~
c=-
r=~ --
~ ~ ~ ~
i-
r:e
Inhoudsopgave ~----------------------------------------------------Info brandwerendheid
wanden - Waarom brandwerende
....nfo brandwerendheid
wanden - Blokwanden
Blz. 5
Info brandwerendheid
wanden - Ramen en deuren
Blz. 8
Info brandwerendheid
wanden - Doorvoeren leidingen, kabels, bedrading
Blz. 11 Blz. 12
~nfo ventilatie
Blz. 14
Info electra
Blz. 19
-nfo verwarming
Blz. 21
Warme meubels op de NDSM-werf
Blz. 24
Handleiding bij tekeningen yoorbeeld
.••
o
·f_
•••••
(versie 25-11-05)
kantoorruimte
NDSM-Ioods
Blz. 32
,.~
;-~-
kantoorruimte
=i
b. ~.
==-
=~
~
..
~
b..
==-
Blz. 29 Blz. 31
berekening afbouw casco-framework
Huurovereenkomst .-
kunststad
Algemene bepalingen huurovereenkomst
I
Blz. 3
Info riolering en waterleiding
~
~
wanden?
2
Blz. 35
IQ
-
lP I:P
Info brandwerendheid wonden,
",
Waarom brandwerende wanden?
o I:t J:j
1:1 ~
., o g
o
Binnen is buiten! , Om een brandveilig gebouw te maken is er in Nederland bepaald dat er om iedere ·-1000m2 ruimte een brandwerende muur moet zitten. Voor de loods van 10.000m2 zou . . ,dit betekenen dat deze ingedeeld moet worden in 10 afzonderlijke ruimtes. Om hieraan te ontkomen hebben we als uitgangspunt genomen dat we de ruimte in de loods zien als buitenruimte met daarin losse gebouwen. Dit heeft o.a. de volgende konsekwenties: 1: de loods moet als buitenruimte fungeren: rook moet snel weg kunnen, er moet voldoende luchttoevoer zijn, er moeten voldoende vluchtwegen zijn . 2: de gebouwen in de loods moeten voldoende brandveilig zijn: maximaall000m2, er mag geen brand kunnen overslaan van het ene naar het andere gebouw. 3: er mag maar beperkt brandbaar materiaal in de "buitenruimte" (is gangen) aanwezig zijn.
lIJ
f:9 ~ ~
tit ~ ~
" ., ~
u ~
•• ~
D'
Om hier aan te voldoen is de loods voorzien van o.a. rookluiken en een «rockdetectiesysteem wat er voor zorgt dat de luiken automatisch open gaan als er '.'ergens rook is. In de gevels zitten grote ventilatoren voor luchttoevoer. "De gebouwen (de blokken) zijn minder dan 1000m2 oppervlak en zijn zo opgesteld en geconstrueerd dat er geen brand van het ene naar het andere blok kan overslaan en dat er voldoende vluchtmogelijkheden zijn. De constructie van de blokken is brandveilig (betonvloeren, extra dik staal gevuld met beton) en de afstand van de blokken onderling is voldoende groot. De gevels van de blokken worden brandveilig (30 minuten) zodat er veilig gevlucht kan worden en de brand niet van het ene naar het andere blok overslaat. Principe brandscenario: Bij het ontstaan van brand in een atelier wordt de rook via ventilatiekanalen boven het . dak van de ateliers naar de nok van de hal geleid (daarom: verplichte mechanische - ventilatie in iedere werkruimte!). Hier hangen detectoren die alarm slaan. Het alarm gaat af in de hal, rookluiken in het dak en de grote blauwe deuren gaan automatisch ,.open, aanwezigen moeten en kunnen de hal zonder gevaar verlaten. De brandweer wordt automatisch gewaarschuwd en heeft dan voldoende tijd om uit te rukken, een aanvalsplan op te stellen, te zoeken naar eventuele slachtoffers in het atelier en de . brand te blussen.
1;8
«=-
.".
~
•••••••
3
•~.-"i:.. :J
-l.l r.J-"';~~~~·f-:::'.~ i
Wat betekent "30 minuten brandwerend" ? een wand met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van 30 minuten. Branddoorslag wi I zeggen dat de vlammen niet door de wand mogen uitslaan. De wand Of volgens de voorschriften:
moet dus dicht zijn maar ook overeind blijven (constructie). Brandoverslagwil zeggen dat het aan de andere kant van de wand niet zo heet mag worden dat er spontaan brand ontstaat. De wand moet dus ook isoleren, hitte tegenhouden. En dat alles voor in ieder geval 30 minuten. Bij brandwerendheid wordt er in het bouwbesluit onderscheid gemaakt tussen 20, 30, 60, 90 en 120 minuten. De 30 minuten . is dus weliswaar geen hoge eis maar hier wordt gezien de bijzondere situatie (veel mensen in de loods) wel streng de hand aan gehouden. Het niet voldoen aan de eisen kan .I··tot gevolg hebben dat een blok, strook of zelfs de hele Kunststad niet in gebruik mag worden genomen totdat er voldaan is aan de eisen.
De hele wand? Ja, de zwakste schakel in de wand bepaalt de brandwerendheid van de hele wand, dus: -aansluitingen tussen wanden onderling en aan de vloeren en plafonds moeten dicht zijn, dus geen open naden tussen materialen. -ramen alleen met vast glas, dus geen draai ramen. Ventileren doe je door de mechanische ventilatie in de ruimte. -qlcs in ramen en deuren alleen met brandwerend glas of draadglas en met verdiepte :.sponningen (25mm ipv 17mm). Bij het gebruik van draadglas geldt een maximum aan oppervlak,. Zie ook bij "Ramen" -deuren moeten zelfsluitend zijn, dus met een dranger. -doorvoeren voor ventilatie, riolering, kabels ed voorzien van afsluitende moffen.
Alle wanden? Nee, alleen de blokwanden die aan de loods grenzen (="buitenwanden"), dus niet de binnenwanden in een blok. Aan de binnenwanden worden geen eisen gesteld, wel moet je kijken of je geen overlast hebt of geeft aan je buren en hier de binnenwand op afstemmen.
4
~
CIt
o !::;iJ
Info brandwerendheid wanden.
~.
~ ~ ~
F'
Blokwanden (dus alleen de wanden die aan de loods
= "buitenzijde"
grenzen)
Eis:
een weerstand tegen branddoors/ag en brandovers/ag (WBDBO) van 30 minuten. Branddoors/ag wil zeggen dat de vlammen niet door de wand mogen slaan. De wand moet
I=!t
dus dicht zijn en ook overeind blijven (constructie). Brandovers/ag wil zeggen dat het aan de andere kant van de wand niet zo heet mag
=-
worden dat er spontaan brand ontstaat. De wand moet dus ook isoleren, hitte tegenhouden. Dit geldt voor beide zijden van de wand. Vuur mag niet door de wand naar de loods doorslaan maar ook niet van de loods door de wand naar de werkruimte.
,
:3 :9
='=-
Uitvoering: Algemeen geldt dat de brandwerendheid proefondervindelijk bepaald moet worden volgens NEN-normen. Er zijn diverse constructies waarvan de brandwerendheid bekend is.
~
=-.
=-::3 :I ~
:»
====-
In onze situatie zijn enkele bijzonderheden: -de wanden zijn hoger dan de standaard woningbouw cq kantoorbouw-wanden van 2,6m, nl 3,8m (begane grond), 3,3m (verdieping) en 7,3m bij de hoge blokken. Dit vergt extra constructieve stevigheid door bijv, meer staanders, grotere profielen, extra dikke wandplaten of een grotere wanddikte. -de vloeren zijn van beton en kunnen een groot gewicht dragen. Er hoeven dus geen extra draagconstructies voor de wand te worden aangebracht. -de wanden zijn alleen vulling en constructief dus niet dragend. -De staalconstructie van het casco is wel dragend en mag in geen geval worden aangetast. Daarom bouwen binnen (blokzijde) van de staalconstructie en niets er aan vast maken! De brandwerende wand moet dus achter de staa/konstruktie langs gaan, m.a.w. de staa/konstruktie is ook 30 minuten beschermd.
~
:3
:; :8
::t
==~
5
Voorbeelden wanden: Op de site 21project vind je ook een verslag van de workshop die over "30 minuten brandwerende wanden" . Op deze workshop zijn mogelijke oplossingen voor wanden bekeken. Van waterwanden tot strobouw. In een schema zijn alle bevindingen op een rij gezet. Hieronder vindt je basis informatie over de meest simpele (maar je inzicht krijgt waar het om draait bij brandwerendheid.
vorig jaar gehouden is met deskundigen alle gestapeld glas en ook saaiste) wanden zode
-Massieve wanden ven onbrandbaar materiaal: Bijvoorbeeld metselwerk of kalkzandsteen (minimaal 70mm dik), gasbeton (min. 75mm), gipsblokken/~panelen (min. 60mm) , brandbestendige glazen bouwstenen, ed. Ook los stapelen kan mits de naden maar gedicht worden en de stapel voldoende stevigheid heeft, dus niet om kan vallen: (stoep- )tegels, basaltblokken, straatstenen, glasplaten, enz en natuurlijk combinaties hiervan. , -Hout kan ook mits voldoende massief: bijv. massieve balken, massief spaanplaat of multiplex van voldoende dikte (minimaaI40mm), enz. '-Staal kan ook maar dit materiaal isoleert niet zodat er gevaar voor brandoverslag .''ontstaat. Dus moet er nog een isolatie worden toegevoegd. Isoleren alleen met " ; onbrandbaar materiaal dus niet met PUR of piepschuim! ,i;;; -Aluminium smelt al bij relatief lage temperaturen en voldoet niet als brandwering. Dit geldt ook voor bijv. zink en lood. -Samengestelde wanden: De meest simpele vorm is een stijl- en regelwerk van hout of metaal (Metal Stud) met of zonder isolatie tussen de stijlen (glas- of steenwol) en aan beide zijden een plaatmateriaal. Er zijn veel plaatmaterialen, o.a. spaanplaat, gipsplaat, multiplex, OSBplaat houtvezelplaat MDF meubelplaat enz. en dit allemaal nog in verschillende diktes en kwaliteiten. De fabrikant van een plaat kan vaak meer info verschaffen over de brandwerendheid van een plaat. Kijk ook eens op internet. 'Wil je materialen toepassen waarvan de brandwerende eigenschappen niet bekend zijn "dan kan er geeist worden dat een Beproeving en Rapportage plaatsvindt door een erkenc instituut zoals bijvoorbeeld TNO. I
'
I
I
I
....
6
S8 ~
r:t ~
;9
Als voorbeeld hieronder enkele tabellen uit "brandveiligheid: ontwerpen en toetsen, "deel Dil -spaanplaat: onqeïso eer de wand I brandwerendhei d
p ~
30 minuten
~
=-====-
=' , =-:s ======-=-. ~
=-:» ===-
:3
=-:8 =-:8
Minimum bekledingsdikte bij volumieke massa (kg/m3) >500 16,5mm
>600
>700
14,5mm
13mm
Min.afm. houten stijl (bxh) 44x40mm
. Ieer dewan d -spaanplaat: qeïso Brandwerendheid
30 minuten
Minimum bekledingsdikte bij volumieke massa (kg/m3) >500 10,5mm
>600 9,5mm
>700 8,5mm
Min.afm. houten stijl bxh)
Min. dikte isolatie
38x71mm
71mm
of
-qrpsp aat: onqeïso eer dewan d Brandwerendheid 30 minuten
Min. Afm. Houten Stijl 4Ox40mm
Min. Bekledinqsdikte 12,5mm
-qrpsploct: qeïso eer d ewan d Brandwerendheid 30 minuten
Min. afm. houten stijl (bxh) 38x47mm
Min. Bekledingsdikte 9,5mm
Min. dikte isolatie 50mm
-bevestiging van de platen: De houten stijlen maximaal 62,5 cm hart op hart (hoh) bevestigen. Dit is dus meestal op . hele of halve plaatmaat. Altijd een stijl (vertikaal) of regel (horizontaal) achter een i naad! Naden aan de ene kant van de wand zo veel mogelijk laten verspringen met de andere kant. De platen op de stijlen en regels schroeven (hoh schroeven maximaal 25 cm). -bevestiging wanden onder en boven aan de vloeren: D.m.v. schroeven en/of bouten met een maximale afstand van 75 cm hart op hart. De naad tussen wand en vloer moet dicht zijn. -afwerking wanden: Afwerking is in principe niet nodig omdat het in de loods niet regent maar je kunt de ..j"wand met ieder materiaal bekleden mits je aan de buitenzijde, dus loodszijde, geen materiaal gebruikt wat brandbaar is.
7
~
, ~
~
Info brandwerendheid wanden.
E C;
Ramen en deuren: ~
Ê
Eis:
Dezelfde als voor de hele wand, dus: een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van 30 minuten. Branddoorslag wil zeggen dat de vlammen niet door de opening mogen slaan. De opening moet dus dicht zi in (zelfsluitend bij deuren) en ook bli jven zitten (bi i glas). Glassponningen en deuraanslagen moeten bijvoorbeeld 25mm breed ipv de normale 17mm en glaslatten moeten voldoende dik en goed bevestigd. Brandoverslag wil zeggen dat het aan de andere kant van de opening niet zo heet mag worden dat er spontaan brand ontstaat. Een opening gevuld met glas zal hier niet aan voldoen dus is er een maximum gesteld aan het oppervlak van deze opening per wandgedeelte. Voor draadglas geldt bijvoorbeeld een maximum van 1,7m2 per wandsegment van 2,5 x 2,5 m2. Uitvoering: Ook hier geldt het principe dat de brandwerendheid proefondervindelijk bepaald moet worden volgens NEN 6069. Er zijn diverse constructies waarvan de brandwerendheid bekend is.
, ,
C ,
ç
c; C
C ~
Voorbeelden: Deuren: -Een massieve multiplex deur van 40mm dik is 30 minuten brandwerend. Er zijn meer brandwerende deuren op de markt. De fabrikant kan je meer vertellen. -De sponning in het kozijn, dus de aanslag van de deur moet 25 mm zijn. Een standaard kozijn heeft een sponning van 17mm. Je kunt de sponning met een hardhouten lat opdikken tot 25 mm of de sponning in het kozijn uitfrezen. Kontroleer wel of de deur nog past! -om er voor te zorgen dat deuren in de ruststand altijd dicht zijn moet deze zelfsluitend zijn. Dat wil zeggen dat er een deurdranger op moet. -in principe wordt uitgegaan van een kozijn met een enkele deur. Wil je een dubbele deur, dus een grotere opening dan moet per geval bekeken worden of deze voldoet.
~ ~
@'j
C \i G! ~ '1
G ~
8
~
î
~
Gewoon glas: Niet toepassen! Voldoet niet.
r-~:i~Ml!;':
/
Draadglas: Maximaal 1,7 m2 draadglas in deur/luik/raam per wandsegment van 2,5 x 2,5 mtr Dit betekent dat er in een willekeurig gedeelte van de wand maximaal l,7m2 draadglas mag zitten per 2,5 x 2,5 meter wand. principe roomkuzijn
Dit kun je kontroleren door over de tekening van de wand met een stuk papier te schuiven waar je op de schaalverhouding van de wand een gat in hebt geknipt van 2,5 x 2,5 mtr. Op geen enkel moment mag er meer dan 1,7 m2 draadglas zijn (je kunt dus niet in een wand alle draadglas bij elkaar doen en de rest van de wand dicht maken). Brandwerend glas: Er zijn diverse brandwerende glassoorten op de
I
r--'\
nl d !
principeroQ/t\indeurlmzljr.
L-------------------------~I
markt: voorgespannen glas (Flameshield, Securiflam) meerbladig opschuimend: Pyrobel, Pyrodur, meerbladig niet opschuimend: Pyroguard, enz. Dit glas is duur maar voor een enkele ruit of met meerdere mensen ingekocht misschien een alternatief. I
Alternatieven om licht binnen te krijgen: -Glazen bouwstenen: die van 190x190x80mm ziJn 30-minuten brandwerend. -gestapeld glas: door stroken glas te stapelen ontstaat een massieve glaswand die weliswaar niet doorzichtig is maar wel licht doorlaat, -brandwerende daklichten cq dakkoepels. Deze zijn er op de markt. Onzeker is of ze ook vertikaal voldoende brandwerend zijn.
9
Voorbeeld pui ("brandveiligheid:
ontwerpen en toetsen, deel D")
"
,.,
~ ;
Hl>!J:I~
.'
~
Î
! "
L
.-1._ j
î
'I
1···LJI
.
-.
--
"f
Fiï;UUf 3,2.'6 MUlm.de lIlmt.!lingen va.nb\l\'u«~ zlilkhlen, heglaasd m~t~i~8-~llihiÏiÏdgl,ali! tenk
Voorbeeld raam ("brandveiligheid:
ontwerpen en toetsen, deel Dil)
3.00 2.50
!
2.00
I
1;..
voldoet niet
1.00 b,
)!
0.50 0.00
ondersteuningsconstructie
(wand)
I
!
1.50 I
\
I
o.00
'"
ii !
Ii
I
I I'---
I 1 1
vO'îoet
Ii j,
I
1.00 2.00
3.00
4.00
5.00 6.0
breedte [m]
a) Stralingsoppervlak b. x hs (z is geometrisch middelpunt) I Maximale b reedte (bsl en hoogte (hs) van het stralende oppervlak Figuur 3.2.8
Maximale afmetingen van met (spiegelldraadglas (enkel glas) beglaasd e glas- kozijnconstructies, waarmee gedurende 30 minuten kan worden voldaan aan het criterium thermische isolatie betrokken op de straling
10
I
1
\
1 1<
I
i
.Ê.
8''"
!
I
\,
Info brandwerendheid wanden. Doorvoeren, oa voor riolering, waterleiding, verwarming, electra, data. Eis: ook hier geldt hetzelfde
als voor de hele wand, dus: een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van 30 minuten. Hier is niets over vastgelegd. Er zijn veel middelen en materialen in de handel. In overleg met de brandweer en branddeskundigen zullen we proberen met een voorstel te komen voor een simpele standaard-oplossing. Info volgt zsm. Uitvoering: Er mogen geen doorvoeren in de vloer of het dak gemaakt worden. Alle doorvoeren gaan dus door wanden. De doorvoeren groter dan 25mm moeten dmv manchetten en/of brandwerende kit dicht gemaakt worden. Hieronder voorbeeldaansluitingen uit "kennisnet Brandweer".
GLPSKAATOt'i! W
;,J". ~~,,~m
{''O>f'. M:N ~
1
6ET~/STE.EN x lIL"_ &'lI'K::~Hnl!
W!!'. f.[!1 llm
A
P.~PSTEBS
ZIE 8-1
-
B ~~~I:.-rr (>.:JiI'f"'~____
'~1---
lE10rNGEN STi'lALlKo,°E?
...
O*'EISCLEE?.v
ZI E C - 1
I -
11
2
Info riolering en waterleiding Hierbij aanvullende informatie over de riolering en de waterleiding.
Riolering en ontluchting: Wat zit er al? Riolering: • Er is door Kinetisch Noord in vloer van de hal riolering aangelegd. Deze komt op diverse plekken boven de grond. Waar is op de beganegrond-tekening aangegeven. Hou er rekening mee dat de plek anders kan zijn dan op tekening omdat er veel oude funderingen zijn aangetroffen. Hier zit de riolering en ontluchting riolering op een andere plek. • De riolering is tijdelijk afgedopt met een kunststof deksel. De bovenkant van dit deksel zit gelijk met de bovenkant van de bestrating zodat de riolering niet kapot gereden wordt. Je kunt de dop er af halen en hier je riolering op aansluiten. Diameter aansluiting is rond 125mm. Pas op dat er geen rotzooi in de riolering komt. Ontluchting: • Trek je bijvoorbeeld je toilet door dan gaat er een kolom water door de riolering. Boven of achter deze kolom ontstaat een vacuüm. De stankafsluiter van een apparaat wat boven deze kolom op de riolering is aangesloten kan dan worden leeggetrokken. Direkt gevolg is rioleringslucht in je sanitaire ruimte en nog erger. Om dit te voorkomen moet je zorgen dat er geen vacuüm ontstaat door bijv. de riolering te verlengen tot boven het dak. Hier kan de lucht er vrij in stromen. Stank zit dan bovendaks waar niemand er last van heeft. Er zijn ook toiletaansluitingen met een ontluchtingsventiel in de handel. Vooral wastafels en doucheafvoeren zijn gevoelig voor leegtrekken. • In het dak van de loods zijn op diverse plekken doorvoeren met kapjes aangebracht waar de ontluchting van de riolering aangesloten kan worden. Diameter rond 125mm. Wat moet je zelf aanleggen? • Alle leidingen tussen riolering in de begane-grondvloer en de ontluchtingsdoorvoer in het dak moet je zelf aanleggen. Diameter afvoer toilet is minimaalllOmm, wastafel, gootsteen ed 40 a 50mm. Aansluitingen van kleine op grotere diameter altijd 45 graden met de stroomrichting mee. • Afvoeren altijd door de gevel en niet door de vloer. Zowel op de begane-grond als op de verdieping. Je kunt dus niet onder de stelconvloer gaan graven en ook kan er geen gat geboord door de betonvloer van de verdieping!
12
l
o
e
Doorvoeren door brandwerende wanden met een brandmanchet. Zie hiervoor ook de info over 30 minuten brandwerende wanden. Eventueel is het mogelijk gezamenlijk materiaal in te kopen. Via bijvoorbeeld Beheer (Patrick Nieuwenhuis). Niet alleen weet je dan zeker dat je de goede afvoer, brandmanchet ed hebt maar door gezamenlijke inkoop is de prijs ook zo laag mogelijk.
Waterleiding: Wat zit er al? Onder de roostervoer van de gangen op de le verdieping zitten op diverse plaatsen aftappunten een stopkraan. (zie de tekening van de verdieping).
met
Wat moet je zelf aanleggen? Koud water: • Op deze stop kraan kun je een PE/PP slang of koperen buis aansluiten. • De doorvoer door de brandwerende wand moet je afdichten met brandwerende PUR. • Pas op voor dode einden. Dus waterleiding waar lange tijd geen water door heen stroomt. Probeer ook de waterleiding op een zo koel mogelijke plaats te leggen en in ieder geval niet direkt naast warm-waterleidingen (bijv. van de verwarming). Dit alles om legionella te voorkomen! Warm water: • Wil je ook warm water gebruiken dan kan dit dmv bijv. een electrische boiler. Capaciteit maximaal 2,5 KW en zorg ook voor een stopknop. Mocht de stroom uitvallen (wat in dit stadsdeel nog steeds wel eens gebeurt) dan moet je de knop omdraaien om de boiler weer aan te zetten. Zodoende wordt voorkomen dat als de stroom er weer op komt alle boilers tegelijkertijd 2,5 KW gaan trekken en alle stoppen dus doorslaan! • Ook weer om legionella te voorkomen: afstand boiler tot het tappunt maximaal 5 meter. • Misschien overbodig maar: geen warm cvwater drinken! • Een zonneboiler lijkt een goed idee maar hiervoor is toestemming nodig van het stadsdeel ivm de zonnepanelen op het dak en de doorvoeren door het dak. NDSMwerf info Kunststad 03-05-2006
13
Info ventilatie. Hierbij aanvullende informatie over de ventilatie. Hoe zit het nou met de ventilatie in de loods? Wat moeten de huurders zelf aanleggen en wat wordt door Kinetisch Noord aangelegd?
We onderscheiden: 1.1 halventilatie 1.2 sanitaire afzuiging 1.3 gezondheidsventilatie 1.4 bedrijfsafzuigsystemen
1. 1 De halventilatie. Deze dient 2 doelen: a: frisse lucht voor personen in de hal zelf (gezamenlijke ruimten) en b: bewaking van de luchtkwaliteit voor toevoerlucht van gezondheidsventilatie van de in de hal staande gebouwen. Hiervoor zijn de ventilatoren en grote deuren in de gevel van de hal en de rookluiken in het dak. De halventilatie wordt verzorgt door Kinetisch Noord. Hier hoef je niks mee te doen. (Voor principe zie toelichting onderaan.)
:t\
"\
1-----'1! \ '~,,--,,/
"
""''-'--~'/',
«
J
T1
~
ventilatie hal
1.2 De sanitaire afzuiging (toiletten e.d.). De sanitaire luchten moeten apart buiten de hal worden afgevoerd. Hiervoor zijn op het dak van de hal afzuigventilatoren opgesteld. De af bouwers moeten zelf kanalen aanbrengen vanaf de sanitaire ruimte tot aan de ventilator in het dak. Het is mogelijk meerdere kanalen aan elkaar te koppelen en met 1 pijp naar de dakdoorvoer te leiden.
'-~--l
ventilatie sanitaire ruimte
14
;.
~I _ I
f
• • • • •t t t
•
Tip: je kunt behoorlijk op de kosten besparen door samen met buren een sanitaire ruimte te maken! Scheelt in kosten sanitair en voorzieningen (riolering, waterleiding, sanitairblok, ventilatie, enz) Ga je met de ventiJatiepijp
door deblokgevel
dan moet een brandkJep worden aangebracht.
Tip: Het is ook mogelijk de sanitaire ruimte buiten de brandscheiding van het blok te houden (wel binnen de blokgrens). De wanden naar de ruimtes in het blok moeten dan 30 min. brandwerend. De wanden van toilet naar de hal kunnen dan simpeler. Doorvoeren van riolering, water en ventilatie kunnen dan zonder brand kleppen en brandmoffen,
j
; t
•
blokwand 30 min brandwerendr-----
t
; i
,•
Toilet binnen de blokwand=brandscheiding
toilet buiten de brandscheiding binnen de blokwand
J
t
1.3 De gezondheidsventilatie (zuurstoftoevoer voor personen in de bouwblokken).
t
Ook vanwege de rookdetectie is mechanische afzuiging verplicht. Zou je de frisse lucht zomaar uit de hal halen i geJso~4: pijp tm rMStu dan koelt de lucht in je ruimte vooral i {,mr K"<M-liw.'d}-----. s'winters erg af. Vandaar dat op de nu~----~ blokken warmtewisselaars (WTW-unit) -----~ worden gezet. Zowel de toevoer als afvoer van ventilatielucht gaat via deze ventilatie werkruimte wisselaar. Er is daarom zowel een toevoer als afvoerkanaal nodig van je ruimte naar de WTW-unit. Om warmteverlies (en condens) te voorkomen moeten deze leidingen géisoleerd zijn. De WTW blaast de retourlucht naar de rookdetectie.
• • • • • I
I i
I
;
Laatste nieuws: zowel de wtw installatie als de geïsoleerde kanalen als de brand kleppen door de muren zullen door Kinetisch Noord (en op kosten van KN) worden aangelegd zodra de blokwanden
t
klaar zijn! Hier hoef je dus zelf niets aan te doen.
;
• t
15
~
C ~
In principe wordt uitgegaan van 1 aansluiting per blok per verdieping. Ventilatie tussen ruimtes in het blok (indien aanwezig) zul je zelf moeten regelen. (Maak je een ruimte waar veel publiek komt (publieksfunktie) dan gelden hiervoor aparte ventilatieregels. Informeer hiervoor bij het stadsdeel.)
tg E; ~
@j 1.4 Bedri jfsafzuigsystemen Een aantal gebruikers van de kunststad zal behoefte hebben aan afzuiging t.b.v het procédé waarmede zij werken. Indien deze lucht verontreinigd is moet deze naar buiten de hal worden afgevoerd. Hiervoor zijn in het dak doorvoeren gemaakt waar je op kunt aansluiten. Je moet wel zelf zorgen voor een ventilator en kap op het dak.
~e /
plek d
/
~-_//',,--/'- ! //'-. '--------,
E; @
__
pijp door huurder
ë G
______.1.
.
...
._~L._~
afzuiging verontreinigde lucht
_
Cl
t; ~
C
NDSMwerf info Kunststad 03-05-2006
@;
G C ~
Ct ~ ~
C C C C
C
c C C @
C 16
~
•
Toelichting
ventilatie
hal (voor wie het naadje van de kous wil weten)
De lucht in de hal wordt ververst met lucht van buiten. De lucht in de blokken wordt ververst met lucht uit de hal. Dan moet de lucht in de hal wel voldoende schoon zijn. Om de omvang van de ventilatie factoren niet toe te laten.
installaties te beperken, is het verstandig om verontreinigende
De factoren welke de lucht in de grote hal verontreinigen zullen beperkt moeten worden tot de aanwezige personen, deze produceren C02. Derhalve is het niet gewenst om voertuigen welke gebruik maken van fossiele brandstoffen toe te laten in de -grote hal. Werkzaamheden welke de binnenlucht verontreinigen zullen moeten geschieden met gebruikmaking van afzuig apparatuur welke de lucht rechtstreeks naar buiten voeren en dus de binnenlucht niet verontreinigen. Het ontwerp kan zich dan beperken tot het reguleren van de C02 concentratie in de grote hal en in de gebouwen geplaatst in deze grote hal. Uitgeademde lucht bevat 2 tot 3/0 volumedelen C02. In de atmosfeer bedraagt het gehalte C02 0,032% volumedelen ofwel 320 ppm (parts per million). In de stedelijke bebouwing is dat ongeveer 350 tot 400 ppm. Over het algemeen ligt het niveau van binnenlucht tussen de 500 ppm en 2.000 ppm. Dit is sterk afhankelijk van het aantal aanwezige personen en de ventilatie. Even blootgesteld worden aan een C02-niveau van meer dan 10.000 ppm kan ernstige gezondheidsrisico s met zich meebrengen. De MAC waarde voor C02 is 5000 ppm, waarbij langer dan 8 uur in een dergelijke concentratie verbleven wordt, kan schadelijk zijn. Nieuw onderzoek wijst uit dat langdurige blootstelling aan waardes boven 1250 ppm al gezondheidskiachten op kan leveren. Boven de 8.000 ppm kan bewusteloosheid optreden. I
Soortelijk
gewicht:
De dichtheid van buitenlucht is 1,29 kg/m3 (p = 101325 Pa, T = 273 K) De dichtheid van C02 is 1,98 kg/m3 (p = 101325 Pa, T = 273 K) C02 is zwaarder dan lucht. Bekende Normen: De ASHRAE (American Society of Heating, Refrigerating and Airconditioning Engineers) doet een belangrijke aanbeveling. Hierin wordt gesteld dat het C02 niveau in gebouwen, kantoren en klaslokalen niet boven de 1.000 ppm behoort te komen. In Scandinavische landen wordt 800 ppm als grenswaarde aangehouden. De EU hanteert 3 kwaliteitswaarden: A = 460, B = 660 en C = 1.190 ppm. Deze waarden gelden t.o.v. de buitenlucht. In Nederland geldt 1.200 ppm als grenswaarde voor binnenlucht (NEN 1089). Indien de ventilatie op basis van het C02 niveau wordt gecontroleerd, kunnen de energiekosten (stroom t.b.v. ventilatoren en gas voor de verwarming) gereduceerd worden. Want weinig C02 geeft aan dat de bezettingsgraad laag is, (dat er minder mensen aanwezig zijn). Men kan dan overschakelen op een lagere ventilatiecapaciteit. Als concentratie
van de buitenlucht
buiten de hal wil ik 400 ppm aanhouden.
17
i fl ~
@ Als grenswaarde voor de binnenlucht in de gebouwen in de hal wil ik 1000 ppm aanhouden. (dit geeft een reserve van 200 ppm t.o.v. de NEN 1089.) De hal heeft globaal een inhoud van: 140 x 100 x 14,7 + 140 x 25 x 21 = 279300 m3 Indien de hal luchtdicht is afgesloten en geheel gevuld met buitenlucht, kunnen bij ideale dosering 333 mensen 24 uur in de hal doorbrengen of 1000 mensen 8 uur voordat de arbo normen (35 m3/h pp) worden overschreden. Indien we binnen de grote hal echter buiten de daar geplaatste gebouwen een concentratie ppm accepteren dan heeft dit tot gevolg:
van 500
De ventilatiehoeveelheid binnen de gebouwen in de hal ligt (1000-400) / (1000-500) = 20'}'0 hoger dan de huidige eisen t.a.v. ventilatiehoeveelheden voor gebouwen welke in de buitenlucht staan. De hoeveelheid ventilatie van de grote hal bedraagt (1000-500) / (500-400) = 500'}'0 van de som van de ventilatiehoeveelheden van afzonderlijke gebouwen. Bij afwijkende geaccepteerde concentraties binnen de grote hal veranderen deze toeslagen. Binnen deze denkwijze is het mogelijk om de ventilatielucht t.b.v. de afzonderlijke gebouwen vanuit de grote hal aan te zuigen, en binnen de grote hal af te blazen. De benodigde voorzieningen in de schil van de grote hal kunnen dan bestaan uit: mechanische toe- en afvoer mechanische toevoer, natuurlijke afvoer natuurlijke toevoer, mechanische afvoer natuurlijke toe- en afvoer
,
~
@;
ç E ~
ë C C
C C
C C C; C C
Natuurlijke toe en afvoer kan niet worden gegarandeerd, gebruik van de RWA (rook warmte afvoer) t.b.v. natuurlijke afvoer kan niet worden gegarandeerd. De toevoeropeningen van de RWA installatie kunnen worden gebruikt als toevoeropeningen van het ventilatiesysteem. Het meest voor de hand ligt natuurlijke toevoer en mechanische afvoer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de toevoeropeningen in de gevel van de RWA installatie. De ventilatiehoeveelheid in de grote hal kan worden beperkt door een regeling van de ventilatoren op basis van C02 concentratie, (setpoint b.v. 500 ppm), bij lage bezetting zal er minder/ niet mechanisch geventileerd behoeven te worden. Die gebouwen waar van een hoge bezetting sproke is (theaterzaal etc.) kunnen worden voorzien van een mechanische toe en afvoersysteem waarbij de lucht rechtstreeks naar buiten wordt gevoerd. Dit voorkomt grote concentratie verschillen. Sanitaire ruimten dienen apart te worden afgezogen waarbij de lucht naar buiten wordt afgevoerd. T.b.v. specifieke werkzaamheden dienen toereikende afzuigsystemen te worden aangebracht.
-=é 5 C C t; C C
c: c: c ~
18
t; ~
Info electra Hierbij
D
aanvullende informatie
over de electra.
Wat zit er, wat moeten de huurders zelf aanleggen en wat is de capaciteit?
1 wat zit er: • •
• •
Door Kinetisch Noord is een hoofdleidingnet aangelegd vanaf de centrale installatieruimte bij de zuidgevel naar de hoofdvoedingskasten onder de roostervloeren. Op de tekening van de le verdieping staat aangegeven waar deze kasten zitten.
De gele blokjes geven de plek van een hoofdvoedingskast Per blok (van 2 verdiepingen) is er 1 kast. De meterstand . blok van 2 verdiepingen) bijgehouden.
aan. wordt centraal per kast (dus per
2 wat moeten de huurders zelf aanleggen: • Vanaf de hoofdvoedingkast kan men een kabel van 5 x 6mm2 naar de eigen ruimte aanleggen
•
en aansluiten op een eigen groepenkast (minimaal 2 groepen, maximaal 3) met aardlekschakelaar. Kabel en groepenkast proberen we gezamenlijk in te kopen. Vanaf deze groepenkast kan men naar behoeven leidingen/kabels aanleggen naar stopcontacten en lichtpunten.
3 capaciteit installatie • •
Standaard is er per unit 1 x 25 ampère. De maximale capaciteit per aansluiting is 3 x 25 ampère (krachtstroom) Bij het afbouwplan altijd aangeven wat je wilt gaan aanleggen en hoeveel apparaten je wilt aansluiten.
19
e
e
Op die manier wordt voorkomen dat de installatie overbelast wordt. Heb je speciale energiewensen meldt dit dan vooraf dan kan er gekeken worden of dit past. Is je installatie gereed meld dit dan bij Beheer zodat, na controle van de installatie, er stroom op gezet kan worden.
op: onder de roostervloeren is ook een apart leidingnet aangebracht voor de noodverlichting in de hal. Uiteraard mag hier niets aan vastgemaakt cq gekoppeld worden!
Pas
20
~ ,
....--.----..--..··-·------·--l
Info verwarming Hierbij aanvullende informatie over de verwarming. Wat is een laagtemperatuur-systeem en hoe kun je het dan wam krijgen? Wat moet je (de huurders) zelf aanleggen en wat wordt door Kinetisch Noord aangelegd? 1 Het principe: 2 wat moet door de huurders zelf worden aangebracht?
1 het principe: •
Allereerst: zorg dat je bijna niet hoeft bij te verwarmen dus isoleer je buitenmuur! Je werkruimte staat in een loods dus er is geen wind die de wanden afkoelt. Door je wanden (en op de bovenverdieping ook je dak) te isoleren verlies je prakties geen warmte meer en hoef je nog maar weinig warmte toe te voegen.
Hoe verwarmen: •
•
• •
In de loods is een laag-temperatuur verwarmingssysteem aangelegd. Gezien de situatie in de loods was dit de meest effectieve (lees: rendabele cq voor de gebruiker goedkoopste) manier van verwarmen. Tevens is dit een milieuvriendelijke manier van energie opwekken. Water wordt dmv een warmtepomp en cv ketels centraal opgewarmd tot 40 graden (ipv de 90 graden bij een gewone cv-installatie). Door de lagere temperatuur is er minder opwekenergie nodig en is er ook minder warmteverlies bij transport door de leidingen. Om je ruimte te verwarmen laat je het water door een leiding lopen die warmte afgeeft of door objecten, bijv. een paneel, een meubel, een wand of een vloer die door het water wordt opgewarmd en daarna zelf warmte aan de ruimte gaat afgeven. Zie ook http://www.ndsmwerf.tk/ Je kunt gebruik maken van gewone radiatoren maar omdat de temperatuur van het water lager is dan een hoogtemperatuursysteem heb je meer oppervlak nodig. Effectiever is het om gebruik te maken van wand of vloerverwarming of van warme meubels.
Hoe moet/kun je niet verwarmen: • • A
Er is geen gas in de loods. Omdat iedereen dit zelf zou moeten aanleggen cq uitbreiden zou dit gevaarlijke situaties kunnen opleveren. Gebruik geen elektrische radiatoren. De elektrische installatie heeft hiervoor te weinig vermogen. Daarnaast is elektrisch verwarmen erg duur en milieuonvriendelijk. Geen open vuur, bijv. gaskachels op flessen, petroleumbronders ed. Behalve het gevaar voor brand wordt het ventilatiesysteem in de loods hiermee verstoord. Dit systeem is er op gebaseerd dat de lucht in de loods schoon is waardoor je er je ruimte mee kunt ventileren.
2 wat moet door de huurders zelf worden aangebracht? Onder de roostervloeren in de gangpaden op de le verdieping zitten aansluitunits verwarmingsleidingen.
Ze staan op de tekening van de verdieping aangegeven.
21
voor de
G
e
•
Op 1 unit kunnen 10 groepen worden aangesloten ( 1 groep is 1 toevoer- en 1 afvoerleiding). Er zitten dus 20 aansluitkranen. Er is bij de capaciteitsberekening uitgegaan van 1 groep per 40 m2 vloeroppervlak. Afhankelijk van je vloeroppervlak kun je dan uitrekenen van hoeveel groepen je gebruik kunt maken. 1 groep kan een vermogen leveren van zo'n 60 Kilowatt (een normale cv-ketel voor een woonhuis levert 20 KW dus warmte is er genoeg).
•
Er wordt per unit bijgehouden hoeveel warmte er wordt afgenomen dus als je meerdere groepen wilt aansluiten doe dit dan zo veel mogelijk op 1 unit.
•
Aan de kraan kun je een slang aansluiten van 20 mm met een wanddikte van 2mm (slang 202). Dit moet een zuurstofdichte slang zijn. De meeste slangen in de handel zijn zuurstofdicht. Het slanggedeelte buiten je unit moet je isoleren (bijv. met leidingisolatie, overal verkrijgbaar). Zowel de toevoer als de afvoerleiding. De doorvoer door de brandwerende blokwand afpurren met brandwerende PUR.
• •
•
Hoeveel verwarmingsoppervlak je moet aanleggen is afhankelijk van je warmtebehoefte. Wil je het overal op ieder moment 20 graden kunnen krijgen of is 15 graden voldoende op de werkplekken. Hoeveel apparatuur heb je staan. Vooral computers en lampen kunnen veel warmte geven.
•
Maak je gebruik van traditionele plaatradiatoren dan is het volgende rekensommetje misschien handig: 1 m2 radiator levert ongeveer 125 wat. Als het in de loods erg koud is kun je hiermee +/- 6 m2 van je ruimte op 20 graden brengen of 8 m2 op 15 graden. Neem je een dubbele (plaat-)radiator, dus met 2 platen achter elkaar dan is dit voldoende voor 12 m2.. Zitten er ook nog convectorplaatjes tussen de dubbele radiator dan is deze voldoende voor 18 m2. Wil je vloer- of wandverwarming dan kan de fabrikant je informeren over de benodigde hoeveelheid leidingen voor deze systemen (kijk op internet voor info over deze systemen). Er is een prijsvraag gehouden voor het ontwerpen van warme meubels. De ontwerpen variëren van het eenvoudig ophangen van veel m1 slang, los of rond een object of paneel gewikkeld tot echte meubels die met een waterstopkontakt kunnen worden aangesloten. In de info-unit vooraan in de loods zij de inzendingen opgehangen. Ook zijn er door tustudenten ontwerpen gemaakt. Zie http://www.ndsmwerf.tk/
• •
Hoe aansluiten? Net als bij een standaard cv-instal/alatie mag er geen lucht in de leidingen blijven zitten. Er moet ook geen lucht komen in het centrale verdeel systeem in de loods. Hier is voor gezorgd door het centrale systeem in de units onder de roostervloeren los te koppelen van de groepen naar de individuele ruimten. Gaat er in een ruimte wat mis dan heeft dit al/een gevolgen voor degenen die op die unit zijn aangesloten en niet voor de andere units in de loods. De werkvolgorde voor het vul/en van je eigen systeem is als volgt: • Je sluit eerst je hele installatie aan zodat deze waterdicht is en koppelt hem aan de 2 aansluitkranen in de unit.
22
t
; t t
•
Dan sluit je alle kranen van de unit waar jouw groep op zit (dus ook die van buren die op die unit zitten, wel even de buren waarschuwen).
•
Vervolgens sluit je de vulslang aan (verkrijgbaar/lenen bij beheer) en vult de installatie. Vergeet niet goed te controleren op lekkages. Alles ok dan kunnen alle aangesloten kranen in de unit weer open. De units zijn al voorzien van een pomp om het water rond te pompen. Regelen van de installatie doe je met kranen op je radiatoren en/of vloer- cq wandverwarmingsunits.
t
•
t t
•
• •
• • •
NDSMwerf
info Kunststad 03-05-2006
• • • •
t
• • • • • • t
•
t
• t
I
;
, , t
t
•
23