jaargang jaargang 16 19 l l nummer nummer 33 l l september september 2010 2013
Genealogie Tijdschrift voor familiegeschiedenis
De matroos die moest verdwijnen Sociale netwerken in de achttiende eeuw Autosomaal DNA en genealogie De missie van het Nederlands Dagboekarchief
Sociale netwerken in de inwoners van Heugem Bij sociale netwerken denken mensen al snel aan internetsites als Facebook. Maar netwerken zijn zeker geen modern, virtueel verschijnsel, ze hebben altijd een onlosmakelijk deel van de alledaagse werkelijkheid gevormd. Een sociaal netwerk ontstaat wanneer meerdere mensen op een of andere manier met elkaar verbonden zijn. Dit kunnen zwakke banden zijn, zoals met kennissen, collega’s, enzovoorts, maar ook sterke zoals verwantschap en vriendschap. Een familie is in die zin een sociaal netwerk en genealogie kan gezien worden als het onderzoek naar sociale netwerken van mensen die aan elkaar verwant waren. Een voorbeeld van zo’n onderzoek is een studie die ik momenteel verricht naar de inwoners van het Zuid-Limburgse dorp Heugem.
Peter Prevos
Genealogie 19 - 2013
S
ociale netwerken vormen de basis van het menselijke bestaan. De identiteit van mensen wordt voor een groot deel bepaald door de sociale netwerken waarvan ze deel uitmaken. We identificeren ons met familie, het bedrijf waarbij we werken en andere sociale banden. De familie is het sterkste netwerk, maar is tegenwoordig vaak geografisch versplinterd. Families wonen verspreid over verschillende steden en het komt nog maar zelden voor dat familieleden in dezelfde straat wonen. In het verleden was dit anders en woonden hele families vaak in het zelfde dorp. Het sociale netwerk van de genealogie vormde de natuurlijke structuur van het collectieve dorpsverleden en men identificeerde elkaar vaak aan de hand van de verwantschappen die men met elkaar had. Om deze hypothese nader te onderzoeken heb ik de verbanden onderzocht tussen alle inwoners van het Zuid-Limburgse dorpje Heugem die daar in april 12
1796 woonden. Hieruit blijkt dat bijna alle inwoners aan elkaar verwant waren, alhoewel ze niet noodzakelijk dezelfde voorouders deelden. Verwantschap vormde in Heugem een hecht netwerk van relaties waarbij bijna iedereen in het dorp aan elkaar verbonden was door bloedverwantschap of middels een huwelijk.
Heugem In de vruchtbare uiterwaarden van de Maas, met zicht op de St Pietersberg, ligt Heugem – tegenwoordig een wijk van de stad Maastricht, simpelweg aangeduid met ‘Wijk 29’. Voordat het dorpje een wijk van de naburige stad werd, maakte het bijna duizend jaar lang deel uit van het Rijksgraafschap Gronsveld. De heersers van Gronsveld waren volledig soeverein en de aldaar residerende schepenbanken bezaten dan ook de hoge rechtsmacht. Het belang van Gronsveld als rijksheerlijkheid blijkt ook uit het eeuwenlang
Detail van een kaart vervaardigd door H.M. Chevalier ten tijde van de belegering van Maastricht in 1748 (Regionaal Historisch Centrum, Maastricht)
Gezicht op Maastricht en het Maasdal, met uiterst rechts Heugem. Tekening met pen en pensee, mogelijk door Philip van Gulpen, omstr. 1840 (Regionaal Historisch Centrum, Maastricht)
de achttiende eeuw: uitoefenen van het muntrecht. Het land in het graafschap was erg vruchtbaar en Heugem was waarschijnlijk een belangrijke leverancier van groenten aan het nabije Maastricht. Het leven was echter hard aangezien de Maas nogal eens overstroomde en het dorp soms geheel verwoest werd. Ook vormde het gebied geregeld het toneel voor de vele belegeringen van de stad Maastricht, wat de inwoners van de omliggende dorpen vaak duur kwam te staan. In 1794 veranderde het leven van de inwoners drastisch. Na een eerdere mislukte poging veroverden
Genealogie 19 - 2013
13
de Franse republikeinse legers Maastricht en omliggende gebieden en werd Heugem ingelijfd in het Franse keizerrijk. Gezicht op Heugem vanuit het zuiden bij hoog water. Panorama 1880 (Regionaal Historisch Centrum, Maastricht)
De volkstelling van 1796 De basis voor dit onderzoek ligt twee jaar later. De Franse bezetters voerden veel grote veranderingen in: de burgerlijke stand, een nieuwe kalender, belastingen en een volkstelling. Op 21 april 1796 moesten alle inwoners opdraven om te worden geregistreerd. De inwonerslijsten voor het kanton Eijsden, waar Heugem deel van uitmaakte, werden door commissaris Pierre Bachelier van het Directoire Exécutif vastgesteld. Deze lijsten vormden een belangrijke bron van informatie voor de bezetter, met name voor het heffen van belastingen en het identificeren van mannen die beschikbaar waren voor de pas ingevoerde dienstplicht. Maar de bezetters voerden deze volkstelling met de Franse slag uit. Kinderen jonger dan twaalf jaar werden niet individueel genoteerd en de nauwkeurigheid van de registratie is over het algemeen niet al te groot. De inwonerslijsten bevatten tevens geen informatie over de verwantschappen tussen de inwoners, behalve tussen ouders en inwonende kinderen. In mijn onderzoek zijn de gegevens uit deze lijst dan ook aangevuld met behulp van de doop-, trouw- en begraafregisters van de parochie in Heugem. Alleen op die manier kon er een goed beeld ontstaan van de genealogische samenstelling van het dorp. Het grootste verschil tussen mijn Heugemse onderzoek en een normaal genealogisch onderzoek is dat
een heel dorp op één bepaald moment in de tijd is onderzocht, terwijl bij een familiegeschiedenis liefst zo ver mogelijk in de tijd wordt teruggegaan. In wetenschappelijke taal heeft een genealogie een diachronisch perspectief, het is een steekproef van de geschiedenis. Een genealogie kijkt immers doorgaans maar naar een klein deel van de bevolking. In tegenstelling tot de genealogie biedt een sociale antropologie een zogenaamd synchroon perspectief – een breed overzicht van de bevolking binnen één tijdsvak.
Wie woonden er in Heugem?
De enige persoon in Heugem zonder ook maar één verwantschapsband binnen het dorp was de pastoor.
Ten tijde van de volkstelling woonden er in Heugem 173 mensen in 39 huizen. Gemiddeld woonden in ieder huis 4,4 mensen – twee huizen hadden negen bewoners en pastoor Hubertus van Bloer woonde alleen. Gemiddeld waren de inwoners van Heugem dertig jaar oud. De pastoor was met vijfennegentig jaar de oudste inwoner. De jongste inwoner, Balthasar Frijns, was pas twee weken oud; zijn vader, met dezelfde naam, was al zeven maanden voor zijn geboorte overleden. Tenminste zes vrouwen waren zwanger, ofwel veertien procent van de volwassen vrouwen in het dorp. Ondanks het harde leven in die tijd waren de inwoners van Heugem gezond. Slechts twee van de vijfenvijftig kinderen brachten het niet tot volwassenheid. De Heugemnaren die in 1796 in het dorp woonden, hadden een levensverwachting van 66 jaar – veel hoger dan de gemiddelde levensverwachting in de Lage Landen van 50 jaar. Heugem was een klein dorp, maar kende een gevarieerde beroepsbevolking. De meeste mensen werkten in de tuinbouw, waarmee het naburige Maastricht van voedsel werd voorzien. Uit een veetelling van 1790 weten we dat er in dat jaar zeventig boeren met vee waren. Veel echte armoede zal er niet zijn geweest: slechts zes mensen worden in de volkstelling armlastig genoemd. Het dorp telde ook een reeks zelfstandige vaklui. Zo waren er drie smeden, twee
Gezicht op een boerderij en boomgaard in Heugem, met links achter de ruïne van kasteel Lichtenberg, door Philip van Gulpen, 1836 (Regionaal Historisch Centrum, Maastricht)
Genealogie 19 - 2013
14
schoenmakers, een bakker, een timmerman en een brandewijnstoker. De notabelen van het dorp waren de burgemeester, de schoolmeester en de pastoor met zijn koster.
Trouwen binnen het eigen dorp Het dorpje was een gesloten gemeenschap. Het overgrote deel van de bewoners was in Heugem geboren en zou er ook sterven. De inwoners die niet in Heugem geboren waren, kwamen uit de nabije omgeving. Uit het naburige Gronsveld was opvallend genoeg slechts één persoon afkomstig: de weduwe Sophia Pleumakers, een boerin die met haar vijf volwassen kinderen in Heugem woonde. Gezien de nauwe banden tussen de twee dorpen zou men meer vermenging verwachten. Heugem had een speciale band met het dorpje Sint Pieter aan de andere kant van de Maas. Caspar Claessens en Wilhelmus Lodewijck zijn in Sint Pieter geboren en met Heugemse meisjes getrouwd. Ook waren er banden met het nabije Heer. Laurentius Beckers en zijn gelijknamige zoon waren met meisjes uit dat dorp getrouwd. Mannen uit Heugem die in Heer verkering hadden, bezochten hun geliefde overigens via het Heugemer voetpad, dat het Koebroek doorkruiste. Volgens lokale legendes waanden er in dit moeras gevaarlijke duivels en vuurmannen. Het overgrote deel van de Heugemnaren zocht een huwelijkspartner in het eigen dorp. Hierdoor waren er regelmatig gevallen van huwelijken tussen bloedverwanten; een doorn in het oog van de katholieke kerk. De doop- en huwelijksregistratie werden door de Kerk dan ook voornamelijk ingevoerd om de seksuele moraal te reguleren en om zo huwelijken tussen verwanten te voorkomen. Als een huwelijk tussen verwanten toch noodzakelijk was – bijvoorbeeld als de bruid zwanger was – dan kon dispensatie worden verleend. Dat dit belangrijk was voor de pastoor, blijkt uit een los vel in de Heugemse kerkregisters
waarop een schema is getekend om de graden van verwantschap te illustreren. De pastoor was behalve zielenherder dus ook genealoog. Hij was echter zeker geen perfecte genealoog, want er waren meer huwelijken tussen verwanten dan er dispensaties werden verleend. Het meest in het oog springende huwelijk met dispensatie is dat tussen Wilhelmus Bessems en Maria Hendricx. Maria was een dochter van de halfzus van Wilhelmus. Ook is het interessant om te vermelden dat Nicolaus Beckers, een zoon van neef en nicht Nicolaus en Anna Maria Beckers op achttienjarige leeftijd overleed. De pastoor vermeldde in het begrafenisregister dat hij was geboren zonder verstand (‘amens à navitate’), wat te maken kan hebben met de bloedverwantschap van zijn ouders. De hoge frequentie van huwelijken tussen verwanten bevestigt de bevindingen van Kees Kuiken in het vorige nummer van dit tijdschrift.
Het sociale netwerk van Heugem Sociale netwerkanalyse is een onderzoeksmethode om verbanden tussen mensen weer te geven. In principe is een sociaal netwerk hetzelfde als een traditioneel genealogisch schema, maar de patronen worden wiskundig gerangschikt met speciale software. Een genealogisch schema biedt, zoals al gezegd, een diachrone weergave, terwijl in een sociaal netwerk één moment in de tijd wordt weergegeven. Een sociaal netwerk van verwantschappen verschilt van andere vormen van sociale netwerken. In een netwerk van verwantschappen overstijgen relaties tussen de leden van het netwerk immers de dood. Ook nadat een persoon is overleden, houden de familiebanden stand. Zo blijven neven en nichten aan elkaar verwant na de dood van hun gezamenlijke grootouders. In andere vormen van sociale netwerken is dit niet het geval: als iemand overlijdt worden de verbanden gebroken omdat er dan immers geen sociale interacties meer zijn. De genealogie is een sociaal netwerk dat de dood overstijgt. In het sociale netwerk van Heugem zijn mannen met Genealogie 19 - 2013
15
driehoekjes weergegeven en vrouwen met cirkeltjes. Een rood figuurtje betekent dat deze persoon niet in Heugem geboren is. Een wit figuurtje geeft aan dat deze persoon al is overleden. Verbanden tussen ouders en kinderen zijn met een pijltje weergegeven; waar dit verband niet zeker is, wordt een stippellijn gebruikt. Blauwe lijntjes geven huwelijken weer. Het netwerk laat duidelijk zien dat er binnen Heugem een hoge mate van verwantschap bestond. Bijna iedereen was op een of andere manier met elkaar verbonden. Dit betekent echter niet dat men ook familie van elkaar was. Binnen een netwerk wordt pas van familie gesproken als individuen elkaar als zodanig erkennen. Zo was Franciscus van den Boorn een achterneef van de schoonzoon van de tante van Nicolaus en Anna Bessems, maar zij zullen elkaar waarschijnlijk niet als familie hebben beschouwd. De gemiddelde inwoner had een bloedverwantschap met twaalf andere inwoners en als we ook aanverwantschap in acht nemen, dan is bijna iedereen lid van het centrale netwerk. De enige persoon in Heugem zonder ook maar één verwantschapsband binnen het dorp was de pastoor.
Ter afsluiting Het analyseren van een compleet dorp met behulp van de genealogische methode geeft een fascinerend zicht op de sociale structuur van het verleden. Het Heugemse onderzoek is voor Nederland uniek: voor professionele historici is het te veel werk om een gemeenschap via de genealogische methode uit te werken en genealogen zijn doorgaans vooral geïnteresseerd in hun eigen familie. De belangrijkste vraag die nu gesteld kan worden, is of Heugem uniek was met haar dichte netwerk. De recente voortgaande ontsluiting van genealogische bronnen zal het makkelijker maken om dit soort onderzoek ook voor andere plaatsen uit te voeren. Peter Prevos is een civieltechnisch ingenieur en managementwetenschapper met belangstelling voor historische antropologie.
Het sociale netwerk van Heugem
Verder lezen Meer informatie over mijn onderzoek is te vinden op www.prevos. net/heugem. Zie voor de geschiedenis van Heugem A.H. Jenniskens, Heugem. Klein dorp in een grote wereld (Maastricht 2008) en Gilles Jaspars, ‘Pastoor van Bloer van Heugem, een herder die schrijlings op zijn kudde zat’, Grueles 22 (2002) 62-71 en dez., ‘De watersnood in Heugem in 1784’, Grueles 28 (2008) 18-28. Voor de volkstelling van 1796: Henk Boersma, De bevolking van het kanton Eijsden in 1796 (Maastricht 2002).