GEMEENTE SINT-GILLIS BELASTING OP DE INSTELLINGEN VAN HET TYPE HOTEL, APARTHOTELS EN GEMEUBELDE LOGIES. Wijziging.
DE GEMEENTERAAD, Herzien zijn beraadslaging van 13 december 2007 betreffende het hernieuwen en wijzigen van het belastingsreglement van de belasting op de gemeubelde kamers in hotels en kosthuizen voor een termijn eindigend op 31 december 2011, alsook de wijziging van het punt 3.1.6 van zijn artikel 3 aangenomen door de Gemeenteraad op 18 december 2008; Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet; Gelet op artikels 117 en 118 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, en zijn wijzigingen; Gelet op het Koninklijke besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake bezwaarschrift tegen een gemeentebelasting, en zijn wijzigingen; Gelet op het algemene reglement van 29 mei 1997 betreffende de vestiging en de invordering van de gemeentebelastingen, en zijn wijzigingen; Gelet op de ordonnantie van 18 april 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 14 mei 1998, houdende regeling van het administratieve toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Gelet op het Regeringsbesluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 juli 1998, betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratieve Toezicht, en zijn wijzigingen; Gelet op de omzendbrief van 24 augustus 1998 betreffende de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratieve toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Gelet op het Decreet van 9 november 1990 betreffende de voorwaarden van uitbating van instellingen voor logies en hotels, en zijn wijzigingen; Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapcommissie van 5 oktober 2000 houdende wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 24 december 1990, houdende bepaling van de voorwaarden voor uitbating, de procedure van het behalen en intrekken van een uitbatingvergunning, de classificatie en het model van uithangbord van de hotelinstellingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juli 1987 houdende vaststelling van de voorwaarden voor de uitbating van de ondernemingen van logies en houdende regeling van de toekenning van de daartoe vereiste vergunningen, en zijn wijzigingen; Gelet op het jaarverslag van het jaar 2008 opgemaakt door het Observatorium voor Toerisme te Brussel; Gelet op de statistieken opgenomen in de verschillende hotelbarometers en uitgegeven in hetzelfde Observatorium met betrekking op het jaar 2009; Gelet dat het verslag en de statistieken laten blijken dat de prijzen alsook de bezettingsgraad van de hotels, die hun activiteiten op het territorium van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitoefenen, aanzienlijk verminderd zijn in de loop van het jaar 2009; Dat deze daling van de tarieven en de bezettingsgraad de instellingen in Sint-Gillis gedurende de jaren 2008 en 2009 meer geraakt hebben dan het gemiddelde van de instellingen gelegen in de andere Brusselse gemeenten in die zelfde periode;
1
Overwegend dat de instellingen in Sint-Gillis continu en consequent moeten investeren om de legale criteria, opgelegd door zowel de Vlaamse Regering als de Franse Gemeenschap, te kunnen uitvoeren en respecteren, wat voordelig is voor onze gemeente aangezien ze zo bijdragen aan de kwaliteit- en het comfortverbetering van logies voorgesteld aan hun klanten; Dat, bovendien, deze instellingen aan de basis liggen van de inkomsten ten voordele van de gemeente, net zoals hun klanten geacht worden dit te zijn voor de handelaars in Sint-Gillis; Gezien de belastingtarieven toegepast in onze Gemeente deel uitmaken van de tarieven geldend in de hogere middenklasse in de andere Brusselse gemeenten, waaronder die grenzend aan Elsene en Brussel Stad; Aangezien het, ook al hebben we een zekere autonomie op dit niveau, in het belang van de gemeente is om, zoveel mogelijk, aantrekkelijk te blijven met betrekking tot de andere gemeenten om de oprichting van nieuwe instellingen niet te stoppen of om de verhuis van de instellingen, die al op ons grondgebied aanwezig zijn, niet aan te moedigen; Overwegend dat de tarieven toegepast op de instellingen behorende tot categorie 5 niet moeten verlaagd worden aangezien ze, enerzijds, al verminderd werden voor de instelling met meer dan 100 kamers door een besluit van onze Gemeenteraad op 18 december 2008 en , anderzijds, voor de instellingen met minder dan 100 kamers al redelijk en in verhouding is met het belastbaar vermogen van de instellingen behorende tot deze categorie; Overwegend dat het niet meer nodig is om de tarieven, toegepast op de niet geklasseerde instellingen, te verlagen omdat deze al laag genoeg zijn en tevens ook helemaal in verhouding zijn met het belastbaar vermogen van de instellingen behorende tot deze categorieën; Overwegend dat, anderzijds, een specifiek tarief moet voorzien worden voor de instellingen van het type hotel bestaande uit maximum 3 kamers wanneer deze verhuurd worden door een particulier, buiten elke beroepsactiviteit, in een gebouw waar hij gedomicilieerd is; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; BESLUIT: Artikel 1: Er wordt ten bate van de gemeente Sint-Gillis, vanaf 1 februari 2007 en voor een periode vervallend op 31 december 2010, een belasting ingesteld op de instellingen van het type hotel, aparthotels en gemeubelde logies. Artikel 2: In de zin van dit reglement, dient verstaan te worden onder: -
“Instellingen van het type hotel” : iedere accommodatie, wat ook zijn benaming is (hotel, herberg, motel, klein hotel, kosthuis, logement, logies met ontbijt, bed en breakfast, …) waar een betalend verblijf van minimum 1 overnachting aangeboden wordt en waar automatisch één of meerdere diensten verwant aan het hotelwezen inbegrepen zijn, zoals het ter beschikking stellen van linnen en/of lakens, het verbruik van maaltijden en dranken, …;
-
“Aparthotel” : iedere accommodatie, wat ook zijn benaming is (aparthotel, flathotel, residentie, studio, …) waar een betalend verblijf van minimum 1 overnachting aangeboden wordt met het ter beschikking stellen van een keuken of een kitchenette (privaat of gemeenschappelijk) en waar de mogelijkheid geboden wordt voor de klant om serviceprestaties te krijgen in voornoemde instelling via de uitbater of een tussenpersoon zoals het ter beschikking stellen van linnen en/of lakens, het verbruik van maaltijden en dranken, …;
2
-
“gemeubelde logies” : iedere kamer of appartement die geheel of gedeeltelijk gemeubeld werd door iemand anders dan de huurder, bestemd als verblijfplaats voor de huurder waarvan hij het vruchtgebruik heeft, hetzij exclusief hetzij in gemeenschap met andere bewoners van het gebouw bestemd voor verhuur (ongeacht of het bezit en het meubilair verhuurd worden op grond van éénzelfde huurcontract of een aparte overeenkomst, met betrekking op respectievelijk het gebouw en het meubilair, of dat het meubilair gratis ter beschikking wordt gesteld van de huurder), voor zover er geen serviceprestatie wordt aangeboden aan de huurder door de verhuurder of een tussenpersoon.
Artikel 3: De forfaitaire belasting is vastgesteld als volgt: 3.1.
De verhuur van kamers in een instelling van het type hotel :
3.1.1. Niet gerangschikte inrichting bestaande uit : 3 kamers of minder, indien deze door een particulier, buiten elke beroepsactiviteit, verhuurd worden in een gebouw waar hij gedomicilieerd is : € 100 per kamer, per jaar. Minder dan 100 kamers :
€ 400 per kamer, per jaar.
100 kamers en meer :
€ 720 per kamer, per jaar
3.1.2. Inrichting gerangschikt in categorie “1“ door de commissaris voor Toerisme van de Regering van de Franse Gemeenschap of in categorie «H1» door het Vlaams Commissariaat generaal voor Toerisme van de Vlaamse Executieve bestaande uit : Minder dan 100 kamers :
€
700 per kamer, per jaar.
100 kamers en meer :
€
880 per kamer, per jaar.
3.1.3. Inrichting gerangschikt in categorie “2“ door de commissaris voor Toerisme van de Regering van de Franse Gemeenschap of in categorie «H2» door het Vlaams Commissariaat generaal voor Toerisme van de Vlaamse Executieve bestaande uit : Minder dan 100 kamers :
€
970 per kamer, per jaar.
100 kamers en meer :
€ 1.325 per kamer, per jaar.
3.1.2. Inrichting gerangschikt in categorie “3“ door de commissaris voo Toerisme van de Regering van de Franse Gemeenschap of in categorie «H3» door het Vlaams Commissariaat generaal voor Toerisme van de Vlaamse Executieve bestaande uit : Minder dan 100 kamers :
€ 1.420 per kamer, per jaar.
100 kamers en meer:
€ 1.570 per kamer, per jaar.
3.1.5. Inrichting gerangschikt in categorie “4“door de commissaris voo Toerisme van de Regering van de Franse Gemeenschap of in categorie «H4» door het Vlaams Commissariaat generaal voor Toerisme van de Vlaamse Executieve bestaande uit : Minder dan 100 kamers:
€ 1.600 per kamer, per jaar.
100 kamers en meer:
€ 1.790 per kamer, per jaar.
3.1.6. Inrichting gerangschikt in categorie “5“door de commissaris voo Toerisme van de Regering van de Franse Gemeenschap of in categorie «H5» door het Vlaams Commissariaat generaal voor Toerisme van de Vlaamse Executieve bestaande uit : Minder dan 100 kamers:
€ 2.520 per kamer per jaar.
100 kamers en meer:
€ 3.000 per kamer, per jaar.
3
3.2.
De verhuur van kamers en/of appartementen in aparthotels :
3.2.1. Instelling bestaande uit minder dan 100 kamers en/of appartementen : € 1.060 per appartement en/of kamer per jaar; 3.2.2. Instelling bestaande uit 100 kamers en/of appartementen en meer: € 1.590 per appartement en/of kamer per jaar; 3.3.
Het ter beschikking stellen van gemeubelde logies : De belasting is vastgesteld op 200 euro per gemeubeld logies en per jaar.
3.4.
Het verhuren van kamers en/of appartementen, voor een periode korter dan één nacht : De jaarlijkse belasting is vastgesteld op 480 euro per kamer of appartement.
Artikel 4: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon, onder welke vorm of benaming ook, die de woningen verhuurt. De eigenaar(s) of zijn vruchtgebruiker(s) is(zijn) hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting verschuldigd door zijn huurder(s) wanneer deze in gebreke blijft(blijven). Artikel 5: Vallen niet onder de toepassing van dit reglement: 5.1. De ziekenhuizen, klinieken, dispensaria, liefdadigheidsinstellingen en woningen bestemd voor activiteiten voor maatschappelijke hulp en gezondheid zonder winstoogmerk en gesubsidieerd of erkend door de overheid; 5.2. De woningen dienend voor onderwijsinstellingen ingericht of gesubsidieerd door de overheid; 5.3. De woningen bestemd voor culturele of sportieve activiteiten zonder winstoogmerk en gesubsidieerd of erkend door de overheid; 5.4. De woningen bestemt, door openbare of private personen, tot collectieve huisvesting van wezen, senioren, gehandicapten of jongeren. Artikel 6: Het globaal bedrag van de belasting, berekend volgens de modaliteiten opgenomen in artikel 3, zal betaalbaar zijn in twaalfden. De belastingplichtige moet ieder twaalfde vereffend hebben binnen de 6 dagen na afloop van iedere maand. In geval van aanvang of van stopzetting van uitbating van een belastbare inrichting in de loop van het belastingsdienstjaar wordt de belasting opgesteld op basis van het aantal effectieve maanden van uitbating van deze inrichting, waarbij elk gedeelte van de maand voor een volledige maand aangerekend zal worden. Artikel 7: De betaling uitgevoerd als gevolg van de aangifte geschiedt onder voorbehoud van het recht van nazicht. Artikel 8: §1 Het Gemeentebestuur zendt ieder jaar aan de belastingplichtige een aangifteformulier, dat door deze behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, dient teruggezonden te worden vóór de datum vermeld op dit formulier, namelijk vijftien dagen. §2. De aangifte blijft geldig tot herroeping. Deze laatste dient schriftelijk betekend te worden aan de gemeentelijke belastingdienst.
4
§3. De belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen hebben moeten er één aanvragen bij de gemeentelijke belastingdienst, ten laatste op 31 december van het dienstjaar in kwestie, en dit ingevuld, gedateerd en ondertekend terug te zenden vóór de erop vermelde vervaldatum, namelijk vijftien dagen. §4. De belastingplichtige dient bij zijn aangifte alle bewijsstukken betreffende zijn statuut, zijn persoonlijke toestand of zijn verklaringen te voegen. Daarenboven dient hij, op vraag van het Bestuur en zonder verplaatsing, alle boeken en documenten voor te leggen die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de belasting. §5. In geval van wijziging van de belastbare basis zal, binnen de vijftien dagen na deze wijziging, een nieuwe aangifte moeten ingediend worden bij het Gemeentebestuur. Artikel 9: Elk gebrek aan verklaring binnen de door artikel 8 vastgestelde termijn en de afgifte van een onvolledige of onjuiste verklaring geven, na een zonder gevolg gebleven waarschuwing, aanleiding tot een aanslag van ambtswege vastgesteld op basis van alle afdoende elementen waarover het Gemeentebestuur kan beschikken. De van ambtswege ingekohierde bedragen worden vermeerderd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde of als verschuldigd geachte belasting. De ambtshalve vastgestelde belasting dient onmiddellijk betaald te worden. De inbreuken op voorliggend reglement worden vastgesteld door een beëdigde en daartoe speciaal door het College van Burgemeester en Schepenen aangestelde beambte. De processen-verbaal die deze opstelt zijn rechtsgeldig tot bewijs van het tegendeel. Artikel 10: Bij stopzetting of overlaten van het bedrijf, is de belasting betaalbaar binnen de vijf dagen na de stopzetting of het overlaten. Indien de fiscale rechten in gevaar zijn, is de belasting onmiddellijk opeisbaar. Artikel 11 De vestiging, de invordering en de geschillen betreffende deze belasting worden geregeld in overeenstemming met de wet van 24 december 1996, zoals gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de betwisting in fiscale zaken en de wet van 23 maart 1999 betreffende de juridische organisatie in fiscale zaken. De vestiging, de invordering en de geschillenregeling volgen bovendien de bepalingen terzake opgenomen in het algemeen reglement betreffende het vaststellen en innen van gemeentebelastingen aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 29 mei 1997 en zijn daaropvolgende wijzigingen.
5