Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35 - 37 4811 GB Breda telefoon
076 – 5225262
fax
076 – 5213812
email
[email protected]
internet
www.c5s.nl
kvk Breda
20083802
Gemeente Boxtel Bestemmingsplan “Lennisheuvel”
Datum: Projectnr.
februari 2013 01222.017.01
Gemeente Boxtel Bestemmingsplan “Lennisheuvel”
Inhoud 1. Toelichting 2. Bestemmingsplanregels 3. Verbeelding id.nr. : NL.IMRO.0757.BP08lennisheuv2012-VST1 d.d. : 08-02-2013
Auteur: Status:
dhr. Ing. B. Nieuwenhuizen vastgesteld bestemmingsplan
Toelichting
01222.017.01bp14
1
INHOUD 1 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING Aanleiding Ligging en begrenzing plangebied Geldende bestemmingsplannen Leeswijzer
3 3 3 4 4
2 2.1 2.2
BESTAANDE SITUATIE Ruimtelijke structuur Functionele structuur
6 6 8
3 3.1 3.2 3.3
BELEIDSKADER Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
9 9 11 15
4 4.1 4.2
PLANBESCHRIJVING Beheer Specifiek
19 19 19
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13
MILIEUHYGIENISCHE EN PLANOLOGISCHE ASPECTEN Inleiding Geluidhinder Bedrijven en milieuzonering Bodem Landschap Archeologie en cultuurhistorie Waterhuishouding Ecologie Luchtkwaliteit Externe veiligheid Kabels, leidingen en straalpaden Verkeer en parkeren Duurzaam bouwen
21 21 21 22 23 23 25 28 31 32 33 35 36 36
6 6.1 6.2 6.3
JURIDISCHE PLANOPZET Inleiding Opbouw van de regels Bestemmingen
37 37 37 37
7 7.1 7.2 7.3
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID Inleiding Toepassing Grondexploitatiewet Economische uitvoerbaarheid
43 43 43 44
8 8.1 8.2
OVERLEG EN INSPRAAK Inleiding Zienswijzen
45 45 45
Bijlage 1 Monumentenlijst Bijlage 2 Nota van zienswijzen Bijlage 3 Staat van wijzigingen
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
2
Begrenzing van het plangebied weergegeven op een topografische kaart
Ligging van Lennisheuvel binnen de gemeente Boxtel weergegeven op een satellietfoto
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding
3
De gemeente Boxtel is voornemens om voor de bebouwde kom van de kern Lennisheuvel één alomvattend bestemmingsplan in procedure te brengen. Deze bestemmingsplanactualisatie maakt onderdeel uit van een grote actualisatieronde in de gemeente Boxtel die in 2002 is begonnen. Uiteindelijk zal de gemeente Boxtel in de nieuwe situatie beschikken over 10 grote bestemmingsplannen. Het op te stellen plan betreft een conserverend bestemmingsplan dat voldoende houvast biedt om het ruimtelijk beleid uit te voeren dat voldoet aan de eisen van deze tijd. Nieuwe, toekomstige ontwikkelingen zijn hierin niet opgenomen. Hiervoor zullen aparte procedures worden doorlopen. Een tweede aanleiding om over te gaan tot actualisatie van de bestemmingsplannen van Lennisheuvel is de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die van kracht is geworden per 1 juli 2008. Voor bestemmingsplannen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wro ten minste 5 jaar oud zijn, moet binnen 5 jaar een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld. Het nieuwe bestemmingsplan dient langs de elektronische weg te worden vastgelegd en vastgesteld (vanaf 1 januari 2010). Om de leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid van het bestemmingsplan te vergroten, dient het bestemmingsplan te voldoen aan de Regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening (RSRO). Onderhavig bestemmingsplan voldoet aan de eisen van de Wro. 1.2
Ligging en begrenzing plangebied Lennisheuvel is een kerkdorp gelegen in de gemeente Boxtel. Het is een klein dorp met circa 1.127 inwoners. Het dorp ligt ten zuiden van de kern Boxtel nabij het bedrijventerrein Ladonk. De ontstaanswijze van Lennisheuvel als een domeinakkerdorp is nog steeds goed herkenbaar in het ringvormige stratenpatroon. Aan dit oude stratenpatroon is lintbebouwing gesitueerd. Het actualiseringprogramma voor de bestemmingsplannen in de gemeente gaat uit van zo groot mogelijke, overzichtelijke plangebieden. Voor de kern Lennisheuvel betekent dit, dat de hele kern in één bestemmingsplan planologisch geregeld wordt. Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit woongebieden. Andere functies komen uiteraard ook voor, maar zijn dusdanig geïntegreerd met het wonen dat deze zonder bezwaar in het plan kunnen worden meegenomen. Ook het centrumgebied met voorzieningen en het agrarische gebied, welke is gelegen tussen de bebouwingslinten, is in het plangebied opgenomen. Daarnaast is het groengebied “de Paardenwei” opgenomen, gelegen aan de noord-oostkant van de kern. Het betreft een bestaand groengebied, waarvoor reeds een omgevingsvergunning is verleend. Voor de begrenzing aan de buitenzijde geldt hoofdzakelijk de begrenzing van het bestemmingsplan Buitengebied. De plangrens kent hierdoor een grillig verloop.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
4
1.3
Geldende bestemmingsplannen Met deze integrale herziening worden enkele vigerende bestemmingsplannen samengevoegd tot één plan, te weten: Naam plan Lennisheuvel ’t Gescheurd Hemd Lennisheuvel Zuid-Oost
1.4
Vastgesteld Raad 10 september 1965 23 april 1987 5 september 1996
Goedkeuring 30 maart 1966 1 juli 1989 3 februari 1997
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de bestaande situatie in al haar facetten. In hoofdstuk 3 wordt het relevante beleid besproken. Hierbij komen achtereenvolgens het nationale, provinciale en gemeentelijke beleid aan bod. In hoofdstuk 4 wordt een beschrijving van het plan gegeven. Hoofdstuk 5 bevat een (verkorte) weergave van de onderzochte planologisch relevante uitvoeringsaspecten. In hoofdstuk 6 komen de juridische aspecten aan de orde en in hoofdstuk 7 de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Het 8e en laatste hoofdstuk behandelt de inspraak en het vooroverleg.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
5
Historische wegenstructuur met oorspronkelijke bebouwing
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
6
2
BESTAANDE SITUATIE
2.1
Ruimtelijke structuur Lennisheuvel is ontstaan als een domeinakkerdorp met een ringvormig stratenpatroon. Daar waar verschillende wegen samenkomen zijn de eerste boerderijen opgericht. Het historische stratenpatroon is nog steeds goed herkenbaar en enkele monumentale (langgevel)boerderijen zijn nog steeds aanwezig. Op de hoek Lennisheuvel / Mijlstraat is bijvoorbeeld een monumentale boerderij aanwezig uit 1494 genaamd Den Engel. Het betreft het eerste stenen gebouw in het dorp, waarvan het woonhuis een hoog zadeldak heeft met een grijs gepleisterde plint. Ook zijn nog veel monumenten aanwezig in de omgeving van de kerk. Behalve de kerk zijn er aan de Historische kaart van Lennisheuvel oostzijde van het dorp een herenhuis, enkele langgevelboerderijen en diverse beeldbepalende woonhuizen gesitueerd. Centraal in het domeinakkerdorp lagen de agrarische gronden die vrij bleven van bebouwing. Dit is in de huidige situatie nog steeds het geval. De gronden staan bekend als Beijerland, verwijzend naar de familie Beijers. Het groene hart van Lennisheuvel is door verdichting van het lint nauwelijks beleefbaar. Op enkele plaatsen is het gebied vanuit de ringstructuur toegankelijk, maar er zijn geen routes aanwezig.
Monumentale en beeldbepalende panden in Lennisheuvel
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
7
Lennisheuvel is lange tijd niet meer dan een gehucht geweest en pas na de Tweede Wereldoorlog is het uitgegroeid tot een dorp. Daarbij heeft eerst verdichting van het lint plaatsgevonden, vooral met vrijstaande woningen. Het (rondgaande) lint van Lennisheuvel kenmerkt zich in de huidige situatie door een grote verscheidenheid in verschijningsvorm. Elk pand is individueel vormgegeven met een eigen geveldetaillering. Ook de variatie in situering is kenmerkend, waardoor voortuinen sterk in omvang variëren en geen eenduidige rooilijn aanwezig is. Ondanks deze verscheidenheid is wel sprake van een samenhangend straatbeeld. Dit wordt met name veroorzaakt door de opbouw van de hoofdmassa’s in overwegend één bouwlaag met kap en de toepassing van traditionele bouwmaterialen, waaronder bakstenen gevels en pannendaken. Het lint is nog steeds in beweging door incidentele (vervangende) nieuwbouw. De openbare ruimte van de ringstructuur heeft een breed en wisselend profiel, onder andere door de afwezigheid van een trottoir op enkele plaatsen. Ter hoogte van de voorzieningen heeft een herinrichting van de openbare ruimte plaatsgevonden, waardoor het ‘centrum’ van het dorp een hoogwaardige uitstraling heeft gekregen, onder andere door de toepassing van gebakken materialen en eigen verlichtingsarmaturen. Ook de aanwezigheid van bomen maakt het gebied een verbijzondering in Lennisheuvel. Vanaf de jaren ’80 was het toevoegen van bebouwing in het lint niet meer toereikend om de groei van het dorp op te vangen. De planmatige uitbreiding van Lennisheuvel betreft het woongebied ‘’t Gescheurd Hemd’ en is gelegen aan de oostzijde van het dorp, nabij de voorzieningen en aan de buitenzijde van de ringstructuur. Hierdoor is de centrale groene ruimte aan de binnenzijde van de ring behouden gebleven. Het woongebied heeft een kleinschalige en informele opbouw. In de loop der jaren zijn er telkens kleine clusters met woningen toegevoegd. Dit is te zien aan de eenduidige verschijningsvorm en architectuur van de woningen. Door toepassing van kappen en bouwhoogtes van één tot twee bouwlagen met kap heeft het woongebied een dorpse uitstraling. De profilering van de openbare ruimte is eenvoudig met regelmatig enkele groen- en speelvoorzieningen.
Centrumvoorzieningen van Lennisheuvel met onder andere kerk en basisschool Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
8
2.2
Functionele structuur Lennisheuvel is een dorp waarin de woonfunctie centraal staat. Voor de meeste voorzieningen zijn de inwoners aangewezen op Boxtel. Het dorp beschikt alleen over enkele primaire maatschappelijke voorzieningen, St. Theresiakerk met begraafplaats, basisschool St. Theresia en buurthuis Orion, en een horecagelegenheid. Deze zijn allen geclusterd aan de straat Lennisheuvel, waardoor sprake is van een kleinschalig centrumgebied. Van oudsher zijn verspreid in het dorp enkele bedrijven aanwezig. Deze hebben een dusdanig beperkte omvang dat deze goed in te passen zijn in een woonomgeving. Agrarische bedrijfsvoering is nauwelijks meer aanwezig. Het woningaanbod van Lennisheuvel bestaat vooral uit vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen op ruime percelen. Dit zijn woningen in het middeldure en dure segment. Startersen seniorenwoningen zijn alleen beperkt aanwezig in woongebied ’t Gescheurd Hemd. De verkeersstructuur van Lennisheuvel is eenvoudig, bestaande uit een ringstructuur met enkele aftakkingen. De belangrijkste aftakking ontsluit het woongebied ’t Gescheurd Hemd. Net buiten Lennisheuvel is de Loxvenseweg vormgegeven een vrijliggend onverhard fietspad dat vanuit noordelijke richting langs het bedrijventerrein Ladonk en buiten Lennisheuvel om uitkomt op de Koevoortseweg.
Functionele opbouw van Lennisheuvel
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
3
BELEIDSKADER
3.1
Rijksbeleid
9
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), 2012 Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in werking getreden. De aanleiding voor het opstellen van deze structuurvisie is gelegen in het feit dat er nieuwe politieke accenten zijn gelegd en doordat er veranderende omstandigheden zijn zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen. Dit laatste onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. Deze structuurvisie geeft een integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. In de visie worden ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur sterker dan voorheen met elkaar verbonden. De structuurvisie vervangt alle voorgaande rijksnota’s ten aanzien van ruimte en mobiliteit (waaronder de Nota Ruimte), behalve de Structuurvisie Nationaal Waterplan. De hoofdlijn van de SVIR is dat het Rijk op het gebied van de ruimtelijke ordening terugtreedt en dat gemeenten en provincies op dit taakveld een meer prominente rol krijgen. In het SVIR staat centraal dat alleen nog een taak voor het Rijk is weggelegd wanneer sprake is van: 1. een onderwerp dat nationale baten en / of lasten heeft en de doorzettingsmacht van gemeenten overstijgt (bv. mainports); 2. een onderwerp waarvoor internationale verplichtingen zijn aangegaan (bv. werelderfgoederen); 3. een onderwerp dat (provincie-) of landsgrens overschrijdend is, of een hoog afwentelingsrisico kent of reeds in beheer bij het rijk is (bv. infrastructuur). Het Rijk heeft 13 onderwerpen benoemd waar het, aan de hand van de bovenstaande criteria, een taak voor zichzelf ziet weggelegd. Door het nemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van deze onderwerpen stelt het Rijk zich voor de middellange termijn (2028) en lange termijn (2040) tot doel Nederland concurrerend, veilig en leefbaar te houden. De onderwerpen die een nationaal belang betreffen zijn het creëren van een internationaal bereikbaar vestigingsklimaat, ruimte bieden voor het hoofdnetwerk van (duurzame) energievoorziening en het vervoer van stoffen via buisleidingen en een efficiënt gebruik van de ondergrond. Daarnaast zijn ook het creëren van een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor- en vaarwegen, het beter benutten en in stand houden van het bestaande mobiliteitssysteem met bijbehorende hoofdinfrastructuur, het verbeteren van de milieukwaliteit, ruimte voor waterveiligheid en klimaatbestendige ontwikkeling, ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationaal unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten, ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten en ruimte voor militaire terreinen en activiteiten van nationaal belang. Tenslotte vindt het Rijk zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij ruimtelijke plannen belangrijk. Het onderhavige bestemmingsplan is conserverend van aard. In het plan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die raken aan de nationale belangen. In de voorganger van de SVIR, de Nota Ruimte, was de gemeente Boxtel aangewezen als onderdeel van Het Groene Woud. Het Groene Woud was aangewezen als een Nationaal Landschap. In de SVIR zijn de Nationale Landschappen komen te vervallen als planologisch regime. De gemeente Boxtel kiest
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
10
ervoor om het beleid uit dit regime uit te blijven dragen. Nationale Landschappen zijn gebieden met internationale zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van Nationale Landschappen moeten behouden blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk versterkt worden. In samenhang hiermee zal de toeristisch recreatieve betekenis moeten toenemen. Uitgangspunt is ‘behoud door ontwikkeling’: mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt (ja, mits principe) zijn binnen Nationale Landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Er is ruimte voor ten hoogste de natuurlijke bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en voor regionale en lokale bedrijvigheid. Grootschalige verstedelijking, nieuwe grootschalige glastuinbouwlocaties en infrastructurele projecten zijn niet toegestaan binnen een nationaal landschap. Indien dergelijke ingrepen vanwege een groot openbaar belang onvermijdelijk zijn dient mitigatie en compensatie plaats te vinden. Provincies waren verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor nationale landschappen. In navolging van het landelijke beleid heeft de provincie Noord-Brabant besloten Het Groene Woud niet langer planologisch te beschermen. De provincie erkent nog wel de kernkwaliteiten van Het Groene Landschap en voert hier tevens beleid op. De kernkwaliteiten van Het Groene Woud zijn het groene karakter; de kleinschalige openheid; en het samenhangend complex van beken, essen, kampen, bossen en heides. Dit kampen- en essenlandschap wordt gekenmerkt door een bijzondere kleinschalige openheid en een groen karakter. Het bestaat uit een complex van grote natuurgebieden, met bossen, heides en stuifzanden, en kleinschalige, agrarische gebieden waarin populieren de wegen en perceelsscheidingen accentueren. Al deze door de Nota Ruimte genoemde kernkwaliteiten komen in Boxtel voor en worden via beleid uit dit bestemmingsplan versterkt. Besluit en ministeriële regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, Rarro), 2011 Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, eerste tranche (Barro) is vastgesteld op 22 augustus 2011; en is op 30 december 2011 in werking getreden. Het Barro vloeit voort uit de ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het kabinet heeft in de genoemde SVIR vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen moet worden ingezet. Het gaat daarbij om het beschermen van de nationale belangen. Deze algemene regels, vastgelegd in het Barro, werken zoveel mogelijk direct door op het niveau van de lokale besluitvorming. Slechts daar waar een directe doorwerking niet mogelijk is, is gekozen voor indirecte doorwerking via provinciaal medebewind. In het wetsvoorstel tot wijziging van de Wro (Spoedwet Wro; TK 32 821) wordt, naar aanleiding van het Raad van State-advies over het Barro, eerste tranche, de wettelijke grondslag voor het provinciaal medebewind en ontheffingen verbeterd. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State voorziet het Barro thans ook in een bij dit besluit behorende ministeriële regeling (Rarro). In deze regeling is de begrenzing opgenomen van de gebieden uit een aantal titels uit het Barro waarvoor een reservering of een vrijwaring geldt. De aanduiding van deze gebieden is opgenomen in het Barro. Ten aanzien van het onderhavige plangebied zijn er geen regels uit het Barro van toepassing, aangezien er bij de onderhavige ontwikkeling geen nationale belangen zijn gemoeid.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
3.2
11
Provinciaal beleid Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (2010) De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO), zoals vastgesteld door Provinciale Staten op 1 oktober 2010 en in werking getreden op 1 januari 2011, geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen. Een deel van het provinciale beleid uit de vigerende beleidsstukken is nog steeds actueel en blijft ongewijzigd. Voorbeelden zijn het principe van concentratie van verstedelijking, zuinig ruimtegebruik, verantwoord omgaan met de natuurlijke basis, het streven naar robuuste en aaneengeschakelde natuurgebieden en de concentratiegebieden voor glastuinbouw en intensieve veehouderijen. In de structuurvisie wordt hiervoor het principe van zorgvuldig ruimtegebruik geïntroduceerd. Uit de structurenkaart van de SVRO blijkt dat voor het onderhavige plangebied het beleid ten aanzien van de ‘kernen in het landelijk gebied’ van toepassing is. Ook het beleid voor de rondom de kern Lennisheuvel gelegen gebieden, aangeduid als ‘gemengd landelijk gebied’ en de ‘groenblauwe mantel’, is van toepassing. Ten aanzien van de ‘kernen in het landelijk gebied’ geldt dat voor de dorpen de lokale behoefte voor verstedelijking wordt opgevangen (wonen, werken en voorzieningen). De stedelijke ontwikkelingen passen qua maat en schaal bij de kern. De ontwerpopgave hangt daarnaast samen met de historische gegroeide identiteit van kern en het omliggend landschap. Het meer perifeer gelegen stedelijk gebied van de provincie, krijgt te maken met een afnemende groei van de woningbouwbehoefte en op termijn zelfs (een beperkte mate van) krimp. Daarom is het belangrijk om concurrentie tussen gemeenten en regio’s, overproductie en leegstand te voorkomen. Het belang van regionale afspraken neemt daardoor toe. Uit de structurenkaart van de SVRO blijkt dat de kern Lennisheuvel gedeeltelijk omgeven is door het ‘gemengd landelijk gebied’. De provincie Noord-Brabant beschouwt het hele landelijke gebied als een gebied waarbinnen een menging van functies aanwezig is. De mate van menging varieert daarbij van de gebieden waarbinnen meerdere functies in evenwicht naast elkaar bestaan tot gebieden waar de land- en tuinbouw de dominante functie is. Centraal in de SVRO staat het realiseren van een gemengde plattelandseconomie. Rondom steden, dorpen en natuur is er daarbij in de meeste gevallen sprake van een gemengde plattelandseconomie. Ontwikkelingen direct rondom dorpen houden rekening met hun omgeving en dragen bij aan een versterking van de gebiedskwaliteiten. Het gebied westelijk van Lennisheuvel is aangemerkt als ‘groenblauwe mantel’. Dit is een gebied waar het beleid van de provincie Noord-Brabant er op gericht is dat de belevingswaarde en de recreatieve waarden van het landschap toeneemt. Nieuwe ontwikkelingen zijn hier mogelijk als deze bestaande natuur-, bodem-, en waterfuncties respecteren of bijdragen aan een kwaliteitsverbetering van deze functies of het (cultuurhistorisch waardevolle) landschap. Een (verdere) ontwikkeling van kapitaalintensieve functies, zoals stedelijke ontwikkelingen,
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
12
(bezoekers)intensieve recreatie en concentratiegebieden voor intensieve landbouwfuncties zijn strijdig met de beleidsdoelen voor de groenblauwe mantel.
Uitsnede Structurenkaart. Bron: provincie Noord-Brabant, 2010
Verordening ruimte 2012 (2012) In de SVRO zijn de hoofdlijnen van het provinciale beleid voor de komende periode aangegeven. Daarin is voor de doelen en ambities die bereikt moeten worden per onderwerp aangegeven welke instrumenten de provincie wil inzetten. In een aantal gevallen is gekozen voor het instrument 'planologische verordening', bekend als Verordening ruimte. De door Provinciale Staten op 11 mei 2012 vastgestelde en op 1 juni 2012 in werking getreden Verordening ruimte 2012 stelt regels aan onder meer stedelijke ontwikkeling, natuurontwikkeling, de ontwikkeling van intensieve veehouderijen (reconstructie van het buitengebied), waterberging, cultuurhistorie en het agrarisch gebied.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
13
Uitsnede van de kaart ‘Stedelijke ontwikkeling’ uit de Verordening ruimte 2012. Bron: provincie Noord-Brabant, 2012
Uitsnede van de kaart ‘Ontwikkeling intensieve veehouderij’ uit de Verordening ruimte 2012. Bron: provincie Noord-Brabant, 2012
Uitsnede van de kaart ‘Natuur en landschap’ uit de Verordening ruimte 2012. Bron: provincie NoordBrabant, 2012
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
14
Uitsnede van de kaart ‘Overige agrarische ontwikkeling en windturbines’ uit de Verordening ruimte 2012. Bron: provincie Noord-Brabant, 2012
Uitsnede van de kaart ‘Water’ uit de Verordening ruimte 2012. Bron: provincie Noord-Brabant, 2012
Uitsnede van de kaart ‘Cultuurhistorie’ uit de Verordening ruimte 2012. Bron: provincie NoordBrabant, 2012
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
15
Op onderhavig plangebied zijn van toepassing de regels van het bestaand stedelijke gebied, het extensiveringsgebied, de groenblauwe mantel, het zoekgebied voor ecologische verbindingszones, het zoekgebied behoud en herstel watersystemen en het agrarisch gebied. Onderhavig plan betreft een beheersplan en legt de bestaande situatie vast. Waar nodig zijn beschermende maatregelen opgenomen in het plan. Op de beschermende maatregelen ten aanzien van het zoekgebied voor ecologische verbindingszones en het zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen wordt nader ingegaan in paragraaf 5.7 van deze toelichting. 3.3
Gemeentelijk beleid Strategische visie: “Boxtel 2020, duurzaam en dynamisch centrum in Het Groene Woud” In 2009 is door de gemeenteraad de strategische visie van 2010 tot 2020 vastgesteld. De strategische visie is verwoord in zes ambities. Deze zes ambities zijn achtereenvolgens: • Boxtel blijft voorop met duurzaamheid; • Boxtel ontwikkelt toerisme en recreatie tot een volwaardige bedrijfstak; • Boxtel versterkt zijn positie als werkgelegenheidsgemeente; • Boxtel werkt aan een sterk centrum; • Boxtel is ook in 2020 een prima woongemeente; • Boxtel heeft een modern bestuur. De strategische visie is uitgewerkt in verscheidene richtinggevende keuzes welke mede de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Boxtel bepalen. Structuurvisie Boxtel 2011 (2011) In juli 2011 is door de gemeente Boxtel de ‘Structuurvisie Boxtel 2011’ vastgesteld. De visie bestaat ten eerste uit een Atlas. Hierin wordt een inventarisatie van het huidige beleid gemaakt en een beschrijving van het huidige Boxtel gegeven. Vervolgens is een analyse gemaakt op vier integrale thema’s: wonen en leven, beleven, ondernemen en verbinden. Daarop volgend zijn een agenda, welke de belangrijkste vraagstukken bevat, en een bedrijfsplan gemaakt. De vier thema’s vormen de rode draad van de visie. In het thema ‘wonen en leven’ wordt een voorwaardenkaart voor aangenaam leven geschetst, in het thema ‘beleven’ wordt een troevenkaart van Boxtel gegeven, in het thema ‘ondernemen’ wordt een kansenkaart voor vitaliteit geschetst en in het thema ‘verbinden’ wordt een vervlechtingskaart van duurzame relaties gegeven. In de structuurvisie wordt de nadruk gelegd op de ligging van Boxtel en de omringende dorpen in het nationale landschap Het Groene Woud. Beide entiteiten zijn onmiskenbaar aan elkaar gekoppeld, het wonen en werken kunnen daar direct van profiteren. Ondanks de wenselijke verschillen tussen de bebouwde kommen en het buitengebied, wordt juist ook gezocht naar overeenkomsten. Hierbij wil de gemeente Boxtel en omgeving niet grondig in aanzien veranderen, maar de bestaande sterke punten van de gemeente worden beter benut. Hiertoe worden in de structuurvisie onder andere een aantal concentratiegebieden aangegeven waar de voor de visie belangrijke projecten worden geplaatst. Eén van die concentratiegebieden wordt gevormd door de ‘Westelijke knoop’, waarvan de kern Lennisheuvel deel uitmaakt. Tussen de diverse concentratiegebieden of knopen ontstaan verschillende verbindingen. Soms is die verbinding een route, soms is het een nieuw gebied dat
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
16
de koppeling legt tussen gebouwen of functies. Het beter verbinden van concentratiegebieden is van groot belang. Ondanks het feit dat Boxtel het best bereikbare dorp van Nederland is, is de gemeente van binnenin relatief onbenaderbaar. Het centrum van Boxtel en het buitengebied moeten beter aan elkaar worden gekoppeld, onder andere door de aantrekkelijkheid van de verbindingen te vergroten. Met de heroriëntatie van Lennisheuvel op Ladonk en stationszone, als onderdeel van het verbeteren van de verbindingen, kunnen Lennisheuvel en Kampina beter worden aangehaakt in de ruimtelijke structuur. Lennisheuvel en Ladonk worden hiertoe ruimtelijk en met beeldkwaliteit met elkaar verbonden. Lennisheuvel zal daardoor gaan fungeren als ‘het balkon naar de Kampina’. De woonomgeving in Boxtel is gevarieerd. De opgave voor het woningaanbod is te komen tot meer differentiatie en variatie. Onder andere via het organiseren van goed verspreide zorgvoorzieningen. De woningvraag in Boxtel leidt niet tot grootschalige uitbreidingen, maar eerder tot ‘afronden’ (met kleinschalige uitbreidingen) en ‘inbreiden’ en herstructureren. De leefomgeving kan nog beter worden uitgenut, onder andere door de openbare ruimte direct in te richten op het wonen.
Woonvisie 2010 – 2014 (2010) Deelgebiedenkaart ‘Westelijke Poort’ uit de Structuurvisie Boxtel 2011
De Woonvisie 2010-2014 is door de gemeenteraad vastgesteld op 26 januari 2010. In de woonvisie wordt ingegaan op een aantal centrale thema’s. Ten eerste is dit het thema nieuwbouw, waarbij wordt ingegaan op streefcijfers en doelgroepen van beleid. Ten tweede het
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
17
thema de bestaande woningvoorraad. Het derde thema betreft het huisvesten van specifieke doelgroepen, dit is een belangrijk onderdeel in de woonopgave. Ten vierde het thema levensloopbestendigheid en leefbaarheid en ten vijfde het thema Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Tenslotte wordt ingegaan op de te maken locatiekeuzes en samenwerking. Twee belangrijke aandachtspunten zijn de vergroening en vergrijzing van Boxtel. Een hoge groene druk kan in de toekomst leiden tot een grotere vraag naar starterswoningen. Niet alleen omdat er verhoudingsgewijs meer jongeren zijn ten opzichte van de beroepsbevolking, maar ook omdat deze jongeren tot op latere leeftijd alleenstaand blijven en ook alleen blijven wonen. Dit heeft tot gevolg dat er meer eenpersoonshuishoudens komen die op zoek gaan naar een starterswoning. De grijze druk is van invloed op de vraag naar woningen. Zo zijn er verhoudingsgewijs niet alleen steeds meer senioren, ze worden ook ouder. Dit is van invloed op de kwaliteit en het ontwerp van de woningen. Ten aanzien van de twee bovenstaande aandachtspunten verdient de kern Lennisheuvel extra aandacht. De leefbaarheid in deze kern staat onder druk. Voorkomen moet worden dat starters en senioren uit deze kernen (moeten) vertrekken omdat zij geen passende woning kunnen vinden. Dit vraagt een meer op de lokale situatie toegesneden pakket van oplossingen. Voor Lennisheuvel geldt dat men meer gebaat is bij een geleidelijke bouwstroom van ‘kleine plukjes’ dan bij één of enkele grotere projecten. In Lennisheuvel is het bouwen van extra woningen een lastige opgave vanwege het ontbreken van voldoende geschikte inbreidingslocaties en het volledig ontbreken van uitbreidingslocaties. In Lennisheuvel zijn, vanwege bovenstaande redenen, recent de mogelijkheden voor woningbouw, ter vergroting van het woningbestand, stedenbouwkundig onderzocht. Daaruit is geconcludeerd dat stedenbouwkundig de voorkeur uitgaat naar de Zuid-Heerenbeekloop. Het onderhavige bestemmingsplan is conserverend van aard, een eventueel te realiseren woningbouwopgave in Lennisheuvel maakt geen onderdeel uit van het bestemmingsplan. Nota Toerisme en recreatie 2011 – 2015: “Boxtel, bruisend centrum in Het Groene Woud” De Nota Toerisme en recreatie 2011 – 2015 is door de gemeenteraad vastgesteld in april 2011. Hierin wordt geconcludeerd dat het een gunstig moment is om het toeristische product Boxtel verder vorm te geven. De consument heeft meer en meer behoefte aan wat Boxtel en Het Groene Woud te bieden heeft of kan gaan bieden. Boxtel en Het Groene Woud zijn op toeristisch recreatief gebied redelijk onbekend, het toeristische product en imago moet nog gecreëerd gaan worden. Op dit moment schort het in Boxtel nog aan voorwaardenscheppende elementen om hét bruisend centrum van Het Groene Woud te zijn. Door de uitvoering van het actieprogramma wordt de verblijfsduur van de recreant/ bezoeker verlengd van één dagdeel naar minimaal twee dagdelen om zo de economische koek te vergroten. Boxtel gaat zich richten op de volgende doelgroepen: gezinnen met kinderen en senioren. We gaan verbinden en juiste informatie ontsluiten en zorgen dat Boxtel bekend gaat staan als een bruisende gemeente. Dit gaat de gemeente doen door nog meer in te gaan zetten op evenementen. Om dit te bereiken heeft de gemeente de ondernemers nodig en die willen we dan ook stimuleren en faciliteren om de gewenste ontwikkeling te bereiken. Het onderhavige bestemmingsplan is conserverend van aard, nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden niet direct mogelijk gemaakt. Waar mogelijk worden in de bestemmingsregeling wel flexibiliteitsbepalingen opgenomen om toeristische ondernemers te stimuleren en te faciliteren.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
18
Economische visie (2009) In 2009 is door de gemeenteraad de economische visie vastgesteld. In deze visie worden de ambities, hoofdkeuzes, hoofddoelstellingen, pijlers en doelen van het economische beleid van de gemeente Boxtel uiteengezet. De ambitie van de gemeente Boxtel omvat het inzetten op de People – Planet – Profit strategie. Dit houdt in daadkrachtig in te zetten op een duurzame welvaartsontwikkeling voor Boxtel, de afname van de demografische groei niet per definitie te laten leiden tot een afname van het welzijn voor de inwoners en bedrijven van Boxtel en een plus te realiseren op de lokale economie. Deze ambities leiden tot de volgende hoofdkeuzes. Ten eerste het zwaartepunt leggen bij vernieuwende ontwikkeling en innovatie binnen de huidige economische structuur. Ten tweede het behouden en versterken van de groene kwaliteiten, hiertoe zijn economische ontwikkelingen noodzakelijk. Tenslotte wordt er voor gekozen dat nieuwe ontwikkelingen bij voorkeur niet op nieuwe (uitleg)locaties plaatsvinden, maar dat in eerste instantie juist wordt ingezet op herontwikkelingslocaties met een kwaliteitssprong. Alleen waar transformatie en/of verdichting geen soelaas biedt kan na verantwoorde overweging van alternatieven ontwikkeling in de vorm van beperkte uitleg plaatsvinden. Ten opzichte van de economische visie legt het onderhavige bestemmingsplan de bestaande situatie vast, nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Hiervoor dienen separate planologische procedures te worden doorlopen.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
4
PLANBESCHRIJVING
4.1
Beheer
19
Onderhavig bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Dit houdt in dat de huidige situatie wordt vastgelegd en van een actuele bestemmingsregeling wordt voorzien. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en daarom zijn ook geen haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. Wel zijn binnen de bestemmingen reële mogelijkheden voor het oprichten, vervangen en uitbreiden van bebouwing opgenomen en kan in beperkte mate worden afgeweken van het huidige gebruik. Het gaat daarbij altijd om veranderingen die samenhangen met de bestaande verschijningsvorm en functie en daarom passen binnen een beheersgericht bestemmingsplan. 4.2
Specifiek Kenmerkend voor Lennisheuvel is het groene binnengebied aan de achterzijde van de lintbebouwing. Dit gebied is nauwelijks toegankelijk en alleen zichtbaar vanuit zuidelijke richting, maar wordt ruimtelijk wel waardevol geacht. Daarom is het beleid erop gericht de kenmerken van het gebied te handhaven. Er is hierbij gekozen voor: • behoud van de zichtlijnen naar het groene binnengebied vanuit zuidelijke richting; • het vrij houden van het terrein van bebouwing; • behoud van de variatie in open- en beslotenheid door beplanting. Mogelijkheid behoud bebouwingskarakteristiek Het huidige bebouwingsbeeld van de linten is eveneens karakteristiek voor Lennisheuvel. Het lint heeft een halfopen karakter en de woningen zijn individueel vormgegeven met variërende goot- en bouwhoogtes. Ze zijn op enige afstand van de straat gesitueerd, waardoor ruimte is voor voortuinen. Het beleid is erop gericht het huidige gevarieerde straatbeeld te behouden door het vastleggen van bouwvlakken, woningtypes en goot- en bouwhoogtes.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
20
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
21
5
MILIEUHYGIENISCHE EN PLANOLOGISCHE ASPECTEN
5.1
Inleiding Onderhavig bestemmingsplan laat geen nieuwe ontwikkelingen toe. Wel meegenomen zijn ontwikkelingen, die bij vaststelling van het bestemmingsplan bij recht toegestaan zijn (via een afgeronde juridisch planologische procedure) en dan ook als ‘bestaand’ te beschouwen zijn. De haalbaarheid van deze ontwikkelingen is reeds aangetoond in de eerder gevoerde procedure. Hieronder wordt daarom slechts kort en bondig ingegaan op de planologisch relevante milieuaspecten voor het plangebied.
5.2
Geluidhinder Wegverkeerslawaai Beleidskader Op basis van artikel 74 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd, indien dat plan mogelijkheden biedt voor: • de nieuwbouw van woningen of andere geluidsgevoelige functies (functies zoals genoemd in artikel 82, lid 2 van de Wet geluidhinder juncto artikel 4, lid 2 van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en artikel 106, lid 1 onder e van de Wet geluidhinder); • de aanleg van een nieuwe weg en/ of een reconstructie van een bestaande weg; • functiewijzigingen van een niet-geluidsgevoelige functie in een geluidsgevoelige functie (bijvoorbeeld via afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid). Dit geldt voor alle straten en wegen, met uitzondering van: • wegen die in een als ‘woonerf’ aangeduid gebied liggen; • wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. Conclusie Dit bestemmingsplan is gericht op beheer. Nieuwe ontwikkelingslocaties met directe realisatiemogelijkheden zijn niet in het plan aanwezig. Akoestisch onderzoek kan dan ook achterwege worden gelaten. Railverkeerslawaai Beleidskader Op grond van artikel 4.3 van het Besluit geluidhinder dient een akoestisch onderzoek te worden ingesteld naar de geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai bij ligging nabij een spoorweg. Uit dit onderzoek moet naar voren komen wat de te verwachten geluidsbelasting voor woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen is en welke maatregelen worden getroffen om de maximaal toelaatbare grenswaarden niet te overschrijden. Op basis van het bepaalde in artikel 76, lid 3, kan dit onderzoek achterwege blijven indien op het tijdstip van de vaststelling of
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
22
herziening van een bestemmingsplan een spoorweg reeds aanwezig of in aanleg is en de woning of andere geluidsgevoelige objecten ook reeds aanwezig of in aanbouw zijn. Dit is, evenals de zonebreedte, vastgelegd het Besluit geluidhinder. Conclusie Aangezien het bestemmingsplan rechtens geen nieuwbouw van woningen of een wijziging of aanleg van een nieuwe (spoor)weg toelaat, kan een akoestisch onderzoek achterwege blijven. Onderhavig plan is een beheerplan waar tevens geen spoorwegen bij in de buurt zijn gelegen. Industrielawaai Beleidskader Volgens de Wet geluidhinder moeten alle terreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, gezoneerd zijn. Bedoelde inrichtingen – vroeger ook wel 'A-inrichtingen' genoemd – zijn sinds 1 oktober 2010 te vinden in het Besluit omgevingsrecht. Rondom deze industrieterreinen geldt een geluidszone die wordt vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Beoordeling en conclusie Naar aanleiding hiervan is in het bestemmingsplan de 50 dB(A)-contour rondom industrieterrein Ladonk opgenomen. Buiten de geluidzone mag de geluidbelasting afkomstig van inrichtingen niet hoger zijn dan de hierboven aangegeven waarden. In de zone gelden beperkingen voor het oprichten van woningen en andere geluidgevoelige objecten. In het onderhavige bestemmingsplan zijn daarom regels opgenomen ten aanzien van de zone. De regels zijn vervat in de gebiedsaanduiding ‘Geluidzone - Industrie’. Op de verbeelding is deze zone opgenomen. 5.3
Bedrijven en milieuzonering Beleidskader Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woonwijken. Om het begrip hanteerbaar te maken is gebruik gemaakt van de publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering 2009’ van de VNG. Bedrijven zijn hierin opgenomen in een tabel, die is ingedeeld in milieucategorieën, waarbij per bedrijf is aangegeven wat de afstand tot een rustige woonwijk dient te zijn (de zogenaamde afstandentabel). Deze afstanden kunnen als basis worden gehanteerd, maar zijn indicatief. Er kan (enigszins) van afgeweken worden in situaties waarin geen sprake is van een rustige woonwijk of bij afwijkende bedrijven. In het algemeen wordt door middel van het aanbrengen van een zonering tussen bedrijvigheid en woonbebouwing de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
23
Conclusie Het plangebied bestaat uit een gebied dat kan worden getypeerd als een rustige woonwijk. De bestemming van het woongebied is conserverend van aard en nieuwe ontwikkelingen zijn hierin niet voorzien. Ontwikkelingen die bij recht (via een reeds doorlopen planprocedure) zijn toegestaan worden als ‘bestaand’ beschouwd. De in het plangebied gelegen bestaande bedrijven zijn positief bestemd. 5.4
Bodem Beleidskader Het landelijk beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. Met andere woorden, de bodemkwaliteit mag geen onaanvaardbaar risico opleveren voor de gebruikers van de bodem. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient de bodemkwaliteit door middel van een bodemonderzoek in beeld te worden gebracht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van de onderzoeksresultaten kan vervolgens worden nagegaan of er vervolgmaatregelen getroffen moeten worden zoals een nader onderzoek of eventueel een (functiegerichte) sanering. Conclusie Met het oog op kostenbesparing en efficiëntie is het van belang om een actief bodembeheer toe te passen. Dit is het totaal van activiteiten gericht op het adequaat en efficiënt omgaan met de gevolgen van structureel aanwezige gevallen van bodemverontreiniging. In onderhavig bestemmingsplan wordt beoogd de bestaande situatie vast te leggen en de bestemmingsregeling te actualiseren. Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen waarvoor een onderzoek naar kwaliteit van de bodem en het grondwater uitgevoerd moet worden.
5.5
Landschap Beleidskader In 2007 heeft de gemeente een bomenbeleidsplan opgesteld. Dit plan heeft tot doel de kwaliteit van de leefomgeving en de beeldkwaliteit te handhaven en te bevorderen. Daarnaast is het beleid gericht op toename van de biodiversiteit, ecologische waarde en duurzaamheid. Lennisheuvel wordt vooral gekenmerkt door het historisch gegroeide carré rondom en open groenzone met lintbebouwing. Beplanting langs de wegen bestaan voornamelijk uit zomereiken met in korte straten bomenrijen van gevarieerd sortiment. Dit leidt tot een traditionele hoofdstructuur met variatie in de diverse uitbreidingen. Strategie voor Lennisheuvel is het dorpse karakter herkenbaar te laten zijn door gebruik van streekeigen boomsoorten (zomereik, wintereik en winterlinde) langs de oude linten. Buiten de bebouwde kom toepassing van zomereik en es als wegbeplanting. De voorkeur gaat hierbij uit naar een lossere rij met zomereiken gezien het cultuurhistorische beeld. Aan de rand van Het Groene Woud kunnen ook de wilde peer en wilde appel toegepast worden In de nieuwere uitbreiding wordt een siersortiment toegepast passend bij de maatvoering van het profiel.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
24
Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart, provincie Noord-Brabant
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
25
Lennisheuvel kent twee op rijksniveau beschermde bomen. Het betreft een Robinia pseudoacacia achter de kerk en een Ilex aquifolium nabij de kerk en speeltuin. Conclusie Duidelijk herkenbare groenelementen zijn geconcentreerd in de planmatige uitbreiding in het oosten van Lennisheuvel. Deze zijn voorzien van een specifieke groenbestemming. De twee genoemde (rijks)monumentale bomen zijn specifiek op de verbeelding aangeduid en voorzien van een beschermende regeling. 5.6
Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Beleidskader In Europees verband is het zogenaamde ‘Verdrag van Malta’ tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is, dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. Nota gemeentelijk Archeologiebeleid Boxtel (2012) In de ‘Nota gemeentelijk Archeologiebeleid Boxtel’ worden de beleidsuitgangspunten van de gemeente ten aanzien van het gemeentelijke archeologiebeleid beschreven. Hierin is bepaald dat bij ruimtelijke initiatieven die leiden tot bodemverstoring archeologisch inventariserend (voor) onderzoek noodzakelijk is in gebieden met een middelhoge of hoge archeologische verwachtingswaarde en in gebieden met bekende archeologische resten (de zogenaamde archeologische terreinen. Een onderzoekverplichting geldt als de oppervlakte van de bodemverstorende ingreep groter is dan een voor de gebieden vastgestelde ondergrens en indien de verstoring dieper reikt dan de gestelde diepte ondergrens (0,4 m in het binnenstedelijk gebied). Regulier grondgebruik wordt daarmee vrijgesteld van de archeologische onderzoeksverplichting. Beoordeling Uit de kaart behorend bij de Nota gemeentelijk Archeologiebeleid Boxtel blijkt dat in Lennisheuvel verschillende archeologische categorieën voorkomen. Het betreft de categorieën 2, 4, en 5. Voor gebieden aangewezen als categorie 2 (zeer hoge archeologische waarde), categorie 4 (gebieden met een hoge verwachtingswaarde) en categorie 5 (gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde) geldt dat voor gebieden een dubbelbestemming op de verbeelding wordt opgenomen met per categorie bijbehorende regels volgens het gemeentelijk archeologiebeleid. Conclusie Met het opnemen van de dubbelbestemmingen voor de verschillende archeologische gebieden binnen de kern Lennisheuvel worden de archeologische aspecten voldoende meegenomen. Cultuurhistorie vormt derhalve geen belemmering voor dit bestemmingsplan.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
26
Uitsnede Beleidskaart Archeologie Boxtel (2012)
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
27
Cultuurhistorie Beleidskader Per 1 juli 2011 is de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) in werking getreden. Als gevolg van de MoMo wijzigt de Bro per 1 januari 2012 (artikel 3.6.1, lid 2). Wat eerst alleen voor archeologie gold, geldt nu ook voor al het cultureel erfgoed. In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen hoe met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (stede)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren. Het beleid van de provincie Noord-Brabant sluit aan op het nationale beleid voor de archeologische monumentenzorg. De provincie richt zich op de bescherming van objecten en de bescherming, benutting en ontwikkeling van structuren en ensembles van een grotere schaal. De ruimtelijke ordening is een zeer belangrijk integrerend beleidsterrein als het gaat om de zorgvuldige omgang met cultuurhistorisch waardevolle structuren. De provincie beoordeelt plannen en besluiten die ter toetsing bij of ter goedkeuring aan de provincie worden voorgelegd op de wijze waarop de aanwezige cultuurhistorische waarden opgenomen zijn. De cultuurhistorische waarden worden in een vroegtijdig stadium van de planvorming geïnventariseerd, bij het ontwerp gebruikt en bij het besluit meegenomen. Een aantal cultuurhistorische objecten en structuren is beschermd middels de Monumentenwet dan wel middels een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening. Bij aantasting en bij wijziging van deze objecten en structuren is een omgevingsvergunning vereist. Beoordeling In het plangebied zijn diverse monumenten aanwezig. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen rijks- en gemeentelijke monumenten. Hoewel rijksmonumenten reeds beschermd zijn op basis van Wet Monumentenzorg 1988, is hier wel een specifieke aanduiding voor opgenomen in onderhavig plan. Er is geen specifieke regeling voor opgenomen. De gemeentelijke monumenten zijn middels een omgevingsvergunning (in verband met slopen) wel beschermd in onderhavig bestemmingsplan. In de bijlage van toelichting is een lijst opgenomen met de verschillende monumenten binnen onderhavig plangebied. Conclusie Cultuurhistorie vormt geen belemmering voor dit bestemmingsplan.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
28
5.7
Waterhuishouding Beleidskader Algemeen Relevante beleidsstukken op het gebied van water zijn het Provinciaal Waterhuishoudingsplan van Noord-Brabant, het Waterbeheersplan van het Waterschap De Dommel, het Nationaal Waterplan, WB21, het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Europese Kaderrichtlijn Water. Algemeen punt uit deze beleidsstukken is dat water een belangrijk sturend element is in de ruimtelijke ordening. Hierdoor legt water een ruimteclaim op het (stads)landschap waaraan voldaan moet worden. Andere belangrijke elementen uit de genoemde documenten zijn de driestapsstrategieën: • vasthouden - bergen - afvoeren (waterkwantiteit); • schoon houden – scheiden - zuiveren (waterkwaliteit). De achterliggende gedachte hierbij is dat afwenteling zoveel mogelijk moet worden voorkomen en dat de problemen zoveel mogelijk aan de bron moeten worden aangepakt. Tenslotte is de “Beleidsbrief regenwater en riolering” nog relevant. Hierin staat hoe het best omgegaan kan worden met het hemelwater en het afkoppelen daarvan en wie waarvoor verantwoordelijk is. Beleid Rijk Het Nationaal Waterplan dat in december 2009 is vastgesteld, bevat het nationale beleid ten aanzien van de omgang met water tot 2015. Hoofddoel is het voor volgende generaties garanderen van een veilig en welvarend waterland. In dit plan worden antwoorden geformuleerd op samenhangende ontwikkelingen op het gebied van klimaat, demografie, economie en het investeren in een duurzaam waterbeheer. Belangrijk in het Waterplan zijn die antwoorden die zorgen voor bescherming tegen overstromingen, het grotendeels voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit. Het Nationaal Waterplan betreft tevens de eerste uitwerking van het Deltaprogramma. Het Deltaprogramma heeft als doel een duurzame waterveiligheid en zoetwatervoorziening te realiseren. Het Nationaal Waterplan stuurt op het bereiken van deze doelen door de samenwerking tussen overheden te intensiveren; solidariteit, flexibiliteit en duurzaamheid zijn hierbij de leidende basiswaarden. Het is van belang bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met waterhuishoudkundige eisen op korte en lange termijn. Het Nationaal Waterplan (met name ruimtelijke aspecten hierin) heeft daarom ook de status van structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening, en vervangt op onderdelen het beleid uit de Nota Ruimte. Beleid provincie Noord-Brabant Het provinciale beleid, zoals opgenomen in het Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010 – 2015, bevat het strategische waterbeleid van de provincie Noord-Brabant voor de periode 2010 – 2015. Het Provinciaal Waterplan (met name ruimtelijke aspecten hierin) heeft de status van structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Vijf hoofdthema's vormen de kern van het beleid: 1. het realiseren van een duurzame watervoorziening;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
29
2. het verbeteren van de waterhuishoudkundige situatie ten behoeve van de veiligheid en bescherming tegen wateroverlast; 3. het verbeteren van de waterkwaliteit; 4. het inrichten van waterlopen met het oog op de versterking van natuurwaarden; 5. het anders omgaan met water in bebouwd gebied. Beleid waterschap De Dommel Het Waterbeheerplan III is vastgesteld op 16 december 2009 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant op 21 december 2009. In het Waterbeheerplan is aangegeven wat de doelen van het waterschap zijn voor de periode 20102015 en hoe het waterschap dit wil gaan bereiken. In het Waterbeheerplan zijn de navolgende thema’s uitgewerkt: • droge voeten; • voldoende water; • natuurlijk water; • schoon water; • schone waterbodem; • mooi water. Hierna wordt ingegaan op de bovengenoemde kernthema’s. Droge voeten Waterschap De Dommel heeft het streven dat de regionale wateroverlast in 2015 beheersbaar is. Dit betekent dat de kans op wateroverlast in met name bebouwd gebied acceptabel moet zijn, overeenkomstig nationaal en regionaal beleid. Om wateroverlast tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te brengen zijn gestuurde waterbergingsgebieden nodig. Deze gestuurde waterbergingsgebieden dienen ook op de lange termijn (2050) te voldoen, rekening houdend met veranderingen in het klimaat. Voor de stedelijke wateropgave streeft Waterschap De Dommel ernaar de belangrijkste wateroverlast in bebouwd gebied in 2015 te hebben aangepakt. Het gaat hier om wateroverlast in bebouwd gebied die optreedt als gevolg van regenwater (via riolering), grondwater en regionaal oppervlaktewater. Voldoende water In delen van het beheergebied van Waterschap De Dommel sluiten de grond- en oppervlaktewaterstanden niet goed aan bij de wensen van natuur, landbouw en bebouwd gebied. Door watertekorten kan meer schade ontstaan aan landbouw en natuur. Waterschap De Dommel streeft naar geschikte grondwaterstanden voor natuur en landbouw en voldoende aanvulling van het grondwater. Het doel is dat de gemiddelde jaarlijkse onttrekking op lange termijn de grondwateraanvulling niet overschrijdt. Voorkomen moet worden dat menselijk handelen negatieve effecten heeft op de grondwaterstand en daarvan afhankelijke ecologische doelen in beken en natuurgebieden en de drinkwatervoorziening.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
30
Natuurlijk water Voor het thema natuurlijk water richt Waterschap De Dommel de inrichting en het beheer van de watergangen op het halen van de ecologische doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en de functies ‘waternatuur’ en ‘verweven’ uit het Provinciaal Waterplan. Om deze doelen te bereiken gaat het waterschap verder met beekherstel, de aanleg van ecologische verbindingszones en het opheffen van barrières voor vismigratie. Schoon water Voor het thema schoon water streeft het Waterschap De Dommel naar een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater voor landbouw, natuur, drinkwater, zwemwater en de belevingswaarde van water. Problemen met de waterkwaliteit in het gebied van Waterschap De Dommel dienen zo min mogelijk afgewenteld te worden op benedenstrooms gelegen watersystemen. Voor water in bebouwd gebied streeft het waterschap samen met gemeenten naar vermindering van overlast en gezondheidsrisico’s door de aanpak van waterkwaliteitsproblemen. Schone waterbodem Het doel voor het thema schone waterbodem is dat de bodem geen problemen meer oplevert voor de realisatie van de andere waterthema’s. Het waterschap wil verdere verspreiding van verontreinigende stoffen uit de waterbodem tot een aanvaardbaar minimum terugbrengen. Daarnaast wil het waterschap voorkomen dat problemen afgewenteld worden op benedenstrooms gelegen watersystemen. Beekherstelprojecten zorgen voor herstel van natuurlijke processen. Hierdoor vindt weer een natuurlijke uitschuring van oevers en bodems plaats. Het uitgeschuurde materiaal wordt op andere plaatsen in de beek weer afgezet, waarbij de samenstelling van de waterbodem verbeterd. Mooi water Het doel van het Waterschap De Dommel is om beken en landschappen mooi te maken, maar ook bijvoorbeeld de rioolwaterzuiveringsinstallaties en de directe omgeving ervan. Landschappelijke inpassing van plannen, afwerking van stuwen en bruggen, ruimte voor recreatief medegebruik of inpassing van kunstobjecten dragen bij aan het mooier maken van het water. Notitie Ontwikkelen met een duurzaam wateroogmerk De notitie geeft uitgangspunten en randvoorwaarden bij het hydrologisch neutraal bouwen en maakt inzichtelijk welke hydrologische consequentie(s) ruimtelijke ontwikkelingen kunnen hebben op het watersysteem. De notitie bevat beleiduitgangspunten, voorwaarden en normen om de negatieve hydrologische consequenties te compenseren binnen de ontwikkeling. Ter ondersteuning hiervan heeft het waterschap een toetsinstrumentarium ontwikkeld, waarmee een plan relatief eenvoudig getoetst kan worden op hydrologische neutraliteit. Beleid gemeente Boxtel Het waterbeleid van de gemeente Boxtel is vastgelegd in de Watervisie Boxtel uit 2010. De visie dient het algemene kader te geven om de hoofddoelstellingen te bereiken, te weten: het beschermen van de volksgezondheid, het behouden van de goede leefomgeving en het beschermen van het milieu en de natuur. Daarbij zijn vijf thema’s van belang: veiligheid, water bewaren, schoon water, water als waarde en samenwerking / communicatie.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
31
Conclusie Het plangebied betreft grotendeels een bestaand bebouwd gebied, waarbinnen geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. 5.8
Ecologie Beleidskader Per 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. Deze wet vereist dat inzicht wordt geboden in de effecten van een voorgenomen ruimtelijke ingreep op wettelijk beschermde planten en dieren. Als er significant schadelijke gevolgen zijn voor een wettelijk beschermde soort en/of leefgebied zal bezien moeten worden in hoeverre de schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. Wordt de uitvoering van een plan noodzakelijk geacht (maatschappelijke relevantie aantonen) dan zal in het kader van de wet een omgevingsvergunning moeten worden verkregen en zal moeten worden voorzien in compensatie. Onderhavig plangebied betreft de bebouwde kom van Lennisheuvel. Hier is sprake van intensief ruimtegebruik en een vrij hoog verhardingspercentage. Per 1 maart 2011 is de ‘Verordening ruimte Noord-Brabant 2011’ in werking getreden. Op 13 september 2011 is de ‘Wijziging verordening ruimte in samenhang met natuurbeheerplan 2012’ vastgesteld. In beide documenten worden regels gesteld aan het beschermen van landschaps- en natuurwaarden. Deze betreffen onder andere het beschermen van gebieden die zijn gelegen in het ‘zoekgebied voor ecologische verbindingszones’ en het ‘zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen’. De Verordening ruimte bepaald ten aanzien van de ecologische verbindingszones dat ‘een bestemmingsplan dat is gelegen in een zoekgebied voor ecologische verbindingszone strekt tot de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone waarbij dat zoekgebied een breedte heeft van ten minste 50 meter in bestaand stedelijk gebied. Ten aanzien van de watersystemen bepaald de Verordening ruimte dat ‘een bestemmingsplan dat is gelegen in een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen mede strekt tot de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen waarbij dat zoekgebied een breedte heeft van ten minste 25 meter aan weerszijden van de waterloop’. Beoordeling en conclusie Binnen het plangebied vinden geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats die getoetst moeten worden in het kader van de Flora- en Faunawet. Het meest zuidwestelijke gedeelte van het plangebied is gelegen in gebieden die getoetst moeten worden aan de verordeningen van de provincie Noord-Brabant. Milieuzone – ecologische verbindingen Ten eerste is het plangebied gelegen in ‘het zoekgebied voor ecologische verbindingszones’, tevens is het plangebied gelegen in een ‘bestaand stedelijk gebied’. In het onderhavige bestemmingsplan zijn daarom beschermende regels opgenomen voor de bescherming van de zone over een breedte van 50 meter. De beschermende regels zijn vervat in de gebiedsaanduiding ‘Milieuzone – ecologische verbindingen’. De EVZ's (zoekgebied voor ecologische verbindingszone) uit de Verordening ruimte zijn tevens opgenomen in de
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
32
verbeelding. Aan weerszijden van de beekloop is een zone opgenomen waarbinnen de ecologische verbindingszone kan worden aangelegd. De ecologische verbindingszone verbindt verschillende natuurgebieden met elkaar. De zone bestaat uit langgerekte landschapselementen. De zones moet zodanig zijn of kunnen worden ingericht, dat planten- of diersoorten zich van het ene naar het andere natuurgebied kunnen verplaatsen. De breedte en inrichting van de ecologische verbindingszone is afhankelijk van de natuurfunctie die zij vervullen. Er worden natte en droge verbindingszones onderscheiden. Ecologische verbindingszones kunnen op allerlei wijzen gerealiseerd worden. De zones moeten dus zodanig worden ingericht dat de doelsoorten waarvoor de verbindingszone is bedoeld er ook daadwerkelijk gebruik van kunnen maken. Het gebruik als ecologische verbindingszone kan ook niet de enige functie van de strook zijn. Veelal blijft (extensief) agrarisch (mede)gebruik mogelijk. Milieuzone – beekherstel Ten tweede is het plangebied gelegen in het ‘zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen’. In het onderhavige bestemmingsplan zijn daarom beschermende regels opgenomen voor de bescherming van de zone. De beschermende regels zijn vervat in de gebiedsaanduiding ‘Milieuzone – beekherstel’. Op de verbeelding is deze zone opgenomen aan weerszijden van de beeklopen. Deze milieuzone valt samen met andere gebiedsbestemmingen. Aan de Heerenbeekloop is de functie waternatuur toegekend. Alle beken met de functie waternatuur worden in principe hersteld. Beekherstel heeft betrekking op maatregelen zoals hermeandering (herstel erosie- / sedimentatieprocessen), inrichting van de oevers, aanleg van vispassages en herstel van brongebieden. Om beekherstel te realiseren zal een groot deel van de gronden (25 meter breedte bij de bovenloop en 50 meter bij de middenloop) moeten worden verworven en als natuur worden aangemerkt. Deze gronden vallen ter plaatse van het plangebied samen met de begrensde ecologische hoofdstructuur. 5.9
Luchtkwaliteit Beleidskader In het kader van de planologische procedure dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor wat betreft luchtkwaliteit. Hierbij dient het effect op de luchtkwaliteit in de omgeving als gevolg van de nieuwe ontwikkeling, als ook de toetsing aan de 'Wet luchtkwaliteit' in beeld te worden gebracht. De 'Wet luchtkwaliteit' is hierbij het wettelijke toetsingskader. De wet bevat grenswaarden voor luchtkwaliteit die uiterlijk in 2010 moeten worden bereikt. Conform de richtlijn van de EU gelden de grenswaarden voor de buitenlucht voor het gehele grondgebied van de lidstaten, met uitzondering van de werkplek. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (amvb) en ministeriële regelingen (mr) die gelijktijdig met de 'Wet luchtkwaliteit' in werking treden. Conclusie Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen waarvoor aan de luchtkwaliteit getoetst dient te worden.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
33
5.10 Externe veiligheid Beleidskader Het beleid inzake externe veiligheid is gericht op de beheersing van risico’s voor de omgeving met betrekking tot: • het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen); • het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, waterwegen, wegen en spoorwegen); • het gebruik van luchthavens. In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) staan twee doelen centraal: de bescherming van individuen tegen de kans op overlijden als gevolg van een ongeluk, en de bescherming van de samenleving tegen het ontwrichtende effect van een ramp met een groter aantal slachtoffers; respectievelijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Beoordeling Om eventuele belemmeringen op het gebied van externe veiligheid in beeld te brengen is de Brabantse risicokaart geraadpleegd (www.brabant.nl). De kaart wordt door de provincie NoordBrabant en al haar gemeenten gebruikt om informatie te verschaffen over risico's in NoordBrabant. Inrichtingen In het plangebied is geen BEVI-inrichting aanwezig. Transport Toetsing transport risico’s: De beoordeling van de risico's veroorzaakt door het doorgaande verkeer dient plaats te vinden aan de hand van de nota "Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, Tweede Kamer 1995-1996", de handreiking "Externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen, VNG 1998" en de in augustus 2004 gepubliceerde circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (ministeries van VROM, BZK en VenW)” waarin richtlijnen voor de toepassing van de rekenmethodiek en de verantwoording van het groepsrisico (GR) zijn opgenomen. Per 1 januari 2011 vigeert tevens het “Besluit externe veiligheid buisleidingen” (Bevb). De verantwoording van het groepsrisico is uitgebreid beschreven in de concept “Handreiking verantwoording groepsrisico (VROM 2004)”. Voor de toetsing is het van belang of er nieuwe ontwikkelingen worden gerealiseerd binnen de toetsingszone van 200 meter van een transportas. Onder transportassen worden verstaan spoorwegen, vaarwegen en autowegen. Voor ruimtelijke plannen zijn spoorwegen, vaarwegen en autowegen risicorelevant als er binnen een zone van 200 meter vanaf de transportas een ontwikkeling gepland wordt. In en nabij het plangebied zijn geen spoor-, vaar en autowegen gelegen die risicorelevant zijn.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
34
Uitsnede van de kern Lennisheuvel uit de Risicokaart Nederland. Bron: provincie Noord-Brabant
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
35
Buisleidingen Voor buisleidingen met gevaarlijke stoffen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing. Net buiten het plangebied liggen twee Rotterdam Rijnpijpleidingen met een brandbare vloeistof. Binnen het Bevb geldt een gelijke systematiek als het Bevi met een onderscheid van plaatsgebonden risico en groepsrisico. Tevens gelden enkele aanvullende eisen ten aanzien van een belemmeringen strook met omgevingsvergunning en de wijze waarop de leiding wordt weergegeven op de verbeelding. Deze eisen worden in het bestemmingsplan verwerkt. De belemmeringen stroken bedragen 5 meter aan weerszijde van de leidingen. Bij de parallelle ligging van de Rotterdam Rijn Pijpleidingen bedraagt dit 20 meter. Ter hoogte van het onderhavige plangebied zijn de buiten het plangebied gelegen pijpleidingen parallel aan elkaar gelegen. Een gedeelte van de belemmeringenstrook is gelegen in het plangebied. Voor de Rotterdam Rijnpijpleidingen welke gelegen zijn ten zuiden van het plangebied is volgens de risicokaart een PR 10-6 contour van toepassing. Deze PR 10-6 contour bedraagt respectievelijk 45,2 meter en 32,8 meter. Deze contouren vallen binnen het plangebied. Binnen deze PR contouren mogen geen nieuwe kwetsbare (en beperkt kwetsbare) objecten aanwezig zijn danwel mogelijk gemaakt worden. In de bestaande situatie ligt binnen deze afstanden één beperkt kwetsbaar object (woning), waardoor niet wordt voldaan aan de richtwaarde. Omdat dit een bestaande functie betreft worden hier geen maatregelen voor getroffen in het kader van dit conserverende bestemmingsplan. Luchthavens In of nabij het plangebied zijn geen luchthavens aanwezig. Conclusie en Verantwoording Groepsrisico Vanuit de buisleidingen ligt het plangebied gedeeltelijk binnen een invloedsgebied. Vanuit de externe veiligheidswetgeving dient bij een ruimtelijk besluit het groepsrisico te worden verantwoord. Voor de buisleidingen en het transport van gevaarlijke stoffen is een volledige verantwoording niet nodig wanneer het groepsrisico in de huidige situatie laag is of wanneer het groepsrisico niet toeneemt. Door de marginale bebouwing van het bewuste deel van het plangebied wordt geen knelpunt verwacht voor de hoogte van het groepsrisico. Daarnaast neemt door het ruimtelijk besluit het groepsrisico niet toe. Tevens worden geen maatregelen getroffen om het groepsrisico te verlagen omdat dit niet past binnen het conserverende karakter van het bestemmingsplan. Een verdere uitwerking van de verantwoording vindt niet plaats. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het onderhavige plan. 5.11 Kabels, leidingen en straalpaden Binnen het onderhavige bestemmingsplan zijn geen planologisch relevante leidingen en straalpaden aanwezig. Kabels, leidingen en straalpaden leveren derhalve geen belemmeringen voor de planontwikkeling.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
36
5.12 Verkeer en parkeren In november 2008 is het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2008-2020 (GVVP) van de gemeente Boxtel vastgesteld. Het GVVP bestaat uit een kader en een daaruit voortvloeiend uitvoeringsprogramma op het gebied van verkeer en vervoer. Dit uitvoeringsprogramma moet leiden tot een gemeentebreed evenwicht in bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid. Om dit evenwicht op gemeenteniveau te bereiken zijn er voor de verschillende onderscheiden functionele en morfologische eenheden in de gemeente doelen gesteld. In het algemeen geldt voor alle gebieden dat de ruimtelijke ordening daarvan dient bij te dragen aan het optimaal functioneren van collectief vervoer en fiets. Daarnaast is het verbeteren van de herkenbaarheid van het wegennet een doel, alsmede het verminderen van de geluidsoverlast door verkeer op Rijks- en provinciale wegen. De concentratie van verkeer wordt op een zo hoog mogelijk niveau bewerkstelligd. Voor de woongebieden en de kernen in de gemeente geldt een goede interne en externe bereikbaarheid als doel. Daarbij moet de parkeersituatie in specifieke probleemgebieden worden verbeterd. Tenslotte wordt ingezet op veilige schoolomgevingen en –routes en het verbeteren van de parkeersituatie. In het onderhavige plan worden, in relatie tot de bovenstaande doelen, geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit bestemmingsplan is conserverend van aard. 5.13 Duurzaam bouwen Duurzame ontwikkeling betekent voor de gemeente Boxtel zorgen voor hier en nu en voor daar en later. Duurzame ontwikkeling richt zich dus op het eigen gebied, de eigen mensen, maar ook op de relaties met de wereld om ons heen en de toekomst. De gemeente Boxtel heeft een nota duurzame ontwikkeling Boxtel 2009-2015 opgesteld (gemeente Boxtel, vastgesteld op 7 oktober 2008) om aan te geven hoe ze om wil gaan met dit thema. De nota beschrijft enerzijds hoe de gemeente als bedrijf duurzaamheid zelf in de praktijk gaat brengen en anderzijds hoe de gemeente als overheidsinstelling via beleid duurzaamheid gaat toepassen. De gemeente beschikt over een onafhankelijke Adviesraad Duurzame Ontwikkeling (ADO). De adviesraad toetst en stuurt de beleids- en planontwikkelingen in de gemeente en verstrekt advies over het beleid of het projectplan. Het onderhavige bestemmingsplan is conserverend van aard en behoeft niet te worden getoetst aan aspecten van duurzaam bouwen.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
6
JURIDISCHE PLANOPZET
6.1
Inleiding
37
Dit hoofdstuk bespreekt de wijze waarop het ruimtelijk en functioneel beleid voor het plangebied in het bestemmingsplan is vertaald. Bij het opstellen van de juridische regeling heeft het uitgangspunt centraal gestaan dat er een regeling geboden wordt die geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt. Hierbij is aangesloten op de bestaande gemeentelijke systematiek , het handboek bestemmingsplannen (november 2011) en de per 1 juli 2008 inwerking getreden Wro. 6.2
Opbouw van de regels Het bestemmingsplan bestaat uit (bestemmings)planregels en een verbeelding, vergezeld van een toelichting. De planregels en de verbeelding vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De verbeelding heeft de rol van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding omvat de gronden die voor de ontwikkeling van het plan van belang zijn. De keuze van de bestemmingen en de situering van de bestemmingsvlakken is gebaseerd op de huidige ruimtelijke situatie en de gewenste functies. Voorts sluit de opzet van de verbeelding aan op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). De bestemmingsplanregels regelen hoe de betreffende gronden mogen worden gebruikt en bebouwd. De bestemmingen zijn zo opgenomen dat voldoende rechtszekerheid bestaat voor omwonenden en andere gebruikers van het gebied en de omliggende gebieden. De bestemmingsplanregels bestaan uit vier hoofdstukken, te weten: • inleidende regels; • bestemmingsregels; • algemene regels; • overgangs- en slotregels. In de toelichting wordt gemotiveerd waarom sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Ondanks het feit dat de toelichting geen onderdeel uitmaakt van het juridisch plangedeelte, fungeert de toelichting wel als interpretatiekader voor de uitleg van de regels, indien hierover interpretatieverschillen blijken te bestaan.
6.3
Bestemmingen Hoofdstuk 1 Inleidende regels Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
38
Begrippen In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Wijze van meten In dit artikel wordt aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Agrarisch De gronden met een agrarische bestemming betreffen voornamelijk de gronden in het binnengebied van het plangebied (boomkwekerij) en enkele onbebouwde gronden aan de randen van het plangebied, grenzend aan het buitengebied. Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Bedrijf In het plangebied zijn een tweetal vlakken met de bestemming ‘Bedrijf’ opgenomen. Het betreft hier een combinatie van een garagebedrijf met een kantoor en een nutsvoorziening. Beide functies zijn specifiek aangeduid. Binnen de bedrijfsbestemming zijn enkel bedrijven toegestaan die vermeld zijn onder categorieën 1 tot en met 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten. Middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels ten einde bedrijven van een hogere milieucategorie of bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage Lijst van bedrijfsactiviteiten, toe te staan. Gebouwen zijn enkel binnen het bouwvlak toegestaan, voor het bouwen buiten het bouwvlak is een omgevingsvergunning benodigd. Groen De grotere groene gebieden (met een openbaar karakter) hebben de bestemming ‘Groen’ toegewezen gekregen. Hierbinnen zijn functies als speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen ondergeschikt aan het groen toegestaan. Het deel van het plangebied genaamd “De Paardenwei” waarvoor reeds eerder een omgevingsvergunning is verleend en reeds is uitgevoerd heeft ook de bestemming “groen“ gekregen. Het gebied is nu een parkgebied met daarin een monument in de vorm van een Romeinse boerderij die hier volgens opgravingen ooit gestaan moet hebben. Deze wordt beschermd door de dubbelbestemming “WaardeArcheologie-4”. Horeca Het is het plangebied aanwezige horecabedrijf heeft de bestemming “Horeca” verkregen. Binnen deze bestemming is de uitoefening van horecabedrijven toegestaan met uitzondering van bedriijven als coffeshops, automatenhallen, discotheken, hotels en nachtclubs. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. Op de verbeelding zijn de maximale hoogtematen en eventuele bebouwingspercentages opgenomen. Indien geen percentage is opgenomen, mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
39
Maatschappelijk Het plangebied bevat aan de straat Lennisheuvel een concentratie van maatschappelijke voorzieningen. Het betreft hier onder andere de kerk (met begraafplaats), de basisschool en een buurtcentrum. Deze voorzieningen zijn opgenomen in een algemene maatschappelijke bestemming. Alleen voor de begraafplaats is een specifieke aanduiding opgenomen. In de bestemming Maatschappelijk zijn tevens ondergeschikte detailhandel en horeca toegestaan. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. Op de verbeelding zijn de maximale hoogtematen en eventuele bebouwingspercentages opgenomen. Indien geen percentage is opgenomen, mag het bouwvlak volledig worden bebouwd. Tuin De tuinbestemming is toegekend aan de gronden voor de voorgevel van woningen en 1 meter erachter. In gevallen waarbij het perceel grenst aan openbaar gebied zijn de gronden die direct grenzen aan dit openbaar gebied eveneens bestemd als ‘Tuin’. Hierbij wordt rechtstreeks aansluiting gezocht bij de uitgangspunten en begripsbepalingen uit het Besluit omgevingsrecht (Bor). De bouwmogelijkheden in de bestemming ‘Tuin’ zijn beperkt. Op of in deze gronden mogen namelijk geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van voor de voorgevellijn van en aansluitend aan woningen gelegen: • erkers, serres en andere gebouwen op de begane grond; • luifels en dakoverstekken; • balkons. Ook de bouwhoogtes van terrein- en erfafscheidingen is aan bouwregels verbonden (maximaal 1 meter voor de voorgevellijn en maximaal 2 achter de voorgevellijn). Bij hoekwoningen geldt dat de erfafscheiding richting openbaar gebied pas vanaf 3 m achter de voorgevellijn 2 m mag bedragen. Verkeer - Verblijfsgebied De openbare infrastructuur die gelegen is in het plangebied is bestemd met de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied’. Binnen deze bestemming zijn onder andere wegen, paden, groenvoorzieningen, water en parkeervoorzieningen toegestaan. Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd, met een maximale oppervlakte van 15 m² en een maximale bouwhoogte van 3 m. Water Binnen de gemeente Boxtel worden enkel grotere waterstructuren bestemd tot 'Water', zo ook in Lennisheuvel. Ondergeschikte watergangen, zoals sloten e.d., maar ook delen van de oevers van de Dommel worden niet als water bestemd, maar krijgen de bestemming ‘Groen’, ‘Bos’, ‘Natuur’,‘Verkeer’ of ‘Verkeer - Verblijfsgebied’.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
40
Ter bescherming van de watergangen is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen waarin geregeld is voor welke werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist is. Wonen Het plangebied omvat grotendeels een woongebied met een diversiteit aan verschillende typen woningen. Deze woningen zijn opgenomen in een woonbestemming. Naast wonen zijn tevens beroepen aan huis rechtstreeks toegestaan. Bedrijven aan huis en mantelzorg zijn middels een omgevingsvergunning toegestaan, mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden. Op de verbeelding is aangegeven welk type woningen waar is toegestaan en tevens is middels bouwstroken aangegeven waar de hoofdgebouwen gerealiseerd mogen worden. In onderhavig plan wordt voor hoofdgebouwen uitgegaan van een standaard goot- en bouwhoogte van respectievelijk 6 en 10 meter. Daar waar afwijkende bouwhoogten gelden, is een aanduiding op de verbeelding opgenomen. Hierbij is zoveel mogelijk bij de bestaande situatie aangesloten. In het plangebied zijn enkele locaties te vinden waar sprake is van een combinatie van een woonfunctie en een andere functie. Deze locatie zijn middels een specifieke aanduiding aangewezen. Het betreft hier onder andere een opslag en detailhandel. Daarnaast is het bestaande Bed & Breakfast aan de Mijlstraat 67 positief bestemd en heeft hiervoor een specifieke aanduiding gekregen. Leiding - Olie (Dubbelbestemming) Ten zuidwesten van het plangebied zijn een tweetal leidingen gelegen welke een beschermingszone hebben die over het plangebied gelegen zijn. Deze veiligheidszones zijn vertaald naar een dubbelbestemming met de nodige voorwaarden. Waarde - Archeologie (Dubbelbestemming) Ter bescherming van mogelijke archeologische waarden is over het gehele plangebied een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ opgenomen. Deze dubbelbestemming is toegespitst op de verschillende categorieën die toegekend zijn aan de gronden in het plangebied. In de dubbelbestemmingen worden middels omgevingsvergunningen geregeld wanneer een locatie vrij gegeven wordt ten aanzien van archeologie en wanneer een onderzoek naar de archeologische waarden noodzakelijk is. In alle gevallen geldt een diepte van 0,4 m beneden het maaiveld. De oppervlaktes voor bodemingrepen zijn als volgt verdeeld: Categorie 2: oppervlakte 50 m²; Categorie 4: oppervlakte 250 m²; Categorie 5: oppervlakte 2.500 m². Vrijstelling van de onderzoeksplicht kan worden verleend als één of beide drempels niet worden overschreden. In de beleidsnota is aanvullend op deze regeling opgenomen dat indien in een plangebied van een beoogde ontwikkeling meerdere verwachtingswaarden voorkomen, dan geldt de hoogste
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
41
waarde (en dus de kleinste ondergrens) tenzij deze waarde minder dan 10% van het plangebied in beslag neemt. In dat geval geldt de één na hoogste aanwezige verwachtingswaarde. Hoofdstuk 3 Algemene regels Anti-dubbeltelregel Deze bepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Algemene bouwregels Onder deze algemene regels zijn de bepalingen opgenomen voor ondergeschikte bouwdelen. Daarnaast zijn de bepalingen ‘uitsluiting aanvullende werking bouwverordening’ en ‘bestaande afstanden en maten’ opgenomen. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening In deze bepaling wordt, bij de toepassing van bepalingen van het bestemmingsplan, de aanvullende werking van de bouwverordening uitgesloten. Verder wordt in deze bepaling een opsomming gegeven van onderwerpen, waarop de bouwverordening wel van toepassing is. Bestaande afstanden en andere maten Door het kiezen van een standaardregeling voor de bebouwde kommen van de drie kernen van de gemeente Boxtel zullen zich situaties voordoen, waarbij bestaande bebouwing in strijd is met de regels. Zo kan de specifieke bouwhoogte van een woning hoger zijn dan de toegestane hoogte van bebouwing (een algemene maat). Deze strijdigheid is niet gewenst. Het is immers niet de bedoeling, dat deze woning moet worden aangepast aan de nieuwe maatvoering. Daarom is de algemene bepaling opgenomen, dat bij afwijkingen de maatvoering mag worden aangehouden, zoals die bestond op het moment van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan. Algemene gebruiksregels Dit betreft de algemene regel, dat het verboden is om gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming te gebruiken. Algemene aanduidingsregels In deze bepaling zijn aanduidingen opgenomen die over meerdere bestemmingen gelegen kunnen zijn. Het betreft onder andere veiligheidszone in verband met een nabij gelegen lpgstation, een regeling voor het slopen van gemeentelijke monumenten en regels met betrekking tot de geluidzone van het industrieterrein Ladonk. Algemene afwijkingsregels In deze bepaling wordt aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid gegeven om een omgevingsvergunning tot afwijken te verlenen van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om afwijkingsbepalingen die gelden voor meerdere dan wel alle bestemmingen in het plan, zoals bijvoorbeeld het bouwen van gebouwtjes van
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
42
openbaar nut, het overschrijden van bebouwingsgrenzen, beperkte verschuivingen van de bestemmingsgrenzen, het oprichten van masten en antennes tot een bepaalde hoogte. De criteria, die bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, worden aangegeven. Algemene wijzigingsregels In deze bepaling zijn algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor het bevoegd gezag om het overschrijden van bebouwingsgrenzen en beperkte verschuivingen van de bestemmingsgrenzen mogelijk te maken. Tevens zijn enkele wijzigingsgebieden aangewezen maar onder voorwaarden een nieuwe woning gerealiseerd mag worden. De criteria, die bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, worden aangegeven. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Dit hoofdstuk omvat twee artikelen: Overgangsrecht Dit artikel betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor wordt verkleind. Daarnaast zijn overgangsregels opgenomen ten aanzien van het bouwen. Een bouwwerk dat afwijkt van de bouwregels van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, of na een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd. De afwijking mag daarbij naar aard en omvang niet worden vergroot. Daarvan mag eenmalig bij een omgevingsvergunning worden afgeweken tot maximaal 10% van de inhoud van het bouwwerk. Het overgangsrecht is niet van toepassing op bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorgaande geldende bestemmingsplan. Slotregel De regels kunnen worden aangehaald onder de naam: Regels van het bestemmingsplan ‘Lennisheuvel’.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
7
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
7.1
Inleiding
43
In dit hoofdstuk wordt de economische uitvoerbaarheid beschreven. Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieeleconomische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Er wordt nader ingegaan op de grondexploitatie en de koppeling met het exploitatieplan. 7.2
Toepassing Grondexploitatiewet De Wet ruimtelijke ordening maakt het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in een bestemmingsplan, een wijziging van een bestemmingsplan, een projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is staan in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening: • de bouw van een of meer woningen; • de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen; • de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1.000 m² of met een of meer woningen; • de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits tenminste 10 woningen worden gerealiseerd; • de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1.000 m² bedraagt; • de bouw van kassen met een oppervlakte van tenminste 1.000 m². Bovendien is een exploitatieplan nodig als locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningcategorieën) gesteld moeten worden en/of het bepalen van een tijdvak of fasering noodzakelijk is. Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de kosten van grondexploitatie anderszins verzekerd is én er geen fasering of tijdvak behoeft te worden vastgelegd én geen locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningbouwcategorieën) hoeven te worden vastgesteld. Recent is de Wet ruimtelijke ordening gewijzigd, waardoor voor onbenutte bouwruimte die al opgenomen was in een bestemmingsplan dat nog op basis van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening was opgesteld en vastgesteld en bij de herziening van dat bestemmingsplan na 1 juli 2008 geen andere bestemmingsregeling is vastgesteld, geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld. Door als gemeente alle gronden en opstallen in eigendom te hebben, zelf de grondexploitatie te voeren en de bouwgrond uiteindelijk bouwrijp tegen een marktconforme prijs te leveren wordt ook voldaan aan de eis van verplicht kostenverhaal. De kosten van grondexploitatie worden in dat geval verhaald via de gronduitgifteprijs.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
44
7.3
Economische uitvoerbaarheid Onderhavig bestemmingsplan betreft een beheersplan waarin de bestaande situatie is vastgelegd. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen vinden niet plaats, zodat het verhalen van eventuele kosten door de gemeente niet nodig is. Een exploitatieplan is dan ook niet benodigd; de economische uitvoerbaarheid van het plan is gewaarborgd.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bp14
8
OVERLEG EN INSPRAAK
8.1
Inleiding
45
De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven (afhankelijk van de gemeentelijke inspraakverordening). Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan. Uit de aanbieding aan de diverse overleginstanties zijn geen inhoudelijke reacties naar voren gekomen. 8.2
Zienswijzen In het kader van de actualisatie van alle bestemmingsplannen binnen Boxtel heeft het ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel” op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening met ingang van vrijdag 14 september 2012 tot en met donderdag 25 oktober 2012 tervisie gelegen Naar aanleiding van het ontwerp bestemmingsplan zijn 21 zienswijzen ontvangen. In de bijlage opgenomen nota van zienswijzen is een korte samenvatting van de zienswijzen opgenomen met daarbij een beantwoording vanuit de gemeente. De doorgevoerde wijzigingen in het bestemmingsplan zijn opgenomen in de staat van wijzigingen welke eveneens is opgenomen in de bijlage van onderhavig plan.
Vastgesteld bestemmingsplan “Lennisheuvel”
Bijlage 1 Monumentenlijst
Kern Lennisheuvel, monumenten volgens “monumentenlijst 2010 Gemeente Boxtel”. Adres
Omschrijving
Kadastrale Datum aanduiding aanwijzing
Lennisheuvel 60
Kempische langgevelboerderij, 19e eeuw
N437
25‐09‐1973 Reg.nr. 10057
Rijksmonument
Lennisheuvel 93
Boerderij, deels 17e , deels 19e eeuw
N1027
25‐09‐1973 Reg.nr. 10058
Rijksmonument
Codering Status redengevende beschrijving
Bijlage 2 Nota van zienswijzen
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel” 1
Rotterdam-Rijn Pijpleiding maatschappij Postbus 490 3190AKHoogvliet
2
C.Veroude Mijlstraat 53 5281 LK Boxtel
3
C.Konings Mijlstraat 66 5281 LM Boxtel
Zowel op de verbeelding als in de regels is ten onrechte niets opgenomen over de externe veiligheidszones. Twee buisleidingen zijn buiten het plangebied gelegen maar hebben wel een veiligheidszone die zich uitstrekt over het binnen het plangebied. Verzoek is deze zone met regels op te nemen in het plan. Op basis van het geldend plan Lennisheuvel is de bouw van een woning naast het pand Mijlstraat 53 mogelijk. Verzocht wordt deze mogelijkheid opnieuw op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan.
-Op basis van het geldend bestemmingsplan is de bouw van een woning naast het perceel Mijlstraat 66 mogelijk. Ter plaatse heeft ook een woning gestaan die door betrokkene gesloopt is om
De veiligheidszone zal worden opgenomen op de verbeelding en in de regels zullen bijbehorende voorschriften worden opgenomen. Zienswijze gegrond
In principe dient een bestemmingsplan iedere 10 jaar geactualiseerd te worden. Ondanks alle veranderingen in landelijke en Europese regelgeving is het geldend plan Lennisheuvel ruim 46 jaar ongewijzigd gebleven inclusief de directe bouwmogelijkheid op het perceel Mijlstraat 53. Door dit grote tijdsverloop is niet alleen de bij het plan behorende plankaart sterk verouderd, maar ook de regels waarbinnen gebouwd mag mogen worden. Zo is het tegenwoordig niet meer toegestaan om in een bestemmingsplan directe bouwmogelijkheden op te nemen waarvan niet duidelijk is of voldaan wordt aan andere ter zake doende regelgeving. (Er moet via onderzoek aangetoond worden dat voldaan wordt aan bijv. de wet geluidhinder, externe veiligheid, archeologie etc. maar ook de financiële haalbaarheid voor de gemeente van een bestemmingsplan moet worden aangetoond.) Omdat veel onderzoeken een beperkte geldigheidsduur hebben en het niet aannemelijk is dat binnen de planperiode van het nieuwe plan, gebruik gemaakt gaat worden van eventueel op te nemen bouwmogelijkheden heeft het geen zin deze onderzoeken te laten uitvoeren. Stedenbouwkundig zijn er echter geen bezwaren tegen de bouw van een woning ter plaatse. Er zal dan ook een bouwmogelijkheid opgenomen worden in de vorm van een wijzigingsbevoegdheid die het gedurende de volle looptijd van het bestemmingsplan in principe mogelijk maakt de bestemming te laten wijzigen in Wonen. Zienswijze gedeeltelijk gegrond. - Normaal gesproken wordt een bestemmingsplan iedere 10 jaar geactualiseerd. Ondanks– of juist vanwege het feit dat het geldend bestemmingsplan 46 jaar oud is, is het aannemelijk dat ook dit plan
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
4
Architectenburo Snijders en Stekelenburg
plaats te maken voor nieuwbouw. Verzocht wordt de bouwmogelijkheid opnieuw op te nemen.
geactualiseerd dient te worden. Op basis van de huidige regelgeving dient in een nieuw bestemmingsplan waarin een directe bouwmogelijkheid opgenomen wordt, via onderzoeken aangetoond te worden dat hiervoor ook een omgevingsvergunning afgegeven kan worden. Omdat er geen aanwijzingen of al lopende procedures bekend zijn waaruit zou blijken dat appellant voornemens is binnen afzienbare tijd ter plaatse een woning te bouwen is, zijn er geen onderzoeken verricht in het kader van de opname van een directe bouwmogelijkheid in het nieuwe bestemmingsplan. Omdat de bouw van een woning op de gevraagde plaats puur stedenbouwkundig gezien niet bezwaarlijk is, wordt gedeeltelijk tegemoet gekomen aan de zienswijze in de vorm van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor de bouw van een woning. Zienswijze gedeeltelijk gegrond.
-Verder wordt verzocht om het hele perceel kadastraal bekend sectie N nr 810 de bestemming “wonen” te geven.
- Het ontwerpplan is opgezet als een conserverend plan. Hierbij wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de bestaande toestand volgens het geldend bestemmingsplan en de werkelijke situatie. Bijna het hele perceel nr. 810 is momenteel gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied 2011 en heeft daarin de bestemming Agrarisch-met landschap. Al geruime tijd is het gedeelte van het perceel dat grotendeels direct gelegen is achter de woning, ingericht als tuin behorende bij de woning Mijlstraat 66. Dit is de reden dat deze grond is opgenomen in het ontwerpplan. Het verzoek betreft echter de andere helft van perceel nr.810. Dit gedeelte sluit vanwege de grote afstand tot de woning, de mogelijkheid van de bouw van een woning met achtertuin(Mijlstr.68) en het huidige gebruik cq. inrichting niet logisch aan bij de tuin. Hierdoor is er geen aanleiding om de bestemming voor dit gedeelte van het perceel aan te passen. Zienswijze ongegrond
-De percelen N441 en N442 hebben in het ontwerpplan een bestemming “agrarisch gebied” met
-Bestaand gebruik in combinatie met bestaande bestemming is in het nieuwe plan vastgelegd. Vroeger was
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel” namens A.v.d.Langenberg Mijlstraat 102 5281 RL Boxtel
een dubbelbestemming “waarde archeologie”. Dit geeft ten opzichte van de geldende bestemming een ongewenste beperking.
-Geconstateerd wordt dat de bestemmingen Wonen en Agrarisch, willekeurig lijken te zijn toegepast in het binnengebied. Verzocht wordt om voor beide percelen de bestemming Wonen toe te kennen.
-Verder wordt verzocht om in het hele binnengebied van Lennisheuvel woningbouw mogelijk te maken.
-Er is onvoldoende onderbouwing voor de bestemming “waarde archeologie”. Deze beperkende gebruiksbestemming zou pas toegepast kunnen worden wanneer uit gedegen nader onderzoek de feitelijke archeologische waarde blijkt.
5
C.van Hettema Lennisheuvel 46 5281 LG Boxtel
-Het geldend bestemmingsplan geeft veel meer gebruiksmogelijkheden voor de begane grondverdieping dan de nieuwe bestemming “Wonen”. Gevraagd wordt om deze mogelijkheden over te nemen in het nieuwe bestemmingsplan.
het hele binnenterrein bestemd tot “beperkt agrarisch gebied”. Wat betreft gebruiksmogelijkheden is geen verschil tussen de bestaande en nieuwe bestemming. Archeologie is een nieuwe verplichte regelgeving die in nieuwe bestemmingsplannen toegepast moet worden. Zienswijze ongegrond -De bestaande bestemming in combinatie met de bestaande situatie opnemen in moderne regelgeving is de opzet van het nieuwe bestemmingsplan en dat is op dit perceel ook het geval. Er is geen aanleiding om deze bestemming zoals gevraagd aan te passen. Zienswijze ongegrond -Nieuwe ontwikkelingen worden in principe niet in dit conserverende plan overwogen. Er is al een afzonderlijke procedure opgestart voor de aanwijzing van de meest geschikte toekomstige woningbouwlocaties in Lennisheuvel. Zienswijze ongegrond -In Europees verband heeft ook Nederland het Verdrag van Malta ondertekend. Uitgangspunt van dit verdrag is dat geen archeologische waarden verloren mag gaan. Naar aanleiding van bureau/archiefonderzoek is een gemeentelijke archeologische waardekaart ontworpen en vastgesteld. Op deze kaart worden de gebieden aangegeven waar wel of geen archeologische vondsten verwacht worden en welke regels aan deze waarden verbonden worden. Dit archeologisch beleid wordt vervolgens overgenomen in bestemmingsplannen waardoor het juridische werking krijgt. Er is dus gedegen gemeentelijk archeologiebeleid dat naar aanleiding van onderzoek is vastgesteld. Zienswijze ongegrond
-In het geldend bestemmingsplan ligt Lennisheuvel 46 geheel buiten het bouwblok met de bestemming Eengezinshuizen in open bebouwing met de aanduiding Winkels toegestaan. Hierdoor is er geen sprake van een bestaand recht op het gebruik als winkel of anderszins en daardoor
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel” ontstaat er geen groot verschil tussen de gebruiksmogelijkheden op basis van het geldend plan en die van het toekomstig plan. Verder vinden wij het in het kader van de rechtszekerheid voor uw omgeving niet gepast om op uw perceel waarop al jarenlang een woning met atelier/kantoorruimte gevestigd ruime en zeer diverse gebruiksmogelijkheden op te nemen. Het is beter om aan de hand van een concreet verzoek belangen af te wegen via een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning. Mocht er daadwerkelijk belangstelling zijn voor een ander (passend)gebruik van de benedenverdieping van het pand dan kan hiervoor in principe vrijstelling verleend worden. Gezien het bovenstaande zien wij geen noodzaak tot wijziging van de bestemming. Zienswijze ongegrond
6
A. van der Zalm Dorsvlegel 4 5281 EM Lennisheuvel
-In de bestaande toestand wordt meer dan de in het nieuwe plan toegestane oppervlakte van 80 m2 gebruikt voor beroep aan huis. Verzocht wordt het plan aan te passen.
-Doordat de oppervlakte groter is dan 80 m2 valt deze ruimte niet meer onder het voor Boxtel standaard begrip van een werkruimte voor de uitoefening van een beroep aan huis. De bestemming zal dan ook worden aangepast in Wonen met als functieaanduiding atelier/kantoorruimte waarbij 200 m2 van de beganegrondverdieping als atelier/kantoorruimte in gebruik mag zijn. Zienswijze gegrond
Het ontwerpplan geeft geen toekomstvisie, geen nieuwe bouwlocaties en heeft geen ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Gevraagd wordt om een plan met ruimte voor initiatieven.
Zoals duidelijk aangegeven in het plan zelf maar ook in de publicatie is hier sprake van een conserverend bestemmingsplan. Dit wil niet zeggen dat alles altijd alles moet blijven. Ook in dit plan kunnen bestaande gebouwen verbouwd of uitgebreid worden. Dit plan dient hoofdzakelijk ter vervanging van een aantal sterk verouderde plannen voor Lennisheuvel, zodat juridisch juiste afwegingen gemaakt kunnen worden omtrent omgevingsvergunningen. Het is niet bedoeld om nieuwe ontwikkelingen mogelijk of juist onmogelijk te maken. Het gewenste beleid voor een bepaald gebied wordt aangegeven in de Structuurvisie. Het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen inclusief bijbehorende ruimtelijke onderbouwing zal worden geregeld in afzonderlijke
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
7
8
Waterschap de Dommel Postbus 10001 5280 DA Boxtel
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens J.van Kasteren Mijlstraat 49 5281 LJ Boxtel
-Verzocht wordt om in de artikelen 4,6,8,11de bestemmingsomschrijving uit te breiden met “water en waterhuishoudkundige voorzieningen”. - in de artikelen 5,7,9 de bestemmingsomschrijving “waterlopen, waterpartijen en waterberging” te wijzigen in “water en waterhuishoudkundige voorzieningen”. - op de verbeelding dienen de leggerwatergangen alsnog opgenomen te worden met als bestemming “water”. -Wil de bestaande bouwmogelijkheid voor een woning naast Mijlstraat 49 behouden en opgenomen zien in het ontwerpplan.
bestemmingsplannen. De ervaring leert dat toekomstig gewenste nieuwe ontwikkelingen moeilijk te voorspellen zijn. Vaak maken de regels in een bestemmingsplan toch net niet de daadwerkelijke ontwikkeling mogelijk, waardoor alsnog opnieuw procedures doorlopen moeten worden. Mede om dit te voorkomen is in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening de proceduretijd van bestemmingsplannen verkort en zijn er mogelijkheden opgenomen om specifiek voor een bepaalde ontwikkeling een bestemmingsplan te maken. Ook zijn er ruimere vrijstellingsmogelijkheden voor ander gebruik van panden. Vanwege deze nieuwe mogelijkheden heeft Boxtel gekozen om het grondgebied te overlappen met een beperkt aantal grote zgn. actuele conserverende bestemmingsplannen en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken via afzonderlijke procedures. Zienswijze ongegrond - Er bestaat geen bezwaar om de bestemmingsomschrijving conform de zienswijze aan te passen. Zienswijze gegrond
- Er bestaat geen bezwaar om de bestemmingsomschrijving conform de zienswijze aan te passen. Zienswijze gegrond
- De leggerwatergangen zijn inderdaad ten onrechte niet opgenomen in de verbeelding. Dit zal alsnog gebeuren. Zienswijze gegrond - In principe dient een bestemmingsplan iedere 10 jaar geactualiseerd te worden. Ondanks alle veranderingen in landelijke en Europese regelgeving is het geldend plan Lennisheuvel ruim 46 jaar ongewijzigd gebleven. Door dit grote tijdsverloop is niet alleen de bij het plan behorende plankaart sterk verouderd, maar ook de regels waarbinnen gebouwd mag mogen worden. Stedenbouwkundig gezien is de bouwmogelijkheid voor een extra woning terugliggend ten opzichte van de bestaande woning overeenkomstig het geldend bestemmingsplan nog steeds denkbaar. Maar het is niet
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel” meer toegestaan om in een bestemmingsplan directe bouwmogelijkheden op te nemen waarvan niet duidelijk is of voldaan kan worden aan andere ter zake doende regelgeving. (Er moet aangetoond worden dat voldaan wordt aan bijv. de wet geluidhinder, externe veiligheid, archeologie, wet geurhinder etc.) Stedenbouwkundig gezien blijft de bouw van een extra woning op het perceel wel denkbaar wanneer uit onderzoek blijkt dat er geen overige wettelijke belemmeringen zijn tegen de bouw van een woning. Daarom zal in het nieuwe bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen voor een net als in het geldend bestemmingsplan terugliggend gesitueerde bouwmogelijkheid voor een extra woning. Zienswijze gedeeltelijk gegrond 9
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens J.van kasteren Mijlstraat 49 5281 LJ Boxtel
-Betrokkene wenst dat zijn woning Mijlstraat 49 wordt aangemerkt als zijnde een gesplitste woonboerderij, zodat er twee woningen in mogelijk zijn.
10
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens J.van Kasteren Mijlstraat 49 5281 LJ Boxtel
Betrokkene wenst de bouwmogelijkheid voor twee woningen in plaats van zijn bestaande woning conform het geldend bestemmingsplan te behouden.
- Het geldend bestemmingsplan heeft ter plaatse de bestemming Gemengde agrarische bebouwing. Op basis van deze bestemming mag ter plaatse een vrijstaand eengezinshuis gebouwd worden. Dit huis (Mijlstraat 49) is reeds aanwezig. Door splitsing ontstaat een tweekapwoning hetgeen in strijd is met het geldend bestemmingsplan. Buiten het feit dat het nieuwe bestemmingsplan opgezet wordt als een conserverend plan waarin nieuwe ontwikkelingen niet meegenomen worden, is deze ontwikkeling ongewenst. Omdat niet voldaan kan worden aan de minimale afstandseis tot het nabij gelegen veehouderijbedrijf in het kader van zowel de Wet- als de Verordening geurhinder zou een met die wet en verordening strijdige situatie ontstaan. Zienswijze ongegrond - Het geldend bestemmingsplan kent ter plaatse de bestemming Gemengde agrarische bebouwing. Theoretisch is het daarin mogelijk om meerdere woningen te bouwen. Maar ook hier geldt dat het tegenwoordig niet zondermeer is toegestaan om directe bouwmogelijkheden op te nemen. Verder is het praktisch gezien vrijwel onmogelijk om ter plaatse meerdere woningen te realiseren. Omdat de nieuwe woningen wat betreft afmetingen in het straatbeeld moeten passen, ze in de bestaande
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
11
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens A.Wagenaars, Croonpassage 32 5281 AX Boxtel
-Betrokkene wil het perceel Rigtpad 3 in zijn geheel bestemd zien als “Wonen”.
-Het bouwvlak zou doorgetrokken dienen te worden tot 6 meter van het Rigtpad. - In het plan zou ook de mogelijkheid opgenomen moeten worden om op dit perceel meerdere woningen te mogen bouwen.
12
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens J. van der Velden-Jonkers, Armehoefstraat 11 5281 LH Boxtel
-Aangegeven wordt dat ten opzichte van het geldend plan de gebruiksmogelijkheden grote beperkingen opleggen.
voorgevelrooilijn gebouwd moet worden en erg dicht op een bestaande caravanstalling komen te staan wordt de realisatie niet haalbaar geacht. Verder is het bestemmingsplan een zogenaamd conserverend plan en is de bestaande toestand dat er slechts 1 woning aanwezig is. Gezien het bovenstaande is in het nieuwe plan de bouw van meerdere woningen op het perceel Mijlstraat 49 niet mogelijk gemaakt. Zienswijze ongegrond - Het bestemmingsplan heeft tot doel de bestaande situatie vast te leggen in moderne regelgeving, niet om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Wijziging van de bestemming in “Wonen” maakt het mogelijk dat er bijgebouwen gesitueerd kunnen worden voor de woning. Een dergelijke situatie is stedenbouwkundig gezien ongewenst. Er is geen reden te veronderstellen dat de bestemming Tuin in de huidige situatie niet juist is. Zienswijze ongegrond. - idem als besluit hierboven. Zienswijze ongegrond.
- Het bestemmingsplan heeft tot doel de bestaande situatie vast te leggen in moderne regelgeving. Nieuwe ontwikkelingen kunnen eventueel verwerkt worden in afzonderlijke bestemmingsplannen. De locatie waar in Lennisheuvel in de toekomst extra woningen gebouwd kunnen worden, wordt momenteel onderzocht. Het is niet gewenst in deze bestemmingsplanprocedure vooruit te lopen op de locatiekeuze voor toekomstige woningbouw in Lennisheuvel. Zienswijze ongegrond. -Omdat het geldend bestemmingsplan sterk verouderd is, is in het nieuwe plan uitgegaan van een combinatie van bestaand gebruik, met de bestaande bestemming en de huidige kadastrale grenzen. Op de percelen van appellant is sprake van een tuin (bestemming Wonen) en bosachtige beplanting die als Agrarisch bestemd is om niet een te grote beperking t.o.v. de bestaande gebruiksmogelijkheden krijgen. In het geldend bestemmingsplan is het hele binnenterrein bestemd tot “beperkt agrarisch gebied”. Wat betreft
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
-Verzocht wordt voor het hele perceel de bestemming “Wonen”op te nemen om zodoende woningbouw mogelijk te maken. Tevens wil men dat het hele binnenterrein van Lennisheuvel een bestemming krijgt die woningbouw mogelijk maakt. - artikel 16 zou moeten worden voorzien van een voetnoot zodat alle bestaande bebouwing gerespecteerd wordt en dat daar rechten aan ontleend kunnen worden voor herbouw of vernieuwbouw elders op het perceel.
-Artikel 12,13 en 14 er is onvoldoende onderbouwing voor toekenning van de dubbel bestemming “Waarde archeologie”. Voordat deze beperkende gebruiksbestemming wordt toegepast zou een gedegen onderzoek moeten plaats vinden waaruit de archeologische waarde zou blijken.
gebruiksmogelijkheden is geen verschil tussen de bestaande en nieuwe bestemming Agrarisch. Archeologie is een nieuwe verplichte regelgeving die in nieuwe bestemmingsplannen toegepast moet worden. Aangezien de nieuwe bestemmingen op de percelen van appellant juist zijn weergegeven en niet valt in te zien welke belangen appellant heeft bij een mogelijke wijziging van de bestemming op het perceel Armehoefstraat 5 is er geen aanleiding tot wijziging van het plan. Zienswijze ongegrond - Nieuwe ontwikkelingen worden niet in dit plan meegenomen, maar eventueel in afzonderlijke deelplannen. Er is al een afzonderlijke procedure opgestart voor de aanwijzing van de meest geschikte toekomstige woningbouwlocaties in Lennisheuvel. Zienswijze ongegrond. - Het bijgebouw waarop gedoeld wordt is een voormalige bedrijfsgebouw dat na ingebruikname van het perceel voor enkel Wonen, valt onder het overgangsrecht als genoemd in artikel 21. Herbouw elders op het perceel staat gelijk aan nieuwbouw. Bijgebouwen met een dergelijk grote oppervlakte (442 m2) worden geacht een zelfstandige functie te vervullen en staan niet enkel meer ten dienste van de functie Wonen. Niet elke zelfstandige functie is zondermeer passend in een woonomgeving als hier het geval is. Het is ruimtelijk gezien dan ook niet gewenst positieve zelfstandige bestemming voor dit gebouw op te nemen. Zienswijze ongegrond. - In Europees verband heeft ook Nederland het Verdrag van Malta ondertekend. Uitgangspunt van dit verdrag is dat geen archeologische waarden verloren mag gaan. Naar aanleiding van bureau/archiefonderzoek is een gemeentelijke archeologische waardekaart ontworpen en vastgesteld. Op deze kaart worden de gebieden aangegeven waar wel of geen archeologische vondsten verwacht worden en welke regels aan deze waarden verbonden worden. Dit archeologisch beleid wordt vervolgens overgenomen in bestemmingsplannen waardoor het juridische werking krijgt. Er is dus gedegen gemeentelijk
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
- Artikel 11 en 20 om flexibiliteit in de positionering van woningen mogelijk te maken wordt verzocht om de op de verbeelding aangegeven bouwblokdiepte van 15 meter een flexibiliteit in te bouwen van 6 tot 8 meter.
13
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens Sint Theresiakerk Lennisheuvel 50 5281 LG Boxtel
- Op de verbeelding is de begraafplaats niet juist aangegeven. Deze is in werkelijkheid groter.
14
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens A.Verhoeven Mijlstraat 40 5284 LM Boxtel
- Wil graag een bestemming “Wonen”op het perceel gelegen naast het pand Pinkstelaarseweg 1
15
Autohandel Strik A.Strik Mijlstraat 56 en 56a 5281 LM Boxtel
- Wil zijn hele perceel opgenomen hebben in het ontwerpplan Lennisheuvel met de bestemmingen “bedrijf, kantoor en wonen”.
- Ook wordt verzocht om woningbouw mogelijk te maken op het perceel grond gelegen tussen de panden Lennisheuvel 48 en 46.
archeologiebeleid dat naar aanleiding van onderzoek is vastgesteld. Zienswijze ongegrond. - Een van de algemene stedenbouwkundige kenmerken van Lennisheuvel is dat er grote voortuinen zijn en dat er in zijn algemeenheid strak in de voorgevelrooilijn gebouwd is. Grote afwijkingen zoals gevraagd, zullen dit ruime en rustige straatbeeld aantasten zonder dat hier een duidelijke noodzaak voor aanwezig is. De regels zullen dan ook op dit punt niet aangepast worden. Zienswijze ongegrond. - De begraafplaats is inderdaad niet juist aangegeven op de verbeelding. De bestemming wordt aangepast via een uitbreiding op de kop van het kerkhof aan westelijke zijde. Zienswijze gegrond. - Nieuwe ontwikkelingen worden niet in dit plan meegenomen, maar eventueel in afzonderlijke deelplannen. Momenteel is al in onderzoek welke locaties het meest geschikt worden bevonden voor toekomstige woningbouw in Lennisheuvel. Zienswijze ongegrond. - Nieuwe ontwikkelingen worden niet in dit plan meegenomen, maar eventueel in afzonderlijke deelplannen. Het pand Pinkesterlaarseweg 1 is nu het laatste pand behorende bij de kom van Lennisheuvel. Er is geen ruimtelijke aanleiding om hier verandering in aan te moeten brengen. En wat betreft toekomstige woningbouw wordt momenteel onderzocht welke locatie het meest geschikt wordt bevonden en aan welke woningtypen het meest behoefte bestaat in Lennisheuvel. Het plan zal daarom niet aangepast worden. Zienswijze ongegrond. - Het overgrote deel van het perceel is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied 2011. Tegen deze bestemming is door betrokkene geen zienswijze ingediend. Het is niet de bedoeling dat in het buitengebied niet agrarische bedrijven gevestigd worden. Feit is dat het bedrijf van de heer Strik al jaren in Lennisheuvel gevestigd is en in de loop van de jaren ook steeds meer gegroeid is richting Buitengebied. Hierdoor is er jaren sprake geweest van een bedrijf strijdig met het geldend bestemmingsplan
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
- De panden Mijlstraat 56 en 56a te bestemmen tot Wonen conform de feitelijke situatie.
16
R. de Rooij Lennisheuvel 71 5281 LD Boxtel
- De bestemming voor het perceel Lennisheuvel 69 wijkt af van het geldend bestemmingsplan, past niet binnen een woonomgeving en is ook niet voldoende gemotiveerd. Diverse aspecten worden in het plan niet toegelicht en dat is in strijd met het motiveringsbeginsel. - Door het positief bestemmen conform het gebruik wordt de leefbaarheid van de omgeving aangetast. - Er wordt niet voldaan aan de eisen zoals verwoord in de brochure “bedrijven en milieuzonering”.
waar niet tegen opgetreden is. Met name de laatste jaren is het grondgebruik voor de opslag van auto’s gegroeid en wij vinden het te ver gaan om hier zondermeer rechten aan toe te kennen. Vanwege de jarenlange aanwezigheid van het bedrijf is naar een logische bestemming die recht doet aan dit jarenlang getolereerde gebruik. Door het perceel te bestemmen zoals nu het geval, is het jarenlange bestaande gebruik van de grond als zodanig bestemd en vallen ook de gebouwen binnen de bedrijfsbestemming. De gronden die de laatste jaren voor het stallen van auto’s in gebruikgenomen zijn, blijven een agrarische bestemming houden. Zienswijze ongegrond - Beide panden worden inderdaad sinds jaar en dag bewoond. Mijlstraat 56 zal de bestemming Wonen tweeaaneen krijgen W(tea). Het pand Mijlstraat 56a zal als dienstwoning bij het garagebedrijf worden bestemd. Zienswijze gegrond - Op het perceel Lennisheuvel 69 is sprake van langdurig bestaande bedrijfsactiviteiten waardoor er voor het bedrijf rechten zijn ontstaan. Bij het vervangen van het sterk verouderde geldend bestemmingsplan hebben wij niet alleen gekeken naar de bestaande bestemmingen, maar ook naar de daadwerkelijk reeds jaren bestaande toestand. Via het nieuwe bestemmingsplan is gezocht naar een passende bestemming zonder dat die grote veranderingen tot gevolg heeft. Door het nieuwe plan zijn rechten en plichten van het bedrijf vastgelegd en kunnen ze ook worden gehandhaafd. In dit geval is sprake van een bedrijfsactiviteit die strikt genomen misschien zwaarder is dan op grond van milieuzonering het meest wenselijk is. Gelet daarop hebben we in de “maatbestemming” Specifieke vorm van wonen-autohandel toegepast. Hierdoor zijn de gebruiksmogelijkheden beperkt en is Wonen de hoofdbestemming. Autohandelbedrijven vallen onder milieucategorie 2 en veroorzaken normaal gesproken een beperkte ruimtelijk relevante milieuhinder. Het bedrijf moet voldoen aan de milieuregelgeving(activiteitenbesluit) en de daarin opgenomen
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
- Vanwege de bedrijvigheid is het minder rustig in de omgeving en zeker als er een bedrijfswoning wordt toegestaan zal het bedrijf ook in de avonduren in werking zijn.
- Het plan staat bedrijfsbebouwing toe met een hoogte van 10 meter. Een dergelijke hoogte past niet binnen een woonomgeving en heeft ook negatieve effecten op het uitzicht schaduwwerking etc. - De nu toegestane ontwikkeling zal de economische waarde van het pand Lennisheuvel 71 aantasten.
- Verzocht wordt de bestemming te wijzigen in “Wonen”zonder specifieke vorm.
17
18
Architectenburo Snijders en van Stekelenburg Namens A.Verhoeven Mijlstraat 40 5284 LM Boxtel CROL p/a De Bocht 2 5281 PE Lennisheuvel
Wil de bestaande bouwmogelijkheid tussen de panden Mijlstraat 40 en 42 opnieuw opgenomen zien in het ontwerpplan in plaats van de nu opgenomen bestemming “Tuin”. - De geluidzone industrie dient buiten de bebouwde kom van Lennisheuvel te liggen.
- Nieuwe ontwikkelingen zoals het datacenter lijken niet meegenomen in de onderbouwing van deze contour. - Er ontbreken geurcontouren, milieucontouren.
(geluids)normen. Wij zijn van mening dat door de toegepaste regelingen een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd wordt. Zienswijze ongegrond - De bestemming is Wonen en alleen een handel in auto’s is als andere activiteit toegestaan. De woning(overigens niet bestemd als dienstwoning) is altijd aanwezig geweest evenals het bedrijf. Het bestemmingsplan laat niet meer toe dan dat er altijd al geweest is. De vrees voor meer overlast is dan ook ongegrond. Zienswijze ongegrond - De toegestane bouwhoogte wordt teruggebracht tot 8 meter en voor de goothoogte tot 4 meter. Het zijn ongeveer de hoogten van het bestaande gebouw. Zienswijze gegrond - Er is geen sprake van een ontwikkeling maar van een bestaande situatie die nu juridisch juist en met beperkingen is vastgelegd. Dit in tegenstelling met het geldend sterk verouderde bestemmingsplan dat ter plaatse zelfs agrarische bebouwing toestond. Zienswijze ongegrond - Zoals aangegeven is dit bedrijf vallend onder milieucategorie 2 passend binnen het dorp en vinden wij het juist positief als er op beperkte schaal ook bedrijfsmatige activiteiten in het dorp plaats vinden. Zienswijze ongegrond - Voor de motivering verwijzen wij naar onze reactie op zienswijze 2. Zienswijze gedeeltelijk gegrond
- Een geluidzone kan zich net als in dit geval uitstrekken over meerdere bestemmingsplannen en stopt ook niet bij de grens van de bebouwde kom. De zone kan van invloed zijn op nieuwe ontwikkelingen en moet verplicht opgenomen worden op de verbeelding van het bestemmingsplan. Zienswijze ongegrond - De aangegeven zone is de vastgestelde geluidszone inclusief het datacenter. Zienswijze ongegrond - Geur- en andere milieucontouren hoeven niet opgenomen te worden in een bestemmingsplan. Om het plan overzichtelijk en werkbaar te houden
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel”
- Er zijn geen veiligheidsafstanden op de verbeelding aangegeven.
- De grenzen van het ontwerpplan verschillen van die van het geldend plan. Nu dit gebeurt wordt verzocht om ook de grens in het zuiden aan te passen tot aan de Heerenbeekloop.
- Het gebied van de kapel nabij natuurpark Boscheind zou ook binnen de grenzen van het plan opgenomen kunnen worden. De bestemming “agrarisch”op het perceel waarop de kapel staat is niet juist en dient aangepast te worden aan de werkelijke situatie. - De recente bebouwing aan de Pastoor Mandersstraat 63a is niet weergegeven op de verbeelding.
- In paragraaf 5.5. is aangegeven welke boomsoorten gebruikt dienen te worden als beplanting langs wegen. CROL wil echter dat er voldoende vrijheid blijft bestaan om ook andere boomsoorten toe te kunnen passen.
19
P.Simons Mijlstraat 82 5281 RL Boxtel
Wil dat aan de achterzijde van zijn perceel een bouwmogelijkheid wordt opgenomen voor de bouw
wordt deze informatie niet in het plan opgenomen. Zienswijze ongegrond - Wat betreft de veiligheidszones dienen in een bestemmingsplan opgenomen te worden. Zowel vanwege pijpleidingen(zie zienswijze 1) als vanwege een LPG vulstation zullen zones op de verbeelding opgenomen worden. Zienswijze gegrond -De grenzen verschillen inderdaad enigszins met die van de geldende bestemmingsplannen. Dit heeft te maken met de in de loop van de jaren gewijzigde situaties en de grenzen van het omringende bestemmingsplan Buitengebied 2011(bijv. dat tuinen door de aankoop van landbouwgrond zijn uitgebreid). Deze gronden passen nu wat betreft bestemming beter binnen de regels van het bestemmingsplan Lennisheuvel dan binnen die van het plan Buitengebied. Het gebied tussen de Heerenbeekloop en de grens van het bestemmingsplan Lennisheuvel is nog steeds in gebruik als agrarische grond en er is in het kader van dit conserverende bestemmingsplan geen enkele reden waarom op dit moment getwijfeld moet worden aan de juistheid van de daar geldende bestemmingen. Zienswijze ongegrond - De kapel aan de Brede Heide en het gebied daaromheen past inderdaad beter binnen de regelgeving van het plan Lennisheuvel dan binnen die van het Buitengebied. Het gebied zal aan het plan worden toegevoegd. Zienswijze gegrond. - Voor zover ons bekend is alle bebouwing aan de Pastoor Mandersstraat opgenomen in het plan. Het huisnummer 63a is onbekend in de administratie. Zienswijze ongegrond. - In het bestemmingsplan zijn geen regels voor het planten van bomen opgenomen. In de toelichting van het plan is alleen het gemeentelijk beleid op dit gebied aangehaald. Wanneer men een wijziging wil bewerkstelligen dient dit te gebeuren door aanpassing van het Bomenbeleidsplan. Zienswijze ongegrond Het betreffend perceel is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied en er is geen reden om aan te nemen dat
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel” van een woning.
20
J. van Kemenade Lennisheuvel 6a 5281 LE Boxtel
Verzoekt om net als het park Boscheind, ook de bebouwing aan de straat Lennisheuvel gelegen tegenover dat park in het ontwerpplan op te nemen zodat recht wordt gedaan aan de bestaande situatie.
21
H.van de Sloot Armehoefstraat 2a 5281 LH Boxtel
- Op de verbeelding is op het perceel Past.Mandersstraat 61 geen woning ingetekend terwijl hier wel een bouwvergunning voor verleend is. Verzocht wordt om deze op te nemen. - Ook wordt verzocht om de optie op te nemen om in plaats van een vrijstaande woning een tweekapper te mogen bouwen.
dit onjuist zou zijn. De bouw van burgerwoningen in het buitengebied is door de gemeenteraad slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan zoals bijv. in het kader van de Ruimte voor Ruimteregeling. Voor het overige wordt de bouw van woningen in het buitengebied niet toegestaan. Gezien het bovenstaande is er geen aanleiding om het perceel als bouwlocatie aan te merken binnen het plan Lennisheuvel. Zienswijze ongegrond Tussen het dorp Lennisheuvel en het bedrijventerrein Ladonk dient een bufferzone aangehouden te worden, omdat de functie industrie nu eenmaal niet goed samengaat met de functie wonen. Deze zone bestaat uit het grondgebied tussen Ladonk en Lennisheuvel dat gelegen is in het bestemmingsplan Buitengebied 2011. Deze strook is juist in dit bestemmingsplan opgenomen om een zo groot mogelijke waarborg te hebben dat deze zone aanwezig blijft. Bouwen in het buitengebied is nml. slechts in zeer uitzonderlijke gevallen mogelijk. Terwijl bebouwing in de kom cq het bestemmingsplan Lennisheuvel veel eerder als passend zal worden ervaren en eenvoudiger toegestaan kan worden. Gezien dit feit is er geen aanleiding om de bedoelde woningen op te nemen in het plan Lennisheuvel. Zienswijze ongegrond - Het opnemen van de vergunning op de verbeelding van het bestemmingsplan geeft voor iedereen duidelijkheid en zekerheid over de bouwmogelijkheden. De vergunde situatie zal op de verbeelding worden opgenomen. Zienswijze gegrond. - Buiten het feit dat het plan Lennisheuvel een conserverend karakter heeft waar geen nieuwe ontwikkelingen in meegenomen worden is een twee onder een kap woning op deze plaats ruimtelijk minder gewenst. Juist in dit gedeelte van de Pastoor Mandersstraat is gestreefd naar enige openheid in de bebouwing met een doorkijk naar het achterliggend buitengebied. Een tweekapper zal dit streven juist doorkruisen omdat dit een veel meer gesloten type bebouwing betreft. Zienswijze ongegrond.
Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan “Lennisheuvel” Ambtshalve wijzigingen -
-
-
Op het perceel Mijlstraat 40 is een omgevingsvergunning verleend die niet past binnen de nieuwe voorschriften wat betreft bouwhoogte. Deze strijdigheid wordt opgeheven door ter plaatse een grotere bouwhoogte toe te staan. De bij de bestemming Agrarisch behorende regels wijken zonder duidelijke redenen af van de in Boxtel gebruikelijke bestemmingsregels zoals die zijn opgenomen in het plan Buitengebied 2011. Omdat dit onnodige verwarring kan veroorzaken wordt artikel 3 aangepast overeenkomstig. Omdat het begrip geluidbelasting in de regels wordt aangehaald wordt de begrippenlijst aangevuld met het begrip “geluidbelasting vanwege het wegverkeer”. De maximale hoogte van gebouwen buiten het bouwvlak wordt aangepast aan de in Boxtel geldende standaard hoogte van 5 meter. De parkeernorm voor een bed & breakfast wordt aangepast in die zin dat gerekend wordt per kamer.
Bijlage 3 Staat van wijzigingen
STAAT VAN WIJZIGINGEN BEHORENDE BIJ HET RAADSBESLUIT TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN LENNISHEUVEL 1. Wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen; Rotterdam-Rijn Pijpleiding
-
wijzigingsmogelijkheid perceel naast pand Mijlstraat 53.
-
wijzigingsmogelijkheid perceel naast Mijlstraat 66
-
gebruik pand Lennisheuvel 46
-
wijzigingsmogelijkheid perceel naast Mijlstraat 49
-
aanpassing t.b.v. begraafplaats
-
aanpassing bestemming panden Mijlstraat 56 en 56a
N.a.v. zienswijze nr. Op de verbeelding zal in het zuidelijk gedeelte de veiligheidszone opgenomen worden. Op de verbeelding zal op het betreffend perceel naast Mijlstraat 53 een wijzigingsbevoegdheid voor een vrijstaande woning worden opgenomen. Op de verbeelding zal op het betreffend perceel naast Mijlstraat 66 een wijzigingsbevoegdheid voor een vrijstaande woning worden opgenomen. Op de verbeelding zal de bestemming worden aangepast in de bestemming ‘Wonen’ met als functieaanduiding atelier/kantoorruimte op de begane grond. Op de verbeelding zal op het betreffend perceel naast Mijlstraat 49 een wijzigingsbevoegdheid voor een vrijstaande woning worden opgenomen. Op de verbeelding zal de bestemming ‘Maatschappelijk’ met functie aanduiding begraafplaats worden vergroot aan de westzijde conform het bestaande gebruik. Op de verbeelding zal ter plaatse van de woning aan de Mijlstraat 56 de bestemming ‘Bedrijf’ met functieaanduiding kantoor aangepast worden in de bestemming ‘Wonen’ met een aanduiding ‘twee aaneen’. Verder zal de woning Mijlstraat 56a als dienstwoning worden bestemd bij de bedrijfsbestemming.
1
2
3
5
8
13
15
-
maximaal toegestane bouwhoogte van bedrijfsgebouw Lennisheuvel 69 zal worden opgenomen en het bedrijfsmatig gebruik van het terrein wordt gewijzigd.
Op de verbeelding zal ter plaatse van het bedrijfsgebouw een bouwblok worden opgenomen met daarin de gooten nokhoogte van het bestaande gebouw, zijnde 3 m. en 6 m. Verder zal de bestemming worden aangepast in Specifieke vorm van wonenautohandel.
16
-
wijzigingsmogelijkheid naast perceel Mijlstraat 40
17
-
opnemen veiligheidsafstanden
Op de verbeelding zal op het betreffend perceel naast Mijlstraat 40 een wijzigingsbevoegdheid voor een vrijstaande woning worden opgenomen. Op de verbeelding zal in het noorden van het plangebied de veiligheidszone m.b.t. het LPG vulpunt worden aangegeven.
-
opname kapel aan de Brede Heide in plangebied
18
-
verleende vergunning opnemen op verbeelding
De veldkapel ten noorden van het plangebied zal met bijbehorend perceel opgenomen worden binnen het plangebied met een bestemming ‘Maatschappelijk’. Op het perceel Past.Mandersstraat 61 zal de omgevingsvergunning voor de bouw van een vrijstaande woning op de verbeelding worden opgenomen als ondergrond. Aan artikel 11 betreffende de bestemming Wonen zal worden toegevoegd de functieaanduiding atelier/kantoor, waarbij wordt aangegeven dat ter plaatse van deze aanduiding maximaal 200 m2 van de begane grond hiervoor mag worden gebruikt. De hier aan verbonden regels zijn opgenomen in artikel 11.4.2.
5
2. Aanpassingen regels - opnemen functieaanduiding op perceel Lennisheuvel 46
18
21
-
wijziging bestemmingsomschrijving
In de betreffende artikelen 4,6,8,11 wordt onder bestemmingsomschrijving opgenomen “water en waterhuishoudkundige voorzieningen”. In de artikelen 5,7,9, wordt de bestemmingsomschrijving “waterlopen, waterpartijen en waterberging”vervangen door “water en waterhuishoudkundige voorzieningen”.
7
-
opname ‘wro-zone – wijzigingsgebied nieuwbouw toegestaan’
2, 3, 8 en 17
-
opname veiligheidszones
ten einde de gewenste bouwmogelijkheden voor woningen op te nemen in het bestemmingsplan is in artikel 21.2 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen welke de bouw van een nieuwe woning onder voorwaarden mogelijk maakt. In de regels zullen randvoorwaarden worden opgenomen m.b.t. tot het gebruik van gronden en mogelijke bouwwerken gelegen binnen de veiligheidszones. Deze zijn vertaald in artikel 12 ‘Leiding – Olie’ en artikel 19.2 ‘veiligheidszone – lpg’.
3. ambtshalve aanpassingen - Aanpassingen verwijzingen
Daar waar noodzakelijk zijn verwijzingen welke door toedoen van het verwerken van de in deze staat van wijzigingen verwerkte aanpassingen niet meer kloppen, aangepast. In artikel wordt het begrip artikel 1.37 “geluidbelasting vanwege het wegverkeer” toegevoegd.
-
uitbreiding begrippenlijst
-
omdat op het perceel Lennisheuvel 51 een gelijksoortige situatie aanwezig is als op huisnummer 69 dient op dit perceel eenzelfde aanpassing te worden aangebracht.
- Op de verbeelding wordt ter plaatse van het bedrijfsgebouw een bouwblok opgenomen met daarin de goot- en nokhoogte van het bestaande gebouw zijnde 3 m. en 5 m. Verder wordt ook hier de bestemming aangepast in Specifieke vorm van wonen- autohandel
-
wijziging maximaal toegestane bouwhoogte bijgebouw voor het perceel Mijlstraat 40.
Wegens een met de nieuwe voorschriften afwijkende onlangs verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een Vlaamse schuur
1 en 18
-
de bestemming Agrarisch wijkt onnodig af van de in het bestemmingsplan Buitengebied 2011 bekende planregels.
-
verhoging maximale bouwhoogte gebouwen buiten het bouwvlak.
-
aanpassing regeling bed & breakfast
op het perceel Mijlstraat 40 wordt hier een hogere bouwhoogte voor bijgebouwen toegestaan. De bij de bestemming Agrarisch behorende regels worden vervangen door artikel 3.1 t/m 3.3.2 zoals opgenomen in het op 4-10-2012 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2011. de bepalingen in artikel 3.1 onder c en d kunnen in het plan Lennisheuvel vervallen. In aansluiting op de overige bestemmingsplannen voor de kernen is de maximale bouwhoogte van gebouwen buiten het bouwvlak aangepast naar maximaal 5 meter. in artikel 11.5.3 onder f is “per bed & breakfast” aangepast naar “per kamer”
Bestemmingsplanregels
01222.017.01bpr14
1
INHOUD Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels ..........................................................................................................3 Begrippen........................................................................................................................3 Wijze van meten ...........................................................................................................11
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15
Bestemmingsregels ...................................................................................................12 Agrarisch .......................................................................................................................12 Bedrijf ............................................................................................................................14 Groen ............................................................................................................................16 Horeca ..........................................................................................................................17 Maatschappelijk ............................................................................................................18 Tuin ...............................................................................................................................20 Verkeer - Verblijfsgebied ..............................................................................................22 Water ............................................................................................................................23 Wonen ...........................................................................................................................24 Leiding – Olie ................................................................................................................29 Waarde – Archeologie 2 ...............................................................................................31 Waarde – Archeologie 4 ...............................................................................................34 Waarde – Archeologie 5 ...............................................................................................37
Hoofdstuk 3 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21
Algemene regels .........................................................................................................40 Anti-dubbeltelregel ........................................................................................................40 Algemene bouwregels ..................................................................................................41 Algemene gebruiksregels .............................................................................................42 Algemene aanduidingsregels .......................................................................................43 Algemene afwijkingsregels ...........................................................................................44 Algemene wijzigingsregels ...........................................................................................45
Hoofdstuk 4 Artikel 22 Artikel 23
Overgangs- en slotregels ..........................................................................................46 Overgangsrecht ............................................................................................................46 Slotregel ........................................................................................................................47
Bijlage bij de regels Lijst van Bedrijfsactiviteiten
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
2
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
3
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan het bestemmingsplan ‘Lennisheuvel’ van de gemeente Boxtel; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het NL.IMRO.0757.BP08lennisheuv2012-VST1 met de bijbehorende regels en bijlagen;
GML-bestand
1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 aaneengebouwde woning een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning; 1.6 afhankelijke woonruimte een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is; 1.7 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.8 bebouwingspercentage een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; 1.9 bed & breakfast het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan een beperkt aantal personen die hun hoofdverblijf elders hebben 1.10 bedrijf aan huis bedrijfsmatige activiteiten, die door hun beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt, en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
4
1.11 bedrijf een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, beroepen aan huis daaronder niet begrepen; 1.12 bedrijfsgebouw een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; 1.13 bedrijfswoning/dienstwoning een woning in of bij een gebouw, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 1.14 beroep aan huis een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen dienstverlenende beroepen; 1.15 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlak de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep of bedrijf aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; 1.16 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.17 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.18 Bevi inrichtingen welke vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 1.19 bijbehorend bouwwerk uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; 1.20 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.21 bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.22 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
5
1.23 bouwperceelsgrens de grens van een bouwperceel; 1.24 bouwverordening bouwverordening als bedoeld in artikel 8 van de Woningwet; 1.25 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.26 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.27 cultuur en ontspanning het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning; 1.28 dak iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 1.29 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.30 detailhandel grootschalig Detailhandel, waarvan de bruto vloeroppervlakte minimaal 1.000 m² per zelfstandige eenheid bedraagt: a. in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels; b. in sport & fitness, zwembaden, haarden, trailers, grafzerken, dierenspeciaalzaken, sauna en jacuzzi, fietsen / rijwielen en scooters, zonnebanken en zonwering die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen (volumineuze goederen) een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden). 1.31 dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen; 1.32 discotheek een bedrijf dat is gericht op het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren; 1.33 eerste bouwlaag de bouwlaag op de begane grond;
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
6
1.34 erotisch getinte vermaaksfunctie een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 1.35 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.36 geluidbelasting vanwege een industrieterrein de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder; 1.37 geluidbelasting vanwege het wegverkeer de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder; 1.38 geluidgevoelige functies bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 1.39 geluidgevoelige gebouwen gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 1.40 geluidzoneringsplichtige inrichting een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; 1.41 geschakelde woning een woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijbehorend bouwwerk verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd; 1.42 gestapelde woningen boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is; 1.43 gevellijn de als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
7
1.44 groepsrisico het groepsrisico geeft de cumulatieve kansen aan per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is; 1.45 handel in auto’s en motorfietsen de in- en verkoop van auto’s en motorfietsen behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat de reparatie en servicediensten ondergeschikt dienen te zijn aan de in- en verkoopwerkzaamheden; 1.46 hoofdgebouw een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 1.47 horecabedrijf een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie en een discotheek; 1.48 kantoor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen; 1.49 kleinschalige activiteiten activiteiten die geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben, die geen elektronisch opgewekt geluid produceren en waaraan maximaal 40 personen deelnemen, zoals workshops, lezingen, wandelingen en dergelijke; 1.50 maatschappelijk educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en kinderopvang, alsook ondergeschikte detailhandel en horecabedrijf ten dienste van deze voorzieningen; 1.51 mantelzorg het bieden van hulp bij het dagelijks functioneren, die vrijwillig en onbetaald, buiten organisatorisch verband, wordt verleend aan personen uit het sociale netwerk die – door welke oorzaak dan ook – vrij ernstige fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen hebben. Voor personen die 65 jaar en ouder zijn, wordt geen indicatie noodzakelijk geacht; 1.52 omgevingsvergunning voor het afwijken omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wabo; 1.53 omgevingsvergunning een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo);
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
8
1.54 overkapping Een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie. Indien een overkapping aangebouwd is aan een gebouw mag een overkapping maximaal 2 niet eigen wanden hebben. Eigen wanden zijn dan niet toegestaan. Indien een overkapping niet is aangebouwd aan een gebouw mag een overkapping maximaal 1 eigen wand hebben; 1.55 peil a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil); 1.56 perifere detailhandel detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden); 1.57 productiegebonden detailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; 1.58 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.59 recreatief medegebruik een recreatief gebruik van gronden en bouwwerken dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan; 1.60 seksinrichting de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.61 stacaravan een kampeermiddel, dat als een gebouw valt aan te merken; 1.62 studentenhuisvesting een woning met afzonderlijke kamers ten behoeve van de bewoning door studenten, al dan niet met gezamenlijke woonvoorzieningen zoals sanitair, woonkamer en keuken;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
9
1.63 twee-aaneen gebouwde woning een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen; 1.64 verblijfsrecreatie vormen van recreatie die mede gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben; 1.65 verticale diepte van een gebouw de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer; 1.66 voorgevel een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw; 1.67 voorgevellijn denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen; 1.68 voorkeursgrenswaarde de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 1.69 voorzieningen van algemeen nut voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer; 1.70 vrijstaande woningen woningen waarbij het hoofdgebouw vrijstaat van naast gelegen hoofdgebouwen; 1.71 water en waterhuishoudkundige voorzieningen al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.; 1.72 woning een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Vanuit een woning mag geen detailhandel, horeca of groothandel plaatsvinden. Tevens mag er geen seksinrichting en/of escortbedrijf worden opgericht; 1.73 winkel een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel; 1.74 winkelvloeroppervlakte het voor het winkelend publiek toegankelijke deel van de brutovloeroppervlakte van een detailhandelsbedrijf, inclusief etalages en de ruimte achter toonbanken en kassa’s;
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
10
1.75 zijdelingse perceelsgrens de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 2
11
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand tot de bouwperceelsgrens tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is; 2.2 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.3 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.5 de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen; 2.6 de dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.7 afstand tot de zijdelingse perceelgrens De afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
12
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. agrarisch grondgebruik; b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; c. extensief recreatief medegebruik; d. doeleinden van openbaar nut; e. het behoud, het herstel en de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden, archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden en kenmerken van de gronden; f. een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals perceelsontsluitingen, onverharde wegen, kavelpaden, groenvoorzieningen en sloten. 3.2 Bouwregels Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienst van de bestemming, met dien verstande dat: a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan; b. in afwijking van het bepaalde onder a schuilstallen zijn toegestaan, uitsluitend voor zover deze reeds legaal bestonden op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan, op de plaats en tot de afmetingen zoals die bestonden op genoemd tijdstip. 3.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. teeltondersteunende voorzieningen met een permanent karakter zijn niet toegestaan; b. voeropslagvoorzieningen zijn niet toegestaan; c. paardenbakken zijn niet toegestaan; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (waaronder erf- en terreinafscheidingen) bedraagt niet meer dan 1 m; e. poorten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 2 m; 3.3
Nadere eisen
3.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte en de bouwhoogte van bebouwing; b. de aard, bouwhoogte en de situering van erfafscheidingen. 3.3.2 Afwegingskader De in 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden; c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit ten behoeve van duurzaam agrarisch grondgebruik; d. ten behoeve van de milieusituatie; e. ten behoeve van de verkeersveiligheid; f. ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
13
3.4 Specifieke gebruiksregels Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 18 overeenkomstig van toepassing.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
14
Artikel 4
Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het uitoefenen van industriële en ambachtelijke bedrijven alsmede groothandelsbedrijven die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten; b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen; c. maximaal 1 bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’; d. ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’, uitsluitend voor een nutsvoorziening; e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf’, tevens een garagebedrijf behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten met autoverkoop. met de daarbij behorende: f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; g. tuinen, erven en terreinen; h. parkeervoorzieningen; i. groenvoorzieningen. 4.2
Bouwregels
4.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de bebouwing die ten tijde van tervisielegging van het plan op het perceel aanwezig is buiten het bouwvlak, gehandhaafd mag blijven, met een maximale oppervlakte van 640 m² ; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen zowel binnen als buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 4,5 m, tenzij voor het bouwvlak of deel van het bouwvlak door middel van een aanduiding een andere goothoogte of bouwhoogte is aangeduid in welk geval de aangeduide hoogte als maximum geldt; 4.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de voorgevellijn niet meer dan 1 meter mag bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. 4.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m² bedraagt; b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 5 meter; c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. het straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
15
3. de sociale veiligheid; 4. de milieusituatie; en 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 4.4 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 18 wordt in ieder geval gerekend: a. geluidszoneringsplichtige en BEVI-inrichtingen; b. wonen, behalve ter plaatse van de bedrijfswoning; c. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel als bedoeld in 4.1 sub b en autoverkoop als bedoeld in 4.1 sub f; d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG); e. opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn; f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in artikel 4.1 onder a; g. een seksinrichting. 4.5 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning, met inachtneming van de milieusituatie, afwijking toestaan van: a. het bepaalde in lid 4.1, sub a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage Lijst van bedrijfsactiviteiten doch daarin niet wordt genoemd, mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft; b. het bepaalde in lid 4.1, sub a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd genoemd in bijlage Lijst van bedrijfsactiviteiten onder categorie 3 mits het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 4.1; Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf worden ten minste de volgende milieucomponenten in de beoordeling betrokken: het al dan niet continue karakter van de bedrijfsactiviteit, geluidhinder, geurproductie, stofuitworp, gevaar, visuele hinder, verontreiniging van lucht, bodem en water, verkeersaantrekking.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
16
Artikel 5
Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; met de daarbij behorende: b. parkeervoorzieningen; c. speelvoorzieningen; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; e. bermen en beplanting; f. paden; g. voorzieningen van algemeen nut; h. kunstwerken; i. straatmeubilair, afvalcontainers en hondentoiletten. 5.2
Bouwregels
5.2.1 Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling: a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van voorzieningen van algemeen nut. 5.2.2 Voor het bouwen van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende bepalingen: b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter; c. de maximale oppervlakte bedraagt 15 m². 5.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, b. met uitzondering van verlichtingsarmaturen, vlaggenmasten, speelvoorzieningen en kunstwerken, waarvan de maximale bouwhoogte 6 meter mag bedragen; c. de oppervlakte en bouwhoogte van een afvalcontainer mogen maximaal 4 m² en 2 meter bedragen (bij bovengronds plaatsen). 5.3 Specifieke gebruiksregels Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 18 overeenkomstig van toepassing.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 6
17
Horeca
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horecavoorzieningen met uitzondering van coffeshops, automatenhallen, discotheken, hotels en nachtclubs; met de daarbijbehorende b. tuinen, erven en terreinen; c. parkeervoorzieningen; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 6.2
Bouwregels
6.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd tenzij met een bebouwingspercentage de grootte is aangegeven van het deel van het bouwvlak dat maximaal mag worden bebouwd; c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven. 6.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn 1 meter mag bedragen. c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. 6.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m² bedraagt; b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 5 meter; c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. het straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. de milieusituatie; en 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 6.4 Specifieke gebruiksregels Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 17 overeenkomstig van toepassing.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
18
Artikel 7
Maatschappelijk
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gezondheidszorg; b. cultuur; c. welzijn; d. onderwijs; e. religie; f. ondergeschikte horecavoorzieningen die ten dienste staan van de doeleinden als genoemd in sub a, b en c; g. ondergeschikte kleinschalige detailhandel die ten dienste staat van de doeleinden als genoemd in sub a, b en c; h. ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’, uitsluitend voor een begraafplaats; met de daarbij behorende: i. tuinen, erven en terreinen; j. parkeervoorzieningen; k. groenvoorzieningen; l. speelvoorzieningen; m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; n. wegen en paden; o. voorzieningen van algemeen nut. 7.2
Bouwregels
7.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd tenzij met een bebouwingspercentage de grootte is aangegeven van het deel van het bouwvlak dat maximaal mag worden bebouwd; c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven. 7.2.2
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn 1 meter mag bedragen. c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. 7.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m² bedraagt; b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 5 meter; c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
1. 2. 3. 4. 5.
19
het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 18 overeenkomstig van toepassing.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
20
Artikel 8
Tuin
8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gelegen hoofdgebouwen, met de daarbij behorende: b. erven; c. parkeervoorzieningen; d. overige verhardingen; e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 8.2
Bouwregels
8.2.1 Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van voor de voorgevellijn van en aansluitend aan woningen gelegen: 1. erkers, serres en andere gebouwen op de begane grond; 2. luifels en dakoverstekken; 3. balkons; b. onder de volgende voorwaarden: 1. de breedte bedraagt aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw tot maximaal 3,5 meter; 2. de maximale bouwhoogte bedraagt het vloerpeil van de eerste verdieping + 0,25 meter van het hoofdgebouw; 3. de maximale diepte gemeten vanaf de voorgevel bedraagt 25% van de afstand van de voorgevel tot de voorste perceelsgrens, met een maximum van 1,5 meter; 4. op een uitbouw is een afscheiding toegestaan met een hoogte van 1 meter gemeten vanaf bovenkant uitbouw. 8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a mag, in het geval van tuinen die grenzen aan het openbaar toegankelijk gebied, de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot 3 meter achter de voorgevellijn maximaal 1 meter bedragen; c. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 3 meter, met dien verstande dat de maximale oppervlakte 30 m² bedraagt en de overkapping niet voor de voorgevellijn is toegestaan; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen. 8.3 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 18 wordt in ieder geval gerekend: a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
21
b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
22
Artikel 9
Verkeer - Verblijfsgebied
9.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen en straten; b. voet- en fietspaden; c. groenvoorzieningen; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbij behorende: e. parkeervoorzieningen; f. voorzieningen van algemeen nut. 9.2 Bouwregels 9.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter; c. de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 15 m². 9.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 9 meter bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 4 meter bedragen. 9.3 Specifieke gebruiksregels Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 18 overeenkomstig van toepassing.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 10
23
Water
10.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterhuishouding; b. waterlopen, waterpartijen en waterberging; c. groenvoorzieningen; d. extensief recreatief gebruik; met de daarbij behorende: e. bruggen, dammen, duikers en aanlegsteigers. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling: a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 10.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende bepaling: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 1,5 meter bedragen. 10.3 Specifieke gebruiksregels Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 18 overeenkomstig van toepassing.
10.4
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 10.4.1 Verbod Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het verrichten van grondroeractiviteiten, waartoe worden gerekend afgraven, ophogen, ontgronden, woelen, vergraven, mengen, diepploegen en egaliseren; b. het aanleggen, verbreden, verbeteren of dempen van sloten, vijvers, greppels en andere wateren; c. het indrijven van voorwerpen in de grond; d. het vellen en rooien van houtgewas; e. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²; f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van de daarbij behorende constructies. 10.4.2 Uitzondering Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke: a. het normale beheer en onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet 1998; d. worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
24
Artikel 11
Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met kamerbewoning en/of de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 80 m²; b. ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’, mede voor opslag; c. ter plaatse van de aanduiding ‘bed & breakfast’, mede voor een bed & breakfast; d. ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’, mede voor detailhandel niet zijnde grootschalig, productieverbonden of perifeer; e. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – autohandel’, mede voor handel in auto’s en motorfietsen zoals bedoeld in lid 1.45; f. ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’, mede voor kleinschalige activiteiten, kleinschalige horeca in de vorm van een restaurant of theetuin en kleinschalige detailhandel in antiek, tuinartikelen en /of streekgebonden producten of daarmee gelijk te stellen activiteiten; g. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – atelier/ kantoor’, mede voor het gebruik ten behoeve van een atelier en/of kantoor op de begane grond; met de daarbijbehorende: h. tuinen en erven; i. parkeervoorzieningen; j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. voor zover is aangegeven mogen uitsluitend de woningtypen worden gebouwd: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', vrijstaande woningen; 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneengebouwd', twee-aaneengebouwde woningen; 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneen' woningen aaneengebouwde woningen; 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – geschakeld', geschakelde woningen; waarbij geldt dat het bestaande aantal woningen per bouwperceel niet mag toenemen; c. in afwijking van het bepaalde onder b mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘nieuwbouw toegestaan’ maximaal 1 woning worden gebouwd, waarbij is aangetoond dat er geen sprake is van milieu-planologische belemmeringen; indien een aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ is aangegeven, mag dat aantal als maximaal te bouwen aantal woningen worden beschouwd; d. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt: 1. bij vrijstaande woningen minimaal 3 meter aan beide zijden; 2. bij twee-aaneen gebouwde en geschakelde woningen 3 meter aan één zijde; e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter tenzij voor het bouwvlak of deel van het bouwvlak door middel van een aanduiding een andere goothoogte is aangeduid in welk geval de aangeduide goothoogte als maximum geldt;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
f.
25
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter tenzij voor het bouwvlak of deel van het bouwvlak door middel van een aanduiding een andere bouwhoogte is aangeduid in welk geval de aangeduide bouwhoogte als maximum geldt.
11.2.2 Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen: a. de bijbehorende bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan; b. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 meter; c. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen; d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 5 meter bedragen; e. buiten het bouwvlak bedraagt het maximum bebouwingspercentage 50%, waarbij het gezamenlijk bebouwd oppervlak niet meer mag bedragen 20% van de oppervlakte van het bouwperceel met een minimum van 50 m² per hoofdgebouw tot een maximum van 150 m² per hoofdgebouw: f. de minimale afstand tot de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt 3 meter. 11.2.3 Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – autohandel’ gelden de volgende bepalingen: a. In afwijking van het bepaalde in 11.2.1 en 11.2.2 mogen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - autohandel’ gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak gerealiseerd worden waarbij het bouwvlak volledig bebouwd mag worden; b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte is aangegeven. 11.2.4
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a mag, in het geval van tuinen die grenzen aan het openbaar toegankelijk gebied, de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot 3 meter achter de voorgevellijn maximaal 1 meter bedragen. c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen. 11.3
Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Aangebouwd bijbehorend bouwwerk Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.2.2 sub b voor een hoger aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat: a. het een bijbehorend bouwwerk betreft dat is aangebouwd aan het hoofdgebouw; b. het bijbehorend bouwwerk ten minste 3 meter lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw. 11.3.2 Erfafscheiding Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.2.4 sub a voor een hogere erfafscheiding voor de voorgevellijn, met dien verstande dat: a. de hoogte niet meer bedraagt dan 2 meter.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
26
11.4
Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Gebruiksregels ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’ Ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’ als genoemd in 11.1 sub f zijn de daar genoemde functies toegestaan zolang: a. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en bedrijven; b. het gebruik naar aard met het woonkarakter ter plaatse en van de omgeving in overeenstemming is; c. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt en voldoet aan de gemeentelijke parkeernormen. 11.4.2 Gebruiksregels ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – atelier/kantoor’ Ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’ als genoemd in 11.1 sub g zijn de daar genoemde functies toegestaan zolang: a. In totaal niet meer dan 200 m² van de begane grond in gebruik is ten behoeve van een atelier en/of kantoor b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en bedrijven; c. het gebruik naar aard met het woonkarakter ter plaatse en van de omgeving in overeenstemming is; d. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt en voldoet aan de gemeentelijke parkeernormen. 11.4.3 Strijdig gebruik Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 18 wordt in ieder geval gerekend: a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft; b. bewoning als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van kamerbewoning; c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG); d. bedrijf aan huis; e. bed & breakfast, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘bed & breakfast’; f. seksinrichtingen. 11.5
Afwijken van de gebruiksregels
11.5.1 Bedrijf aan huis Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.4.3 sub d voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat: a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft; b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat: 1. het afwijken niet mogelijk is voor het uitoefenen van bedrijvigheid, dat onder de werking van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht valt, tenzij het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is; 2. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn; 3. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
27
4. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten; 5. parkeren dient zoveel mogelijk op eigen terrein plaats te vinden; 6. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van het bedrijf aan huis; 7. detailhandel is uitsluitend op de begane grondvloer toegestaan; 8. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 80 m². 11.5.2 Mantelzorg Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.4.3 sub a en b voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of een bijbehorend bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat: a. aangetoond wordt dat een afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg; deze noodzaak behoeft niet te worden aangetoond wanneer de zorgbehoevende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; b. op het perceel al een woning aanwezig is; c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven; d. per woning maximaal één keer mag worden afgeweken van het bestemmingsplan ten behoeve van inwoning voor mantelzorg; e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben; het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is of niet haalbaar, dit laatste met inachtneming van alle overige bepalingen; f. maximaal 80 m² en 240 m³ van hoofdgebouw en/of bijbehorend bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning. 11.5.3 Bed & breakfast Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.4.3 sub e voor het gebruik van een deel van de woning als bed & breakfast, met dien verstande dat: a. een bed & breakfast uitsluitend toegestaan is bij grondgebonden woningen; b. er maximaal 4 slaapplaatsen worden aangeboden; c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven; het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn; d. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is; e. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten; f. er per kamer 1 parkeerplaats op eigen terrein aanwezig dient te zijn; g. maximaal 50 m² van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een bed & breakfast in gebruik mag zijn.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
28
11.6 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen als bedoeld in 11.1 sub b tot en met g te verwijderen indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 12
29
Leiding – Olie
12.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding-Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse olieleidingen met de bijbehorende belemmerende strook. 12.2 12.2.1
Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
12.2.2
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
12.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,5 meter bedragen. 12.2.4
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming ‘Leiding – Olie’ is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het voorzover zulks, gehoord de beheerder van de olieleiding(en), verenigbaar is met het belang van de leiding(en).
12.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de overige op deze gronden voorkomende bestemming(en), mits: a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. 12.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Verbod Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Leiding – Olie’ zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; e. diepploegen; f. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies; g. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande h. watergangen.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
30
12.4.2 Uitzondering Het verbod als bedoeld in 12.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 12.4.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 12.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits: a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 13
31
Waarde – Archeologie 2
13.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde – Archeologie 2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden. 13.2 Bouwregels 13.2.1 Omgevingsvergunning a. de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die betrekking heeft op de voor ‘Waarde - Archeologie 2’ aangewezen gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld; b. een onderzoek als bedoeld onder a is niet vereist indien naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld; c. het bevoegd gezag verleent de vergunning indien daar naar zijn oordeel uit het rapport als bedoeld onder a genoegzaam blijkt dat: 1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; 2. schade door bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de bouwvergunning verbonden voorschriften. 13.2.2 Voorschriften omgevingsvergunning voor het bouwen a. in de situatie als bedoeld in 13.2.1. onder c kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen uitvoeren van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. indien het bepaalde onder 13.2.2 onder a sub 3 van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden. 13.2.3 Uitzonderingen Het bepaalde in 13.2.1 en 13.2.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op: a. een bouwwerk met een bruto oppervlakte van ten hoogste 50 m²; b. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,4 m onder maaiveld en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst; c. een bouwwerk dat uitsluitend voor archeologisch onderzoek is bestemd met een bouwhoogte tot 3 m; d. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan; e. werken of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
32
13.3
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.3.1 Verbod Het is verboden om op of in de voor ‘Waarde - Archeologie 2’ aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. grondwerkzaamheden, zoals het afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, diepploegen en diepwortelen van gronden; b. het indrijven van voorwerpen in de grond zoals heipalen, damwanden, boor- en pompputten; c. waterhuishoudkundige ingrepen zoals het aanbrengen van onderbemaling; d. het aanleggen van dammen en stuwen en het aanbrengen van oeverbeschroeiing; e. het aanleggen, dempen of wijzigen (zoals het verbreden, verdiepen, wijzigen van oevers en profiel) van sloten, greppels, watergangen en overige partijen; f. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; g. het rooien van diepwortelende beplantingen voor zover daarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van gras of akkerland in een teelt waarbij bodemvolume wordt afgevoerd waartoe gerekend worden boomteelt, graszodenteelt en siergewassenteelt; i. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; j. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, waarbij de breedte van de grondwerken meer dan 0,5 m bedragen; k. het slopen van gebouwen en het verwijderen van funderingen, waarbij grondroering plaatsvindt; l. het afplaggen van heide- of natuurgebieden; m. het aanleggen van een drainagestelsel en een beregeningsinstallatie. 13.3.2 Uitzondering a. het verbod als bedoeld in 13.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: 1. maximaal 0,4 m diep reiken ten opzichte van het maaiveld en daarbij een verstoringsoppervlakte hebben van ten hoogste 50 m²; 2. ten dienste staan van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige; 3. het normale beheer en onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoud- en vervangingswerkzaamheden van bestaande riolen, bestratingen, beplantingen en binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; 4. het normale agrarisch waaronder worden verstaan grondbewerkingen ten dienste van agrarisch gebruik mits de bodem tot niet meer dan een diepte van 0,4 m onder maaiveld wordt geroerd; 5. plaatsvinden binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk; 6. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan; 7. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. b. het verbod als bedoeld in 13.3.1 is ook niet van toepassing indien de werkzaamheden vooraf bij het bevoegd gezag zijn gemeld, voorzien van een schriftelijke verklaring met bewijsmateriaal, waarbij wordt aangetoond dat de grond reeds dieper is geroerd dan de voorgestelde bewerkingsdiepte en voorzien van een verklaring dat in het geval van teelten zoals bedoeld onder 13.3.1 onder h het afgevoerde bodemvolume weer wordt aangevuld, waarop het bevoegd gezag
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
33
op basis van deze melding voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden schriftelijk te kennen heeft gegeven dat voor de betreffende werkzaamheden geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is vereist. 13.3.3 Toelaatbaarheid a. de aanvrager van een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 12.3.1 die betrekking heeft op de voor ‘Waarde - Archeologie 2’ aangewezen gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar oordeel van de gemeente in voldoende mate is vastgesteld; b. een onderzoek als bedoeld onder a is niet vereist indien naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld; c. het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar zijn oordeel uit het rapport als bedoeld onder a genoegzaam blijkt dat: 1. er geen archeologische waarden aanwezig zijn; 2. de betreffende archeologische waarden door de ingreep niet of niet onevenredig worden geschaad; 3. schade door bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften. 13.3.4 Voorschriften omgevingsvergunning voor het uitvoeren werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden a. in de situatie als bedoeld onder 13.3.3 onder c kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. indien het bepaalde onder a sub 3 van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden. 13.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de voor ‘Waarde Archeologie 2’ aangewezen gronden, die bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
34
Artikel 14
Waarde – Archeologie 4
14.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie 4’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Omgevingsvergunning a. de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die betrekking heeft op de voor ‘Waarde - Archeologie 4’ aangewezen gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld; b. een onderzoek als bedoeld onder a is niet vereist indien naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld; c. het bevoegd gezag verleent de vergunning indien daar naar zijn oordeel uit het rapport als bedoeld onder a genoegzaam blijkt dat: 1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; 2. schade door bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de bouwvergunning verbonden voorschriften. 14.2.2 Voorschriften omgevingsvergunning voor het bouwen a. in de situatie als bedoeld in 14.2.1. onder c kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen uitvoeren van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. indien het bepaalde onder 14.2.2 onder a sub 3 van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden. 14.2.3 Uitzonderingen Het bepaalde in 14.2.1 en 14.2.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op: a. een bouwwerk met een bruto oppervlakte van ten hoogste 250 m²; b. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,4 m onder maaiveld en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst; c. een bouwwerk dat uitsluitend voor archeologisch onderzoek is bestemd met een bouwhoogte tot 3 m; d. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan; e. werken of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
14.3
35
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.3.1 Verbod Het is verboden om op of in de voor ‘Waarde - Archeologie 4’ aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. grondwerkzaamheden, zoals het afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, diepploegen en diepwortelen van gronden; b. het indrijven van voorwerpen in de grond zoals heipalen, damwanden, boor- en pompputten; c. waterhuishoudkundige ingrepen zoals het aanbrengen van onderbemaling; d. het aanleggen van dammen en stuwen en het aanbrengen van oeverbeschroeiing; e. het aanleggen, dempen of wijzigen (zoals het verbreden, verdiepen, wijzigen van oevers en profiel) van sloten, greppels, watergangen en overige partijen; f. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; g. het rooien van diepwortelende beplantingen voor zover daarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van gras of akkerland in een teelt waarbij bodemvolume wordt afgevoerd waartoe gerekend worden boomteelt, graszodenteelt en siergewassenteelt; i. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; j. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, waarbij de breedte van de grondwerken meer dan 0,5 m bedragen; k. het slopen van gebouwen en het verwijderen van funderingen, waarbij grondroering plaatsvindt; l. het afplaggen van heide- of natuurgebieden; m. het aanleggen van een drainagestelsel en een beregeningsinstallatie. 14.3.2 Uitzondering a. het verbod als bedoeld in 14.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: 1. maximaal 0,4 m diep reikenten opzichte van het maaiveld en daarbij een verstoringsoppervlakte hebben van ten hoogste 250 m²; 2. ten dienste staan van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige; 3. het normale beheer en onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoud- en vervangingswerkzaamheden van bestaande riolen, bestratingen, beplantingen en binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; 4. het normale agrarisch waaronder worden verstaan grondbewerkingen ten dienste van agrarisch gebruik mits de bodem tot niet meer dan een diepte van 0,4 m onder maaiveld wordt geroerd; 5. plaatsvinden binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk; 6. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan; 7. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. b. het verbod als bedoeld in 14.3.1 is ook niet van toepassing indien de werkzaamheden vooraf bij het bevoegd gezag zijn gemeld, voorzien van een schriftelijke verklaring met bewijsmateriaal, waarbij wordt aangetoond dat de grond reeds dieper is geroerd dan de voorgestelde bewerkingsdiepte en voorzien van een verklaring dat in het geval van teelten zoals bedoeld onder 14.3.1 onder h het afgevoerde bodemvolume weer wordt aangevuld, waarop het bevoegd gezag
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
36
op basis van deze melding voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden schriftelijk te kennen heeft gegeven dat voor de betreffende werkzaamheden geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is vereist. 14.3.3 Toelaatbaarheid a. de aanvrager van een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 14.3.1 die betrekking heeft op de voor ‘Waarde - Archeologie 4’ aangewezen gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar oordeel van de gemeente in voldoende mate is vastgesteld; b. een onderzoek als bedoeld onder a is niet vereist indien naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld; c. het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar zijn oordeel uit het rapport als bedoeld onder a genoegzaam blijkt dat: 1. er geen archeologische waarden aanwezig zijn; 2. de betreffende archeologische waarden door de ingreep niet of niet onevenredig worden geschaad; 3. schade door bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften. 14.3.4 Voorschriften omgevingsvergunning voor het uitvoeren werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden a. in de situatie als bedoeld onder 14.3.3 onder c kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. indien het bepaalde onder a sub 3 van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden. 14.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de voor ‘Waarde Archeologie 4’ aangewezen gronden, die bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 15
37
Waarde – Archeologie 5
15.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie 5’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden. 15.2 Bouwregels 15.2.1 Omgevingsvergunning a. de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die betrekking heeft op de voor ‘Waarde - Archeologie 5’ aangewezen gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld; b. een onderzoek als bedoeld in sub a is niet vereist indien naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld; c. het bevoegd gezag verleent de vergunning indien daar naar zijn oordeel uit het rapport als bedoeld onder a genoegzaam blijkt dat: 1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; 2. schade door bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de bouwvergunning verbonden voorschriften. 15.2.2 Voorschriften omgevingsvergunning voor het bouwen a. in de situatie als bedoeld in 15.2.1. onder c kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen uitvoeren van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. indien het bepaalde onder 15.2.2 onder a sub 3 van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden. 15.2.3 Uitzonderingen Het bepaalde in 15.2.1 en 15.2.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op: a. een bouwwerk met een bruto oppervlakte van ten hoogste 2.500 m²; b. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,40 m onder maaiveld en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst; c. een bouwwerk dat uitsluitend voor archeologisch onderzoek is bestemd met een bouwhoogte tot 3 m; d. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan; e. werken of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
38
15.3
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.3.1 Verbod Het is verboden om op of in de voor ‘Waarde - Archeologie 5’ aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. grondwerkzaamheden, zoals het afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, diepploegen en diepwortelen van gronden; b. het indrijven van voorwerpen in de grond zoals heipalen, damwanden, boor- en pompputten; c. waterhuishoudkundige ingrepen zoals het aanbrengen van onderbemaling; d. het aanleggen van dammen en stuwen en het aanbrengen van oeverbeschroeiing; e. het aanleggen, dempen of wijzigen (zoals het verbreden, verdiepen, wijzigen van oevers en profiel) van sloten, greppels, watergangen en overige partijen; f. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; g. het rooien van diepwortelende beplantingen voor zover daarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van gras of akkerland in een teelt waarbij bodemvolume wordt afgevoerd waartoe gerekend worden boomteelt, graszodenteelt en siergewassenteelt; i. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; j. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, waarbij de breedte van de grondwerken meer dan 0,5 m bedragen; k. het slopen van gebouwen en het verwijderen van funderingen, waarbij grondroering plaatsvindt; l. het afplaggen van heide- of natuurgebieden; m. het aanleggen van een drainagestelsel en een beregeningsinstallatie. 15.3.2 Uitzondering a. het verbod als bedoeld in 15.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: 1. maximaal 0,4 m diep reikenten opzichte van het maaiveld en daarbij een verstoringsoppervlakte hebben van ten hoogste 2.500 m²; 2. ten dienste staan van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een terzake deskundige; 3. het normale beheer en onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoud- en vervangingswerkzaamheden van bestaande riolen, bestratingen, beplantingen en binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; 4. het normale agrarisch waaronder worden verstaan grondbewerkingen ten dienste van agrarisch gebruik mits de bodem tot niet meer dan een diepte van 0,4 m onder maaiveld wordt geroerd; 5. plaatsvinden binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk; 6. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan; 7. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. b. het verbod als bedoeld in 15.3.1 is ook niet van toepassing indien de werkzaamheden vooraf bij het bevoegd gezag zijn gemeld, voorzien van een schriftelijke verklaring met bewijsmateriaal, waarbij wordt aangetoond dat de grond reeds dieper is geroerd dan de voorgestelde bewerkingsdiepte en voorzien van een verklaring dat in het geval van teelten zoals bedoeld onder 15.3.1 onder h het afgevoerde bodemvolume weer wordt aangevuld, waarop het bevoegd gezag
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
39
op basis van deze melding voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden schriftelijk te kennen heeft gegeven dat voor de betreffende werkzaamheden geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is vereist. 15.3.3 Toelaatbaarheid a. de aanvrager van een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 15.3.1 die betrekking heeft op de voor ‘Waarde - Archeologie 5’ aangewezen gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar oordeel van de gemeente in voldoende mate is vastgesteld; b. een onderzoek als bedoeld onder a is niet vereist indien naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld; c. het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar zijn oordeel uit het rapport als bedoeld onder a genoegzaam blijkt dat: 1. er geen archeologische waarden aanwezig zijn; 2. de betreffende archeologische waarden door de ingreep niet of niet onevenredig worden geschaad; 3. schade door bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften. 15.3.4 Voorschriften omgevingsvergunning voor het uitvoeren werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden a. in de situatie als bedoeld onder 15.3.3 onder c kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. indien het bepaalde onder a sub 3 van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden. 15.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de voor ‘Waarde Archeologie 5’ aangewezen gronden, die bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
40
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 16
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 17
41
Algemene bouwregels
17.1 Ondergeschikte bouwdelen Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt en er geen plangrenzen worden overschreden. 17.2 Bestaande afstanden en maten a. Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk II is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden. b. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk II is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden. c. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde onder sub a en b uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats. 17.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de richtlijnen voor het verlenen van een omgevingsvergunning ten behoeve van het afwijken van de stedenbouwkundige bepalingen; b. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; c. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; d. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; f. de ruimte tussen bouwwerken.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
42
Artikel 18
Algemene gebruiksregels
Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 19
43
Algemene aanduidingsregels
19.1 Aanduiding geluidzone - industrie Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen toegelaten geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als genoemd in Hoofdstuk V, afdeling 2 van de Wet geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde. 19.2 Veiligheidszone-lpg Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen, in afwijking van de bestemmingsregels, geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten en/of inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichten worden gerealiseerd. 19.3 Aanduiding specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monument a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van monumenten, die op de verbeelding zijn voorzien van de specifieke bouwaanduiding ‘gemeentelijk monument’; b. het geheel of gedeeltelijk slopen van de in onder a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe het bevoegd gezag advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan; c. het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1. het normale beheer en onderhoud betreffen; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
44
Artikel 20
Algemene afwijkingsregels
20.1 Afwijken Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straaten bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft; c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter; d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, luchtwassers en lichtkappen, mits: 1. de maximale oppervlakte van de verhoging maximaal 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen; 2. de hoogte maximaal 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen. e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 meter. 20.2 Zend- en ontvang- en/of sirenemasten Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straaten bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van zend- en ontvang- en/of sirenemasten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan: 1. op gebouwen, niet zijnde woningen; 2. langs snelwegen (in de nabijheid van bruggen, viaducten of benzinestations); 3. op bedrijventerreinen (in de nabijheid van bruggen, viaducten of benzinestations) 4. op sportparken. b. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan: 1. indien het (radiografisch) onderbouwd is; 2. indien het landschappelijk ingepast is; 3. indien de keuze voor de mast (vakwerkmast of prikmast) en de hoogte gemotiveerd is; 4. op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in beginsel geheel dienen te worden ontzien, zonodig in overleg met de monumentencommissie; 5. tegen gevels aan; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 21
45
Algemene wijzigingsregels
21.1 Wijziging bestemmingen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van: a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein en er geen plangrenzen worden overschreden. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot. 21.2 Wro-zone – wijzigingsgebied nieuwbouw toegestaan Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone- wijzigingsgebied nieuwbouw toegestaan’ bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’ ten behoeve van de realisatie van één vrijstaande woning, met dien verstande dat: a. de regels voor vrijstaande woningen uit artikel 11 overeenkomstig van toepassing worden verklaard; b. de overige regels van onderhavig bestemmingsplan overeenkomstig toepassing worden verklaard; c. de nieuw te realiseren woning past binnen het regionale en gemeentelijke woningbouwprogramma; d. er, conform de geldende parkeernormen van het actuele parkeerbeleid van de gemeente Boxtel, voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd worden op eigen terrein; e. aangetoond wordt dat er geen milieu-planologische belemmeringen zijn voor de realisatie van de woning. Hierbij dient in ieder geval aandacht te worden besteed aan de aspecten bodem, water, flora en fauna, cultuurhistorie, archeologie, bedrijven en milieuzonering, akoestiek, externe veiligheid, luchtkwaliteit en kabels en leidingen.
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
46
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 22
Overgangsrecht
22.1 Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het gestelde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%. c. Het bepaalde onder sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 22.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld onder sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het bepaalde onder sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Gemeente Boxtel
01222.017.01bpr14
Artikel 23
47
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ‘Lennisheuvel’.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ............................................….......... de griffier,
de voorzitter,
................................
................................
Bestemmingsplan ‘Kom Lennisheuvel’
Bijlage Lijst van Bedrijfsactiviteiten
01 011, 012, 013 011, 012, 013, 016 011, 012, 013 011, 012, 013 011, 012, 013 0113 0113 0163 011 0141, 0142 0143, 0145 0143 0145 0146 0147 0147 0147 0147 0147 0149 0149 0149 0149 0149 0149 0149
0150 016 016 016 016 016 0162 02 02
021, 022, 024
0130 014 014 014 014 014 0142 02 02
020
-
01 0111, 0113 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0121 0122 0122 0122 0123 0124 0124 0124 0124 0124 0125 0125 0125 0125 0125 0125 0125
-
SBI-2008
nummer
-
0 1 2 3 4
0 1 2 3 4 0 1 2 3 4 5 6
0 1 2
0 1 2 3 4 5 6 7
-
Bosbouwbedrijven
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW
Akker-en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief) Dienstverlening t.b.v. de landbouw: - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) Tuinbouw: - bedrijfsgebouwen - kassen zonder verwarming - kassen met gasverwarming - champignonkwekerijen (algemeen) - champignonkwekerijen met mestfermentatie - bloembollendroog- en prepareerbedrijven - witlofkwekerijen (algemeen) Fokken en houden van rundvee Fokken en houden van overige graasdieren: - paardenfokkerijen - overige graasdieren Fokken en houden van varkens Fokken en houden van pluimvee: - legkippen - opfokkippen en mestkuikens - eenden en ganzen - overig pluimvee Fokken en houden van overige dieren: - nertsen en vossen - konijnen - huisdieren - maden, wormen e.d. - bijen - overige dieren
OMSCHRIJVING
GEUR 10
30 30 30 30 30
10
10 10 10 10 10
30
30 30 0 0 0 10
200 100 30 100 10 30 100
30 30 50 30
30 30 30
10 10 10 10 10 10 10 30
10
200 200 200 100
50 50 200
10 10 10 30 100 30 30 100
10
STOF
C C C C C C C C
C C C C C C
C C C C
50
50 30 50 30 30 C
30 C
30 30 50 30 30 30
50 50 50 50
30 C 30 C 50 C
30 30 30 30 30 30 30 30
30 C
GEVAAR 0
10 10 10 10 0
0
0 0 10 10 10 0
0 0 0 0
0 0 0
10 10 10 10 10 10 10 0
10
GROOTSTE AFSTAND 50
50 D 30 50 30 30
100
200 100 50 100 30 30 D
200 D 200 200 100 D
50 50 200 D
30 30 30 30 100 30 30 100
30
CATEGORIE 3.1
3.1 2 3.1 2 2
3.2
4.1 3.2 3.1 3.2 2 2
4.1 4.1 4.1 3.2
3.1 3.1 4.1
2 2 2 2 3.2 2 2 3.2
2
INDICES
G G G G G G G G
G G G G G G
G G G G
G G G G G
1G
2 1 2 1 1
1G
1 1 1 1 1 1
1 1 1 1
1G 1G 1G
1 1 1 1 1 1 1 1
1G
VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
1
1 1 1 1 1
1
1 1 1 1 1 1
1 1 1 1
1 1 1
1
1 1 1 1 1 1
1
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B B B B B B
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L L L
L
LUCHT
03 03 0311 0312 032
032 032 08 08 089 06 06 061, 062 061 062 062 08 08 0812 0812 0812 0893 0899 10, 11 10, 11 101, 102 101, 102 101 101 101 101 101
101, 102
108 102 102 102 102
0502 0502 10 10 103 11 11 111 111 111 111 14 14 1421 1421 1421 144 145 15 15 151 151 151 151 151 151 151
151
151 152 152 152 152
-
05 05 0501.1 0501.2 0502
SBI-2008
-
8 0 1 2 3
- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven: - drogen - conserveren - roken
7 - loonslachterijen
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN Zeevisserijbedrijven Binnenvisserijbedrijven 0 Vis- en schaaldierkwekerijen 1 - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 2 - visteeltbedrijven - TURFWINNING Turfwinningbedrijven - AARDOLIE- EN AARDGASWINNING 0 Aardolie- en aardgaswinning: 1 - aardoliewinputten 2 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 10.000.000 N m3/d 3 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 10.000.000 N m3/d - WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D. 0 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht): 1 - algemeen 2 - steenbrekerijen Zoutwinningbedrijven Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 0 Slachterijen en overige vleesverwerking: 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 2 - vetsmelterijen 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² 6 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
nummer
-
OMSCHRIJVING
GEUR
0 0 0
100 200 10 200
0 0 0 0 0 0
100 30 50
10 10 50 10
100 700 300 100 50 30
0 100 0 0
50 700 200 300
0
50
50
50
30 0
0 0
100 50
100 50
STOF
C C C C C
200 C 100 C 50 C
50
50
100 100 100 100 50 50
200 700 Z 100 C 500 C
200 C 500 C 700 C Z
100 C
50 C 50 C
100 C 50 C
GEVAAR 30 30 0
10
10
50 R 30 50 R 50 R 30 10
10 10 30 50
200 R 200 R 200 R
10
0 0
50 R 10
GROOTSTE AFSTAND 700 200 300
50
50
100 D 700 300 100 50 50
200 D 700 100 500
200 500 700
100
100 50
100 50
CATEGORIE 5.2 4.1 4.2
3.1
3.1
3.2 5.2 4.2 3.2 3.1 3.1
4.1 5.2 3.2 5.1
4.1 5.1 5.2
3.2
3.2 3.1
3.2 3.1
INDICES
G G G G G G
G G G G
2G 2G 1G
2G
1G
2 2 2 2 1 1
2 2 2 3
1G 1G 1G
2G
1G 1G
2G 1G
VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
2 2 2
1
1
1 2 2 2 1 1
1 2 1 3
2 1 1
2
1 1
2 1
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
B B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
LUCHT
SBI-2008
102 102 102 1031 1031 1031 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 104101 104101 104101 104102 104102 104102 1042 1042 1042 1051 1051 1051 1051 1051 1051 1052 1052 1061 1061 1061 1061 1062 1062 1062 1091 1091 1091 1091
SBI-1993
152 152 152 1531 1531 1531 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1541 1541 1541 1542 1542 1542 1543 1543 1543 1551 1551 1551 1551 1551 1551 1552 1552 1561 1561 1561 1561 1562 1562 1562 1571 1571 1571 1571
nummer
0 1 2 0 1 2 3
4 5 6 0 1 2 0 1 2 3 4 5 0 1 2 0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 4 5 1 2 0 1 2
- verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelprodukten fabrieken: - vervaardiging van aardappelproducten - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Groente- en fruitconservenfabrieken: - jam - groente algemeen - met koolsoorten - met drogerijen - met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Margarinefabrieken: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Zuivelprodukten fabrieken: - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j - overige zuivelprodukten fabrieken Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Meelfabrieken: - p.c. >= 500 t/u - p.c. < 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: - p.c. < 10 t/u - p.c. >= 10 t/u Veevoerfabrieken: - destructiebedrijven - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10 10 100 30 0 0 50 0 0 100 50 100
100 200 200 200 50 100 50 50 10 200 100 50
30 100 100
10 10
200 300
700 700 300
30 50
200 300
50 100
10 10 10 10 10
50 50 100 300 300
200 300
30 10
300 50
GEUR
10 10 10
STOF
300 100 50
C C C C C
C Z C Z C C Z C C
200 C 100 C 200 C
200 C 300 C Z
300 C Z 200 C 200 C
500 500 100 300 300 100 30
200 C 300 C Z
100 C 300 C Z
100 C 300 C Z
100 100 100 200 100
200 C 50
50 C 50 30
GEVAAR R R R R R R
50 30 R 30
30 R 50 R
100 R 50 R 50
50 50 50 50 50 50 0
30 R 50 R
100 R 200 R
30 R 50 R
10 10 10 30 10
50 R 50 R
30 30 10
GROOTSTE AFSTAND 700 D 700 D 300
200 300
300 200 200 D
500 500 100 300 300 100 30
200 300
200 300
200 300
100 100 100 300 300
300 50
300 D 100 50
CATEGORIE 5.2 5.2 4.2
4.1 4.2
4.2 4.1 4.1
5.1 5.1 3.2 4.2 4.2 3.2 2
4.1 4.2
4.1 4.2
4.1 4.2
3.2 3.2 3.2 4.2 4.2
4.2 3.1
4.2 3.2 3.1
G G G G G
G G G G G G G
3G 3G 2G
1G 2G
2G 2G 2G
3 3 2 3 3 2 1
3G 3G
3G 3G
3G 3G
1 2 2 2 2
2G 1G
2G 1G 1G
VERKEER
INDICES
3 3 2
2 3
2 2 2
2 2 1 2 2 2 1
2 3
2 3
2 3
1 2 2 2 2
2 1
2 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B
B B
B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
LUCHT
10821
10821 10821 10821 10821 1073 1083 1083 1083 108401 1089 1089 1089 1089 1089 1089 110101 110102 110102 110102 1102 t/m 1104 1105 1106 1107 12
1584
1584 1584 1584 1584 1585 1586 1586 1586 1587 1589 1589.1 1589.2 1589.2 1589.2 1589.2 1591 1592 1592 1592 1593 t/m 1595 1596 1597 1598 16
-
1091 1091 1091 1092 1071 1071 1071 1072 1081 1081 1081 10821 10821
-
1571 1571 1571 1572 1581 1581 1581 1582 1583 1583 1583 1584 1584
SBI-2008
100 30 300 100 30 50
2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² - Suikerwerkfabrieken met suiker branden - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: - koffiebranderijen - theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: - zonder poederdrogen - met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: - p.c. < 5.000 t/j - p.c. >= 5.000 t/j Vervaardiging van wijn, cider e.d. Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
-
0 1 2
0 1 2
0 1 2
200 300 10 300 300 10
100 300 200 300
500 100 200 200 200
50
500
3 4 5 6
100 200
500 1000
30 50 0 30 50 0
10 50 50 30
30 10 30 30 50
10 30 30 10 30
30
10 30 10
30 100 100
nummer
200 50 100 100
GEUR 700 200 300 200
C Z C C Z C
200 300 30 100 100 100
C C C C C
50 50 50 200 C
200 C 30 50 50 50
30 50 50 30 10
50
100
300 C 700 C Z
30 C 100 C 100 C
300 200 300 200
GEVAAR 30 50 0 50 30 50
R
R
R R
10 50 R 30 30
10 10 10 30 50 R
10 30 R 30 R 10 10
30
50 R
100 R 200 R
10 30 30
50 30 50 R 30
GROOTSTE AFSTAND 200 300 30 300 300 100
100 300 200 300
500 D 100 200 200 D 200
30 300 100 30 50
100
500
500 1000
30 100 100
700 200 300 200
CATEGORIE 4.1 4.2 2 4.2 4.2 3.2
3.2 4.2 4.1 4.2
5.1 3.2 4.1 4.1 4.1
2 4.2 3.2 2 3.1
3.2
5.1
5.1 5.3
2 3.2 3.2
5.2 4.1 4.2 4.1
1 2 1 2 2 3
2 2 2 2
2 2 2 2 2
1 2 2 1 2
G G G G G G
G G G G
G G G G G
G G G G G
2G
2G
2G 3G
1G 2G 2G
3 3 3 2
G G G G
INDICES VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
STOF
4 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 6 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken 0 Suikerfabrieken: 1 - v.c. < 2.500 t/j 2 - v.c. >= 2.500 t/j 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 1 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²
OMSCHRIJVING
GELUID
definitief 29-12-2006
2 3 1 2 2 2
2 2 2 2
1 1 1 2 2
1 2 2 1 2
2
3
2 3
1 2 2
3 3 3 2
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
LUCHT
16 160 17 17 171 172 172 172 173 174, 175 1751 176, 177 18 18 181 182 183 19 19 191 192 193 20 20 2010.1 2010.2 2010.2 2010.2 202 203, 204, 205 203, 204, 205 205 21 21 2111 2112 2112 2112 2112 212
16 16101 16102 16102 16102 1621 162 162 162902 17 17 1711 1712 1712 1712 1712 172
12 120 13 13 131 132 132 132 133 139 1393 139, 143 14 14 141 141 142, 151 19 15 151,152 151 152
-
nummer
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels 0 Weven van textiel: 1 - aantal weefgetouwen < 50 2 - aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Houtzagerijen 0 Houtconserveringsbedrijven: 1 - met creosootolie 2 - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp 0 Papier- en kartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u 2 - p.c. 3 - 15 t/u 3 - p.c. >= 15 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken
-
-
OMSCHRIJVING
GEUR
30 30 30 30 30 10
100 30 50 100 30
200 50 100 200 30
30 10 10
300 50 50
200 10 100 0 0 10
0 10 10
30 10 50
50
10 30 0 0 30 10
10 10 50 10 100 0
0
50
30
10
200
STOF 50 200 300 100
C C Z C Z C
200 C
50 50 100 100 50 30
100
100 30 50
50 30 10
100 300 50 50 200 50
100
50 C
Z
R R R R
50 R
10 10 10 0 0 0
50 R
10 10 10
0 10 10
0 50 10 10 10 10
30
30
GEVAAR 30 50 100 30
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND 50 200 300 100
200
200 50 100 100 50 30
100
300 50 D 50
50 30 50
100 300 50 50 200 50
100
200
CATEGORIE 3.1 4.1 4.2 3.2
4.1
4.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
3.2
4.2 3.1 3.1
3.1 2 3.1
3.2 4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
3.2
4.1
INDICES
G G G G G G
G G G G G G
1 2 3 2
G G G G
3G
2 2 3 2 1 1
2G
2G 2G 2G
1G 2G 1G
2 3 2 1 2 1
2G
2G
VERKEER
SBI-2008
GELUID
definitief 29-12-2006
2 2 2 2
2
2 1 2 2 1 1
2
2 2 1
1 2 1
1 2 2 1 2 2
1
1
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B B B
B
B
B
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L
L
L
LUCHT
233 24 24 2411 2411 2411 2411 2412 2413 2413 2413 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.2 2414.2
2121.2 2121.2 2121.2 22 22 221 2221 2222 2222.6 2223 2223 2224 2225 223 23 23 231 2320.1 2320.2 2320.2 2320.2
-
17212 17212 17212 58 58 581 1811 1812 18129 1814 1814 1813 1814 182 19 19 191 19201 19202 19202 19202 201, 212, 244 20 20 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 20141 20141 20141 20141 20141 20141 20149 20149
nummer
Golfkartonfabrieken: - p.c. < 3 t/u - p.c. >= 3 t/u
0 1 2 A0 A1 A2 B0 B1 B2 0 1
0 1 2 3
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN Vervaardiging van industriële gassen: - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht - overige gassenfabrieken, niet explosief - overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken Anorg. chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Organ. chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Methanolfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.): - p.c. < 50.000 t/j
Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen A Grafische afwerking B Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN Cokesfabrieken Aardolieraffinaderijen A Smeeroliën- en vettenfabrieken B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.
0 1 2 -
OMSCHRIJVING
GEUR
30 50 10 30 0 0 0
300 1000 100 200 300
0 0 0 0 100 300
10 100 100 200
10
700 100 0 0 0
1000 1500 50 300 300 10
0 0 0 0 0 0 0 0 0
30 30
0 30 30 10 0 30 30 30 0
30 50
STOF
C Z C C C
200 C
200 C 300 C Z
200 C 500 C
300 C 500 C
700 500 500 200
100
1000 C Z 1500 C Z 100 100 200
10 100 C 100 30 10 30 10 30 10
100 C 200 C Z
0 10 10 0 0 0 10 10 0
R R R R
100 R
100 R 200 R
300 R 700 R
300 R 700 R
100 100 300 200
1500
R R R R R
30 R 30 R
GEVAAR 100 1500 30 50 50
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND 300
200 300
300 D 1000 D
300 D 700 D
700 500 500 200 D
1500 D
1000 1500 100 300 300 D
10 100 100 30 10 30 30 30 D 10
100 200
CATEGORIE 4.2
4.1 4.2
4.2 5.3
4.2 5.2
5.2 5.1 5.1 4.1
6
5.3 6 3.2 4.2 4.2
1 3.2 3.2 2 1 2 2 2 1
3.2 4.1
INDICES
G G G G G
P G G P G G G G G
G G G G
2G
2G 3G
2G 2G
2G 3G
3 3 3 3
1G
2 3 2 2 2
1 3 3 1 1 2 2 2 1
2G 2G
VERKEER
SBI-2008
GELUID
definitief 29-12-2006
2
2 3
3 2
3 3
3 3 3 3
2
3 3 2 2 2
1 2 2 1 1 1 1 1 1
2 2
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
B B
B B
B B
B
B
B B B B B
B B
B B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L L
L L
L L L
L L L L L
L
LUCHT
20149 2015 2016 202 202 202 203 2110 2110 2110 2120 2120 2120 2041 2042 2051 2052 2052 2052 205902 205903 205903 2060 22 22 221101 221102 221102 221102 2219 222 222 222 222 23
23 231 231 231
26 261 261 261
-
2414.2 2415 2416 242 242 242 243 2441 2441 2441 2442 2442 2442 2451 2452 2461 2462 2462 2462 2464 2466 2466 247 25 25 2511 2512 2512 2512 2513 252 252 252 252 26
SBI-2008
-
nummer
0 1 2
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN Glasfabrieken: - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j
2 - p.c. >= 50.000 t/j Kunstmeststoffenfabrieken Kunstharsenfabrieken e.d. 0 Landbouwchemicaliënfabrieken: 1 - fabricage 2 - formulering en afvullen Verf, lak en vernisfabrieken 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken: 1 - p.c. < 1.000 t/j 2 - p.c. >= 1.000 t/j 0 Farmaceutische produktenfabrieken: 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 2 - verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1 - zonder dierlijke grondstoffen 2 - met dierlijke grondstoffen Fotochemische produktenfabrieken A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 1 - vloeropp. < 100 m2 2 - vloeropp. >= 100 m2 Rubber-artikelenfabrieken 0 Kunststofverwerkende bedrijven: 1 - zonder fenolharsen 2 - met fenolharsen 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen -
OMSCHRIJVING
10 10 10 10 100 30 10 10 30 10 10 30 30
50 10 50 10 50 50 30
200 300 50 10 300 300 30 100 500 50 50 200 300
300 50 200 100 200 300 50
30 100
50 10 30
300 100 300
30 30
0 300 30
GEUR 500 500 700
STOF 100 300 C Z
100 100 50
30 100 50
300 C
100 100 100 50 100 C 300 C
50 30 200 C 50 C 50
200 C 300 C
100 C 30 C 200 C
300 C Z 500 C 300 C
GEVAAR R R R R
30 50 R
100 R 200 R 30
30 50 R 50 R
100 R
50 50 50 50 200 200
50 R 10 100 R 50 R 1000 V
300 R 500 R
1000 R 500 R 300 R
200 R 500 R 500 R
GROOTSTE AFSTAND 100 300
200 300 50
50 200 100 D
300
100 500 100 50 200 D 300
50 30 300 300 1000
300 500
1000 500 D 300 D
500 500 700
CATEGORIE 3.2 4.2
4.1 4.2 3.1
3.1 4.1 3.2
4.2
3.2 5.1 3.2 3.1 4.1 4.2
3.1 2 4.2 4.2 5.3
4.2 5.1
5.3 5.1 4.2
5.1 5.1 5.2
INDICES
G G G G G G
G G G G G
1G 2G
2G 2G 2G
1G 2G 1G
2G
3 3 3 3 2 3
2 2 3 2 1
1G 2G
3G 2G 3G
3G 3G 3G
VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
1 2
2 2 1
1 2 2
2
2 2 2 2 2 3
1 1 2 2 2
2 2
3 2 2
3 3 3
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
B
B
B B B B B B
B
B
B
B B
B B B
B B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L L
L
L L
L
L
L
L L
L
L
L L L
LUCHT
SBI-2008
231 231 231 232, 234 232, 234 232, 234 233 233 2351 2351 2351 235201 235201 235201 235202 235202 235202 23611 23611 23611 23611 23612 23612 23612 2362 2363, 2364 2363, 2364 2363, 2364 2365, 2369 2365, 2369 2365, 2369 237 237 237 237 237 2391 2399 2399 2399
SBI-1993
261 261 2615 262, 263 262, 263 262, 263 264 264 2651 2651 2651 2652 2652 2652 2653 2653 2653 2661.1 2661.1 2661.1 2661.1 2661.2 2661.2 2661.2 2662 2663, 2664 2663, 2664 2663, 2664 2665, 2666 2665, 2666 2665, 2666 267 267 267 267 267 2681 2682 2682 2682
nummer
3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 4 - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven 0 Aardewerkfabrieken: 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW A Baksteen en baksteenelementenfabrieken B Dakpannenfabrieken 0 Cementfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 2 - p.c. >= 100.000 t/j 0 Kalkfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 2 - p.c. >= 100.000 t/j 0 Gipsfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 2 - p.c. >= 100.000 t/j 0 Betonwarenfabrieken: 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 3 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d 0 Kalkzandsteenfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 2 - p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 0 Betonmortelcentrales: 1 - p.c. < 100 t/u 2 - p.c. >= 100 t/u 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: 1 - p.c. < 100 t/d 2 - p.c. >= 100 t/d 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven: 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 3 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j 4 - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelen fabrieken A0 Bitumineuze materialenfabrieken: A1 - p.c. < 100 t/u A2 - p.c. >= 100 t/u
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10 50 200 200 300 500 200 500 200 500 100 100 200 50 200 50 50 200 50 200 30 30 100 200 30 100 200
10 30 30 50 10 30 30 50 30 50 10 10 30 10 30 50 10 30 10 30 10 10 10 30 10 300 500
GEUR 100 200 30
STOF
300 500 10
100 200
100 50 300 700 50
100 300
100 300
100 300 100
200 300 700
200 300
200 300
Z
Z
Z
Z
Z
Z
Z
Z
500 C 1000 C Z
30 100 200 200
100 300 C Z 50
GEVAAR 30 50
0 0 10 10 10
50 R 200 R
10 10
30 30 30
30 30 30
30 R 50 R
30 R 50 R
30 R 50 R
10 30 30 100 R
30 50 R 10
GROOTSTE AFSTAND 300 500
100 D 50 300 700 50 D
100 300
100 300
100 300 100
200 300 700
200 500
200 500
500 1000
30 100 200 200
300 500 50
CATEGORIE 4.2 5.1
3.2 3.1 4.2 5.2 3.1
3.2 4.2
3.2 4.2
3.2 4.2 3.2
4.1 4.2 5.2
4.1 5.1
4.1 5.1
5.1 5.3
2 3.2 4.1 4.1
4.2 5.1 3.1
G G G G
G G G G G 3G 3G
1 1 1 2 1
2G 3G
3G 3G
2G 3G 2G
2G 2G 3G
2G 3G
2G 3G
2G 3G
1 2 2 2
1G 2G 1G
VERKEER
INDICES
2 3
2 1 2 3 2
2 2
2 3
2 3 2
2 2 3
2 3
2 3
2 3
1 2 2 2
1 2 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B B
B
B B B
B
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L L
L L L
L L
LUCHT
SBI-2008
2399 2399 2399 2399 2399 2399 24 24 241 241 241 245 245 245 243 243 243 244 244 244 244 244 244 2451, 2452 2451, 2452 2451, 2452 2453, 2454 2453, 2454 2453, 2454 25
25, 31 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 2529, 3311 2529, 3311 2529, 3311
SBI-1993
2682 2682 2682 2682 2682 2682 27 27 271 271 271 272 272 272 273 273 273 274 274 274 274 274 274 2751, 2752 2751, 2752 2751, 2752 2753, 2754 2753, 2754 2753, 2754 28
28 281 281 281 281 281 2821 2821 2821
nummer
0 1 1a 2 3 0 1 2
B0 B1 B2 C D0 D1 0 1 2 0 1 2 0 1 2 A0 A1 A2 B0 B1 B2 0 1 2 0 1 2 -
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Constructiewerkplaatsen - gesloten gebouw - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 Tank- en reservoirbouwbedrijven: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2
VERVAARDIGING VAN METALEN Ruwijzer- en staalfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j - p.c. >= 1.000 t/j IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Non-ferro-metaalfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j - p.c. >= 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j - p.c. >= 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j - p.c. >= 4.000 t/j
Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j - overige isolatiematerialen Minerale produktenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GEUR 50 100 50 100 50 100
50 200 100 200 100 200
50 100
100 300
100 200
30 50
30 50
30 50
30 30 50 200
30 100
30 50
30 30 30 50
500 1000
200 100 50 50 100
STOF
700 1500
100 200 50 100 200
Z
Z
Z
Z
300 500
100 50 200 300
Z
Z
300 C 500 C Z
300 C 500 C Z
500 1000
300 700
300 700
500 1000
700 1500 C Z
300 C Z 100 C 100 200 300 Z
GEVAAR 30 R 50 R
30 10 30 30
30 R 50 R
30 R 50 R
50 R 100 R
30 R 50 R
30 50 R
30 50 R
200 R 300 R
30 50 50 30 50
GROOTSTE AFSTAND 300 500
100 50 200 300
300 500
300 500
500 1000
300 700
300 700
500 1000
700 1500
300 200 100 D 200 300
CATEGORIE 4.2 5.1
3.2 3.1 4.1 4.2
4.2 5.1
4.2 5.1
5.1 5.3
4.2 5.2
4.2 5.2
5.1 5.3
5.2 6
4.2 4.1 3.2 4.1 4.2
G G G G G
G G G G 2G 3G
2 1 2 3
1G 2G
1G 2G
2G 3G
1G 2G
2G 3G
2G 3G
2G 3G
2 2 2 3 3
VERKEER
INDICES
2 3
2 1 2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
2 2
2 3
2 2 2 2 2
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B B
B B
B
B B
B B
B B
B B
B
B B
B B
B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L
L
L L
LUCHT
SBI-2008
2521, 2530, 3311 255, 331 255, 331 255, 331 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2562, 3311 2562, 3311 259, 331 259, 331 259, 331 259, 331 259, 331 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 27, 33 26, 27, 33 271, 331 271, 273 273 272 274
SBI-1993
2822, 2830 284 284 284 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2852 2852 287 287 287 287 287 29 29 29 29 29 29 30 30 30 31 31 311 312 313 314 315
nummer
A B B1 0 1 10 11 12 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 A0 A1 A2 B B 0 1 2 3 A 30 50 50
30
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
200 200 100 100 200
50 100 30 30
30 50 30 30
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken
50 200 50 30 50 50 50 50 10 10 50 30 30 30
50 30 30 100 50 100 100 30 50 50 100 30 10 10
30 10 10 30 30
10
30 30 30
30 30 30 30
GEUR 30 10 50 30
30 30 200 100 30
30
100 200 300
200 500 100 50
100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
200 200 100 50
GELUID Z
Z
GEVAAR 50 50 100 R 50 300 R
10
30 30 30
30 30 30 10
50 30 50 50 R 30 R 50 50 30 30 30 50 R 50 30 10
30 30 30 10
GROOTSTE AFSTAND D D
D D D D
200 200 200 D 100 300
30
100 D 200 D 300 D
200 500 100 50
100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
200 200 100 D 50 D
CATEGORIE 4.1 4.1 4.1 3.2 4.2
2
3.2 4.1 4.2
4.1 5.1 3.2 3.1
3.2 4.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.1
4.1 4.1 3.2 3.1
G G G G
G G G G G G G G G G G G G G
G G G G
1 1 2 2 2
G G G G G
1G
2G 3G 3G
2 3 2 1
2 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 1
2 1 2 1
VERKEER
INDICES
definitief 29-12-2006
2 2 2 2 2
1
1 2 2
2 3 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 2 2
2 2 2 2
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
STOF
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: - algemeen - stralen - metaalharden - lakspuiten en moffelen - scoperen (opspuiten van zink) - thermisch verzinken - thermisch vertinnen - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) - anodiseren, eloxeren - chemische oppervlaktebehandeling - emailleren - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B B
B B
B B B
B B B B
B B B B B B B B B B B B B B
B B B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L L L L L
L
L L L L
L L
LUCHT
SBI-2008
293 2790 26, 33 26, 33 261, 263, 264, 331 2612 26, 32, 33 26, 32, 33 26, 32, 33 29 29 291 291 291 29201 29202 293 30
30 301, 3315 301, 3315 301, 3315 301, 3315 301, 3315 3831 302, 317 302, 317 302, 317 303, 3316 303, 3316 303, 3316 309 3099 31 31 310 9524 321 322
SBI-1993
316 3162 32 32 321 t/m 323 3210 33 33 33 34 34 341 341 341 3420.1 3420.2 343 35
35 351 351 351 351 351 3511 352 352 352 353 353 353 354 355 36 36 361 361 362 363
nummer
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie Fabrieken voor gedrukte bedrading
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: - houten schepen - kunststof schepen - metalen schepen < 25 m - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: - algemeen - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: - zonder proefdraaien motoren - met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g.
- VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 1 Meubelfabrieken 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken
0 1 2 0 1 2
0 1 2 3 4
- VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven 1 - p.o. < 10.000 m2 2 - p.o. >= 10.000 m2 Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken -
-
Elektrotechnische industrie n.e.g. Koolelektrodenfabrieken
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GEUR
50 10 10 10
30 30 10 30
50 100 30 30
50 0 30 30
30 30
50 50
30 50 100 100 200
10 30 10 10 10
100 200 100 30 30
30 100 50 100 100
0
0 10
10 300
STOF
30
30 50
30 1500
100 10 10 30
200 1000 100 100
100 300
Z
Z
50 100 200 500 C Z 700
200 C 300 Z 200 200 100
30
50 50
30 1000 C Z
GEVAAR R
R R R
30 0 10 10
30 100 R 30 R 30
30 30 R
10 50 R 30 50 100 R
30 50 30 30 30
0
30 30
10 200 R
GROOTSTE AFSTAND 100 D 10 30 30
200 1000 100 100 D
100 300
50 100 200 500 700
200 D 300 200 200 100
30
50 D 50
30 1500
CATEGORIE 3.2 1 2 2
4.1 5.3 3.2 3.2
3.2 4.2
3.1 3.2 4.1 5.1 5.2
4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
2
3.1 3.1
2 6
G G G G G
G G G G G
2 1 1 2
2 2 2 2
G P G G
G G G G
2G 2G
2 2 2 2 2
3 3 2 2 2
1G
2G 1G
1G 2G
VERKEER
INDICES
2 1 1 2
2 2 2 2
2 2
1 1 2 3 3
2 2 2 2 2
1
1 2
1 3
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B
B
B B B B
B B
B B B B B
B B B B
B B
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L
LUCHT
323 324 32991 32999 38 38 383201 383202 383202 383202 383202 383202 35 35 35 35 35 35 35 35 35
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
-
364 365 3663.1 3663.2 37 37 371 372 372 372 372 372 40 40 40 40 40 40 40 40 40
SBI-2008
-
nummer
B1 B2 C0 C1 C2 C3 C4 C5 D0 D1 D2 D3 D4 D5 E0 E1 E2 F0
A0 A1 A2 B C A0 A1 A2 A3 A4 A5 B0
-
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA - 10 - 100 MVA - 100 - 200 MVA - 200 - 1000 MVA - >= 1000 MVA Gasdistributiebedrijven: - gascompressorstations vermogen < 100 MW - gascompressorstations vermogen >= 100 MW - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: - stadsverwarming - blokverwarming windmolens:
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in - kerncentrales met koeltorens - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Metaal- en autoschredders Puinbrekerijen en -malerijen: - v.c. < 100.000 t/j - v.c. >= 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties
Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
OMSCHRIJVING
GEUR
50 50 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 30 10
700 100 100 10 30
100 200 50 200
100
10 10 30 10
100 50
100 100 100 10 30
30 30 300 200
30
30 30 0 30
STOF
Z
Z Z Z
Z
C C C C C
C C C C Z C Z
C C C C C
100 C 30 C
300 500 10 30 50
30 50 100 300 500
100 100
700 500 500 500 500
300 700 100 300 C
500
50 50 30 50
GEVAAR 50 10
100 200 R 10 10 50 R
10 30 50 50 50
30 R 30 R
200 100 100 R 1500 100 R
10 10 50 R 50
30
30 30 0 30
GROOTSTE AFSTAND 100 30
300 500 10 30 50
30 50 100 300 500
100 100
700 500 500 1500 D 500
300 700 300 300
500
50 50 30 50 D
CATEGORIE 3.2 2
4.2 5.1 1 2 3.1
2 3.1 3.2 4.2 5.1
3.2 3.2
5.2 5.1 5.1 6 5.1
4.2 5.2 4.2 4.2
5.1
3.1 3.1 2 3.1
G G G P G
G G G G
P P P P P
P P P P P
1P 1P
1 1 1 1 1
1 1 1 1 1
2G 2G
2 2 1 1 1
2 3 2 3
2G
2 2 1 2
G G P G
INDICES VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
2 1
1 2 1 1 1
1 1 2 2 2
1 1
3 3 3 3 2
2 3 2 2
3
2 2 1 2
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B B B B B
B B
B
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L L
L L
LUCHT
SBI-2008
35 35 35 36 36 36 36 36 36 36 36 36 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 45, 47 45, 47 451, 452, 454 451 45204 45204 45204 45205 453 473 473 473 473 46 46 461 4621
4621 4622 4623 4624
SBI-1993
40 40 40 41 41 41 41 41 41 41 41 41 45 45 45 45 45 45 50 50 501, 502, 504 501 5020.4 5020.4 5020.4 5020.5 503, 504 505 505 505 505 51 51 511 5121
5121 5122 5123 5124
nummer
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires Benzineservisestations: - met LPG > 1000 m3/jr - met LPG < 1000 m3/jr - zonder LPG
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: - met chloorgas - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - < 1 MW - 1 - 15 MW - >= 15 MW
- wiekdiameter 20 m - wiekdiameter 30 m - wiekdiameter 50 m
0 1 2 3 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of 1 meer Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder
A B C
F1 F2 F3 A0 A1 A2 B0 B1 B2 B3 0 1 2 3 -
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GEUR 100 10 10 0
0 30
0 30 100 10 50 50
0 0 0
0 10 30 0 30 0 0 30 30 30
10 10 10 0 50 10 0
30 30 30 10
0 0 0
0 0 0
10 10 10 0
0 0
0 0 0
STOF
50 10
0 0 0
300 Z 30 100 C 30
10 50
30 30 30
30 100 100 10 30 30 30
100 50 50 30
30 C 100 C 300 C
50 C 50 C
100 C 200 C 300 C
GEVAAR 50 R 0 0 0
0 30 R
200 R 50 R 10
10 10 10 10 30 R 0 10
10 10 10 10
10 10 10
1000 R 30
30 50 50
GROOTSTE AFSTAND 300 30 100 50
10 50
200 50 30
30 100 100 10 50 30 30
100 50 50 30
30 100 300
1000 D 50
100 200 300
CATEGORIE 4.2 2 3.2 3.1
1 3.1
4.1 3.1 2
2 3.2 3.2 1 3.1 2 2
3.2 3.1 3.1 2
2 3.2 4.2
5.3 3.1
3.2 4.1 4.2
P G G G G P P
G G G G
2 2 2 2
G G G G
1P 2G
3P 3P 3P
2 2 1 1 1 3 1
2 2 2 1
1P 1P 1P
1G 1G
1P 1P 1P
VERKEER
INDICES
2 1 1 1
1 2
1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
2 1 1 1
1 1 2
2 2
2 2 3
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B B B
B
B
B B B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L
LUCHT
SBI-2008
46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499 46499 46499
46499 46499 46499 46711 46711 46711 46712 46712 46712 46712 46713 46721 46721 46721 46722, 46723 4673 4673 4673 46735 46735 46735 4674 4674 4674 46751 46752 4676 4677
SBI-1993
5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7
5148.7 5148.7 5148.7 5151.1 5151.1 5151.1 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.3 5152.1 5152.1 5152.1 5152.2 /.3 5153 5153 5153 5153.4 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 5155.1 5155.2 5156 5157
nummer
0
0 1 2 4 5 6 0 1 2
0 1 2
3 4 5 0 1 2 0 1 2 3
0 1 2
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen Grth in vuurwerk en munitie: - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk) - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton - munitie Grth in vaste brandstoffen: - klein, lokaal verzorgingsgebied - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 - tot vloeistof verdichte gassen Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) Grth in metaalertsen: - opslag opp. < 2.000 m2 - opslag opp. >= 2.000 m2 Grth in metalen en -halffabrikaten Grth in hout en bouwmaterialen: - algemeen: b.o. > 2000 m² - algemeen: b.o. <= 2000 m² zand en grind: - algemeen: b.o. > 200 m² - algemeen: b.o. <= 200 m² Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: - algemeen: b.o. > 2.000 m² - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in chemische produkten Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen Autosloperijen: b.o. > 1000 m²
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GEUR 50 500 0 0 0 0
10 50 50 100 50 100
10 10 30 10 0 0 10 30 10 30
0 0 0 0 0 0 50 30 10 10
300 500 10
0 0 0
10 10 0
30 50 0
0 0
10 0 0 0 10 10 10 10
STOF
10 10
30 10 0 10 10 30 10 10
50 30 30 30 30 100
100 30
50 30
300 700 100
50 50 50 30
50 500
30 30 30
30 30
30 30 30 30 30 30 30 30
Z
Z
GEVAAR V V
V V
10 0 100 R 30 R 10 30
0 0
10 10
10 10 10
200 R 500 R 300 R 50
30 100
500 1000 30
10 50
50 R 50 R 0 0 0 0 10 10
GROOTSTE AFSTAND 50 30 100 D 30 30 100
100 30
50 30
300 700 100
200 D 500 D 300 D 100
50 500
500 1000 30
30 50
50 50 30 30 30 30 30 30
CATEGORIE 3.1 2 3.2 2 2 3.2
3.2 2
3.1 2
4.2 5.2 3.2
4.1 5.1 4.2 3.2
3.1 5.1
5.1 5.3 2
2 3.1
3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
G G G G G G G G
G G G G
2 1 2 1 2 2
G G G G G G
2G 1G
2G 1G
3G 3G 2G
2 2 2 2
2P 3G
2G 2G 2G
2G 2G
2 2 2 2 2 2 2 2
VERKEER
INDICES
2 1 2 1 2 2
2 1
2 1
3 3 2
2 2 2 2
2 3
1 1 1
1 1
1 1 1 1 1 1 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B
B
B B
B
B B
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L L
LUCHT
SBI-2008
4677 4677 4677 466 466 466 466, 469 47 47 47 471 4722, 4723 4724 4773, 4774 4752 4778 4791 952 55 55 5510 553, 552 561 563 563 5629 562 49 49 491, 492 491, 492 491, 492 493 493 493 494 494 495 50, 51 50, 51
SBI-1993
5157 5157.2/3 5157.2/3 518 518 518 519 52 52 52 5211/2,5246/9 5222, 5223 5224 5231, 5232 5246/9 5249 5261 527 55 55 5511, 5512 552 553 554 554 5551 5552 60 60 601 601 601 6021.1 6022 6023 6024 6024 603 61, 62 61, 62
nummer
- autosloperijen: b.o. <= 1000 m² Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² Grth in machines en apparaten: - machines voor de bouwnijverheid - overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
- DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN A Detailhandel voor zover n.e.g. Supermarkten, warenhuizen Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel Apotheken en drogisterijen Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt Postorderbedrijven Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) - LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken) Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. 1 Café's, bars 2 Discotheken, muziekcafé's Kantines Cateringbedrijven - VERVOER OVER LAND 0 Spoorwegen: 1 - stations 2 - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel) Bus-, tram- en metrostations en -remises Taxibedrijven Touringcarbedrijven 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² Pomp- en compressorstations van pijpleidingen - VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
1 0 1 0 1 2
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
0 0 0 10 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 30 10 0 0 0 0 0
0 0 10 10 0 0 0 0 0
10 30 10 0 0 10 10
0 30 0 0 10 0 0 0
10 10 0
0 0 0
GEUR
10 30 10
STOF
10 10 10
100 300 100 30 100 100 50 30
10 50 10 10 30 10 30
C C C C C C C C
C C C C C C
10 10 10 10 C 0 30 10 50 10
100 50 30
50 100 50
GEVAAR V
50 R 300 R 0 0 0 30 30 10
10 30 10 10 10 10 10
0 10 10 10 10 10 10 0 10
10 0 0
10 10 10
GROOTSTE AFSTAND 100 300 100 30 100 100 50 30
D
D D D
10 50 10 10 30 D 10 D 30
10 10 10 10 10 30 10 50 10
100 50 30
50 100 D 50
CATEGORIE 3.2 4.2 3.2 2 3.2 3.2 3.1 2
1 3.1 1 1 2 1 2
1 1 1 1 1 2 1 3.1 1
3.2 3.1 2
3.1 3.2 3.1
3 3 2 2 2 3 2 1
2 2 2 2 2 1 1
1 2 1 1 1 3 1 2 1
P G P P G G G P
P P P P P P G/P
P P P P P P P G P
2G 2G 2G
2G 2G 2G
VERKEER
INDICES
2 2 2 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 1 1
2 2 2
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B
B B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
LUCHT
SBI-2008
50, 51 52 52 52241 52241 52241 52241 52241 52241 52241 52241 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52102, 52109 52109 5221 5221 5222 5223 5223 791 5229 64 53 531, 532 61 61 61 61 61 64, 65, 66
SBI-1993
61, 62 63 63 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6312 6312 6321 6321 6322, 6323 6323 6323 633 634 64 64 641 642 642 642 642 642 65, 66, 67
nummer
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: - containers - stukgoederen - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 - olie, LPG, e.d. - tankercleaning Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: - containers - tankercleaning - stukgoederen - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 - olie, LPG, e.d. Distributiecentra, pak- en koelhuizen Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) Autoparkeerterreinen, parkeergarages Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) A Luchthavens B Helikopterlandplaatsen Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren) - POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten A Telecommunicatiebedrijven B0 zendinstallaties: B1 - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) B2 - FM en TV B3 - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) -
A 0 1 2 3 4 5 6 7 0 1 10 2 3 4 5 6 7 8 9 A B 1 2
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GEUR 10 30 700 500 700 0 10 10 10 10 200 500 300 500 300 500 0 10 0 0 0 0 50 50 0 0
0 0 0 0 0
0 300 0 30 50 50 100 50 50 100 30 0 10 10 0 200 0 0 0
0 0 0 0 0
0
STOF
0 0 50 100 50 300 300
0
C
C C C C
0 C 0 C 0 C
Z
Z
Z
C C C Z C Z C Z C C
30 C 10 C
300 100 100 300 700 200 300 300 500 50 50 30 30 100 10 1500 500 10 10
500 300 1000 500 700 100 100
10
GEVAAR 100 10 10
0 0
50 200 50 30 50 50 100 50 100 700 50 10 0 30 0 500 50 0 0
100 100 50 100 100 1000 200
0
R
R R
R R
R R R
R R
R
R R
GROOTSTE AFSTAND 100 10 10
30 10
300 300 100 300 700 300 500 300 500 700 50 30 30 100 10 1500 500 10 10
D
D
D
D
500 300 D 1000 500 700 1000 300
10
CATEGORIE 3.2 1 1
2 1
4.2 4.2 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 4.2 5.1 5.2 3.1 2 2 3.2 1 6 5.1 1 1
5.1 4.2 5.3 5.1 5.2 5.3 4.2
1
G G G G G G G G G G G G P G P P P P P
G G G G G G G
1P 1P 1P
2P 1P
2 1 2 2 3 2 3 2 3 2 2 2 3 2 2 3 1 1 1
3 3 3 3 3 2 1
2P
VERKEER
INDICES
2 2 2
1 1
2 2 2 2 3 2 3 2 3 3 2 1 1 1 1 3 2 1 1
3 3 3 3 3 3 2
1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B
B B B
B B B B
B B B
B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L
L
L
LUCHT
74 747 7481.3 7484.3 7484.4 75 75 75 7522 7525 80 80 801, 802 803, 804 85
74
74
-
77 7711 7712, 7739 773 772 62 62 62 58, 63 72 72 721 722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 812 74203 82991 82992 84 84 84 8422 8425 85 85 852, 8531 8532, 854, 855 86
64, 65, 66 64, 65, 66 41, 68 41, 68 41, 68 77
65, 66, 67 65, 66, 67 70 70 70 71
71 711 712 713 714 72 72 72 72 73 73 731 732
SBI-2008
SBI-1993
nummer
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. Datacentra
0 10 0 30 0
0 30 0
0 0
0 30 0
0 10
10 0
0 0
0 0 0 10
0
0
30 30
10 200 C 50 C
10 30 30 C 200 C 10
30 10
10 30 C
30 50 50 30
10
10 C
GELUID
GEVAAR 0 10
0 100 0
0 30 10 50 R 0
30 R 0
0 0
10 10 10 10
0
0
GROOTSTE AFSTAND 30 30 D
10 200 D 50
10 D 50 D 30 200 10
30 10
10 30
30 50 D 50 D 30 D
10
10
CATEGORIE 2 2
1 4.1 3.1
1 3.1 2 4.1 1
2 1
1 2
2 3.1 3.1 2
1
1
P G G G
P P G G P
1P 2P
2P 3G 1G
2 1 2 3 2
1P 1P
1P 1P
2 2 2 2
1P
1P
VERKEER
INDICES
definitief 29-12-2006
1 1
1 1 1
1 1 1 2 1
1 1
1 1
1 1 1 2
1
1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
STOF
0 50 10 50 0
30 0
0 0
10 10 10 10
0
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
0
GEUR
FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen
A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten Veilingen voor huisraad, kunst e.d. - OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) Defensie-inrichtingen Brandweerkazernes - ONDERWIJS Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs -
-
-
A B -
-
A A -
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
B B
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
LUCHT
SBI-2008
86 8610 8621, 8622, 8623 8691, 8692 871 8891 37, 38, 39 37, 38, 39 3700 3700 3700 3700 3700 381 381 381 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 94 94 941, 942 9491 94991 94991 59 59 591, 592, 601, 602
SBI-1993
85 8511 8512, 8513 8514, 8515 853 853 90 90 9001 9001 9001 9001 9001 9002.1 9002.1 9002.1 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 91 91 9111 9131 9133.1 9133.1 92 92 921, 922
nummer
-
GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Ziekenhuizen Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Consultatiebureaus 1 Verpleeghuizen 2 Kinderopvang - MILIEUDIENSTVERLENING A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: A1 - < 100.000 i.e. A2 - 100.000 - 300.000 i.e. A3 - >= 300.000 i.e. B rioolgemalen A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) C Vuiloverslagstations A0 Afvalverwerkingsbedrijven: A1 - mestverwerking/korrelfabrieken A2 - kabelbranderijen A3 - verwerking radio-actief afval A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) A5 - oplosmiddelterugwinning A6 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval B Vuilstortplaatsen C0 Composteerbedrijven: C1 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr C2 - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr C5 - GFT in gesloten gebouw - DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) Kerkgebouwen e.d. A Buurt- en clubhuizen B Hondendressuurterreinen - CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid)
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10 10 10 0 30 30 200 10 50 10 10 0 200 10 200 100 300 100 200 50
0 0 0 0
0
200 300 500 30 50 30 200 500 100 0 50 100 300 10 300 300 700 100 200 200
0 0 0 0
0
GEUR
0 0 0 0 0
STOF
10 0 0 10 0
C C Z C Z C
30 C
10 30 30 C 50
50 100 100 100 100
100 C 30 200 C 30 10 300 C Z 30 300
100 200 300 10 50 50 300
30 C 10 10 30 C 30
GEVAAR 10
0 0 0 0
10 30 10 30 100 R
10 10 1500 10 30 R 50 30 R 10
10 10 10 0 10 30 R 30
10 0 0 0 0
GROOTSTE AFSTAND 30
10 30 30 D 50
300 700 100 200 200
500 100 1500 50 100 D 300 D 30 300
200 300 500 30 50 50 300
30 10 10 30 30
CATEGORIE 2
1 2 2 3.1
4.2 5.2 3.2 4.1 4.1
5.1 3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2
4.1 4.2 5.1 2 3.1 3.1 4.2
2 1 1 2 2
P P P P
G G G G G
G G G G G G G G
G G G P G G G
P P P P P
2G
1 2 2 1
2 2 2 3 3
3 1 1 1 1 3 1 3
2 2 3 1 2 2 3
3 2 1 1 2
VERKEER
INDICES
1
1 1 1 1
2 2 2 2 1
3 1 1 2 2 3 1 3
1 1 2 1 1 1 3
2 1 1 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B B B B B
B B B B
B
B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L L L L
L
LUCHT
SBI-2008
5914 9004 9321 8552 85521 9101, 9102 91041 91041 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 932 9200
SBI-1993
9213 9232 9233 9234 9234.1 9251, 9252 9253.1 9253.1 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 9271
nummer
0 1 2 A B C D E F G H I 0 1 10 11 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F G
Bioscopen Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen Recreatiecentra, vaste kermis e.d. Muziek- en balletscholen Dansscholen Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. Dierentuinen Kinderboerderijen Zwembaden: - overdekt - niet overdekt Sporthallen Bowlingcentra Overdekte kunstijsbanen Stadions en open-lucht-ijsbanen Maneges Tennisbanen (met verlichting) Veldsportcomplex (met verlichting) Golfbanen Kunstskibanen Schietinrichtingen: - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen - binnenbanen: boogbanen - vrije buitenbanen: kleiduiven - vrije buitenbanen: schietbomen - vrije buitenbanen: geweerbanen - vrije buitenbanen: pistoolbanen - vrije buitenbanen: boogbanen - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen Skelter- en kartbanen, in een hal Skelter- en kartbanen, open lucht, < 8 uur/week in gebruik Skelter- en kartbanen, open lucht, >=8 uur/week in gebruik Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik Sportscholen, gymnastiekzalen Jachthavens met diverse voorzieningen Casino's
OMSCHRIJVING
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GEUR
0 0 0 0 0 0 30 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 30 50 50 100 0 10 0
0 10 0 0 0 0 10 10 0 10 10 10 50 50 100 100 0 10 10
0 0 10 0 0 0 10 10
STOF
10 30 0 0 0 0 50 0 0 0 0
0 0 30 0 0 0 100 30
200 1000 30 10 200 500 1500 1500 10 300 1000 50 500 1000 700 1500 30 50 30
50 200 50 30 100 300 30 50 50 10 30
30 30 300 30 30 10 50 30
C C C
C
C
C
C C
C C C C
C
C C
C
C C
Z
Z
GEVAAR 10 200 30 10 300 1500 1500 1500 200 500 1500 10 30 30 50 50 0 30 0
10 10 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 50 R
0 0 10 0 0 0 0 0
GROOTSTE AFSTAND 200 1000 30 10 300 1500 1500 1500 200 500 1500 50 500 1000 700 1500 30 50 30
50 200 50 30 100 300 50 50 50 10 50
30 30 300 D 30 30 10 100 30
CATEGORIE 4.1 5.3 2 1 4.2 6 6 6 4.1 5.1 6 3.1 5.1 5.3 5.2 6 2 3.1 2
3.1 4.1 3.1 2 3.2 4.2 3.1 3.1 3.1 1 3.1
2 2 4.2 2 2 1 3.2 2
2 1 1 1 2 1 2 2 1 2 2 2 2 2 3 3 2 3 3
3 3 2 2 2 3 2 2 2 2 2
3 3 3 2 2 2 3 1
VERKEER P P P P P P P P P P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P P
P P P P P P P P
INDICES
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 2
1 1 3 1 1 1 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
definitief 29-12-2006
B
B B B B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
LUCHT
9272.1 9272.4 93 93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3 9301.3 9302 9303 9303 9303 9303 9304 9305 9305
-
92009 93299 93 96 96011 96011 96012 96013 96013 9602 9603 9603 96031 96032 9313, 9604 9609 9609
nummer
- OVERIGE DIENSTVERLENING A Wasserijen en strijkinrichtingen B Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen A Wasverzendinrichtingen B Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 Begrafenisondernemingen: 1 - uitvaartcentra 2 - begraafplaatsen 3 - crematoria Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden A Dierenasiels en -pensions B Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
Amusementshallen Modelvliegtuig-velden
OMSCHRIJVING
GEUR
0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0
0 0 100 10 30 0
0 0
30 30 30 0 0 0
0 10
STOF 10 10 30 30 C 100 C 10 C
50 C 50 30 30 10 10
30 C 300
GEVAAR 0 0 10 0 0 0
30 30 30 R 0 0 0
0 100
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND 10 10 100 30 100 10 D
50 50 30 30 10 10
30 300
CATEGORIE 1 1 3.2 2 3.2 1
3.1 3.1 2 2 1 1
2 4.2
INDICES
2 2 2 1 1 1
2 2 2 1 1 1
P P P P P P
G G G G P P
2P 1P
VERKEER
SBI-2008
GELUID
definitief 29-12-2006
1 1 2 1 1 1
1 1 1 1 1 1
1 1
VISUEEL
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
L
L L
LUCHT
Verbeelding