GENEALOGIE CRAEN-KRANEN Grave, Roermond, Obbicht, Susteren & Schiedam, eeuwenlang was de Maas de verbindende factor.
genealogie kranen
samengesteld door Dick Kranen Molenstraat 73 6712 CT Ede Ede, gecorr. maart 2013
[email protected]
0318-693803
2
genealogie kranen
3
INHOUD
Geraadpleegde archieven, motto Inleiding Het begin, hypotheses Het verhaal van de Heilige Catharina Uit de catalogus Of toch afkomstig uit Roermond ? PERIODE GRAVE Historische gegevens Genealogische gegevens Hans Kraen wordt schutterskoning Processen in Grave
5 6 7 8 8 9 11 11 13 20 25
PERIODE ROERMOND
28
Historische gegevens De stadsbrand in 1665 Genealogische gegevens Gevolgen van de stadsbrand Ondervraging van Anna Gonaun De voogdij over de wezen Naar aanleiding van het bovenstaande De akte in het overdrachtsprotocol Het rekest van Everhard Melis
28 29 32 39 41 44 46 47 48
PERIODE OBBICHT
50
De kerk van Obbicht Genealogische gegevens Schade door rondtrekkende benden Het proces tegen de jagermeester De schout procedeert
50 52 54 55 64
PERIODE SUSTEREN Toestand van Susteren in 1736 Genealogische gegevens Fragment van een preek uit 1795 Vervolg genealogische gegevens Statistiek Susteren (1800) PERIODE SCHIEDAM Genealogische gegevens
BIJLAGE 1: SCHIEDAM Opnieuw genealogische gegevens Sint Joris De huishoudsters Verwijdering Problemen in de familie Gisthandel en -fabricage Studiereis Machiel Hendrik Reclame Einde bedrijf, slechte resultaten Lidmaatschap Gemeenteraad Het verdere verloop Overlijden Matthijs Kranen De nalatenschap
89 89 94 98 99 101 104 106 106 107 108 108 110 111
BIJLAGE 2: LOCKERMANS
113
BIJLAGE 3: PELGROM
117
BIJLAGE 4: Gezinsomvang e.d.
121
BIJLAGE 5: De (rode) pers
122
25-jarig bestaan in 1902 Personeelsuitje 1903 Personeel gevraagd Meneer Kranen als ‘braaf’ persoon Ontslag meesterknecht 1908 Prijzen op bakkerijtentoonstelling Op straat gezet
122 122 122 123 124 125 126
70 70 71 72 73 76 77 77
INDEX
127
genealogie kranen
4
genealogie kranen
5
GERAADPLEEGDE ARCHIEVEN:
Oud Rechterlijk Archief Grave + Land van Cuijk Oud Archief Stad Grave Onze Lieve Vrouwe Broederschap te Grave Hoofdgerecht te Roermond Dorpsbestuur Obbicht Schepenbank Obbicht-Papenhoven
Dorpsbestuur Susteren
Schepenbank Susteren
Oud Rechterlijk Archief + Stadsbestuur van Venlo
Gemeente Archief Rotterdam
Gemeente Archief Schiedam
Gemeente Archief De Bilt
Het Utrechts Archief
Ik was alleen: Eindelijk had ik het voor elkaar gekregen dat er een doos op tafel werd gezet. Ik maakte hem open. Wat zou erin zitten? Ik haalde een van de bundels papieren eruit, maakte de wikkel los en liet mijn hand tussen de vellen perkament glijden. Ik haalde er een vel uit, vouwde het open en nu al ervoer ik een prettige sensatie: je ruikt als het ware het verleden . Bovendien heb je het idee dat je een besloten, geheime ruimte binnengaat. Deze gladgestreken, losgemaakte bladen lijken in stilte een geur te ademen van levens die lang geleden zijn uitgedoofd. Want de man die vierhonderd1 jaar geleden een ganzeveer pakte, in de inkt doopte en letters op een regel ging tekenen, bedachtzaam, zoals een inscriptie voor eeuwig wordt ingegraveerd, is nog heel duidelijk aanwezig, en de tekst die je voor je hebt, Iijkt nog maar net te zijn opgeschreven. Wie heeft hem sindsdien onder ogen gehad? Hoogstens vier of vijf mensen. De happy few. Een ander, heel opwindend genoegen is het ontcijferen; in feite is dat gewoon een geduldspelletje. Na een middag puzzelen heb je niet meer dan een handjevol gegevens. Maar die zijn van jou alleen, jij bent degene die ze heeft weten op te sporen, en het spel is meer waard dan de knikkers. Wanneer is de historicus ooit dichter bij de tastbare werkelijkheid, bij de waarheid die hij zo vurig hoopt te ontdekken en die hem altijd ontsnapt, dan wanneer hij deze tekstfragmenten uit een grijs verleden voor zich heeft en met eigen ogen onderzoekt, net als wrakstukken die na een totale schipbreuk boven komen drijven. Deze met tekens bedekte voorwerpen die hij kan aanraken, waaraan hij kan ruiken en die hij onder de loep kan nemen, worden door hem in zijn eigen jargon ‘bronnen’ genoemd.2
1 2
Oorspronkelijk staat er achthonderd, de enige wijziging in dit fragment, zo ver zijn we nog niet gekomen! Georges Duby: De geschiedenis gaat door, het verhaal van een historicus, vert. uit het Frans, 1992
genealogie craen-kranen
Inleiding Het onderzoek naar onze familie is voor zover nu nog is na te gaan voor het eerst opgepakt door mijn oom Ben (Bernard) Kranen (*Schiedam 19-51899, † Bilthoven 18-7-1995). Dit blijkt uit de bewaard gebleven correspondentie die hij in het jaar 1955 met de heer J.J.G. Kranen 3 in Rotterdam voerde. Er bleek met deze naamgenoot geen familierelatie te bestaan, immers, de familie J.J.G. Kranen in Rotterdam stamde af van Christiaan Kranich, afkomstig uit het 18e eeuwse Willershausen in Hessen. In juli 1977 typte oom Ben in eerste instantie voor zijn zoons Jan en Tjeb een uitgebreide geschiedenis van hem en zijn gezin, 'familie-gegevens' zoals hij ze noemde. Daaruit put ik straks ook in de hierna volgende genealogie.
1716, het eerste optreden van een Cranen (van onze familie ten minste) in Susteren, te weten het huwelijk van Johannes Cranen, afkomstig uit Obbicht, met Catharina Rots uit Feurth, de zogenaamde ‘voorstad’ van Susteren. Door wat ik oom Ben tijdens onze ontmoetingen, toen nog in Bussum, over de behaalde resultaten in Maastricht vertelde, raakte ook zijn zoon (mijn neef) Jan, daadwerkelijk geïnteresseerd. Met een tomeloze energie stortte hij zich vanaf mei 1992 op de DTB boeken in het Rijksarchief Limburg te Maastricht en het CBG in Den Haag. Hij noteerde de gegevens van de meeste vertakkingen en kwam er op die manier in 1993 achter dat onze familie, via een kort intermezzo in Obbicht, afkomstig moest zijn uit Roermond. Al in 1994 durfde Jan het aan een boek samen te stellen met de titel Genealogie van Craen tot Kranen.
In 1979 nam hij contact op met het Gemeente Archief in Schiedam, daar was hij immers geboren, met het verzoek nadere gegevens te verstrekken over zijn directe voorouders. Die heeft hij gekregen tot en met de eerste Kranen die in 1808 Schiedam binnenkwam. Het Schiedamse archief adviseerde hem voor verder onderzoek naar het Limburgs Archief in Maastricht4 te gaan, in verband met de gesignaleerde afkomst uit Susteren. Die stap heeft hij nooit gezet, wel heeft hij een begin gemaakt met de genealogie van onze familie door alles wat hem inmiddels bekend was uit te typen en uit te delen aan zijn beide zoons en geïnteresseerde neven5. Deze gegevens pasten op een A-viertje dat bij mij op een prikbord heeft gehangen vanaf ca. 1980 tot de zomer van 1991. Pas in 1991 deed zich de gelegenheid voor tijdens een korte kampeervakantie in Zuid Limburg met zoon Wout(er Dirk) een bezoek te brengen aan het toen nog zo genoemde Rijks Archief Limburg in Maastricht. Al vrij snel hadden we in de ‘klappers'6 van Susteren onze man uit Schiedam gevonden en daarna kon al snel de stamboom uitgebreid worden tot 3 4
Actief voor de NGV in de jaren ’50 en ‘60 Thans genoemd Regionaal Historisch Centrum Limburg
Jan Kranen op het kerkhof van Ter Idzard Hij ging er daar nog van uit dat Johannes Craen, onze voorvader in Roermond, in ca. 1620 in Roermond was geboren. Verleidelijk om dat te denken,
5 6
Gedateerd ‘juli 1979’ Getranscribeerde, op naam gesorteerde weergave van de doop-, trouw- en begraafboeken
6
genealogie craen-kranen
want er woonden Cranen's in Roermond en omgeving (o.m. in Vlodrop). Niet uit te sluiten is dat onze familie toch uit die omgeving stamt. De vondst in het voorjaar van 1998 van de Nalatenschap van de Procureur Johannes Craen in het Archief van het Hoofdgerecht in Roermond, toonde echter aan dat Grave de vorige woonplaats van onze familie was geweest.
onder Cuijk aan de Maas door Hans Craen (I) en zijn vrouw Anna in het jaar 1571. Waar kwamen zij vandaan? Die vraag is nog steeds niet met zekerheid te beantwoorden. Er zijn enkele aanwijzingen dat Venlo de plaats van herkomst zou kunnen zijn: 1. De buurman van Jan Cranen in Venlo in de jaren 1530 en later heet Jacob Pelgrom terwijl in 1657 Petronella Craen, de dochter van Hans (III), trouwt met Antonius Pelgrom, een achter-achter kleinzoon van Jacob, in Venlo. Toeval?
In het Streekarchief Brabant Noordoost, depot Grave, waar Jan en ik in de maanden juli tot september 1998 enkele malen samen heen togen, was aanvankelijk maar weinig te vinden. Jan had het daar snel gezien en hield zich daarna verder voornamelijk bezig andere Kranen ‘stammen’ in den lande in kaart te brengen. Helaas is zijn website na zijn overlijden niet meer online.
2. Ook in Venlo zijn er af en toe, zo blijkt uit het archief van de Schepenbank aldaar, contacten tussen Kranen’s en Pelgrom’s. Dat hoeft op zich niets te betekenen, gezien de geringe omvang 8 van de bevolking.
Een tegenslag in Grave was het feit dat in de DTB boeken alleen het huwelijk van Hans Craen in juli 1626 te vinden was. Na veel speurwerk, vooral in de Oud Rechterlijke Archieven van Grave en het Land van Cuijk, ten minste voor wat betreft de periode 1570-1680, bleek dat deze Hans de derde met die naam in successie was. Verder géén geboortes van de in ieder geval vier kinderen7 geboren uit zijn huwelijk met Derrisken Ermers. Wel vond ik later in een kerkregister het overlijden van twee niet met naam genoemde kinderen van het echtpaar Craen-Ermers.
3. In de jaren 1548 en 1549 procedeert Jan Kraen, burger van Venlo tegen de gebroeders Van Blitterswijck voor de Schepenbank van Maashees & Holthees. Deze beide plaatsen liggen in het Land van Cuijk, ongeveer halverwege Venlo en Cuijk. 4. In 1652 trouwt Johannes, zoon van Hans Craen (III) uit Grave met Catharina Lockermans in Roermond. Johannes is daar tot zijn voortijdige overlijden in 1665 Notarius publius geadmitteert bij de Souvereine Raad en Procureur bij dezelfde Raad en het Hoofdgerecht van het Vorstendom Gelre te Roermond. Het kan niet anders, of hij moet goed op de hoogte geweest zijn van het Geldersche Stad- en Landrecht, dat wil zeggen dat hij waarschijnlijk in Venlo of Roermond theorie op een Latijnse school en praktijk bij een jurist in de zelfde omgeving opgedaan moet hebben.
De grote hoeveelheid vondsten in voornamelijk de al genoemde Rechterlijke Archieven maakte het toch mogelijk de genealogie verder in~ en aan te vullen. De Transcripties van Archiefstukken betreffende de Familie Craen in Grave en het Land van Cuijk, waarin alle in de Graafse archieven gevonden stukken zijn opgenomen, beslaat met index 182 pagina’s, terwijl de gemaakte afdrukken met transcripties circa ½ meter kastruimte vullen! Het begin en wat daar eventueel aan voorafging De oudste vermelding in het archief van Grave bestaat uit de koop van een boerenhoeve (hofstad)
7
Ik houd nog rekening met de mogelijkheid dat Hans(III) tijdens zijn ruiter carriere met zijn gezin elders vertoefde. Ook is het mogelijk dat ondanks
5. In 1682 wordt Johannes Craen, kleinzoon van Hans (III) benoemd tot Notaris in
8
het Gereformeerde huwelijk in Grave, de kinderen door de pastoor van Velp zijn gedoopt. In die tijd 3500-4000 inwoners
7
genealogie craen-kranen
Venlo. De oriëntatie in Grave was dus duidelijk op Venlo en Roermond gericht. Onderzoek in Venlo heeft behoorlijk wat gegevens opgeleverd, maar geen onweerlegbaar bewijs voor de afstamming van onze familie van Jan Craen, burger van Venlo, geboortig uit Büderich bij Wesel, die in 1494 opdracht gaf een houten beeld van de Heilige Catharina te maken. (zie hierboven) Het verhaal van Sint Catharina. Mijn neef, Lex Verbraeck, zond mij in januari 1999 een artikel uit de NRC gedateerd 16 januari 1999 over de tentoonstelling genaamd Heiligen aus Holz, die van december 1998 tot maart 1999 in het Museum Kurhaus in Kleef te zien is geweest. Volgens het artikel zal het gaan om middeleeuwse beeldhouwkunst, afkomstig uit het Rijnland, met als trekpleister de Heilige Katharina. Van dit 1 meter hoge beeld is namelijk de geschiedenis bekend en die is voor ons Kranen’s hoe dan ook fascinerend9. Op een dag in februari hebben Riek en ik de tentoonstelling in Kleef bezocht. Van de voor ons interessante voorwerpen heb ik enkele foto’s gemaakt, tot een ijverige zaalwacht ons duidelijk
maakte dat dat echt niet was toegestaan. In ieder geval heb ik een catalogus van de tentoonstelling gekocht, omdat er uitvoerig werd ingegaan op de geschiedenis van het beeld de Heilige Katharina, het topstuk van de verzameling. Uit de catalogus.10 In het begin van de 20e eeuw waren zowel in een Beiers beeldje als in een crucifix, briefjes met gegevens over de maker en opdrachtgever, gevonden. Een zekere Adolf Helfer was een hartstochtelijk verzamelaar van middeleeuwse houtsnijkunst. Nadat hij gehoord had van de ontdekking van de hiervoor genoemde briefjes doorzocht hij nauwkeurig zijn eigen verzameling. Hij vond niets, tot hij in april 1941 na diverse vergeefse pogingen, de Heilige Katharina aan zijn verzameling kon toevoegen. Onderzoek van het beeld wees uit dat er op de bodem aan de achterkant een briefje lag waarop met potlood geschreven stond Restauriert am 2. Dezember 1892 von Victor Borseljoon, Bildhauer in Goch. Maar daar bleef het niet bij : de volgende dag liet Helfer zijn dochtertje Rita met haar kleine vingers in het onderste gat, dat zich eveneens aan de achterzijde bevindt, aan de dubel11 voelen. Het bleek dat de ‘dubel’ niet geheel in het hout stak, maar dat er iets omheen gewikkeld zat. Dat bleek tot zijn verrassing weer een briefje te zijn waarop in bruine inkt het volgende geschreven staat :
Item dyt belt heff laten macken Jan Craen gebaren van Buerick, borgher to Venlo. Item Kerstken Woetz heff dyt belt ghemackt ende hadt en knecht ende hyet Henrick Schut von Cleff, ende dyt belt is ghesaden12in en brouketel ende du naederhant in enen aven ghebraden,
9 10
Hoewel een familierelatie nog niet is bewezen Guido de Werd schreef het verhaal in de Catalogus
11 12
Dubel, duvel: houten pen Gekookt (verhit)
8
genealogie craen-kranen
ende Kerstken Woyers13naederhant dit belt ghelevert hefft op alre heylighe avent anno 94. Item meyster Hubert van Hynsbeck hefft dys Katryn ghestoffyert op dye Heylport.14 En pater noster ende ave maria voyer oirre alre zyell Anno [14]94
De opdrachtgever, Jan Craen, woonde in Venlo15, maar was geboren in Büderich bij Wesel. Jan Craen komen we ook tegen in de stadsrekeningen van Wezel: in 1477 als maker van kaarsenarmaturen (leuchterarmen) en in 1521 als kunstsmid. Wel hetzelfde beroep, maar of het dezelfde Jan is ? Of toch afkomstig uit Roermond? Bijlage 2 bevat de Genealogie van een familie Craen in Roermond vanaf ongeveer het jaar 1575. In generatie I van deze genealogie zien we Johannes die gehuwd was met Peeten (Petronella) Mulleners. Het echtpaar leeft in dezelfde tijd als Hans Craen (II) in Grave. Ze krijgen een paar kinderen w.o. Laurentius (Lins), een generatiegenoot van Hans (III). Zowel Lins als Hans krijgen ongeveer in dezelfde tijd (1627) een dochter die ze Petronella noemden. Helaas heb ik in Roermond geen kontakten tussen de families in Grave en Roermond gevonden, geen doopgetuigen die op een link tussen beide families zouden kunnen wijzen.
13 14 15
Kerstken van Ringenberg, alias Woyers, werkzaam in het Rijnland omstreeks het jaar 1500 Helpoort Volgens het Schatboek van Venlo uit de jaren 1500-1520 woonde Jan Craen in de Vleesstraat.
9
genealogie craen-kranen
Op dit kaartfragment, waarop het oosten boven staat, is zowel het Land van Cuijk als een deel van het Overkwartier van Gelre afgebeeld. Links onder de stad Grave en rechtsboven staat Roermond er net niet op, wel is de Roer zichtbaar.
Grave in 1602
10
genealogie craen-kranen
PERIODE GRAVE & LAND VAN CUIJK Enkele historische gebeurtenissen betreffende Grave en het Land van Cuijk, vóór, ten tijde van en na de daarna volgende genealogische geschiedenis : 1568 Aan het begin van de 80-jarige opstand tegen Spanje werd Grave bezet door Spaanse troepen. 1576 Willem van Oranje slaagt erin de Spaanse bezetters te verdrijven. 1586 Op 7 juni verrast Parma Grave en verdrijft de troepen van de Prins en bezet de stad, er volgt een zware tijd voor Grave 1602 Maurits verdrijft op 19 september 1602 de Spaanse bezetting, en nu voorgoed ! Grave wordt onderdeel van de Nassause Domeinen en garnizoenstad met maximaal wel 1300 ruiters en 3000 soldaten. Dit moet voor een stad als Grave, met een bevolking van ca 2000 zielen, een enorme belasting zijn geweest. Velen werden ingekwartierd, daar stond dan wel een vergoeding (servies) tegenover, maar toch ! Het bestuur werd gevormd door de ambtman belast met criminele zaken, de scholtis voor civiele zaken, twee burgemeesters en zeven schepenen. 1604 Binnen drie maanden sterft één derde deel van de bevolking ten gevolge van een pestepidemie.
Helaas werd dit protest op 2 januari 1615 afgewezen. Voor de economie had dit tot gevolg dat er een blijvende stagnering optrad (wingewest!) Ook de geheven Contributies legden een zware financiële druk op deze gewesten, wel voornamelijk voor en na het 12-jarig bestand, maar achterstallige bedragen, en die waren er, moesten nog wel betaald worden. 1609-1621 Het 12-jarig bestand. 1635-1638 Opnieuw een pestepidemie. 1643 Op 17 en 18 januari watersnood in Grave en omgeving. Tussen Grave en Gassel brak de dijk op vijf plaatsen door. Graafse burgers varen met schuiten naar Escharen om de naar de daken gevluchte dorpelingen te redden. 1648 Bij de Vrede van Münster gaan Grave en het Land van Cuijk officieel tot Staats Brabant behoren (de zogenaamde Generaliteitslanden). Het weer dat jaar was zeer slecht, veel te nat, waardoor het gewas op het land wegrotte. 1649 Dit jaar was weer veel te droog, het veldgewas verdorde. 1650 De nazomer van dit jaar was te nat, het gras bedierf, het vee moest zeer vroeg op stal gezet worden16.
1615 De welvaart in het Land van Cuijk blijft achter. Het gebied wordt herhaaldelijk geplaagd door rondtrekkende legers, terwijl de bodem door een geringere vruchtbaarheid minder opbrengt dan in de Hollandse gebieden, waar een zelfde systeem van verponding gold. Het Land probeert er iets aan te doen door het indienen van een protest bij de Raad van State in Den Haag.
16
De gegevens over het weer zijn afkomstig van : H.B.M.Essink, Het Land van Cuijk tussen 20 april 1308 en 31 december 1839 (Grave 1969)
11
genealogie craen-kranen
1672 Tijdens de oorlog met Frankrijk, Munster en Keulen wordt Grave op 5 juli bezet door Franse troepen onder Generaal Turenne. Markies De Chamilly wordt benoemd tot vesting commandant. 1674 Een rampjaar voor Grave. Het Staatse leger onder Luitenant Generaal Rabenhaupt, belegert Grave. Op 28 october valt de stad, maar tegen welke prijs ! Het duurde vele tientallen jaren, volgens sommigen zelfs wel 100 jaar, voor Grave in zijn oude staat was hersteld.
Tijdens de vier maanden van het beleg, 'hadden de inwoners geprobeerd zich in leven te houden door in holen te kruipen, bekrompen en vrijwel van elke menselijke hulp verstoken. Die hele tijd hadden ze bijna doorlopend verstijfd van angst en schrik, bang voor roof, en moord doorgebracht. Meer dan 100 huizen zagen er uit alsof ze tot de grond toe waren afgebroken, andere waren ingestort en de rest was wel zo zwaar beschadigd, dat ze onbewoonbaar waren.'17 Materiaal om de stad te herbouwen ontbrak en werd slechts mondjesmaat door de Staten Generaal toegewezen
Genealogische- en verdere gegevens uit deze periode I. Eventueel nog te bewijzen is de afstamming van de familie Cranen te Roermond,Venlo of omgeving (zie hierboven), in ieder geval is de naam van deze voorvader waarschijnlijk ook Jan of Johannes Cranen. Uit zijn huwelijk : 1. Hans Craen(I),18 volg II, 2. Cartke Craen, blijkt in 1586 gehuwd met een zekere Snavel 19 , woonachtig in of bij Mullum 20 (Anna Wichers die huysvrouwe van Hans Craen heeft bekent ende bekent mits dessen, dat sij tevreden is ende willicht in alsulcke vesten ende overgifte21als Hans heur voirs. man gedaen heeft voir Scholtes ende Scepenen tot Mullum tot behoeff van Cartke Snavel des voirs. Hanss’ suster, belangende t’gene die voirs. Hans Craen met sijn voirs. suster aldaer te doen ende gehandelt hebben, geloevende t’selve aldaer van werden te houden, Scepenen Jacop de Haes ende Loeff Peters den irsten february 158622) 3. Henricus Craen, geboren 1550-1560, blijkt gehuwd te zijn met Joffrouw23Baetken24van Huemen25. In Tiel komt ook een vermelding van Henrick Craen voor in het jaar 1587, betrokken als hij is met de gebroeders Jan en Willem van Bommel en de stad Emmerik, dus waarschijnlijk, net als Hans Craen, koopman. In juni 1591 wordt Baetken/Beatrix weduwe genoemd. II. Hans Craen(I), geboren ca 1550, gehuwd met Anna Wichers, (overleden ca 1630) Hans is overleden tussen 6-2-1590 en 7-9-159026 Het eerste wat we merken van Hans(I) is de aankoop op 22-7-1571 van een huis, hofstad27 en coelhof28 bij Cuijk gelegen aan de Maas, van Merten vande Velt en Jenneken (ook genoemd Van de Velde). Deze Merten
17 18 19 20 21 22 23
Uit : C.R.Patist, Het Beleg van Grave, 82 Oud rechterlijk archief grave (orag), inv.nr.127 Naam reeds in de 15e eeuw aangetroffen in Mullum Gelegen tussen Vierlinxbeek en Sambeek Overgifte: transport, in andere handen overgeven Orag 252, folio 144-vo Volgens WNT al dan niet gehuwde vrouw van aanzienlijke stand
24
25 26 27 28
In Venlo wordt ze Beatrix genoemd (150/2654/196-1591) Orag 252, folio 144-v Orag 253 folio’s 102 en 125 Hofstad: boerenplaats Moestuin
12
genealogie craen-kranen
en Hans komen elkaar in de jaren daarna nog regelmatig tegen, zoals blijkt uit de protocollen in het Oud Rechterlijk Archief van Grave : Wij Jan Velers ind Ott Kaell, Scepenen tott Cuijck tuygen dat Mertten vande Veldt Jorstens29ind Jenneke sijnen echte huysfrouw mytt hueren mombaer hebben gevest Hanss Craen [ind] Anna sijnen echte huysfrouw ind hueren erven, eenen Huys ind Hoffstatt mytten Coell Hoff, soe groet ind cleyn t’zijnde mytten eenre sijde beneve dat gemeyne straette, d’andere sijde Henrick inde Haeffs erff, den eyndt vorst opte Maess, t’leste eyndt op dat armen erff, tott Cuyck ind geloefft te vrijen, Actum opten yrsten july xv c lxxi (1571)30 Op 16-12-1581, op een veiling, gehouden volgens het systeem van brandende kaarsen (zie hierna), koopt Hans een huis in de Rogstraat in Grave van de erfgenamen van Lens van den Berch31voor de prijs van 1680 philippus guldens + 70 cannen32wijns int gelach33+ 2 kwarten34wijn voor een aantal goede burgers, waarschijnlijk de mede bieders. Dit huis aan de Rogstraat heeft een (achter/zij- uitgang naar het Messestraatje, ook wel Kerkstraat en later het Lensestraatje genoemd. Op naevolgende voirwerden ende conditien, soe willen de erffgenaemen zeliger Lens vanden Berghe vercoopen op een hoogen, huys ende erve Stallinghe, daer Zeliger Lens voirs. bestorven is mit eenen uytganck uyt comende int Messe straetken, Ende t’voirs.huys ende erve te vesten met de alde brieven ende bescheet daer van sprekende, sonder eenighe voirdere were, etc.35 Van het midden van de 15e tot het einde van de 18e eeuw kende men de verkoop 'bij de brandende keerse'. Deze wijze van verkoop was voorgeschreven bij de verkoop van onroerende goederen behorende aan kerken, beneficiën, gasthuizen, huisarmen en aan alle onder voogdij staande personen en minderjarigen en bij de verkoop van executoriale onroerende goederen. Deze verkoop werd 3 zondagen achter elkaar over de kerk en op 3 rechtdagen over het gerecht geproclameerd. Op de verkoopdag werden de goederen bij een brandende kaars gelaten aan de laatste verhoger bij het uitgaan van de kaars. Vervolgens werden de goederen nogmaals geproclameerd en op een 2e zittingsdag kon het bod worden verhoogd, maar de bieder bij het uitgaan van de kaars zou de 6e penning hebben van 'de verhoging die ten tijde van het lichten der zegels uit den wasse geschieden zal. Door het bieden aan de brandduur van de kaars te verbinden werd vermoedelijk verwacht dat er met het oog op de kans op de 6e penning direct zo hoog mogelijk geboden zou worden.36 Het tegenwoordige pand in de Rogstraat met het steegje, thans Lombardstraat genoemd
29 30 31 32 33 34 35 36
Zijn vader heette dus Jorsten Ora land van cuijk (ora lvc) inv.nr.400 Zie orag, inv.nr 127 Can: meestal van deksel voorziene drinkbeker De kosten van de verteringen tijdens (of na?) de veiling Dus hier totaal een ½ vat wijn Zie Coopceel in orag 127 Uit : De Navorscher 1853, bijblad pag.21/22)
13
genealogie craen-kranen
Dat de stal ook voor zijn doel werd gebruikt blijkt uit een proces tegen Hans aangespannen door Lambert Gerits uit Escharen op 7/6/1584: ‘Lambert Gerits van Esseren sprect aen Hans Craen wegens gerestitueert te hebben een peert het welck den voirs. Lambert cortelijck vande Brouck tot Esseren ontnomen ende tegenwoirdich staende inde stal van Hans Craen, welck peert hij Lambert voirs. op ergisteren gerichtelijck wederom geeyscht heeft ende nyet konnen becomen soo die voirs. Hans Kraen geantwoirt heeft t’selve peert gecocht te hebben ende sijn peert wederomme begeerden te hebben, aengesien dan dat den Aenlegger dat voirs. peert alsoe ontnomen ende aen iedereen toegelaten is sijn ontnomen goet te vervolgen ende wederomme te genyeten, so stelt verwerdere die voirs. Aenlegger dat die voirs. Hans Craen gehalden sal sijn hem dat voirs. peert wederomme te volgen laten, ofte ten minsten onder cautie ende borchtocht die hij Aenlegger stante pede vervolgens behoeft te stellen te restitueren om daermede sijnen aerbeyt, acker ende lant te bouwen, t’welck daerbij sonderlinge gehart ende in schade geslagen is te willen [t’welck peert den voirs. Aenleggere nyet en staet te dienen voir 23 gulden gelijck t’selve in gerecht is, ende t’selve alle dage nyet en can/wil ontberen voir 15 gl] hij Aenlegger voirs. daermede sal volstaen oft nyet ende sijn peert moegen mede leyden, versuect hij verwissel van Scepenen in eenen vonnisse van interlocutoor’.37 Op 27 april 1582 vindt de feitelijke overdracht van het pand door de Erven Van de Berch plaats. Buren zijn : de Erven Maximiliaan Bardoel, Merten vande Velde en de Erven Wemer van Eewijck. Uit gegevens gevonden in het Oud Rechterlijk Archief van Grave blijkt dat Hans Craen handel dreef, want hij machtigde in de jaren 1584 en 1585 diverse personen om namens hem op te treden in Nijmegen, de Betuwe, Zaltbommel, Tiel en Geertruidenberg38. Hans Craen heeft gemechticht Ewert Ringelberch om in alle sijnen schulden tot Bommel, Thiel ende Geertruydenberge ende allomme elders dart van noode wesen sal, te maenen, heffen ende bueren, ende generalick allessins te doen des hij constuatie voergenoempt selffs allomme present wesende eenichssins souden connen oft moegen doen ut in forma, beheltelick Rekeninge vande ontfanck te doen,Scepenen Jacop de Haes ende Alaert Verheijen, Actum den 26e octobris 158539 Ook is er zo nu en dan, zoals blijkt uit de diverse processen uit die jaren, sprake van perioden van afwezigheid, hetgeen waarschijnlijk wijst op handelsreizen. In het Gelders Archief te Arnhem in de (Tol) Rekening over 1586 van Gaert Cock40 komen we Hans Craen ook tegen : Martius [1586] uytfeerdich oft van uytfaerende schepen ende guederen 1 tolfles Wolter Cleijnpenningh41van Huessen met sijn schip, voer toegelaeden zijnde met drie tolbaer voeder wijns, toecommende Jan van Luenen van Deventer ende heeft vertolt met ------15 gl-3 oortjes Noch int achterste van t' schip eenige wijnen toecommende Hans Craenen van de Graeff, ergo nyet Sijn die van der Graffe nyet langer vrij laten vaeren dan totten dach toe datse overgegaen sijn.
37 38 39 40
41
Orag 56, folio lxxxi verso Zie orag, inv.nr. 252, folio’s 77-v,105-v,135-v Orag 252, folio 135-vo Toegang 0012, inv.nr.2309, folio IX-verso(het betreft de Grote Gelderse Tol te Arnhem) Lid van een bekende Huissense schippersfamilie
14
genealogie craen-kranen
Het agrarische eigendom werd door een pachter bewerkt. Naast de hofstad bij Cuijk heeft Hans Craen ook een Hoycamp de Luys42in eigendom. Het was, als we letten op die roerige tijden, practisch een sterke binding met het platte land te hebben. In 1586 vindt er beslaglegging op de goederen van Hans Craen of zijn rentmeester Johan Splinter plaats door Jan van Heusden. Deze Splinter wordt ook genoemd in het O.R.A. van Tiel. Ook in 1586 regelt Hans ten behoeve van zijn zus Cartke, gehuwd met Snavel, zaken voor de Schepenen van Mullum. In 1588 voert Hans Craen een proces tegen Jacop van Rossum waaruit zakelijke contacten blijken met plaatsen als Gorinchem, Venlo, en ook de Admiraliteit43van Zuidholland en het Land van Maas en Waal. Het gaat in het proces o.m. om de levering van labberdaan44, een belangrijk voedingsmiddel in die tijd. Na het overlijden van Hans (I) in het jaar 1590 worden er nog tot in 1595 diverse processen gevoerd tegen zijn weduwe, o.a. door Frederik en Johan Swaen, kooplieden in Keulen. Mogelijk om hem genoegdoening te verschaffen wordt op 7-9-1590 één derde deel van een wijngaard bij Bad Honnef aan hem overgedragen. Na het overlijden van Hans (I) worden Peter van Aken (Willemsz) en Hanrijck Coebricx tot bewindvoerders over de kinderen van Hans en Anna aangesteld. De bewindvoerders Hanrijck Coebricx en Peter van Aken van sept. 1590, keren zich tegen de weduwe wanneer ze beiden, samen met Willem Loefs en Wolter Hanrijck Smyt, op 9-7-1591 diverse vorderingen op haar bij de Schepenbank indienen. Het hemd is kennelijk nader dan de rok ! Transport ‘Wij Arnt van Boecholt ende Henrick Bungelers Schepenen tot Grave tuygen dat voor den Richter ende ons Schepenen als int gericht commen sijn Anna Weduwe wilen Hans Craen met haeren gecoren mombaer dye haer met recht ende vonnis gegeven wart, Item Peeter van Aken Willemsz ende Hanrick Coebricxs als curateurs ende mombaers gestelt bijden Amptman deser Stadt ende t’landts van Cuyck (als overmomber van alle onmundige kynder) over de naegelaeten kynderen van Hans Craen verwect bij Anna voirs., ende hebben inder qualiteyt voirs. getransporteert aen handen van Frederick Swaen45ende sijnen erven, een rechte derdendeel van eenen Wingart gelegen tot Hoeff offte Honuf46ofte het derdendeel van dye penningen daer voer geloeft bij ofte bij yemanden te gelooven ende hebben daer nae halvelick op vertegen tot behoeft vanden voirs. Frederick ende sijnen erven, soe dat het vonnis wijsden dat dye voirs. Frederick ende sijnen erven gesamentlick aen geerft sijn ende dat dye voirs. Anna ende de mombaers van wegen haere voirs. Kynderen gesamentlick aff onterft ende ontguet sijn, te weren jaer ende dach etc., Sonder Argelist in kennisse der waerheyt dese besegelt met onsse Schepene segelen opten 7e Septembris 1590’47
42 43
44 45 46 47
Zie orag, inv.253 folio 140 (1591) Het bewind en rechtsgebied over zeezaken. Doch het woord wordt bijna uitsluitend gebruikt als verkorting van de volledige uitdrukking Admiraliteits-college, d. i. een der vijf colleges in de Republiek der Vereenigde Nederlanden, die onder het opperbewind van den Admiraal-generaal (of, in stadhouderlooze tijden, op eigen gezag) het bewind voerden over zeezaken; en wier werkkring hoofdzakelijk bestond in de uitvoering der maatregelen voor het zeewezen, in overleg met de Staten-generaal beraamd, alsmede in het rechtsgebied over zeezaken, de monstering en betaling der zeelieden, de heffing en het beheer der convooien en licenten. De vijf Admiraliteits-colleges stonden bekend onder de namen van: Admiraliteit van de Maas, van Amsterdam, van Zeeland, van Friesland en van het Noorderkwartier. (L)abberdaan : gedroogde kabeljauw, stokvis Koopman te Coelen (Keulen) volgens orag inv.nr.59, folio 112-verso (Bad) Honnef Orag inv.nr.253, folio 125
15
genealogie craen-kranen
Dat het bij het handelen en procederen soms om behoorlijke bedragen ging, blijkt uit het proces van Philippus Brunincx, koopman te Amsterdam, tegen Anna Craen wegens de aflossing van de rest van een obligatielening, oorspronkelijk ter grootte van 800 Carolus guldens. Anna de weduwe van Hans Craen geassisteert met haeren gecosen mombaer Hanrick Coeberg als overmombaer van alle onbejaerde naegelaeten kynderen van wijlen HANS CRAEN hebben bekent Aengerichte brieven op alle haere goederen, gereet ende ongereet gelegen binnen dese stadt ende vrijheyt vande Graeff voor de somme van 400 Carolij guldens ad xx stuyvers [per] stuck tot behoeff van Philips Brunincx Coopman van Amsterdam waermede affgecocht ende geredimert48sijn twee obligatien tsaemen bedraegende 800 der selve guldens, Schepenen Art van Dael ende Henrick Bungelers, Actum de IX July 159149 En dan het merkwaardige feit, dat in 1595 de in 1571 gekochte hofstad onder Cuijk nog niet volledig betaald is: Alsoo daer questie ende twist geresen is geweest tusschen den sterffhuyse van wijlen Marten vande Veldt, ende Jacob de Meijer als Curateur vande selven bijden heeren Amptman gestelt ter eenre, ende Anna, nagelaten weduwe wijlen Hans Craen met haeren kynderen ende Curateurs derselver gestelt als boven ter andere sijden, spruijtende ende hercommende vanden coepe van seker hofstadt metten Lande ertoe behoerende, gelegen binnen de Kerspel van Cuyck een tijt van jaeren geleden bijden voors. Marten vande Veldt aen Hans Craen Zaliger vercocht, waer van de betalinge vande voors.vercochte hoffstadt soude geschieden op sekere gestelde termijnen ende voirwart daer van dier tijt gemackt, begrepen, Ende soe die voors. Hans Craen binnen sijnen leven noch oyck de voirs. Anna weduwe met haren kynderen naer Afflijvicheijt vande voirs. Hans Craen, man ende vader der voirs. kynderen (overmits desen wederwerdigen tijt van oirloge), nyet en voldeden, noch betaelden opde aengestempden termijn daegen, de beloeffde penningen der Beterschap50, sijn ter oirsaken van dyen alhier voerde Wethouderen deser Stadt Grave dingplichtich geworden ende soe wijt geprocedeert dat dese questieuse sake bij vonnisse definitiff gedetermineert ende geslicht soude hebben geworden, Ende de Heeren Schepenen op alles hinc inde bij partijen innegedient verstelt gelet hebbende, bevonden voir goet, omme sekere oirsaken hen te ordoneren dat alleer dese Questieuse sake bij vonnisse geeyndt soude worden, partijen souden hebben te kiesen ende nemen eenige vande wethouderen met de Curateure van beyde sijden als de naeste kennisse van deser saeken, hebbende om te besien off men dese voirs.questieuse saeke inder fruntschappe dorch tusschen spreken als Arbiteren ende goede seyts frunden soude connen vergelicken. Om sulcx te effectueren ende int werck te stellen volgens de declaratie ten eynde van dien bijde samentelicke wethouderen deser Stadt gedaen, sijn partijen naemplick Jacob de Meijer als Curateur des voirs. Sterffhuijs gestelt als voer, ende Anna Craen verselschapt met haere, ende haerder kynderen Curateure met naemen Peter van Aken Wilhemsz ende Hanrick Coebricx ende tot hen nemende uyter de wethouderen Jan Bloemers de Borgemeester en Schepen deser Stadt, vergadert ten huyse van Pauwels Geryts ende alle dinghe ernstelick doer sien hebbende ende rijpelick beraet, Gelet hebben opten inder fruntschappen van alle hunne questien ende geschillen dese hoffstadt ende lande ertoe behoirende gelegen als boven veraccordeert myts dat vande sterfhuyse Martens voirn. betaelen de costen in deser bijeencompst ten huyse van Pauwels Gerarts, Richterbode voirs.gedaen, de vercochte hoffstadt metten lande daertoe behorende, gelijck t'selve in ter tijt is, sullen wederom aenvangen Gebruyker ende hunne will daermet mogen doen, als ende in alinger fuegen off t'selve niet vercocht en waer geweest doer dien daer oyck gene betalinge bij den voirs. Anna met haeren kynderen en is geschiet, noch oyck
48 49 50
Redimeren : inlossen Orag inv.nr.253, folio 151 Schadevergoeding
16
genealogie craen-kranen
gevest, noch de voirwart voldaen, diewelcke Anna, haere kynderen, ende Curateure derselver, renunchierende51opde voirs.hoffstadt ende lande myts dese t'selve verlaeten, ende haer handt daervan sijn bekende, sonder dat sij tot eenigen daghen daer nae wederom om sullen sien off staen bij haer selven off dorch ymandt anders, sonder argelist, inne waere oircondt ende tot bevestinge alles voirs., Soe hebben wij Curateure voirs.gebeden, Jan Bloemers als Schepen dese neven ons mit sijnen naem durch versuck van partijen te beteykenen, ende beteykent ende ick Gisbert Haegen, Seneter der Stadt Grave hebbe dese acte ende Verdrach ten huyse van partijen om mijn gebuerlicke beloeninge Gescreve ende tot mijne gewoentlicke signature gesubsigneert opte tweden dach der maent van Julio, int jaer ons Heeren 159552. kinderen uit het huwelijk met Anna Wichers :53 (geboren in de jaren 1570 - 1580)54: - volgorde willekeurig – 1. 2. 3. 4.
Caertje Craen, volg III-b Hans Craen(II), volg III-a, Dorothea Craen, volg III-c Seger Craen, volg III-d III-a Hans Craen(II), geboren ca 1575, overleden voor 8-8-1608 tr. ca 1600 Itgen (Itken,Iken) van Rijn. Op 29-8-1615 is Itken gehuwd met Peter Jansz55 de Groot56. Als bewijs hiervoor de vest d.d. 18-11-1620 waarin Peter de Groot, gehuwd met Itken van Rijn57, mede optreedt namens haar voorzoon (Hans III) uit haar huwelijk met Hans Craen (II)58. Op 3-8-1626 blijkt Itken opnieuw weduwe te zijn geworden. Uit het proces Hans Craen contra Leonard Hoevenaer (zie onder IV, okt.1640) komt naar voren dat ze ook nog een poosje getrouwd moet zijn geweest is met Leonard Hoevenaer uit Cuijk. Dit huwelijk, zo wordt althans in de loop van het proces verklaard, is op de een of andere manier ontbonden in verband met de hardhandige methoden die Leonard erop na schijnt te hebben gehouden. Over de ontbinding van dit huwelijk zijn helaas nog geen gegevens gevonden. Zowel het Trouwregister, het (Rechterlijk) Archief van Grave en Cuijk en van de Raad van Brabant, zijn hiervoor doorzocht. Anna, sinds 1590 weduwe van Hans(I), machtigt in 1614 haar dochter Dorothea om in Fürstenau, in verband met het overlijden van haar oom Karel, erfenis kwesties te regelen: Procuratie Anna Wiechers weduwe wijlen Hans Cranen constitueert 59 haere Dochter Doretha Cranen, huysvrouwe van Pieter van Ray, omme in t’Sticht van Münster te verrichten haere affairen, aengaende het
51 52 53 54 55 56 57
58 59
Afstand doen Orag 253, folio 230 en 230 verso Orag inv.127 Orag inv.127 (Schepen) Jan de Groot naar we mogen aannemen. Zie ora lvc, inv. nr. 401, folio 106-verso Uit het huwelijk tussen Peter Jansz de Groot en Itken is in ieder geval 1 zoon geboren : Guert Petersz de Groot, zie ora lvc, inv.nr. 401, folio’s 180 en 195 Zie ora lvc, inv. nr. 401, folio 136 Machtigt
17
genealogie craen-kranen
versterff van haeres Constituants Oom zaliger Carel, te Vastenauw 60onlancx deser werelt overleden, ende daerinne te doen t’ghene daertoe geeigend recht is. Etc., in communi forma, 61, Schepenen Marten van Lier ende Wouter van Riemsdijck, Den XXIII Juny 1614 kind uit het huwelijk met Itken : 1. Hans Craen (III), volg IV, III-b Caertje Craen, geb. ca 1588, overleden ..... tr. 08-06-1608 Gerardt van Wijck, meester steensnijder62, get. bij huwelijk : Jan Berntsen, Roelof van Aken en de moeder van de bruid (Anna Wichers) Uit dit huwelijk : 1. 2. 3. 4. 5.
Elisabeth van Wijck, doop 15-04-1612, overl. na 9-8-1662, tr. 18-1-1642 met Tiert Arensma , Diederik van Wijck, doop ..-3-1616 Jan van Wijck Joost van Wijck Maria van Wijck III-c Dorothea Craen, overl. tussen juni 1622 en sept.1625, tr. ca 1605 met Peter van Ray Uit dit huwelijk :
1. 2. 3. 4.
Peter van Ray, doop 06-09-1606, Willem63van Ray, doop 07-11-1610 Jacob van Ray Buneke van Ray, tr. Claes Gerritsen, koopman en/of maasschipper Uit het 2e huwelijk van Peter van Ray (met Jenneken Reynierssen) wordt geboren Jacob Peters van Ray. Deze Jacob doet van zich horen als hij op 25-7-1654 een proces aanspant tegen de erfgenamen van Gerardt van Wijck64, in de persoon van Thiert Arensma. Ook komen we op 25-6-1646 een zoon van Jacob, Jan Jacobs, tegen als zijn weduwe, Gritien Pauwels, met Hans Craen als voogd, haar huis verkoopt.65 III-d
Seger Craen, Uit zijn huwelijk : 1. Jenneken Craen, geboren ± 1602, tr. Evert Volpers. Het echtpaar was voor ¼ eigenaar van het pand in de Rogstraat, welk deel op 22-5-1642 verkocht wordt aan Gerardt van Wijck. Op dat moment was Evert weduwnaar van Jenneken. kind uit dit huwelijk : Sijken Everts geboren ± 1625
60
61
62 63 64 65
Volgens Theodor Davina uit Nordhorn is hier bedoeld Fürstenau, gelegen tussen Münster en Osnabrück. Dit F. lag echter in de 17e eeuw op Osnabrück’s territorium. In de 17 e eeuw was de spelling overigens Forstenowe In communi forma betekent: in de gebruikelijke vorm. Er moet dus door de Schepenbank(griffier) een gewone acte worden opgesteld. Steensnijder: iemand die in steen en/of edelstenen graveert. (Kan ook iemand zijn die (blaas)stenen verwijdert.) Voor de kinderen Jacob en Willem : orag inv.nr.259, folio 24, 15-2-1631 Orag, inv.nr.127 Orag, inv.nr. 260, folio 104 ev
18
genealogie craen-kranen
2. Michiel66 Segerss (Craen), (n.b. Venlo : Michiel Kranen !?), was van beroep kramer67. IV. Hans Craen (III), geboren ± 1605, overleden na 29-6-1670 en vóór 1-10-167168 te Grave, tr. 25-07-1626 Derrisken Ermers, geboren ± 1605, begraven 04-02-1667. Hans is in ieder geval van 16261630 ruiter onder Ritmeester Quaedt van Wickenraedt geweest (misschien nog wat langer), daarna erft hij van zijn schoonvader Lenart Ermers de bierbrouwerij gelegen in de Vollerstraat/Achter de Marsstal te Grave. In 1656 is hij schutterskoning van het Cloveniersgilde, ter gelegenheid waarvan hij, zoals te doen gebruikelijk, een zilveren schildje laat maken met een afbeelding van zijn wapen69. De sinds de oprichting van het Cloveniersgilde bewaarde schildjes worden tijdens festiviteiten en ter gelegenheid van de landjuwelen ‘aan den volke’ getoond. Ten behoeve van de documentatie van het Cloveniersgilde in Grave heb ik de volgende tekst opgesteld : In het jaar 1656 schenkt Hans Craen70 ter gelegenheid van het feit dat hij ‘de vogel heeft geschoten’een schild met erop gegraveerd: 'HANS KRAEN IS KONINCK AN[NO] 1656' (schild nr.74). In zijn wapen zien we een heraldisch naar links omziende kraanvogel. Dit wapen is verder aangetroffen op een zegel hangend aan een acte betreffende de verkoop van landerijen door Hans in 1670 en op de grafsteen van zijn kleinzoon Johannes Craen, overleden in Venlo in 1694. In 1999 heeft de Afdeling Heraldiek van de Ned.Genealogische Vereniging naar aanleiding van een verzoek van de nakomelingen van Hans Craen, de huidige familie Kranen, op basis van het koningsschild, het hervonden familiewapen geregistreerd. Hans is ca 1605 in Grave geboren uit het huwelijk van Hans Craen (II) en Itken van Rijn. Ten tijde van zijn huwelijk in 1626 blijkt hij ruiter te zijn in de compagnie van Ritmeester Quaedt van Wickenraed.
66 67 68 69 70
Orag, inv.nr. 202, d.d. 24-2-1630 Kramer: kleinhandelaar, ging veelal langs de huizen Preciese datering is (nog) niet mogelijk gebleken, er zijn net uit die tijd, geen kerkrekeningen aanwezig Dit schild is nog steeds te vinden bij het Cloveniersgilde in de Hampoort in Grave. De spelling in archiefstukken is steeds Craen en geen Kraen, zoals hij op het schildje heeft laten zetten
19
genealogie craen-kranen
Hans woonde aanvankelijk in het ouderlijk huis aan de Rogstraat (thans nr. 30) dat eind 1581 eigendom werd van zijn grootvader, eveneens Hans Craen geheten. Rond 1641 is de Clovenier Hans Craen door vererving voor ¼ deel eigenaar van dit pand. Via zijn huwelijk met Derrisken Ermers, dochter van Lenart, wordt hij eigenaar van het pand met brouwerij, gelegen 'Achter de Marsstal', naast het bekende huis De Helm. Uiterlijk in 1640 heeft hij de brouwerij overgenomen71 (mogelijk eerder). Tussen juni 1670 en oktober 1671 overlijdt Hans72. Het geregistreerde wapen In 1677 wordt het ten gevolge van de beschietingen tijdens het beleg van Grave in 1674 zwaarbeschadigde huis en erf Achter de Marsstal verkocht aan de O.L.V.Broederschap. Volgens de rekening van de O.L.V.Broederschap is in februari 1680 de herbouw van de woning gereed. In de maand augustus 1684 dient maasschipper Claes Peters een rekest in bij Stadhouder Willem III waarin hij vraagt de voormalige brouwerij als pakhuis te mogen inrichten. Dit wordt hem toegestaan. Te zelfder tijd doen hardnekkige geruchten de ronde dat Claes Peters van plan is behalve een pakhuis meteen ook een Schuilkerk voor de Katholieken van Grave op te richten. Wellicht op de zolder ? De Magistraat van Grave en de Gereformeerde Kerkenraad komen zeer snel in actie,73er wordt zelfs een bouwstop gelast. Ontkenningen van Claes Peters en een herhaald rekest leveren hem in februari 1685 de toestemming de (ver)bouw te hervatten, mits er nooit een Paapse kerk in zijn pand gevestigd wordt, en dat op straffe van confiscatie. Claes Peters maakt de klus af, houdt zich ruim 2 jaar rustig, maar dan wordt toch op 1 december 1687 het R.K.Kerkenhuis in gebruik genomen ! We mogen haast wel aannemen dat Claes Peters mondeling te verstaan is gegeven gewoon door te gaan met zijn plannen, want ondanks diverse klachten en acties van voornamelijk de Gereformeerde Kerkenraad wordt dit Kerkenhuis tot de Franse tijd (1795) gedoogd. (Hieruit blijkt weer dat er sindsdien weinig is veranderd en dat de soep niet zo heet werd gegeten als hij was opgediend) In 1798 vindt er ingevolge de Staatsregeling voor de Bataafse Republiek een taxatie van de waarde van de diverse Kerkgebouwen in Grave plaats en wordt er een volkstelling gehouden om het aantal gelovigen per religie te bepalen. Tegenover 1678 Katholieken zijn er slechts 278 Protestanten. De Katholieken krijgen dan ook de Sint Elisabeth kerk terug, terwijl de Hervormden met de Kloosterkerk, ook wel genoemd Waalse kerk, genoegen moeten nemen. Het Kerkenhuis met het omliggende erf, waar het hier om gaat, zou in 1810 aan het Franse Keizerrijk worden verkocht, echter er moet een kink in de kabel gekomen zijn. Uiteindelijk vindt in 1817 verkoop plaats aan de Staat der Nederlanden. Hans is behalve met bierbrouwen, ook actief op agrarisch gebied. (zie daarvoor weer het al hiervoor genoemde proces Hoevenaer/Craen) Op diverse plaatsen bezit of pacht hij landerijen n.l. onder Cuijk (Heeswijkse Campen), Nederasselt, Escharen en Grave.
71 72 73
Zie hiervoor het Proces gevoerd tussen Hans Craen en Leonard Hoevenaer, ORA Grave, inv.nr. 118A De preciese datum is niet te achterhalen, net uit die tijd ontbreken de Kerkrekeningen. Stadsarchief Grave, inv.nr. 298: reis naar de Prins van Oranje in Dieren door Burgemeester Cruijsier en 2 leden van de Geref. Kerkenraad
20
genealogie craen-kranen
VESTE VAN ENE RENTE Hans Craen borger alhier, heeft voor hem ende sijnen erven opgedraegen, aen des gesubstitueerden Richters handt gestedicht ende gevest ten behoeve vanden edelen ende vesten74 Ludwigen van Rittersbach, Joffrouwe Catharina geborene Vercken, sijn edele huysvrouwe ende erven eene rente van 9 ½ ducaton jaerlicx ofte 12 ricxdaelders daer voor, als sijnde goet hart ende ganckbaer gelt daervan den eersten pacht vallen ende verschijnen sall a dato ondergeschreven over een jaer, uyt de gerechte helfte van sijn huys, hoff,schuer ende brouwerije met alle ap-ende dependentien van dien, staende ende gelegen binnen dese stadt in de Vollerstraet, d’eene zijde neffens huys ende erve van Jan vande Betuw, d’ander zijde d’erve vande Licentitaet Arnoldt Bloemaerts, genaemd Den Helm , achterschietende op diverse erven ende voor aende gemeyne straet ende heeft etc., also dat t’vonnis etc., geloevende etc., uytgenomen s’heeren poortchijns ende 9 gulden jaerlicx aende L. Vrouwen Broederschap, die uyt t’gehele huys ende erve is gaende, item de voors. heere Rittersbach, sijn edele huysvrouwe ende erven sullen de voorn.gespecificeerde rente des jaers ende alle jaer mogen doen uytpeinden niet alleen voort’ capitael, maer oock voor alle de verlopene ende achterstendige pachten, sonder daer tegens te mogen doen eenige oppositie van rechte, ende de voors. Hans Craen ende sijnen erven sullen de voornoemde gespecificeerde renten jaerlicx altijt mogen lossen ende quyten op den pachtdach mit den vollen pacht ofte pachten met 160 silvere ducatons, oft de werde vandien in ricxdaelders als sijnde goet hart ende ganckbaer gelt, edoch wie van parthijen wil lossen oft t’voors.capitael affgelost hebben, sullen malcanderen t’selve een vierdel jaers van te voore denuntieren75. Voorden gesubstitueerden Scholtis Schepenen Bernts ende Wassenbergh, den 16 April 166776 Na het overlijden van Derrisken in februari 1667, Hans is dan ca 62 jaar, lijkt het er op dat hij van zijn geld gaat leven77 of voor andere redenen geld nodig heeft, want diverse malen leent hij geld met zijn onroerend goed als onderpand. Op 22-5-1670 verkoopt hij 2 campen land van ieder 3 ½ morgen onder Nederasselt aan Frederik Hendrik van Randtwijck, heer van Rossum voor 500 gulden. Aan de koopacte, gevonden in het Familiearchief Van Randtwijck, hangen de zegels van de partijen, o.m. het helaas onleesbare zegel van Hans Craen. Kort daarna is hij op een onbekende datum overleden. Transport Hans Craen voor hem selven ende als bestevaeder78ende bloetmomber79vande twee80onmundige kinderen bij wijlen sijnen soon Hans81 Craen ende Catharina Lockermans, gewesene echteluyden82, naargelaten, ende op voorstaende octroeyen vande respective Amptluyden der Stadt Grave ende des Ampts Maes ende Wael, Item Petronella Craen, huysvrouw van Anthonis Pelgroms, borgher der Stadt Venlo, als van gemelten haeren man bevolmacht sijnde, uyt procuratie van Borgermeester, Schepenen ende Raedt der Stadt Venlo in dato den 17e Marty 1670, hebben opgedragen aenden Hoochedelgeb.heere Frederick Hendrick van Randtwijck83 ende Vrouwe Stephania Torck84, echteluyden, Heere ende Vrouwe tot Rossum, etc. twee campen lants, beyde groot vierde halve85 mergen86, gelegen int Broeck,
74 75 76 77
78 79 80 81 82 83 84 85 86
Gezeten Aanzeggen Orag 261, folio 4 + 4-vo Of wordt het geld (mede) gebruikt om de schulden van de Erven van de in 1665 overleden zoon Johannes Craen in R’mond te vereffenen ? Grootvader Voogd Johannes, doop 27.11.1656 en Johannes Jacobus, doop 09.02.1663, beide te Roermond Johannes Immers overleden resp.eind 1665 en april 1666 1625-1697 Overleden 1702, gehuwd met F.H.van R. in 1647 3½ 1 morgen = 0.85 ha
21
genealogie craen-kranen
den eenen genaempt den Neerdonck, Oostwaert Jan van Dinter ende sijnen erffgenaemen, Suytwaert de weteringe, Westwaert de weduwe van Hendrick van Ewijck ende Noortwaert Maria Stevens, den anderen genaempt den Biesencamp, Oostwaert ende Noortwaert den heere Coper, Suytwaert Jan van Dinter ende sijnen erffgenaemen, Westwaert Steven Gerrits erffge- naemen ende Cornelis Gerits, belovende t’ selve te vrijen, coram Ludolph de Haen en Jan Wolters Verheyen den 28/1887 Meye 1670. Erftcoopbrief van twee Campen tot Nederasselt, Anno 1670, Petronella Kraen, genaamt Pelgrom, verkoopt seeckre stukjes landt te Neerassel gelegen aan Frederik Hendrick van Randwijck, 1670, Geregistreert den 22 May 1670 Ick Hans Kraen borger der Stadt Grave voor mijn selven ende als bestevader ende bloetmomber vande twee onmondige kynderen bij wijlen mijnen soone Hans Kraen ende Catharina Lokermans gewesene echteluyden naergelaten ende op voorgaende verkregene octroyen vande respective heeren Amptluyden der Stadt Grave ende des Ampts Maes ende Wael, ende Ick Petronella Kraen huysvrouwe van Anthonis Pelgrom borger der Stadt Venlo als van welgemelten mijnen man bevolmacht sijnde, luyt procuratie voor Borgermeester, Schepenen ende Raet der Stadt Venlo gepasseert in dato den 17e Marty 1670, welcke acten van octroyen ende volmacht des naerbenoemden erffpachteren sijn gebleken, doen cond ende betuygen mits desen, dat wij in eenen stedigen ende vasten erffcoop verkocht ende oircont den hieronder benoemde erff pachteren wettelick opgedragen hebben aende Hoogedelgeborene heere Frederick Hendrick van Randtwijck ende vrouwe Stephania Torck echteluyden, heere ende vrouwe tot Rossum ende Gameren, twee campen landts beyde groot vierdenhalven mergen edoch der mate onbegrepen ende soo groot ende cleyn deselvige gelegen sijn tot Nederasselt int Broeck inden Ampte van Maes ende Wael, den eenen camp genoempt den Neerdonck palende Oostwaert Jan van Dinter ende sijne erffgenaemen, Zuytwaert den gemeyne weteringh, Westwaert den weduwe van Hendrick van Ewick ende Noortwaert Mary Stevens, den anderen camp genoempt den Biesencamp, palende Oost ende Noortwaert den erve des heere Copers, Zuytwaert Jan van Dinter ende sijne erffgenaemen, Westwaert Steven Gerrits erffgenaemen ende Cornelis Gerits, Sijnde vrij eygen erff ende goet ende met gheene lasten beswaert, uytgenoemen dijck ende weteringhe met recht daertoe gehoorende, welcke voors. twee campen met allen haeren rechten ende toebehooren wij Vercoperen alsoo voor opgedragen ende daerinne met hant, halm ende mondt daerop verthegen hebben aen ende ten erfelicken behoeve der heere ende vrouwe Coperen, ende geloeven die voors. twee campen lants als een vrij erff ende goet te waeren jaer ende dagh ende voorts ten euwigen daghen toe tegens allen den ghenen die sulcx ten rechten staen willen ende allen voornoemde soo daerop were aff te doen als sulcx erffcoops recht is. Vorders bekennen wij Vercoperen voornoempt bij dese tegenwoordige opdracht ende in bijwesen der ondergeschr. Erffpachteren doorde heere ende vrouwe Coperen te hebben ontfangen den gerechte helft der cooppenningen ter somme van 250 gulden in gelt ende dannoch eene obligatie bijde heere Coper geteyckent inhoudende dat op Nieuwjaers dagh toecomende den lesten termijn van gelijcke 250 gulden sullen worden betaelt. In oirconde der waerheyt heb ick Hans Kraen mijn segel aen desen openen brieve gehangen ende Ick Petronella Kraen (vermits geenen segel en hebbende) desen onderteyckent ende met t’segel van mijn Vader bevesticht, ende hebben wij vercoperen voornoempt gebeden den Eersaemen Ludolpus den Haen, ende Johan Wolters Verheijen, beyde als erffpachteren des Ampts tussen Maes ende Wael om over desen acte van opdracht die thans ende dese mede te willen segelen, ende want dan allen gheene voorschr. also voor ons als erffpachteren geschiet is, so hebben wij in oirconde der waerheyt onse segelen almede aen desen openen brieve gehangen. Geschiet inden jaere 1670 , den 28/18 dagh May, PETRONELLA KRAEN GENANT PELGROM
87
Resp.de Gregoriaanse en de Juliaanse tijdrekening
22
genealogie craen-kranen
[ ZEGEL ]
[ ZEGEL ]
23
[ ZEGEL ]
In de maand september 1675 wordt een deel van het onroerend goed in de omgeving van Cuijk verkocht aan Jacob Bodinckhuysen en zijn vrouw Alegonda Johanna Doncker : Reijnier de Haen, als gesubstitueerde Scholtis heeft in name vande Heere vande Lande uyt crachte van aengerichte ende verwins brieve ende vervolgens gedaene executie door Jacob de Bunten ende Willemken Hendrix, neffens de voorschr. executanten, gestedight, gevest ende opgedragen aen ende ten behoeve van Jacobus Bodinckhuysen ende Alegonda Johanna Doncker, sijn huysvrouw ende haer erffen, eenen bouwhoff genaempt den Rijt toebehoort hebbende de erffgenamen van Hans Craen, bestaende in huys, moeshoff met de schuyr en visvijvers, met ongeveerlijck 8 hollantse morgen bouwlants, de mate onbegrepen met het hout gewas daerop staende, gelegen tot Hesewijck, bij den Hoff ontrent 6 mergen mette eene zijde neffens erffen van de weduwe Thonis Vincent ende Peter van Wevelinckhoven, mette ander zijde neffens erffen van Hendrick Jacobs, de weduwe Jan Jacobs, de erffgenamen Crebbers ende Jacob de Bunten, schietende mette eenen eynde opde gemeyne wegh ende lesten eynde opde gemeente, de Halt gelegen neffens erffen Crebbers, metter ander zijde mr Wijnant Ariens, schietende metten eynden opde gemeyne wegh ende metten lesten eynde op erffen van Truy Jans, Item den Steen Camp groot ongeveerlijck 1 ½ mergen, gelegen metter eender zijde neffens de gemeyne straat, metter ander zijde neffens Mevrouw Pluirens erff, als oock met het eene eynt schietende opde Hooge Conventualen van Sint Agata’s erff, Item de Beijert groot ongeveerlijck ½ mergen, gelegen metter eender zijde neffens het erff vande erfgenamen van Geurt Berents, metter andere zijde neffens erffen van Dries Thijssen ende de erfgenamen De Haen, schietende metten eene eynde opt erff vande erffgenamen De Haen ende metten lesten eynde op de gemeyne straat, Vrij erff, uytgesondert is het voorschr. erff int geheel belast met een Schepel88rogge jaerlijcks aende Heer van Sint Aggata, Item 3 gl 15 st. aende Huyse van Boxmeer so deselve niet daerinne konnen bewaert worden, Item 11 voeten erffdijck aen ’t Nieuwinckel mitsgaeders een renthe van 80 Car. gl jaerlijcks aende heer Ontvanger Schotten, losbaer met een capitale somme van 1600 Car. gulden, Ende heeft de voornoemde Comparant in sijne voorschr. qualiteyt den voorschr. bouwhoff alsoo voor opgedragen ende nae met handt, halm ende mont daerop vertegen als recht was ten behoeve vande voorschr. Jacobus Bodinckhuysen ende Allegonda Johanna Doncker ende haere erffen, also het vonnisse gewesen is pro ut in forma, alles sonder argelist, t’oirconde ten overstaen van Wijnant Droevendael ende Hermen Thonisse, Schepenen der Hooftbanck van Cuyck, desen 7 Septembris Anno 167589 In maart 1676 vindt er nog een verkoop plaats aan Deriske Schenck : Petronella Craen geassisteert doer weesmeester 90 de heer Lambert Heijmens tot dese haren gecoren momboir soo voor haerselve alsmede last ende procuratie hebbende van Anthony Pelgrom haren man ende haer sterckmaeckende voor de onmundige ende minderjarige kinderen van haer broeder Hans Kraen de Jonge ende neffens haer Lambertus Heijmens in sijn leven Borgemeester ende Weesmeester binnen der Stadt Grave ende mede geauctoriseert sijnde voirde heere Scholtis Johan de Jongh als weesmeester, hebben
88 89 90
¼ malder Ora LVC 405, folio 129-vo,130 Door de overheid aangesteld om de belangen van wezen te behartigen en eventueel hun bezittingen te beheren
genealogie craen-kranen
inden jaere Ao1671 ter presentie ende overstaen vande heer Scholtis Reijnier de Haen ende Wijnant Droevendael Schepenen der Hooftbancke van Cuyck op agreatie vande approbatie van sijn Excellentie Ludolph van Steenhuijs vrijheer tot Heumen, Malden,Oploo, Amptman der Stadt Grave ende Lande van Cuyck als overmomboir ende daer op verleent octrooij van dato den 28e february Anno 1676 ons Schepenen gebleken, gestedight, gevest ende opgedragen aen ende ten ten behoeve van Deriske Schenck ende haere erven voor seeckere deughdelicke pretentie91700 Carolus gulden die de voornoemde Deriske Schenck tot lasten vande boedel van Hans Craen de Oudere te pretenderen hadde met de intresse van dien adato den 9e Novembris Anno 1675 ? ons gericht ende Schepenen getoont ende gebleecken seeckere Camp weylants genoemt den Valusen Camp met sijne hegge groot ongeveerlick 2 morgen gelegen metter eenen voorzijde neffens het erff van Aert Cluijt ende Jan van Horens erff, metter andere zijde neffens de erffgenamen van Nelisken Henssen erff, schietende met een eynt op erve vande heer van Heumen ende metten lesten eynt op die gemeyne straete, vrij erff uytgesondert de heer sijn schattinghe ende het contingent vande ordinaire gewone Lasten ende hebben de voors. comparanten ieder in sijn qualiteyt het voors. goedt alsoo opgedragen ende naer met handt, halm ende mont daerop vertegen ende gelooft te weren ende te vrijen ende voorts alles pro ut in communi forma ten overstaen van Rijnier de Haen, Wijnant Droevendael, Schepenen, desen 6 e Meert Anno 167692 In 1677 wordt namens Scholtis en Schepenen, zo als dat heet: van ’s Heeren wegen93, het dan bouwvallige huis94 Achter de Marsstal, voorheen eigendom van de erfgenamen van Hans Craen, verkocht aan de Onze Lieve Vrouwen Broederschap te Grave. Deze Broederschap gaat dit pand weer opbouwen en verbouwen en vanaf 1680 verhuren. VESTE De Here Johan de Jongh Scholtis deser Stadt, heeft van s’Heren Wegen opgedraegen aen des gesubstitueerden Richters handt, gestedicht ende gevest ten behoeve vande Lieve Vrouwen Broederschap, seecker bouwvallich huys ende erve, toebehorent hebbende de Erffgenaemen van Hans Craen zaliger, gelegen alhier achter de Maerstall, d’eene sijde d’erve vande Erffgenaemen van Jan van Betuw, d’ander zijde d’erve vande Weduwe vande Licentiaet Bloemaerts zaliger, achterschietende aen diverse erven, ende voor aende gemeyne straet, ende heeft etc. also dat t’vonnis etc. gelovende etc., voor een vrij erf, uytgenomen 4 gl 8 st. geestelicke pacht, ende 4 gl poortchijns, sonder meer, voorden gesubstitueerden Scholtis, Schepenen Dijck ende Vergeest, den 16e Septembris 167795 Volgens de afrekening van februari 1680 heeft de herbouw 761 gulden gekost. Vermeldens waard is nog dat tot inhet jaar 1729 in het Kasboek van de OLV Broederschap waarin de huurpenningen van de bijbehorende woning worden verantwoord, gewag wordt gemaakt van huys huyr van het huys genampt Hans Craen Hans (III) is betrokken bij diverse processen waarvan de interessantste zijn: a. Op 23-6-163096&97 samen met Cornelis Peters (mogelijk nog een onbekende zoon van Peter van Ray kunnen zijn, dan is hij dus een neef van Hans) tegen Peter Raets, omdat hij een paard, ongeveer 2 ½ jaar geleden van hem gekocht, nog steeds niet (geheel) betaald heeft. Cornelis en Hans waren beiden ruiters onder Ritmeester Quaedt van Wickenraet.
91 92 93 94 95 96 97
Aanspraak Ora lvc 405, folio’s 138, 138-vo,139 De erfenis zal door de erven, gezien de ramp die Grave in 1674 getroffen heeft, beneficiair aanvaard zijn Te wijten aan de beschietingen tijdens het beleg van 1674 Orag 261, folio 193 Orag inv.nr. 202 Orag inv.nr.118A
24
genealogie craen-kranen
b. Op 8-10-1640 tegen Leonard Hoevenaer in verband met laster. De verhouding tussen Hans en Leonard was geheel verstoord. De Pastoor van Cuijk, Godefridus van Doorne, vraagt zich in een bijgevoegde verklaring af waarom Hans en Leonard met malcanderen soo worstelen? Uit het proces blijkt dat Leonard met de moeder van Hans getrouwd is geweest (ze was weduwe van haar 2e echtgenoot Peter Jansz de Groot). Het huwelijk met Hoevenaer is slecht verlopen, zo slecht dat Hans met een notabele somme van penningen over de brug moet komen om zijn moeder uyt sijn (Leonard’s) gewaldt ende wreetheyt te bevrijden. Dit heeft vooral bij Hoevenaer kwaad bloed gezet. Van Hans wordt door Leonard in het proces beweerd dat: Hans Craen socht mij tot een schelm te maecken, ende nu soude ick hem wel tot een dieff maecken[!] Leonard ziet en grijpt zijn kans als hij er achter komt dat Hans mogelijk een paar garven van de rogge oogst van zijn landerijen onder Cuijk, genaamd Reynen Sael en de Gemeynten98bij het huys, aan de korentiende heeft onttrokken. Uiteindelijk blijkt de ontvreemding van de tiende niet waar te zijn geweest en zijn bovendien de door Leonard gestelde borgstellingen waardeloos. Dit bij elkaar is voldoende voor de schepenbank te zeggen dat Leonard den bout op t’ hooft sal hebben te crijgen en veroordeelt hem tot het betalen van de kosten. Inmiddels was het wel december 1643 geworden! c. Op 16-10-164599, samen met Jacob Thijssen en Jacob Aelbers tegen Jan Verheijen, schepen van Cuijk. Verheijen had opdracht gegeven 16 schapen die op de meent van Cuijk werden vet geweid, volgens een privilege van Jan van Cuijck uit 1308100, in beslag te nemen en te verkopen. De eisers vragen een schadevergoeding van 8 gulden per schaap. Een bijkomend probleem in dit proces was dat de rechter (schepen) moest oordelen voor of tegen zichzelf (duplici causa) of met andere woorden, de man had 2 petten op! d. Op 19-4-1646101 tegen Hendrick Vorsterman in verband met het belasteren van zijn echtgenote Derrisken Ermers. Volgens Hendrick zou Derrisken in 1644 uit het huis van Jan Jacobs, waard te Velp, ongeveerlijck 15 of 16 stuyvers gestolen hebben, welke Maximiliaan Coeberch als betaling voor een vertering, op een schabelle102had neergelegd. Eerst tussen St. Victor en Kerst 1645 vraagt Hendrick aan de in het proces optredende getuige Teunis Peters op den Heuvel en Willemken Jans103wiens bier zij dronken en door wie het gebrouwen was. Na het antwoord dat het door Hans Craen was gebrouwen uitte Hendrick zijn hierboven genoemde beschuldiging. In de repliek van Hendrick beweert hij dat na de ontdekking van het verdwijnen van het geld, iemand voorstelde de cleederen uyt te trecken ende hun te laeten besoecken104,om alsoo de persoen te vinden, die de penningen stilswijgent hadde op ende na sich genoemen. De vrouw van Hans, bemerkend dat het gezelschap een onprettige houding aannam, zou toen met 'stucken ende brocken' het ontbrekende geld te voorschijn gehaald hebben. Hendrick ontkent er (juridisch gezien) schande (diffamie) van te hebben gesproken, wel het verhaal van de eerst verdwenen en later weer opgedoken penningen verder verteld te hebben. Ook de woorden dieffelijck gestolen heeft hij niet gebruikt, nee de genoemde getuigen praten Hans Craen naar de mond, aan wie ze door leningen en tapneeringe gebonden zouden zijn.
98
Meent Oraginv.nr. 117B 100 Op 20-4-1308 geeft Jan I zijn gemene gronden, begrensd door de Maas, de Peel en de Heerlijkheden Herpen (Ravestein) en Boxmeer, aan zijn onderdanen of ingezetenen in de dorpen Beugen, Sint Agatha, het noordelijk deel van Oeffelt, Cuijk, Linden, Beers, Escharen en Grave. In art. 40 van het Charter door Karel V in 1550 aan zijn Cuijklandse onderdanen verleend, staat vermeld dat het vee ongestoord in de gemeynt mag lopen op plaatsen waar niet geschut mag worden, maar schapen moeten ’s avonds en ’s nachts in hun kooien verblijven en mag men vier à vijf schapen op de gemeynt laten lopen. Na 15 augustus kunnen schapen en ander vee overal lopen 101 Orag inv.nr. 120 102 Tafeltje of kastje 103 Zijn echtgenote 104 Visiteren 99
25
genealogie craen-kranen
Hendrick is ook, met de jurist Gomes, van mening dat de accusateur in zijn eis de juiste tijd, plaats en omstandigheid van het delict moet noemen. Zo niet, dan is er sprake van een inept libel.105. In het weerwoord van Hans wordt dit laatste onderuit gehaald, want deze eis kan ook als een 'roede voor sijn eyghen billen' worden, want Hans vraagt slechts antwoord op de vraag of hij de beschuldigingen kan bewijzen. Dan is er nog een verklaring van Hendrick Crebbers, richterbode te Cuijk. Hij verklaart dat kort na de Sinte Martens106markt in 1644 in Cuijk, de beide betrokken heren bij hem verbleven. 's-Avonds kregen ze woorden tijdens een spelletje kaarten. Van het een kwam het ander tot Hendrick Hans verweet dat 'sijn vrou eenich gelt tot Velp had op genoemen'107. Hans vindt dat het achter de rug belasteren van zijn vrouw bestraft moet worden. In de ‘Naerdere Aenspraecke’ van Hans Craen, van 11 oktober 1646, vraagt hij aan de Schepenbank Hendrick voor zich te laten verschijnen 'bloots hoofts, barvoets en knielend' om te verklaren dat hij de vrouw van Hans ten onrechte belasterd heeft en dat e.e.a. door de 'Satan ofte Duyvels der Hellen' is ingegeven en hem te veroordelen tot het betalen van een boete van 100 gouden dukaten. Hieraan is af te lezen hoe belangrijk het was te goeder naam bekend te staan. Op 4-10-1649108tegen Gerardt van Wijck, zijn oom, daar hij van mening is dat hij, de echtgenote van Gerard van Wijck (Caertge), de kinderen van Peter van Ray en Dorothea Craen, Evert Volpers als weduwnaar van Jenneken Craen, recht hebben op een vierdepart in de nalatenschap van Hans Craen (I) en Anna Craen, hun overleden grootouders. Gerard en Caertge zijn op verzoek van Anna Craen, haar moeder, ook na haar overlijden ca. 1630 in het in december 1581 gekochte huis in de Rogstraat blijven wonen. Dit heeft geduurd tot Pasen 1644, toen het pand aan Anna de Quay, weduwe van Joost Vlemingh, werd geleverd. Over die 12 jaar zou Gerard huur moeten betalen. Daarnaast is er ook nog een onbetaalde rekening ter grootte van 23 gulden en 5 stuivers wegens geleverd bier. De hoogte van de huur wordt niet genoemd. Diverse vriendelijke verzoeken tot betaling, hebben tot nu toe, niets opgeleverd. Gerardt antwoord dat het bedrag wegens geleverd bier juist is. Echter, hij heeft een andere mening over eventueel verschuldigde huishuur. Dat hier een geschil is, ligt niet aan hem, maar aan Hans Craen, die niet tevreden was met een afrekening over de jaren 1632 -1642. Volgens die afrekening zou Gerard 78 gulden en 11 stuivers schuldig zijn. Dan heeft Hans Craen gedurende de jaren 1642-Pasen 1644 de zolder van het onderhavige pand in gebruik gehad à 12 gulden per jaar (zoals ook anderen daarvoor betaald hebben) In die tijd had Hans de brouwerij Achter de Marsstal overgenomen. Gerardt is zonder meer bereid volgens zijn eerder opgemaakte afrekening te betalen, onder aftrek van 24 gulden zolderhuur en enige reparatiekosten. De Schepenbank bepaalt dat partijen nogmaals voor Schepenen dienen te verschijnen ten einde een minnelijke schikking te bewerken. f.
Op 25-7-1654 spant Jacob Peters van Ray een proces aan tegen de erfgenamen van Gerardt van Wijck, een oom van Hans Craen, omdat hij van mening is dat zijn vader zaliger, Peter van Ray, echtgenoot van Dorothea Craen, benadeeld is door de koper, Gerard van Wijk, van het vierde part van het huis aan de Rogstraat109. Dit proces omvat heel wat papierwerk waaruit echter wel familierelaties duidelijker worden.
105 106 107 108 109
Smaadschrift 11 november Tot zich nemen, zich verschaffen, om er gebruik van te kunnen maken of het te behouden. Orag, inv.nr. 122 Zie informatie Rogstraat 30
26
genealogie craen-kranen
Kinderen uit het huwelijk met Derrisken: - juiste volgorde onbekend 1. 2. 3. 4.
Petronella Craen, volg V-b Johannes Craen, volg V-a, N.N., begraven 31-3-1628 in de kerk. N.N., begraven 8-8-1638 in de kerk.
27
genealogie craen-kranen
PERIODE ROERMOND
Uit de Gemeente Atlas van J.Kuyper afkomstig kaartje van de Gemeente Roermond (ca. 1865). Wat opvalt, is dat er zo weinig is veranderd in de omvang van de stad sinds de hier beschreven periode.
Enkele historische feiten110vóór, tijdens en kort na de hierna beschreven familie geschiedenis die een kleine indruk geven van het leven in Roermond 1632 Het overlopen c.q. verraad van Graaf Hendrick van den Bergh, Stadhouder van het Overkwartier en Graaf Warfusée, legeraanvoerders in de Zuidelijke Nederlanden, maken het voor de Staatse troepen gemakkelijk het Overkwartier in handen te krijgen. Na Venlo en Straelen wordt op 6 juni Roermond bezet. Als het aan Burgemeester Peter Bosman had gelegen, was e.e.a. anders verlopen! 1637 Na Venlo op 25 augustus, wordt Roermond op 3 september door de Spaanse troepen bezet. De Magistraat wordt gezuiverd van Staatsgezinden. 1638 Enkele arbeiderslonen: timmerlieden, schrijnwerkers, metselaars en leidekkers in eigen kost 16 stuivers, strodekkers in de kost 8 stuivers, opperknecht 6 stuivers in de kost en 12 stuivers zonder kost, wasvrouwen 6 stuivers, korenmaaiers 14 stuivers, het ‘bouwen’van een morgen land 2 gulden, zonder kost of drank, turfstekers 14 stuivers met drank. 1644
110
afkomstig van de webside www.historie.roermond.net/kalendarium
28
genealogie craen-kranen
Het wordt (opnieuw) verboden bruid en/of bruidegom, terwijl ze naar de kerk gaan, te gijzelen met de bedoeling ze geld of geschenken af te troggelen 1648 Vrede van Münster. Helaas betekende dat voor het Maasgebied geen einde aan onzekerheid, geschillen, oorlogsdreiging, doortochten en rekwisities (contributies). Vooral het Overkwartier bleef nog geruime tijd in onzekerheid leven in verband met art. 52 van het Vredesverdrag, dat bepaalde dat: 'het Overkwartier van Gelderlandt sal worden ghewisselt jegens een equivalent'. Ruiling van gebied dus, waar het nooit van gekomen is.111 1649 Gossen Dulcken, secretaris, en zijn vrouw Maria Spee stichten een weeshuis voor zes meisjes 1650 De torenwachter zal 14 stuivers per dag ontvangen, mits hij dagelijks met trompet of schalmei tussen 11 en 12 uur ’s-middags de bevolking wil vermaken 1651, 1652, 1653 Het gaat niet zo goed met Roermond : er blijkt zich nog steeds een bres in de stadsmuur te bevinden (1651), stadsdienaars maken zich meester van het overschot van een maaltijd op het stadshuis (1652), en wegens groeiende problemen moeten er accijnzen verhoogd worden (1653). 1655 De Magistraat verbiedt het schenken van wijn of bier aan schooljongens en andere minderjarigen112. 1657 Het wordt ieder verboden strodaken te leggen en de af te breken daken met leien of pannen te dekken 1658 In het Reglement voor de torenwacht wordt opgenomen dat hij ’s-morgens het lied: ‘Het daeget in den Oosten, het Licht schijnt overal’ op de trompet zal blazen. Ook moet hij een teken geven bij naderende troepen. De muur blijkt nog steeds niet gerepareerd, bij de bressen zullen schildwachten geposteerd worden. 1661 De Magistraat verordent dat mest niet langer dan drie dagen op straat mag liggen. Op 14 april wordt de parochiekerk Sint Christoffel plechtig tot Kathedrale kerk verheven. In verband met de grote hitte moet ieder voor zijn huisdeur een emmer water hebben staan terwijl de putmeesters volle waterkuipen met haken en brandladders bij de hand moeten hebben. 1662, 1663, 1664 In deze jaren krijgt de St Christoffel een nieuwe kap (1662), wordt er op de kap een nieuw verguld beeld van Sint Christoffel geplaatst (1663) en worden er nieuwe klokken voor de beiaard opgehangen (1664). 1665 Op zondag 31 mei om ca. 12.30 uur, brak de tweede grote stadsbrand uit. In 2 à 3 uur verbranden 800113 woningen, het Munster, de H. Geestkerk, Jesuiten, Carthuizers, Ursulinnen, Godsweerd, Noenhof, Clarissen (kloosters). De oorzaak was het afschieten van vreugdeschoten tijdens de processie ter gelegenheid van het feest van de Heilige Drievuldigheid. Of werd er vanwege de laatste Kermisdag geschoten? Op 24 juni besluit de Magistraat: ‘De huizen af te daken naar de straat en naar de andere zijde op de achtererven. Ieder moet met kanalen zijn achterwater straatwaarts leiden, waardoor separaties tegen brand zullen ontstaan. Hierdoor zal men geen loden goten behoeven te leggen, disputen over lichtschepping worden vermeden. In tijd van brand kan men dan van voor en van achteren blussen. Ook kan men huizen omver trekken.’
111
112 113
Voor meer informatie over dit onderwerp : Prof.Dr.W.Jappe Alberts : Geschiedenis van de beide Limburgen, deel II Het woord van koning Salomo: Er is niets nieuws onder de zon, blijkt nog steeds te kloppen. Althans volgens J.B.Sivré. Volgens A.F.van Beurden waren het er wel 1100!
29
genealogie craen-kranen
In de Donderdagse Protocollen lezen we onder meer: Den Edelen Magistraet belast alle deser Stadt borgers ende inwoonderen peerden ende haeren houdenden als oock de buytelingen114 in den Ruremundtschen Weerdt, item die van Rour ende Muggenbroeck inden naestcommende weke, mit elcker peerdt aen dese stadt twee daegen te dienen om den dreck vande straeten te vaeren, op datte alte samen voor palmsondagh, moegen sijn gesuyvert, den Edelen Magistraet geinformeert sijnde dat alnoch eenige uytgebrande ende ruyneuse muyren binnen dese Stadt herwaert ende derwaert overgebleven sijn, daer deur men vreest dat naerder ongemack soude cunnen gecauseert worden, gelijck men Godt betert nu onlancx mitterdaet heeft beproefft, soo wordt een ieder hiermede serieuselick vermaent, ende daer benevens expresselick geordonnert alsulcke muyren, ende oock de geenige die in merckbaer gevaer ende buyten loots staen, aff te breken ende soo te stellen, dat daervan ende uyt geenen schade ende ongevall en is te verwachten, op pene dat deselve muyren op hunne costen sullen worden affgebroecken, ende den schaede die middeler tijt bij faulte van dyen veroorsaect soude cunnen worden tot last vande huysinghe verhaelt sal worden boven eene pene van vijfftich gulden, 1666 In 1666 werd de stad opnieuw bedreigd door een ernstig gevaar115. Pest en buikloop (dysenterie) deden hun intrede. Op 14 april 1666 maakte de Magistraat bekend : 'alsoo het te bevreesen staet dat God Almachtich dese Stadt compt te besoecken mit contagieuse sieckten en al bereids in een huys en in 2 kelders diverse persoonen sijn gestorven116', 'daarom zullen twee personen op iederen hoek van de straat worden geplaatst die niemand in of uit laten gaan. In de bewuste straat lagen de besmette huizen van Hendrick Graeven en de kelder van Meerten van Ameren. De kelder van Jan Wyricx zal met planken worden afgesloten. Buiten de stad op de Holtgriend bij de Maas zal men hutten maken voor de zieken en nog andere hutten op het Hoogschoor voor de gezonde vertrekkenden uit de besmette huizen. Twee personen zullen aangesteld worden om de doden te begraven en de besmetten eten te brengen. Honden moeten worden opgesloten, katten afgemaakt en varkens mogen niet meer op straat komen. Hendrick Graeven, de Richterbode, die in de kelder van Overste Monson woont, zal in zijn eigen huis of op een gezondere plaats gaan wonen. (zie 16-7-1666) Gulikse onderdanen mogen niet in de stad verschijnen laat staan verblijven'. Hendrick Graeven117dient op 16 juli het volgende verzoek in: 'om zijn huis ingevolge het Reglement, te laten reinigen mit interventie vande dienstmaecht van wijlen den procureur Craen' Dit verzoek wordt toegestaan. De genoemde dame (Anna Gonaun) blijkt een goede indruk gemaakt te hebben tijdens de dramatische periode waarin het gezin Craen-Lockermans terecht was gekomen. Overeenkomst met de Moeder-verste van het klooster Godtsbongart over de behandeling van besmette personen Op heden den 16e April 1666 is tusschen den Eerentfesten Magistraet deser Stadt ter eenre ende Angela Cremers, Moedersse vande Conventualen vanden Godtsbongart ter andere sijden, geaccordeert dat het verdraech vande jaere 1615 wij insgelijcx het reglement vande belooninge vanden jaere 1615 van nu voor het toecommende sullen blijven in hun geheel ende inde periculeuse occasie118van desen tijdt bij soo verre noodich punctuelick onderhouden worden uytgenomen dat voorden aerbeyt ende verpleginge boven den cost betaelt sullen worden in cranckheyden soo wel van buycloop als van peste tot dat den crancken genesen
114 115 116 117 118
Buiten de poorten wonenden. Handschrift Van Beurden inv.nr.53, bl.135: de herbouw na 1665 te denken valt aan Catharina Craen-Lockermans, overleden begin april 1666 16-7-1666 Donderdagse Protocollen, Roermond dramatische situatie
30
genealogie craen-kranen
sal wesen acht stuyvers des daeghs ende in gemeyne sieckte des daeghs vier Stuyvers voor het visiteren ende oordelen oft peste is, ferthien Stuyvers voor eene overledene persoone te kisten als de susteren int huys sijn, vijfthien Stuyvers ende als wanneer de susteren niet int huys en sijn geweest dan alleen om te kisten gevoordert worden twintich stuyvers, ende in andere tijden sullen voort kisten hebben thien stuyvers gelijck tot noch toe geweest. Alsoo te bevreesen staet dat Godt almachtich dese Stadt compt besoecken mit contagieuse sieckten ende albereyts in een huys ende twee kelders diverse persoonen sijn gestorven daervan suspect wegende. Soo is bij den Edelen Magistraet geresolveert, dat bij provisie twee persoonen sullen worden gestelt aen eene ende andere hoecken vande straete waerinne staet het huys van Henrick Graeven ende den kelder van Merten van Ameren om te beletten dat imandt daervoor passere ende communicatie houden mitte persoonen daerinne wesende, wije mede dat aende selve persoonen sal worden belast hun te houden binnen t'huys, van alle gemeyne conversatie op pene van arbitrale straffe gelijck t' selve oyck sal geschieden van Jan Wijricx kelder, dat het huijs van Graeven tegens t'avondt met plancken sal worden toegemaeckt soo vensteren als deure, Alnoch is geresolveert, dat buyten dese Stadt onder naerder cant vanden Holtgriendt opden oever vande Maese hutten sullen worden gebouwt voor de siecken, ende noch andere hutten aende sijde van t'Hoochschoor naerde WindtmeuIen waer tot commoditeyt vande gesonde vertreckende uyt geinfecteerde huysen ofte kelders, dat twee persoonen sullen worden gestelt om de dooden te begraeven, ende van spijse ende andere nootdurft te besorgen ende te draegen totte geinfecteerde plaetsen, Dat op de putten sal worden omgesegt, dat een ieder sijne honden sal hebben opte sluyten, de catten quyt te maecken, de verckens vande straeten te houden, de affloopende zijpen119te oepenen, geenen leuter120off andere vuylicheijt opde straete uytte smijten, d'eerste reyse op pene van eenen Goltgulden, ende de tweede [reyse] op arbitraire121,
Henrick Graeven Den Edelen Magistraet uyt cracht van authorisatie van Sijnen Mat s Souverainen Raede in desen Vorstendommes ordonneert Henrick Graeven bode vande Cancelerije alhier promptelick te vertrecken uytten kelder vant huys vanden overleden Lieutenant Monsou voor den tijt van ses weken ende hem t'onthouden van alle conversatie der gemeynte ende tot dyen eynde retireren in sijn eygen huys, off andere affgesonderde plaetse daerover niemandt oorsaecke heeft van te klaegen, Den 19e Aprilis 1666 Het Hoff gehoort die gecommitteerde vande Magistraet deser Stadt, de welcke relateren, dat Henrick Graeven, bode van desen Hove, niettegenstaende hunne bevelen, uyt crachte vande authorisatie aen hun gegeven, refraictair122 blijft van daeraen te pareren, belast den selven nochmaels aende voors. Magistraet aenstondts te gehoorsaemen, hem inmiddels ende tot andere ordonnantie suspenderende123 vant exercitie van sijn bode ampt, Actum tot Ruremunde den 19e Aprilis 1666 Den 16e July 1666 : Henrick Graeven Den Edelen Magistraet permitteert den Supplianten bij provisie binnen te commen, ende sijn huys behoorlick te doen suyveren in conformiteyt vant Reglement tot sulcken eynde beraempt, ende dat mit interventie vande Dienstmaecht van Wijlen den Procureur Craen 1666-1669 119 120 121 122 123
afvoergoten afval aanklacht weerspannig, eigenwijs ontheffen
31
genealogie craen-kranen
De herbouw van de stad wordt voortvarend ter hand genomen, zodat eind 1669 het grootste deel van de schade was hersteld 1671 Herman Jansen, landmeter, ontvangt voor het afbeelden124der afgebrande en nog staande huizen, 12 rijksdaalders. Apothekers mogen geen medicijnen zonder recept afgeven. 1681 Op 23 juli verschijnt de Italiaanse Kapucijner pater en wonderdoener Marcus van Aviano in Roermond. Jonkheer Clant schrijft hierover dat er wel 40.000 mensen kwamen kijken en luisteren. Lammen en kreupelen konden weer lopen! Na afloop van de happening was de Markt bezaaid met krukken, doeken en windsels. Clant meldt ook nog dat de pater bewaakt moest worden omdat hem anders de kleren van het lijf gerukt zouden worden! Biechtvaders, Minderbroeders en andere priesters, moesten worden aangezocht om het grote aantal penitenten bij te staan. Genealogische- en verdere gegevens uit deze periode V-a Johannes Craen, geboren Grave (?) ± 1627, doop in Grave niet gevonden, waarschijnlijk gedoopt door de pastoor van Velp die er regelmatig op uittrok om in het protestantse gebied kerkelijke diensten te verlenen, overleden najaar 1665 te Roermond, naar we mogen aannemen ten gevolge van een besmettelijke ziekte her en der in Roermond ontstaan ten gevolge van de verontreiniging van de putten en pompen na de stadsbrand van eind mei, treedt in januari 1650 in Grave op als getuige bij het opmaken van een testament, hij moet toen dus meerderjarig geweest zijn. Uit processtukken d.d. mei/juni 1650 genoemd in het Signaat der Procedures etc. van 1647-1651125blijkt dat Johannes in dienst is bij notaris De Meijer in Grave. Diverse malen wordt namelijk vermeld: 'Craen loco De Meijer'. Op enig moment is hij naar Roermond vertrokken om in dienst te gaan bij notaris en procureur Maan. Notaris publius geadmitteert bij de Souvereine Raad en procureur bij dezelfde Raad en het Hoofdgerecht van het vorstendom Gelre te Roermond. tr. 2-11-1652 Catharina Lockermans, gedoopt 1-9-1630, begraven 10-4-1666, get. bij huwelijk: Henricus Bijl en Isabella Dijck. De admissie van Johan Craen is niet te vinden wegens het ontbreken van het Commissie boek uit de periode vóór 1665. Om toch een idee te hebben hoe zoiets in zijn werk ging volgt hieronder de admissie van zijn zoon tot het Notaris ambt in Venlo in het jaar 1682: COMMISSIE VAN NOTARIS VOOR JOHAN CRAEN126 Carel bij den gratie Gods Coninck van Castilien Hertogh van Gelre etc., allen de geene die dese tegenwoordighe sullen sien oft hooren lesen, saluyt, doen te weeten dat wij hebben ontfangen de supplicatie van Johannes Craen geboortigh binnen onse stadt Ruremunde uyt Catholicke, eerlicke ende wettige ouders, als were sijn vaeder geweest Notaris publicus geadmitteert bij onsen souverainen Raede gelijck bleecke uyt d’aldaer annexe patente ende Procureur aldaer, inhoudende hoe dat hij suppl. hem van jonghs aff in de Latijnsche ende Francoise Schoole begeven ende naerderhandt ten tijde van acht jaeren in de practique Judicie op de comptoiren van experte advocaten geexerceert hebbende, verhoopte te hebben bekomen de nodige bequamheydt om het officie van Notaris te connen exerceren ende bedienen, ende want op des
124 125 126
Zie zijn figuratieve kaart uit 1671 ORA Grave, inv.nr. 123-A, folio 248 e.v. Commissieboek Souverein Hof van Justitie te Roermond, periode 1665-1684, folio’s 122 vo,123 en 123 vo
32
genealogie craen-kranen
Suppliants handelinge ende conversatie met redene niet en viel te seggen , soo versochte ende bade den selven seer oodmoedelijck ten eynde om hem tot het officie van Notaris gelieftde te admitteren. Waeromme soo ist dat wij bij deliberatie van onse seer lieve ende getrouwe die Raede onses voors.Vorstendomb Gelre bij hun alvooren gehoort het rapport vande commissaris tot het examen vande Suppl. gecommitteert genegen sijnde ter Bede vande selve Suppl. hebben den selven Johannes Craen geadmitteert ende admitteeren overmits dese tot het exercitie ende bedieninge van t’ voors.officie van Notaris in onsen hertoghdommen van Gelre, in alle steden, plaetsen ende vlecken daer het hem sall goedtduncken ende hij t’selve sall willen exerceren. Mits dat hij gehouden sall sijn te doen den eedt dat hij int exercitie van t’ selve officie sall onderhouden ende hem reguleren naer d’articulen bij die van onsen Raede t’anderen tijde geconcipieert ende naementlick dat hij getrouwelijck t’genige bijgeschrifte sall stellen t’welck hem bij de partijen bevoolen wordt, ende daertoe hij versocht sall worden in presentie van twee getuygen dat hij maecken sall goedt ende rechtveerdigh Register ende Protocol van alle contracten, houwelixe voorwaerden ende andere acten die hij passeren ende ontfangen sall ende dieselve registeren naer d’ordre dat hij die ontfangen ende gepasseert sall hebben. Ende in t’ eynde van elck contract oft ander acte te teeckenen t’voors. Register, ende oock tot meerder verseeckeringe bij de twee getuygen laeten onderteeckenen om alsdan partijen behoorlijck instrument oft document daeraff te leveren dat hij geene obligatien gelooft en off contracten, alienatien oft andere acten ontfangen oft passeeren en sall van persoonen hem onbekendt tensie dat die getuygen gestelt in de voors. obligatien oft andere acten, luyden van een weerdigh van geloove hem bekendt sijn, ende dat sij affirmeren dat die persoonen sulxs sijn als sij hun lieden noemen ende tot desen eynde sall hij gehouden wesen t’selve te verclaeren in sijn instrument, seggende in tegenwoordicheyt van sulcke ende sulcke getuygen die geaffirmeert hebben etc. dat hij gehouden sall wesen in sijn instrument te schrieven die plaetse van het domicilie oft woonstede vande persoonen die eenige acten voor hem passeren sullen, dat hij voorts generaelijck het officie van Notaris oft Tabellioen wel ende getrouwelijck sall exerceren. Ende voorts all doen dat een goedt ende getrouw Notaris schuldigh is ende behoort te doen Des t’oirconde hebben wij den segell onses voors. vorstendomb Gelre aen desen brieff doen hangen gegeven binnen onse Stadt Ruremunde den 14. dagh vanden maendt May in den jaere ons Heeren 16 82 ende van onse Rijck het seventhienste. Op heden den 1.Juny 1682 heeft Johan Craen in t’ witte van dese genoempt, den eedt gedaen van wel ende getrouwelijck den Staet ende officie van Notaris ende Tabellioen127+ t’excerceren ende bedienen ende sulxs in handen van Heere Justinus van den Vekene, Ridder ende Raedtordinaris van sijne Mat s Souverainen Hove des vorstendomb Gelre etc. onderstondt mij present, was onderteeckent t’Winckel Uit dit huwelijk: (allen in Roermond geboren) 1. Maria Craen, doop 17-8-1653, get. Johannes Craen modo Goort van Swalmen en Odilia Schotten (=oma Lockermans i.c. 2e echtgenote Gillis Lockermans) 2. Ida Craen, doop 25-1-1655, get. Henricus Schaffers128en Mechtildis Lockermans (nicht van moeder Catharina, gedoopt 12-01-1631)
127
128
Mnl. tabellioen. Uit fr. tabellion. Van overheidswege aangesteld ambtenaar, die dergelijke werkzaamheden verricht als een notaris maar lager in rang is dan deze. Is gehuwd met Maria van Swalmen
33
genealogie craen-kranen
3. Joannes Craen, doop 27-11-1656, get. Theodorus Ermers (van Grave) modo Henricus Vorsterman129 (al weer een naam uit Grave130) en Sabina de Stemborn, overleden 21-3-1694 te Venlo, notaris (1-6-1682) en secretaris (19-4-1693) van Venlo, tr. 26-11-1688 met Anna Kistemaeckers, gedoopt 26-6-1667, begraven 10-10-1702 (w.s. overleden t.g.v.dysenterie epidemie). Anna was de dochter van Leonardus Kistemaeckers en Catharina Tabe. In 1948 is hun grafsteen gevonden met erop het familiewapen131. Helaas is deze steen niet aan de slopershamer ontkomen. Kinderen uit het huwelijk met Anna Kistemaeckers :
4. 5. 6. 7. 8.
a. Maria Catharina Craen, doop 2-2-1691, get. Antonius Pelgrom en Catharina Tabe, tr. 18-4-1713 Paulus de Paderborn (gedoopt 1-8-1690). Dit huwelijk is ontbonden op 18-6-1716 (zie daarvoor de desbetreffende processtukken) b. Johanna Craen, doop 7-2-1693, get. Martinus Kluesen en Ida Kistemaeckers loco Maria Buggenum uit Roermond (tante), begraven 7-4-1694 Leonardus Craen, doop 17-7-1658, get. Antonius Pelgrom (oom uit Venlo) en Henrica van Swalmen, overleden voor 17-1-1662 Anna Ida Craen, doop 23-8-1660, get. Joannes Wilhelmus de Cortenbach, erfvoogd van Roermond en Windelia van Linne, Leonardus Craen, doop 17-1-1662, get. Theodorus Lin en Gertruida Kluyt Joannes Jacobus Craen, doop 9-2-1663, volg VI, Isabella Craen, doop 4-1-1666, get. Joannes Ooms en Johanna van Oost. Isabella werd in droeve omstandigheden geboren : vader enkele maanden geleden overleden, waarschijnlijk als gevolg van een besmettelijke ziekte welke na de Stadsbrand regelmatig uitbraken. Moeder Catharina overleed in april daaropvolgend. Waarschijnlijk is Isabella in het kraambed overleden. Fragment van de kaart van Van Geelkerken uit 1654 De geschiedenis van de familie Craen in Roermond is nauw verweven met die van de familie Lockermans, die al geruime tijd woonachtig was. Al in 1482 is er sprake van een zekere Johannes Loickemans. Het kan zijn dat deze Johannes geen voorvader van Catharina Lockermans is geweest, dit geldt echter zeker wel voor Jelis Lockerman, die in 1559 wordt genoemd. Zoals blijkt uit de deel-genealogie Lockermans was hij de overgrootvader van Catharina. De vader van Catharina, Gillis, is lid van het Kremerambt en exploiteert een herberg in de Brugstraat. Mogelijk dat hij ook banden had met de handel via Maas en Roer want in zijn herberg, dicht bij de Roer, zullen ongetwijfeld regelmatig schippers zijn verschenen. Dit pand in de Brugstraat is op 2 mei 1637 in handen gekomen van Gillis Lockermans via beschudden (naasten):
129 130
131
zijn echtgenote heet Odilia van Lin als dit dezelfde persoon is als de Hendrick Vorsterman uit het proces in Grave, dan hebben ze zich duidelijk verzoend ! zie art. in Dagblad van Noord Limburg van 21-8-1948
34
genealogie craen-kranen
Judices Bosman et Mattheus Maroijen q. Dierick van Linne mit consent ende in tegen wordicheit sijner huysfrouwen Elisabeth Spee, ende heeft overgedraegen ende getransporteert seker huys inde Bruggstraete132ter eenre [sijden] des licentiaets et Secretaris Peter Bosman, ende ter andere sijden d’erffgenamen van Johan de Laet gelegen mitten achterliggenden schuyre, hoff ende plaetse, soo ende gelyck den vercooperen t’ voorschreven erffe in broederlicke deylinge is aengevallen133Aen Henrick Meijer134[ende] Jeheme Visschers eheluyden ende hunne erven, Edoch is in deser Hoofdgerecht geevaditioneert135alsoo Henrick mit sijner erster huysfrouw Elisabeth Valkenborch eene dochter Anneken genaempt, int leven behalden heeft, dat de selve dochter mitten kynderen van den tweeden bedde136mit Godes gratie verwecken, hoeffs gewijse inden voorschreven huys op- ende dependenten erffgenaem sal sijn. Ac suis omnibus Judex heredetavit.137 Judices Horpusch et Vande Smitsen q. Gielis Lockermans consensu uxoris ende heeft als bIoetverwandter beschudt seker huys gelegen in de Bruggstraet, twelck Derick van Linne den 27 Aprilis aen Henrick Meijer vercocht heeft gehadt, puterende de Cooppenn. volgens de coopcedulle138daerop den Godtsheller gegeven is te voldoen tot sulcken eynde voorderende Copie authentycq van deselve ende oock den oprechten Cooppenningen ende den termijn van betaelinge onder eyde te verclaeren, ende alsoo Henrick Meijer doorde gerichterboede Peter Stockmans hyertoe geciteert139ende voor antwoirdt heeft gegeven dat hij soude volgen. Ende vermidts hij nyet en verschijnde, heeft Gielis Lockermans tot dyen eynde geputeert140een ducaet en een stuck van 33 stuvers ende verner geputeert Henrick Meijers cost ende schadeloos te haelden, versoeckende alsoo hij geene huyre is hebbende, ruyminge van t selve huys, Ac sulsiudex heredetavit. Depost heeft Henrick Meyers int beschudt geconsenteert midts ontfangende sijne uytgelachte penningen Ac suis omnibus et judex hereditavit141 Wanneer Johan Craen zijn commissie kreeg voor het ambt van notaris en procureur is dus in verband met het ontbreken van het Commissieboek niet geheel duidelijk. In ieder geval in februari 1655 was hij in die functie benoemd zoals blijkt uit een stuk uit die maand: AGNES VAN ASSEL GENANT LOCKERMANS (1655) Compareerde op heden den 20. February 1655 voor ons onderschreven Schepenen Vande Winden ende Claessens als Commissarissen bijden Edelen Heuftgerichte daertoe gestelt in dato den 12 February de Weduwe Agnes van Assel, genaempt LOCKERMANS, geassisteert bij den Borgemeester Peter van Wessem ende bij Gerardt Spee, als Momboiren van haeren naergelaetenen onmundige kinderen ter eenre Ende Gillis Lockermans geassisteert met sijnen Schoonsoon den Procureur Craen, ende hebben t’samender handt gemaeckt eenen lesten142vande naergelaeten erfgoederen van hunne Schoonmoeder Lysbeth Schotten, hun achtergelaeten143.
132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143
de herberg annex wijntapperij toegedeeld in 1632 brouwer verschenen 2e huwelijk Hoofdgerecht V 27 april 1637 koopacte gedaagd rekenen, ramen, toerekenen Hoofdgerecht V 2 mei 1637 lijst (die helaas niet in dit archiefstuk aanwezig is) Hoofdgerecht inv.nr.470
35
genealogie craen-kranen
Een proces144waardoor we als het ware een inkijkje in de familie verhoudingen krijgen is dat waarbij o.m. Gillis tegen de scholtis in de persoon Willem Henrick van Randenraedt procedeert. De Scholtis heeft ambtshalve, wegens het ontbreken van wettige erfgenamen, een huis aan de Markt in beslag genomen alsmede enkele landerijen welke buiten de stad zijn gelegen. Dit onroerend goed was eigendom van wijlen Herman van Nunhem. De opponenten voeren het volgende aan : 1. de grootvader van Gillis Lockermans heette Paulus Paulsen of Pauwelsen, de broeder van de grootvader heette Jan Stoffers, alias Pauwelsen, die gehuwd was met Marije. Uit dit huwelijk werd Lijsbet geboren. 2. Lijsbet trouwde op haar beurt met een voerebelg uit Lotharingen met de naam Glaudy of Arnoldt. Ze kregen een dochter en gaven haar de naam Merije. 3. Merije huwde met Herman van Nunhem. Uit dit huwelijk werd Aret geboren. Dit echtpaar kocht het bewuste huis op de Markt en het land. 4. Merije stierf daarna, terwijl Herman een tweede huwelijk aanging. 5. Daarna stierf ook Aret, zonder erfgenamen na te laten Als getuige wordt eerst ondervraagd Mettel Lockermans, de echtgenote van Goort van Swalmen, haar wordt gevraagd : -
of ze Marie Glaudi of Arnolt heeft gekend, of Marie met Herman van Nunhem was getrouwd, of Marie Glaudi aan haar en/of aan Paulus Pauwelsen verwant was, of ze met overtuigende bewijzen haar getuigenis kan staven. Op 4-10-1657 wordt Mettel thuis ondervraagd, omdat ze ernstig ziek is. Haar getuigenis is als volgt :
-
dat ze Merrij Glaudi, de eerste vrouw van Herman van Nunhem, goed gekend heeft, want herinnert ze zich, ik heb de bruidsmeisjes uitgezocht, naast haar aan tafel gezeten tijdens het bruiloftsmaal en haar en haar moeder bruid (?) genoemd omdat ze naaste familie waren verder hebben ze altijd een nauw familie contact gehad, terwijl Merrij vaak wees op de afstamming van Pauwels Pauwelsen. Gillis Lockermans heeft nog meer getuigen, t.w. Lijsbet ingen Kat, Willem van Uffelt, Lijsbet ingen Reijx (Van Erckelant), Jan Claessen en de weduwe van Herman van Nunhem, Itgen Ceuninx.
-
Op 26-2-1658 worden deze getuigen ondervraagd : -
-
-
de verklaring van Jan Claessen komt er eigenlijk op neer dat hij geen weet heeft van familie relaties. Lijsbet ingen Reix (Van Erckelant) wordt bevraagd over hetgeen Herman zei, toen zijn kinderen ten gevolge van een besmettelijke ziekte gestorven waren t.w. 'Nicht Lijsbet, jij moet de voorrouw145dragen, Merije zegt dat jij het naaste familielid bent'. Lijsbet verklaart dat er inderdaad zoiets gezegd is. Bovendien werd er bij die gelegenheid gezegd dat Marie enkele jaren bij Baron van Uffelt als dienstmeisje heeft gewerkt en daarna, toen ze weer in de stad bij haar terugkwam, ongeveer 6 tot 7 weken bij Marie Lijsbet Quicken heeft verbleven. Verder heeft ze, op verzoek van Herman, haar zwager, in de begrafenis stoet van Aret meegelopen. Elisabeth ingen Cat verklaart Herman en Marie regelmatig op de Steenweg, waar beiden destijds woonden tegen gekomen te zijn. Marie noemde haar dan steeds nicht. De moeder van Elisabeth, Merij van Beul daarover bevraagd, vertelde dat ze de meun146was van Marie Glaudi. Itgen Ceuninx, de weduwe van Herman, verklaart dat Elisabeth ingen Reijx (Van Erckelant), toen ze, door het luiden van (doods)klokken gewaarschuwd, bij het lijk van Aret was gekomen op een hysterische manier schreeuwde : ' Och Here, is mijn neef Aret dood ?'. Itgen vroeg toen aan Herman waarom ze zo’n misbaar 144 145 146
18-10-1657 HR inv.nr.140, proces 968 d.w.z. vooraan in de begrafenisstoet lopen, gewoonlijk voorbehouden aan naaste familieleden Meun, moei : tante
36
genealogie craen-kranen
-
-
maakte, omdat ze tijdens zijn ziekteperiode, die wel een half jaar had geduurd, niet eenmaal op bezoek was geweest. Herman had toen nuchter geantwoord : 'Ze heeft de klokken horen luiden'. Verder verklaart ze dat Gillis Lockermans en Geurt van Swalmen niet als bloedverwanten, maar als kennissen, op de begrafenis van Herman waren uitgenodigd. Lisbet ingen Reijx (Van Erckelant) was wel familie, maar van familie betrekkingen met wijlen haar man Herman heeft ze nooit iets gemerkt. Willem van Uffelt, gehuwd met de dochter van Lijsbet ingen Kat, verklaart dat hij zowel vóór als tijdens zijn huwelijk naar Herman ging om zijn schoenen te laten repareren. Toen hij met Eefken was getrouwd, vertelde Herman dat zijn eerste vrouw Marie Glaudi nog familie was van Eefken. Op 8-3-1658 wordt er een uittreksel uit het huwelijks-en doopboek van Roermond overlegd. Daaruit blijkt dat : op 22-1-1615 zijn getrouwd Herman van Nunhem en Maria Glaudi, getuigen waren Willem van Nunhem, Stoffer Arets en Joannes Pauwelsen, kinderen uit dit huwelijk : op 8-12-1615 is gedoopt Arnold, get. Stoffer Driessen en Elisabeth Quicken, op 22-10-1617 is gedoopt Elisabeth, get. Jacobus van Erckelant en Margaretha Paulsen, op 1-11-1620 is gedoopt Claudius, get. Mathias Fijten en Catharina van Hingen uit naam van Catharina Poulsen. Het oordeel van Schepenen blijkt niet uit de stukken. Ook een notaris of procureur werd in die tijd wel eens beledigd of uitgescholden. Ook toen waren er mensen met ‘korte lontjes’. Het overkwam Johan Craen tijdens de procedure tussen Peter Deckers van Grathem en Heyncken Heynen: OVERGEDRAGEN DEN 25 NOVEMBRIS 1660 AENSPRAECKE ENDE CONCLUSIE VOOR JOHAN CRAEN NOTARIS ENDE PROCUREUR GEADMITTEERT BIJ DEN EDELEN HOVE VAN GELDERLANDT, GHEINJURIEERDE147ENDE CLAGER TEGEN HEYNCKEN HEYNEN, INJURIANT148ENDE GEDAECHDE Omme dese Aenspraecke inne te stellen ende de Conclusie hier onder genomen te funderen, soo wort geseyt onder alle behoirlicke ende gewonelicke presentatien, protestatien, ende andere beneficien, Exceptien ende remedien van rechten, Aenvanckelick dat den Cleger voor desen Eersamen Gerichte als procureur bedient is149den persone van Peter Deckers van Gratem in een processe t'welck hij is hebbende als Cleger tegen den voors. Heyncken, Gedaechde, In welcke saecke alsoo den Gedaechde door sijn uytblijven150 was gecondemneert in de costen van eenen gerichtsdach, heeft den Cleger den Gerichtsbode aengesocht tot executie, mits den Gedaechde verscheyden reysen in vrindschap aengemaent sijnde, de selve niet en betaelden, Ende alhoewel den Gedaechde niet en was geoirloft den Cleger daer over t'inquieteren151, veel min t'injurieren152, aengesien hij was doende t'gene sijn debvoir153vereyscht, ende daertoe hij van officie wegen verplicht was, Heeft den selven Gedaechde hem nochtans soo verre te buyten gegaen, dat hij den Cleger in presentie van verscheyde eerlicke luyden heeft gescholden, groffelick geinjurieert , ende groote versmaedelickheyt aengedaen,
147 148 149 150 151 152 153
Beledigde (partij) Beledigende(partij) Gediend heeft Wegblijven lastig vallen beledigen plicht
37
genealogie craen-kranen
Als namentlick den selven Cleger scheldende ende voorwerpende (alles cum venia)154dat hij were eenen honsvot155, leugenaer, dat hij hadde ingestelt eene clachte, ende al t'gene dat hij daer inne hadde gestelt dat hij dat liechde, ende een koekont stote u een ooge uyt, etc., Welcke onlijdelicke injurien ende versmadelickheden voor den Clager onmogelick sijn om te lijden, want hij sijnde in publijcke officie van een Notaris die verthoont ende heeft de plaets van twee personen van goeden naem ende fame, Juxta Bald. in L. quomam de probat, Wie insgelijcken van procureur van den Souverainen Hove van Gelderlandt, waerinne oock niet toegelaeten is, oft mach geschieden eenige bedriegerie oft leugenen mit haeren wete voor te brengen, Hebbende den Cleger oock altijt gestaen tot goeden name ende fame, daer op mit redenen niemant en can seggen, die hem oock veel liever is als al t'goet vande werelt, Sulx dat hij door de voors. onlijdelicke Injurien ende versmaedelickheden in groot bedencken bij ieder een gestelt, ende om van iemant tot eenige bedieninge aen te nemen oft te versoecken soude worden gheschout tot sijnen grooten schaede ende ruyne, weshalven den Cleger de selve ter herten treckende daer over heeft geprotesteert in presentie van verscheyde personen op den 21e Octobris deses jaers 1660, Ende mit eenen den Gerichtsbode sijne gerechticheyt gegeven om den Injuriant tegens den naesten Gerichtsdach te dagen, ten eynde hij soude comen sinen overgegeven alsulcke aenspraecke ende Conclusie als hij daer bij soude nemen, Ende gemerckt nu sulcke lasteringen ende versmaedelickheden staen tot groote straffen in gevolge vande Landtrechten pag. 256156art. 2157et 3158, Item pag. sequentie159art.11160, Concludeert ende Contendeert den Cleger mits de voors. ende andere redenen Ampts oft rechtswegen hier toe te voegen ten eynde den Gedaechde gecondemneert sal worden te Compareren voor den Gerichte, blootshoofts ende berrevoets, ende aldaer in presentie vande gene hij de voors. schelt ende versmaedelicke woorden heeft gesproken, te verclaeren dat hij op den Cleger niet en weet te seggen, dan eere ende deught, ende dat sulx is geschiet mit haeste ende hefticheyt, den selven Gedaechde daer toe condemnerende mitsgaders in eenen boete van 100 Rijxdalers voor beteringe vande eere ende geleden smaet vanden Cleger tot sijn dispositie, Oft andersints in alsulcke andere straffe ende boete als t' Gericht naer exigentie van saecke sal vinden te behooren den heere in alles sijn recht voorbehoudende, Maeckende mede expressen Eysch van alle costen161
154 155
156 157
158
159 160
161
met verlof hondsvot : verachtelijke kerel; ellendeling, gierig, schriel, krenterig (mans)persoon; het was kennelijk een gewild scheldwoord; straks zien we dat in Obbicht de (v.m.?) jagermeester van de baron dit scheldwoord te pas en te onpas gebruikt. hier maakt Johan Craen een fout: het moet zijn pag.356 (en 357) pag. 356, art.2: ‘Ende is die lasteringe ofte smadelickeit groet ende seer groff, wordt daerenboven arbritralick gestraft, naer gelegentheit van der sake, ten goetduncken van den gerichte’ pag. 356, art.3: ‘Indien alsulcke lasteringe oft smadelickeit gebuerde tegens ein persoen, die in aensienlicke dienste waere van ein prince, onderheer, ofte vande stadt, oft andersints van goeden geslachte, eer, ende ansien, solde der lasterer vallen in dobbel bruecke, ende bovendem gestelt worden te water ende broet, oft anderssints naer goetduncken van 't gericht’ volgende (pagina) pag. 357, art.11: ‘Maer soe die lasterlicke, oft versmadelicke woorden geine gemeine injurie, oft versmadelickeit mede en brochten, maer groetelick die eere, goeden naem en faem des gelasterden raeckten, als daerduer hie in groet bedencken, in last ofte lijden moghte comen : Soe en solde der lasterer, mit alsulcke verclaeringe niet volstaen, maer tot sulcke beteringe, ende bruecken staen, als 't gerichtsolden vinden te behoiren’ SB Swalmen-Asselt, toegang 01.010, inv.nr.39
38
genealogie craen-kranen
Johan Craen en Catharina Lockermans lenen162in juli 1660 van Jan Wijricx, op hun huis in de Schoenmakersstraat163, dat gelegen is tussen de erven Jan van Lierop aan de ene, en dat van Derick van Oest aan de andere zijde, een bedrag van 200 rijksdaalders tegen 6 % per jaar. Coram Judices et Scabinis Doctor Vande Winde ende Claessens is gecompareert den procureur Johan Craen mit consent van sijne huysvrouwe Catharina Lockermans.(: soo hij verclaerde :) et vendidit transportanitque aen ende op sijn Huys gelegen in de Schoenmaeckersstraet tusschen d’erffgenaemen van wijlen Jan van Lierop ter eenre, ende d’erffgenaemen van wijlen Derick van Oest respective behuysingen ter andere sijden, sijnde los ende vrij, eene Jaerlicxse rente van 12 Rycxdaelers, alle jaeren te vervallen op den dach van St. Jacob wesende den 25e July, waer van d’eerste jaer betaelt sal moeten worden in den toecommenden Jaere 1661 Redimento quotiecumque mit eenen alinge somme van 200 Rycxdaelers, mits sulcx een halff jaer te bevoorens opseggende, Aen Meester Jan Wijrics, Alitgen Buntgens sijne huysvrouwe ende erven, Et tali conditione judex hereditavit.164 In januari 1662 leent165het echtpaar opnieuw op onderpand van hun huis in de Schoenmakersstraat van Everhard Melis een bedrag van 107 rijksdaalders tegen een jaarlijkse rente van 20 gulden (= 6 %) . Coram Judices et scabinis Vande Winde ende Siceram comparuit den Notaris ende procureur JOHAN CRAEN, ende heeft (:consensu uxoris uti aiebat166ende ons bij haer eygen handt heeft getoont:) opgedraegen ende overgegeven aen Everardt Melis ende Catharina Meerts eheluyden ende haere erven, eene rente van 20 guldens tegenwoardige lopender weringe jaerlicx, aen ende op sijn huys ende erve, gelegen in de Schoenmaeckers straet, ter eenre d’erffgenaemen van Jan van Lerop zaliger, ende ter andere Jan van Oest, sijnde belast met 200 Rycxdaelers, capitael aen meester Jan Wijricx sijne huysvrouwe ende erven, tegens 6 procent jaerlicx sonder meer, Ende voorts genadelick sijne gereyde ende ongereyde goederen, waer van den eersten pacht sal verschijnen op HH dry Coningen des jaers 1663, ende soo voorts van Jaer tot Jaer totte aflossinge toe, die ten allen tijden mits een HaIff jaer te vooren op te seggen sal moegen geschieden, mit de somme van 107 Rycxdalers, et tali conditione167,Judex heredetavit.168 Gevolgen van de stadsbrand In het najaar van het jaar 1665, was het oktober of november, in ieder geval voor 4 december, de datum is in het Kerkelijk begrafenisregister niet exact te achterhalen, sterft Johannes Craen op de leeftijd van circa 37 jaar, naar we mogen aannemen ten gevolge van een besmettelijke ziekte. In 1665 en 1666 zijn ten gevolge van de stadsbrand van 31 mei 1665 en de verontreiniging van putten en pompen regelmatig contagieuse siecktes uitgebroken. Begin april 1666 sterft Catharina, wellicht heeft de geboorte van haar jongste kind, Isabella, haar zo verzwakt dat ze onvoldoende weerstand had. Op 10 april wordt zij begraven op de leeftijd van 35 jaar. Johannes is amper overleden of Procureur Gerardt Dominicus Clant169gaat namens Jan Wiricx procederen170tegen de weduwe en erfgenamen van Joannes Craen in verband met de schuld van 200 rijksdaalders. De weduwe en erfgenamen worden bij verstek veroordeeld tot betaling, met de kosten ad. 14 gulden en 15 st.(bb)
162 163 164 165 166 167 168 169
170
27-7-1660 HR overdracht VII 58-vo Zie ook : overdracht V 56 d.d. 15-4-1632 Hoofdgerecht VII-58-vo, 27-7-1660 20-1-1662 HR overdracht VII 84-vo Met instemming van zijn echtgenote zoals hij verklaarde Op (en soms met) zodanige voorwaarde Hoofdgerecht VII-84, 20-1-1662 Gerardus Dominicus Clan(d)t is Jhr en Heer van Westerdaal, Langewolt, Lamotte en Aengenbroeck, zie Overdracht 318, jaar 1674 4-12-1665 HR uit inv.nr. 66
39
genealogie craen-kranen
Everhard Melis wacht iets langer, tot een maand na het overlijden van Catharina Lockermans, maar ook hij probeert171het door hem op 20-1-1662 geleende bedrag van 107 rijksdaalders + 30 gulden vervallen rente, met als onderpand het huis in de Schoenmakersstraat, terug te krijgen. Eerst probeert hij het bij Gillis Lockermans, bestevader172 van de minderjarige kinderen. Deze weigert echter de boedel te aanvaarden. Daarom vraagt Everhard aan het Hoofdgerecht toestemming de huisplaats te mogen verkopen. Het Hoofdgerecht geeft hem die toestemming, verwijzend naar pag. 84/85 , art. 1 en 6 van de Stadt en Landrechten. Everhard Melis, heeft ten overstaan van Scholtis en Schepenen verklaart173dat hij bezit heeft genomen van de huisplaats, aan de Schoenmakersstraat, welke toekwam aan de minderjarige kinderen Craen. De huisplaats ligt naast die van Gerard Fabritius aan de ene en Meester Lambert van der Vooren174aan de andere kant. Aan het slot van deze overdracht staat deze merkwaardige zin: 'mit graeven in den hoff, eeten ende te drincken, ende andere solemniteyten175 daertoe gerequireert176' Gillis Lockermans verkoopt met toestemming van het Hoofdgerecht177op 15 oktober 1666 een huisplaats in de Schoenmakersstraat, gelegen tussen die van Gerard Fabritius en Jurgen Alestein, aan Adam Haps, ten behoeve van de crediteuren van wijlen de procureur Craen, voor een bedrag van 90 gulden. De huisplaats was vrij op 200 rd aan Jan Wyricx en 107 rd aan Everhard Melis na. Dit laatste bedrag is vreemd in het licht van het feit dat de andere huisplaats aan Everhard is toegewezen Volgens vonnis178van 18-1-1667 en de constitutiebrief179van 19-9-1665 worden enige percelen van Johannes Craen overgedragen aan Johan Scheers, rentmeester. Het gaat om: 1.
83 roeden akkerland in het Wijlervelt
2.
137 roeden in het Voorvelt, in vruchtgebruik bij Gillis Lockermans
3. 112 roeden in het Swaervelt, dit perceel is vermoedelijk laatgoed van de Hof te Asselt, en daarom (nog) niet overgedragen. Dominicus Clant treedt op namens Johan Wyricx en Meeuwis Jansen180tegens Gillis Lockermans en het voormalige dienstmeisje van Joannes Craen, Anna Gonaun181, om rekening en verantwoording af te leggen over wat zij weten met betrekking tot de nalatenschap van Joannes Craen. Op 13 juni 1667 verschijnt voor de commissarissen Pollart en Van Afferden Anna Gonaun. Zij verklaart nog 25 rijksdaalders tegoed te hebben. Ze heeft 4 jaar voor de familie gewerkt, de eerste 3 jaar voor 6 rd en het laatste jaar 7 rd, buiten haar toebehoor182. Voorts heeft ze kosten gehad voor schoenen, kousen, schouderdoeken, 4 el fijn doek en 2 hemden. Op verzoek van de weduwe en de familie heeft ze haar en de kinderen nog 9 weken gediend. In die tijd van schoiwelijke crancheyt heeft ze zowel in het huis in de stad als in het pesthuis buiten de stad gewerkt. Na het overlijden van de weduwe heeft ze nog een week in het
171
172 173 174 175 176 177 178
179 180 181
182
11-6-1666 HR inv.nr.145, proces 1140
Grootvader 30-9-1666 HR overdracht VII 192 Hij is chirurgijn-majoor (hoofd GGD) van Roermond Plichtplegingen Vereist 18-1-1667 HR overdracht VII 195-vo/196 20-1-1667 Schepenbank Swalmen-Asselt, toegang 01.010, uit inv.nr.19 (RAL)
Brief waarin het e.e.a. wordt ingesteld en/of vastgesteld, mogelijk i.v.m. het overlijden van Johannes Craen ??? 2-5-1667 HR uit inv.nr.470 (de nalatenschap van Johannes Craen) Anna Gonaun,ook Gonnoch, blijkt op 15-10-1677 gehuwd te zijn met Hans Peterschot, zie : Overdr. 318, folio 142/+vo Kost en inwoning
40
genealogie craen-kranen
41
sterfhuis gewerkt om alles op te ruimen en te reinigen. Voor die in totaal 10 risicovolle weken claimt ze nog 10 rd. Van dit bedrag heeft ze nog van de weduwe 3 rd ontvangen. Uit het sterfhuis heeft ze met toestemming van de magistraat meegenomen 1 bed, 2 kaarsen, 2 kussens en 1 peluw. De waarde hiervan wordt op 9 rd geschat. Wat weet ze verder van de roerende en onroerende goederen uit de boedel? Ze herinnert zich van de weduwe begrepen te hebben dat ze van een zekere Dr. Vande Water uit Nijmegen nog 12 rd tegoed had. Van Grave is er een partij planken gekomen ter waarde van 16 rd. Dit hout is door Lockermans voor zijn huis gebruikt. Vrouw Lockermans heeft 4 of 5 dagen na de dood van de weduwe, 9 rd uit het huis meegenomen. Na het overlijden van Joannes Craen zouden er ook nog wat meubels naar huize Lockermans zijn gebracht. Ook de halfman in Asselt183heeft wat gekregen: 2 paar haardijzers met dikke koperen knoppen, 1 koperen luchter en stel kleine haardijzers, een beddepan, een ijzeren braadpan met een koperen handvat. Craen bracht overigens de halfman voor bewezen diensten niets in rekening. Naar Venlo is er ook nog wat meubilair gezonden zoals tinwerk, spiegels, gouden ringen en zilveren bekers. Hier in Roermond zijn verkocht 2 zilveren zoutvaatjes ter waarde van 14 rd. Naar Grave zijn gegaan 1 bed, 6 paar fijne lakens, 6 paar kussentijken, 24 damasten servetten en een zijden doopjurk. In het sterfhuis zijn gebleven: meubilair, 4 paar lakens, 3 paar kussentijken, 2 tafellakens, 8 dameshemden, kinderhemden, een oud bed, haren kleedjes, 2 tabberts184, 1 plooi rok, 3 lijfjes, een grijze rok, 1 kleed, gordijnen van het bed van Craen, 1 tafelkleed, 15 à 17 pond garen, boeken, 4 tinnen borden, 4 ketels e.d., en ook nog tafelkisten en ledikanten, etc. Dan is het de beurt aan de familie Gillis Lockermans. Na verschillende aanmaningen verschijnen eindelijk op 5 juli 1669 Gillis Lockermans, zijn echtgenote en zoon Derick voor de commissarissen Pollart en Van Afferden. Hen worden de volgende vragen voorgelegd, en dan eindelijk op 30 september 1669 volgen hun antwoorden: de gestelde vragen:
Odilia van Asselt, ook Gillis Lockermans, oud Derick Lockermans, genaamd Schot(ten): ongeveer 73 jaar 185 , oud 26 jaar, verklaart: verklaart als volgt:
1.Is Gillis wel bereidwillig genoeg geweest curator Geelen te helpen de boedel in het sterfhuis te verkopen ten behoeve van de schuldeisers?
1.Haar man was zeker bereid procureur Geelen als curator ter wille te zijn, echter op voorwaarde dat de familie in Grave (in feite dus Hans Craen) mee wilde doen. Er kwam echter geen reactie uit Grave, ondanks
183
184 185
1.Helaas kwam er geen bericht uit Grave, anders was alles wat soepeler en sneller verlopen,
1.Zijn vader was zeker bereid volledige medewerking te geven, mits vader Hans Craen gelijk mee zou doen,
Het betreft Geurt Quiten; deze is gehuwd met Mettel Cuypers, mogelijk zuster van de weduwe Sacré (Anna Cuypers) Toga’s De leeftijd klopt aardig, immers hij is geboren in 1597
genealogie craen-kranen
42
de brief die naar Grave werd gestuurd, 2.Dit ontkent hij 2.Is Derick namens zijn vader naar het kantoor van Craen geweest om de weduwe Sacré186 aan haar papieren te helpen?
2.Haar zoon heeft samen met Geelen ten huize van de Kanselarij bode Graeven naar papieren gezocht. Pas nadat Anna de sleutels overhandigde 3.Idem werd het zoeken vergemakkelijkt, 3.De weduwe Sacré was hier ook bij aanwezig, van de schoonzoon weet ze het niet, 4.Idem
3.Waren daarbij ook aanwezig de bewuste weduwe, haar schoonzoon en Anna, het voormalige dienstmeisje, die de benodigde sleutels bij zich had? 4.Werd daarna alles weer toegesloten en nam Anna de sleutels weer 4.Het kantoor en de kasmet zich mee? ten werden weer toegesloten terwijl de sleutels 5.Klopt het ook dat De- weer door Anna werden rick daarna naar Anna is meegenomen, gegaan om de sleutels te 5.Nadat Gillis en Geelen vragen met de bedoeling door het Hoofdgerecht alles in huize Locker- resp. tot voogd en curamans op te slaan? En tor waren benoemd, wiens idee was dat? wilde Geelen de kantoor inventaris in zijn bezit hebben. Overleg leidde er uiteindelijk toe dat het 6.Is dit plan ook op de huis van Lockermans de avond van die bewuste bewaarplaats zou wordag uitgevoerd? den, 7.Hebben ze bij die gele- 6.Ja, het is volgens afgenheid de sleutels aan spraak bij haar thuis geAnna gevraagd? bracht, waar alles nu nog te vinden is, 7.Inderdaad, dezelfde avond zijn de sleutels door Anna gegeven om de papieren te kunnen 8.Heeft Anna na enig zoeken waar de weduwe aandringen de sleutels Sacré dringend om verdezelfde avond overge- legen was, dragen? 9.Hebben ze toen in afwezigheid van de curator, de kasten en koffers opengemaakt? 10.Hebben ze bij die gelegenheid papieren ge-
186
8.Geelen was die avond niet thuis, daarom zijn de sleutels pas de volgende dag overgedragen, 9.Dit is niet gebeurd,
2.Uit naam van zijn vader is hij samen met Geelen naar Hendrick Graeven geweest om de papieren voor de weduwe Sacré te zoeken, die werden echter niet gevonden, 3.Aanwezig waren de weduwe Sacré, haar schoonzoon en Anna, die de sleutels meebracht,
5.Dit is juist,opdat met 4.Na het zoeken werd alhun goedvinden alles les weer toegesloten en veilig bewaard zou zijn Anna nam de sleutels weer mee,
6.Juist
5.Zijn moeder heeft hem gevraagd Geelen te vragen om de kantoor inventaris naar hun eigen huis te laten brengen, omdat het daar beter bewaard zou zijn,
7.Niet juist
6.Daarop heeft hij van Geelen toestemming gekregen de papieren thuis te bewaren, 7.De weduwe Sacré zat 8.Idem dringend verlegen om de papieren, zodat ze ervoor zorgde dat Anna de sleutels uit handen gaf, ook 9.Niet geopend in afwe- Geelen moest gevraagd zigheid van Geelen, worden, hij was echter niet thuis, 10.Idem 8.Daarom is er geen visitatie geweest. De volgende dag, een zondag 11.Geelen heeft de sleu- heeft hij de sleutels bij tels nog steeds in zijn be- Geelen afgegeven, zit, 9.In afwezigheid van Geelen is er niets gebeurd,
De weduwe heeft als meisjesnaam Anna Cuypers, zie Overdr. 318, folio 15vo+16
genealogie craen-kranen
zocht en zo ja, meegenomen? En waar is een en ander gebleven? 11.Zijn pas daarna, nadat de weduwe Sacré haar papieren gekregen had, de sleutels aan de curator overgedragen? 12.Welke roerende goederen heeft de familie Lockermans, uit het sterfhuis afkomstig, onder zich en welke erfgoederen, in of buiten dit Vorstendom gelegen, zijn er nog?
43
10.Er zijn geen papieren 12.Verwijst naar het ant- 10.Dus er zijn geen paweggehaald, woord dat zijn vrouw al pieren verdwenen, heeft gegeven 11.Pas toen Geelen erbij was werden werden de kasten geopend en de gezochte papieren aan de weduwe Sacré gegeven, 12.Op het aanhangsel sub 1 een opgave van de goederen welke Gillis in vruchtgebruik bezit en eigendom zijn van de weeskinderen en sub 2 een lijst met erop de meubels waarvan Anna al een opgave heeft gedaan, en sub 3 een opgave van de spullen die naar Geurdt de halfman in Asselt zijn gegaan en sub 4 de meubels die voor het sterven van Catharina zijn gekomen en sub 5 187 een lijstje met de zaken die naar Grave en Venlo zijn gegaan
11.Geelen had dus al eerder de sleutels, bij hun thuis werden toen de papieren voor de weduwe gezocht en haar gegeven, 12.Samen met zijn ouders heeft hij de bijgevoegde bijlagen ingevuld
Bijlage 1, de onroerende zaken volgens opgave van Gillis Lockermans: 1. in vruchtgebruik in Swalmen 2 morgen en 31 of 32 roeden, Craen heeft van Schevens 100 pattacons op dit land geleend 2. aan onze dochter, haar oom Derick van Swalmen en zijn vrouw Greten Huiskens bij erflating uit het land gegeven 50 gulden 3. ook heb ik een erfpacht ter grootte van 44 gulden 6 st. en 1 oortje op het land in Swalmen afgelost 4. dan heb ik nog 231 guldens gekregen voor de helft van een huis bij de Muerkens poort 5. in Heel ligt 5 morgen land dat 1 malder rogge opbrengt 6. aan onze dochter komt een deel van een lening aan Puil van 300 gulden, ter waarde van 100 gulden geheel en van de rest haar 3e deel 7. enkele stalen188land bij het Swartbroek, waarop ik 18 goud gulden heb afgelost, 1/3 betreft onze dochter 8. ook komt onze dochter toe 50 gulden van een lening van 100 gulden aan Jonker Hertevelt Bijlage 2, de roerende zaken die de maeght in het sterfhuis heeft gelaten volgens Gillis Lockermans: Deze opgave is gemaakt op 6-6-1666 van de overgebleven inventaris van keuken, slaapkamers en overige kamers
187 188
ontbreekt 1 staal = 318 m2
genealogie craen-kranen
Bijlage 3, de roerende zaken die naar Geurdt de halfman in Asselt zijn gebracht volgens Gillis Lockermans: Dit is een opgave van vnl. keukenspullen. Bijlage 4, de roerende zaken die naar ons huis zijn gebracht volgens Gillis Lockermans: Voor de dood van onze dochter zijn bij ons gekomen een koffer met onbekende inhoud, later bleek er een mantel, een rode rok en een bovenkleed met mouwen in te zitten. V-b Petronella Craen, geboren Grave (?)± 1630, ook haar doop in Grave niet gevonden, waarschijnlijk eveneens gedoopt door de pastoor van Velp, begraven Venlo 5-3-1684, tr. 1-2-1657 Anthonius Pelgrom in Venlo, gedoopt 25-8-1623 te Venlo, zoon van Mathis Pelgrom en Anna van Lith, begraven 12-3-1699 get.bij huwelijk Gijsbertus Pelgrom (broeder bruidegom) en Petra Quirijns. In 1674 vertrekt het echtpaar tijdelijk naar Horst189, met behoud van het burgerschap.190Anthonius was Raedtsverwant in Venlo, Uit dit huwelijk: 1. Odilia Pelgrom, doop 28-11-1657, get. Hans Craen uit Grave, d.m.v. Gisbertus Pelgrom en Anna van Lith, weduwe van Matthijs Pelgrom, dus oma 2. Matthias Pelgrom, doop 13-3-1659, get. Gijsbertus Pelgrom en Catharina Lockermans d.m.v. Anna van Lith 3. Anna Maria Pelgrom, doop 2-1-1661, get. Johannes Reipkens d.m.v. Gijsbertus Pelgrom en Margaretha van Munster 4. Theodora Pelgrom, doop 25-8-1663, get. Joannes Craen (Roermond) en Anna van den Post, weduwe Lom, d.m.v. Maria van Lom De voogdij over de wezen Na het overlijden van Johannes Craen en Catharina Lockermans hebben de grootouders Lockermans de achtergebleven wezen in huis genomen. Tenminste dat is het idee geweest. Het hierna volgende Redenen van Excusatie van Anthoni Pelgrom lijkt er echter op te wijzen dat de wezen eerst enige tijd in Grave, weg van de ellende in Roermond, zijn opgenomen bij hun grootvader Hans Craen. Wellicht waren daar de geldopnames voor bestemd ? Omdat Hans inmiddels 60+ was, heeft hij naarstig gezocht naar een definitieve oplossing van de opvoeding van de kinderen. Die wordt gevonden door de benoeming van de grootvader van moederskant, Gillis Lockermans en Anthoni Pelgrom voor vaderskant te benoemen tot voogden van de wezen. Anthoni pruttelt tegen, hij heeft al zoveel om handen…….. Als toeziend voogd is benoemd Antonie Pelgrom, de oom van vaderskant. Echter die taak lijkt hem te zwaar te vallen, want hij dient in de maand december 1667 bij schepenen van Venlo het volgende verzoek tot ontheffing van die taak in : Redenen van Excusatie191voor Anthoni Pelgrom Alsoo mijne Heeren Borgemr ende Schepenen deser Stadt Venlo belieft heeft dese neffens gaende missive ende de Supplicatie van Gillis Lockerman aen den Ed. Heuftgericht gepresenteert, aen mij gecommuniceert hebben, UE niet willen verhalden dese mijne redenen van excusatie te proponeren,
189 190
191
Waarschijnlijk in verband met het familiebezit aldaar Zie blz.119 ‘Huldeblijk’ t.b.v.J.J.M.H.Verzijl Verontschuldiging
44
genealogie craen-kranen
Eerstelick datte minderjaerige kinderen van Wijlen den Procureur Craen, binnen de Stadt Grave van hunnen grootvaeder Hans Craen inde Roomsche Catholijcke religie opgetrocken in cost, dranck ende kleederen, eerlick naer hunnen staet ende gelegentheyt werden gealimenteert, Dat in conformiteyt van Stadt ende Landrechten pag. 47 art. 2192den legittimen ende natuerlicken grootvaeder vande minderjaerigen kinderen tot der selven momboirgie 193naerder is als eenen aengehylicden Oom, Dat hij actie hebbende op sijnen swaeger Craen zal[iger] ende d’onmundighe, de selve tegens de momboirs sal moetten institueren194, Dat hij vanden Ed. Heuftgericht der Stadt Ruremunde momboir van d’onmundighe kinderen bij wijlen den Raedtspersoon Joannes Reipkens ende sijne suster zal[iger] Anna Pelgrom195naergelaeten, gestelt, ende alles privativelick (vermits hij van sijnen mitmomboir gerne assistentie is hebbende) moet dirigeren, Dat hij als Procureur sijnde van dese Stadt ende des Ampts Kessel, oock den Heere Scholtis huius loci196in alle criminele ende breuckachtige197saecken bedient daermede, en de voorgeallegeerde funcktien soo veel occupatie is hebbende, dat hij mit meerdere lasten niet en magh noch en behoirt te worden gegraveert 198, versoeckende daeromme dat mit preteritie199van sijnen persoon, een ander totte momboirie der onmundighen magh worden aengestelt. Aen den Ed. Heuftgerichte deser Stadt Vertoont mit behoorlicke reverentie Gillis Lockerman, hoe dat U Borgemeester ende Schepenen onlancx belieft heeft hem Remonstrant200tot momboir vande naergelaetene minderjaerighe kinderen van wijlen den pr Johan Craen ende sijne huysvrouwe Catharina Lockermans van de moederlicke sijde aen te stellen, mit assistentie vande pr Geelen, Soo versoeckt den Suppliant oetmoedelick, dat U Borgemeester ende Schepenen gelieven gedient te sijn Hans Craen, vaeder van den pr Craen saliger ofte wel den pr Pelgrum, sijnen schoonsoon, als wesende de naeste vande vaederlicke sijde daertoe mede te verkiesen, t’welck doende, etc. Eerenveste wijse voorsienighe seer discrete Heeren, Welcken gestalt201Gillis Lockerman onsen medeborger, ons supplicando202heeft aengesocht, sullen U.E. naerder cunnen sien uytte medegaende copie van sijne supplicatie, Ende alsoo wij tot momboir van de minderjaerighe kinderen van wijlen den p r Craen van de moederlicke sijde hebben aengestelt den voors[chreven] Gillis Lockerman, mit assistentie vande procureur Geelen, Ende oock eenen van de vaederlicke sijde bij de voorschreven Requeste versocht wordt, ende daer toe genomineert is den procureur Pelgrum U.E. medeborger, vaederlicke oom uyt den hooffde van sijne huysvrouwe der voorschreven onmundighen, Soo is hiermede onse dienst ende vrientelick versoeck dat deselve
192
193 194 195 196 197 198 199 200 201 202
‘Voor wettige redenen van onschuldt worden gehalden als jemandt naerder van bloede ende bequaemer is, om sich der momborie aen te nemen, dat den gecosen momboir onder de 25 jaeren oft boven de 60 jaeren is, dat hij soldaet, tollenaer oft rentmeester van den prince is, dat hij onderworpen is eenighe geduerighe sieckte ende ongevellicheyt, daerdeur hij zijne eygene saecken ende goederen niet en can beschicken ofte besorgen, dat hij geheel arm is, drye momboiriën bedient, mit den weesen in gemeynschap van goederen, misverstandt ofte proces, oft aen hun ten achteren is, oft sij aen hem, oft dat hij selver seven minderjaerighe kinderen heeft.’ Voogdijschap Instellen, in gang zetten Anna, gedoopt op 15-12-1619 Ter plaatse Boeten Belast Voorbijgaan Indiener verzoekschrift Voorstellen Door middel van een verzoekschrift
45
genealogie craen-kranen
gelieven t’ordonneren tot faveur 203 der voors. onmundighen den gemelten procureur Pelgrum de voors. momboirie mede t’aenveerden ende te doen den eedt daertoe staende, Waertoe ons vertrouwende, sullen U.E. in de protectie vande Almoegenden bevelen, ende verblijven, Eerentveste, wijse, voorsienighe, seer discrete Heeren U. E. dienstvriendtwilligen Borgemr ende Schepenen der Stadt ende Heuftgericht Ruremonde, ter ordonnancie van de selve, A. van der Smitzen.204 Uit het volgende stuk uit 1671 blijkt dat Goort van Swalmen en Hendrik Schaffers door het Hoofdgerecht zijn aangesteld als gerechtelijke momboiren van het onmondig kind van Johan Craen en Catharina Lockermans. Welk kind wordt hier bedoeld ? Johannes, bijna 15 jaar of Joannes Jacobus, bijna 8 jaar oud ? Gesien de verclaeringe van costen den Heuftgerichte overgegeven ende gedaen bij Goort van Swalmen ende Henrick Schaffers als gerichtelicke momboiren vant onmundich kint van wijlen den Notaris ende Procureur Johan Craen ende Catharina Lockermans, in den processe bij hun gesustineert205als Supplianten206ende Geexcipieerden207tegen Gillis Lockermans, Excipient, in welcke costen den selven Excipient bij vonnis vande 22e Decembris lestleden is worden gecondemneert, Gesien daer toe d'ordonnantie208waerbij den voorschreven Gecomdemneerde is gehouden versteken209 van diminutie210, ende geordonneert dat op dobbel vande declaratie geprocedeert soude worden tot taxatie ende op alles geleth, t' Heuftgericht heeft de voorschreven costen, hoewel tot meerdere soe geextendeert, getaxeert ende gemeerdert, taxeert ende modereert mits desen ter somme van 48 gulden ende 13 stuyvers brabants, behoudelick de costen van executie in dyen nodich, Actum Ruremunde den 16e Octobris 1671211 Naar aanleiding van het bovenstaande Het request van Everhard Melis is ongedateerd, maar het is waarschijnlijk dat het eind mei of begin juni 1666 is ingediend, want het gerecht van Roermond reageert in juni van dat jaar: de aantekening van schepen Pollart in de marge is van 11 juni. Joannes Craen is in het najaar (okt/nov.)2121665 overleden, zijn vrouw, Catharina Lockermans begin april 1666213. Uit de doopboeken van Roermond blijkt dat Catharina Lockermans aldaar op 1 september 1630 is gedoopt als dochter van Egidij (Aegidius, Gillis) Lockermans en Ida van Swaemen. Bij haar overlijden is Catharina dus 34 jaar oud. Joannes Craen is tussen 1627 en 1630 geboren te Grave, hij was dus hoogstens enkele jaren ouder dan zijn vrouw. De Stadsbrand van 31 mei 1665 legde ca 2/3 van de stad in de as. Het noorden van de stad bleef voor een deel gespaard, maar de rest werd, op enkele verspreide gebouwen na, zo goed als geheel verwoest. De omvang van de ramp kunnen wij zien op een kaart die de cartograaf Herman Janssens zes jaar later, in 1671, heeft vervaardigd. Hierop heeft hij de gebouwen die gespaard zijn gebleven een andere kleur gegeven dan de gebouwen die na 1665 zijn herbouwd. Uit deze kaart blijkt dat ook alle huizen aan de Schoenmakersstraat in vlammen zijn opgegaan. De ramp maakte tot in de wijde omtrek diepe indruk en de Bisschop van Roermond, wiens paleis ook tot de grond toe was afgebrand, schreef in zijn bisdom een algemene inzameling uit die het voor die tijd formidabele bedrag van 70.000 gulden opleverde. Bovendien kwamen uit de omliggende dorpen vele mannen naar Roermond om de burgers te helpen met het ruimen van het puin. Die hulp was zeer effectief, zodat men na een aantal maanden kon beginnen met de wederopbouw. 203 204 205 206
207 208 209 210 211 212 213
Ten behoeve van SB Venlo, inv.nr.2834 Beweert,aangevoert Eisers
Verweerders Bevel Verstoken van Vermindering Hoofdgerecht, inv.nr.71 De precieze datum is in het register van overlijdens niet te traceren, wel vóór 16 november. Er werd 5x geluid. Haar begrafenis vond plaats op 10 april, er werd voor haar 1x geluid
46
genealogie craen-kranen
Johannes Craen heeft met vrouw en kinderen deze brand overleefd, evenals zijn schoonfamilie Lockermans. Toch is hij enkele maanden later volkomen onverwachts overleden, bijna zeker ten gevolge van één van de uitbraken van een pestepidemie214. Everard Melis moet na de stadsbrand verwacht hebben dat Johannes Craen er op den duur in zou slagen zijn schuld van 107 rijksdaalders af te betalen, want die had tenslotte als procureur en notaris bij het Hoofdgerecht een zeer behoorlijk inkomen. Na zijn dood moet hij het gevoel hebben gehad dat de weduwe van Joannes Craen in staat zou zijn haar verplichtingen na te komen. Dat veranderde op slag toen ook zij in april 1666 overleed. Everard Melis, die als aannemer en financier (!) sterk betrokken was bij de herbouw van de stad en dat ook in zijn request vermeldde, nam onmiddellijk maatregelen om zijn belangen zeker te stellen. De akte in het overdrachts protocol In de 17de en 18de eeuw had iemand die een notariële akte wilde laten opstellen, de keus tussen een openbaar notaris en de rechtbank. Rechtbanken hebben tot in de Franse tijd deze functie vervuld. In steden waar geen openbaar notaris resideerde, was men volledig aangewezen op de rechtbank. Burgers gingen vaak naar een openbaar notaris en niet naar de rechtbank om redenen van privacy: zij wilden de schepenen geen inzicht geven in hun financiële transacties. Om belastingontduiking te voorkomen, waren openbare notarissen in vele steden verplicht akten die betrekking hadden op overdracht van onroerend goed, aan te melden bij de rechtbank. De akte die in het overdrachts protocol boven de schuldbekentenis van Johannes Craen staat, gaat over de overdracht van een huis in Roermond, dat ook was gelegen aan de Schoenmakersstraat en zelfs vlakbij het huis van Johannes Craen stond. Men kan hier lezen dat dat Joannes Lieckers, 'borger ende coopman tot Collen (Keulen) heeft vercocht ende overgedraegen seecker huijs gelegen in de Schoenmaeckersstraet neffens Wijnant van Kerckhoven ter eene, ende Jan van Oest respectieve ter anderen sijde, los ende vrij'. Volgens de schuldbekentenis die eronder staat, lag het huis van Johannes Craen aan de andere kant van het huis van Jan van Oest. (zie ook Overdrachtsregister d.d. 15 april 1632, ook toen woonde Jan van Oest in het zelfde huis) Het huis aan de Schoenmakersstraat waar Johannes Craen en Catharina Lockermans met hun gezin in wonen, is hun bij hun huwelijk in 1652 geschonken. Het was in 1632 eigendom van Gillis Lockermans geworden. De term los ende vrij gaf aan dat de koper naderhand niet geconfronteerd kon worden met een dispuut over de grenzen van het land dat hij had gekocht, noch aangesproken kon worden over een lening die was verstrekt met het land of het huis als onderpand. De term komt in de akte tussen Everard Melis en Johannes Craen vanzelfsprekend niet voor omdat diens huis was belast met een lening van 200 rijksdaalders. Uit de schuldbekentenis van Johannes Craen kunnen wij afleiden dat hij vóór 1662 (in feite op 27 juli 1660) bij meester Jan Wyricx215een lening had afgesloten van 200 rijksdaalders tegen zes procent 's jaars, met het huis aan de Schoenmakersstraat als onderpand. Op 20 januari 1662 sluit hij ook bij Everard Melis een nieuwe lening af ter grootte van 107 rijksdaalders. De rente bedraagt 20 gulden per jaar en moet ieder jaar op Driekoningen - 6 januari - worden voldaan. Voor de aflossing van de lening moet een opzegtermijn van zes maanden in acht genomen worden.
214 215
De waterputten waren vervuild Zie daarvoor de Overdracht d.d.27 juli 1660
47
genealogie craen-kranen
Vijf jaar later, op 18 januari 1667, wordt door Gillis Lockermans, namens de onmondige kinderen Craen, de huysplaetse verkocht aan Adam Haps. Er blijft na aflossing van de hiervoor genoemde leningen nog 90 gulden over. Catharina Lockermans kwam uit een gezin in goeden doen, want zij had leren lezen en schrijven. Het was in de 17de eeuw niet ongewoon dat meisjes naar school werden gestuurd of van een huisleraar leerden lezen en schrijven, maar dat was vrijwel altijd weggelegd voor dochters van redelijk gegoede ouders. Haar vader Gilis Lockermans zal dus een behoorlijk inkomen hebben gehad. Wij mogen er niet vanuit gaan dat een rijksdaalder in die tijd de waarde van 2½ gulden had. De rijksdaalders waar het in Roermond om ging, waren waarschijnlijk daalders (Thalers) van het Heilige Roomse Rijk. Zij kunnen ongeveer drie gulden waard geweest zijn. Als de twintig gulden die Johannes Craen moet betalen als rente over zijn lening van 107 rijksdaalders, overeenkomt met een percentage van 6 percent, was de Roermondse rijksdaalder ongeveer drie gulden. Johannes Craen was in Roermond als procureur gerechtigd om bij het gerecht civiele zaken te begeleiden. Beroepen als publiek notaris, advocaat, procureur, arts, apotheker en dergelijke waren al sinds de middeleeuwen beschermd. Zij mochten alleen worden uitgeoefend door mannen die de vereiste examens hadden afgelegd en meestal ook nog ervaring in de praktijk hadden opgedaan. De overheid had dit vastgesteld om beunhazerij te voorkomen. De raadsheren van het Hof gebruikten deze regeling ook om concurrentie van elders buiten de deur te houden. Het ging om beroepen die winstgevend waren en die werden in principe alleen gegund aan autochtonen uit het eigen gewest. Allochtonen uit andere gewesten kregen slechts bij hoge uitzondering admissie. Joannes Craen is als notaris geadmitteerd door de Soevereine Raad van het Overkwartier van het gewest Gelre. Daarmee werd het restant bedoeld van het hertogdom Gelre dat was overgebleven na de afscheiding van de andere drie kwartieren die de zijde van de opstandelingen tegen Spanje hadden gekozen. Het Overkwartier, zoals het oude kerngebied werd genoemd, verloor relatief aan betekenis en het zwaartepunt van het gewest verschoof naar het noorden. Arnhem werd de hoofdstad. Op de welvaart van Roermond had dit weinig invloed, want de stad was een belangrijke overslaghaven aan de Maas omdat de Roer over een groot deel van zijn loop bevaarbaar was voor kleine binnenschepen. De opstand tegen Spanje en de tachtigjarige oorlog bracht grote veranderingen. Het noordelijke deel van Gelre sloot zich aan bij de Verenigde Nederlanden en alleen het Overkwartier bleef Spaans. In het noorden grensde het aan het Hertogdom Kleef, dat bij de Vrede van Münster toeviel aan de Keurvorsten van Brandenburg. Plaatsen als Ravestein, Oeffelt, Gennep, behoorden toen tot Kleef, evenals trouwens Zevenaar in de Achterhoek. (de zogenaamde Kleefse enclaves) Ten zuidoosten van het Overkwartier lag het Hertogdom Gulik, waarmee Gelre van 1538 tot 1543 verbonden was geweest in een personele unie. In het westen liep het grondgebied van het Overkwartier door tot over de Maas, waar de grens met het Hertogdom Brabant lag. Alleen een strook langs de Maas, ongeveer van Maasbracht tot Reuver, en enig achterland dat op enkele punten doorliep tot vlak over de huidige grens met Duitsland, bleef als Gelder deel uitmaken van de Spaanse - en later Oostenrijkse - Nederlanden. Roermond was de enige stad in dit minuscule gewest. Het rekest van Everhard Melis Als Joannes Craen en Catharina Lockermans zijn overleden, heeft Everard Melis vanwege de onafgeloste lening en de onbetaalde rente een claim op de grond en de puinhopen aan de Schoenmakersstraat. Maar hij kan niets doen zolang die claim niet is erkend door het gerecht en de rechten van eigendom op hem zijn overgeschreven. Tot dat ogenblik zijn de erfgenamen – in dit geval dus de onmondige kinderen - van het
48
genealogie craen-kranen
echtpaar, eigenaar van de 'huysplaetse' aan de Schoenmakersstraat. Hij wendt zich eerst tot Gilis Lockermans die als grootvader waarschijnlijk is benoemd tot voogd over zijn kleinkinderen. Gillis verklaart echter namens zijn kleinkinderen dat hij de boedel niet aanvaardt. Gilis Lockermans kon niet veel anders, want in financiële zaken liep hij geheel aan de leiband van de plaatselijke Weeskamer. Die instelling, die in de zuidelijke gewesten nog heel lang werd aangeduid als Momboorkamer naar het Middelnederlandse woord voor voogd, zorgde er niet alleen voor dat er voogden werden benoemd over de weeskinderen, maar hield ook strikt toezicht op de uitgaven die voogden wilden doen ten behoeve van hun pupillen. De overheid wilde zo voorkomen dat voogden het kapitaal dat toekwam aan de kinderen, te eigen bate aanwendden. De functie van Weeskamer werd in Roermond waarschijnlijk vervuld door de schepenrechtbank, want er staan in het overdrachts protocol akten die gaan over zaken van voogdij. Everard Melis diende daarop onmiddellijk een rekest in bij het gerecht van Roermond. Dat besliste gunstig op het verzoek, want op 11 juni tekent schepen A. Pollart in de marge linksboven aan dat de suppliant zijn actie mag intenteren (beginnen) en vervolgen (doorzetten) volgens het Land-en Stadsrecht van het Overkwartier van Gelre. Er wordt op 16 juni 1666 in het arrestboek aangetekend dat Everard Melis 'arrest heeft gedaen op de huysplaetse in de Schoenmakersstraat'. Vervolgens zet hij de procedure in gang die moet leiden tot de overschrijving van de eigendomsrechten op zijn naam. Die procedure houdt in dat de aanzegging van de beslaglegging moet worden gedaan aan Gilis Lockermans, drie keer achtereen en telkens met een tussenruimte van twee weken. In de stukken staat steeds dat Everard Melis zijn arrest verwekt ten overstaan van de schepenen. Verwekken betekent opwekken of wakker maken; hij moet kennelijk de rechtbank drie keer verzoeken de procedure voort te zetten. Uit de aantekening van Marcelis Vossen blijkt dat er door hem drie keer aanzegging van het arrest is gedaan aan Gilis Lockermans in persoon en aan diens huis. Als Gilis Lockermans ook op de derde aanzegging niet reageert, wordt het arrest definitief en kunnen de eigendomsrechten worden overgeschreven op Everard Melis. Wat die met de grond heeft gedaan, is niet bekend. Uit de kaart van Herman Janssens van 1671 blijkt dat toen niet alle huizen aan de Schoenmakersstraat waren herbouwd. Uit andere bronnen is bekend dat in de stad een aantal percelen na het ruimen van het puin zijn ingericht als warmoezerijen waar groenten en fruit werden gekweekt. Dergelijke tuinderijen binnen de muren waren van levensbelang voor een vesting als Roermond, waar van de ene dag op de andere een leger voor de wallen kon verschijnen. (Lex Verbraeck, Leidschendam, september 1999, door mij gecorrigeerd en aangevuld in oktober 2003 en februari 2008)
49
genealogie craen-kranen
50
PERIODE OBBICHT
Een kaartje uit de Gemeenteatlas van Nederland uit ca. 1865 van de toenmalige Gemeente Obbicht-Papenhoven. Er is weinig verschil met de tijd dat onze voorouders in Obbicht woonden.
Enkele historische gegevens betreffende de kerk van Obbicht216 De oude toren van Obbicht markeert de plaats waar gedurende bijna drie eeuwen de parochiekerk heeft gestaan. Toch heeft deze plaats niet van oorsprong af het religieuze centrum van Obbicht gevormd. Tot in de 17de eeuw lag de Obbichtse Willibrorduskerk op een plaats die in latere tijd aan de overzijde van de Maas kwam te liggen en aangeduid zou worden als 'Kerkenweerdt'217. Over het tijdstip waarop de kerk en een deel van het dorp door een Maasoverstroming ten onder zijn gegaan is al veel geschreven. Meulleners veronderstelde in 1883, dat de ramp zich voltrokken had rond 1673. Merkwaardig is dat het Meulleners schijnbaar is ontgaan dat de grote Limburgse kerkhistoricus Jos Habets al in 1875 een tekst had gepubliceerd waaruit opgemaakt kon worden dat de kerk al voor 1467 verwoest was. Mede op advies van de Grevenbichtse rector J.Engels kwam Meulleners in 1887 tot een herziening van zijn visie en koos hij voor het jaar 1643, ofschoon niet duidelijk is op grond van welke argumenten hij de gebeurtenis juist in dit jaar gedateerd heeft 218. Uit een oud register te Stokkem blijkt dat deze laatste datering juist geacht moet worden; in het register stond bij het jaar 1643 opgetekend: 'Zoo hevig was die overstrooming, dat nooit iemand dusdanige beleefd had'. Het water stond drie voeten hoog in de kerk, en bedekte geheel de velden van Dilsen, Obbicht, het eiland Molenveld, Urmond en Vucht. Een gedeelte der kerk van Vucht en vele andere gebouwen werden omver gedreven, en een groot aantal (men zegt meer dan 500) personen verdronken. Te Luik werden drie bruggen, onder andere eene houten brug kort bij de kerk St.-Dionijsius, door de waters meegesleept'219.
216
217
218
219
A.M.P.P.Janssen en J.A.Knoors : De oude toren van Obbicht, enkele bijdragen tot de kerkgeschiedenis van Obbicht, Maaseik 1985, 22-26 Deze benaming vindt men o.a.op de kaart van Tranchot uit 1804-1813, waarop eveneens vermeld is dat de oude Maasloop gewijzigd is in het jaar 1642 J.J.Meulleners : PSHAL 20 (1883) en J.Habets, Geschiedenis van het tegenwoordige Bisdom Roermond, Roermond 1875, 397 J.Croonenberghs, De oude stad en vrijheid Stockheim, Mechelen a/d Maas, 1896, 57-58
genealogie craen-kranen
Ook in een oude kroniek van Maastricht is aan deze overstroming aandacht besteed en wordt de datum 16 januari 1643 genoemd220. Indien wij geloof kunnen hechten aan de notities van pastoor Feller, ging niet alleen de kerk, maar ook het dorp verloren. Het oudste bericht waarin nadrukkelijk sprake is van het feit dat de kerk verwoest is stamt uit 1647. Het is een verslag van een visitatie van de aartsdiaken van het Kempenland (vertegenwoordiger van de Luikse bisschop) op 30 september 1647. Dit verslag werd in onvolledige vorm gepubliceerd door Habets. De volledige tekst, welke een goed beeld geeft van de kerkelijke situatie in Obbicht in 1647, luidt in vertaling als volgt221: Obbicht, 30 september 1647. Gevisiteerd is de kerk van Obbicht, die een hele kerk vormt. De rector ervan de heer Aegidius Miranda, bleek afwezig en het kerkgebouw is enkele jaren geleden door een overstroming van de Maas verwoest en tot op heden niet opnieuw opgebouwd. De sacramenten worden bewaard op het kasteel, waar de eredienst plaatsvindt in de kapel. De Vrouwe zegt dat ze voor de herbouw van de kerk een bijdrage heeft geleverd van 400 guldens en haar zoon heeft aangeboden 200 guldens bij te dragen. Zij (nl. de Vrouwe) zegt dat er bakstenen zijn in goede hoeveelheid. De Vrouwe beweert ook dat er een beneficium is van zes of zeven malders met de verplichting van één wekelijkse mis, namelijk elke woensdag. De bedienaar ervan is de pastoor, aan wie gevraagd moet worden wat de 'hypotheken' (opbrengsten) van dat altaar zijn. De Heer van Obbicht heeft met de religieuzen uit Maastricht twee derden van de grote tienden en de pastoor één derde mét de kleine tienden. De term de 'hele kerk' duidt de belangrijkheid van de parochie aan; naast hele kerken en de kwartkapellen; 'malder' is een inhoudsmaat en 'tienden' vormden een soort belasting in natura, in dit geval als een tegemoetkoming voor de reparaties aan het kerkgebouw die men bekostigde. Met 'beneficium' is hier het altaar van St. Petrus en St. Gregorius bedoeld. De twijfels aan de juistheid van de opbrengst van het altaar blijken overigens gegrond: in latere verslagen (o.a. uit 1667) lezen wij dat de inkomsten 8 malders bedragen. Het altaar ging in deze periode volledig op in het pastoraat, zodat wij in latere tijden hierover nagenoeg niets meer vernemen. Het is niet duidelijk of men van plan was de kerk, waarvoor de bakstenen bestemd waren, op dezelfde plaats als voorheen te bouwen. In ieder geval werd de bouw niet op korte termijn voltooid: het zou nog 45 jaren duren voor een nieuwe kerk in gebruik genomen kon worden. Heeft men wellicht de hoop gekoesterd dat de Maas haar oude bedding weer zou opzoeken, of moeten wij de voortdurende oorlogstoestand in deze roerige tijdens als oorzaak van de vertraging zien? In 1660 was de toestand nog niet beter: de inwoners van Obbicht moesten gebruik maken van de klokkentoren van Papenhoven om te luiden voor hun doden. Dat er in Obbicht problemen waren op kerkelijk gebied kunnen wij waarschijnlijk ook afleiden uit het feit dat het in 1673 nogal wat moeite heeft gekost voor men een opvolger had voor de overleden pastoor Aegidius de Miranda: twee pastoors legden in enkele maanden hun functie neer. De derde, Aegidius Stravius, moest vervolgens nog 14 jaren wachten, voordat hij in de nieuwe kerk het eerste kind mocht dopen: op 31 oktober 1688 werd Henricus Demandt gedoopt in de pas voltooide parochiekerk die gebouwd was in het vroegere gehucht Overbroek, dat voortaan Obbicht zou heten. Wij kunnen ons een goede voorstelling maken van dit kerkgebouw, wanneer wij het verslag lezen van het bezoek dat de aartsdiaken van het Kempenland op 10 oktober 1697 bracht aan de parochie Obbicht. In dit verslag, dat onlangs door de schrijver dezes werd ontdekt in de Düsseldorfse archieven, lezen we: 'OBBICHT, -het is een afzonderlijke heerlijkheidOp dezelfde dag is de kerk van Obbicht bezocht, die een hele kerk is en nog niet ingewijd. Rector is Aegidius Stravius, voorgedragen door de Heer Vrijheer van Obbicht, aangesteld door de heer aartsdiaken Vrijheer van Leerode en goedgekeurd door de Luikse ordinarius. De eredienst vindt reeds sinds 8 jaren plaats in de nieuwe kerk. Op het koor ontbreekt niets, behalve een oostelijk raam en een stenen vloer. Voor het raam is verantwoordelijk de inner van de (grote) tiende, voor de vloer de pastoor, die bereid is om er voor te zorgen. Een derde deel van het schip heeft balkwerk dat verzorgd is door de Maastrichtse religieuzen van de Nunhoff (Nieuwenhof), conform hun bezit van een derde deel van de grote tiende. De twee overige delen bezit de tijdelijke heer van de plaats, die tot op heden moeite heeft gedaan het balkwerk en de vloer te verzorgen, evenals de genoemde religieuzen. Ramen ontbreken in het schip van de kerk, de plaats van de toren is bedekt met stro, en dat is een zaak waarvoor de zorg bij de gemeenschap rust. Vroeger waren er twee of drie beneficiën, maar de pastoor zegt dat er geen meer bestaan en dat hij niets afweet van de inkomsten. 220 221
G.D.F.Franquinet, Hooge waterstand der Maas, Maasgouw 1879, 67 Zie notitie van Feller in het DTB register van Obbicht
51
genealogie craen-kranen
Koster is Johan Demandt, aangesteld door de heer van de plaats. Hij heeft ongeveer drie journalen (oppervlaktemaat) land en de schoven. Dezelfde heeft ook een school, terwijl de gemeenschap hem wat kolen geeft. Er is geen kerkmeester, noch een armenmeester wegens de geringheid van de inkomsten; administrateur van deze zaken is de pastoor, die ons een specificatie opstuurt. De doopvont is rein en gesloten. Men maakt gebruik van een vroedvrouw van Guttecoven. Er is een zilveren monstrans, een zilveren ciborie, een zilveren kelk, zilveren pixiden; de catechismus vindt in de zomer vóór de mis en in de winter na het ontbijt plaats. Er zijn 80 communicanten, die allen ter communie zijn gegaan met Pasen.' Al moest de kerk, zoals uit bovenstaande tekst blijkt, nog op tal van plaatsen aangekleed worden, toch beschikten de Obbichtenaren op het einde van de 17de eeuw weer over een waardig Godshuis, nadat ze bijna een halve eeuw genoegen hadden moeten nemen met de kasteelkapel. Hoe deze kerk anderhalve eeuw later ten onder ging door een andere ramp is een ander verhaal. Genealogische- en verdere gegevens uit deze periode VI. Joannes Jacobus Cranen, doop 9-2-1663 te Roermond, get. Jacobus Sylekens, vice momboir, en Anna Pauwels, overleden 7-4-1702 te Obbicht, tr. Mechtildis van Dilsen, overleden 10-3-1714 te Obbicht. Uit dit huwelijk geboren te Obbicht : 1. Catharina Cranen, geboren ca. 1682, (vóór 1689 geen doopboek aanwezig), overl.4-8-1767, tr. 24-21710 te Obbicht Michael Staskens. Get. bij huwelijk: Johannes Cranen, Henricus Demand en Ida Staskens 2. Maria Cranen, geboren 168?, (vóór 1689 geen doopboek aanwezig), overl. 16-10-1756, was gehuwd met Joannes Sanders 3. Joannes Cranen, volg VII, 4. Elisabeth Cranen, doop 2-11-1689, get. Mechtildis van Dilsen (oma ?) en Eustachius Heskens, overleden 13-12-1756, tr. Mathias Houben 5. Helena Cranen, doop 28-6-1694, get. Catharina Decrauwe en Joannes Demandt 6. Reinerus Cranen, doop 10-2-1699, get. Henr.Cremers, Johanna Schepers en Nicolaas Demandt, overleden 19-10-1783, tr.ca 1721 Catharina Stevens, ook wel Crijns genoemd, Uit dit huwelijk geboren: 1. Helena Cranen, doop 14-11-1722, get. Barbara Crijns en Johannes Demandt 2. Jacobus Cranen, doop 12-10-1724, get. Catharina Stevens en Catharina Cranen (tante) 3. Mechtildis Cranen, doop 10-3-1727, get. Elisabeth Cranen (tante) en Arnoldus Boeten (w.s. vroeg overleden) 4. Mechtildis Cranen, doop 10-12-1728, get. Sibylla Meyers en Johannes Demandt 5. Petrus Cranen, doop 14-3-1731, get. Mechtildis Cranen en Matthias Houben, overl. 5-3-1756 6. Johannes Cranen, doop 21-9-1734, get. Johanna Stevens en Johannes Notermans 7. Maria Cranen, doop 24-11-1736, get. Maria Cranen en Everardus Berben, overl. 16-6-1756, tr. 2-11-1642 Henricus Francken 8. Christina Cranen, doop 12-7-1740, get. Max.Notermans, Christina Stevens en Nic. Notermans, (tr. Thomas Pisters), overl.24-11-1779
De DTB gegevens betreffende de familie Cranen en aanverwanten volgen hier onder Op 31 oktober 1688 vindt de eerste doop in de nieuwe kerk plaats, nl. van Henricus Demandt, zoon van
52
genealogie craen-kranen
Joannes Demandt, koster en schoolmeester, en Anne van Dilsen222 02.11.1689 28.06.1694 01.08.1696 10.02.1699 06.04.1701 07.04.1702 24.02.1710 22.12.1710 04.11.1712 30.11.1713 26.12.1714 27.05.1715 06.01.1716 10.02.1717 30.12.1717 01.07.1717 12.02.1719 21.05.1719 12.08.1719 02.02.1722 14.11.1722 12.10.1724 10.03.1727 24.02.1728 10.12.1728 14.03.1731 21.09.1734 24.11.1736
222
doop Elisabeth Cranen, dochter van Jacobus C. en Mechtildis van Dilsen, get. Eustachius Heskens en Mechtildis van Dilsen doop Helena Cranen, dochter Jacobus C. en Mechtildis van Dilsen, get. Joannis Demandt en Catharina Decrauwe Helena Daemen, dochter van Petrus D. en Catharina Cranen doop Renerus Cranen, zoon van Jacobus C. en Mechtildis van Dilsen, get.: Nicolaus Demandt en Joanna Schepers overlijden Maria Cranen overlijden Jacobus Cranen huwelijk Michael Staskens en Catharina Cranen, (2e huw.?) get. Joannes Cranen, Henricus Demandt, Ida Staskens en Maria Cranen doop Mechtildis Steskens, dochter van Michael S. en Catharina Cranen, get. Mechtildis van Dilsen doop Jacobus Steskens, zoon Michael S. en Catharina Cranen, get.: Joannes Craen [zoon van Jacobus] en Ida Steskens huwelijk Joannes Cranen en Joanna Meijers, get. Joannes Demandt en Elisabeth Cranen doop Christina Steskens, dochter van Michael S. en Catharina Cranen, get.: Maria Cranen overlijden Joanna Meijers doop Joannes Steskens, zoon van Michael S. en Catharina Cranen, get. : Michael van Dilsen en Elisabeth Cranen huwelijk Mathias Houben en Elisabeth Cranen doop Theodorus Houben, zoon van Matthis H. en Elisabeth Cranen, get. Joannes Demandt en Maria Cranen doop Renerus Steskens, zoon van Michael S. en Catharina Cranen, get. Renerus Cranen en Judith Staskens huwelijk Joannes Sanders en Maria Cranen doop Jacobus Houben, zoon van Matthias H. en Elisabeth Cranen, get. Renerus Cranen doop (1): Mechtildis Sanders, dochter van Joannes S. en Maria Cranen , get. Corn.Lemmens en Catharina Houben filia gemelle: doop (2): Helena Sanders huwelijk Reinerus Cranen en Catharina Stevens doop Helena Cranen, dochter van Reinerus Cranen en Catharina Stevens, get. Joannes Demandt en Barbara Crijns doop Jacobus Cranen zoon van Reinerus Cranen en Catharina Stevens, get. Joannes en Catharina Cranen i.p.v. Catherina Stevens doop Mechtildis Cranen dochter van Reinerus Cranen en Catharina Stevens, get. Arnoldus Boeten en Elisabeth Cranen overlijden Mechtildis Cranen-van Dilsen doop Mechtildis Cranen dochter van Reinerus Cranen en Catharina Crijns, get. Joannes Demandt en Sibylla Meijers doop Petrus Cranen, zoon van Reinerus Cranen en Catharina Stevens, get. Mathias Houben en Mechtildis Cranen doop Joannes Cranen zoon van Reinerus Cranen en Catharina Stevens get. Joannes Notermans en Joanna Stevens doop Maria Cranen dochter van Reinerus Cranen en Catharina Crijns, get. Everardus Berben en Maria Cranen
Waarschijnlijk een zuster van Mechtildis
53
genealogie craen-kranen
12.07.1740
doop Christina Cranen dochter van Reinerus Cranen en Catharina Stevens, get. Nicolaus Notermans en Christina Stevens 07.07.1755 overlijden Joannes Cranen 05.03.1756 overlijden Petrus Cranen 16.06.1756 overlijden Maria Cranen 13.12.1756 overlijden Elisabeth Cranen 25.03.1795 doop Maria Coenen, dochter van Conrad Coenen van hier en Catharina Cranen uit Susteren, get. Leonardus Coenen van hier en Gertrudis op den Camp i.p.v.Catharina Mols uit Susteren.
Een idee van de problemen en de schade welke rondtrekkende leger(benden) veroorzaken geeft het volgende Requeste voor Jan Demant en consorten tegens de Regeerders ende Geërfden van Obbicht en Papenhoven223 Aen den Edelen Hove van Gelderland ! Verthoonen reverentelijck Jan Demant224, Peter de Craeuw, Claes Demant, de weduwe ende erffgen. van Jan Raemaeckers, de weduwe en erffgen. van Jacop Craenen en de weduwe ende erffgen. van Jan Berben, alle te saemen inwoenders van Obbicht, Hoedat inden lest gepasseerden Franschen oirlogh de voors. gemeynte mede door de selve op differente reysen gesommeert geweest sijnde om haer te submitteren225aen betaelinghe van contributie (op peene van daervoor met d‘uyterste rigeur te sullen worden geexecuteert) ende deselve aengesproocken door de regeerders ende principaelste soo binnen als buyten geerfdens versuympt en misacht geweest sijnde, het gebeurt is dat de voors. ten langen lesten op den 25 Mey 1695 is werckstelligh gemaeckt, dat daerop der Suppl. huysen, stallen, schuyren en andere daertoe gehoirende timmeraygien met de daerinne geexteert hebbende mobilien en vruchten t’ eenemael respectivelijck is affgebrandt ende geconsummeert en door de militaire dese meeste gederogeert226hebbende mede gevoert: Sijnde den eersten Suppliant (Jan Demant) doentertijd daerenboeven soodanighlijck getracteert en mishandelt worden dat tusschen de doodt en het leven binnen den tijd van eenen maendt in hem weenigh verschil is geweest ende alsoo desen voors. schaede monterende ten minste ter somme van 3000 ryxsdaelders door het voornoemde gemeyn versuym is worden veroirsaeckt en derhalven oock bij de Suppl. in continentie227 aengehouden tot vergoedinghe vanden selven, Soo ist echter gebeurt dat niettegenstaende diversche geritereerde228beloften soo door de voors. regeerders als geerfdens aende Supplianten gedaen van hun dyenthalven te sullen indemniseren229eftenwel de Suppl. tot nochtoe daervan gheene de minste vergoedinghe hebben becommen (Soo en gelijck op alle andere plaetsen in dergelijcke ongevallen is geploegen) Daer nochthans alle redelijckheyt en billickheyt dicteert quod illud quod pro commune raterette peril equli lundi etam retareire , Ende een ieder aldaer bekent dat de Supplianten met dit voors. ongeluck door het voors. gemeyn versuym veroirsaeckt sijn geraeckt in swaere schulden ende de uyterste behoeftigheyt om wederom te kunnen geraecken aen het woonen. Soo keeren hun de selve tot desen Edele Hove oetmoedelijck biddende ten eynde des noedigh de voors. regeerders en geerfdens moegen worden gecondemneert aende Supplianten te vergoeden den schaede bij hun door het voors. afbranden geleden te vergoeden ter somme van 3000 rijxsdaelders bij hun Supplianten
223 224 225 226 227 228 229
rhcl, voormalige gemeente Obbicht & Papenhoven), betreft: volgens Inventaris: Testament uit 1705 koster en schoolmeester submitteren: onderwerpen afbreuk doen, inbreuk maken, afwijken van de wet inhouden, onthouden, ingetogenheid niet nagekomen schadeloos stellen
54
genealogie craen-kranen
naer proportie en naer voorgaende affirmatie vant verlies t’gheen een ieder daer bij heeft gehad, te verdeylen ende dat tot sulcken eynde partije magh worden belast daervan den omslagh te doen en de betaelinghe te bestrijken van de gemeyne dorpslasten binnen eenen maent peremptoir230naer condemnatie deser, alles cum expensis. Ende dat in val van communicatie deser den gerichtsboede tot Obbicht om het peryckel vande aldaer vagerende231 Fransche partijen magh worden geauthoriseert tot d’ insinuatie232deser sonder consequentie,dit doende, Copie vande ordonnantie verleent op de requeste van Jan Demant ende consoirten, tegens de regeerders ende geerfden van Obbicht ende Papenhoven Zije gecommuniceert partije om te doen ofte te seggen binnen acht daeghen naer insinuatie daer toe authoriserende den gerichtsboede van Obbicht sonder consequentie. Actum Ruremonde den 31 Oktober 1705 (was onderschreven T.Winckel) Op heden den 16 Novembris 1705 hebbe ick ondergeschr. gerichtsboede uyt crachte van authorisatie inde boevenstaende ordonnantie vermelt, eene copie authentique van een requeste gepresenteert door Jan Demant en consoirten tegens de regeerders en geerfdens van Obbicht en Papenhoven waer op de voors. ordonnantie is verleent, geinsinueert aen de voors. regeerders en geerfdens door handen vande Scholtis die de selve heeft aenveerd in oirconde, Dese geteyckent binnen Obbicht op dagh en datum als boeven, Dit is het merck van Gyllis Savelcoul, ger[ichts] Boode Aen den Ed[elen] Hove van Gelderlandt Verthoonen reverentelijck Jan Demant en consoirten hoedat alloftwel eene copye authentycque vande wederkerende requeste met dit Hofs ordonnantie daerop gestelt, behoirlijck is worden geinsinueert aende regeerders van Obbicht en Papenhoven volgens onderstaende relaes vanden gerichtsboede aldaer daer toe bij den Hove geauthoriseert en is eftenwel daeraen niet worden voldaen. Versoecken de Supplianten daerom oetmoedelijck ten eynde op het versoeck bij hunne voors. requeste gedaen naerder magh worden gedisponeert, dit doende, w.g. F.A.Schenck.
Het proces dat Jacob Pelmans, Peter Sanders en Jan Craenen, inwoners van Obbicht aanspannen tegen Wolter Kellens, de v.m. (?) jagermeester van de baron233 In dit proces dat gevoerd wordt in het jaar 1714 acteren diverse inwoners van Obbicht, waaronder Jan en Catharina Craenen. Aangegeven wordt hun leeftijd op het moment dat ze een verklaring voor de schepenbank afleggen, en dat waren nog onbekende gegevens. Kort overzicht van de inhoud van deze processtukken. brief aan het Hof te Roermond met een relaas van de gebeurtenissen op de avond van 12 augustus 1714, dd 10 november 1714, Sub A : de veroordeling tot geldboetes van de betrokkenen, dd 22 september, Sub B : verklaring dat schepenen het (nog) niet eens zijn met de hoogte van de boetes, dd 22 september, Sub C : vaststelling van de hoogte van de boetes en de motivatie, er wordt gesproken van vermindering, maar alleen de boete van Peter Zanders blijkt verlaagd te zijn, dd 9 november,
230 231 232 233
Beslissend, definitief Rondzwervend Kennisgeving SB Obbicht, toegang nr. 01.020, inv.nr. 181
55
genealogie craen-kranen
verklaring van Wouter Kellens, de aanstichter van de uit de hand gelopen ruzie, met ernaast de getuigenverklaringen van Peter Zanders, Jan Cranen, Catharina Cranen en Ida Stassen, dd respectivelijk 17 en 22 augustus 1714. Aen den Ed.Hove van Gelderlandt Verthoonen reverentelijck Jacob Pelmans, cum sua, Peter Sanders ende Jan Craenen, inwoonderen van Obbight, hoe dat Wolter Kellens nu onlanghs bij vonnis voor desen Ed.Hove voor eenige jaeren uyt den lande gebannen sijnde hem dyen niet tegenstaende, (tot Obbight niet alleen en blijft ophouden) sonder contradictie234van den heere Scholtis ende Schepenen, maer oock noch alderhande dertelheyden235ende insolentien236bedrijft, als onder anderen is geschiedt omtrent midden vanden Augusti lestleden, als wanneer hij ten huyse van den eersten suppliant tusschen dagh ende avont incommende, sonder van iemandt gemolesteert te sijn, daetelijck heeft uytgeroepen (salva venia)237Waer sijn die hontsvotten238hier, dat hij aen sommige den hoet uyt de oogen douwende, sijn schelden heeft gecontinueert, ende geseyt, sij souden her uytkomen, dat daer op geantwoort sijnde, dat sij geen hontsvotten en waeren, is hij daer op uytten huysen geleydt alwaer hij niet en heeft opgehouden van allerhande enorme scheltwoorden uyttegieten, ende naerderhandt te versoecken, dat men hem soude inlaeten, hij wilde het affdrincken, dat hij soo ingelaeten sijnde, aenstonts heeft willen hebben brandewijn ofte wachelter239, willende selver de kanne in de handt hebben om te schincken, daer op des eerste suppliants huysvrouwe seyde, indyen gij crackelen240wilt, soo en geve ick u geenen brandewijn, ende heeft den suppliant daer op de kanne in den kelder gedragen, ende weder op willende commen, heeft hem den voors.Wolter aengevallen ende geslagen, daer door dat sij beyde overhoop sijn gevallen, daer over dat Nelis Lemmens swaeger van voors. Wolter oock bloetsvoets commende ingeloopen den eersten suppliant oock op 't lijff is gevallen, als wanneer niet alleen des suppliants huysvrouwe, maer oock den tweeden suppliant is bij gecommen, om partijen te scheyden, dat sij soo gescheyde sijnde, den voors. Wolter hem tweeden suppliant soodaenigh heeft geslaegen dat het bloedt hem neus ende mondt uytliep, dat hij hem insgelijcx verwerende, den voors. Wolter voor de tweede reyse uytten huyse is gestooten, alwaer hij op straet wederomme alderhande erdenckelijcke241injurien, als van hex, hoere, schelmen etc. heeft uyt gegooten, dat hij voor de derde reyse ingelaeten sijnde heeft crackeel gemaekt met seeckeren Thijs Boeten, die hem insgelijcx verwerende, den voors. Wolter daer op uyt den huyse is geloopen, alswanneer hij dreygende hun int huys te sullen doodtschieten, is naer huys gegaen, om sijnen snaphaen te haelen, dan hem dyen, naer alle apparentie geweygert sijnde, is hij mit den degen in de vuyst aencommen, fulminerende van alle den hals te willen breecken, daer mit dat hij den vensters van des suppliants huys heeft instucken geslagen ende den gansen nacht alsoo op straet blijven raesen ende tieren ende off wel sij supplianten, hierdoor niet en connen hebben gepecceert242, soo heeft effenwel den heere vande plaetse, qualijck nemende dat men op sijn leverije243soude hebben geslagen daer over gaen informatie nemen, alswanneer op dese simpele informatie sonder hun supplianten in recht aen te spreeken, den voors. heere tegens hun heeft uytgebrocht het pretens null ende nichtigh vonnis Sub A, daerover dat den voors. heere hun aenstonts
234
235 236 237 238
239 240 241 242 243
Tegenspraak; oppering van bezwaren; weerlegging.
Dartelheid : overmoed, moedwil Onbeschaamdheid, onbetamelijkheid, grofheid, lompheid, brutaliteit Salva venia : met verlof (excuseer de uitdrukking) Hondsvot : letterlijk: vrouwelijk geslachtsdeel van een hond, hondsklink; vrouwelijk schaamdeel. Het is met dit woord gegaan als met andere zeer platte termen van welke men zich de eigenlijke bet. niet, of niet meer, bewust was en die zoodoende in de gemeenzame spreektaal zeer gewoon konden worden : verachtelijke kerel; ellendeling, lafbek, bloodaard. Wacholder: jenever Crackeel: twist, ruzie Bedenkelijke Pecceren : zondigen, zich vergrijpen tegen de voorschriften of de gestelde wetten Livrij
56
genealogie craen-kranen
hebbende doen sommeren hebbende Schepenen dyen aengaende gegeven de verclaeringe Sub B, waer op dat den heere de saeke hebben laeten berusten, hebben eyntelijck de Schepenen naerderhandt den 9 deses nomine citato aut audito uytgesproecken het naerder null decreet Sub C uyt craghte vant welcke sij supplianten oock al aenstonts gepandt sijn om op toecommende maendagh de panden te doen vercoopen ende alsoo het in rechten uytgemaekt is, dat men niemandt ongehoordt ende ongedefendeert en magh condemneren ende executeren, ende oversulcx allent voorverhaelde, boven de nulliteyt, oock bestaet in eene feytelijckheyt in landen van justitie ongehoort, daerom keeren hun de supplianten tot desen Ed. Hove, Oetmoedelijck versoeckende ten eynde sal worden verclaert dattet aen die vanden Gerighte van Obbight niet en heeft toegestaen hun supplianten ongehoort ende ongedefendeert te condemneren ende dat oversulcx alle het voors. gehandelde mit het gevolgh van dyen, als null, nichtigh ende van onweerden, cost ende schaedeloos sal worden gecassert, Ende dat in val van communicatie d'aengedreyghde pandinge ende executie magh worden wederhouden, ende soo aenden heere als alle andere geinterdiceert, in prejuditie van dese litispendentie ieth t'attenteren op alsulcke pene, als het Hoff sal vinden te behooren,
Dit doende, was onderteeckent H.C.Junckers uyt crachte der volmacht heden voor heer Greffier gepasseert, d'appelle was dese zijde gecommuniceert soo aen partijen als die van den Gerichte van Obbight, om respectivelijck te seggen ende het Hoff te berichten binnen 8 dagen wederhoudende inmiddels d'aengedreyghde pandinge ende executie hierinne vermelt, ende interdiceert soo den heere, als alle andere, in prejuditie244van dese litispendentie245ieth t'attenteren, ende sonder prejuditie van dyen, zije dese bij dobbel gestelt in handen vanden Raedt ende Momboir om etc., Actum in de Cancellerije tot Ruremonde den 10e november 1714, was geparapheert Van Hemstel, onderstont Ter ordonnantie vande Hove ende was onderteeckent T. Winckel, Accoordt bij mij, w.g. T.Winckel SUB A Sambstag den 22 september 1714 Bescheydt In saken vrijheer Van Bentinck246klageren ter eenre, tegens beklaegde ter ander sijden, is hiermede door ons schepenen met bijgevoegden eenen onpartijdischen rechtsgeleerden te recht erkent dat Wolter Kellens 2 goutgulden247, Peter Zanders 4 goutgulden, Jan Cranen 1 goutgulden, Nelis Lemmens ½ goutgulden, Jacob Pelmans bierweert 3 goutgulden, Ida Stassen sijn vrouw Jenneken van Eijs ½ goutgulden, Ida Stassen, Mechtildis Zanders ende Catharina Cranen ider ¼ goutgulden te condemneren sijn gelijckse hier mede vollig gecondemneert worden, onderstont pro extracta onderteeckent A.Bruggen, notarius Gerichtsbode sal in cracht deeses de boven gecondemneerden voorde aengesette goutguldens wercklick executeren, de panden uythaelen door 2 schepens volgens d'ordre taxeren ende distraheren248laeten ende hoe het geschiet is cum executo reserveren, sign. Obbicht ut supra was onderteeckent G.A. Vrijheer van Bentinck tot Obbicht ita publicatione SUB B
244 245 246 247
248
Prejuditie: vooroordeel Litispendentie: hangende zaak Johan Werner van Bentinck Letterlijk: een uit goud geslagen gulden, een gouden gulden; de „gulden’ toch was wel oorspronkelijk een gouden munt, maar sedert er ook zilveren stukken van ongeveer dezelfde waarde werden geslagen, werd de aanduiding als goudgulden Vervreemden
57
genealogie craen-kranen
Wij schepenen Jan Notermans ende Dirck Houben verclaeren op verhoor geweest te hebben dat partijen ende getuygen afgehoort sijn geworden in de slagerije van Wolter Kellens ende Matthijs Boethen, ende in het selve verhoor niet gehoort te hebben dat Peter Zanders selfs bekent heeft aen Wolter Kellens de meiste slagen gegeven te hebben, noch hetselve niet gehoort te hebben vande getuygen, maer wel gehoort te hebben dat Matthijs Boethen aen Wolter Kellens de meeste slagen gegeven heeft ende gehoort dat Peter Zanders Wolter Kellens ende den moelenaer heeft helpen vaneen scheyden ende doen Wolter los is gecomen, soo heeft Wolter Kellens Peter Zanders geslaegen, dat hem neus ende mondt heeft gebloeydt, waerover dat Peter Zanders hem heeft gedefendeert, Actum Obbicht den 22 september 1714, was onderteeckent Dit is het merk van Jan Notermans, schepen, D.Houben schepen. Soo verclaeren wij schepenen Jan Demant, Lemmen Savelkoul, Stas Stassen, Jan Notermans, Derck Houben in d'amende vande voors. slagerije noch niet geconsenteert te hebben, ter wijlen ons anders voorcomt als in het verhoor gehoort hebben, ende voorders oock dat de vrouwen die haere mannen naer huys quaemen haelen ende die invals getuygen over de slagerie sijn geweest, souden in amenden geslaegen worden, Actum Obbicht den 22 september 1714, was onderteeckent Jan Demandt, stadthouder, Lemen Savelkoul, schepen, Dit is het merck van ┼ Stas Steskens, Dit is het merck ╒ van Jan Notermans, schepen, D.Houben, schepen. SUB C Veneris249 den 9 november 1714 Decretum250 In saeken Freyherren van Bentinck wider die condemnirte delinquentes haben scheffen die selbe goltgulden ob paupertatem251nochmahlen nach gesehen, und etwa vermindert, und also fort die execution wider Wolter Kellens fur 2 ggl, Peter Zanders wegen des messerziehens 3 ggl, Jan Kranen 1 ggl, Nehlis Lemmens ½ ggl, Jacob Pelmans mueller 3 ggl, dessens frauw fur ½ ggl dem gerichtsbotten zu vollen ziehen auffgeben, onderstont pro extractu prothocolli judicy de Obbicht, onderteeckent H. Bruggen, secretaris Geexamineert het prothocoll van den 17 Augustus afgehouden over de slagerije in de Heerlijckheydt Obbiecht voorgevallen, bevind ten eersten, soo ex propria confessione, als allen mede aengewesene dat Wolter Kellens aucteur252geweest is, oversulcx denselven ten wenigsten 2 goutgulden aen te setten waeren. Peeter Zanders selve ad positione 13 ende 15 bekent dat aen Kellens de meeste slagen gegeven heeft oock dat sijn messe getrocken heeft, hetwelcke oock van de andere geconfirmeert wordt, alsoo deesen wegens het slaen 1 gggl ende wegens het messe te trecken 3 ggl., Jan Cranen 1 ggl ob propriam confessionem253ad positione 3 et aliorum ad dict. positione, Nelis Lemmens ½ ggl, daeromme omdat niet vandaer gegaen was ende niet bij den landtsheer terstondt aengebroght hadde, oft hij animo separandi, ofte mede helpen te slaen sich in gemenght heeft, consteert niet, want de interioribus connen de deponenten niet seggen,
249 250 251 252 253
veneris dies : vrijdag decretum : beslissing in verband met de armoede van betrokkenen auteur : aanstichter, dader ob propriam confessionem : omdat hij heeft bekend
58
genealogie craen-kranen
Jacob Pelmans biertapper als oorsaecke deeser slagerije, daeromme dat hij de beschonckene ende dronckene personen geduerigh getapt heeft, oock mede geslagen, ut passim ex omnium deposionibus constat, daerom denselven ten wenigsten 3 ggl aen te setten waeren, Jacob Pelmans vrouwe Jenneken Eijs ad propriam confessionem, datse mede heeft helpen slaen, ende Kellens in de haeijren gegrepen ½ ggl, Ida Stassen, Metjen Zanders ende Catharina Cranen ider ¼ ggl datse mede daerbij geweest hebben ende geholpen, ut ex depositionibus passim constat, sonder dien staet het een eerlijcke vrouwe toe haer huys te bewaeren, ende niet soo laet in de herberge te blijven, Ita meliori salvo et latiori deductione sin opus, D.Cupers Copia relationis dni doctoris Cupers, Attestor A.Bruggen, secretaris Hoogh Edele Hooggeleerde grootgebiedende Heeren, Opt insien van het gene, wat ter sijden van Jacob Pelmans cum sua, Peeter Zanders ende Jan Cranen, alle ingesetene onser vrijer Heerlijckheydt querulando254bij uwe Hoogedele overgegeven is, ende daerover van UE den 10e november lestleden (dat wij de omstandigheydt der saecke in tijdt van 8 dagen berichten souden) gedecreteert is, doen wij alsoo sub protestatione et reservatione van ons recht alleen pro complemento justitiae, hetwelck ob absentiam255niet eerder heeft connen geschieden maer parendo door onsen secretaris uytstandt gebeden worden, hierbij prothocollum in quisitionis sub nr.1 overgeven, waeruyt seer wel te sien is, dat de bovengemelte Jacob Pelmans ende consorten juxta proprias confessiones, per impartialem juri peritum cidius relationis copia sub nr.2 hierbij comt, wel gecondemneert sijn, is den 22 september lestleden de sententie in judicio gepubliceert worden, Wat nu de tegenpartije in hunne clage voor gebrocht hebben, dat Wolter Kellens aldaer over ettelijcke jaeren uytgebannen was, positione sed non concesso, dat sulx waer was, daermede connen nochtans de tegenpartijen hunne boose actie niet bedecken, daer Jacob Pelmans biertapper soo spade bier ende brandewijn tegen het verbodt getapt, ende Peeter Zanders ingevolg sijns eygen bekentenisse het mes getrocken heeft, hetwelck in alle rechten te bestraffen is, daeruyt hunne onvoegh in alles openbaer is, Wij hebben nochtans ex consideratione et compassione ob paupertatem de relatie ende sententie nochmaels gerevideert256, ende de aengedicteerde goutguldens eenichsins geremitteert, gelijck uyt het decreet van den 9 november lestleden gedateert, consteert etc., w.g. Schepenen des Gerichts Obbiecht Vrijdagh den 17 augustus 1714 Coram Johan Notermans ende Dierck Houben, Schepenen Vrijheer van Bentinck heer tot Obbiecht doet nomine officy klagelijck aengeven, hoe dat Wolter Kellens sijnen jager, voorleden sondagh den 12 deeses, des avondts tusschen 7 en 8 uyren in Jacoben Pelmans huys van den eenen ofte anderen, van die onderdaenen groflijck geslagen waere, ende eenen van die doenders het messe tegen denselven uytgetogen hadden, welcke actien tegens alle geist- ende wereldtlijcke rechten sijn strijdende, daerom hooghlijck te bestraffen sijn, bidt die in recessu gemelde getuigen, over naervolgende positiones eedtswijse te vernemen ende naer bevinden in exemplum aliorum afte straffen. Gelis Savelkoull gerichts- ende veltbode reproduceert recessum257van den 16 deses cum executo,
254 255 256 257
querulando : klaaglijk ob absentiam : wegens afwezigheid processen: opnieuw behandelen in hoger beroep recessum : uitstel
59
genealogie craen-kranen
60
ex tunc258is versche- Peeter Zanders, oudt Jan Cranen, oudt Catharina Cranen, Ida Stassen, oudt nen Wolter Kellens. omtrent 25 jaeren omtrent 20 jaeren oudt 32 jaeren omtrent 27 jaeren 1.Den welcken klaeght dat hij voorleden sondagh savondts tusschen 7 en 8 uyren in des molenaers huyse een glas brandewijn te voren gedroncken hadde, daernaer wederom int huys gecomen gansch beschoncken geseydt hadde,
Ad primam seydt, Ad primam posi- Ad primam seydt Ad primam posimet des molenaers tione seydt jae in neen, tione seydt neen, vrienden een glas specie s’avondts, brandewijn gedroncken te hebben op den naermiddag,
2.Ad ridendum 259 'ghij honsfoetter van Bergh wat maecken sij soo laet hier', in meininge, het waeren deselve geweest,
Ad secundam seydt Affirmative, jae, dat naerderhandt int huys gecomen gans beschoncken, ende als den Matthijs Boethen den hoedt uyt het gesicht geset hadde, geseydt hadde 'gij honsfoetter van Bergh' meyne ick,
Seydt niet teenemael Affirmative, beschoncken geweest te sijn want hij wiste wel wat hij seyde, in reliquo seydt jae,
3. Ende hem Matthijs Boethen den hoedt uyt het gesicht geset, waerop Jan Cranen hem geantwoordt heeft 'dat neme ick voor den kerl op',
Seydt jae, dat Cra- Similiter260, nen geseydt hadde, 'dit neeme ick voor den kerl op', gehoordt te hebben,
Affirmat,
4. Waerop hij depo- Nescit 261 , maer wel Affirmat, ende Similiter, nens Kellens repli- geseydt hadde, hij hadde hem terstondt ceert, 'wat neemt meynde het niet, uytgevoordert, ghij voor den kerl op, ick en meyne het niet in ernst, wilt
258 259 260 261
ex tunc: dan, toen, daarop, vervolgens ad ridendum: al lachend similiter: evenzo weet het niet
Similiter,
Wiste niet eygentlijck omdatse verbaest was,
genealogie craen-kranen
61
ghij daervan wat maecken, soo sijt ghij maer een honsfoet', 5. Dien volgens Seydt jae, heeft hij deponens van den molenaer een glas brandewijn gepretendeert, den welcken hetselve te geven geweigert heeft, waerop hij verder geseydt heeft, 'als ghij mij geenen geven wilt, soo en sal selve krijgen',
Affirmat,
6. Daerop den mole- Negative, naer hem geantwoordt heeft 'dan sult ghij wel een honsfoet wesen',
Seydt jae, gehoordt Similiter, te hebben van den molenaer tegens Kellens, 'schere dich van den kelder, ofte gij sijt maer een honsfoet',
Sulx en wiste sij niet,
7. Daerop heeft den Affirmative262, gemelden Kellens aen den molenaer een oorvijge gegeven,
Seydt sulx gesien te Bekent gesien te hebben, hebben, dat Kellens ende Jacob Pelmans hun met de haeijren gegrepen hadden,
Seydt sij hadde gesien, dat Wolter Kellens ende den molenaer Jacob Pelmans malcanderen met den cop gevat hadden,
8. Hiernaer hebben den molenaer ende sijne consorten hem Kellens uytten huyse gestooten ende het huys gesloten,
Seydt den molenaer Seydt jae, hadde hem op den misthof 263 gestooten, maer en wisse niet wie de deure gesloten hadde,
9. Ende gelijck ten negenden waer, dat de geene die int huys gebleven sijn, onder
Affirmative Jan Cranen hadde geseydt, 'de mannen waeren maer honsfoetten',
262 263
affirmative : bevestigend mesthoop
Nescit,
Affirmat,
Affirmat,
Affirmeert,
Seydt neen, uytge- Sulx hadde sij niet Sulx en hadde sij nomen bekent ge- gehoort, niet gehoordt, seydt te hebben, 'die mij voor een honsfoet schelt, die
genealogie craen-kranen
62
hun gescholden hebben seggende de mannen waeren maer honsfoetten,
houde ick daervoor', hetwelcke Peeter Zanders sich aengetogen heeft,
10. Waerop hij ver- Affirmative, der geroepen heeft, 'laet mij in, anders sijt gij maer dobbel honsfoetten',
Seydt geroepen te Affirmat, hebben, 'laet mij in' in reliquo nescit,
Seydt gehoordt te hebben dat hij Kellens geroepen hadde 'laet mij in', verder nescit,
11. Ingecomen Nescit, sijnde heeft die woorden gerepeteert, wij vindt hem geaffronteert over het geene wat geseydt hebbe, is maer een honsfoet,
Negat, uytgenomen, Similiter, dat Wolter alle de geene die in ’t huys waeren voor een honsfoet gescholden heeft,
Seydt niet te weeten,
12. Hiernaer hebbense hem altemael aengegrepen ende hij den Tijs Boethen met de haeijren houdende,
Seydt, soo haest als den molenaer uyt den kelder gecomen, dat den gemelden Wolter Kellens hem aengevallen was, waerover Cornelis Lemmens sich ingemengt, niet weetende, ofte denselven meynde te separeren,
Negat, behalven dat Nescit, Tijs Boethen hem Kellens met een vuyst aen ’t oor geslagen heeft,
Similiter,
13. Van de welcken de meeste slagen becomen, gelijck oock van den smid Peeter Zanders,
Gestaet dat Wolter Kellens van hem ende Matthijs Boethen de meeste slagen becommen hadde,
Seydt, omdat Peeter Waere niet in 't huys Zanders hem Wolter geweest, ergo nescit, Kellens van den molenaer gesepareert heeft, hadde hij Kellens tegen den gemelden Zanders geseydt, 'Mordieu, gij hebt mij met de haeijren getogen' ende soo gelijck met een vuyst voor den mondt geslagen,
Seydt gesien te hebben, dat Wolter Kellens ende Jacob Pelmans hun met de haeijren hadden, ende dat Peeter Zanders ende Nelis Lemmens deselve van malcanderen gescheyden,
genealogie craen-kranen
63
14.Heeft den gemelde deponens Wolter Kellens denselven los gelaeten, ende den smid met eene vuyst voor den kop geslagen,
Seydt soo haest als Refereert hem tot de Similiter, Kellens hem een voorige positione, sufflet 264 gegeven, dat het bloedt afliep, dat hij sich gedefendeert hadde,
Kellens opcomende, hadde Peeter Zanders met een vuyst int gesicht geslagen,
15. Seydt waer te wesen hoe dat den smid Peeter Zanders het messe getogen, seggende 'den eersten die comt, die wil ick flicken 265 ', testis 266 Henrick Houben ende Metgen Zanders.
Bekent een messe uytgetrocken te hebben, terwijlen hij Kellens hem soo dickmaels voor een honsfoet gescholden hadde, gelijck niet uytcomen conde, hebben alsoo de vrouwen hem vastgehouden, seggende 'gij vrouwen laet mij los ende blijft mij van den lijve', maer en hadde geene meyninge ghehadt hem Kellens, terwijlen hij droncken was, daermede te affronteren.
Seydt Peeter Zanders hadde 't messe wel getrocken, maer niet wetende, wat daermede doen wilde.
Seydt dat Peeter Similiter, Zanders het messe getrocken hadde, alleenelijck om de vrouwen af te crijgen.
Jacob Pelmans vrouwe Jenneken van Eys genoemt, citata jurata et avizata, oudt 33 jaeren ad caetera negative ende deponeert verder hoe dat Wolter Kellens met hun ende bijgewesene vrienden een glas brandewijn gedroncken heeft, ende s'avondts wederomme ingecomen is, niet weetende of hij gansch beschoncken was, hij waere nochtans oock niet nuchteren geweest, soo haest als hij ingecomen was, hadde geseyt 'Mordieu267gij honsfotter', ende den Matthijs Boeten met den hoedt gegrepen, ende deselve woorden gerepeteert addendo268'honsfoet van Bergh', waerop hij Boethen geantwoodt, hij waere geen honsfoet, ende daerop Jan Cranen geseydt 'Ick neme het voor den kerl op', daerop hebben sich Jan Cranen ende Wolter Kellens toegevallen, waerover haers deponentinne man Jacob Pelmans den geseyden Kellens Terwijl altemael niet verschenen sijn, wordt novus terminus269op den 20 augustus gestelt. Maendag den 20 augustus 1714
264 265 266 267 268 269
soufflet : oorvijg flikken : raken getuigen uitroep van ongeloof, verbazing er aan toevoegend de nieuwe termijn, afspraak
genealogie craen-kranen
Coram Jan Notermans ende Dierick Houben, schepenen, Gelis Savelkoul gerichtsbode, reproduceert verder decretum cum executo, Woensdag den 22 augustus 1714 Coram Jan Notermans ende Dierick Houben, schepenen, Gelis Savelkoul gerichtsbode, refereert de boven gedesigneerde getuigen nochmaels geciteert te hebben. Ex tunc sijn verscheenen Jacob Pelmans, Jan Cranen, Metjen Zanders, Catharina Cranen ende Ida Stassen, Nelis Lemmens ende Henrick Houben Jacob Pelmans verschijnende claegt hoe dat Wolter Kellens hem in- en buyten sijn huys gemolesteert ende geaffronteert hadde, met versoeck de geciteerde getuigen, so hier mede gedesigneert worden over de voorgaende articulen te vernemen. Decretum Terwijlen de dickmaels gecieeerde getuigen het juramentum uyt te sweeren recuseren, als wordt deselve bij poen van 3 goutgl aenbevolen, den eedt uytsweeren, ende over de positiones270affirmative vel negative271te antwoorden. Ex tunc hebben Jan Cranen, Metjen Zanders, Ida Stassen ende Nelis Lemmens de eedt praeviatamen avizatione perjury extense uytgesworen, Vrijheer Van Bentinck nomine officy op afgehoorde getuigen, badt per impartialem272daerin erkennen te laeten wat recht is. Decretum Dit prothocol sal aen eenen beweerden heer referenti toegestelt worden, Pro copia prothocolli judicy de Obbiecht, A.Bruggen, secretaris. De Schout contra Joan en Evert Berben, Hermanus Houben en Reinerus Craenen wegens wanordelijkheden op het kasteel van Obbicht Indehme ausserlich vernohmen auch selbst durch untersuchung in erfahrung braght, wie das eine zeitlang undt meiner abwesentheyt viele undt grobe excessen durch eenige eingesessenen von meiner heerlickeydt Obbicht so wohl jongeselle als andere einwohners mit undt sambt den auf dem haus bestelten domesticquen seynde verubt worden bij tag als nachtlicher weile, als befehle undt committeren wir hiemitten unseren scholtis dahe selbzen sothan mit nachdruck zu untersuchen da gegen gerichtlich zu verfahren mithin welche durch die finsteren bij nachtzeiten ihm Casteel gesteigen undt allerhande mutwill darin helfen bewerckstelligen undt bedreiben undt wie sulches geschehen, Born den 26 Januari 1732, w.g. H.F.de Leerodt Ad prothocollum den 30 januari 1732 Den officier alhier exhibeert copie van 't genootene reces ende ordre van onsen gebiedende heere Grave de Lerodt, heer deser vrij Heerlijckheydt Obbicht ende Papenhoven, parando vande selve, omme te achterhaelen de bedrevene excessen ende ongeoorloofden vuyle moetwille, denwelcken van tijt tot tijt op den adelicken huyse alhier is bedreven, ende daer van de grondelijcke waerheyt ende naericht te becomen, Heeft voor op heeden doen bedaegen voor eerst omme getuigenisse der waerheyt te geven over het gheene aen haer in volgende vraegh pointen sal worden voorgedragen alles onder eede te weeten Joan ende Evert Berben, Hermanus Houben, mitsgaders den boode R.Craenen pro facto dat de verder gedaeghden de welcke
270 271 272
verklaringen bevestigend of ontkennend impartialem : onpartijdig
64
genealogie craen-kranen
65
op den Casteele van tijt tot tijt op sondagen als heylich dagen geconverseert als Peter van Dilsen, Johannes en R.Hermans, als mede Ida Stassen, sullen worden voorgenoomen, ende verhoort, alles cum expensis, vragen : 1.Ofte niet waer is dat sij gedaeghden op 3 Koninghen avont aen den Casteele stonde ofte passerende niet en hebben gehoort eenig gedruys ofte lacherlijck geschrey, 'die Koninginne met de groote kutte drinckt' ende wie sulx heeft geroepen, 2.Ofte niet verders daernaer hebben gehoort dat imant zije dienstmeydt ofte jonckman 'Ja nu gaet het op het vingeren ............', 3.Ofte niet waer is dat dan Peter van Dilsen seyde 'ja als het daer op aengesien is, dan sal ik den eexteren ende alsoo dat speelwerck werkstelligh 273 gemaekt', 4.Ofte niet waer dat sij gehoort hebben dat de jongesielen ende domesticquen int casteel wesende tesamen brassende, pannekoecken gebacken met melck gegeten ende 5 pinten brandewijn geholt, door dewelcke ende wie door haer is gesien ende daerneffens acht quarten bier,
273 274
Herman Houben Affirmeert dese vraege per totum ende seyt impertinentia salva dat Reiner Hermans heeft geroepen 'de coninginne met de groote kutte drinckt',
Joannes Berben Seght hetselve gedruys en getier gehoort te hebben, maer niet, (overmits niet bij en waeren) hehoort seggen 'De koninginne met de groote kutte drinckt', salva impertinentia,
Everardt Berben Seght in allen deele waer te sijn, ende oock hooren seggen salva impertinentia 'Ick brenge digh koninginne met de groote kutte', seggende sulx Reiner Hermans, wetende omtrent tusschen 9 en 10 uyren 's avonts,
Op de 2de depositie res- Negative, pondit affirmative ende seydt sulx door de kleine dienstmeydt eticum impertinentia salva geseyt te sijn,
Seght jae, ende sulx te sijn geseyt door de jonge maeght,
Op de derde respondit in Negative, so verre affirmative als dat Peter seyde 'So als het daer op aengaet, dan ben ik te vreden', etcetera negative,
Seyt insgelijcx waer te sijn, en te hebben hooren singen van eenen man die hout gelaeden hadde, ende daer lagh kromp hout onder,
Op den 4de seght gehoort te hebben deselve brassen en singen en getier maeken, maer niet gesien wat aenfingen dan gehoort dat pannekoeken soude hebben gebacken, ende brandewijn gehaelt, vier of vijf pinten, maer wel gehoort dat eenen seyde 'wie het glas breekt, die sal een kelke brandewijn geven'. Daer naer op haer gemaekt gedruys naer hem met steenen coomen werpen dat deselve op de batte274vielen, ende sulx te sijn geweest Peter van Dilsen,
Seyt deselve hebben hooren brassen en drincken maer niet gesien dan hooren seggen dat deselve de pannekoecken [gebacken] ende brandewijn gedroncken hadden. Verclaert oock verders dat Peter van Dilsen seyde 'Wie het glas breekt sal een kelke brandewijn geven'. Verclaert oock verder dat gemelte van den kinder tooren tot op de batte op haer met steenen ge-
Seyt deselve hebben hooren singen, brassen ende drincken en groot getier maecken, maer niet te weten wat daer aenvingen, dan sulx hooren seggen, verders oock in het gedruys gehoort dat Peter van Dilsen seyde 'Wie het glas breekt sal een kelke brandewijn geven', seght verders oock gesien te hebben den schepen Peer en Reiner Hermans gehaelt bij Hendrick Houben een kanne brandewijn en bevorens noch voor 3 st. gehaelt te hebben. Verclaert oock dat die van 't huys op hun
werkstellig : klaar voor gebruik schot van planken, dienende om tijdelijk als brug over een sloot te worden gelegd, ook wel vaste brug zonder leuning;
genealogie craen-kranen
van den kinder tooren heb- worpen hebben, segben geworpen met steenen gende 'Honsvotters tot op de batte, blijft staen',
5.Ofte niet waer is dat Hermanus Houben ressij hebben gesien dat pondit alhier van niet te deselve jonge knaep weeten. daer op wesende hebben gesien climmen door de vensters vande casteele, ende alwaer ende wie sulx begaen heeft,
Verclaert twee door het Negative, venster te hebben sien uytsien als sij joghden te weten Peter van Dilsen en Joannes Hermans, seggende eenen joght eenen tegen, daer op Peter seyde 'neen'.
Verders is gecompareert Reiner Craenen, verclaerende op sijnen gedaenen boode eydt ad ultimam depositionem, dat Joannes Hermans met hem willende gaen naer Nattenhoven 's avonts omtrent ten 9 oft 10 uyren, dat hij alsdoen Joannes voors. van hem is afgegaen, ende geloopen naer den casteele, alwaer denselven sien door de venster van de keucken inklimmen, staende eerst op eenen steen daer onder geleit, bevorens geklopt ende hem door iemant sijnde open gedaen. Verders verclaert Itgen Stassen dat op aengedaene vraeghe, dat de groote meite haer gelt heeft gegeven om eene kanne brandewijn te betaelen bij den borgemeester Hendrick Houben gehaelt sijnde. Peter van Dilsen ad omnia negative seyt dat op het huys 8 daegen naer Driekoningen op het huys sijnde, sittende in het kamerken naer de capelle, dat alsdoen Joannes Hermans aen de keucken venster ingecoomen sijnde, niet wetende wie hem daer in gelaeten heeft, maer dat hij tusschen licht en doncker door de meiden is ingelaeten, ende altoos van tijt tot tijt door de poorte is ingelaeten worden, maer dat hij geen gelt tot brandewijn heeft gegeven noch bijgeleit, maer door de meidt is betalt worden. Joannes Hermans ad omnia negative respondens, verclaert verders, dat 8 daegen naer Driekoningen dagh is aen het kasteel gegaen ende geroepen datse hem de poort souden open maecken, dat alsdoen geseit hebben sij souden hem de venster laeten open doen, dat den schepen deselve alsdoen heeft opgedaen, ende hij daer ingeklommen coomende in het capelkamerken, aldaer gevonden heeft Peter van Dilsen en sijnen broeder. Exhibitum den 30 januari 1732 Het Archief van de voormalige gemeente Obbicht & Papenhoven te Born, bracht onder meer de volgende gegevens in verband met Jacob Craenen aan het licht blz.xxii : lijst burgemeesters : voor het jaar 1690 wordt vermeld Jacob Craenen. Daar hij volgens onze gegevens in 1663 in Roermond is geboren was hij toen dus 27 jaar oud. Inv.nr.26 : Afrekening Burgemeester (Schatheffer) Hendrikx over 1679 : blz.4 : 1679 : den 3. february is mijn heer Scholtis met Jacob naar Ruremunde gewest, twee daegen vertert 7 gulden en 1 ½ stuyver Natuurlijk hoeft dit niet onze Jacob te zijn geweest, maar gezien het feit dat hij de volgende jaren regelmatig vermeld wordt en er geen andere personen met de naam Jacob voorkomen mogen we aannemen dat het hier om Jacob Craenen gaat.
66
genealogie craen-kranen
In alle burgemeesters-afrekeningen valt onder de vermelde uitgaven op, dat er regelmatig naar Roermond wordt gereisd. Personen die daar worden bezocht zijn voornamelijk Bongarts en Lom, waarschijnlijk voor financieel en juridisch advies. Inv.nr.27 : Afrekening Burgemeester J.Demant over 1680 : blz.3 : Uytgaff volgens quitantie : Aen Jacob Craenen volgens ordinantie van mijn Heer Scholtis voor twee Hamels275die hij aen die Franssen soo op het Casteel logeert daeraen heeft moeten leveren, betaelt 20 gld 0 st. Eindafrekening over 1680 op het laatste blad : Te betaelen aen die Gemeente 314 guldens, hierop betaelt aen Jacob Craenen door Assignatie27620 guldens, Actum den 29en April 1682 etc. (Zijn dit de 20 guldens als betaling voor de 2 Hamels ?) Inv.nr.28 : Afrekening Burgemeester L.Savelcoul over 1681 : De grondeigenaren blijken 3 ½ pattacon per bonder aan schat te moeten betalen. Jacob komt hier voor het eerst voor als schatplichtige. Volgens de Generale Metinghe van 1681 bezat Jacob 1 vrecht277.Op 18 jarige leeftijd blijkt Jacob dus al grond op zijn naam te hebben staan. Uytgaef tot dienst etc.: 24 Octobris : Naer Ruremund geweest met Jacob Craenen, eenen pot boter gedraegen aen Mijnheer Bongaerts, wegende 36 pont ad 6 st. en verteert vyff guldens, facit t’ saemen 15 guldens en 16 stuyvers 24 Octobris : Verteert mit Jacob Craenen tot Ruremunde 5 guldens en 0 st. 9 Decembris : Hebbe gedraegen met Jacob Craenen eenen pot boter278(van 26 pont sonder den Pott) aen mijnheer Bongarts cost ad negen gl en 2 st. en verteert 5 guldens, beloopt t’saemen 14 gulden en 2 st. 30. Marty : Gegeven aen Jacob Craenen voor teergelt naer Maestricht 1 gulden 15 May : [..] Jacob Craenen (de selve) visschen moeten draegen naer Maestricht, verteert 10 st. Inv.nr.30 : In 1698 moet Jacob schat betalen over 1 vrecht en 39 roden (=2954m2) inv.nr 105 : Afrekeningen Burgemeester Jacob Craenen over 1690 (o.m.) (Afgehoort 1693) (kwitanties) Die Eerw[aerd]e moeder des Closters Nieuwenhoff279sal gelieven te betaelen aen Jouffrouwe Brunsraedt de somme van vyffentwintich pattacons ende sal hun deselve somme dienen in cortinge van hunnen schat voor het jaer 1690 in oirconde etc. Actum Obbicht den 24 en December 1690 -segge hondert guldens- dit is die handt [ ┼ ] teecken van Jacob Kraenen Borgermester van Obbicht. Mij present, M: X280. Klenchart
275 276 277 278 279 280
hamel : gesneden ram aanwijzing tot betaling 100 roeden=1 vrecht=¼ bunder[=2125 m2] om de relatie te smeren ? Het Klooster Noenhoff of Nieuwenhof bij Maastricht had recht op 1/3 deel van de grote tiende Maximiliaen
67
genealogie craen-kranen
Ick onderschreven bekenne als dat ick ende den borgemeester Jacob Cranen sijn gewest naer Ruremont voor die afterren281van onse gemeynte om te spreken aen Menheer Bongart ende aldaer ende op die rijse met mijn perdt vertert vier gulden vyf stuuver, den 3. Aprilis 1691, Egidius.Stravius pastoor van Obbicht. Dat Jacob Craenen Burgemeester van Obbigt etc, des Jaers 1690 aen mij ondergeschreven heft goetgemaeckt, de renthe van 100 Ducatons naemens de gemeenten van Obbigt voor t’jaer 1690 etc.ende oock een restant heft goet gemaeckt datte gemeente van Obbigt mij bij afrekening te steeden als de here Scholtis Den ondergeschrevene bekent ontfangen te hebben van Jacob Kraen twee Pattacons voor het maecken der schatcedulle. Actum den eersten Octobris 1690, M.Klenckhart inv.135 : Het Generale Meetboek uit het jaar 1704 Jacob is overleden op 7 april 1702 dus verschijnt in het meetboek zijn weduwe (Mechtildis van Dilsen) en wel als (voormalige) eigenaresse van 3 stukken grond t.w. folio 22 : een stuck landts op t’Cleen Broeckveltgen, reingenoet ter eenre sijden Hendrick Demant, ter andere sijden Peter Schepers erffgen.voor een hofe den heer Baroun van Obbicht, groot aen maeten = 125 ½ roede, gaet af voor quaedt 10 ½ roeden (=2667 m2) ----------door de Maese afgedreven--------------folio 110 : een stuck landts op die Steene Coull, reingenoet ter eenre sijden Jan Demant, ende Jan Koeten erffgen,.ter andere sijden oock Jan Demant, voor een hofe de Hoogstraet groot 50 ½ roeden, gaet af voor quaedt 5 roeden (=1073 m2) -----------nu toebehorend Jan Berben-----------folio 398 : een weyde te Overbrouck, reingenoet ter eenre sijden Hencken Baeten, ter andere sijden Jan Demant, ende het velt, voor een hof die Beeck, sonder den Beeck over de Beeck, den welcke is buyten de metinghe gebleven, de wijle sij gheene huysplaetse is hebbende, ad 121 roeden (=2571 m2) (=totaal 297 roeden [=6311 m2] voor de 3 percelen. Kon je daar van leven ? Nee, wel gecombineerd met het verrichten van diensten aan derden, bijv. de baron) Gichtregister, periode 1704-1740282 Op 26 april 1724 blijkt uit een acte dat de Weduwe van Jacob Craenen een moeshof bezit te Overbroeck283. Op 2 december 1724 verschijnt de eersaeme Weduwe Metjen284Craenen'om over te dragen een 'stuck landts gelegen omtrent de Steene Coule reigenoot ter eenre sijde Jan Demandt, stadhouder, ter andere sijde de Erfgenaemen Jan Kooten, uyt schietende op de Obbichter Koystraet en dat ten profyte van haeren schoensoone Joannes Zanders De verkoop geschied voor 50 Guldens Brabants Maestr.Cours aan Willem Hamers. 'Grootte eenige roeden boven eene halve vrechte' Accoord zijn : 'de resp. Swaegers Reiner Craenen, Giel Stassen, Thijs Houben en Jan Kranen' Opmerkingen :
281
282 283
284
Een gedeelte van iets aftrekken, en daardoor het geheel met zooveel verminderen, afrekenen
SB Obbicht en Papenhoven, 01.020, inv.nr.124 Oorspronkelijk was Overbroek een apart gehucht, na het wegspoelen van het oude Obbicht (jan. 1643) werd hier in 1688 de nieuwe kerk gebouwd Mechtildis (van Dilsen)
68
genealogie craen-kranen
1. voor de vlaktematen heb ik die van Weert aangehouden, zie hiervoor : J.M.Verhoef : 'De oude Nederlandse Maten en Gewichten', Amsterdam, 1983 2. Zie ook het artikel in het ‘Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold’, 1990, van de hand van J.A. Knoors over de Generale Metinghe in 1704. 3. Maximiliaan Klinchart was getuige bij de doop van Maximilianus Notermans op 20 april 1689. Zijn funktie was volgens het bijschrift -Praetor285 4. informatie over de adel en het kasteel van Obbicht : J.A.Knoors, Dat alinge huys tot Obbicht, Sittard, 1996
285
schout
69
genealogie craen-kranen
SUSTEREN
Toestand van Susteren in 1736286 De omslag, door scholtis Moutz en de Schepenen van Susteren in 1736 gemaakt voor de betaling van de belastingen van dit kerspel, geeft ons inzicht in de toestand van Susteren in het begin van de 18e eeuw. Het kerspel had toen een oppervlakte van 1811 morgen 3 vrechten en 21¾ roeden, waarvan 1310 morgen 1 vrecht 2¼ roeden bouwland eigendom waren van inlandsche, 75 morgen van buitenlandsche belastingschuldigen ; 190 morgen weiland behoorden aan ingezetenen; 49 morgen 2 vrechten 4½ roeden bouwland waren voor de lasten der landsstenden en 162 morgen en 18¼ roeden bouwland voor geld in pacht gegeven. De gezamentlijke oppervlakte was in de belasting tegen 2 rijksdaalder 8 albus aangeslagen en moest dus opbrengen 3582 rijksdaal der 22 albus 9 heller. Buitendien vond men aan zoogenaamd verlaten land, hetwelk niet verpacht kon worden, eene uitgestrektheid
De Sint Amelberga basiliek, sinds 1789 parochiekerk, koorzijde gezien vanaf het kerkhof. (eigen opname) van 4 morgen 1 vrecht 17 roeden, terwijl 20 morgen 1 vrecht en 35¾ roeden onbebouwd en woest lagen. Van 221 familiën werd uit hoofde van hun beroep belasting geheven (eene soort patentbelasting). Die familiën, gezamenlijk aangeslagen voor 49 rijksdaalder 30 albus, waren aldus ingedeeld : 123 Köther (kleine boeren), 74 akkerlieden, 4 bierbrouwers, 4 jenevertappers, 3 schoenmakers, 3 smeden, 2 stroodekkers, 2 snijders, 1 watermolenaar, 1 pleisteraar, 1 linnenwever, 1 radenmaker (esser) en 1 jood287. Het kerspel telde 81 paarden en 202 koeien. De zoogenaamde pensionsomslag (de belasting geheven ter betaling van renten en interesten door de stad verschuldigd) gaf in cijfers 1951 rijksdaalder 25 albus 2 heller, zoodat in het geheel aan belasting opgebracht moest worden, met inbegrip der bovengemelde gronden bedrijfsbelasting, 5583 rijksdaalder 17 albus 11 heller per jaar.
286 287
Maasgouw 1880, bl.334 De schrijver leidt hieruit af dat er te Susteren ook belasting op Joden werd geheven
70
genealogie craen-kranen
71
De toenmalige Gemeente Susteren uit de Gemeente Atlas van J. Kuyper uit de jaren 1865-1870
Genealogische- en verdere gegevens uit deze periode Er zijn maar weinig gegevens uit Susteren bekend. Daar komt nog bij dat de stukken van processen waarbij familieleden betrokken waren bijzonder moeilijk te ontcijferen zijn. In het hieronder getranscribeerde stuk uit 1699 komen we de ouders van Catharina Rots, de 2e echtgenote van Johannes Craenen, tegen. Het betreft de verkoop van een huisplaats of boomgaard door het wereldlijke stift van de Heilige Salvator aan Stephan Rots. Uit het onderhavige goed werd al vanaf 1579 het jaargetijde van abdis Lutgardis von Tzevell (of Zievel), van 1545 tot 1579 abdis van de Abdij en het Stift, betaald. Een (eeuwigdurend) jaargetijde hier in de betekenis van een jaarlijkse mis of dienst voor een overledene. Voor de nagedachtenis van Lutgardis werd dus al 120 jaar een mis opgedragen. Door deze verkoop zal daar nu een eind aan komen. OBLIGATIO WEGEN EINER HAUSPLATZEN ODER BONGART ZU FEURT GELEGEN, SPRECHENT288AUF STEPHAN ROTZ289 Dienende voor anniversarium der abdis Zevell 1699 Wir Freuleins und Canonici respective Capitulaeren des freijen Hoch adlich und Weltlichen Stifts Sancti Salvatoris zu Susteren, thun kundt und tuegen Jedermanlichen hirmit zu wissen dass wir auf heut Unterbenanten dato den Ehrsamen und Frommen Stephan Rots eingesessener Burgeren hisigen Vorstadt Feurt und desselben Hausfrauen Idtgen Borchermans zu Ihren derenselben Erben und Nachkomlingen befücht erblich überlassen und verkauft haben, wie wir überlassen und verkaufen hirmit und krafft dieses ein in hiesiger Vorstadt Feurt mit einer seithen Erben Johannen Vinen mit der ander Erben Quirinen Klassen Erbgen. gelegenen Hausplatz oder Bungart290, ausschiesent mit einer Haubt auff der gemeinen Strassen, mit dem anderen auf die langs Munsterfelde lauffenden Graben, welche Hausplatz oder Bungart von Wilandt Goddarten Geijskens und folgents desselben Erbgen. herkomment und unseren Capitul vor 50 Konings Thaler Capital zu Wilandt der hieselbsten gewesener Frauen Abtsinne Zevell Jahrgezeit gehörendt
288 289 290
sprechent auf : ten laste van archief Kapittel St. Salvator te Susteren, 14B005, inv.nr.361 bongerd, boomgaard
genealogie craen-kranen
verobligirt und vor sothanes Capital und vieler Jahren auffgelaufener Interesse uns und unseren Capitul von genanten Goddarten Geijskens Erbgen. überlassen worden, und ist dieser Kauff geschehen nachfolgender Gestalt des Ehrsamen Stephan Rots, welcher auf gemelten Hausplatz onder Bungart ein Hauss zu setzen vorhabent, auff sich nimbt unser wircklich auf sich nehmen thuet, von obengen. 50 Konings Thaler Capital ad 30 reichsthaler in speciebus wofür gemelter Hausplatze sambt darauf kommenden Haus nunmehr verobligirt bleiben solle, gestalt selbige 30 reichsthaler Jahrlichs den 2.ten January Erstlich aber im erstkunftigen Jahr 1699 und auff hinfürter allen und jeglichen Jahrs mit einen und einen halben dergleichen reichsthaler oder 6 gulden in Specie, biss zur Abloss ahn unsen Hochwürdigen Capitul oder Darsteller Zeitlichen Rhentmeisteren zu verpensioniren unter Verbindung seiner, desselben Erben und Nachkomlingen quiteren so Vill darzu nöthig sein werden endtlich ist verabredt diesse genante Kaufer Stephan Rots, desselbe Erben und Nachkomling vorbesagte 30 reichsthaler Capital allezeit nach Ihrer Gelegenheit mit 30 Species reichsthaler Maeseiker golt sollen ablegen und quitiren mögen, jedoch des solchen Mass schuldich sein sollen sothane Ablegung ein Viertel Jahrs zu vore einen Hochwürdigen Capitul ahn zu kündigen dieses alles in wahrer Urkundt sindt dieser Zettulen zwei gelaufen einhalben aussgefertiget und beider Stiftserben denen mit über und angewisenen Zeugen unterschreiben auf zu mehrer Festigkeit mit den Capitular Segell bekräftiget, so geschehen in dem freijen Hochadlich und Weltlichen Stiffts zu Susteren den 6. Marty 1698, Ex Commissione, Leonardus Arnoldi Rhentmeister und Secretar In de maand februari 1768 koopt Michael Craenen, de zoon van Johannes, van Martin Pollart een perceel akkerland ter grootte van 100 roeden Auf heut den 16. febr. 1768 ist zwischen dem Michael Craenen in ehe sitzend mit Margaretha vander Leeck291an der Witberch von Martinus Pollarts, ledigen standts292to ore anderer seithen einen sterten und aufrichtigen Erbkauff eingegangen und beschlossen worden krafft wessen eerstgesagter Kraenen ein stuck ackerlants ungefehr hundert ruthen auf Luid (?) gelegen mit einer [seith] Theodor Pestgens, und auf der anderer seithe verschiedene, und mit ein haubt Hubert van Liesberg und auf das ander Wilhelm Backhaus wittib an dem erwehnter Pollarts obgenanten Verkauffer und erblich ubertragen dem Hochadlichen Capitulo hieselbst jarlichs ausgeltend ein vat roggen, loss und frey, [..] dieses neben hierzu requirirten Zeugen eigenhändig unterschrieben, so geschehen Susteren die dato ut supra, Dieses ist Michael Kraenen eigen händig merck ┼ zeichen to schreiben onerfahren Hermannus Ververs als Zeug Antonis Exters als Zeug Zo werd er gepreekt in 1795 Begin en einde, fragmenten uit een preek gehouden in 1795293 Darom roept, alsser iemant is, die u antwoort, en keert u tot eenige van de heyligen, (Job 5:1) Dit was den raad met welken Eliphas sijnen vrient Job had aangesproken, als desen met allerhande quetsure overvallen was, ongeluckigen mensch, seyde Eliphas, mits dat gij werwarts dat gij u keert nae tegenspraak hebt, soo keer uwe oogen, en heft op uwe stemme na een andere plaats, voca ergo etc. Ah, de omstandigheden van dese bedroefde tijden hebben mij den opgenomen text op mijnen mont gelegt, U Millen, U Tudder, U Zittart, U al, voca ergo, roept dan, maar ’t is tijt, de straf Gods is over U, de 4 elementen vier, water, locht, hemel en eerde nemen aan de wapenen tot U verderf, ’t vier heeft in desen oorlogh heele steden in assche gelegt,
291
292 293
huwelijk d.d. 2-5--1756, overleden 3-8-1768 (opm.begraafboek: Voorzien van de nodige sacramenten is na een lang lijden aan tering overleden . R.I.P.) ongehuwd archief Kapitel der Kanunnikessen van St Salvator, 14B.005, inv.nr.619
72
genealogie craen-kranen
’t water heeft na desen winter aen steden en dorpen veel schade gedaen, de locht straft ons met rasende febris294, (Jer.47) de aarde met aardbevingen, u mucro d[ivi]ni usque quo nen quisces, O vreest den Heeren, sult gij dan niet ophouden, darom roept, voca ergo, besonderlijk tot Maria, door welkers voorspraake God wilt, dat den rechtveerdigen toorn Gods tegen de sondaar sal wederhouden worden, Couragie dan O clenen, mits dat gij nu leeft droevige tijden, soo hebt gij reden om uwen toevlucht te nemen tot Maria is den inhoud van dit sermoen, voca ergo, soo roept dan aen dese maeghet, maer te samen met een boetveerdigheit, als gij wilt van haer geholpen worden, dan sal wegen ’t besluyt van mijn sermoen attendire u God is bermhertigh, maar haat de sonden, daarom word hij genegen de sondaer te straffen,[..] Het slot : O Jesu, wij zijn van sinnen oprechte boetveerdigheyt te doen, wij werpen ons neder voer uwe voeten, en dat op ernst belovende beternisse, aensiet uwe moeder uyt welkers opsicht gelieft van ons afte wenden die groeten nood in welken wij nu zijn, H.Maria algemeyne nood helpster, aen u overgeven wij onse supplicken, wij bidden u helpt ons want gij kont helpen bij God die oprechtelijk beloven getrouwe dienaers te blijven van u en uwen sone, Amen
VII. Joannes Cranen, geboren Obbicht ca 1693, overleden 6-05-1755, in den Heer overleden, voorzien van de noodzakelijke sacramenten. tr. (I) 30-11-1713 te Obbicht met Joanna Meijers, overleden 27-5-1715, uit dit huwelijk werden voor zover bekend geen kinderen geboren tr. (II) 25-8-1716 te Susteren met Catharina Rots uit Susteren (Feurth), geboren 1686?, overleden 29-61731. Catharina is geboren uit het huwelijk van Stephanus Ro(o)ts295en Ida Borgermans (zij treedt op als getuige in 1723 bij de doop van Michaelis Craenen) tr. (III) 26-7-1731 Maria Anna Hendrix, weduwe van Theodorus Schulpen296, overleden : mogelijk in het kraambed, get.bij huwelijk: Gerardus Heijnen en Mechtildis van der Straeten, dicta Rots, kinderen uit het 2e huwelijk te Susteren geboren : 1. Jacobus Craenen, doop ?-5-1717, get. Mechtildis Craenen en Stephanus Rots (grootvader) 2. Gerardus Craenen, doop 11-8-1718, get. Ida Rots en Jacobus Craenen (grootvader) 3. Stephanus Craenen, doop 15-11-1719, get. Mechtildis Rots en Vincent Classen 4. Ida Craenen (1), doop 5-9-1721, get. Gertrudis Wijnen, Catharina Craenen en Godefridus Vergossen, vroeg overleden (i.v.m. Ida (2) 5. Michael Craenen, doop 29-9-1723, volg VIII, 6. Naamloos kind, gestorven in kraambed, doop 29-7-1725 (door de vroedvrouw) 7. Ida Craenen(2), doop 9-8-1726, get. Elisabeth Classens en Theodorus Ververs kinderen uit het 3e huwelijk : Jacobus Craenen, doop 16-5-1732, get. Renerus Cranen, Andreas Exters en Anna Schulpen, overleden 6-3-1802, tr. 17-6-1764 Gertrudis Elisabeth Classen, (gedoopt 26-3-1743), get.bij huwelijk : Herman Kohnen en Herman Classen. Jacobus en Elisabeth wonen in 1799 op de Heidestraat (zie:Bevolking Kanton Sittard)
294 295 296
koorts zie Archief St.Salvator, inv. 361 Het eerste huwelijk werd op 15-1-1716 gesloten. Theodorus stierf op 20-3-1722
73
genealogie craen-kranen
Uit dit huwelijk te Susteren geboren : 1. Joannes Matthias Craenen, doop 25-2-1765, get. Catharina Ververs en Johannes Schulpen. Overleden vóór januari 1774, de geboorte van Joannes Mathias II 2. Catharina Mechtildis Craenen, doop 23-3-1766, get. Mechtildis Schommerts en Gerardus Houben, tr. 13-11-1785 Gerardus Classen 3. Maria Ida Craenen, doop 16-8-1768, get. Maria Ida Cranen en Arnoldis Classen, tr. 27-1-1792 Petrus Vergossen 4. Maria Agnes Craenen, doop 21-10-1771, get. Maria Agnes Stelten en Michael Cranen 5. Joannes Matthias Craenen, doop 31-10-1774, get. Sybilla Lijnen en Herman Classen. Matt woont in 1799 nog bij zijn ouders op de Heidestraat (zie:Bevolking Kanton Sittard), tr. 4-1-1801 met Maria Elisabeth Schophoven van Havert. 6. Stephanus Craenen, doop 22-1-1779, get. Anna Cath.Craenen en Stephanus Wijnen, tr. 15-2-1801 met Beatrix Horens VIII. Michaelis Cranen, doop 29-9-1723, overleden 20-2-1780, Get.bij doop : Michiel van der Straeten en Elisabeth Claessens, condicta297Borchermans, uit Feurth (voorstad Susteren) tr. (1) 2-5-1756 met Margaretha van der Leeck, overleden 3-8-1768 (in begraafboek : Voorzien van de nodige sacramenten is na een lang lijden aan tering overleden . R.I.P.) Get.bij huwelijk: Jacobus Cranen, Andrea van der Leeck, Catharina Custers e.a., kinderen uit het 1e huwelijk : 1. Joannes Cranen, doop 17-12-1756, get. Maria Ida Cranen en Wilhelmus van der Leeck 2. Joannes Jacobus Cranen, doop 21-1-1758, overleden Rotterdam 19-4-1808298, Get.bij doop : Jacobus Cranen en Catharina van der Leeck. Joannes Jacobus vestigt zich in of voor 1788 in Rotterdam waar hij : tr. (1) 6-4-1788 met Maria van der Hout, j.d. van Rotterdam, zij overlijdt in Rotterdam in 1794 kind uit het 1e huwelijk : Michiel Cranen* 22-05-1794, te Rotterdam, get. Matthijs Krane en Catharina Ophelders uit Susteren. Dit kind overlijdt 6-6-1804 tr. (2) 20-5-1798 met Christina Kamler, j.d. van Frankfort a/d Main, later genoemd Kammelaar, e kind uit het 2 huwelijk : Michiel Cranen * 12-8-1804, get. Joseph Kammelaar en Anna E.Hoogstraten, overleden 5-2-1883 te Rotterdam, tr. 4-3-1846 Lena Blok. Hij beoefende het vak van kleermaker. 3. Gertrudis Catharina Cranen, doop 11-1-1761, get.Gerardus Houben en Elisabeth Jansen, tr. ca 1788 met Conrad Kohnen of Coenen, overleden 29-7-1820 te Susteren 4. Joannes Theodorus Cranen, doop 1-5-1763, get. Maria Artz en Theodorus Ververs, overl. 26-2-1766 5. Maria Gertrudis Cranen, doop 18-9-1764, get. Gertrudis Elisabeth Classen en Wilhelmus van der Leeck 6. Andreas Cranen, doop 20-4-1766, get. Maria Elisabeth van der Straeten en Andreas van der Leeck tr. (2) 17-10-1768 met Catharina Mols uit Schinveld, doop 28-3-1734, dochter van Damianus Mols en Catharina Molders, overleden 2-3-1805 te Susteren, get. bij overlijdens aangifte : Arnout Denijs en Jacques van Thoor, beiden volgens eigen zeggen buren van de overledene. Get.bij het 2e huwelijk : Joannes Petrus Exters en Cornelia Exters e.a.
297 298
condicta : bruid, verloofde in het zelfde jaar komt Joannes Matthias, zijn halfbroer, naar Schiedam
74
genealogie craen-kranen
kinderen uit het 2e huwelijk : 1. Joannes Matthias Cranen, doop 26-7-1772, volg IX, 2. Gertrudis Elisbeth Cranen, doop 27-7-1772, (tweeling met Joannes Mathias), get. Christiaen Neutgens en Gertrude Elisabeth Classen, overl. 22-1-1826, tr. 24-2-1805 met Joannes Kurings, gedoopt in Millen op 15-2-1778 3. Henricus Cranen, doop 4-2-1776, get. Ida Cranen en Henricus Schulpen 4. Joannes Cranen, doop 7-6-1778, get. Cath. Strokkers en Johannes Mols, tr. 29-1-1804 met Anna Elisabeth Hermans afkomstig van Tudderen.
IN DE PUBLICATIE 'DE BEVOLKING VAN HET KANTON SITTARD IN 1799 - SUSTEREN PAG.188 E.V. VERSCHIJNEN DE VOLGENDE NAMEN VAN VOOROUDERS EN HUN AANGETROUWDE VERWANTEN
Feurdergasse : nrs 43 en 44 : Nicolas Janssen (34), Ackerman en Sophie Cranen (29) (geh.13-11-1791) met 2 kinderen Rue de Furth : nr 291 : Marie Cranen, (67), weduwe (w.s. Catharina Mols, geb. 1734) Rue dite Heijd : nrs 367,368 en 369 : Jaque Cranen (1732) opgegeven leeftijd 73, beroep: cultivateur299, Elise Claassen (Gertrudis Elisabeth), (57) en Matt Cranen, zoon, (23) nrs 370 en 371: Gerardt Claassen (48), beroep : journalier300en Megtilde Cranen (36) (gehuwd 13-11-1787) nrs 372 en 373 : Pierre Vergossen (37) beroep : journalier en Ide Cranen (28) (gehuwd 27-02-1792) met 2 kinderen nrs 376 en 377 : Gerard Jansen (27) beroep : cultivateur en Elise Cranen (28) (gehuwd 7-2-1796) met 1 kind Opmerking : Opvallend is dat onze voorvader Joannes Matthias mogelijk al uit Susteren was vertrokken, want anders was hij gezien zijn leeftijd in 1799 (27) zeker in de telling opgenomen. Of was hij ondergedoken ? Pas in 1808 wordt hij in Schiedam toegelaten. (zie verder in het hoofdstuk Schiedam)
299 300
landbouwer dagloner
75
genealogie craen-kranen
STATISTIEK SUSTEREN301 Bij brief van 10 brumaire, jaar 9302, vroeg burger Robillard, ontvanger der Registratie en Domeinen te Heinsberg (departement van de Roer), aan de besturen der gemeenten van zijn district, waartoe ook de dorpen van 't vroegere ambt Born en Sittard behoorden, de volgende statistische inlichtingen:
1.Noms des communes composantes l'arrondissement de la mairie. 2.Population effective de chacune en y comprenant les hameaux.
l.Diese Mairie bestehet aus einer gemeinte mit nahmen Süsteren 2.Gegenwärtige bevolkerungslijste erstreckt sich auf eine Zahl von 1200 persohnen
3.Das Teutsch ist hier am mehristen im gebrauch 4.Principaux établissemens d'instruction, de charité, d- 4.Sonderbahre stiftungen van unterweissungen sind hier nicht. Die jugend kösagriculture et de commerce. ten der unterweissung muss van der Gemeinte bestritten werden 5.Bureau de messageries, poste aux chevaux, bureau de 5. Comptoir von etc. etc. etc. is hier nicht. poste aux lettres ou piétons faisant le service de la poste, brigade ou autre détachement de gendarmerie 6.Die mehristen producten dieses lands ist 6.Productions principales du pays. roggen, buchweitzen und haber. 3.Idiome qui y est le plus en usage.
7.Mention si le pays est plat ou montagneux, si les terres sont fortes ou légères, si la qualité de la majeure partie est bonne, médiocre ou mauvaise. 8.Dans quelle proportion se trouvent respectivement et par apperçu les terres ou grains, les prairies, le vignoble et les bois.
7.Das land ist hier nicht bergig, der grond ist leicht und der grosten theil ist schlecht.
9.Grandes routes et chemins principaux en désignant ceux qui sont pavés, s'ils passent dans le chef-lieu du bureau d'enregistrement ou leur distance dans le point le plus approché, calculé d'après les mesures anciennes converties en républicaines. 10.Fleuves et rivières navigables avec l'indication de leur distance au chef-lieu du bureau de l'enrégistrement.
9.Durch diesem ort gehet eine strasze gepafeit und ist eine landstrasze und dieses ort ist entlegen van Bureau d'enregistrement vier stund.
8.Vom ganze des lands ist nur zu rechnen ein dritte bebaut, die andere zwei dritte sind busch und bruch.
10. Bache oder rivieren, fähig zum schiffen, sind hier nicht.
SUSTEREN, den 29 Brumaire 9 Jahr, Antwort über den circulaire vam 10ten dieses. Verfertiget Susteren den Tag und Date wie oben, Gross und Achtung, LAMBERT SCHALLEIJ, maire
301 302
Maasgouw 1879, bl. 100 1 nov.1800
76
genealogie craen-kranen
PERIODE SCHIEDAM Genealogische- en verdere gegevens uit deze periode IX. Joannes Matthias Cranen, doop 26-7-1772, overleden 23-9-1812 te Schiedam in het huis staande aan de Bagijnhof nr.76, get.bij doop : Joannes Matthias van der Straeten en Anna Maria Mols, get.bij overlijden : Johannes Roos en Pieter van der Hoeven. Op 24-9-1812 verscheen voor ons Cornelis Hecreman, Maire van Schiedam, Johannes Proos, oud 55 jaar, van beroep timmerman, en Pieter van den Hoeven303, oud 68 jaar, beroep werkman, beide inwoners van deze stad, goede vrienden van de overledene, welke verklaren dat Martinus Kraanen, echtgenoot van Johanna Kroesen, zoon van Michiel Kraanen en Catharina Mols, op de leeftijd van 40 jaar is overleden op de 23e van deze maand om 2 uur in de morgen op het adres Wijk E nr. 76 Bagijnhof. In verband met het gebruiken van de verkeerde naam, wordt er op 31 mei 1837, dus ca 25 jaar later, ter gelegenheid van het a.s. huwelijk van zijn zoon Michael, de volgende acte opgemaakt : Op den 31e Mei 1837 compareerde voor ons, Simon Rijnbende, vrederegter van het Kanton Schiedam, geassisteerd met onzen griffier ter onzer Audientie Kamer ten Raadhuize der stad Schiedam : Cornelis Keunig, branders bediende, Johannes Kleijheeg, gistkopersknecht, Cornelis Swinkels, visch verkoper, Jan Sanders, visch verkoper, Theodorus Henricus Kamman, gistkoper, Theodorus Coenraad Kamman, gistkopers knegt, Arnoldus Huygen, zonder beroep, alle wonende te Schiedam, Dewelke op derzelver geweten plechtig hebben verklaard, dat zij comparanten zeer goed gekend hebben Matheus Kranen, in leven echtgenoot van Joanna Kroesen, overleden te Schiedam, den 23e September 1812. Dat intusschen blijkens aan hun comparanten vertoond extract uit het sterf register van den Burgerlijken Stand, der gemeente Schiedam, in dato den 20e Mey 1837 afgegeven, dezelfde Matheus Kranen, abusief staat aangeteekend als Martinus Kraanen, echtgenoot van Johanna Kroesen, edoch dat Matheus Kranen en Martinus Kraanen is een en dezelfde persoon, etc. Hendrik Hulsker en Joseph Koning, burgers van Schiedam, stellen in een verklaring d.d. 29-8-1808 voor Matthijs Kraane, geboren te Heurden304bij Maastricht tot borger aan te nemen, en stellen zichzelf aan als borg, mocht hij ooit ten laste van de armenkas komen. Opvallend is dat hij aankomt in Schiedam een paar maanden na het overlijden van zijn halfbroer Johannes Jacobus in Rotterdam. (zie daarvoor bijlage 1) tr. 18-9-1808 Johanna Croesen, doop 20-12-1772 (Gendringen), dochter van Everhardus Croesen en Hendrina Croesen, overleden 13-3-1865 te Schiedam, get. bij overlijden : Theodorus Hendricus Kamman, zakkendrager (zoon) en Koenradus Kamman, idem (kleinzoon). Johanna Croese was eerder op 28-6-1795 in Schiedam getrouwd met Dirk Kamman. Joanna Croesen heeft een Borgstelling opgemaakt te Ulft ten behoeve van haar vestiging in Schiedam op 26-5-1795 door F.H. ten Beest, pastor en Jan Hatherscheijdt te Ulft Uit dit huwelijk :
Catharina (Elisabeth???) Kranen, doop 31-3-1809, overleden 3-12-1896, dienstbode, Get.bij doop : Josephus Koenen en Christa Kammelaar ( tante Rotterdamse tak) , tr. (1) Johannes van Vaart, tr. (2) 30-8-1843 Johannes Peter Gantevoort (* 28-10-1818; † 21-04-1895) te Rotterdam. Wat opvalt is dat er in de huwelijksacte geen getuige van de kant van Catharina genoemd worden. Volgens akte nr. 1560 d.d. 5-8-1831 303
304
Volgens de Genealogie Van der Hoeven gedoopt op 3-12-1747, een voorouder van Adriana Petronella, de echtgenote van Machiel Hendrik Kranen Waarschijnlijk wordt Feurt , de zogenaamde voorstad van Susteren, bedoeld
77
genealogie craen-kranen
heeft zij een buitenechtelijk kind met de naam Maria Elisabeth gekregen dat echter volgens akte nr. 2235 op 3-jarige leeftijd d.d. 20-11-1834 is overleden (een vader wordt niet genoemd) Misschien is dat de oorzaak van de verwijdering ?
Michiel Kranen, volg X, Uit het onderstaande Testament blijken de goede zorgen voor de vóórkinderen van Johanna Kroese en de kinderen welke eventueel uit het huwelijk met Matthijs Kraane nog geboren zullen worden. Zelf hebben ze geen scholing gehad, maar dat moet bij hun kinderen anders gaan ! TESTAMENT305van man en vrouw zonder fidei commissair306verband, hebbende de testateuren onder presentatie van eede verklaard beneden de 1000 guldens gegoed te zijn. Op den 10e Februarij 1809 compareerden voor mij Thomas Batholomeus Johannes Bremmer, Koninklijk Notaris te Schiedam residerende ter presentie van de na te noemen getuigen Matthijs Kraane en Johanna Kroese echtelieden wonende alhier, Hebbende volkomen bekwaamheid om van en over hunne natelaten goederen te disponeren Dewelke daartoe genegen zijnde verklaren de alvorens te herroepen en vernietigen alle testamenten, codicillen en alle andere actens van uitterste wille bij hun comparanten te samen ieder in ’t bijzonder of met een ander, voor dato dezes gemaakt houdende alle derzelven en een ieder van dien als niet gepasseerd, al ware het dat daarin of in eenige van dien zoude mogen zijn gesteld de clausule van onweederroepelijkheid waarvan zij comparanten verklaarden geen geheugen te hebben, begerende dat gene derzelven eenig effect zullen sorteren maar gehouden worden als niet verleeden. En nu opnieuw ter dispositie komende ten eerst den Testateur, zoo verklaarde hij tot zijn eenige en algeheele Erfgenaam te noemen en stellen zijne huisvrouw de testatrice en dat in alle de goederen, onroerende en roerende, actien en crediten en al ’t geen hij testateur eenigzints metterdood ontruimen en nalaten zal, niets daarvan uitgezonderd, met volle recht van Erfstelling en omme daarmede te mogen doen en handelen als met haare andere vrije en eigen goederen, onder deeze conditien nogtans dat dezelve verplicht zal zijn het kind of de kinderen door haar aan den testateur verwekt of nog te verwekken en bij hem testateur na te laten, op te voeden en te onderhouden tot ieder kinds ouderdom van 25 jaren of eender huwelijken staat of nog eender overlijden toe, dezelven inmiddels te doen en laten leeren leezen en schrijven, mitsgaders een handwerk of beroep na derzelver staat en geleegenheid en daarenboven aan ieder van dezelve kinderen tot de voors. ouderdom of huwelijken staat gekomen zijnde uit te keeren en voldoen zoveel als zij Testatrice in goeden gemoeden na den staat en gelegenheid des boedels van hem Testateur zal oordeelen te behoren en dat alles voor in plaatse en tot voldoening van hunne vaderlijke legitime portie, als dezelve daarin verder niet tot zijn Testateur meede Erfgenaam of Erfgenamen instituerende bij deezen. En de Testatrice nu mede ter dispositie komende, zo verklaarde dezelve in alle de goederen, onroerende en roerende, actien en crediten en al hetgene zij Testatrice door den dood eenigzints zal ontruimen en nalaten, niets daarvan uitgezonderd tot hare eenige en algeheele Erfgenamen met volkomen recht van Erfstelling te noemen en stellen haar voorn. man den Testateur, haare 5 kinderen met namen Johanna, Dirk, Hendrik, Hendrina en Theodorus, in eerder huwelijk verwekt aan Dirk Kamman, en het kind of de kinderen door haar Testatrice aan den Testateur reeds verwekt of nog te verwekken en bij haar Testatrice na te laten, tezamen en ieder hoofd voor hoofd en in gelijke gedeeltens en bij voor overlijden van een of meer harer gemelde voorkinderen der vooroverleedens wettige afkomeling of afkomelingen bij plaatsvullinge.
305 306
Not.Archief Schiedam vóór 1811, inv.nr. 1070 bl.189-197 hypothecair verband
78
genealogie craen-kranen
En ingevalle haar Testatrice gemelde voorkinderen alle zonder descendenten na te laten voor haar Testatrice mogten komen te overlijden, zo verklaarde zij Testatrice haar vorenstaande dispositie te vernietigen en nu voor alsdan, in plaatse van dien disponeerende, in dat geval in alle de goederen, onroerende en roerende, actien en crediten in al ’t geen zij Testatrice door den dood eenigzints ontruimen en nalaten zal, niets daarvan uitgezonderd, tot hare eenige en algeheele Erfgenaam te noemen en stellen haar man den Testateur en zulks met volle recht van Erfstelling en omme daarmede te mogen doen en handelen als met zijne andere vrije en eige goederen onder conditie van zodanige opvoeding, onderhouding, leering en uitkeering van en aan het kind of de kinderen door de testateuren aan elkanderen verwekt of nog te verwekken en bij haar Testatrice natelaten, alles in voldoening van derzelver moederlijke Legitime portie, als hiervoren doorden Testateur ten aanzien van de Testatrice is bepaald, waartoe alhier word gerefereerd. Begerende zij Testatrice dat haren voorn. man de faculteit307zal hebben om van de goederen, onroerende en roerende, bij haar Testatrice na te laten, zo veel aan te staan en bij taxatie over te neemen als denzelfden zal goedvinden verkiezende zij Testateuren in ’t versterven van de goederen hunner kind of kinderen het Aasdomsversterfrecht, zoals ’t zelve te Leiden plaats heeft of gebruikelijk is. In het WNT is de volgende verklaring van deze oude rechtsterm te vinden : 'In Holland benoorden Maas en IJsel, dat oorspronkelijk tot Friesland behoorde, gold eertijds het Aasdomsrecht. Allengs evenwel werden daar de Azigen door Schepenen, het Friesche recht door Zeeuwsch recht vervangen, zóó echter dat deze verandering zich niet tot het erfrecht uitstrekte. Vandaar nog in latere tijden tweeërlei rechtsleer omtrent erfopvolging: het Aasdomsrecht en het Schependomsrecht, waarvan het eerste ten N., het laatste ten Z. van Maas en IJsel gold. Het aasdomsrecht had tot grondslag den regel: ‘Het naaste bloed Erft het goed,' en erkende geene plaatsvervulling; het schependomsrecht, dat meer tot het Romeinsche recht naderde, volgde den regel, dat het goed niet opklom, en terugkeerde naar de zijde vanwaar het gekomen was. De Staten van Holland en West-Friesland hebben de beide uiteenloopende stelsels, die intusschen door den invloed van het Romeinsche recht reeds aanmerkelijke wijzigingen hadden ondergaan, door de Politieke Ordonnantie van 1580 tot een eenparig recht trachten te brengen. Toen echter die Ordonnantie, in welke hoofdzakelijk het schependomsrecht gevolgd was, in verscheidene steden en plaatsen, waar vroeger het aasdomsrecht gegolden had, geen ingang vond, hebben zij aan deze bij hun Plakkaat op de „successie ab intestato' van 18 Dec. 1599 een bijzonder recht vergund, afwijkende van het gemeene landsrecht, en gedeeltelijk uit het aasdoms-, gedeeltelijk uit het schependomsrecht samengesteld. Dit bijzonder recht, hoewel in vele opzichten van het oude aasdomsversterfrecht verschillend, is onder den naam van Aasdomsrecht bekend gebleven.' Sluitende zij Testateuren te zamen en zulks zowel de langstlevende als de eerststervende van hun lieden beiden, alware het dat de langstlevende geen nadere of andere uitsluiting kwam te doen, voor altoos uit derzelver boedels en natelaten goederen en van de opzicht over alle minderjarige uitlandige en andere toezicht behoevende persoonen daarinne geraakt, alle oppervoogden, mitsgaders de weeskamer en weesmeesteren respective dezer Stad en van alle anderen Steeden en plaatsen waar hun Testateuren sterfhuizen zouden mogen vallen, minderjarigen woonachtig of eenige goederen gelegen zouden mogen zijn. Stellende de eerststervende de langstlevende van hun testateuren tot eenige en absolute voogd of voogdes over het kind of de kinderen bij de testateuren aan elkanderen verwekt en door de eerststervende nate laten of derzelver descendenten en stelde zij Testatrice voorts zo uit haar eigen hoofde als in krachte van de macht van haar door wijlen hare voorn. man gegeven tot voogden over hare hiervoren gem. minderjarige voorkinderen en tot administrateurs van derzelver goederen Dirk Kramers en Willem Busker, beiden wonende alhier.
307
bevoegdheid
79
genealogie craen-kranen
Gevende ten dien einde de eerststervende aan de langstlevende en nog zij Testatrice aan de hier voren gestelde voogden over hare na telaten minderjarige voorkinderen, alle zodanige macht en gezag als aan voogden of voogdesse naar recht gegeven kan worden en specialijk omme een of meer personen neevens zich of in derzelver plaatsen te mogen kiezen en stellen met gelijke macht zo dikwijls zijlieden zulks goed vinden of ’t nodig zijn zal dezelve ook authoriseerende omme de goederen onroerende en roerende des boedels en der minderjarigen te kunnen en mogen verkopen hetzij in ’t openbaar of uit de hand, dezelve aan de kopers van dien op te dragen buiten last of verband, kooppenningen te ontvangen, daarvoor te quiteren en voor namaningen de goederen des boedels en der minderjarigen te verbinden, zonder tot al hetzelve nodig te hebben eenig consent, decreet of authorisatie van Hoven, Wethouderen of gerechten, als hun daartoe volkomen magt gevende bij dezes. Reserveerende zij Testateuren, zoo te zamen als ieder afzonderlijk, aan zich de magt en het vermogen om dit hun Testament dato deezes, ’t zij onder hunne particuliere handtekeningen als andersints, te kunnen en mogen veranderen, vermeerderen of verminderen, legaten en prelegaten te maaken en de gemaakte weder te vernietigen, executeurs, voogden en administrateurs aan te stellen en de gestelde wederom te excuseren en verder al zulke nadere beschikkingen en bestellingen te doen als zij Testateuren zullen goedvinden, begeerende dat hetzelve van zodanige kracht en waarde zal zijn en gehouden worden als of het hier in woordelijk geschreven stond. Al ’t geen voors. is, de Testateuren voorgelezen zijnde, verklaarden zijlieden hetzelve te weezen hun uiterste wille, begerende dat het na hun overlijden, alzo zal worden nagekoomen en achtervolgd, mitsgaders stahden plaatsgrijpen hetzij als Testament, codicil of andersints, zodanig hetzelve naar rechten best zal kunnen geschieden en bestaan, verzoekende daar toe het behulp van alle rechten en rechteren Aldus gedaan en verleden ter presentie van Cornelis Schut en Jacobus Visser Pieterszoon als getuigen hier toe verzogt, Corn. Schut dit merk stelde Matthijs + Kraane J. Visser Pzn dit merk stelde Johanna + Kroese F.B.J. Bremmer, notaris X. Michiel Kranen, gedoopt 22-5-1811, overleden 9-5-1851, Get.bij doop : Henricus Gielen en Christina Kammelaar ( tante Rotterdamse tak) Get. bij overlijden : Theodorus Kamman, zakkendrager (stiefbroer) en Casper Hendrik Kloosterman, branders knecht, Elisabeth Wilhelmina Kok, getekend door Jan de Goederen in 1890, dus op 80 jarige leeftijd! Tr. 15-6-1837, (actenr.42) Elisabeth Wilhelmina Kok geboren 113-1810 te Delft, overleden 11-12-1903 te Schiedam, als weduwe: koopvrouw in gist, Op heden den 15e Juni 1837 compareerden voor mij Adrianus Poort, wethouder gedelegeerd ambtenaar van den Burgerlijken staat der stad Schiedam : Michael Kranen, jongeman, oud 26 jaar, gistkopersknecht, geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Matheus Kranen, overleden, en Joanna Kroesen, zonder beroep, wonende alhier, hebbende voldaan aan zijne verpligtingen omtrent de Naionale Militie, en zijnde de moeder van deze present, en consenterende,
80
genealogie craen-kranen
en Elisabeth Wilhelmina Kok, jongedochter, oud 26 jaar, zonder beroep, geboren te Delft, wonende alhier, meerderjarige dochter van Isaac Johan Kok, zonder beroep, en Maria Diederica van Noordeloos, wonende in de gemeente Vledder, provincie Drenthe, vertoonende de acte van toestemming van hare ouders, op den 8e mei laatstleden door Mr. Herman Hendrik Adriaan Sluis, openbaar notaris, residerende te Nijensleek, gemeente Vledder, voornoemd, en getuigen gepasseerd, behoorlijk geregistreerd en door den heer president der Regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Assen op den 13e derzelfde maand gelegaliseerd, welke mij verzocht hebben het door hem voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de hoofddeur van het huis der gemeente alhier geschied zijn op zondagen den 4e en den 11e dezer maand : gedane verhindering tegen het gemelde huweljk ter mijner kennis gekoomen zijnde heb ik aan hun verzoek voldoende, na voorlezing van alle de overgelegde stukken alsmede van het 6 e hoofdstuk van den titel van het Burgerlijk Wetboek handelend over het huwelijk ieder der aanstaande echtgenoten afgevraagd of zij elkander tot man en vrouw wilden nemen, daarop door elk hunner afzonderlijk toestemmend antwoord gegeven zijnde, heb ik in naam der wet verklaard dat Michael Kranen en Wilhelmina Kok door het huwelijk verbonden zijn. En hebben de voorschreven gehuwden terstond daarop verklaard te erkennen en te echten het kind ingeschreven op het Register van den Burgerlijken Stand der stad Rotterdam van het jaar 1836 onder de namen van Maria Wilhelmina, dochter van Elisabeth Wilhelmina Kok, geboren aldaar den 19e mei deszelve jaars blijkens onderliggende acte, van hetwelk ik acte heb opgemaakt in tegenwoordigheid van Theodorus Henricus Kamman308, oud 36 jaar, gistkooper, Theodorus Kamman309, oud 35 jaar, zakkendrager, Theodorus Coenraad Kamman310, oud 31 jaar, gistkoopersknecht en Johannes van Vaart, oud 38 jaar, molenaarsknecht, alle wonende alhier, de drie eerste halve broeders en de laatste schoonbroeder van den bruidegom, welke dezelve, na gedane voorlezing met de contractanten en de moeder der bruidegom nevens mij hebben onderteekend, Johanna Kroesen heeft verklaard niet te kunnen schrijven of tekenen. Uit dit huwelijk worden geboren : 1.
2. 3.
4.
5. 6.
7.
308 309 310
Maria Wilhelmina Kranen, geboren 19-5-1836 te Rotterdam, overleden 19-8-1837 te Schiedam. Dit voorkind is erkend bij de huwelijks sluiting, get.bij overlijdensaangifte : Cornelis van Noordeloos (oom) Matthijs Kranen, geboren 16-12-1838, overleden 10-12-1844,Get.bij geboorteaangifte: Cornelis van Noordeloos en Isaac Johannes Kok, Getuige bij overlijdens-aangifte : Johannes Elsing Maria Hendrica Kranen, geboren 26-2-1841, overleden 13-4-1842, Get.bij geboorte-aangifte : Nicolaas Visser, granenmeter, Theodorus Kamman, zakken drager, get.bij overlijdens-aangifte :Theodorus Kamman. Johanna Kranen, geboren 1-3-1843, overleden Rotterdam, 10-1-1932(?), tr. 17-8-1862 (actenr. 121) Martinus Berck, geb. Schiedam 23-5-1843, broodbakker, Get.bij geboorte-aangifte: Christiaan Smits, kuipersknecht en Johannes Hendrikus Peppers, stucadoors knecht Matthijs Kranen, volg XI, Elisabeth Wilhelmina Kranen, geboren 28-1-1847, overleden Kralingen 24-11-1878, zonder beroep, get. bij geboorte-aangifte : Adolph Kropmans, schrijnwerker en Cornelis Kok, gistkoper, tr. 31-8-1876 (actenr.111) Jan de Bruyn, translateur, onderwijzer, geboren 31-5-1851 te Vlaardingen. Michael Kranen, geboren 26-4-1849, overleden 10-9-1900, gistkoper, Get. bij geboorte-aangifte: Gerrit Robberegt, naschrijver aan de Vischmarkt en Johannes Gerardus Eykenbroek, schoenmaker, tr. 1-5-1889 (actenr.38) Maatje Bertou, geboren Biervliet 4-2-1856, Get. bij huwelijk : Matthijs Kranen,
doop 30-3-1800 doop 19-1-1801 doop 28-5-1806
81
genealogie craen-kranen
brander (broer), Johan George Berck (neef), Michael Johan Berck, boekhouder (neef) en Jacob Bertou, timmerman (vader) Maatje Bertou is eerst dienstbode geweest bij Matthijs Kranen van november 1887 tot haar huwelijk 1 mei 1889. Kind uit dit huwelijk : Willem Elisa Kranen, geboren 11-1-1891, overleden 13-6-1918, heeft als kantoorbediende-boekhouder gewerkt bij 'De Atlas'
Matthijs op ca 60 jarige leeftijd XI. Matthijs Kranen, geboren 20-6-1845, overleden 20-5-1921, van gistwerker tot directeur Gistfabriek 'De Atlas', driemaal lid van de gemeenteraad van Schiedam (1893,1899 en 1905) Get. bij geboorte-aangifte : Hendrik de Koning311, granenmeter en Cornelis Kok (oom?), gistkoper Matthijs Kranen Op 8 mei 1865 werd Matthijs ingedeeld als loteling van de lichting 1865 uit de gemeente Schiedam onder nr. 67 terwijl hij op 6-10-1865 met groot verlof werd gezonden. Dat wil zeggen dat hij niet in werkelijke dienst hoefde te komen In Archief nr. 2.13.09, inv.nr. 1314 staat van hem het volgende signalement : lang 1 ellen, 7 palmen en 2 strepen (1,72), aangezicht : lang, voorhoofd : laag, ogen : blauw, neus : gewoon, mond : idem, kin : rond, haar : blond, wenkbrauwen : idem, merkbare tekenen : geen. Op 18-5-1868 krijgt Matthijs toestemming van de Cdt van het 2e Regiment Vesting Artillerie te Utrecht tot het aangaan van een huwelijk. Heeft hij tussen mei en oktober 1865 een recruten opleiding gehad ? Tr. 1-7-1868 (actenr.64) Hendrika Reinira Hoegen, geboren 8-5-1840 te Baak/Steenderen, overleden 3-121925 te Delft in het St.Joris Gasthuis312, waar zij sinds 1880 werd verpleegd. Get. huwelijk : Jan Klant, bakker, Machiel Krane, kleermaker (oom en neef uit Rotterdam), Martinus Berck, bakker (zwager) en Johannes van der Touw, winkelier, Hendrica Reinira Hoegen heeft vóór haar huwelijk met M.K. op 2-5-1867 een dochter gekregen die ze de naam Hendrica gaf. De get. bij de geboorte aangifte, gedaan door de verloskundige Lambertus van Pinxteren, waren Cornelis Bubberman, gemeentebode, en Dirk Kok, veldwachter. Op 10-12-1867 is Hendrica overleden. Er staat in het bevolkingsregister geen beroep van Hendrika Reinira vermeld. Echter, zij is wel ingeschreven geweest in het Dienstbodenregister. Daaruit blijkt dat ze zich op 1-10-1863 in Schiedam heeft gevestigd, komend van Den Haag
311 312
In 1808 heette één van de borgen van Joannes Mathias Joseph Koning. Familie ? Zie voor meer informatie het verhaal ‘De familie Kranen in Schiedam’
82
genealogie craen-kranen
Foto gemaakt ter gelegenheid van het afscheid van Burgemeester Versteeg van de Gemeenteraad van Schiedam op 7 november 1905. Geheel rechts, zittend Matthijs Kranen, lid voor de Liberale Partij (19051910). Let op het grote aantal snorren en baarden ! In april 1914, hij heeft dan de Gistfabriek De Atlas verkocht, vertrekt Matthijs naar Huize Vrederust, Dorpsstraat 25, in Driebergen-Rijsenburg. Op 1 oktober 1917 wordt hij samen met zijn huishoudster, Maria Luyendijk, daar weer uitgeschreven in verband met hun terugkeer naar Schiedam. Het was daar toch te stil. Uit dit huwelijk : 1.
2. 3.
4. 5.
Machiel Hendrik Kranen, geboren 27-09-1868, overleden 26-02-1939, Get.bij geboorte-aangifte: Isaac Johannes Kok, gistkooper en Martinus Berck, broodbakker, otr. 2-8-1894, tr. 16-08-1894 Adriana Petronella van der Hoeven (Jaantje), geboren 30-06-1867,overleden 01-05-1945, get.bij huwelijk : Michael Kranen, gistkoper (oom), Willem Elisa Berck, belastingambtenaar (neef), Gerrit van der Hoeven, onderwijzer (broer) en Huibrecht Speijer, onderwijzer (actenr.106). Bij de huwelijksbijlagen bevind zich een verklaring van St.Joris in Delft waarin verklaart wordt dat Hendrika R.Hoegen wegens krankzinnigheid haar wil i.v.m. dit huwelijk niet kan kenbaar maken. In de verklaring van de Nationale Militie staat dat M.H.K. een nummerwisselaar313heeft gesteld die vervolgens op 12-5-1888 is ingelijfd bij de Infanterie. Machiel Hendrik vertrekt juni 1912 definitief uit Schiedam naar Apeldoorn Jan Hendrik Kranen, volg XII, Elisabeth Wilhelmina Kranen, geboren 12-09-1873, overleden 01-08-1874, get. bij geboorte-aangifte : Isaac J.Kok, gistkooper en Martinus Berck, broodbakker, get.bij overlijdens-aangifte: Matthijs Kranen, vader, en Jan Klant, broodbakker, N.N., tweeling, geboren 25-12-1874, overleden 25-12-1874, get.: Matthijs Kranen, vader, en Joh.Jac.Hulshoven, gistwerker Johan Christian Kranen, geboren 25-02-1876, overleden 15-04-1877, Get. bij geboorte-aangifte : Matthijs Kranen, vader, Martinus Berck, bakker, en Michiel Kranen, gistkooper, Get. bij overlijdens-aangifte: Matthijs Kranen, vader, en Martinus Berck, bakker.
313
remplacant
83
genealogie craen-kranen
84
Op deze foto uit ca 1900 het pand Kethelstraat 28/30, daar woonde destijds het gezin van Jan Hendrik Kranen.Volgens de overlevering (Oom Bernard Kranen) is de figuur in het wit de dienstbode met de ca 2 jaar oude Matthijs, terwijl achter het rechter bovenraammoeder Johanna Christina Kranen-Rijnten te zien zou zijn. Het woonhuis is omgeven door een gistpakhuis, een (stoom) korenmolen en een branderij van de Fa.M.Kranen.
omslag reclame brochure fa. M. Kranen, h.o.d.n. De Atlas
XII. Jan Hendrik Kranen, geboren 05-12-1871, overleden 27-01-1945 te Hilversum, vnl rentenier, get.bij geboorte-aangifte : Martinus Berck, broodbakker en Fredericus J.J.L.Kok, gistwerker otr. 29-4-1897, tr. 13-05-1897 (actenr.54) met Johanna Christina Rijnten, geboren 28-01-1876, overleden 06-03-1951 te Hilversum. Het huwelijk werd ingezegend in de Gasthuiskerk van de afd. Schiedam van de Ned.Protestantenbond door Ds F.W.N.Hugenholtz . Bij de huwelijksbijlagen bevind zich net zo'n verklaring van St.Joris te Delft als bij broer Machiel. In de verklaring van de Nationale Militie staat dat JHK wegens lichaamsgebrek nr. 190 (a. ontsteking; b. atrophie der gezigtszenuw) is vrijgesteld van dienstdoen. Get.bij geboorte-aangifte : Berend Rijnten, vader, tuinier, en Evert van der Pol, koetsier, en Johannes Henricus van Dijk, tuinier, Uit dit huwelijk : 1. Matthijs Kranen, volg XIII,
genealogie craen-kranen
2. Bernard Kranen, geboren 19-05-1899, overleden 18-07-1995 te De Bilt, gehuwd geweest met Jacoba Petronella Swart en Frederika Johanna Slaap kinderen uit dit huwelijk :
Jan Hendrik, geb. 24-4-1928 te Bussum, tr.11-1-1955 Bussum met Willemijntje (Wil) Bunschoten, geb. 20-9-1930, overl. op 1-4-2005 te Heerenveen (ziekenhuis), begr. Ter Izzard, Tjebbe Sies, geb. 1-7-1931 te Bussum, overl. 19-5-1999 te Benidorm, begr. te Ugchelen, tr. 12-9-1959 te Bergen met Anna Maria Sophia van Soest, geb. 26-6-1931 te West-Terschelling.
3. Hendrika Reinira Kranen, geboren 24-06-1901, overleden 10-08-1901, 4. Hendrik Reinier Kranen, geboren 9-8-1902, overl. 3-3-2001 te Oosterbeek, tr. sept. ? 1930 met Lidy Ludeling, geb. 2-10-1913, overl. 16-3-2002 eveneens te Oosterbeek. Het echtpaar vertrekt met de mailboot 'Koningin der Nederlanden' naar N.O.I. (okt.1930) kinderen uit dit huwelijk :
Thea, geb. Koepang (NOI) 12-9-1933, nooit gehuwd Robert, geb. Batavia (NOI) 7-9-1935, tr. (1) met Martha van den Berg op 19-4-1960, dit huwelijk werd ontbonden juni 1981, tr. (2) met Rose Mary Mc Laughlin, geb. 16-8-1934, op 23 juli 1981
5. Maria Gertrude Christina Kranen, geboren 06-02-1911, overleden 12-02-1969 Van 28-4-1909 tot 19-4-1910 heeft de echtgenote met de kinderen Matthijs, Bernard en Hendrik Reinier in Zeist gewoond op het adres Nooitgedacht B-21 (broer Bernard Rijnten woonde toen sinds kort in Zeist, misschien was hij de link om in Zeist te gaan wonen) Woonplaatsen van Jan Hendrik en zijn gezin na zijn vertrek uit Schiedam op 31-5-1912 1. Putten, van 25-6-1912 tot 3-2-1913, Spoorstraat A 489/later 206 2. De Bilt, vanaf 3-2-1913 Kerklaan 28 tot …………. 3. De Bilt (Bilthoven), Rembrandtlaan 4 / 16 tot aug.1920 4. Hilversum, Eikbosserweg 8d, van 13-8-1920 tot 10-12-1921 5. Hilversum, Stadhouderslaan 14, van 10-12-1921 tot 9-5-1923 6. Hilversum, Oude Amersfoortseweg 5, van 9-5-1923 tot 5-7-1929 7. Hilversum, Paulus Potterlaan 6, van 5-7-1929 tot 18-5-1931 8. Amersfoort, Utrechtseweg 75, van 18-5-1931 tot 11-4-1934 9. Hilversum, Nassaulaan 31, vanaf 11-4-1934 XIII. Matthijs Kranen, geboren 04-03-1898 te Schiedam, overleden 20-06-1953 te Utrecht, Tr. 12-07-1922 (actenr.13) Neeltje Adriana Dijkhuizen uit De Bilt, geboren 07-03-1898, overleden 0802-1974, kerkelijke inzegening door Ds. J. de Lind van Wijngaarden. Neeltje Adriana is de dochter van Dirk Dijkhuizen, overleden 3-9-1919 en Grietje Bastiaanse, overleden 2-8-1949 Uit dit huwelijk : 1. Johanna Christina Kranen, geboren 08-03-1928, overleden 17-05-1991, tr. 02-12-1953 Johannes Dirk Weyburg, 2. Dirk, volg XIV,
85
genealogie craen-kranen
Woonplaatsen Matthijs Kranen en zijn gezin : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Schiedam, geb.4-3-1898 op het adres Hoogstraat 73 Tijdens de geboorte van Hendrika Reinira op 24-6-1901 : Kethelstraat 30 Van 28-4-1909 tot 19-4-1910 met moeder en broers in Zeist, Laan van Nooitgedacht, mogelijk bij of via Oom Bernard Rijnten, die daar sinds kort woonde. Ten tijde van de geboorte van Marie Gertrude op 6-2-1911 : St.Liduinastraat 5, Schiedam Vanaf 31-5-1912 : Putten, Spoorstraat Van 1-2-1914 tot 23-7-1914: Vlissingen, Zeevaartschool Van 27-7-1914-30-12-1914: Kerklaan 28, De Bilt, in die periode kennismaking met Neeltje Adriana Dijkhuizen Van 31-12-1914 tot 16-9-1916: militaire opleiding, van 9-1-1915 tot 23-4-1915 in Delft, daarna in Kampen, per 1-10-1915 korporaal Van 16-9-1916 tot 30-12-1918: Instructiebataljon 18 R.I. in Naarden als sergeant Per 1-4-1919: volontair Gemeente Zuilen etc., Kerklaan 28 De Bilt Per 22-10-1920: Dorpsstraat 25, Zuilen (bij Lamfers ?) Vanaf huwelijk (12-7-1922) tot nov.1928 Amsterdamse Straatweg 775 / 919 Vanaf 8-11-1928: Amsterdamse Straatweg 967 Vanaf november 1931 Amsterdamse Straatweg 533 Vanaf 24-5-1933 Sweder van Zuylenweg 11
linker foto : v.l.n.r. Rie, Co, Jan Hendrik, Nel, Ben, Johanna Christina, Thijs (ca 1930)
rechter foto : Bilthoven 1917, v.l.n.r. Ben, Thijs en Henk
86
genealogie craen-kranen
87
Deze foto waarop van links naar rechts : Tante Jo van Riel, Tiny, mijn vader en moeder, aan de thee t.h.v. de Van Riel’s, mogelijk in hun huis aan de Vecht of anders vlak bij de Rode Brug. De fotograaf zal ongetwijfeld Oom Willem van Riel zijn geweest. Ik denk dat dit plaatje is geschoten in de zomer van 1939. Tiny was toen 11 jaar en ik enkele maanden op komst. Nog onbezorgde dagen, ik was er graag bijgeweest !
In ieder geval staat links mijn vader en op de trap bovenaan mijn moeder. De middelste op de trap is vermoedelijk tante Net en onder zou dan Gré kunnen staan. Locatie vermoedelijk in de tuin van Gré en Arie van Duist aan de Amsterdamse straatweg
XIV. Dirk Kranen, geboren 12-2-1940 te Utrecht, tr. 28-06-1967 met Hendrika Josina Dekker, uit Utrecht, geboren 3-4-1945, Uit dit huwelijk :
genealogie craen-kranen
1. Bart Matthijs Kranen, geboren 9-1-1969 te Bennekom. Uit zijn relatie met Chantal Bourgonje werd op 16-5-2010 geboren Rosa Gaia (Rosa) Kranen 2. Marieke Rianne Kranen, geboren 21-2-1970 te Bennekom, tr. 16-5-1997 met Gijsbertus van den Berg, geb.20-2-1968, kinderen uit dit huwelijk : Prisca Rianne (Prisca), geb. 7-6-1998, Gijsbert William (Bram), geb. 8-6-2000, Dianne, geb. 2-1-2003, alle geboortes te Ede. 3. Robert Ernst Kranen, geboren 8-3-1972 te Aalten, 4. Wouter Dirk Kranen, geboren 6-11-1976 te Ede, tr. 1-4-2006 met Tamar Horsting, kinderen uit dit huwelijk: Rivka Irene Josina (Rivka) Kranen, geb.21-7-2008 en Marte Johanna (Marte), geb. 24-3-2010
Opgegroeid ben ik in de gemeente Zuilen, sinds 1954 deel uitmakend van de gemeente Utrecht. In de jaren 1945 en 1946 zat ik op de kleuterschool, eerst een poosje in het voormalige klooster van de Karthuisers aan de Laan van Chartroise, een soort bewaarschool: na het middageten was het verplicht rusten in een juten hangmat. Tot slot in de Savornin Lohmanstraat Van september 1946 tot juni 1952 bezocht ik de Chr.Nat.School op het Bisschopsplein. Na in de 6 e klas met een aantal anderen na schooltijd ten huize van meester Lenstra te zijn klaargestoomd voor het toelatingsexamen voor de HBS, was het ca. 1 september 1952 zover dat ik naar de HBS ging. Bij mijn ouders heerste nog even twijfel of het niet wijzer zou zijn me eerst een jaar naar de ULO te sturen, zou de directe overgang naar de HBS in de stad niet te zwaar zijn? Mogelijk dat gesprekken met 'oom' Willem van Riel, een vriend van mijn ouders en in het dagelijks leven (hoofd)onderwijzer, aan die twijfel hadden bijgedragen? Gedurende de zomervacantie adviseerde iemand hen dat toch maar niet te doen, maar de toelatingsexamens voor de Chr.HBS waren al voorbij. Alleen de (neutrale) HBS F.de Munnik aan de Plompetorengracht in Utrecht bleek nog een (tweede of her-) toelatingsexamen te houden. Samen met Hennie Timmerman, ook een spijtoptant, ging ik naar De Munnik, een school - zoals bleek - bestemd voor de kinderen van de welgestelden en intellectuelen in Utrecht. Ik heb nog steeds goede herinneringen aan enkele leraren, bijvoorbeeld dr. B.D.E. Kraft voor geschiedenis, Verdaasdonk voor Engels en de meisjesgek314Sebus voor Aardrijkskunde. Ik denk dat de enthousiaste Kraft de belangstelling voor zijn vak bij mij gewekt heeft315, hoewel het nog even duurde voor mijn belangstelling voor geografie hiervoor zou wijken. Het was een wens van mijn vader dat ik in de 2e klas toch naar de Chr. HBS zou gaan. Die wens werd postuum vervuld, want hij overleed op 20 juni 1953….. =*=*=*=*=*=*=*=*=*=
314 315
In de nette betekenis! De meisjes waren in zijn ogen ‘bloemen’ en wij jongens slechts ‘distels’ Zonder op te willen scheppen herinner ik me dat ik meestal een 9 had voor de Geschiedenis proefwerken.
88
genealogie craen-kranen
De familie Kranen in Schiedam Dick Kranen en Lex Verbraeck († 2011) Inleiding Gedurende de jaren 1837 tot en met 1913 heeft in Schiedam de firma M. Kranen, aanvankelijk gisthandel, later NV Gistfabriek De Atlas v/h M. Kranen bestaan, opgericht door Michiel Kranen, voortgezet door zijn weduwe, Elisabeth Wilhelmina Kok, uitgebouwd door bouw en verwerving van verschillende branderijen door hun zoon Matthijs Kranen en ten slotte geliquideerd en in onderdelen verkocht door dezelfde Matthijs. Slechts enkele bedrijven in de Schiedamse jeneverindustrie, zoals bijvoorbeeld Nolet, die al in 1691 wordt genoemd, en waarvan de nazaten vandaag de dag nog steeds produceren, hebben een langer leven gehad dan het bedrijf van onze voorouders. Toch verdient de firma Kranen met zijn 76 jarige levensduur, toch ook niet gering, onze aandacht, want omstreeks het begin van de 20e eeuw stond de toenmalige eigenaar, Matthijs Kranen, in Schiedam bekend als de branderijenkoning. De opkomst en ondergang van deze firma is het onderwerp van dit verhaal, waarin als hoofdpersonen optreden behalve de hierboven genoemden, Machiel Hendrik en Jan Hendrik, kleinzoons van de stichter , en niet te vergeten hun echtgenotes. De opbouw van deze hiernavolgende geschiedenis is in grote lijnen de volgende:
De bronnen, waar komen de gegevens vandaan?; Wie waren zij? Dit wordt beschreven aan de hand van beknopte genealogische gegevens; Het bedrijf, van gisthandel tot Naamloze Vennootschap, en de ontbinding er van na 1913; Het raadslidmaatschap van Matthijs Kranen.
Bronnen De genealogische- en andere gegevens van de familie Kranen zijn voornamelijk door de schrijvers uitgezocht in de Gemeentearchieven van Schiedam en Rotterdam Verder zijn er binnen de familie een aantal foto’s, bescheiden en enkele voorwerpen bewaard gebleven. De voor dit verhaal meest interessante zijn:
Een boek met balansen en verlies- en winstrekeningen uit de jaren 1908 t/m 1913 van de N.V. Gistfabriek De Atlas, Etiketten van de geproduceerde jenever waaruit blijkt dat die verkocht werd onder de naam De Pakschuit, Een reclamefolder uit het jaar 1898 waarin de gist van de firma Kranen wordt aangeprezen.
Een andere bron zijn de familieverhalen afkomstig van het echtpaar Machiel Hendrik Kranen en Adriana Petronella van der Hoeven, hun dochter Hendrika Reiniera Kranen (1900-1986) en haar jongste zuster Wilhelmina Adriana van der Hoeven (1884-1955) zoals deze zijn opgetekend door Lex Verbraeck, en van Bernard Kranen (Ben) (1899-1995), zoon van Jan Hendrik Kranen en oom van de eerste auteur. Genealogische gegevens: de directe voorouders en de hoofdrolspelers I. MICHAEL CRANEN wordt geboren op 27 september 1723 in Susteren (Limburg) en overlijdt daar op 20 februari 1780. Hij trouwt op 2 mei 1756 met Margaretha van der Leeck, die op 3 augustus 1768 in Susteren overlijdt. Hun tweede zoon, Joannes Jacobus, geboren op 21 januari 1758 in Susteren, trekt vóór of uiterlijk in 1788 naar Rotterdam en wordt de stamvader van de Rotterdamse tak van de familie. Bij de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811 wordt hun familienaam geschreven als Krane. Dit is zo gebleven tot de dag van vandaag.
89
genealogie craen-kranen
Na het overlijden van Margaretha van der Leeck in 1768 hertrouwt Michiel Cranen op 17 oktober 1768 met Catharina Mols die in 1738 is geboren in Schinveld. Hun oudste zoon Joannes Mathias Cranen (volg II) wordt op 26 juli 1772 geboren in Susteren en vertrekt vóór of uiterlijk in 1808 naar Schiedam. Hij wordt daarmee de stichter van de Schiedamse tak van de familie. In april 1808 sterft halfbroer Jacobus. Wat opvalt is dat Mathias zich enkele maanden later definitief in Schiedam vestigt. Matthijs zich vóór 1808 diverse malen in Rotterdam laten zien, was dat vanuit Susteren? :
op 8-9-1789 is hij getuige bij de doop van Adriana Maria Kraane, dochter van Jacobus Kraane en Anna Maria van der Hout, getuigen Matthijs Kraane316en Adriana van Beek317 op 22-5-1794 ter gelegenheid van de doop van Michiel zoon van Jacobus Krane318en Marie van der Hout : Michiel hier den 22. Mey geboren volgens vaders opgave, getuigen Matthijs Krane en Catherine Ophelders Maria van der Hout overleed op 25-8-1797. Toen er (toeziende) voogden benoemd moesten worden, was Matthijs nog steeds of opnieuw in de buurt, want samen met Johannes Daems werd hij aangesteld tot voogd van het ‘nagelaten kind van wijlen Catharina Maria vander Hout, daar vader van is Jacobus Kranen, welke voogdij zijlieden accepteren onder Eede’ (13-9-1797)319
Catharina Ophelders trouwde op 23-4-1795 met Hermanus Bovendeaard (Bovendeerd). Volgens het Rotterdamse (RK) trouwboek was Catharina afkomstig uit Susteren en Herman uit Obbicht. Catharina is gedoopt op 14-12-1767 te Susteren. Haar eerste kind werd gedoopt op 11-7-1795 te Susteren! Het echtpaar woonde aan de Kruiskade onder Cool, toen aan de rand van de bebouwing. Even rondkijken in de Rotterdamse digitale Stamboom wijst uit dat Catharina op 15-11-1793 getuige was bij de doop van Catharina Hageman, dochter van Theodorus, afkomstig uit het ‘Munsterland’ en Petronella Weenen of Wijnen, afkomstig uit het ‘Luikerland’. De immigranten zochten elkaar blijkbaar op! II. JOANNES MATHIAS CRANEN, gedoopt op 26 juli 1772 in Susteren en overleden in Schiedam op 23 september 1812320, moet eerst twee burgers van Schiedam zien te vinden die borg voor hem willen staan en willen verklaren dat zij hem zullen onderhouden mocht hij onverhoopt tot armoede vervallen voor hij zich in Schiedam mag vestigen. Dat lukt hem op 29 augustus 1808 (de borgen zijn Hendrik Huisker en Joseph Koning) en drie weken later, op 18 september treedt hij in het huwelijk met Johanna Croesen die op 20 december 1772 RK is gedoopt in Ulft en die op 12 maart 1865 in Schiedam overlijdt. Als zij in de eerste helft van 1795 naar Schiedam komt, heeft zij een verklaring van indemniteit bij zich van de R.K. parochie van Ulft: Acte van indemniteit Wij ondergeteekenden bennen berijd, zoo Joanna Croesen tot onverhoopte armoede zoude koomen te vervallen, haar aan te neemen, en na vermoogen te verpleegen, Ulft 26 May 1795, w.g. F.J.C. ten Beest, Pastor, Jan Hattenschijdt, tans armmeester (26-5-1795) Johanna Croese was eerder getrouwd geweest met Theodorus Kamman die meestal Dirk of Derk genoemd wordt. Hij was geboren in het Münsterland en trouwt op 28 juni 1795 in Schiedam met Johanna Croese. Zij krijgen zeven kinderen, drie dochters en vier zoons, waarvan een dochter en een zoon jong overlijden. Allen worden in Schiedam RK gedoopt.
316 317 318 319 320
Doop 26-7-1772 te Susteren (een knaap van 17 jaar oud) RK doopboek Rotterdam- Leeuwenstraat, inv.nr. 35 Doop 21-1-1758 te Susteren, halfbroer van Matthias Archief Weeskamer Rotterdam, Register van Voogdijen 1797-inv.nr. 573, bl. 158 Eén van de getuigen van de overlijdensaangifte was Pieter van der Hoeven, geb.1 april 1791, wat aantoont dat er toen reeds contact was tussen de families Kranen en Van der Hoeven
90
genealogie craen-kranen
Dirk Kamman overlijdt op 13 januari 1808 in Schiedam. Uit het huwelijk met Joannes Mathias worden nog twee kinderen geboren: CATHARINA (Elisabeth) RK gedoopt op 31 maart 1809 RK in Schiedam, overleden 3 december 1896, ten tijde van haar huwelijk : dienstbode, tr. 30 augustus 1843 Johannes Petrus Gantevoort (geboren 28 oktober 1818; overleden 21 april 1895) te Rotterdam. Volgens akte nr. 1560 d.d. 5 augustus 1831 heeft zij een buitenechtelijk kind met de naam Maria Elisabeth gekregen dat echter volgens akte nr. 2235 d.d. 20 november 1834 is overleden (een vader wordt niet genoemd) Of dit laatste feit of iets anders de oorzaak is van de verwijdering van haar familie, zowel in Schiedam als in Rotterdam, is niet duidelijk, maar zeker is dat er in de huwelijksacte geen sprake is van enige relatie met haar familie. Ook bij de latere geboorte aangiftes van de kinderen uit dit huwelijk verschijnen als getuige geen voor ons bekende namen MICHIEL (volg III) wordt geboren op 22 mei 1811 en op dezelfde dag RK gedoopt. Joannes Mathias Kranen overlijdt op 23 september 1812 op 40-jarige leeftijd en laat een weduwe achter met vijf kinderen uit haar huwelijk met Dirk Kamman en twee uit haar tweede huwelijk, variërend in leeftijd van bijna vijftien tot iets meer dan een jaar. Johanna Croese gaat niet bij de pakken neerzitten, maar steekt de handen uit de mouwen. Als op 14 april 1836 haar dochter Johanna Gertrudis Kamman (in het doopboek Anna Gertrudis) in Schiedam trouwt met Johannes van Waart, oud 29 jaren en molenaar, blijkt zij in of vlakbij de Hoogstraat samen met die dochter een winkel te drijven. Het is kennelijk een harmonieus gezin, want bij het huwelijk van Michiel Kranen in 1837, fungeren de drie halfbroers Kamman als getuigen, samen met Johannes van Waart, de echtgenoot van zijn half zuster Johanna Gertrudis. Hoewel Johanna Croese zelf de schrijfkunst niet machtig is, blijkt zij ervoor gezorgd te hebben dat haar kinderen wel leerden lezen en schrijven 321, want die ondertekenen als bruidegom en getuigen de huwelijksacte met hun handtekening. Johanna Croese overlijdt in 1865, meer dan 92 jaar oud, in het pand Hoogstraat 348 te Schiedam, waar zij tientallen jaren gewoond heeft. III. MICHIEL KRANEN (geboren 22 mei 1811 te Schiedam, overleden 9 mei 1851 te Schiedam) trouwt op 15 juni 1837 met Elizabeth Wilhelmina Kok (geboren 11 maart 1810 in Delft, overleden 11 december 1903 in Schiedam). Zij is een dochter van Izaak Johannes Kok en Maria Diederika van Noordeloos. Het is een 'gemengd' huwelijk want hij is RK gedoopt in Schiedam en zij is NH gedoopt in de Oude Kerk te Delft. De kinderen worden echter Nederlands Hervormd opgevoed. Het echtpaar krijgt zeven kinderen, waarvan de eerste drie jong overlijden. De vier laatste kinderen, twee zoons en twee dochters, blijven in leven, worden allen volwassen en trouwen. Het gaat om: 1. JOHANNA KRANEN, geboren 1 maart 1843 te Schiedam, overleden begin januari 1932 te Rotterdam. Zij trouwt op 17 september 1862 in Schiedam met Martinus Berck, broodbakker van beroep. Het echtpaar Berck-Kranen krijgt tussen 1863 en 1883 tien kinderen, allen geboren in Schiedam, waarvan er drie jong overlijden. Vijf zoons en twee dochters worden volwassen. Er is van de zoons een vrij omvangrijk nageslacht. 2. MATTHIJS KRANEN (volg IV) geboren 20 juni 1845 te Schiedam en overleden aldaar op 20 mei 1921. Op hem komen we nog uitgebreid terug. 3. ELIZABETH WILHELMINA KRANEN, geboren 28 januari 1847 te Schiedam, overleden 24 november 1878 te Kralingen. Zij vertrekt in april 1869 naar Vlaardingen waar zij werkt als hulponderwijzeres. In augustus 1876 keert zij terug naar Schiedam en trouwt aldaar op 31 augustus 1876 met Jan de Bruijn, van beroep vertaler en onderwijzer, oud 25 jaren,
321
Het Testament opgemaakt tussen Matthijs Kraane en Johanna Kroese op 10 feb.1809 is goed nagekomen voor wat betreft het onderwijs aan hun kinderen!
91
genealogie craen-kranen
geboren in Vlaardingen als zoon van Johannes de Bruijn, molenaar, en Margaretha Hoogerwerf. De jonggehuwden vertrekken naar Rotterdam en vestigen zich in Kralingen, waar E.W. de Bruijn-Kranen op 24 november 1878 overlijdt. De aangifte wordt gedaan door haar echtgenoot en haar broer Matthijs Kranen. 4. MICHAEL KRANEN, geboren 26 april 1849 te Schiedam, overleden 10 september 1900 te Rotterdam. Ten tijde van zijn huwelijk in 1837 is Michiel Kranen nog gistkopersknecht, maar later dat jaar begint hij een eigen gisthandel onder de naam M. Kranen. Er zijn aanwijzingen dat Elisabeth Wilhelmina Kranen-Kok in een vroeg stadium betrokken is geraakt bij het reilen en zeilen van de firma. Als Michiel op 9-5-1851 twee weken voor zijn 40e verjaardag overlijdt, besluit zij de zaak voort te zetten. In 1850 wordt in alle Nederlandse gemeenten het Bevolkingsregister ingevoerd en vanaf dat jaar kan men zien waar iemand woonde, wie er inwoonde en welk beroep de bewoners uitoefenden. In 1850 blijkt het echtpaar Kranen-Kok met vier kinderen te wonen aan de Hoogstraat in Schiedam. Over het huisnummer bestaat geen zekerheid omdat de gegevens van de Burgerlijke Stand en van het Bevolkingsregister niet met elkaar in overeenstemming zijn. Het was of nummer 157 A, of nummer 152. Er woont daar nog een familielid, zuster van de vrouw des huizes, Cornelia Johanna Kok, geboren 21-11-1817 in Rotterdam en overleden 3-10-1899 te Schiedam. Cornelia Johanna blijft ongehuwd en kan op de Hoogstraat belast zijn geweest met de zorg voor het huishouden en de kinderen van haar zuster en zwager. Eind juni 1860 verhuist Maria Diederika Kok-van Noordeloos, moeder van de twee gezusters aan de Hoogstraat, van Noordwolde in Friesland waar haar man ruim drie jaar eerder is overleden, naar Schiedam en trekt bij haar twee dochters in. Zij overlijdt daar bijna tien jaar later op 8-3-1870. Er zijn in het huis van Elisabeth Wilhelmina KranenKok dus genoeg familieleden om op de kinderen te letten, zodat Elisabeth Wilhelmina zich aan de gisthandel kan wijden. Zij heeft dat tientallen jaren met overgave gedaan, want zij wordt in de familieverhalen altijd genoemd als degene die de firma groot heeft gemaakt. Er komen in verschillende acten in Schiedam ook nog neven of achterneven voor met de achternaam Kok die het beroep van gistkoper blijken uit te oefenen. Dit hoeft niet te betekenen dat zij in de firma waren opgenomen; zij kunnen in Schiedam het vak van gistkoper hebben geleerd om met die kennis later elders in Nederland hun brood te verdienen. Het is zeer wel mogelijk dat zij daarbij optraden als agenten van de firma M. Kranen. De folder over de Atlasgist die bewaard is gebleven en die stamt uit het begin van de twintigste eeuw, laat zien dat Gistfabriek De Atlas v/h M. Kranen322 zijn gist door heel Nederland323 verkocht en zelfs klanten had in Aken. Wat uiteraard niet uit de folder blijkt is de export van gist naar Engeland, met de zogenaamde (Engelse) gistboot, zoals blijkt uit de Monsterverslagen van de Vereniging van Gisthandelaren. Het is niet waarschijnlijk dat de verkoop in een zo groot gebied geheel geregeld werd vanuit Schiedam. In de familieverhalen komt Michiel Kranen niet voor, hoewel hij de oprichter was van de firma M. Kranen. Dat is wel begrijpelijk. Hij is jong gestorven en daarna volledig overschaduwd door zijn ondernemende weduwe die tientallen jaren haar stempel op de firma Kranen heeft gezet. De verhalen die over haar zijn overgeleverd, wekken de indruk dat zij een hartelijke, meelevende en intelligente vrouw was, met voldoende zakelijk inzicht om zich zonder moeite te handhaven in de harde mannenwereld van de gisthandel. Haar bewaard gebleven portret tekent haar als een wilskrachtige dame. Als wij letten op de dingen die Michiel Kranen heeft gepresteerd tussen 1837 en zijn dood in 1851, dan moet hij een flinke en ondernemende man geweest zijn. Er was moed voor nodig om in 1837 een eigen zaak te beginnen en het feit dat hij in 1850 met zijn gezin aan de Hoogstraat kon wonen, is ook veelzeggend. Daar wonen was voorbehouden aan mensen met een jaarinkomen dat ver boven de armoedegrens lag.
322
323
Het bedrijf bestond in z’n glorietijd uit een gistfabriek, een stoomkorenmolen, een mouterij, distilleerderij, 5 branderijen en een personeelsbestand van wel 80 man en een aantal paarden met wagens voor het transport. Uit verhalen van Bernard Kranen blijkt dat Matthijs regelmatig bestaande of nieuwe klanten ging bezoeken, ook wat verder weg, dan nam hij als dat zo uitkwam zijn kleinzoons Matthijs en Bernard mee.
92
genealogie craen-kranen
IV. De broers MATTHIJS (1845-1921) en MICHAEL (1849-1900) waren beiden actief in de gisthandel. In akten van de Burgerlijke Stand waarin Michael voorkomt in het Bevolkingsregister wordt hij steevast gistkoper genoemd. Hij trouwt op 1 mei 1889 met Maatje Bertou, geboren 4 februari 1856 te Biervliet, dochter van Jacob Bertou, timmerman, en Catelijntje Francijntje Thomas. Het echtpaar krijgt een zoon, Willem Elisa Kranen, geboren 11 januari 1891 te Schiedam en aldaar ongehuwd overleden op 13 juni 1918, mogelijk aan de Spaanse griep. MICHAEL zal, evenals zijn oudere broer en zusters, de lagere school in Schiedam hebben bezocht, want allen zijn de schrijfkunst machtig. Dat sprak in de 19de eeuw niet vanzelf, de Wet op de Leerplicht dateert van 1900. Welke verdere opleiding Matthijs en Michael hebben genoten, is niet bekend. Zij waren te oud om behoord te hebben tot de eerste leerlingen van de HBS, want scholen van dit type zijn pas in 1863 van start gegaan. Wel zal hun moeder erop toegezien hebben dat zij zich de boekhoudkundige kennis eigen maakten die zij als ondernemers nodig zouden kunnen hebben. Michael heeft overigens ook korte tijd een branderij gedreven en wel in Delfshaven aan de Mathenesserdijk onder de naam De Verwisseling. Helaas is dit in augustus 1886 geëindigd met een faillissement. Waarschijnlijk huurde hij pand en ketels, want op de schatting van de waarde van de inventaris staan slechts wat kleinere inventarisstukken vermeld ter waarde van f. 255.- MATTHIJS was, zeker zakelijk gezien, de oogappel van zijn moeder, want hij is later onbetwist de baas van de familiezaak. Hij trouwt als 23-jarige op 1 juli 1868 in Schiedam met de vijf jaar oudere Hendrika Reinira Hoegen. Zij was op 8 mei 1840 in Baak (Steenderen) geboren als dochter van Joannes Henricus Hoegen, timmerman/kuiper in Steenderen, en Joanna Christina Mentink. De familie was katholiek, zoals vele families in dat deel van Gelderland. Matthijs Kranen en zijn moeder zullen daaraan niet al te veel gewicht toegekend hebben, want tenslotte was Michiel Kranen oorspronkelijk ook RK. Bestudering van het 'Uittreksel uit het Bevolkingsregister' van Steenderen van de jaren 1860-1870 levert enkele opmerkelijke gegevens op: Moeder Johanna Christina Mentink is na het overlijden op 17 september 1850 van Johannes Henricus Hoegen hertrouwd met Petrus van Reeken, eveneens kuiper van beroep. Hij had kennelijk een bloeiende nering (overgenomen?), want zijn vrouw en de vier kinderen Hoegen staan allen als kuiper genoteerd. Dan komt er in maart 1862 zelfs een kuipers leerling, die echter in juli d.o.v. weer vertrekt. Er komen ook nog twee mannelijke dienstboden in de jaren 1862-1864, welke echter respectievelijk slechts 7 en 14 maanden blijven. Was de sfeer daar niet zo prettig of … ? Op het uittreksel uit het bevolkingsregister van Steenderen staat op de regel van Hendrika Reinira: Ambtshalve doorgeslagen 1862 en als domicilie Zutphen324, maar in het bevolkingsregister van Zutphen is ze niet te vinden. In ieder geval, hetzij uit Steenderen, hetzij uit Zutphen, Hendrika vertrekt naar Den Haag, zoals blijkt uit het bevolkingsregister van Schiedam. Ook in Den Haag is ze (nog) niet gevonden. Op 1 oktober 1863 schrijft ze zich in Schiedam in, komend van Den Haag. Aanvankelijk was haar beroep325dienstbode. Op 2 mei 1867 krijgt ze een dochter, Hendrica genoemd, op het adres Broersveld wijk C nr.672b. Opmerkelijk is dat dit kind op haar trouwdatum of daarna, niet word geëcht. Matthijs zal dus waarschijnlijk niet de vader zijn geweest. Op 10 december 1867 overlijdt dit kind. De jonggehuwden hadden nogal haast want hun oudste zoon MACHIEL HENDRIK (volg V) komt reeds op 27 september 1868 in Schiedam ter wereld en wordt vernoemd naar zijn beide grootvaders. De tweede zoon JAN HENDRIK (volg V), vernoemd naar de grootvader van moederszijde, wordt op 5 november 1871 geboren. Als er al sprake van huwelijksgeluk geweest is, dan heeft dat waarschijnlijk niet veel langer geduurd dan tot de jaren 1872/73326. In die tijd openbaarden zich de 324
325 326
Volgens hetzelfde uittreksel lijken ook haar zus Johanna Reinira en broer Johannes Lucas vertrokken te zijn naar Zutphen Volgens het dienstbodenregister van Schiedam Zie daarvoor de tijdens haar verblijf in Sint Joris opgemaakte patiëntenkaart
93
genealogie craen-kranen
eerste symptomen van haar latere geestelijke toestand, zich uitend in een vorm van agressieve buien ten opzichte van haar man en anderen. Op 12 september 1873 volgt de geboorte van een dochter, die naar haar grootmoeder Elizabeth Wilhelmina Kranen wordt genoemd. Dit kind blijft amper elf maanden in leven en overlijdt op 1 augustus 1874. Hendrika Reinira Hoegen is dan weer in verwachting en baart op 25 december 1874 een tweeling die ontijdig wordt geboren en kort na de geboorte overlijdt. Veertien maanden later, op 25 februari 1876 schenkt zij het leven aan nog een zoon die de voornamen Johan Christiaan krijgt. Het kind is vrijwel zeker vernoemd naar zijn grootmoeder van moederszijde, Joanna Christina HoegenMentink. Ook Johan Christiaan is geen lang leven beschoren, want hij overlijdt op 15 april 1877, nog geen veertien maanden oud. (Net na de opname van zijn moeder in Sint Joris) Eind maart 1877 gaat het niet langer en wordt in overleg met de huisarts besloten tot opname in Sint Joris. Dat het hoog tijd is blijkt uit de snelheid waarop de gebeurtenissen elkaar gaan opvolgen: Op 23 maart vult Matthijs de 'Staat van Inlichtingen' ten behoeve van de opname in, op 25 maart vult de huisarts zijn deel van het formulier in en op 26 maart geeft de burgemeester van Schiedam zijn machtiging tot opname in Sint Joris te Delft af. Op 4 en 5 april geven respectievelijk de Officier van Justitie en de President van de Arrondissementsrechtbank van Rotterdam machtiging tot opname, die dan ook op 5 april plaats heeft. Tot haar overlijden in 1925 is ze in St Joris opgenomen geweest. Wat dit drama voor Matthijs Kranen heeft betekend, is niet overgeleverd, maar dat het grote invloed heeft uitgeoefend, hoeven wij niet te betwijfelen. Hij heeft wellicht eerst nog hoop gekoesterd dat zijn vrouw in Delft zou genezen en terug zou keren, want uit het Bevolkingsregister blijkt dat Hendrika Reinira Hoegen niet direct is uitgeschreven naar Delft. Dat hoefde ook niet, want een patiënt die in een andere gemeente werd verpleegd, kon voorlopig ingeschreven blijven in de voormalige woonplaats. Pas bij de volkstelling van 1880 wordt zij in Schiedam uitgeschreven naar Delft en dan moet Matthijs Kranen de hoop op genezing hebben opgegeven. Uit het verdere verloop blijkt dat Matthijs nadien al zijn aandacht en energie op de verdere ontwikkeling van het bedrijf heeft gegeven. STAAT VAN INLICHTINGEN omtrent de personen die men wenscht opgenomen te zien in het Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen (het St.Joris Gasthuis) te Delft.327 Vraag 1-15 liefst te beantwoorden door de naastbestaanden of het gemeentebestuur dat de opname verlangt. Vraag 15 e.v. door den geneesheer die den lijderes328laatstelijk behandelde. 1. Naam en voornamen van de lijderes? HENDRIKA REINIRA HOEGEN 2. Datum der geboorte? 8 mei 1840 3. Geboorteplaats? Baak, gemeente Steenderen 4. Beroep? zonder beroep 5. Woonplaats? Schiedam 6. Gehuwd,ongehuwd, aantal kinderen gehuwd329 - drie kinderen330 7.Naam, beroep en woonplaats van den Matthijs Kranen, gistkooper, Schiedam echtgenoot?
327 328 329 330
Archief Sint Joris Gasthuis in het Gem. Archief van Delft In het invulformulier heb ik steeds waar gekozen moet worden tussen man en vrouw, de vrouw gekozen Huw. datum 1 juli 1868, Matthijs was 23 en Hendrika Reinira 28 jaar oud T.w. Machiel geb. 27-9-1868, Jan geb. 5-12-1871 en Johan Christiaan, geb. 25-2-1876 en overleden kort na haar opname, dus resp. ruim 8, 5 en 1 jaar oud.
94
genealogie craen-kranen
8. Geloofsbelijdenis a. van den lijderes en b. van haren echtgenoot 9. Namen, beroep en woonplaats van de ouders. 10. Waar en wanneer zijn hare ouders overleden? 11.Naam, beroep en woonplaats van degene die de magtiging tot opneming heeft aangevraagd 12. Naam, beroep en woonplaats van den curator? 13. Nauwkeurig adres van den-gene der bloedverwanten met wien eventueel zal moeten worden gecorrespondeerd? 14. In welke klasse en voor wiens rekening wordt de verpleging op de hiervoor gestelde voorwaarden verlangd?
a. Rooms Catoliek b. Gereformeerd Jan Hendrik Hoegen - kuiper - Baak Johanna Christina Mentink JAN HENDRIK HOEGEN OVERLEDEN TE BAAK Matthijs Kranen, gistkooper, Schiedam
--Matthijs Kranen, gistkooper, Singel A 174, Schiedam In de tweede klasse voor rekening van Matthijs Kranen Aldus opgemaakt te Schiedam den 23 Maart 1877 door (handtekening)
Vier of vijf jaren331 geleden heeft de krankzinnigheid zich het eerst geopenbaard onder verschijnselen van groote onrust, allerlei hallucinaties, verval van den reuk en verregaande boosaardigheid. De hallucinaties hebben haar in den laatsten tijd nagenoeg verlaten, de boosaardigheid nam echter zeer toe, zoodat zij bedreigingen tegen haar man en anderen deed en reeds eenige malen tot dadelijkheden overging 16. Is, o.a. de krankzinnigheid aanhou- Periodiek dend of periodiek? Is er neiging tot zelfmoord? neen Bestaat er eene bepaald voorheer- neen schende waanvoorstelling (idée fixe)? ja Is zij ook gevaarlijk voor anderen? mij niet bekend Werken sommige bepaalde indrukken, woorden, gebaren, voor vallen, enz. nadeelig? 15.Wanneer en onder welke verschijnselen heeft zich hare krankzinnigheid het eerst geopenbaard, wat is er verder met haar voorgevallen tot aan de opname in het gesticht?
331
Als de verschijnselen zich in 1872/73 voor het eerst openbaarden, dan heeft het huwelijksgeluk maar kort geduurd
95
genealogie craen-kranen
17. Zoo er tevens epilepsie aanwezig is, wat valt dan van deze op te merken haar ontstaan, verloop, enz.? 18. Is zij ook wegens de tegenwoordige krankzinnigheid onder geneeskundige behandeling geweest? Welke geneeswijze is er aangewend? Wie was haar geneesheer?
------------
19. Is zij vroeger reeds krankzinnig geweest? Hoe vele malen? Wanneer en onder welke verschijnselen? 20. Werd zij reeds vroeger in een krankzinnigengesticht verpleegd? Waar en wanneer? 21. Zijn er ook oorzaken bekend, die tot het voortbrengen harer tegenwoordige krankzinnigheid kunnen hebben meegewerkt? 22. Hebben zich onder hare bloedverwanten (in de regte lijn of in de zij-liniën) nog andere gevallen van krankzinnigheid voorgedaan? 23. Maakt zij gebruik van sterken drank? 24. Heeft zij vroeger aan eenige ziekte geleden en zoo ja, aan welke? 25. Hoedanig is de toestand der maandstonden bij de lijderes? 26. Hoedanig waren hare verstandsontwikkeling, beschaving, karakter en humeur? 27. Heeft zij ook bijzondere gewoonten en neigingen of geliefkoosde bezigheden?
mij niet bekend
ja
nu en dan verplaatsen uit haar dagelijksche omgeving de ondergetekende.
neen
neen
mij niet bekend
neen mij niet bekend normaal weinig ontwikkeld
neen
Aldus opgemaakt te Schiedam, den 25 Maart 1877 door den geneesheer : (handtekening) w.g. Let wel, dit gebeurt in dezelfde maand dat Matthijs besloten heeft een branderij te stichten op de Noordvestgracht. Op 2 maart 1877 vraagt hij de nodige vergunning aan die hem op 16 maart wordt verleend. Op 28 maart d.o.v. wordt bij Notaris Lechner de koopacte van het perceel weiland van 420 m2, waarop gebouwd moet gaan worden, gepasseerd.
96
genealogie craen-kranen
Matthijs Kranen en Martinus Berck332hebben op 26 maart 1877 verklaard dat ze de kosten van haar opname in Sint Joris in de 2e Klasse, zonder genot van eene afzonderlijke Zitkamer, Slaapkamer en Dienstbode op zich zullen nemen. De Voorwaarden tot Opneming en Verpleging vermelden onder meer het volgende: 1. vereist voor opname zijn een Rechterlijke machtiging, 2. een Verpleegcontract 3. en een ingevulde Staat van Inlichtingen betreffende de verpleegde 4. de kosten voor verpleging in de 2e Klasse bedragen f. 130.- - per kwartaal, bij vooruitbetaling verschuldigd 5. daarboven moet er voor voldoende onder- en bovenkleding worden gezorgd 6. patiënten dienen van wege en voor rekening van hun betrekkingen of besturen gebracht en weggehaald te worden. Vervoer door de stad moet per gesloten rijtuig (vigilante) geschieden.(deze zijn eventueel aan het station te huur, en mocht er hulp nodig zijn van een politieagent, geen nood, deze is altijd aanwezig) Op de bij opname gemaakte patiëntenkaart wordt als antwoord op de vraag naar de vorm der psychose vermeld: dementia praecox (jugendlige Verblödung333) met als toevoeging Kp VII p. 264334. Dit betekent dat ze leed aan voortijdige dementie gepaard aan een algehele verdwazing, zoals beschreven in hèt handboek uit die tijd Compendium der Psychiatrie (1883) geschreven door de Duitse psychiater Emil Kraepelin. Op blz.264335 van genoemd werk echter wordt Delirium Alcoholicum beschreven. Mogelijk dat in een andere druk wel op een pag. 264 haar kwaal wordt beschreven. Als haar zoons Machiel Hendrik en Jan Hendrik in Schiedam trouwen, respectievelijk in 1894 en 1897, wordt er beide keren een verklaring overlegd van de geneesheer-directeur van Sint Joris dat
332 333 334 335
Zwager van Matthijs, gehuwd met zijn zus Johanna Kranen Dementia praecox: vroege dementie; Verblödung betekent afstomping, zwakzinnigheid Deze notitie verwijst naar de Duitse psychiater Emil Kraepelin en zijn Compendium der Psychiatrie uit 1883 Zie hiervoor de kopie van de blz. 261 t/m 269 van de uitgave van 1883?
97
genealogie craen-kranen
de moeder van de bruidegom haar toestemming niet kan geven omdat zij niet in staat is haar wil kenbaar te maken. Blijkens een telegram, gezonden naar Driebergen in de maand juli 1915, waar Matthijs sinds april 1914 in Huize Vrederust, Hoofdstraat 25336, Rijsenburg, woonde, was er een ernstige crisis, want overkomst wordt gewenst, niet dringend, geacht. Aanvankelijk was dit telegram naar Vellevest/Schiedam verzonden, dit betekent of een gebrekkige administratie van St. Joris, of een omissie van Matthijs. Iets dergelijks is er aan de hand na het overlijden van Matthijs in mei 1921, de nota van de verpleegkosten over het 4e kwartaal 1921 komt onbestelbaar retour met de opmerking dat geadresseerde overleden is. De Secretaris-Rentmeester van St. Joris wendt zich nu maar tot M.H.Kranen, omdat hij daar toevallig het adres van had gekregen. Daarop volgend wordt in november 1921 een nieuw verpleegcontract opgesteld tussen St. Joris en de erfgenamen M.H. Kranen en J.H. Kranen ten behoeve van hun moeder voor verpleging, maar nu in de 3e Klasse. Haar toestand rechtvaardige waarschijnlijk immers al geruime tijd niet de extra kosten verbonden aan opname, c.q. verpleging in de 2e klasse. Op 19-8-1921 start Machiel Hendrik, mede namens Jan Hendrik- en Johanna Kranen en Willem Elisa Berck, de procedure die moet leiden tot onder curatelestelling van H.R.H. Op 8 oktober d.o.v. begeven de Rechter Commissaris, de Officier van Justitie en de Griffier van de Arr. Rechtbank van Den Haag zich naar Sint Joris ten einde de gerekestreerde te vragen: (ik citeer) 'of zij geen bezwaar had tegen de gevraagde onder-curateele stelling, waarop zij onder een vloed van onsamenhangende woorden verklaarde daartegen geen bezwaar te hebben' Op een wel zeer cynische manier hadden de heren van de Rechtbank de formaliteiten vervuld! Op 3 november wordt er positief beslist op het ingediende verzoek. Per 1 februari 1922 worden M.H. en J.H. door het Kantongerecht van Delft respectievelijk als curator en toeziend curator benoemd. Vanaf haar opname werd er iedere een maand een aantekening omtrent de toestand van H.R.H. gemaakt. Veelal volstaat de psychiater met de melding: als voren, of, toestand onveranderd. Door de jaren heen regelmatig terugkerende opmerkingen zijn: ongedurig, bemoeiziek, dwaze verhalen en onbetamelijke handelingen, twistziek, geen belangstelling voor haar gezin, verricht grof huiswerk, praat voortdurend in zichzelf, scheldend, dan weer rustig, heeft alle besef van de werkelijkheid verloren, etc. etc. De ergste aantekening is van februari 1887: Haren man bij zijn bezoek schandelijk uitgescholden en met vuile taal weggejaagd. Wat dit drama voor Matthijs Kranen heeft betekend, is niet overgeleverd, maar dat het grote invloed heeft uitgeoefend, hoeven wij niet te betwijfelen. Hij heeft wellicht eerst nog hoop gekoesterd dat zijn vrouw in Delft zou genezen en terug zou keren, want uit het Bevolkingsregister blijkt dat Hendrika Reinira Hoegen niet direct is uitgeschreven naar Delft. Dat hoefde ook niet, want een patiënt die in een andere gemeente werd verpleegd, kon voorlopig ingeschreven blijven in de voormalige woonplaats. Pas bij de volkstelling van 1880 wordt zij in Schiedam uitgeschreven naar Delft en dan moet Matthijs Kranen de hoop op genezing hebben opgegeven. De huishoudsters Voor de derde keer in drie opeenvolgende generaties waren er kinderen Kranen die opgroeiden in wat wij tegenwoordig een eenouder gezin noemen. De beschikbare gegevens wekken de indruk dat zowel Johanna Croese als Elizabeth Wilhelmina Kok voor deze situatie een oplossing hadden weten te vinden die hun kinderen een geborgen jeugd garandeerde. Matthijs Kranen lijkt daarin niet goed te zijn geslaagd en dat blijkt onder meer uit de stoet van huishoudsters die volgens het Bevolkingsregister van 1877 tot zijn overlijden in 1921 in zijn huis de scepter hebben gezwaaid en die respectievelijk voor het moederloos achtergebleven gezin en de onbestorven weduwnaar mochten zorgen. Wat opvalt aan de opeenvolgende huishoudsters is hun leeftijd, de kortstondigheid van hun dienst en hun over het algemeen landelijke herkomst: 1. Annetje Schwarze-Ommering, weduwe, geboren 13-8-1825 in Vlaardingen, 52 jaar, blijft 3 jaar van 1877 tot 15 juli 1880, vertrekt naar Rotterdam.
336
Thans nrs 79-81
98
genealogie craen-kranen
2. Cornelia Margaretha van Ginkel-Bettink, weduwe, geboren 13-8-1829 in Utrecht, 51 jaar, blijft 1 jaar van 13 september 1880 tot september 1881, vertrekt naar Rotterdam. 3. Menke Grensbach-Koster, weduwe, geboren 2-11-1847 in Workum, 34 jaar, blijft 4 jaar van 26 augustus 1881 tot 28 november 1885, vertrekt naar Rotterdam. 4. Dina Cornelia Nolet, geboren 1-10-1841 in Zierikzee, 44 jaar, blijft 2 jaar van 21 november 1885 tot 15 december 1887, vertrekt naar Utrecht. 5. Maatje Bertou, geboren 4-2-1856 in Biervliet, 31 jaar, huwt op 1-5-1889 Michael Kranen, broer van Matthijs, blijft dus 1½ jaar van 14 november 1887 tot april 1889. 6. Antje van Leeuwen, geboren 7-1-1852 in Brielle, 37 jaar, blijft ca. ½ jaar, van 7 mei 1889 tot ca. midden november 1889, vertrokken met onbekende bestemming. 7. Martina Gerarda Jarzanetta van der Linde, geboren 16-4-1861 in Oegstgeest, 28 jaar, blijft 2 – 3 maanden van 18 november 1889 tot februari 1890, vertrekt naar Groningen. 8. Maria Luyendijk, geboren 22-11-1863 in Abbenbroek, oud 26 jaar, blijft 31 jaar, van 12 februari 1890 tot zijn overlijden. Vertrekt op 22 november 1922 naar Heenvliet en vandaar op 27 oktober 1941 naar Leiden waar ze op 13 april 1944 overlijdt. Aanvankelijk lijkt Matthijs een voorkeur voor het wat bedaagde, ervaren, moederlijke type vrouw te hebben gehad. Als de jongens wat ouder zijn, gaat hij zo te zien meer aan zich zelf denken. Hertrouwen is er niet bij, maar huiselijke gezelligheid is niet verboden! Deze stroom van steeds nieuwe verzorgsters zal geen gunstige invloed hebben uitgeoefend op de ontwikkeling van de twee kinderen die toch feitelijk halve wezen waren. Veel van wat later is gebeurd zou wel eens zijn basis kunnen hebben in het gebrek aan geborgenheid waaronder Machiel Hendrik en Jan Hendrik Kranen in hun jeugd moeten hebben geleden. Dat werd waarschijnlijk mede in de hand gewerkt door de autoritaire manier van optreden van Matthijs Kranen. Want die komt in verschillende verhalen niet over als een vader en opvoeder die gezegend was met veel psychologisch inzicht. Verwijdering De oorzaak van de verwijdering tussen de beide broers Machiel Hendrik en Jan Hendrik die tot in 1912 beiden in Schiedam gewoond hebben en met elkaar te maken hadden binnen de firma Kranen, is bekend: de respectievelijke echtgenotes konden elkaar niet uitstaan. V. Jan Hendrik Kranen is op 13-5-1897 in Schiedam getrouwd met Johanna Christina Rijnten (geboren 28-1-1876 in Schiedam; overleden 6-3-1951 in Hilversum). Het echtpaar kreeg vijf kinderen, drie zoons en twee dochters. De drie zoons zijn allen getrouwd en hebben nageslacht; van de twee dochters is de oudste als baby van nog geen drie maanden overleden en de jongste, Marie Gertrude Christine, is ongetrouwd gebleven en bij haar ouders blijven wonen. Over Machiel Hendrik Kranen weten we meer dan over Jan Hendrik. Dat gaat voor een deel terug op eigen herinnering van Lex Verbraeck, voor een deel op verhalen van zijn moeder en tante Mien, de jongste schoonzuster van zijn grootvader, en voor de rest op speurwerk in de archieven van Apeldoorn, Den Haag, Rijswijk en Schiedam. Machiel Hendrik Kranen is op 27-9-1868 in Schiedam geboren en op 26-2-1939 in zijn huis Laan van Meerdervoort 532 in Den Haag overleden aan keelkanker. Na de lagere school, mocht hij van zijn vader naar de HBS. Eind 1885 zat hij in de hoogste klas en hij zou in mei 1886 nog als 17jarige eindexamen doen. Daar is niets van gekomen, want in de kerstvakantie deelde zijn vader hem mee dat hij per 1 januari moest ophouden met dat geleer, want ‘ik heb je in de zaak nodig’. Dit was waarschijnlijk maar één van de pedagogische en psychologische missers van Matthijs Kranen. Machiel Hendrik heeft in mei d.o.v. nog wel als extraneus eindexamen gedaan, maar het diploma niet gehaald omdat hij een half punt tekort kwam om geslaagd te zijn. Na enkele jaren in de firma Kranen gewerkt te hebben als ‘kantoorbediende’ is hij door Matthijs Kranen op een uitgebreide stage gestuurd naar verschillende landen van Europa. Hij moest zich op de hoogte stellen van de nieuwste methoden voor het kweken en voor de microbiologische bewaking van de kwaliteit van gist337. Hij heeft eerst vele maanden stage gelopen in München, waarschijnlijk bij de beroemde Spatenbrauerei. Daarna schijnt hij Pilzen in Bohemen bezocht te hebben om zich bij de brouwerij van Pilzner Urquell op de hoogte te stellen van de gang van zaken 337
Uit de monsterboekjes van de Ver.van Gisthandelaren blijkt dat er aan de zuiverheid van de gist in de jaren ’80 nogal eens wat ontbrak, ook bij de fa M.Kranen
99
genealogie craen-kranen
aldaar. Hij is van deze studiereis teruggekomen met een grote hoeveelheid nieuwe kennis en een diepgaande, en levenslange, afkeer van de Pruisische mentaliteit en het Pruisische militairisme. Daarna heeft hij, wederom vele maanden, stage gelopen bij de befaamde Carlsberg brouwerij in Kopenhagen, toen het Mekka voor allen die wilden weten hoe gist op wetenschappelijk verantwoorde wijze gekweekt kon worden. Denemarken en zijn bevolking spraken hem enorm aan en hij heeft daar niet alleen hard gewerkt, maar ook het land uitgebreid bereisd. Na zijn terugkeer, waarschijnlijk omstreeks 1891, vatte hij zijn werk voor de firma Kranen weer op, nu als expert voor het wetenschappelijk verantwoord kweken van gist. Er is uit deze tijd een foto van hem, gemaakt door de bekende Schiedamse fotograaf Van Diggelen in het bedrijfslaboratorium van de firma Kranen, waar hij duidelijk als baas op staat te midden van enkele laboranten voor een laboratoriumtafel met microscopen, bunsenbranders en reageerbuizen. Dat de foto uit deze tijd stamt, is te zien aan zijn baard die hij in München had laten staan en die hij kort voor zijn huwelijk in 1894 weer zou laten afscheren. Hij was intussen verloofd met Adriana Petronella van der Hoeven, geboren 30-6-1867 in Schiedam en overleden op 1-5-1945 te ‘s-Gravenhage. Zij is gestorven aan kanker en niet aan de gevolgen van de Hongerwinter, want haar beide schoonzoons in Den Haag hebben er altijd voor kunnen zorgen dat zij de gehele oorlog genoeg te eten had. Jaantje, zoals Adriana Petronella algemeen werd genoemd, was het oudste kind van Gerrit van der Hoeven en Gerritje Noordijk, beiden afstammelingen van families die al generaties in Schiedam woonden en meestal werkzaam waren bij branderijen. Gerrit van der Hoeven had zich aan dat milieu weten te ontworstelen, was barbier geworden en dreef een bloeiende kapperszaak in Schiedam. Bijna al zijn kinderen zijn naar de kweekschool gestuurd en onderwijzer of onderwijzeres geworden. Jaantje was daarop geen uitzondering en heeft op 31 oktober 1885 in Den Haag met succes het examen voor onderwijzeres afgelegd. De enige die niet naar de kweekschool is gegaan, was de jongste zuster van Jaantje, tante Mien, die zichzelf, waarschijnlijk terecht, ongeschikt achtte voor het beroep van onderwijzeres. Na lang aandringen mocht zij een opleiding volgen tot kostuumnaaister en dat was een vak waarin zij uitblonk. Het moet Jaantje, immers van betrekkelijk eenvoudige komaf, veel voldoening hebben gegeven dat zij er in geslaagd was de oudste zoon van de toen al vermogende Matthijs Kranen aan de haak te slaan. Machiel Hendrik Kranen en Adriana Petronella van der Hoeven zijn op 16-8-1894 in Schiedam getrouwd. Het echtpaar kreeg zeven kinderen: één zoon Matthijs (1895-1935) en zes dochters, waarvan er één zeer jong is overleden. Hendrica Reinira Kranen, vernoemd naar haar grootmoeder van vaderszijde, was het derde kind en de tweede dochter. Haar oudste zuster Gerda was, geheel volgens de traditie, vernoemd naar Gerritje Noordijk, haar grootmoeder van moederszijde. Machiel Hendrik en Adriana Petronella van der Hoeven in 1917 Machiel Hendrik Kranen was intelligent, handig, creatief en artistiek. Hij was een liefhebber van muziek en kon goed tekenen. Zijn handigheid was spreekwoordelijk binnen de familie en voor hem gold: ‘wat de ogen zien, maken de handen’. Tot enkele maanden voor zijn dood in 1939 was hij voortdurend bezig met het maken van dingen, voor zijn eigen huis en voor zijn kinderen en kleinkinderen. Machiel bespeelde zelf geen instrument, maar had dat in zijn jeugd wel gedaan. Er was in het ouderlijk huis een piano en zeker is dat hij als jongen graag daarop speelde. Hij heeft waarschijnlijk ook les gehad. Maar dat voortdurende getingel van zijn oudste zoon beviel vader Matthijs niet. Hij liet op een dag de timmerman komen en gaf opdracht de piano te verzagen tot stoven. Mijn moeder heeft een van die stoven meegenomen uit haar ouderlijk huis, hij staat nu bij mij, en kon met grote verontwaardiging vertellen over wat zij een wandaad noemde. Machiel heeft daarna nooit meer een muziekinstrument willen aanraken. Ook dit is een van de voorbeelden van het gebrek aan psychologisch en pedagogisch inzicht dat Matthijs Kranen tentoonspreidde in de opvoeding van zijn kinderen.
100
genealogie craen-kranen
Machiel bleef na zijn stage en huwelijk nog enige tijd kantoorbediende omdat hij het bedrijf van alle kanten moest leren kennen. Hij is in 1898 in de firma opgenomen, want uit het Bevolkingsregister van Schiedam blijkt dat zijn beroep in die tijd is veranderd van ‘bediende’ in ‘brander’. Op de balansen en verlies- en winstrekeningen tussen 1908 en 1911 prijkt zijn handtekening met daarbij de kwalificatie van ‘directeur’. Zijn vader Matthijs Kranen tekent als eigenaar van de firma en ook zijn broer Jan Hendrik zet iedere keer zijn handtekening, en wel als commissaris. Het was, om Bernard Kranen te citeren, 'een florissant bedrijf met ca. 80 man personeel. Voor eigen vervoer van graan, gist en moutwijn, dat naar mouterijen, branderijen of de molen moest worden gebracht, beschikte men over vrachtwagens en een 10-tal paarden. Een paar maal per week werd er gist gebracht naar de ‘Engelse boot’ in Rotterdam. Op tentoonstellingen werden prijzen (medailles e.d.) gewonnen voor de gistprodukten.' Machiel Hendrik Kranen heeft in januari 1911 zijn zilveren jubileum bij de firma gevierd. Als cadeau kreeg hij een toen ongetwijfeld kostbare pendule van zwart marmer met twee zwart marmeren pendanten, die nu in het bezit zijn van zijn kleindochter Jeanne Heuvelink in Apeldoorn. Bovenop de pendule, die typisch Victoriaans is en de vorm heeft van een soort obelisk, zit een zilveren plaatje met de naam ATLAS, de merknaam van de gist die door de firma Kranen werd gekweekt en verkocht. Korte tijd later is binnen de familie de ruzie uitgebroken die heeft geleid tot de liquidatie van de firma tegen het einde van het jaar 1913. De familieruzie Tante Mien die niet op haar achterhoofd was gevallen en het einde van de firma Kranen van dichtbij had meegemaakt, had een duidelijk oordeel over de liquidatie van de firma: ‘Matthijs Kranen zou nooit tot opheffing hebben besloten als hij twee aardige schoondochters 338 had gehad’. Deze uitspraak legt de verantwoordelijkheid voor de opheffing van de firma voor een groot deel bij de echtgenotes van Machiel Hendrik en Jan Hendrik Kranen. Wat er in de familie over deze twee vrouwen verteld wordt, maakt het waarschijnlijk dat tante Mien het bij het rechte eind had. De visie van Bernard Kranen op het uit elkaar spatten van het familiebedrijf is de volgende: 'De verhouding tussen mijn grootvader met huishoudster werd slecht toen de beide schoondochters kritiek gingen uiten, dat is mede oorzaak geweest van het vertrek uit Schiedam van mijn ouders met hun kinderen.' De families Kranen en Rijnten waren al eerder aan elkaar geparenteerd geraakt, want op 2911-1891 trouwde Machiel Johannes Berck, tweede zoon van Martinus Berck, broodbakker te Schiedam, en Johanna Kranen, zuster van Matthijs Kranen en tante van Machiel Hendrik en Jan Hendrik, met Maria Geertruida Rijnten, de bijna negen jaar oudere zuster van Johanna Christina Rijnten. Matthijs Kranen is bij dit huwelijk als oom getuige voor de bruidegom. De familieverhalen geven aan dat Johanna Christina Kranen-Rijnten in haar huwelijk de touwtjes in handen had. Dat was waarschijnlijk ook wel nodig, want haar echtgenoot moet, wellicht als gevolg van zijn jeugd, een teruggetrokken en timide man zijn geweest. Andere verhalen wekken de indruk dat zij nogal hooghartig kon optreden tegen familieleden, vooral als zij wist dat die niet tegen haar waren opgewassen. Of zij altijd zo is geweest, of door haar huwelijk zo is geworden, is niet meer te achterhalen. Het is echter vrijwel zeker dat zij de eerste vijftien jaar van haar huwelijk in Schiedam niet gelukkig is geweest. Als jonge bruid van nog geen 22 jaar kwam zij immers in een wespennest terecht.
338
De verhouding tussen de schoonzusters onderling, alsmede de verhouding met hun schoonvader, kan met de beste wil van de wereld niet positief genoemd worden.
101
genealogie craen-kranen
Financiële zorgen waren er niet: haar man werkte voor de familiefirma en kreeg een behoorlijk salaris. De firma bloeide en werd nog steeds uitgebreid, zoals bijvoorbeeld in 1899 toen de Stoomkorenmolen De Draak (zie hierboven) aan de Noordvest werd aangekocht. Jaantje van der Hoeven kon niet accepteren dat haar kinderen volwassen werden, een eigen leven wilden leiden en zich daarmee onttrokken aan haar heerszucht. Toen haar oudste dochter Gerda in 1916 op de kweekschool haar Acte had behaald, wist zij te bereiken dat haar man nog diezelfde avond deze Acte in beslag nam en opborg in de kluis. Daarmee had Jaantje de macht om te bepalen welke baan haar dochter aannam. De moeder van Lex Verbraeck, Hendrika Reinira, was hierdoor gewaarschuwd en had het vaste voornemen dat haar dit niet zou overkomen. Zij had voor haar examen bij haar vader een prent in een lijst losgepraat om aan de muur van haar kamer te hangen. Zij had die prent gekozen om het formaat van de lijst en niet omdat zij onder de indruk was van de artistieke waarde, want het was, zoals zij later vertelde ‘het soort Victoriaanse kitsch die mijn ouders prachtig vonden’. In de avonduren als zij op haar kamer zat te studeren, had zij de spijkertjes waarmee de achterkant van karton op de lijst was vastgezet, voorzichtig een beetje losgepeuterd. Op de dag van de uitreiking van de acte nam zij die prent mee naar school met de verklaring dat het de laatste gelegenheid was het ding aan haar schoolvriendinnen te laten zien. Toen de akten waren uitgereikt, is zij er in de feestvreugde even tussenuit geknepen en met prent en acte naar het lokaal voor handenarbeid gegaan. Daar heeft zij het karton van de lijst gehaald, haar acte achter de prent gelegd en daarna het karton weer voorzichtig vastgetimmerd. In de loop van de middag heeft zij die prent inderdaad nog aan een aantal vriendinnen laten zien. Toen zij weer thuis was en het geval net aan de muur had gehangen, stond haar vader op de drempel om haar nieuw verworven acte op te eisen. Hij was nogal verbouwereerd toen zijn dochter zei dat hij die niet kreeg. Zij is daarop van haar kamer gezet die door haar ouders grondig is doorzocht. Meer dan een halve eeuw later kon zij met groot genoegen vertellen dat haar vader en moeder nooit hebben vermoed dat de acte al die tijd aan de muur had gehangen. De aanleiding voor de familieruzie leek in het begin iets heel onschuldigs. Machiel en Jan hadden in 1911 een analyse gemaakt van het wel en wee van de firma in de laatste jaren. Vooral met betrekking tot de productie en afzet van gist, immers het belangrijkste product, bleek er geen reden te zijn voor optimisme. De concurrentie vanuit Delft werd steeds heviger en de Delftse Gist-en Spiritusfabriek had de laatste jaren zijn marktaandeel steeds verder vergroot. Zij konden ook aantonen dat de oorzaak was gelegen in de wijze van productie van gist in Schiedam. Zolang de gist werd geproduceerd als bijproduct van jenever waren de vooruitzichten voor Schiedam ongunstig: De Delftse concurrent kon zijn klanten gist-stammen leveren die waren toegesneden op hun behoefte, Schiedam kon dat niet. ‘Delft’ zou dus doorgaan met vergroting van zijn marktaandeel en op langere termijn de Schiedamse jenevergist uit de markt drukken. De broers concludeerden dat Gistfabriek De Atlas moest overschakelen op industriële productie van gist, op dezelfde manier zoals dat in Delft gebeurde. Op den duur zou de firma zich misschien helemaal moeten terugtrekken uit de productie van jenever. Deze analyse is onderwerp geweest van besprekingen tussen Matthijs Kranen en zijn beide zoons. Matthijs kon er geen speld tussen krijgen en moest zijn zoons gelijk geven. Hij merkte echter op dat de stichting van een gist- en spiritusfabriek een investering zou vergen van vele tonnen en verklaarde dat een dergelijk bedrag niet beschikbaar was. Aangezien zijn zoons geen inzicht hadden in de financiën van hun vader, moesten zij zich hierbij neerleggen. In de loop van 1911 werd Matthijs echter lang en ernstig ziek. Hij moest de teugels tijdelijk overdragen aan zijn zoons en daaronder viel ook het beheer van zijn persoonlijk vermogen. Toen ontdekten ze dat hun vader zeer rijk was en de investering in een gist-en spiritusfabriek voor een groot deel uit eigen zak zou kunnen financieren. De broers waren verontwaardigd over de onvolledigheid van hun vader, maar de zaak was misschien met een sisser afgelopen als de beide vrouwen zich er niet mee hadden bemoeid. Die zagen hierin een onverwachte en ongezochte gelegenheid om hun eigen doelen te bereiken. Zij beweerden dat door deze gang van zaken de vertrouwensbasis was verdwenen waarop de samenwerking in de familie diende te berusten en dat hun mannen de eer aan zichzelf moesten houden door zich uit de firma terug te trekken. De broers schijnen nog wel even te hebben geaarzeld of zij hun schepen zo radicaal achter zich zouden verbranden, maar uiteindelijk wonnen de vrouwen het pleit. Dat is ook te zien in het Bevolkingsregister van Schiedam. Op 31-5-1912 vertrekt Jan Hendrik Kranen met vrouw en kinderen naar Putten en op 3 juni verhuist Machiel Hendrik met zijn gezin339naar Apeldoorn. 339
Exclusief hun 17 jarige zoon Matthijs, die naar Den Haag vertrekt
102
genealogie craen-kranen
103
Matthijs Kranen was toen ongeveer 67 jaar en had door het vertrek van zijn zoons niet alleen zijn opvolgers, maar ook zijn belangrijkste medewerkers verloren. Hij zag het nut van doorgaan niet meer en besloot de firma te liquideren. Het kostte hem uiteindelijk ongeveer anderhalf jaar om alle bedrijfsonderdelen, zoals de branderijen, de stoom-korenmolen, pakhuizen, gistpakkerij, stallen, paarden en wagens en wat dies meer zij, aan de overgebleven branders en andere belangstellenden te verkopen. Uit een briefje gedateerd 23-1-1913, aanwezig in het dossier H.R. Hoegen, blijkt dat Machiel Hendrik bij de huisarts van de familie in Schiedam heeft geïnformeerd naar de toestand van zijn moeder in Sint Joris. Deze huisarts vraagt dan aan de Geneesheer Directeur van Sint Joris of hij dat verzoek wil honoreren want: (ik citeer) 'van zijn vader hoort hij het niet, want er bestaat, zou ik haast zeggen, een haat tusschen vader en kinderen. Zeg s.v.p. den vader er niets van' Opvallend, tijdens het bestuderen van de (kopie) aktes van de Burgerlijke Stand van Schiedam rond de eeuwwisseling, waren de vermelde beroepen van Machiel Hendrik en Jan Hendrik en vooral de wisselingen daarin: 13-05-1897 04-03-1898 10-08-1898 19-05-1899 11-09-1900 24-06-1901 10-08-1901 08-01-1902 09-08-1902 17-11-1903 29-07-1905 17-07-1907 06-11-1908 06-02-1911
M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen M.H.Kranen
gistkoper
J.H.Kranen
kantoorbediende
gistkoper
J.H.Kranen J.H.Kranen
koopman kantoorbediende
zonder
J.H.Kranen
kantoorbediende
technicus
J.H.Kranen
kantoorbediende
zonder
J.H.Kranen
kantoorbediende
brander
J.H.Kranen J.H.Kranen
zonder zonder
kantoorbediende brander
J.H.Kranen
kantoorbediende
-
-
zonder
J.H.Kranen
zonder
zonder
J.H.Kranen
zonder
brander
J.H.Kranen
brander
brander
J.H.Kranen
brander
Hoe serieus moet men dit nemen? Een voorzichtige conclusie zou kunnen zijn dat de relatie tussen vader Matthijs en zijn zoons op z’n minst aan (sterke) wisselingen onderhevig was: ze konden niet met elkaar, althans niet lang, en toch ook niet zonder elkaar, althans tot begin 1912, toen ging men definitief uit elkaar. Na de liquidatie vertrekt Matthijs Kranen in april 1914 met Maria Luyendijk, zijn huishoudster, naar Rijsenburg (tegenwoordig Driebergen-Rijsenburg) waar zij zich vestigen in Huize Vrederust gelegen aan de Hoofdstraat 25340. Mogelijk dat ze in het rustige Rijsenburg het rumoer en de levendigheid van Schiedam missen, in ieder geval keren Matthijs en Maria Luyendijk in 1917 terug naar Schiedam waar ze het huis Tuinlaan 94 betrekken, waar Matthijs in 1921 zal overlijden. Wij moeten ons goed realiseren dat Matthijs Kranen door het rapport van zijn oudste zoon over de toekomst van de firma in een zeer lastige positie werd gemanoeuvreerd. Hij kon de argumenten van zijn zoon niet weerleggen en als hij op het belang van zijn zaak lette, moest hij overgaan tot
340
Thans nrs 79-81
genealogie craen-kranen
de oprichting van een gist-en spiritusfabriek. Maar daarmee zou hij zich wellicht onmogelijk hebben gemaakt binnen de Schiedamse Brandersbond, die niet overtuigd was van de noodzaak tot vernieuwingen van de bedrijfstak341. De Kranens hebben door hun huwelijken niet tot uitdrukking gebracht dat zij aansluiting zochten bij de plaatselijke branders families. Matthijs zelf had moeten trouwen met de RK dochter van een timmerman uit Steenderen die bovendien na slechts enkele huwelijksjaren in Sint Joris in Delft was opgesloten. Wij kunnen er zeker van zijn dat zijn gedwongen huwelijk en de opname van zijn vrouw in Sint Joris in het bekrompen en kleinsteedse Schiedam van de laatste helft van de 19e eeuw onderwerp van gesprek en roddel zijn geweest. Broer Michael was getrouwd met een Zeeuwse uit Biervliet die als huishoudster van Matthijs kennis had gekregen aan de familie Kranen. Ook dat zal in Schiedam tot vele roddels aanleiding hebben gegeven. Niet voor niets heeft tante Mien herhaaldelijk gezegd dat het Schiedam van haar jeugd, ze was in 1884 geboren, volledig dichtgeplakt was met jeneveretiketten. Matthijs Kranen kon dan wel lid geweest zijn van de Protestantenbond342en van de Gemeenteraad (zie hierna) en behoren tot de hoogst aangeslagenen in Schiedam voor de Grond- Personeel- en Patentbelasting343, hij is waarschijnlijk nooit aanvaard als behorend tot de branderselite. Uitbreiding van de gisthandel met eigen fabricage De bij de familiegegevens vermelde informatie over het tragische verloop van het huwelijk van Matthijs Kranen en Hendrika Reinira Hoegen in maart 1877 vinden in de zelfde tijd plaats wanneer Matthijs bezig is zijn eerste, nieuw gebouwde branderij te stichten aan de 's Gravenlandsche straat, later genoemd 'De Posthoorn'. Op 2 maart 1877 vraagt hij de nodige vergunningen aan die hem op 16 maart worden verleend. Op 28 maart d.o.v. koopt hij van Theodorus (Dirk) van den Burg, bouwman, een perceel weiland ter grootte van 420 m2, waarop gebouwd moet gaan worden. Op 13 juni 1877 wordt de Vereeniging van Gisthandelaren opgericht, waarvan zowel Matthijs als zijn moeder lid worden. In 1881 wordt er een stoomwerktuig van 2 PK in de hierboven genoemde branderij geplaatst. De zaken gaan kennelijk bijzonder goed, want in de volgende jaren doet Matthijs de volgende aankopen van onroerend goed:
in 1885 drie winkel-woonhuizen in de Hoogstraat, een woning aan het Broersveld en nog een branderij aan de Noordvestgracht, voor f. 30.000, in 1888 op een veiling in Musis Sacrum voor f. 3.645 van W.A.J. Wittkampf twee uitgebroken branderijen en een pakhuis aan de Westmolen-steeg/Elzensteeg, In 1892, weer op een veiling, nu in het Verkooplokaal aan de Korte Haven, 1½ branderij met inventaris, ingericht voor de fabricage van Weener Gist, en een perceel open grond aan de Noordvestsingel, voor f. 5.200, In 1893 van A.K.J. van der Drift , weer op een veiling in Musis, voor de som van f.13.705 een branderij met herenhuis aan de Vellevest, een branderij aan de Kethelstraat, beide met inventaris, en 4/26 aandeel in de stenen windmolen De Vrijheid, Eind 1899 voor f. 13.055 op een veiling in Musis, de Stoomkorenmolen De Draak met inventaris, kantoor met bovenwoning en een paardenstalling, een herenhuis aan de Kethelstraat/hoek Noordvest, een pakhuis aan de Kethelstraat, gelegen naast het herenhuis, en nog een paardenstalling aan de Noordvest. Eventueel is nog ter overname extra inventaris voor de genoemde panden ten bedrage van f. 2.213,50, In 1905 een pakhuis met erf aan de Noordvest voor f. 1.850.
Op 16 december 1907 wordt de firma M. Kranen omgezet in de N.V. Gistfabriek De Atlas, met een kapitaal van f. 100.000.344 Oprichters zijn behalve Matthijs, zijn beide in het bedrijf meewerkende zoons Machiel en Jan.
341
342 343 344
Kan het ook niet zo zijn dat Matthijs te weinig vertrouwen had in zijn beide zoons? Waren ze wel capabel een dergelijk bedrijf te leiden? Volgens Bernard Kranen hadden beiden een goedig karakter en waren ze geen van beiden doortastende ondernemers zoals ook blijkt uit het verdere verloop. De ledenlijst geeft aan dat de NH elite van Schiedam lid was In ieder geval in 1889, zie art. V.A.M. van der Burg over Bijvoegsel Ned. Staatscourant van 30-5-1889 Notaris W.A.van Dolder, akte nr. 2894
104
genealogie craen-kranen
Matthijs Kranen, Machiel Hendrik Kranen en Jan Hendrik Kranen richten de NV 'Gistfabriek de Atlas voorheen M. Kranen' op (art. 1)Zij heeft tot doel de uitoefening van de bedrijven van brander, distillateur, gistfabrikant, mouter en molenaar, en de daarmede in verband staande handel.(art.2) De NV is aangegaan voor de tijd van 30 jaar, te beginnen op 1 jan. 1908 (art.3) terwijl het kapitaal zal bestaan uit f. 100.000 (art.4) Door Matthijs wordt ingebracht: 1.
een branderij genaamde De Atlas met erf en open grond aan de Noordvestsingel nr.125, sectie H nr. 109 2. een branderij met erf en open grond aan de Noordvestsingel nr. 127, sectie H nr. 110 3. een branderij met erf en open grond aan de Noordvestsingel nr. 129, sectie H nr. 111 4. een branderij genaamd De Posthoorn, met erf en open grond aan de ’s-Gravelandsche straat nr. 2, sectie H nr. 117 5. een branderij en erf aan de Vellevest nr. 12, een branderij met gemeenschappelijke gang en erf aan de Kethelstraat nr. 15 en een herenhuis met erf aan de Vellevest nr. 14, alles staande en liggend bij elkaar, sectie A nrs 743,1032 en 1033, 732 ged. 6. een mouterij, een pakhuis, erven en open grond aan de Elzensteeg nrs 2 en 4, en een pakhuis met bovenwoning en een woonhuis en erven aan de Westmolenstraat nrs 8 en 10, sectie C nrs 1028,1048,1049,1050 7. een stoomkorenmolen genaamd De Draak, met machinekamer, ketelhuis, kantoor, stalling en erven aan de Noordvest nr. 42, sectie A nrs 972 en 998 8. een herenhuis met graanpakhuis, een pakhuis, kantoor, stal, erven en open grond, staande bij elkaar aan de Kethelstraat nrs 28 en 30 en de Noorvest nr. 131, sectie A nrs 1176/77/78 9. een pakhuis en erf met open grond aan de Noordvest nr. 127, sectie A nr. 1454 10. de bijbehorende machines, vaste en losse werktuigen en gereedschappen, benevens voorraden meel, gist, spoeling, grondstoffen en in bewerking zijnde fabricaten, a. het gedeponeerde handels- en fabrieksmerken: de Atlas345, voor gist, de Pakschuit, voor jenever en gedistilleerd. De waarde van deze inbreng zal in de eerste vergadering van aandeelhouders worden vastgesteld. Alle aandelen zijn geplaatst en worden op 31 dec. a.s. volgestort Als directeuren worden benoemd Matthijs en Machiel Hendrik. Jan Hendrik wordt tot commissaris benoemd. Matthijs krijgt de bevoegdheid een gemachtigde in zijn plaats aan te stellen. Van een eventueel te verdelen winstsaldo zal eerst 4 % worden uitgekeerd, daarna 10 % aan iedere aandeelhouder en commissaris, 20 % wordt toegevoegd aan de reserve, het overige aan de aandeelhouders.
Nog in 1910 wordt er bijgekocht, nu namens de NV, via een veiling in Musis van Mejuffrouw C.J.M. van der Burg, te weten in de Kethelstraat twee winkel-woonhuizen en een woonhuis voor een bedrag van in totaal f. 2.650
In de tussenliggende jaren zijn er regelmatig technische uitbreidingen met stoomwerktuigen voor de branderijen en gaskrachtmachines voor de gistpakkerij.
345
Op 6-5-1910 vond bij het Bureau voor de Industr. Eigendom de vernieuwde inschrijving van dit merk plaats
105
genealogie craen-kranen
106
Vóór het jaar 1900 leent Matthijs ten behoeve van zijn aankopen nog wel eens bedragen bij de bank, na dat jaar staat Matthijs af en toe borg voor collega branders zoals in 1900 voor Johannes Henricus Ris Kroon, of leent in 1904 geld uit aan bijvoorbeeld Jan Bijl, meester-timmerman, te Schiedam. Het was, om Bernard Kranen te citeren, 'een florissant bedrijf met ca. 80 man personeel'. Voor eigen vervoer van graan, gist en moutwijn, dat naar mouterijen, branderijen of de molen moest worden gebracht, beschikte men over vrachtwagens en een 10-tal paarden. Een paar maal per week werd er gist gebracht naar de ‘Engelse boot’ in Rotterdam. Op tentoonstellingen werden prijzen (medailles e.d.) gewonnen met de gistprodukten. Studie-en stage reis Machiel Hendrik Na enkele jaren in de firma Kranen gewerkt te hebben als ‘kantoorbediende’ is Machiel Hendrik, als de meest technische zoon, door Matthijs Kranen op een uitgebreide stage gestuurd naar verschillende landen van Europa. Hij moest zich op de hoogte stellen van de nieuwste methoden voor het kweken- en voor de microbiologische kwaliteitsbewaking van gist346. Hij heeft eerst een aantal maanden stage gelopen in München, waarschijnlijk bij de beroemde Spatenbrauerei. Daarna schijnt hij Pilzen in Bohemen bezocht te hebben om zich bij de brouwerij van Pilzner Urquell op de hoogte te stellen van de gang van zaken aldaar. Hij is van deze studiereis teruggekomen met een grote hoeveelheid nieuwe kennis. Daarna heeft hij, opnieuw enkele maanden, stage gelopen bij de befaamde Carlsberg brouwerij in Kopenhagen, toen het Mekka voor allen die wilden weten hoe gist op wetenschappelijk verantwoorde wijze gekweekt kon worden. Na zijn terugkeer, waarschijnlijk omstreeks 1891, vatte hij zijn werk voor de firma Kranen weer op, nu als expert voor het wetenschappelijk verantwoord kweken van gist. Er is uit deze tijd een foto van hem, gemaakt door de bekende Schiedamse fotograaf Van Diggelen in het bedrijfslaboratorium van de firma, waar hij duidelijk als baas op staat te midden van enkele laboranten voor een laboratoriumtafel met microscopen, bunsenbranders en reageerbuizen. Reclame De bewaard gebleven folder over de Atlasgist welke stamt uit het jaar 1898, laat zien dat Gistfabriek De Atlas v/h M. Kranen haar gist door heel Nederland347 verkocht en zelfs tot over de grens in Aken. Ik citeer uit deze folder de inleidende woorden: 'Zonder twijfel neemt onder de artikelen voor de Bakkerij de Gist eene voorname plaats in. Niet alleen voor het bereiden van brood, maar bovenal in de beschuitbakkerij is een gist van uitstekende hoedanigheid een eerste vereischte. Ten gevolge van de onderlinge wedijver in de Bakkerswereld en doordat de vorderingen der wetenschap hoe langer hoe meer aan de praktijk ten goede komen, zijn de Bakkers hoogere eischen gaan stellen aan hunne ingrediënten. Met dit alles hebben wij ook rekening moeten houden, en een 60-jarige ondervinding in 't gistvak, geholpen door de wetenschappelijke vooruitgang óók op ons gebied, hebben onze ATLASGIST tot een product van den eersten rang opgevoerd, waarvan verscheidene mannen van beteekenis getuigen en waarom wij onze ATLASGIST in de bizondere attentie van H.H. Bakkers aanbevelen' In de folder, waarvan u hiernaast de omslag ziet afgebeeld bevinden zich diverse loftuitingen van (bakker) afnemers over de geleverde Atlasgist en dan met name over de krachtige en regelmatige 346
347
Uit de monsterboekjes van de Ver.van Gisthandelaren blijkt dat er aan de zuiverheid van de gist in de jaren ’80 nogal eens wat ontbrak, ook bij de fa M.Kranen. Volgens de verhalen van Bernard Kranen blijkt dat opa Matthijs regelmatig bestaande of nieuwe klanten ging bezoeken, ook wat verder weg, dan nam hij als dat zo uitkwam zijn kleinzoons Matthijs en Bernard mee.
genealogie craen-kranen
werking, de kwaliteit, zuiverheid en rijskracht, en niet te vergeten de gunstige prijs. Twee voorbeelden: Mechelen, 13 Jan.1897 Mijnheer Kranen, Heel tevreden ben ik over de Atlasgist in plaats van de Weenergist, had ik ze maar vroeger gekend, Met achting, Weduwe Scheepers Amsterdam, 15 Febr.1893 Den Heer M. Kranen, Schiedam Na een jarenlange ondervinding van het gebruik uwer Gist kan ik constateren, dat de Atlasgist één der eerste soorten van Nederland is. Vooral wat hare zuiverheid, duur der werking, fijnheid van rijzing en concurrerende prijs betreft, vier eigenschappen die de verbruiker niet uit het oog mag verliezen, omdat zij zijne zaak ten goede komen, D. Schreuder, Luxe Bakkerij, Keizersgracht 709 Wat niet uit de folder blijkt is dat er ook export van gist naar Engeland, met de zogenaamde (Engelse) gistboot, plaats vond, zoals blijkt uit de zogenaamde Monsterverslagen van de Vereniging van Gisthandelaren348. De verwijdering in de familie en het einde van het bedrijf, een knipperlicht relatie tussen vader en zoons Wilhelmina Adriana van der Hoeven (Mien) heeft het einde van de firma Kranen van dichtbij had meegemaakt. Ze had een duidelijk oordeel over de liquidatie van het bedrijf: ‘Matthijs Kranen zou nooit tot opheffing hebben besloten als hij twee aardige schoondochters had gehad’. Deze uitspraak legt de verantwoordelijkheid voor de opheffing van de firma voor een groot deel bij de echtgenotes van Machiel Hendrik en Jan Hendrik Kranen. De visie van Bernard Kranen op het uit elkaar spatten van het familiebedrijf is de volgende: 'De verhouding tussen mijn grootvader met huishoudster werd slecht toen de schoondochters kritiek gingen uiten, dat is mede oorzaak geweest van het vertrek uit Schiedam van mijn ouders met hun kinderen.' De familieverhalen geven aan dat zowel Adriana Petronella van der Hoeven als Johanna Christina Rijnten bazige karaktereigenschappen hadden. Mogelijk hebben hun echtgenoten hen daarom wel gekozen? Zeker na hun vertrek uit Schiedam is gebleken dat de broers toegevende, meegaande karakters hadden, zeker niet opgewassen tegen vader Matthijs.
348
Zie daarvoor de inventaris van deze vereniging in het Gem. Archief van Schiedam.
107
genealogie craen-kranen
108
Slechte resultaten over 1911, toenemende concurrentie De bewaard gebleven balansen van de NV over de jaren 1908-1913 bieden enige informatie over het reilen en zeilen van het bedrijf. Op de stuk30000 ken van 1908 t/m 1911 staan nog de 20000 handtekeningen van vader Matthijs en zijn zoons. Begin januari 1912 10000 ontstaat de hierboven reeds gewinst 0 noemde breuk, want op 16 januari 1912 maakt Matthijs een nieuw tes-10000 tament. Daarin staat o.a. vermeld dat winst 1908 1909 de gangklok, een familie stuk, want 1910 1911 1912 1913 daarvoor eigendom van zijn ouders, aan neef Machiel Johannes Berck wordt toebedeeld. Een chiffonnière, thans in de woonkamer, nog steeds volgens het testament, gaat naar zijn huishoudster Maria Luyendijk. Dit heeft de schoondochters ongetwijfeld zeer gedaan, en dat was kennelijk ook de bedoeling. het verloop van de netto winst van 1908- 1913
Het saldo van de winst over het laatste jaar bedroeg nog f. 22.951.-- , ten opzichte van de andere jaren (gemiddeld f. 8.764) een mooie uitkomst. De andere grafiek toont de bijdrage van de diverse bedrijfsonderdelen aan het resultaat. Wat hierbij sterk opvalt, is dat de distilleerderij met als merk De Pakschuit, geen succes heeft gehad. Over deze zes jaar gemiddeld slechts f. 105, met een top in 1910 van f. 417. De ‘oude’ branderij werkzaamheden en de gisthandel deden het in deze jaren vrij goed: De branderij bracht gemiddeld f. 42.677 op (topjaar 1908 f. 157.730 !) en de gisthandel f. 12001 (topjaar 1912 met f. 15.572) het aandeel in de resultaten 1908- 1913
200000 150000 100000 50000 0 -50000 1908 b ra nd erij
1909
1910
gistha nd el
1911 molen
1912
1913
d estilleerd erij
Begin januari 1912 is de breuk dan een feit. In die zelfde maand, en nog een keer in oktober 1913, herroept en wijzigt hij zijn testament en regelt legaten ten behoeve van zijn huishoudster, Maria Luyendijk, zijn zuster Johanna, weduwe van Martinus Berck, neef Machiel Johannes Berck, thans nog boekhouder bij de NV, neef Willem Elisa Kranen en aan Frederik Meerhof, thans nog gistbaas bij de NV.
In de maanden november 1913 tot en met maart 1914 worden de branderijen, de handelsmerken, de woningen en wat dies meer zij verkocht aan Dirk Ris Ehzoon en Bernard Anton Jozef Wittkampf, branders te Schiedam, de Universeele Beleggingsbank te Amsterdam en aan Arie van Hattem, smid te Schiedam. De opbrengst bedroeg in totaal f. 78.205. Op 7 februari 1913 verleent Matthijs algehele procuratie aan Machiel Johannes Berck, boekhouder bij NV De Atlas. Gemeenteraad Over het lidmaatschap van de Gemeenteraad van Schiedam is de volgende informatie beschikbaar. Matthijs Kranen is er driemaal lid van geweest voor de Liberale Partij in de jaren 1893-1898, 18991904 en van 1905-1910. Vooralsnog zijn er gegevens bekend over het jaar 1899. De gang van zaken bij deze verkiezingen was als volgt: eerst de kandidaatsstelling, waarna er op 3 juli 1899 verkiezingen plaatsvonden in Kiesdistrict II voor 3 nieuwe leden van de Raad.
genealogie craen-kranen
Van de 631 geldige stembiljetten met 1724 geldige stemmen kreeg Matthijs Kranen er 291 (17%). Eén kandidaat kreeg 8 stemmen meer. Omdat er drie nieuwe gemeenteraadsleden moeten komen, dient er tussen de vijf kandidaten welke de meeste stemmen kregen een week later een herstemming te komen. Deze keer worden er 713 geldige stembiljetten met 1969 geldige stemmen uitgebracht, waarvan er 403 (20.5%) ten gunste van M.K. zijn uitgebracht. Deze keer heeft hij zelfs de meeste stemmen verzameld. Omdat Matthijs Kranen zijn benoeming aanvaardt, biedt hij op 7 augustus daar op volgend zijn geloofsbrieven, bestaande uit diverse verklaringen, en andere stukken betreffende het lidmaatschap van de Gemeenteraad aan B.& W. aan. Het verdere verloop Jan Hendrik liep aan de leiband van zijn vader. Daarnaast kwam Johanna Christina Rijnten klem te zitten in het gekonkel tussen haar autoritaire schoonvader en haar bazige schoonzuster. Daarbuiten blijven is voor haar zo goed als zeker niet mogelijk geweest. In het begin van 1909 kon zij blijkbaar de situatie in Schiedam niet langer aan en vertrok met haar drie zoons naar Zeist, terwijl haar man in Schiedam bleef. Een jaar later heeft er kennelijk een verzoening gevonden, want in februari 1910 keert zij terug naar Schiedam. Als omstreeks het jaar 1912 de familieruzie losbarst, zal zij maar één wens hebben gehad: weg uit Schiedam, en nu voorgoed. Mei 1912 is hij met zijn gezin naar Putten verhuisd. Daar zou hij volgens nog niet bevestigde geruchten een champignon kwekerij349hebben willen vestigen. Dit liep op niets uit of er is niets van gekomen. Uiteindelijk, via diverse (7) verhuizingen, (ná het vertrek uit Schiedam), kwam het gezin met dochter Marie Gertrude Christina, (Rie) in Hilversum op het adres Nassaulaan 31 terecht. Verhuizen was een dwang van Johanna Christina Rijnten, het begon al voor het tijdelijke vertrek naar Zeist in 1909. In 1907 werd er verhuisd van de Kethelstraat naar de Hoogstraat, wellicht de eerste ontvluchtingspoging, ze woonden immers wel erg dicht bij het hart van het bedrijf. Na terugkomst in Schiedam werd het de Liduinastraat en daarna nog de Damlaan. Voor de kinderen die dat bewust meemaakten, zoals Matthijs en Bernard, is die onrust voor hun schoolprestaties fnuikend geweest. Dit blijkt uit hun slechte resultaten op de middelbare school, ze hebben niet meer dan een paar klassen doorlopen. Matthijs (Thijs) ging al in augustus 1912 (tot februari 1913) als volontair bij de Gemeente Administratie van Putten werken. Daarna werd het Boekhandel-Uitgeverij Broese in Utrecht, het gezin woonde toen in De Bilt. Het eerste halfjaar van 1914 werd de Voorbereidingsklasse van de Zeevaartschool in Vlissingen gevolgd. Thijs wilde varen en naar Indië! Het is anders gelopen. Het uitbreken van de Grote Oorlog deed hem kiezen voor een militaire loopbaan van 4 jaar. Daarna vanaf 1919, tot zijn overlijden in 1953, heeft hij de Gemeente Zuilen gediend, waar hij opklom van volontair tot Hoofdcommies in de functie van Chef der afd. Financiën. Tijdens de lange ziekteperiodes van de Gemeente secretaris viel hij steeds in als loco. Bernard (Ben) ging in 1915 naar werk zoeken en vond dat begin 1916 bij de Secretarie van de Gemeente Zeist. Hij bleef ambtenaar zonder onderbreking tot zijn pensionering in 1964. Hij bereikte de rang van Directeur van Soc. Zaken van de Gemeente Bussum. Hendrik Reinier (Henk) volgde een opleiding van de PTT en vertrok ca. 1925 naar Ned. OostIndië en wel naar Timor (Koepang) voor zijn eerste standplaats. In de jaren ‘30 werd hij overgeplaatst naar Bandoeng (dir. Postkantoor). In 1942 werd het gezin, na de overrompeling door de Japanners, geïnterneerd, aanvankelijk bij elkaar als gezin, na ongeveer een jaar werd Henk echter in een mannenkamp geplaatst. In 1946 volgde repatriëring. Als gevolg van de beroerde voeding tijdens de internering was zijn gezichtsvermogen zodanig aangetast dat Henk afgekeurd werd.
349
Daarover is tot nu toe niets gevonden
109
genealogie craen-kranen
Maria Gertrude Christina (Rie) zou ten gevolge van een ernstige roodvonk aandoening een hersenbeschadiging350hebben opgedaan. Waarschijnlijker is echter dat ze iets meegekregen heeft van haar grootmoeder, Henrica Reinira Hoegen. Ze is altijd ietwat kinderlijk en onzelfstandig gebleven. Daar heeft ook de strenge en beschermende opvoeding door haar moeder mogelijk aan bijgedragen. Tot het overlijden van haar moeder in 1951 heeft ze thuis gewoond. Daarna logeerde ze periodiek bij haar broers en schoonzusters. Na verloop van tijd is er voor haar een zorgvuldig uitgekozen ‘dienst’ betrekking gevonden. Haar geestelijke toestand ging echter langzaam achteruit. Uiteindelijk is ze nog enkele jaren voor haar overlijden in 1969 opgenomen geweest in een Psychiatrische instelling. Het in zich zelf hardop praten was erg vermoeiend voor haar omgeving. Jan Hendrik schijnt verder maar weinig ambitie gehad te hebben iets nieuws te beginnen. Wellicht dat zijn slechte ogen hem ook belemmerd hebben een nieuwe start te maken. In de herinnering van zijn kleinkinderen leeft hij voort als een goedmoedig en teruggetrokken man, die graag puzzelde en patience speelde. Hij was gek op zijn kleinkinderen, die hij graag mee uit wandelen nam. Tot zijn overlijden in 1945 heeft hij geleefd van zijn kapitaal. (Dit wel tot ergernis van zijn vrouw) Machiel Hendrik heeft iets meer moeite gedaan om een nieuw bestaan op te bouwen. In Apeldoorn heeft hij in 1912 de Loo Garage (zie foto) opgericht, op het adres Langeweg 353. Hiervan is een foto bewaard gebleven. (zie hiernaast) Niet zo goed zichtbaar is dat er boven het woord Garage M.H. Kranen staat. Apeldoorn had in die tijd nog geen enkele stedelijke allure, was in feite nog een groot dorp en nog niet toe aan een garage. Het Gelderse auto avontuur heeft krap een jaar geduurd, want op 27-5-1913 verhuist het gezin van Apeldoorn naar Rijswijk. Machiel Hendrik wordt per 1-6-1913 bedrijfsleider van de in Rijswijk gevestigde Waschinrichting De Zwitsersche. Ook dit leidt niet tot een succes, want in het Bevolkingsregister van Rijswijk wordt later als zijn beroep rentenier vermeld. Het gezin verhuist mei 1916 naar Den Haag en woont tot februari 1919 in de Van Weede van Dijkveldstraat. Dan volgt de verhuizing naar Thomas Schwenckestraat 4. Dan is merkwaardig genoeg met ingang van september 1922 is het adres Langeweg 20 in Apeldoorn. Opnieuw na 9 jaar de Langeweg ! Vier jaar later, september 1926, vestigt het gezin zich opnieuw in Den Haag aan de Laan van Meerdervoort. Waarschijnlijk omstreeks 1916 associeert Machiel Hendrik zich met J. Heeneman en begint een handel in drijfriemen van leer en rubber en soortgelijke producten in Den Haag. Machiel Hendrik is eerst firmant en later stille vennoot. Ook deze poging leidde niet tot het verwachte resultaat. Uiteindelijk gaat ook Machiel leven van het kapitaal dat hij heeft geërfd. Overlijden Matthijs Kranen M.Kranen † Hedenmorgen is hier plotseling overleden de heer M. Kranen in den ouderdom van 76 jaren. De heer Kranen was een krachtige [persoonlijkheid], zoowel lichamelijk als geestelijk, die zich een positie door eigen kracht 350
Informatie Jan Kranen
110
genealogie craen-kranen
heeft verworven en tot de op den voorgrond tredende fabrikanten in de alcohol-industrie behoorde. Zijn fabriek beantwoordde aan de beste eischen. Een reeks van jaren, een korten tijd slechts onderbroken, was hij lid van den gemeenteraad, en hoewel maar zelden en dan nog kort het woord voerende, had hij het gehoor zijner medeleden, die hem waardeerden als een bekwaam en ernstig man. In 1910 heeft hij zich bij de algemeene verkiezingen uit het openbare leven voorgoed teruggetrokken. In de oorlogsjaren trok hij zich ook uit de zaken terug. Gisteren is de heer Kranen, die bijna nooit over eenige ongesteldheid te klagen heeft gehad, nog met zijn huishoudster naar Rotterdam geweest. Vanmorgen om half zeven, het uur waarop hij steeds gewekt moest worden, vond men hem dood op bed. In den slaap schijnt hij het leven verlaten te hebben. [Schiedamsche Courant d.d. 20 mei 1921]
111
genealogie craen-kranen
112
Ook Maria Luyendijk zette een advertentie voor haar ‘mijnheer’ De nalatenschap Op 6 februari 1922 passeert Notaris W.A.van Dolder de akte van scheiding i.v.m. het overlijden van Mattijs Kranen. Verschenen zijn Machiel Hendrik Kranen, koopman, wonende aan de Thomas Schwenckestraat 4 te Den Haag en Jan Hendrik Kranen, zonder beroep, wonende aan de Stadhouderslaan 14 te Hilversum. M.H. is tevens curator over zijn moeder Hendrika Reinira Hoegen, die nog steeds verpleegd wordt in het St.Joris Gasthuis te Delft, terwijl J.H. toeziend curator over zijn moeder is. Tot de nalatenschap behoren: lett. omschrijving waarde in f. a effecten met een waarde van 181.963 b huisraad, kleren, goud-en zilverwerk, na aftrek van de gelegateerde goe1.803 deren en de publiek verkochte goederen c het herenhuis aan de Tuinlaan nr. 44, sectie L nr.415 (koop 27-3-1917) 10.000 d een woonhuis met erf aan de Singel nr. 56, sectie I nr.1055 (koop 6-2-1872) 7.500 e een pakhuis met bovenwoning en een woonhuis met erven aan de West6.500 Molenstr. 8 en 10,sectie C nrs 1049 en 1050 (koop 13-2-1886) f renteloze vordering op J.H.Kranen 3.200 g vordering met hyp. op Wouter Jan van Dijk te Schiedam /1-11-1920 1.567 h idem op Petronella Hermina Luyendijk te Maassluis /1-11-1920 1.870 i idem op Jan Bijl te Schiedam / 14-07-1904 13.600 j idem op Leonardus Heijster te Schiedam /16-1-1920 2.204 k idem op Jacobus W.A.van Alphen te Schiedam / 14-3-1919 8.524 l idem op Maarten Broers te Breezand-Anna Paulowna / 13-12-1918 2.505 m idem op Pieter Krommenhoek te Schiedam / 15-3-1918 11.262 n idem op de Gebrs Bijlo te Schiedam / 30-5-1920 4.724 o idem op Pieter Bijl te Schiedam / 19-3-1917 3.244 p idem op Willem Elisa Berck te Schiedam / 1-7-1904 3.500 q idem op Jacob Kool te Schiedam/19-11-1913 704 r voorgeschoten t.l.v. wegens verpleegkosten 3e en 4e kwart. 1921 tbv de we855 duwe Kranen-Hoegen, curatelestelling en beheerskosten s idem wegens begrafeniskosten f. 529 en de lijkkist ad f. 120 (timmerman P. 649 Bijl) t aankoop inschr. 3 % Grootboek f.23.100 (t.b.v. levenslange uitk.) 14.784 u legaat Maria Luyendijk 17 weken x f.10 170 v salaris F.Meerhof 30 weken x f. 10 300 w successierechten 7.800 x legaten : huishoudster f.1000,weduwe Berck f.5000, M.J.Berck f.5000, 11.500 F.Meerhof f.500 : y aan meubelen 340
genealogie craen-kranen
z aa bb
loon executeur-testamentair diverse voorschotten t.l.v. M.H. en J.H.Kranen
contanten en goudgeld totaal aan baten cc. diverse lasten waarde gemeenschappelijke boedel
113
521 3.127 3.882 308.599 2.347 306.252
waarvan de helft toekomt aan de weduwe = f. 153.126 en de andere helft de aan de beide zoons, zodat ieder van hen (op dit moment) toevalt f. 76.563 Volgens het International Institute of Social History heeft een gulden in het jaar 1921 een koopkracht van f. 12,65 of € 5,74 in 2010. De (koopkracht) waarde van de boedel bedraagt dus in 2010 f. 3.875.170 of € 1.758.475 !
genealogie craen-kranen
BIJLAGE 2: Genealogie familie Lockerman(s) in Roermond 351
Waarom een Genealogie Lockermans ? Het antwoord op deze vraag vinden we in het grote belang dat deze familie gehad heeft voor mijn voorouders, in de korte tijd dat ze in Roermond woonden en leefden en ook nog na hun overlijden. Dan denken we aan de zorgen die Gillis Lockermans en zijn vrouw Odilia van Asselt, alias Schotten, erbij kregen, na het overlijden van hun schoonzoon Johannes Craen en hun dochter Catharina. Zij waren het die een deel van de verzorging van hun nagelaten kinderen erbij kregen, terwijl ze zelf nog een paar kinderen thuis hadden wonen. Er zijn pogingen geweest de zus van Johannes, Petronella, en haar man Antonie Pelgrom, Raadsverwant in Venlo, bij de opvoeding van de nog jonge wezen te betrekken. Mogelijk dat alleen Johannes in Venlo is terechtgekomen. Zeker is dit (nog) niet, maar de admissie van Johannes tot het Notarisambt in 1682 zou in die richting kunnen wijzen. Daarnaast is Gillis Lockermans een interessant figuur. Hij was huurvaarder en vervolgens herbergier in de Brugstraat en als zodanig betrokken bij een paar interessante processen. 4581 1570 maart 13 Jelis Kremer, waard in den Ancker, en Elysabeth, echtelieden, zijn schuldig uit 3 ½ staal land buiten het Zwartbroek, tussen Tijss Severijns en ander erf van Jelis, naast land van Reiner van Hamech en Hein Stijns, idem uit 1 staal buiten Zwartbroek tussen Otto den Porter en Linss Vleysheuwer, 1 malder rogge ‘s jaars aan Peter van Gangelt en Marrie, echtelieden, losbaar met 21 daalders à 30 st. brab. I. AEGIDIUS (JELIS) LOCKERMAN, geboren ca 1535, was gehuwd met Elisabeth (Lyske). Op 25-7-1559 verkopen Jelis Lockerman en Lyske, zijn echtgenote onroerend goed, VOLG II, kinderen uit dit huwelijk: 1. Theodorus (Dirck) 2. Lysbeth In het archief van de Schepenbank Vlodrop-Posterholt352bevindt zich een proces gevoerd rond de jaren 1607-1616 door Johan de Laet, Niclaes Pouwels/Paulschen en Willem van Hingen, burgers van Roermond, en voogden van de kinderen van wijlen Dirck Lockermans tegen Lodewijck Pijlandt. Dirck en zijn vrouw Lysbeth waren in het bezit van een hof onder Posterholt, in het proces genoemd naar de grootmoeder van Lysbeth: Lodewick Pijlants Hof of ook wel Cuperkens Hof, naar de in 1559? overleden Cuperken. Lodewick Pijlandt was getrouwd met de moeder van Lysbeth, in de stukken ook genoemd Elisabeth in den (Inghen) Ancker. Uit de ‘Eysch ende Conclusie’: ‘Eerstelick waer dat der gedaechde mit wijlen Elisabeth Lockermans, bestemoeder353 van de voorscreven
351
352 353
Alle gegevens zijn afkomstig uit het Gemeente Archief Roermond, nader te preciseren tot de DTB bescheiden en het Archief van het Hoofdgerecht. In RAL, toegang nr. 01.024A, inv.nr. 18 Grootmoeder
114
genealogie craen-kranen
weeskinderen gehijlickt is gewesen, Ten 2den waer dat op de voerscr. eheluyden geduyrende deselve ehe gedemoluiert, ende verfallen, ende sunsten sy luyden aen sich geworven hebben eenen seeckeren bouwhoff onder desen Gericht Postart gelegen, genoemt Cuyperkens goet, Ten 3den waer dat den gedaechde vande voerscr. erff- ende stockgoet voer die eyne helfte, alleyn die tochte is competerende, ende den voerscr. weeskinderen als naeste erffgenaemen vande voerscr. Elisabeth wesende van derselver sohn, Derick Lockermans saliger geprocreert, die andere helfte eygendomblick is toebehoirende, Ten 4den waer, dat des niet tegenstaende der gedaechde hem heeft vervoirdert eyne merckelicke quantiteyt van eycken ende andere bomen354 op den voerscr. bouwhoff staende355, aff te houwen, te verkopen ende te verbringen, ende daermede het voerscr. goet grotelicken verergert ende vernielt heeft, Ten 5den waer dat der gedaechde in maeten voerscr. het voirengemelte goet misbruyckende, nae rechten sijne tocht daervan verbruyckt ende verbeurt heeft, Ten 6den waer dat der gedaechde hem heeft vervordert etlich silvere werck, bedden, neffens verscheyden ander vaerende erftael, den voorscr. weeskinderen toestendich, eygendomblich te verkopen, ende te verbringen, tot groten naedeel derselver weeskinderen, daervan hier naemaels specificatie overgegeven sal werden,’
II. THEODORUS (DIRCK) LOCKERMANS Geb. ca 1575, tr. ca 1595 Isabella(Beelken) Pauwelsen, dochter van Paulus Stoffer Pauwelsen, overleden ca. 1609. Isabella Lockermans was op 18-2-1607 meter bij de doop van Anna Horens. Beel Pouwelsen is op 17-12-1631 getuige bij de doop van Martinus Stams, zoon van Cornelius Stams en Mettildis Lockermans kinderen uit dit huwelijk: 1. Aegidius (GILLIS), doop 23-5-1597. get. Jaeck Rossen en Maria Stoffers. Overleden dec.1673, VOLG Ill, 3. Paulus, doop 30-9-1598, get. Joannes Claessen en Margaretha Meyseborch, 4. Christoforus (Stoffer)356, doop 29-2-1600, get. Jacobus van Ercklant en Margaretha Bemer. Overleden tussen mei en december 1632. Tr. ca 1622 Agnes van Susteren, doop 13-8-1600, overleden dec.1670. kinderen uit dit huwelijk: a. Theodorus, doop 1-4-1623, get. Wilhelmus ab Hingen en Catharina Poulsen b. Catharina. doop 11-1-1625, get.Henr.van Wassenberch en Adriana van Susteren c. Christina, doop 15-4-1626, get. Jan van Assel en Margaretha Pauwelssen d. Theodorus, doop 16-10-1627, get. Egidius Lockermans en Maria Pauwelsen e. Joannes, doop 16-3-1630, get. Christophorus van Ercklant en Anna Vogels f. Mechtildis. doop 12-1-1631, get. Gerardus Nijssen en Elisabeth Heijnnes 5. Mettel, doop 12-2-1602, get. Gelys Neven en Elisabeth Inden Ancker, tr. 6-2-1631 Cornelis Stams. Getuigen bij dit huwelijk waren Theodorus van Lin en Matthias Stams. Mechtildis blijkt in 1641 gehuwd te zijn met Goort van Swamen ??? 6. Theodora, doop 13-4-1603, get. Andreas Cannegieter en Maria Rossems. tr. Goort van Swamen na jan.1626 (zie Overdracht IV folio 166/167) III. AEGIDIUS (GILIS), doop 23-5-1597, get. Jaeck Rossen en Maria Stoffers, overleden dec.1673. Gillis is op 25-11-1632 getuige bij de doop van Barbara Stams, geboren uit het huwelijk van Cornelius Stams en Mettildis Lockermans. 354 355 356
Volgens een ander stuk ‘meer als 500 gulden brabants werdich’ In het Feerbroek gelegen In een overdracht d.d. 16-2-1623 Stoffer genoemd
115
genealogie craen-kranen
Op 9-3-1642 is hij getuige bij de doop van Cornelia van Dijck, dochter van Bartholomeus van Dijck (Licentiaat) en Joanna Poulsen (ook geschreven als Paulussen of Pauwelsen), familie van zijn moeder Isabella Pauwelsen. tr. (I) ca 1625 Ida van Swamen357, doop ……………. overleden ca 1635. Dochter van Jan van Swamen en zuster van o.m. Derick en Goort van Swamen kinderen uit dit huwelijk : 1. Theodorus, doop 6-9-1626, get. Joannes van Swamen en Beel (Isabella) Pauwelsen 2. Anna, doop 19-1-1628, get. Johannes van Oest en Agnes van Susteren. 3. Catharina, doop 1-9-1630, get. Aret Schoncken en Maria Pauli. tr. 2-11-1652 Johannes Craen. begr. 10-4-1666, getuigen bij huwelijk Henricus BijI en Isabella Dijck. 4. Anna, doop 21-7-1632, get. Cornelys Daems en Wendel van Oost tr. (2) op 23-4-1636 Odilla van Asselt, alias Schot(ten), get. bij huwelijk : Theodorus van Lin en Johanna Claessen, overl. nov/dec.1677. Odilia is op 5-6-1647 getuige bij de doop van Tilman van Wessem, zoon van Petrus van Wessem en Catharina Tielen, ook genoemd Van Asselt. Deze Petrus van Wessem was eerder gehuwd geweest met Maria Schot, alias Van Asselt . kinderen uit dit huwelijk : 1. Theodorus, doop 23-2-1637, get. Laurentius Proestinck en Catharina van Hingelen, w.s. overleden voor 23-2-1638 2. Theodorus, doop 23-2-1638, get. Goort van Swalmen en Elisabeth Schotten. w.s. overleden voor 2-7-1643 3. Elisabeth Lockermans, doop 28-5-1641, get. Arnoldus Baes en Elisabeth Spee, tr. ca 1665358 Joannes Ooms, kinderen uit dit huwelijk : Helena Ooms, doop 11-4-1666, get. Everardus Linteloo, Joannes Arensberch en Odilia van Asselt Maria Elisabeth Ooms, doop 12-9-1667, get. Petrus van Wessem, burgemeester, Gertrudis Schutt (!) en Catharina Lockermans359 Isabella Ooms, doop 25-7-1671, get. Hubertus Jansen en Maria Vinderschoet 4.
Theodorus (Derick), doop 2-7-1643, get. Peter Bosman en Maria Fijten ook geen huwelijk gevonden. Is mogelijk thuis blijven wonen360. Derick treedt diverse malen op o.a. in de nalatenschap van Joannes Craen, en in civiele processen 5. Isabella Lockermans, doop 27-9-1648, get. Christoffel van Lin en Isabella ingen Ancker, tr. 29-11675 Gerardus Jacobus Buggenum, get. Theodorus Lockermans en Catharina Lockermans (broer en zus). Isabella was op 17-2-1688 getuige bij de doop van Isabella Aelbouts, dochter van Johannes Jacobusz Aelbouts en Gertrudis Quiten kinderen uit dit huwelijk: Joannes Franciscus Buggenum, doop 2-1-1676, get. Joannes Buggenum en Odilia van Asselt, alias Schot Henrica Odilia Buggenum, doop 18-3-1679, get. Theodorus Lockermans en Maria van Buggenum Egedius Ignatius Buggenum, doop 16-9-1680, get. Hubertus Janssen en Barbara Buggenum door Catharina Lockermans 6. Catharina Lockermans, doop 17-4-1645, get. Joannes Rijcken en Catharina Tielen, w.s. niet gehuwd of jong overleden.
Asselt ? Mogelijk dat de relatie met de halfman in Asselt, Geurdt Quiten, met deze dames te maken heeft 358 het huwelijksregister is over de periode tussen feb.1660 en mei 1666 niet bewaard gebleven 359 Deze Catharina is de dochter van Christoforus L. en Agnes van Susteren 360 zie : Overzicht Roermond 1672 en 1673
116
genealogie craen-kranen
++++++++++++++++++++++++++ Dan zijn er nog te plaatsen : (Mogelijk nakomelingen van Dirck Lockermans) Henricus Lockermans : was gehuwd met Cornelia Sporen. kind uit dit huwelijk : Maria Lockermans, doop 13-5-1629, get. Laurentius Molitor en Anna van Parle Joannes Lockermans, was gehuwd met Elisabeth Stormers van Maasbracht. kind uit dit huwelijk : Engel Lockermans, doop 13-1-1631, get. Paulus Lindeman en Cornelia Franssen Petrus Lockermans, doop niet gevonden, was gehuwd met Margaretha Haymeeckers Agnes Lockermans was gehuwd met Rijk van Asselt, alias Schotten. Rijk is in 1655 overleden kinderen uit dit huwelijk : Petronella en Agnes van Asselt. In 1655 is Agnes meerderjarig en Petronella minderjarig. Opm. In het Overluyden register zijn tot ca 1666 geen overleden leden van de familie Lockermans te vinden.
117
genealogie craen-kranen
BIJLAGE 3: Genealogie PELGROM 1. Vermeldingen Jacob Pelgrom gedurende 16e eeuw t.w. 1533,1535 en 1538, in de schatboeken van Venlo. Waarschijnlijk is Merten zijn zoon 2. Hendrick Pelgrums361, Raedtsverwant (1585) 3. Vermeldingen Merten Pelgrom (I) gedurende 16e eeuw t.w. 1574, 1580 en 1596, (blijkt op 19-7-1628362 overleden ?) Gehuwd met ………………, kinderen uit dit huwelijk : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Merten, VOLG 4 Gisbert, geb. ca 1580, leerling Stadsschool 1587-1590 Jacob, geb. ca. 1580, leerling Stadsschool 1587 en 1588, overleden vóór 19-7-1628 Lisbeth Mathias, VOLG 5 Zeger Petrus Alitgen, geb. ca. 1575, was gehuwd met Hendrik van Dalen (overl.voor 1609) te Roermond363
4. Merten Pelgrom (II), overleden vóór juli 1633, was gehuwd met Maria Daemen (Daems, Adams) Merten werd in dec.1624364, samen met Vijt Noithen, benoemd tot voogd over de kinderen van Henrick Bijl in verband met de financiele problemen in het gezin Bijl. Merten (II), vaak genoemd Pelgrom Mertens, had de volgende kinderen365 : 1. Adamus (Daem) doop 31-3-1616, zoon van Merten Pelgrom en Maria Adams/Daemen/Daems, get. Henricus Adam en Antonius Joannis (Janssen) 2. Agnes, doop 4-1-1619, do van Merten Pelgrom (II) en Maria Daems, get. Segerus van Saelinge en Anna van Lith 3. Maria, doop 3-10-1621, get. Jacobus Culits en Aleida Pelgroms
5.
361 362 363 364 365
Schepenbank (SB) Venlo, inv.nr. 2714 SB Venlo, inv. nr. 2713 Hoofdgerecht Roermond, inv.nr.111, mproces 248 zie hiervoor SB inv.nr. 2713 idem
118
genealogie craen-kranen
Mathias Pelgrom, geb. ca 1595, overl. voor september 1641 (zie hieronder), tr. 15-7-1617 Anna van Lith, get. Anthonis van Lith366, zijn schoonvader, en Martin Pelgrom. Mathias was rentmeester van de stad Venlo te Keulen. Op 14 oktober 1634 kopen Matthias en Anna een jaarlijkse erfrente van 10 gulden op een huis aan de Laarpoort van de weduwe van Leonard Kistemaker, Met van Tegelen. In de jaren 1632-1635 levert Matthis Pelgrom, koopman, wijn aan de stad Venlo tot een bedrag van 1773 gulden. En op 25 oktober 1638 verkoopt de Magistraat van Venlo aan Matthijs en Anna een jaarlijkse erfrente van 85 gulden wegens door hem geleverde wijnen. Uit een transfix d.d. 24 september 1641 blijkt deze rente door de weuwe overgedragen te zijn aan Gerard Graven, president der Rekenkamer te Roermond. Kinderen uit dit huwelijk : 1. Gisbertus Pelgrom, doop 23-8-1617, get. Conradus Deucker en Aleidis van Lith, tr. 13-9-1637 Maria van Lom, gedoopt 9-2-1617, do van Seger van Lom en Anna de Puth, huw. get. Mathias Pelgrom en Peter de Cock367 : contraxerunt matrimonium in tertio gradus consanguinitatis vigore dispensationis applici concesse per diminentissimum Dominus Martiny Sancta Ecclesia Romana Cardinalen quam vidit et approbavit Renus Dominus Jacobus a Castro ut ex litteris eius missis et servatis omnibus semper constare peterit coram me Dominus Cornelio Poirters Pastore Venlo mensi et testibus Matthias Pelgrom et Petro de Cock (hebben een huwelijk gesloten in de 3e graad368 van de bloedverwantschap krachtens dispensatie toegevoegd per verlofbrief van de heer Martiny Kardinaal [van de] Heilige Roomse Kerk en eveneens van de heer Jacobus a Castro369 gezien zijn brief etc. ). Controleur van de Stadswaag in 1679 (Verzijl : Het Geslacht Van Lom) Overleden op 5-2-1689. In 1677 verklaart hij dat inkwartiering in het huis dat hij van zijn vrouw Maria van Lom zaliger in vruchtgebruik heeft, aanzienlijke schade aan de woning en stallen heeft veroorzaakt.370 Kinderen uit dit huwelijk371 : 1. Zegerus, doop 25-3-1638, get. Mathias Pelgrom en Anna, weduwe van Zeger Pelgrom, jong overleden 2. Apolonia Maria, doop 22-3-1639, get. Petrus Pelgrom (?) en Anna van Lom, weduwe Krants(?), jong overleden 3. Zegerus, doop 23-11-1640, get. Hermanus de Bie en Elisabetha van Lom per filiam Anna van Lom, jong overleden 4. Maria Margareta, doop 21-10-1642, get. Johannes Boerman, senator, en Maria van Gasselt 5. Mathias, doop 20-4-1644, get. Johannes Warms, Hermanus de Bie, Maria Maeliom en Elisabetha van Lom, overl. Makassar372 (NOI) ca 1678 6. Apollonia, doop 11-12-1645, get. Nicolai van Lom en onleesbaar, jong overleden 7. Antonius, doop 4-3-1648, get. Antonius Pelgrom en Elisabeth van Lom, jong overleden 8. Apolonia, doop 17-12-1649, get. Hermanus de Bie loco Martinus inde Betouw en Adriana van Assel loco Agneta Backhuysen, tr. Nicolaes Bussche, wonen in 1679 in Dordrecht. 9. Segerius, doop 29-11-1651, get. Henricus van Afferden en Anna van Lom genaempt Warms (?), jong overleden
366 367 368 369 370 371
372
een zuster van Anthonis, met name Elisabeth was gehuwd met Matthijs de Put (zie Schepenbank 150/2728) de koster neef en nicht bisschop van Roermond Stadsarchief Venlo, inv.nr, 1426, port.351 in 1679, volgens SB Venlo, inv.nr. 2903, zijn nog in leven Marie Margriet, Apolonia, Cunera, Anna Maria en Segerus zie hiervoor SB Venlo, inv.nr. 2903
119
genealogie craen-kranen
10. Segerius, doop 22-8-1653, get. Henricus inde Betouw en Cunera inde Betouw 11. Cunera, doop 19-4-1656, get. Antonius Pelgrom en Maria Anna Hagendoren namens Maria vanden Put 12. Anna Maria, doop 3-7-1659, get. Godefridus Ronden en Petronella Craen. In 1687 dient Anna Maria Pelgrom een rekest in door bemiddeling van Johan Craen ten einde een deel van haar erfenis in handen te krijgen. 2. Anna, doop 15-12-1619, get. Mattias de Putt en Aleida Pelgrom, tr. 28-11-1637 Johannes ingen Reij(p)ken(s)373, get. N. Liefkens en Peter de Cock multi alliis (met vele anderen). Overleden voor okt.1663. Volgens het verzoek van Anthoni Pelgrom betreffende de voogdij over de onmondige kinderen van Johannes Craen en Catharina Lockermans, zijn in dec. 1667 beiden overleden. Anthoni verklaart daarin o.m. dat hij voogd is over de kinderen Reipkens. 3. Jacobus, doop ..........……, tr. ca 1638 met Alitgen Huijssen, get. Petrus de Cock. Alitgen is eerder gehuwd geweest met Wolther Bijll. Uit dit huwelijk is geboren Hendrick Bijll) en Mol waaruit Henrisken werd geboren die op haar beurt trouwde met Matthijs Boers. Op de naamlijst van Gerefomeerden en apostaten uit ca 1670 staat vermeld : 'Weduwe Jacob Pelgrom met kinderen genaemt Huijssen'374 kinderen uit dit huwelijk :
4. 5.
6. 7. 8.
9.
373 374 375
1. Margaretha (moeder Aleydis), doop 18-9-1639, get. Mattias Pelgrom en Mechtildis Henrici, w.s. jong overleden 2. Jacobus, doop 17-2-1641, get. Jacobus Coninx, Petrus Vollijn (?), Mechtildis Henrici 3. Aleidis (Aeltje), doop 25-3-1642, get. Laurents Hacken, Margaretha Arssen, Maria Pelgrom, tr. ....... Jelis Faessen, kind uit dit huwelijk : Christiaen Faessen 4. Henricus (Hendrik), (moeder Aleydis Smytsen), doop 3-5-1644, get. Bartholomeus Nooten en Maria van Arssen, koopman, tr. Hendersken Berghmans (in ieder geval overlijdt er een vrouw van Hendrik in de maand maart 1685, zie 150/3018). Hendrik was koopman. Er zijn veel proces stukken met betrekking tot zijn activiteiten in het Schepenbankarchief bewaard gebleven. In een naamlijst van Gereformeerden en apostaten binnen Venlo uit ca.1670 staat o.m.vermeld 'Hendrik Pelgrom met vrouw en kinderen'375 5. Margaretha (Margriet), doop 5-7-1647, get. Christiaan Golt en onleesbaar, tr. ........ met Peter Pariens 6. Jacobus(moeder Aleidis ab Huetsen), doop 4-7-1649, get. Aleidis Everarts en Gerardus Raij. 7. Elisabeth, doop 11-12-1650, get. Gisbertus Pelgrom en Johanna Kuenen, Antonius, doop 22-2-1622, get. Segerus van Lin en Maria van Puth, overl. voor 25-8-1623 Anthonius, doop 25-8-1623, get. Jacob van Belfelt en Margaretha Munneers, begr. 12-3-1699, tr. 1-2-1657 Petronella Craen (van Grave), met vrijstelling van de 3 afkondigingen get. Gijsbertus Pelgrom en Petrus Quirijns, begr. 5-3-1684, VOLG 6 Angneta, doop 22-3-1626, get. Andreas Brouwers vande Forst en Maria van Lyt Joannes, doop 18-2-1629, get. Alardus van Clingelborch en Constantia Bijll, blijkt in 1650 kloosterbroeder te zijn (Schepenbank Horst, folio 59) Martinus, doop 29-2-1632, get. Jacop op Musemeulen en Anna Schinck, in 1650 in het klooster Maria Water, zie ook OAV 339, waar blijkt dat er een bedrag wordt vrijgemaakt t.b.v. zijn promotie en uytsettinge Matthias, doop 7-3-1635, get. Henricus ingen Hues en Antonetta Ruys
in acte d.d. apr.1650 (Horst) Jan Reijpken genoemd port.366 port.366
120
genealogie craen-kranen
6. Anthonius Pelgrom, doop 25-8-1623, get. Jacob van Belfelt en Margaretha Mummers, begr. 12-3-1699, tr. 1-2-1657 Petronella Craen (van Grave), met vrijstelling van de 3 afkondigingen get. Gijsbertus Pelgrom en Petrus Quirijns, begr. 5-3-1684. Volgens het 'Huldeblijk' t.b.v. J.J.M.Verzijl staat op blz. 119 dat Anthonius in 1674 (tijdelijk) naar Horst vertrekt, met behoud van zijn burgerschap van Venlo. Kinderen uit dit huwelijk : 1. Odilia, doop 28-11-1657, get. Hans Craen burger van Grave namens Gisbertus Pelgrom en Anna van Lith, weduwe van Matthijs Pelgrom-scilicet susceptores baptismi conditionalis (letterlijk : namelijk doopgetuigen doop voorwaarden ??), tr. (2?) 17-4-1703 Wilhelmus Christophorus Hacken, get. Henricus van Darth en secr.civitatis Martin Clousen 2. Mathias, doop 13-3-1659, get. per Anna van Lit en Gijsbertus Pelgrom 3. Anna Maria, doop 2-1-1661, get. Johannes Reijpkens per Gisbertus Pelgrom en Margaretha van Munster, tr. (I) 20-1-1688 Martin Clousen, get. Joannes Craenen en de koster, tr. (II) 17-6-1692 met Petrus Ruters, get. Gerard Beeckman en Egbert Claessens 4. Theodora, doop 25-8-1663, get. Johannes Craenen en Maria van Lom en Anna vanden Post, tr. 6-2-1698 met Joannes Adrianus van Toll, get. Willem Coels en Odilia Pelgrom
121
genealogie craen-kranen
122
BIJLAGE 4: Gezinsomvang, huwelijksleeftijd en leeftijd van overlijden in de familie Kranen naam
aantal kinderen
aantal † aantal † † ge- huw. < 10 jr. < 18 jr. boren leeftijd
idem partner
leeftijd overl.
Hans (I)
4
?
?
?
?
?
?
idem partner ?
Hans (II)
1
?
?
?
?
?
?
?
Hans (III)
4
2
-
-
21
ca 20
66
ca 60
Johannes
8
6
-
-
25
22
38
36
Johannes Jacobus
6
1
-
-
19
ca 20
39
ca 50
Johannes idem 2e huw. Michael idem 2e huw. Johannes Matthias
7 1
5 -
-
1 -
23 38
30 ?
62 62
45 ?
2 4
1 -
-
-
33 45
? 34
57 67
? 69
2
-
-
-
36
36
40
93
Michiel
7
3
-
-
26
27
40
93
Matthijs
6
4
-
2
23
28
76
85
Jan Hen- 2 drik
-
-
-
26
21
74
75
Matthijs
2
-
-
-
24
24
55
76
Dirk
4
-
-
-
27
22
genealogie craen-kranen
123
BIJLAGE 5: De pers over Matthijs Kranen en het bedrijf
Schiedamsche Courant van 10 juli 1902 Schiedamsche Courant van 22 aug. 1903
Schiedamsche Courant van 13 jan. 1904
genealogie craen-kranen
Het sociaal-democratisch weekblad De Moker De Moker van 9 sept. 1905
124
genealogie craen-kranen
De Moker van 12 sept. 1908
125
genealogie craen-kranen
126
De Schiedamsche Courant op 29 mei 1906
genealogie craen-kranen
De Moker van 31 juli 1909
127
genealogie craen-kranen
128
INDEX
A A.K.J.van der Drift 104 Aalten 88 Aasdomsversterfrecht 79 Abbenbroek 99 ABDIS ZEVELL 71 Adam Haps 40, 47 Adolf Helfer 8 Adolph Kropmans 81 Adriana Maria Kraane 90 Adriana Petronella van der Hoeven 83, 89, 100, 104 Adriana van Susteren 114 Adrianus Poort 80 Aegidius Stravius 51 Aert Cluijt 24 Agnes van Assel 35 Agnes van Asselt 116 Agnes van Susteren 114, 115 Aken 106 Alegonda Johanna Doncker 23 Aleidis Everarts 119 Alitgen Buntgens 39 Alitgen Huijssen 119 Allegonda Johanna Doncker 24 Amersfoort 85 Amptman 24 Ampts Kessel 45 Amsterdam 16 Andrea van der Leeck 74 Andreas Cannegieter 114 Andreas Cranen 74 Andreas Exters 73 Andreas van der Leeck 74 Angela Cremers 30 Anna 41, 42 Anna Cath.Craenen 74 Anna Craen 16, 17, 26 Anna Cuypers 41, 42 Anna de Quay 26 Anna E.Hoogstraten 74 Anna Gonaun 30, 40 Anna Horens 114 Anna Ida Craen 34 Anna Kistemaeckers 34 Anna Maria Mols 77 Anna Maria Pelgrom 44 Anna Maria van der Hout 90 Anna Pauwels 52 Anna Pelgrom 45 Anna Schulpen 73
Anna van den Post 44 Anna van Lit 120 Anna van Lith 44 Anna Vogels 114 Anna Wichers 13, 17, 18 Anna Wiechers 18 Anneken 35 Annetje Schwarze-Ommering 98 Anthoni Pelgrom 44 Anthonis Pelgrom 22 Anthonis Pelgroms 22 Anthonis van Lith 118 Anthonius Pelgrom 44 Anthony Pelgrom 24 Antje van Leeuwen 99 Antonetta Ruys 120 Antonie Pelgrom 44, 113 Antonis Exters 72 Antonius Pelgrom 7, 34, 118, 119 Apeldoorn 83, 99, 101, 103, 108, 110 Aret 36 Aret Schoncken 115 Arie van Hattem 108 Arnold 37 Arnoldis Classen 74 Arnoldt 36 Arnoldt Bloemaerts 21 Arnoldus Baes 115 Arnoldus Boeten 52, 53 Arnoldus Huygen 77 Arnolt 36 Arnout Denijs 74 Asselt 40, 41, 44 Atlas 105 Atlasgist 92, 106, 107
B Baak 82, 93, 94, 95 Bad Honnef 16 Baetken van Huemen 13 Bagijnhof 77 Barbara Crijns 52, 53 Barbara Stams 114 Baroun van Obbicht 68 Bart Matthijs Kranen 88 Bartholomeus van Dijck 115 Beeck 68 Beel Pouwelsen 114 Ben (Bernard) Kranen 6 Bennekom 88 Berend Rijnten 84
Bernard Anton Jozef Wittkampf 108 Bernard Kranen85, 89, 92, 101, 103, 106, 107 Bernard Rijnten 85, 86 Betuwe 15 Biervliet 81, 93, 99, 104 Biesencamp 22 Bohemen 99 Borchermans 74 Boxmeer 23 Brielle 99 Bruggstraet 35 Bruggstraete 35 Büderich 8, 9 Buneke van Ray 19 Bussum 109
C Caertje Craen 18 Carlsberg 100 Cartke Craen 13 Casper Hendrik Kloosterman 80 Catelijntje Francijntje Thomas 93 Cath. Strokkers 75 Catharina 41 Catharina (Elisabeth) Kranen 77, 91 Catharina Craenen 55, 73 Catharina Cranen 52, 53, 54, 55, 57, 59, 60, 64 Catharina Custers 74 Catharina Decrauwe 52, 53 Catharina Lockermans 7, 22, 32, 34, 38, 39, 40, 44, 45, 46, 47, 48, 115, 119 Catharina Maria vander Hout 90 Catharina Mechtildis Craenen 74 Catharina Meerts 39 Catharina Molders 74 Catharina Mols 54, 74, 75, 77, 90 Catharina Ophelders 74, 90 Catharina Poulsen 37, 114 Catharina Rots 6, 71, 73 Catharina Stevens 52, 53 Catharina Tabbert 34 Catharina Tielen 115 Catharina van der Leeck 74 Catharina van Hingelen 115 Catharina van Hingen 37 Catharina Ververs 74 Catherina Stevens 53 Catherine Ophelders 90 Christa Kammelaar 77, 91
genealogie craen-kranen
Christiaan Golt 119 Christiaan Smits 81 Christiaen Neutgens 75 Christina Cranen 52, 53 Christina Kamler 74 Christina Kammelaar 80 Christina Steskens 53 Christina Stevens 52 Christophorus van Ercklant 114 Claes Demant 54 Claes Gerritsen 19 Claes Peters 20 Claes Pouwels 113 Claudius 37 Cloveniersgilde 19 Conrad Coenen 54 Cool 90 Cornelia Exters 75 Cornelia Franssen 116 Cornelia Johanna Kok 92 Cornelia Margaretha van GinkelBettink 99 Cornelia Sporen 116 Cornelia van Dijck 115 Cornelis Bubberman 82 Cornelis Gerits 22 Cornelis Hecreman 77 Cornelis Keunig 77 Cornelis Kok 81, 82 Cornelis Peters 25 Cornelis Schut 80 Cornelis Swinkels 77 Cornelis van Noordeloos 81 Cornelius Stams 114 Cornelys Daems 115 Craen 30, 40, 41, 43 Crijns 52 Cuyck 24 Cuyk 13, 15, 18, 21, 25
D
De Verwisseling 93 De Vrijheid 104 Delfshaven 93 Delft 80, 81, 82, 83, 84, 86, 91, 94, 98, 102, 103, 111 dementia praecox 97 Den Haag 93, 98, 99, 100, 102, 103, 104, 110, 111 Den Helm 21 Dene- marken 100 Derck Houben 58 Derick 41 Derick Lockermans 41 Derick van Linne 35 Derick van Oest 38, 39 Derick van Swalmen 43 Deriske Schenck 24 Derk Kamman 90 Derrisken Ermers 7, 19, 20, 25 Diederik van Wijck 19 Dienstmaecht 31 Dierick van Linne 35 Dijck 25 Dina Cornelia Nolet 99 Dirck Houben 57 Dirk Dijkhuizen 85 Dirk Kamman 78, 91 Dirk Kok 82 Dirk Kramers 79 Dirk Kranen 88 Dirk Ris Ehzoon 108 Dominicus Clant 40 Dorothea Craen 18, 19, 26, 27 Driebergen 98 Dries Thijssen 23 Ds F.W.N.Hugenholtz 84 Ds. J. de Lind van Wijngaarden 85
E
D.Schreuder 107 Damianus Mols 74 de Atlas 104 De Atlas 89, 92, 102, 105, 106 de Beijert 23 De Bilt 85, 86, 109 De Draak 102, 105 De Helm 20 De Pakschuit 89, 107 De Posthoorn 105
' 'De Posthoorn'
D
104
Ede 88 Eefken 37 Egedius Ignatius Buggenum 115 Egidius Lockermans 114 Elisabeth 36, 37 Elisabeth Claessens 74 Elisabeth Classens 73 Elisabeth Cranen 52, 53, 54 Elisabeth Heijnnes 114 Elisabeth inden Ancker 114 Elisabeth ingen Cat 36 Elisabeth ingen Reijx 36 Elisabeth Jansen 74 Elisabeth Lockermans 115 Elisabeth Quicken 37
129
Elisabeth Schotten 115 Elisabeth Spee 35, 115 Elisabeth Stormers 116 Elisabeth Valkenborch 35 Elisabeth van Wijck 18 Elisabeth Wilhelmina Kok80, 81, 89 Elisabeth Wilhelmina Kranen 81, 83 Elise Claassen 75 Elise Cranen 75 Elizabeth Wilhelmina Kok 91, 98 Elzensteeg 105 Emmerik 13 Erckelant 36, 37 Escharen 21 Eustachius Heskens 52, 53 Everardt Melis 39 Everardus Berben 52, 53 Everardus Linteloo 115 Everhard Melis 39, 40, 46, 48 Everhardus Croesen 77 Evert van der Pol 84 Evert Volpers 19, 26
F F.H. ten Beest 77 F.J.C. ten Beest 90 F.Meerhof 111 Feurt 71 Feurth 6, 73, 74 Frankfort a/d Main 74 Frederick Hendrick van Randtwijck 22 Frederick Swaen 16 Fredericus J.J.L.Kok 84 Frederik en Johan Swaen 16 Frederik Hendrik van Randtwijck 21
G gebroeders Van Blitterswijck 7 Geelen 41, 42, 43, 45 Geertruidenberg 15 Gelys Neven 114 Gerard Fabritius 40 Gerard Jansen 75 Gerard van Wijk 27 Gerardt Claassen 75 Gerardt Dominicus Clant 39 Gerardt Spee 35 Gerardt van Wijck 18, 19, 26, 27 Gerardus Classen 74 Gerardus Craenen 73 Gerardus Heijnen 73 Gerardus Houben 74 Gerardus Jacobus Buggenum 115 Gerardus Nijssen 114
genealogie craen-kranen
Gerrit Robberegt 81 Gerrit van der Hoeven 83, 100, 104 Gerritje Noordijk 100, 104 Gertrude Elisabeth Classen 75 Gertrudis Catharina Cranen 74 Gertrudis E.Cranen 75 Gertrudis Elisabeth Classen 73, 74 Gertrudis op den Camp 54 Gertrudis Quiten 115 Gertrudis Schutt 115 Gertrudis Wijnen 73 Gertruida Kluyt 34 Geurdt 41, 44 Geurt Quiten, 41 Geurt van Swalmen 37 Giel Stassen 68 Gielis Lockermans 35 Gijsbertus Pelgrom 44, 119, 120 Gijsbertus van den Berg 88 Gilis Lockermans 48, 49 Gillis 41 Gillis Lockerman 44, 45 Gillis Lockermans33, 34, 35, 36, 37, 40, 41, 43, 44, 46, 47, 113 Glaudy 36 Goddarten Geijskens 71 Godefridus van Doorne 25 Godefridus Vergossen 73 Godtsbongart 30 Goort van Swalmen 33, 36, 46, 115 Goort van Swamen 114, 115 Gorinchem 15 Gratem 37 Grave 13, 14, 15, 18, 19, 21, 22, 24, 32, 33, 41, 44, 45, 46 Gravenlandsche straat 104 Greten Huiskens 43 Grietje Bastiaanse 85 Gritien Pauwels 19
H halfman 41, 44 Hanrick Coebricxs 16 Hanrijck Coebricx 16 Hans Craen 7, 9, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 41, 44, 45, 120 Hans Kraen 22, 23, 24 Hans Peterschot 40 HBS F.de Munnik 88 Heeswijk 21 Helena Cranen 52, 53 Helena Daemen 53 Helena Ooms 115 Helena Sanders 53 Hencken Baeten 68
Hendersken Berghmans 119 Hendrica Reinira Kranen 100, 104 Hendrick Crebbers 26 Hendrick Demant 68 Hendrick Graeven 30, 42 Hendrick Houben 65, 66 Hendrick van Ewick 22 Hendrick van Ewijck 22 Hendrick Vorsterman 25 Hendrik de Koning 82 Hendrik Huisker 90 Hendrik Hulskens 77 Hendrik Reinier Kranen 85 Hendrik van Dalen 117 Hendrika Josina Dekker 88 Hendrika Reiniera Kranen 89 Hendrika Reinira Hoegen 82, 93, 94, 98, 104, 111 Hendrika Reinira Kranen 85 Hendrina Croesen 77 Hennie Timmerman 88 Henr.Cremers 52 Henr.van Wassenberch 114 Henrica Odilia Buggenum 115 Henrica Reinira Hoegen 82, 109 Henrica van Swalmen 34 Henrick Bijl 117 Henrick Bungelers 16 Henrick Craen 13 Henrick Graeven 30, 31 Henrick Meijer 35 Henrick Meyers 35 Henrick Schaffers 46 Henricus BijI 115 Henricus Bijl 32 Henricus Craen 13 Henricus Cranen 75 Henricus Demand 52 Henricus Francken 52 Henricus Gielen 80 Henricus ingen Hues 120 Henricus Schaffers 33 Henricus Schulpen 75 Henricus van Darth 120 Henricus Vorsterman 33 Herman 36, 37 Herman Classen 74 Herman Hendrik Adriaan Sluis 81 Herman van Nunhem 36, 37 Hermannus Ververs 72 Hermanus Bovendeaard (Bovendeerd). 90 Hermen Thonisse 24 Hertevelt 43 Heumen 24 Heurden 77 Heyncken Heynen 37
130
Hilversum 84, 85, 99, 104, 109 Hoogstraat 91, 92, 104, 109 Hoogstraet 68 Horst 44 Hubert van Liesberg 72 Hubertus Jansen 115 Hubertus Janssen 115 Huibrecht Speijer 83 Huize Vrederust 83, 98, 103, 108
I Ida Borgermans 73 Ida Craen 33 Ida Craenen 73 Ida Cranen 75 Ida Rots 73 Ida Staskens 52 Ida Stassen 56, 57, 59, 60, 64, 65 Ida Steskens 53 Ida van Swaemen 46 Ide Cranen 75 Idtgen Borchermans 71 Isaac J.Kok 83 Isaac Johan Kok 81 Isaac Johannes Kok 81, 83 Isabella Aelbouts 115 Isabella Craen 34 Isabella Dijck 32, 115 Isabella Lockermans 114, 115 Isabella Ooms 115 Isabella Pauwelsen 115 Itgen 36 Itgen Ceuninx 36 Itgen Stassen 66 Itgen van Rijn 18 Itken 18 Itken van Rijn 18, 20 Izaak Johannis Kok 91
J J.A. Knoors 69 J.H.Kranen 98, 103, 111, 112 J.Heeneman 110 Jaantje van der Hoeven 102 Jacob Aelbers 25 Jacob Bertou 82, 93 Jacob Craenen 66, 67, 68 Jacob Cranen 68 Jacob de Bunten 23 Jacob Kool 111 Jacob Kraen 68 Jacob Kraenen 67 Jacob Pelgrom 7, 117, 119 Jacob Pelmans 55, 56, 57, 58, 59, 61, 62, 63, 64
genealogie craen-kranen
Jacob Peters van Ray 19, 27 Jacob Thijssen 25 Jacob van Belfelt 119, 120 Jacob van Ray 19 Jacobus Bodinckhuysen 23, 24 Jacobus Coninx 119 Jacobus Craenen 73 Jacobus Cranen 52, 53, 74 Jacobus Houben 53 Jacobus Kraane 90 Jacobus Krane 90 Jacobus Kranen 90 Jacobus Steskens 53 Jacobus Sylekens 52 Jacobus van Erckelant 37 Jacobus van Ercklant 114 Jacobus Visser 80 Jacop Craenen 54 Jacop van Rossum 15 Jacques van Thoor 75 Jaeck Rossen 114 Jan Berben 54, 68 Jan Berntsen 18 Jan Bijl 105, 111 Jan Bloemers 17 Jan Claessen 36 Jan Craen 8, 9, 13 Jan Craenen 55, 56 Jan Cranen 7, 55, 57, 58, 59, 60, 61, 63, 64 Jan de Bruijn 91 Jan de Bruyn 81 Jan de Laet 113 Jan Demant 54, 55, 58, 68 Jan en Willem van Bommel 13 Jan Hatherscheijdt 77 Jan Hattenschijdt 90 Jan Hendrik Kranen 83, 84, 89, 99, 101, 103, 104, 108, 111 Jan Jacobs 19, 23, 25 Jan Klant 82, 83 Jan Koeten 68 Jan Kooten 68 Jan Kraen 7 Jan Kranen 68 Jan Notermans 57, 58, 64 Jan Raemaeckers 54 Jan Sanders 77 Jan Stoffers 36 Jan van Assel 114 Jan van Betuw 24 Jan van Dinter 22 Jan van Heusden 15 Jan van Horens 24 Jan van Lerop 39 Jan van Lierop 38, 39 Jan van Oest 39, 47
Jan van Swamen 115 Jan van Wijck 19 Jan vande Betuw 21 Jan Verheijen 25 Jan Wijrics 39 Jan Wijricx 31, 38, 39 Jan Wiricx 39 Jan Wyricx 30, 40, 47 Jaque Cranen 75 Jeanne Heuvelink 101 Jeheme Visschers 35 Jelis Faessen 119 Jelis Lockerman 34, 113 Jenneken 13 Jenneken Craen 19, 26 Jenneken Reynierssen 19 Jo van Riel 87 Joanna Croesen 77, 90 Joanna Kroesen 77, 80 Joanna Meijers 53, 73 Joanna Poulsen 115 Joanna Schepers 53 Joanna Stevens 53 Joannes Adrianus van Toll 120 Joannes Arensberch 115 Joannes Buggenum 115 Joannes Claessen 114 Joannes Craen 33, 39, 40, 41, 44, 46, 47, 48, 53, 115 Joannes Craenen 120 Joannes Cranen 52, 74, 75 Joannes Cranen, 73 Joannes Demandt 52, 53 Joannes Franciscus Buggenum 115 Joannes Henricus Hoegen 93 Joannes Hermans 66 Joannes Jacobus Craen 34 Joannes Jacobus Cranen 52, 74 Joannes Lieckers 47 Joannes Mathias Cranen 90, 91 Joannes Mathias Kranen 91 Joannes Matthias Craenen 74 Joannes Matthias Cranen 75, 77 Joannes Matthias van der Straeten77 Joannes Notermans 53 Joannes Ooms 34, 115 Joannes Pauwelsen 37 Joannes Petrus Exters 75 Joannes Reipkens 45 Joannes Rijcken 115 Joannes Sanders 52, 53 Joannes Steskens 53 Joannes Theodorus Cranen 74 Joannes van Swamen 115 Joannes Wilhelmus de Cortenbach 34 Joannes Zanders 68
131
Joannis Demandt 53 Joh.Jac.Hulshoven 83 Johan Christian Kranen 83 Johan Craen 38, 39, 45, 46 Johan de Jongh 24 Johan de Laet 35 Johan Demandt 52 Johan George Berck 82 Johan Scheers 40 Johan Schuerkens 113, 114 Johan Splinter 15 Johan Wolters Verheijen 23 Johan Wyricx 40 Johanna Christina Kranen 85 Johanna Christina Kranen-Rijnten 107 Johanna Christina Mentink 93 Johanna Christina Rijnten 84, 99, 101, 104, 108, 109 Johanna Craen 34 Johanna Croese 90, 91, 98 Johanna Croesen 77 Johanna Gertrudis Kamman 91 Johanna Kranen 81, 98 Johanna Kroese 78 Johanna Kroesen 77, 81 Johanna Schepers 52 Johanna Stevens 52 Johanna van Oost 34 Johannen Vinen 71 Johannes Craen 6, 7, 8, 20, 21, 27, 32, 33, 39, 40, 44, 47, 48, 113, 115, 119 Johannes Cranen 6, 52 Johannes Daems 90 Johannes de Bruijn 91 Johannes Demandt 52 Johannes Dirk Weyburg 85 Johannes Elsing 81 Johannes Gerardus Eykenbroek 81 Johannes Hendrikus Peppers 81 Johannes Henricus Hoegen 93 Johannes Henricus Ris Kroon 105 Johannes Henricus van Dijk 84 Johannes Jacobusz Aelbouts 115 Johannes Kleijheeg 77 Johannes Notermans 52 Johannes Peter Gantevoort 77, 91 Johannes Proos 77 Johannes Reijpkens 120 Johannes Reipken 44 Johannes Roos 77 Johannes Schulpen 74 Johannes van der Touw 82 Johannes van Oest 115 Johannes van Vaart 81 Johannes van Waart 91
genealogie craen-kranen
Joost van Wijck Joost Vlemingh Joseph Kammelaar Joseph Koning Judith Staskens Jurgen Alestein,
19 26 74 77, 90 53 40
K Kammelaar 74 Kampen 86 Kerkstraat 14 Kethelstraat 104, 105, 109 Keulen 16 Koenradus Kamman 77 Kopenhagen 100 Korte Haven 104 Kraft 88 Kralingen 81, 91 Kranen J.J.G 6 Kruiskade 90
L Laan van Meerdervoort 99, 100, 104, 110 Lambert Gerits van Esseren 14 Lambert Heijmens 24 LAMBERT SCHALLEIJ 76 Lambert van der Vooren 40 Lambertus van Pinxteren 82 Lamfers 86 Lange Poten 100 Langeweg 110 Laurentius Proestinck 115 Laurents Hacken 119 Lena Blok 74 Lenart Ermers 19 Lens van den Berch 14 Lensestraatje 14 Lenstra 88 Leonard Hoevenaer 18, 25 Leonardus Arnoldi 72 Leonardus Coenen 54 Leonardus Craen 34 Leonardus Kistemaeckers 34 Lex Verbraeck 8, 49, 100 Lijsbet 36 Lijsbet ingen Kat 37 Lijsbet ingen Kat, 36 Lijsbet ingen Reijx 36 Lijsbet ingen Reix 36 Lisbet ingen Reijx 37 Lockermans 30, 41 Lotharingen 36 Ludolph de Haen 22
Ludwigen van Rittersbach Lysbeth Schotten
132
21 35
M M. Kranen 89, 92 M.H.Kranen 98, 103, 110 M.J.Berck 111 M.Kranen 104, 110, 111 Maarten Broers 111 Maas en Waal 15 Maastricht 48, 77 Maatje Bertou 81, 82, 93, 99 Machiel Hendrik Kranen 77, 83, 89, 99, 100, 101, 102, 104, 108, 111 Machiel Johannes Berck 101, 107, 108 Machiel Krane 82 Marcus van Aviano 32 Margaretha Arssen 119 Margaretha Bemer 114 Margaretha Haymeeckers 116 Margaretha Hoogerwerf 92 Margaretha Meyseborch 114 Margaretha Mummers 120 Margaretha Paulsen 37 Margaretha Pauwelssen 114 Margaretha van der Leeck 72, 74, 90 Margaretha van Munster 44 Margaretha vander Leeck 72 Maria Agnes Craenen 74 Maria Agnes Stelten 74 Maria Anna Hendrix 73 Maria Artz 74 Maria Catharina Craen 34 Maria Coenen 54 Maria Craen 33 Maria Cranen 52, 53, 54 Maria Daemen 117 Maria Diederica van Noordeloos 81 Maria Diederika Kok-van Noordeloos 92 Maria Diederika van Noordeloos 91 Maria Elisabeth Ooms 115 Maria Elisabeth van der Straeten 74 Maria Fijten 115 Maria Geertruida Rijnten 101 Maria Gertrude Christina Kranen 85 Maria Gertrudis Cranen 74 Maria Glaudi 37 Maria Hendrica Kranen 81 Maria Ida Craenen 74 Maria Ida Cranen 74 Maria Lockermans 116 Maria Luijendijk 99, 103, 107, 108, 111 Maria Pauli 115
Maria Pauwelsen 114 Maria Stevens 22 Maria Stoffers 114 Maria van Arssen 119 Maria van Buggenum 115 Maria van den Hout 90 Maria van der Hout 74, 90 Maria van Lom 44 Maria van Puth 119 Maria van Wijck 19 Maria Vinderschoet 115 Maria Wilhelmina Kranen 81 Marie 36 Marie Cranen 75 Marie Glaudi 36, 37 Marie Lijsbet Quicken 36 Marie van der Hout 90 Marieke Rianne Kranen 88 Marije 36 Marsstal 19, 24 Martin Clousen 120 Martina Gerarda Jarzanetta van der Linde 99 Martinus Berck 81, 82, 83, 84, 91, 97, 101 Martinus Kraanen 77 Martinus Pollarts 72 Martinus Stams 114 Mary Stevens 22 Mathenesserdijk 93 Matheus Kranen 77, 80 Mathias Fijten 37 Mathias Houben 52, 53 Mathis Pelgrom 44 Matt Cranen 75 Matthias Houben 52 Matthias Pelgrom 44 Matthias Stams 114 Matthijs Boers 119 Matthijs Boethen 57, 60, 62 Matthijs Kraane 77, 78 Matthijs Krane 74, 90 Matthijs Kranen 81, 82, 83, 85, 86, 89, 92, 93, 94, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 106, 107, 108, 110 Mattias Pelgrom 119 Max.Notermans 52 Maximiliaan Bardoel 15 Maximiliaan Coeberch 26 Maximiliaan Klinchart 69 Mechtildis Craenen 73 Mechtildis Cranen 52, 53 Mechtildis Henrici 119 Mechtildis Lockermans 33 Mechtildis Rots 73 Mechtildis Sanders 53
genealogie craen-kranen
Mechtildis Schommerts 74 Mechtildis Steskens 53 Mechtildis van der Straeten 73 Mechtildis van Dilsen 52, 53, 68 Mechtildis Zanders 57 Meerten van Ameren 30 Meeuwis Jansen 40 Megtilde Cranen 75 Menke Grensbach-Koster 99 Merij van Beul 36 Merije 36 Merri 36 Merrij Glaudi 36 Merten Pelgrom 117 Merten van Ameren 31 Merten vande Velde 15 Merten vande Velt 13 Messestraatje 14 Metjen Craenen 68 Mettel 36 Mettel Cuypers 41 Mettel Lockermans 36 Mettildis Lockermans 114, 115 Michael Craenen 72 Michael Cranen 74 Michael Johan Berck 82 Michael Kranen 80, 81, 83 Michael Staskens 52, 53 Michael van Dilsen 53 Michaelis Craenen 73 Michaelis Cranen 74 Michiel Cranen 74, 90 Michiel Kraanen 77 Michiel Kranen 78, 80, 83, 89, 91, 92, 93 Michiel van der Straeten 74 MichielCraen 19 Monson 30 Muggenbroeck 30 Mullum 13, 15 München 99 Münster 11, 18, 29, 48 Musis Sacrum 104
N Naarden 86 Nassaulaan 109 Nederasselt 21 Neeltje Adriana Dijkhuizen 85, 86 Neerdonck 22 Nelis Lemmens 56, 57, 58, 62, 64 Nic. Notermans 52 Nicolaas Demandt 52 Nicolaas Visser 81 Nicolas Janssen 75 Nicolaus Demandt 53
Nicolaus Notermans Nieuwenhoff Nijensleek Nijmegen Nolet Noordvest Noordvestgracht Noordvestsingel Nunhoff
54 67 81 15 89 104, 105 94, 96 104, 105 51
O Obbicht 5, 6, 38, 50, 51, 52, 54, 55, 57, 58, 64, 66, 67, 68, 69, 73, 90 Odilia Pelgrom 44, 120 Odilia Schotten 33 Odilia van Asselt 41, 113, 115 Oegstgeest 99 Overbroeck 52, 68 Overbrouck 68
P P.Bijl 111 Pakschuit 105 Paulus de Paderborn 34 Paulus Lindeman 116 Paulus Paulsen 36 Paulus Pauwelsen 36 Paulus Stoffer Pauwelsen 114 Pauwels Gerarts 17 Pauwels Pauwelsen 36 Pauwelsen 36 Peeten (Petronella) Mulleners 9 Peeter van Aken Willemsz 16 Pelgrom Mertens 117 Peter Bosman 28, 35, 115 Peter de Craeuw 54 Peter de Groot 18 Peter Deckers 37 Peter Jansz de Groot 18, 25 Peter Raets 25 Peter Sanders 55, 56 Peter Schepers 68 Peter Stockmans 35 Peter van Aken 16 Peter van Dilsen 65, 66 Peter van Ray 19, 25, 26, 27 Peter van Wessem 35 Peter van Wevelinckhoven 23 Peter Zanders 55, 57, 58 Petra Quirijns 44 Petronella Craen 7, 22, 24, 27, 44, 119, 120 Petronella Hermina Luijendijk 111 Petronella Kraen 22, 23 Petrus Cranen 52, 53, 54
133
Petrus van Reeken 93 Petrus van Wessem 115 Petrus Vergossen 74 Philippus Brunincx 16 Pierre Vergossen 75 Pieter van den Hoeven 77 Pieter van der Hoeven 77 Pieter van Ray 18 Pilzen 99 Pilzner Urquell 99 Procureur Craen 31, 35, 45 Puil 43 Putten 85, 86, 103, 108, 109
Q Quaedt van Wickenraed Quirinen Klassen
19 71
R Reijnier de Haen 23, 24 Reiner Craenen 66, 68 Reiner Hermans 65 Reinerus Cranen 52, 53 Renerus Cranen 53, 73 Renerus Steskens 53 Rijk van Asselt 116 Rijsenburg 83, 98 Rijswijk 99, 100, 110 Rijt 23 Robert Ernst Kranen 88 Roelof van Aken 18 Roermond 6, 7, 8, 10, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 36, 37, 40, 41, 44, 46, 47, 48, 49, 52, 66, 67 Rogstraat 14, 19, 26, 27 Rotterdam 5, 74, 77, 81, 82, 89, 91, 92, 94, 101, 106 Rour 30 Ruremundtschen Weerdt 30
S Sabina de Stemborn 33 Sacré 41, 42 Savelcoul 67 Schevens 43 74, 77, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 107, 108, 109 Schinveld 74, 90 Schoenmaeckers straet 39 Schoenmaeckersstraet 39 Schoenmakersstraat 38, 39, 40
genealogie craen-kranen
Schot 41 Sebus 88 Seger Craen 18, 19 Segerus van Lin 119 s-Gravenhage 100, 104 Sibylla Meijers 53 Sibylla Meyers 52 Sijken Everts 19 Singel 111 Sint Agata 23 Sint Joris 94, 97, 98, 103 Snavel 13 Sophie Cranen 75 Spatenbrauerei 99 St.Joris Gasthuis 111 Stas Steskens 58 Steen Camp 23 Steenderen 82, 93, 94, 103 Steene Coull 68 Steenweg 36 Stephan Rots 71 Stephania Torck 22 Stephanus Craenen 73, 74 Stephanus Ro(o)ts 73 Stephanus Rots 73 Stephanus Wijnen 74 Stoffer Arets 37 Stoffer Driessen 37 Stoomkorenmolen De Draak 104 Susteren 73, 74, 89, 90 Swaervelt 40 Sweder van Zuylenweg 86 Sybilla Lijnen 74
T t’Cleen Broeckveltgen 68 Tante Mien 101, 102 Teunis Peters opden Heuve 26 Theodor Pestgens 72 Theodora Pelgrom 44 Theodorus (Dirk) van den Burg 104 Theodorus Coenraad Kamman 77, 81 Theodorus Ermers 33 Theodorus Hendricus Kamman 77
134
Theodorus Henricus Kamman 77, 81 Theodorus Houben 53 Theodorus Kamman 80, 81, 90 Theodorus Lin 34 Theodorus Lockermans 115 Theodorus Schulpen 73 Theodorus van Lin 114, 115 Theodorus Ververs 73, 74 Thiert Arensma 19 Thijs Boeten 56 Thijs Houben 68 Thomas Batholomeus Johannes Bremmer 78 Thomas Pisters 52 Thonis Vincent 23 Tiel 13, 15 Tiert Arensma 18 Timor 109 Truy Jans 23 Tuinlaan 111
U 77, 90 85, 88, 99, 109
Ulft Utrecht
V Valusen Camp 24 Van Diggelen 106 Van Weede van Dijkveldstraat 100 Vande Water 41 Vellevest 104, 105 Venlo 13, 15, 19, 22, 33, 34, 41, 44 Verdaasdonk 88 Vlaardingen 81, 91, 98 Vledder 81 Vlissingen 86, 109 Vollerstraet 21 Voorvelt 40 Vrouwen Broederschap 21, 24
W W.A.J.Wittkampf W.A.van Alphen
104 111
Weduwe Scheepers 106 Wemer van Eewijck 15 Wendel van Oost 115 Wesel 8, 9 Westmolenstraat 105 Wijlervelt 40 Wijnant Ariens 23 Wilhelm Backhaus 72 Wilhelmina Adriana van der Hoeven 89, 107 Wilhelmus ab Hingen 114 Wilhelmus Christophorus Hacken 120 Wilhelmus van der Leeck 74 Willem Busker 79 Willem Coels 120 Willem Elisa Berck 98, 111 Willem Elisa Berck, 83 Willem Elisa Kranen 82 Willem Hamers 68 Willem Henrick van Randenraedt 36 Willem Loefs 16 Willem van Nunhem 37 Willem van Riel 87 Willem van Uffelt 36, 37 Willemken Hendrix 23 Willemken Jans 26 Willemvan Ray 19 Windelia van Linne 34 Wolter Hanrijck Smyt 16 Wolter Kellens 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64 Wolther Bijll 119 Workum 99 Wouter Dirk Kranen 88 Wouter Jan van Dijk 111
Z Zaltbommel Zeist Zierikzee Zuilen Zutphen
15 85, 86 99 86, 109 93