G E M E E N T E VA LKEN S W A A R D
de Hofnar 15 Postbus 10100 5550 GA Valkenswaard
Aan de leden van de raad Telefoon (040) 208 34 44 Telefax (040) 204 58 90 e-mail
Kenmerk:
10uit06511
onderwerp:
Bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden
Behandeld door:
E Extra, telefoonnummer: 631
Bijlage:
Datum:
11-10-2010
Geachte Raadslid,
Graag willen wij u informeren over de wijze van aanbesteden voor de dienst Hulp bij het Huishouden (HH) van de Wmo voor de nieuw af te sluiten overeenkomsten vanaf 2011. Ten behoeve van de nieuw af te sluiten contracten met betrekking tot de levering van de HH, heeft het college besloten een andere weg in te gaan dan gebruikelijk, namelijk een open convenant met zorgaanbieders aangaan in plaats van Europees aanbesteden. Vanaf het moment dat de HH werd overgeheveld vanuit de AWBZ naar de Wmo (ingegaan op 1 januari 2007) werd de vraag actueel of het een product betrof dat Europees aanbesteed moest worden. In het kort: als HH schoonmaak is (een zogenaamde 2A-dienst), dan moet het 'klassiek' (= Europees) aanbesteed worden, als het zorg is (een zogenaamde 2B-dienst) dan hoeft dit niet. Deze discussie is nog steeds niet volledig beslecht. HH draagt immers zowel elementen van schoonmaak als zorg in zich. In de Tweede Kamer is hier recentelijk ook uitgebreid over gesproken: Brussel is gevraagd advies te geven over deze kwestie. Echter, het advies, gegeven door de directeur-generaal Interne Markten, viel niet in goede aarde bij de parlementsleden. De d-g stelde dat HH schoonmaak is, dus een 2A-dienst. Tegen dit advies in is een initiatief wetsvoorstel aangenomen tot wijziging van de Wmo waarin o.a. is opgenomen dat er géén verplichting tot Europese aanbesteding van de HH geldt. Deze wijziging ligt nu bij
[email protected] homepage www.valkenswaard.nl
de Eerste Kamer ter behandeling. De verwachting is dat deze binnenkort aldaar behandeld wordt. Dit alles ging nog eens voorbij aan de vraag of het wel een Europese aanbesteding moest zijn. Om het een Europese aanbesteding te laten zijn, moet er immers sprake zijn van een grensoverstijgend karakter: zijn er buitenlandse partijen a. geïnteresseerd in levering van HH in Nederland; b. kunnen ze dit ook leveren? De ervaring heeft inmiddels geleerd dat punt a. is beantwoord: buitenlandse partijen zijn totaal niet geïnteresseerd in het leveren van HH in Nederland. Punt b. kan hierdoor niet beantwoord worden. Ook dit is een reden om de klassieke manier van aanbesteden niet als noodzakelijk te beschouwen. In gemeenteland is echter niet gewacht op deze wetswijziging. Er is inmiddels ervaring opgedaan met het aanbesteden van HH; in veel gemeenten heeft een dergelijke aanbesteding al twee keer plaatsgehad. De ervaringen zijn niet bepaald positief. Dit heeft voor een gedeelte met de aard van de Wmo te maken: de wet vraagt om een horizontalisering van verantwoordelijkheden. De Wmo vraagt o.a. van de burger om niet direct meer bij de eerste geconstateerde problemen naar de overheid te kijken om deze problemen op te lossen. In plaats daarvan moet een mentaliteitsverandering tot stand komen die er toe leidt dat de burger eerst alle andere hulpkanalen aanboordt (familie, vrienden, welzijnsinstellingen) alvorens naar de overheid te stappen voor directe zorg. Deze 'trap' maakt het maatschappelijk middenveld erg belangrijk. De achterliggende gedachte is immers mede dat welzijnsoplossingen zorgoplossingen voorkomen en daarbij goedkoper zijn. De gemeente krijgt als taak dit netwerk van helpende en ondersteunende partijen zodanig vorm te geven dat dit ook kan gaan werken. De gemeente zelf maakt dan ook onderdeel uit van dit netwerk. Immers, als uiteindelijk de burger een scootmobiel blijkt nodig te hebben om optimale deelname aan de maatschappij mogelijk te maken is het de gemeente die deze verstrekking doet. Duidelijk is dus dat van alle partijen (inclusief de gemeente) een principieel samenwerkende opstelling wordt gevraagd. Dit bijt echter stevig met de klassieke aanbesteding: waar de Wmo vraagt om een horizontalisering, leidt een Europese aanbesteding eerder tof een verticale opstelling via hard opdrachtgeveropdrachtnemerschap. In het najaar van 2006 heeft dit in de eerste ronde aanbestedingen weliswaar geleid tot het drukken van de prijzen HH, maar ook tot grote maatschappelijke onrust in diverse gemeenten en dreigende faillissementen van
zorgaanbieders, inclusief de bijbehorende werkgelegenheidsvraagstukken (o.a. in Rotterdam). Inmiddels zijn de gemeenten door ervaring wijzer geworden wel tot de conclusie gekomen dat de maatschappelijke prijs die betaald moet worden om een gering voordeel te halen op de prijs per uur simpelweg te hoog is. Via een klassieke vorm van aanbesteden speelt altijd het risico dat door de uitkomst de zorginfrastructuur in een gemeente compleet vernield wordt. Ook de korte contracten dragen hiertoe bij. Waar de Wmo vraagt om langdurige samenwerking om zo maatschappelijke investeringen ook te kunnen laten renderen gaat een contractvorm via een klassieke aanbesteding daar juist weer volledig doorheen. In de zoektocht naar een alternatief op deze klassieke wijze van aanbesteden zijn we uitgekomen bij Tim Robbe, een zelfstandig juridisch expert op het terrein van opdrachtverlening van HH. Hij heeft inmiddels met succes een vijftal (groepen van) gemeenten begeleid met een alternatieve vorm van opdrachtverlening. Deze alternatieve vorm komt inhoudelijk op het volgende neer: «
Marktpartijen (i.e. zorgaanbieders) worden uitgenodigd om te praten over samenwerking met de gemeente voor wat betreft de levering van HH. o De gemeente kiest welke partijen worden uitgenodigd. o Dit moeten er meerdere zijn om de keuzemogelijkheid voor de burger zoals vereist in de Wmo overeind te houden, o Mocht een niet-uitgenodigde partij ook willen aansluiten in de gesprekken dan is deze van harte welkom, o Als inhoudelijke leidraad voor de gesprekken geldt het reeds opgestelde bestek. Dit voorkomt dat we 'vanuit het niets' de gesprekken moeten aangaan.
»
Met deze partijen wordt uiteindelijk een open convenant gesloten (geen contract) o Het is open in de zin dat na sluiting geïnteresseerde marktpartijen zich altijd nog aan kunnen sluiten - ze kunnen dan alleen niet meer meepraten over de inhoud van het convenant. o Het is ook open in de zin dat toekomstige ontwikkelingen hierin meegenomen kunnen worden. Anders gezegd; als er nieuwe zaken in de Wmo terecht komen (vanuit bijv. de AWBZ) dan hoeft dit niet direct tot nieuwe convenanten of contracten te leiden: de nieuw gevraagde dienstverlening kan als onderdeel worden opgenomen in het bestaande convenant.
•
Na sluiting van het convenant wordt met iedere partij afzonderlijk een prijsafspraak gemaakt. De inzet is om hierbij een marge toe te gaan rekenen. Dit omdat de ervaring heeft geleerd dat in hun kostprijs intramurale instellingen nu eenmaal een hogere kostprijs hebben dan de zuiver extramurale instellingen. Door voor iedere partij dezelfde winstmarge boven op hun kostprijs te rekenen worden redelijke prijzen toegerekend die een bestendige relatie tot stand brengen. Natuurlijk wordt er zeer kritisch gekeken naar de hoogte van de kostprijs en wordt er samen met de aanbieder gezocht naar manieren om deze kostprijs zo laag mogelijk te zetten. Deze kritische kijk maakt deel uit van de gesprekken met de aanbieders.
Het voordeel van het afsluiten van een dergelijke convenant is ook dat er geen gelimiteerde tijdsperiode aan gekoppeld is. In principe kan het convenant zo lang lopen als we zelf willen (via stilzwijgende verlenging bijvoorbeeld). Echter, op basis van gemeentelijk beleid is deze periode beperkt tot maximaal 5 jaar. Evengoed is dit een periode die rust en zekerheid kan bieden aan de aanbieders. Dat biedt het voordeel dat er naar aanleiding van de langdurig aangegane relatie ook investeringen verwacht mogen worden van de aangesloten aanbieders. In alle vijf gevallen zoals begeleid door Tim Robbe, zijn de procedures zonder juridische problemen doorlopen. Er worden minimaal vijf partijen rechtstreeks uitgenodigd om mee in overleg te gaan. Dat zijn de huidige drie betrokken aanbieders (Zuidzorg, Huispitaal en Actiefzorg) alsmede twee aanbieders van wie bekend is dat ze geïnteresseerd zijn in levering in Valkenswaard (Valkenhof en Savant). Andere partijen zijn welkom om mee te praten mochten ze hierin geïnteresseerd zijn.
Aangezien het huidige contracten met de zorgaanbieders op 1 januari 2011 aflopen, hebben wij de huidige zorgaanbieders verzocht de overeenkomsten in een voorlopige voorziening voort te zetten met een maximale duur van 4 maanden, tenzij de nieuwe convenanten eerder zijn gesloten. Voor deze voorlopige voorziening zullen de huidige contractvoorwaarden blijven gelden met de daarbij behorende indexering. Deze voorlopige voorziening geeft ons de tijd en de ruimte om de besprekingen rondom het te vormen convenant zorgvuldig te doorlopen. We vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Valkenswaard, secxetamr
~~
">
drs. R.F.W. van Eijck
burgemeester,
drs. A.B.A.M. Ederveen