Gemeente Oosterhout Reparatieherziening bestemmingsplan 'Buitengebied'
Rapportnummer:
211X00342.024313_1
Datum:
4 juli 2008
Contactpersoon opdrachtgever:
de heer H. Hoppenbrouwers
Projectteam BRO:
Marcel Volbeda, Chantal Zegers, Marcel de Kanter
e
1 Concept: e 2 Concept:
maart 2006 oktober 2007
Voorontwerp:
december 2007
Ontwerp:
februari 2008
Vaststelling: Trefwoorden: Beknopte inhoud:
-
BRO Boxtel Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 Boxtel T +31 (0)411 85 04 00 F +31 (0)411 85 04 01 E
[email protected]
Toelichting
Inhoudsopgave
pagina
1. INLEIDING 1.1 Algemeen 1.2 Leeswijzer
3 3 3
2. CORRECTIES 2.1 Onthouding goedkeuring 2.1.1 Beleidswijzigingen 2.1.2 Detailkaarten
5 5 5 8
3. AMBTELIJKE WIJZIGINGEN 3.1 Beleidswijzigingen 3.2 Planbegrenzing 3.3 Plankaarten 3.4 Detailkaarten 3.5 Voorschriften
11 11 15 15 17 23
4. MILIEUHYGIËNISCHE ASPECTEN
27
5. JURIDISCHE ASPECTEN 5.1 Inleiding 5.2 Voorschriften
29 29 29
6. FINANCIEEL-ECONOMISCHE ASPECTEN
31
Inhoudsopgave
1
2
1.
INLEIDING
1.1 Algemeen Op 14 juli 2004 heeft de gemeenteraad van de gemeente Oosterhout het bestemmingsplan “Buitengebied” vastgesteld. Het bestemmingsplan is op 22 februari 2005, onder no. 1019296, grotendeels door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) heeft uitspraak gedaan op 8 november 2006 onder nummer 20502427. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben, op grond van de uitspraak van de ABRS, een hernieuwde beslissing genomen op het bestemmingsplan op 17 april 2007, onder nummer 1085807/1288370. Door de uitspraak van Gedeputeerde Staten zijn in het bestemmingsplan “Buitengebied” gaten gevallen waar de oude bestemmingsplannen weer van kracht geworden zijn. Dit is niet een wenselijke situatie. Echter niet in alle gevallen wordt nu voorzien in gewijzigde regeling. In een aantal gevallen is besloten om aan te sluiten op het standpunt van Gedeputeerde Staten. Die situaties worden niet gerepareerd in dit plan en worden daarom ook niet verder genoemd. Het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant is in die gevallen van kracht en bepaald daarmee de ruimtelijke mogelijkheden. Daarom heeft de gemeente Oosterhout besloten om het onderhavige plan op te stellen conform artikel 30 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Met dit plan wordt ook het beleid op enkele onderdelen gewijzigd c.q. aangevuld daar waar nieuwe inzichten en ontwikkelingen dit nodig maken. De gemeente maakt tevens gebruik van de mogelijkheid om een aantal ambtelijke correcties door te voeren.
1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 van deze toelichting wordt ingegaan op alle te corrigeren onderwerpen die volgen uit het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van NoordBrabant, de uitspraak van de Raad van State en het hernieuwde goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Per onderwerp zal aangegeven worden op welke locatie, voor zover van toepassing, deze betrekking heeft. De reden waarom de oorspronkelijke regeling niet voor goedkeuring in aanmerking kwam en op welke wijze nu tegemoet gekomen wordt aan de bezwaren.
Hoofdstuk 1
3
In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op diverse ambtelijke aanpassingen van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om aanpassingen om het plan te laten aansluiten op de feitelijke situatie in het veld. Hoofdstuk 4 behandelt de milieuhygiënische aspecten. Hoofdstuk 5 geeft een korte uitleg over de juridische regeling die aan het plan verbonden is. Hoofdstuk 6 geeft het verplichte inzicht op de financiële consequenties van de herziening voor de gemeente. Hoofdstuk 7 zal de informatie gaan bevatten over de te voeren inspraak en vooroverleg procedure.
4
Hoofdstuk 1
2.
CORRECTIES
In dit hoofdstuk worden de correcties aangegeven die opgenomen worden in dit plan. De herzieningen worden hieronder gegroepeerd op onderwerp en genummerd weergeven.
2.1 Onthouding goedkeuring 2.1.1 Beleidswijzigingen 1. Glastuinbouwvestigingsgebied Oosteind Door Gedeputeerde Staten is goedkeuring onthouden aan de gronden vallend onder het glastuinbouwvestigingsgebied nabij Oosteind omdat de raad beperkte groei- en vestigingsmogelijkheden bood. Dit is bevestigd door de Raad van State zij het op enigszins andere gronden. Inmiddels zijn voor dit gebied een herziening van het uitwerkingsplan voor de stedelijke regio Breda-Tilburg en het Gebiedsplan ‘Wijde Biesbosch’ van kracht geworden. Op basis van deze documenten is nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven niet meer aan de orde daar het gebied aangewezen werd als doorgroeigebied. Structuurplan Oosterhout-Oost Op 23 januari 2007 is het Structuurplan Oosterhout-Oost door de gemeenteraad vastgesteld. Het structuurplan bevat beleidsrichtingen die een duidelijke invloed uitoefenen op de toekomstige mogelijkheden in het gebied ten zuiden van de Provincialeweg. Met name toekomstige woningbouw en het verder ontwikkelen van een bedrijventerrein stellen grenzen aan de mogelijkheden voor glastuinbouw. In het Structuurplan wordt uitgegaan van het op termijn verdwijnen van de glastuinbouw. In de plaats hiervan wordt nieuwe woningbouw in de vorm van buurtschappen en woonclusters voorzien. Ten zuiden en westen van de glastuinbouw komen bedrijven- en woonclusters. De gemeente gaat niet actief tot realisatie over maar biedt in dit kader de ontwikkelingsmogelijkeheden. In verband met de hiervoor beschreven ontwikkelingen wordt in het bestemmingsplan geen specifieke regeling opgenomen voor de glastuinbouwbedrijven ter realisatie van het glastuinbouwdoorgroeigebied. De betrokken ondernemingen zullen door de gemeente benaderd worden zodat per ondernemer passend maatwerk geleverd kan worden. Het maatwerk zal gericht zijn op het enerzijds recht doen aan de bedrijfsbelangen van de huidige ondernemers en anderzijds de belangen vertegenwoordigd door de toekomstige ontwikkelingen zoals neergelegd in de Structuurvisie Oosterhout-Oost.
Hoofdstuk 2
5
De bestemming ‘Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden’ wordt wederom toegekend aan het gebied. De mogelijkheden voor de glastuinbouw worden verruimd door de mogelijkheid op te nemen dat bestaande glastuinbouwbedrijven door kunnen groeien naar 2 ha rechtstreeks. Een verdere vergroting naar 3 ha glas is mogelijk met toepassing van een binnenplanse wijzigingsbevoegdheid. De maximale goothoogte van kassen wordt vergroot naar 6 m1. 2. Bestemmingen groen- en agrarische hoofdstructuur Gedeputeerde Staten wenst dat de gemeente de waterhuishoudkundige waarde van het gebied dat op de ontwikkelingenkaart is aangegeven als ‘waterpotentiegebied’ nader beschermt. Gedeputeerde Staten hebben echter geen goedkeuring onthouden aan het bestemmingsplan. De provincie geeft de volgende omschrijving: ‘De waterpotentiegebieden zijn landbouwgronden gelegen buiten de beekdalen en de uiterwaarden die vanwege de (grond)watersituatie uitstekend geschikt zijn voor de ontwikkeling van nieuwe natuur. Er is in deze gebieden veel schoon, kalkrijk en voedselarm kwelwater voorhanden. Ze zijn echter, mits goede waterbeheersingsmaatregelen worden getroffen, ook uitstekend geschikt voor de landbouw, met name voor de grondgebonden veehouderij. Voor de waterpotentiegebieden bestaat geen concreet uitzicht op daadwerkelijke natuurontwikkeling. Het gaat erom dat deze gebieden hun geschiktheid behouden voor mogelijke natuurontwikkeling in de verre toekomst.’
Zoals blijkt uit deze tekst zijn deze gebieden geschikt voor de ontwikkeling van nieuwe (natuur)waarden. Deze waarden komen pas in de verre toekomst voor eventuele ontwikkeling in aanmerking. Op grond van deze onduidelijke mogelijkheid die in ieder geval pas ver voorbij de planperiode gerealiseerd zal gaan worden is de gemeente van mening dat een extra bescherming ten opzichte van de reeds geboden bescherming niet te rechtvaardigen is. Het bestemmingsplan staat geen ontwikkelingen toe die ernstige schade kunnen aanrichten in de bodem. Uitsluitend bestaande functies krijgen beperkt de ruimte om zich normaal te ontwikkelen. 3. Waardenkaart 1: Dikke eerdgronden De dikke eerdgronden zoals opgenomen in op Waardenkaart 1 in combinatie met alle daaraan gerelateerde voorschriften worden uit het plan verwijderd conform het besluit van Gedeputeerde Staten. De gemeente volgt het standpunt. 4. Waardenkaart :2 Sloot met natuurwaarde Gedeputeerde Staten hebben goedkeuring onthouden aan een sloot waaraan natuurwaarden waren toegekend. De aanwezigheid van deze waarde is niet aangetoond. Na controle is gebleken dat de betreffende sloot inderdaad geen natuurwaarde vertegenwoordigt. Deze waardering is daarom van de kaart gehaald. Omdat hiermee niet de gehele legenda eenheid vervalt, zijn de voorschriften ongewijzigd gebleven.
6
Hoofdstuk 2
5. Teeltondersteunende voorzieningen Het bestemmingsplan is afgestemd op de provinciale nota ‘Teeltondersteunende voorzieningen’ van 25 september 2007. Op grond hiervan worden een aantal wijzigingen doorgevoerd in het bestemmingsplan. De provincie hanteert niet langer een directe koppeling aan gebieden zoals dat het geval was in de vorige nota van maart 2003. Bepalend is nu of er sprake is van een onevenredige aantasting van een ter plaatse aanwezige natuur, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarde. Door deze aanpak hanteert de provincie ook geen maximale maten meer. Bepalend voor de omvang is de vraag of het gaat om een permanente voorziening of niet. Permanente voorzieningen moeten namelijk op het toegekende bouwvlak gerealiseerd worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor kassen, hoge tunnels, stellingenteelt, regenkappen en containervelden. Bouwvlakken mogen vergroot worden ten behoeve van de aanleg van permanente teeltondersteunende voorzieningen indien inpasbaar in het bouwblokken beleid zoals opgenomen in het Streekplan Brabant in Balans. Zo geldt voor de Agrarisch Hoofdstructuur-Landbouw (AHS-Landbouw) in principe geen maximale maat. Omdat dit onvoldoende bepaald is en daarmee niet voldoende rechtszeker kan in het bestemmingsplan geen directe en grote mogelijkheden geboden worden. Dit zal bij bewezen behoefte en geen onevenredige aantasting van andere belangen buitenplans geregeld moeten worden. De provincie Noord-Brabant heeft goedkeuring onthouden aan de aanlegvergunningplicht voor het realiseren van lage en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen1 op gronden die op Waardenkaart 2 Natuur zijn aangewezen als ‘Planten en dieren van open water en moeras’. Deze gronden vallen onder de Groene HoofdStructuur(GHS)-Landbouw. Naar de mening van de provincie kunnen lage en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen onaanvaardbare schade aanrichten in deze waarden. De gemeente neemt deze mening over. De ‘A’ in de tabel Strijdig gebruik/aanlevergunnigen wordt gewijzigd in een ‘S’. Hiermee wordt de activiteit als strijdig aangemerkt. De nieuwe Nota Teeltondersteunende voorzieningen van september 2007 geeft geen aanleiding om dit te herzien. 6. Kampeerterrein De Bergvlietse Bossen Gedeputeerde Staten hebben gedeeltelijk goedkeuring onthouden aan deze gronden op plankaart 1. In het nu voorliggende plan is de regeling correct afgestemd op de feitelijke activiteiten. De voorschriften zijn overeenkomstig aangepast. Daarnaast is ook het nieuwe gemeentelijk beleid ten aanzien van de recreatieve mogelijkheden in de gemeente aangepast. De nieuwe bestemming verwijderd de aanduiding ‘10’ waardoor op het terrein niet langer recreatiewoningen gerealiseerd mogen worden. 7. Recreatiewoning Seterseweg 8 De recreatiewoning op Seterseweg 8 was onterecht bestemd tot burgerwoning. De bestemming wordt nu aangepast aan het feitelijk gebruik als recreatiewoning. 1
Onder de regeling van de Nota Teeltondersteunende voorzieningen van maart 2003
Hoofdstuk 2
7
8. Nutsvoorziening Parallelweg 8 te Dorst Per abuis is vergeten om op deze locatie een nutsvoorziening van een passende bestemming te voorzien. Dit gebeurt nu alsnog. De bestemming voor transformatorstation N3 wordt aan deze locatie toegekend. 8. Landgoed Oosterheide Het landgoed Oosterheide heeft de bestemmingen Natuurgebied en Bosgebied gekregen, omdat Gedeputeerde Staten hieraan goedkeuring hebben onthouden. Op waardenkaart 2 heeft het landgoed de aanduiding leefgebied van amfibieën en reptielen gekregen. 9. Recreatiecentrum Hannebroek Aan een gedeelte van de gronden is door de Raad van State goedkeuring onthouden, omdat onvoldoende belangenafweging had plaatsgevonden. Dit wordt middels deze herziening gerepareerd. Het gebied gelegen ten westen van de Hoevestraat en ten oosten van de camping De Hannebroek is veranderd in de bestemming ‘Recreatieve doeleinden’ met nadere aanduiding ‘R14’. Daarnaast zijn 2 recreatiewoningen als zodanig op de plankaart weergegeven. 2.1.2 Detailkaarten 9. Ekelstraat 10a te Oosteind Het bedrijf is reeds bestemd tot glastuinbouwbedrijf. Als zodanig kan gebruik gemaakt worden van de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid tot het vergroten van het bestemmingsvlak. Aangezien niet is gebleken van aantoonbare en gemotiveerde uitbreidingsbehoefte is het bestemmingsvlak / bouwvlak ongewijzigd opgenomen in dit plan. 10. Heikant 49 te Oosteind Het bedrijf is reeds bestemd tot agrarisch bedrijf. Als zodanig kan gebruik gemaakt worden van de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid tot het vergroten van het bestemmingsvlak. Aangezien niet is gebleken van aantoonbare en gemotiveerde uitbreidingsbehoefte is het bestemmingsvlak / bouwvlak ongewijzigd opgenomen in dit plan. 11. Steenovensebaan 33 te Dorst Goedkeuring is onthouden aan de bestemming ‘Agrarische Bedrijfsdoeleinden’ voor een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf met 1 bedrijfswoning. De bestaande paardenpension en paardenfokkerij is ten onrechte niet positief bestemd. In dit bestemmingsplan wordt dit alsnog gedaan. De bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding B38: Paardenpension is nu voor dit perceel opgenomen. Het aantal bedrijfswoningen mag maximaal 1 bedragen en maximaal 1.540 m2 aan bedrijfsbebouwing mag op het perceel aanwezig zijn. 12. Provincialeweg 160 te Oosteind Aan dit bouwvlak is goedkeuring onthouden door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant als gevolg van het onthouden van goedkeuring aan alle be-
8
Hoofdstuk 2
stemmingen die vallen onder het door de provincie aangewezen glastuinbouwdoorgroeigebied. Het bouwvlak zelf is inhoudelijk niet door de provincie beoordeeld. De gemeente kent in dit plan een agrarisch bouwvlak toe voor een glastuinbouwbedrijf met 1 bedrijfswoning op grond van een aangevraagde en toegekende bouwvergunning. 13. Rijksweg 31 te Dorst Dit adres was bestemd tot burgerwoning. Er is echter een hondenkennel gevestigd met een omvang dat een positieve bestemming gerechtvaardigd is. De nu opgenomen bestemming is ‘Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding ‘B35: hondenkennel’ met 1 bedrijfswoning en maximaal 140 m2 aan bedrijfsbebouwing. 14. Provincialeweg 57/59 te Oosteind Dit perceel was aangeduid als niet-agrarisch bedrijf met 1 bedrijfswoning zonder dat aangegeven was welk van de panden als bedrijfswoning moest worden aangemerkt. Op basis van de uitspraak van de Raad van State is het pand Provincialeweg 59 als bedrijfswoning aangegeven.
Hoofdstuk 2
9
10
Hoofdstuk 2
3.
AMBTELIJKE WIJZIGINGEN
In dit hoofdstuk worden de ambtelijke wijzigingen weergegeven. In paragraaf 3.1 worden een drietal beleidswijzigingen weergegeven. Deze wijzigingen vloeien voort uit het Streekplan Brabant in Balans.
3.1 Beleidswijzigingen 1. Burgerwoningen in het Buitengebied Het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ zoals dat is vastgesteld kent voor burgerwoningen in het buitengebied een gestaffelde regeling: • woningen kleiner dan 450 m3 mogen uitbreiden met 10% tot maximaal 450 m3; • woningen groter of gelijk aan 450 m3 mogen uitbreiden met 10% tot maximaal 600 m3; • woningen groter dan 600 m3 mogen niet uitbreiden. Het Streekplan staat echter een uitbreiding tot maximaal 600 m3 toe waarbij ondergrondse ruimten zoals kelders niet meegerekend worden. Er wordt dus geen uitbreidingspercentage meer gehanteerd en de algemeen aanvaarde inhoud van een burgerwoning is nu 600 m3. De gemeente Oosterhout heeft er voor gekozen om dit beleid over te nemen. Het onderscheidt in hoofdgebouwen en bijgebouwen wordt ook aangepast. De inhoudsmaat geldt nu voor de woning en niet voor het hoofdgebouw. Dit betekent dat aangebouwde bijgebouwen met een woonfunctie onder deze inhoudsmaat vallen. Een aparte bouwregeling wordt opgenomen voor vrijstaande bijgebouwen. Deze bijgebouwen mogen, gezamenlijk, niet meer dan 70 m2 bedragen met een maximale goothoogte van 3.50 m1. Eenzelfde regeling zal ook opgenomen worden voor bedrijfswoningen (ongeacht de bestemming) met dien verstande dat voor deze woningen de inhoudsmaat maximaal 750 m3 mag bedragen. 2. Paardenhouderijen In de provinciale nota ‘Buitengebied in Ontwikkeling’ is de beleidslijn ‘Paardenhouderij’ opgenomen. Het nu voorliggende plan volgt deze beleidslijn. Dit gebeurt op de volgende wijze: • alle paardenhouderijen vallen onder de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ met uitzondering van de paardenhouderijen met een hoge publieksaantrekkende werking zoals maneges welke vallen onder de bestemming ‘Recreatieve doeleinden’; • een nieuwe wijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen voor het wijzigen van de bestemming ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ in de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ ten behoeve van het oprichten van een paardenhouderij;
Hoofdstuk 3
11
•
de toetsingscriteria voor paardenhouderijen zoals opgenomen in de beleidslijn zijn vertaald als criteria in artikel 19 lid 23 sub d. Overige subleden worden overeenkomstig vernummerd. 3. Ruimte-voor-Ruimte regeling voor glastuinbouw De normale Ruimte-voor-Ruimte regeling is uitsluitend gericht op (voormalige) intensieve veehouderijen en de sloop van overtollige bedrijfsgebouwen. Deze regeling houdt in een notendop in dat bij de sloop van 1.000 m2 sloop aan bedrijfsgebouwen en bij het voldaan aan een reeks andere voorwaarden mag één woning gebouwd worden. De provincie hanteert de volgende regels voor de gewone Ruimte-voor-Ruimte regeling: 1. In ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van ten minste 1.000 m2 mag een woning worden gebouwd in afwijking van de programmering voor de woningbouw of, indien nodig, in afwijking van de beleidslijnen voor zuinig ruimtegebruik of de beleidslijn dat geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd aan het buitengebied; er geldt een ondergrens van ten minste 200 m2 voor saldering. 2. De afwijking van de programmering voor de woningbouw mag alleen plaatsvinden als de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen plaatsvindt in een van de reconstructiegebieden Midden- en Oost-Brabant. 3. De afwijking van de programmering voor de woningbouw mag hoogstens 3.000 woningen omvatten, of zoveel meer als voortvloeit uit de nadere invulling van het zogeheten ‘Pact van Brakkenstein' (maart 2000). 4. De bouw van de woning mag uitsluitend binnen de bebouwde kom plaatsvinden dan wel binnen een kernrandzone of een bebouwingscluster en dient bovendien zoveel mogelijk aan te sluiten op de bestaande bebouwing. Tevens kan een locatie worden benut die in het kader van een structuurvisiePlus door Gedeputeerde Staten als geschikt voor woningbouw is aanvaard. 5. De bouw van de woning dient te passen binnen de ruimtelijke structuur van de gemeente. 6. Bouw van een woning in de groene hoofdstructuur is niet toegestaan. 7. Cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden moeten behouden dan wel versterkt worden. De milieuhygiënische en waterhuishoudkundige situatie ter plaatse moet zoveel mogelijk verbeterd worden. 8. De agrarische ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven in de nabijheid van de woning worden niet beknot. 9. Een goede landschappelijke en architectonische inpassing van de woning in de omgeving dient gewaarborgd te zijn door middel van een beeldkwaliteitplan dan wel een vergelijkbaar instrument. 10. De te slopen bedrijfsgebouwen mogen geen bijzondere cultuurhistorische waarde hebben. 11. Zeker gesteld moet zijn dat de realisering van de woning plaatsvindt in samenhang met de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen en met de inleve-
12
Hoofdstuk 3
ring van de milieurechten van de agrarische activiteit ter plaatse. Per woning dient te worden aangetoond dat ten minste 1.000 m2 agrarische bedrijfsgebouwen zijn gesloopt en milieuwinst op de desbetreffende locatie is bereikt. 12. Zeker gesteld moet zijn dat de te slopen bedrijfsgebouwen niet worden vervangen door nieuwe bebouwing en dat aan de voormalige agrarische bedrijfslocatie een passende andere bestemming wordt toegekend. Van deze vereisten kan worden afgeweken in het belang van de revitalisering van het buitengebied. 13. Planologische medewerking wordt niet verleend als in redelijkheid langs andere wijze tot sanering van de bedrijfsgebouwen kan worden gekomen. 14. Gedeputeerde Staten kunnen de hierboven vermelde regels in een beleidsbrief nader invullen en verduidelijken. Zo nodig kunnen zij nadere regels opnemen om te waarborgen dat voldaan wordt aan het uitgangspunt van het ‘Pact van Brakkenstein' (maart 2000), dat uit de opbrengst van de uitgifte van extra woningbouwkavels aanvullende middelen worden gegenereerd ten behoeve van de sloop van stallen. Het Streekplan beleid richt zich op het bieden van gelijkluidende mogelijkheden voor glastuinbouwbedrijven. De regeling biedt mogelijkheden voor de bouw van een woning bij het beëindigen van een glastuinbouwbedrijf en/of de sloop van kassen in kwetsbare gebieden In het Streekplan wordt voor Ruimte-voor-Ruimte verbreed de volgende wijzigingen aangebracht: • voor de in de regels 1 en 2 genoemde oppervlaktematen gelden andere, door Gedeputeerde Staten vast te stellen criteria betreffende de te slopen objecten; • de in regel 11 genoemde inlevering van milieurechten en aantoning van milieuwinst zijn niet aan de orde, behoudens de intrekking van een milieuvergunning ingeval een glastuinbouwbedrijf wordt beëindigd; • regel 14 moet aldus worden aangevuld, dat Gedeputeerde Staten ook nadere regels kunnen stellen om te waarborgen dat uit de opbrengst van de uitgifte van extra woningbouwkavels aanvullende middelen worden gegenereerd ten behoeve van de sloop van kassen in kwetsbare gebieden, de sloop van niet meer voor intensieve veehouderij in gebruik zijnde agrarische bedrijfsgebouwen, of de sloop van andere ongewenste bebouwing in het buitengebied. 4. Obstakelvlak rond het radarstation Herwijnen Oost/West, invliegfunnels, ILSzones en het ILS-baken vliegbasis Gilze-Rijen Op grond van het door Nederland geratificeerde ICAO-verdrag (het Verdrag van Chicago) gelden voor burgerluchthavens, radars en bakens obstakelvlakken. Het verdrag is er op gericht om in beeld te krijgen waar hoge bouwwerken aanwezig zijn en om te voorkomen dat ergens hoge bouwwerken gerealiseerd worden
Hoofdstuk 3
13
5.
6.
7.
8.
2
of kunnen worden die een bedreiging vormen voor de (burger)luchtvaart2. Voor het grondgebied geldt dat binnen het obstakelvlak van het Radarstation Herwijzen Oost/West geen bouwwerken hoger dan 100 meter zonder toestemming van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat mogen worden opgericht. Het bestemmingsplan Buitengebied staat nergens bouwwerken toe die hoger (kunnen) zijn dan 100 meter. Nadere juridische voorschriften hoeven niet opgenomen te worden. Hetzelfde geldt voor het ILS-baken van de vliegbasis Gilze-Rijen. Binnen het obstakelvlak van dit baken geldt een beperking voor de bouwhoogte. Het bestemmingsplan staat echter in geen enkele bestemming een bouwhoogte toe die daarmee in conflict komt. De in het plan opgenomen invliegfunnels en ILSzones zijn aangepast aan de hand van de laatst beschikbare informatie. Beleidsnota ‘Toerisme en Recreatie’, gemeente Oosterhout. De bestemming ‘Recreatieve doeleinden’ is aangepast op de door de gemeente Oosterhout opgestelde en vastgestelde beleidsnota ‘Toerisme en Recreatie’. Deze nota heeft geleid tot een verandering in de aanduidingen (R1, R2, R3 etc.) op plankaart 1. De nota heeft ook geleid tot wijziging van de voorschriften. Deze zijn in artikel 9 van de bijbehorende voorschriften weergegeven. De veranderingen hebben vooral betrekking op de bouwmogelijkheden voor de diverse recreatieve voorzieningen. Onverharde paden en wegen In het moederplan is geen regeling op genomen voor cultuurhistorisch waardevolle onverharde wegen en paden. De gemeente Oosterhout wenst alsnog een beschermende regeling voor op te nemen. Dit gebeurt door deze wegen op te nemen op Waardenkaart 4 op te nemen. Deze wegen en paden worden ondergebracht in de bestemming ‘Verkeersdoeleinden’ en nader als ‘onverharde weg’ aangeduid. Beschermd dorpsgezicht Den Hout. Het dorp Den Hout is aangewezen als beschermd Stads- en Dorpsgezicht. De voorschriften zoals deze zijn opgesteld in het bestemmingsplan voor Den Hout zijn in dit bestemmingsplan overgenomen. Enige aanpassing was nodig om de voorschriften aan te laten sluiten en in te passen in de systematiek van het bestemmingsplan Buitengebied. Follies in de bossen Staatsbosbeheer heeft de gemeente Oosterhout verzocht om de mogelijkheid op te nemen om in de Oosterhoutse bossen kleine en kunstzinnige bouwwerken op te mogen richten. Deze zogenaamde follies moeten het recreëren in de bossen aantrekkelijker maken. De gemeente heeft hier geen bezwaar tegen.
Dit verdrag geldt ook voor militair vliegverkeer. De naleving hiervan berust bij het Ministerie van Defensie.
14
Hoofdstuk 3
3.2 Planbegrenzing Naar aanleiding van het digitaliseren van alle bestemmingsplannen van de gemeente Oosterhout is de begrenzing van het bestemmingsplan Buitengebied afgezet tegen aangrenzende bestemmingsplannen. Mede ook door het verstrijken van de tijd zijn daar nogal wat overlappingen ontstaan. Welke wijzigingen het hier betreffen en welke gevolgen dit heeft staat aangegeven op de plankaarten. Een gevolg is ook dat een aantal bouwvlakken vervallen en in één geval ingekort. Hieronder staan de adressen die dit betreffen. Agrarische en niet-agrarische bedrijven: • Ruiterspoor 6 Den Hout vervalt, detailkaart 10 • Ruiterspoor 8 Den Hout vervalt, detailkaart 10 • Eindsepad 7 Den Hout, vervalt voor klein deel, detailkaart 10 • Rijksweg A59 Noordzijde vervalt, detailkaart 113 Burgerwoningen: • Ruiterspoor 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22 Den Hout vervallen, detailkaart 7 • Houtse heuvel 50 en 58 Den Hout vervallen, detailkaart 10 • Oude Tilburgsebaan 4 Dorst vervallen detailkaart 75 • Baarschotsestraat 27a Dorst vervallen detailkaart 28
3.3 Plankaarten 1. Camping De Eekhoorn Het toegekende bestemmingsvlak is op een aantal punten onjuist. De begrenzing van het vlak is in overeenstemming gebracht met de feitelijk situatie. Tevens zijn de 67 bestaande recreatiewoningen alsnog bestemd. Het aantal bedrijfswoningen is terug gebracht tot één conform de feitelijke situatie. Tevens is de aanduiding ‘R3’ op de plankaart veranderd in ‘R14’ en is een maximale oppervlakte van 1000 m² opgenomen. 2. Recreatiecentrum de Hannebroek De parkeervoorziening gelegen nabij het restaurant de Hannebroek is op de plankaart weergegeven. Daarnaast is de aanduiding van het recreatiecentrum ‘R3’ veranderd in ‘R14’. Tenslotte is de parkeervoorziening aan de Wethouder van Dijklaan op de juiste plaats en met de juiste grootte op de plankaart weergegeven. 3. Verklaring behorende bij plankaart 1 Op de Verklaring staat onder ‘Recreatieve Doeleinden’ nog aangegeven ‘R12: Surfplas’. Dit is onjuist R12 komt niet op de plankaart 1 voor. Dit onderdeel van de Verklaring is verwijderd.
Hoofdstuk 3
15
4. Cirkel bebouwingsmogelijkheden Bij een aantal cirkels waar de bebouwingsmogelijkheden in zijn aangegeven behorende bij specifieke bestemmingsvlakken is per abuis nagelaten om een verwijzing naar het betreffende bestemmingsvlak op te nemen. In een aantal gevallen lijdt dit tot onduidelijkheid. Dit is nu gecorrigeerd. Alle bebouwingscirkels zijn nu correct verwezen. 5. Kadastrale Ondergrond Op de kadastrale ondergrond zijn de straatnamen Hogedijk en Provincialeweg omgewisseld. Deze fout is nu hersteld. 6. Plankaart 2 Ontwikkelingen In verband met de ontwikkeling van de woongebieden Vrachelen 4 en 5 zoals opgenomen in de Structuurvisie Vrachelen wordt het Bebouwingslint, zoals opgenomen op Plankaart 2 van het bestemmingsplan Buitengebied, gedeeltelijk verwijderd. Daarnaast zijn de mogelijkheden in het bebouwingslint niet verenigbaar met de aanwijzing van Den Hout als beschermd Stads- en Dorpsgezicht. Aan de Ruiterspoor is een gedeelte als Bebouwingslint opgenomen op de plankaart. 7. Plankaart 3 Belemmeringen In het plangebied zijn drie olieleidingen gelegen. Deze liggen echter zo dicht op elkaar dat dit niet duidelijk te onderscheiden is. De plankaart is nu zo gewijzigd dat iedere leiding zijn eigen symbool heeft meegekregen waardoor nu inzichtelijk is dat er meerdere olieleidingen aanwezig zijn. Naast de op de plankaart aangegeven belemmeringszone van 5 meter aan weerszijden van de leiding gelden er nog twee andere afstandsmaten. Er wordt ook nog een veiligheidsgebied en een toetsingsgebied onderscheiden. Het doel van het veiligheidsgebied welke onderdeel uitmaakt van het toetsingsgebied kent een breedte van 55 meter aan weerszijden van de belemmeringszone. In deze zone mogen geen woonwijken, flatgebouwen en bijzondere objecten categorie I (SBUI) gerealiseerd worden. Het bestemmingsplan Buitengebied kent geen mogelijkheden om dergelijke objecten te realiseren. In het toetsingsgebied van 175 uit de belemmeringszone wordt gestreefd naar het vrij houden van woonbebouwing en bijzondere objecten categorie I (SBUI). Aan deze zone worden geen harde juridische gevolgen toegekend. Deze zones vloeien voort uit het externe veiligheidsbeleid. Dit beleid is nog vergaand in ontwikkeling, daarom wordt het plan niet verder aangepast. De gastransportleiding A -531 is als gasleiding met een belemmeringszone op de plankaart opgenomen. De legenda is dienovereenkomstig aangepast. 8. Recreatiepark Alliance te Oosterhout Het aantal recreatiewoningen wat hier toegestaan is bedraagt 31 eenheden. In werkelijkheid zijn er 32 eenheden. Het plan is overeenkomstig aangepast. 9. Golfbaan Oosterhoutse Op de plankaart is in de bestemming ‘Recreatieve Doeleinden’ opgenomen met de nadere aanduiding ‘R6: Golfterrein’ en een maximaal toegestaan aantal vier-
16
Hoofdstuk 3
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
kante meters aan bebouwing van 2.500 m2. In werkelijkheid is er bijna 5.000 m2 reeds aanwezig. Het plan is overeenkomstig aangepast. Manege Griendsteeg 3 te Oosteind In het bestemmingsvlak van deze manege is ten onrechte het pand Griendsteeg 5 opgenomen. Dit pand is een burgerwoning. In het onderhavige plan is het bestemmingsvlak zo aangepast dat de woning met huisnummer 5 buiten het bestemmingsvlak van de manege valt. Daarnaast moet het maximaal toegestane oppervlak verruimd worden. Het huidige aantal komt niet overeen met de feitelijke situatie ter plaatse en dient verruimd te worden tot 4.500 m2. Dit is inclusief een 10% uitbreidingsruimte. Steenfabriek Gilze-Rijen Een deel van de gronden behorende bij de voormalige steenfabriek ligt op grond van de gemeente Oosterhout. Deze gronden hebben nu de bestemming ‘Bosgebied’ gekregen in plaats van de bestemming ‘Agrarisch gebied’. Camping ’t Haasje Het in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen bestemmingsvlak sluit niet aan op de feitelijke situatie. Tevens is een ontsluitingspad van de camping opgenomen. Tenslotte is de aanduiding ‘R3’ op de plankaart veranderd in ‘R14’. Golfbaan Landgoed Bergvliet Het betreft hier een nieuwe golfbaan. Voor deze golfbaan is een separate planologische procedure doorlopen. In het nu voorliggende plan wordt het resultaat van deze procedure juridisch in het buitengebied verankerd. Aan de betrokken gronden wordt de bestemming ‘Recreatieve doeleinden’ met de nadere aanduiding ‘R6: golfterrein’ toegekend. In totaal mag er 5.000 m2 aan bebouwing gerealiseerd worden. Hondenoefenterrein te Oosterhout De huidige aanduiding ligt niet op de juiste plaats. De aanduiding wordt in oostelijke richting opgeschoven, conform de feitelijke situatie. Ruiterspoor 69 en 75 De camping met bedrijfswoning en de parkeervoorziening tussen de camping en het hondenoefenterrein zijn aangepast aan de feitelijke situatie. Meerberg 4A De recreatiewoning aan de Meerberg 4A is bestemd tot recreatiewoning ‘R4’. Voor deze woning is in 1985 een bouwvergunning verleend en is in 2004 daarom ten onrechte niet positief bestemd.
3.4 Detailkaarten 1. Steenovensebaan 29 en 33 te Dorst Het adres Steenovensebaan 33 is ten onrechte aangewezen als gemeentelijk monument. Dit had huisnummer 29 moeten zijn. Het bestemmingsplan is overeenkomstig aangepast.
Hoofdstuk 3
17
2. Ruiterspoor 73 te Den Hout Deze bedrijfswoning is ten onrechte niet bestemd. Het pand is nu opgenomen in het naastgelegen bouwvlak van het perceel Ruiterspoor 71. De bestemming is hiermee geworden ‘Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding B14: Horecadoeleinden. Tevens is nu 1 bedrijfswoning toegestaan. Het aantal vierkante meters is niet gewijzigd. 3. Provincialeweg 78 te Oosteind Het betreft hier een woning die in het moederplan ten onrechte niet meegenomen was. Nu wordt het alsnog voorzien van een bestemming ‘Woondoeleinden’. Het pand is daarnaast ook nog aangewezen als gemeentelijk monument. 4. Provincialeweg 79 te Oosteind Voorheen was hier een agrarisch bedrijf gevestigd met één bedrijfswoning. Het bedrijf is ter plaatse beëindigd en is omgezet in kappersbedrijf met beperkte detailhandel. De detailhandel is door middel van een aanduiding toegestaan Het toegelaten bedrijfsvloeroppervlak bedraagt maximaal 175 m2. 5. Provincialeweg 204 te Oosteind Hier is een woning gerealiseerd in het kader van de Ruimte-voor-Ruimte regeling. In dit plan is een bestemming ‘Woondoeleinden’ toegekend. 6. Provincialeweg 186 te Oosteind Op dit adres was een agrarisch bedrijf gevestigd. Nu dit bedrijf beëindigd is wordt de bestemming ‘Woondoeleinden’ aan dit adres toegekend. 7. Seterseweg 3 te Oosterhout Deze woning was per abuis eerst als bedrijfswoning van camping De Eekhoorn opgenomen. Dit is gecorrigeerd. Voor dit adres is nu de bestemming ‘Woondoeleinden’ toegekend. 8. Tilburgsebaan 1 te Oosterhout Dit pand is een Rijksmonument. Het pand is nu alsnog als zodanig aangeduid. 17. Tilburgsebaan 7 te Oosterhout Detailplankaart is toegevoegd met daarop de bestemming ‘woondoeleinden’ voor de Tilburgsebaan 7. 9. Achterstraat 26 te Den Hout Op dit perceel is aan de voormalige boerderij de aanduiding gemeentelijk monument toegekend. Dit is onjuist, de aanduiding had moeten liggen op de Vlaamse Schuur op het terrein. Dit is nu alsnog gebeurd. 10. Groenendijk 2 te Oosteind Deze woning is nu opgenomen als bedrijfswoning bij een agrarisch bedrijf. Dit is onjuist, het betreft hier een burgerwoning. Aan dit adres is alsnog de bestemming ‘Woondoeleinden’ toegekend. 11. Groenendijk 70 te Oosteind Dit bouwwerk is in het moederplan bestemd tot een poldergemaal. Het pand is niet langer als zodanig in gebruik. Het pand en gronden is in eigendom van het agrarisch bedrijf dat gevestigd is op Groenendijk 53. De bestemming wordt
18
Hoofdstuk 3
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
daarom ook agrarisch bedrijf waarbij een koppeling aangebracht wordt met het bedrijf op huisnummer 53. Vrachelsestraat 27 en 27a te Den Hout De woningen Vrachelsestraat 27 en 27a zijn gesloopt en vervangen door één nieuwe woning. Het plan is overeenkomstig aangepast. Vrachelsestraat 61 te Den Hout Voorheen was hier een agrarisch bedrijf gevestigd. Het bedrijf is ter plaatse beeindigd en wordt vervangen door 2 burgerwoningen. Vrachelsestraat ong. te Den Hout Op deze locatie is een nieuwe woning gerealiseerd naast de bestaande woning 51A. Deze woning wordt nu positief bestemd. Heistraat 9a te Oosteind Dit pand is per abuis dubbel bestemd. Zowel de bestemming ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ en ‘Woondoeleinden’ is toegekend. Dit is nu gecorrigeerd. Nu is alleen de bestemming ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ van toepassing. Tevens is voor deze locatie nu, conform de feitelijke situatie, twee bedrijfswoningen toegekend. Hoge Dijk 5 te Oosteind Deze woning is per abuis opgenomen in het bouwvlak ‘Bedrijfsdoeleinden’ van het adres Hoge Dijk 5a. In werkelijkheid is hier een burgerwoning aanwezig. De bestemming is in dit plan gewijzigd in ‘Woondoeleinden’. Hoge Dijk 5a te Oosteind Het betreft hier een niet-agrarisch bedrijf dat als zodanig is bestemd met de nadere aanduiding ‘B7: transportbedrijf’. Het bouw- en bestemmingsvlak is voor dit bedrijf aangepast aan feitelijke situatie. De naastgelegen woning, Hoge Dijk 5, is uit het bestemmingsvlak gehaald. Griendsteeg 5 te Oosteind Dit pand is ten onrechte opgenomen in de bestemming ‘Recreatieve Doeleinden’ met de nadere aanduiding ‘R1: manege’. De juiste bestemming is ‘Woondoeleinden’ en het pand is nu als zodanig bestemd. Griendsteeg 2a te Oosteind Op deze locatie is een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een nieuwe burgerwoning. Deze woning wordt nu voorzien van een passende bestemming. Bavelstraat 30 te Dorst Dit adres is bestemd tot ‘Woondoeleinden’. Dit is onjuist. Op deze locatie is een rundveehouderij gevestigd. De bestemming is nu gewijzigd in ‘Agrarische Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding ‘grondgebonden’ met 1 bedrijfswoning. Groenestraat 5 te Dorst Voor deze locatie is een bestemming ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ opgenomen evenals voor het naastgelegen huisnummer 3. Dit is niet correct. Beide panden vormen nu één functie. Conform het bestaande gebruik wordt nu de be-
Hoofdstuk 3
19
stemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding ‘B36: Kunstatelier’ met één bedrijfswoning opgenomen. Op de locatie mag maximaal 400 m2 als kunstatelier gebruikt worden. 22. Steenovensebaan 55 te Dorst Deze locatie is nu bestemd tot burgerwoning. Dit is echter niet conform het huidig gebruik als paardenstalling. Op grond van het feitelijk gebruik wordt de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding ‘B38’ met 1 bedrijfswoning en maximaal 1.540 m2 aan bebouwing. 23. Provincialeweg 124 en 126 te Oosteind Beide panden zijn ondergebracht in één bestemming, namelijk ‘Bedrijfsdoeleinden’. Dit is onjuist daar op huisnummer 124 een burgerwoning is gevestigd. Het bestemmingsplan is overeenkomstig gewijzigd. Het bouwvlak van het bedrijf op huisnummer 126 is zodanig aangepast dat de burgerwoning buiten het bestemmingvlak ligt. 24. Ter Aalst 4 te Den Hout De bestemming ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ wordt van dit adres verwijderd en een bestemming ‘Woondoeleinden’ toegekend. Het agrarisch bedrijf is ter plaatse beëindigd. 25. Ter Aalst 9 te Den Hout Aan de percelen met nummer O1151 en O1152 is de medebestemming B17 (dierenpension) gegeven. Deze behoren niet tot de golfbaan. 25. Hoogstraat 102a te Oosteind Het perceel behorend bij Hoogstraat 102A heeft conform de huidige situatie een woonbestemming gekregen. 26. Hoogstraat 106 te Oosteind Het bouwvlak waarbinnen de bedrijfswoning is opgenomen is aangepast. Dit omdat er anders geen bijgebouwen bij de bedrijfswoning gerealiseerd kunnen worden. 26. Steenovensebaan 26 te Dorst De huidig toegekende bestemming is ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’. Dit sluit niet aan op het feitelijk gebruik als grafisch atelier. De bestemming is daarom omgezet in ‘Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding ‘B37: Grafisch atelier’ met maximaal 210 m2 aan bedrijfsbebouwing. 27. Steenovensebaan 29 te Dorst De aanduiding van het perceel Steenovensebaan 29 ‘AB 1 BW g’ is gewijzigd in ‘AB 2 BW g’. Uit het kadaster blijkt namelijk dat ter plaatse sprake is van twee woningen. 27. Griendsteeg 20 te Oosteind Op dit als zodanig bestemd agrarisch bedrijf vindt ook ondergeschikte detailhandel plaats. Per abuis is nagelaten om het bouwvlak te voorzien van de aanduiding ‘ondergeschikte detailhandel toegestaan’. Dit is in het onderhavige plan alsnog gebeurd. Het bouwvlak is verder niet gewijzigd.
20
Hoofdstuk 3
28. Parallelweg 30 te Dorst De agrariër is omgeschakeld van een regulier grondgebonden agrarisch bedrijf naar een wijngaard. Het bestemmingsvlak en bouwvlak moet aangepast worden om aan te sluiten op de nieuwe bedrijfsvoering. Het bestemmingsvlak wordt vergroot waarbinnen een kleiner bouwvlak is opgenomen. De bestemming blijft verder hetzelfde. ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding ‘grondgebonden’ met 1 bedrijfswoning. 29. Bavelstraat 9 en 11 te Dorst 30. Beide panden zijn ondergebracht in één bestemming, namelijk ‘Bedrijfsdoeleinden’. Dit is onjuist daar op huisnummer 11 een burgerwoning is gevestigd. Het bestemmingsplan is overeenkomstig gewijzigd. Het bouwvlak van het bedrijf op huisnummer 9 is zodanig aangepast dat de burgerwoning buiten het bestemmingvlak ligt. 31. Bavelstraat 21 te Dorst Bij dit agrarische bedrijf was één bedrijfswoning toegestaan. Uit de feitelijke situatie blijkt dat er twee bedrijfswoningen gesitueerd zijn. Het plan is hierop aangepast. 32. Steenovensebaan 20 te Dorst Voor deze locatie is de bestemming Woondoeleinden toegekend. Op basis van het advies van de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB) blijkt dat op dit adres een agrarisch bedrijf gevestigd is in de vorm van een paardenhouderij. De gemeente heeft geen aanleiding om af te wijken van het AAB-advies en de het bedrijf is daarom nu conform het advies bestemd tot een grondgebonden agrarisch bedrijf. 33. Achterstraat 14 te Den Hout Inmiddels is het hier gevestigde glastuinbouwbedrijf gestopt. Het vervangende gebruik is burgerwoning. De locatie is nu bestemd tot ‘Woondoeleinden’. 34. Achterstraat/Houtsesteeg ong te Den Hout Op deze locatie zijn inmiddels twee woningen gerealiseerd. Deze zijn nu voorzien van een positieve bestemming. 35. Bergsebaan 37 te Oosterhout (Plas van Caron) Op deze locatie is een horecabedrijf gevestigd. De in het moederplan opgenomen bestemming sluit niet aan op de beoogde bedrijfsvoering. Voor de beoogde situatie zijn een aantal rapporten opgesteld. In juni 2002 is een bedrijfsplan opgesteld (Van Ginneken Heidema Advies, kenmerk 1184-Bedrijfsplan-PTA-15). Dit document is aangevuld met een onderzoek ‘Verkeersontsluiting Paviljoen Ter Aalsterplas, een verkeerskundige onderbouwing’ (Oranjewoud projectnummer 170650, april 2007) en het onderzoek ‘Nadere uitwerking Paviljoen Ter Aalsterplas’ (Oranjewoud, projectnummer 170650 juni 2007). Dit laatste onderzoek is gebaseerd op het genoemde Bedrijfsplan en de verkeerskundige onderbouwing. In de ‘nadere uitwerking’ zijn de laatste ontwikkelingen in de omgeving van het initiatief meegenomen.
Hoofdstuk 3
21
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
3
De conclusie van dit rapport luidt dat het initiatief past binnen alle relevante kaders en dat er voldoende mogelijkheden zijn om het bouwplan te realiseren. De vigerende beleidskaders van provincie en gemeente verzettingen zicht niet tegen de ontwikkeling van de horeca bij de Ter Aalsterplas. Voor de vigerende bestemmingsplannen geldt dat het initiatief voldoet aan de geboden bouw- en gebruiksmogelijkheden maar niet naar locatie. In de twee geldende bestemmingsplannen3 (ten tijde van het onderzoek) worden verschillende locaties aangewezen. Dat is vanuit planologisch oogpunt niet wenselijk. Eén locatie verdient, vanuit de wens tot concentratie van bebouwing, de voorkeur. De bebouwing is ruimtelijk en qua vormgeving goed in de omgeving ingepast waardoor er geen landschappelijke belemmering is. Klein Oosterhout 1 te Oosterhout Inmiddels is het hier gevestigde agrarisch bedrijf gestopt. Het vervangende gebruik is burgerwoning. De locatie is nu bestemd tot ‘Woondoeleinden’. Ketenbaan 2 te Oosterhout Het bestemmingsvlak van dit restaurant wordt uitgebreid om zo het parkeerterrein op te nemen in de bestemming. Voor dit deel van het bestemmingsvlak geldt geen bouwvlak zodat het bouwen op deze gronden, anders dan bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet is toegestaan. Meerberg 2 te Oosterhout Het is gebleken dat de woning op Meerberg 2 bij het opstellen van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ per abuis niet bestemd is. Deze omissie wordt nu hersteld door het alsnog toekennen van de bestemming ‘Woondoeleinden’. Bredaseweg 162 te Oosterhout Het is gebleken dat het bedrijf op Bredaseweg 162 bij het opstellen van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ per abuis niet bestemd is. Deze omissie wordt nu hersteld door het alsnog toekennen van de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ met de nadere aanduiding ‘B5’ met 1 bedrijfswoning en maximaal 935 m2 aan bebouwing. Bankenweg 5 te Den Hout Op dit adres is een grondgebonden agrarisch bedrijf gevestigd. Dit bedrijf heeft verzocht om een vormverandering van het bouwvlak door te voeren. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Provincialeweg 194 te Oosteind Het betreft hier een bedrijf dat per abuis over het hoofd is gezien. Op het adres is een garagebedrijf gevestigd. Ter plaatse is maximaal een bedrijfswoning toegestaan. Het garagebedrijf mag maximaal 750 m2 aan gebouwen gebruiken. Baarschotsestraat 5 te Dorst Hier was voorheen een burgerwoning aanwezig. Deze is inmiddels gesloopt en er zijn geen initiatieven tot herbouw. De bestemming ‘Woondoeleinden’ wordt daarom verwijderd.
e
Bestemmingsplan ‘Buitengebied, 1 herziening’ en het plan ‘Surfplas Ter Aalst’
22
Hoofdstuk 3
43. Heistraat 47 te Oosteind Het bestemmingsvlak van het ter plaatse gevestigde tuincentrum wordt uitgebreid ten behoeve van de aanleg van parkeervoorzieningen. De aanleg is noodzakelijk gezien de verkeerskundige gevaren door de ligging van het bedrijf aan de N629. De toegevoegde gronden mogen niet voorzien worden van gebouwen daar er geen bouwvlak op deze gronden wordt gelegd. 44. Hoogstraat 37 te Oosterhout Dit perceel is ten onrechte opgenomen in de lijst van agrarische bedrijven aangezien dit bedrijf niet is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan Buitengebied maar in de Heilige Driehoek. 45. Provincialeweg 141 te Oosteind Dit perceel is gewijzigd in de medebestemming Bedrijfsdoeleinden B26 met maximaal 1 bedrijfswoning en een bebouwingsoppervlakte van 500 m². Dit omdat het gedeelte aan de Provincialeweg 143/143a hier niet meer onder valt. 46. Provincialeweg 143/143a te Oosteind De percelen hadden in de huidige situatie de medebestemming Bedrijfsdoeleinden B26 2 BW. De woning aan de Provincialeweg 143 was ook bestemd als burgerwoning. Het perceel is betrokken bij een restauratie van beide monumenten (de molen en de woning) en krijgen de bestemming ‘Maatschappelijke doeleinden’, met 1 bedrijfswoning. De bestemmingen ‘burgerwoning’ en ‘Bedrijfsdoeleinden B26’ komen daardoor te vervallen. Voor de molen is op de detailplankaart de aanduiding rijksmonument opgenomen. 47. Steenovensebaan 39 te Dorst Omdat Steenovensebaan 33 vergelijkbaar is met de locatie aan de Steenovensebaan 39 wordt de detailplankaart aangepast door de medebestemming B38 met 1 bedrijfswoning en een maximaal oppervlak van 1.600 m² op te nemen. 48. Provincialeweg 156 te Oosteind Het bestaande bouwblok wordt door deze herziening vergroot in verband met toekomstige ontwikkelingen van het bedrijf.
3.5 Voorschriften 1. Artikel 1 In dit artikel zijn de volgende begripsbepalingen toegevoegd: blokhut of trekkershut, chalet, kampeerauto, kampeerplaats, onderkomen voor recreatief nachtverblijf, recreatieverblijf, tentwagen en wandelkappen. De omschrijvingen van de volgende begripsbepalingen zijn gewijzigd: kampeermiddel, manege, paardenhouderij, recreatiewoning, stacaravan, tent en zomerhuisje. Het begrip productiegerichte paardenhouderij is vervallen. 2. Artikel 4, lid 3 sub a De waarde ‘dikke eerdgronden’ is verwijderd. De dikke eerdgronden zoals opgenomen in op Waardenkaart 1 in combinatie met alle daaraan gerelateerde voor-
Hoofdstuk 3
23
schriften worden uit het plan verwijderd conform het besluit van Gedeputeerde Staten. 3. Artikel 7, lid 3 sub a De waarde ‘dikke eerdgronden’ is verwijderd. 4. Artikel 9 De bestemming Recreatieve doeleinden –R- is aangepast naar aanleiding van de door de gemeente Oosterhout opgestelde beleidsnota ‘Toerisme en Recreatie’, gemeente Oosterhout. In lid 1 is sub c toegevoegd waarin is opgenomen dat bij recreatieve voorzieningen in de vorm van een recreatiewoning sprake dient te zijn van een bedrijfsmatige exploitatie. Dit is opgenomen om veilig te stellen dat bestaande recreatiewoningen niet voor permanente bewoning gebruikt gaan worden. De regeling is overeenkomstig de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State in het kader van een bestemmingsplan gemeente Elburg (LJN: AH7186). In lid 3 is de waarde ‘dikke eerdgronden’ verwijderd. 5. Artikel 10 In lid 1 is de aanduiding M6: molen toegevoegd. Aan lid 2 sub a is tevens de aanduiding M6 toegevoegd. In lid 3, sub b is het tekststuk ‘niet zijnde erfafscheidingen’ verwijderd. In lid 3 sub i is de aanduiding M2 gewijzigd in M1. 6. Artikel 11 lid 1 De aanduiding ‘N7: poldergemaal’ is verwijderd. 7. Artikel 13 lid 1 sub a Het begrip ‘lokale onverharde weg’ is toegevoegd. In het moederplan is namelijk geen regeling op genomen voor cultuurhistorisch waardevolle onverharde wegen en paden. De gemeente Oosterhout wenst hier alsnog een beschermende regeling voor op te nemen. 8. Artikel 14 lid 3 sub a De waarde ‘dikke eerdgronden’ is verwijderd. 9. Artikel 15 lid 1 Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State is ‘op de kaart’ gewijzigd in ‘op het renvooi van de plankaart’, om te voorkomen dat er geen juridische betekenis toekomt aan de aanduidingen op de plankaarten. 10. Artikel 16 Aan lid 1 zijn de volgende aanduidingen toegevoegd: B35: hondenkennel, B36: kunstatelier, B37: grafisch atelier, B38: paardenhouderij, B39: kwekerij, B40: kappersbedrijf/kapsalon. Aan lid 3 is het volgende toegevoegd: ‘dan wel uitsluitend ter plaatse van het op de kaart opgenomen differentiatievlak één bedrijfswoning is toegestaan’. Ter plaatse van de woningen aan de Provinciale weg 57 en 59 bestond onduidelijkheid welke van de twee woningen de bedrijfswoning is en welke niet. Om dit te verduidelijken is deze met een differentiatievlak op de plankaart weergegeven.
24
Hoofdstuk 3
11.
12.
13.
14.
15.
Lid 4 sub i is vervallen. De tweede zin in sub f regelt hetzelfde als hetgeen in sub i geregeld wordt. Artikel 17 Lid 4 sub f t/m h zijn vervallen en vervangen door sub f. Deze regeling is aangepast aan het Streekplan waarin is opgenomen dat de inhoud van een woning maximaal 600 m³ mag bedragen. Tevens is de volgende bepaling toegevoegd: bij het bepalen van de inhoud van een woning worden niet voor bewoning bestemde aangebouwde bijgebouwen niet meegerekend. Een gedeelte van lid 5, sub f wordt de zinsnede ‘met dien verstande dat het in sub d genoemde oppervlak niet bij de berekening wordt betrokken’ geschrapt omdat het niets toevoegt. Artikel 18 De dubbelbestemming ‘Beschermd dorpsgezicht Den Hout’ is toegevoegd aan de voorschriften om het gebied Den Hout te beschermen. Artikel 19, lid 1 In tabel 1 is een nu een nieuwe vrijstellingsmogelijkheid opgenomen. Deze vrijstelling biedt de mogelijkheid om bijgebouwen bij de bestemming ‘Woondoeleinden’ op kortere afstand dan 5 meter uit de perceelsgrens te bouwen. Deze vrijstelling was al wel opgenomen voor hoofdgebouwen maar per abuis niet opgenomen voor de bijgebouwen. Ook zijn er voor de dubbelbestemming ‘Beschermd dorpsgezicht Den Hout’ vrijstellingen opgenomen. Artikel 19, tabel 2 In deze tabel met wijzigingsbevoegdheden is bij de wijzigingsbevoegdheid om artikel 15 ‘Agrarische Bedrijfsdoeleinden’ te wijzigen in ‘Bedrijfsdoeleinden’ per abuis aangegeven dat de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ geregeld is in artikel 18. Dat had moeten zijn artikel 16. Het plan is overeenkomstig aangepast. Ook is de wijziging van ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ in ‘Bedrijfsdoeleinden’ ten behoeve van een paardenhouderij in vrijkomende agrarische bebouwing opgenomen. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de ruimte-voor-ruimte regeling. Om deze reden zijn bij de wijziging van agrarische bedrijfsdoeleinden ‘ruimte voor ruimte’ en lid 23d in tabel 2 vervallen. Artikel 20 De zinsnede ’dan wel dat het wenselijk is een biologisch bedrijf toe te staan’ in lid 3 is verwijderd. Lid 17 sub 5 is naar aanleiding van het besluit van Gedeputeerde Staten geschrapt omdat deze voorschriften als te verstrekkend worden beschouwd. Sub 6 van lid 17 is verduidelijkt naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State. Lid 18, sub g onder 3 derde gedachtestreepje is verwijderd. Lid 20, sub c is geheel verwijderd. Aan lid 23 is sub d toegevoegd waarin de voorwaarden zijn opgenomen om de bestemming ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’ om te zetten in ‘Bedrijfsdoeleinden’
Hoofdstuk 3
25
ten behoeve van een paardenhouderij in vrijkomende agrarische bebouwing. De voorwaarden sluiten aan bij de provinciale nota ‘Buitengebied in Ontwikkeling’ waarin de beleidslijn ‘Paardenhouderij’ is opgenomen. In lid 23 sub e zijn voorwaarden voor de sloop van kassen opgenomen, waarvoor in de plaats woningen gerealiseerd mogen worden. Lid 25 sub c waarin de mogelijkheid is opgenomen om de burgerwoning te vergroten, is geschrapt. Lid 26 is toegevoegd waarin de voorwaarden voor het verlenen van vrijstelling bij de dubbelbestemming ‘Beschermd dorpsgezicht Den Hout’ zijn opgenomen. Lid 31 sub a en sub b zijn gewijzigd naar aanleiding van de door de gemeente opgestelde Beleidsnota ‘Toerisme en Recreatie’. 16. Artikel 22 Lid 2 is aangepast in verband met foutief opgenomen bestemmingen. In lid 4 is de aanduiding ‘B18: slijperij’ opgenomen. Lid 5 is aangepast naar aanleiding van de door de gemeente Oosterhout opgestelde Beleidsnota ‘Toerisme en Recreatie’. 17. Artikel 24 In de tabel strijdig gebruik/aanlegvergunningen zijn de dikke eerdgronden verwijderd. De provincie Noord-Brabant heeft goedkeuring onthouden aan de aanlegvergunningplicht voor het realiseren van lage en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen op gronden die op Waardenkaart 2 Natuur zijn aangewezen als ‘Planten en dieren van open water en moeras’. Deze gronden vallen onder de GHS-Landbouw. Naar de mening van de provincie kunnen lage en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen onaanvaardbare schade aanrichten in deze waarden. De gemeente neemt deze mening over. De ‘A’ in de tabel Strijdig gebruik/aanlevergunnigen wordt gewijzigd in een ‘S’. Verder is de dubbelbestemming ‘stads- en dorpsgezicht’ toegevoegd aan het schema. Ook is deze in de op het schema volgende lijst met werken en werkzaamheden opgenomen. 18. Artikel 26 Het artikel is aangepast naar aanleiding van veranderde wetgeving. Verwezen dient te worden naar de Wet op de Economische Delicten. 19. Bijlage 4 Gemeentelijke monumentenlijst In deze bijlage staan bij een aantal monumenten nog PM opgenomen bij de beschrijving van de monumentale waarden die op de genoemde adressen aanwezig is. Dit is nu gecorrigeerd. De PM’s zijn in het onderhavige plan ingevuld.
26
Hoofdstuk 3
4.
MILIEUHYGIËNISCHE ASPECTEN
Alle situaties die in dit plan opgenomen zijn betreffen bestaande situaties. Nieuwe milieugevoelige functies worden niet rechtstreeks toegelaten. Als zodanig zijn milieuhygiënische onderzoeken niet van toepassing.
Hoofdstuk 4
27
28
Hoofdstuk 4
5.
JURIDISCHE ASPECTEN
5.1 Inleiding Zoals reeds in de hoofdstukken 2 en 3 is uiteengezet wordt het bestemmingsplan “Buitengebied’ op verschillende punten aangepast als gevolg van: • het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie NoordBrabant d.d. 22 februari 2005, onder nr. 1019296; • de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. november 2006, onder nr. 20502427; • de hernieuwde beslissing van Gedeputeerde Staten van de provincie NoordBrabant d.d. 17 april 2007, onder nr. 1085807/1288370; • het corrigeren van een aantal onjuistheden in de wijze van bestemmen die gedurende het gebruik van het plan geconstateerd zijn. Alle correcties in het plan die betrekking hebben op de plankaarten zijn opgenomen en beschreven in de hoofdstukken 2 en 3 van deze toelichting.
5.2 Voorschriften De voorschriften van deze herziening zijn als volgt opgebouwd: Artikel A Inleidende bepaling Hierin wordt met onderstreping aangegeven welke tekstdelen van het oorspronkelijke plan behoren tot de reparatieherziening en welke plankaarten er tot het plan behoren. Artikel B Titelbepaling Hierin wordt aangegeven hoe het plan kan worden aangehaald.
Hoofdstuk 5
29
30
Hoofdstuk 5
6.
FINANCIEEL-ECONOMISCHE ASPECTEN
Het onderhavige plan betreft een artikel 30 WRO plan. Als zodanig zijn de financieel-economische aspecten niet relevant daar het plan uitsluitend bestaande situaties regelt.
Hoofdstuk 6
31
32
Hoofdstuk 6
Voorschriften
Inhoudsopgave Artikel A. Inleidende bepaling Artikel B. Titelbepaling
Inhoudsopgave
3 134
1
2
Inhoudsopgave
ARTIKEL A INLEIDENDE BEPALING
Voor zover de voorschriften in de navolgende bepalingen zijn doorgehaald en/of met een grijze arcering zijn weergegeven, behoren zij tot de Reparatieherziening bestemmingsplan Buitengebied, van de gemeente Oosterhout. Bij deze reparatieherziening horen de volgende plankaarten: Plankaart 1 Hoofd- en medebestemmingen 211x00342-pk1 Plankaart 2 Ontwikkelingen 211x00342-pk2 Plankaart 3 Belemmeringen 211x00342-pk3 Waardenkaart 1 Abiotische waarden 211x00342-wk1 Waardenkaart 2 Natuur 211x00342-wk2 Waardenkaart 3 Landschap 211x00342-wk3 Waardenkaart 4 Cultuurhistorie 211x00342-wk4 Detailplankaarten Agrarische bedrijven/bedrijven 211x00342-dpk1 Detailplankaarten Woondoeleinden 211x00342-dpk2 Plankaart 1 verklaring 211x00342-pk1 Detailplankaarten Verklaring 211x00342-legb-dpk
Inhoudsopgave
3
4
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
pagina
Inhoudsopgave ARTIKEL A INLEIDENDE BEPALING
1 3
1.
INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN Artikel 1 - Begripsomschrijvingen Artikel 2 - Wijze van meten c.q. berekenen Artikel 3 - Verhouding tussen de bestemmingen
7 7 17 18
2.
RECHTSTREEKSWERKENDE BESTEMMINGEN Artikel 4 - Bosgebied Artikel 5 - Natuurgebied Artikel 6 - Agrarisch gebied met natuurwaarden Artikel 7 - Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden Artikel 8 - Agrarisch gebied Artikel 9 - Recreatieve doeleinden -RArtikel 10 - Maatschappelijke doeleinden – M – Artikel 11 - Nutsvoorzieningen -NArtikel 12 - Waterhuishoudkundige doeleinden Artikel 13 - Verkeersdoeleinden/spoorwegdoeleinden Artikel 14 - Landschapselement Artikel 15 - Agrarische bedrijfsdoeleinden -AB- (Medebestemming) Artikel 16 - Bedrijfsdoeleinden -B- (Medebestemming) Artikel 17 - Woondoeleinden (medegebruik) Artikel 18 - Beschermd dorpsgezicht Den Hout(dubbelbestemming)
19 19 22 24
ONTWIKKELINGEN Artikel 18 19 - Vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheid en de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen Artikel 19 20 - Beschrijving in hoofdlijnen ALGEMEEN AKOESTISCH ONDERZOEK
57
3.
Nieuwvestiging Omschakeling naar glastuinbouw Omschakeling naar grondgebonden bedrijf
57 63 63 65 65 66 66 69
BIJZONDERE AGRARISCHE BEBOUWING
Inhoudsopgave
26 29 31 37 39 42 44 46 47 50 53 56
5
4.
HULPGEBOUWEN
72
TEELTONDERSTEUNENDE VOORZIENINGEN AFSTAND VAN DE BEBOUWING TOT AAN DE AS VAN DE WEG/ZIJDELINGSE PERCEELSGRENS NIET-AGRARISCHE NEVENBEROEPSACTIVITEIT IN AGRARISCHE BEBOUWING
72 73 74
Ruimte voor ruimte NIET-AGRARISCHE BEDRIJVEN WONEN HERBOUW WONINGEN OP ANDERE LOCATIE
79 80 83 85
BESCHERMD DORPSGEZICHT DEN HOUT UITBREIDING RECREATIEBEDRIJVEN BINNEN HET BESTEMMINGSVLAK KAMPEREN BOUWEN BINNEN BELEMMERINGSZONES LEIDINGEN EN ZONE EXTERNE VEILIGHEID SPOOR OPENBARE NUTSVOORZIENINGEN BELEID TEN AANZIEN VAN DE GROENE HOOFDSTRUCTUUR
85 86 89 91 92 92
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Artikel 20 21 - Overgangsbepalingen Artikel 21 22 - Algemene bepaling met betrekking tot het gebruik Artikel 22 23 - Algemene bepaling belemmeringen Artikel 23 24 - Aanlegvergunningen Artikel 24 25 - Procedureregeling Artikel 25 26 - Strafbepalingen Artikel 26 27 - Dubbeltelbepaling Artikel 27 28 - Titel
95 95 96 99 101 106 107 108 109
BIJLAGEN Bijlage 1: Bedrijvenlijst hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen Bijlage 2: Besluit hogere grenswaarden Bijlage 3: Monumentale bomeninventarisatie buiten het centrumgebied in Oosterhout (separate bijlage) Bijlage 4: Gemeentelijke monumentenlijst
111 115 117 119
ARTIKEL B. TITELBEPALING
134
DETAILPLANKAARTEN BIJLAGE 1 - OVERZICHT AGRARISCHE BEDRIJVEN BIJLAGE 2 - OVERZICHT NIET AGRARISCHE BEDRIJVEN BIJLAGE 3 - OVERZICHT BURGERWONINGEN
135 141 143
6
Inhoudsopgave
1.
INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN
Artikel 1 -
Begripsomschrijvingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8. 9.
aan huis gebonden beroep:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend; aan huis geboneen bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke den bedrijf: bedrijvigheid gericht op de consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend; abiotische waarde: de waarde, die een gebied ontleent aan het voorkomen van bijzondere aardkundige en hydrologische verschijnselen en/of processen; agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; agrarisch bedrijf, een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of overwegrondgebonden: gend afhankelijk is van het voortbrengingsvermogen van de grond; agrarisch bedrijf, een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of overweniet-grondgegend plaatsvindt in gebouwen; bonden: agrarisch bedrijf, een tuinbouwbedrijf, waarvan de productie geheel of overglastuinbouw: wegend plaatsvindt in kassen, permanente tunnels en plastic kassen daaronder begrepen; agrarisch een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de uitoefebedrijfsgebouw: ning van een agrarisch bedrijf; agrarisch bouween aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan vlak: bebouwing met een hoofdgebouw of bij elkaar behorende gebouwen ten behoeve van een agrarisch bedrijf is toegestaan;
Hoofdstuk 1
7
10.
agrarische bedrijfswoning:
11.
agrarisch hulpgebouw; agrarisch verwant bedrijf:
12.
13.
agrarische waarden:
14.
architectonische waarden:
15.
bebouwing:
16.
bebouwingscluster: bebouwingsconcentratie:
17.
18.
bebouwingslint:
19.
bebouwingsoppervlak:
20.
bedrijfsgebouw:
8
een woning, krachtens het plan toegestaan binnen een agrarisch bouwvlak, en kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de aard van de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is; gebouwtjes op het veld ten behoeve van melkstallen, schuilgelegenheden of veldschuren; een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden. Voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn: dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, maneges, paardenpensions, stalhouderijen, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven, volkstuinen, agrarisch loonbedrijf; de waarden, die rechtstreeks verband houden met de mogelijkheden voor de uitoefening van een doelmatige, agrarische bodem- en/of bedrijfsexploitatie; de authentieke kenmerken in de verschijningsvorm van gebouwen op basis van een aan een bepaald gebruik gekoppelde bouwvorm, opgebouwd uit bouwvormen, welke eigen zijn aan een bepaalde kunsthistorische stijlperiode ofwel bouwvormen, die karakteristiek zijn voor die gebouwen in een bepaalde periode voor die streek; één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; een vlakvormige verzameling van gebouwen bij een kruispunt van wegen in het buitengebied; een als zodanig aangegeven kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster met een historisch gebroeide menging van kleinschalige buitengebied- en niet-buitengebiedfuncties. Een bebouwingsconcentratie kan niet gelegen zijn in de Groene Hoofdstructuur, noch deze deels overlappen; een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg in het buitengebied, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, met geringe afstanden tussen de bouwkavels; het oppervlak van het bouwperceel, bestemmingsoppervlak dan wel van het bouwvlak, dat ten hoogste met gebouwen (kassen en warenhuizen daaronder niet begrepen) mag worden bebouwd; een gebouw, dan wel een gedeelte van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor bedrijfsruimte;
Hoofdstuk 1
21.
bedrijfswoning:
22. 23.
bestaand: bestemmingsvlak:
24.
blokhut of trekkershut: Toegevoegd
25.
bosbouwkundige waarde:
26.
bouwgrens:
27.
bouwperceel:
28.
bouwvlak:
29.
bouwwerk:
30.
bijgebouw:
31.
caravan:
Hoofdstuk 1
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, te bewonen door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of het terrein in overeenstemming met de bestemming; ten tijde van de tervisielegging van het plan aanwezig; een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming; een onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, gebouwd uit op elkaar gestapelde boomstammen of een daarmee vergelijkbare constructie, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen; de aan een gebied toegekende waarde vanwege zijn houtproductiefunctie in samenhang met een natuur-, landschappelijke en/of recreatieve functie; een op de plankaart blijkens de daarbij behorende verklaring als zodanig aangegeven lijn, welke door een (bepaald type) gebouw of een complex van gebouwen niet mag worden overschreden; de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, behorende bij een bestaand of op te richten bouwwerk of complex van bouwwerken; een door bouwgrenzen op de kaart omgeven oppervlak, waarbinnen volgens deze voorschriften een gebouw of complex van gebouwen mag worden gebouwd; elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, hetzij direct of indirect met de grond verbonden is. Bouwwerken zijn onder te verdelen in ‘gebouwen’ en ‘bouwwerken, geen gebouwen zijnde’. Binnen de categorie ‘gebouwen’ vallen onder andere de bijgebouwen, bedrijfsgebouwen, hulpgebouwen etc. Pergola’s, erfafscheidingen etc. vallen onder de categorie ‘bouwwerken, geen gebouwen zijnde’; een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en die bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstan-
9
32. 33.
chalet: Toegevoegd cultuurhistorische waarden:
34.
dagrecreatie:
35.
detailhandel:
36.
discotheek/(bar)dancing:
37.
differentiatievlak:
38.
duurzame agrarische bedrijfsvoering:
39.
ecologische waarden:
10
den, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij voor de toepassing van dit plan aangemerkt als caravan; een met een stacaravan vergelijkbaar onderkomen, dat vaak uit meer dan één aan elkaar geschakelde eenheden bestaat; de kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het slotenpatroon of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan de archeologische waarden; recreatie welke zich, in principe afspeelt tussen zonsopgang en zonsondergang en niet is gericht op horeca. Horeca is alleen dan mogelijk als nevenfunctie en voor zover ondergeschikt aan de recreatieve voorziening. Onder dagrecreatie vallen verschillende vormen van recreatie, zoals: - routegebonden recreatie; - waterrecreatie; - cultuurtoerisme; - natuurtoerisme; - attracties; - stedelijk toerisme; het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; een bedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en tevens gelegenheid biedt tot dansen, met in het algemeen een hoge bezoekersfrequentie gedurende de nacht; een op de kaart aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop bestemmingen van eenzelfde aard van toepassing zijn; instandhouden en ontwikkelen van de agrarische productiefunctie waarbij als uitgangspunt geldt, dat aan agrarische bedrijven voldoende mogelijkheden moeten worden geboden om ook op lange termijn de nodige levensvatbaarheid te behouden; waarden betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu;
Hoofdstuk 1
40.
erfbeplanting:
41.
escortbedrijf:
42.
extensieve recreatie: gebouw:
43.
44. 45.
46. 47.
48.
49.
groepsaccommodatie: groothandel:
afschermende beplanting binnen het bouwvlak van een agrarisch bedrijf; de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overigen); die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen; een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; gebouw met voorzieningen voor het verblijf van groepen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit; hervestiging agra- de vestiging van een bestaand agrarisch bedrijf op een agrarisch bedrijf: risch bouwvlak als gevolg van het verplaatsen van dat bedrijf; horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse, discotheekactiviteiten en seksinrichtingen worden hieronder niet begrepen. De volgende specifieke vormen worden onder horeca begrepen: restaurant: een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik, al dan niet ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is; daghoreca: een bedrijf (zoals een koffiehuis, coffeeshop, brasserie, ijssalon) dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleinere maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee en frisdranken met uitzondering van alcoholische dranken; hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken; intensieve veede agrarische bedrijfstak, waarbij de bedrijfsuitoefening in houderij: hoofdzaak niet functioneel aan de grond gebonden is, omvattende in ieder geval het houden van mestvarkens, mestkalveren, slachtkuikens, leghennen of overig (slacht)pluimvee;
Hoofdstuk 1
11
50.
kaart:
51.
kwekerij:
52.
kampeerauto: Toegevoegd
53.
kampeermiddel: Gewijzigd
54.
kampeerplaats: Toegevoegd
55.
kas:
56.
kas, tijdelijk:
12
−
plankaart 1: 'Hoofd- en medebestemmingen' Noord en Zuid (nr. 4131044B.cad); − plankaart 2: 'Ontwikkelingen' (nr. 4131045B.cad); − Plankaart 3: ‘Belemmeringen’ (nr. 4131045B.cad) − waardenkaart 1, 2, 3 en 4 bij plankaart 1 (nrs. 4131037B.cad, 4131035B.cad, 4131036B.cad en 4131038B.cad ); − detailplankaarten medebestemmingen; een bedrijf dat gericht is op het kweken van planten en siergewassen alsmede op de verkoop als ondergeschikte nevenfunctie van ter plaatse gekweekte planten en siergewassen, potgrond, compost en meststoffen; een al dan niet uitklapbaar gemotoriseerd voertuig, onder welke benaming dan ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en dat bestemd is om regelmatig, zelfstandig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, aan het verkeer deel te nemen; tenten, tentwagens, kampeerauto's, stacaravan, chalets of caravans, blokhutten of trekkershutten dan wel andere onderkomens of andere voertuigen of gewezen voertuigen of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt niet bouwvergunningsplichtig en voor zover bruikbaar voor recreatief nachtverblijf; een al dan niet afgescheiden gedeelte van een kampeerterrein, ter grootte van 200 a 300 m², bedoeld voor de plaatsing van een of meer kampeermiddelen; een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend tot kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen; kas die gedurende een beperkte periode, die afhankelijk is van de teelt en maximaal acht maanden per jaar bedraagt, mag worden opgericht ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of bloembollenteelt. De kas is eenvoudig te monte-
Hoofdstuk 1
57.
58.
59.
60.
61.
62.
63.
64.
65.
ren en te demonteren en heeft een verplaatsbare fundering. De montage- en demontagetijd staat in bedrijfseconomisch opzicht in relatie tot de beperkte exploitatietijd; kernrandzone: een gedeelte van het buitengebied dat grenst aan de bebouwde kom, met daarin relatief veel bebouwing die over het algemeen op korte afstand van elkaar ligt; landschappelijde aan een gebied toegekende waarde, die wordt bepaald ke waarde: door de aanwezigheid van de onderlinge samenhang en beinvloeding van de niet-levende en levende natuur (met inbegrip van de mens); manege: een agrarisch verwant bedrijf, bedoeld voor recreatie, voor Toegevoegd het stallen van paarden en pony's alsmede voor het beoefenen van de hippische sport; natuurwaarde: de aan een gebied toegekende waarde, die bepaald wordt door het voorkomen van planten en dieren die zichzelf onder invloed van klimaat, geomorfologie, bodemkundige en waterhuishoudkundige gesteldheid en al dan niet beïnvloed door menselijke aanwezigheid, instandhouden; omschakeling: de algehele of gedeeltelijke overstap binnen een bestaand agrarisch bedrijf naar een andere agrarische bedrijfsvorm. Er is sprake van omschakeling indien op het bedrijf 2/3 of meer van de inkomsten afkomstig zijn van de andere agrarische bedrijfsvorm; onderkomen voor een recreatieverblijf of een kampeermiddel; recreatief nachtverblijf: Toegevoegd onderkomens: voor verblijf geschikte - al dan niet aan de bestemming onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten; paardenhouderij: een niet-agrarisch verwant bedrijf dat gericht is op het geToegevoegd bruik van paarden met als doel het geven van gelegenheid om met paarden en pony's in en buiten de aanhorigheid te rijden alsmede het houden van paarden en pony's voor eigen gebruik als rijpaard of voor het aangespannen rijden, als vrijetijdsbesteding dan wel gericht op het africhten, opleiden en trainen van paarden alsmede de mogelijkheid voor het stallen en verzorgen van paarden van derden; peil: a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aanslui-
Hoofdstuk 1
13
66.
plan:
67.
productgerichte paardenhouderij: Vervallen
68.
prostitutie:
69.
rechtstreeks toestaan:
70.
recreatieverblijf: Toegevoegd recreatiewoning:
71.
Gewijzigd
72.
seksinrichting:
73.
stacaravan:
14
tend afgewerkte terrein dat het bouwwerk omgeeft (maaiveld); − de plankaart 1, de waardenkaarten 1 tot en met 4 bij plankaart 1, plankaart 2, plankaart 3 en de detailplankaarten; − deze voorschriften en de toelichting bij dit plan (nummer X.135x00045.2567); een agrarische activiteit, gericht op het produceren van paarden, geschikt voor een bepaalde taak. Het betreft fokkerijgerichte bedrijven: hieronder vallen hengstenstations, opfokbedrijven en paarden- en ponybedrijven; het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een andere tegen vergoeding; bouwwerken, die op grond van de bouwvoorschriften gebouwd kunnen worden, zonder dat daarvoor een nadere afweging in de vorm van een vrijstelling of wijzigingsplan nodig is; een recreatiewoning of een zomerhuisje; een gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen caravanbouwwerk of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, uitsluitend gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond; een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar; een onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en dat door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over korte afstand naar een vaste standplaats kan worden verreden, doch dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien dit onderkomen wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer ge-
Hoofdstuk 1
Vervallen 74.
stellingenteelt:
Verwijderd
75.
tent: Gewijzigd
76.
tentwagen: Toegevoegd
77.
tijdelijke afdekfolies:
78.
Gewijzigd torensilo:
79.
tunnel hoog/laag:
80.
tunnel hoog/laag, tijdelijk:
Hoofdstuk 1
schikt is om te worden verreden, wordt het voor de toepassing van dit plan aangemerkt als stacaravan; teelttechniek uit de aardbeienteelt, waarbij om arbeidstechnische redenen en ook om aantasting van de vrucht door schimmels te voorkomen, bakken in stellingen gehangen op ooghoogte. De stellingen kunnen worden voorzien van regenkappen. De teelt is in principe omkeerbaar omdat de regenkappen en bakken na de oogst worden verwijderd. De stellingen zelf worden niet verwijderd; een in hoofdzaak uit textiel of daarmee vergelijkbare materialen vervaardigd onderkomen voor dag- en/of nachtverblijf; een verplaatsbaar onderkomen, bestaande uit over al dan niet opblaasbare stangen gespannen doek, of vergelijkbare constructie, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen; een als tent uitklapbare wagen of voertuig die bestemd is om regelmatg en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij aangemerkt al tentwagen; afdekfolies die dienen ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of bloembollenteelt en een beperkte periode wordt aangebracht. De periode is afhankelijk van de teelt en bedraagt maximaal acht zes maanden; torenvormig pakhuis voor stortgoed bestaande uit kokervormige afdelingen met van onderen een trechtervormige opening; een werk van maximaal 1.50 m1 (laag) of bouwwerk hoger dan 1,50 m¹ (hoog) van lichtdoorlatend kunststof en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen; een gedurende een aantal maanden per jaar aangebrachte lage tunnel of opgerichte hoge tunnel dienend ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of bloembollenteelt ten behoeve van het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van de betreffende gewassen, alsmede in voor-
15
81. 82. 83.
84.
85. 86.
87. 88.
89.
90.
komende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen. De termijn dat het werk aangebracht, of het bouwwerk opgericht mag zijn, is afhankelijk Gewijzigd van de teelt en bedraagt maximaal acht zes maanden. De tunnel is eenvoudig te monteren en te demonteren en heeft een verplaatsbare fundering. De montage- en demontagetijd staat in bedrijfseconomisch opzicht in relatie tot de beperkte exploitatietijd; vakantieboerderij: boerderij met eenvoudige voorzieningen voor recreatief (nacht)verblijf; verplaatsing: zie onder hervestiging; vestiging agrarisch de vestiging van een agrarisch bedrijf op een nieuw agrarisch bedrijf: bouwvlak als gevolg van het oprichten van een nieuw agrarisch bedrijf dan wel het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf; volwaardig agra- een agrarisch bedrijf met ten minste de arbeidsomvang van risch bedrijf: één volwaardige arbeidskracht en waarvan de continuïteit op langere termijn voldoende is verzekerd; voorgevelrooilijn: de snijlijn van het voorgevelvlak van een woning en het grondvlak, waarop de woning zich bevindt; wandelkappen: menstoegankelijke tunnels, ter bescherming van zaaisels en planten, tegen onkruid en wildschade en tegen weersinvloeToegevoegd den, die aanwezig zijn gedurende de tijd dat de teelt dat vereist met een maximum van zes maanden, en die na een deel van het (teelt)seizoen weer worden verwijderd. waterhuishoudmet betrekking tot de aanwezigheid van (natuurlijke) bronkundig: nen, kwel of natuurlijke stroming; weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, de tot de wegen of paden behorende vrijliggende fietspaden, alsmede de aan de wegen liggende parkeerterreinen; woning: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden; zomerhuisje: een recreatiewoning, welke zich bevindt op een kampeerterGewijzigd rein en bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, uitsluitend gedurende een gedeelte van het jaar in te verblijven.
16
Hoofdstuk 1
Artikel 2 -
Wijze van meten c.q. berekenen
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. oppervlakte van tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot de hargebouwen: ten van scheidsmuren; 2. lengte, breedte en tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van diepte van gebouwen: gevels en/of harten van scheidsmuren; 3. inhoud van tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot de hargebouwen: ten van scheidsmuren en boven begane grondvloeren, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen; 4. goothoogte van van bovenkant goot, boeiboord of druiplijn tot aan het gebouwen: peil; 5. nokhoogte van van het hoogste punt van het gebouw (met uitgebouwen: zondering van schoorstenen en liftopbouwen) tot aan het peil; 6. hoogte van bouwvan het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het werken, geen gepeil; bouwen zijnde: 7. breedte van tussen de zijdelingse perceelsgrenzen van het bouwbouwpercelen: perceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens; 8. afstand tot de de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot (zijdelingse) de (zijdelingse) perceelsgrens van het bouwperceel; perceelsgrens: 9. afstand tussen de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakgebouwen: ken van de gebouwen; 10. bebouwd oppervlak: de buitenmaats gemeten loodrechte projectie van de bebouwing op de ondergrond.
Hoofdstuk 1
17
Artikel 3 -
Verhouding tussen de bestemmingen
Verhouding hoofd- en medebestemmingen
Lid 1. Waar een hoofdbestemming, aangegeven op plankaart 1, samenvalt met de medebestemming Agrarische bedrijfsdoeleinden of Bedrijfsdoeleinden geldt primair het bepaalde ten aanzien van de medebestemming. De bepalingen met betrekking tot de hoofdbestemming zijn in dat geval uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de medebestemming.
Verhouding (mede)bestemmingen en differentiatie ‘leidingen’
Lid 2. Waar de differentiatie 'leidingen' samenvalt met een andere (mede)bestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de differentiatie 'Leidingen'. De bepalingen met betrekking tot de andere (mede)bestemming zijn in dat geval uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de differentiatie 'leidingen'.
18
Hoofdstuk 1
2.
RECHTSTREEKSWERKENDE BESTEMMINGEN
Artikel 4 -
Bosgebied
Doeleinden algemeen
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Bosgebied' zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van het bos met daarop afgestemde bosbouw; b. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden; c. hondenoefenterrein op de als zodanig aangeduide gronden; d. militair oefenterrein op de als zodanig aangeduide gronden; e. telecommunicatiemast op de als zodanig aangeduide gronden; f. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen; g. waterwingebied op de op plankaart 3 als zodanig aangeduide gronden; h. extensief recreatief medegebruik;
Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Lid 2. Voor zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd, gelden in het bijzonder de volgende doeleinden: a. 'boringsvrije zone' en ‘beschermingszone’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening; b. ‘stiltegebied’, deze gebieden zijn bedoeld voor de bescherming van het geluidskarakter van het gebied, voor de bescherming van voor geluidverstoring gevoelige ecosystemen en waarborging van stilte voor de mens nu en in de toekomst; c. ‘leidingen’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden;
Hoofdstuk 2
19
d. ‘voormalige stortplaats’, voor deze gebieden geldt als uitgangspunt, dat het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan, indien hierdoor de mogelijkheid tot sanering niet wordt belemmerd en de verontreiniging niet wordt verspreid. Doeleinden binnen differentiatievlakken op: waardenkaart 1
Verwijderd
waardenkaart 2
waardenkaart 3
waardenkaart 4
Toegevoegd
Bouwvoorschriften
20
Lid 3. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen een van de op de waardenkaarten bij plankaart 1 gelegen differentiatievlakken, zijn deze tevens bestemd voor de instandhouding van de waarden: a. Geologie, geomorfologie en bodem: (1) terreinglooiing met terrasafzettingen; (2) stuifzandgronden; (3) dikke eerdgronden; grond- en oppervlaktewater: (1) inzijggebied; (2) kwelgebied, kwelsloot; (3) gracht, poel, plas; b. Natuur: (1) planten en dieren van open water en moeras; (2) planten en dieren van bos, struweel en houtwallen; (3) leefgebied van amfibieën en reptielen; c. landschap – samenhang: (1) vestigingspatroon; landschap – ruimtevorming: (1) besloten gebied; Cultuurhistorie: (1) vindplaats met hoge waarde; (2) vindplaats geselecteerd; (3) terrein met hoge verwachtingswaarde; (4) militair relict; (5) historische zandpaden. Historische geografie: (1) hoge waarde. Lid 4. Op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2 m1 en met uitzondering van hoogspanningsmasten die op plankaart 3 als ‘hoogspanningsleiding’ zijn aangeduid. De hoogte van de hoogspanningsmasten bedraagt maximaal 40 m¹, met uitzondering van bestaande hoogspanningsmasten van de hoogspanningsverbinding Geertruidenberg-Breda die een maximale
Hoofdstuk 2
hoogte van 54 m¹ mogen hebben. Op de gronden met de aanduiding ‘bedrijfswoning toegestaan’ mag per bebouwingsvlak ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd. De bedrijfswoning mag als afzonderlijke woning worden gebouwd of in een van de bedrijfsgebouwen worden opgenomen. De inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen. De goothoogte van de gebouwen bedraagt maximaal 4 m¹. Op de gronden met de aanduiding telecommunicatiemast gelden de volgende bepalingen: (1) de afstand van de communicatiemast tot een gebouw moet tenminste evenveel bedragen als de hoogte van het meest nabij gelegen gebouw in meters, met dien verstande dat de afstand tenminste 25 m¹ bedraagt; (2) voor de hoogte van de telecommunicatiemast geldt dat de hoogte van de mast tenminste 36 m¹ en ten hoogste 50 m¹ bedraagt, met dien verstande dat de onderste antenne aan de mast in ieder geval hoger moet worden geplaatst dan: • het hoogste gebouw met een woon- of verblijfsruimte binnen straal van 100 m¹ uit de antenneinstallatie; • het hoogste gebouw, niet zijnde een woon- of verblijfsruimte, in de directe omgeving ervan; (1) de hoogte van een gebouw ten behoeve van de antenne-installatie mag ten hoogste 3 m¹ en de oppervlakte ten hoogste 25 m² bedragen; Door de bouw c.q. aanwezigheid van alle bedoelde bouwwerken, dan wel als gevolg van het te verwachten gebruik mogen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 2
21
Artikel 5 -
Natuurgebied
Doeleinden algemeen
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Natuurgebied' zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden met een zo sterk mogelijk ecologische en ruimtelijk-structurele samenhang; b. militair oefenterrein op de als zodanig aangeduide gronden; c. extensief recreatief medegebruik.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Lid 2. Voor zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd, gelden in het bijzonder de volgende doeleinden: a. 'boringsvrije zone' en ‘beschermingszone’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening; b. ‘leidingen’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden; c. ‘primaire waterkering’, deze gebieden (aangegeven op plankaart 1) zijn tevens bedoeld voor waterkering, waterhuishoudkundige doeleinden, de geleiding en beveiliging van verkeer te water. Op de aan weerszijden van de waterkering gelegen beschermingszone (30 meter) en buitenbeschermingszone (20 meter) is de Keur van toepassing.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op: waardenkaart 1
Lid 3. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen een van de op de waardenkaarten bij plankaart 1 gelegen differentiatievlakken, zijn deze tevens bestemd voor de instandhouding van de waarden: a. geologie, geomorfologie en bodem: (1) stuifzandgronden; grond- en oppervlaktewater: kwelgebied, kwelsloot;
22
Hoofdstuk 2
waardenkaart 2
waardenkaart 3 waardenkaart 4 Toegevoegd Bouwvoorschriften
Hoofdstuk 2
b. natuur: (1) planten en dieren van open water en moeras; (2) planten en dieren van graslanden en ruigten; (3) planten en dieren van heide en zandverstuivingen; (4) planten en dieren van bos, struweel en houtwallen; (5) leefgebied van amfibieën en reptielen; c. landschap – samenhang: (1) besloten gebied; d. cultuurhistorie: (1) militair relict; (2) historische zandpaden. Lid 4. Op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2 m¹ .
23
Artikel 6 -
Agrarisch gebied met natuurwaarden
Doeleinden algemeen
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Agrarisch gebied met natuurwaarden ' zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a. een duurzame agrarische bedrijfsvoering; b. instandhouding van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden; c. wonen, overeenkomstig de aanduiding op de detailplankaarten. Ten aanzien van de inrichting en het bouwen gelden de bepalingen in artikel 17; d. waterwingebied op de op plankaart 3 als zodanig aangeduide gronden; e. extensief recreatief medegebruik; f. het behoud en/of herstel van de in bijlage 4 van de voorschriften beschreven cultuurhistorische en architectonische waarden van de als ‘monument’ aangeduide bouwwerken.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Lid 2. Voor zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd, gelden in het bijzonder de volgende doeleinden: a. ‘beschermingszone’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening; b. ‘leidingen’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden. c. voormalige stortplaats, voor deze gebieden geldt als uitgangspunt dat het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan indien hierdoor de mogelijkheid tot sanering niet wordt belemmerd en de verontreiniging niet wordt verspreid.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op: waardenkaart 1
Lid 3. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen een van de op de waardenkaarten bij plankaart 1 gelegen differentiatievlakken, zijn deze tevens bestemd voor de instandhouding van de waarden: a. geologie, geomorfologie en bodem: (1) moerige gronden;
24
Hoofdstuk 2
waardenkaart 2
waardenkaart 3
waardenkaart 4
Bouwvoorschriften
Verwijderd
Hoofdstuk 2
grond- en oppervlaktewater: (1) inzijggebied; (2) kwelgebied, kwelsloot; (3) gracht, poel, plas; b. natuur: (1) planten en dieren van open water en moeras; (2) planten en dieren van akkers; (3) planten en dieren van graslanden en ruigten; (4) leefgebied van amfibieën en reptielen; c. landschap: ruimtevorming: (1) half-opengebied; (2) besloten gebied; (3) vestigingspatroon; d. Cultuurhistorie: (1) weinig veranderde percelering; (2) vindplaats geselecteerd. Lid 4. Op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke ter plaatse noodzakelijk zijn uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering dan wel uit een oogpunt van beheer en onderhoud overeenkomstig de doeleinden, waaronder begrepen beperkte voorzieningen ten behoeve van extensieve recreatie. Sleufsilo's, mestsilo’s, waterbassins en foliemestbassins worden hieronder niet begrepen. Stellingen ten behoeve van de stellingenteelt via omkeerbare voorzieningen zijn binnen de Groene Hoofdstructuur niet toegestaan. Daarbuiten zijn zij alleen aansluitend aan het bouwvlak tot een maximum van 1 ha toegestaan. Door de bouw c.q. aanwezigheid van alle bedoelde bouwwerken dan wel als gevolg van het te verwachten gebruik mogen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden niet onevenredig worden geschaad. De hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,5 m1 bedragen. Op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd.
25
Artikel 7 -
Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden
Doeleinden algemeen
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden' zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a. een duurzame agrarische bedrijfsvoering; b. instandhouding van de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden; c. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen; d. wonen, overeenkomstig de aanduiding op de detailplankaarten. ten aanzien van de inrichting en het bouwen gelden de bepalingen in artikel 17; e. telecommunicatiemast op de als zodanig aangeduide gronden; f. extensief recreatief medegebruik; g. het behoud en/of herstel van de in bijlage 4 van de voorschriften beschreven cultuurhistorische en architectonische waarden van de als ‘monument’ aangeduide bouwwerken.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Lid 2. Voor zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd, gelden in het bijzonder de volgende doeleinden: a. 'boringsvrije zone' en ‘beschermingszone’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening; b. ‘stiltegebied’, deze gebieden zijn bedoeld voor de bescherming van het geluidskarakter van het gebied, voor de bescherming van voor geluidverstoring gevoelige ecosystemen en waarborging van stilte voor de mens nu en in de toekomst; c. ‘leidingen’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden;
26
Hoofdstuk 2
d. ‘voormalige stortplaats’, voor deze gebieden geldt als uitgangspunt, dat het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan, indien hierdoor de mogelijkheid tot sanering niet wordt belemmerd en de verontreiniging niet wordt verspreid. Doeleinden binnen differentiatievlakken op: waardenkaart 1 verwijderd waardenkaart 3
waardenkaart 4
Toegevoegd
Bouwvoorschriften
Toegevoegd
Hoofdstuk 2
Lid 3. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen een van de op de waardenkaarten bij plankaart 1 gelegen differentiatievlakken, zijn deze tevens bestemd voor: a. geologie, geomorfologie en bodem: (1) terreinglooiing met terrasafzettingen; (2) stuifzandgronden; (3) dikke eerdgronden; (4) moerige gronden; b. landschap – samenhang: (1) vestigingspatroon; landschap – ruimtevorming: (1) open gebied; (2) half open gebied; (3) besloten gebied; c. cultuurhistorie: (1) vindplaats met hoge waarde; (2) vindplaats geselecteerd; (3) terrein met hoge verwachtingswaarde; (4) historisch stedenbouwkundige structuur; (5) weinig veranderde percelering; (6) historische zandpaden. historische geografie: (1) zeer hoge waarde; (2) hoge waarde. Lid 4. Op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke ter plaatse noodzakelijk zijn uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering dan wel uit een oogpunt van beheer en onderhoud overeenkomstig de doeleinden, waaronder begrepen beperkte voorzieningen ten behoeve van extensieve recreatie. Sleufsilo's, mestsilo’s, waterbassins en foliemestbassins worden hieronder niet begrepen. Kassen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van als zodanig aangeduide glastuinbouwbedrijven en daaraan aansluitende gronden tot een maximum van 2 ha.
27
Verwijderd
28
Stellingen ten behoeve van de stellingenteelt via omkeerbare voorzieningen zijn alleen aansluitend aan het bouwvlak tot een maximum van 1 ha toegestaan. De hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,5 m1 bedragen. Door de bouw c.q. aanwezigheid van bedoelde bouwwerken dan wel als gevolg van het te verwachten gebruik mogen de landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden niet onevenredig worden geschaad. Op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd, met uitzondering van hoogspanningsmasten op plankaart 3 als ‘hoogspanningsleiding’ zijn aangeduid. De maximale hoogte van de hoogspanningsmasten bedraagt 40 m¹, met uitzondering van bestaande hoogspanningsmasten van de hoogspanningsverbinding Geertruidenberg-Breda die een maximale hoogte van 54 m¹ mogen hebben. Op de gronden met de aanduiding telecommunicatiemast gelden de volgende bepalingen: (1) de afstand van de communicatiemast tot een gebouw moet tenminste evenveel bedragen als de hoogte van het meest nabij gelegen gebouw in meters, met dien verstande dat de afstand tenminste 25 m¹ bedraagt; (2) voor de hoogte van de telecommunicatiemast geldt dat de hoogte van de mast tenminste 36 m¹ en ten hoogste 50 m¹ bedraagt, met dien verstande dat de onderste antenne aan de mast in ieder geval hoger moet worden geplaatst dan: • het hoogste gebouw met een woon- of verblijfsruimte binnen straal van 100 m¹ uit de antenneinstallatie; • het hoogste gebouw, niet zijnde een woon- of verblijfsruimte, in de directe omgeving ervan; (3) de hoogte van een gebouw ten behoeve van de antenne-installatie mag ten hoogste 3 m¹ en de oppervlakte ten hoogste 25 m² bedragen.
Hoofdstuk 2
Artikel 8 -
Agrarisch gebied
Doeleinden algemeen
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Agrarisch gebied' zijn bestemd voor: a. een duurzame agrarische bedrijfsvoering; b. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen; c. wonen, overeenkomstig de aanduiding op de detailplankaarten. ten aanzien van de inrichting en het bouwen gelden de bepalingen in artikel 17; d. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen; e. extensief recreatief medegebruik.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Lid 2. Voor zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd, gelden in het bijzonder de volgende doeleinden: a. 'boringsvrije zone' en ‘beschermingszone’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening; b. ‘leidingen’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden; d. ‘primaire waterkering’, deze gebieden (aangegeven op plankaart 1) zijn tevens bedoeld voor waterkering, waterhuishoudkundige doeleinden, de geleiding en beveiliging van verkeer te water.
Bouwvoorschriften
Lid 3. Op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke ter plaatse noodzakelijk zijn uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering dan wel uit een oogpunt van beheer en onderhoud overeenkomstig de doeleinden, waaronder begrepen beperkte voorzieningen ten behoeve van extensieve recreatie. Sleufsilo's, mestsilo’s, waterbassins en foliemestbassins worden hieronder niet begrepen.
Hoofdstuk 2
29
De hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,50 m1 bedragen. Op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd, met uitzondering van hoogspanningsmasten op plankaart 3 als ‘hoogspanningsleiding’ zijn aangeduid. De maximale hoogte van de hoogspanningsmasten bedraagt 40 m¹, met uitzondering van bestaande hoogspanningsmasten van de hoogspanningsverbinding Geertruidenberg-Breda die een maximale hoogte van 41 m¹ mogen hebben.
30
Hoofdstuk 2
Artikel 9 -
Recreatieve doeleinden -R-
Doeleinden
Gewijzigd
Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Hoofdstuk 2
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Recreatieve doeleinden -R-' zijn overeenkomstig de aanduidingen op de kaart medebestemd voor recreatieve voorzieningen in de vorm van (een): a. R1: manege R2: sportveld R3: camping kampeerterrein R4: recreatiewoning R5: groepsaccommodatie R6: golfterrein R7: natuurbad (Surae) R8: dagrecreatief terrein R9: tennisbaan R10: bungalowpark R11: schietbaan R12: surfplas R13: terrein met recreatiewoningen; recreatiepark R14: kampeerterrein met recreatiewoningen b. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen. c. voor zover het een recreatieve voorziening in de vorm van een recreatiewoning betreft als bedoeld bij R4, R10, R13 en R14 geldt dat er sprake is van een bedrijfsmatige exploitatie. Lid 2. Voor zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd, gelden in het bijzonder de volgende doeleinden: a. 'boringsvrije zone' en ‘beschermingszone’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening; b. ‘leidingen’, deze gebieden zijn tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden; c. ‘voormalige stortplaats’, voor deze gebieden geldt als uitgangspunt, dat het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan, indien hierdoor
31
de mogelijkheid tot sanering niet wordt belemmerd en de verontreiniging niet wordt verspreid.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op: waardenkaart 1
Verwijderd
waardenkaart 2
waardenkaart 3
waardenkaart 4
Toegevoegd Inrichting toegevoegd
Toegevoegd gewijzigd
32
Lid 3. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen een van de op de waardenkaarten bij plankaart 1 gelegen differentiatievlakken, zijn deze tevens bestemd voor: Geologie, geomorfologie en bodem: (1) terreinglooiingen met terrasafzettingen; (2) stuifzandgronden; (3) dikke eerdgronden; grond- en oppervlaktewater: (1) inzijggebied; (2) gracht, poel, plas; Natuur: (1) planten en dieren van bos, struweel en houtwallen; (2) planten en dieren van open water en moeras; (3) planten en dieren van heide en zandverstuivingen; (4) planten en dieren van graslanden en ruigten; (5) leefgebied amfibieën en reptielen; landschap-samenhang: (1) vestiginspatroon; landschap-ruimtevorming: (1) open gebied; (2) half open gebied; (3) besloten gebied; Cultuurhistorie: (1) terrein met hoge verwachtingswaarde; (2) historisch stedenbouwkundige structuur; (3) historische zandpaden. Lid 4. Op de gronden zijn in verband met de bestemming toegelaten: a. Gebouwen ten behoeve van de in lid 1 genoemde recreatieve doeleinden, zoals nader aangegeven op plankaart 1 en in lid 5; b. Een bedrijfswoning met daarbij behorende bijgebouwen uitsluitend indien dit op de plankaart is aangegeven met de aanduiding ‘aantal bedrijfswoningen toegestaan’; c. centrale voorzieningen in de vorm van een kleedlokaal en/of clubhuis, op gronden met de aanduiding R2 en R9; d. recreatiewoningen met een bijgebouw op de gronden met de aanduiding R3 R4 en R1413. Het maximaal toege-
Hoofdstuk 2
Gewijzigd
e.
f. g.
Toegevoegd
h.
Toegevoegd
i.
j.
k. l. Bouwvoorschriften Algemeen
Hoofdstuk 2
stane aantal recreatiewoningen is op de plankaart aangegeven; kampeermiddelen, centrale voorzieningen in de vorm van een campingwinkel, kantine, restaurant, dienstgebouwen zoals berg- en kantoorruimten en sanitaire voorzieningen uitsluitend ten dienste van de hoofdfunctie op de gronden met de aanduiding R3 en R10 en R13; centrale voorzieningen in de vorm van toilet- annex kleedruimten, E.H.B.O-ruimte en opslagruimte; één recreatiewoning, met bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, een tuin/erf, verhardingen op de gronden met de aanduiding R4; op de gronden met de aanduiding R6 zijn centrale voorzieningen, zoals een clubhuis en andere dienstruimten en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, golfbaanholes, verhardingen (waaronder parkeervoorzieningen) en groenvoorzieningen toegestaan; op de gronden met de aanduiding R7 zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van recreatie in de open lucht, zoals zwembaden en sportgebouwen met de daarbij behorende voorzieningen en verder bouwwerken, welke onmisbaar zijn voor het beheer, het onderhoud en de exploitatie van deze terreinen, zoals nader aangegeven op plankaart 1 en lid 6; Op de gronden met de aanduiding R8 mag uitsluitend gebouwd worden indien er op de plankaart een maximaal bebouwingsoppervlakte, goot- en nokhoogte staan aangegeven; binnen de doeleinden passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde; verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
Lid 5. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de kaart en de volgende bepalingen: a. de minimale afstand van gebouwen tot aan de as van een weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 15 m¹; b. de afstand van gebouwen tot aan de vrije zijdelingse perceelsgrenzen dient tenminste 3 m1 te bedragen; c. De maximale goot- en nokhoogte bedragen respectievelijk 6 en 9 m¹, met dien verstande dat de goothoogte van de bestaande centrumvoorzieningen op de gronden met de aanduiding R10 16 m1 mag bedragen.
33
d.
e. Bedrijfswoning
f.
Toegevoegd
g.
h. Toegevoegd
i.
Verwijderd
j.
Kampeerterrein R3
Toegevoegd
k. l.
m.
n.
Recreatiewoning R4
34
o.
Het op de kaart aangegeven bebouwingsoppervlak en de goot- en nokhoogte mogen niet worden overschreden, met dien verstande dat deze uitsluitend betrekking hebben op de bedrijfsgebouwen; indien op de plankaart een bouwvlak is aangegeven, zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend binnen dit bouwvlak toegestaan; op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd; Een bedrijfswoning mag als afzonderlijke woning gebouwd worden of in een van de in lid 2 bedoelde bedrijfsgebouwen worden opgenomen; de inhoud van de bedrijfswoning, met inbegrip van de inhoud van aangebouwde bijgebouwen, mag ten hoogste 750 m3 bedragen; Bij het bepalen van de inhoud van een woning worden niet voor bewoning bestemde aangebouwde bijgebouwen niet meegerekend; de goothoogte van de bedrijfswoning mag ten hoogste 6 m1 bedragen; het oppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 70 m² bedragen; de goot- en nokhoogte van de bijgebouwen mogen ten hoogte 3,5 m1 respectievelijk 5,5 m1 bedragen; het oppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 70 m² bedragen; de goot- en nokhoogte van de bijgebouwen mogen ten hoogte 3 m1 respectievelijk 5,5 m1 bedragen; maximaal mogen gemiddeld 40 kampeerplaatsen per hectare worden ingericht; een kampeerplaats mag maximaal voor 40%, met een maximum van 90 m², worden bebouwd of bezet met een stacaravan of chalet; een kampeerplaats mag –in plaats van de in lid l bedoelde bezetting- worden bezet met maximaal twee overige soorten kampeermiddelen; deze kampeermiddelen, ieder maximaal 45 m², mogen niet gekoppeld zijn; de onderlinge afstand van kampeermiddelen bedraagt minimaal 3 m¹, ook als er twee kampeermiddelen op één kampeerplaats staan; de maximale inhoud van individueel op de plankaart bestemde recratiewoning(en) bedraagt 250 m³. Het maximale oppervlak aan bijgebouwen per recreatiewoning bedraagt 30 m²;
Hoofdstuk 2
Bungalowpark R10
p.
en Rereatiepark R13
q.
r.
s.
Kampeerterrein met recreatiewoningen
t.
de goothoogte van recreatiewoningen bedraagt maximaal 3 m¹, de nokhoogte bedraagt maximaal 5 m¹; het aantal op het terrein toegelaten recreatiewoningen is op de plankaart aangegeven; de maximale inhoud van recreatiewoningen bedraagt 250 m³. Het oppervlak van bijgebouwen per recreatiewoning bedraagt 30 m²; de goothoogte van een recreatiewoning mag maximaal 3 m¹ bedragen, de nokhoogte van een recreatiewoning mag maximaal 5 m¹ bedragen; de oppervlakte van recreatiewoningen op De Katjeskelder is als volgt: - maximaal 105 m² voor 6-persoons accomodaties; - maximaal 112 m² voor 8-persoonsaccomodaties; - maximaal 196 m² voor 12-persoonsaccomodaties; - maximaal 225 m² voor 18-persoonsaccomodaties; maximaal mogen gemiddeld 40 kampeerplaatsen per hectare worden ingericht;
R14
u. een kampeerplaats mag maximaal voor 40%, met een maximum van 90 m², worden bebouwd of bezet met een stacaravan of chalet; v. een kampeerplaats mag –in plaats van de in lid u bedoelde bezetting- worden bezet met maximaal twee overige soorten kampeermiddelen; deze kampeermiddelen, ieder maximaal 45 m², mogen niet gekoppeld zijn; w. de onderlinge afstand van kampeermiddelen bedraagt minimaal 3 m¹, ook als er twee kampeermiddelen op één kampeerplaats staan; x. de maximale inhoud van recreatiewoningen bedraagt 250 m³. Het oppervlak van bijgebouwen per recreatiewoning bedraagt 30 m²; y. de goothoogte van een recreatiewoning mag maximaal 3 m¹ bedragen, de nokhoogte van een recreatiewoning mag maximaal 5 m¹ bedragen; Recreatiewoningen binnen R3
Hoofdstuk 2
k. de oppervlakte van de recreatiewoningen op de gronden met de differentiatie R3 en R10 mag ten hoogste 55 m² bedragen, de maximale goot- en nokhoogte van deze recreatiewoningen bedraagt respectievelijk 3 m¹ en 5 m¹; l. de maximale oppervlakte van de recreatiewoningen op camping aan de Katjeskelder is als volgt: − maximaal 196 m² voor 12-persoonszomerhuizen
35
Recreatiewoningen binnen R4 en R13
Bouwwerken
geen
gebouwen zijnde
Toegevoegd
36
− maximaal 112 m² voor 8-persoonszomerhuizen − maximaal 105 m² voor 6-persoonszomerhuizen − maximaal 225 m² voor 18-persoonszomerhuizen; m. de maximale inhoud van de recreatiewoning(en) op de gronden met de aanduiding R4 en R13 bedraagt 250 m³. Het maximale oppervlak aan bijgebouwen bij de recreatiewoning bedraagt 30 m²; n. de maximale goothoogte van de recreatiewoning op de gronden met de aanduiding R4 bedraagt 4 m¹, de maximaal toegestane nokhoogte bedraagt 6 m¹; z. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 m1, met uitzondering van terreinafscheidingen welke maximaal 2 m1 mogen bedragen en met uitzondering van verlichtingsmasten en ballenvangers op de gronden met de aanduiding R2, R6 en R9, waarvan de hoogte maximaal 20 m1 mag bedragen.
Hoofdstuk 2
Artikel 10 - Maatschappelijke doeleinden – M – Doeleinden Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Toegevoegd
Inrichting
Toegevoegd
Bouwvoorschriften Algemeen
Verwijderd
Hoofdstuk 2
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor ‘Maatschappelijke doeleinden –M-‘ zijn bestemd voor: a. zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd, geldt in het bijzonder de volgende doeleinde: ‘voormalige stortplaats’, voor deze gebieden geldt als uitgangspunt, dat het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan, indien hierdoor de mogelijkheid tot sanering niet wordt belemmerd en de verontreiniging niet wordt verspreid; b. M1: volkstuinencomplex M2: gemeentelijk opslagterrein M3: beheerscentrum staatsbosbeheer M4: begraafplaats M5: natuurtuin M6: molen c. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen. Lid 2. Op de gronden zijn in verband met de bestemming toegelaten: a. een hoofdgebouw met bijgebouwen op gronden met de aanduiding M1, en M3 en M6; b. gebouwen ten behoeve van berging op de gronden met de aanduiding M2 ; c. een bedrijfswoning met daarbij behorende bijgebouwen uitsluitend indien dit op de plankaart is aangegeven; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; e. verhardingen en groenvoorzieningen. Lid 3. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de kaart en de volgende bepalingen: a. het op de kaart aangegeven bebouwingspercentage en de goot- en nokhoogte mogen niet worden overschreden, met dien verstande dat deze uitsluitend betrekking hebben op de bedrijfsgebouwen; b. de minimale afstand van gebouwen, niet zijnde erfafscheidingen, tot aan de as van een weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 15 m¹; c. de minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse
37
Bedrijfswoning
Volkstuin
Gewijzigd
Bouwwerken
geen
gebouwen zijnde
38
perceelgrenzen bedraagt 3 m¹; d. een bedrijfswoning mag als afzonderlijke woning worden gebouwd of in één der bedrijfsgebouwen worden opgenomen; e. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m³ bedragen; f. de bedrijfswoning dient gesitueerd te worden buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder; g. de goothoogte van een afzonderlijk gebouwde bedrijfswoning mag maximaal 6 m¹ bedragen; h. het oppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 70 m² bedragen; de goot- en nokhoogte van de bijgebouwen mogen ten hoogte 3 m1 respectievelijk 5,5 m1 bedragen; i. op de gronden met de aanduiding M21 mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, waarbij de volgende bepalingen gelden: (1) per tuinperceel mag maximaal één gebouw worden opgericht ten behoeve van berging met een maximale oppervlakte van 12 m²; (2) de hoogte van gebouwen mag maximaal 3,5 m¹ bedragen; (3) de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 3 m¹ bedragen met uitzondering van erfafscheidingen welke maximaal 2 m¹ hoog mogen zijn; j. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2,5 m1, met uitzondering van terreinafscheidingen welke maximaal 2 m1 mogen bedragen.
Hoofdstuk 2
Artikel 11 - Nutsvoorzieningen -NDoeleinden
Verwijderd
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Nutsvoorzieningen' zijn bestemd voor: N1: waterzuivering N2: pompstation N3: transformatorstation N4: bergbezinkriool N5: gastransportstation N6: drinkwaterproductiebedrijf N7: poldergemaal.
Doeleinden binnen differentiatievlak op plankaart 3
Lid 2. Voor zover de gronden gelegen zijn binnen het op plankaart 3 aangegeven differentiatievlak ‘leidingen’ zijn deze overeenkomstig de aanduidingen tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en (drink)watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op: waardenkaart 1
Lid 3. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen een van de op de waardenkaarten bij plankaart 1 gelegen differentiatievlakken, zijn deze tevens bestemd voor: Geologie, geomorfologie en bodem: (1) stuifzandgronden; (2) boorpuntformatie van Oosterhout;
waardenkaart 2
Natuur: (1) planten en dieren van bos, struweel en houtwallen;
waardenkaart 3
Landschap-ruimtevorming: (1) open gebied; (2) half open gebied; (3) besloten gebied; Cultuurhistorie: (1) terrein met hoge verwachtingswaarde; (2) historisch stedenbouwkundige structuur; (3) historische zandpaden.
waardenkaart 4
Toegevoegd
Hoofdstuk 2
39
Inrichting
Lid 4. Op de gronden zijn in verband met de bestemming toegelaten: a. gebouwen; b. één of twee bedrijfswoningen met daarbij behorende bijgebouwen uitsluitend indien dit op de plankaart is aangegeven; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; d. oppervlakteverhardingen en groenvoorzieningen.
Bouwvoorschriften
Lid 5. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de kaart en de volgende bepalingen: a. het op de kaart aangegeven bebouwingspercentage en de goot- en nokhoogte mogen niet worden overschreden, met dien verstande dat deze uitsluitend betrekking hebben op de bedrijfsgebouwen. Indien op de plankaart geen goot- en/of nokhoogte is aangegeven, is de bestaande goot- en nokhoogte tevens de maximaal toegestane goot- en nokhoogte; b. de minimale afstand van gebouwen, niet zijnde erfafscheidingen, tot aan de as van een weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 15 m¹; c. de minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrenzen bedraagt 3 m¹; d. een bedrijfswoning mag als afzonderlijke woning worden gebouwd of in één der bedrijfsgebouwen worden opgenomen; e. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m³ bedragen; f. de goothoogte van een afzonderlijk gebouwde bedrijfswoning mag maximaal 7 m¹ bedragen; g. de bedrijfswoning dient gesitueerd te worden buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van het spoorwegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder; h. het oppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 70 m² bedragen; de goot- en nokhoogte van de bijgebouwen mogen ten hoogte 3 m1 respectievelijk 5,5 m1 bedragen;
Algemeen
Bedrijfswoning
40
Hoofdstuk 2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Hoofdstuk 2
i. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2,5 m1, met uitzondering van telecommunicatiemasten op de gronden aangeduid met N4, die maximaal 35 m1 hoog mogen zijn en met uitzondering van de constructies op de gronden met de aanduiding N3 aan de Hoge Dijk, die maximaal 16 meter mogen bedragen.
41
Artikel 12 - Waterhuishoudkundige doeleinden Doeleinden
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Waterhuishoudkundige doeleinden' zijn in het algemeen bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden en overeenkomstig de aanduidingen op de kaart in het bijzonder voor: a. water voor natuur; b. vaarwater; c. water voor natuur en recreatie; d. op de gronden die op plankaart 1 als zodanig zijn aangeduid is medegebruik hengelsport toegestaan;
Doeleinden binnen differentiatievlak op plankaart 3
Lid 2. Voor zover de gronden gelegen zijn binnen het op plankaart 3 aangegeven differentiatievlak ‘leidingen’ zijn deze overeenkomstig de aanduidingen tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op: waardenkaart 1
Lid 3. Voor zover de gronden zijn gelegen binnen een van de op de waardenkaarten bij plankaart 1 gelegen differentiatievlakken, zijn deze tevens bestemd voor:
waardenkaart 2
waardenkaart 3
waardenkaart 4
42
Grond- en oppervlaktewater: inzijggebied; (2) kwelgebied/kwelsloot; (3) gracht, poel, plas; Natuur: (1) planten en dieren van open water en moeras; (2) leefgebied amfibieën en reptielen; Landschap-samenhang: (1) structuurbepalend element; landschap-ruimtevorming: (2) besloten gebied; Historische geografie: (1) zeer hoge waarde; (2) hoge waarde. (1)
Hoofdstuk 2
Bouwvoorschriften
Hoofdstuk 2
Lid 4. Op de gronden mag niet worden gebouwd behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of waterkering. Op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd.
43
Artikel 13 - Verkeersdoeleinden/spoorwegdoeleinden Doeleinden
Toegevoegd
Toegevoegd Gewijzigd
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor 'Verkeersdoeleinden' zijn overeenkomstig de aanduidingen op de kaart bestemd voor de aanleg en instandhouding van: a. - interregionale weg; - interlokale weg; - lokale verharde weg; - lokaal onverharde weg; - fietspad; - spoorweg; b. telecommunicatiemast op de als zodanig aangeduide gronden; c. parkeerplaatsen op de als zodanig aangeduide gronden; cd. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op plankaart 3
Lid 2. Voor zover gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op plankaart 3 nader is gedifferentieerd als ‘leidingen’, zijn deze overeenkomstig de aanduidingen tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden.
Inrichting
Lid 3. Op de gronden zijn in verband met de bestemming toegelaten: a. Verhardingen; b. Groenvoorzieningen; c. voor de functies benodigde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen bewegwijzering, abri's en telefooncellen, evenwel met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Bouwvoorschriften Toegevoegd
Toegevoegd
44
Lid 4. a. Voor de bouw van de in lid 2 bedoelde bouwwerken geldt dat de hoogte van bouwwerken ten hoogste 3 m1 en de oppervlakte maximaal 6 m¹ mag bedragen, behoudens verlichtingsarmaturen en bewegwijzering, waarvan de hoogte maximaal 9 m1 mag bedragen; b. op de gronden met de aanduiding ‘spoorweg’ bedraagt de maximale hoogte van de bouwwerken 10 meter en de
Hoofdstuk 2
Toegevoegd
Toegevoegd
Hoofdstuk 2
maximale oppervlakte bedraagt 25 m². De bouwhoogte ten aanzien deze van gebouwen, dient in tegenstelling tot het bepaalde in artikel 2 sub 6, gemeten te worden vanaf bovenkant spoorstaaf (BS); c. op de gronden met de aanduiding telecommunicatiemast gelden de volgende bepalingen: (1) de afstand van de communicatiemast tot een gebouw moet tenminste evenveel bedragen als de hoogte van het meest nabij gelegen gebouw in meters, met dien verstande dat de afstand tenminste 25 m¹ bedraagt; (2) voor de hoogte van de telecommunicatiemast geldt dat de hoogte van de mast tenminste 36 m¹ en ten hoogste 50 m¹ bedraagt, met dien verstande dat de onderste antenne aan de mast in ieder geval hoger moet worden geplaatst dan: • het hoogste gebouw met een woon- of verblijfsruimte binnen straal van 100 m¹ uit de antenneinstallatie; • het hoogste gebouw, niet zijnde een woon- of verblijfsruimte, in de directe omgeving ervan; de hoogte van een gebouw ten behoeve van de antenne-installatie mag ten hoogste 3 m¹ en de oppervlakte ten hoogste 25 m² bedragen; d. op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd.
45
Artikel 14 - Landschapselement Doeleinden
Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangewezen voor ‘Landschapselement’ zijn bestemd voor: a. de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden; b. instandhouding en/of herstel van de monumentale bomen, die in de separate bijlage 3 als zodanig zijn aangewezen.
Doeleinden binnen differentiatievlak op plankaart 3
Lid 2. Voor zover de gronden gelegen zijn binnen het op plankaart 3 aangegeven differentiatievlak ‘beschermingszone’ zijn deze overeenkomstig de aanduidingen tevens bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.
Doeleinden binnen differentiatievlakken op:
Lid 3. Voor zover de gronden gelegen zijn binnen een gebied dat op waardenkaarten nader is gedifferentieerd, zijn deze tevens bestemd voor de instandhouding van de waarden: a. Geologie, geomorfologie en bodem: (1) dikke eerdgronden; grond- en oppervlaktewater: (1) inzijggebied; b. Natuur: (1) planten en dieren van bos, struweel en houtwallen; (2) leefgebied van amfibieën en reptielen; c. Landschap- ruimtevorming: (1) vestigingspatroon; landschap – samenhang: (1) halfopen gebied; (2) besloten gebied. d. Cultuurhistorie: (1) terrein met hoge verwachtingswaarde; (2) historisch stedenbouwkundige structuur.
waardenkaart 1 Verwijderd
waardenkaart 2
waardenkaart 3
waardenkaart 4
Bouwvoorschriften
46
Lid 4. Op de gronden mag niet worden gebouwd.
Hoofdstuk 2
Detailplankaarten: medebestemmingen
Artikel 15 - Agrarische bedrijfsdoeleinden -AB- (Medebestemming) Doeleinden
Toegevoegd
Lid 1. De gronden, op een detailplankaart, aangewezen voor 'Agrarische bedrijfsdoeleinden -AB-' zijn overeenkomstig de aanduidingen op het renvooi van de kaart en op de kaart mede bestemd voor: a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf; b. de instandhouding en/of herstel van de op de detailplankaart en de separate bijlage 3 aangegeven monumentale bomen; c. het behoud en/of herstel van de in bijlage 4 van de voorschriften beschreven cultuurhistorische en architectonische waarden van de als ‘monument’ aangeduide bouwwerken.
Doeleinden binnen differentiatievlak op plankaart 3
Lid 2. Voor zover de gronden gelegen zijn binnen het op plankaart 3 aangegeven differentiatievlak ‘leidingen’ zijn deze overeenkomstig de aanduidingen tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden.
Inrichting
Lid 3. Op de gronden zijn in verband met de bestemming toegelaten: a. tijdelijke kassen; b. ondersteunende kassen en tunnels; c. overige kassen, uitsluitend ten behoeve van een op de kaart als zodanig aangeduid glastuinbouwbedrijf; d. overige bedrijfsgebouwen; e. één bedrijfswoning met daarbij behorende bijgebouwen, behoudens op percelen, waarop blijkens een aanduiding op de kaart twee bedrijfswoningen zijn toegestaan, dan wel geen bedrijfswoning is toegestaan; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; g. tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen.
Bouwvoorschriften
Lid 4. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de detailplankaarten alsmede de volgende bepalingen:
Hoofdstuk 2
47
a. gebouwen en bouwwerken zijn slechts binnen het bouwvlak toegestaan, met uitzondering van kassen ten behoeve van als zodanig aangeduide glastuinbouwbedrijven, welke binnen het gehele bestemmingsvlak zijn toegestaan; b. de afstand van gebouwen tot aan de as van een weg waaraan wordt gebouwd bedraagt ten minste: 50 meter langs een interregionale weg, 25 meter langs een interlokale weg en 15 meter langs overige wegen; c. de afstand van gebouwen tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste: 1 meter voor glasopstallen, 1,5 meter voor gebouwen met een goothoogte minder dan 3 meter en 3 meter voor een gebouw – geen glasopstand zijnd – met een goothoogte van meer dan 3 meter. Indien de perceelsgrens is gelegen in water worden voormelde maten gemeten vanuit de boveninsteek van de betreffende oever; d. op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd; e. de nieuwbouw van kassen is uitgesloten, behoudens: (1) de bouw van tijdelijke hoge tunnels en tijdelijke kassen; (2) de bouw van ondersteunende kassen bij bestaande agrarische bedrijven tot maximaal 2000 m², indien het bouwvlak gelegen is binnen de bestemming ‘Agrarisch gebied’ en maximaal 1000 m² indien het bouwvlak gelegen is in ‘Agrarisch gebied met natuurwaarde’ of ‘Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarde’; (3) ten behoeve van de op de detailplankaart als glastuinbouwbedrijf aangeduide bedrijven tot een maximum van 2 ha; (4) de goot- en nokhoogte van de kassen mag mogen respectievelijk ten hoogste 4,5 m1 en 5 6 m1 bedragen; f. de goot- en nokhoogte van de bedrijfsgebouwen mogen respectievelijk ten hoogste 6 m1 en 10 m1 bedragen;
Algemeen
Kassen
Vervallen
Gewijzigd
Bedrijfswoning
Toegevoegd
48
g. de inhoud van de bedrijfswoning, met inbegrip van de inhoud van aangebouwde bijgebouwen, mag ten hoogste 750 m3 bedragen. Bij het bepalen van de inhoud van een woning worden niet voor bewoning bestemde aangebouwde bijgebouwen niet meegerekend;
Hoofdstuk 2
Bijgebouwen
Toegevoegd
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Hoofdstuk 2
h. de goothoogte van de bedrijfswoning mag ten hoogste 4,5 m1 bedragen en de nokhoogte ten hoogste 9 m1; i. de bedrijfswoning dient gesitueerd te worden buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; - 57 dB(A)-contour voor spoorweglawaai; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder; j. het oppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 70 m² bedragen; de goot- en nokhoogte van de bijgebouwen mogen ten hoogte 3,5 m1 respectievelijk 5,5 m1 bedragen; jk. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 12 m1 bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 m1 mag bedragen.
49
Artikel 16 - Bedrijfsdoeleinden -B- (Medebestemming) Doeleinden
Toegevoegd
50
Lid 1. De gronden op een detailplankaart aangewezen voor 'Bedrijfsdoeleinden -B-' zijn overeenkomstig de aanduidingen op de detailplankaart mede bestemd voor: a. de uitoefening van de volgende bedrijven: B1: Hoveniersbedrijf B2: Garagebedrijf B3: Tuincentrum B4: Motorbrandstofverkooppunt B5: Bandenhandel en opslag afvalstoffen B6: Agrarisch loonbedrijf B7: Transportbedrijf B8: vervalt B9: Autoherstelbedrijf B10: Rietdekker B11: Loonbedrijf B12: Constructiebedrijf B13: Bakkerij B14: Horecadoeleinden B15: Leerverwerkingsbedrijf B16: Houthandel B17: Dierenpension B18: Slijperij B19: Metaalbewerkingsbedrijf B20: Schoenfabriek B21: Installatie- en beveiligingsbedrijf B22: Autoschadebedrijf en spuiterij B23: Stalling transportmiddelen B24: Handel en verkoop hekwerken B25: Beddenfabriek B26: Machinaal timmerbedrijf B27: Installatiebedrijf B28: Agrarisch toeleveringsbedrijf B29: Loon- en aannemingsbedrijf B30: Horecagroothandel in aardappelen, groente en fruit B31: Caravanstalling B32: Bedrijfsverzamelgebouw B33: Pompen en compressorenbedrijf B34: Cateringbedrijf B35: Hondenkennel B36: Kunstatelier
Hoofdstuk 2
B37: grafisch atelier B38: paardenhouderij B39: kwekerij B40: kappersbedrijf/kapsalon b. de instandhouding en/of herstel van de op de detailplankaart en de separate bijlage 3 aangegeven monumentale bomen; c. het behoud en/of herstel van de in bijlage 4 van de voorschriften beschreven cultuurhistorische en architectonische waarden van de als ‘monument’ aangeduide bouwwerken. Doeleinden binnen differentiatievlak op plankaart 3
Lid 2. Voor zover de gronden gelegen zijn binnen het op plankaart 3 aangegeven differentiatievlak ‘leidingen’ zijn deze overeenkomstig de aanduidingen tevens bedoeld voor de aanleg en de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van de energie- en watertoevoer alsmede voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden.
Inrichting
Lid 3. Op de gronden zijn in verband met de bestemming toegelaten: a. bedrijfsgebouwen; b. één bedrijfswoning met daarbij behorende bijgebouwen, behoudens op percelen, waarop blijkens een aanduiding op de kaart twee bedrijfswoningen zijn toegestaan, dan wel geen bedrijfswoning is toegestaan, dan wel uitsluitend ter plaatse van het op de kaart opgenomen differentiatievlak ‘bedrijfswoning’ één bedrijfswoning is toegestaan; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; d. erven en groenvoorzieningen; e. verhardingen; f. bijbehorende voorzieningen.
Toegevoegd
Bouwvoorschriften Algemeen
Hoofdstuk 2
Lid 4. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de kaart alsmede de volgende bepalingen: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen gebouwd te worden binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak; b. het op de kaart aangegeven maximale bebouwingsoppervlak alsmede de bestaande goot- en nok-
51
c. d. e. Bedrijfswoning
f.
Toegevoegd
g. h.
Vervallen
i.
Bijgebouwen
Toegevoegd
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
52
hoogte mogen niet worden overschreden, met dien verstande dat het maximale bebouwingsoppervlak niet van toepassing is op ondersteunende kassen en de bedrijfswoning, de goothoogte op de gronden met de aanduiding B6 mag maximaal 5 meter bedragen; de minimale afstand van gebouwen tot aan de as van een weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 15 m1; de afstand van de gebouwen tot de perceelsgrenzen moet ten minste 5 m1 bedragen; op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd; de inhoud van de bedrijfswoning, met inbegrip van de inhoud van aangebouwde bijgebouwen, mag ten hoogste 750 m3 bedragen. Bij het bepalen van de inhoud van een woning worden niet voor bewoning bestemde aangebouwde bijgebouwen niet meegerekend. Herbouw van de bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan op de bestaande fundering behoudens vrijstelling op grond van artikel 18, lid 24, sub e; de goothoogte van de bedrijfswoning mag ten hoogste 4,5 m1 bedragen en de nokhoogte ten hoogste 9 m1; de bedrijfswoning dient gesitueerd te worden buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; - 57 dB(A)-contour voor spoorweglawaai; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder; herbouw van de bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan op de bestaande fundering behoudens vrijstelling op grond van artikel 18; het oppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 70 m² bedragen; de goot- en nokhoogte van de bijgebouwen mogen ten hoogte 3,5 m1 respectievelijk 5,5 m1 bedragen;
i. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m1 bedragen.
Hoofdstuk 2
Artikel 17 - Woondoeleinden (medegebruik) Doeleinden
Lid 1. De gronden op een detailplankaart aangeduid voor 'Woondoeleinden' mogen mede gebruikt worden voor wonen, op een oppervlakte van maximaal 1.500 m².
Hoofdlijnen van beleid
Lid 2. Voor de bebouwing wordt uitgegaan van het concentratiebeginsel: tussen de woning en bijbehorende bijgebouwen dient een functionele en visuele relatie te bestaan. Voor de perceelsoppervlakte van de woonfunctie wordt uitgegaan van de kadastrale begrenzing ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan tot een maximum perceelsoppervlakte van 1.500 m² direct aansluitend aan de woning.
Inrichting
Lid 3. Op de gronden zijn overeenkomstig de aanduiding op de kaart, in verband met de bestemming, toegelaten: a. één vrijstaande, dan wel half vrijstaande woning (= hoofdgebouw); b. bij de woning behorende bijgebouwen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; d. tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen.
Bouwvoorschriften
Lid 4. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de aanwijzingen op de kaart alsmede de volgende bepalingen: a. op de gronden met de differentiatie ‘leidingen’ mag niet worden gebouwd; b. het hoofdgebouw dient gesitueerd te worden buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; - 57 dB(A)-contour voor spoorweglawaai; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder; c. de minimale afstand van hoofdgebouwen tot aan de as van een weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 15 m¹; d. de afstand van het hoofdgebouw tot aan de vrije zijdelingse perceelsgrenzen dient tenminste 5 m1 te bedragen, tenzij het een bestaand hoofdgebouw betreft; e. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 4,5 m1, tenzij het een bestaand hoofdgebouw betreft dat hoger is dan 4,5 m1. De maximale goot-
Algemeen
Hoofdgebouw
Hoofdstuk 2
53
Vervallen
f.
Vervallen
g.
Vervallen
h.
Toegevoegd
f.
g. ih.
Bijgebouwen
Toegevoegd
54
hoogte bedraagt in het laatstgenoemde geval 6 m1; hoofdgebouwen, die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan, met inbegrip van de inhoud van aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen, een inhoud hebben van minder dan 450 m3, mogen worden uitgebreid tot maximaal 450 m3; hoofdgebouwen, die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan, met inbegrip van de inhoud van aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen, een inhoud hebben groter of gelijk aan 450 m³ mogen eenmalig met 10% uitbreiden tot maximaal 600 m³; hoofdgebouwen die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan, met inbegrip van de inhoud van aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen, een inhoud hebben van 600 m3 of meer mogen niet worden uitgebreid, met uitzondering van de als zodanig op de detailplankaart aangeduide woning, waarvan de maximale inhoud 750 m³ bedraagt; De inhoud van een woning, met inbegrip van aangebouwde bijgebouwen, mag maximaal 600 m³ bedragen. Bij het bepalen van de inhoud van een woning worden niet voor bewoning bestemde aangebouwde bijgebouwen niet meegerekend; Bestaande woningen die groter zijn dan 600 m³ mogen niet worden uitgebreid; het hoofdgebouw moet zijn voorzien van een kap met een dakhelling van ten minste 12° en ten hoogste 45°.
Lid 5. Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de minimale afstand van nieuw te bouwen vrijstaande bijgebouwen tot aan de as van een weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 15 m1; b. de afstand van het bijgebouw tot aan de vrije zijdelingse perceelsgrenzen dient tenminste 5 m1 te bedragen, tenzij het een bestaand bijgebouw betreft; c. de vrijstaande bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van tenminste 2 m1, gemeten vanaf de voorgevelrooilijn; d. het gezamenlijk oppervlak van de vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 70 m2 ; e. de goot- en nokhoogte van bijgebouwen mag maximaal 3,5 m1 respectievelijk 5 m1 bedragen;
Hoofdstuk 2
Vervallen
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Hoofdstuk 2
f. bij afbraak van een op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds aanwezig vrijstaand bijgebouw, c.q. aanwezige vrijstaande bijgebouwen met een (gezamenlijk) oppervlak van méér dan 70 m2, mag het in sub d. genoemde oppervlak worden verhoogd met 20% van het oppervlak van het te slopen vrijstaande bijgebouw, c.q. de te slopen vrijstaande bijgebouwen, met dien verstande dat het in sub d. genoemd oppervlak niet bij de berekening mag worden betrokken. Het maximaal toegestaan gezamenlijk oppervlak van de bijgebouwen, na bedoelde afbraak bedraagt evenwel 150 m2; g. voor de voorgevelrooilijn mag aan de voorgevel van de woning een portiek of erker worden aangebouwd, mits: (1) de hoogte van de aanbouw ten hoogste 3 m¹ bedraagt; (2) het oppervlak ten hoogste 6 m² bedraagt; (3) de afstand van een portiek of erker tot de aan de weg gelegen zijde van de grens van het bouwperceel ten minste 2 m¹ bedraagt. Lid 6. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. op de gronden gelegen achter de voorgevelrooilijn mag de hoogte maximaal 2 m1 bedragen; b. op de gronden gelegen voor de voorgevelrooilijn mag de hoogte van pergola's maximaal 2 m1 bedragen en van andere bouwwerken maximaal 1 m1.
55
Artikel 18 Doeleinden Toegevoegd
Bouwvoorschriften
56
Beschermd dorpsgezicht Den Hout(dubbelbestemming) Lid 1. De gronden op plankaart 1 aangeduid voor 'Beschermd dorpsgezicht Den Hout (dubbelbestemming)' zijn, naast de andere voor die aangewezen bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming van het stads- en dorpsgezicht. Lid 2. Op de gronden aangeduid als Beschermd dorpsgezicht Den Hout mag uitsluitend nieuwe dan wel vervangende nieuwbouw (hoofd- en bijgebouwen) worden opgericht, mits overeenkomstig dan wel aansluitend op de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaande: a. rooilijnen; (minimale en maximale) goothoogte van gebouwen, de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b. gevelindeling van gebouwen; c. voorgevelbreedte van gebouwen; d. dakhelling van gebouwen.
Hoofdstuk 2
3.
ONTWIKKELINGEN
Artikel 18 19 -
Vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheid en de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen
Vrijstelling
Lid 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de in tabel 1 genoemde bepalingen, nadat hieromtrent vooraf de in de tabel genoemde adviesinstantie(s) zijn gehoord. Vooraf dient een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten te zijn ontvangen, indien: a. van het advies wordt afgeweken; b. de vrijstelling betrekking heeft op de bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning.
Wijziging
Lid 2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de in tabel 2 genoemde bestemmingen te wijzigen, nadat hieromtrent vooraf de in de tabel genoemde adviesinstanties zijn gehoord.
Nadere eisen
Lid 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere eisen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien zulks noodzakelijk is: a. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden van aangrenzende gronden; b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; c. in verband met de verkeersveiligheid.
Toetsingskader Gewijzigd
Lid 4. Voor de toepassing van de in leden 1 en 2 genoemde bevoegdheden vormt de Beschrijving in hoofdlijnen, zoals vervat in artikel 19 20, het toetsingskader.
Procedure Gewijzigd
Lid 5. Bij de toepassing van de vrijstellings- of wijzigingsbevoegdheid, als bedoeld in de leden 1 en 2, geldt de procedure zoals vervat in artikel 24 26, lid 1.
Hoofdstuk 3
57
Tabel 1: Vrijstelling ex. art. 15 WRO Vrijstelling van artikel:
4 t/m 16
Artikel-
Ten behoeve van:
Toetsingscri-
Verplicht
lid:
(bouwwerkgebruik)
teria art. 19
advies inwin-
20:
nen van:
Lid 32 33
-
Lid 19 20
AAB
Lid 3/4/5/6
Alle hoofdbestemmingen 6.
Agrarisch gebied met na-
Lid 3/4
tuurwaarde 7.
Openbare nutsvoorzieningen Agrarische hulpgebouwen
Agrarisch gebied met landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden
8.
Agrarisch gebied
6. tot en met 17
Lid 3/4
Wandelkappen
Lid 18h 19b
-
Lid 3/4/5/6
Bouwen op kleinere
Lid 21a en b
-
Lid 29a 30a
-
Lid 29b 30b
-
Lid 18a, b
AAB
afstand van de weg/perceelsgrens 9. Recreatieve doeleinden
Lid 5c
Verhoging bebouwingsoppervlak
Lid 4g
Verlichtingsmasten en schuil- en rustgelegenheden op golfbaan
15. Agrarische bedrijfsdoelein-
Lid 3e
den
Eerste/tweede bedrijfswoning
Lid 4g
Torensilo's/silo’s
Lid 18a, d
AAB
Lid 4e
Kassen, permanent
Lid 18a, f, g
AAB
Lid 4a
Vormverandering
Lid 7
-
Lid 22a
-
bouwvlak binnen bestemmingsvlak glastuinbouwbedrijf Lid 1
Niet-agrarische nevenberoepsactiviteiten: logies en ontbijt
58
Hoofdstuk 3
Vrijstelling van artikel:
15. Agrarische bedrijfsdoelein-
Artikel-
Ten behoeve van:
Toetsingscri-
Verplicht
lid:
(bouwwerkgebruik)
teria art. 19
advies inwin-
20:
nen van:
Lid 22b
-
Lid 22c
-
Lid 22d
-
Lid 24a
-
Lid 24b
-
Lid 1
den
Niet-agrarische nevenberoepsactiviteiten: vakantieappartementen
Lid 1
Niet-agrarische nevenberoepsactiviteiten: dagrecreatieve voorzieningen
Lid 1
Niet-agrarische nevenberoepsactiviteiten: aan huis gebonden beroep of bedrijf
16. Bedrijfsdoeleinden
Lid 4b
Verhoging bebouwingsoppervlak
Lid 1
Wijziging bedrijfstype
Lid 4i
Herbouw bedrijfs-
Lid 24e
woning 17. Woondoeleinden
Lid 4
Herbouw op andere
Lid 25e
-
locatie
Toegevoegd
Lid 3a
Woningsplitsing
Lid 25d
-
Lid 4 d, lid
Verkleining afstand
Lid 21b
-
5b
tot zijdelingse per-
Lid25b
-
Lid 25c
-
Lid 26a,d
Monumen-
ceelsgrens Lid 4f,g,h
Vergroting inhoud woning (sloopbonus)
Lid 4f,g,h
Vergroting inhoud woning (rood voor groen)
18. Beschermd dorpsgezicht Den
Lid 2
Hout (dubbelbestemming)
(goot)hoogte van gebouwen en
Toegevoegd
gebouwen zijnde Lid 2
hoofdvorm en nokrichting van kappen
Hoofdstuk 3
tencommissie
bouwwerken, geen
Lid 26b, d
Monumentencommissie
59
Vrijstelling van artikel:
Artikel-
Ten behoeve van:
Toetsingscri-
Verplicht
lid:
(bouwwerkgebruik)
teria art. 19
advies inwin-
20:
nen van:
Lid 26c, d
Monumen-
Lid 2
oprichten van gebouwen in de naar
tencommissie
de weg gekeerde bouwgrens 21 22.
Algemene bepaling
Lid 5
Kleinschalig kampe-
met betrekking tot het ge-
ren, art. 8, lid 2, sub a
bruik
Wor
Gewijzigd
Lid 5
22 24. Algemene bepaling be-
Lid 1/2/3/4
lemmeringen Gewijzigd
Lid 30a 31a
Natuurkamperen
Lid 30b 31b
Bouwen binnen
Lid 31 32
-
leidingbe-
belemmeringszones
heerder of
en zone externe
spoorwegbe-
veiligheid spoor
heerder
AAB = Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen
60
Hoofdstuk 3
Tabel 2: Wijziging ex. art. 11 WRO
Wijziging van artikel:
In bestemming:
Ten behoeve van:
Toet-
Advies inwin-
singscrite-
nen van:
ria art. 19 20: 4 t/m 26 16 Alle hoofdbe-
Recreatieve doel-
Vestiging kleinschalig
stemmingen
einden (art 9)
dagrecreatief bedrijf
4 t/m 16 Alle hoofdbestemmingen voor zover gelegen in een woon-
Woondoeleinden
*
Lid 26 27
Cie recreatie
Uitbreiden recreatie-
Lid 27, 28,
Cie recreatie
bedrijven
29
‘ruimte voor ruimte’
Lid 23e
(artikel 17)
Monumentencommissie indien gele-
cluster of bebouwingslint
gen binnen het beschermd Dorpsgezicht Den Hout
Agrarisch gebied (art. 8), Agrarisch gebied met landschappelijke, cul-
Agrarische bedrijfs-
Sleufsilo's / mestsilo's
doeleinden (art. 15)
/ foliebassins / water-
Lid 18a, e
-
Ecologische verbin-
Lid 33c
-
dingszone
34c
bassins
tuurhistorische en/of abiotische waarden (art. 7) Agrarisch gebied met natuurwaarde (art. 6)
Natuurgebied (art. 5) Agrarisch gebied met
Agrarische bedrijfs-
Vergroting bestem-
Lid 8 t/m
landschappelijke, cul-
doeleinden (art. 15)
mingsvlak/bouwvlak
17
Agrarisch gebied (art. 8),
Vormverandering
Lid 7
AAB
Agrarisch gebied met
bestemmingsvlak /
landschappelijke, cul-
bouwvlak
Lid 23a
-
AAB
tuurhistorische en/of abiotische waarden (art. 7), Agrarisch gebied met natuurwaarde (art. 6)
tuurhistorische en/of abiotische waarde (art. 7), Agrarisch gebied met natuurwaarde (art. 6)
Agrarische bedrijfsdoel-
Woondoeleinden
Burgerwoning in
einden (art. 15)
(art. 17)
vrijkomende agrari-
Hoofdstuk 3
61
Wijziging van artikel:
In bestemming:
Ten behoeve van:
Toet-
Advies inwin-
singscrite-
nen van:
ria art. 19 20: sche bedrijfswoning Boerderijsplitsing
Lid 25d
-
‘ruimte voor ruimte’
Lid 23d
-
Lid 23b
-
Lid 23d
-
Lid 23c
-
Lid 7
-
Lid 24c
-
Agrarische bedrijfsdoel-
Bedrijfsdoeleinden
Agrarische verwant
einden (art. 15)
(art. 18 16)
bedrijf en niet-agrarisch bedrijf in vrijko-
Gewijzigd
mende agrarische bebouwing
Agrarische bedrijfsdoel-
Bedrijfsdoeleinden
Paardenhouderij in
einden (art.15)
(art. 16)
vrijkomende agrarische bebouwing
Toegevoegd Recreatieve doel-
Vakantieboerderij in
einden (art. 9)
vrijkomende agrarische bebouwing
Alle hoofdbestem-
Vormverandering be-
mingen
stemmingsvlak / bouwvlak
Bedrijfsdoeleinden
medegebruik
Extra woning vol-
(art. 16)
Woondoeleinden
gens ‘Ruimte voor
(art. 17)
ruimte’ benadering
Cie recreatie =
De door de provincie Noord-Brabant ingestelde, onafhankelijke Adviescommissie met deskundigen op het terrein van Toerisme en Recreatie, Nauur en Landschap
AAB
=
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen
62
Hoofdstuk 3
Artikel 19 20 -
Beschrijving in hoofdlijnen
ALGEMEEN
Lid 1. Dit artikel bevat het toetsingskader voor de toepassing van vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden zoals omschreven in artikel 18 19 lid 1 en 2.
Differentiaties op de plankaarten Gewijzigd Differentiatie op plankaart 1
Lid 2. Op de plankaarten zijn is een aantal differentiaties aangegeven. Hieronder is aangegeven welke functie(s) deze gebieden hebben:
Differentiaties plankaart 2
Hoofdstuk 3
a. primaire waterkering deze gebieden (aangegeven op plankaart 1) zijn tevens bedoeld voor de waterkering, waterhuishoudkundige doeleinden, de geleiding en beveiliging van verkeer te water. Op de aan weerszijden van de waterkering gelegen beschermingszone (30 meter) en buitenbeschermingszone (20 meter) is de Keur van toepassing; b. waterpotentiegebied Het waterpotentiegebied wordt gevormd door landbouwgronden gelegen buiten de beekdalen en de uiterwaarden die vanwege de (grond)watersituatie uitstekend geschikt zijn voor de ontwikkeling van nieuwe natuur. Er is in deze gebieden veel schoon, kalkrijk en voedselarm kwelwater voorhanden. Ze zijn echter, mits goede waterbeheersingsmaatregelen worden getroffen, ook uitstekend geschikt voor de landbouw, met name voor de grondgebonden veehouderij. Voor de waterpotentiegebieden bestaat geen concreet uitzicht op daadwerkelijke natuurontwikkeling. Het gaat erom dat deze gebieden hun geschiktheid behouden voor mogelijke natuurontwikkeling in de verre toekomst. c. vrijwaringszone, Vrijwaringszones zijn zones langs infrastructuur waar ruimte moet worden vrijgehouden voor toekomstige verbreding van deze infrastructuur; d. afscherming West-Stad- Den Hout Toekomstige visuele en akoestische afscherming van industrieterrein West-Stad naar Den Hout. e. toekomstig stedelijk gebied: Dit gebied is gereserveerd om in de toekomst de twee stadsuitbreidingen Vrachelen IV en V te realiseren;
63
Differentiaties plankaart 3
AKOESTISCH ONDERZOEK
64
f. ‘waterwingebied’, deze gebieden zijn bedoeld voor de bescherming van bodem en grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Binnen het als waterwingebied aangegeven differentiatievlak wordt gestreefd naar een planologische basisbescherming met het oog op de openbare drinkwatervoorziening; g. ‘molenbiotoop’, cirkelvormige zones rond traditionele windmolens met een straal van 400 meter die zorgvuldig moet worden ingericht zodanig dat voldoende windtoetreding tot de molen is gewaarborgd; h. ‘schootsveld’, terrein rond een historisch vestingwerk, of delen daarvan, dat effectief met wapens kan worden bestreken en derhalve, ten behoud van de cultuurhistorische warde als militair relict, zo veel als mogelijk vrijgehouden dient te worden van permanente bewoning. i. 'voormalige stortplaats', voor deze gebieden geldt als uitgangspunt, dat het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan, indien hierdoor de mogelijkheid tot sanering niet wordt belemmerd en de verontreiniging niet wordt verspreid; j. 'boringsvrije zone en beschermingszone', deze gebieden zijn bedoeld voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. De Provinciale Milieuverordening regelt primair alle activiteiten, die zich niet zonder meer verdragen met de belangen van het grondwaterbeschermingsgebied; k. 'stiltegebied', deze gebieden zijn bedoeld voor de bescherming van het geluidskarakter van het gebied, voor de bescherming van voor geluidsverstoring gevoelige ecosystemen en waarborging van stilte voor de mens nu en in de toekomst. De Provinciale Milieuverordening regelt alle activiteiten, die zich niet zonder meer verdragen met de belangen van een stiltegebied; l. In de Wet geluidhinder (verder: Wgh) is vastgelegd dat de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan gepaard dient te gaan met het uitvoeren van een akoestisch onderzoek, indien binnen het plan nieuwe geluids-
Hoofdstuk 3
TOEGEVOEGD
gevoelige bestemmingen worden geprojecteerd. Het onderhavige bestemmingsplan staat toe dat bestaande (bedrijfs-)woningen worden herbouwd binnen het bouwvlak/bestemmingsvlak. Het akoestisch onderzoek is dan ook uitgevoerd voor alle wegen en spoorwegen binnen het plangebied. het verslag van dit akoestisch onderzoek is als separate bijlage bij de toelichting opgenomen. Conclusies uit het verrichte akoestisch onderzoek Voor alle wegen binnen het bestemmingsplan ‘Buitengebied Oosterhout’ zijn de 50, 55 en 60 dB(A)-contouren berekend. Voor de spoorlijn is de 57 dB(A)-contour berekend. Wanneer in de toekomst de (bedrijfs-)woningen buiten de zones van 50 respectievelijk 57 dB(A)-contouren geprojecteerd worden, wordt voldaan aan de eisen van de Wgh. Bij projectie van woningen binnen de 50 respectievelijk 57 dB(A)-contour moet bij Gedeputeerde Staten een verzoek worden ingediend tot het vaststellen van een hogere grenswaarde. Er is een verzoek gedaan bij de provincie om vaststelling van hogere grenswaarden krachtens artikel 83 en 106 van het Wgh. Door Gedeputeerde Staten is de hogere grenswaarden voor diverse wegen en de spoorlijn vastgesteld bij besluit van 9 juli 2004
AGRARISCHE BEDRIJVEN Nieuwvestiging
Verwijderd
Hoofdstuk 3
Lid 3. Het nog resterende buitengebied van de gemeente Oosterhout is reeds in belangrijke mate versteend. Aangezien het voorkomen van verdergaande verstening van het buitengebied en het stimuleren van agrarisch hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing tot de uitgangspunten van het buitengebiedbeleid behoren, is vestiging van nieuwe agrarische bedrijven - waarvoor het opnemen van een geheel nieuw bouwvlak noodzakelijk is - niet toegestaan, dan wel dat het wenselijk is een biologisch landbouwbedrijf toe te staan. Het is echter denkbaar dat een agrarisch bedrijf vanwege het algemeen belang moet verplaatsen. Aangezien
65
het hier om uitzonderingssituaties gaat is hiervoor in het plan geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Het opnemen van een nieuw bouwvlak in een dergelijke situatie zal geschieden met een partiële herziening van het bestemmingsplan. Omschakeling naar glastuinbouw
Lid 4. Omschakeling naar glastuinbouw: In navolging van het provinciale beleid, dat gericht is op concentratie van glastuinbouw in speciaal daarvoor aangewezen ontwikkelingsgebieden, geldt voor het gehele plangebied, dat omschakeling naar glastuinbouw is uitgesloten. Lid 5. Omschakeling naar een intensieve veehouderij: is in het gehele plangebied uitgesloten.
Omschakeling naar grondgebonden bedrijf
Lid 6. Omschakeling naar grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: De omschakeling naar grondgebonden agrarische bedrijfsvoering is binnen het gehele plangebied toegestaan.
Vormverandering
Lid 7. Vormverandering van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak, waarbij het totale oppervlakte van het bouwvlak gelijk blijft, is toegestaan mits: 1. vormverandering noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering; 2. als gevolg van de vormverandering de bestaande natuur-, cultuurhistorische en/of landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast.
Vergroting van het bouwvlak alle bedrijfstypen
Vergroting van het bouwvlak grondgebonden
66
GHS- NATUUR Lid 8 Binnen de op plankaart 2 aangegeven GHS-natuur mogen agrarische bouwblokken niet worden uitgebreid met uitzondering van bouwblokken gelegen binnen de differentiatie ‘ecologische verbindingszone’, mits het functioneren van de ecologische verbindingszone voorop staat. GHS-LANDBOUW EN AHS-LANDSCHAP Lid 9. Binnen de zones GHS-landbouw en AHS-landschap mo-
Hoofdstuk 3
gen grondgebonden agrarische bedrijven hun bouwvlak uitbreiden met 15% ten opzichte van de omvang zoals aanwezig op het moment van ter visielegging van het ontwerpplan, of tot een omvang van 1,5 ha als het bouwvlak na toepassing van dit uitbreidingspercentage kleiner zou zijn dan 1,5 ha. intensieve veehouderij
andere nietgrondgebonden bedrijven glastuinbouw
Vergroting van het bouwvlak
Lid 10. Binnen de zones GHS-landbouw en AHS-landschap mogen intensieve veehouderijen eenmalig hun bouwblok uitbreiden, uitsluitend als dit noodzakelijk is vanwege de eisen voor dierenwelzijn. Uitbreiding van intensieve veehouderijen binnen een afstand van 250 meter tot zeer kwetsbare bos- en natuurgebieden is slechts eenmalig toegestaan, uitsluitend als dit noodzakelijk is vanwege de eisen voor dierenwelzijn. Lid 11. Binnen de zones GHS-landbouw en AHS-landschap mogen andere niet-grondgebonden agrarische bedrijven niet uitbreiden. Lid 12. Glastuinbouwbedrijven mogen in de GHS-landbouw niet uitbreiden. In de AHS-landschap mogen de glastuinbouwbedrijven uitbreiden tot een maximale netto glasopstand van 3 hectaren, mits dit in overeenstemming is met de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische kwaliteiten van het gebied. AHS-LANDBOUW
alle bedrijfstypen
Lid 13. Binnen de zone AHS-landbouw mogen agrarische bedrijven hun bouwvlak uitbreiden, tenzij overwegende bezwaren van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische aard zich daartegen verzetten. Hieronder wordt dit uitgangspunt voor de intensieve veehouderij, de glastuinbouw en de glasboomteelt nader ingevuld.
intensieve vee-
Lid 14. Uitbreiding van bouwblokken voor intensieve veehouderijen binnen een afstand van 250 meter tot zeer kwetsbare bos- en natuurgebieden, zoals aangegeven
houderij
Hoofdstuk 3
67
op plankaart 3, is slechts eenmalig toegestaan, uitsluitend als dit noodzakelijk is vanwege de eisen voor dierenwelzijn. glastuinbouwbedrijven
Vergroting van het bouwvlak
Lid 15. Uitbreiding van glastuinbouwbedrijven is in beginsel toegestaan tot een maximale netto glasopstand van 3 hectaren, tenzij er overwegende bezwaren zijn van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, wateren bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische aard. ALGEMEEN Lid 16. Voor alle hierboven toegestane uitbreidingen geldt dat indien een bouwblok gelegen is in of nabij een op plankaart 2 aangegeven ‘ecologische verbindingszone’ of ‘robuuste verbinding’, het functioneren van deze ecologische verbindingszone voorop dient te staan. Lid 17. Voor de uitbreiding van agrarische bouwvlakken gelden verder de volgende algemene voorwaarden: (1) indien het geen volwaardig agrarisch bedrijf betreft, is een advies van een externe deskundige nodig, waaruit blijkt dat door de uitbreiding van het bouwvlak het bedrijf zal uitgroeien tot een volwaardig bedrijf; (2) er moet aangetoond worden dat de uitbreiding noodzakelijk is voor een normale agrarische ontwikkeling. Hierover is advies van een externe deskundige nodig; (3) de vergroting vindt plaats aansluitend aan het bestemmingsvlak/bouwvlak, de doorsnijding van het bouwvlak door een weg vormt geen belemmering; (4) de bestaande natuurlijke, cultuurhistorische, landschappelijke waarden zoals weergegeven op de waardenkaarten worden niet onevenredig aangetast; (5) alle aanwezige en nieuw te bouwen gebouwen moeten landschappelijk ingepast worden door het aanbrengen van erfbeplanting en groenhagen zodanig dat het bedrijf het gehele jaar aan het zicht wordt onttrokken; (6) ter voorkoming of vermindering van overlast van assimilatieverlichting dienen nieuw te bouwen en
Vervallen
Gewijzigd
68
Hoofdstuk 3
bestaande kassen, waarin assimilatieverlichting wordt aangebracht, afgeschermd te worden tegen horizontale en verticale uitstraling. BIJZONDERE AGRARISCHE BEBOUWING
Algemene toetsingscriteria
Lid 18.a. De in artikel 15 geboden bebouwingsmogelijkheden zullen in de regel toereikend zijn voor een normale agrarische bedrijfsvoering. Aan de in het navolgende genoemde bijzondere vormen van agrarische bebouwing zal slechts dan door middel van vrijstelling of wijziging medewerking worden verleend, indien: (1) zij uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk zijn; (2) daardoor de bestaande natuurlijke en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast. Daarenboven dient te zijn voldaan aan de overige voorwaarden, die bij de desbetreffende onderwerpen worden genoemd.
Eerste/tweede agrarische Bedrijfswoning
b. De bouw van een eerste bedrijfswoning, respectievelijk tweede bedrijfswoning bij agrarische bedrijven waarbij, blijkens de rechtstreekse voorschriften en aanduidingen op de kaart géén, respectievelijk één bedrijfswoning is toegestaan, is toegelaten indien: (1) het bedrijf zonder een eerste, respectievelijk tweede agrarische bedrijfswoning redelijkerwijs op langere termijn niet is te exploiteren; het bedrijf één, respectievelijk twee volwaardige arbeidskracht(en) heeft; (3) de continuïteit van het bedrijf op langere termijn gewaarborgd is; (4) de bedrijfswoning dient gesitueerd te wordten buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; - 57 dB(A)-contour voor spoorweglawaai; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder. (2)
Gewijzigd
Het bepaalde in artikel 15 met betrekking tot de maatvoering van een bedrijfswoning is alsdan van over-
Hoofdstuk 3
69
eenkomstige toepassing. Woongelegenheid voormalig agrarisch bedrijfshoofd
c. Aan de bouw van extra, permanente woongelegenheid ten behoeve van het voormalig agrarisch bedrijfshoofd, die nog enige tijd in het bedrijf werkzaam zal zijn, zal geen medewerking worden verleend. Extra woongelegenheid zal moeten worden gezocht in de bestaande bouwmassa van de bedrijfswoning.
Torensilo’s/silo’s
d. Torensilo’s tot een hoogte van maximaal 25 m1 zijn uitsluitend toelaatbaar binnen het agrarisch bouwvlak in het Agrarisch gebied. Op de agrarische bouwvlakken, gelegen in de overige gebieden mag de hoogte van de silo’s niet meer dan 15 m1 bedragen.
Sleufsilo’s/ mestsilo’s / foliemestbassins/ waterbassins
e. Als uitgangspunt geldt dat sleufsilo's, mestsilo’s (tot 5000 m³), foliemestbassins en/of waterbassins binnen het agrarisch bouwvlak, aansluitend aan de bestaande bebouwing moeten worden gesitueerd. Mocht het bouwvlak te weinig ruimte bieden voor de gewenste voorzieningen dan kan, indien er sprake is van zwaarwegende milieuhygiënische en/of bedrijfseconomische redenen het bouwvlak vergroot worden overeenkomstig de bepalingen uit de leden 8 tot en met 17.
Toegevoegd Teeltondersteunende kassen (hoog, permanent)
f. De bouw van permanente kassen is slechts toegestaan binnen het agrarisch bouwvlak. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor de bouw van permanente ondersteunende kassen onder de volgende voorwaarden: (1)
(2)
(3)
70
deze bouw van kassen heeft geen omschakeling naar een (gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf tot gevolg; een externe deskundige heeft een advies gegeven over de vraag of er een (gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf zal ontstaan; permanente kassen zijn toegestaan tot: - 2000 m² in Agrarisch gebied; - 2000 m² in het gebied dat op waardenkaart 2 is gedifferentieerd als ‘planten en dieren van bos, struweel en houtwallen’; - 2000 m² in het op plankaart 2 aangegeven waterpotentiegebied dat is gelegen in Agrarisch ge-
Hoofdstuk 3
bied.
Vervallen
g. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor een verdere uitbreiding van de toegestane oppervlakte permanente ondersteunende kassen onder de volgende voorwaarden: (1) deze uitbreiding heeft geen omschakeling naar een (gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf tot gevolg; (2) een externe deskundige heeft een advies gegeven over de vraag of er een (gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf zal ontstaan; (3) de uitbreiding van kassen is toegestaan van: - van 2000-5000 m² in Agrarisch gebied; - van 1000-2500 m² in Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden; - van 1000- 2500 m² in het op plankaart 2 aangegeven waterpotentiegebied dat is gelegen in Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden); - van 2000 m² tot 5000 m² in het gebied dat op waardenkaart 2 is gedifferentieerd als ‘planten en dieren van bos, struweel en houtwallen’; (4) er is vooraf een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten nodig. TEELTONDERSTEUNENDE VOORZIENINGEN
Algemeen Toegevoegd
Wandelkappen
Hoofdstuk 3
Lid 19.a. Bij teeltondersteunende voorzieningen wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘permanente voorzieningen’, ‘tijdelijke voorzieningen’ en ‘overige voorzieningen’. De tijdelijke voorzieningen worden geregeld in het aanlegvergunningenstelsel. Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘hoge’ en ‘lage’ voorzieningen. hb. Het aanbrengen van tijdelijke hoge tunnels en tijdelijke hoge afdekfolies ten behoeve van een agrarisch bedrijf is alleen op het agrarisch bouwblok toegestaan met uitzondering van wandelkappen bij teelt in de grond. Deze zijn binnen de bestemmingen Agrarisch gebied met natuurwaarde of Agrarisch gebied met landschappelijke cultuurhistorische en/of abiotische waarden ook aanslui-
71
tend aan het bouwblok mogelijk vanwege vruchtwisselingseis tot een maximum van 1 ha en binnen de bestemming Agrarisch gebied tot een maximum van 2 ha.
Vervallen
HULPGEBOUWEN
Vervallen
Lid 1920. Melkstallen, schuilgelegenheden voor vee, en andere agrarische hulpgebouwen zijn in beginsel toelaatbaar tot een maximum bebouwingsoppervlak van 75 m², een maximum goothoogte van 2,5 m1 en een maximum nokhoogte van 3,5 m¹, mits: (1) deze uit een oogpunt van een doelmatige agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk zijn; (2) daardoor de bestaande natuurlijke en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast. TEELTONDERSTEUNENDE VOORZIENINGEN
Algemeen
Lid 21.a. Bij teeltondersteunende voorzieningen wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘lage voorzieningen’ (die geregeld worden in het aanlegvergunningenstelsel artikel ) en ‘hoge voorzieningen’ die bouwvergunningplichtig zijn. Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘tijdelijke’ en ‘meer permanente’ voorzieningen. Onderstaand wordt het beleid voor deze voorzieningen per subzone zoals weergegeven op plankaart 2 weergegeven.
Vervallen
GHS-natuur Vervallen
b. Binnen de GHS-natuur zoals aangegeven op plankaart 2 zijn teeltondersteunende voorzieningen niet toegestaan met dien verstande dat binnen de op plankaart 2 aangegeven ecologische verbindingszone lage, tijdelijk aan te brengen voorzieningen, zoals afdekfolies en lage tunnels en enkele voorzieningen van bijzondere aard, zoals vraatnetten en boomteelthekken wel zijn toegestaan indien zij het functioneren van de ecologische verbindingszone niet frustreren.
GHS-landbouw Vervallen
c. Binnen de op plankaart 2 aangegeven GHS-landbouw zijn teeltondersteunende voorzieningen in beginsel niet toegestaan. Binnen de GHS-landbouw, voor zover gelegen binnen de differentiatie ‘planten en dieren van bos, struweel en houtwallen’ (aangeven op waardenkaart 2) zijn teeltondersteunende voorzieningen niet toegestaan,
72
Hoofdstuk 3
tenzij redelijkerwijze geen nadelige effecten kunnen worden verwacht voor het foerageergebied van de struweelvogels, of de betreffende agrariër aantoont dat het foerageergebied door het nemen van mitigerende of compenserende maatregelen voldoende in stand blijft. AHS-landschap Vervallen
d.c. Binnen de op plankaart 2 aangegeven AHS-landschap zijn teeltondersteunende voorzieningen onder voorwaarden toegestaan, namelijk voor zover zij verenigbaar zijn met de natuur- en landschapskwaliteiten. Daarnaast kunnen overwegingen van cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische aard aanleiding zijn om het gebruik van teeltondersteunende voorzieningen te beperken. Dit is geregeld in het aanlegvergunningstelsel.
AHS-landbouw Vervallen
e.d. Binnen de op plankaart 2 aangegeven AHS-landbouw zijn teeltondersteunende voorzieningen in beginsel toegestaan. Ook hier kunnen echter natuur- en landschapskwaliteiten, alsmede overwegingen van cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische aard aanleiding zijn om het gebruik van teeltondersteunende voorzieningen op bepaalde plaatsen te beperken. Dit is geregeld in het aanlegvergunningstelsel.
Permanente
f.e. In elke onder a. en b. en c. genoemde (sub)zone zijn lage ondersteunende voorzieningen met een permanent karakter, zoals containervelden en hoge ondersteunende voorzieningen, zoals ondersteunende kassen, menstoegankelijke wandelkappen, schaduwhallen en regenkappen in beginsel alleen toegestaan op het bouwblok. In enkele gevallen is gebruik van deze teeltondersteunende voorzieningen ook mogelijk aansluitend aan het bouwblok. Het gaat dan vooral om het aanbrengen van niet-vaste omkeerbare voorzieningen. Dit is geregeld in het aanlegvergunningstelsel en de gebruiksbepaling voor de bestemming Agrarisch gebied.
teeltondersteunende voorzieningen
Vervallen
AFSTAND TOT
DE
AS VAN DE WEG
Hoofdstuk 3
Lid 21.a. De bouw van gebouwen op een kleinere afstand dan 15 m1 tot aan de as van de weg is in beginsel toelaatbaar, mits hierdoor de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.
73
AFSTAND TOT DE ZIJDELINGSE PERCEELSGRENS
GEWIJZIGD
b. De bouw van gebouwen op een kleinere afstand dan 5 3 m1 tot de perceelsgrens is toelaatbaar, mits: 1 (1) de afstand ten minste 1 m bedraagt; (2) de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen hierdoor niet onevenredig worden aangetast. VERBREDE LANDBOUW
NIET-AGRARISCHE NEVENBEROEPSACTIVITEIT IN AGRARISCHE BEBOUWING
Logies en ontbijt
Lid 22.a. Bestaande agrarische bedrijfsgebouwen kunnen, ten behoeve van niet-agrarische nevenberoepsactiviteiten worden gebruikt voor logies en ontbijt, mits: (1) deze activiteiten plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing; (2) de eventueel noodzakelijke verbouwingen binnen het hoofdgebouw plaatsvinden; (3) het maximale oppervlak per hoofdgebouw dat voor logies en ontbijt wordt gebruikt 100 m² bedraagt; (4) de nevenactiviteit geen belemmering vormt voor de omliggende agrarische bedrijven; (5) de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt.
Vakantieappartementen
b. Bestaande agrarische bedrijfsgebouwen kunnen, na vrijstelling, ten behoeve van niet-agrarische nevenberoepsactiviteiten worden gebruikt voor verhuur van vakantieappartementen, mits: (1) deze activiteiten plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing; (2) de eventueel noodzakelijke verbouwingen binnen het hoofdgebouw plaatsvinden; (3) de maximale oppervlakte van een vakantieappartement 100 m² bedraagt; (4) de nevenactiviteit geen belemmering vormt voor de omliggende agrarische bedrijven; (5) de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt.
Dagrecreatieve voorzieningen
c. Burgemeester en wethouders kunnen binnen de bestemming Agrarische bedrijfsdoeleinden, na vrijstelling, dagrecreatieve voorzieningen (o.a. verkoop van dranken / etenswaren (o.a. streekeigen producten/versnaperingen en het bieden van zitgelegenheid, rondleidingen) toe-
74
Hoofdstuk 3
staan, onder de volgende voorwaarden: (1) er mag geen sprake zijn van een inrichting waarvoor op grond van de Drank- en Horecawet een vergunning is vereist; (2) het maximale oppervlak dat voor het aanbieden van deze dagrecreatieve voorzieningen aangewend mag worden, bedraagt 100 m²; (3) ten behoeve van de activiteiten worden geen ingrijpende bouwkundige voorzieningen getroffen; (4) indien het bedrijf ligt binnen de bestemmingen ‘Agrarisch gebied met natuurwaarde’ en ‘Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden’ worden de aanwezige waarden niet onevenredig geschaad; (5) het bedrijf ligt bij voorkeur aan een toeristische route; (6) de nevenactiviteit geen belemmering vormt voor de omliggende agrarische bedrijven; (7) de verkeersaantrekkende werking neemt niet onevenredig toe. Aan huis gebonden beroep of bedrijf
d. Een aan huis gebonden beroep of bedrijf binnen de medebestemming is na vrijstelling toegestaan. Vrijstelling kan worden verleend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: (1) de activiteiten vinden plaats binnen de bestaande bebouwing; (2) de woonfunctie van de agrarische bedrijfswoning behouden blijft; (3) de nevenactiviteit geen belemmering vormt voor de omliggende agrarische bedrijven; (4) de bedrijfsmatige activiteiten hebben geen onevenredige verkeersaantrekkende werking. VRIJKOMENDE AGRARISCHE BEBOUWING
Vervallen
Hoofdstuk 3
Lid 23. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ten behoeve van het hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing, met uitzondering van kassen, de medebestemming Agrarische bedrijfsdoeleinden te wijzigen in: a. de aanduiding medebestemming Woondoeleinden ten behoeve van het hergebruik van een agrarische bedrijfswoning als burgerwoning;
75
Toegevoegd
76
b. de medebestemming Bedrijfsdoeleinden ten behoeve van de vestiging van een niet-agrarisch bedrijf; c. de medebestemming Recreatieve doeleinden ten behoeve van een vakantieboerderij alsmede voor het gebruik voor verblijfsrecreatie in (delen van) de bedrijfsgebouwen, mits,: (1) eventuele verbouwingen, die voor de nieuwe functie nodig zijn, binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd worden; (2) in geval van appartementenverhuur binnen de boerderij geldt dat er maximaal 10 appartementen gerealiseerd mogen worden, die ieder een maximale inhoud mogen hebben van 200 m³. d. de medebestemming Bedrijfsdoeleinden ten behoeve van de vestiging van een paardenhouderij met dien verstande dat: 1) vestiging binnen de bestemmingen ‘Bosgebied’ en ‘Natuurgebied’ is uitgesloten; 2) vestiging binnen de bestemming ‘Agrarisch gebied met natuurwaarden’ is toegestaan, mits het hergebruik zich beperkt tot de voormalige agrarische bedrijfslocatie, de rijhal een oppervlakte heeft van ten hoogste 1000 m² en er geen publieks- en/of verkeersaantrekkende voorzieningen worden gebouwd en/of aangelegd; 3) in geval van vestiging binnen de bestemmingen ‘Agrarisch gebied’ en ‘Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden’ en in bebouwingsconcentraties kan bij gebleken noodzaak de voormalige agrarische bedrijfslocatie uitgebreid worden tot een maximum van 1,5 hectare; 4) paardenbakken dienen binnen het bouwvlak opgericht te worden; 5) bij afweging van een voornomen vestiging dienen zich geen overwegende bezwaren van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische water- en bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische aard voor te doen; 6) er wordt zorggedragen voor een goede landschappelijke inpassing; 7) overtollige bebouwing wordt gesloopt, behoudens voor zover deze cultuurhistorische waarden bezit.
Hoofdstuk 3
De wijzigingsbevoegdheden als bedoeld onder a, b en c mogen uitsluitend worden toegepast mits: (1) als gevolg van het beoogde hergebruik geen belemmeringen ontstaan voor de omliggende functies; (2) stankhindergevoelige bestemmingen mogen niet gelegen zijn binnen de (gecumuleerde) stankcirkel van een of meer agrarische bedrijven; (3) als gevolg van het beoogde hergebruik de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande agrarische bedrijven niet worden beperkt; (4) algehele sloop niet tot de mogelijkheden behoort; (5) geen buitenopslag en het aanbrengen van reclameborden plaatsvindt; (6) er geen detailhandel plaatsvindt; (7) parkeren en laden/lossen geschieden op eigen terrein; (8) voldaan wordt in de aanvullende voorwaarden die zijn genoemd in de onderstaande tabel; (9) de vestiging van een bedrijf ter plaatse blijkens onderstaande tabel en bijlage 1 bij deze voorschriften is toegestaan.
Hoofdstuk 3
77
Hergebruikstabel (Toetsingscriteria bij wijziging ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’) Type
Subtype
Geconcentreerde
*Bebouwingscluster*
Burgerwoning (woondoeleinden)
1,2,9
Agrarisch verwant (Bedrijfsdoeleinden)
Niet-agrarisch verwant (Bedrijfsdoeleinden)
cat. 1
cat. 2
cat. 1
cat. 2
1,2,3,4,5,10
-
1,2,3,4,5,
1,2,3,4,5
10
10
1,2,3,5,7,
1,2,3,5,7
10
10
-
-
bebouwing *Bebouwingslint*
Verspreide be-
*Agrarisch gebied met
bouwing
natuurwaarde
*Agrarisch gebied met land-
1,2,9
1,2,8,9
1,2,3,5,7,10
-
1,2,3,7,10
-
Recreatieve doeleinden
1,4,5,10
1,5,7,10
1,4,5, 6,7,8,10
1,2, 8,9
-
-
-
-
1,4,8,10
-
-
-
-
1,4,5,81-,10
schappelijke en/of, cultuurhistorische waarden*
1,2, *Agrarisch gebied *
8,91
Aanvullende afwegingscriteria in volgorde van belangrijkheid: 1. 2. 3. 4.
Agrarisch hergebruik is niet (meer) mogelijk en sanering is geen reële mogelijkheid De locatie is niet geschikt voor recreatie, bos- , natuur- of landschapsfunctie. Hergebruik vindt plaats binnen de bestaande bebouwingsmassa. De activiteiten mogen geen onevenredige verkeersaantrekkende werking (n.b. dit criterium is niet van toepassing op percelen die gelegen zijn c.q. ontsloten worden via een weg breder dan 7 meter, met vrijliggende fietspaden). 5. Er is (in het bedrijfsplan) opgenomen dat alle overtollige niet cultuurhistorisch waardevolle bedrijfsgebouwen gesloopt worden. Bij de omzetting naar een niet-agrarisch verwant bedrijf geldt dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen maximaal 400 m² bedraagt, de overtollige bedrijfsgebouwen moeten worden gesloopt. De oppervlakte van bedrijfsgebouwen kleiner dan 400 m² mag niet worden vergroot. 6. Aantasting van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden wordt voorkomen. 7. De opstallen worden aan de hand van een landschapsplan landschappelijk ingepast (bijvoorbeeld door middel van erfbeplanting). 8. Voor bedrijven/woningen die gelegen zijn binnen het waterwingebied en de boringsvrije zone, wordt het hergebruik getoetst aan de regels zoals gesteld in de provinciale milieuverordening. 9. Bij een wijziging naar burgerwoning dienen de overtollige bedrijfsgebouwen te worden gesloopt. De sloopbonusregeling van de bestemming Woondoeleinden is dan van overeenkomstige toepassing. 10. Het betreft geen locatie waar algehele sloop heeft plaatsgevonden met gebruikmaking van de Ruimte voor Ruimte- regeling. -: Niet toegestaan
1
omzetting naar woonbestemming/recreatie is alleen mogelijk indien het een locatie betreft die niet blijvend geschikt is voor agrarisch hergebruik
78
Hoofdstuk 3
Leeswijzer bij de hergebruikstabel Het gebruik van de tabel laat zich aan de hand van een voorbeeld stapsgewijs verklaren. (1) (2) (3)
De ligging van de vrijkomende bedrijfslocatie wordt opgezocht op plankaart 2 ‘Ontwikkelingen’. Valt de locatie niet binnen een der subtypes van geconcentreerde bebouwing, dan behoort de locatie tot de ‘verspreide bebouwing’. In de kolommen met de verschillende vormen van hergebruik worden de aanvullende criteria opgezocht waaraan voldaan moet worden in een bepaald type gebied.
Ruimte voor ruimte
Toegevoegd
Toegevoegd
Hoofdstuk 3
e. De sloop van bedrijfsgebouwen in het buitengebied wordt gestimuleerd door het toepassen van de zogenoemde ‘ruimte voor ruimte’-benadering. Deze komt er op neer dat de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd door de bouw van kwalitatief hoogwaardige woningen op passende locaties toe te staan in ruil voor de sloop van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen die in gebruik zijn of waren voor de intensieve veehouderij c.q. kassen. Deze woning(en) dien(t)(en) gebouwd te worden op een locatie binnen een bebouwingscluster of een bebouwingslint. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: (1) de te slopen gebouwen (met uitzondering van kassen) hebben een oppervlakte van minimaal 1000 m². Voor saldering geldt een ondergrens van 200 m²; (2) voor kassen gelden de volgende oppervlaktes: - indien 5000 m² - 15000 m² aan kassen wordt gesloopt mag maximaal 1 woning worden gebouwd; - indien 15000 – 25000 m² aan kassen wordt gesloopt mogen maximaal 2 woningen worden gebouwd; - indien meer dan 25000 m² aan kassen wordt gesloopt, mogen maximaal 3 woningen worden gebouwd; (3) de te slopen bedrijfsgebouwen mogen geen bijzondere cultuurhistorische waarde hebben; (4) cultuurhistorische landschappelijke en ecologische waarden dienen te worden behouden dan wel versterkt. De milieuhygiënische en waterhuishoudkundige situatie ter plaatse dient zoveel mogelijk verbe-
79
Gewijzigd
terd te worden; de bouw van de tweede woning(en) dient te passen binnen de ruimtelijke structuur van de gemeente; (6) de woning(en) mag (mogen) niet binnen de GHS gebouwd worden; (7) de agrarische ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen bedrijven worden niet beknot; (8) er wordt gezorgd voor een goede landschappelijke en architectonische inpassing van de woning(en). Dit wordt gewaarborgd via een beeldkwaliteitsplan of ander vergelijkbaar instrument; (9) zeker gesteld moet zijn dat de realisering van de woning(en) plaatsvindt in samenhang met de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen en met de inlevering/doorhaling van de milieurechten van de agrarische activiteit ter plaatse; (10) zeker gesteld moet zijn dat op de plaats van de te slopen bedrijfsgebouwen geen nieuwe bedrijfsgebouwen kunnen worden opgericht en dat aan het voormalige agrarische bedrijfsperceel een passende andere bestemming wordt toegekend. Van het eerste vereiste kan worden afgeweken in het belang van de reconstructie zandgronden; (11) zeker gesteld moet worden dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan van de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het beschermd stads- en dorpsgezicht en nadat de Monumentencommissie schriftelijk om advies is gevraagd. (5)
Toegevoegd
Toegevoegd
Toegevoegd
NIET-AGRARISCHE BEDRIJVEN NIET-AGRARISCHE BEDRIJVEN
80
Lid 24.a. Niet-agrarische bedrijven zijn in functioneel opzicht niet aan het buitengebied gebonden en worden in beginsel uit het buitengebied geweerd. Nieuwvestiging van dit soort bedrijven is slechts toegestaan in vrijkomende bedrijfsbebouwing, onder de in lid 23 genoemde voorwaarden. De bestaande agrarische loonbedrijven en de agrarisch verwante niet-agrarische bedrijven hebben een rechtstreekse uitbreidingsmogelijkheid van 15 procent van het bestaande bebouwingsoppervlak. De overige bedrijven hebben een rechtstreekse uitbreidingsmogelijkheid van 5 procent gekregen.
Hoofdstuk 3
Medewerking aan een verdere uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven, door middel van verhoging van het toegestaan bebouwingsoppervlak, zal slechts verleend worden indien uit een gekwalificeerd bedrijfsplan blijkt, dat: (1) de uitbreiding bedrijfseconomisch noodzakelijk is voor de continuïteit; (2) een gehele of gedeeltelijke verplaatsing van het bedrijf naar een bedrijventerrein (financieel) onhaalbaar is; (3) als gevolg van de uitbreiding de bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden en functies niet onevenredig worden aangetast; (4) de bebouwing op een zorgvuldige wijze in het landschap zal worden ingepast; (5) de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt; (6) de milieubelasting voor het omringende gebied niet onevenredig toeneemt. De uitbreiding mag maximaal 10 procent van het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak bedragen. Indien de 10 procent van het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak minder is dan 20 m2 mag de uitbreiding maximaal 20 m2 bedragen. Wijziging bedrijfstype
b. Wijziging van het bestaande bedrijfstype is toegestaan, mits: (1) de milieubelasting van het nieuw te vestigen bedrijf naar aard en omvang lager dan, of gelijk is aan het bestaande bedrijf; (2) geen uitbreiding van de bestaande bebouwing plaats heeft; (3) de verkeersaantrekkende werking niet toeneemt; (4) geen detailhandel plaatsvindt.
Sloopbonus (Ruimte voor ruimte benadering)
c. De sloop van bedrijfsgebouwen in het buitengebied wordt gestimuleerd door het analoog toepassen van de zogenoemde ‘ruimte voor ruimte’-benadering. Deze komt er op neer dat de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd door de bouw van kwalitatief hoogwaardige woningen op passende locaties toe te staan in ruil voor de sloop van bestaande bedrijfsgebouwen die in gebruik zijn of waren voor niet agrarische bedrijven.
Hoofdstuk 3
81
Deze woning dient gebouwd te worden op een locatie binnen een kernrandzone of bebouwingscluster. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: (1) de te slopen gebouwen (met uitzondering van kassen) hebben een oppervlakte van minimaal 1000 m². Voor saldering geldt een ondergrens van 200 m²; (2) de te slopen bedrijfsgebouwen mogen geen bijzondere cultuurhistorische waarde hebben; (3) cultuurhistorische landschappelijke en ecologische waarden dienen te worden behouden dan wel versterkt. De milieuhygiënische en waterhuishoudkundige situatie ter plaatse dient zoveel mogelijk verbeterd te worden; (4) de bouw van de tweede woning dient te passen binnen de ruimtelijke structuur van de gemeente; (5) de woning mag niet binnen de GHS gebouwd worden; (6) de agrarische ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen bedrijven worden niet beknot; (7) er wordt gezorgd voor een goede landschappelijke en architectonische inpassing van de woning. Dit wordt gewaarborgd via een beeldkwaliteitsplan of ander vergelijkbaar instrument; (8) zeker gesteld moet zijn dat de realisering van de woning plaatsvindt in samenhang met de sloop van bedrijfsgebouwen en met de inlevering van de milieurechten van de activiteit ter plaatse; (9) zeker gesteld moet zijn dat op de plaats van de te slopen bedrijfsgebouwen geen nieuwe bedrijfsgebouwen kunnen worden opgericht en dat aan het voormalige bedrijfsperceel een passende andere bestemming wordt toegekend. d. Een bouwlocatie van een niet-agrarisch bedrijf mag worden benut voor de (her)vestiging van een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf, mits: (1) de bouwlocatie is gelegen binnen de bestemming Agrarisch gebied of Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden; (2) het geen glastuinbouwbedrijf betreft; (3) de nieuw op te richten bebouwing op een zorgvuldige wijze wordt ingepast in het landschap.
82
Hoofdstuk 3
Herbouw bedrijfswoning
e. Herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande fundering is via een vrijstelling mogelijk onder de volgende voorwaarden: • herbouw buiten de fundering is stedenbouwkundig aanvaardbaar; • de nieuwe situering van de bedrijfswoning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfswontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving; • de overige bepalingen met betrekking tot de bouwvoorschriften als bepaald in artikel 16, lid 4, zijn alsdan van overeenkomstige toepassing. WONEN
WONEN
Lid 25.a. Aangezien ook burgerwoningen in functioneel opzicht niet gebonden zijn aan het buitengebied, is het beleid erop gericht deze in beginsel te weren. Nieuwbouw anders dan ter vervanging van bestaande woningen is uitgesloten. Herbouw is uitsluitend toegestaan op de bestaande bouwlocatie (=fundering). Wel kan onder voorwaarden, genoemd in lid 23a een nieuwe woonfunctie worden toegestaan in vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing of op grond van lid 24c in vrijkomende nietagrarische bedrijfsbebouwing.
Sloopbonus
b. De maximaal toegestane inhoud (600 m³) van burgerwoningen mag worden uitgebreid met 150 m³ onder de volgende voorwaarden: (1) de burgerwoning is een voormalige bedrijfswoning; (2) er wordt tenminste 500 m² van de overtollige bijgebouwen gesloopt; (3) indien de woning reeds groter is dan 600 m³ mag door de bonus geen woning ontstaan die groter is dan 750 m³.
Rood voor groen Verwijderd
c. De maximaal toegestane inhoud (600 m³) van burgerwoningen mag worden uitgebreid met 150 m³ onder de volgende voorwaarden: (1) er wordt 2000 m² bosgebied of natuurgebied aangelegd; (2) dit nieuwe bos- of natuurgebied ligt binnen het op plankaart 2 aangegeven gebied ‘rood voor groen’;
Hoofdstuk 3
83
(3)
(4)
(5)
(6)
Splitsing van boerderijen
84
het nieuwe groen wordt aansluitend aan het bestaande bos- of natuurgebieden aangelegd ter versterking van de aldaar aanwezige waarden; de aanleg van de 2000 m² groen moet voldoende worden zekergesteld; dit nieuwe bos- of natuurgebied mag geen belemmering opleveren voor omliggende agrarische bedrijven; indien de woning reeds groter is dan 600 m³ mag door de bonus geen woning ontstaan die groter is dan 750 m³.
d. Splitsing van voormalige boerderijen met in het bouwlichaam geïntegreerde bedrijfsruimte(n) in twee volwaardige burgerwoningen, is toegestaan, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: (1) het betreft een splitsing in twee volwaardige woningen, die beide een inhoud van minimaal 450 m3 hebben; (2) de tweede woning dient binnen de bestaande bouwmassa te worden gerealiseerd; (3) de woningen liggen niet binnen een hindercirkel (bijvoorbeeld stankcirkel) van een of meerdere agrarisch bedrijven; (4) bestaande cultuurhistorische, landschappelijke, natuurwaarden en architectonische waarden niet onevenredig worden aangetast; (5) omliggende functies, zoals agrarische bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden beperkt; (6) burgerbewoning is aanvaardbaar uit oogpunt van een gezond woon- en leefklimaat; (7) er is sprake van een goede erfbeplanting; (8) voormalige agrarische bedrijfsgebouwen die niet als bijgebouw bij een burgerwoning kunnen worden aangemerkt, worden gesloopt, zodat de (gezamenlijke) maximale oppervlakte van 70 m² aan vrijstaande bijgebouwen per woning niet wordt overschreden; het genoemde oppervlak van 70 m² mag echter worden verhoogd met 20 procent van het te slopen surplus aan bijgebouwen. Het maximaal toegestaan gezamenlijk oppervlak van de vrijstaande bijgebouwen bedraagt, na bedoelde afbraak, evenwel 150 m²
Hoofdstuk 3
(9)
(10)
HERBOUW WONINGEN OP ANDERE LOCATIE
Toegevoegd
Hoofdstuk 3
per woning; de, door splitsing ontstane, woning dient gesitueerd te worden buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; - 57 dB(A)-contour voor spoorweglawaai; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder; splitsing in combinatie met herbouw is niet toegestaan, tenzij voldaan is aan de voorwaarden voor herbouw.
e. Herbouw buiten de bestaande fundering is mogelijk onder de volgende voorwaarden: (1) de herbouw vindt plaats op het desbetreffende perceel; (2) herbouw buiten de bestaande fundering is stedenbouwkundig aanvaardbaar; (3) het landelijke karakter van het gebied wordt niet onevenredig aangetast; (4) de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving; (5) de woning dient gesitueerd te worden buiten de: - 50 dB(A)-contour van het wegverkeer; - 50 dB(A)-contour van de bedrijventerreinen; - 57 dB(A)-contour voor spoorweglawaai; dan wel tussen de vastgestelde grenswaarden voorzover passend binnen de verkregen ontheffing(en) op grond van de Wet geluidhinder. BESCHERMD DORPSGEZICHT DEN HOUT Lid 26. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. de (minimale en maximale) goothoogte van gebouwen, hoogte van gebouwen en de hoogte van gebouwen, geen bouwwerken zijnde, alsmede van de voorgevelbreedte, mits de afwijking ten hoogte 10% bedraagt; en b. de hoofdvorm en nokrichting van de kappen, mits de gebouwen met een zadeldak of schilddak worden af-
85
gedekt; c. het oprichten van gebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits de afwijking van de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste twee meter bedraagt; d. de vrijstelling als bedoeld in sub a, b en c wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan van de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het beschermd stads- en dorpsgezicht en nadat de Monumentencommissie schriftelijk om advies is gevraagd. NIEUWVESTIGING
RECREATIE
KLEINSCHALIGE DAG RECREATIEVEBEDRIJVEN
GHS- en AHSlandschap
86
Lid Nieuwvestiging van kleinschalige dagrecreatieve bedrij2726.a. ven in de GHS en in de AHS-landschap zoals aangegeven op plankaart 2 is mogelijk onder de volgende voorwaarden: (1) de uitstralingseffecten van de activiteit mogen de draagkracht van het betrokken gebied niet overschrijden. In de GHS-natuur kan het dan bijvoorbeeld gaan om de omzetting van een voormalige boerderij in een kleinschalige horecagelegenheid; (2) de activiteit moet leiden tot een verrijking van het toeristisch product in de streek; (3) de voorzieningen liggen bij voorkeur langs toeristische routes, houden hiermee verband en leiden tot een breder en gevarieerder pakket aan voorzieningen (toeristisch-recreatief gebied zoals aangegeven op plankaart 2); (4) de nieuwe activiteit mag geen beperking of belemmering opleveren voor de omliggende agrarische bedrijven; (5) de toetsing van deze criteria wordt opgedragen aan een onafhankelijke adviescommissie waarin deskundigen op het terrein van toerisme en recreatie en natuur en landschap zitting hebben.
Hoofdstuk 3
AHS-landbouw
UITBREIDING
b. Nieuwvestiging van kleinschalige dagrecreatieve bedrijven in de AHS-landbouw zoals aangegeven op plankaart 2 is mogelijk onder de volgende voorwaarden: (1) de activiteit mag de ontwikkeling van de landbouwbedrijven niet belemmeren; (2) de nieuwvestiging mag de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, abiotische en milieuhygiënische waarden niet onevenredig schaden. DAG- EN VERBLIJFSRECREATIE
RECREATIEBEDRIJVEN
GHS-Algemeen Uitbreiden bestemmingsvlak
Hoofdstuk 3
Lid 2827. Een recreatiebedrijf in de GHS zoals aangegeven op plankaart 2, waarvoor verplaatsing naar minder gevoelige gebieden niet wordt nagestreefd mag in beperkte mate uitbreiden onder de volgende voorwaarden: (1) de uitbreiding is onderdeel van een kwaliteitsverbetering die op korte of langere termijn noodzakelijk is voor de continuïteit van het bedrijf; (2) de mogelijkheden om tot kwaliteitsverbetering te komen zonder uitbreiding – dit wil zeggen, door inbreiding en herstructurering van de recreatieve voorzieningen – zijn uitgeput; (3) de uitbreiding moet leiden tot verrijking van het toeristisch product in de streek; (4) de uitbreiding en de uitstralingseffecten daarvan mogen de draagkracht van het betrokken gebied niet overschrijden; (5) uitbreiding nabij en in een ecologische verbindingszone is toegestaan, mits het functioneren van de ecologische verbindingszone voorop staat; (6) de uitbreiding mag geen belemmering of beperking opleveren voor de omliggende agrarische bedrijven; (7) alternatieve locaties voor een uitbreiding buiten de GHS ontbreken. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: - bij het zoeken van alternatieve locaties moet over de gemeentegrenzen heen worden gekeken; - een alternatieve locatie moet ongeveerd dezelfde functie kunnen vervullen, maar enig functieverlies – bijvoorbeeld de bouw van een nieuw bedrijfspand op enige afstand van een bestaande hoofd-
87
vestiging van een bedrijf – kan geen reden zijn om het alternatief als niet-realistisch aan te merken; - het enkele gegeven dat de ontwikkeling van een alternatieve oplossing tot tijdverlies leidt, kan zelden een reden zijn om het alternatief als nietrealistisch aan te merken; (8) aantasting van natuur- en landschapswaarden moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Als er toch aantasting plaatsvindt moet worden gecompenseerd – met inachtneming van de volgende eisen: - er moet een nieuwe gelijkwaardige ecologische samenhang worden bereikt; - de nieuwe natuur- en landschapwaarden moeten van gelijke aard zijn; - de functie die de GHS vervult voor de natuur moet in stand blijven; - de compenserende maatregelen moeten een areaal beslaan dat ten minste even groot is als het gebied waarover de ingreep zich uitstrekt; - de aard en de omvang van de compensatie worden mede bepaald door de invloeden die de ingreep uitoefent op zijn omgeving en de aard van het gebied waar compensatie plaatsvindt; - de compenserende maatregelen moeten in beginsel plaatsvinden in de omgeving van de ingreep; - de compenserende maatregelen moeten passen binnen (inter)gemeentelijke landschapsbeleidsplannen; - een duurzame inrichting en beheer van het compensatiegebied moeten gewaarborgd zijn; - er moet worden gestreefd naar robuustheid in groene structuren; - de compenserende maatregelen moeten worden zeker gesteld voorafgaand aan de instemming van de provincie met de ingreep, zowel op het punt van de planologische regeling als op het punt van de feitelijke uitvoering; (9) de toetsing van onder 1 tot en met 5 genoemde voorwaarden wordt opgedragen aan een onafhankelijke adviescommissie waarin deskundigen op het terrein van toerisme en recreatie en natuur en landschap zitting hebben.
88
Hoofdstuk 3
AHS-landschap subzone waterpotentiegebied
Uitbreiden bestemmingsvlak
UITBREIDING RECREATIEBEDRIJVEN BINNEN HET BESTEMMINGSVLAK
Verlichtingsmasten en schuil- en rustgelegenheden
KAMPEREN Kleinschalig kamperen en Verenigingskamperen
Hoofdstuk 3
Lid 2928. Uitbreiding van een recreatief bedrijf is in de AHSlandschap, subzone waterpotentiegebied (plankaart 2) toegestaan onder de voorwaarden 1 tot en met 3 en 6 zoals genoemd in lid 27 sub a. Daarnaast mag de uitbreiding niet in betekenende mate afbreuk doen aan de mogelijkheid tot toekomstige vernatting van het gebied. De toetsing van de voorwaarden wordt opgedragen aan een onafhankelijke adviescommissie waarin deskundigen op het terrein van toerisme en recreatie en natuur en landschap zitting hebben. Tot slot moet de uitbreiding moet verenigbaar zijn met de ontwikkeling van de landbouw. Lid Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verle3029.a. nen voor een vergroting van de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte net maximaal 15 procent onder de volgende voorwaarden: (1) dat als gevolg van de uitbreiding de bestaande landschappelijk, cultuurhistorische en/of natuurwaarden en functies niet onevenredig worden aangetast; (2) de verloren gegane natuurwaarden moeten worden gecompenseerd en deze compensatie moet voldoende zekergesteld zijn; (3) de bebouwing op een zorgvuldige wijze in het landschap zal worden ingepast; (4) de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt; (5) de milieubelasting voor het omringende gebied niet onevenredig toeneemt. b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen ten behoeve van: (1) de plaatsing van lichtmasten met een maximale hoogte van 10 meter; (2) de plaatsing van schuil- en/of rustgelegenheid met een maximale oppervlakte van 10 m² en een maximale hoogte van 3 m¹. Lid Het houden van een kampeerterreinvoor ten hoogste 3130.a. het aantal in de Wet op de openluchtrecreatie genoemde kampeermiddelen, als bedoeld in artikel 8, lid 2, sub a, van de Wet op de openluchtrecreatie is toegestaan onder de voorwaarden dat: (1) het kampeerterrein zich bevindt binnen het bouw-
89
Gewijzigd
vlak/bestemmingsvlak of binnen een straal van 100 m¹ rondom het agrarisch bouwvlak van de medebestemming Agrarische bedrijfsdoeleinden binnen de agrarische hoofdbestemmingen; (2) het kampeerterrein grenst niet aan een kampeerterrein, waarvoor vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend; (3) het kampeerterrein mag niet liggen nabij intensieve veehouderijen, tenzij het een kampeerterrein op het bouwvlak van een intensieve veehouderij betreft; (4) het kampeerterrein op een zorgvuldige wijze wordt ingepast in het landschap; (5) de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast; (6) het totaal aantal kampeermiddelen waarvoor ontheffing/vrijstelling wordt verleend, is gesteld op 120 (in totaal maximaal 8 vrijstellingen/ontheffingen); (7) per subkern (conform de CBS-indeling) mogen maximaal 2 kleinschalige kampeerterreinen gevestigd zijn. Het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 20 kampeermiddelen (minicamping) is toegestaan onder de voorwaarden dat: (1)het kampeerterrein zich bevindt binnen, of binnen een straal van 100 m¹ rondom, het agrarische bouwvlak van de medebestemming Agrarische bedrijfsdoeleinden binnen de agrarische hoofdbestemmingen; (2)het kampeerterrein niet grenst aan een voor recreatieve doeleinden bestemd terrein; (3)het kampeerterrein niet ligt nabij intensieve veehouderijen, tenzij het een kampeerterrein op het bouwvlak van een intensieve veehouderij betreft; (4)het kampeerterrein op een zorgvuldige wijze wordt ingepast in het landschap; (5)de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast; (6)per subkern (Oosterhout, Dorst, Oosteind of Den Hout) maximaal 2 kleinschalige kampeerterreinen gevestigd mogen zijn; (7)op het kampeerterrein gedurende de maanden november tot en met maart geen kampeermiddelen
90
Hoofdstuk 3
mogen staan; (8)de onderlinge afstand van kampeermiddelen tenminste 3 m dient te bedragen; (9)overige door burgemeester en wethouders noodzakelijk geachte voorwaarden. Natuurkamperen en Verenigingskamperen
Gewijzigd
b. Het houden van een natuurkampeerterrein –als bedoeld in artikel 8 lid 2 sub c van de Wet op de openluchtrecreatie, is mogelijk indien aan de voorwaarden zoals gesteld in de Regeling natuurkampeerterreinen (Scrt 1995, nr. 97) is voldaan, te weten: (1) het terreinoppervlak bedraagt maximaal 1 ha; (2) het terrein moet gelegen zijn in een aaneengesloten gebied van 25 ha, waarvan in ieder geval de helft bestaat uit natuurgebied of bos; (3) het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 40. Over de precieze situering kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen. Het houden van een tijdelijk kampeerterrein is mogelijk onder de voorwaarden dat: (1)het terreinoppervlak maximaal 1ha bedraagt; (2)het aantal kampeermiddelen ten hoogste 40 bedraagt; (3)de onderlinge afstand van kampeermiddelen tenimste 3 m bedraagt; (4)overige door burgemeester en wethouders noodzakelijk geachte voorwaarden. OVERIGE FUNCTIES
BOUWEN BINNEN BELEMMERINGSZONES LEIDINGEN EN ZONE EXTERNE
Lid 3231. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te Gewij- verlenen van artikel 22 24 lid 1 en 2 – bouwen binnen zigd belemmeringszone of zone externe veiligheid spoor- ten behoeve van:
VEILIGHEID SPOOR
a. bouwen binnen de 'belemmeringszone' en ‘zone externe veiligheid spoor’, mits: (1) de onderliggende bestemming bebouwing toelaat; (2) als gevolg van het bouwen geen schade ontstaat, dan wel kan ontstaan aan de desbetreffende leidingen; (3) de leidingbeheerder of spoorwegbeheerder gehoord is;
Hoofdstuk 3
91
b. de oprichting van gebouwen, welke voorzien in het regelmatig verblijf van personen, binnen de 'belemmeringzone' of ‘zone externe veiligheid spoor’, mits: (1) technische, planologische en/of economische overwegingen hiertoe nopen; (2) de leidingbeheerder dan wel de spoorwegbeheerder heeft nagegaan, of dit op grond van de leidingspecificaties respectievelijk het plaatsgebonden risico toelaatbaar is; (3) de bebouwing opgericht wordt buiten de ‘belemmeringszone’. Er zal steeds advies gevraagd worden aan de leidingbeheerder dan wel de spoorwegbeheerder. OPENBARE NUTSVOORZIENINGEN
Lid 3332. Openbare nutsvoorzieningen in de vorm van gasontvang- en reduceerstations en trafo's zijn tot een maximale bebouwingsoppervlakte van 20 m² en een goot- en nokhoogte van maximaal 3 m1 respectievelijk 4,5 m1 toelaatbaar, mits: (1) de bebouwing in landschappelijk opzicht inpasbaar is; (2) de natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast. NATUUR EN LANDSCHAP
BELEID TEN AANZIEN VAN DE
GROENE HOOFDSTRUCTUUR
Compensatiebeginsel
92
Lid Het beleid ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen 3433.a. op gronden gelegen binnen de op plankaart 2 aangegeven Groene Hoofdstructuur is primair gericht op de instandhouding en ontwikkeling van de bestaande natuuren landschapskwaliteiten en het bundelen van de laagdynamische vormen van grondgebruik. Voorts is het beleid gericht op extensivering van de agrarische activiteiten, opdat een optimale afstemming wordt verkregen met de aanwezige landschappelijke en natuurlijke waarden. Uitbreiding en nieuwvestiging van intensieve, hoogdynamische vormen van ruimtegebruik alsmede ruimtelijke ingrepen in bodem- en waterhuishouding zijn daarom minder wenselijk. b. Op de gronden gelegen binnen de Groene Hoofdstructuur is het strikte compensatiebeleid van toepassing. Dit beginsel houdt in dat voor een eventuele aantasting van bestaande natuur- en landschapswaarden, alsmede
Hoofdstuk 3
van het abiotisch milieu binnen de Groene Hoofdstructuur –op basis van een ander bestemmingsplan dan het onderhavige- vereffenende maatregelen zullen worden getroffen, zowel voor wat betreft het feitelijk ruimtebeslag als het negatieve uitstralingseffect van de ingreep. De compensatiemiddelen zullen worden ingezet buiten de (nog te realiseren) Ecologische Hoofdstructuur. Ecologische verbindingszone en robuuste verbinding
c. Het streven is erop gericht gronden, die op plankaart 2 zijn aangeduid als Ecologische verbindingszone of Robuuste verbinding zodanig in te richten dat een verbinding ontstaat tussen enkele natuurkerngebieden, die op dit moment nog worden gescheiden door agrarisch gebied. Om dit doel te bereiken is het mogelijk terzake van het gebruik van deze gronden beheersovereenkomsten te sluiten met de desbetreffende agrariërs. In dit geval zal geen bestemmingswijziging plaatsvinden. Een andere methode is het aankopen van voornoemde gronden. In dit geval kan een bestemmingswijziging plaatsvinden.
Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3
De bestemmingen Agrarisch gebied met natuurwaarde, Agrarisch gebied met landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden, kan worden gewijzigd in de bestemming Natuurgebied onder de voorwaarde dat de gronden voor genoemde doeleinden zijn aangekocht.
93
94
Hoofdstuk 3
4.
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
Artikel 20 21 Bouwwerken
Gebruik Gewijzigd
Vergroting afwijking
Hoofdstuk 4
Overgangsbepalingen Lid 1. Bouwwerken, welke bestaan op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, dan wel worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning dan wel een gedane melding als bedoeld in artikel 42 van de Woningwet en die afwijken van het plan, mogen op voorwaarde dat de bestaande afwijking van het plan, ook in kwalitatieve zin, niet wordt vergroot en, behoudens onteigening: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. eenmalig worden uitgebreid met een maximum van 10% van de op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan bestaande inhoud; c. na calamiteit worden herbouwd, mits de betreffende bouwvergunning binnen twee jaren na de datum van de calamiteit bij burgemeester en wethouders is aangevraagd dan wel de melding als bedoeld in artikel 42 van de Woningwet binnen twee jaren na de datum van de calamiteit bij burgemeester en wethouders is aangevraagd. Lid 2.a. Het in artikel 21 23 bepaalde met betrekking tot ander gebruik van de gronden dan bouwen en het gebruik van opstallen geldt niet voor zover het van de bestemming afwijkende gebruik reeds plaatsvond voor de datum waarop het plan onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen. b. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen, tot dat tijdstip geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van het plan, en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden. Lid 3. Het is verboden het met het plan strijdige gebruik van de gronden en opstallen te wijzigen, tenzij door wijziging van het gebruik de afwijking van het plan niet wordt vergroot.
95
Artikel 21 22 Verbod ander gebruik
Algemene bepaling met betrekking tot het gebruik Lid 1. Het is verboden de in dit plan opgenomen gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangegeven in de doeleinden. Lid 2. Onder strijdig gebruik worden in ieder geval verstaan: a. die vormen van gebruik, die in 'Tabel Strijdig gebruik/Aanlegvergunningen' zijn aangegeven, met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor de gronden met de (mede)bestemmingen ‘Recreatieve doeleinden’ met uitzondering van de gronden die aangeduid zijn als, ‘Maatschappelijke doeleinden’, ‘Militaire doeleinden’, 'Verkeersdoeleinden', voor 'Agrarische bedrijfsdoeleinden', en 'Bedrijfsdoeleinden' en het medegebruik ‘Woondoeleinden’; b. het aanleggen van containervelden op verharde ondergrond binnen de bestemming ‘Agrarisch gebied’; c. het aanleggen van containervelden via omkeerbare voorzieningen binnen de bestemming ‘Agrarisch gebied’ behoudens tot een maximum van 4 ha aansluitend aan het bouwvlak.
Gewijzigd
Vrijstelling
Lid 3. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Lid 4. Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval verstaan: (1) het gebruik ten behoeve van een seksinrichting en een escortbedrijf; (2) voor wat betreft de medebestemming 'Agrarische bedrijfsdoeleinden', elke vorm van detailhandel, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde artikelen/producten; (3) het verharden van onverharde wegen; (4) voor wat betreft de medebestemming 'Bedrijfsdoeleinden', elke vorm van detailhandel, met uitzonde-
96
Hoofdstuk 4
Gewijzigd (5)
Kamperen
Gewijzigd
Hoofdstuk 4
ring van de detailhandel bij bedrijven met de navolgende, op de detailplankaart als zodanig aangegeven, aanduidingen: B1: hoveniersbedrijf B2: garagebedrijf B3: tuincentrum B4: motorbrandstofverkooppunt B13: bakkerij B18: slijperij B24: handel en verkoop hekwerken; voor wat betreft de medebestemming 'agrarische bedrijfsdoeleinden', elke vorm van detailhandel met uitzondering van ter plaatse van het bestemmingsvlak met de aanduiding 'ondergeschikte detailhandel toegestaan', waar detailhandel is toegestaan die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de doeleinden als genoemd in artikel 15 lid 1, sub a.
Lid 5.a. De volgende vormen van gebruik zijn verboden: (1) het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste tien kampeermiddelen, als bedoeld in artikel 8, lid 2, sub a, van de Wet op de openluchtrecreatie, behoudens vrijstelling op grond van artikel 18; (2) het houden van een kampeerterrein door een organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard ten behoeve van eigen doeleinden, als bedoeld in artikel 8, lid 2, sub b, van de Wet op de openluchtrecreatie; (3) het houden van een natuurkampeerterrein als bedoeld in artikel 8, lid 2, sub c, van de Wet op de openluchtrecreatie, behoudens vrijstelling op grond van artikel 18. Het houden van een kampeerterrein is verboden, behoudens vrijstelling op grond van artikel 19 jo. 20 lid 31 sub a voor: (1) het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 20 kampeermiddelen; (2) het houden van een kampeerterrein door een organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard ten behoeve van eigen doeleinden (verenigingskamperen); (3) het houden van een natuurkampeerterrein.
97
Permanente bewoning
Lid 6. Het permanent bewonen van, na vrijstelling toegestane, kampeermiddelen op kampeerterreinen als bedoeld in het voorgaande lid alsmede permanente bewoning op gronden aangewezen als 'Recreatieve doeleinden', behoudens bewoning van bedrijfswoningen, alsmede permanente bewoning van na vrijstelling toegestane logiesen ontbijtfaciliteiten en/of appartementen is verboden.
Procedure Gewijzigd
Lid 7. Bij toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid geldt de procedure zoals deze is opgenomen in artikel 24 26, lid 1.
98
Hoofdstuk 4
Artikel 22 23 -
Algemene bepaling belemmeringen
Belemmeringszone ondergrondse leidingen
Lid 1.a. Op de gronden mag niet worden gebouwd binnen de op plankaart 3 aangegeven 'belemmeringszone’, met uitzondering van: (1) bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de leidingen en rioleringen; (2) bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van zeer beperkte omvang, zoals erf- en terreinafscheidingen. De maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 m1.
Belemmeringszone hoogspanningsleidingen
b. Op de gronden gelegen binnen de op plankaart 3 aangegeven ‘belemmeringszone’ van een hoogspanningsleiding mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat: (1) bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor de aanleg en het beheer en onderhoud van de leidingen en de hoogspanningsmasten wel zijn toegestaan mits de hoogte niet meer bedraagt dan 30 m¹; (2) overige bebouwing is uitgesloten, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde – indien de onderliggende bestemming bebouwing toelaat – en mits als gevolg van het bouwen geen schade ontstaat dan wel kan ontstaan aan de desbetreffende leidingen. Advies moet worden gevraag aan de leidingbeheerder.
Laagvliegroutes en luchtverkeersbeveiligingszone
Lid 2. Het is niet toegestaan enig op grond van deze voorschriften toegestaan bouwwerk op de gronden te bouwen met een hoogte van meer dan 30 m¹, met uitzondering van hoogspanningsmasten (maximale hoogte van 41 of 54 m¹), zonder vooraf advies in te winnen van de DGW&T Directie Zuid.
Bouwvoorschriften straalpad
Lid 3. Op gronden gelegen binnen de op de plankaart aangegeven belemmeringszone ‘straalpad’ is het niet toegestaan enig bouwwerk op te richten met een grotere hoogte dan de hoogte van een straalpad dat op plankaart 3 is aangegeven, voorzover het bouwwerk binnen het betreffende straalpad is gelegen.
Hoofdstuk 4
99
Bouwvoorschriften invliegfunnel
Bouwverbod ‘Zone externe veiligheid spoor’ Vrijstelling
100
Lid 4. Het is niet toegestaan enig bouwwerk op de gronden te bouwen met een grotere hoogte dan de hoogte van de invliegfunnel, die op plankaart 3 is aangegeven, voor zover het bouwwerk binnen de betreffende invliegfunnel is gelegen. Evenmin is het toegestaan om houtopstanden of beplanting te hebben of aan te brengen met een groter hoogte dan de hoogte van de invliegfunnel, die op plankaart 3 is aangegeven, voor zover de houtopstanden of beplantingen binnen het betreffende obstakelvlak zijn gelegen. Lid 5.a. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen mag, voorzover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op plankaart 3 met ‘zone externe veiligheid spoor’ (plaatsgebonden risico) aangeduide gronden, geen bebouwing worden opgericht; b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in sub a. na voorafgaand advies van de beheerder van de spoorweg.
Hoofdstuk 4
Artikel 23 24 -
Aanlegvergunningen
Aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden
Lid 1. Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de in 'Tabel Strijdig gebruik / Aanlegvergunningen' weergegeven werken en/of werkzaamheden uit te voeren, met dien verstande dat het vereiste van aanlegvergunning niet geldt voor de gronden met de (mede)bestemming ‘Maatschappelijke doeleinden’, 'Verkeersdoeleinden', 'Agrarische bedrijfsdoeleinden', 'Bedrijfsdoeleinden' en het medegebruik ‘Woondoeleinden’.
Normaal onderhoud
Lid 2. Het in lid 1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van: a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen; b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
Toelaatbaarheid
Lid 3. Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 1 zijn slechts toelaatbaar, indien: a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende hoofd- of medebestemming zijn toegekend; b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, bosbouwkundige en/of landbouwkundige waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Procedure Gewijzigd
Lid 4. Bij het verlenen van een aanlegvergunning, als bedoeld in lid 1, geldt de procedure als vervat in artikel 24 26, lid 2.
Hoofdstuk 4
101
TABEL STRIJDIG GEBRUIK/AANLEGVERGUNNINGEN
27
-
Leidingen
A
A
A
A
-
-
-
-
-
-
A
-
-
-
-
-
-
-
Monumentale bomen
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
-
-
-
A
A
-
-
-
-
-
-
-
Beschermd dorpsgezicht Den Hout
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
-
-
-
-
A
A
-
molenbiotoop
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
A
A
-
-
-
-
-
A
-
-
-
schootsveld
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
A
A
-
-
-
A
A
A
-
-
PLANKAART 1 2
-
PLANKAART 3
WAARDENKAART 1: GEOLOGIE, GEOMORFOLOGIE EN BODEM Boorpunt formatie van Oosterhout
S
S
S
S
S
S
S
S
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
S
S
N
N
N
N
-
-
Zandgroeve met sedimentologische struc-
S
S
S
S
S
A
A
N
N
N
N
N
N
N
A
N
N
N
S
A
N
N
N
N
-
-
Terreinglooiing met terrasafzettingen
S
S
S
S
S
A
A
Moerige gronden
S
S
S
S
S
A
S
A
N
N
A
-
-
-
-
-
A
A
-
A
A
-
-
A
A
-
-
S
N
N
S
-
-
-
-
A
A
A
-
A
A
-
N
N
N
-
Stuifzandgronden
S
S
S
S
S
-
-
N
N
N
N
N
A
A
-
-
S
N
N
N
S
A
-
N
N
N
-
Dikke eerdgronden verwijderd
S
S
S
S
S
-
-
N
N
N
N
N
A
A
-
-
A
-
A
-
A
-
-
-
-
-
-
-
Inzijggebied
A
A
A
A
A
A
S
S
N
N
S
-
-
-
-
A
-
Kwelgebied, kwelsloot
-
S
A
S
A
-
S
S
A
A
S
A
-
-
-
A
A
-
-
A
-
-
A
A
A
-
-
A
-
S
-
-
A
A
A
-
Gracht, poel, plas
N
N
N
N
N
N
S
S
A
A
N
S
S
-
N
N
N
-
N
N
N
N
N
N
N
N
-
-
A
turen
WAARDENKAART 1: GROND- EN OPPERVLAKTEWATER
WAARDENKAART 2: NATUUR Planten en dieren van: -
open water en moeras
A
A
A
A
A
A
S
S
A
A
A
A
A
S
A
A
A
A
A
A
A
-
AS
S
S
-
-
-
akkers
A
A
A
A
A
-
N
N
N
N
-
A
A
A
-
S
N
N
S
S
-
-
S
S
S
-
-
2
zoals aangegeven in separatie bijlage 3
102
Hoofdstuk 4
verleggen
26
wegen/paden
25
pen
24
bebouwing slo-
1
en overig
A
23
hoog tijdelijk
-
22
laag permanent
A
21
laag tijdelijk
A
20
perceelsindelin
19
leidingen
17
dorpsgezicht
verharden opp
16
Stads- en
voorz.
WERKEN EN/OF WERKZAAMHEDEN
boomteelt tun
18
lbouwland -
15
grasl. - boomt.
-
14
grasl. - bouwl.
dammen
-
13
planten
onderbemalen
-
12
rooien
drainage
A
11
oeverbesch.
indrijven
A
10
dempen poelen
9
dempen sloten
8
graven sloten
7
stuwen
6
Egaliseren
5
Teeltonderst.
tuur
diepploegen
4
Infrastruc-
vergraven
3
Beplantingen
ophogen
2
Waterhuishouding
afgraven
Bodemopbouw en reliëf
graslanden en ruigten
A
A
A
A
A
A
A
A
N
N
A
A
A
A
-
A
S
S
N
S
-
-
N
-
-
-
heide en zandverstuivingen
S
S
S
S
S
A
N
N
N
N
A
A
A
A
-
A
N
N
N
S
A
N
N
N
N
-
-
-
bos, struweel en houtwallen
S
S
S
S
S
-
-
N
N
N
A
A
A
A
A
-
N
N
-
S
A
-
N
N
N
-
-
Leefgebied van amfibieën en reptielen
A
S
S
S
S
A
S
S
A
A
A
S
S
S
A
A
A
A
A
A
-
-
S
S
S
-
-
Structuurbepalend element
N
N
N
N
N
-
N
N
N
N
N
N
N
A
A
A
N
N
N
A
-
N
N
N
N
-
-
Vestigingspatroon
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
A
A
A
A
A
-
A
-
-
A
-
-
WAARDENKAART 3: LANDSCHAP - SAMENHANG -
WAARDENKAART 3: LANDSCHAP - RUIMTEVORMING Open gebied
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
A
S
-
-
-
-
-
A
-
-
Halfopen gebied
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
A
-
A
A
-
-
A
-
-
-
-
-
Besloten gebied
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
WAARDENKAART 4: CULTUURHISTORIE Vindplaats met hoge waarde
A
-
A
S
A
A
A
A
-
-
A
-
-
-
A
A
-
A
-
A
A
-
-
S
S
-
-
Vindplaats geselecteerd
A
-
A
S
A
A
A
A
-
-
A
-
-
-
A
A
-
A
-
A
A
-
-
S
S
-
-
Terrein met hoge verwachtingswaarde
A
-
A
A
A
A
A
A
-
-
A
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
-
A
A
-
-
Historisch stedenbouwkundige structuur
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
-
-
-
-
-
A
-
-
-
-
-
Weinig veranderde percelering
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
S
-
-
-
-
Militair relict
S
S
S
S
S
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
-
-
N
-
-
-
N
N
N
-
-
Historische zandpaden
A
A
A
A
A
A
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A
A
A
-
-
-
-
-
A = aanlegvergunning aanvragen is verplicht. S = strijdig. N = niet van toepassing; het werk of de werkzaamheid komt niet voor in het gebied met de onderscheiden waarde. Mocht dit toch het geval zijn, dan is het werk of de werkzaamheid als ‘strijdig gebruik’ aan te merken. = het werk of de werkzaamheid is toegestaan.
Hoofdstuk 4
103
verleggen
-
wegen/paden
N
27
pen
hoog tijdelijk
S
26 bebouwing slo-
25
en overig
24 laag permanent
23 laag tijdelijk
22 perceelsindelin
21
leidingen
20 verharden opp
19 boomteelt tun
18
lbouwland -
17
grasl. - boomt.
rooien
16
grasl. - bouwl.
15
planten
14 oeverbesch.
13 dempen poelen
12 dempen sloten
11 graven sloten
10
stuwen
9
dammen
8 onderbemalen
1
drainage
7
dorpsgezicht
WERKEN EN/OF WERKZAAMHEDEN
indrijven
6
Stads- en
voorz.
Egaliseren
5
Teeltonderst.
tuur
diepploegen
4
Infrastruc-
vergraven
3
Beplantingen
ophogen
2
Waterhuishouding
afgraven
Bodemopbouw en reliëf
WERKEN EN WERKZAAMHEDEN Bodem 1. Afgraven3 2. Ophogen 3. Vergraven 4. Diepploegen en -woelen 5. Egaliseren 6. Indrijven van voorwerpen in de grond Waterhuishouding 7. Aanleg drainagestelsel 8. Aanbrengen onderbemaling 9. Aanleggen dammen 10. Aanbrengen stuwen 11. Aanleggen, verbreden of verbeteren van sloten en greppels 12. Dempen sloten en greppels 13. Dempen van kleine geïsoleerde wateren 14. Aanbrengen oeverbeschoeiing Beplantingen 15. Rooien van houtgewas4 16. Aanplanten van houtgewas5 17. Omzetten van grasland in bouwland of sierteeltgrond 18. Omzetten van grasland in boomkwekerij 19. Omzetten van bouwland in boomkwekerij Infrastructuur 20. Aanbrengen van verhardingen 21. Aanbrengen van ondergrondse leidingen 22. Wijzigen perceelsindeling Ondersteunende voorzieningen 23. Gebruik van lage tijdelijke lage voorzieningen 24. Gebruik van lage permanente voorzieningen 25. Gebruik van tijdelijke hoge tijdelijke en permantente en overige voorzieningen
3
4
5
Afgravingen, die vergunningplichtig zijn op grond van de provinciale ontgrondingenverordening, vallen niet onder de aanlegvergunningregeling. Het rooien van bossen zoals genoemd in artikel 15 lid 2 van de Boswet (wet van 20 juli 1961, Stb. 256) is niet aanlegvergunningplichtig. Tevens geldt de aanlegvergunningplicht niet voor bestaande boomkwekerijen en fruittelers. Deze aanlegvergunningplicht geldt niet voor boomkwekerijen en fruittelers
104
Hoofdstuk 4
Stads- en dorpsgezicht6 26. Bebouwing geheel of gedeeltelijk slopen 27. bestaande wegen en paden verleggen
6
Deze aanlegvergunningplicht geldt uitsluitend voor de dubbelbestemming ‘Beschermd stads- en dorpsgezicht’.
Hoofdstuk 4
105
Artikel 24 25 -
Procedureregeling
Vrijstellings/wijzigingsbevoegdheid Gewijzigd
Lid 1. Bij toepassing van de vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden als bedoeld in artikel 18 19 is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Aanlegvergunning Gewijzigd
Lid 2. Bij het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 23 25, lid 1, is de volgende procedure van toepassing: a. alvorens te beslissen tot het al dan niet verlenen van een aanlegvergunning gaan burgemeester en wethouders na in hoeverre de uit te voeren werken of werkzaamheden, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft dan wel de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de agrarische, bosbouwkundige, landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurlijke functies (voor zover deze aan de desbetreffende gronden zijn toegekend) aantast dan wel de mogelijkheden voor ontwikkeling of herstel van die functies en waarden verkleint; b. Alvorens burgemeester en wethouders vergunning verlenen winnen zij deskundig archeologisch, historischgeografisch en/of architectuur historisch advies in omtrent de gevolgen van de voorgenomen werken of werkzaamheden voor het behoud van de archeologische, historisch-geografische en/of monumentale waarden in het gebied. Burgemeester en wethouders beslissen op basis van het advies of en onder welke voorwaarden de vergunning wordt verleend; c. een besluit gaat vergezeld van een toelichting, waarin de uitkomsten van het onder a bedoelde onderzoek alsmede de aan het besluit ten grondslag liggende motieven zijn neergelegd; d. voor het overige geldt de procedure, zoals vervat in de artikelen 44 e.v. van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en afdeling 3.6 van de Algemene wet bestuursrecht.
106
Hoofdstuk 4
Artikel 25 26 -
Strafbepalingen Overtreding van het bepaalde in: - artikel 20 21, lid 3; - artikel 21 23, lid 1, lid 5 en lid 6; - artikel 22 24; - artikel 23 25, lid 1; wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de Economische Delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Hoofdstuk 4
107
Artikel 26 27 -
Dubbeltelbepaling Geen bouwwerk of complex van bouwwerken mag worden opgericht, indien daardoor een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het daarbij behorende bouwperceel hetzij niet langer zal blijven voldoen aan hetzij in grotere mate zal afwijken van het plan.
108
Hoofdstuk 4
Artikel 27 28 -
Titel Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als: 'Voorschriften bestemmingsplan Buitengebied Oosterhout'.
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Oosterhout d.d. ……………………….. tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Oosterhout’ Mij bekend, de griffier.
Hoofdstuk 4
109
110
Hoofdstuk 4
Bijlagen
Bijlage 1:
Bedrijvenlijst hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen
Bedrijvenlijst vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen, gebaseerd op de VNGuitgave “Bedrijven en milieuzonering” (ISBN nr. 9032273531, 1999) SBIcode
Omschrijving
Categorie
A. Agrarisch verwante bedrijven 01 0112
0125 014 0141.1 0142
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Tuinbouw: • champignonkwekerijen (algemeen) • champignonkwekerijen met mestfermentatie • bloembollen-, droog- en prepareerbedrijven Fokken en houden van huisdieren Dienstverlening t.b.v. de landbouw Hoveniersbedrijven KI-stations
2 3 2 3 3 1 3
51 5121 5122 5123
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Akkerbouwproducten en veevoeders Bloemen en planten Levende dieren
2 2 3
B. Niet-agrarisch verwante bedrijven 15 1581 1581 1593 t/m 1595
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Broodfabrieken, brood en banketbakkerijen: -v.c. < 2500 kg meel/week Vervaardiging van wijn, cider e.d.
2 2
18
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en –toebehoren (excl. van leer)
2
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
2
182 20 205
Bijlage 1
111
SBIcode
Omschrijving
22 2222.6 2223 2223 2224 2225
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproductie en zetten Overige grafische activiteiten
2 1 2 2 2
24 2442 2442
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN Farmaceutische productenfabrieken: - verbandmiddelenfabrieken
2
28
VERVAARD. VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: Galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen e.d.)
2851 2851
33 33
36 362 363 40 40 40 40 40 40 40
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Fabricage van munten, sierraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken PRODUCTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA Gasdistributiebedrijven - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: -blokverwarming
112
Categorie
2
2
2 2
2 2
2
Bijlage 1
SBIcode
Omschrijving
41 41 41
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - < 1 MW
Categorie
2
50
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO’S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS 501, Handel in auto’s en motorfietsen, reparatie- en servicebedrij502, 504 ven 5020.4 Autobeklederijen 5020.5 Autowasserijen
2 1 2
51 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5156 5162 517
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren en spijsoliën Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen
52 527
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto’s en motorfietsen)
1
55 5552
LOGIES, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven
2
71 714
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
2
72 72
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
1
Bijlage 1
2 2 2 2 2 2 2
Groothandel in overige consumentenartikelen Groothandel in overige intermediaire goederen Groothandel in machines en apparaten Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
2 2 2 2
113
SBIcode
Omschrijving
73 731 732
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
2 1
90 9000.3 9000.3
MILIEUDIENSTVERLENING Afvalverwerkingsbedrijven: - verwerking fotochemisch en galvano-afval
2
92 9301.2 9301.3 9301.3 9302 9303 9303 9303 9304 9305
CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Begrafenisondernemingen: - uitvaartcentra - begraafplaatsen Badhuizen en sauna-baden Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
98.22 98.24 98.29 98.34 98.93
Schoorsteenveegbedrijven Glazenwasserijen Schoonmaakbedrijven n.e.g. Stoppage en oppersinrichting Dierenasiels en -pensions OVERIG Stalling van caravans
114
Categorie
2 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 3 1
Bijlage 1
Bijlage 2:
Besluit hogere grenswaarden
P.M.
Bijlage 2
115
116
Bijlage 2
Bijlage 3:
Bijlage 3
Monumentale bomeninventarisatie buiten het centrumgebied in Oosterhout (separate bijlage)
117
118
Bijlage 3
Bijlage 4:
Gemeentelijke monumentenlijst
Achterstraat 1, Den Hout, Boerderij en schuur Voormalige gedeeltelijk onderkelderde boerderij met Vlaamse schuur uit het begin van de 19de eeuw en in 1972 gerestaureerd/verbouwd. Achterstraat 3, Den Hout, Vlaamse schuur Vlaamse schuur gebouwd in de 19de eeuw, behorende bij de boerderij gelegen aan de Achterstraat 3 en onderdeel uitmakend van een ensemble met de voormalige boerderij en een Vlaamse schuur aan de Achterstraat 1. Achterstraat 26, Den Hout, Vlaamse schuur Recent gerestaureerde Vlaamse schuur gebouwd in de 19de eeuw, behorende bij de voormalige boerderij gelegen aan de Achterstraat 26. Baarschotsestraat 34, Dorst, Boerderij Boerderij (één van de oudste van het kerkdorp Dorst), gebouwd in de 18de eeuw aan de Baarschotsestraat, die bestaat uit een begane grond en een verdieping met een schildak haaks op de straat. Het dak is in oorsprong gedekt met riet en heeft deels een nooddak met golfplaten. Ter plaatse van het woongedeelte breekt de schoorsteen door het dak heen. De gevels zijn gebouwd van rode bakstenen in kruisverband. Het kozijnhout en de vensters zijn wit- en de toegangsdeuren groen geschilderd. Berkenstraat 12, Oosteind, Boerderij Boerderijcomplex, waarvan het woonhuis en de schuur evenwijdig aan de straat, gelet op de architectuur en detailleringen, gebouwd zijn in 1932. In de betonnen band van de schuur is het jaartal nog zichtbaar. In het woonhuis zijn de architectuurinvloeden van de Delftse school zichtbaar. Het woonhuis wordt met een tussenlid met de schuur verbonden. In de achtergevel van de schuur zijn stenen verwerkt van de boerderij die in 1931 is afgebrand en waarvoor het huidige boerderijcomplex is gebouwd. De overige opstallen op het terrein zijn niet beschermenswaardig. Berkenstraat 41, Oosteind, Vlaamse schuur 18de eeuwse Vlaamse schuur die haaks op de Berkenstraat staat en behoort bij een voormalige boerdij gelegen aan de Berkenstraat 41. De schuur bestaat uit een begane grond en heeft een schilddag dat gedekt is met riet. De zijgevels (evenwijdig aan de Griendsteeg) zijn gebouwd van geteerde gepotdekselde houten delen. De vooren achtergevel (haaks op de Griendsteeg) zijn 20ste eeuwse gevels gebouwd van baksteen. De toegangen in de voor- en achtergevel zijn gevormd door twee houten opgeklampte deuren. In de voorgevel bevinden zich twee segmentboogvormige betonnen vensters. De achtergevel is herbouwd.
Bijlage 4
119
Wethouder van Dijklaan 2, Dorst, Boswachterswoning Voormalige boswachterswoning van de boswachterij Dorst, gebouwd in 1914 onder invloed van de heersende landelijke architectuur voor boswachterswoningen voor de Houtvesterij Breda, bestaande uit een begane grond en eerste verdieping met zadeldak, dat gedekt is met gesmoorde Hollandse pannen. In het dakvlak is een dakraam aangebracht. De rode bakstenen gevels zijn gemetseld in kruisverband en hebben een donkerrood trasraam. Naast de woning is een schuur van geteerde gepotdekselde delen gebouwd met een zadeldak, dat gedekt is met rode verbeterde Hollandse pannen. Het pand ligt in een fraai beboste omgeving. Wethouder van Dijklaan 17, Dorst, Boswachterswoning en brandtoren Woonhuis van de boswachterij Dorst, gebouwd circa 1905 onder invloed van de heersende landelijke architectuur voor boswachterswoningen voor de Houtvesterij Breda. Het pand is in de loop der tijd bewoond geweest door enkele wethouders van Dorst. Het pand bestaat uit een begane grond en eerste verdieping met zadeldak, dat gedekt is met gesmoorde kruispannen. In het dakvlak zijn enkele dakramen aangebracht terwijl in dakvlak boven de voorgevel in de goot een dakkapel met zadeldak is geplaatst. Daarboven een gedecoreerde ijzeren windwijzer met bel. De rode bakstenen gevels zijn gemetseld in kruisverband, de zijgevels zijn tuitgevels, die worden beëindigd met een schoorsteen. Wethouder van Dijklaan 19, Dorst, Werkplaats van de boswachterij Werkplaats van de boswachterij Dorst, gebouwd in 1921, in de architectuur voor de Houtvesterij Breda, en bestaande uit een begane grond, een 1ste verdieping en een zolder. Deze heeft een zadeldak met wolfeinden, dat gedekt is met gemoorde muldenpannen. De rode bakstenen gevels zijn gemetseld in kruisverband, de voor- en achtergevel hebben uitgemetselde pilasters, die vijf traveeën markeren. De dubbele toegangsdeuren in de voorgevel liggen in een vooruitstekend gevelvlak. Aan de achtergeven is recent een open loods onder een lessenaarsdak gebouwd waarover het pannendak doorloopt. Tegen de rechterzijgevel een lessenaarsdak met golfplaten gebouwd. Het kozijnhout en de toegangsdeuren zijn groen en de ramen okerkleurig geschilderd. Alle vensters hebben een gemetselde lekdorpel en een strekkenhaag met een kleine roedenverdeling. Groenendijk 2, Oosteind, Boerderij 18e eeuwse langgevelboerderij die bestaat uit een begane grond en een zolder en een schilddak heeft dat gedekt is met riet. Op een del van het dak aan de achterzijde en de aanbouwen aan de achterzijde hebben een nooddak. In de nok bevindt zich een schoorsteen. Het pand staat enigszins schuin op de Groenendijk. De gevels aan de Groenendijk en de Provincialeweg zin gepleisterd, de overige gevels zijn wit geschilderd. De vensters zijn recent vervangen door venster met kalf, klepramen en dubbelglas. In de gevel aan de Groenendijk (voorgevel) bevindt zich een toegangsdeur met bovenlicht en een venster. In het dakschild een dakkapel met een halfrond
120
Bijlage 4
venster. In het uitgebouwde gedeelte bevindt zich één- en in het stalgedeelte twee toegangen. In de gevel bevinden zich vier vensters en een stalraam. De gevel wordt ter plaatse van het stalgedeelte gesteund door steunberen De achtergevel is een tuitgevel met vlechtingen en heeft een geschilderde plint. In deze gevel bevinden zich drie stalramen en op de verdieping een houten toegangsdeur. De linkerzijgevel heeft enkele aanbouwen onder een lessenaarsdak waarin zich toegangen bevinden. Groenendijk 35, Oosteind, woonhuis en schuur Complex van een woonhuis met aanbouw en een vrijstaande schuur. Het woonhuis is gebouwd in het eerste kwart van de 20ste eeuw onder invloed van de neorenaissance De schuur is gebouwd in 1868. Het woonhuis bestaat uit een begane grond en een zolderverdieping en heeft een zadeldak evenwijdig aan de straat. Het dak is gedekt met gesmoorde kruispannen. De nok wordt aan de rechterzijde beëindigd door de tuit van de zijgevel en aan de linkerzijgevel door een schoorsteen. Voor het pand bevindt zich een hardstenen stoep met een trede bij de toegang. De schuur is gebouwd van rode baksteen in kruisverband en heeft een begane grond en twee zolderverdiepingen en een zadeldak dat gedekt is met golfplaten en staat haaks op de straat. Aan de linkerzijkant bevindt zich een aanbouw onder een lessenaarsdak dat gedekt is met golfplaten. De voor- en achtergevels zijn tuitgevels. De voorgevel is op de begane grond gepleisterd en dit deel wordt afgesloten met een geprofileerde lijst. In het gepleisterde deel bevinden zich enkele toegangen, waarvan een getoogd is. Voorts een betonnen stalraam met roedenverdeling. De toegang tot de eerste verdieping is ellipsvormig en breekt door de lijst heen. Op de verdieping bevinden zich drie boogvormige ijzeren stalramen. De gevel wordt afgesloten met een rollaag en een getrapte tuit. In de rechterzijgevel bevinden zich enkele toegangen. De toegang nabij de straat is ellipsvormig. In de voor- en zijgevels van de aanbouw bevinden zich betonnen stalramen met een roedenverdeling. In de zijgevel bevinden zich de sporen van dichtgezette toegangen. Groenendijk 70, Oosteind, pomphuis Pomphuis dat gebouwd is in 1940 door de "Stichting werkverschaffing en ontginning Noord-Brabant" en diende ter regulering van de waterstand tussen de Maas en de Groenendijksehaven en het achtergelegen land. Het gebouw is in 1980 buiten gebruik gesteld. Ter plaatse is de duiker, die voor de doorlaat van het water diende nog aanwezig. Het gebouw heeft betonnen gevels en bestaat uit twee verdiepingen, heeft een zadeldak met een dakoverstek op klossen. Het dak is gedekt met leien in Maasdekking. De kap staat haaks op de straat. Door het dak breekt een schoorsteen heen. In de noordgevel bevindt zich een horizontaal venster met vier verticale roeden. De westgevel is blind. De oostgevel is op de begane grond uitgebouwd. Dit geveldeel bevat metselwerk tussen betonnen kolommen. De openingen geven toegang tot een stal. Op verdiepingsniveau wordt het loopgedeelte afgesloten met een balustrade. Aan de zuidgevel geeft een trap toegang tot het verdiepingsniveau, waar zich in de gevel een toegangsdeur bevindt. De trap wordt ge-
Bijlage 4
121
vormd door treden van een gemetselde rollaag. Langs de trap bevindt zich een ijzeren trapleuning. Onder de trap bevindt zich een luik. Heikant 86, Oosteind, Boerderij met Vlaamse schuur 17de eeuws gedeeltelijk onderkelderd voormalig boerderijcomplex met mogelijk nog oudere kern thans in gebruik als woonhuis. Het complex bestaande uit een woongedeelte en een Vlaamse schuur. Het woon/stalgedeelte is in 1973 in opdracht van G.P. van Willigen geheel gerestaureerd, waarbij de oorspronkelijke indeling op hoofdlijnen werd gerespecteerd. De verdieping werd ingedeeld ten behoeve van wonen. Alle gebouwen zijn gedekt met riet. Rond het hoofdgebouw bevindt zich een druiprand van kiezels. De schuur heeft schilddak evenwijdig aan de straat dat gedekt is met riet. De gevels zijn deels gebouwd van ongekantrechte geteerde houten delen en deels van geteerde rabatdelen. Heikantsestraat 26 en 26a, Oosteind, Boerderij met schuur 18de eeuws voormalig boerderijcomplex, thans in gebruik als woonhuis, bestaande uit een woongedeelte evenwijdig aan de staat en een dwarsdeel schuur haaks op de straat. Tegen dit deel is een éénlaaagse wagenloods gebouwd met een schilddak gedekt met rode Hollandse pannen. Het woon/stalgedeelte is in 1973 in opdracht van N. Wieme/J. Tegels verbouwd tot dubbel woonhuis waarbij de oorspronkelijke indeling op hoofdlijnen werd gerespecteerd. In 1978 is de wagenloods verbouwd tot garage/berging. Van de voormalige boerderij zijn de gebouwen gedekt met riet. In de nok zijn drie schoorstenen zichtbaar. Heikantsestraat 43, Oosteind, Vlaamse schuur Vlaamse schuur gebouwd in de 18de eeuw onder een schilddak dat gedekt is met riet en waarvan de nokrichting evenwijdig loopt met de straat. De voor- en zijgevels zijn gebouwd van geteerde houten rabatdelen. De achtergevel is gebouwd van witte kalkzandsteen. In de linkerzijgevel bevindt zich een grote toegang met dubbele deuren onder een opgelicht dak. In de achtergevel bevinden zich enkele toegangen. Herweg 25, Den Hout, Boerderij Boerderij gebouwd in het midden van de 19de eeuw en uitgebreid met een woongedeelte in 1954. Het pand bestaat uit een begane grond en een zolderverdieping met een zadeldak en wolfeind, evenwijdig aan de weg. Het dak van het aangebouwde deel is gedekt met verbeterde Hollandse pannen, het oorspronkelijke deel is gedekt met riet en heeft in de nok een schoorsteen. Het stalgedeelte springt aan de straatzijde uit, waarover de rietenkap doorloopt. De oorspronkelijke gevels zijn gebouwd van rode steen in Noors verband met gestuct plint en het aangebouwde deel van rode baksteen in kruisverband. De gevel van het woonhuis heeft gewijzigde vensters in de oorspronkelijke gevelopeningen voorzien van strekkenlagen.
122
Bijlage 4
Hespelaar 1, Den Hout, Boerderij Voormalige boerderijcomplex uit het begin van de 19de eeuw, bestaande uit een woonhuis met zadeldak en mastgoot, een stal en aansluitend een Vlaamse schuur met schilddak, haaks op het zadeldak. Haaks op de rechter voorzijde van het woonhuis is een schuur met tuitgevel gebouwd voorzien van rabatdelen. Een karschop met zadeldak en wolfseind. Alle gebouwen zijn gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. In de nok staan twee schoorstenen, waarvan één de tuitgevel aan de straatzijde beëindigt. Hespelaar 6, Den Hout, Boerderij Boerderij gebouwd in ca. 1930 van het kop-hals-romp type met invloeden van de Amsterdamse school van rode baksteen in staand verband. Het woonhuis bestaat uit een begane grond, een verdieping en een zolderverdieping onder een zadeldak gedekt met verbeterde Hollandse pannen. In de nok staan twee schoorstenen waarvan een ter plaatse van de voorgevel verhoogd is. Het woonhuis en de schuur worden door een eenlaags tussenlid onder een zadeldak met elkaar verbonden. De schuur heeft een zadeldak met bakgoot. Hespelaar 24a, Den Hout, Vlaamse schuur Vlaamse schuur behorende bij de voormalige boerderij gelegen aan de Hespelaar 24. De schuur bestaat uit een begane grond en een zolder en heeft een schilddak, dat gedekt is met riet. Drie gevels zijn gemetseld en één gevel is gebouwd van geteerde gepotdekselde delen. In de voorgevel, die met gele steen in kruisverband is gebouwd, bevinden zich dubbele opgeklampte geteerde toegangsdeuren. In de linkerhoek is een vlechting zichtbaar. De zij- en achtergevel zijn gebouwd van rode steen in kruisverband. In de zijgevel bevindt zich een klein venster met roedenverdeling, latei en gemetselde lekdorpel. Het aangebouwde achtergedeelte toont muurankers. Hespelaar 25, Den Hout, Boerderij Gedeeltelijk onderkelderd boerderijcomplex, gebouwd in ca. 1880 en het woongedeelte in ca. 1920 vergroot, bestaande uit een woonhuis en stal met zadeldak met twee schoorstenen evenwijdig aan de weg, een aangebouwde Vlaamse schuur met schilddak, haaks op het zadeldak en een vrijliggende Vlaamse schuur. Het dak van het woonhuis aan de weg en achterzijde en dat van de stal aan de wegzijde zijn gedekt met gesmoorde muldenpannen, de achterzijde van het dak van de stal en de aangebouwde Vlaamse schuur zijn gedekt met riet. Het dak van de vrijstaande Vlaamse schuur is gedekt met gesmoorde muldenpannen en een strook rode muldenpannen. De voorgevel van het woonhuis is gebouwd van baksteen, gepleisterd en van een imitatievoeg voorzien. De linker tuitgevel van het woonhuis en het aangebouwde deel onder een lessenaarsdak aan de achterzijde is gebouwd van rode baksteen in kruisverband. De stal is gebouwd van rode baksteen in Noors verband, De aangebouwde Vlaamse schuur met schilddak en hoekingang met dubbele hou-
Bijlage 4
123
ten deuren, heeft een gemetselde gevel en gevels van geteerde rabat- en gepotdekselde delen. Hoevestraat ong. Dorst, Grenspaal Grenspaal die dient ter markering van de gemeentegrens tussen Dorst (gemeente Oosterhout) en Teteringen. De grenspaal staat ter hoogte van het benzinetankstation langs de Rijksweg en is opgenomen in een hardstenen bestrating. De paal is gemaakt van hardsteen en heeft aan de zijde van Oosterhout het wapen van Oosterhout en aan de zijde van Breda dat van Breda. Hogedijk 64, Oosteind, Vlaamse schuur 18de eeuwse Vlaamse schuur, waarvan de nokrichting evenwijdig aan de Hogedijk loopt en behoort bij een voormalige boerderij gelegen aan de Hogedijk 64. De schuur bestaat uit een begane grond en heeft een schilddak, dat gedekt is met riet. De gevels zijn gebouwd van geteerde rabatdelen. De toegangen in de voor- en zijgevel worden gevormd door twee houten opgeklapte deuren. In de zijgevel is het dak opgelicht ten behoeve van de doorgang. Hoogstraat 98, Oosteind, Boerderij Gedeeltelijk onderkelderde voormalige boerderij, die door een verbouwing in 1914 door P.W. Oomen, architect, onder invloed van de neo-renaissance tot stand is gekomen. In 1958 is het woonhuis verbouwd en is de huidige indeling gerealiseerd. In 1991 werd de boerderij verbouwd tot burgerwoning en dierenartsenpraktijk. Achter de v.m. boerderij bevindt zich een schuur die door een tussenlid met de v.m. boerderij is verbonden. Het gebouw bestaat uit een begane grond en een zolder en is gebouwd van rode baksteen in kruisverband. Het kozijnhout, de vensters en de deuren zijn wit geschilderd, de toegangsdeuren naar de schuur zijn blauw geschilderd. In de bovenlichten bevindt zich glas-in-lood. De linkerzijgevel en het tussenlid zijn bij de laatste verbouwing nieuw gebouwd. Het tussenlid heeft een plat dak. Voor het woongedeelte een stoep met gele tegels. Achter het woongedeelte is een schuur gebouwd met rode baksteen en een zadeldak met wolfseinden, dat gedekt is met Hollandse pannen. De wolfseinden zijn gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Hoogstraat 102, Oosteind, Boerderij Hoogstraat 104, Oosteind, Boerderij 19de eeuwse boerderij, bestaande uit een woongedeelte met een zadeldak evenwijdig aan de straat en een aangebouwd deel in twee bouwlagen met zolder en met zadeldak haaks op de straat. Beide daken zijn gedekt met rode Hollandse pannen. De linker- en rechterzijgevels van het woongedeelte zijn tuitgevels. De rechterzijgevel wordt beëindigd met een schoorsteen. Alle vensters hebben een rollaag en keramische lekdorpels. Het woongedeelte bestaat uit een begane grond en een zolder en is gebouwd van gele baksteen in kruisverband. De voorgevel heeft een gepleis-
124
Bijlage 4
terd plint. In de gepleisterde rechterzijgevel (haaks aan de Hoogstraat) bevinden zich twee toegangen met deur en enkele vensters. Liniestraat 8, Den Hout, Daglonershuis met voormalig stalgedeelte Begin 19de eeuws vrijstaand boerderijtje met voormalig stalgedeelte gebouwd van baksteen in kruisverband thans wit geschilderd. Het pand heeft een rechthoekige plattegrond met aan de achterzijde een uitgebouwd voormalig stalgedeelte en bestaat uit een begane grond en een zolderverdieping onder een wolfdak gedekt met riet dat evenwijdig aan de straat staat. In de nok bevinden zich twee schoorstenen. De ligging markeert het oorspronkelijke verloop van de weg en voor het pand bevinden zich twee leilinden. Moerstraat 3, Den Hout, Schuur In het midden van de 19de eeuw gebouwde boerderij waarvan de dwarsdeelschuur beschermenswaardig is. De schuur met schilddak, dat gedekt is met riet, staat haaks op de straat. De gevels zijn deels gebouwd van gepotdekselde houten delen en deels gemetseld met rode baksteen. Het gemetselde deel grenst enerzijds aan het woon/stalgedeelte dat niet beschermenswaardig is en deels aan de achterzijde van de schuur. In de voorgevel bevindt zich een hoge toegang met dubbele houten opgeklampte deuren. In de linkerzijgevel bevinden zich twee raampjes. De gevel loopt aan de achterzijde op. In de rechterzijgevel bevinden zich twee halfronde stalramen met een gemetselde lekdorpel. Oude Bredasebaan ong., Oosterhout, Grenspaal Grenspaal, die dient ter markering van de gemeentegrens tussen de gemeente Oosterhout en Teteringen. De grenspaal staat ter hoogte van de achteruitgang van de manege aan de Bredaseweg. De grenspaal is ter plaatse aangebracht in 1725, toen de grens tussen de gemeenten werd vastgesteld. De paal is gemaakt van hardsteen. De ingehakte wapens van de gemeenten, die ten tijde van de plaatsing aangebracht waren, zijn niet meer zichtbaar. Pannenhuisstraat 21, Den Hout, Begraafplaats In oorsprong in het begin van de 19de eeuw gestichte Israëlitische begraafplaats aan de Pannenhuisstraat waarvan de eerste begrafenissen dateren uit 1822. Het complex bestaat uit vier kadastrale percelen waarop een begraafplaats is gesitueerd, een entree, een woonhuis, een metaheer- en een kohaniemhuisje en een onbebouwd deel dat nog niet als begraafplaats in gebruik is. Het gehele terrein is middels akten van schenking geschonken als begraafplaats. Op dit moment is een deel als begraafplaats in gebruik. Het complex ligt in de bossen en is via een pad bereikbaar dat haaks op de straat uitkomt. Het als begraafplaats in gebruik zijnde deel wordt deels omzoomd door een schutting van betonplanken en deels door een hek. Oin het gehele terrein staat een ijzeren hek.
Bijlage 4
125
Op de begraafplaats zijn diverse personen uit Oosterhout begraven waaronder de familie de Jong. In de tuin voor de woning aan het pad bevindt zich een gedenksteen. Naast de gedenksteen bevindt zich een hek dat toegang geeft tot het op dit moment in gebruik zijnde deel van de begraafplaats. Woning met metaheer- en kohaniemhuisje. De woning dateert in oorsprong uit circa 1845. Het metaheerhuisje dateert in zijn huidige vorm uit 1938. Provincialeweg 38, Oosteind, Woonhuis Woonhuis van een voormalige leerlooierij annex werkplaats, gebouwd in 1767 (ankers met de letters AN en cijfers 1767) en een in 1865 aangebouwd bedrijfsgedeelte, dat dienst heft gedaan als kuipleerlooierij. Het woonhuis is beschermenswaardig en wordt hierna beschreven. Het woonhuis bestaat uit een begane grond en een verdieping met een zolder en heeft een zadeldak, evenwijdig aan de Provincialeweg, dat gedekt is met gesmoorde muldenpannen. In de nok twee schoorstenen. Het pand wordt van de weg gescheiden door een haag met poortpalen en een toegangshek en in de tuin voor het pand bevinden zich drie leilinden. De gevels zijn gebouwd van gele baksteen in kruisverband met op het maaiveld een grijs gepleisterd plint. Het kozijnhout en de vensters zijn wit en de toegangsdeur en de luiken groen geschilderd. Provincialeweg 51, Oosteind, Boerderij Woonhuis van een voormalige T-boerderij, gebouwd in de 17de eeuw. Het pand wordt van de weg gescheiden door een haag. Links naast het complex staat een bakhuisje, gebouwd van gele baksteen. Het heeft een zadeldak, gedekt met rode Hollandse pannen en twee tuitgevels, afgedekt met een gemetselde rollaag. Op het achterterrein bevindt zich een Vlaamse schuur gedekt met riet. Aan de achterzijde zijn in 1998 gebinten en de buitenmuren van het stalgedeelte gebruikt voor de reconstructie van de voormalige stal. Het woonhuis bestaat uit een begane grond en een verdieping. Het pand heeft een zadeldak, evenwijdig aan de Provincialeweg, dat gedekt is met riet. In de nok wordt de rechterzijgevel beëindigd met een schoorsteen en de linkerzijgevel met een gemetseld trapje, waarvan de treden zijn afgedekt met een tegel. De voorgevel is gebouwd van gele baksteen met een gepleisterde plint en de linker- en rechterzijgevel zijn gebouwd van rode baksteen, beide in kruisverband. Provincialeweg 53, Oosteind, Boerderij 18de eeuwse boerderij, bestaande uit een begane grond en zolder met zadeldak, dat gedekt is met riet en waarvan de nokrichting evenwijdig loopt aan de straat. Aan de rechterzijde van het dak een wolfeind. In het dakvlak zijn enkele kleine dakramen- en in de nok twee schoorstenen geplaatst. De gevels van het woongedeelte zijn gebouwd van rode baksteen met een geel trasraam en het stalgedeelte van rode baksteen, bieden in kruisverband. Het kozijnhout en de vensters zijn wit ge-
126
Bijlage 4
schilderd, de toegangsdeur en de luiken groen. Het pand wordt van de openbare weg gescheiden door een groenhaag. Provincialeweg 67/71, Oosteind, Woonhuis Voormalige leerlooierswoning aan de Provincialeweg 67, gebouwd in 1873 (gevelsteen met datum 22 april 1873) waarachter in 1996 een aanbouw is gebouwd, die door een tussenlid is verboden met de woning. Aan de rechterzijde naast de woning (Provincialeweg 71) een bedrijfsruimte met zadeldak evenwijdig aan de weg, dat gedekt is met rode Hollandse pannen. Het woonhuis bestaat uit een kelder, een begane grond en een zolderverdieping met een zadeldak evenwijdig aan de straat. Het dak, dat in de nok aan beide zijden wordt beëindigd door een schoorsteen, is gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Voor het woonhuis bevindt zich een bestraatte stoep met voor de toegang een hardstenen trede. Voorts een tuin die wordt afgeschermd van de weg door een heg. Voor de bedrijfsruimte staan twee linden. Bedrijfsruimte: De voorgevel heeft een symmetrische indeling met in het midden een toegang met opgeklampte deur met ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden een T-venster met in het bovenlicht een achtvlaks roedenverdeling. In de linker- en rechtergevel op verdiepingsniveau een klein ongedeeld venster. De gevels worden beëindigd met vlechtingen. Provincialeweg 78, Oosteind, Woonhuis Deels onderkelderd woonhuis met voortuin en achterbouw, gebouwd ca. 1890, bestaande uit een begane grond en een zolderverdieping met een zadeldak, evenwijdig aan de Provincialeweg. De nok wordt aan beide zijden beëindigd door een schoorsteen. Het dak is gedekt met gesmoorde geglazuurde Hollandse pannen. In het dakvlak een klein dakraam. Alle gevels zijn gebouwd van rode baksteen in kruisverband. Voor het woonhuis een tuin, die wordt afgeschermd van de weg door een heg en een hekje in de Jugendstill-stijl. De voorgevel is symmetrisch gebouwd in rode baksteen in kruisverband, heeft een hardstenen plint en een hardstenen cordonlijst die bij de vensters dienst doet als lekdorpel. De hoofdtoegang wordt gevormd door een getoogd kozijn met een authentieke paneeldeur met siersmeedwerk in Jugendstill-stijl, een bovenlicht met gekleurd glas-in-lood en een hardstenen stoep. Aan beide zijden van de toegang twee getoogde ongedeelde schuifvensters met gekleurd glas-in-lood in het bovenlicht en een hardstenen. Alle gevelopeningen hebben een strekkenlaag met sluitsteen en diamantkop en een hardstenen lekdorpel. De voorgevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een kroonlijst die opgezet is in de zijgevels. Provincialeweg 93, Oosteind, Boerderij Langgevelboerderij met naastgelegen schuur. Omdat het woongedeelte gebouwd is in 1947 en onvoldoende monumentale waarde heeft valt het buiten de bescherming.
Bijlage 4
127
Provincialeweg 97, Oosteind, Boerderij Gedeeltelijk onderkelderde 19de eeuwse langgevelboerderij waarvan de huidige verschijningsvorm van de voormalige stal door een ingrijpende verbouwing in 1979 tot stand is gekomen. Het pand bestaat uit een begane grond en zolder, met zadeldak, dat gedekt is met gesmoorde kruispannen en waarvan de nokrichting evenwijdig loopt aan de straat. Aan de rechterzijde van het dak een wolfeind. In de nok zijn twee schoorstenen geplaatst. Onder de rechterschoorsteen bevindt zich in het interieur de authentieke schouw. De gevels van het woongedeelte zijn gebouwd van rode baksteen met een geel trasraam en het stalgedeelte van rode baksteen, beiden in kruisverband. Het kozijnhout en de vensters zijn wit geschilderd, de toegangsdeur en de luiken groen. Het pand wordt van de openbare weg gescheiden door een haag. Provincialeweg 101, Oosteind, Woonhuis Woonhuis, gebouwd in 1905 in opdracht van A. Rovers-Driesen, met invloeden van de neo-renaissance. Een gevelsteen herinnert aan de eerste steenlegging door A. Rovers-Driesen op 3 april 1905. Achter het woonhuis bevond zich in het verleden een looierij, waarvan een gedeelte van de bouwmassa nog aanwezig is in de vorm van een vervallen schuur. Het pand bestaat uit een begane grond en zolderverdieping en heeft een mansardekap evenwijdig aan de straat. Het dakschild van het bestaande gedeelte is gedekt met leien in Rijnlandse dekking. In dit schild twee oeilde-boeufs. Het vlakkere gedeelte met gesmoorde kruispannen. De nok wordt aan beide zijden beëindigd met een schoorsteen. Voor het pand een hardstenen stoep met trede bij de toegang. Het wordt van de straat gescheiden door een ijzeren hek op gemetselde poeren. Het dak van het pand is recent vervangen. Provincialeweg 107, Oosteind, Boerderij Tot woonhuis verbouwd voormalig boerderijcomplex uit het einde van de 19de eeuw, bestaande uit een woonhuis met zadeldak en wolfeind. Het dak is gedekt met leien van eterniet in Rijnlandse dekking. In de nok bevinden zich twee schoorstenen, waarvan één de tuitgevel aan de rechterzijde beëindigt. De gevels zijn gebouwd van rode baksteen in kruisverband. Het kozijnhout is oker-, de deuren zijn groen en ramen zijn wit geschilderd. Het complex wordt door een tuin met (deels) een hek van de weg geschieden. Provincialeweg 113, Oosteind, Postkantoor/woonhuis Voormalig, gedeeltelijk onderkelderd postkantoor/woonhuis, thans geheel woonhuis, verbouwd in 1916 in opdracht van G. Loonen door C. Formantz, architect. De voorgevel heeft in 1953 na de verbouwing de huidige indeling gekregen. Het pand bestaat uit een deel evenwijdig aan de weg en een naar voren springend deel met topgevel en beide delen hebben een begane grond en een zolderverdieping. Aan de achterzijde is evenwijdig aan het pand een aanbouw gebouwd, die een begane grond en een zolderverdieping heeft. Op de begane grond aan de achterzijde is een
128
Bijlage 4
éénlaagse serre gebouwd met een lessenaarsdak. Het pand is gebouwd van rode baksteen in kruisverband. De haaks op elkaar staande zadeldaken en het dak van de aanbouw zijn gedekt met gesmoorde muldenpannen. Over de gevels zijn meerdere ankers zichtbaar. Voor de voordeur bevindt zich een stoep. De tuin wordt afgeschermd van de weg door een heg. Alle vensters worden afgesloten met een strekkenlaag en hebben een hardstenen lekdorpel. In de bovenlichten bevindt zich een roedenverdeling met geel getint glas. Alle onderramen zijn ongedeeld en de bovenlichten hebben een roedenverdeling. De onderramen kunnen worden geblindeerd met luiken. Provincialeweg 122, Oosteind, Woonhuis met leerlooierij Woonhuis met leerlooierij/werkplaats, in oorsprong gebouwd in 1895 in opdracht van P.J. Driesen. Een gevelsteen herinnert aan de eerste steenlegging door P.J. Driesen in 1895. Aan de linkerachterzijde van het woonhuis is een aanbouw met zadeldak haaks op de weg gebouwd. Achter het woonhuis bevinden zich twee aaneengebouwde bouwmassa's. Het voorste en oudste deel (1895) betreft zes vensterassen op de begane grond, heeft een hoogte van vier verdiepingen en heeft een plat dak met ruime dakoverstekken. Daarachter bevindt zich een bouwmassa die afkomstig is van Provincialeweg 101 en herbouwd is. Dit deel heeft drie verdiepingen met een zolderverdieping onder een zadeldak dat haaks op de weg staat en gedekt is met pannen. Het aan de rechterzijde aangebouwde deel in 1 bouwlaag aan het pand uit 1895 en de overige op het terrein aanwezige bouwmassa's zijn niet beschermenswaardig. Provincialeweg 143, Oosteind, Woonhuis Gedeeltelijk onderkelderd woonhuis, met een voormalige leerlooierij, gebouwd in 1890 door J. Teurlings. Het pand bestaat uit een begane grond en een zolderverdieping en heeft een zadeldak evenwijdig aan de straat, gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. De nok wordt aan beide zijden beëindigd met een schoorsteen. De gevels zijn gebouwd van rode baksteen in kruisverband met een gepleisterde plint en is verlevendigd met een hardstenen band, die tevens dienst doet als lekdorpel. De voorgevel wordt afgesloten met een gepleisterd hoofdgesteld en een kroonlijst. Het woonhuis heeft een stoep en wordt van de straat gescheiden door ijzeren poortpalen met hek in de Jugendstill-stijl en een heg. De toegang wordt gevormd door een authentieke deur met siersmeedwerk en een getoogd drievlaks-bovenlicht met glasin-lood. Aan beide zijden van de toegang een getoogd venster met kalf en drievlaksbovenlicht met glas-in-lood. De gevelopeningen worden afgesloten door een gemetselde strekkenlaag. De linkerzijgevel heeft twee ongedeelde half vensters met kalf op de begane grond en op de verdieping een ongedeeld getoogd venster met kalf. De vensters hebben een hardstenen lekdorpel en een strekkenlaag. Over de gevel zijn meerdere ankers zichtbaar. De rechterzijgevel heeft een kelderraam op maaiveldniveau. Voorts twee getoogde schuifvensters met een vierruits roedenverdeling. Op de verdieping een getoogd venster stijl en horizontale roeden. De ven-
Bijlage 4
129
sters hebben een hardstenen lekdorpel en een strekkenlaag. Over de gevel zijn meerdere ankers zichtbaar. Aan deze zijde is de éénlaags aanbouw onder een zadeldak zichtbaar. Deze is niet beschermenswaardig. Provincialeweg 147, Oosteind, Boerderij Gedeeltelijk onderkelderd boerderijcomplex, dat in oorsprong gebouwd is in de 19de eeuw en dat enkele malen is verbouwd. De huidige verschijningsvorm van de langgevelboerderij is door een verbouwing in 2000 tot stand gekomen. Achter de boerderij bevindt zich een Vlaamse schuur die eveneens in 2000/2001 is gerestaureerd. Van de boerderij is een gedeelte van het voorhuis bij de laatste restauratie gerestaureerd. De overige bouwmassa van dit bouwdeel is vernieuwend. Het complex wordt beschreven zoals het door de restauratie/verbouwing tot stand is gekomen. De boerderij bestaat uit een begane grond en zolder, met schilddak, dat gedekt is met riet en waarvan de nokrichting evenwijdig loopt aan de Provincialeweg. Aan de rechterzijde van het dak een wolfeind. In de nok bevindt zich een schoorsteen ter hoogte van de brandmuur. De gevels zijn gebouwd van gele baksteen in kruisverband. De gevels hebben een hardstenen plint. Het kozijnhout en de vensters zijn wit geschilderd, de toegangsdeur en de luiken groen. Provincialeweg 151, Oosteind, Gevelsteen van voormalige melkfabriek Gevelsteen in de voorgevel van het pand aan de Provincialeweg 1512 te Oosteind. De gevelsteen is op 19 mei 1899 aangebracht ter herinnering aan de bouw van de coöperatieve zuivelfabriek in Oosteind en heeft de tekst: "Deze steen werd namens het bestuur gelegd den 19 mei 1899 door C. Oomen voorz A. Timmermans secr.". Rijksweg 209, Dorst, Boswachterswoning Boswachterswoning van de boswachterij Dorst, gebouwd in 1921, onder invloed van de heersende landelijke architectuur voor boswachterswoningen voor de Houtvesterij Breda. Door verbouwingen in 1959 (inwendig) en in 1963 (gevels) is de bestaande toestand tot stand gekomen. Het pand bestaat uit een begane grond en eerste verdieping met zadeldak, dat gedekt is met rode Hollandse pannen. In het dakvlak is een dakraam aangebracht. Naast de woning is in 1961 een schuur met geteerde gepotdekselde delen gebouwd met een zadeldak, dat gedekt is met rode verbeterde Hollandse pannen. De rode bakstenen gevels van het woonhuis zijn gemetseld in kruisverband en hebben een donkerrood trasraam. Het pand lig in een fraai beboste omgeving. Steenovensebaan 29, Dorst, Boerderij Langsdeelboerderij uit het midden van de 19de eeuw, bestaande uit een woongedeelte en stal. Het geheel bestaat uit een begane grond en een eerste verdieping en heeft een zadeldak, dat gedekt is met riet. Het deel dat haaks op de weg staat heeft een schilddak dat eveneens gedekt is met riet. In de nok bevindt zich een schoor-
130
Bijlage 4
steen. De boerderij is gebouwd van rode baksteen in kruisverband. Alle kozijn- en raamhout is wit en de deuren en luiken groen geschilderd. Stelvenseweg 3, Den Hout, Boerderij Boerderij gebouwd in ca. 1925, van het hals-kop-romp type, op een verhoging in het landschap. Het woonhuis bestaat uit een begane grond, een verdieping en een zolderverdieping onder een zadeldak gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. In 1980 is het woonhuis verbouwd en in 1981 zijn in het dakvlak dakkapellen gebouwd. Voorts in het dakvlak twee schoorstenen, één in de nok en één aan de achtergevel. Het woonhuis en de schuur worden door een tussenlid met plat dak met elkaar verbonden. De schuur heeft een zadeldak, dat aan de linkerzijde verlengd is met een lessenaarsdak met mastgoot, waaronder een éénlaagse uitbouw. De boerderij heeft rode bakstenen gevels in Noors verband. Boven alle gevelopeningen bevindt zich een strekkenlaag, de voorgevel wordt beëindigd met een rollaag waarop de hoekpannen aansluiten. Het kozijnhout is wit en de vensters, met glas-in-lood in de bovenlichten, zijn groen geschilderd. De voordeur is blank gelakt. Alle gevelopeningen, behalve de toegang, hebben een strekkenlaag en keramische tegels. Vrachelsestraat 46, Den Hout, Boerderij met Vlaamse schuur Boerderij met Vlaamse schuur gebouwd in het begin van de 19de eeuw. De boerderij is gebouwd van rode baksteen in kruisverband en bestaat uit een begane grond en een zolderverdieping onder een zadeldak gedekt met riet. In de nok waarvan de nokrichting evenwijdig aan de straat loopt, staan twee schoorstenen, één in het midden en de andere beëindigt een tuitgevel (zijgevel). Het voormalige stalgedeelte springt aan de straatzijde uit, waarover de rietenkap doorloopt. Aan de achterzijde is het riet in het midden iets opgelicht, waaronder een uitspringende gevel. De gevels zijn gebouwd van gele ijsselsteen in kruisverband en hebben een gestucte plint. De gevelopeningen van het woongedeelte op de begane grond worden beëindigd met een strekkenlaag. Vrachelsestraat 52, Den Hout, Boerderij Voormalige boerderij, uit 1853 (gevelsteen) en in 1967 verbouwd tot woonhuis, waarbij de ramen zijn vernieuwd. Het pand bestaat uit een begane grond en een zolderverdieping met een zadeldak en wolfeind, gedekt met riet, evenwijdig aan de straat. In de nok twee schoorstenen, één in het midden en de andere beëindigt een tuitgevel (linkerzijgevel). De gevels zijn gebouwd van gele ijsselsteen in kruisverband met gepleisterde plint. Alle gevelopeningen hebben een gemetselde strekkenlaag. De kozijnen en ramen zijn wit geschilderd en kunnen worden geblindeerd met luiken. Ruiterspoor 8a, Den Hout, Bergkorenmolen "De Hoop" “De Hoop”, ronde stenen bergkorenmolen.
Bijlage 4
131
Provincialeweg 89, Oosteind Aan de provinciale weg is gelegen de voormalige boerderij annex brouwerij. Het pand dateert uit 1865 en is opgetrokken in de Ambachtelijk-traditionele bouwtrant. Het met handvorm grotendeels in kruisverband gemetselde pand beslaat een kruisvormige plattegrond. In de oksel aan de noordwestzijde een eenlaags aanbouw onder lessenaarsdak uit de jaren zestig van de twintigste eeuw ter vergroting en inwendig verbonden met de aan de achterzijde gesitueerde stal. Het pand is gedeeltelijk onderkelderd en telt bovengronds een bouwlaag met een kapverdieping onder een met gesmoorde oud-Hollandse pannen gedekt samengesteld dak. Van het interieur zijn onder andere vermeldenswaard: rode plavuizen en getoogde welven in de kelder; (spek-)kasten, tegellambrisering en restanten schouwbalk en –boezem in de keuken; bakoven in de voormalige bijkeuken; voorwand voormalige bedsteden in de woonkamer en enkele originele deuren met ovale houten krukken in diverse vertrekken.
Tilburgsebaan 1 e.a. Landgoed Oosterheide Het complex bestaat uit de door J. Oomen Pz. ontworpen Villa Oosterheide en de bijbehorende voormalige tuinmanswoning met stallen. Villa Oosterheide De oprijlaan met Amerikaanse eiken wordt vooraf gegaan door een ijzeren hek met pilasters waarop siervazen en de naam van het pand staan. Het tweelaagse pand telt vier traveeën. De voorgevel wordt gedomineerd door een hoge toren en een veelhoekige erker in de rechterhoek. De gevels zijn gepleisterd, wit geschilderd en voorzien van sierankers. Op het zadeldak liggen zwarte tuille-du-Nordpannen. De topgevel heeft een baksteen afdekking en de nok is voorzien van een piron. De achtergevel heeft rechts en links een kleine eenlaagse uitbouw onder plat dak. Deze dateren uit de bouwtijd en zijn voorzien van schuifvensters. Het interieur bevat nog gave onderdelen zoals de hal en de trappartij uit de bouwtijd. Tuinmanswoning Het eenlaagse pand heeft een T-vormige plattegrond. Het woongedeelte heeft een zadeldak met de nok parallel aan de straat, haaks daarop staat een lagere eenlaagse aanbouw onder zadeldak, eveneens gedekt door tuile-du-nordpannen. De gevels zijn gepleisterd en wit geschilderd en voorzien van rechte muurankers. De voorgevel telt drie traveen. Links bevindt zich een driezijdige erker waarop een dakje met schubleien, een twintigruits venster voor en tienruits ramen in de zijden. Links nog een twintigruits schuifvenster. De ramen zijn alle voorzien van luiken. Het halfronde bovenlicht heeft kleine roeden. Onder de goot zijn vier baksteen sierruiten uitgespaard in het pleisterwerk. Baksteen accenten vindt men verder ter afdekking van de topgevels van de zijden, tevens voorzien van een baksteen pinakel met tuit en
132
Bijlage 4
kunststeen piron. Beide zijgevels bezitten een twintigruits schuifvenster op de begane grond en een klein zolderraam. De achtergevel is deels verlengd door een ondiepe uitbouw onder het lessenaarsdak. Hiernaast bevindt zich de eigenlijke aanbouw onder zadeldak. Deze heeft een blinde zijgevel. De wand naar het erf bezit twee gekoppelde ramen met luiken en een deur in het midden, de andere lange gevel het twee kleine ramen met elk een luik. Het interieur is geheel vernieuwd. Stal De eenlaagse stal staat achter de hoge veestal en heeft een rechthoekige plattegrond en een zadeldak met zwarte tuile-du-Nordpannen. De gevels zijn opgetrokken uit gepotdekseld acaciahout. De achter- en zijgevels zijn blind. De lange voorgevel aan de westkant bevat vier raampjes met een kleine roedelverdeling en een terugwijkend gebouwd middendeel met ingang.
Bijlage 4
133
ARTIKEL B. TITELBEPALING Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als: Voorschriften Reparatieherziening bestemmingsplan ‘Buitengebied'. Behoort bij het besluit van de raad der gemeente Oosterhout d.d. ………………………..…. tot vaststelling van de Reparatieherziening bestemmingsplan 'Buitengebied’. Mij bekend, De griffier.
juli 2008 BRO Bosscheweg 107 Postbus 4 5280 AA Boxtel
134
Detailplankaarten
BIJLAGE 1 - OVERZICHT AGRARISCHE BEDRIJVEN Adres
Huisnr Functie Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Bankenweg Bankenweg Bankenweg Bankenweg Brieltjensweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Eindsepad Eindsepad Eindsepad Heijligerweg Heijligerweg Herweg Herweg Herweg Herweg Herweg Hespelaar Hespelaar Hespelaar Houteindsestraat Houteindsestraat Houtse Pad
3 4 6+8 9 14 18 20 24 28 4 5 6 7 4 14 15 11 14 22 6 11 13 16 17 22 25 6 25 29 16 31 1A
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4911AX 4911AZ 4911AZ 4911AZ 4911AZ 4911AZ 4911AZ 4911AZ 4911AZ 4911AL 4911AL 4911AL 4911AL
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
4911AB 4911AB 4911AP 4911AR 4911AR 4911BN 4911BN 4911 BL 4911BM 4911BL 4911BM 4911BL 4911AE 4911AD 4911AD 4911AJ 4911AH 4911AS
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
g g g g gt g g g g g g ng gt g ng g g g g g g g g ng ng g g ng g g g g
1 2 3 108 3 4 4 4 4 6 7 8 8 21 9 9 10 10 11 12 12 13 13 13 13 14 4 15 15 16 17 18
Houtse Steeg Houtse Steeg Hultenkant Hultenkant Hultenkant
3 5 6 10 14
AB AB AB AB AB
4911 CG 4911CG 4911AM 4911AM 4911AM
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
g ng g g g
5 5 19 19 19
Hultenkant
16
AB
4911 AM
DEN HOUT
g
19
Liniestraat Liniestraat Moerstraat
2 4 3a
AB AB AB
4911AA 4911AA 4911 AG
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
g g ng
17 17 9
Bijlage 1
135
Adres
Huisnr Functie Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Moerstraat Ruiterspoor Schransmansdreef Schransmansdreef Stelvenseweg Stelvenseweg Teraalst Teraalst Terheijdens Spoor Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Witteweg
10 67 2 8 4 6 4 7 9 48 50 51 53 56 61 4
g g gt ng g g gt g g g ng g g g g g
20 22 23 23 21 4 24 24 25 14 14 2 2 2 1 6
Adres
Huisnr Functie Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Akkerweg Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat
9 4 13 15 19 21+21A 23 25 34 6 9+11 21 24 30
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4849RZ 4849BJ 4849BJ 4849BJ 4848 BJ 4848 BJ 4848 BJ 4848 BJ 4848 BJ 4849PS 4849PR 4849PR 4848PS 4849PS
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
ng gt ng ng ng gt gt gt g g g g ng g
27 28 29 29 29 30 30 30 31 32 33 33 27 96
Geerstraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Klein Oosterhout
1 2 3 5 11 15 18 22 16
AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4849PP 4849PT 4849PT 4849PT 4849PT 4849PT 4849PT 4849PT 4849RB
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
gt ng g g g g g g g
33 33 33 33 35 36 35 36 103
136
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4911AG 4911BA 4911AK 4911AK 4911AC 4911AC 4911BP 4911 BP 4911BW 4911BJ 4911BJ 4911BG 4911BH 4911BK 4911BH 4911AN
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
Bijlage 1
Adres
Huisnr Functie Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Klein Oosterhout Leyweg Molenschotseweg Molenschotseweg Molenschotseweg Parallelweg Rijenseweg Rijksweg Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan
17 4 3 4 5 30 8 106 19 20 22 25 26 28A 28 29 33 35 36 36A 37 38 39 43 45 47
g g gt g g g ng g g ng g g g g ng g ng g g ng g g g g g g
107 34 104 36 104 29 37 32 40 650 41 40 41 42 42 41 41 42 43 43 42 43 42 44 44 43
Adres
Huisnr
Functie
Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Berkenstraat Berkenstraat Berkenstraat Ekelstraat Ekelstraat Griendsteeg Griendsteeg Griendsteeg Griendsteeg Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk
10 12 13/15 1 10A 15A 17 20 Ong. 2 29 30 40 43
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4909BH 4909BH 4909BG 4909 AR 4903 AR 4909BJ 4909BJ 4909BJ
g ng ng gt gt g ng gt gt g gt g g g
45 46 45 71 105 48 48 49 109 58 50 51 50 52
Bijlage 1
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4849RA 4849PZ 4849 PW 4849PW 4849 PW 4849PA 4849RE 4849BR 4849 RD 4849 RC 4849RC 4849RD 4849RC 4849RC 4849RC 4849RD 4849RD 4849RD 4849RC 4849RC 4849RD 4849RC 4849RD 4849RD 4849RD 4849RD
4909AD 4909AC 4909AD 4909 AD 4909AC
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
137
Adres
Huisnr
Functie
Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Heikant Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heistraat Heistraat Heistraat Heistraat Heistraat Heistraat Heistraat Heistraat Heistraat Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Kijldijk Kijldijk Kraanschotsedijk Kraanschotsedijk Kraanschotsedijk Provincialeweg Provinciale weg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg
47 52 53 54 56 64 70 49 39 47 49 64 3 8 8A 9+9A 10 15 17 26 27 8 26 44 48 54 82 37 59 71 75 100 1 7 9 13 17 29 33 45 55 58 67
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4909AC 4909AD 4909AC 4909AD 4909AD 4909AD 4909AD 4909AP 4909BP 4909BP 4909BP 4909BR 4909BD 4909BE 4909BE 4909BD 4909BE 4909BD 4909BD 4909BD 4909BD 4909BM 4909BM 4909BM 4909BM 4909BM 4909BN 4909AT 4909AT 4909AT 4909AT 4909AT 4909AX 4909AX 4909AA 4909AA 4909AA 4909AE 4909AE 4909AE 4909AE 4909AK 4909AE
g g g g g g g g g g g g gt ng ng gt g g g g ng g ng ng gt g g gt g gt gt gt g g g g ng g gt ng g g g
53 52 54 52 53 55 54 56 57 59 59 60 61 62 62 63 62 64 64 111 45 66 67 68 69 70 65 71 71 71 72 61 73 74 75 76 77 47 47 86 78 78 78
138
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
Bijlage 1
Adres
Huisnr
Functie
Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provinciale weg Provincialeweg Provincialeweg Provinciale weg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provinciale weg Provincialeweg Provincialeweg Provinciale weg Provincialeweg Rijsdijk Rijsdijk Rijsdijk Ter Horst Ter Horst
77 79 89 93 101 103 108A 109 110 117 118 129 134 137 156 160 162 171+173 181 184 186 187 211 10 20 31 15 8+10+21
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4909AE 4909AG 4909AG 4909AG 4909AG 4909AG 4909AK 4909AG 4909AL 4909AG 4909AM 4909AG 4909AM 4909AH 4909AL 4909AN 4909AN 4909AH 4909AG 4909AN 4909AN 4909AG 4909AJ 4909AB 4909AB 4909AB 4909AS 4909AS
g g g g g g g g g g g gt g ng gt gt g g gt g g gt g g g g g ng
79 79 79 79 106 80 80 80 80 81 82 81 83 83 84 84 84 84 85 58 58 85 58 73 87 87 89 88
Adres
Huisnr Functie Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Bredaseweg Hoevestraat Hoogstraat Hoogstraat Klein Oosterhout Klein Oosterhout Klein Oosterhout Meerberg Meerberg Molenschotseweg Molenschotseweg Salesdreef
150 17 59 82 1 16 17 4 8 3 5 3B
g ng g g g g g g g gt g g
90 91 105 93 92 103 103 93 93 104 104 102
Bijlage 1
AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB AB
4904SC 4903RR 4903RR 4901PK 4903RX 4903RX 4903 RX 4904SM 4904SM
4904 SW
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT
139
Adres
Huisnr Functie Postcode Plaats
Type
Kaartnummer
Setersedwarsweg Setersedwarsweg Tilburgse Baan Vijf Eikenweg Vraggelse Baan Vraggelse Baan
5 7 7 50 1 3
g g g g g g
97 97 98 99 100 100
140
AB AB AB AB AB AB
4903RT 4903RT 4904SP 4903RH 4904SR 4904SR
OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT
Bijlage 1
BIJLAGE 2 - OVERZICHT NIET AGRARISCHE BEDRIJVEN Adres
Huisnr
Functie Postcode Plaats
Eindsepad Eindsepad Hespelaar Moerstraat Ruiterspoor Ruiterspoor Ruiterspoor Ruiterspoor Rijksweg, A59 Noord Rijksweg, A59 Zuid
7 12 30 9 6 8 47 71 + 73
B6 B2 B32 B6 B10 B18 B29 B14 B4
Teraalst Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Groenestraat Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg, A27 West Rijksweg, A27 Oost Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Berkenstraat Berkenstraat Groenendijk Heikantsestraat Heistraat Heistraat
9 21 + 23 38 58 60 62 (64) 8 33 36 5 31 50 115
Bijlage 2
4911AP 4911 AR 4911 AP 4911 AG 4911 BB 4911 BB 4911 BB 4911 BB
B4 B17 B11 B1 B19 B6 B25 B2 B1 B30 B36 B35 B2 B3 B4
4911 BP 4911 BK 4911BK 4911BK 4911BK 4911BK 4849 PS 4848 PS 4849 PS 4849 PT 4849 BM 4849 BM 4849 BM
B4
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
Huidig Oppervlak 7900 1969 760 1473 1373 214 840 301 225
maximaal oppervlak 9068 2067 800 1694 1442 225 892 355 236
Kaartnummer 10 10 15 95 10 10 110 22 113
DEN HOUT
260
273
21
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
761 2556 6639 670 593 1433 717 1133 285 360 126 470 430 225
875 2684 735 704 682 1505 755 1190 300 400 140 494 495 236
24 26 26 1 1 1 32 34 34 33 97 38 31 114
DORST
260
273
39
26
B37
4849RC
DORST
190
210
41
33
B38
4849RC
DORST
1400
1540
41
55
B38
4849RD
DORST
1400
1540
37
2 27 35 42 5 18+20
B34 B1 B1 B22 B1 B6
4909BH 4909 BG 4909 AC 4909 BP 4909 BD 4909 BD
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
712 810 1275 789 213 1328
750 900 1500 828 250 1527
45 46 50 59 62 64
141
Adres
Huisnr
Functie Postcode Plaats
Huidig maximaal KaartOppervlak oppervlak nummer
Heistraat Hoge Dijk Hoge Dijk Hoogstraat Hoogstraat Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provincialeweg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provinciale weg Provincialeweg Provinciale weg Bergsebaan Ketenbaan Leijsenstraat Meerberg Oosterhoutseweg Bredaseweg Veekestraat
47 5A 24 (22A) 96 106 30 53 59 63 64 65 76 79 116 122 122a 126 139 141 154 193 194 203 37 2 38 12 162
B3 B23 B7 B14 B9 B28 B10 B19 B2 B19 B31 B20 B40 B21 B15 B31 B24 B26 B16 B12 B2 B1 B14 B14 B3 B1 B5
4909 BD 4909 BL 4909 BM 4909 AV 4909 AV 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4904 ST 4903 RW 4901 PD 4904 SM 4904 SC
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT
5308 766 450 372 635 1805 465 317 321 132 333 1217 160 332 769 570 498 439 580 239 320 204 910 370 637 392 725 842
19
B14
4904 TE
OOSTERHOUT 437
142
5573 804 473 391 667 1900 489 333 337 139 350 1278 175 350 807 600 523 461 609 251 350 235 1.000 389 732 412 761 935
65 66 67 71 78 71 78 78 78 78 78 79 79 80 82 82 82 83 84 85 66 58 112 92 95 94 101
515
107
Bijlage 2
BIJLAGE 3 - OVERZICHT BURGERWONINGEN
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Achterstraat Dordrechtseweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Dordrechtseweg Eindsepad Eindsepad Eindsepad Eindsepad Eindsepad Eindsepad Eindsepad Eindsepad
1 2 2A 4 7 10 10A 12 13 14 ong. 15 16 16A 17 25 26 27/27C 27 29 30 Ong. Ong. 1 2 3 4 8 10 12 16 16A 6 8 9 10 16 18 20 20A
4911 AX 4911 AZ 4911 AZ 4711 AZ 4911 AX 4911 AZ 4911 AZ 4911 AZ 4911 AX 4911 AZ
11 en 15 11 en 12 11 en 12 3 11 11 11 10 en 11 10 en 11 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 9 en 10 10 10 5 en 6 5 en 6 5 en 6 5 en 6 5 5 5 4 4 5 en 6 5 en 6 6 5 en 6 6 6 6 6
Bijlage 3
4911 AX 4911 AZ 4911 AZ 4911 AX 4911 AX 4911 AZ 4911 AX 4911 AX 4911 AX 4911 AZ
4911 AB 4911 AB 4911 AB 4911 AB 4911 AB 4911 AB 4911 AB 4911 AB 4911 AB 4911 AR 4911 AR 4911 AP 4911 AR 4911 AR 4911 AR 4911 AR 4911 AR
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
362 372 373 700 363 374 375 376 365 820 810 366 377 378 367 486 379 368 369 371 380 601 602 381 382 383 384 385 386 387 388 389 392 393 390 394 395 396 397 398
143
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Eindsepad Hespelaar Hespelaar Hespelaar Herweg Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Hespelaar Houteindsestraat Houteindsestraat Houteindsestraat Houteindsestraat Houteindsestraat Houteindsestraat Houteindsestraat Houteindsestraat Houteindsestraat Houtse Heuvel Houtse Heuvel Houtse Pad Houtse Pad Houtse Pad Houtse Pad Houtse Pad Houtse Pad Houtsesteeg Liniestraat Liniestraat Markkanaalpad Moerstraat
21 4A 23A 24A 15 1 3 5 7 13 15 19 23 37 2 4 8 14 16 20 24 17 19 21 22 23 25 29 20 23A 50 58 3 3A 3B 4 4A 5 ong. 6 8 1 2
4911 AP 4911 AE 4911 AD 4911 AE 4911 BL 4911 AD 4911 AD 4911 AD 4911 AD 4911 AD 4911 AD 4911 AD 4911 AD 4911 AD 4911 AE 4911 AE 4911 AE 4911 AE 4911 AE 4911 AE 4911 AE 4911 AH 4911 AH 4911 AH 4911 AH 4911 AH 4911 AH 4911 AH 4911 AJ 4911 AH 4911 AW 4911 AW 4911 AS 4911 AS 4911 AS 4911 AS 4911 AS 4911 AS
3 9 8 8 14 9 9 9 9 9 9 8 8 4 9 9 9 9 9 8 8 2 2 2 1 2 2 1 1 en 2 2 10 10 5 5 5 5 5 5 10 1 1 19 4
144
4911 AA 4911 AA 4911 AM 4911 AG
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
391 410 406 416 399 400 479 401 480 402 403 404 405 407 408 409 411 412 413 414 415 417 600 418 481 419 421 422 423 420 612 613 424 482 487 425 483 426 830 428 429 430 431
Bijlage 3
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Moerstraat Moerstraat Ruiterspoor Ruiterspoor Ruiterspoor Ruiterspoor Ruiterspoor Ruiterspoor Ruiterspoor Stelvenseweg Stelvenseweg Stelvenseweg Stelvenseweg Teraalst Teraalst Teraalst Teraalst Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Vrachelsestraat Weth. Van Dijklaan Witteweg Witteweg
3 12 10 12 14 16 18 20 22 1 3 4A 7 2 3 4 8 25 27 27A 31 33 35 41 49 57 36 40 42 44 46 49 A 51 A ong. 52 54 54A 58A 61 2 2 2A
4911 AG 4911 AG 4911 BB 4911 BB 4911 BB 4911 BB 4911 BB 4911 BB 4911 BB 4911 AC 4911 AC 4911 AC 4911 AC 4911 BP 4911 BP 4911BP 4911 BP 4911 BG 4911 BG 4911 BG 4911 BG 4911 BG 4911 BG 4911 BG 4911 BG 4911 BH 4911 BJ 4911 BJ 4911 BJ 4911 BJ 4911 BJ 4911 BG 4911 BG
4 1 7 7 7 7 7 7 7 9 9 16 16 18 18 18 18 13 13 13 13 13 13 14 12 15 13 13 13 13 14 12 12 3 12 12 12 11 3 24 17 17
Bijlage 3
4911 BJ 4911 BJ 4911 BJ 4911 BK 4911 BH 4903 RS 4911 AN 4911 AN
DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT DEN HOUT
488 432 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 621 470 448 449 450 451 452 453 454 455 458 456 457 472 471 458 456 457 870 459 460 461 462 840/850 173 463 500
145
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Steenovensebaan Steenovensebaan Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat Baarschotsestraat
27A 30A 1 3 5 8 9 10 11 14 18 21A 22 27A
4849 RD 4849 RC 4849 BJ 4849 BJ 4849 BJ 4849 BL 4849 BJ 4849 BL 4849 BJ 4849 BL 4849 BL 4849 BJ 4849 BL 4849 BJ
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
40 41 26 26 26 28 26 26 26 28 26 28 26 38
131 126 1 2 3 9 4 10 5 11 12 489 13 8
Baarschotsestraat Baarschotsestraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Bavelstraat Broekstraat Broekstraat Boslaan Boslaan Boslaan Boslaan Boslaan Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat Groenestraat
27 30 2 4 10 11 9 12 18 19 20 29 30 32 8 10 35 37 39 41 43 4 6 7 8 8A 10 12 20
4849 BJ 4849 BL 4849 PS 4849 PS 4849 PS 4849 PS 4849 PS 4849 PS 4849 PR 4849 PS 4849 PR 4849 PS 4849 PS 4849 PE 4849 PE 4849 PJ 4849 PJ 4849 PJ 4849 PJ 4849 PJ 4849 PT 4849 PT 4849 PT 4849 PT 4849 PT 4849 PT 4849 PT 4849 PT
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
28 28 33 33 33 33 33 34 33/35 29 29 29 29 68 68 38 31/38 31 31 80 34/35 34/35 35/36 34/35 35 35 35 39
7 14 490 17 18 491 19 20 15 21 16 22 23 464 465 25 26 27 28 611 29 30 31 32 33 34 35 36
146
Bijlage 3
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Groenestraat
24
4849 PT
DORST
39
37
Klein Oosterhout
1
4903RX
DORST
68
800
Klein Oosterhout Leverstraat Leverstraat Oude Tilburgsebaan Oude Tilburgsebaan Oude Tilburgsebaan Oude Tilburgsebaan Oude Tilburgsebaan Parallelweg Parallelweg Parallelweg Parallelweg Rijenseweg Rijenseweg Rijenseweg Rijenseweg Rijenseweg Rijenseweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
18 6 7 75A 75 77 93 4 21 23 25 34 2 10 12 14 16 20 31 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 49
4849 RB 4849 PV 4849 PV 4849 PM 4849 PM 4849 PM 4849 PM 4849 PN 4849 PA 4849 PA 4849 PA 4849 PA 4849 RE 4849 RE 4849 RE 4849 RE 4849 RE 4849 RE 4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BM
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
44 34 34 37 37 37 31 36 25 25 25 25 43 45 42 42 42 42 27 27 27 27 27 27 27 27 27 27 27 27 27 27
38 39 40 41 492 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 512 97 55 98 56 99 57 100 58 101 59 102 60 61
Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
51 52 53 54 55 57 59 61 63
4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BR 4849 BM 4849 BM 4849 BM 4849 BM 4849 BM
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
27 27 27 27 27 27 27 27 27
62 103 63 104 64 65 66 67 68
Bijlage 3
147
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
65 67 69 71 73 75 76 78 80 82 84 88 88A 90 105 107 109 115 115A 138 146 148 150 152 154 158 159 160 161 163 164 164A 167 169 171 172 173 175 177 179 181 183 185
4849 BM 4849 BM 4849 BM 4849 BM 4849 BM 4849 BM 4849 BR 4849 BR 4849 BR 4849 BR 4849 BR 4849 BR 4849 BR 4849 BR 4849 BM 4849 BM 4849 BM 4849 BN 4849 BN 4849 BS 4849 BS 4849 BS 4849 BS 4849 BS 4849 BS 4849 BS 4849 BN 4849 BS 4849 BN 4849 BN 4849BS 4849 BS 4849 BN 4849 BP 4849 BP 4849 BS 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP
27 27 27 27 27 27 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 36 36 36 36 36 36/37 36/37 36 37 36 36 37 37 36 36 36 37 36 36 36 36/37 36/37 33/37 37
148
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
69 70 71 72 73 74 105 106 107 108 109 110 111 112 75 76 77 501 493 109 114 115 116 117 118 119 78 120 494 79 121 495 80 81 82 122 83 84 84 86 86 88 89
Bijlage 3
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan Steenovensebaan
187 189 191 193 195 197 209 20 23 27 30 32 51 55
4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 BP 4849 RC 4849 RD 4849 RD 4849 RC 4849 RC 4849 RD 4849 RD
37 37 37 37 37 37 32 40 40 40 41 46 45 45
Bijlage 3
DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST DORST
90 91 92 93 94 95 96 123 129 130 125 127 132 518
149
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Berkenstraat Berkenstraat Ekelstraat Ekelstraat Ekelstraat Ekelstraat Griendsteeg Griendsteeg Griendsteeg Griendsteeg Griendsteeg Griendsteeg Groenendijk Groenendijk
13 +15 41 5 8 16 18 1 2 2A 5 15 Ong. 1 2
4809 BG 4909 BG 4909 AR 4909 AR 4909 AR 4909 AR 4909 BJ 4909 BK 4909 BK 4909 BJ 4909 BJ 4909 BJ 4909 AC 4909 AC
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
70 51 66 66 66 66 53 53 53 53 51 53 49 49
497 174 175 176 177 178 179 181 880 519 180 610 182 900
Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Groenendijk Heikant Heikant Heikant Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat
3 5 6 7 8 11 19 33 37 39 28 32 34 38 42 44 48 47 86 88 26 26A 30 37 40 41 43 60
4909 AC 4909 AC 4909 AD 4909 AC 4909 AD 4909 AC 4909 AC 4909 AC 4909 AC 4909 AC 4909 AD 4909 AD 4909 AD 4909 AD 4909 AD 4909 AD 4909 AD 4909 AP 4909 AP 4909 AP 4909 BR 4909 BR 4909 BP 4909 BP 4909 BR 4909 BP 4909 BP 4909 BR
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
49 49 49 49 49 49 49 47 47 47 48 48 47 47 47 47 47 64 64 64 64 64 64 64 65 65 65 61
183 184 191 185 192 186 187 188 189 190 193 194 195 196 198 199 200 201 202 203 209 210 475 204 499 205 206 211
150
Bijlage 3
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heikantsestraat Heistraat Heistraat Heistraat Heistraat Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hogedijk Hoogstraat
71 73 73A 77 1 6 9+9A 21 5 6 7 9 10 12 12A 14 16 18 20 22 22A 24 38 40 42 30 52 56 58 62 64 66 68 70 72 74 88 90 96 98 206 206A 61
4909 BP 4909 BP 4909 BP 4909 BP 4909 BD 4909 BD 4909 BD 4909 BD 4909 BL 4909 BM 4909 BL 4909 BL 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BM 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 BN 4909 AT
61 61 61 61 67 67 72 61 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 73 73 73 73 73 50/73 56 56 56 55 55 55 55 55 55 55 60 60 60 60 50 50 66/67
Bijlage 3
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
207 474 500 208 212 476 501 214 215 218 216 217 219 220 221 222 223 224 225 226 502 503 504 505 506 227 524 285 228 477 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 519 520 239
151
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Hoogstraat Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg
63 73 90 90A 92 94 98 102 102A 106A 104 31 34 35 36 36A 36B 37 38 40 41 42 47 49 51 51 A 51 B 52 54 56 60 70 72 73 74 75 75B 77A 77B 78 87A 81 83
4909 AT 4909 AT 4909 AV 4909 AV 4909 AV 4909 AV 4909 AV 4909 AV 4909 AV 4909 AV 4909 AV 4909 AE 4909 AK 4909 AE 4909 AK 4909 AK 4909 AK 4909 AE 4909 AK 4909 AK 4909 AE 4909 AK 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AK 4909 AK 4909 AK 4909 AK 4909 AK 4909 AK 4909 AE 4909 AK 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AE 4909 AG 4909 AG 4909 AG
66/67 62 66 66 67 67 62/67 62 67 59/62 62 77 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 59/62 59/62 59 59 59 59 59 59 59 59 58 58 62 58 58 58
152
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
240 241 242 243 244 245 246 247 248 250 249 251 309 252 310 311 312 253 313 314 254 315 255 256 257 258 259 316 317 318 319 320 321 261 322 262 263 264 265 860 270 266 267
Bijlage 3
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg
85 87 95 97 99 101 A 107 110A 111 112 112A 113 114 114A 114B 114C 120 121 122A 123 123A 123B 124 125 127 128 132 133 135 138 140 142 143 144 144A 146 147 148 149 150 150A 151 152
4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AK 4909 AG 4909 AL 4909 AL 4909 AG 4909 AM 4909 AM 4909 AM 4909 AM 4909 AM 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AG 4909 AM 4909 AH 4909 AH 4909 AM 4909 AM 4909 AH 4909 AH 4909 AM 4909 AM 4909 AM 4909 AH 4909 AH 4909 AM 4909 AM 4909 AH 4909 AM 4909 AH 4909 AM 4909 AM 4909 AH 4909 AM
58 58 58 58 58 58 57 57 57 57 57 57 57 57 57 57 54 54 54 54 54 54 54 54 54 54 54 54 54 53 53 53 53 53 53 53 53 53 53 53 53 53 53
Bijlage 3
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
268 269 271 272 273 274 275 323 276 324 325 277 326 327 328 329 330 521 331 278 279 280 332 281 282 333 334 283 284 335 336 337 286 486 507 338 287 339 288 340 341 289 342
153
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Provincialeweg Rijsdijk Rijsdijk Ter Horst Ter Horst
155 155A 157 159 160 161 172 174 176 178 179 186 188 188B 188A 190 190A 190B 191 A 192 196 197 198 201 203 206 206A 204 207 210 214 215 217 227 229 231 233A 235 237 Ong 1 2 10 19
4909 AH 4909 AH 4909 AH 4909 AH 4909 AN 4909 AH 4909 AN 4909 AN 4909 AN 4909 AN 4909 AJ 4909 AN 4909 AN 4909 AN 4909 AN 4909 AN 4909 AN 4909 AN 4909 AJ 4909 AN 4909 AN 4909 AJ 4909 AN 4909 AJ 4909 AJ 4909 AN 4909 AN 4909 AJ 4909 AN 4909 AN 4909 AJ 4909 AJ 4909 AJ 4909 AJ 4909 AJ 4909 AJ 4909 AJ 4909 AJ
53 53 53 53 52 53 52 52 52 49 52 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 50 50 49 50 50 49 50 50 50 50 50 50 50 52 53 53 63 63
154
4909 AB 4909 AB 4909 AS 4909 AS
OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND OOSTEIND
290 291 292 293 343 294 344 345 346 347 295 620 348 349 478 350 351 352 296 508 353 297 354 298 299 519 520 300 355 356 301 302 303 304 305 306 307 308 609 357 358 509 359
Bijlage 3
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Ter Horst Ter Horst
22 24
4909 AS 4909 AS
63 63
Bijlage 3
OOSTEIND OOSTEIND
360 361
155
Straatnaam
Nummer
Postcode Plaatsnaam
Kaartnummer Perceelsnummer
Bergsebaan Bredaseweg Bredaseweg Bredaseweg Bredaseweg Hoeveneind Hoevestraat Hoevestraat Kalbergseweg Ketenbaan
2 154 156 168 170 120 15 20 2 15
4904 ST 4904 SC 4904 SC 4904 SC 4904 SC 4903 RR 4903 RR 4904 SN 4903 RW
OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT
69 22 22 22 22 79 74 24 23 24
484 466 467 468 469 604 510 136 139 140
Klein Oosterhout
1
4903 RX
OOSTERHOUT
68
800
Meerberg
2
4904 SM
OOSTERHOUT
100
890
Meerberg
10
4904SM
OOSTERHOUT
78
427
Oude Bredasebaan
14
4904 SE
OOSTERHOUT
75
511
Oude Bredasebaan Setersedwarsweg Setersedwarsweg Setersedwarsweg Setersedwarsweg Seterseweg Seterseweg Seterseweg Tilburgse baan Tilburgse Baan Tilburgse Baan Tilburgse Baan Vraggelse Baan Vraggelse Baan Vraggelse Baan Vraggelse Baan Vraggelse Baan Vraggelse Baan Vraggelse Baan Weth. Van Dijklaan Weth. Van Dijklaan Weth. Van Dijklaan
25 1 3 Ong Ong 3 7 13 1 3 5 7 1A 5 7 9 11 13 15 2 11 15
4904 SE 4903 RT 4903 RT 4903 RT 4903 RT 4903 RV 4903 RV 4903 RV 4903 RV 4904 SP 4904 SP 4904 SP 4904 SR 4904 SR 4904 SR 4904 SR 4904 SR 4904 SR 4904 SR 4903 RS 4903 RS 4903 RS
OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT OOSTERHOUT
20 76 76 76 76 76 76 24 22 22 22 22A 21 20 20 20 20 20 20 24 30 30
485 605 606 607 608 515 516 517 603 165 166 604 167 168 169 170 171 172 473 173 133 134
156
Bijlage 3