GEMEENTE SOEST
Kwijts c he ldin g van ge m e e nte l i j k e bela s ti Komt u in aanmerking voor kwijtschelding? U leest het in deze brochure.
ng e n
1 Voor wie is deze brochure? Heeft u een minimuminkomen en een beperkt eigen vermogen? En bent u daardoor niet in staat om de gemeentelijke belastingen te betalen? Dan komt u in bepaalde gevallen in aanmerking voor (gedeeltelijke) kwijtschelding. In deze brochure leest u of dit voor u geldt en hoe u kwijt schelding kunt aanvragen.
2 Welke belasting kan worden kwijtgescholden? U kunt alleen kwijtschelding krijgen van de afvalstoffenheffing en riool heffing. Kwijtschelding van andere gemeentelijke belastingen (zoals onroerende zaakbelasting, hondenbelasting, leges en grafrechten) is niet mogelijk. In het algemeen krijgt u geen kwijtschelding voor aanslagen die u al heeft betaald. Wij nemen in die situatie aan dat de betaling geen onoverkomelijk probleem was. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt als u binnen 3 maanden na betaling een verzoek om kwijtschelding indient.
3 Wie komt er in aanmerking voor kwijtschelding? U komt alleen in aanmerking voor kwijtschelding als u voldoet aan de onderstaande regels: • Als u een inkomen heeft rond het minimum, kunt u in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Als u samenwoont of getrouwd bent, tellen wij de inkomsten van u en uw partner bij elkaar op om het inkomen te bepalen. • Alleen particuliere personen kunnen in aanmerking komen voor kwijt schelding. Bedrijven en instellingen kunnen geen kwijtschelding krijgen. Dit geldt ook voor particulieren met inkomen uit een eigen bedrijf. • In principe komt iemand in aanmerking voor kwijtschelding als het ‘netto besteedbaar inkomen’ per maand lager is dan het ‘normbedrag’. In de volgende hoofdstukken worden deze begrippen nader toegelicht.
3
In de volgende situaties krijgt u géén kwijtschelding: • Als u beschikt over voldoende betalingscapaciteit. U kunt uw betalings capaciteit berekenen met behulp van het schema in deze brochure. • Als u het kwijtscheldingsformulier niet volledig of onjuist invult of onjuiste informatie verstrekt. Ook als u de gevraagde aanvullende informatie niet met uw verzoek meestuurt, kan kwijtschelding worden geweigerd. • Als er sprake is van een faillissement. • Als er sprake is van (sterk) wisselende inkomsten. • Als u beschikt over vermogen. Hieronder verstaan we: – een banksaldo en/of spaartegoeden boven een bepaald bedrag (zie hoofdstuk 4); – de overwaarde van de eigen woning. De overwaarde is het bedrag dat de woning bij ongedwongen verkoop in leeg opgeleverde toestand opbrengt, verminderd met de nog openstaande hypotheekschuld; – een (sta)caravan, boot, 2e woning, spaarbrieven, effecten, vorderingen op derden, sieraden en andere zaken die een (aanzienlijke) geldelijke waarde hebben; – een auto met een dagwaarde van meer dan € 2.269. Een uitzondering geldt in die situaties waarbij u aannemelijk kunt maken dat u zich in verband met ziekte van u of een gezinslid of beroepsuitoefening uitsluitend met de auto kunt verplaatsen; – 2 auto’s of motorfietsen op naam.
De richtlijnen voor het beoordelen van een
4
kwijtscheldingsverzoek
De gemeente bekijkt ieder kwijtscheldingsverzoek afzonderlijk. Bij de beoordeling maken we gebruik van een aantal richtlijnen: • Eerst kijken we of u over vermogen beschikt of een auto bezit met een dagwaarde van meer dan € 2.269. U mag een beperkt saldo op uw bank- of spaarrekening hebben. Dit bedrag mag níet hoger zijn dan het totaal van de rekenhuur inclusief subsidiabele servicekosten minus de normhuur plus de ziekte kostenpremie die u maandelijks moet betalen minus de normpremie plus het voor u geldende normbedrag. 4
• Vervolgens berekenen we uw netto besteedbaar inkomen. We kijken eerst naar het totaalbedrag aan inkomsten: loon, pensioen, uitkering, voorlopige teruggaaf Belastingdienst, kostgangervergoeding, inkomen uit kamerverhuur, vakantiegeld, ontvangen alimentatie, studiefinanciering en overige inkomsten zoals de eindejaarsuitkering. Vervolgens worden een aantal uitgaven in mindering gebracht: de ziektekostenpremie (minus de zorgtoeslag die u van de Belastingdienst krijgt en de normpremie ziektekosten) en de huur inclusief een aantal servicekosten (minus de huurtoeslag en de norm woonlasten voor eigen rekening). • Niet meegerekend worden inkomsten uit de kinderbijslag, het persoonsgebonden budget uit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) en de Zorgverzekeringswet, de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkomingen volgens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. • Verder worden in de inkomenstoets vrijgelaten: – de individuele inkomenstoeslag (artikel 36 Participatiewet); – de vergoeding voor de verzorging en opvoeding van een pleegkind in het kader van de Wet op de jeugdzorg; – het kindgebonden budget, bedoeld in de Wet op het kindgebonden budget; – de huurtoeslag, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet op de huurtoeslag, de krachtens de Participatiewet ontvangen woonkostentoeslag en de zorgtoeslag, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet op de zorgtoeslag. • Ten slotte worden in de inkomenstoets vrijgelaten de volgende subsidies en premies bedoeld ter stimulering van arbeid. Het betreft: – de premie in het kader van een voorziening gericht op arbeids inschakeling (artikel 31, tweede lid, onderdeel j, Participatiewet) en een daarmee naar aard, strekking en omvang overeenkomende premie: € 2.339 per jaar; – de maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid (artikel 31, tweede lid, onderdeel n, Participatiewet): € 196 per maand; – de inkomsten uit arbeid van een alleenstaande ouder of alleenstaande ouder met een of meer meerderjarige kinderen tot 12,5 procent van deze inkomsten, met een maximum van € 122,26 per maand, gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 30 maanden, voor zover hij algemene bijstand ontvangt, ingeval: 1. hij de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot 5
12 jaar, 2. de periode van zes aaneengesloten maanden, bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel n, Participatiewet, is verstreken, en 3. dit volgens het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling. (artikel 31, tweede lid, onderdeel r, Participatiewet); – een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk tot ten hoogste de bedragen, genoemd in artikel 2, zesde lid, Wet op de Loonbelasting 1964: € 150 per maand, met een maximum van € 1.500 per kalenderjaar.
5 Normbedragen Bij de toetsing van een kwijtscheldingsverzoek houden we rekening met normbedragen. Er gelden normbedragen voor woonlasten, ziektekosten verzekering en algemene kosten van bestaan. Norm woonlasten voor eigen rekening Op 1 januari van elk jaar verandert de norm voor de woonlasten voor eigen rekening. Voor 2015 gelden voor kwijtschelding de volgende bedragen: – e en- en meerpersoons huishouden € 202,20 per maand – eenpersoons ouderen huishouden (1 persoon 65+) € 200,38 per maand – meerpersoons ouderen huishouden (beiden 65+) € 198,57 per maand Maximale subsidiabele huur per maand
€ 710,68
Normpremie ziektekostenverzekering De normpremie, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de zorgtoeslag, voor zover begrepen in de bijstandsnorm, bedraagt voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder € 39,00 per maand en voor echtparen/partners € 84,00 per maand. Algemeen normbedrag voor noodzakelijke kosten van bestaan Dit is het bedrag dat nodig is voor de noodzakelijke kosten van bestaan. De hoogte van het algemene normbedrag is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Voor de verschillende situaties gelden per 1 januari van dit jaar de hieronder genoemde bedragen. Let op! Deze bedragen worden jaarlijks op 1 juli aangepast. 6
Bij een kwijtscheldingsnorm van
100%
Is het bedrag van de kosten van bestaan (in euro)
beide partners > – 21 jaar tot AOW-gerechtigde leeftijd
1.372,62
Echtparen/partners
één partner AOW-gerechtigd en andere partner > – 21 jaar maar niet AOW-gerechtigd 1.482,17
beide partners AOW-gerechtigd
Alleenstaande ouder
> – 21
Alleenstaande
> – 21
1.492,66
jaar, maar niet AOW-gerechtigd
960,83
AOW-gerechtigd
1.088,12
jaar, maar niet AOW-gerechtigd: maximaal
960,83
AOW-gerechtigd
1.088,12
Gezamenlijke huishouding Als u gehuwd bent of duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met iemand, dan geldt het netto besteedbaar maandinkomen van u en uw partner. Een broer of zus waar u mee samenwoont wordt ook aangemerkt als partner.
6 Betalingscapaciteit De regels die gelden voor het inkomen zijn strenger dan die voor de bijzondere bijstand. Daarom kan het zijn dat u wel in aanmerking komt voor bijzondere bijstand, maar geen of slechts gedeeltelijk kwijtschelding kunt krijgen. Hieronder leggen wij u uit hoe u zelf een berekening kunt maken. Van de inkomens die u per maand netto ontvangt, trekt u een aantal vaste kosten af. Wat overblijft is het netto besteedbare inkomen. Bent u alleenstaand, dan gaat het om het netto besteedbare inkomen van u alleen. Bent u gehuwd, of woont u samen met een partner of familielid, dan gaat het om het netto besteedbare inkomen van u en uw partner of familielid bij elkaar opgeteld. Wat zijn uw inkomsten? Inkomsten die meetellen bij de berekening van uw netto besteedbare inkomen zijn: • netto loon, netto pensioen, uitkering; • andere inkomsten, zoals overwerkvergoeding, bijverdiensten, rente; 7
• maandelijkse voorlopige teruggaaf Rijksbelastingen de Algemene heffingskorting; • Inkomensafhankelijke combinatiekorting en eenoudertoeslag studiefinanciering; • vakantiegeld; • alimentatie (de alimentatie voor u of uw partner telt mee, maar ook de alimentatie voor de kinderen); • inkomsten uit kamerverhuur; • inkomsten uit kostgangerschap; • studiefinanciering; • overige inkomsten, zoals bijvoorbeeld uw eindejaarsuitkering. Wat zijn uw uitgaven? Uitgaven die meetellen bij de berekening van uw besteedbare nettoinkomen zijn: • huur van uw woning (een aantal servicekosten en eventueel ontvangen huurtoeslag, huurgewenningsbijdrage en woonkostentoeslag worden hiervan afgetrokken) of hypotheekrente (en/of erfpachtkosten) minus de voor u geldende normhuur; • de door u betaalde premie voor de zorgverzekering minus ontvangen zorgtoeslag en minus de normpremie (voor alleenstaande/ alleenstaande ouder bedraagt dit € 39,00 voor samenwonenden bedraagt dit € 85,00); • alimentatie die u betaalt voor kinderen en/of uw vroegere echtgenoot; • onderhoudsbijdrage: het bedrag dat moet worden betaald aan de sociale dienst als de ex-partner bijstand ontvangt; • maandelijkse betaling aan belasting- en toeslagschulden. Trek het normbedrag voor noodzakelijke kosten van bestaan (zoals beschreven in hoofdstuk 5) af van uw netto besteedbare inkomen. Op de laatste pagina van deze brochure staat een rekenschema. Met het schema en de toelichting kunt u zelf berekenen of u in aanmerking komt voor kwijtschelding.
8
7 Kwijtschelding aanvragen Wilt u kwijtschelding aanvragen? Dan moet u hiervoor een formulier invullen. Dit formulier is verkrijgbaar in de hal van het gemeentehuis (Raadhuisplein 1, Soest) of via www.soest.nl. Het ingevulde en ondertekende formulier levert u, samen met de gevraagde bijlagen, in bij de afdeling Financiën en Informatie in het gemeentehuis. U kunt het ook per post sturen. U krijgt in beide gevallen van ons een ontvangstbevestiging. Beslissing en beschikking We beoordelen alle beschikbare gegevens en nemen zo spoedig mogelijk een beslissing. Wij laten u weten wat die beslissing is met een beschikking (een brief waarin staat of u wel of niet kwijtschelding krijgt). Als uw verzoek geheel of gedeeltelijk is toegewezen, staat in de beschikking vermeld hoeveel kwijtschelding u heeft gekregen. Ook staat aangegeven hoe het bedrag van de kwijtschelding met u wordt verrekend. Is uw verzoek afgewezen, dan staat in de beschikking waarom uw verzoek is afgewezen. Tevens is aangegeven hoe u de aanslag kunt betalen en hoe u een betalingsregeling kunt treffen. Vindt u dat de gemeente ten onrechte uw verzoek om kwijtschelding heeft afgewezen? Dan kunt u binnen tien dagen na dagtekening van de beschikking laten weten dat u het niet eens bent met de beslissing. Dit doet u door een zogenoemd ‘beroepschrift’ in te dienen bij de gemeente. Hierin dient u te vermelden dat u het niet eens bent met onze beslissing en waarom u het er niet mee eens bent. Dit beroepschrift dient u te sturen aan het hoofd van de afdeling Financiën en Informatie, Postbus 2000, 3760 CA Soest.
8 Meer informatie Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met de afdeling Financiën en Informatie van de gemeente Soest. De afdeling is tijdens werkdagen telefonisch bereikbaar tussen 8.30 uur en 17.00 op nummer (035) 6093 804.
9
BEREKENINGSSCHEMA BETALINGSCAPACITEIT NETTO INKOMSTEN per maand: Loon, pensioen of uitkering € Vakantiegeld (7% van uw netto inkomen) € Voorlopige Teruggaaf Belastingdienst € Studiefinanciering € Ontvangen alimentatie € Vergoeding kostganger(-s) € Inkomsten uit kamerverhuur € Overige inkomsten, bv eindejaarsuitkering € + Totaal inkomsten per maand UITGAVEN per maand: Huur/hypotheekrente € Premies ziektekostenverzekering € Aflossing belasting- of toeslagschulden € Betaalde alimentatie € + Subtotaal uitgaven € af: Normpremie ziektekosten1 € af: Zorgtoeslag € af: Woonlasten voor eigen rekening € _ af: Huurtoeslag € Totaal uitgaven per maand
€
€
-/-
Netto besteedbaar inkomen per maand
€
AF: Normbedrag (zie hoofdstuk 5)
€-/-
Betalingscapaciteit per maand € X 12 = Betalingscapaciteit per jaar € Als de hierboven berekende betalingscapaciteit € 0,00 of lager is, dan krijgt u in principe volledige kwijtschelding. Is het berekende bedrag groter dan € 0,00 dan moet u 80% hiervan inzetten voor de betaling van de belastingaanslagen. Is 80% van de betalingscapaciteit groter dan of gelijk aan het totaal bedrag voor de door u te betalen gemeentelijke belastingen, dan krijgt u geen kwijtschelding. 1
10
€ 39,00 normpremie alleenstaande of alleenstaande ouder € 85,00 normpremie voor echtparen
Gemeente Soest
Postbus 2000 3760 CA Soest Telefoon : (035) 609 34 11 Internet : www.soest.nl E-mail :
[email protected]
01.2015
De inhoud van deze brochure is informatief en algemeen van karakter. U kunt hier geen rechten aan ontlenen.