Gemeente Oostzaan
Bestemmingsplan Kom
Commentaarnota inspraak en vooroverleg
April 2008
Kenmerk 0431-01-N06 Projectnummer 0431-01
Verwijderd: N01
Inspraak
Inhoudsopgave 1.
Inspraak 1.1. Thematische beantwoording 1.2. H. van Dijk, Jollenmakersweg 27 1.3. E.J. Ris, Lisweg 77, alsmede 6 gelijkluidende reacties 1.4. L.J.W. Hille, Kerkbuurt 102 1.5. L. de Boer, Kerkbuurt 100 1.6. H. Meinema, Zuideinde 12 1.7. J. Wolters, Dr. De Boerstraat 49 1.8. N. Kemink, Wakerstraat 29 1.9. J. Bakker, Anemoonstraat 11 1.10. J.S. De Haas, Noordeinde 9a 1.11. A. Klop, Irisstraat 20, 1.12. W.G. de Boer, Kerkstraat 51 1.13. De heer en mevrouw Bleij, Korenmolenstraat 15. 1.14. G. Veenhoven, Noordeinde 1. 1.15. K. Lust, Kerkstraat 229 1.16. J. Buijs, Kerkbuurt 59 1.17. J.P. Bone, Magda Janssenstraat 15, 1007 SR Zaandam 1.18. C. Jong, Zuideinde 82 1.19. R. Rood, Kerkbuurt 79 1.20. A.J. van der Heijden, Jollenmakersweg 10 1.21. Woningbouwvereniging Oostzaanse Volkshuisvesting, Postbus 38, 1510 AA Oostzaan 1.22. S.P. De Haas, Noordeinde 17 1.23. Woonzorg Nederland, Postbus 339, 1180 AH Amstelveen 1.24. E. van Loon, Kerkbuurt 34 1.25. D. Witbaard, Kerkstraat 6 1.26. W. Bongaardt, Kerkstraat 137 1.27. A.H. Straathof, Kerkbuurt 90 1.28. E. Stache, burgemeester Bratstraat 40 1.29. A. van Bezooijen, Zuideinde 84 1.30. E. Plug, Kerkbuurt 95 1.31. J. Meijn, Noordeinde 11 1.32. G. Visser, Kerkstraat 97 1.33. D.M.T. van Boxtel, en M.A. Fransen, Zuideinde 35 1.34. F.B.I. van Arensbergen, Kerkstraat 133 1.35. P. Gans, Topaas 30, Hoorn 1.36. G.R. Vels, Zuideinde 86 1.37. Woningstichting Eigen Haard, Postbus 67065, 1060 JB Amsterdam
1 1 3 4 4 4 5 5 6 6 6 8 12 12 13 13 14 14 15 15 15 17 19 19 21 23 23 24 24 24 24 26 26 27 28 29 29 29
1.38. Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC Tilburg, namens C.C.M. de Kruijk-Soonius, wonende Zuideinde 8 29 1.39. J. Vastenhouw-Klop, De Haal 4 30 1.40. Loyens & Loeff Advocaten, Postbus 2888, 3000 CW Rotterdam, namens Dirk van den Broek Supermarkten, Dirck III, Dirx Drogisterij en D-Reizen Vakantiewinkels 31 1.41. Frantzen Advocaten, Postbus 132, 1190 AC Ouderkerk a/d Amstel, namens de erven Meijn als eigenaar van Noordeinde 68a. 33 1.42. K. Olie en A. Olie-Conradsen, Anemoonstraat 7 34 2.
Overleg ex artikel 10 Bro 2.1. Provincie Noord-Holland 2.2. Inspectie Ruimtelijke Ordening Noord-West 2.3. Provinciaal Waterleidingsbedrijf Noord-Holland 2.4. NV Nederlandse Gasunie 2.5. Kamer van Koophandel Amsterdam 2.6. TenneT 2.7. Stadsregio Amsterdam-Noord 2.8. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2.9. Stadsdeelraad Amsterdam-Noord 2.10. Gemeente Zaanstad
36 36 38 40 41 42 43 44 44 48 48
1
1. Inspraak Het voorontwerp-bestemmingsplan Kom is, conform de Inspraakverordening van de gemeente Oostzaan, onderhevig aan inspraak. Zoals vastgelegd in de gemeentelijke inspraakverordening, heeft het plan 6 weken ter inzage gelegen (van 30 januari 2008 tot en met 11 maart 2008). Dit is op de gebruikelijke wijze gepubliceerd (Kompas en internetsite van de gemeente). Daarnaast is op 21 februari 2008 een inloop-/informatieavond gehouden. De terinzagelegging heeft geresulteerd in 47 inspraakreacties, waarvan 7 gelijkluidend. Alle reacties zijn hieronder kort samengevat en van commentaar voorzien.
1.1.
Thematische beantwoording
In het kader van de inspraakprocedures zijn door diverse insprekers opmerkingen gemaakt die betrekking hebben op een aantal thema’s. Deze thema’s worden hieronder afzonderlijk behandeld. Bij de beantwoording van de afzonderlijke inspraakreacties wordt vervolgens verwezen naar de thematische antwoorden. Bouwhoogten ontwikkelingslocaties Als voorbereiding op het bestemmingsplan Kom is een Notitie Gestapeld Bouwen opgesteld. Deze Notitie heeft als uitgangspunt gegolden voor de toegestane bouwhoogten van de in het voorontwerp-bestemmingsplan Kom opgenomen ontwikkelingen. De raadscommissie AZ heeft in haar vergaderingen van december 2007 en januari 2008 over deze Notitie gesproken. Vervolgens is de notitie (gelijktijdig met het voorontwerp-bestemmingsplan Kom) ter inzage gelegd. In het voorontwerp-bestemmingsplan is dus uitgegaan van het standpunt van een meerderheid in de raadscommissie (en derhalve de gemeenteraad). In het kader van beide procedures zijn reacties binnengekomen over de bouwhoogten, soms is men van mening dat de bouwhoogten niet overeenkomen met de karakteristieke lage bouwhoogten van Oostzaan, soms is met juist weer van mening dat er hoger gebouwd zou moeten worden. De gemeenteraad zal uiteindelijk in het kader van de Notitie gestapeld Bouwen een besluit moeten nemen over de gewenste bouwhoogten per ontwikkelingslocatie. Dit zal gelijktijdig plaatsvinden met het vrijgeven van het bestemmingsplan voor de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan. Op dit moment kan in het kader van het ontwerp-bestemmingsplan slechts rekening worden gehouden met het standpunt van de commissie AZ zoals dat in januari is ingenomen. Voor het ontwerp-bestemmingsplan betekent dit dat de in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen bouwhoogten worden gehandhaafd. Zonodig kunnen deze bouwhoogten worden aangepast bij de vaststelling van het bestemmingsplan indien de besluitvorming over de notitie Gestapeld Bouwen daar aanleiding toe geeft. Voor de behandeling van de inspraakreacties op beide plannen heeft het voorgaande ook gevolgen. De reacties die in het kader van het voorontwerp-bestemmingsplan Kom bij de gemeente zijn binnengekomen en die betrekking hebben op de bouwhoogten van de ontwikkelingslocaties zullen meegewogen worden bij de beantwoording van de reacties die zijn ingediend op de Notitie Gestapeld Bouwen. Dat wil derhalve zeggen dat ze in de voorliggende nota niet worden meegenomen.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: Dit zal in ieder geval gebeuren voordat het bestemmingsplan zal worden vastgesteld.
2
Herontwikkeling locatie Meijn Als voorbereiding op de mogelijke verplaatsing van Meijn naar een locatie bij de Verlengde Stellingweg is een uitvoerig onderzoek gedaan naar de mogelijke stedenbouwkundige invulling van de huidige locatie. Daarbij is rekening gehouden met het karakter van Oostzaan, de situering ten opzichte van het buitengebied, de verplaatsingskosten van het bedrijf, de kosten verbonden aan de sanering van de bodem en vele andere aspecten. De gemeente heeft in dat kader een aantal stedenbouwkundige randvoorwaarden gesteld. Deze hebben onder meer betrekking op het maximale aantal woningen (120), doorgaande slootstructuur naar het Noordeinde en het realiseren van sociale huur- en koopwoningen (30%). Over de bouwhoogte is het uitgangspunt dat er maximaal een beperkt aantal woningen in vier lagen gebouwd zouden kunnen worden (maximaal 12 meter), met dien verstande dat daarbij uitdrukkelijk aangetoond dient te worden dat deze noodzakelijk zijn voor de haalbaarheid van het plan. Het stedenbouwkundig model dat is opgesteld gaat nadrukkelijk uit van een realisering van de hogere bebouwing langs de Ringvaart, inpassing in de bestaande woonomgeving en een gescheiden afwikkeling van het verkeer over meerdere aansluitingen op het Noordeinde. Doordat het besluitvormingstraject over de verplaatsing van het bedrijf en dus ook de verdere uitwerking en concretisering van het stedenbouwkundig model nog niet is afgerond is het nu niet opportuun het model in het bestemmingsplan vast te leggen. Dit heeft er toe geleid dat de randvoorwaarden in het bestemmingsplan zijn aangegeven. De planontwikkeling zelf zal via een wijzigingsplan mogelijk worden gemaakt. In deze procedure is de rechtsbescherming van belanghebbenden gewaarborgd. Wonen op vaders erf Hoewel er ook een enkele negatieve reactie op de regeling is binnengekomen, zijn er toch verschillende reacties waarin wordt verzocht om de mogelijkheid toe te passen op de percelen van insprekers. De gedachte dringt zich op dat bij insprekers de indruk is ontstaan dat de regeling een ongeclausuleerde vrijbrief is voor het bouwen van woningen op het achtererf. De gemeente wil op deze plaats daarom nogmaals benadrukken dat dit niet het geval is. De regeling is bedoeld voor familieleden met een sociale en/of medische indicatie. In de toelichting is reeds aangegeven dat de regeling mogelijk zal uitmonden in een beleidsnota waarin de toepassing verder wordt gereguleerd. Momenteel wordt juridisch advies ingewonnen over de houdbaarheid en de handhaafbaarheid van de regeling. Indien het advies niet vóór de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan gereed is, zal een mogelijke aanpassing van de regeling (waartoe eventueel ook het schrappen van de regeling wordt gerekend) pas kunnen worden doorgevoerd bij de vaststelling van het plan. Het feit dat de regeling is toegekend aan percelen, of dat in deze commentaarnota positief is gereageerd op het toepassen van de regeling op bepaalde percelen, houdt op geen enkele wijze de belofte in dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan conform wordt besloten. Aan het in deze commentaarnota gestelde kan dan ook geen enkel recht worden ontleend.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
3
1.2.
H. van Dijk, Jollenmakersweg 27
1. Er geldt een maximale bouwhoogte van 13,2 meter (12 meter + 10%), ook voor de locatie Meijn/Schaft. Dat is ongewenst in een buitengebied als het Noordeinde. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Herontwikkeling locatie Meijn” en “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. Daaraan wordt toegevoegd dat de gemeente de mening -dat sprake is van een buitengebied- niet deelt. Door de aanwezigheid van Meijn is sprake van een stedelijke omgeving die door het realiseren van woningbouw alleen maar verbetert. 2. De Jollenmakersweg tegenover de locatie Meijn/Schaft wordt straks het centrum van het gebied Roemersloot/Meijn/Schaft. De heer Van Dijk vreest daarom hoogbouw recht tegenover zijn woning. Bouwen tot 3 lagen in het centrum van de locatie Meijn/Schaft is wel acceptabel. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. 3. Ontsluiting van de locatie Meijn/Schaft mag niet via de Jollenmakersweg plaatsvinden. Die weg is nooit bedoeld als ontsluitingsweg voor een andere wijk. Dat leidt tot een onaanvaardbare verkeersdruk en tot parkeerproblemen. Reactie: Als voorbereiding op de mogelijke verplaatsing van Meijn naar een locatie bij de Verlengde Stellingweg is een uitvoerig onderzoek gedaan naar de stedenbouwkundige invulling van de huidige locatie. Hoewel de verkeersafwikkeling volgens het laatste stedenbouwkundige model gedeeltelijk aan zal sluiten op de Jollenmakersweg, gaat het hierbij om een beperkt aantal woningen. De verkeersintensiteit zal daardoor op (het begin van) de Jollenmakersweg zeer beperkt toenemen. De situatie die uiteindelijk zal ontstaan is die van een weg waar aan beide zijden woningen staan. De situatie is dan gelijk aan de andere ontsluiting van de Jollenmakersweg op het Noordeinde waar eveneens geen problemen optreden. De gemeente deelt de zorg over de ontsluitingsweg dan ook niet. Het parkeren zal binnen de locatie Meijn zelf worden opgelost. Daarbij is rekening gehouden met een parkeernorm van 1,8 parkeerplaats per woning. De gemeente is daarom van mening dat er geen problemen zullen ontstaan voor de bewoners van Roemersloot. Tot slot wil de gemeente opmerken dat in het bestemmingsplan gekozen is voor een systematiek (wijzigingsplan) die de inpassing van het project in de toekomst mogelijk maakt. Het wijzigingsplan doorloopt een procedure waarbij belanghebbenden hun mening kunnen geven en zij kunnen toetsen of aan alle wettelijke bepalingen is voldaan. 4. Inspreker is van mening dat het terrein Schaft als buffer dient te blijven bestaan tussen het terrein van Meijn en Roemersloot. Reactie:
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
4
De gemeente is juist van mening dat het (op termijn) opheffen van bedrijfsmatige activiteiten bijdraagt aan het verbeteren van het woon- en leefklimaat. Door de locatie Schaft in de toekomst te kunnen herontwikkelen ontstaat dan een aaneengesloten woongebied van hoge kwaliteit, zonder dat sprake is van verstorende bedrijfsactiviteiten. 5. Zoek naar een andere oplossing binnen het huidige voorstel voor het Meijn/Schaftterrein. Reactie: Rekening houdend met het intensieve voortraject is de gemeente van mening dat een bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van een hoogwaardig woonmilieu en dat er ruimte wordt geboden voor starters op de woningmarkt. Andere oplossingen zijn op dit moment dan ook niet aan de orde.
1.3.
E.J. Ris, Lisweg 77, alsmede 6 gelijkluidende reacties
De gelijkluidende reacties zijn ingediend door: C. Buijs, De Glazenmakerstraat 34; J.C. Gortenmulder, Lisweg 265; J. Lust, Anemoonstraat 2; gemeenteraadsfractie PvdA Oostzaan, Lisweg 83; Mw. Lammers, Lisweg 263; Mw. A.W.A Dobma-de Vos, namens Cliëntenraad Evean Lishof, Lisweg 253. 1. Op de locaties “Rabobank” en “bibliotheek” moet een bouwhoogte van 12 meter toegestaan worden in plaats van 9 meter. Dat geeft de mogelijkheid om hier meer zorgwoningen te realiseren, hetgeen nodig lijkt door de toenemende vergrijzing en de afname van het aantal zorgplaatsen in de Lishof. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”.
1.4.
L.J.W. Hille, Kerkbuurt 102
1. Bij perceel Kerkbuurt 102 is de plankaart onjuist. De schuur en de berging van Kerkbuurt 102 zijn ingetekend als zouden zij behoren bij de bedrijfsruimte van Kerkbuurt 104. Reactie: De plankaart wordt op dit onderdeel aangepast.
1.5.
L. de Boer, Kerkbuurt 100
1. Bij perceel Kerkbuurt 100 is de plankaart onjuist. Een deel van de bijgebouwen van Kerkbuurt 100 is ingetekend als zou die behoren bij de bedrijfsruimte van Kerkbuurt 104. Reactie: De plankaart wordt op dit onderdeel aangepast.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
5
1.6.
H. Meinema, Zuideinde 12
1. De woning Zuideinde 12 staat ingetekend als vierkantje met een aanduiding van de goot- en nokhoogte. De aangegeven grondvorm correspondeert niet met de werkelijke vorm van de woning, deze is namelijk groter dan op de plankaart aangegeven. Reactie: Op de plankaart wordt de hoofdvorm van de woning in het bouwvlak opgenomen. Eventuele aan- en uitbouwen zijn op deze wijze in de erfregeling opgenomen. Dit is gebeurd omdat anders bij iedere aanpassing van het bestemmingsplan steeds weer grotere bouwblokken zouden ontstaan en de erfbebouwing bij iedere planherziening opnieuw zou “starten”. In onderhavig geval is echter sprake van de hoofdvorm van het gebouw. Het bouwblok op de plankaart zal dan ook worden aangepast.
1.7.
J. Wolters, Dr. De Boerstraat 49
Stelt een aantal vragen over de ontwikkeling van woningbouw op de locatie “Korenaar”. 1. Zal de gestapelde bebouwing de winterzon op mijn tuin en huis beperken? Reactie: De eengezinswoning Dr. De Boerstraat 49 is minimaal 75 meter van de bebouwing op de locatie “Korenaar” gelegen. Gelet op de beoogde bouwhoogte van het nieuwbouwproject (drie bouwlagen) zal er geen vermindering van zon- en lichtinval plaatsvinden. Daar dient aan te worden toegevoegd dat de winterzon in een stedelijke omgeving vaak tot schaduw leidt. Daar is niets bijzonders aan en kan dan ook niet worden voorkomen. 2. Zal de toe te nemen verkeersdrukte invloed hebben op de nieuwe zwevende riolering? Reactie: De verkeersdruk in de omgeving van de locatie Korenaar zal slechts marginaal toenemen door de realisering van 27 woningen. Dit zal geen invloed hebben op de riolering. 3. Komen de fietsers van en naar school niet in het gedrang? Reactie: De verkeersdruk in de omgeving van de locatie Korenaar zal slechts marginaal toenemen door de realisering van 27 woningen. Aan de zuidkant (Bloemenbuurt) zijn de school en het schoolterrein al bereikbaar via een eigen bruggetje voor fietsers en voetgangers. De brug aan de noordkant (Doktersbuurt) is ook alleen bestemd voor fietsers en voetgangers. Vermeld kan nog worden dat in het kader van het nieuwe gemeentelijk verkeer- en vervoersplan speciale aandacht zal worden besteed aan de verkeersveiligheid rond de Oostzaanse basisscholen (veilige schoolzones). 4. Beïnvloedt de bouw van een ondergrondse garage de grondwaterstand? Reactie: De bouw van een halfondergrondse garage zal geen invloed hebben op de grondwaterstand.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: Bloemenbuurt Verwijderd: . Voor de toegang tot Verwijderd: beschikt de school aan de kant van de Bloemenbuurt al over
6
1.8.
N. Kemink, Wakerstraat 29
1. Er ontbreekt een visie over de herinrichting van het Zuideinde voor wat betreft zaken als wegbreedte, parkeerplaatsen, stoepbreedte en fietsstroken. Reactie: In dit bestemmingsplan is de huidige inrichting van het Zuideinde uitgangspunt geweest. In het kader van het gemeentelijk verkeer- en vervoersplan zal een studie worden uitgevoerd naar alle knelpunten op het Zuideinde en mogelijke oplossingen. Overigens maakt dit bestemmingsplan een flexibele inrichting mogelijk doordat de gehele verblijfsruimte in de bestemming Verkeer of de bestemming Verkeer en Verblijf valt. Op deze wijze kan de openbare ruimte te allen tijde worden aangepast aan de eisen van de tijd. 2. Als er geen tekeningen beschikbaar zijn is het moeilijk te beoordelen of de bebouwing op de locaties “bibliotheek” en “Rabobank” 3 of 4 lagen hoog moet worden. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogte ontwikkelingslocaties”.
1.9.
J. Bakker, Anemoonstraat 11
1. Gestapeld bouwen is niet passend op de locaties “Meijn” en “Korenaar”. Er wordt voorbijgegaan aan het landelijk karakter van natuur- en recreatiegebied Het Twiske en horizonvervuiling. Herhaal niet de stedenbouwkundige vergissing die Roemersloot is. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Herontwikkeling locatie Meijn”. 2. De visie op gestapeld bouwen geeft terecht aan dat de locaties Gemeentewerf en Lishof een bouwhoogte van 10 respectievelijk 12 meter kunnen verdragen. Reactie: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Er ontbreekt een nadere invulling voor de locatie “Korenaar”. Ontzie bij de uitwerking van met de aan- en afvoerwegen de bestaande groenvoorzieningen en maak zoveel mogelijk gebruik van de bestaande ontsluitingen (bruggen) van het gebied. Reactie: Voor het gebied is reeds een ontwerp gemaakt. Omdat de definitieve situering van de woningblokjes nog niet bekend is kan het bouwplan nog niet op de plankaart van het bestemmingsplan worden ingetekend. Gekozen is voor een systematiek die dat in de toekomst mogelijk maakt.
1.10. J.S. De Haas, Noordeinde 9a 1. De bestaande parkeerstrook en de speelvoorziening op de Jollenmakersweg bij de locatie “Schaft” moeten behouden blijven indien de locatie Schaft wordt bebouwd met maximaal 10
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
7
woningen. Reactie: Zoals reeds bij de beantwoording van 1.2 onder 3. is aangegeven m.b.t. de locatie Meijn, zal ook op de locatie Schaft het parkeren binnen de locatie zelf worden opgelost. Daarbij zal rekening worden gehouden met een parkeernorm van 1,8 parkeerplaats per woning. 2. Als de locatie “Meijn” ontwikkeld wordt kan de Jollenmakersweg (d.w.z. het noord-zuid gerichte gedeelte) doorgetrokken worden voor de ontsluiting. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Herontwikkeling locatie Meijn”. 3. Het perceel Noordeinde 9a valt nu geheel binnen het bestemmingsplan Buitengebied-Noord en kent de bestemmingen W (Wonen) en Al (Agrarisch gebied met landschapswaarden). Het deel met de woonbestemming wordt nu in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen, maar er is met de scheidingslijn geschoven. Het woonperceel is kleiner geworden, terwijl het huidige Al-gedeelte van het perceel als gazon en tuin in gebruik is en niet voor agrarische doeleinden wordt gebruikt. Het lijkt, als ook naar de andere percelen van het Noordeinde wordt gekeken, of er naar willekeur een bestemmingsgrens is getekend. Het terrein van voorheen Rep&Roozendaal kent een veel diepere bebouwing vanaf de weg. Alle Oostzaners hebben recht op een gelijke behandeling. Voorgesteld wordt dan ook om voor alle percelen op het Noordeinde de bestemmingsgrens voor wonen te trekken op de zelfde afstand als op het terrein van voorheen Rep&Roozendaal. Reactie Met het opstellen van het bestemmingsplan Kom geeft de gemeente Oostzaan onder meer gevolg aan de opdracht om de door de provincie Noord-Holland aangegeven rode contouren te vertalen in een bestemmingsplan. Daarom is er voor gekozen om de rode contour vast te leggen via de begrenzing van het bestemmingsplan Kom. Dit betekent inderdaad dat de westelijke zijde van (een deel van) de Kerkbuurt en (een deel van) het Noordeinde in het bestemmingsplan Kom zijn opgenomen. Datzelfde geldt overigens ook voor het westelijke en noordelijke deel van de Kerkstraat. Daarmee wordt een duidelijke scheiding aangebracht tussen het ruimtelijke beleid voor de bebouwde kom en het buitengebied. De begrenzing is dus zeker niet willekeurig. Overigens betekent dit bovendien niet dat de bestemming van het gedeelte van het perceel dat in het bestemmingsplan Buitengebied-Noord is gesitueerd daarmee wijzigt. Het totale oppervlak van de in dat plan aangegeven erf zal derhalve niet wijzigen. Het door inspreker geconstateerde gevolg dat daardoor bij elkaar horende percelen of perceelsdelen in verschillende bestemmingsplannen komen te liggen is op zich niet ongewoon. De gemeente is zich er echter van bewust dat het ook nadelen heeft, bijvoorbeeld bij het toepassen van de bebouwingsbepalingen uit beide bestemmingsplannen. Daarom zullen de percelen of perceelsdelen die in het bestemmingsplan Buitengebied vallen en die daarin de bestemming Wonen (of ander stedelijke functie) hebben, in het nieuwe bestemmingsplan voor de bebouwde kom worden opgenomen. De situering van de rode contour zal in de toe-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
8
lichting van het plan nader worden verklaard. De percelen (of delen daarvan) met een landelijke functie worden niet in het bestemmingsplan Kom opgenomen en zullen te zijner tijd worden meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied-Noord. Met voorgaande aanpassing wordt dus tegemoet gekomen aan de wens van inspreker om de erven binnen het bestemmingsplan Kom op te nemen, maar wordt niet tegemoet gekomen aan een bestemmingswijziging van de achterliggende percelen. De percelen met de Albestemming in het bestemmingsplan Buitengebied-Noord worden in ieder geval niet in het bestemmingsplan Kom opgenomen. 4. In relatie tot de voorgenomen bebouwing van het terrein Schaft vraagt inspreker zich af of de parkeerplaatsen aan de Jollenmakersweg worden gehandhaafd. Deze parkeerplaatsen worden ook door bewoners van het Noordeinde gebruikt. Reactie: Op de locatie Schaft zal het parkeren binnen de locatie zelf worden opgelost. Daarbij zal rekening worden gehouden met een parkeernorm van 1,8 parkeerplaats per woning. De huidige parkeerplaatsen dienen zonodig te worden gecompenseerd indien deze vanwege de planvorming dienen te worden verwijderd.
1.11. A. Klop, Irisstraat 20, Zoals blijkt uit een handtekeningenlijst is deze inspraakreactie mede namens een dertigtal bewoners van de Bloemenbuurt ingediend en gericht op het plan Korenaar en het voorontwerpbestemmingsplan Kom. Mevrouw Klop heeft binnen de daarvoor gestelde termijn ook een reactie gegeven op het voorontwerp-bestemmingsplan Kom en de Visie gestapeld bouwen. Hieronder zijn beide reacties samengevoegd. 1. Op 28 november 2007 is er een informatieavond over de bouwplannen op de locatie Korenaar gehouden. Door de wethouder is een schriftelijke bevestiging beloofd van de gedane toezeggingen evenals een verslag van de avond. Deze belofte is (nog) niet nagekomen. Reactie: Deze reactie heeft geen betrekking op dit bestemmingsplan en wordt derhalve voor kennisgeving aangenomen. 2. De tijdelijke bouwweg moet via de formele procedures vergund worden. Reactie: Wanneer vergunningen, ontheffingen of vrijstellingen benodigd zijn, zullen uiteraard de daartoe vereiste procedures worden doorlopen. 3. Het gemeentebestuur moet zich houden aan het besluit van 13 februari 2003 waarin is besloten aan de kapvergunning de voorwaarde te verbinden dat er pas gerooid mag worden als alle benodigde (bouw-)vergunningen zijn verleend en openbaar gemaakt. Reactie:
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: ter plaatse op een andere wijze Verwijderd: veiliggesteld
9
De aan de kapvergunning verbonden voorwaarden staan niet ter discussie en zullen worden nageleefd en gehandhaafd. 4. Niet duidelijk is waarom de locatie Korenaar als uit te werken woongebied is opgenomen, terwijl er al uitgewerkte bouwplannen bekend zijn. Reactie: Er is inderdaad een bouwplan ingediend voor de locatie Korenaar, maar de exacte situering van de bebouwing en de watergangen staat nog ter discussie in verband met eisen die het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier stelt in het kader van de Watertoets. Zolang de indeling van het terrein niet duidelijk is kan die ook nog niet in het bestemmingsplan worden opgenomen. In artikel 18 zijn al randvoorwaarden voor de uitwerking opgenomen voor wat betreft het maximale aantal woningen en de maximale bouwhoogte. De uitwerking vindt plaats via de in artikel 29 lid 2 van het bestemmingsplan opgenomen procedure. 5. De gevolgen voor de voorgenomen hoogbouw op de locatie Korenaar zijn ingrijpend voor de buurt en de omgeving. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. 6. Inspreker is van mening dat er geen vrijstellingsprocedure voor de locatie Korenaar gevoerd zou moeten worden maar gewacht moet worden met de realisering tot het nieuwe bestemmingsplan is vastgesteld en goedgekeurd en de benodigde vergunningen voor de bouw en de bouwweg op wettelijk adequate wijze tot stand zijn gekomen. Reactie: Voor de locatie Korenaar is een procedure ex artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gestart. Dergelijke procedures geven belanghebbenden voldoende mogelijkheid om hun belangen te behartigen. Gelet op de tijd die benodigd is om de bestemmingsplan procedure te doorlopen is besloten om de (kortere) procedure van de vrijstelling te doorlopen. Een vrijstellingsprocedure heeft een zelfstandige plaats in de Wet op de Ruimtelijke Ordening gekregen, naast het bestemmingsplan. Het is volstrekt legitiem om een vrijstellingsprocedure te voeren, vooruitlopend op het onherroepelijk worden van een bestemmingsplan. 7. Het is te betreuren dat 9 bestemmingsplannen op één hoop wordt geveegd. Er moet rekening gehouden worden met de diversiteit in verschillende delen van het dorp. Reactie: Het naast elkaar bestaan van 9 verschillende bestemmingsplan met verschillende gebruiksen bouwregels is erg ondoelmatig. Het geeft de burgers ook geen gelijke en eenduidige behandeling. Het feit dat deze plannen van elkaar verschillen is zeker geen uiting van de diversiteit, maar eerder een ongewenst gevolg van de verschillende jaartallen waarin deze plannen tot stand zijn gekomen. Met het nieuwe bestemmingsplan ontstaat er een eenduidig beleidskader voor de ruimtelijke ontwikkeling en het beheer. Het plan voldoet ook aan de nieuwste eisen die de wetgever daaraan stelt.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
10
8. De ontwikkelingen m.b.t. nieuwbouw op locaties als Korenaar, Honig (Kerkbuurt 28-32), Roemersloot en Meijn hebben een te stedelijk karakter. Negen meter bouwhoogte aan het lint is het maximale gelet op de karakteristiek van de lintbebouwing. Gestapelde bouw aan de randen van Het Twiske geeft een te grote inbreuk op dit beschermde natuur- en recreatiegebied. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. 9. In november 2007 is gepubliceerd dat een bouwaanvraag voor de locatie Korenaar is ingediend. Die is in strijd met het geldende bestemmingsplan. De publicatie is daarom niet correct, de aanvraag had als een artikel 19 gepubliceerd moeten worden. Reactie: De opmerking heeft geen betrekking op het bestemmingsplan en wordt derhalve voor kennisgeving aangenomen. 10.Hoogbouw langs de Ringvaart van Het Twiske betekent een aantasting van dit kwetsbare natuurgebied. Waarom staat de locatie Korenaar waarin hoogbouw is opgenomen niet vermeld als mogelijke locatie voor gestapeld bouwen? Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. 11.Bij project De Korenaar wordt geen rekening gehouden met de verhouding 70/30 voor vrije sector/sociale sector. Het project zal gezien de te realiseren verkoopprijzen niet bijdragen aan het woningtekort voor starters Reactie: De locatie Korenaar maakt onderdeel uit van een drietal samenhangende ontwikkelingen. De Korenaar (school), het Luchtkasteel (kinderdagverblijf), woningbouw Grashof en de hier bedoelde woningbouwlocatie bevatten in totaal 37 woningen, waarvan 10 in de sociale sector. Gesteld kan worden dat het percentage van 30% benaderd wordt. Dat het percentage niet geheel benaderd wordt is, gelet op het omvangrijke maatschappelijke programma, niet vreemd. Overigens heeft de opmerking geen betrekking op het bestemmingsplan en wordt derhalve voor kennisgeving aangenomen. 12.De ontwikkeling op de locatie Honig is te grootschalig. Dit plan is ingetekend als huidige situatie, hetgeen uiteraard niet waar is; er loopt momenteel een artikel 19 procedure. De percelen komen voor op de archeologische waardenkaart. Reactie: Vooruitlopend op de vaststelling van het bestemmingsplan wordt een artikel 19 procedure doorlopen. In dat kader is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. In deze ruimtelijke on-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
11
derbouwing is aandacht besteed aan het noodzakelijke onderzoek. Daaruit is gebleken dat er geen belemmeringen zijn voor het realiseren van het bouwplan. Dit is voor de gemeente aanleiding geweest de planologisch-juridische mogelijkheden te scheppen om het bouwplan te kunnen realiseren via het bestemmingsplan. Op deze wijze kan het planologisch beheer ook via dit bestemmingsplan plaatsvinden. 13.Wonen op vaders erf is op zich een goede ontwikkeling, maar er zitten de nodige haken en ogen aan. Speculatie is moeilijk te voorkomen, het niet toestaan van een eigen inrit zal speculatie echt niet voorkomen. Om speculatie tegen te gaan kan gedacht worden aan een constructie hoofdwoning/zusterwoning, die niet gescheiden verkocht mogen worden. Reactie: De gemeente is het met inspreekster eens dat het bestemmingsplan niet het goede podium is om speculatie tegen te gaan. De demotiverende randvoorwaarden die in het bestemmingsplan zijn opgenomen bieden geen waterdichte garantie op dit punt. Daarom is de gemeente van plan om medewerking aan een initiatief te verlenen als de initiatiefnemer zich conformeert aan de bedoelingen van de regeling. Dit zal wellicht via een privaatrechterlijke overeenkomst worden vastgelegd. De uitwerking van deze procedure zal dienen plaats te vinden in een algemene beleidsnota, die in ieder geval voor het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Kom dient te worden vastgesteld door de gemeenteraad. Overigens wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Wonen op vaders erf”. 14.Bestemmingsplan Kom is op onderdelen strijdig met het Streekplan Noord-Holland Zuid. Het streekplan laat ICT-beleid toe als er geen verzwaring van de leefomstandigheden plaats vindt. Maar de leefbaarheid gaat er met alle voorziene bouwontwikkelingen op achteruit (verkeersdruk, parkeerdruk, onvoldoende ontsluitingsmogelijkheden). Reactie: De afkorting ICT staat voor intensiveren, combineren en transformeren. Het is de gemeente niet duidelijk waarom inspreekster van mening is dat het uitplaatsen van bedrijven uit de bebouwde kom en het realiseren van vervangende woningen niet strookt met het ICT-beleid. Gelet op de herhaaldelijk uitgesproken bereidheid van de provincie om medewerking te verlenen aan de beoogde projecten, is de gemeente van mening dat de in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen juist passen binnen het ICT-beleid. 15.Oostzaan moet een leefbaar dorp blijven, groen met een kleinschalige bebouwing. De gemeente zou moeten zeggen “vol is vol, om de leefbaarheid te behouden gaan we niet verder uitbreiden”. Financiële argumenten alleen mogen geen reden zijn om Oostzaan te laten verworden tot een verstedelijkte uitloper van Zaandam of Amsterdam. Reactie: Juist de leefbaarheid is het uitgangspunt geweest voor de uitplaatsing van de bedrijven. Dat financiële overwegingen een rol spelen bij de herontwikkeling van de gronden behoeft niemand te verbazen. Maar dat is wat anders dan dat uitsluitend financiële overwegingen een rol spelen. Belangrijke doelen zijn het realiseren van voldoende woningbouw en een goed vestigingsklimaat voor de Oostzaanse ondernemers.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
12
1.12. W.G. de Boer, Kerkstraat 51 1. De heer De Boer is in de gelegenheid een stuk weiland achter zijn woning en de woning Kerkstraat 53 te kopen. Gevraagd wordt om de bestemmingslijn aan de zuidzijde van de percelen Kerkstraat 45 en Kerkstraat 55 door te trekken, zodat een groter bestemmingsvlak voor wonen ontstaat voor het perceel Kerkstraat 51. Het verzoek is vervolgens om dan de Wonen op vaders erf regeling op dit perceel toe te passen en aan te geven of daar dan daadwerkelijk een extra woning gerealiseerd mag worden. Reactie: Aangezien inspreker geen eigenaar van de betreffende grond is zal de gemeente in het kader van dit bestemmingsplan geen medewerking verlenen aan het wijzigen van de bestemming van de gronden. Indien op een later tijdstip concrete plannen worden ontwikkeld en inspreker dan ook eigenaar van de gronden is geworden, kan de gemeente eventueel medewerking verlenen. Benadrukt dient hier nog te worden dat aan de regeling “Wonen op vaders erf” strikte randvoorwaarden zijn verbonden. Het gaat daarbij zeker niet om het bouwen van een woning op het achtererf om economische redenen. Voorts wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Wonen op vaders erf”.
1.13. De heer en mevrouw Bleij, Korenmolenstraat 15. 1. Het bestemmingsplan zou ruimte moeten bieden voor de woonwensen van de huidige en toekomstige generaties. Op een aantal locaties (als Kerkbuurt 67/69 en Kerkstraat 110) zijn de toegestane goot- en bouwhoogten lager dan die van de bestaande woningen. Vraag is om in het bestemmingsplan de toegestane goot- en bouwhoogten voor woningen te verruimen, dan wel bepalingen op te nemen om bij sloop en herbouw ruimere bouwmogelijkheden te bieden. Reactie: In het bestemmingsplan is voor bestaande gebouwen tenminste de huidige goot- en nokhoogte als uitgangspunt genomen. Van de door inspreker genoemde afwijking is alleen bij Kerkbuurt 69 sprake van een iets te laag aangegeven goot- en bouwhoogte. Op de kaart van het bestemmingsplan zullen deze worden aangepast (3/5 meter). In artikel 28, lid 1 en lid 2 is een regeling opgenomen om woningen in het dorpslint die daarvoor in aanmerking komen te kunnen laten voldoen aan hedendaagse eisen van woon- en leefcomfort. De door inspreker gewenst flexibiliteit zit dus reeds in het plan. 2. Insprekers willen graag voor het perceel Brasem 31 een mogelijkheid zien om de woning te vergroten door een opbouw op de huidige uitbouw aan de rechterzijde te realiseren, zoals op een bijgevoegde tekening aangegeven. Reactie: Het door insprekers bijgevoegde plan lijkt de gemeente op het eerste gezicht een sympathiek en met zorg bedacht plan. Ook de welstandscommissie stond niet afwijzend tegenover dit voorstel. Wel heeft de commissie geadviseerd om alleen op de hoekkavels een dergelijke verbijzondering toe te staan. Probleem bij een dergelijke ontwikkeling is het individuele ka-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
13
rakter. De Brasem is evenals de Grutto en de Kieviet als één stedenbouwkundig en architectonisch geheel ontworpen. Individuele uitbreidingen (zeker wanneer deze alle een verschillende uitvoering kennen) zijn niet per definitie gewenst. Dit zou te voorkomen zijn met een standaard-bouwplan. Bij nadere beschouwing van de situatie lijkt dit echter niet mogelijk om aan de door de welstandscommissie gesuggereerde mogelijkheden voor hoekkavels een praktische en vooral eenduidige uitleg te geven. Het probleem zit in de situering van de bestaande aanbouw (de zijde waaraan de ontwikkeling zou moeten plaatsvinden) in relatie tot de “hoek”. Niet in alle gevallen blijkt sprake te zijn van een goede oriëntatie van de bestaande aanbouw. Hierdoor zou slechts in enkele gevallen worden voldaan aan het welstandsadvies. De voor de ontwikkeling op basis van deze criteria aan te wijzen percelen kunnen niet door een eenduidige stedenbouwkundige motivering worden ondersteund. Rekening houdend met deze onduidelijkheden zal de gemeente dan ook niet medewerken aan het aanpassen van de ter plaatse aangegeven goot- en/of bouwhoogte. Dit zou tot een gevoel van willekeur kunnen leiden bij andere initiatiefnemers en een precedentwerking kunnen hebben.
1.14. G. Veenhoven, Noordeinde 1. 1. De heer Veenhoven beheert met enkele familieleden ongeveer 20 hectare veenweidegebied in het Oostzanerveld. Momenteel vindt de hooiopslag elders plaats, op een perceel van zijn ouders. Om het beheer van de weilanden zeker te stellen als die locatie niet meer beschikbaar is, verzoekt de heer Veenhoven om in het bestemmingsplan de mogelijkheid op te nemen dat de oude hooiberg op het perceel Noordeinde 1 herbouwd kan worden (bij het verzoek zijn de nodige foto’s en tekeningen gevoegd). Reactie: Rekening houdend met het belang dat met het beheer van het Oostzanerveld is gediend en mede gelet op het historisch argument dat de hooiberg in het verleden reeds aanwezig is geweest, is de gemeente bereid medewerking aan het initiatief te verlenen. Op de plankaart en in de voorschriften zal de realisering van het bouwwerk mogelijk worden gemaakt.
1.15. K. Lust, Kerkstraat 229 1. Inspreker vraagt om de regeling Wonen op vaders erf op het perceel Kerkstraat 229 van toepassing te verklaren. Het oorspronkelijke perceel heeft een oppervlak van 710 m2. Reactie: Benadrukt dient hier nog te worden dat aan de regeling “Wonen op vaders erf” strikte randvoorwaarden zijn verbonden. Het gaat daarbij zeker niet om het bouwen van een woning op het achtererf om economische redenen. Vooralsnog betekent een aanduiding op de plankaart dan ook zeker geen garantie dat uiteindelijk medewerking zal worden verleend aan het bouwplan. De criteria die gelden bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid zijn slechts ruimtelijk van aard. De gemeente beraadt zich momenteel nog over de wijze waarop misbruik kan worden voorkomen, dan wel worden bestraft. In dat kader wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Wonen op vaders erf”. Vooralsnog lijkt het perceel in ieder geval aan de ruimtelijke voorwaarden te voldoen. De aanduiding zal op de plankaart worden opgenomen.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: onmogelijk omdat de woningen met een hoekverdraaiing in de plattegrond nooit
Verwijderd: standaard zouden Verwijderd: voldoen. De Verwijderd: zal
14
1.16. J. Buijs, Kerkbuurt 59 1. Gezien de huidige milieuregelgeving zijn er geen mogelijkheden meer voor een goede agrarische bedrijfsvoering op het perceel Kerkbuurt 59/61. Verzoek om een woonbestemming op het perceel te leggen. Dit biedt kansen voor een bedrijfsverplaatsing en een passende woonontwikkeling op het perceel. Reactie: Momenteel is nog geen sprake van bedrijfsverplaatsing. Indien deze verplaatsing een concreet karakter krijgt zal het verzoek in overweging worden genomen. Indien dit na de vaststelling van het bestemmingsplan Kom gebeurt, zal overeenkomstig de dan geldende Wet ruimtelijke ordening een projectbesluit dienen te worden genomen.
1.17. J.P. Bone, Magda Janssenstraat 15, 1007 SR Zaandam 1. In het bestemmingsplan wordt met bouwvlakken aangegeven waar gebouwd mag worden. Per bouwvlak wordt een maximale goot- en nokhoogte voorgeschreven. Hierdoor is een uniforme toetsing van de bouwregels niet mogelijk, omdat steeds andere voorschriften gelden. Dat is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Ook worden met dit systeem van bouwvlakken andere voorschriften uit de Bouwverordening overtreden, bijvoorbeeld ten aanzien van voorgevelrooilijnen. Nu het bestemmingsplan voorrang heeft op de bouwverordening, zouden hierdoor bij nieuwbouw regels uit de bouwverordening gelegaliseerd overtreden kunnen worden. Reactie: Het bestemmingsplan geeft per perceel maximale goot- en nokhoogten, onder meer om het karakter van de gebouwde omgeving te kunnen behouden. Het is juist niet de bedoeling om er een uniforme bouwmogelijkheid te bieden. Van strijd met het gelijkheidsbeginsel is geen sprake. De stedenbouwkundige bepalingen van de Bouwverordening wijken voor de bepalingen van het bestemmingsplan, dat is wettelijk geregeld. Van overtreding van de Bouwverordening op dit punt is dan ook geen sprake. 2. Het bouwvlak op perceel Kerkbuurt 46 wordt willekeurig weergegeven. De bouwgrenzen worden niet bepaald door de inmiddels gesloopte oude woning en ook niet volgens de reeds verleende vrijstelling en bouwvergunning Reactie: De plankaart wordt aangepast aan het nieuwe plan. 3. Alle in het verleden verleende vrijstellingen zouden in het nieuwe bestemmingsplan verwerkt moeten worden. Dat schrijft de wetgever voor, aangezien de mogelijke vrijstellingen zijn gereduceerd tot een kruimellijst. Ook zou het nieuwe bestemmingsplan rekening moeten houden met tegenstrijdigheden ten opzichte van de bouwverordening en overige wetgeving. Reactie: Voor het plangebied is, op enkele locaties na, de bestaande situatie uitgangspunt geweest voor de bestemmingsregeling. Daarmee zijn ook de in het verleden met een vrijstelling gere-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
15
aliseerde bouwplannen in dit bestemmingsplan verwerkt. Er kan geen sprake zijn van tegenstrijdigheden met de bouwverordening. De bouwverordening treedt terug voor wat betreft de stedenbouwkundige bepalingen als het bestemmingsplan hiervoor bepalingen bevat. Van tegenstrijdigheden met overige wetgeving (hogere regelgeving) kan in beginsel geen sprake zijn aangezien het bestemmingsplan zich naar die hogere regels moet richten.
1.18. C. Jong, Zuideinde 82 1. Het is zonde als de bibliotheek gesloopt wordt, maar het is nog erger als er hoogbouw voor in de plaats komt. Hoogbouw detoneert op deze plek in het oude lint, er zullen parkeerproblemen komen en de bezonning van omliggende percelen neemt af. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”.
1.19. R. Rood, Kerkbuurt 79 1. Het perceel Kerkbuurt 50/52 heeft volgens de plankaart de bestemming Wonen - Twee aaneengesloten. Aangezien er ook een kantoor gevestigd is zou dit de bestemming Gemengd moeten zijn. Reactie: Momenteel is er slechts een bestaand woonhuis (twee onder een kap) aanwezig. Binnen de bestemming is volgens de planvoorschriften een “aan huis verbonden beroep” mogelijk. De gemeente is van mening dat deze regeling de voldoende mogelijkheden biedt. 2. Inspreker heeft als mede-eigenaar van Zuideinde 90-92-94 bezwaar tegen hoogbouw op de locatie bibliotheek in verband met de lichtinval en parkeerproblemen. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. 3. Het perceel Kerkbuurt 79 heeft nu een gemengde bestemming. Wil dit graag in het nieuwe bestemmingsplan zo houden (i.p.v. de toegewezen bestemming Wonen - Vrijstaand. Reactie: Momenteel is op het adres Groothandel in Wild en Gevogelte Rood B.V. bekend. Een eerste én een tweede inventarisatie heeft geleid tot de conclusie dat er een woonhuis op het perceel is gevestigd. De bedrijfsfunctie zal in de vorm van een aan huis gebonden beroep worden uitgeoefend. De bestemming zal dan ook niet worden aangepast.
1.20. A.J. van der Heijden, Jollenmakersweg 10 1. De heer Van der Heijden is eigenaar van het perceel gemeente Oostzaan, C3622. Op dit perceel (gelegen tussen de Brasem en de Kerkstraat) rust nu de bestemming Groenvoorzieningen. In het nieuwe bestemmingsplan Kom is er een agrarische bestemming aan het perceel toegekend. De heer Van der Heijden is het hier om meerdere redenen niet mee eens en
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
16
verzoekt de bestemming niet in agrarisch te wijzigen. Hij heeft al in 2006 zijn plannen voor volkstuinen aan de gemeente kenbaar gemaakt en de realisatie daarvan op verzoek van de gemeente uitgesteld. Nu verrast de gemeente hem met een bestemmingswijziging. Door de ligging en de grootte van het perceel is economisch verantwoorde agrarische exploitatie onmogelijk. Reactie: In het vigerende bestemmingsplan Kolksloot uit 1987 is de bestemming inderdaad Groen. De ontwikkeling van een groenzone in verband met de toentertijd te realiseren woonwijk Kolksloot is echter nooit van de grond gekomen. Rekening houdend met de geïsoleerde ligging, de kosten van het herinrichten en de toch al groene omgeving, wordt geconcludeerd dat de bestemming Groen niet meer reëel is. Eigenlijk is het feitelijk gebruik van de gronden een soort uitloopgebied van de aangrenzende erven. Historisch gezien is het agrarisch gebied. De gemeente is van mening dat het gebruiken van de gronden als erf bij woningen tot ongewenste verdichting aanleiding geeft, wat vervolgens tot problemen zou kunnen leiden met bijvoorbeeld de Monumentenwet of de Flora- en faunawet. Datzelfde geldt voor de door inspreker geopperde volkstuinen. Ook is op deze functie van toepassing dat het gebied niet bereikbaar is. Doordat er in het vigerende plan in feite geen erfbebouwing mocht worden gerealiseerd is het gebied redelijk onbebouwd gebleven. Het gebied is dan ook bij uitstek geschikt om wat (klein)vee te houden. Dit past bij het oorspronkelijke gebruik van de gronden en het historische karakter van Oostzaan. Nu de bestemming Groen niet meer zal worden gerealiseerd is de bestemming Agrarisch derhalve de best denkbare oplossing. Daarbij moet niet gedacht worden aan volwaardige agrarische exploitatie want die is op het perceel niet mogelijk, daarover verschilt de gemeente niet van mening met inspreker. Op basis van de inspraakreactie 1.34, onder 2 is de gemeente evenwel tot de conclusie gekomen dat voor een klein deel van de gronden de bij de woningen behorende erven als zodanig bestemd zouden kunnen worden. Dit zou gelet op de situatie ter plaatse van de percelen 107 t/m 115 redelijk zijn. Omdat het perceel van inspreker geen relatie heeft met de voorliggende percelen is deze wijziging niet van toepassing op het betreffende perceel. 2. Een nieuwe ontwikkeling is het idee van de heer Van der Heijden om op de aaneengesloten percelen C3622, C1554 (van de gemeente) en C2320 (van de heer Gans) zorgwoningen, starterswoningen en/of sociale sectorwoningen te realiseren. Dit past goed binnen de doelstellingen van de gemeente, de WOV, Woonzorg Nederland en Evean. Derhalve vraagt de heer Van der Heijden om deze percelen te bestemmen als uit te werken woongebied dan wel de huidige bestemming Groenvoorziening te handhaven onder toevoeging van een wijzigingsbevoegdheid om in de nabije toekomst woningbouw op de percelen mogelijk te maken. Reactie: Onder de voorgaande opmerking is reeds gewag gemaakt van de geïsoleerde ligging van de percelen. Naast de problematische ontsluiting zijn er meerdere belemmeringen voor de ontwikkeling van woningbouw ter plaatse. Zonder uitputtend te willen zijn, kunnen onder meer genoemd worden: akoestische aspecten als gevolg van rijksweg 8, de belemmeringen als gevolg van de hoogspanningsleiding en mogelijke belemmeringen als gevolg van aanwezige
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
17
beschermde soorten. Wanneer op enig tijdstip in de toekomst concrete plannen ontstaan zal via een aparte planologische procedure (projectbesluit of anderszins) in de noodzakelijk juridisch-planologische inpassing kunnen worden voorzien. Op dit moment ziet de gemeente daar mede door de gesignaleerde belemmeringen (nog) geen aanleiding toe.
1.21. Woningbouwvereniging Oostzaanse Volkshuisvesting, Postbus 38, 1510 AA Oostzaan 1. Voor de locatie Meijn zou een te realiseren percentage huurwoningen genoemd moeten worden. Dat voorkomt dat er een dure elitewijk wordt gerealiseerd. De politiek roept telkens dat er huurwoningen voor jongeren moeten komen, maar laat het vervolgens afweten als er kansen zijn op dat gebied. Reactie: In de uitgangspunten voor de ontwikkeling is inderdaad een percentage (30%) opgenomen. Voorts wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Herontwikkleing locatie Meijn”. 2. De WOV heeft een volumeschets voor de locatie Rabobank ontwikkeld waarin meer woningen gerealiseerd kunnen worden dan het bestemmingsplan Kom mogelijk maakt. De toegelaten bouwhoogte van 9 meter voor de wijzigingslocatie Rabobank is te laag, waardoor de huurprijs van de woningen wordt opgedreven. Een hogere bouwmogelijkheid past prima op dit punt langs het Zuideinde. Reactie: In de Notitie gestapeld bouwen is inderdaad een lagere hoogte opgenomen dan de WOV graag wil. Dit heeft gevolgen voor het aantal woningen op deze locatie. Hierbij dient echter te worden bedacht dat het realiseren van voldoende parkeervoorzieningen en een algemene goede inpassing in de omgeving ook van belang is. De gemeente heeft niet alleen de taak om voor voldoende woningen te zorgen maar ook de leefbaarheid te bevorderen. Dat beide niet altijd met elkaar te verenigen zijn zal duidelijk zijn. Bovendien wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. 3. Vanaf 1991 heeft de gemeente Oostzaan aangegeven, dat gestapelde bouw op deze locatie mogelijk is. De WOV heeft hier in 1999 zelfs een plan voor ontwikkeld. De WOV ziet graag alsnog een mogelijkheid voor gestapelde woningbouw op deze locatie. Reactie: Zie vorige opmerking. 4. Het bestemmingsplan voorziet in een wijzigingsbevoegdheid op de locatie Bibliotheek tot een aantal van 25 woningen. Gelet op de voorgeschreven maximale bouwhoogte in verhouding tot het grondoppervlak is dat aantal niet haalbaar. Reactie: Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Kom zal rekening worden gehouden met uitkomst van hetgeen bij de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslo-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
18
caties” is beschreven. Omdat de gemeente van mening is dat het genoemde aantal ook uitvoerbaar moet zijn is besloten het maximale aantal aan te passen. Het maximale aantal woningen is vastgesteld op 15.. 5. De WOV ziet graag een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de locatie Kerkbuurt 83-85 om daar woningbouw mogelijk te maken. In 2005 is een verzoek gedaan om de bestemming te wijzigen en dat verzoek is niet afgewezen. De bouwmogelijkheden worden nu sterk beperkt door de agrarische bedrijfsvoering op het naastgelegen perceel, maar belemmeringen zijn er om weggenomen te worden. Reactie: Bij het vastleggen van bestemmingen in een bestemmingsplan dient de gemeente een goede ruimtelijke ordening te bedrijven. Indien de voorwaarden daarvoor nog niet aanwezig zijn kan de gemeente dan ook geen woonbestemming op het betreffende perceel leggen. Te zijner tijd kan via een gepaste planologische procedure tot realisering van een concreet plan worden overgegaan indien aan de noodzakelijke voorwaarden daarvoor wordt voldaan. De gemeente zal met de WOV in overleg treden om te bekijken of nog vóór de vaststelling van het bestemmingsplan Kom een concreet bouwplan kan worden overlegd. Indien dat het geval is zal dat bouwplan bij de vaststelling kunnen worden ingepast. 6. De WOV ziet graag een wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw opgenomen voor de locatie tussen de Brasem en de Kerkstraat. Reactie: Verwezen wordt naar de beantwoording van inspreker 1.20 onder 2. 7. De bouwopgave van 100 voor de gemeente Oostzaan ligt vast in een convenant, Welke termijn beslaat dit convenant. Reactie: Inspreker doelt kennelijk op het in de toelichting (pagina 7) genoemde convenant. De looptijd van het convenant is de periode t/m 2012. 8. Nergens wordt een maximale kubieke inhoud voor woningen vermeld. Ook dat voorkomt de bouw van villawijken. Deze maatopgave zou bij de locaties Meijn en Korenaar zeker wenselijk zijn. Reactie: In het bestemmingsplan zijn alle bestaande gebouwen (waaronder woningen) vastgelegd door een bouwvlak, alsmede de goot- en nokhoogte. Hiermee ligt derhalve ook het volume vast. Voordat een ontwikkelingslocatie kan worden ontwikkeld, dient er eerst een wijzigingsplan te worden vastgesteld. Ook in zo’n wijzigingsplan worden de gebouwen vastgelegd volgens het standaardprincipe. Vooralsnog is het ongewenst om nu al beperkingen op te leggen aan de te ontwikkelen woningen. 9. Wat moet voorgesteld worden bij een vergunning voor houtige gewassen. Reactie
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: Zonodig zal Verwijderd: worden aangepast
19
Inspreker doelt kennelijk op de in de voorschriften genoemde werken en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning nodig is. Zo is het bijvoorbeeld niet wenselijk om zonder een vooraf verleende aanlegvergunning hoogopgaande beplanting aan te brengen onder een hoogspanningsleiding. De enige mogelijkheid om problemen te voorkomen is een afweging te maken bij (en randvoorwaarden te stellen aan) dergelijke activiteiten. Daarvoor is in de Wet op de Ruimtelijke Ordening de mogelijkheid van de aanlegvergunning geboden. 10.Is bij de getallen voor de locatie Rabobank uitgegaan van eengezinswoningen of meergezinswoningen binnen 2 lagen met kap. Reactie: Voor het aantal is het oorspronkelijk door de Woningbouwvereniging gepresenteerde plan gehanteerd. De raadscommissie heeft zich echter in meerderheid uitgesproken voor een lagere bouwhoogte. Nogmaals wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. Inderdaad staat het genoemde aantal woningen op gespannen voet met de bouwhoogte. Bedacht dient te worden dat het een maximum aantal betreft, minder mag ook. Omdat de gemeente van mening is dat het genoemde aantal ook uitvoerbaar moet zijn is besloten het maximale aantal aan te passen. Het maximale aantal woningen is vastgesteld op 15.
1.22. S.P. De Haas, Noordeinde 17 1. Door het verschuiven van de rode contour op het perceel Noordeinde 17 valt het erf straks in twee bestemmingsplannen. Doordat het achterste gedeelte van het erf niet in bestemmingsplan Kom valt en dan zeker een agrarische bestemming krijgt is er sprake van een sterke beperking van de bouwmogelijkheden op het erf (zoals het bouwen op vaders erf) en zal het waarschijnlijk onmogelijk worden om fruitbomen te planten. Het is niet te accepteren dat de schuur achter het huis straks in een ander bestemmingsplan valt. Gevraagd wordt om het geldende bestemmingsplan te handhaven (lees bestemmingsplan Buitengebied-Noord), zodat het hele erf in één bestemmingsplan valt. Reactie: Kortheidshalve wordt verwezen naar inspraakreactie 1.10 onder 3. waar dezelfde problematiek aan de orde is gekomen. Inspreker heeft het overigens over een sterke beperking van de bebouwingsmogelijkheden en noemt in dat kader de regeling Wonen op vaders erf. De gemeente verwijst naar de thematische beantwoording en met name op het beperkte karakter van die regeling. De gemeente heeft dan ook besloten de reikwijdte van de regeling te beperken tot een zone die zich uitstrekt tot circa 30 meter achter de bestaande voorgevel van het hoofdgebouw op het perceel. De definitieve maatvoering zou per perceel kunnen afwijken.
1.23. Woonzorg Nederland, Postbus 339, 1180 AH Amstelveen 1. Woonzorg Nederland plaatst een aantal opmerking bij de geformuleerde randvoorwaarden voor de wijzigingsbevoegdheid voor de locatie De Lishof . Bij randvoorwaarde a: “verzorgingshuis” gaarne vervangen door “intramuraal gebouw”.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: preceel. Verwijderd: marginaal
20
Bij randvoorwaarde b: de toevoeging dat bewoners afhankelijk moeten zijn van de diensten van het verzorgingshuis is niet vanzelfsprekend. Uiteraard kan deze zorg wel ingekocht worden. Het maximaal toegestane aantal woningen kan in de toekomst problemen opleveren nu voorzien wordt dat de 36 verzorgingshuisplaatsen over 20 jaar worden omgezet naar zelfstandige huurwoningen. Dit resulteert dan in meer dan 50 zelfstandige woningen. Bij randvoorwaarde c: gevraagd wordt de maximale bouwhoogte te wijzigen in 13 meter, omdat dit ten opzichte van het huidige plan de mogelijkheid biedt een extra bouwlaag aan het complex toe te voegen. Bij randvoorwaarde d: hiermee kan worden ingestemd. Bij randvoorwaarde e: deze randvoorwaarde ziet Woonzorg Nederland graag vervallen. Aan het bouwbesluit zal uiteraard voldaan worden, maar aanvullende eisen zullen de financiële haalbaarheid nadelig beïnvloeden. Reactie: De term “intramuraal gebouw” wordt overgenomen. Omdat hieronder ook een ziekenhuis, een instelling voor geestelijk gehandicapten of een verpleegtehuis zou kunnen worden gerekend, zal de functie “verzorgingstehuis” worden vastgelegd.. Het uitgangspunt van de gemeente is dat de huidige functie behouden blijft, maar dat een modernisering qua organisatie en/of ruimtelijke indeling is toegestaan. Het verzoek om de diensten van het verzorgingstehuis niet als randvoorwaarde voor de woningen op te nemen wordt overgenomen. Indien over 20 jaar een andere situatie gewenst is met betrekking tot de verzorgingshuisplaatsen zal op dat moment bekeken worden welke juridisch-planologische vertaling dat dan kan krijgen. De looptijd van het nu voorliggende bestemmingsplan bedraagt 10 jaar. Ook de maximale hoogte zal niet worden gewijzigd. Als uitgangspunt voor het bestemmingsplan geldt dat de bestaande situatie wordt vastgelegd. Met betrekking tot het realiseren van afwijkende bouwhoogten wordt inspreker verwezen naar de Notitie gestapeld bouwen. De gemeente heeft de verplichting ervoor zorg te dragen dat de te realiseren woningen voldoen aan de bepalingen van de Wet geluidhinder. Nu daar bij de vaststelling van het plan geen duidelijkheid over kan worden verschaft (omdat de situering van de woningen nog niet bekend is) dient deze randvoorwaarde te worden opgenomen. Het verzoek om deze bepaling te verwijderen wordt derhalve niet ingewilligd. 2. Woonzorg Nederland betreurt het dat zij niet eerder is geïnformeerd over de voorgenomen bestemmingsplanwijziging, omdat de geformuleerde randvoorwaarden niet aansluiten bij de ontwikkelde plannen, waaraan in overleg met de gemeente het laatste jaar gewerkt is. Reactie: De gemeente is een andere mening toegedaan. Meerdere malen heeft de gemeente verzocht inzicht te krijgen in de voorgenomen plannen. Tot op heden heeft dat niet geresulteerd in een concreet voorgelegd plan. De gemeente heeft slechts kennisgenomen van een schetsplan. Op dit moment kan de gemeente dan ook slechts de huidige functie en bebouwing vastleggen in het bestemmingsplan. Daarbij is de mogelijkheid opgenomen tot het verplaatsen van gebouwen en het realiseren van 50 extra wooneenheden. Wanneer in de toe-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: Onderstaande reactie houdt geen rekening met het laatste plan van De Lishof, zonodig aanpassen Verwijderd: .m.v. een aanduiding d
Verwijderd: zou kunnen betekenen dat er woningen worden gerealiseerd voor bewoners die niets met de instelling te maken hebben. Dit is niet gewenst.
21
komst blijkt dat de plannen van inspreker niet passen binnen dit kader zal een aparte planologische procedure gevoerd dienen te worden. Op dat moment zal ook worden overwogen of de gemeente aan dat plan medewerking zou willen verlenen. Vooralsnog is het voorgestelde schetsplan vertaald in de voorschriften.
1.24. E. van Loon, Kerkbuurt 34 1. Op de plankaart staat het nieuwbouwproject Kerkbuurt 28-32/Hannie Schaftplein ingetekend als feitelijke situatie, maar dat is niet juist. De bouwaanvraag is nog in procedure en in het kader van de vrijstellingsprocedure is een zienswijze ingediend. Reactie: Voor het bouwplan is een procedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gestart. Een dergelijke procedure geeft belanghebbenden voldoende mogelijkheid om hun belangen te behartigen. Gelet op de tijd die benodigd is om de bestemmingsplan procedure te doorlopen is besloten om de (kortere) procedure van de vrijstelling te doorlopen. Een vrijstellingsprocedure heeft een zelfstandige plaats in de Wet op de Ruimtelijke Ordening gekregen, naast het bestemmingsplan. Het is volstrekt legitiem om een vrijstellingsprocedure te voeren, vooruitlopend op het onherroepelijk worden van een bestemmingsplan. Dat laat overigens onverlet dat de gemeente in het kader van de bestemmingsplanprocedure niet tot een ander oordeel over het bouwplan zou zijn gekomen. De inpasbaarheid is naar de mening van de gemeente immers op een goede wijze aangetoond. Nog is gebleken van strijd met enige wettelijke bepaling. 2. Dit nieuwbouwproject wordt mogelijk gemaakt omdat de gemeente gronden met de bestemming Verkeer en Verblijf heeft verkocht, zonder dat daar een bestemmingsplanverandering of een besluit aan ten grondslag ligt. Van de wijzigingsbevoegdheid van bestemmingsplan Centrum mag alleen gebruik gemaakt worden als de parkeerproblemen zijn opgelost. Reactie: Het verkopen van gronden is te allen tijde mogelijk, daaraan staat de inhoud van een bestemmingsplan niet in de weg. Aangezien het bouwplan gerealiseerd gaat worden met behulp van een vrijstellingsprocedure is het bestemmingsplan Centrum niet meer relevant als toetsingskader. 3. Het nieuwbouwproject ligt niet in het bestemmingsplan Centrum, maar in het bestemmingsplan Kom, daarom is hoogbouw niet toegestaan. In het gemeentelijk en provinciaal beleid staat bescherming van het kleinschalige en dorpse karakter en de lintbebouwing voorop. Reactie: In aanvulling op de ruimtelijke onderbouwing en naar hetgeen is gesteld bij de behandeling van de inmiddels gestarte procedure ex artikel 19 WRO is het ontwerp voor het perceel Kerkbuurt 28-32 stedenbouwkundig inpasbaar in zijn omgeving. Het stedenbouwkundige volume en de bouwhoogte, gesitueerd aan het Hannie Schaftplein, sluiten aan bij de voornoemde bebouwing. Met het bouwvolume van de kerk krijgt het bestaande – en nieuw in te richten - openbare gebied meer het karakter van een kleinschalig plein, dat geen afbreuk
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
22
doet aan het dorpse karakter. Door het geveldeel aan de Kerkbuurt wordt de bestaande lintbebouwing gewaarborgd, waarbij gekozen is voor een naar het Hannie Schaftplein toe opbouwende massa, waarbij het lint overgaat in een pleinwand. Door de bestaande gevarieerde bouwvolumes aan de Kerkbuurt doet ook dit geen afbreuk aan het bestaande karakter. Door de appartementen krijgt het plein ‘s avonds geen uitgestorven indruk, wat de sociale veiligheid ten goede komt. Bovendien heeft de Welstandscommissie positief geadviseerd dat het uiterlijk en de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. 4. Het nieuwbouwproject is strijdig met het Streekplan Noord-Holland Zuid. ICT mag volgens het streekplan niet ten koste gaan van de ruimtelijke en sociale kwaliteit en het leefklimaat, en dat is hier juist wel het geval. Reactie: Dit is geenszins het geval. Het feit dat inspreker in het hart van Oostzaan woont en derhalve de dynamiek die bij een dergelijke plek hoort aan den lijve ondervindt, betekent nog niet dat daarom geen sprake is van een goede ruimtelijke en sociale kwaliteit. De gemeente Oostzaan is nu eenmaal gebaat bij een goed centrum, waarin verschillende functies een plaats vinden en met een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte. Bij de beantwoording van de vorige opmerking is reeds uitvoerig ingegaan waarom de gemeente van mening is dat het bouwplan daaraan bijdraagt. 5. Een meerderheid van de gemeenteraad is er voor om in het lint niet hoger dan 9 meter te bouwen, maar het nieuwbouwproject Kerkbuurt 28-32 is ook in het lint gelegen. Het is onbegrijpelijk dat met twee maten wordt gemeten. Het project Kerkbuurt 28-32 is van stedelijke omvang en massa en niet passend in een kleinschalig dorp als Oostzaan. Het volbouwen van tuinen en overschrijden van rooilijnen wordt voor dit plan toegestaan, maar bij andere plannen terecht geweigerd. Er is sprake van willekeur, ongelijke behandeling en rechtsongelijkheid. Reactie: De gemeente bestrijdt dat sprake is van willekeur, ongelijke behandeling en rechtsongelijkheid. De besluitvorming over het bouwplan, alsmede het voorliggende bestemmingsplan, vindt in alle openheid plaats en met inachtneming van alle wettelijke procedures. 6. Bij een opiniepeiling onder de Oostzaanse bevolking tekenden 180 inwoners voor een dorps, kleinschalig en leefbaar Oostzaan. Reactie: De gemeente onderschrijft de wens om Oostzaan dorps, kleinschalig en leefbaar te houden. Dat wil echter niet zeggen dat differentiatie niet mogelijk is. 7. Oostzaan ligt in het Nationaal Landschap Laag Holland. Het bouwplan Kerkbuurt 28-32 is in strijd met het uitvoeringsprogramma. Reactie:
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
23
Het Rijk heeft in de Nota Ruimte op basis van een aantal specifieke kernkwaliteiten twintig Nationale Landschappen in Nederland aangewezen. Het Nationaal landschap Laag Holland is daar één van. Bij deze aanwijzing heeft het Rijk voor het ontwikkelen en behouden van de kernkwaliteiten een beperkt budget beschikbaar gesteld. Om gebruik te kunnen maken van deze middelen heeft het Rijk de Provincie verzocht om voor elk Nationaal landschap een uitvoeringsprogramma op te stellen. Dit provinciale uitvoeringprogramma geeft invulling aan het verzoek van het Rijk en heeft alleen betrekking op de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor het Nationaal Landschap. Het bouwplan ligt in het centrum van Oostzaan waarop het uitvoeringsprogramma niet van toepassing is. 8. In de regeling wonen op vaders erf worden beperkingen opgelegd voor het realiseren van bebouwing en parkeerplaatsen. Dit mag geen onevenredige negatieve gevolgen hebben voor het functioneren van bedrijven in de directe omgeving of voor het woongenot van aangrenzende percelen. Maar bij het nieuwbouwproject Kerkbuurt 28-32 worden er 16 parkeerplaatsen voor 13 appartementen in de achtertuin gerealiseerd, wat een ernstige vorm van lucht- en geluidsoverlast en een aantasting van de leefbaarheid en het woongenot voor de omwonenden oplevert. Reactie: In het kader van de vrijstellingsprocedure is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Daarin is afdoende aangetoond dat het bouwplan goed inpasbaar is. Verwezen wordt naar de ruimtelijke onderbouwing waarvan inspreker kennis heeft genomen.
1.25. D. Witbaard, Kerkstraat 6 1. Verzoekt de bouw van een drietal extra woningen op het perceel Kerkstraat 6 mogelijk te maken. Reactie: Aangezien inspreker geen concrete plannen heeft zal de gemeente in het kader van dit bestemmingsplan geen medewerking verlenen aan het wijzigen van de bestemming van de gronden. Indien op een later tijdstip concrete plannen worden ontwikkeld kan de gemeente eventueel medewerking verlenen. Dat zal dan via een aparte planologische procedure dienen te geschieden. In dat kader dient de gemeente te bepalen of zij medewerking kan en wil verlenen aan het initiatief.
1.26. W. Bongaardt, Kerkstraat 137 1. Maakt bezwaar tegen de voorgenomen bestemming Agrarisch voor de strook grond achter de woning Kerkstraat 137 en verzoekt aan deze grond de bestemming Wonen te geven. De grond is al als achtertuin ingericht en als zodanig in gebruik. Agrarische exploitatie is niet mogelijk. Ook andere percelen op de Kerkstraat (55 t/m 71, 107 t/m 115) hebben “verlengde” tuinen. Reactie: Verwezen wordt naar de reactie op inspraakreactie 1.20, onder 1.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
24
1.27. A.H. Straathof, Kerkbuurt 90 1. Vraagt of er in de toekomst gebouwd wordt op de aan Kerkbuurt 90 grenzende gronden aan de Dr. Snijderstraat. De heer Straathof heeft voor de toekomst bouwplannen voor vier woningen op de percelen Kerkbuurt 90-92, twee aan de zijde Kerkbuurt en twee aan de zijde Dr. Snijderstraat. Reactie: Herontwikkeling van de omgeving van de dr. Snijderstraat is in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Het initiatief daartoe zal bij de woningbouwvereniging liggen. Of de ideeën van inspreker daarin zouden passen, is nu niet bekend. Te zijner tijd dient inspreker contact te leggen met de woningbouwvereniging. In dat kader dient de gemeente vervolgens te bepalen of zij medewerking kan en wil verlenen aan het initiatief.
1.28. E. Stache, burgemeester Bratstraat 40 1. Inspreekster wil ten behoeve van Stache Architect bna in Oostzaan een kantoor op water realiseren en verzoekt daartoe een locatie te bestemmen als aangegeven op tekening (aan de Oostzaanse kant van de Ringvaart van het Twiske, aan het eind van de Dokter Scharffstraat/Dr. De Boerstraat. Deze locatie voldoet aan de voorwaarden om zonder grote ingrepen een kantoor te kunnen realiseren (nutsvoorzieningen, bereikbaarheid, parkeergelegenheid) en belemmert geen doorvaart of uitzicht voor omwonenden. Reactie: Aangezien inspreker geen concrete plannen heeft zal de gemeente in het kader van dit bestemmingsplan geen medewerking verlenen aan het wijzigen van de bestemming van de gronden. Onder concrete plannen wordt onder meer verstaan dat duidelijkheid dient te bestaan over de inpassing van het bouwplan, dat voldaan wordt aan alle wettelijke bepalingen en de gronden eigendom zijn van de aanvrager. Indien op een later tijdstip concrete plannen worden ontwikkeld kan de gemeente eventueel medewerking verlenen. Dat zal dan via een aparte planologische procedure dienen te geschieden. In dat kader dient de gemeente te bepalen of zij medewerking kan en wil verlenen aan het initiatief.
1.29. A. van Bezooijen, Zuideinde 84 1. Bebouwing op de locatie bibliotheek moet worden afgestemd op de omgeving. Er moet dan ook maximaal 2 hoog worden gebouwd en er moet een goed parkeerplan zijn. Reactie: Wat betreft de bouwhoogte wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. De gemeente onderschrijft de opmerking dat er een goed parkeerplan dient te worden overlegd.
1.30. E. Plug, Kerkbuurt 95 1. Wat wordt er met diepte bedoeld in artikel 16, lid 4, sub c? Reactie: De “diepte”is de maat tussen de gevel van de uitbouw en de gevel waaraan aangebouwd wordt.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
25
2. Het water tussen Kerkbuurt 89, 93, 95 en Westerstijfselmakerspad 5 is niet als zodanig bestemd. Dit zou wel zo moeten zijn. Reactie: De opmerking is terecht. De plankaart wordt aangepast. 3. Het aangegeven bouwvlak van Westerstijfselmakerspad 5 betreft de oude situatie, niet de actuele (er is een nieuw huis in aanbouw). Reactie: Het nieuwe bouwplan zal worden ingepast. 4. De goot- en bouwhoogtebepalingen voor Westerstijfselmakerspad 5 corresponderen niet met de woning die op dat perceel in aanbouw is (goothoogte 4 meter, nokhoogte 7 meter). Reactie: Ook dit zal worden aangepast op de plankaart, met dien verstande dat de op de tekening aangegeven goothoogte 3 meter bedraagt. 5. Het perceel Westerstijfselmakerspad 5 is 632 m2 groot. Verzoekt dit perceel aan te duiden met de regeling Wonen op vaders erf. De situatie is vergelijkbaar met Noordeinde 1 en Kerkbuurt 81. Reactie: Benadrukt dient hier nog te worden dat aan de regeling “Wonen op vaders erf” strikte randvoorwaarden zijn verbonden. Het gaat daarbij zeker niet om het bouwen van een woning op het achtererf om economische redenen. Vooralsnog betekent een aanduiding op de plankaart dan ook zeker geen garantie dat uiteindelijk medewerking zal worden verleend aan het bouwplan. De criteria die gelden bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid zijn slechts ruimtelijk van aard. De gemeente beraadt zich momenteel nog over de wijze waarop misbruik kan worden voorkomen, dan wel worden bestraft. In dat kader wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Wonen op vaders erf”. Vooralsnog lijkt het perceel in ieder geval aan de ruimtelijke voorwaarden te voldoen. De aanduiding zal op de plankaart worden opgenomen. 6. De hoogtematen voor Kerkbuurt 95 maken eventuele nieuwbouw conform het bouwbesluit en andere regeling nauwelijks mogelijk. Verzoekt een goothoogte van 4 meter en een nokhoogte van 7 meter op te nemen. Reactie: In het bestemmingsplan is de feitelijke situatie vastgelegd. Dat er in Oostzaan woningen uit een ver verleden staan is niet miskend. Daarom heeft de gemeente in het bestemmingsplan een regeling opgenomen (artikel 28) die het mogelijk maakt om woningen aan te passen aan het aanvaarde huidige woon- en leefcomfort.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
26
1.31. J. Meijn, Noordeinde 11 1. Maakt er bezwaar tegen dat de plangrens/bestemmingsgrens bij het perceel Noordeinde 11 dichter bij de woning is neergelegd. Reactie: Verwezen wordt naar de reactie op inspraakreactie 1.10, onder 3.
1.32. G. Visser, Kerkstraat 97 1. Heeft bezwaar tegen de bestemming Agrarisch voor een deel van de tuin. Reactie Verwezen wordt naar de reactie op inspraakreactie 1.20, onder 1. 2. Gezien de omvang van het perceel (1.500 m2) wordt gevraagd de regeling Wonen op vaders erf van toepassing te verklaren Reactie: De door inspreker aangegeven oppervlakte heeft betrekking op zijn totale grondeigendom. Een groot deel van dit oppervlak heeft een agrarische bestemming en is bovendien onder de hoogspanningsverbinding gesitueerd. Een ander deel van deze gronden is door Rijkswaterstaat aangegeven als zijnde gronden die benodigd zijn voor de verbreding van rijksweg 8. Op voorhand mag dus worden gesteld dat het realiseren van een extra woning ter plaatse ongewenst is. 3. Met betrekking tot de opgenomen zakelijk rechtstrook van 36 meter uit de as van de hoogspanningsleiding: deze strook is op een gewaarmerkte tekening (kopie overgelegd) vastgelegd die onderdeel uitmaakt van een overeenkomst zakelijk recht. Op die tekening is een zakelijk rechtstrook van circa 25 meter uit de as van de leiding aangegeven. Gronden buiten deze strook mogen niet binnen de bestemming Hoogspanningsverbinding vallen. Reactie: De tekening waarnaar inspreker verwijst maakt onderdeel uit van een privaatrechtelijke overeenkomst. In het bestemmingsplan, dat een publiekrechtelijk instrument is, wordt algemeen een zone van 36 meter ter weerszijden van de as van de leiding aangehouden. De bestemming is altijd een dubbelbestemming, hetgeen wil zeggen dat verschillende belangen in “boven elkaar liggende” bestemmingen zijn ondergebracht. Zo ook in dit bestemmingsplan. 4. Heeft bezwaar tegen de omschrijving in artikel 20 Leiding - Hoogspanningsverbinding. Het zakelijk belang van de netwerkbeheerder hoeft niet in het bestemmingsplan veiliggesteld te worden, aangezien dit al bij overeenkomst is geregeld. Reactie: Verwezen wordt naar de vorige inspraakreactie. 5. Heeft bezwaar tegen artikel 22 lid 8 aangezien het niet vanzelfsprekend is dat het tracé van een ondergrondse hoogspanningsverbinding het tracé van de huidige leiding volgt en omdat
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
27
de overeenkomst zakelijk recht betrekking heeft op een hoogspanningslijn en niet op een hoogspanningsverbinding. Het weghalen van de hoogspanningslijn is de enige reden om de overeenkomst zakelijk recht te laten vervallen. Reactie: De bedoelde wijzigingsbevoegdheid heeft tot doel de mogelijkheid open te houden dat de hoogspanningsverbinding (dit is de officiële benaming) in de toekomst ondergronds kan worden aangelegd. Dit is overigens een kostbare aangelegenheid. Verwacht mag dan ook worden dat de huidige verbinding zal worden gehandhaafd.
1.33. D.M.T. van Boxtel, en M.A. Fransen, Zuideinde 35 1. Met betrekking tot Zuideinde 37/39: door het nieuwbouwproject in het bestemmingsplan op te nemen in plaats van een artikel 19 procedure te volgen gaat de gemeente aan de belangen van omwonenden voorbij. Waar bij een artikel 19 procedure een uitgebreide toelichting op het plan zou zijn gegeven blijft dat nu achterwege en mogen de omwonenden het nu zelf uitzoeken. Reactie: Het schetsplan met een bijbehorende ruimtelijke onderbouwing is geruime tijd geleden bij de gemeente kenbaar gemaakt. De verwachting was dat de vrijstellingsprocedure reeds bij de vaststelling van het bestemmingsplan zou zijn doorlopen. Nu op dit moment nog geen definitieve aanvraag is ingediend is geen sprake van een concreet plan. De gemeente is het met inspreker eens dat het bouwplan geen rechtstreekse bouwtitel kan krijgen. Het is anderzijds ongewenst de bebouwing geheel onmogelijk te maken. De locatie zal worden voorzien van een Uit te werken woonbestemming. Op deze wijze zal ten tijde van het uitwerkingsplan een procedure worden gevoerd waarin ook inspreker zijn belangen naar voren kan brengen. 2. De gemeenteraad heeft recent een motie aangenomen die het college opdraagt slechts bij hoge uitzondering af te wijken van verordeningen en bestemmingsplannen en om bij het voornemen af te wijken dit vroegtijdig helder en onderbouwd aan de raad ter informatie voor te leggen. Deze onderbouwing ontbreekt en moet alsnog worden toegevoegd. Reactie: Gelet op de beantwoording van de vorige inspraakreactie gaat de gemeente er van uit dat deze inspraakreactie als achterhaald mag worden beschouwd. 3. Er wordt op verschillende wijzen afgeweken van de bouwverordening. Het betreft onder andere de afstand van bebouwing tot de zij-erfgrens, raampartijen op korte afstand van de zijerfgrens en het wegnemen van bezonning. Om planschade te voorkomen moet de zijgevel minimaal 3 meter uit de erfgrens worden gebouwd. Reactie Gelet op de beantwoording van de vorige inspraakreactie gaat de gemeente er van uit dat deze inspraakreactie als achterhaald mag worden beschouwd.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
28
4. Het klakkeloos intekenen van een fictief bouwplan waarbij aan allerlei regelingen voorbij wordt gegaan geeft alle andere Oostzaners hetzelfde recht voor nieuwe bouwplannen. Reactie: Gelet op de beantwoording van de vorige inspraakreactie gaat de gemeente er van uit dat deze inspraakreactie als achterhaald mag worden beschouwd. 5. Met betrekking tot Zuideinde 33/35: de voorgenomen bestemming GD-Gemengd is niet overeenkomstig het huidige gebruik. De bestemming WT - Wonen twee aaneengesloten is het meest passend. Reactie: Het verzoek zal worden ingewilligd. De plankaart wordt gewijzigd.
1.34. F.B.I. van Arensbergen, Kerkstraat 133 1. Inspreker heeft bezwaar tegen de bestemming W-T, aangezien er een vrijstaande woning op dit perceel staat. Reactie: De constatering van inspreker is juist. De plankaart zal worden aangepast. 2. Heeft bezwaar tegen de bestemming Agrarisch voor het perceelsgedeelte achter de woning. Dit perceel is als tuin ingericht en dient dan ook de bestemming W-T te worden opgenomen. Vergelijk de bestemming achter Kerkstraat 107-115. Reactie: Het simpele feit dat achter de percelen Kerkstraat 107 t/m 115 een stuk gemeentegrond is gesitueerd heeft geleid tot het situeren van de bestemmingsgrens. De gemeente is van mening dat het redelijk is om deze begrenzing door te trekken ter plaatse van het perceel van inspreker. Dit zal ook het geval zijn voor percelen die een gelijke omstandigheid verkeren. Gelet op de reactie bij de vorige opmerking zal de bestemming (in tegenstelling tot het gevraagde) worden gewijzigd in W-V. Het meeste zuidelijke deel van het betreffende perceel behoudt de agrarische bestemming. De redenen hiervoor zijn uitgebreid aan de orde gekomen bij de beantwoording van inspraakreactie 1.20, onder 1. Door deze aanpassing komt het perceel op het eerste gezicht ook in aanmerking voor de regeling Wonen op vaders erf. Op de plankaart zal dit worden aangegeven. Benadrukt dient hier nog te worden dat aan de regeling “Wonen op vaders erf” strikte randvoorwaarden zijn verbonden. Het gaat daarbij zeker niet om het bouwen van een woning op het achtererf om economische redenen. Vooralsnog betekent een aanduiding op de plankaart dan ook zeker geen garantie dat uiteindelijk medewerking zal worden verleend aan het bouwplan. De criteria die gelden bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid zijn slechts ruimtelijk van aard. De gemeente beraadt zich momenteel nog over de wijze waarop misbruik kan worden voorkomen, dan wel worden bestraft. In dat kader wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Wonen op vaders erf”. Vooralsnog lijkt het perceel in ieder geval aan de ruimtelijke voorwaarden te voldoen. De aanduiding zal op de plankaart worden opgenomen.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
29
1.35. P. Gans, Topaas 30, Hoorn 1. Zie ook de reacties 1.20, onder 2. en 1.21, onder 6. De strekking van de reactie van de heer Gans sluit hier volledig bij aan. Reactie: Verwezen wordt naar de reactie op inspraakreactie 1.20, onder 2.
1.36. G.R. Vels, Zuideinde 86 1. Gestapeld bouwen aan het Zuideinde (Zuideinde 86 ligt tegenover de locatie bibliotheek) tast het karakter van de lintbebouwing aan. Ook het aantal parkeerplaatsen in de omgeving is onvoldoende voor grote woningbouwaantallen. Daarnaast zal de bezonning voor omwonenden afnemen. Reactie: Wat betreft de bouwhoogte wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. De gemeente onderschrijft de opmerking dat er een goed parkeerplan dient te worden overlegd. 2. Gevraagd wordt om bouwplannen in het dorp niet eerder ten uitvoer te brengen dan dat er een oplossing is om de verkeersoverlast op het Zuideinde terug te dringen. Fijnstof en geluidsoverlast lagen in 2006 al boven de wettelijke normen. Reactie: Voor alle ontwikkelingslocaties geldt dat de gemeente pas medewerking verleend indien aan alle wettelijke vereisten is voldaan. In het voorontwerp bestemmingsplan is dat geregeld in artikel 22, lid 9.
1.37. Woningstichting Eigen Haard, Postbus 67065, 1060 JB Amsterdam 1. Uit de reactie van Eigen Haard komt naar voren dat de woningstichting de visie van de WOV over de ontwikkeling van woningbouw qua locaties, woningdifferentiatie, woningtypes en bouwhoogten deelt. Reactie: In dit verband wordt dan ook verwezen naar inspraakreactie 1.21.
1.38. Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC Tilburg, namens C.C.M. de Kruijk-Soonius, wonende Zuideinde 8 1. Het bestemmingsplan voorziet in onvoldoende parkeergelegenheid, zeker nu de parkeergarage op de Kerkbuurtschoollocatie veel kleiner wordt dan oorspronkelijk bedoeld. Gevraagd wordt om in het bestemmingsplan alsnog in voldoende parkeergelegenheid te voorzien. Reactie: Het bestemmingsplan regelt voor de bestaande situatie niet het aantal parkeerplaatsen. Bij nieuwe ontwikkelingen stelt het bestemmingsplan de eis dat op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte. Voor het bepalen van het benodigde aantal parkeerplaatsen (parkeernorm) hanteert de gemeente zoals gebruikelijk de ASVV 2004 (CROW) waarin parkeer-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
30
normen zijn opgenomen voor verschillende functies en situaties. In het bestemmingsplan is overigens voor de openbare ruimte een verkeerbestemming van toepassing waarbinnen het realiseren van onder meer parkeerplaatsen mogelijk is. 2. In de directe omgeving van de woning is geen openbare parkeergelegenheid, noch mag op eigen erf geparkeerd worden. Een oplossing kan gevonden worden door een parkeergarage op de Kerkbuurtschoollocatie te realiseren en dan conform de afspraken een parkeerplaats beschikbaar te stellen, dan wel toe te staan dat op eigen erf geparkeerd kan worden. De aanwezigheid van de bushalte hoeft daarbij geen onoverkomelijk probleem te zijn. Reactie: Het parkeren op eigen terrein is door de aanwezigheid van de bushalte niet wenselijk. Parkeerplaatsen dienen dan ook in de directe omgeving te worden gezocht. 3. Als aan verzoekster tegemoet wordt gekomen zal het indienen van een schadeclaim wegens het niet nakomen van afspraken en/of een planschadeclaim achterwege kunnen blijven. Reactie: De gemeente maakt inspreekster er op attent dat artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de mogelijkheid openlaat om, nadat het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen, een verzoek tot planschade in te dienen. Overigens is de gemeente niets bekend over de vermeende afspraken.
1.39. J. Vastenhouw-Klop, De Haal 4 4. Een deel van het Noordeinde, nu gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied-Noord, wordt in het bestemmingsplan Kom opgenomen. Daarmee wordt ook het maximale bouwvolume (450 m3) voor deze woningen losgelaten, wat ten koste gaat van de kleinschaligheid van Oostzaan. Reactie: In het bestemmingsplan zijn alle bestaande gebouwen (waaronder woningen) vastgelegd door een bouwvlak, alsmede de goot- en nokhoogte. Hiermee ligt derhalve ook het (bestaande) volume vast. Zoals gebruikelijk zijn er in het plan mogelijkheden opgenomen om de woning uit te breiden met aan- en uitbouwen. Voor oude woningen in het dorpslint (met een maatvoering die niet meer van deze tijd is) geldt een regeling om deze woningen aan te passen naar moderne maatstaven. 5. Het voorontwerp is strijdig met het Streekplan Noord-Holland Zuid, waarin is bepaald dat bestemmingplannen gericht moeten zijn op het behoud en ontwikkeling van het specifieke karakter van het gebied”. Aan het specifieke karakter en de kleinschaligheid van het lint wordt volledig voorbijgegaan. De keuzes die in het bestemmingsplan en in de Visie gestapeld bouwen worden gemaakt voor hoogbouwlocaties in het lint leiden tot een onevenredige druk op de leefbaarheid van het dorp. Het zal ook niet mogelijk zijn om op de voorgestelde locaties te voorzien in voldoende parkeerplaatsen. Door de toename van het autoverkeer is het Besluit luchtkwaliteit in het geding, hier wordt geen aandacht aan besteed.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd:
31
Reactie: Bij voorgaande opmerking is aangegeven dat het oude karakter zeker niet wordt aangetast door de bouwmogelijkheden die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Wat betreft de vermeende hoogbouwlocaties wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder “Bouwhoogten ontwikkelingslocaties”. De gemeente onderschrijft de opmerking dat er een goed parkeerplan dient te worden overlegd. Voor alle ontwikkelingslocaties geldt bovendien dat de gemeente pas medewerking verleend indien aan alle wettelijke vereisten is voldaan. 6. Ten aanzien van de hoogspanningslijnen moet in het bestemmingsplan aandacht worden besteed aan het “rapport Van Geel”, met het oog op nieuwbouwmogelijkheden bij bestaande hoogspanningslijnen en het ondergronds brengen van die lijnen. Reactie: Nieuwbouw binnen een afstand van 36 meter van de hoogspanningsverbinding is niet mogelijk. Uitsluitend de woningen die nu al binnen de zone aanwezig zijn als zodanig bestemd. In het bestemmingsplan is de mogelijkheid opgenomen om de hoogspanningsverbinding ondergronds aan te leggen. Het daadwerkelijk aanleggen van de ondergrondse verbinding kan in het bestemmingsplan echter niet worden afgedwongen. 7. Het project Kerkbuurt 28-32 is een aanslag op de leefbaarheid en is niet passend in een klein dorp als Oostzaan. Reactie: Deze opmerking is ook gemaakt door inspreker 1.24. Kortheidshalve wordt dan ook verwezen naar de beantwoording van inspraakreactie 1.24, onder 3.
1.40. Loyens & Loeff Advocaten, Postbus 2888, 3000 CW Rotterdam, namens Dirk van den Broek Supermarkten, Dirck III, Dirx Drogisterij en D-Reizen Vakantiewinkels 1. Bij de planvorming voor de locatie Kerkbuurt 28-32 laat de gemeente politieke en financiële belangen prevaleren boven een goede ruimtelijke ordening. Reactie: De gemeente vraagt zich af wat wordt bedoeld met politieke belangen. Als daarmee wordt bedoeld dat de gemeente een kwalitatief hoogwaardig centrum nastreeft, dan wordt deze opmerking onderschreven. Financiële belangen heeft de gemeente niet. De realisering van het project is een particulier initiatief. 2. Het bouwplan Kerkbuurt 28-32 voldoet niet aan de daarvoor geldende parkeernorm, terwijl er al een ernstig gebrek aan parkeermogelijkheden in het gebied rond het Hannie Schaftplein is. Er wordt aan de CROW-richtlijnen ten aanzien van parkeerplaatsen voorbijgegaan. Voor de nieuwe winkels en de bovenwoningen zijn volgens de richtlijnen (24+16=) 40 parkeerplaatsen nodig, de geprojecteerde binnenplaats voorziet slechts in 16 parkeerplaatsen. In het bestemmingsplan zal alsnog een oplossing voor de parkeerproblematiek getroffen moeten worden.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
32
Reactie: Het bureau BK Ruimte & Milieu bv heeft de ruimtelijke onderbouwing opgesteld die onder andere het verkeerskundig onderzoek bevat. De gehanteerde parkeernormen zijn ontleend aan de ASVV 2004 (CROW). Voor de bewoners van de 13 appartementen worden 16 parkeerplaatsen gerealiseerd. Hierdoor is er voor hen voldoende parkeergelegenheid en hoeft men geen gebruik te maken van parkeerplaatsen in de nabije omgeving. Het aantal parkeerplaatsen komt overeen met de norm die Oostzaan stelt, te weten 1 parkeerplaats voor een appartement dat kleiner is dan 100 m², en 1,4 parkeerplaatsen voor een appartement dat groter is dan 100 m². De winkelruimte onder de appartementen zal worden verdeeld in compartimenten om de kleinschaligheid te waarborgen. Deze winkels krijgen een lokaal verzorgende functie. Gezien de lokale afzetmarkt is het aannemelijk dat het overgrote deel van de bezoekers zowel de supermarkt als één of enkele winkeltjes zal bezoeken. Om de verkeersaantrekkende werking van de winkels te bepalen heeft BK gebruik gemaakt van de omzetkengetallen van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). Het HBD is een instituut voor de gehele detailhandel. Het HBD maakt maatschappelijke ontwikkelingen en overheidsbeleid helder en hanteerbaar en stimuleert de professionaliteit in de sector. Het HBD is dan ook het kenniscentrum van en voor de detailhandel. Uitgaande van 6 koopdagen per week verwacht BK, op basis van de kengetallen van de HBD, dat per dag 232 mensen de winkeltjes zullen bezoeken. BK gaat ervan uit dat 75% van dit aantal eerst een bezoek zal brengen aan de supermarkt. 25% oftewel 58 mensen zullen alleen een of enkele winkeltjes bezoeken. Deze aanname is reëel omdat de vier winkeltjes grotendeels afhankelijk zullen zijn van de bezoekers van de supermarkt. Gezien de schaalgrootte van Oostzaan en het feit dat de winkels een lokaal verzorgende functie hebben is het te verwachten dat de meeste bezoekers (90%) van de laatstgenoemde groep op de fiets of lopend de winkels aan zullen doen. 10% zal alsnog met de auto komen, wat neerkomt op 6 auto’s per dag (12 vervoerbewegingen per dag). Het parkeerterrein bij de supermarkt zal worden vergroot. Hiervoor is het voormalige pand van de ING-bank gesloopt. Het plein zal efficiënt worden ingericht zodat er in totaal zo’n 85 parkeerplaatsen ontstaan. Uit het bovenstaande blijkt dat de marginale toename van 6 auto’s per dag opgevangen kan worden door het nieuwe parkeerterrein. 3. In het bestemmingsplan is de ontsluiting van het Hannie Schaftplein op de Kerkbuurt en daarmee samenhangend de bereikbaarheid van de supermarkt en het reisbureau onvoldoende gegarandeerd. Realisatie van de nieuwbouw leidt er toe dat de al krappe doorgang naar het Hannie Schaftplein nog verder wordt versmald en de aanrijroute voor leveranciers sterk wordt bemoeilijkt. Reactie: Doordat de voormalige ING-bank verdwijnt zal de entree van het Hannie Schaftplein juist ruimer worden en is er dus sprake van een verbetering van de bereikbaarheid.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
33
4. Het zicht op de reiswinkel en de toegang tot de bovengelegen huurappartementen zal grotendeels verdwijnen, ook omdat het bouwplan voorziet in een blinde pleinwand van 50 meter lang en 12 meter hoog langs het Hannie Schaftplein. De belemmering van de zichtbaarheid leidt tot onevenredig (financieel) nadeel. Reactie: Hiervoor geldt hetzelfde als bij de vorige opmerking. 5. De geprojecteerde ruimtelijke ontwikkelingen zijn stedenbouwkundig niet passend, mede gelet op de welstandscriteria van de gemeente. De grote bouwmassa is niet passend in de lintstructuur van het dorpscentrum. Volgens de welstandsnota dient de rooilijn van de voorgevel van de hoofdmassa parallel te liggen aan de weg en dient per erf/kavel één hoofdmassa te worden gebouwd, welke qua maat en schaal is aangepast aan de gebouwen rondom (welstandsnota pagina 33). Reactie: Gelet op het positieve welstandsadvies onderschrijft de gemeente de mening van inspreker niet.
1.41. Frantzen Advocaten, Postbus 132, 1190 AC Ouderkerk a/d Amstel, namens de erven Meijn als eigenaar van Noordeinde 68a. 1. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de locatie van Machinefabriek Meijn, Noordeinde 68. Het perceel Noordeinde 68a van de erven Meijn maakt ruimtelijk integraal onderdeel uit van het totale gebied waar de locaties Machinefabriek Meijn en Schaft zijn gelegen. De erven Meijn hebben de gemeente gevraagd om hun perceel als een zelfstandig bouwperceel in de planontwikkeling mee te nemen, maar op dat verzoek is nooit inhoudelijk gereageerd. Het perceel Noordeinde 68a is nu zeer beperkend bestemd tot Tuin en Wonen - Vrijstaand. Deze bestemmingen zijn vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening onnodig en onaanvaardbaar beperkend, ondoelmatig en in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. De begrenzing van het wijzigingsgebied is evident niet op planologische gronden maar zuiver en alleen op basis van eigendomsgrenzen bepaald. Verzocht wordt het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Reactie: De woning en omliggende gronden zijn volgens het huidige gebruik en naar de huidige afmetingen van de opstallen bestemd. Dit komt overeen met alle gronden binnen het bestemmingsplan. Nu alle gronden en alle bebouwing binnen het bestemmingsplan op deze wijze zijn bestemd ziet de gemeente niet in waarom deze bestemmingen “vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening onnodig en onaanvaardbaar beperkend, ondoelmatig en in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel” zouden zijn. Aangezien inspreker geen concrete plannen heeft zal de gemeente in het kader van dit bestemmingsplan geen medewerking verlenen aan het wijzigen van de bestemming van de gronden. Onder concrete plannen wordt onder meer verstaan dat duidelijkheid dient te bestaan over de inpassing van het bouwplan, dat voldaan wordt aan alle wettelijke bepalingen en de gronden eigendom zijn van de aanvrager. Indien op een later tijdstip concrete plannen
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
34
worden ontwikkeld kan de gemeente eventueel medewerking verlenen. Dat zal dan via een aparte planologische procedure dienen te geschieden. In dat kader dient de gemeente te bepalen of zij medewerking kan en wil verlenen aan het initiatief.
1.42. K. Olie en A. Olie-Conradsen, Anemoonstraat 7 1. Met het bebouwen van het “eiland” op de locatie Korenaar wordt voorbijgegaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarde van dit kleine stukje ruig gebied. De bomen dragen bij aan de weldadige beleving van levend groen en het bosje vormt een buffer tussen het dorp en recreatiegebied Het Twiske. Het gaat niet aan dit terrein te verkopen voor dure huizen. Reactie: Het project vervangt de voorheen op deze locatie aanwezige school en het groen. In 2001 is door Omegan onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de aanwezige bomen. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de bomen veelal in slechte staat verkeerden. In mei 2007 is dit onderzoek nog eens over gedaan door Oranjewoud. In de onderzoeksrapportage werd en de uitkomsten van het in 2001 gehouden onderzoek nogmaals onderschreven. Het gaat hier derhalve niet om een prachtig groengebied met natuurlijke en landschappelijke waarde. Wat de opmerking over de dure huizen betreft wordt verwezen naar de beantwoording van opmerking 11 van inspreker 1.11. 2. Op de voorlichtingsavond over de bouwplannen werd aangegeven dat er vrijstaande woningen worden gerealiseerd. In het bestemmingsplan is dit niet terug te vinden. Reactie: Voor het gebied is reeds een ontwerp gemaakt. Omdat de definitieve situering van de woningblokjes nog niet bekend is, kan het bouwplan nog niet op de plankaart van het bestemmingsplan worden ingetekend. Gekozen is voor een systematiek (uitwerkingsplan) die de inpassing van het project in de toekomst mogelijk maakt. Het uitwerkingsplan doorloopt een procedure waarbij belanghebbenden hun mening kunnen geven en zij kunnen toetsen of aan alle wettelijke bepalingen is voldaan. 3. De voorziene gestapelde bouw op de locatie Korenaar past absoluut niet in de wijk en stoort de goede uitstraling van het mooie nieuwe schoolgebouw wat wel als een verrijking van de buurt wordt ervaren. Reactie: Dit bestemmingsplan regelt slechts de procedure voor de toekomstige inpassing van het project, niet de esthetische uitstraling. De opmerking heeft dan ook geen betrekking op het bestemmingsplan. 4. De plannen voor de locatie Korenaar stroken niet met streekplannen en andere visies waarin steeds nadrukkelijk wordt gesteld dat zeer voorzichtig moet worden omgegaan met groen en speelruimte. Reactie: Het benutten van binnenstedelijke locaties (de locatie ligt binnen de rode contour uit het
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
35
streekplan) is juist beleid van alle overheden. Door het benutten van dit soort locaties is er minder druk op het buitengebied. Voor Oostzaan is de Ringvaart wat dat betreft een “natuurlijk” grens tussen buitengebied en de bebouwde kom. 5. Het dorpse karakter van Oostzaan gaat verloren en dan vooral het groen en de vrije ruimte. Reactie: Het openhouden van het open landschap en het benutten van de schaarse ruimte binnen de bebouwde kom heeft inderdaad ook z’n keerzijde. In dit geval dient wel te worden bedacht dat de locatie voorheen ook al een stedelijk functie herbergde.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
36
2. Overleg ex artikel 10 Bro Het voorontwerp-Bestemmingsplan Kom is in het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening aan de volgende personen en instanties toegezonden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Provincie Noord-Holland, Ministerie van Economische Zaken, Regio Noord-West, Stadsregio Amsterdam, NV Nederlandse Gasunie, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Inspectie Ruimtelijke Ordening Noord-West, Rijkswaterstaat, Continuon, TenneT, Kamer van Koophandel en Fabrieken, Provinciaal Waterleidingsbedrijf Noord-Holland, MKB Zaanstreek, Het dagelijks bestuur van de Stadsdeelraad Amsterdam-Noord, Burgemeester en Wethouders van Zaanstad, Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, KPN Telecom.
In totaal zijn van 10 instanties reacties ontvangen. De instanties genoemd onder 3 en 14 hebben aangegeven met het plan in te kunnen stemmen of hebben aangegeven geen op- en/of aanmerkingen te hebben. De instanties genoemd onder 2, 8, 12, 15 en 16 hebben niet gereageerd. Instantie 6 heeft mede namens instantie 7 gereageerd. De op- en/of aanmerkingen van de overige instanties zijn hieronder weergegeven en van commentaar voorzien.
Verwijderd: XXX
2.1.
Verwijderd: Pm¶
Provincie Noord-Holland
1. Uit de toelichting blijkt niet dat onderzoek is gedaan naar de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten in het plangebied. De gemeente heeft aangegeven voomemens te zijn om een aantal gebieden te (her)ontwikkelen. In geval van nieuwbouw acht de provincie het noodzakelijk dat hieraan alsnog aandacht wordt geschonken. Reactie: De opmerking is terecht. Voor het gedeelte van het bestemmingsplan dat consoliderend wordt bestemd is dit onderzoek niet relevant. Voor de gebieden die in het bestemmingsplan zijn aangewezen voor de toekomstige realisatie van woningen zal het onderzoek inderdaad nodig zijn. In het voorontwerp-bestemmingsplan was dan ook al een regeling opgenomen die hierin voorziet. De bouw van de bedoelde woningen is slechts mogelijk nadat een wijzigingsbevoegdheid is toegepast. Deze wijzigingsbevoegdheid heeft als randvoorwaarde “dat uit onderzoek is komen vast te staan dat kan worden voldaan aan wettelijke bepalingen, dan
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: XXX Verwijderd: XXX
37
wel aannemelijk is dat ontheffing/vrijstelling daarvan kan of zal worden verkregen, ten aanzien van: Archeologie, Watertoets, Luchtkwaliteit, Externe Veiligheid, Geluid, Flora en fauna, alsmede andere aspecten die onderhevig zijn aan wettelijke bepalingen” (zie artikel 22, lid 9). 2. In paragraaf 3.2 voor het milieu aspect luchtkwaliteit wordt aangegeven dat conform de luchtkwaliteitstoets voor ruimtelijke plannen van de Provincie Noord-Holland voor consoliderende bestemmingsplannen geen luchtkwaliteitsonderzoek behoeft te worden verricht. Dit geldt allen voor conserverende bestemmingsplannen. Dit bestemmingsplan is conserverend en heeft deels nieuwe ontwikkelingen ten gevolg, daardoor zal er toch een luchtkwaliteitsonderzoek moeten worden uitgevoerd conform de regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 en getoetst moeten worden aan de grenswaarden voor N02 en PMI0 in bijlage 2 Wm. Reactie: Hiervoor geldt hetzelfde als voor de beantwoording met betrekking tot flora en fauna. Verwezen wordt naar de beantwoording van opmerking 1. 3. Op pagina 16 wordt het aspect archeologie beschreven. In dit hoofdstuk ontbreekt echter het provinciale beleidkader Landschap en cultuurhistorie Noord-Holland. Conform ons provinciaal beleid maar ook sinds de wetgeving op de archeologie moet er in het bestemmingsplan voldoende rekening worden gehouden met archeologische waarden in het plangebied. Dat betekent dat er een archeologisch rapport moet worden overgelegd, waaruit de archeologische waarden in het gehele plangebied blijken. De gemeente moet in haar besluit aangeven hoe ze in de verdere planvorming met die waarden omgaat. In het bestemmingsplan is een aanlegvergunning opgenomen voor het archeologische gebied waar een archeologische verwachting geldt. Deze verwachting is zover kon worden nagaan gebaseerd op de Cultuurhistorische Waardenkaart. Alleen de Cultuurhistorische Waardenkaart gebruiken als onderlegger voor de archeologische paragraaf is echter onvoldoende. Volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie moeten meerdere bronnen worden gebruikt om tot een archeologische verwachting te komen. Verzocht wordt het plan aan te passen conform de huidige richtlijnen en wetgeving. Reactie: De gemeente is het niet eens met deze strikte uitleg. Dat zou betekenen dat de historische waardenkaart onzorgvuldig is samengesteld. Het plangebied strekt zich voornamelijk uit over bestaand stedelijk gebied. De bebouwingsmogelijkheden zijn minimaal (aanbouwregelingen e.d.). Voor deze gebieden is de cultuurhistorische waardenkaart als uitgangspunt aangehouden. Ontwikkelingen die zich binnen de op de cultuurhistorische waardenkaart aangegeven gebieden bevinden (die zijn overgenomen op de plankaart), dienen te voldoen aan de bepalingen uit de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied (artikel 19). Overigens komen deze gebieden overeen met de gemeentelijke Archeologische waardenkaart (zie paragraaf 3.2 van de toelichting). Daarmee zijn de mogelijke archeologische waarden in het gebied goed beschermd. Voor eventuele ontwikkelingen in het gebied is een wijzigingbevoegdheid van kracht. Toe-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
38
passing hiervan is gebonden aan een onderzoeksverplichting voor onder andere archeologie. Zie de beantwoording bij opmerking 1.
2.2.
Inspectie Ruimtelijke Ordening Noord-West
In het kader van de decentrale sturingsfilosofie van de Nota Ruimte heeft de Inspectie ook namens de andere rijkspartners (m.n. Rijkswaterstaat) gereageerd. 1. Het gebied maakt deel uit van het bufferzonegebied Amsterdam-Purmerend waarin verdere verstedelijking niet is toegestaan. Ander feit is echter, dat het gebied in het geldende streekplan Noord-Holland-Zuid valt binnen de stedelijke bebouwingscontour. Geredeneerd vanuit het bufferzonebeleid heb ik dan ook geen bezwaar tegen het voorontwerp bestemmingsplan. Reactie: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. De in het bestemmingsplan gedane uitspraken over luchtkwaliteit zijn gebaseerd op de jaarrapportage Luchtkwaliteit 2006 gemeente Oostzaan van de Milieudienst Waterland. De inspectie verzoekt deze rapportage als bijlage te voegen bij het bestemmingsplan. Reactie: De rapportage zal worden opgenomen in de bijlagenmap bij het bestemmingsplan. 3. Binnen het plangebied zijn geen inrichtingen gevestigd, die vallen onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Juist ten zuiden van het plangebied bevindt zich een bezinestation met LPG-verkoop. Op bladzijde 19, bovenaan van de toelichting, acht de gemeente een LPG-doorzet van meer dan 1.000 m3 niet aanvaardbaar, juist in verband met mogelijk beperkende gevolgen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein. In het bestemmingsplan Kom wordt daarvan uitgegaan bij de uitspraken over het groepsrisico. De Inspectie verzoekt in de toelichting bij het plan duidelijk te maken op welke wijze de beperking van de doorzet tot 1.000 m3 is vastgelegd. Is dit bepaald in de milieuvergunning van het tankstation? Reactie: Momenteel is de vestiging van het tankstation vastgelegd in het bestemmingsplan Bedrijfsterrein Kolkweg-Zuid. De werkzaamheden van het bouwrijpmaken van dit terrein zijn nog in volle gang. Bij het afgeven van de milieuvergunning aan het tankstation zal de doorzet worden gemaximeerd op 1.000 m3. 4. Aan de westzijde van het plangebied is een hoogspanningslijn aanwezig. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft u op 3 oktober 2005 op de hoogte gebracht van het advies met betrekking tot hoogspanningslijnen. In het voorontwerp is in de planvoorschriften en met een aanduiding op de plankaart een bestaande hoogspanningslijn opgenomen. Op de bestemmingsplankaart is de aanduiding hoogspanningsleiding weliswaar weergegeven maar in de toelichting en de voorschriften van het bestemmingsplan is niet duidelijk omschreven hoeveel kV door de lijn stroomt en hoe blootstelling aan meer dan 0,4 micro tesla wordt voorkomen.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
39
De Inspectie adviseert om dit onderdeel uit het bestemmingsplan verder te verduidelijken, ook al worden geen kwetsbare bestemmingen mogelijk gemaakt binnen de zakelijk rechtstrook van de hoogspanningslijn. Reactie Op pagina 17 van de toelichting van het bestemmingsplan is beschreven dat het een 380 kV hoogspanningsverbinding betreft. De laatste tijd heeft de verbinding de grootste aandacht van de gemeente Oostzaan. Medio 2006 is, in verband met de koppeling van hoogspanningsverbindingen in het hoogspanningsstation aan de Verlengde Stellingweg, de belasting van deze verbinding verhoogd van 150 kV naar 380 kV. Het ministerie van VROM heeft in oktober 2005 o.a. gemeenten geadviseerd uit voorzorg maatregelen te treffen over blootstelling aan magnetische velden van hoogspanningslijnen. Volgens het advies dient, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, vermeden te worden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig worden blootgesteld aan magneetvelden van bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla. Op basis van het redelijkerwijs-criterium is het voorzorgprincipe beperkt tot nieuwe situaties omdat de gezondheidseffecten onzeker zijn en omdat maatregelen in bestaande situaties maatschappelijk vaak grote gevolgen hebben. De gemeente Oostzaan heeft in 2007 advies gevraagd aan het Directoraat-Generaal Milieu van VROM met betrekking tot de vraag of in de Oostzaanse situatie sprake is van een nieuwe- of een bestaande situatie. Bij brief van 21 september 2007 (kenmerk SAS/HSL/2007090952) heeft het directoraat de vraag beantwoord. In de brief wordt aangegeven dat in het advies van VROM uit 2005 gemeenten worden geadviseerd om reeds in gang gezette en vergevorderde planwijzigingen in beginsel ook als bestaande situatie aan te merken. Op grond van de verkregen informatie komt het directoraat dan ook tot de conclusie dat sprake is van een bestaande situatie. De referentiewaarde van ICNIRP (100 microtesla) blijft in alle situaties van toepassing. 5. Het gedeelte van rijksweg 8 ter hoogte van de Kerkstraat zal in het kader van het realiseren van de Tweede Coentunnel in oostelijke richting moeten worden verbreed. Deze verbreding is onderdeel van het tracébesluit. De begrenzing van de ruimte, die rijksweg 8 in beslag gaat nemen, is na overleg met de gemeente digitaal aan bureau voor ruimtelijke ordening en advies buRO gestuurd. Deze verbreding heeft als consequentie, dat 4 woningen langs de Kerkstraat niet gehandhaafd kunnen blijven. Het gaat om de woningen Kerkstraat 80,82, 91 en 93. Deze woningen Zijn inmiddels aangekocht. Verzocht wordt het gebied met de bestemming Verkeersdoeleinden in oostelijke richting uit te breiden op basis van het toegezonden digitale bestand. Reactie: De plankaart zal worden aangepast. 6. De Inspectie geeft enkele wijzigingsvoorstellen voor de toelichting. Het betreft enkele verwijzingen naar Rijksnota’s, zaken die verband houden met “verkeer en vervoer”, alsmede de watertoets.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: worden
40
Reactie: De verwijzingen naar het rijksbeleid en de opmerkingen over “verkeer en vervoer” worden in de toelichting opgenomen. Met betrekking tot de watertoets wordt verwezen naar de opmerkingen van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 7. Rijksweg 8 heeft in het plan de bestemming Verkeer gekregen. De bebouwingsvoorschriften in dit artikel zijn niet helemaal toegesneden op de rijksweg. De rijksweg kruist de Kerkstraat ongelijkvloers met een viaduct. Het viaduct moet gekwalificeerd worden als een ander bouwwerk, dat alleen is toegestaan binnen de in artikel 43 Woningwet genoemde situaties. Het viaduct met de daarop aanwezige geluidwerende voorzieningen en overig wegmeubilair behoort niet tot de categorie bouwwerken, die is bedoeld in artikel 43 van de Woningwet en het daarop gebaseerde Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningsplichtige bouwwerken. Dit houdt in dat er voor het viaduct een afzonderlijke regeling in het plan 2al moeten worden opgenomen. De Inspectie stelt voor aan onderdeel c van lid 3 de volgende tekst toe te voegen: "met dien verstande, dat ter plaatse van de kruising van de Kerkstraat met rijksweg 8 ,een viaduct is toegestaan met de daarop aanwezige lichtmasten. geluidwerende voorzieningen en ander wegmeubilair met een bouwhoogte van maximaal 20 m.” Reactie: De suggestie zal worden overgenomen in de voorschriften van het plan. 8. In het belang van een goede waterhuishouding zou in artikel 12 (Water) een verbod op het verkleinen van profielen van waterlopen en wateroppervlakken moeten worden opgenomen. Van dit verbod kunnen Burgemeester en Wethouders vrijstelling verlenen na verkregen instemming van de waterbeheerder. Reactie: Door het vastleggen van de bestemming op de plankaart is het versmallen van het water niet mogelijk. Dat zou immers betekenen dat de bestemming wordt gewijzigd. De voorgestelde wijziging is dan ook niet doelmatig.
2.3.
Provinciaal Waterleidingsbedrijf Noord-Holland
1. Ter veiligstelling van in het plan te leggen c.q. aanwezige leidingen verzoekt PWN vooral ook die voorwaarden in acht te nemen die openbare nutsbedrijven nu eenmaal moeten stellen om hun taak in hal algemeen belang te kunnen uitoefenen. Een zeer belangrijke voorwaarde is die van het beschikbaar stellen van voldoende ruimte in openbare grond voor het ondergronds verkeer. Deze ruimte dient vrij te zijn van bomen en stekelige beplanting, terwijl de overige beplanting van dien aard dient te zijn dal het leidingnet te allen tijde goed bereikbaar blijft. Met name vraagt PWN aandacht voor een ter plaatse aanwezige 500 mm transportleiding langs de Kolkweg, een 300 mm leiding langs de Kerkstraat en een 300 mm leiding langs het Zuideinde. Wij gaan uit van een ongestoorde ligging. Reactie: De genoemde leidingen hebben alle een functie ten behoeve van de huisaansluitingen. Dat betekent dat er in het bestemmingsplan geen bepalingen worden opgenomen omdat dat uit-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
41
sluitend wordt gedaan indien er sprake is van (hoof)transportleidingen. Het spreekt vanzelf dat de aanwezige leidingen een ongestoorde ligging hebben. 2. Tevens vraagt PWN aandacht voor het volgende. Het PWN-distributienet ten behoeve van de te realiseren nieuwbouw wordt ontworpen op de drinkwatervraag. Vervolgens wordt in overleg met de brandweer (gemeente) bestudeerd of het verzoek om bluswater (op de diverse locaties in het plan) in het ontwerp kan worden ingepast. In de gevallen dat dit niet kan worden gehonoreerd dient de brandweer (gemeente) naar een alternatieve bluswatervoorziening uit te zien. PWN merkt op dat alternatieven in een zeer vroeg stadium ontwikkeld dienen te worden zodat er voldoende financiële middelen voor vrijgemaakt kunnen worden. Reactie: De opmerking heeft geen betrekking op het bestemmingsplan en wordt derhalve voor kennisgeving aangenomen. 3. PWN vraagt eveneens aandacht voor het standaarddocument VANN. Dit document is door de nutsbedrijven in Noord-Holland opgesteld ten behoeve van de aanleg van voorzieningen in nieuwbouwgebieden. Dit document is op te vragen bij PWN. Reactie: Wanneer de uitvoering van de nieuwbouwlocaties ter hand wordt genomen zal het document geraadpleegd worden. De opmerking heeft overigens geen betrekking op dit bestemmingsplan. 4. In het belang van de volksgezondheid mogen de in het plan gelegen gronden geen gevaarlijke stoffen bevatten,die na leidingaanleg in het drinkwater terecht kunnen komen. Reactie: In het plan wordt geen nieuwe aanleg van leidingen voorzien. Het bestemmingsplan heeft overigens geen invloed op de bestaande woningsituatie.
2.4.
NV Nederlandse Gasunie
1. In het gebied waarop dit plan betrekking heeft, ligt een regionale aardgastransportleiding van de Gasunie die niet als zodanig op de plankaart is aangegeven. Hiertoe wordt opgemerkt dat een aardgastransportleiding dient te worden aangemerkt als een planologisch relevant gegeven uit hoofde waarvan aanduiding op de plankaart verplicht is gesteld. Ook dient de leiding als een dubbelbestemming in de planvoorschriften te worden opgenomen. Reactie: De opmerking is terecht. De leiding zal op de plankaart worden ingetekend en in de voorschriften worden opgenomen. 2. Door het ministerie van VROM wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe zoneringregeling, ter vervanging van de thans vigerende circulaire "Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen" uit 1984. De in de circulaire opgenomen deterministische afstanden worden in de nieuwe regeling vervangen door een risicobeleid. Hierin zal met name het plaatsgebon-
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
42
den risico een prominente rol gaan spelen, in die zin dat beperkt kwetsbare objecten (in beginsel) niet worden toegelaten binnen het 10-6 per jaar PR niveau. Echter, naast het plaatsgebonden risico zal ook het groepsrisico in de nabije toekomst meer aandacht gaan krijgen, temeer daar het bevoegd gezag een verantwoordingsplicht zal gaan krijgen met betrekking tot het groepsrisico. Reactie: Het voorliggende bestemmingsplan zal worden vastgesteld voordat de nieuwe regeling van kracht is geworden. De gemeente gaat dan ook uit van de huidige regelgeving. In het plan zal de zonering uit de circulaire worden aangehouden. Concreet betekent dit dat uitgegaan kan worden van de tabel “Afstand tot overige gebouwen” omdat de leiding in het perceel ten zuiden van de Kerkstraat (en ten westen van de snelweg) is gesitueerd. Het perceel heeft de bestemming Agrarisch. De aan te houden vrijwaringszone bedraagt 4 meter ter weerszijden van de leiding. 3. In hoofdstuk 3.2 "Externe Veiligheid" van de toelichting verzoekt de Gasunie de aanwezigheid van de 16"- 40 bar aardgastransportleiding te vermelden en hierbij aandacht te besteden aan bovenstaand beleid. Reactie: De aanwezigheid van de leiding zal worden vermeld in de toelichting.
2.5.
Kamer van Koophandel Amsterdam
1. In het voorontwerp bestemmingsplan is een aantal wijzigingsgebieden aangewezen met als doel de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Het ontwerp bestemmingsplan geeft niet aan volgens welke criteria deze aanwijzing heeft plaatsgevonden. Gezien de grote financiële belangen die met een wijzigingsmogelijkheid zijn gemoeid (grond voor wonen levert meer op dan grond voor bedrijven of voorzieningen), adviseren de Kamer de keuze duidelijk te motiveren. Reactie: In tegenstelling tot hetgeen de Kamer vermoedt is er geen sprake van een gemeentelijke keuze. De gebieden die in het bestemmingsplan als wijzigingsgebied zijn aangewezen, zijn allereerst bestemd volgens de huidige functie. De wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders is opgenomen om voorziene wijzigingen in het toekomstig gebruik te kunnen faciliteren. Overigens is daarbij altijd sprake van overleg met betrokkenen. 2. Daarnaast is het plan beperkend als het gaat om de toegelaten categorieën bedrijven. Immers volgens de huidige tekst zijn nieuwe bedrijfsvestigingen alleen welkom voor zover zij behoren tot de lagere milieucategorieën 1 en 2. Wij stellen u voor ook milieucategorie 3a toe te laten, eventueel via een vrijstelIingsbevoegdheid. Deze bedrijven zijn ook nu al aanwezig en worden apart bestemd. De Kamer is van mening dat deze bedrijven om redenen van levendigheid en voorzieningenniveau van zo grote waarde zijn dat zij ook op langere termijn een plaats moeten kunnen vinden in de bebouwde kom. Reactie: Het bestemmingsplan gaat uit van het in paragraaf 2.4 verwoorde uitplaatsingsbeleid. Het is
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
43
de Kamer bekend dat Oostzaan de laatste jaren een aantal bedrijfsterreinen heeft ontwikkeld of daar mee bezig is. Te noemen zijn in dit verband bedrijfsterrein Kolkweg-Noord (De Ambacht), bedrijfsterrein Kolkweg-Zuid (Skoon) en (recentelijk) bedrijfsterrein Bombraak. Hoewel de gemeente de bedrijfscategorieën 1 en 2 vanwege een goed leefklimaat in de bebouwde kom toestaat, is een uitzondering gemaakt voor de bestaande bedrijven in een hogere categorie. Vooralsnog kunnen deze gewoon gehandhaafd worden. Toekomstige bedrijven uit deze laatste categorie dienen echter naar de daarvoor bestemde bedrijfsterreinen uit te wijken.
2.6.
TenneT
1. In de voorschriften is een afzonderlijk artikel 20 - "Leiding•Hoogspanningsverbinding" opgenomen ter bescherming van de belangen van de bovengrondse hoogspanningsverbinding van TenneT. Op basis van ervaringen in praktijksituaties beveelt TenneT aan om lid 4 "Aanlegvergunningenstelsels" van dit artikel aan te vullen met een aantal passages. Reactie: De gemeente maakt gaarne gebruik van de ervaring van TenneT. De aanvullingen worden overgenomen, met uitzondering het voorgestelde sub e. Hert betreft immers bebouwingsbepalingen waarop de aanlegvergunning geen betrekking heeft. 2. In de artikelen van de bestemmingen die met de bestemming "Leiding - Hoogspanningsverbinding" samenvallen ontbreekt nog de zogenoemde verwijzingsbepaling. TenneT verzoekt uw medewerking om in de desbetreffende artikelen 3, 4, 6, 9, 10, 12, 16 en 17 deze verwijzing alsnog op te nemen. Reactie: De gemeente is geen voorstander van onnodige verwijzingen in de voorschriften. De plankaart spreekt voor zich. 3. Verder wordt op bladzijde 23 van de toelichting melding gemaakt van de wens van de gemeente om de huidige bovengrondse hoogspanningsverbinding in de toekomst te wijzigen in een ondergrondse hoogspanningsverbinding en dat thans in overleg met ons bedrijf en het ministerie van Economische Zaken naar mogelijkheden hiervoor zou worden gezocht. TenneT geeft aan, dat van een dergelijk onderzoek niets bekend is en merkt hierbij nog op dat TenneT weliswaar openstaat voor verzoeken om wijzigingen van de elektriciteitswerken in beschouwing te nemen (en indien mogelijk uit te voeren op kosten van de initiatiefnemer), doch dat gelet op de (gedeeltelijke) bedrijfsvoering van 380 kV het niet erg waarschijnlijk is dat aan het ondergronds brengen van het desbetreffende verbindingsgedeelte medewerking zal worden verleend. Reactie: De mogelijkheden worden momenteel door TenneT en het ministerie van Economische Zaken onderzocht. De resultaten zullen naar verwachting in het najaar bekend zijn.
Verwijderd: Even nagaan. Dit is namelijk wel ter sprake gekomen in de cie AZ Met opmaak: Niet Markeren
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
44
2.7.
Stadsregio Amsterdam
1. De stadsregio merkt op dat bij de relevante beleidskaders het Regionaal Verkeer-en-Vervoer plan van de Stadsregio ontbreekt. Daarnaast is er in uw plan weinig aandacht voor verkeer en vervoer. Zo wordt bijvoorbeeld niet ingegaan op aspecten als fietsbeleid, de functie van het openbaar vervoer en slechts beperkt op aansluitingen op lokaal overstijgend niveau. Daarnaast verdient het aanbeveling uitgebreider de functietypering van de verschillende type wegen in het plangebied in het bestemmingsplan op te nemen. Reactie: Het bestemmingplan heeft slechts beperkte invloed op de mogelijkheden om een goed regionaal verkeers- en vervoersbeleid uit te voeren. De gemeente is dan ook terughoudend geweest in het opnemen van verwijzingen naar bovenlokale plannen en beleidsnota’s. De bestemming Verkeer is toegekend aan alle doorgaande wegen in het plangebied. Binnen deze bestemming is een ruime flexibiliteit opgenomen voor eventuele herinrichtingsmaatregelen. Daarnaast is de bestemming Verkeer en verblijf opgenomen voor alle niet-doorgaande wegen. Een nadere functietypering, zoals de regio voorstelt, acht de gemeente niet doelmatig. Wat het fietsbeleid betreft wil de gemeente graag nog opmerken dat de gemeente Oostzaan de laatste jaren medewerking heeft verleend aan het verbeteren van de regionale fietspadenstructuur. Binnen het bestemmingsplan Bedrijfsterrein Kolkweg Zuid is bijvoorbeeld de “missing link” opgenomen tussen het fietspad dat vanuit het Twiske (langs de Zuiderlaaik) naar Oostzaan loopt en het fietspad dat vanuit Zaanstad (ten westen van de Verlengde Stellingweg) in de richting van Amsterdam-Noord loopt. Daarnaast is in het structuurplan Bombraak een mogelijkheid aangegeven om een fietspad vanaf het Zuideinde in de richting van de Verlengde Stellingweg te laten lopen. Dit fietspad zal niet alleen zorgen voor een goede bereikbaarheid van het te ontwikkelen bedrijfsterrein, maar mogelijk ook een verbinding maken met het eerder genoemde fietspad ten westen van de Verlengde Stellingweg.
2.8.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
1. In paragraaf 2.3 "Provinciaal beleid" missen het hoogheemraadschap een verwijzing naar het Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2010 "Bewust omgaan met water". Verder mist het HHNK in dit beleidskader een verwijzing naar het vastgestelde "Waterbeheersplan 3" van het hoogheemraadschap en het beleid omtrent waterkeringen. Reactie: De toelichting zal worden aangepast. 2. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van waterwoningen en/of woonboten mogelijk. Het is voor bestemmingsplan Kom, tevens relevant om beleid met betrekking tot waterwoningen/woonboten in hoofdstuk 2 op te nemen (vb, Woonschepenverordening 1981, Streekplan Noord-Holland Zuid 2003. Landschapsverordening Noord-Holland 2005, Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2006). Reactie: Bij het Westerstijfselmakerspad mogen waterwoningen en/of woonboten worden gerealiseerd en/of afgemeerd binnen de zone voor waterkavels. Het maximale aantal waterkavels
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: -Noord
45
is op de plankaart aangegeven en komt overeen met het huidige aantal woonboten. Aangezien het een bestaande situatie betreft en geen nieuwe ontwikkeling, is afgezien van het vermelden van (niet relevante) beleidskaders. 3. Het hoogheemraadschap is van mening dat de wateraspecten in het plangebied erg summier zijn beschreven. Met name de wateraspecten ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen missen in dit bestemmingsplan. Wij vragen u nadrukkelijk aandacht te besteden aan de criteria vanuit het hoogheemraadschap ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen/functiewijzigingen. Hierbij dient ingegaan te worden op ondermeer het rioleringsbeleid, waterberging (compensatie), waterkeringen, kunstwerken, beheer en onderhoud, oeverinrichting en wonen op het water (woonschepen). Reactie: De opmerking, dat met name de wateraspecten van de nieuwe ontwikkelingen gemist worden, is juist. In het bestemmingsplan zijn alle bestaande situaties vastgelegd. Deze bestaande situaties hebben geen belangrijke wijzigingen met betrekking tot de waterhuishouding tot gevolg. De beschrijving kan dan ook beperkt zijn. Voor toekomstige ontwikkelingen heeft de gemeente besloten deze mogelijk te maken via wijzigingsbevoegdheden in het plan te regelen. Omdat deze ontwikkelingen nog niet concreet genoeg zijn is het ook moeilijk om nu reeds de wateraspecten aan de orde te laten komen in het plan. Het spreekt vanzelf dat functiewijzigingen en inrichtingsmaatregelen vooraf met het hoogheemraadschap zullen worden besproken. Te allen tijde zal daarbij aan de keur dienen te worden voldaan. In het plan is bepaald dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheden onder andere onderhevig is aan de watertoets. Verwezen wordt naar artikel 22, lid 9 van de planvoorschriften. 4. De eerste zin in de derde alinea van paragraaf 5.1 "Algemeen” luidt: "In een bestemmingsplan dient volgens artikel 11 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 een waterparagraaf te worden opgenomen." Voor bestemmingsplannen geldt niet het artikel 11 uit het Besluit op de Ruimtelijke Ordening (Bro). maar artikel 12 Bro. Reactie: De opmerking is terecht, de tekst zal worden aangepast. 5. Het HHNK is van mening dat een aantal waterhuishoudkundige zaken beter verankerd moeten worden in het bestemmingsplan en doet hiervoor per hoofdstuk aanbevelingen (zie tekst bijlagenmap). Reactie: Voorgestelde aanpassingen en op- en aanmerkingen zullen worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. 6. Langs het plangebied is een primaire waterkering gelegen. De feitelijke waterkering (kernzone) wordt in de keur als waterstaatswerk aangeduid. De grens van het plangebied ligt op de waterlijn van de ringvaart en daarmee op het buitentalud van de kade. Dit betekent, dat een deel van het waterstaatswerk alsmede de beschermingszone binnen de grenzen van het bestemmingsplan valt. Het HHNK verwacht dat in het bestemmingsplan het bestaande tracé
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
46
met bijhorende keurzones wordt gerespecteerd. Verzocht wordt te verwijzen naar de werking van de keur van het hoogheemraadschap ten aanzien van waterkeringen. In de keur worden de type zoneringen aangeduid en wordt ingegaan op criteria die daar gelden. Hierbij kan naast de keur ook worden verwezen naar het "Beheersplan Waterkeringen 2006-2010" van hel hoogheemraadschap. Reactie: Het is niet gebruikelijk een dubbelbestemming Waterkering over de bestemming Water te leggen. De situatie van de waterkering zal in de tekst van paragraaf 5.4 van de toelichting worden beschreven. Daarnaast is, conform de beantwoording van opmerking 10, een verwijzing naar de keur in de voorschriften (bestemming Water) opgenomen. De gemeente is van mening dat de belangen van de waterkering op deze wijze afdoende zijn beschermd. 7. In het bestemmingsplan wordt de aanleg van waterwoningen en/of woonboten mogelijk gemaakt. Op de plankaart zijn deze bestemd als "(Zone voor) waterkavels". Onder het kopje "Artikel 12 Water" wordt ingegaan op het afmeren en/of aanleggen van waterwoningen en/of woonboten. Het HHNK wil erop wijzen dat voor bouwwerken in of op het water, inclusief woonboten, een keurontheffing van het hoogheemraadschap benodigd is. Bouwwerken, inclusief woonboten, mogen niet leiden tot belemmering van de waterbeheersing, de doorstroming, of het onderhoud, of tot andere vormen van schade aan waterkeringen, de waterhuishouding of de oevers. Wij verzoeken u dit onder het kopje "Artikel 12 Water" alsmede in paragraaf 5.4 "Wateraspecten" op te nemen. Voor een goede regeling van ligplaatsen voor woonboten in het bestemmingsplan, wij het hoogheemraadschap meer duidelijkheid omtrent een "waterwoning". De beschrijving van eer. waterwoning staande onder artikel 1, lid 50 van de "Inleidende bepalingen", is naar onze mening erg summier. Het hoogheemraadschap vraagt zich af of deze waterwoningen een drijvende- of vaste fundering hebben. Graag horen wij van u wat het verschil is tussen een waterwoning en een woonboot. We willen u erop wijzen dat voor de relevante wetgeving alles wat drijft en wordt bewoond de definitie "woonschip" heeft. Tevens wil het hoogheemraadschap duidelijkheid over het toegelaten gebruik van de aanliggende oevers. Reactie: Bij de beantwoording van opmerking 2 is reeds aangegeven dat het een bestaande situatie betreft, die (zij het in een andere vorm) ook reeds was opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied-Noord uit 1997. Aangezien de exacte situering van de verschillende woonboten niet op de plankaart is aangegeven kan er derhalve worden geschoven. Ook is het mogelijk dat een woonboot wordt vervangen door een waterwoning, waaronder in het bestemmingsplan wordt verstaan een woning met een vaste fundering die boven water is gebouwd. Vooralsnog gaat de gemeente er van uit dat daarmee geen waterbelangen worden aangetast. Desondanks zal iedere ontwikkeling worden getoetst aan de betreffende keurbepalingen. Zonodig zal een ontheffing worden aangevraagd. Ten aanzien van de oevers valt op te merken dat deze in gebruik zijn als erf bij de woonboten en de woningen langs het Westerstijfselmakerspad. Ook dit was reeds geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied-Noord.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
47
8. De enkelvoudige- en uit te werken bestemmingen, dienen ook mede bestemd te zijn voor water. We verzoeken u om binnen deze artikelen ook 'waterlopen en waterpartijen' mede mogelijk te maken. Reactie: Nadere beschouwing leert dat óf in de bestemming reeds “water” in de doeleindenomschrijving is opgenomen (Uit te werken woongebied, Groen). Of dat de bestemming zodanig exact is begrensd dat het opnemen van “water” in de doeleindenomschrijving niet zinvol is. Uitzondering vormt de bestemming Agrarisch waar “waterlopen en waterpartijen” aan de doeleindenomschrijving zal worden toegevoegd. 9. Het HHNK verzoekt bij de "Bestemmingsplanbepalingen" onder de kopjes "Nadere eisen", als punt toe te voegen, dat vrijstelling kan worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waterhuishouding. Reactie: De nadere eisen zijn geen randvoorwaarden voor het toepassen van een vrijstellingsbevoegdheid. Het voorstel kan als zodanig dan ook niet worden overgenomen. Wel is het mogelijk aan de nadere eisen toe te voegen dat deze gesteld zouden kunnen worden indien de belangen van het waterbeheer dat verlangt. Eén en ander is afhankelijk van de specifieke formulering en strekking van de nadere eisen. De voorschriften worden aangepast. 10.Het HHNK verzoekt in artikel 12 "Water" in de bebouwingsvoorschriften voor de aanleg van steigers, beschoeiingen, aanleg waterwoningen/woonboten en overige bouwwerken langs, in en op het water te verwijzen naar de keur van het hoogheemraadschap. Reactie: De verwijzing zal worden opgenomen. Burgemeester en wethouders toetsen voorafgaand aan de verlening van de bouwvergunning of voldaan wordt aan de keur van de waterbeheerder, dan wel een ontheffing daarvan nodig is. 11.Op dit moment is er nog geen bestemming 'Waterkering' op de plankaart en in de voorschriften opgenomen. Wij willen u daarom verzoeken de huidige feitelijke ligging van de waterkering op de plankaart op te nemen en te vertalen in een toegesneden gebruiksvoorschrift. Reactie: Verwezen wordt naar de beantwoording van de opmerkingen 6 en 10. 12.In het plangebied bevindt zich een persleiding en rioolgemaal in eigendom van het hoogheemraadschap. Wij verzoeken u de persleiding en rioolgemaal op te nemen op de plankaart (plankaart nr. 4) en in de toelichting te vermelden. Reactie: Het bestemmingsplan zal op voorgestelde wijze worden aangepast. De leiding is op de plankaart opgenomen en in de toelichting vermeld. In de voorschriften is een dubbelbestemming voor de leiding opgenomen.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom
Verwijderd: evenals Verwijderd: bijbehorende vrijwaringszone van 4 meter ter weerszijde van de leiding.
48
2.9.
Stadsdeelraad Amsterdam-Noord
De Stadsdeelraad Amsterdam-Noord heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben.
2.10. Gemeente Zaanstad De gemeente Zaanstad heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben.
Commentaarnota inspraak en vooroverleg Gemeente Oostzaan - bestemmingsplan Kom