Wand Plafond
Theo Scheers
AkoeSSST isch GELUIDISOLATIE VAN VERPLAATSBARE WANDEN Door de juiste materialen en constructies te kiezen, kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan een goede akoestiek van een werkplek of verblijfsruimte in een utiliteitsgebouw. In dit artikel staat het realiseren van voldoende privacy centraal. Aansluitend op de te stellen streefwaarden en een toelichting op de gehanteerde basisbegrippen worden vervolgens de invloedsfactoren besproken die bepalend zijn voor de geluidisolatie van een verplaatsbare wand in het algemeen en van een glaswand in het bijzonder. Figuur 1. Innovatief kantoor met glazen cockpits.
I
In kantoorruimten is het van belang een
realiseerd wanneer de van de bron ko-
omgeving te creëren waarin men zich goed
mende zendniveaus worden gereduceerd
kan concentreren. Concentratie kan wor-
tot een niveau waarbij zij verdrinken in het
waarin:
den verstoord door te hoge geluidniveaus
maskerende achtergrondgeluidniveau. De
en door informatiedragende signalen die
laatste jaren worden veel kantooromge-
Lz = geluiddrukniveau in zendvertrek (dB) Lo = geluiddrukniveau in ontvangvertrek
boven het achtergrondgeluid worden
vingen gerealiseerd waarbij werkplekken
(dB)
waargenomen. Er is een goede privacy ge-
zowel in een open omgeving als in kleine
Sw = oppervlakte van de scheidingswand (m2) A = absorptie in het ontvangvertrek (m2)
(veelal transparante) ruimtes of cockpits worden aangeboden (zie figuur 1). In die
(1)
cockpits kan men geconcentreerd werken of er wordt geluidproducerende appara-
Uit de frequentieafhankelijke meetwaar-
tuur in opgesteld. De geluidisolatie van
den wordt de ééngetalswaarde Rw bere-
deze ruimtes dient dan echter wel aan
kend. In praktijksituaties met flankerende
bepaalde eisen te voldoen, zoals in dit arti-
nevenwegen wordt ook met (1) gewerkt,
kel wordt aangegeven.
met dien verstande dat de geluidisolatie wordt aangeduid met R’ en de ééngetals-
Definities
waarde met R’w om de lezer te attenderen
Om de geluidisolatie van een wand te be-
op de gewijzigde randvoorwaarden waar-
palen, wordt deze ingebouwd in een labo-
onder de metingen zijn uitgevoerd.
ratoriumopstelling met onderdrukte flan-
Figuur 2. Voorbeeld van een te onderzoeken samengestelde wandconstructie geplaatst in het Laboratorium voor Akoestiek van Peutz bv.
8
Plafond & Wand Info 3/2005
kerende nevenwegen (zie figuur 2).
Streefwaarden
De geluidisolatie wordt gemeten en bere-
Uitgaande van een maskerend achter-
kend conform:
grondgeluidniveau van 35 dB(A) is een ge-
Wanden Gevraagde totale
Deelisolatie wand
Deelisolatie plafond
Uitgangspunt geluidisolatie
geluidisolatie in de praktijk
in de praktijk
in de praktijk
wand in het lab
*bij normale privacy
R’w = 28 dB
R’w = 32 dB
R’L,w = 32 dB
Rw = 33 à 35 dB
*bij verhoogde privacy
R’w = 33 dB
R’w = 37 dB
R’L,w = 37 dB
Rw = 38 à 40 dB
Tussen gang en werkvertrek
Naar werkvertrek met normale privacy
R’w = 38 dB
R’w = 42 dB
R’L,w = 42 dB
Rw = 43 à 45 dB
Naar werkvertrek met verhoogde privacy
R’w = 43 dB
R’w = 47 d
R’L,w = 47 dB
Rw = 48 à 50 dB
Naar werkvertrek met hoge privacy
R’w = 48 dB
1)
1)
Rw = 55 dB
1) Een totale R’w van 43 dB is nog haalbaar met verplaatsbare wanden en een doorgaande verlaagde plafondconstructie. Voor hogere waarden wordt geadviseerd over te gaan naar wanden geplaatst van betonvloer tot betonplafond. Tabel 1: Streefwaarden.
luidisolatie van R’w = 38 dB (met accent =
ruimten bedraagt R’w = 38 dB. Rekening
praktijkwaarden) vereist voor een normale
houdend met alle overdrachtswegen is de
privacy. Voor een verhoogde privacy moet
volgende eis in het bestek opgenomen:
een 5 dB hogere isolatie worden gereali-
De deelisolatie van de systeemwanden, in-
seerd. Bij zeer vertrouwelijke situaties stre-
clusief de aansluitingen en overdracht via
ven wij R’w = 48 dB na. In het algemeen hoeven de gangwanden en de deuren daar-
passtukken, dient in de praktijk te voldoen
in aan iets minder strenge eisen te voldoen.
De wandenleverancier die inschrijft op dit
Indien uit het oogpunt van hinder of com-
bestek, moet een wand uit zijn program-
fort de maskerende achtergrondgeluidni-
ma selecteren waarvan de gemeten ge-
veaus omlaag worden gebracht, dan dient
luidisolatie in het laboratorium wat hoger
de geluidisolatie evenredig toe te nemen.
is (Rw = 43 à 45 dB). Deze marge is nodig
In de praktijk wordt de totale geluidisolatie
omdat een wand in het lab wordt inge-
bepaald door de geluidoverdracht via de
bouwd in een vlakke meetopening onder
scheidingswand,maar ook via het verlaag-
optimale randvoorwaarden. Hoeveel dB-
de plafond,passtukken,kabelgoten en der-
marge nodig is voor het opvangen van
gelijke. Om met verschillende overdrachts-
maattoleranties en het seriematig werken
wegen te kunnen rekenen, maken we
onder minder optimale omstandigheden
gebruik van zogenaamde deelisolaties.Een
is een verantwoordelijkheid die de wand-
deelisolatie is de geluidisolatie die zou wor-
leverancier zelf moet nemen, enkele dB’s
den gevonden wanneer alleen dit be-
lijkt echter raadzaam.
aan R’w = 42 dB.
Figuur 3. Globaal verloop van de geluidisolatie curven van massieve panelen.
grensfrequentie of coïncidentiefrequentie
treffende bouwelement geluid af zou stralen en alle andere onderdelen zodanig
Luchtgeluidisolatiemechanisme
genoemd.Bij deze frequentie zal de energie
zouden zijn afgeschermd dat zij geen bij-
De geluidisolatie van een paneel wordt in
makkelijk op de plaat worden overgedra-
drage leveren in de totale geluidoverdracht.
eerste instantie bepaald door de massa. In
gen en is er een dip in de isolatiegrafiek te
Uiteraard treedt in werkelijkheid de ge-
figuur 3 is schematisch weergegeven hoe
zien (zie figuur 3).
luidafstraling van alle bouwelementen ge-
de luchtgeluidisolatie (R) afhangt van de
Door een paneel dikker uit te voeren zal ten
lijktijdig op, zodat de totale isolatie altijd
massa en de frequentie. De geluidisolatie
gevolge van de toegenomen massa de ge-
lager is dan de laagste deelisolatie. Om on-
neemt met circa 6 dB bij elke verdubbeling
luidisolatie toenemen. Door de toegeno-
duidelijkheden achteraf te vermijden,
van de massa en de frequentie toe.
men stijfheid schuift de coïncidentiedip echter naar een lagere frequentie.Hierdoor
wordt aanbevolen vooraf de geluidisolatieeisen eenduidig te formuleren,bijvoorbeeld
Coïncidentie
kan het zijn dat de Rw-waarde niet of nau-
zoals in tabel 1 is aangegeven.
Naast de massa speelt de buigstijfheid van
welijks toeneemt. De voorkeur gaat der-
een paneel een belangrijke rol.Voor een ze-
halve uit naar meerdere dunne panelen die
Stel: de streefwaarde voor de totale ge-
kere frequentie is de golflengte in de lucht
onderling flexibel worden gekoppeld. De
luidisolatie tussen twee aangrenzende
en in de constructie gelijk. Dit wordt de
geluidisolatie neemt dan bij de lage tonen
Plafond & Wand Info 3/2005
9
Wand Plafond
evenredig toe met de totale massa en de
guur 4 voor een globale schets van de iso-
rende Rw van 29 dB is echter te laag als uit-
coïncidentiedip blijft op dezelfde plaats.
latiecurve. Bij een kleine afstand tussen de
gangspunt voor de geluidisolatie van de
stijlen en een starre bevestiging van de be-
wand (zie tabel 1).Het totale gewicht van de
Lichte spouwwanden
plating op deze stijlen overheersen de on-
spouwbladen is hiervoor te gering.
In situaties waar een goede geluidisolatie
gunstige eigenschappen van het regelwerk.
en een scheidingsconstructie met een ge-
Naarmate de dichtheid van de stijlen af-
Verplaatsbare wanden
ring gewicht gewenst is, worden veelal
neemt en de bevestiging op de stijlen min-
Verplaatsbare scheidingswanden die in de
der star wordt,zal de wand zich meer gaan
Nederlandse utiliteitsbouw worden toe-
gedragen als een ideale spouwconstructie.
gepast, zijn in het algemeen opgebouwd uit een tweezijdige beplating van spaan-
Spouwvulling
plaat,gipskartonplaat,staalplaat of derge-
Door het aanbrengen van een geluidab-
lijke. De dikte van deze wanden varieert
sorberend materiaal wordt het geluidni-
tussen de 60 en 100 mm en de oppervlaktemassa tussen de 30 en 50 kg/m2.
veau in de spouw gedempt waardoor een
Bepalende factoren voor de geluidisolatie zijn (zie ook figuur 7): 1. de uitvoering van de spouwbladen (materiaal, dikte, massa); 2. de spouwdiepte (of de totale wanddikte); 3. de spouwvulling (luchtstromingsweerstand, dikte); 4. de koppeling van de spouwbladen via stijlen of regels;
Figuur 4. Globaal verloop van de geluidisolatie curve van een ideale spouwwand.
dubbele wandconstructies toegepast bestaande uit twee spouwbladen aange-
5. de uitvoering van aansluitingsprofielen; Figuur 5. Bevestiging van de spouwbladen via het stijl- en regelwerk. Type A (starre koppeling), type B (flexibele koppeling) of type C volledig gescheiden.
op het frame; 7. de afdichting van de wand op de omrin-
bracht op een luchtspouw. De goede akoestische prestatie van deze wanden is te
winst in de totale geluidisolatie wordt ge-
danken aan het massa-veer-massasysteem.
realiseerd. Bovendien wordt het luchtvolu-
Zoals bij elk massa-veersysteem is er een
me in de spouw minder stijf. De totale
Voor een wand in de categorie Rw = 43 à
specifieke resonantiefrequentie waarbij de
winst is maximaal bij een ideale spouw-
wand gemakkelijk in trilling is te brengen.
wand (type C in figuur 5). Bij starre koppe-
45 dB kan gedacht worden aan tweezijdige beplating (circa 10 kg/m2) aangebracht op
Bij deze frequentie (f0) treedt een zeer la-
lingen (type A in figuur 5) is de isolatiewinst
een met absorptiemateriaal gevulde sp-
ge geluidisolatie op. De resonantiefre-
door de spouwvulling beperkt.
ouw van tenminste 50 mm.Voor een cate-
gende constructie.
gorie hoger (Rw = 48 à 50 dB) is een dub-
quentie kan berekend worden uit:
Meetvoorbeeld In figuur 6 zijn enkele metingen aan een (2)
10
6.de afdichtingswijze van de spouwbladen
bele beplating aan weerszijden (circa 2 x 10 kg/m2) vereist.In verband met het hiervoor
lichte spouwconstructie gepresenteerd. De spouwbladen (m = 3,5 kg/m2) zijn ontkop-
besproken coïncidentie-effect dienen deze
waarin:
peld. De met (2) berekende resonantiefre-
verbonden.
m1 en m2 = oppervlakte massa van de spouwbladen (kg/m2)
quentie bedraagt 278 Hz. Door de spouw te vullen met mineraalwol neemt de ge-
Glaswanden
d = spouwdiepte (m)
luidisolatie met Rw = 9 dB toe. Deze verbe-
In figuur 8 is de gemeten geluidisolatie
tering (het verschuiven van de resonantie-
weergegeven van een glaswand opge-
Boven de resonantiefrequentie neemt de
frequentie naar de lage tonen en het
bouwd uit 8 mm dikke glaspanelen. De ge-
geluidisolatie zeer snel toe, het is dus van
daarna stijl oplopen van de isolatiecurve)
meten Rw-waarde van 30 dB wordt in be-
belang f0 zo laag mogelijk te kiezen. Zie fi-
voldoet aan de verwachting. Een resulte-
langrijke mate bepaald door een scherpe
Plafond & Wand Info 3/2005
beplatingen flexibel met elkaar te worden
Wanden
Figuur 8. Invloed coïncidentiedip bij enkelvoudige en dubbele glaswanden.
wel wat lager dan bij vergelijkbare 100 mm dikke, gesloten wanden. Uit figuur 8 blijkt verder dat bij een dubbele glaswand in verFiguur 6. Meetvoorbeeld lichte scheidingswand Rw = 20 dB voor een ongevulde spouw en Rw = 29 dB voor een met absorptie gevulde spouw
band met de coïncidentiedip beter niet kan worden gekozen voor gelijke ruitdikten. Beter is het de glasdikten ongelijk te kie-
dip in de isolatiecurve bij de grensfrequen-
derling verlijmd met tussenvoeging van
tie. Om de geluidisolatie te verbeteren,kan
een akoestische folie. De glaswand kan ui-
in plaats van een andere ruitdikte (hierdoor
teraard ook worden uitgevoerd als spouw-
Folie
verschuift alleen de plaats van de dip) beter
wand. Door het ontbreken van absorptie in
Gezien de gewenste doorvalbeveiliging
gedacht worden aan het toepassen van een
de spouw liggen de geluidisolatiewaarden bij spouwbladen van 10 kg/m2 (4 mm glas)
worden veel glaswanden gelaagd uitge-
gelaagde ruit. Hierbij worden de ruiten on-
zen zodat deze dip wat wordt uitgesmeerd.
voerd. De folie die wordt toegepast bij gelaagd veiligheidsglas is niet per definitie ook een geluidwerende folie. Uit figuur 9 blijkt dat de hier toegepaste veiligheidsfolie de dip in de isolatiecurve wel enigszins beïnvloedt, maar lang niet zo veel als een akoestisch folie.
Spouwdiepte Figuur 10 laat de invloed van de spouwFiguur 7. Principe opbouw verplaatsbare wand.
diepte in combinatie met de randkoppe-
Plafond & Wand Info 3/2005
11
Wanden
Figuur 9. De invloed van een (veiligheids- of akoestisch) folie op de geluidisolatie.
Figuur 10. Invloed spouwdiepte en randkoppeling bij een dubbele glaswand op de geluidisolatie.
ling op de geluidisolatie zien.Uitgangspunt
profiel of bij een ontkoppeling van de
worden bereikt, hetgeen veelal voldoen-
is toepassing van 4 en 6 mm dikke ruiten.
spouwbladen.
de is voor de gangwand. Tussen vertrek-
Uitgevoerd in standaard dubbel glas met
ken onderling waar een normale privacy
een spouwdiepte tot circa 25 mm is een ge-
Samenvatting
wordt gevraagd, dient de beglazing ook
luidisolatie tot Rw = 35 dB te verwachten.Bij
Wanneer in een kantoor transparante
aan tenminste één zijde gelaagd (met toe-
een toenemende spouwdiepte neemt ook
cockpits worden toegepast om gecon-
passing van een geluidwerende folie) te
de geluidisolatie toe. Volgens de theoreti-
centreerd in te werken of om geluidpro-
worden uitgevoerd. Om te voldoen aan
sche berekeningsmodellen bedraagt de
ducerende apparatuur in op te stellen, dan
streefwaarden van Rw = 45 dB moeten al-
geluidisolatie bij een spouwdiepte van
is de geluidisolatie van de glazen wanden
le akoestische zeilen worden bijgezet.
85 mm: Rw = 43 dB. Gemeten is echter Rw = 39 dB. De randkoppeling via het aluminium raamkozijn en toepassing van
een belangrijke factor. In eerste instantie
Hierbij kan worden gedacht aan gelaag-
moet helder zijn welke akoestische pres-
de beglazing aangebracht op een ge-
tatie wordt gevraagd in relatie tot de ge-
scheiden frame voorzien van randabsorp-
hard PVC glasprofielen blijken een waar-
wenste speechprivacy. Met 4 + 6 mm of
tie tussen de spouwbladen.
de boven de 40 dB in de weg te staan. De
beter nog met 6 + 8 mm glas op een met
berekende waarden worden wel bereikt
lucht gevulde spouw van circa 85 mm kan
De auteur is werkzaam bij Adviesbureau
bij toepassing van een meer flexibel glas-
een geluidisolatie van Rw = 38 à 40 dB
Peutz bv in Mook.
Plafond & Wand Info 3/2005
13