GEMEENTE NEDER-BETUWE Bestemmingsplan Kesteren woning Boveneindsestraat ongenummerd
Dit plan bestaat uit: Toelichting Regels Verbeelding (kaart) Bijlagen (separaat): -
-
Quickscan flora en fauna Viridis (rapportnummer 2010-18); Verkennend bodemonderzoek Milieutechnisch Adviesbureau De Bruin (rapportnummer HBK/P092220); Archeologisch onderzoek Milieutechnisch Adviesburo De Bruin (projectnummer S100049); Akoestisch wegverkeerslawaai onderzoek Sonsbeek Adviseurs BV.(na toelichting
RUIMTELIJKE ORDENING - STEDEBOUW - LANDSCHAP - ARCHITECTUUR - MILIEU BURGEMEESTERSPLEIN 2, 6814 DM ARNHEM
FAX 026-3513781 TEL 026-4456255
TOELICHTING behorend bij: Bestemmingsplan Kesteren woning Boveneindsestraat ongenummerd
Gemeente Neder-Betuwe Status: ontwerp
SONSBEEK ADVISEURS BV 25240.20/040510BW
INHOUDSOPGAVE TOELICHTING 1. INLEIDING 1. 2. 3. 4.
Aanleiding voor het plan Ligging van het plangebied Geldend plan Beleid hogere overheden
2 2 2 2
2. ONDERZOEK 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Algemeen Inventarisatie Milieuaspecten Archeologie Externe veiligheid Flora & Fauna Waterhuishouding Economische uitvoerbaarheid
4 4 5 6 7 8 8 9
3. PLANBESCHRIJVING 1. Algemeen 2. Beschrijving 3. Juridische aspecten
10 10 11
4. OVERLEG EN INSPRAAK 1. Overleg 2. Inspraak
SONSBEEK ADVISEURS BV
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER_BETUWE
12 12
1
1. INLEIDING 1
Aanleiding voor De gemeente Neder-Betuwe heeft een verzoek ontvangen voor het oprichten het plan van een vrijstaande woning op een perceel tussen de Boveneindsestraat 1 en Boveneindsestraat 3 te Kesteren. Voorliggend plan maakt de voorgenomen ontwikkeling mogelijk.
2. Ligging van het plangebied
Het plangebied is gelegen ten oosten van de kern Kesteren aan de Boveneindsestraat tussen de Boveneindsestraat 1 en 3. De onderstaande kaart geeft de globale ligging nader weer.
Ligging plangebied
3. Geldend plan
Ter plaatse van de locatie is het Bestemmingsplan Buitengebied Kesteren 1978 vigerend. Het perceel behorend tot het plangebied heeft op grond van dit bestemmingsplan de bestemming Agrarisch gebied. Op de volgende pagina volgt een uittreksel uit het vigerende bestemmingsplan.
4. Beleid hogere overheden
SONSBEEK ADVISEURS BV
Er is geen beleid van hogere overheden die de voorgestelde aanpassing in de weg staat. Het betreffende perceel ligt binnen de rode contour zoals opgenomen in de Structuurvisie Kernen. Binnen de rode contouren is de bouw van een woning niet bij voorbaat uitgesloten. Het toetsingskader geeft derhalve mogelijkheden om te komen tot de bouw van een woning.
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN, WONING BOVENEINDSESTRAAT, GEMEENTE NEDER_BETUWE
2
2. ONDERZOEK 1. Algemeen
Aan het voorliggende plan liggen een aantal onderzoeken ten grondslag, waarvan in dit hoofdstuk de resultaten zijn opgenomen. Achtereenvolgens worden de inventarisatie, de milieuaspecten, de archeologie, de externe veiligheid, de flora en fauna, de waterhuishouding en de economische uitvoerbaarheid behandeld.
2. Inventarisatie
Het plangebied is gelegen aan de Boveneindsestraat te Kesteren tussen de Boveneindsestraat 1 en 3. Het plangebied kent voor het grootste deel een agrarisch gebruik. Het achterliggende terrein wordt gebruikt als paardenbak. Deze paardenbak wordt via een oprit vanaf de Boveneindsestraat ontsloten. Langs de paardenbak staan enkele kleine bomen. Langs het perceel loopt grotendeels een lage haag. Aan de Boveneindsestraat bevinden zich ter hoogte van het plangebied vrijstaande lage woningen op relatieve grote kavels.
Zicht op plangebied met links Boveneindsestraat 1
SONSBEEK ADVISEURS BV
Bron: Google streetview
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
4
Zicht op plangebied 4. Milieuaspecten
Bron: Google streetview
Bodemonderzoek In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet onderzocht worden of de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geschikt is voor de te realiseren functie. Met dit doel is de planlocatie onderzocht. In november 2009 is door Milieutechnisch Adviesbureau De Bruin een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (rapportnummer HBK/P09-2220). Uit het onderzoek komt naar voren dat gezien de aangetroffen gehaltes in de bodem en het grondwater de veronderstelling van onverdacht terrein mag worden gehandhaafd. De kwaliteit van de bodem en het grondwater is aldus Milieutechnisch Adviesbureau De Bruin zodanig dat geen beletselen voor de bouw van de woning op het perceel aanwezig zijn. Het bodemonderzoek is als separate bijlage bij dit plan gevoegd. Geluidhinder Ten behoeve van de voorgenomen aanpassingen is in februari 2010 door Sonsbeek adviseurs bv in het kader van de Wet geluidhinder de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer onderzocht. De planlocatie ligt aan de Boveneindsestraat tussen de Boveneindestraat 1 en 3 in. Ten westen van de locatie bevindt zich op circa 65 Meter de Spoorstraat. Tussen de planlocatie en de Spoorstraat bevindt zich ten westen een woning. Ten zuiden van de planlocatie staat ook een woning. De maximum snelheid op de Spoorstraat bedraagt 50 km/u. De wettelijke zo-
SONSBEEK ADVISEURS BV
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
5
nebreedte bedraagt voor deze weg 200 meter ter weerszijden van de weg. Het plangebied ligt binnen de geluidszone van deze weg. De maximum snelheid op de Boveneindsestraat bedraagt 30 km/u. In het kader van de Wet geluidhinder geldt alleen voor de Spoorstraat een onderzoeksplicht. Gezien de beperkte hoeveelheid verkeer op wegen als de Boveneindsestraat is de Boveneindsestraat in de berekening buiten beschouwing gelaten. De ontworpen bebouwing staat op ruime afstand van de Boveneindsestraat. Zowel ten westen en zuiden van het bouwvlak staat een woning met een afschermende werking. In de berekening is met de afschermende werking van deze woning rekening gehouden. Onderzocht is op welk punt de geluidsbelasting het hoogst is. Dit is het geval op het punt daar waar de afstand tot de as van de weg het kleinst is en de zichthoek het grootst. Deze afstand bedraagt 69 meter. De zichthoek bedraagt in dit geval 60 graden. De geluidsbelasting op dit punt bedraagt 45dB. Deze waarde is lager dan de grens uit de Wet geluidhinder van 48dB. Ten behoeve van de Wet geluidhinder hoeven er geen nadere maatregelen genomen te worden. Het akoestisch wegverkeerslawaai onderzoek is als bijlage in deze planset opgenomen. Overige milieuhinder De voorgestelde aanpassingen hebben geen nadelige gevolgen voor nabijgelegen bedrijven. Ook zijn er geen direct nabijgelegen bedrijven die een nadelige invloed opleveren voor het leefklimaat op het onderhavige perceel. Luchtkwaliteit Vanaf 15 november 2007 is de wetgeving op het gebied van luchtkwaliteit gewijzigd en is sindsdien opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Deze wijziging wordt ook wel kortweg de Wet Luchtkwaliteit 2007 genoemd. In artikel 5.16 van de gewijzigde Wet milieubeheer is vastgelegd onder welke voorwaarden bestuursorganen de bevoegdheden uit lid 2 mogen uitoefenen. Als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan vormen de luchtkwaliteitseisen geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid: − er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; − een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van een grenswaarde;` − een project draagt “niet in betekenende mate” bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, wat inhoudt dat door het project de luchtkwaliteit met minder dan 1% verslechtert; − een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), of binnen een regionaal programma van maatregelen. In het kader van de wetgeving is er geen sprake van dat de luchtkwaliteit in betekende mate zal veranderen ten gevolge van de geplande ontwikkelingen. Een nader onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit is daarom niet noodzakelijk. 5. Archeologie
SONSBEEK ADVISEURS BV
Ruimtelijke plannen en projecten die archeologische gegevenheden in de bodem kunnen aantasten moeten zo veel mogelijk rekening houden met bekende
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
6
en te verwachten archeologische waarden. Door middel van het verdrag van Malta wordt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beschermd. Het verdrag is in 1992 tijdens de Conventie van Valletta ondertekend door twintig Europese staten, waaronder Nederland, en werd in 1998 met een goedkeuringswet bekrachtigd. Het verdrag is op 1 september 2007 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. In feite wordt vanaf eind jaren 90 van de vorige eeuw al in de geest van het verdrag van Malta gewerkt. Omdat niet bekend is in hoeverre er archeologische waarden binnen het plangebied in de grond zitten dient dit op basis van het verdrag van Malta onderzocht te worden. In maart 2010 is door Milieutechnisch Adviesburo De Bruin een archeologisch onderzoek uitgevoerd (projectnummer S100049). Wat betreft archeologie zijn er geen belemmeringen met betrekking tot de voorgenomen ontwikkelingen. Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt door Milieutechnisch Adviesburo De Bruin voor het plangebied geen vervolgonderzoek geadviseerd. Het onderzoek is als separate bijlage bij dit plan gevoegd.
6. Externe veiligheid
Met behulp van de Risicokaart van de provincie Gelderland is bepaald of zich in de nabijheid van de locatie risico-objecten bevinden met mogelijke effecten. Volgens de gegevens van de kaart zijn deze niet aanwezig. Een uittreksel van de risicokaart volgt hieronder.
risicokaart plangebied
SONSBEEK ADVISEURS BV
bron provincie Gelderland
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
7
7. Flora & fauna
Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (FF-wet) van kracht. Door middel van deze wet wordt een groot aantal plant- en diersoorten beschermd. Als er plannen zijn om bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren zal er gekeken moeten worden of deze plannen, of onderdelen hiervan, nadelige effecten kunnen hebben op aanwezige of mogelijk aanwezige beschermde flora en fauna. In het kader van de Flora- en faunawet is in maart 2010 door bureau Viridis een Quickscan uitgevoerd (rapportnummer 2010-18). Tijdens het onderzoek zijn geen beschermde diersoorten en plantensoorten aangetroffen. Om deze reden is er geen noodzaak om voor de werkzaamheden een ontheffing van art. 75 van de Flora- en faunawet aan te vragen. Wel dient tijdens de werkzaamheden de zorgplicht in acht te worden genomen. De zorgplichtbepaling wordt in de Flora en faunawet beschreven als de plicht dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende planten en dieren, evenals voor hun directe leefomgeving. Tot slot is het van belang dat de geplande werkzaamheden bij voorkeur buiten het broedseizoen worden aangevangen. Het broedseizoen loopt van 15 maart tot 15 juli. Wanneer er wel binnen het broedseizoen wordt gestart met de werkzaamheden, dient het plangebied te worden onderzocht op de aanwezigheid van nesten. Hierbij moet worden opgemerkt dat nesten van vogels beschermd zijn zolang ze in gebruik zijn, ook buiten het broedseizoen. Het onderzoek is als separate bijlage bij dit plan gevoegd.
8. Waterhuishou-- Het uitvoeren van een watertoets en opnemen van een waterparagraaf in ruimding telijke plannen is ingegeven vanuit het “Waterbeleid voor de 21e eeuw” (WB21) en het daaruit voorvloeiende Nationaal Bestuursakkoord Water, getekend op 23 Juli 2003. De watertoets is wettelijke verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en verplicht tot het opnemen van ‘een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding” In maart 2010 heeft Buro voor Bouwkunde Veenendaal onderzocht of er compenserende maatregelen genomen moeten worden. Het Waterschap Rivierenland heeft bepaald dat geen watercompenserende maatregelen nodig zijn als sprake is van een toename van minder dan 1.500 m2 verharding binnen het landelijke gebied. In het plangebied was nog geen bebouwing aanwezig. In de terreinschets die op de volgende pagina is opgenomen, zijn de verhardingsoppervlakken uitgerekend. Het totale nieuw verhard terrein bedraagt ca. 632 m2 (minder dan 1.500m2). Volgens het beleid van het waterschap is in deze situatie geen compensatie nodig is.
SONSBEEK ADVISEURS BV
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
8
9. Economische De belanghebbende is eigenaar van de gronden binnen het plangebied. Op uitvoerbaarheid grond van artikel 6.12 van de Wro zal ten behoeve van dit plan geen exploitatieplan worden opgesteld. Tussen belanghebbende en de gemeente is een anterieure overeenkomst gesloten.
SONSBEEK ADVISEURS BV
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
9
3. PLANBESCHRIJVING 1. Algemeen
Verzoeker is voornemens een vrijstaande woning op te richten op een perceel aan de Boveneindsestraat tussen de Boveneindsestraat 1 en 3 te Kesteren. In paragraaf 2 wordt nader ingegaan op de invulling van het plan waarna in paragraaf 3 een toelichting gegeven wordt op de bestemmingsregeling.
2. Beschrijving
Op de locatie kan een vrijstaande woning gerealiseerd worden. Wat goot- en nokhoogte betreft is aansluiting gezocht bij de nabijgelegen woningen aan de Boveneindsestraat. De hoogte van de nieuw te bouwen woning mag maximaal 9 meter bedragen en de goothoogte 4 meter. Op het perceel zullen 2 parkeerplaatsen gerealiseerd worden. De vrijstaande woning zal wat betreft bouwstijl aan moeten sluiten bij de bebouwing in de omgeving. Gelet op de karakteristiek van de omgeving, gekoppeld aan het voornemen tot aanwijzing beschermd dorpsgezicht, is er qua maatvoering, stedenbouwkundige inpassing en architectuur streng getoetst. De welstand is vanaf het eerste ontwerp betrokken bij de planvorming en is akkoord met het huidige bouwplan. Hieronder en op de volgende pagina zijn aanzichten van de voorgevel en de zijgevel van het voorgestelde bouwplan opgenomen.
SONSBEEK ADVISEURS BV
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
10
3. Juridische aspecten
Het bestemmingsplan is opgesteld binnen de vigeur van de nieuwe Wet ruimtelijk ordening die sinds 1 juli 2008 van kracht is. Hierin is een wettelijk verplichting opgenomen om bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten in digitale vorm vast te stellen. In de nieuwe Wro zijn nadere regelingen opgenomen om het betrouwbaar beschikbaar stellen en vergelijkbaar maken van ruimtelijke plannen en besluiten te bevorderen. Dit door het gebruik van standaarden voor de vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling en voor de opzet en inrichting van de regels die bij een bestemmingsplan worden gegeven. In het plangebied is de bestemming Wonen opgenomen ten behoeve van de bouw van een vrijstaande woning. De bebouwing dient binnen het aangegeven bouwvlak gerealiseerd te worden daarbij is tevens de maximale goot en bouwhoogtes vastgelegd. Voor een gedeelte van de bestemming is de aanduiding bijgebouwen opgenomen. Binnen dit gedeelte van de bestemming mogen bijgebouwen gerealiseerd worden.
SONSBEEK ADVISEURS BV
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
11
4. OVERLEG 1. Overleg
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het plan voorgelegd aan: -
Het Waterschap Rijn IJssel
PM
SONSBEEK ADVISEURS BV
BESTEMMINGSPLAN KESTEREN WONING BOVENEINDSESTRAAT ONGENUMMERD, GEMEENTE NEDER-BETUWE
12
BIJLAGE AKOESTISCH ONDERZOEK WEGVERKEERSLAWAAI
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling is akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. Daartoe is de geluidsbelasting aan de (toekomstige) gevels van de vrijstaande woning bepaald. Maatgevend is de situatie aan het einde van de planperiode (2020). Kort wordt ingegaan op het wettelijk toetsingskader met betrekking tot wegverkeerslawaai. Daarna komen de invoergegevens van de berekeningen aan bod. Vervolgens worden de resultaten van de geluidsberekeningen behandeld. Waarna de conclusies van het onderzoek worden weergegeven. Als bijlage zijn de rekenbladen met in- en uitvoergegevens opgenomen. Wettelijk kader In de Wet geluidhinder is aangegeven dat er, met uitzondering van woonerven en wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt, langs alle wegen geluidszones zijn. Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting aan de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen (waaronder woningen) aan wettelijke normen te voldoen. De breedte van de geluidszone is vastgelegd in artikel 74, lid 1 Wet geluidhinder. Voor voorliggend plan is alleen de Spoorstraat als gezoneerde weg van belang. De wettelijke zonebreedte bedraagt voor deze weg 200 meter ter weerszijden van de weg. Het plangebied ligt binnen de geluidszone van deze weg. De Boveneindsestraat is een weg waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt. Normstelling Wgh In de Wet geluidhinder is aangegeven dat binnen de wettelijke geluidszone van bestaande wegen de geluidsbelasting aan de buitengevels van vrijstaande woningen een grenswaarde van 48 dB geldt. Deze grenswaarde mag in principe niet worden overschreden. Indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat deze grenswaarde wel wordt overschreden, zijn maatregelen noodzakelijk gericht op het verminderen van de geluidsbelasting aan de gevel. Onderscheid wordt gemaakt in maatregelen aan de bron (bijvoorbeeld geluidsreducerend asfalt), maatregelen in het overdrachtsgebied (bijvoorbeeld geluidsschermen), maatregelen aan de geluidsontvanger (bijvoorbeeld geluidsdove gevels) of het vergroten van de afstand tussen de geluidsbron en de ontvanger. Zijn deze maatregelen niet mogelijk, niet gewenst of niet doeltreffend, dan kunnen Burgemeester en Wethouders onder voorwaarden een hogere grenswaarde vaststellen. Deze hogere grenswaarde mag, afhankelijk van de situatie, de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. Voor nieuwe binnenstedelijk ontwikkelingen geldt een uiterste grenswaarde van 63 dB. Voor woonerven en wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt is akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai op grond van de Wet geluidhinder niet verplicht. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening echter aannemelijk te worden gemaakt dat ook voor nieuwe situaties in een 30 km / uur-gebied sprake is van een aanvaardbaar geluidsniveau, met name binnen. Indien dit niet aannemelijk is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en doelmatig zijn. Gezien de beperkte hoeveelheid verkeer op wegen als de Boveneindsestraat is de Boveneindsestraat in de berekening buiten beschouwing gelaten. De Boveneindsestraat is geen doorgaande weg en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor bestemmingsverkeer. De ontworpen bebouwing staat op ruime afstand van de Boveneindsestraat. Rekenmethode Met behulp van de Standaard Rekenmethode I uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006 is de specifieke geluidsbelasting aan de buitengevels van het gebouw berekend op basis van verkeerstellingen van de gemeente Neder-Betuwe in februari/maart 2007. Daarbij is rekening gehouden met de aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder van 5 dB. Deze aftrek is mogelijk omdat de verwach-
ting bestaat dat motorvoertuigen op middellange termijn stiller worden. Voor wegen met een snelheid lager dan 70 km / uur geldt een aftrek van 5 dB. Voor wegen met snelheid hoger dan 70 km / uur geldt een aftrek van 2 dB. Invoergegevens Hierna zijn de ingevoerde gegevens beschreven die voor het uitvoeren van het akoestisch onderzoek zijn gehanteerd. Verkeersintensiteiten De etmaalwaarden op de Spoorstraat bedroeg in februari/maart 2007, 7373. De etmaalwaarden waren als volgt onderverdeeld: waren als volgt: Lichte motorvoertuigen: 6179 Middelzware motorvoertuigen: 1068 Zware motorvoertuigen: 126 Voor de berekening van eventuele geluidhinder is een verwachting benodigd van de verkeersontwikkeling in 10 jaar. Wanneer rekening wordt gehouden met de extra verkeersbewegingen als gevolg van de nieuwe bebouwing en een groei in verkeersintensiteit van 1% per jaar worden voor 2020 de volgende etmaalwaarden verwacht: Lichte motorvoertuigen: 7032 Middelzware motorvoertuigen: 1215 Zware motorvoertuigen: 143 Verhardingsbreedte en afstand wegas tot gevel De verhardingsbreedte is de breedte van het verharde deel tussen de gevel en de as van de weg. Zowel ten westen en zuiden van het bouwvlak staat een woning met een afschermende werking. In de berekening is met de afschermende werking van deze woning rekening gehouden. Onderzocht is op welk punt de geluidsbelasting het hoogst is. Dit is het geval op het punt daar waar de afstand tot de as van de weg het kleinst is en de zichthoek het grootst. Deze afstand bedraagt 69 meter. De zichthoek is in dit geval 60 graden. Wegkenmerken Voor de Spoorstraat is gerekend met asfalt verharding. Verkeersnelheden Voor de Spoorstraat is gerekend met een maximumsnelheid van 50 km / uur. Waarneemhoogte In het plan wordt een gebouw in twee lagen mogelijk. In het akoestisch onderzoek is de geluidsbelasting aan de gevel berekend op 4.5 meter. Resultaten onderzoek De geluidsbelasting op de gevel is berekend op een 69 meter uit de as van Spoorstraat met een zichthoek van 60 graden en bedraagt 50dB. Na de aftrek van 5dB conform artikel 110g Wet geluidhinder bedraagt de geluidsbelasting 45dB als gevolg van het wegverkeerslawaai op de Spoorstraat. Conclusie De geluidsbelasting op 69 meter uit de as van de Spoorstraat bedraagt 45dB. Deze waarde is lager dan de grens uit de Wet geluidhinder van 48dB. Ten behoeve van de Wet geluidhinder hoeven er geen nadere maatregelen genomen te worden.
Gezien de beperkte hoeveelheid verkeer op wegen als de Boveneindsestraat is de Boveneindsestraat in de berekening buiten beschouwing gelaten. De Boveneindsestraat is geen doorgaande weg en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor bestemmingsverkeer. De ontworpen bebouwing staat op ruime afstand van de Boveneindsestraat. Sonsbeek Adviseurs bv Arnhem, 2 juni 2009