet aangeraden is tot deze plant zijnen toevlucht te nemen zonder tusschenkomst van een bekwamen geneesheer, die zal bepalen in welke hoeveelheid en op welke wijze men den wortel zal aanwenden om zenuwachtige en krampachtige plagen te keer te gaan, alsook kinkhoest, dikcessen (acres) en vallende ziekte. Er zijn hedendaags nog bijgeloovige moeders, die beweren dat deze zaden in een kransje rond den hals gedragen, de kinders van dikcessen vrij houden! Ten slotte: voorzichtig met deze plant!
DE PETERSELIE. De peterselie of perselle is de vriendin der huismoeders en keukenmeiden, die haar niet mi5sen kunnen om aan eene menigte groensels en andere spijzen een aangenamen smaak bij te zetten en een goeden geur te geven. Deze kostbare plant, reeds over vele eeuwen in algemeen gebruik, geeft ons wortelen die men versch of gedroogd mag gebruiken in een afkooksel van. 60 gr. per liter water, dat opwekkend en bloedzuiverend is, met het wateren en het uitzweeten der schadelijke vochten te bevorderen. De fijn gestampte en welriekende bladeren worden met goed gevolg gelegd op harde gezwel-
GENEESPLANTEN.
49
len, en op lichaamsdeelen die door harde slagen of stooten blauw geworden zijn.
DE VAlERIAAN. De valeriaan (valerian a officina/is, valiriane, kattekruid of oogekruid, kattepzertJe, stinkaard) is eene zeer weldadige plant, die ongelukkiglijk door het
volk niet genoeg gekend en naar waarde geschat wordt; zij wordt kattekruid geheeten omdat de katten ze gaarne eten en er zich gaarne op heen en
- - - - ---------------------------
50
GE:-<EESPLA:>TEN.
weer wentelen. Men bezigt van deze plant echter aIleen de wortels ; deze zijn bruin, bitter en sterkriekend; deze wortels droogt men en maalt men tot poeder, dat men met wijn, zeem of water inneemt. Dit poeder is aan te prijzen in koortsaanvallen, vooral in kwaadaardig-e koortsen of polderstier; het is ook wormverdrijvend en wordt eindelijk weI aangewend in zenuwaanvallen, ruisching in het hoofd; in water gebruikt men er 20 tot 25 grammen per liter. Men mag echter uiet te veel in eens er van nemen en ook niet gelooven dat deze plant de vallende ziekte kan genezen : dit is onwaar.
DE ZURING. De zuring (rumex acetosa, oseiIle, zurkel: variet. : paardenzurkel, koekoekszurkel, schaapzurke/) wordt zeer veel in de keuken ge bezigd tot het bereiden van spijzen of gemengd met spinagie; reeds vele eeuwen is zij gekend en geeten. Hierbij bepaaIt zich echter haar nut niet : de wortelen zijn bitter en samentrekkend, en een afkooksel van 25 gr. per liter water is zeer pisverwekkend. De bladeren zijn uitmuntend om den hevigsten dorst te less chen als men bezweet is en niet drinken mag, hetgeen de kinderen goed wet en; zij genezen scheurbuik en evenals de wortels, doen zij wateren ; zij zijn eindelijk zeer gezond als groensel omdat zij buikzuiverend zijn, maar niet zooveel als het zaad. De paardenzurkel of dokke, ook eeuwige spinagie geheeten, heeft al deze goede hoedanigheden in hooge mate en een afkooksel van hare wortels (50 gr. per liter water) is tamelijk sterk buikzuiverend.
GENEESPLANTEN.
51
HET VLAS. Het vIas, dat onder alle opzichten zoo nuttig en onmisbaar is, vooral als nijverheidsplant, kan ons ook als geneesmiddel helpen, door zijne zaden. Van deze maakt men de zoowel gekende lijnzaadmeel-
pap: eene plaaster tot verzachting van zweren, gezwellen, enz. ; verbrijzeld, zijn die zaden (10 gr. op eenen liter water) pisverwekkend; en een afkooksel van 25 gr. per liter water bezigt men voor lavementen ; en meer dan eens ziet men lieden die zich voorzichtig willen purgeeren, eenen koffielepellijnzaad in een glas water binnennemen.
52
GENEESPLANTEN.
DE PERZIKBOOM. Er zijn zeker niet veel menschen te vinden die niet gaarne perziken eten? Immers deze donzige en a;;tnvaUige vrucht is eene der beste, die op de aarde groeien. Voeg daarbij dat de bloemen van den perzikboom lichtjes buikzuiverend en wormverdrijvend zijn en dat zij in melk gekookt (eene handvol per halven liter) gaarne door de kinderen gedronken worden. Bladeren en onderschors bezitten koortsverdrijvende en pisverwekkende bestanddeelen. De vrucht is echter zoo goed, zoo sappig, en tevens zoo gezond, dat het beter is de bloempjes met rust te laten en in hunne plaats andere middels aan te wenden, die genoeg in het plantenrijk te vinden zijn. Thee van de bladeren gaat door als buikzuiverend, en die bladeren, fijn gestooten, worden weleens als plaaster op dis tel en zweren gelegd.
DE WEEGBREE. De weegbree (groote.' plantago major - kleine .' plantago laneeolata, plantaill, rebbe, keunerebbe, hondsrebbe) groeit overvloedig langs de wegen en in de akkers, doch vooral in de klavervelden. Onze voorouders hi elden veel aan deze plant en hadden er altijd een zekeren voorraad van in huis, immers zij schreven aan die plant zekere geneeskundige krachten toe, die, wij moeten het bekennen, wat overdreven waren, vooral wat hare toepassing in oogziekten betrof; men gebruikt echter met goed
GENEESPLANTEN.
5:~
gevolg 40 tot 50 gr. bladeren en zaden per liter water, dat in een kleverig afkooksel verandert en waarmede men de flauwe oogen waseht. Vroeger sehreef men het gebruik dier plant voor in bloedspuwingen, niersteen, enz.
DE WILG. De wilg (Ie saule) is hier nu te lande zooveel niet meer gekend als over eene eeuw, toen deze boom zeer gemeen was; nu treft men er slechts hier en
daar nog aan onder den vorm van knotwilgen of tronken. Hij levert nogtans schoon hout, vooral dienstig aan holleblokmakers of kloefkappers. De sehors van dezen boom, vooral van de jonge twijgen, is bitter en samentrekkend doch zeer goed om
54
GENEESPLANTEN.
de koorts tegen te gaan, dank aan de overvloedige salicine welke ze bevat en die de qui,nine zeer nabij komt; men drinkt daartoe, eer de aanvaI gaat beginnen, eene tas van een afkookseI der schors (120 gr. per liter water). Geneesheeren, veldbewoners, apothekers, allen erkennen thans de koortsverdrijvende krachten van den wilg.
HET CITROENKRUID. Het citroenkruid (milisse) verkeert in het zelfde
gevaI aIs de Iavendel : vroeger aIgemeen gekweekt in onze tuinen, is het thans bijna nergens meer te
GENEIlSPLA:'I;TEN.
55
vinden. En nogtans he eft deze plant, die bij het in stukken wrijven eenen geur als frissche citroenen verspreidt, kostbare hoedanigheden. Eene thee met hare bladeren en bloemen bereid (5 grain men per liter water) is een verwarmende en opwekkende drank, die lichtjes de maag aanhitst en de spijsvertering alzoo bevordert ; deze tisaan doet het hart regelmatig kloppen en is zeer goed voor zenuwachtige mensch en ; deze plant komt in nut en gebruik zeer weI overeen met de lavendel en het ware te wenschen dat men beide planten weldra weer in onze tuinen kweekte.
nE RHABARBER. De rhabarber is beter gekend van eenieder: de kinderen kauwen de bladstelen ; de grooten maken er gelei me de ; de herbergiers zetten de wortelen op genever, voor dezen die den naam niet willen hebben gaarne genever te drinken en beweren voor hunne gezondheid te willen zorgen. Wat er van zij, het is onbetwistbaar dat de wortelen buikzuiverend zijn, zonder te kunnen hinderen, 't zij gekookt, 't zij op sterken drank geplaatst ; dat de wormen en de gal er door afdrijven en de maag opgewekt wordt. Voor kleine kinderen is het aangeraden de rhabarberwortels op anijs te zetten of in siroop te geven : men kan 50 grammen gedroogde en fijn gestampte wortelen op 1 liter wijn laten trekken. Deze planten kan men voortzetten bij middel van het zaad doch best door middel van go ede, gezonde wortels, enkel in de aarde gesteken, waar zij zonder zorgen opgroeien.
56
GENEESPLANTEN.
HET KLiMOP. Het klimop of de iefterank is eene plant, die weI niet eigenlijk vergiftigend mag heeten, maar waarvan het gebruik toch zeker gevaar kan opleveren: het is dus best er maar in kleine mate van te nemen. De bezien die er aan groeien zijn sterk buikzuiverend, doen braken en overvloedig zweeten. Als plaasters gebruikt, kan men goede uitslagen bekomen met de gekookte bladeren tot moes geduwd, op kwaadaardige zweren en vuile won den te leggen ; men raadt insgeJijks aan de bladeren in sterken azijn te koken en hiermede acht tot tien dagen de lichaamsdeelen te bestrijken die van krauwte zouden aangedaan zijn. Wij herhalen het echter nog eens: voor wat het inwendig gebruik aangaat,. moet men met deze plant omzichtig te werk gaan.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~
""""""'~""~"""""""" GEPTPIrJ&HTBR. DE HANEVOET. De hanevoet (ranunculus, renolZcule, boterbloem) is eene giftplant, waarvan ten minste 50 verscheidenheden te vinden zijn, doch waarvan niet eene heel en al onschadelijk is; vooral de knolboterbloem of
Sint-Antoniusraapje moet men vreezen, die zooals haar naam zegt met een knolletje in den grond groeit, da1 soms door de kinderen voor eene raap of eene radijs genomen wordt: het innemen van dezen knol kan weI niet altij d dooden, doch brengt
58
GIFTPLANTEN.
eene hevige stoornis te weeg in het darmkanaal en in de maag. De bladeren der boterbloem en vooral van de kwade ranonkel (renoncule scitirate) worden in de geneeskunst gebezigd om trekplaasters te maken en de huid rood te doen worden, om alzoo eene inwendige ontsteking naar de huid af te leiden. Men late de aanwijzing hiervan echter aan den geneesheer over, want men heeft bevonden dat die trekplaasters in zekere gevallen zeer slechte gevolgen hebben.
DE TIJLOOS. De tijloos (colchicum autumnale, colchique, moedernaakte, naakte begffnt.fes of hondsdood) wordt nogal veel in onze tuinen aangetroffen, met hare fraaie, bleekpurpere bloemen, die in vollen bloei staan eer een enkel blad verschenen is. De geiten aIleen durven het wagen van deze plant te eten, waarvan het innemen den mensch de keel toenijpt, als om hem te versmachten; daarna komt eene vreeselijke pijn in de ingewanden, hevige zenuwaanvallen doen een koud en overvloedig zweet uitbarsten tot de dood den lijder weldra komt verlossen. De zaden zijn het geweldigste deel der plant, doch ook de knol bevat de gevaarlijke colchicine. De geneesheeren hebben deze plant zorgvuldig bestudeerd en ze in zeer kleine hoeveelheid wet en aan te wenden in hevig rhumatism, alsook in kortborstigheid en in zekere ziekten der blaas, waarin die gevaarlijke plant toch diensten kan bewijzen.
GIFTPLANTEN.
59
DE TABAK. Men moet zeker niemand den tabak doen kennen, dien men zoo overvloedig rookt, snuift en zelfs
kauwt! Dat deze plant nadeelig werkt, weten het best de jongens die, den grooten man willen de uithangen, voor den eersten keer vaders pijp, in
60
GIFTPLANTEN.
zijne afwezigheid opvullen! Aan het rooken kan men zich echter gewoon maken, maar met het sap dezer plant, de vreeselijke nicotine, is het zoo niet gelegen. Dit gift is zeer geweldig en men heeft misdadigers geheele farn'ilien zien ombrengen met spijzen door het sap van tabak vergiftigd. Wij raden aan, geene doorrookte pijpen te gebruiken en van eene cigaar niet meer dan de twee derden op te rooken, en zich liever nog, voor de fraaiheid der tan den, geheel van rooken te onthouden. Men heeft die plant in de geneeskunst gebruikt, doch men heeft betere middelen om baar te vervangen, die zoo gevaarlijk niet zijn.
DE RUll. De ruit (ruta graveolens, rue, wiinruit) is eene plant, die men nog hier en daar aantreft in onze tuinen en die nu eens voor: onschadelijk en dan weder voor vergiftigend en kwaadaardig doorging, doch eindelijk voor goed bij de giftplanten gerangschikt is. In het lichaam van den mensch kan zij de hevigste stoornissen te weeg brengen en zelfs den dood veroorzaken; ook is het best den geneesheer die plant over te laten. Wij mogen echter de bladeren smeieren en met wat olie eene haarzalf maken die de luizen uit het hoofd der kinder en verwijdert en den worm der krauwte doodt. In zware borstvallingen, van hevigen hoest vergezeld, legt men weleens eenen doek in het sap dier plant geweekt op de naakte borst, om door deze soort van blaartrekkende plaaster de pijn naar buiten te leiden.
G IFTPLANTEN.
61
Men kan eindelijk met olijfolie of ook met oliettezaad (graine d'ceilette) en blader en van wijnruit een aftreksel maken dat, zegt men, op den buik der kinderen gestreken, de wormen uit de ingewanden verdrijft. D~
PATERSKAP.
De paterskap (aconitum napellus, aconit), wordt om hare bijzonder fraaie, helderblauwe bloempjes
~ie
den vorm hebben van eene opg-eslagene paterskap, veel in onze tuinen gekweekt, en toch is zij Geneesplanten.
~~~~~~---~----------------~~-~~~-~
62
GIFTPLANTEN.
eene der gevaarlijkste giftplanten. Ais men er eene zekere hoeveelheid van durft innemen, prikkelt zij hevig de tong en den mond, men is terneer geslagen en moedeloos, men begint te beven en krijgt slaaplust, de huid wordt koud, en is de dosis sterk genoeg geweest, dan krijgt men hevige hoofdpijn. men moet geweldig braken, de krachten nemen spoedig af en, zonder krachtdadige hulp, sterft men weldra. Uit die gevaarlijke plant heeft de wetenschap nogtans zeer weldoende stoffen weten te trekken, die alleen de geneesheer en nog met de grootste voorzichtigheid, voorschrijven mag in ontstekende ziekten, zooals rhumatism en kinkhoest. Zoo hevig werkt de aconitine, die men uit de paterskap trekt, dat eeIJe enkele milligram daags, het l.000.000 ste deel van eenen kilogr., iemand vergiftigen kan ! Dus opgelet, die zulke plant en ten zelfden tijde kinders heeft !
HET BILZENKRUID. Eene der gevaarlijkste giftplanten onzer streek is het bilzenkruid (hyoscyamus niger, jusquiame, dooblomme), dat gelukkiglijk in Vlaanderen niet veel te vinden is, waar men onder het yolk hier en daar gelooff dat deze die ze vindt weldra een lid zijner familie door den dood zal verliezen. Zonderlinge zaak: paarden, herkauwende dieren en zwijnen eten zonder gevaar dezE: plant die den mensch zoo licht doodt en waarvan de reuk zelfs zoo kwaadaardig is dat het niet goed is naast de plant in slaap te vallen. Het bilzenkruid is eene uiterst gevaar-
GIFTPLANTEN.
63
-------------~~~---
lijke plant die nogtans, in handen van zeer bekwame geneesheeren, diensten kan bewijzen, voor wat het uitwendig gebruik betreft.
DE DOLLE KERVEL. De dolle kervel (Conium 111aculatum, ciguc, groote scheerfing) is eene giftplant die hoogst gevaarlijk
• .
~
is, vermits onervaren lieden ze lichtelijk zouden nemen voor de tamme kervel ofvenkelj haar starn is
64
GIFTPLA);TE"'.
echter gevlekt en de geheele plant geeft een walgelijken geur. Wie van deze plant eet, wordt weldra haren bitteren smaak gewaar, hij krijgt lust tot slap en en tevens maagpijn, weldra wordt hij duizelig en verliest het bewustzijn; de gelaatsspieren trekken krampachtig samen en eindelijk komt de dood een einde aan het lijden stellen. De wijze Socraat werd door dolle kervel vergiftigd. Evenals andere giftplanten gebruikt men de dolle kervel in de geneeskunst: het inwendig gebruik echter moet uitsluitelijk aan ervaren geneesheeren overgelaten worden, maar met de blader en dezer plant, met lijnzaad gekookt, maakt men plaasters voor harde gezwellen, voor zweren en zelfs voor kankerachtige wonden. Eene kleine verscheidenheid dier plant groeit somtijds in de hoven, doch is niet zoo gevaarlijk.
DE DOORNAPPEL. De doornappel, alzoo geheeten om hare vrucht met stekelige doornen omgeven een weinig gelijkende aan eene kastanje in de bolster, groeit in het wild en komt weleens ongeroepen in de tuinen te voorschijn. Deze plant (datura stramonium, stramoine) mag door de grasetende dieren en de paarden ingenomen worden en is een vergift voor den mensch. In de geneeskunst komt zij voor onder den vorm van cigaartjes, die men de kortborstigen te rooken geeft. Men hoort gelukkiglijk niet veel gevallen van vergiftiging met deze plant, welker uitwendige niet zeer aanlokkend is om haar te pro even.
GIPTPLA:\TE:\.
65
HET VINGERHOEDSKRUID. Ret vingerhoedskruid is ongelukkiglijk bijna in allp. tuinen nog te vinden. Deze plant (digitalis purpurea, digitale, paaschkeerse) is nogtans zeer gevaarlijk; en de digitaline, die de geneesheeren slechts met eene milligram of min in eens ingeven, he eft reeds zeer veel ongelukken te weeg gebracht.
Raar gebruik doet den mensch ruischingen en hoofddraaiingen krijgen, het gezicht verflauwt spoedig en de vergiftigde begint weldra geweldig te razen en te dolen, tot eene plotselinge dood een einde aan zijne smarten stelt. Nogtans heeft de geneeskunst deze plant weten te benuttigen met hare blaadjes in afkooksel te bereiden tot een pisverwekkend middel of in gevaUen van waterzucht. Ret innemen echter van dit geneesmiddel eischt de grootste voorzichtigheid en nooit mag men er gebruik van maken, zonder tusschenkomst van een bekwamen geneesheer.
66
GIFTPLA:\TE:\. -------.~---
DE KEIZERSKROON. De keizerskroon (fritillaria, coztromze impiriale Ozt fritilZaire, kroo1Zpreaal) is eene welgekende sierplant,
die am hare liefelijke oranjekleurige bloemenkroon in onze tuinen nag al gevonden wordt; zij ontstaat uit eenen knol en verliest alle jaren haren starn. Men zal echter weI doen deze plant uit den tuin te laten, va oral waar dikwijls kinders spelen, want al hare deelen bevatten een bitter sap, dat bijna onmiddellijk doet slapen en dus zeer gevaarlijk is. Men heeft soms deze plant gebruikt am de pijn der jicht te stillen, doch over het algemeen heeft men van haar gebruik afg~zien.
HULPMIDDELEN IN GEVAL VAN VERGIFTIGING.
Wij denken het noodig hier te do en opmerken wat men in acht moet nemen bij elke vergiftiging: 't zij door dierlijke, deJfstoffelijke of plantaardige zeJfstandigheden. Als iemand vergiftigd is en dit aanstonds gewaar wordt, is het zake de giftstof zoo spoedig mogelijk uit het lichaam te verdrijven, door het ingenomene te doen overgeven. Hiertoe zal men overvloedig doen drinken : lauw water, Jauwe melk, ipeca, water met wat zout in, enz. ; desnoods zal men de huig of keeJlel kittelen om braking te doen ontstaan. Dit alJes heeft een dubbel doeJ: vooreerst de giftstof komt met het overvloedig gedronkene voeht naar boven uit en zoo dit niet snel gesehiedt, heeft men toeh het voordeel van de giftstof uitnemend te verdeelen en alzoo hare werking min snel en min kraehtig te maken, in afwaehting vall den geneesheer. AIleen aan dezen, die sleehte paddestoelen geeten hebben, mag men noeh zouten noeh zuren toedienen, die dit bijzonder gift zouden versterken. W ordt men nu de vergiftiging en hare gevolgen slechts gewaar als de spijsvertering reeds lang begonnen en miss chien reeds geeindigd is, dan is
68
HULPMIDDELEN IN GEV AL
v AN
VERGIFTlGING.
men verplicht zich langs den darm van de schadelijke bestanddeelen te ontmaken en hoe sneller hoe beter, bijvoorbeeld met ricienolie. Gelijktijdig of na het toepassen van die middelen kan men bijzondere stoffen innemen als tegengiften gekend. Boterbloem of hallevoet. - Overvloedig doen braken en dan verzachtende dranken als lindethee, pepermunt, zoete melk, enz. te drinken geven; brandewijn in grog bereid. Bilzenkruid. - Doen overgeven en sterk purgeeren; koud water drink en in overvloed ; sterke koffie, sterke dranken. 7 abak. - Hier is de vergiftiging langzaam, doch nietminhevig, vooral bij kinder en enjonge vrouwen. Vingerfzoedskruid. - Doen overgeven, waarna verzachtende drank en. Paterskap. - Zelfde als voor den hanevoet, die tot de zelfde familie behoort. Tffloos. - Zelfde als voor het vingerhoedskruid. N. B. - Men vergete niet dat men in geen geval mag nalaten intusschen den geneesheer te ontbieden, die tegengiften zal voorschrijven, die hij moet kennen en bezitten, en welke een ander niet tot zijne beschikking heeft.
INHOUDST AFEL. GENEESPLANTEN. Bladz.
Voorbericht Alsem. . . Dondetbaard Aardbeziestruik. Duizendguldenkruid Engelwortel . Ginst. . . . Goudenbloem. Anijs Hondelaar Appelaar Helmkruid Asperge. Heemst . Netel. . . Hondsgras . Kapucijntje Berk . . . Hop . . . Witte Lelie . Beuk . . . J eneverboom Smeerwortel Reinvaren. Hulst. Lischbloem Eik Thijm. Klaproos Braambezie Vlierstruik
5
7 8 10 10 11
12 13 15 16 17 18 19 19
21 21 22
23 24
25 26 27
28 29 29 30 31
32 32 34 34
Salie . . . Moederkruid Els Esch . . . Sleutelbloem Notelaar Linde. . . Lavendel Muntekruid Suikerij. . Toortskruid Viooltje . Zoethout. Pioen. . Peterselie Valeriaan Zuring Vias. . . Perzikboom. Weegbree . Wilg . . . Citroenkruid Rhabarber . Klimop . .
35 35
37 37
38 39 40 41 42
43 44 45 46
47
48 49 50 51 52 52 53 54 55 56
GIFTPLANTEN. Hweroet Tijloos . Tabak. . Ruit . . Paterskap . Bilzenkruid. Dolle Kervel Doornappel. . . Vingerhoedskruid Keizerskroon. . . . . . . . . Hulpmiddelen in geval van vergiftiging.
m
58 59 60 61 62 63 6465 66 67
KWALEN met aanduiding der geneesplanten die er tegen aangewend worden. Hieronder geven wij, tot meerder gemak en nut, de alphabetische lijst der kwalen die iu de beschrijving der « Geneesplantw » besproken worden. Ernevens duiden wij aan welke planten mp.n in die gevallen met voordeel kan aanwenden, en op welke bIz. er over gehandeld wordt.
Afgang- (Iangdurige) Eik (bIz. 31), salie (35). notelaar (39), kiaproos (32). Blaas-en "nierziekten. Aardbezie (10), giltst (12). appel (17), aspergm (19), honds;;ras (21), berk (23), jeneverboom (27), perzikboom (52), vlierstruik (34), sleutdbloem (38), braambezic (34), cis (37), vIas (51), zuring (50). Bloeden. Netd (21), eis (37). Borstziekten. Heemst (19), smeerwortd (28), vlierst~uik (34), salie (35), toortskruid (44), piom (47), zoethout (46), viooftje (45). Braakmiddel. Honddaar (16), hulst (29), vlierstruik (34). Brandwonden. Vlierstruik (34). Buikzuiverende middelen. Hulst (29), lisclzbloem (30), perzikboom (52), rhabarber (55), vtierstruik (34), zoetllOut (46), vias (51), vioottie (45), suikerfi (43), klimop (56) zurzltg (50). Distel. Donderbaard (8),perzikboollZ (52). Eksteroogen. D01zderbaard (8). Hartziekten. Ginst (12), citromkruid (54). Keelziekten. Donderbaard (8), notelaar (39), klaproos (32), braambezie (34), els (37), pioen (47). Klierziekten. Capucfflltje (22), notdaar (39).
Koortsen. Alscm (7), duizendguldenkruid (10), goudenbLoem (13), hop (24), beuk (26), reinvaren, (29), perzikboom (52), sZeutelbZoem (38), Linde (40), moederkruid (35), esch (37), suikeri/ (43), vaZeriaan (49), wilg (53). Leverziekten. Ginst (12), lzop (24). Maag. Duizendguldenkruid (10), enge!wortel (11), goudenbtoem (13), ani/s (15), capuci/ntje (22), hop (24), reinvaren (29), thi/11l (32), rhabarber (55), salie (35), linde (40), munte (42), peterse!ie (48), zoethout (46), lavendel(41), citroenkruid (54), suikeri/ (43). Oogziekten. Weegbree (52). Ont3tekingen. Hondsgras (21). Rhumatismus. Ginst (12), nete! (21), berk (23), geneverboom (27), esell (37). Scheurbuik. Capucf/ntje (22), geneverboom (27), ZUrl1lg (50). Speen. Dondelbaard (8), vlierstruik (34), toortskruid (44). Velziekten. Ginst (12), th!/m (32), klimop (56). Vijt. Heemst (19), Zelie (25). Vorst. (Vervrozenheid.) Lelie (25). Waterzucht. Ginst (12), hondelaar (16), geneverboom (27), vlierstruik (34), braambezie (34). W onden. Alscm (7), eik (31), salie (35), linde (40), peterselie (48), klimojJ (56). Wormen. Alsem (7), ani/s (15), hondelaar (16), berk (23), hojJ (24), reinvaren (29), perzikboom (52), rhabarbel' (55), moederkruid (35), valeriaan (49). Wort en. Helmkruid (18). Zweetmiddels. Engelkruid (11), goudenbloem (13), moederkruid (35), viooltje (45), klimop (56). Zweren. Goudenbloem (13), heemst (19), lelie (25), smeerwortel (28), elk (31), perzikboom (52), toortskruid (44),peterselie (48), vias (51), viooltje (45), klimop (56).