8 e j a a r g a n g # 4 2 0 12
IT & Technology
Jeroen van der Heijden & Fons Ariëns (Raet)
SaaS als bron van waarde CTO meets CTO: Technologie is niet altijd IT Tim Leonard (US Xpress)
‘Big data is brug naar de business’
Kees Jans
(Schiphol Group)
Geen innovatie zonder interactie
Master Class Cloud Computing “An exclusive 4 day master class for CIOʼs, CFOʼs, senior IT managers and business leaders who want to make a difference”
CIO
ACADEMY
8 Modules THE MASTER CLASS CLOUD COMPUTING WIL BE A PROGRAM OF 8 MODULES. 1 2 3 4 5 6 7 8
Earning money with change Cloud Computing or Outsourcing 3.0 Strategy - orchestrating the new paradigm Business risks: security in the cloud Cloud Computing in the making: an inside story Defining a roadmap for Cloud Adoption Dealing with Providers / Cloud Sourcing Strategies Governance and Wrap up
Profile Peter Hanselman
Master Class teachers/speakers BOB STEMMERIK is head of data centre architecture Europe North at Cisco. JOHN HERMANS is partner at KPMG Advisory and leading the cloud computing services at KPMG Netherlands.
This masterclass is chaired by Cloud Strategist Peter Hanselman. Peter has a strong corporate background and worked as CIO and Change Manager in retail, banking, finance and IT service companies. He is VP at EQMentor, mentoring people to make better decisions and more. As a member of the Speaking Academy Peter turns out to be very stimulating guest speaker as well.
Location Bossche Boardroom at Den Bosch www.bosscheboardroom.nl
LOKKE MOEREL is ICT lawyer at De Brauw. MARCO PLAS is chief security office Europe & Asia and chief architect risk & security at ING Insurance. ROB DE HAAS is an independent coach and former Group CIO of ABN Amro. TON VAN DIJK is CIO at Vopak, the world’s leading provider of conditioned storage facilities for bulk liquids. WOUTER SCHMITZ is head of architecture within the Dutch department of ABN Amro.
Special Dinner Guests FRANS VAN DER REEP is senior strategist at KPN Consulting and professor Digital World at the INholland University of Applied Sciences. GRIMBERT ROST VAN TONNINGEN is a publicist and strategic advisor.
Contact information ICT Media BV Magistratenlaan 184 5223MA Den Bosch Phone: 073-6140070 Fax:: 073-6129997
[email protected] www.ictmedia.nl www.bosscheboardroom.nl
=inhoudsopgave
Innovatie op basis van IT
14 64 72 120
KEES JANS, IT-VERANTWOORDELIJKE van Schiphol Group, werd een kleine zes jaar geleden uitgeroepen tot CIO of the Year. Hij dankte zijn uitverkiezing aan een sterke innovatiedrang, gekoppeld aan een solide en consistente operatie. Als CIO levert hij onverminderd een bijdrage aan de kwaliteit en klantwaardering.
Tim Leonard: informatiegerichte CTO
BIG DATA HELPT US XPRESS zes miljoen dollar per jaar te besparen. Maar liefst 900 data-elementen – waaronder mobiele, geografische, sensorische en sociale gegevens – worden voor iedere wagen van de ‘trucking company’ elke vijf minuten verzameld, opgeschoond in de cloud en naar de backoffice gezonden.
ITSM uit de cloud
DE OPMARS VAN SOFTWARE AS A SERVICE neemt een keur aan veelbelovende bedrijven met zich mee. Neem het Amerikaanse ServiceNow: aanbieder van IT-servicemanagement on-demand. Frank Slootman, groot geworden in de enterprisesoftware, staat er sinds ruim een jaar aan het roer.
Fons Ariëns en Jeroen van der Heijden
E-HRM-DIENSTVERLENER RAET had een vooruitziende blik toen men in 2005 besloot de HR-systemen als software as a service (SaaS) aan te bieden vanuit een private cloud. Daarmee is de webportal Raet Online toegankelijk voor iedereen die betrokken is bij het HR-proces. 4
8e jaargang #4 | 2012
Colofon hoofdRedactie: Hotze Zijlstra E-mail:
[email protected] Website: www.cioday.nl Eindredacteur: Yvette Polman
36 Verslag Jaarcongres 40 Connectivity 2020 Thema-artikel: 48 Contentdetectie Rondetafelbijeenkomsten 52 66, 67, 68 IT-functie 70 van trendhopper naar innovator Thema-artikel: 88 serious gaming Multifactorauthenticatie 96 in de cloud Investeren met 110 aankoopkeuring CTO meets CTO 114 Technologie is niet altijd IT Storage economics: inzicht in kosten infrastructuur
Columns 35Peter Hagedoorn 47Daan Quakernaat 68Bernhard van oranje 87Aloys krechting 107Roel Wolbrink 127Eric Vroon En verder... 7Redactioneel 8its & Bytes 10onze cio 50van de voorzitter 69opinie 78Gezien, geweest, gesproken 92Research 95opinie 100cio in de zorg 108out of office 113Valkenoog 118Heb je even? 128DigIT
MEDEWERKERS: Bas de Bruin, Arnoud van Gemeren, Marco Gianotten, Peter Hagedoorn, Gijs Hillenius, Maarten Kleyn, Willem Knoop, Aloys Kregting, Erik Lamers, Bram van Mechelen, Dennis Mensink, Teus Molenaar, Hyleco Nauta, Bernhard van Oranje, Paul Piebinga, Rube van Poelgeest, Guus Pijpers, Hessel Pijpker, Daan Quakernaat, Sytse van der Schaaf, René Steenvoorden, Jan Valcke, Jan Peter de Valk, Eric Vroon, Roel Wolbrink UITGEVER: Rob Beijleveld (
[email protected]) tel. 06-51531551 ICT Media BV Magistratenlaan 184 5223 MA ’s-Hertogenbosch T 073-6140070 F 073-6129997 Sales & Marketing Events: Bart de Vaan
[email protected] 073-6140070 Sales & Marketing Media: Jeffrey Ploeg
[email protected] 073-6140070/ 06-31744858 Traffic Advertenties: Jeffrey Ploeg
[email protected] (max 5mb) 073-6140070/ 06-31744858 ABONNEMENTEN: Een abonnement in Nederland kost 175 euro per jaar exclusief btw. Zie www.cioportal.nl Opgave en vragen over abonnementen: ICT Media BV Magistratenlaan 184 5223 MA ’s-Hertogenbosch Tel. 073-6140070 Fax. 073-6129997 Site: www.cioportal.nl/2050/Magazines voor abonneren of
[email protected] voor adreswijzigingen en opzeggingen. CIO Magazine is een vakblad Beëindigen abonnement: Als vakblad zijnde, hanteren wij de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan ervan uit dat het blad ontvangen wordt uit hoofde van beroep. Hierdoor wordt een abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk of via
[email protected]) dienen 30 dagen voor afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn. Prijswijzigingen voorbehouden. FOTOGRAFIE: Mark van den Brink, Dave Deen, Eric Fecken, Jeroen Oerlemans, Roelof Pot, Marcel Willems Illustraties: Walter van Kalsbeek Vormgeving: Mathieu Westerveld Drukker: PRinterface Aanlevering van artikelen Inzending van een artikel naar de redactie ter publicatie houdt in dat de auteur akkoord gaat met de volgende voorwaarden: - de auteur heeft het volledige auteursrecht op het werk; - het artikel is niet eerder, in welke taal dan ook, gepubliceerd; - met publicatie wordt geen geheimhoudingsplicht geschonden; - de auteur zal het artikel niet zonder schriftelijke toestemming van de uitgever elders publiceren. Artikelen herpubliceren? Zonder schriftelijke toestemming van de uitgever is het niet toegestaan om artikelen uit dit blad integraal over te nemen in eigen of andere media (zoals tijdschriften, websites en intranet). Nota bene: geen toestemming is nodig om van een artikel de titel en de inleiding over te nemen (circa 50 woorden) onder de strikte voorwaarde dat er tevens een goed zichtbare en werkende link of verwijzing wordt geplaatst naar de website van dit blad. ISSN 1570-5463
© ICT Media BV, ’s-Hertogenbosch 2012
5
Where ambitious projects meet driven specialists Brunel IT brengt uitdagende projecten en gedreven specialisten samen. Professionals die de klus ook echt komen klaren. Die alles al hebben gezien, meegemaakt en opgelost. En er persoonlijk voor zorgen dat ook uw project met succes wordt afgerond. Voor de deadline. Precies zoals u dat wilt. Daarom kunnen wij ook betere afspraken met onze opdrachtgevers maken. Bijvoorbeeld werken met een vaste prijs. Ook precies weten waar u aan toe bent? En profiteren van meer knowhow? Let’s meet op brunel.nl
Redactioneel
Business meets technology Consumerization, ‘bring your own’, cloud computing en door de business zelf ontwikkelde technologieën en oplossingen drukken de IT-functie binnen veel organisaties in de operationele en ondersteunende hoek. CIO’s en andere IT-verantwoordelijken trekken zich daarbij terug naar de veiliger beheer- en consolidatietaken. Discussies met de business over innovatie en het ondersteunen van het operationele model komen daardoor nauwelijks van de grond. Binnen de academische wereld, maar ook als het gaat om de onderzoeks- en ontwikkelingsfunctie van bedrijven die gebruikmaken van high-performance computing en dito netwerken, komt informatiegebaseerde R&D weer goeddeels op zichzelf te staan. Feitelijk ontworstelt men zich hiermee aan de invloed van de IT-functie. Dit is in lijn met een fenomeen dat hier en daar al langer te zien is: businessIT is steeds meer een businessfeestje en steeds minder IT.
Versterkt De businessfocus op de eindgebruiker en -klant versterkt deze beweging. Commerciële afdelingen willen namelijk boven op de consument en marktontwikkelingen zitten. Door marktgerichte IT-projecten zelf uit te voeren komt de business meer en meer in de leiding, al blijft er doorgaans sprake van een wisselwerking met de IT. Laatstgenoemde functie zou daarbij als organisatieonderdeel gericht moeten zijn op het realiseren van door de business gewenste oplossingen. Maar de kloof blijkt in de praktijk vaak groot.
Met het toegankelijker worden van technologie is dat overigens steeds minder een probleem. De business is immers in toenemende mate in staat om zelf business- en klantgerichte toepassingen te omarmen of te ontwikkelen. Met alle risico’s voor de IT-functie van dien. Dat is doodzonde. Innovatieve CIO’s die met succes de brug tussen de business en de informatietechnologie weten te slaan bevinden zich namelijk automatisch in de voorhoede van alle nieuwe trends en mogelijkheden. Zij creëren in feite de gedroomde IT-functie.
Transformeren IT zal dus moeten innoveren om te kunnen transformeren naar een informatie- en technologiegerichte businessenabler. Een welkome stap, omdat de business wel wat hulp kan gebruiken bij innovatieve inzet van IT. De CIO en zijn of haar mensen zijn als geen ander in staat om alle individuele ontwikkelingen in een breder architectuur-, sourcing- en transformatiekader te plaatsen. Consumerization, ‘bring your own’, cloud computing en door de business zelf ontwikkelde technologieën en oplossingen vormen dan niet langer een bedreiging, maar zijn fundamentele onderdelen van de samenhang geworden. Op 20 september organiseert ICT Media, de uitgever van dit blad een groot evenement rond dit thema: Jaarcongres Innovation & Transformation. Een dag vol business-ITkruisbestuiving, waarbij niet alleen wordt ingezoomd op de informatievoorziening maar ook op de onderliggende businessgerichte technologie. Net als in dit themanummer.
Hotze Zijlstra, Hoofdredacteur CIO Magazine
IT in the boardroom
7
Bits
& Bites
Van IT Executive www.it-executive.nl
Accenture opent kantoor op High Tech Campus SAP vecht toewijzing aan Het softwarebedrijf Be Informed uit Apeldoorn heeft de aanbesteding voor standaardsoftware bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gewonnen. SAP heeft met een kort geding deze toewijzing aangevochten binnen de officiële bezwaartermijn, aldus Computable. SAP stapt naar de voorzieningenrechter in Amsterdam, omdat het bedrijf vindt dat er procedurele fouten zijn gemaakt bij de toewijzing van de overheidsopdracht. Er zouden procedurele fouten gemaakt zijn in de beoordelingsfase, die de objectiviteit van de afweging zouden hebben geschaad. Wat precies de formele bezwaren zijn tegen de gang van zaken, is nog niet duidelijk. Be Informed geeft geen commentaar. Het UWV is al een aantal jaren bezig met het opschonen van het applicatielandschap. Met standaardcomponenten wil deze overheidsinstelling de applicatieomgeving flexibeler maken en de beheerskosten verlagen. De software van Be Informed maakt het mogelijk om zakelijke processen te ondersteunen via ‘business-rulesmanagement’. Het businessprocessplatform van Be Informed wordt al door andere overheidsinstanties ingezet om het verlenen en verstrekken van uitkeringen, vergunningen en subsidies uit te voeren.
0-en
Recordboete Microsoft iets omlaag Toenmalig Europees commissaris voor mededinging Neelie Kroes heeft Microsoft in 2008 terecht een boete opgelegd wegens misbruik van zijn dominante marktpositie. Dat heeft het Europese Hof bepaald. Kroes legde Microsoft de boete op omdat de softwaregigant ondanks herhaalde waarschuwingen de Europese concurrentieregels aan zijn laars bleef lappen. Het was destijds de hoogste straf die de Europese Commissie ooit voor zo'n vergrijp had opgelegd. Microsoft stapte vorig jaar naar het Europese Hof om de boete aan te vechten. Het Hof heeft de opgelegde boete wel enigszins omlaag geschroefd. In plaats van 899 miljoen moet Microsoft 860 miljoen euro betalen.
&1-en
Vanuit de nieuwe vestiging in Eindhoven verwacht Accenture bestaande klanten zoals Philips en ASML en andere klanten in de hightechsector beter te kunnen bedienen. Daarnaast wil het bedrijf met een technology lab innovatie handen en voeten geven. De High Tech Campus Eindhoven bevindt zich volgens Accenture in het centrum van de hightechsector in Nederland en is een hotspot voor open innovatie. Het open innovatiekarakter van de campus, de aanwezigheid van toonaangevende hightechbedrijven en de mogelijkheid om technische professionals en studenten aan te trekken, zijn de belangrijkste redenen om te kiezen voor het campusterrein van de Technische Universiteit Eindhoven. “Hightech is een internationale markt die volop in beweging is, maar die ook vele uitdagingen kent”, aldus Marc Gellé, lead van de Electronics, High Tech en Medical-groep van Accenture in Europa en Zuid-Amerika. “Innovatie en talent zijn twee kritische succesfactoren voor bedrijven om zich te differentiëren in deze complexe markt. Het is daarom voor Accenture essentieel om fysiek aanwezig te zijn op de verschillende hightechinnovatiehotspots in de wereld.” Accenture, dat ook kantoor houdt in Amsterdam, Almere en Den Bosch, wil de nieuwe vestiging in Brabant uit laten groeien tot een tweede Europees Accenture Technology lab, naast een soortgelijke vestiging in het Franse Sophia Antipolis vlak bij Nice. In eerste instantie zullen er vijftien plekken komen in het kantoor. De doelstelling is om dat uit te laten groeien naar veertig werkplekken over twee jaar. Accenture heeft ook technology labs in de Indiase stad Bangalore en de Amerikaanse steden Chicago en San José.
+++ Symantec en Red Hat maken een uitbreiding van hun samenwerking bekend; samen gaan ze oplossingen bieden waarmee klanten agile private en hybride clouds kunnen inzetten en veerkrachtige datacenters kunnen creëren. +++ IT-dienstverlener Dimension Data is door beveiligingsleverancier McAfee uitgeroepen tot EMEA Systems Integrator of the Year 2012. +++ RES Software, specialist in dynamische desktopoplossingen, kondigt aan dat RES Baseline Desktop Analyzer beschikbaar is in Windows Azure Marketplace. +++ De afdeling Opleiding en Registratie van de landelijke artsenfederatie KNMG gaat een samenwerking aan met CRM Partners en Everest voor een nieuw registratie- en accreditatiesysteem. +++ Content- en marketingtechnologiespecialist HintTech en Badgeville, marktleider op het gebied van gamification 8
8e jaargang #4 | 2012
Aansturing van IT kan veel beter
IBM: ‘Nieuw computertijdperk’ IBM kondigt een doorbraak aan naar een nieuw, eenvoudiger computertijdperk met de lancering van een nieuwe categorie systemen met ingebouwde expertise. Deze kennis is het resultaat van IBM’s decennialange ervaring met tienduizenden klanten in 170 landen. Voor de ontwikkeling van deze nieuwe systemen – PureSystems genoemd – investeerde IBM de afgelopen vier jaar twee miljard dollar in R&D en overnames. Het resultaat is een reeks enterprisesystemen die eenvoudig en snel te installeren en te gebruiken is. Waar de consumentenmarkt dankzij de smartphones al jarenlang gewend is aan het gemak en eenvoud van IT, vragen de huidige IT-systemen bij bedrijven veel tijd en middelen om de talrijke en disparate systemen te installeren en te onderhouden. PureSystems PureFlex integreert de server, storage en de netwerkvoorzieningen in één geautomatiseerde, veilige en eenvoudig te beheren machine. PureSystems PureApplication levert een voorgeprogrammeerde IT-omgeving, op basis van decennialange deskundige samenwerking met klanten en partners.
Doorbraak De PureSystems-technologie van IBM betekent volgens het technologiebedrijf een belangrijke doorbraak in de evolutie van IT. Met geïntegreerde systemen die op maat worden ontworpen voor specifieke economische sectoren en bedrijfsprocessen vermindert IBM drastisch de complexiteit bij het invoeren van informatietechnologie. PureSystems helpt bedrijven om tijd en geld vrij te maken voor innovatie en dringende taken die steeds meer organisaties noodgedwongen achterwege laten door de stijgende kosten en het gebrek aan personeel in de traditionele datacenters. IBM integreerde alle kritische onderdelen van het datacenter van vandaag: netwerktechnologie, opslag, rekenkracht en beheer. Hierdoor ontstaat een systeem dat zich veel intuïtiever laat installeren en dat veel voordeliger is om te onderhouden. De tijd die verloopt tussen het moment dat PureSystems uit de doos wordt gehaald en het moment dat het systeem functioneert, zou drie keer korter zijn dan bij de huidige systemen.
Fors besparen op Oracle- of SAP-support Behalve om hun brede pakket functionaliteiten staan de softwarestacks van Oracle en SAP ook bekend om hun gepeperde onderhoudscontracten. Er zijn alternatieven. Op de kosten voor support van een SAPinstallatie of Oracle-software valt heel wat te besparen als deze dienstverlening bij een derde partij gelegd wordt. Het voorbeeld van de van oorsprong Amerikaanse dienstverlener Rimini Street laat zien dat bedrijven voor heel wat minder hun SAP- of Oracle-bedrijfssoftware op een verantwoorde manier in de lucht kunnen houden. Besparingen van 50 procent op de officiële supportcontracten zijn heel goed mogelijk zegt Nigel Pullan van Rimini Street in de kantlijn van het CIO Forum van Forrester in Parijs. “Oracle en SAP nemen een marge van 90 procent op de supportcontracten die zij met hun afnemers afsluiten zonder echt waar voor hun geld te leveren”, stelt Pullan. “Sterker nog, ze jagen hun klanten op kosten door van tijd tot tijd de support op oudere versies te staken. Om het support niet kwijt te raken stappen bedrijven over, terwijl er sec gezien voor hen geen enkele toegevoegde waarde is voor deze opwaardering.” Rimini Street is zo’n drie jaar geleden begonnen met ondersteuning op bedrijfssoftware van Oracle en SAP, waar het op dit moment ongeveer zestig organisaties mee bedient die activiteiten hebben in meer dan zeventig landen. Sinds twee jaar is het bedrijf actief in Engeland. Naast het behalen van een aanzienlijke besparing op de supportkosten, krijgt elke klant een dedicated support engineer toegewezen die alle ins en outs weet van de klant. Er is rond de klok support met gegarandeerde responstijden van een half uur.
De invulling van rollen die cruciaal zijn voor een succesvolle IT-governance laat bij veel organisaties nog te wensen over. Het gaat vooral mis bij een goede afstemming tussen business en IT. Dat blijkt uit de ICT-besturingsscan van Berenschot. De scan is door zestig organisaties ingevuld. Een overgrote meerderheid van 90 procent blijkt te worstelen met het goed vormgeven van hun IT-governance. Van de zeven rollen waaraan invulling moet worden gegeven blijven met name rollen die voor afstemming zorgen tussen IT en business sterk achter. Beter scoren rollen die een duidelijk zwaartepunt hebben binnen de ITorganisatie of de business. Deze meer op uitvoering en business gerichte rollen, zoals strategie en besluitvorming, scoren bij de meeste organisaties net een voldoende. Maar juist de rollen waar business en IT echt samenkomen, waaronder demand, regie, en innovatie, blijven achter. De effectiviteit van IT wordt in sterke mate bepaald door een goede afstemming met de business. IT moet geen doel op zich zijn, maar een dienst die de business ondersteunt. “Logisch dus dat die business bepaalt wat er gebeurt en niet de IT”, stelt Linda van Rens, senior adviseur bij Berenschot. “Vrijwel alle organisaties zijn ervan doordrongen dat de business aan het stuur moet zitten. Het is daarom des te opmerkelijker dat wij in ons onderzoek zien dat een grote meerderheid van de organisaties er toch niet in slaagt om business en IT dichter bij elkaar en in dialoog te brengen.”
en social loyalty, hebben een strategisch samenwerkingsverband gesloten. +++ EMC, leverancier op het gebied van informatie-infrastructuuroplossingen, heeft Eelco Wanders aangesteld als Channel Manager voor de Nederlandse markt. +++ Ordina zet in op versterking van haar consultingactiviteiten in de overheidsmarkt met de benoeming van Siebren de Ringh tot Partner van de businessunit Consulting Public. +++ VNU Exhibitions Europe brengt Infosecurity.nl onder bij uitgeverij FenceWorks. +++ BT heeft zijn datacenter in Nieuwegein uitgebreid en vernieuwd; hiermee speelt BT in op de toegenomen vraag van klanten naar gehoste en beheerde IT-diensten, alsook applicaties die worden geleverd vanuit de cloud. +++ De Nederlandse luchtvaartmaatschappij Transavia.com gaat haar bedrijfsbrede personeelsadministratie
IT in the boardroom
9
Onze CIO Door Walter van Kalsbeek
Alan Turing Jaar 2012
Alan Turing (1912-1954)
0-en
Grondlegger en de kunstmaontwikkelde in de Turingmachine het moderne computer ’40 nauw betrokken van de eerste Daarbij Turingtest vraag of mensen denken. Tweede speelde belangrijke kraken van waarmee geheime versleutelwordt de meest van de
&1-en
van de informatica tige intelligentie. Hij jaren ’‘30 met de concept van de en was eind jaren bij de realisatie computers. stelde hij in de als eerste de machines als kunnen In de Wereldoorlog Turing een rol met het de Enigma-code de Duitsers hun boodschappen den. Alan Turing gezien als één van invloedrijke personen twintigste eeuw.
n Turing (zonder nAulanog met had je aam gewerkt) een telr
voeren met UNIT4 Emplaza. +++ UWV, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, heeft Oracle PeopleSoft Human Capital Management (HCM) geïmplementeerd met als doel de interne dienstverlening te optimaliseren. +++ Colt heeft aangekondigd dat zijn nieuwe netwerkroute van Dublin naar Londen volledig operationeel is. +++ Dankzij een samenwerking tussen Unisys, partner Textkernel en het Kadaster, zijn 16 miljoen aktes gedigitaliseerd, nagelezen en gecontroleerd op de aanwezigheid van erfdienstbaarheden in de aktes. +++ Het rappersduo The Opposites brengt deze zomer hun nieuwe single ‘Slapeloze Nachten’ uit met een spectaculaire videoclip in 3D. +++ Avaya kondigt een aantal nieuwe en verbeterde producten aan ter uitbreiding van de bestaande Customer Experience Interactie Management-portfolio. +++ TomTom 10
8e jaargang #4 | 2012
Bits
& Bites
Ambtenaren ondermijnen veiligheid
Van IT Executive www.it-executive.nl
T-Systems zet VMware cloud klaar IT-dienstverlener T-Systems gaat servercapaciteit op afroep beschikbaar stellen gebaseerd op Vmware-technologie. De dienstverlener verwacht dat de vraag naar overloopcapaciteit voor deze meest gebruikte servervirtualisatiesoftware gaat toenemen de komende tijd. Grote bedrijven en organisaties hebben inmiddels meer dan 50 procent van hun servers gevirtualiseerd. Hiermee realiseren zij voordelen op het gebied van efficiency en beheersbaarheid. IT-afdelingen maken hierbij in veel gevallen gebruik van VMware-technologie. Om optimaal te kunnen profiteren van het concept van ondemand computing hebben deze organisaties volgens T-Systems behoefte aan externe serviceproviders met een vergelijkbare virtualisatieomgeving die op ieder gewenst moment IT-capaciteit kunnen toevoegen. Om deze reden heeft T-Systems een VMware vCloud Datacenter Service in de lucht gebracht. T-Systems heeft het virtualisatieplatform van VMware geïmplementeerd in zijn eigen datacenters die door VMware gecertificeerd zijn. Klanten van T-Systems die in hun eigen datacenter VMware toepassen, kunnen nu binnen enkele minuten extra IT-capaciteit bijschakelen aldus de dienstverlener. “De samenwerking met VMware maakt het voor IT-afdelingen mogelijk om met slechts een druk op de knop gevirtualiseerde servers te verplaatsen van hun eigen datacenter naar een door T-Systems opgezette en beheerde cloudomgeving”, zegt Jerry Boezel, managing director van T-Systems Nederland en België. “Met VMware vCloud Datacenter Services zijn wij nu in staat om organisaties te helpen om gevirtualiseerde servers zeer eenvoudig te verplaatsen tussen hun eigen datacenter en de datacenters van T-Systems. Het is een logische stap in onze strategie op het gebied van cloud en dynamische pay-per-use, en een belangrijke uitbreiding van ons cloudportfolio.”
De directies van overheidsorganisaties geven te weinig aandacht aan digitale veiligheid. Die onverschilligheid geeft hackers alle ruimte, zo blijkt uit de ondergang van Diginotar.
Duurzamere Nederlandse IT levert miljarden op Als de Nederlandse IT zelf vermindering van het elektriciteitsverbruik op de agenda zet en IT ook optimaal wordt ingezet voor energiebesparing in andere sectoren, dan kan ons land 2,3 miljard euro besparen. Dat blijkt uit de Routekaart ICT 2030 die branchevereniging ICT~Office deze week aanbood aan het Ministerie van EL&I. De totale besparingen tot 2030 in de bebouwde omgeving door de inzet van IT zou een besparing van bijna 120 petajoule kunnen opleveren. De gemiddelde jaarlijkse besparing tot 2030 komt overeen met het elektriciteitsverbruik van de gemeenten Den Haag, Rijswijk en Voorburg samen. Naast de verduurzaming van andere sectoren is ook de potentiële energiebesparing van de ict-sector zelf in kaart gebracht. Deze mogelijke jaarlijkse energiebesparing is vergelijkbaar met het verbruik van een stad als Rijswijk. De Routekaart ICT 2030 is opgesteld door ICT~Office en mogelijk gemaakt door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). In het rapport is de mogelijke energiebesparing met behulp van IT in zowel de IT-sector zelf als andere sectoren in kaart gebracht. Uit de Routekaart blijkt dat de sector de al geïnstalleerde capaciteit beter kan benutten door gebruik te maken van technieken als virtualisatie, cloud computing, datadeduplicatie en thin provisioning. In datacenters wordt gezocht naar maatregelen om het energiemanagement verder te verbeteren. De ontwikkeling van efficiëntere hardware, ITcomponenten en netwerken maken IT-toepassingen energie-efficiënter. Ook energiezuinige software zal bijdragen aan energie-efficiëntie.
Bestuurders hebben een veel te grote afstand tot de problemen die samenhangen met digitale veiligheid. De beveiliging is daardoor bij overheidssystemen niet in alle gevallen op orde. Dat is een van de belangrijkste conclusies in het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar het DigiNotarincident. Veilig elektronisch gegevensverkeer is een basisvoorwaarde voor het functioneren en de continuïteit van veel overheidsorganisaties. Daarmee is het een rechtstreekse verantwoordelijkheid van het bestuur. De bestuurders zijn vaak niet in staat die goed in te vullen, waardoor het onderwerp aan de bestuurstafel onbesproken blijft en het bestuur te weinig sturing geeft. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft zich gericht op de vraag hoe overheidsorganisaties digitale veiligheid bestuurlijkorganisatorisch waarborgen. Hiertoe is onder meer het handelen onderzocht van de betrokken partijen naar aanleiding van de inbraak bij DigiNotar. Het onderzoek heeft zich niet gericht op de technische specificaties van de veiligheid bij DigiNotar en ook de inbraak zelf blijft buiten beschouwing. De inbraak bij DigiNotar kon zulke verstrekkende gevolgen hebben omdat overheidsorganisaties niet hadden geanticipeerd op de mogelijkheid dat een certificaatdienstverlener onbetrouwbaar zou worden. Meer in het algemeen concludeert de Onderzoeksraad dat PKIoverheid-certificaten, die bestemd zijn voor overheidsorganisaties, door de manier waarop ze nu gebruikt worden te weinig toegevoegde waarde hebben ten opzichte van andere certificaten.
biedt via de TomTom Map Share-community dagelijkse kaartwijzigingen voor al zijn zestig miljoen draagbare navigatiesystemen. +++ Minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft eind juni de nieuwste versie van DigiD in gebruik genomen. +++ Rackspace Hosting heeft de Microsoft Hosting Partner of the Year Award 2012 gewonnen. +++ Oracle-president Mark Hurd heeft onlangs in New York de Oracle Customer Experience geïntroduceerd, Oracles vernieuwde klantervaringsstrategie. +++ IT-performanceleverancier Riverbed heeft zijn software en virtuele application delivery controller (ADC) van het Stingray-assortiment verbeterd. +++ Cisco en Citrix introduceren de Cisco en Citrix Partner Accelerator; dit nieuwe wereldwijde initiatief laat de channelverkoop en de leveringsmodellen binnen beide organisaties op elkaar
IT in the boardroom
11
Bits
& Bites
Perfecte informatie?
Van IT Executive www.it-executive.nl
Door Guus Pijpers
Mis- en desinformatie
Nieuwe graadmeter klanttevredenheid IT Wat de netpromoterscore is voor klanttevredenheid moet de IT-Happiness Index van Yorizon voor IT-gebruikers worden. De specialist in IT Customer Feedback zegt met de IT-Happiness Index te komen om een eenvoudige en doeltreffende methode te hebben om de interne IT-beleving volgens eindgebruikers te toetsen.
neutraal. De optelsom ‘heel blij’ en ‘blij’ vormt de IT-Happiness Index-score. Bij de NPS wordt gemeten met een 11-puntschaal. Van de twee meest positieve antwoordcategorieën worden de zeven meest negatieve antwoordcategorieën in mindering gebracht (twee antwoordcategorieën worden buiten beschouwing gelaten).
Volgens Yorizon is de tevredenheid onder IT-gebruikers een moeilijk te meten en dus te vangen graadmeter die heel veel IT-managers juist wel in handen zouden willen hebben. Met de IT-Happiness Index wil Yorizon de netpromoterscore (NPS-) methodiek toepassen op interne IT-afdelingen. “De NPS is geboren als meetinstrument voor externe klantloyaliteit”, licht Wouter van den Bosch, directeur en medeoprichter van Yorizon, toe. “Zo langzamerhand heeft de NPS ook bij interne organisaties voet aan de grond gekregen voornamelijk door gebrek aan een goed alternatief. Waar het bij NPS met name om het toekomstige gedrag in de vorm van positieve of negatieve aanbevelingen gaat, richt de IT-Happiness Index zich juist op de huidige beleving.” Volgens Van den Bosch is NPS niet geschikt voor het meten van interne klanttevredenheid omdat er geen andere keus in IT-leverancier is. Dat maakt de NPS voor het meten van interne beleving lastig in te zetten. De IT-Happiness Index zou dit omzeilen door antwoord te geven op één overall vraag: hoe blij ben jij met jouw IT-afdeling? De mate van happiness wordt bij de IT-Happiness Index gemeten op een 6-puntschaal: van heel blij tot en met helemaal niet blij. Er bestaat geen midden/
Enthousiasme
0-en
Klanten van Yorizon kunnen via een online dashboard de resultaten van het onderzoek realtime inzien en deze vergelijken met de gemiddelde IT-Happiness Index (benchmark), de best en de slechtst scorenden in overeenkomstige groepen. “Uit ervaring weten we dat steeds meer organisaties op zoek zijn naar een eenvoudig mechanisme om de interne IT-beleving te toetsen”, vervolgt Van den Bosch. “In de onderzoekswereld moet je blijven innoveren en meedenken met de klant. De IT-Happiness Index is daar een mooi voorbeeld van. Net zoals de NPS een indicator is voor de mate van aanbeveling is de IT-Happiness Index dat voor het enthousiasme dat een IT-gebruiker heeft voor de IT-diensten. Hoewel de methoden heel verschillend zijn in hun toepassing, hebben ze één ding gemeen: ze maken gebruik van de kracht van enthousiasme. Het wordt tijd dat organisaties zich niet meer alleen richten op klagende en ontevreden medewerkers, maar zich veel meer gaan richten op de medewerkers die wel blij zijn met IT: de Happy Bunch. IT-organisaties die deze evolutie doormaken, zullen met minder budget en met veel meer positieve energie de IT-organisatie verder ontwikkelen.”
&1-en
Je hebt ze op vliegvelden, stations en nog veel meer plaatsen: informatiestands, bemand door deskundig personeel dat antwoorden geeft op je vragen. Die antwoorden moeten natuurlijk waar zijn, anders heb je er niets aan; dan is het misinformatie. Als het antwoord met opzet verkeerd is gegeven, dan spreek je van desinformatie. Het grote probleem met informatie, mis- en desinformatie is de waarheid. Want wat de waarheid is, is immers niet altijd gemakkelijk te beoordelen.
Negatieve informatie
Mensen hebben een voorkeur voor negatieve informatie. Vergelijk de twee uitspraken ‘Grote kans op faillissement’ en ‘Doorstart nog niet uitgesloten’. De eerste uitspraak krijgt meer aandacht van ons. Dat komt vooral door onze hersenen. Die zijn veel meer ingesteld op negatieve informatie en kunnen die dus sneller en beter verwerken. Eén slechte ervaring is genoeg reden om nooit meer in een achtbaan te kruipen, die persoon nooit meer te zien of geen zaken meer te doen met dat bedrijf. Het blijkt zelfs dat we vijf positieve ervaringen nodig hebben om één negatieve ervaring te compenseren. Een pluspunt is dat naarmate we ouder worden, we beter om kunnen gaan met negatieve informatie en onze reacties en emoties daarbij beter kunnen onderdrukken.
Moordinformatie
Wat veel mensen niet weten, is dat de politie en het Openbaar Ministerie in een aantal gevallen analyses van iemands schrijfstijl maken. Dat kan van elk medium zijn, omdat het gaat om de inhoud. Woordkeus, volgorde van woorden en tekens, gebruikte afkortingen: het vakgebied forensische linguïstiek kan veel bewijs halen uit allerlei soorten informatie.
Anti-informatie
Als je een roman leest of een detective op tv volgt, wordt er een heleboel anti-informatie gegeven. Ergens in dat boek of die uitzending komt de echt belangrijke informatie aan de orde. Het is aan de lezer of kijker om dat eruit te filteren. Natuurlijk heeft de rest van de informatie ook een functie. Het is ontspannend, wordt gebruikt om de situatie te schetsen of om andere inzichten te geven. Maar dat is juist het mooie aan informatie en anti-informatie in een spannend boek of bloedstollende thriller. Iedereen bepaalt zelf in welke categorie welke informatie hoort. GUUS PIJPERS geeft adviezen over de inzet en het gebruik van informatie (
[email protected]).
aansluiten, door middel van één framework. +++ Content- en marketingtechnologiespecialist HintTech is doorgedrongen tot de nationale finale van de European Business Awards 2012/2013 voor innovatieve en ondernemende bedrijven in Europa. +++ Bitbrains IT Services in Amstelveen heeft Floris Sluiter benoemd tot Product Manager. +++ F5 Networks, aanbieder van application delivery networking, introduceert een cloudgebaseerde service die IT-infrastructuren beschermt tegen aanvallen van verdachte IP-adressen. +++ Salesforce.com en Twitter maken een strategische, wereldwijde alliantie bekend waardoor Twitters Firehose van publieke tweets beschikbaar wordt voor klanten van Salesforce Radian6. +++ NorthgateArinso maakt een wereldwijd strategisch partnerschap bekend met SuccessFactors, onderdeel van SAP. +++ 12
8e jaargang #4 | 2012
14
8e jaargang #4 | 2012
KEES JANS, CIO SCHIPHOL GROUP
Geen innovatie zonder interactie Een kleine zes jaar geleden werd Kees Jans, IT-baas van Schiphol Group, uitgeroepen tot CIO of the Year. Hij dankte zijn uitverkiezing aan een sterke innovatiedrang, gekoppeld aan een solide en consistente operatie. De door hem geleide ictafdeling levert onverminderd een cruciale bijdrage aan de hoge kwaliteit en klantwaardering van het luchthavenbedrijf. Een intensieve wisselwerking met andere belanghebbenden binnen en buiten Schiphol is volgens Jans fundamenteel: “Bij alles wat we doen, redeneren we vanuit de bedrijfsprocessen.” Door Hotze Zijlstra Fotografie Mark van den Brink
IT in the boardroom
15
I
nnovatie met behulp van ict is voor de luchtvaart niet alleen noodzakelijk – denk aan het verstrekken van toegang op basis van biometrische gegevens ten behoeve van de veiligheid of het versnellen van passagiersprocessen op basis van bijvoorbeeld bluetooth-technologie – maar ook een manier om de klantwaardering te vergroten. “Schiphol is bij uitstek een plek waar je veel kunt bereiken met een moderne manier van informatie-uitwisseling”, aldus CIO Kees Jans. “Wij zoeken de oplossing onder meer in de vorm van herbruikbare informatieservices. In- en externe partijen kunnen de informatie die ze nodig hebben op een gestandaardiseerde en veilige wijze verkrijgen, zonder dat ze een eigen interface hoeven te bouwen. Op zo’n centrale informatiecatalogus zetten we stevig in. Het initiatief komt voort vanuit onze facilitaire rol: een infrastructuur neerleggen waarbij de juiste informatie de processen ondersteunt en de kosten voor de interne businesses en de sectorpartijen zo laag mogelijk blijven.” Is de innovatieagenda hier veranderd over de jaren heen? “Het was altijd een van de belangrijkste thema’s en we zijn nog steeds een zeer innovatief bedrijf. Toch hebben ook wij te maken met een duidelijke verschuiving naar kostendruk. Het positieve neveneffect is dat het verandering aanjaagt: een voortdurende zoektocht naar zaken waarbij je met behulp van ict procesverbeteringen kunt realiseren. Het is wel handig als je vanuit dat perspectief weet hoe alles op de luchthaven reilt en zeilt.”
Wordt ict dan toch meer gezien als kostenpost in plaats van een bron van waarde? “Beslist niet. We geven er net als de meeste luchthavens nog steeds elk jaar meer geld aan uit. Maar in een tijd van kostenreducties moet degene bij wie de kosten stijgen het beste uitleggen waar binnen het proces of de business de meerwaarde zit. Dat moet je – wederom in samenspraak met de business – doen op een manier die iedereen snapt. Het lastige is dat er niet altijd sprake is van een puur financiële businesscase. Kwaliteitsverbetering en risicobeperking zijn eveneens belangrijk.”
Vernieuwing en verbeteringen kunnen tevens voor kostenbesparingen zorgen
Lijkt me voor iemand zoals jij niet gemakkelijk om jezelf beperkingen op te leggen: alleen innoveren als de kosten omlaaggaan. “Dat valt wel mee. Ik vind het logisch om in deze tijd voor de projecten te kiezen die uiteindelijk de meeste kostenbesparing, opbrengsten of efficiency opleveren. Het raakt wel een fundamentele discussie, ook op Schiphol. Als je puur stuurt op ict-kosten, loop je misschien grote kansen aan de businesskant mis.”
Staat het niet haaks op het idee van Schiphol als ‘Europe’s preferred airport’, een organisatie die alles doet in het belang van de reiziger en klant? “Nee hoor. Vernieuwing en verbeteringen kunnen tevens voor besparingen zorgen. Alles rondom selfservice is bijvoorbeeld vernieuwend en levert voor iedereen direct voordelen op, ook voor de reiziger die veel meer controle krijgt over het eigen reisproces en door selfservice check-in en bagagedrop-off niet meer in de rij hoeft te staan. Dat is een voorbeeld van een enorme innovatie waarmee je een hogere mate van efficiëntie bereikt.”
16
Laat ik het anders vragen: wat kon er vijf jaar geleden nog wel en nu niet meer? “Het idee om de diverse meldkamers fysiek en systeemtechnisch te centraliseren was ook vanuit de ict geredeneerd een goed idee, en op de langere termijn ook beter voor het bedrijf. Op de kortere termijn leverde het vanwege de benodigde investeringen echter geen geld op. Daarom hebben we er in samenspraak met de business en ict vooralsnog voor gekozen om de centralisatie virtueel te doen. Op het moment dat er wel weer geïnvesteerd kan worden, kan de fysieke meldkamer daarmee toch relatief snel een feit zijn. Bovendien kunnen we nu rechtvaardigen dat eventuele noodzakelijke systeemvervangingen in de ene meldkamer moeten passen binnen het beoogde eindplaatje. Maar ik geef toe: liever hadden we in het hoogste tempo doorgegaan.”
8e jaargang #4 | 2012
Gewenste rol
Met een dienstverband van meer dan twintig jaar en het sinds 1 januari 2004 invullen van de CIO-rol binnen Schiphol Group stijgt Kees Jans boven de gemiddelde verblijftijd van CIO’s uit. “Het is in die situatie nog meer van belang dat je met elkaar in gesprek blijft over de vraag of je de door de organisatie gewenste rol blijft invullen en de verwachtingen waarmaakt”, zegt hij. “Ook al veranderen de eisen. Als dat zo is dan is het logisch dat je in een complexe omgeving langer op je plek blijft zitten. Het kan natuurlijk ook zijn dat het werk of de omgeving je gewoon gaat vervelen. Die kans is op Schiphol echter niet zo groot.” Is de invulling van jouw rol als CIO sterk veranderd? “Door de jaren heen wel natuurlijk. De beweging is al lang geleden ingezet; we hebben binnen Schiphol alle niet-coreinformatietechnologie uitbesteed. Voorheen beheerden we vanuit onze eigen organisatie nog diverse ondersteunende systemen. Inmiddels is vrijwel elke ict-medewerker gefocust op de kernprocessen van het bedrijf. In deze beweging, die als doel had meer te doen met minder mensen, zijn we dus duidelijk meegegaan. Een zeer gedegen kennis van de processen en het bedrijf heeft overigens wel geholpen bij
deze verandering. Een luchthaven is namelijk toch iets anders dan bijvoorbeeld een financiële instelling, waarvoor veel meer leveranciers een passend product- en dienstenaanbod hebben.” Is dat jouw belangrijkste succesfactor: kennis van zaken? “Misschien wel, maar altijd geredeneerd vanuit de uitdagingen en wensen binnen de business. En dat vervolgens vertaald naar technologiegebaseerde oplossingen. Bij alles wat we hier doen redeneren we vanuit de bedrijfsprocessen. Intern, maar ook binnen de nationale en internationale gremia, waarin ik bijvoorbeeld als bestuurslid zitting heb, gaat het steevast over luchthavenprocessen en nooit over bijvoorbeeld een ERP-systeem. Het mooie is dat je de elders opgedane kennis en inzichten vervolgens weer meeneemt naar je eigen organisatie.” Je staat open voor interne en externe samenwerking en je combineert vernieuwingsdrang met een gedegen kennis van ict en bedrijfsprocessen. Is de alignment met de business hierdoor minder een issue? “Communicatie is eveneens een belangrijk aspect, zowel met externe belanghebbenden als intern. Er is tussen mijn afdeling en de diverse businesses hier dan ook nauwelijks afstand. We respecteren elkaar en er is een sterke vertrouwensband, waarbij we elkaars belangen begrijpen. Dat betekent ook dat je de ene business of functie misschien net iets meer moet begeleiden dan de ander. Zo’n intensieve wisselwerking opbouwen kost trouwens wel tijd. Een belangrijke valkuil is dat je alleen praat met de business als er iets misgaat.” Andere bedrijven leggen een governancestructuur aan, scheiden bijvoorbeeld vraag en aanbod, en klaar. “Zo’n structuur is prima in de zin dat het een stramien is voor de manier waarop er wordt samengewerkt. Je moet er alleen niet op gaan leunen, maar het beschouwen als een soort vangnet wanneer het even ‘vergeten’ wordt, of wanneer mensen of functies denken dat ze zich er niet aan te hoeven houden. Ook qua governance is er binnen Schiphol wel het nodige veranderd. Voorheen bestond er nog een scheiding tussen beleid en uitvoering en tegenwoordig ligt dat in één hand. Ook dat is een kwestie van vertrouwen.”
Alignment Zeker als het gaat om innovatie is een goede relatie met de business heel belangrijk. De taak van Schiphol ICT bij innovatie is initiëren, maar zeker ook faciliteren. Alleen initiëren, daar word je volgens Jans niet vrolijk van. “Wanneer alles alleen vanuit de IT-afdeling moet komen, weet je bijna zeker dat het niet gaat lukken. Gelukkig heeft op Schiphol de business erg veel goeie ideeën en die moet je ook mogelijk maken, zorgen dat je er de juiste middelen voor klaar hebt staan. Het kan in mijn ogen niet zo zijn dat je ‘goed idee, maar met onze infrastructuur lukt dat helaas niet’ tegen de business moet zeggen.” Wat zou er volgens jou nog beter kunnen aan de structuur? “Een nog sneller besluitvormingsproces als het gaat om de
afweging of projecten binnen de Schiphol-omgeving en qua tijdgeest kansrijk zijn of niet. Dit zouden we aan de voorkant beter moeten kunnen filteren, ongeacht of de ideeën vanuit de ict-functie of de business komen. Ik besef aan de andere kant dat dit ten dele het gevolg is van onze sterke innovatiedrang. Als je de neiging hebt om veel te proberen, zal er vanzelfsprekend ook meer mislukken of krijg je langere doorlooptijden. We boeken op dit punt trouwens wel degelijk vooruitgang.” Bij veel bedrijven doet de business in toenemende mate zijn eigen ding, met alle gevolgen voor de wendbaarheid van IT op de lange termijn van dien. “Dat is juist de reden om alles in nauwe samenwerking met de business te doen. We hebben de informatiemanagers gecentraliseerd om de kwaliteit te waarborgen. Daarna hebben we ze nadrukkelijk qua tijd en werkplek midden in de business geplaatst. Vanuit hun rol halen en brengen ze, en ze leren van elkaar. IT-architectuur is een ander mooi voorbeeld om de wendbaarheid te waarborgen. De drive om aan architectuur te doen is omdat het een voorwaarde is om te kunnen vernieuwen. Daarom koppelen we geen zaken waar ze niet gekoppeld hoeven te zijn, of we doen het op zo’n manier dat we de betreffende componenten weer gemakkelijk kunnen vervangen. De business snapt drommels goed waarom we dat zo doen, omdat het kan voorkomen dat we ergens vastlopen. Ook dit raakt de kern van mijn functie; ik geef niet in praktische zin handen en voeten aan die architectuur, maar ik kan businessmensen wel uitleggen waarom het noodzakelijk is.”
Buitenwereld Jans is sterk actief binnen de Airports Council International (ACI), een internationaal samenwerkingsverband van luchthavens. Dat heeft volgens hem als voordeel dat hij hoort wat er speelt in de wereld. Daarnaast levert het inspiratie op, al brengt hij zelf ook zaken in. “Een voorbeeld is onze bijdrage aan het collaborative decision makinginitiatief, waarbij je door het eenduidig definiëren en delen van informatie als procespartijen allemaal de beschikking over dezelfde waarheid hebt. Wanneer je daar als sector voor zorgt, hoeft niet langer elke betrokkene het voor zich te doen (zie ook het artikel direct na dit interview, red.). Daarnaast hebben we formele samenwerkingsverbanden met de luchthavens van Parijs en het Koreaanse Incheon, waarbij we voortdurend onderzoeken welke zaken we in het kader van de efficiëntie samen zouden kunnen doen en waarmee we dan ook gezamenlijk optrekken. Ook met onze deelnemingen in New York (JFK) en Brisbane wisselen we ervaringen uit. Bovendien hebben we door te werken binnen grotere verbanden meer invloed.” Zijn er ook zaken in de buitenwereld die je dwingen tot verandering? “Zeker, denk aan de mobiele push. Informatie moet niet langer alleen op de schermen staan, maar tevens beschikbaar zijn op de mobiele telefoon en andere apparaten. Het is een beweging die, net als de behoefte aan selfserviceconcepten,
IT in the boardroom
17
18
8e jaargang #4 | 2012
echt door de eindgebruiker gedreven wordt. Op deze gebieden is de samenwerking met de business erg belangrijk; met elkaar goed kijken naar alle ontwikkelingen. Bijvoorbeeld het op basis van bluetooth-technologie meten van de verblijfsduur van mensen binnen een bepaald gebied, om op basis van die informatie de doorlooptijden te kunnen verkorten. Dat is getriggerd door wat er internationaal gebeurt: luchthavens doen een pilot, wij kijken mee, betrekken de business erbij, gaan het ook testen, enzovoorts. Het is dan al lang niet meer relevant wie er begonnen is, of dat er sprake was van een push of een pull.”
use en selfservice. Zoals ik zei: er zit nog steeds behoorlijk wat snijverlies in de operatie en in de informatievoorziening. Ik denk overigens dat de business in toenemende mate zelf het initiatief zal nemen tot verbetering, omdat de jongere generatie steeds beter snapt wat ze allemaal met informatie kunnen doen. In die zin zal de CIO-rol op termijn zeker veranderen, onze invloed zal in de toekomst meer ‘over de processen heen’ liggen.”
Het heeft niet zo veel zin om onze oude invloed te beschermen en onszelf te beperken
Je praat veel in termen van kansen, welke bedreigingen zie je? “Op het gebied van informatiebeveiliging komt er veel op ons af: virussen, kwaadwillenden die op afstand de besturing van systemen en processen willen overnemen. Ondanks dat de markt voor goede virusscanners en andere oplossingen zorgt, en we vanuit ict hier veel aandacht aan besteden door het op peil houden van onze software en processen is dat alleen niet meer voldoende. We zijn meer en meer afhankelijk van het bewustzijn van onze medewerkers en gebruikers. Hoewel we daar veel aan doen blijft het toch spannend. Ook al omdat ict een omgeving is waar je binnen de luchtvaartsector sterk van afhankelijk bent.”
Over de CIO-rol gesproken: hoe vind je dat de Nederlandse CIO het in zijn algemeenheid doet? “Je hoort vaak dat CIO’s meer moeten opschuiven richting de business. Dat is op zich goed en het kan op heel veel plaatsen inderdaad beter. Tegelijk denk ik dat de business op langere termijn meer zelf in staat is om dingen met informatie te doen en dat deze informatie op steeds eenvoudigere wijze ter beschikking komt. Ik vraag me daarom af of we de CIO-rol op termijn niet anders moeten invullen. Het heeft in mijn ogen niet zo veel zin om onze oude invloed te beschermen en onszelf ongewild te beperken tot de informatie binnen onze eigen invloedsfeer. Misschien schuiven wij als CIO wel door naar een rol op sectorniveau, omdat daar op termijn de grootste synergievoordelen zijn te behalen.”
Ook al ben je binnen Schiphol niet hoofdelijk verantwoordelijk voor veiligheid en beveiliging. “Dat klopt, want dat is Ron Louwerse, directeur Safety, Security & Environment. Maar op het gebied van informatiebeveiliging moet hij qua IT-component wel op mij kunnen vertrouwen.”
Doelstellingen Een van de uitgangspunten van de luchthaven is de infrastructuur zoveel mogelijk common use maken. De optimale situatie qua logistiek is dat de infrastructuur zo is ingericht dat reizigers, ongeacht bij welke maatschappij ze hebben geboekt, gebruik kunnen maken van de algemene faciliteiten voor check-in en bagagedrop-off. “Dat betekent minder ‘snijverlies‘ en daardoor een hogere verwerkingscapaciteit. Het argument van Schiphol voor een generieke omgeving zijn het gemak voor de passagier en de kosten. Voor de luchtvaartmaatschappij is het de balans tussen een eigen, dedicated omgeving inclusief branding of een lagere prijs. Voor buitenlandse airlines is de keuze voor common use wat vanzelfsprekender, omdat Schiphol niet hun thuisbasis is.” Wat zijn je doelstellingen voor de langere termijn? “Voor de langere termijn blijven we werken aan de efficiëntie. Bijvoorbeeld het nog verder doorvoeren van common
IT in the boardroom
19
Het gaat erom dat we dezelfde doelstellingen hebben en vanuit dat uitgangspunt samenwerken
20
8e jaargang #4 | 2012
Birgit Otto (Airport Operations)
‘Alles onder controle’ Als verantwoordelijke voor operationele processen op de luchthaven is Birgit Otto een groot afnemer van interne IT-diensten. Het belangrijkste is voor haar dat alles het doet: alle gevraagde informatie moet geleverd worden en de apparaten binnen het proces moeten werken. “Maar ik lig daar niet wakker van, omdat ik weet dat het goed geregeld is.” Als het gaat om businessinnovatie zoekt ze duidelijk de wisselwerking met Schiphol ICT. “Op ict-gebied hebben we nog wel wensen. Bijvoorbeeld de creatie van een compleet record voor elke passagier, waarbij alle doorlopen stappen in het proces kunnen worden afgevinkt: parkeren, inchecken, door de security en uiteindelijk instappen. Samen met Schiphol ICT wordt aan zo’n systeem gewerkt. We hebben daartoe regelmatig contact. Soms gestructureerd tijdens vergaderingen of projectbesprekingen, maar soms ook incidenteel.” “Momenteel zijn we bezig met het opzetten van een virtuele airport control room. We wilden die meldkamer aanvankelijk fysiek realiseren, maar hebben nu gekozen voor een virtuele variant. Daarbij komen allerlei decentrale regiecentra voor bagage, vliegtuigen en passagiers samen binnen een centrale omgeving, met gekoppelde systemen die één blik op de waarheid geven. Mochten we later toch een fysieke ruimte willen, dan hoeven we feitelijk alleen nog maar een gebouw neer te zetten. Dat is een project waarbij zowel gedrag, faciliteiten als de bits & bytes komen kijken. Dat laatste ligt voor een groot deel op het terrein van Schiphol ICT. Wij hebben daarvoor
een business-informationmanager, die een informatieplan schrijft vanuit de input die operations levert. Vervolgens wordt dit informatieplan breder getrokken, want er zijn natuurlijk meerdere belanghebbenden. Security bijvoorbeeld.”
Passagiersproces “Een ander project is de redesign van het passagiersproces, waarvoor ik samen met Kees in de projectboard zit. Passagiers willen namelijk meer in control zijn en zich sneller door het proces bewegen. Dat betekent dus selfservice-inchecken, bagage afgeven, vervolgens door de paspoortcontrole. Daarna kunnen mensen door middel van speciale apparaten zelf boarden en transfereren. Dit doen we gezamenlijk met de luchtvaartmaatschappijen en marechaussee, die hun systemen hieraan moeten aanpassen.” “Ict-gebaseerde vernieuwing is hier altijd een kwestie van interactie. De keuze om een project te starten is dus zowel aan de business als aan ict. Een voorbeeld is het scheppen van eenheid in de twaalf op Schiphol gebruikte camerasystemen, die ook allemaal andere eigenaren en opslagmechanismen hadden. Schiphol ICT zag het probleem en heeft ons vervolgens bij de oplossing betrokken. Een ander voorbeeld is het meten en rapporteren van wacht- doorlooptijden bij de securityfilters, zodat we daar qua bemensing beter op kunnen sturen. Ook de door de ict-afdeling geïnitieerde innovatiesessies, die gericht waren op enkele specifieke ontwikkelingen, waren erg goed. Aan de andere kant verwachten we een kritische houding van de ict-afdeling. Soms hebben wij als business een project met voor ons een heldere scope en resultaat. Mocht dat volgens Schiphol ICT niet zo zijn, dan helpt het dus wanneer ze ‘nee’ zeggen totdat de scope hel-
der is. Waar het om gaat, is dat we dezelfde doelstellingen hebben en vanuit dat uitgangspunt samenwerken.”
Afspraken “Over de betrouwbaarheid en beschikbaarheid en ondersteuning bij problemen zijn met Schiphol ICT als facilitator en eventuele andere belanghebbenden zoals eigenaren of leveranciers afspraken gemaakt. De apparaten voor selfservice check-in zijn bijvoorbeeld van de luchtvaartmaatschappijen, terwijl de selfservice bagagedrop-off weer van onszelf is. Dat heeft gevolgen voor het beheer en de plaats in het grotere geheel en moet vanuit ict-perspectief allemaal aansluiten op de architectuur. Hoe ze het regelen is uiteraard hun expertise, belangrijk is dat alles het doet.” “Soms is er ook wel degelijk een discussie over de kosten van een project of oplossing. Dan vragen we bijvoorbeeld of het gezien de businesscase misschien ook anders of goedkoper kan. Vervolgens bekijken we in hoeverre we het plan kunnen aanpassen of andere methodes kunnen kiezen, zodat het wel een acceptabele businesscase oplevert. Wanneer de beoogde ict-dienstverlening ook andere bedrijfsonderdelen raakt, kan deze bijvoorbeeld generiek worden geleverd, waarbij de kosten vervolgens over diverse businesses worden verdeeld. Over de uurprijs hebben we doorgaans geen discussie, al zijn we er wel kritisch op dat deze niet uit de pas loopt. Op basis van benchmarks houden we de boel overigens goed scherp.”
IT in the boardroom
21
Ron Louwerse (Safety, Security & Environment)
‘Gezamenlijke verantwoordelijkheid’ Belast met de beveiliging, veiligheid en het milieu heeft Ron Louwerse een zware rol in het kernproces van de luchthaven. Het is een samenspel van diverse betrokken partijen: Koninklijke marechaussee, douane, luchtvaartmaatschappijen, afhandelaren, enzovoorts. Daarbij is op Schiphol enkele jaren geleden een systeem van intrinsieke samenwerking opgezet. “We ervaren daarbij een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een veilig vliegproces, met inachtneming van ieders eigen positie daarin. Dat is binnen onze sector nogal uniek. De aansprakelijkheid is daarbij belegd bij de functie die binnen Schiphol belast is met een specifiek proces; ongeacht of het gaat over facilitaire diensten, HR of iets anders. Informatiebeveiliging is een onderdeel van security en heeft behoorlijke raakvlakken met ict. Wij zorgen daarbij voor de coördinatie, geven onder meer adviezen aan de rest van het bedrijf en doen indien nodig correcties. We vormen tevens de liaison naar de ict-afdeling. Als we bijvoorbeeld wisselwerking zoeken op het gebied van cybercriminaliteit, wordt dat hier gecoördineerd en levert ict de input. Dat werkt prima.” “Schiphol ICT moet ervoor zorgen dat de ict-infrastructuur qua informatiebeveiliging aan de basiseisen voldoet: toegangsbeveiliging, wachtwoordsystemen, het weren van hackers, enzovoorts. Bovendien behoren ze deze systemen te testen. Ict stroomt door de haarvaten van ons bedrijf, wat een enorme verantwoordelijkheid met zich mee brengt. De afdeling van Kees vervult deze taken overigens uitstekend. Daarnaast is men een businesspartner
22
als het gaat om het ontwikkelen van nieuwe producten, processen en projecten op ons gebied. Daar worden ze vanaf het begin af aan bij betrokken.
Screeningsapparatuur “Omdat de beveiliging binnen de burgerluchtvaart sterk gedreven wordt door wet- en regelgeving, die weer gebaseerd is op incidenten en het vervolgens voorkomen ervan, is een vanuit de ict-functie gedreven innovatie erg lastig. Wij zijn in de meeste gevallen dus wel de drijver. Maar er is wel vaak sprake van samenwerking, waarbij de technologie de oplossing mogelijk maakt. Aan de andere kant kan er best vanuit de technologiemarkt iets nieuws worden ingebracht dat iets toevoegt aan het bestaande, bijvoorbeeld op het terrein van screeningsapparatuur.” “We zijn hier al heel vroeg met biometrie bij de toegangsverlening begonnen. En we hebben een securityscan neergezet waar we redelijk pionier in waren, ook daar zitten heel veel ictelementen aan. Wat is de performance van het apparaat? Hoe analyseer ik dit? Hoe maak ik het een integraal onderdeel van de keten? Dat wordt door Schiphol ICT goed ingevuld. Daarnaast moeten we kijken hoe we zaken het slimst en handigst kunnen inrichten, met het hoogst mogelijke resultaat.” “Het motto is: mensen waar het moet en technologie waar het kan. Dus als je iets technologisch kunt oplossen is het goed. Maar wij zijn er, mede gedreven door de wet- en regelgeving, leidend in wat en hoe we het invullen. Ons hele cameranetwerk is in feite één groot ITnetwerk waarbij partijen die hiertoe gemachtigd zijn, vanuit hun werkplek die camera kunnen bekijken of bedienen. Zodat niet de marechaussee een camera ophangt, en de douane, de inspectiedienst, en ook wijzelf. De camera zelf is een onderdeel van de
8e jaargang #4 | 2012
beveiliging, maar de distributie via het netwerk en de opslag van de beelden is echt een ict-verhaal.”
Overleg “Ons safetybeleid is erop gericht om te voorkomen dat er een ongeluk gebeurt. Security daarentegen dient te voorkomen dat zaken met opzet worden verstoord. Het heeft dus een ander startpunt. Vanuit zowel safety als security wil je op voorhand profielen maken van bedreigingen en risico’s. Bij safety is de voorspelbaarheid van mogelijke risico’s groter dan bij security. Via profilering kan je proberen die voorspelbaarheid bij security te vergroten. Bijvoorbeeld via passagiersdatabestanden van luchtvaartmaatschappijen. Bij koppeling van databestanden raak je echter al snel privacykwesties – daar zijn we op Schiphol heel voorzichtig mee. Het gaat dus voor een deel om maatschappelijke verantwoordelijkheid en een breder besef dan de nauwe veiligheidskoker. Dat brede perspectief verwacht ik ook van een ict-afdeling, al scheppen we zelf de kaders en hebben we de regie in handen.” “Wat er binnen de wisselwerking beter kan? Budgetteren en communiceren zijn altijd een uitdaging. Onze deskundigen hebben verstand van hun processen, hun producten en zaken als wet- en regelgeving. Dat is een geheel andere wereld dan informatisering. Men spreekt daarom ook niet altijd elkaars taal. Dat gekoppeld aan geld betekent al snel dat je van specialisten eisen krijgt, die vertaald naar ict qua kosten nogal uit de hand kunnen lopen. Terwijl de waarde van de eisen binnen het totale pakket te onduidelijk is. Door een goede onderlinge communicatie kunnen we dat gelukkig voorkomen.”
Het motto is: mensen waar het moet en technologie waar het kan
IT in the boardroom
23
Schiphol ICT heeft veranderingen binnen onze business zelf opgemerkt en proactief aangeboden om ons te ondersteunen
24
8e jaargang #4 | 2012
André van den Berg (Schiphol Real Estate)
‘Transformatie doorgemaakt’ André van den Berg is verantwoordelijk voor het verder bouwen aan de luchthaven als stad: de zogenoemde AirportCity. Een pleisterplaats als Schiphol trekt veel bedrijvigheid aan; het is volgens hem verstandig om daaraan gestructureerd vorm en invulling te geven. Daarnaast zijn de inkomsten hieruit heel belangrijk. “We hebben dus een publieke functie als vestigingsplaats, maar deze is naast inhoudelijk tevens financieel gedreven.” “We zijn een volledige dochter van Schiphol Group en vallen daarmee onder de organisatiebrede ondersteuning met betrekking tot informatietechnologie. Schiphol ICT is voor ons dus zowel leverancier als vraagbaak en bedenker van oplossingen voor de issues die wij binnen ons vakgebied tegenkomen. Ik zou daarin twee dingen willen onderscheiden: mensen moeten zo goed mogelijk hun werk kunnen doen en de business moet ondersteund worden in de veelal veranderende exploitatiemodellen op het terrein van vastgoed. Het is overigens verrassend hoe we daarbij bediend worden, niet alleen op basis van onze vraag maar ook proactief. De keerzijde is: als je veel aangereikt krijgt, heb je de neiging om dat allemaal te willen hebben. Dat is gezien onze eigen budgetverantwoordelijkheid nogal eens een uitdaging.”
Versnelling “Mensen moeten hier een pc op hun bureau hebben, en een telefoon of een ander apparaat. De uitdaging met dat soort dingen is dat ze nauwelijks een satisfier zijn op het moment dat het goed werkt, en tegelijk een dissatisfier vormen op het moment dat er iets mis is. Aan het
begin van dit jaar is ‘het nieuwe werken’ geïntroduceerd, wat voor een enorme versnelling heeft gezorgd als het gaat om de door de ict-afdeling beschikbaar gestelde tools. Er worden momenteel grote slagen gemaakt op het gebied van een nieuwe Windows-versie, de eigen keuze voor mobiele devices en de facilitering van thuiswerken. Het is een nieuwe dynamiek die binnen Schiphol uitstekend wordt ondersteund.” “Onlangs heeft er dus een uitrol van Windows 7 plaatsgevonden en natuurlijk gingen hier en daar kleine dingen mis. We zitten als vastgoedafdeling niet in het centrale gebouw, waardoor er wel eens sprake is van vertraging of dat iets niet werkt of dat je iets langer moet wachten voordat je bediend wordt. Maar niettemin is de hele migratie, inclusief vervanging van de pc’s binnen twee dagen gebeurd. Alle kinderziektes zijn binnen één of twee weken opgelost. Dat is een knappe prestatie, al realiseer ik me dat dit mogelijk vanuit het perspectief van Schiphol ICT niet de spannendste zaken zijn.” “Belangrijker wordt het waar ze onze business kunnen bedienen. Binnen het vastgoed hebben we de afgelopen jaren een enorme transformatie doorgemaakt van een op aanbod gerichte naar een vraaggedreven markt. Onze kracht zijn evenwel de unieke locaties: we zitten zowel hier als in Rotterdam, Eindhoven en Lelystad boven op de luchthavens.”
het gebied ook meer services zouden kunnen leveren. Denk aan horeca, een crèche of wittefietsenplan. Dat wordt onze business, net als het faciliteren van uiteenlopende typen ruimtes. Mensen kunnen met een speciale pas bijvoorbeeld dan wel chic vergaderen op WTC en een andere keer sparren in een meer informele omgeving.” “Op basis van een businessinformatieplan is sprake van een voortdurende wisselwerking met Schiphol ICT. Dat is vertaald in pakweg vijftien geselecteerde innovatietrajecten. We hebben hier zelfs een boekje over gemaakt, zodat we de boodschap naar alle betrokkenen zo goed mogelijk kunnen overbrengen. Wat ook helpt, is dat we vanuit de ict-functie een businessinformationmanager binnen onze gelederen hebben, die onze behoeften vertaalt naar mogelijke oplossingen. Schiphol ICT heeft de veranderingen binnen onze business zelf opgemerkt en proactief aangeboden om ons in de onderliggende vragen te ondersteunen. Bijvoorbeeld op het terrein van de financiële controls, want een doorlopend inzicht in alle nieuwe exploitatiemodellen en property is fundamenteel. Andere ict-gebaseerde mogelijkheden zijn remote-control van gebouwen: toegang, klimaat, energieverbruik. Op die terreinen zijn we bepaald geen early adopter, maar de wereld is wel in beweging. Schiphol ICT kan ons hierin meenemen.”
Regie voeren “Een andere kracht is dat we de regie voeren over meer dan de gebouwen alleen. Daardoor kunnen we meer bieden: op het gebied van infrastructuur en logistieke voorzieningen, maar ook flexibiliteit voor organisaties die met een paar werkplekken klein willen beginnen en zich niet willen committeren aan een tienjarig huurcontract. Het betekent verder dat we binnen
IT in the boardroom
25
Otto Ambagtsheer (Consumer Products & Services)
‘Commercieel meedenken’ Otto Ambagtsheer zwaait de scepter over alle commerciële activiteiten gericht op consumenten. Daaronder vallen producten en diensten zoals retail, parkeren, horeca, entertainment en het Privium-programma voor frequente reizigers. Schiphol ICT is daarbij een belangrijke supportafdeling. “We hebben een cultuur van voortdurende wederzijdse feedback – als het goed gaat en als het een keertje niet zo goed gaat.” “Consumer Products & Services richt zich feitelijk op alle commercie op de luchthaven, met uitzondering van het vastgoed. We zijn dus een zeer belangrijke inkomstenbron voor Schiphol Group en voor een groot deel bepalend voor de winstgevendheid. De ontwikkelingen gaan, met name op onlinegebied, ongelooflijk hard. We hebben vorig jaar een nieuwe digitale strategie geformuleerd, die betrekking heeft op de website, social media, smartphones, tablets en apps. Dat is ongelooflijk boeiend. Dit heeft onder meer een Schiphol-app opgeleverd, die de gebruiker van allerhande informatie voorziet. Deze app wordt in de toekomst mogelijk uitgebreid met locatiegebonden diensten, dit zal waarschijnlijk op basis van WiFi zijn, dat Schiphol al geruime tijd voor een uur gratis aanbiedt.” “Onze wereld verandert dus snel en we moeten voortdurend inspelen op nieuwe consumentenbehoeftes en -ontwikkelingen. Om die reden hebben we vanuit Schiphol ICT een businessinformationmanager, met wie we een businessinformatieplan hebben opgetuigd. Op basis hiervan wordt mede bepaald welke nieuwe ict-projecten worden opgestart. Bovendien probe-
26
ren we in dit plan te anticiperen op zaken die op ons af komen, zoals mobiel betalen. Soms laten we bepaalde informatiebehoeftes liever nader bestuderen door een businessanalist voordat we ze daadwerkelijk gaan invullen.”
Informatieplan “Ik denk dat wij daarbij als business doorgaans vooruitlopen, al kijken we binnen het informatieplan wel samen naar de toekomst. Want waar we de businessontwikkelingen en de mogelijkheden op dat terrein heel goed kennen, hebben we toch te weinig kennis van de technische aspecten ervan. Business en ict zijn evenwel verschillende disciplines en culturen die bij elkaar moeten komen, en dat is soms lastig. Zo hadden we ooit een discussie over ict-projecten die niet helemaal goed waren gelopen, omdat ze langer duurden en meer geld kostten dan was voorzien. We zijn uiteindelijk samen tot de conclusie gekomen dat het zowel aan de opdrachtnemer als de opdrachtgever lag. Bijvoorbeeld omdat een ict-project reeds was gestart, nog voor het door de businessanalyse heen was.” “Ik zie de ict-afdeling als een supportunit, die als belangrijkste rol heeft de verschillende businesses binnen onze organisatie te ondersteunen en zaken mogelijk te maken. Denk aan een gedegen kantoorautomatisering en business intelligence, waarbij we werken met een retailinformatiesysteem en een parkeerinformatiesysteem. Daarnaast doet de ict-afdeling een stuk beheer en ontwikkeling. Al met al is het een behoorlijke verantwoordelijkheid. Meedenken doet men vanuit een duidelijke kennis- en adviesfunctie. Kijkend naar de ontwikkeling van de nieuwe digitale strategie geven ze er bijvoorbeeld blijk van de ontwikkelingen in de markt heel goed te kennen.” “Er zijn door Schiphol ICT keuzes gemaakt op het gebied van architec-
8e jaargang #4 | 2012
tuur en corporate ict-beleid. Dat botst natuurlijk wel eens met wat er in de verschillende businesses gebeurt, al behoren de meeste issues dankzij het businessinformatieplan tot het verleden. Zo hadden we ons oog eens laten vallen op een contentmanagementsysteem dat niet aansloot op de uitgangspunten van de ict-afdeling. Dat is terecht geweerd. Het is de rol en opdracht van de ict-functie om de kaders te bewaken, het geheel in de gaten te houden en de kosten te beperken.”
Remmende factor “Wij hebben als business soms de neiging om te kort door de bocht te gaan, terwijl we producten en diensten moeten bieden die duurzaam en betrouwbaar zijn. Natuurlijk willen we snel mee met nieuwe ontwikkelingen, maar altijd in samenspraak met ict. Je hebt wel ict’ers nodig die met de business kunnen meedenken.” “In dat opzicht zou men misschien nóg beter kunnen uitleggen wat de basis is voor het ict-beleid en de ict-architectuur. Als je in businesstermen over de gestelde randvoorwaarden communiceert, krijg je vanzelf meer toewijding en begrip voor keuzes die misschien eens iets minder sympathiek over komen. Ik ben me er overigens van bewust dat Kees misschien wel meer communiceert dan welke CIO dan ook. Toch kun je het volgens mij nooit te veel doen.”
De meeste issues behoren dankzij het businessinformatieplan tot het verleden
IT in the boardroom
27
WEDEROM IT-PRIMEUR VOOR SCHIPHOL
Kostenbesparing door betere informatie-uitwisseling Informatie-uitwisseling tussen luchthavens, vliegmaatschappijen en andere stakeholders binnen de aviationsector kan beter. “Er is nu al veel realtime gegevensverkeer, maar daarbij gaat het vaak om een-op-eenkoppelingen tussen systemen”, vertelt Kees Jans, CIO van Schiphol Group. “Het elkaar aanbieden van informatie en functionaliteit via webservices biedt onder andere meer flexibiliteit, minder kans op misinterpretatie van gegevens, en meer hergebruik over meerdere systemen heen.” Door Hotze Zijlstra Fotografie Mark van den Brink
28
8e jaargang #4 | 2012
H
et gaat dus niet meer om rechtstreekse koppeling van systemen, maar om de manier waarop de informatie beschikbaar wordt gesteld en gebruikt kan worden”, aldus Schiphol-CIO Kees Jans. Op de Amsterdamse luchthaven werd onlangs onder belangstelling van een internationale keur van initiatiefnemers en belanghebbenden een proof of concept gepresenteerd. “Een snellere en betere gegevensuitwisseling kan de luchtvaartbranche als geheel op een hoger plan brengen”, stelt een trotse Schiphol-CIO Kees Jans tijdens een demonstratie in Amsterdam, die onder auspiciën van de Airports Council International (ACI) werd gehouden. IT speelt daarbij vanzelfsprekend een voortrekkersrol. “Je kunt als luchthavens onderling lang praten over internationale standaardisatie op data- of applicatieniveau, maar dat is vanwege de grote diversiteit van gebruikte systemen niet realistisch. Daarom ontwikkelen we nu eenduidigheid op het gebied van systeemkoppelingen, waarbij de uitwisseling plaatsvindt via webservices. De functionaliteit van de webservice is daarbij het uitgangspunt, en niet de onderliggende systemen.” Bij de demonstratie van de zogeheten Aviation Community Recommended Information Services (ACRIS) op Schiphol wordt een handjevol mogelijkheden getoond, zoals de uitwisseling van gestandaardiseerde vertreken aankomsttijden. Het is evenwel de bedoeling dat de lijst beschikbare services wordt uitgebreid en verrijkt met informatie bestemd voor en afkomstig van vliegmaatschappijen, lokale luchtverkeersleiding, Eurocontrol en bijvoorbeeld bedrijven die de afhandeling van de bagage of passagiers regelen of mogelijk maken. “We willen uiteindelijk toe naar een catalogus van functionaliteiten”, vervolgt Jans. “Dit zal de informatie-uitwisseling tussen partijen in de keten veel eenvoudiger maken. Het kan bovendien lange en kostbare implementatietrajecten voorkomen, die vaak met de invoering van grote systemen gepaard gaan.”
Showcase Arturo García-Alonso, manager Facilitation & Airport IT binnen de ACI,
toont zich in Amsterdam verheugd over het initiatief: “Het is een zeer interessante showcase voor onze leden: grote en kleine luchthavens over de hele wereld. Met name voor de kleinere airports biedt het principe van webservices met eenduidige gegevens kansen, omdat proprietary systemen van de grote leveranciers bij gebruik op kleine schaal simpelweg te duur zijn. In plaats van de gegevens handmatig te verwerken, kan nu een beroep gedaan worden op een relatief laagdrempelige best practice.” Belangrijke KPI’s voor ACRIS zijn: flexibiliteit (zowel qua gebruik, keuze en representatie van data), verbeterde
We willen uiteindelijk toe naar een catalogus van functionaliteiten
kwaliteit (minder kans op misinterpretatie van gegevens), hergebruik (een eenmaal ontwikkelde toepassing moet in de basis gebruikt kunnen worden door verschillende luchthavens en ontwikkelde webservices moeten door meerdere toepassingen gebruikt kunnen worden), een korte time-to-market (snelle integratie met bestaande oplossingen), samenwerking en collaboration (wisselwerking binnen ACI en daarbuiten), functionaliteit (het betrekken van andere stakeholders zoals grondafhandeling en luchtverkeersleiding) en technologie (het afstemmen van de standaarden met bijvoorbeeld die van airlinebrancheorganisatie IATA, zoals de Aviation Information Data Exchange (AIDX)). Binnen de ACI zijn 577 leden aangesloten. Tezamen representeren ze 1.689 luchthavens in 179 landen. In 2010
waren de leden goed voor maar liefst 5 miljard passagiers, 91 miljoen ton vracht en 74 miljoen vliegbewegingen. Amsterdam (Schiphol), Frankfurt (Fraport), München (Munich Airport) en Madrid (Barajas) zijn de luchthavens die tijdens de proof of concept data beschikbaar stellen. Berlijn en Düsseldorf zoeken naar verluidt aansluiting.
Webportalen De op Schiphol getoonde primeur behelst vooral het hanteren van dezelfde uitgangspunten. De onderliggende informatietechnologie is daarbij volgens Kees Jans secundair. De CIO gebruikt daarvoor de analogie met een tekstbestand: “Wij hebben binnen de ACI als het ware een standaard vraag- en antwoordspel afgesproken. Op basis van welk systeem of programma het antwoord tot stand komt of wordt uitgelezen is niet relevant. Het antwoord – oftewel de manier waarop binnen ACRIS de data is gedefinieerd – is leidend en dus niet langer het systeem dat de een-op-eenuitwisseling van deze informatie mogelijk maakt.” “Dat biedt enorme kansen voor iedereen. Ten eerste is het voor partijen die daar belang bij hebben veel gemakkelijker om informatie uit te wisselen en beschikbaar te maken of op te halen”, aldus de hoogste informatiechef van Schiphol. “Zij kunnen hun klanten of passagiers veel beter bedienen, wat past bij een steeds grotere focus op de eindgebruiker. Daarnaast biedt het kansen voor leveranciers. Die kunnen immers aanhaken op het raamwerk en vervolgens hun daarop gebaseerde product of dienstverlening weer aanbieden aan andere luchthavens die het principe omarmen, bijvoorbeeld omdat ze geen grote investeringen kunnen of willen doen in de veelal omvangrijke aanpassingen van bestaande, traditionele systemen.” Inmiddels zijn T-Systems, Sita en Indra, wereldwijde aanbieders van ITen telecomoplossingen voor de luchtvaartindustrie, reeds aangehaakt bij het ACRIS-initiatief. Deze partijen demonstreren op Schiphol hoe zij de door de deelnemende luchthavens via de webservices beschikbare vluchtinformatie kunnen verwerken, tonen of koppelen aan eventuele andere bronnen. Een en ander kan resulteren in
IT in the boardroom
29
Leveranciers uitgedaagd Tijdens de bijeenkomst op Schiphol toonden de drie partijen hoe de door de deelnemende luchthavens door middel van identieke webservices beschikbaar gestelde informatie kan worden ontsloten. “De getoonde proefopstellingen tonen aan hoe in het ene portaal aangebrachte wijzigingen zichtbaar zijn in het andere. Het gaat niet alleen om collaboration maar ook om het nemen van beslissingen”, aldus Schiphol-CIO Kees Jans. Sita toonde daarbij een op Microsoft-technologie gebaseerde weergave, waarbij informatie van of voor de deelnemende luchthavens kon worden getoond, aankomstinformatie bijvoorbeeld. Desgewenst is mogelijk een zogenoemd bulk request te doen wanneer er voor gekozen wordt de informatie niet automatisch te laden. T-Systems presenteerde op Schiphol een webclient met automatische updates, gericht op bijvoorbeeld een informatieconsumerende airline. Binnen het getoonde systeem is het mogelijk om lokale gegevens van verschillende luchthavens naast elkaar te presenteren. Ook het instellen van alerts is mogelijk, evenals het inzoomen op specifieke vluchten. Het Spaanse Indra liet een eenvoudig maar zeer snel te implementeren portal zien waarop informatie uit diverse bronnen kon worden getoond.
Interoperabiliteit Kees Jans riep na de demonstraties leveranciers op om aan te haken: “Wat wij willen is dat marktpartijen op basis van dezelfde informatie en bronnen uit eigen beweging met nieuwe mogelijkheden en oplossingen komen, zodat wij als luchthavens op basis van de getoonde interoperabiliteit uiteindelijk de oplossing kunnen kiezen die het best aansluit bij onze wensen en eisen.”
dynamische webportalen waarop alle informatie tezamen kan worden gebracht. Op basis hiervan kunnen betrokkenen eenvoudig verder bouwen, zo is het idee.
Concurrentie Voor T-Systems, dat als IT-leverancier een behoorlijke staat van dienst heeft binnen de luchtvaartwereld, is de fo-
30
cus op een gestandaardiseerd koppelvlak een ingrijpende keuze. Een nieuwe manier van data-uitwisseling zou namelijk kunnen kannibaliseren op het lucratieve maatwerk dat men levert. Toch ziet Josef Schmitz van TSystems de voordelen van een initiatief als ACRIS: “Luchthavenlogistiek is een cruciaal onderdeel van onze business, dat houdt in dat we openstaan voor alle nieuwe ontwikkelingen.” Schmitz onderscheidt voor T-Systems binnen de luchtvaartsector twee inkomstenstromen. De eerste is gebaseerd op sterk gestandaardiseerde producten en diensten, voor het tweede speelt men in op specifieke behoeften van klanten. Op basis van een principe als ACRIS zou men meer gestandaardiseerde producten kunnen leveren aan nieuwe afnemers, wat in zekere zin ook weer kan leiden tot inkomsten van het tweede type. “Met ACRIS zouden we ons in de nabije toekomst kunnen richten op kleinere luchthavens, wat een uitbreiding van onze business betekent.” Europa is volgens hem de plek waar het allemaal gebeurt. Anders dan bijvoorbeeld in China, waar T-Systems betrokken is bij de IT-inrichting van de nieuwe luchthaven van Bejing, heeft men hier namelijk de uitdaging van grotere beperkingen op het gebied van budget en ruimte. Technologie wordt ingezet om binnen een gelimiteerde bandbreedte het maximale te bereiken. Nieuwe ontwikkelingen en deliverymodellen kunnen slimme IT binnen het bereik van een groter aantal klanten brengen, zo redeneert Josef Schmitz. Een fenomeen als cloud computing heeft binnen T-Systems derhalve de volle aandacht. “Ook dat is met name interessant voor partijen die zich geen grote investeringen kunnen veroorloven.”
Afstemming Ook Benjamín Moreno Palacios van Indra is enthousiast: “Het ACRISinitiatief sluit volledig aan op onze corebusiness: oplossingen gericht op de operationele omgeving en de integratie van bedrijfsprocessen binnen luchthavens. Het legt de basis voor de standaardisatie van de informatieintegratie met behulp van state-ofthe-arttechnologie. Standaardisatie van interfaces maakt luchthavens bo-
8e jaargang #4 | 2012
vendien vrijer om van leverancier te veranderen. Verder is er een optimale afstemming met andere standaarden, zoals het genoemde AIDX. Maar ook met vergelijkbare initiatieven op het gebied van luchtverkeersleiding zoals SWIM (System Wide Information Management) en SESAR (Single European Sky ATM Research Programme). De deelname van Eurocontrol in Amsterdam gaf al aan dat de diverse genoemde initiatieven complementair zijn. Ik verwacht dan ook dat ACRIS snel zal groeien.”
Het gaat om een goede end-to-end experience: van boeken tot en met de vliegreis zelf Begrippen Het ACRIS-initiatief komt goed tot zijn recht in het door luchthavens al langer voorzichtig omarmde concept van collaborative decision making (CDM). Om binnen een samenspel van belanghebbenden goed beslissingen te kunnen nemen, is het belangrijk dat er eenduidigheid is over de gehanteerde begrippen. “Zo kan bijvoorbeeld ‘vertrektijd’ voor de verschillende partijen op de luchthaven een geheel andere waarde hebben”, verduidelijkt Jans. “Van het sluiten van de gate tot het moment dat een toestel daadwerkelijk opstijgt. Je kunt je voorstellen dat het voor alle in de keten betrokken partijen cruciaal is dat je de juiste en dezelfde definities hanteert.” Het toepassen van CDM, wat in Europees verband steeds meer gebeurt, zegt volgens Schiphol-CIO Kees Jans nog niets over de manier waarop je
IT in the boardroom
31
32
8e jaargang #4 | 2012
deze gegevens beschikbaar stelt. “Het hanteren van eenduidige begrippen in combinatie met de hier getoonde ‘gestandaardiseerde’ webservices zorgt ervoor dat iedere belanghebbende altijd over de juiste data kan beschikken. Dat is de grote sprong voorwaarts die we nu als sector kunnen maken.” Ook Michael Zaddach, CIO van Munich Airport, is een belangrijke voorvechter van Europese standaardisatie op luchthavenniveau. “CDM is wat dat betreft een zeer fundamentele ontwikkeling, waarvoor wij al in 2006 als eerste luchthaven in Europa de nodige stappen hebben gezet.” Naast samenwerking met Frankfurt werd ook samenwerking gezocht met Schiphol rond het initiatief. Zaddach: “CDM sluit heel goed aan op onze visie ten aanzien van data-uitwisseling.”
luchthaven Frankfurt, sluit zich aan bij zijn collega uit München. “CDM en een initiatief als ACRIS zijn enorm belangrijk voor de luchtvaartindustrie. Alle betrokkenen – zowel luchthaven, passagier als carrier – hebben baat bij een common situational awareness system; een portal waarin diverse vormen van informatie samenkomen, maakt het mogelijk om beter onderbouwde beslissingen te nemen, bijvoorbeeld op basis van alerts en alarmsignalen.” Omdat informatie uit diverse bronnen op elkaar moet aansluiten, is het ontwikkelen van meerdere op zichzelf staande informatiesystemen volgens Felkel contraproductief: “Dan moet je voor bijvoorbeeld het managen van outbound-processen vier of vijf verschillende systemen combineren. Beter is één CDM-interface voor alle luchthavens; en dat is precies het punt waar het ACRIS-initiatief begint.”
Derde partijen
Het is niet vaak gebeurd dat de luchthavens op ITgebied het voortouw nemen
Informatiesilo’s Voorheen bouwde iedere airport eigen informatiesilo’s, die allemaal hun specifieke doel en systemen hadden. Zaddach: “Bij wat we hier laten zien, staan het platform en een algemene infrastructuur centraal. Het is opener, beter en goedkoper.” Daarmee haakt het getoonde in op een sterke hang naar lagere kosten, openheid, centralisatie en klantgerichtheid. Want tenslotte profiteert ook de reiziger. “Het gaat uiteindelijk om een vlekkeloze end-toend experience; van de vlucht boeken tot en met de vliegreis zelf.” Rolf Felkel, senior IT-manager van de
Ook andere partijen kunnen hun voordeel doen met deze vorm van informatie-uitwisseling. Neem de fabrikant van systemen waarmee de reiziger zelf zijn of haar bagage kan afgeven, de zogenoemde selfservice drop-off. “Een dergelijke informatievoorziening is gemakkelijker en goedkoper binnen onze producten te implementeren dan diverse uiteenlopende systemen van verschillende luchtvaartmaatschappijen”, verduidelijkt Michael Tan, directeur bij BagDrop Systems, dat ook de populaire selfservice drop-offfaciliteit op Schiphol leverde. “We hebben nu een standaardservice, waarop eenvoudig ingeplugd kan worden. Dit maakt ons product voor de luchthaven niet alleen goedkoper, maar ook sneller te implementeren en dus aantrekkelijker in aanschaf. Voor de luchthaven heeft het verder het voordeel dat de infrastructuur beter wordt benut”, aldus Tan. Vanzelfsprekend volgen ook vliegmaatschappijen het op Schiphol getoonde concept met veel belangstelling. Maatschappijen als KLM, Iberia en British Airlines beseffen goed dat een goede informatievoorziening op de grond in positieve zin kan bijdragen aan de klantervaring. Bovendien is de juiste passagiersinformatie ook voor hen cruciaal. Komt de reiziger bijvoorbeeld wel opdagen? Is men op
tijd door de security? Op basis van zulke gegevens kunnen maatschappijen beter beslissingen nemen. “Het is een win-winsituatie voor alle betrokkenen”, stelt CIO Michael Zaddach van Munich Airport. Ook de informatie van Eurocontrol is belangrijk, zo stelt Kees Jans, omdat je op basis van de juiste vluchtinformatie kunt bepalen welk vliegtuig je voorrang geeft in de wachtrij voor de landing. Hetzelfde geldt bij het ijsvrij maken van het vliegtuig vlak voor de start. “Als het toestel toch moet wachten voor de de-icing, kan je ook even wachten aan de gate. Dan hoeft het vliegtuig minder lang stationair te draaien.”
Verrijking Intussen wordt reeds gewerkt aan verrijking van luchthaven-CDM en dus ook het ACRIS-raamwerk met informatie afkomstig van vliegmaatschappijen. Daartoe moesten ook begrippen en definities die binnen AIDX van brancheorganisatie IATA worden gehanteerd, worden aangepast aan de binnen ACRIS gestelde normen. Dit betekent wel een opmerkelijke kanteling, aangezien de meeste standaardisatie tot nu toe gedreven werd door de airlines. “Het is niet vaak gebeurd dat de luchthavens op IT-gebied het voortouw nemen”, aldus Rolf Felkel. “We zitten hiermee als airports aan de stuurknuppel op het gebied van standaardisatie en gebruik van informatie.”
IT in the boardroom
33
Column
Door Peter Hagedoorn Fotografie Roelof Pot
Investeer in technologie Een van de oorzaken van de recessie zijn de veranderingen in de samenleving, die plaatsvinden onder druk van nieuwe technologie. De reden dat er veel onroerend goed leegstaat, is deels te wijten aan mismanagement of malversaties; maar ook aan foutieve inschattingen over de behoefte aan kantoorruimte. Het nieuwe werken, steeds beter mogelijk dankzij nieuwe technologie, heeft een deuk geslagen in de groeiverwachtingen van kantoorruimte. Hetzelfde zien we in de retail. Dankzij uitbundig kopen via internet is de behoefte aan klassiek winkelen behoorlijk ingekrompen. Dankzij ingrijpende wegenbouw zijn de files afgelopen twee jaar drastisch teruggedrongen. Maar hier is ook het effect van nieuwe technologie: meer thuis werken betekent minder rijden. Het is zeer de vraag of er nog veel meer nieuwe wegcapaciteit nodig is. Dankzij nieuwe technologie hoeven mensen zich minder te verplaatsen om te winkelen, te werken, diagnoses bij de dokter te laten stellen of zich van amusement te voorzien. Tegelijkertijd worden de huizen dankzij zonnepanelen en smart energiemanagement slimmer. Dat alles is gunstig voor het milieu en duurzaamheid; maar ook voor bedrijven die investeren in deze nieuwe technologieën, voor de portemonnee van de burger, en voor de positie van ons land.
Verstandig Het zou verstandig zijn als de overheid meer geld gaat stoppen in nieuwe technologie en e-skills, en minder in klassieke infrastructuur. Grofweg zijn dergelijke investeringen een factor tien goedkoper dan in klassieke infrastructuur zoals wegen, gebouwen en bruggen. Waar de wereld kreunt onder de aantasting van het milieu, het opraken van grondstoffen en de vernietiging van regenwouden, zou met een fractie van het geld en zonder aantasting van de aarde geïnvesteerd moeten worden in het smarter maken van de wereld. Het grondstoffenverbruik kan scherp dalen en wellicht kan de orang-oetan overleven. Als CIO’s zijn we daar overigens in stilte al mee bezig. Het is ons vak. Videoconferencing heeft geholpen de reiskosten fors te verlagen. Dankzij standaardisatie en globalisatie van processen stroomlijnen we onze bedrijven en brengen we de operationele kosten naar beneden. Dankzij de invoering van het nieuwe werken besparen we op kantoorruimte. Helaas snappen veel raden van bestuur nog niet dat je soms met kleine ict-investeringen elders in het bedrijf kunt besparen. Domweg 10 procent snijden in ict-budgetten kon daardoor wel eens erg contraproductief zijn. Investeren in slimme, nieuwe ict brengt vaak het tienvoudige aan besparingen elders op. Helaas profiteert de ict-afdeling daar meestal niet zelf van, en wordt het succes – dat voortkomt uit de ict-investering – elders in de organisatie geclaimd. In de samenleving is het niet anders. Investeren in ict kan heel veel geld besparen en het land vele malen duurzamer maken. De landen die hierin vooroplopen, profiteren extra doordat ze hun kennis tevens kunnen exporteren naar landen die nog niet zover zijn. Helaas is er in de nabije toekomst een schrikbarend tekort aan mensen met de juiste e-skills om deze mogelijkheden te kunnen benutten. Als we niet heel snel gaan investeren in de juiste ictkennis en dito kunde, gaat ons land dus nog meer achterlopen op Scandinavië of de VS. De Europese Commissie pleit in dat kader inmiddels voor een grand coalition van overheid, IT-industrie en de IT-vraagzijde voor e-skills, ict jobs & growth. Nu Nederland nog.
PETER HAGEDOORN is oud-CIO, voorzitter Raad van Advies CIO Platform Nederland, CIO of the Year 2005, secretaris-generaal European CIO Association.
IT in the boardroom
35
36
8e jaargang #4 | 2012
INZICHT IN KOSTEN INFRASTRUCTUUR
Storage economics Organisaties moeten steeds meer omzet behalen met minder middelen, waardoor IT-afdelingen continu voor nieuwe uitdagingen staan. IT-verantwoordelijken vragen zich af hoe ze nieuwe bedrijfsmodellen kunnen blijven ondersteunen en tegelijkertijd kostenefficiënt kunnen blijven. Daarnaast willen financiële experts de beste en meest efficiënte technologische investeringen doen. Hoe worden deze vereisten op de juiste manier samengebracht? En hoe kan ‘storage economics’ hieraan bijdragen? Door Bas de Bruin
S
torage economics is een specifiek ontwikkelde methodologie die inzicht biedt in kosten gerelateerd aan een storage-infrastructuur. Op deze manier krijgen organisaties inzicht in de werkelijke kosten van hun storage-infrastructuur, waardoor zij eenvoudig besparingen kunnen realiseren. De methodologie is daarnaast breed inzetbaar voor de gehele IT-infrastructuur binnen het datacenter. Dat stelt CIO’s en ITmanagers in staat om businesscases te presenteren die IT-investeringen rechtvaardigen en aantonen hoe bestaande kosten kunnen worden verlaagd met best practices. Naast het analyseren van statistieken die worden gebruikt door financiële experts, zoals return on investment (ROI) en return on assets (ROA),
helpt storage economics bij het definiëren van de zogenoemde total cost of ownership (TCO). Voordat er een businessplan wordt opgesteld om de kosten te verlagen is het van belang om eerst de kosten die gepaard gaan met de totale IT-infrastructuur vast te stellen en te berekenen. Storage economics toont aan dat de kostenpost voor het verwerven van activa maar een klein percentage is van de TCO. Voor het accuraat meten van de TCO moeten de operating expenses (OPEX) en capital expenditures (CAPEX), die samengaan met een storage-aankoop, worden vastgesteld voor een periode van drie tot vijf jaar.
Kostenfactoren Storage economics meet 34 kostenfactoren. Deze zijn geformuleerd op basis van industriegemiddelden die de afge-
lopen jaren zijn verzameld en geanalyseerd. Op basis hiervan worden de vier tot vijf belangrijkste kostenposten geformuleerd, waardoor een globale studie binnen twee dagen kan worden afgerond voor een organisatie. De kracht hiervan is dat de verzamelde gegevens teruggevoerd kunnen worden in de tooling die gebruikt wordt voor het meten van de kosten. Uit ervaring blijkt dat veel organisaties geen weet hebben van bepaalde kosten of onvoldoende rekening houden met kostenposten voor het bereken van hun ROI of TCO. Daarnaast zijn de meeste financiële experts, voornamelijk op IT-inkoopafdelingen, alleen geïnteresseerd in de prijs van de aanschaf van systemen. Storage economics bewijst op basis van vier principes dat organisaties dit anders zouden kunnen benaderen. Prijs staat namelijk niet
IT in the boardroom
37
gelijk aan kosten. De prijs is wat een organisatie betaalt voor het systeem en de kosten die gemaakt worden, is wat men daadwerkelijk uitgeeft.
Data-explosie Een explosie van beschikbare data heeft in de afgelopen jaren gezorgd voor een enorme groei en een toenemend belang van IT-afdelingen binnen organisaties. Gedurende de eerste stroom van datatoename was databeheer gecentraliseerd rond computermainframes. Tijdens de tweede stroom werd de pc geïntroduceerd,
en herzien. Ondanks dat gebruikers steeds meer data opslaan – wat een grote weerslag heeft op de stijgende behoefte van de beschikbare IT-middelen (naar schatting een stijging van 30 procent) – blijven de OPEX- en CAPEX-budgetten gelijk of nemen zelfs af. Lage aanschafkosten zijn niet langer voldoende; het is nu essentieel om manieren te zoeken om zowel CAPEX als OPEX te verlagen. CIO’s en IT-managers hebben de taak om door middel van businesscases managementsupport te krijgen voor alle strategische en tactische investeringen.
Voordeel
IT-afdelingen zijn niet langer vrij om ad hoc aankopen te doen
data gedecentraliseerd en was er meer individuele controle op data. De derde stroom zorgde voor de behoefte om data te delen. Nieuwe technologieën hebben ervoor gezorgd dat computers met elkaar verbonden kunnen worden, waardoor data intelligenter gedeeld kan worden. De huidige stroom focust zich op de ontwikkeling van nieuwe intelligente devices als toevoeging op de computermix, zoals laptops, tablets en smartphones. De verwachting is dat de ontwikkeling van nieuwe devices blijft groeien in de toekomst. Een andere marktontwikkeling is dat datacenters hun storagebehoeften naar schatting elke 18 tot 24 maanden verdubbelen. Dit heeft tot gevolg dat IT-afdelingen niet langer vrij zijn om ad hoc aankopen te doen. Deze moeten te allen tijde worden overlegd
38
Storage economics beantwoordt de vraag hoe de storage-investering het beste wordt benut. Veel middelgrote tot grote IT-afdelingen hebben storage economics al ingezet voor het behalen van economisch voordeel om hun storagecapaciteit verder uit breiden en te laten groeien, terwijl tegelijkertijd meetbare kostenbesparingen worden behaald. Storage economics hanteert vier principes die zorgen voor continue verbetering en operationele mogelijkheden:
1
Prijs staat niet gelijk aan kosten. De kosten van storage omvatten meer dan alleen de prijs van aanschaf. De aanschafprijzen omvatten slechts 15 tot 20 procent van de totale kosten die te maken hebben met de aangeschafte storagecapaciteit. Storage ownership omvat 34 gerelateerde kosten. Niet alle 34 verschillende kostenposten zijn relevant voor elke organisatie. Deze worden ingedeeld per prioriteit van een organisatie, zodat de kosten die verlaagd moeten worden bovenaan komen te staan. Een aantal voorbeelden van deze kostenposten zijn: (softwareen hardware-)afschrijving, (softwareen hardware-)onderhoud, arbeid voor beheer, (onnodige) back-up en migratie, stroomverbruik, koeling, kosten voor opslag in datacenters, en de kosten van verspilling (opslag die een organisatie heeft gekocht, maar niet gebruikt).
2
8e jaargang #4 | 2012
3
Economisch efficiëntere storagearchitecturen. Sommige storagearchitecturen staan bekend om het feit dat ze organisaties helpen kosten drastisch te verlagen. Een aantal kenmerken zijn: virtualisatie, dynamic tiered storage, thin provisioning, geïntegreerde archivering en een geautomatiseerde en volledig geïntegreerde beheeromgeving. Wanneer kosten niet meetbaar zijn, is er geen verbetering mogelijk. Wanneer organisaties kostenverlagingen willen doorvoeren is het noodzakelijk om huidige kosten op een juiste manier te meten en beheren. Geadviseerd wordt om meerdere meetmomenten in te plannen waarmee bepaald kan worden of organisaties de beoogde resultaten ook daadwerkelijk behalen.
4
Storagetypen Storage-economicsprincipes zijn bruikbaar om succesvol storagekosten te beheren, nieuwe technologieën te evalueren en de planning en aankopen in goede banen te leiden. Deze mogelijkheden gaan verder dan leveranciers, producten en datatypen. Een bruikbaar advies voor organisaties is om een businesscase te ontwikkelen in samenwerking met een beoogde leverancier. Indien de leverancier bereid is om verantwoordelijkheid te nemen voor de toegezegde kostenbesparingen, kan van start worden gegaan met een succesvolle samenwerking.
DE BRUIN is Manager Services ✒ B& AS Solutions bij Hitachi Data Systems.
JAARCONGRES CONNECTIVITY 2020
Telecomsector belooft beterschap Grote telecomproviders gaan meer samenwerken om eventuele grote netwerkstoringen beter het hoofd te kunnen bieden. Deze toezegging deden hoge functionarissen van onder meer KPN en Vodafone tijdens het evenement Connectivity 2020, dat op 14 en 15 mei geheel in het teken stond van connectiviteit, communicatie en samenwerking. Door onze redactie Fotografie Roelof Pot
T
ijdens het slotdebat werden vertegenwoordigers van enkele grote telecombedrijven stevig aan de tand gevoeld over hun noodscenario’s. Vanuit de BTG, medeorganisator van het tweedaagse evenement en belangenbehartiger van Nederlandse (groot)gebruikers van telecomdiensten, bestaat een sterke behoefte aan een degelijk ‘plan B’ bij calamiteiten. “Dit betekent bijvoorbeeld dat wanneer een gedeelte van een netwerk uitvalt een andere provider het verkeer overneemt”, aldus BTG-directeur Richard den Uijl. “En wel zo dat de gebruiker daar niets van merkt.” Volgens Ron de Mos, bij KPN verantwoordelijk voor de zakelijke markt, is het evenwel nog niet zo eenvoudig om een eventuele uitval bij de concurrent op te vangen, omdat het netwerk wel voorbereid moet zijn op een substantieel grotere belasting. Hij en zijn Vodafonecollega Philip Lacor vertelden niettemin het belang van de gebruiker te onder-
40
kennen en te werken aan een oplossing. Eerder op de zogeheten BTG Themadag (de tweede dag van het jaarcongres) had Vodafone-CIO Lineke Sneller verteld over de achtergronden van de recente storing bij Vodafone en de manier waarop deze is opgelost. Daarbij prees ze de samenwerking met andere leveranciers. De eerste dag van Connectivity 2020 was Connected Enterprise gedoopt en werd ingevuld door ICT Media. De tweede dag was ingeruimd voor de telecomgebruikersvereniging BTG. De dagen kenden een beperkte mate van overlap.
Connected Enterprise Een ecosysteem van leveranciers wordt steeds belangrijker als het gaat om het verbeteren van de communicatie en samenwerking binnen organisaties. Dat was de belangrijkste boodschap van de eerste dag van het congres op 14 mei in Fort Voordorp te Groenekan. “De IT speelt daarbij nog wel een rol, maar puur als enabler van het koppelen van
8e jaargang #4 | 2012
mensen”, stelde organisator Rob Beijleveld, algemeen directeur van ICT Media en uitgever van onder meer CIO Magazine, Tijdschrift IT Management (TITM) en IT Executive. Volgens Hotze Zijlstra, hoofdredacteur van CIO Magazine vraagt met name de vraagkant van IT om een meer holistische aanpak van het thema communicatie, collaboration en connectiviteit. “Tijdens rondetafelbijeenkomsten en interviews komen voortdurend uitdagingen van de CIO ter sprake. Soms lenen deze zich voor een eendimensionale aanpak, maar heel vaak vraagt zo’n thema om een bredere kijk. Videoconferencing bijvoorbeeld kan niet los gezien worden van architectuur en collaborationgereedschap. Unified communication rukt steeds verder op naar de desktop en andere apparaten. Connectiviteit kan niet los worden gezien van cloud, applicaties op afstand en netwerkoptimalisatie.” Arnoud van Gemeren, hoofdredacteur van TITM ging vervolgens dieper in op
IT in the boardroom
41
42
8e jaargang #4 | 2012
collaboration binnen bedrijven, een thema dat volgens hem veel aandacht verdient. “Je moet binnen de organisatie samenwerken om een grotere marktdynamiek, globalisering en concurrentie het hoofd te bieden.” Daarbij ziet hij collaboration niet alleen als gereedschap, maar als onderdeel van een cultuur waarin de uitwisseling van informatie centraal staat. “Dat moet je organiseren, want informatie stroomt niet vanuit zichzelf. Je moet de barrières binnen bedrijven wegnemen, liefst ook met de buitenwereld. Daarnaast moet je medewerkers hierin begeleiden”, aldus Van Gemeren.
Waarde Het voordeel van een ecosysteem van verschillende aanbieders en andere stakeholders is dat de vraagzijde kan profiteren van ieders specialiteit en onderscheidende waarde, zodat de vraagkant de optimale leverancier kan kiezen voor elke specifieke behoefte. Zijlstra: “De discussie tussen demand en supply gaat in dat geval minder over de kosten maar meer over de toegevoegde waarde. Het is de ultieme voedingsbodem voor innovatie.” Maar hoe mooi het idee van een geconnecteerde en samenwerkende wereld in theorie ook lijkt, er zijn ook risico’s. Sytse van der Schaaf, hoofdredacteur van IT Executive, memoreerde fijntjes aan de recente problemen bij provider Vodafone. “Dit voorval is min of meer een wake-upcall voor ITmanagers en CIO’s die bezig zijn met de implementatie van collaboration en hun medewerkers in staat willen stellen om plaats- en tijdonafhankelijk te werken. Er zijn ook andere voorbeelden van grote storingen bij bekende leveranciers. Het is een realiteit waar we mee moeten leren leven en rekening houden. Het is financieel gezien niet haalbaar om een back-up te hebben voor elke netwerkvoorziening. Je zult moeten segmenteren en de businessprocessen eruit halen die geen last van storingen mogen hebben.” Aan de andere kant moet er in een tijd dat IT steeds meer als elektriciteit uit de muur komt ook nagedacht worden of bedrijven niet compensatie moe-
Diensten en processen zijn tijden plaatsonafhankelijk geworden ten krijgen voor de gevolgschade die ontstaat als het netwerk uitvalt. “Nu kunnen bedrijven alleen compensatie krijgen voor de uitval van de netwerkdiensten zelf terwijl ze door de groeiende afhankelijkheid van het netwerk veel meer schade lijden. Als providers door aanpassing van de regelgeving wel gedeeltelijk voor die rekening verantwoordelijk worden gemaakt, dan zul je zien dat er veel meer prikkels zijn om de beschikbaarheid van de diensten aanzienlijk te verbeteren.”
Taaie klus Volgens Forrester-analist Dan Bieler hebben CIO’s er een taaie klus aan om succesvol op nieuwe trends als cloud computing, social networking en data analytics in te haken omdat al deze onderwerpen met elkaar te maken hebben. “Diensten en processen zijn tijd- en plaatsonafhankelijk geworden”, aldus Bieler. “Allerlei apparaten en systemen communiceren autonoom met elkaar via internet. Zo zijn de systemen die in de haven in de Indiase stad Mumbai gebruikt worden bij het vervoer en de uitlevering van producten, verbonden met kleine winkels in India om goed bij te kunnen houden wat er precies verkocht wordt en welke goederen aangeleverd moeten worden. Een Franse afvalverwerker heeft de moeite genomen om de kliko’s uit te rusten met een chip zodat van iedere container het gewicht kan worden gemeten. Consumenten en bedrijven die minder afval langs de weg zetten, zien dat terug in de heffing die zij moeten betalen voor afvalverwerking. Een ander voorbeeld is de beheerder van het energienetwerk Liander die zijn IT-processen zo geüniformeerd heeft dat werknemers hun eigen smart-
phones en andere IT-apparatuur mee kunnen brengen naar het werk. Dat is een veel ingewikkelder beheeromgeving, maar door standaardisatie wordt die complexiteit juist teruggebracht. In de komende jaren zullen er veel meer verschillende devices en applicatieplatformen op ons afkomen, waar we een oplossing voor zullen moeten vinden.”
Athlon Voor de IT-manager Dennis Chow van Athlon Car Lease zijn nieuwe devices als de iPad juist een uitkomst om de vroegere complexe en starre backofficesystemen te ontstijgen. “In een recent project hebben we het administratieve proces rond de inname van auto’s waarvan de leasecontracten afliepen, sterk verbeterd door de inzet van de iPad op de werkvloer”, vertelt Chow in zijn keynote. “Er worden nu foto’s genomen van een auto die binnenkomt, vervolgens wordt op de iPad het innameproces doorlopen dat vroeger met veel papierwerk uitgevoerd werd. Dat scheelt ons heel veel papierwerk, maar zorgt er ook voor dat we de kwaliteit van het proces zelf hebben kunnen verbeteren. De iPad-applicatie is namelijk direct verbonden aan het backofficesysteem van dienstverlener ABZ die voor ons bedrijf allerlei schadeprocessen rond het wagenpark faciliteert. Als er schade is geconstateerd of er missen items zoals bijvoorbeeld een onderhoudsboekje, dan geeft het ABZ-systeem realtime door wat het schadebedrag is dat bij dit punt hoort. Zo’n onderhoudsboekje bijvoorbeeld kost 250 euro. Aan het einde van de assesment worden de foto’s en het rapport samengevoegd tot een pdfbestand dat aan andere betrokkenen doorgestuurd kan worden.”
Ecosysteem Ook tijdens de parallelle sessies kwam de ecosysteemgedachte diverse keren terug. Bijvoorbeeld bij de sessie van Verizon, een van de hoofdsponsors van het evenement. Verizon maakt momenteel, deels gedreven door de populariteit van cloud computing, de transformatie door van een netwerkle-
IT in the boardroom
43
verancier naar een IT-dienstverlener. Op basis van het netwerk wordt inmiddels een keur aan producten en diensten aangeboden. Voorbeelden van deze ‘verrijking’ van het netwerk zijn security, mobiele oplossingen, hosting en managed services. “Alles komt steeds meer samen”, aldus John Madelin, EMEA-verantwoordelijke voor de Professional Services binnen Verizon. Een van de terreinen waarop de netwerkleveranciers het nog laten afweten is de netwerkoptimalisatie: het op basis van slimme technologie sneller maken van centraal draaiende applicaties die via het wide area network of de cloud op bijvoorbeeld kantoren in overzeese gebieden beschikbaar worden gemaakt. “Was het maar zo dat deze technologie als een geïntegreerd onderdeel van het netwerk werd aangeboden”, aldus een deelnemer aan een exclusieve rondetafelbijeenkomst. Volgens Carel Bak, die in Nederland aan het hoofd staat van WAN-versneller Riverbed, maken netwerkleveranciers echter wel stappen: “Er komt steeds meer samenwerking op dit gebied, waarbij wij een onderdeel zijn van hun propositie naar de klant”, aldus Bak.
Collaboration Een onderzoek uitgevoerd door een samenwerkingsverband van TITM, Talk & Vision en Nyenrode was aanleiding voor een rondetafelsessie over collaboration. TITM-hoofdredacteur Arnoud van Gemeren presenteerde een aantal opmerkelijke uitkomsten van dit onderzoek (zie ook het uitgebreide onderzoeksverslag in het vorige nummer van TITM, red.). Zo gaf hij aan dat organisaties terdege de voordelen van collaboration onderkennen. De multinationals in de onderzoekspopulatie weten deze voordelen ook te verzilveren. De belangrijkste reden om de inzet van collaborationtechnologie te overwegen en collaboration an sich te bevorderen, blijkt echter niet de noodzaak te zijn om afstanden te overbruggen maar om kennisuitwisseling binnen de organisatie en binnen de keten te bevorderen. Aan de rondetafel viel te beluisteren dat dit vooral uitgelegd moet worden als ‘de neuzen dezelfde
44
kant op krijgen’ en ‘weten waar collega’s mee bezig zijn’. Opvallend was hoe levendig de discussie werd toen de grote invloed van organisatiecultuur aan de orde kwam, oftewel de invloed die de menselijke factor heeft op het succes dat met collaborationtechnologie te behalen is. Een van de deelnemers schetste de moeite die ze heeft om medewerkers zover te krijgen dat ze collaboration-tools ook gaan gebruiken. “Alles is beschikbaar, de mooiste tools. We laten collega’s ook de voordelen zien, maar ze gebruiken de tools maar mondjesmaat.” Een ervaren deelnemer aan tafel legde uit: “Je zou andersom moeten werken. Niet vanuit het aanbod geredeneerd, maar vanuit de businessbehoefte. Waarom en wanneer zou er behoefte aan collaborationtechnologie kunnen zijn? En dan vandaar in die behoefte gaan voorzien.”
Scenario’s Tijdens het tweedaagse congres, dat in totaal zo’n 375 bezoekers trok, passeerde een keur aan sprekers de revue. Internetondernemer Patrick De Laive, onder meer grondlegger van The Next Web, vertelde een gloedvol verhaal over de eisen die de nieuwe tijd stelt aan grote organisaties aan zowel de vraag- als aanbodzijde van IT. Astrid Wisse van Ernst & Young legde haar gehoor op basis van onderzoek een viertal toekomstscenario’s voor. Langs de assen van ‘vertrouwen in bedrijven en instellingen’ en ‘de mate van inte-
Je zou andersom moeten werken. Niet vanuit het aanbod geredeneerd
8e jaargang #4 | 2012
gratie van internet in het dagelijks leven’ – waarbij beide factoren al of niet ontwikkeld zijn – vallen de vier scenario’s te definiëren, van het gebruik van zeer geavanceerde technologie met een hoge mate van vertrouwen (en vertrouwelijkheid van informatie) tot een doemscenario waarin consumenten, geteisterd door spam, reclame en criminaliteit, het internet mijden en in de buurtwinkel hun boodschappen contant betalen. Astrid Wisse liet het publiek een scenario kiezen en toonde het daarbij behorende filmpje, dat een glimp van de toekomst liet zien. “Invloed op de keuze van het scenario hebben we niet, we kunnen alleen onze voorkeur uitspreken”, zo besloot ze haar interactieve presentatie.
Transparantie Transparantie was ook het sleutelwoord tijdens de presentatie van de Duitser Daniel Domscheit-Berg, exwoordvoerder van WikiLeaks en medeoprichter van OpenLeaks. Hij pleitte voor een grotere mate van transparantie bij bedrijven. Dat maakt volgens hem een thema als security minder een issue. Naderhand lichtte hij zijn standpunt toe: “Het is in deze tijd een illusie te denken dat je ook maar iets geheim kunt houden, terwijl organisaties de neiging lijken te hebben steeds meer van het stempel ‘vertrouwelijk’ te voorzien. Er zal altijd iemand zijn die intelligent genoeg is om zelfs de meest doordachte scenarioplanning te doorkruisen. Dat betekent overigens niet dat alles maar op straat moet liggen. Er is geen enkele reden waarom een marketeer toegang zou moeten hebben tot de salarisadministratie. Het geheim zit ’m niet in technologische maatregelen alleen, maar ook in training en voorlichting. Leer medewerkers bijvoorbeeld de gedragsregels voor het gebruik van privémail op het werk en probeer dit niet met technische maatregelen alleen te blokkeren. Alleen zo blijf je in control!” Opmerkelijke woorden van de oprichter van OpenLeaks, die onder meer NGO’s en mediabedrijven adviseert hoe zij kunnen omgaan met vertrouwelijke informatie van klokkenluiders.
Het klikt met NetRom! Premium nearshore software
Procesexpertise en transparantie
Wij zijn een Nederlands kenniscentrum. Vanuit Roemenië ontwikkelen wij bedrijfskritische applicaties voor onder meer beursgenoteerde ondernemingen in de Benelux, Duitsland, Polen, Israël en de VS.
Onze expertise is gebaseerd op 14 jaar optimalisatie van het nearshore-ontwikkelproces. Onze opdrachtgevers kiezen voor kwaliteit, transparantie en een beheersbare samenwerking zonder hinderlijke verschillen in cultuur, taal of werktijden.
Flexibele capaciteit: 150 specialisten
Ervaar de voordelen
Dankzij onze schaalgrootte bewegen wij snel en zonder rompslomp mee met de variaties in uw behoefte aan ontwikkelcapaciteit en –expertise. Ongeacht technologie of methodiek.
Kies voor premium software, ontwikkeld binnen budget en planning. Gebruik ons als nearshorekenniscentrum en bepaal zelf hoeveel interactie u wenst. Ervaar een succesvolle, langdurige samenwerking.
Branches
› Financial Services › Mobile Solutions › Transport & Logistics › Online Retail › Health Care › Marketing & Communications
www.NetRom.Nl
› Telecom, Online Publishing & Media › Mechanical & Process Engineering › Professional Services › Travel, Leisure & Tourism › Building, Dredging & Maritime Services › Education & Science
NetRom Software BV Hazeldonk 6006 4836 LA Breda T 076 - 542 07 40
[email protected]
Wilt u experimenteren of kiest u voor ervaring? T-Systems: Betrouwbare partner sinds 2005 voor business applicaties uit de cloud.
www.t-systems.de/cloud
Column
Door Daan Quakernaat Fotografie Roelof Pot
Europa? Als ik soep sta te koken, dan zegt mijn gezicht: lekker! U loopt langs, u ruikt de soep. Heel even stokt uw loop, dan vraag ik: “Proeven?” U proeft. Ik ben een goede kok, dus u zegt: “Joh, das lekker. Hoe doe je dat, Daan?” Zo enthousiasmeer je mensen. Je hebt aandacht nodig en een superieure propositie. Waar in Europa staat die pan met soep? Nergens inhoudelijke argumenten en een rustige uiteenzetting. Kunt u de vijf grote voordelen van Europa opsommen? U komt, vrees ik, net als ik niet veel verder dan dat je niet hoeft te wisselen en mag doorrijden bij de grens. Ik ben overigens niet trots op mijn onwetendheid in dezen. De voorstanders proberen me te overtuigen met angst. Als Europa uit elkaar valt, dan eten wij hier twintig jaar droog brood. Zelfs als het economisch minuscule Griekenland de EU verlaat, gaat het helemaal mis. Dan kunnen we niet opboksen tegen Amerika en Azië. De ene hel volgt de andere verdoemenis op.
Streng kijken Als een debat uitsluitend via de angst wordt gevoerd, dan weet je eigenlijk één ding zeker: hier klopt iets niet. Want zonder oprecht lekkere soep ga je nooit mensen overtuigen en wezenlijk voor een idee winnen. Wat zijn dan die voordelen van Europa? Ik zeg niet dat ze niet bestaan. Ik zeg dat ik ze niet voel. Ik snap het niet. Niemand heeft mij ooit die soep laten proeven. Toen ik afgelopen week door Zwitserland, Oostenrijk en Italië reed, moest ik overal stoppen om een vignet achter mijn voorruit te plakken. Overal gewoon echte grensovergangen met beambten die heel streng kijken, vragen wat je komt doen en je manen om rustig te rijden. Wat is er mis mee? We zijn als Nederlanders toch handelaren? Zelfs als je de euro afschaft, dan zijn wij toch heel slim met wisselen? Toch slimmer dan de rest? Dat doen we toch al honderden jaren heel succesvol? En waarom zou een Europa van afzonderlijke staten noodzakelijkerwijs als afzetgebied en economische factor automatisch slechter af zijn? Ik vind Europa vaak juist totaal niet transparant en volharden in zaken die overduidelijk niet werken. Zolang een pan met lekkere soep niet rustig wordt uitgevent, wordt het nooit wat. Cheers!
DAAN QUAKERNAAT (
[email protected], www.quakernaat. nl) is spreker. Met zijn voordrachten helpt hij bedrijf en bestuur met het bouwen van kathedralen. Met het vinden van de balans tussen de zwarte en de witte wereld. Ik deel uw wereld in, in een zwarte wereld en een witte wereld. Uw zwarte wereld is dat deel dat je kunt vatten in cijfers en regels. Structuurtje, checklistje, blokje, pijltje. Uw witte wereld past fundamenteel niet in een computer of blokjes en pijltjes. Visie, mensen, passie en ideeën, de dingen die we softere zaken noemen.
IT in the boardroom
47
CONCEPTGEBASEERDE CONTENTDETECTIE:
‘The next big thing’ De Impala-technologie is in staat op basis van zogeheten conceptdetectie digitaal foto- en videomateriaal op inhoud te analyseren. De oplossing is aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) ontwikkeld en wordt vermarkt door Euvision Technologies, eveneens ontstaan vanuit de Amsterdamse universiteit. Het unieke is dat Impala getraind kan worden, bijvoorbeeld om specifieke soorten content te detecteren. Door onze redactie
48
8e jaargang #4 | 2012
V
olgens Jan Willem Klerkx, commercieel directeur van Euvision Technologies, is deze conceptgebaseerde contentdetectie ‘the next big thing’ op het gebied van digitale technologie: “De hoeveelheid digitaal beeldmateriaal in de wereld explodeert op dit moment. Deze groeiende hoeveelheid bestanden bevat heel veel onontgonnen waarde, maar er zit tevens ongewenste of illegale content tussen. Tot nu toe kon er alleen maar tekstgebaseerd of handmatig naar illegale content gezocht worden. Nu niet meer; Impala is echt in staat de afbeeldingen te bekijken en beoordelen.” Volgens Klerkx is een oplossing als Impala op diverse manieren relevant voor de CIO. “Het zoeken naar relevante, waardevolle of misschien ook wel illegale audiovisuele content is momenteel nog ontzettend moeilijk. Een eventuele tekst of tag bij een plaatje of filmpje zegt veelal weinig over hetgeen erop te zien is. Een computer die in staat is om beelden op inhoud te bekijken, is daarom de oplossing. Met behulp van Impala-techologie kan de computer daadwerkelijk leren zien.”
Training Impala gaat daarbij een stuk verder dan de aloude OCR-tekstherkenning of het indexeren van gezichten op basis van biometrische kenmerken. Klerkx: “Impala werkt op basis van conceptmatige herkenning. De software kan getraind worden om bepaalde voorwerpen, situaties of handelingen op te merken. Laat je het systeem bijvoorbeeld heel vaak een koffiekopje zien, dan is het op een gegeven moment in staat om binnen een verzameling foto's alle kopjes te vinden. Het algoritme kijkt daarvoor onder andere naar kleurhistogrammen, objecten en bijvoorbeeld textuur. De technologie bepaalt zelf welke mix van algoritmes het beste werkt bij een bepaalde zoekopdracht.” UvA-afsplitsing Euvision heeft volgens Klerkx de opdracht om de technologie naar de markt te brengen. De kans dat de software een succes wordt, acht de
commercieel directeur reëel: “Er is nu al veel belangstelling voor.” Bovendien heeft Euvision een trackrecord op wetenschappelijk gebied. Klerkx: “In de Verenigde Staten wordt vanuit het National Institute of Standards and Technology (NIST) een vooraanstaande benchmark gehouden om de wetenschap te stimuleren. Daarbij staan we op ons vakgebied altijd in de top 3. Een prima uitgangspositie om de sprong naar de echte wereld te maken.” Een belangrijke toepassing van Impala-technologie is de bestrijding van kinderporno en andere illegale content op internet en op pc’s. Het bedrijf ZIUZ, dat actief is op het gebied van visuele intelligentie, integreert de
Het tappen van waarde uit sociale media gaat straks een enorme vlucht nemen
technologie sinds kort in de zogeheten VizX 2-oplossing voor de analyse van in beslag genomen video- en fotomateriaal. “De oude manier van contentfiltering was meestal gebaseerd op de url. Wij doen het op basis van het DNA van de content. We gaan bij wijze van spreken als een metaaldetector door de bestanden.”
Onoorbaar Volgens Jan Willem Klerkx is de oplossing niet alleen inzetbaar bij in beslag genomen materiaal, maar ook ter voorkoming dat onoorbaar digitaal
materiaal op bedrijfsapparaten en dito netwerken belandt. “De opmars van privéapparaten binnen de zakelijke omgeving is niet te stuiten. Daardoor ontstaat een grijs gebied tussen zakelijke en persoonlijke bestanden. Als ik CIO zou zijn, dan maakte ik me behoorlijk zorgen over de reputatieschade die deze trend tot gevolg zou kunnen hebben. Als IT-verantwoordelijke wil je geen rotzooi in de door jou beheerde omgeving. Geen porno, geen politiek extremisme, terrorisme, informatie over wapens of wat dan ook. Je mag verwachten van je organisatie dat mensen het nalaten dergelijke content te hebben, maar soms is controleren beter. Zelfs in games die op kinderen gericht zijn en op iPads gespeeld worden, komt soms ongewenste, expliciete content voor.” “Dat is dus de defensieve kant van onze propositie”, vervolgt de commercieel directeur van Euvision Technologies. “De positieve kant is zoals gezegd dat je ermee in staat bent binnen audiovisuele content nieuwe vormen van waarde te ontdekken. Op het internet en specifiek in social media wordt content steeds meer visueel en steeds minder tekstueel. Denk aan het met Impala uitvoeren van merk- en media-analyses, doordat je ineens in staat bent om ‘in’ al het online beeldmateriaal te zoeken. Zo is het op basis van onze technologie mogelijk om via Facebook, Twitter of andere diensten geüploade foto- en videobestanden in te delen op onderwerp, gebeurtenis of nieuwswaarde. Dat kan enorm interessant zijn voor online media, sociale netwerken enzovoorts. Andere mogelijkheden die binnen bereik komen, zijn assetanalyses door wegen of spoorwegnetwerken op een streetviewachtige manier op te slaan en met Impala te indexeren.” Diverse start-ups ruiken op dit gebied kansen en zetten de Impala-software reeds voor zulke zaken in. Maar dat betreft volgens Klerkx wel een kleine voorhoede: “Vooralsnog gaat de meeste interesse uit naar de defensieve mogelijkheden, maar het tappen van waarde uit sociale media gaat straks een enorme vlucht nemen.”
IT in the boardroom
49
van de voorzitter Door René Steenvoorden
Technologie als verbindende factor
C
IO’s moeten een primaire focus op de business en de informatievoorziening hebben. Toch is het aan te raden om ook aandacht te blijven besteden aan de aloude technologische component. Het belang van de ‘T’ binnen IT is namelijk niet te verwaarlozen. Dat komt ook doordat veel zaken met elkaar versmelten. Technologie is geen los en op zichzelf staand element, maar speelt een steeds crucialere rol bij het verbinden en koppelen van informatie. Voorbeelden zijn er te over. Binnen de energiesector is de slimme meter een combinatie van hardware, software, consumententechnologie en het creatief toepassen en gebruiken van meetgegevens. Eenzelfde samensmelting van componenten zie je binnen een onderneming als TomTom. Is dat nu een softwarebedrijf, een hardwareleverancier of een informatie- en dienstverlener? TomTom is het allemaal, omdat je het een niet langer los kunt zien van het ander. Dat geldt voor steeds meer bedrijven en producten; de huidige generatie tv’s kun je net zo goed een computer of een device noemen. Of een poort naar digitale diensten.
cloud, bring your own device en outsourcing de technologiecomponenten voldoende hebt afgedekt. Als je het zelf niet (meer) snapt, ben je namelijk afhankelijk van mensen of bedrijven die het wél begrijpen. Zeker op het gebied van security en alle nieuwe bedreigingen die er op ons afkomen is het puur van buiten aanwenden van alle technologische kennis een achterhaald idee. Door de volwassenheid van zowel informatietechnologie als leveranciers is
Centrumpositie
ons leven als CIO er wel een stukje gemakkelijker op geworden. Zo kun je de werkplek bijvoorbeeld steeds optimaler inrichten. Toch doen we het beheer van de infrastructuur binnen de Rabobank nog steeds liever zelf. Het dwingt ons zeer scherp gericht op de inhoud te blijven en duidelijke keuzes te maken. We proberen daarbij zoveel mogelijk gelijke tred te houden met de laatste marktontwikkelingen. Maar ook als je de totale infrastructuur hebt uitbesteed vind ik dat je de sparringpartner van je leverancier moeten blijven.
Een goede CIO heeft aandacht voor zowel de technologische, commerciële, organisatorische als softwarematige kanten van de bedrijfsvoering. Het is een positieve ontwikkeling dat steeds meer informatiechefs een rol in het centrum van de processen opeisen. Het is ook goed dat we niet langer bestempeld worden als beheerders van ‘de stekkers en de dozen’, maar het moet ook niet doorschieten naar de andere kant. Het is een misverstand dat je met
50
De ‘T’ binnen IT is te belangrijk om te verwaarlozen
8e jaargang #4 | 2012
Factoren Je kunt overigens nog zo veel technologie elders onderbrengen, er komt altijd weer wat anders voor terug. Denk aan embedded technologieën waarbij hard- en software samensmelten, groene IT, nieuwe netwerktechnologieën met een sterke integratie van connectiviteit, informatie en applicaties. Daarnaast kun je op basis van een steeds beter geïntegreerd ITlandschap producten verrijken of de logistiek verbeteren. Juist in de wisselwerking tussen business, technologie, productontwikkeling en informatievoorziening schuilt de meeste waarde. Het is prachtig om als CIO boven op al deze technologische ontwikkelingen te staan, maar dan wel met businessargumenten in het achterhoofd. Binnen het CIO Platform Nederland proberen we de discussie over de samenhang tussen de informatie- en technologiecomponent dan ook zoveel mogelijk gaande te houden. Intern, dus met onze leden, maar ook door andere stakeholders erbij te betrekken. We moeten namelijk niet alleen als CIO’s van alle markten thuis zijn en voortdurend een open oog houden voor alle ontwikkelingen. Ook de maatschappij, de politiek en niet te vergeten het onderwijs heeft hier een verantwoordelijkheid in. Dat steeds meer studenten het belang van de technologische component onvoldoende inzien, is bijvoorbeeld een gevaarlijke ontwikkeling. De ‘T’ binnen IT is gewoonweg te belangrijk om te verwaarlozen.
STEENVOORDEN is CIO van ✒ RdeENÉ Rabobank. Deze rubriek schrijft hij vanuit de hoedanigheid als voorzitter van het CIO Platform Nederland.
Rij
Rack
Fysieke datacenterinfrastructuur
Ruimte
Gebouw
Introductie van de enige geïntegreerde fysieke datacenterinfrastructuur Flexibele en gebruiksvriendelijke geïntegreerde datacenters van Schneider Electric De enige geïntegreerde infrastructuur die uw bedrijf op de voet volgt Schneider ElectricTM heeft moderne datacenters opnieuw gedefinieerd. We hebben Facilities en IT op unieke wijze aan elkaar verbonden met een endto-end architectuur ondersteund door all-in-one managementsoftware. Het resultaat? Maximale beschikbaarheid en maximale energie-efficiency.
Waarom datacenters van Schneider Electric?
> Vermindering van de ontwerp- en implementatieperiode van maanden naar slechts enkele weken
> Out-of-the-box configuratie met geïntegreerde software > Bewezen expertise, erkend “thought leadership” en services gedurende de gehele productcyclus, geleverd door één organisatie
Business-wise, Future-driven.TM
Wij noemen dit holistische systeem ‘de fysieke datacenterinfrastructuur’. Deze aanpak verandert niet alleen het datacenter als systeem, maar ook het dagelijkse werk van de datacenter manager. Zo is deze infrastructuur eenvoudig en snel te implementeren. Bovendien profiteren managers met de managementsoftware van een totaaloverzicht, van rack tot rij en van ruimte tot gebouw. En de infrastructuur is flexibel, zodat goed kan worden ingespeeld op de specifieke behoeften van uw bedrijf — vandaag én morgen.
TM
APC by Schneider Electric is pionier op het gebied van modulaire datacenterinfrastructuur en innovatieve koeltechnologie. TM De producten en oplossingen, waaronder InfraStruxure , maken deel uit van het IT-portfolio van Schneider Electric.
Download white paper “Virtualization and Cloud Computing: Optimized Power, Cooling, and Management Maximizes Benefits” en maak kans op een iPad 2! Ga naar www.SEreply.com code 22192p ©2012 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, InfraStruxure, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are property of their respective owners. APC Benelux – Postbus 219 – 4130 EE Vianen – Nederland. T: 0800 020 3244. Fax: 0347 325225. E:
[email protected] • 998-4729_NL_B
52
8e jaargang #4 | 2012
66E RONDETAFELBIJEENKOMST: ENTERPRISE ARCHITECTUUR
Van functie naar vaardigheid Grote organisaties hebben te maken met een toenemende complexiteit in hun informatievoorziening. Dit kan leiden tot ongewenst hoge IT-kosten, problemen bij het garanderen van de betrouwbaarheid van gegevens en gebrekkige flexibiliteit en slagvaardigheid. Enterprise-architectuur helpt bij het inzichtelijk maken en terugdringen van deze complexiteit. Maar hoe krijg je het onderwerp intern op de agenda? Een discussie met een aantal architectuurverantwoordelijken. Door onze redactie Fotografie Dave Deen/Sogeti
H
et voorstelrondje van de discussiebijeenkomst, die na afloop van de DYA-dag in Houten werd gehouden, leerde al snel dat architectuur verantwoordelijken in plaats van alleen een architectuurpush ook graag een pull zien vanuit de rest van de organisatie. “Naast een open, interne architectuurdiscussie kan het visualiseren van architectuurkwesties de kloof tussen architecten en de bedrijfsvoering verkleinen”, stelde Jacques Verdaas van de in 2001 door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgerichte ICT Uitvoeringsorganisatie (ICTU). Ook de rol van de CIO werd tijdens de introductie diverse malen genoemd.
De hoogste informatiechef kan namelijk helpen bij het neerzetten van een centrale architectuurfunctie die weliswaar sterk gericht blijft op de IT, maar tevens denkt in termen van strategie en het effectiever maken van de organisatie als geheel. “Daarbij is het belangrijk dat we deze effectiviteit aantonen”, deed Gert-Jan Ridder van RDW een duit in het zakje.
Inzicht Een uitspraak die naadloos aansloot bij de presentatie van Marlies van Steenbergen, principal consultant enterprise-architectuur binnen Sogeti. Uit haar promotieonderzoek blijkt dat enterprise-architectuur (EA) weliswaar het benodigde inzicht biedt, maar dat
veel organisaties moeite hebben dit inzicht te verzilveren (zie kader). Volgens Van Steenbergen hangt de effectiviteit van architectuur nauw samen met de alignment met de rest van de organisatie en dito doelstellingen. “Verder heb ik geleerd dat een informele aanpak vaak beter werkt dan een formele aanpak”, aldus de specialist. De Sogeti-consultant zag overigens wel verschillen tussen sectoren en organisatietypen. Zo voldoen binnen de overheid minder projecten aan de architectuur dan in de private sector en wordt (derhalve) minder profijt ervaren van architectuur. “In de financiële sector draagt EA juist meer dan in de andere sectoren bij aan het realiseren van bedrijfsbrede doelen en het snel inspelen
IT in the boardroom
53
op externe ontwikkelingen”, vertelde Steenbergen. “Er wordt hier ook meer gebruikgemaakt van formele technieken als toetsing, gebruik van templates en een projectstartarchitectuur.” Volgens Van Steenbergen wordt het tijd dat architectuur zich van een ‘functie’
Het is belangrijk dat we onze effectiviteit aantonen ontwikkelt tot een ‘vaardigheid’. Vanuit het centrum van de organisatie, zou men in de vorm van een architectuurexpertisecentrum een wisselwerking moeten onderhouden met bedrijfsonderdelen als inkoop, functioneel beheer, exploitatie, projecten, directie en het lijnmanagement. “De vragen voor de discussie hier zijn: hoe borgen we architectuur als vaste vaardigheid van de organisatie, en wat wordt in de toekomst de kernverantwoordelijkheid van het architectuurteam?”
Wisselwerking Het kwam tijdens het introductierondje al aan de orde: de sleutel tot een succesvolle aanpak is een nauwe samenwerking met de rest van het bedrijf. Daarvoor mag de architectuurclub best vakinhoudelijk bezig zijn, maar moet men navelstaarderij ten zeerste vermijden. “Deze wisselwerking is een doorlopend proces, waarbij telkens de meerwaarde van architectuur moet worden aangetoond”, stelde Paul Wijnbergen van Ymere. Tevens gaf hij aan dat deze interactie het stellen van prioriteiten gemakkelijker maakt, omdat
54
een sterker betrokken business deze zelf kan aangeven. Volgens Sogeti’s Van Steenbergen is dit weliswaar een lonkend perspectief, maar moet er binnen het gros van de organisaties nog veel gebeuren voordat het zover is. “Het heeft tijd nodig en het vraagt van alle betrokkenen ook om bewuste veranderingsinspanningen.” Een verantwoordelijkheid voor zowel de business als de architecten, aldus Theo Jan Renkema van de Rabobank. “Het is een klassieke alignmentkwestie”, vond Ron van der Does van Alphabet, het voormalige ING Car Lease. “Je moet zorgen dat het belang voor iedereen helder wordt.” Dat riep vervolgens de vraag op wat het precieze belang dan precies is. “Misschien moet het onderwerp vertaald worden in euro’s”, poneerde Rob Seysener van SNS Reaal. “Daarmee heb je gelijk de aandacht.” Het strategische belang van ict en architectuur zijn volgens de deelnemers evident. Wil je vanuit die hoek echter invloed uitoefenen op de besluitvorming, kun je volgens de discussiedeelnemers niet blijven hangen in technologisch jargon. Het gaat om communicatie vanuit de juiste context. Gert-Jan Ridder: “Alles draait om een sterke businesscase, met zowel financiële als nietfinanciële veranderkundige aspecten.”
Samenhang Alle businessfocus ten spijt is de harde waarde van een doordachte enterprise-architectuur niet altijd even makkelijk inzichtelijk te maken. De diverse door Marlies van Steenbergen genoemde stakeholders zullen het dus voor een deel moeten doen met lastiger te kwantificeren waarden als adaptiviteit, toekomstvastheid en samenhang. Zaken die bovendien veelal pas op langere termijn hun nut bewijzen. Ook hier ligt voor de architectuurverantwoordelijken, maar ook voor de CIO, een taak om de rest van de organisatie te overtuigen van het belang van een gedegen EA. “Het helpt wanneer architectuur een
8e jaargang #4 | 2012
Voldoende inzicht, geringe opbrengst Uit het promotieonderzoek van Marlies van Steenbergen blijkt dat 74 procent van de organisaties aangeeft dat architectuur de complexiteit van organisaties inzichtelijk maakt. Niet meer dan 13 procent stelt dat kosten hiermee beheerst kunnen worden. Van de respondenten is 72 procent bovendien van mening dat architectuur een helder beeld schetst van de gewenste toekomstige situatie. Daarentegen geeft slechts 29 procent aan dat architectuur helpt complexiteit te beheersen. Ook samenwerking kan worden verbeterd. Zo vindt 38 procent dat er sprake is van structurele kennisuitwisseling. Slechts 28 procent van de respondenten is van mening dat architectuur wordt ingezet voor meer samenwerking binnen en buiten de organisatie. Het wetenschappelijk architectuuronderzoek bevat een aantal diepgaande casestudies, statistische analyses, een benchmark van 56 uiteenlopende organisaties en de resultaten uit een survey met 293 respondenten uit alle sectoren van de grootzakelijke markt en de overheid.
vaste vaardigheid wordt in plaats van een afdeling binnen organisaties”, stelde Marlies van Steenbergen tot besluit. “Bestuurders, IT-functionarissen en andere belanghebbenden dienen daarbij gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor een effectieve inzet van architectuur.”
IT in the boardroom
55
56
8e jaargang #4 | 2012
67E RONDETAFELBIJEENKOMST: MULTIVENDOR EN REGIE
‘Begeleidende rol extern beleggen’ Met de toenemende uitbesteding van IT-diensten wordt regie steeds belangrijker. Door versnippering van organisatieonderdelen, processen en technologieën is het evenwel moeilijk om de samenhang te bewaken en alle leveranciers integraal vanuit dezelfde doelstellingen aan te sturen. Hoe lost de CIO dit op? Samen met ITSM-leverancier 2e2 Consulting en Rob de Haas, sourcingsdeskundige en exGroup CIO van ABN Amro, werd gezocht naar het antwoord. Door onze redactie Fotografie Marcel Willems
H
oewel er zeker ook tegengeluiden hoorbaar zijn, is uitbesteding aan meerdere, liefst samenwerkende partijen voor veel CIO’s en andere IT-verantwoordelijken een aantrekkelijke gedachte. Al tijdens de voorstelronde van de exclusieve rondetafelbijeenkomst, die mede op initiatief van 2e2 Consulting in de Bossche Boardroom werd gefaciliteerd, bleek dat diverse deelnemers er de voordelen van inzien. Denk bijvoorbeeld aan minder vendor lock-in en de mogelijkheid om leveranciers te kunnen selecteren op hun toegevoegde waarde.
Hindernissen Uitdagingen zijn er echter genoeg. Denk aan de verkaveling, het (al dan niet) eerst op orde brengen van de ei-
gen IT-organisatie, het creëren van onderlinge samenwerking, de vraag hoe om te gaan met conflicterende belangen van de verschillende leveranciers, en de uiteindelijke inrichting van de regiefunctie. De voordelen tegen de hindernissen afwegende wordt het idee van one stop shopping door diverse discussiedeelnemers nog steeds als een aantrekkelijke optie gezien. “Een van de doelen van deze bijeenkomst is duidelijk maken hoe belangrijk goede regie is”, stelde sales director Hans Huntelaar van 2e2 Consulting tijdens de aftrap van de discussie. “Als ik de tijdens het voorstelrondje geuite vragen en suggesties beluister, is dat besef kennelijk meer dan voldoende aanwezig. Laten we hier aan de hand van onze ervaringen proberen te komen tot bruikbare uitgangspunten en
handvatten. Vanuit onze eigen praktijk heb ik geleerd dat goede tooling binnen IT-servicemanagement (ITSM) weliswaar belangrijk is, maar dat succes wordt geboekt op basis van goede regie. En dan gaat het vooral om relationele zaken, zoals samenwerking en het nakomen van afspraken. Vandaar ons IT-guardianconcept waar Rob de Haas later iets over zal zeggen. ITservicemanagement as a utility is wat ons betreft al mogelijk, net zo vanzelfsprekend en helder als water uit de kraan.”
Interface Volgens Jan-Willem Boere, ITSMarchitect bij 2e2 Consulting, moet de regiefunctie alle interne en externe ITcomponenten bijeen houden. “Mensen, processen en tools had je vroeger
IT in the boardroom
57
zelf in huis. Liep er eens iets niet goed, dan betrok je er een verantwoordelijke manager bij en werd de kwestie opgelost. Nu zowel een deel van de mensen als de spullenboel van buiten komt, is dat een stuk minder makkelijk geworden. Een goede regiefunctie is daarom essentieel, goed IT-servicemanagement is daartoe de sleutel.” Boere onderstreepte in Den Bosch het belang van geoliede, simpele en vooral geïntegreerde processen. “De hele regiefunctie wordt geïntegreerd in de CIO-office en de leveranciers blijven erbuiten.” Daarnaast is volgens hem een centrale gebruikersinterface voor de business wenselijk. Bijvoorbeeld in de vorm van een webportaal vol informatie, een servicecatalogus, een webshop voor diensten en een kennisbank. “Ook de integratie van de diverse providers is belangrijk”, vervolgde de ITSM-architect. “Met één systeem waar al het ticketverkeer doorheen gaat, hou je grip op de leverancier. Dat werkt veel beter dan één keer per jaar een rapport met eventueel een verrassende boodschap. Je kunt een uitbestedingscontract namelijk alleen maar ten volle uitnutten als je inzage hebt in de voortgang. Daar hoort een goede interface bij.”
ruimte in het contract zitten voor winwinsituaties: veranderingen op het gebied van de dienstverlening die voor beide partijen gunstig uitpakken. Een ander discussiepunt betrof het eigenaarschap. Het kan volgens een deelnemer namelijk niet zo zijn dat de business over een deel van de proces-
Resultaat
sen een eigen vorm van regie voert. “Dat moet je goed regelen vanuit de IT-governance”, aldus een van de aanwezige CIO’s. Het was geen toeval dat gastspreker Rob de Haas daar vervolgens meer over zou vertellen...
Het uiteindelijke resultaat is volgens Boere een ITSM-omgeving die is ingericht op regie over alle externe partijen in plaats van op het beheren en aansturen van de eigen IT-afdeling. “Op basis van een dashboard dat inzicht geeft in de performance van de providers kun je ze beter aansturen, aanzetten tot verbetering en desgewenst zelfs het contract aanpassen.” De discussie ging vervolgens over de wenselijkheid van ruimte in het contract. Wat doe je bijvoorbeeld bij onvoorziene omstandigheden of wanneer er werkzaamheden gevraagd of geleverd worden die buiten de scope van het contract vallen? Daarnaast moet er volgens enkele deelnemers
58
Het technische gereedschap is vanwege een toenemende volwassenheid steeds minder een issue
Uitvinder Rob de Haas is oud-Group CIO van ABN Amro en winnaar van de CIO of the Year Award 2008, en opereert tegenwoordig onder de naam Coachtosource als zelfstandig adviseur. Zijn specialisatie is regie c.q. governance bij uitbesteding aan meerdere marktpartijen, ook wel multivendorsourcing genoemd. “Het gaat daarbij niet langer om het omgaan met systemen die kunnen omvallen,” aldus De Haas, “maar
8e jaargang #4 | 2012
IT in the boardroom
59
Masterclass ITsourcing om processen die kunnen omvallen.” Vanuit de klant gezien draait het volgens hem om een goede inrichting van het contract, goede afspraken tussen leveranciers onderling en het toekennen van een zogenoemde guardian role aan een externe partij. “Deze organisatie doet in feite het IT-servicemanagement”, aldus De Haas, die niet onder stoelen of banken stak dat hij dit laatste destijds bij de grote uitbestedingstrajecten binnen ABN Amro niet optimaal had ingericht: “De twee eerste onderdelen waren bij ons goed afgedekt; we hadden bovendien alle kavels met de verschillende leveranciers afgebakend. Maar we waren vergeten dat het uiteindelijk gaat om goed lopende processen en de nodige onderlinge samenhang.” Het idee van een guardian role was volgens de oud-CIO pas op het laatste moment in hem opgekomen. “De avond voor de ondertekening van het contract vroeg ik me ineens af wie alles straks zou gaan managen. Ik heb toen besloten om dit bij hoofdaannemer IBM onder te brengen, omdat deze leverancier in meerdere opzichten het dichtst bij ons stond. Pas later zijn er echte inhoudelijke afspraken over die begeleidersrol gemaakt.”
Regie over outsourcing gaat in wezen gaat over het goed beleggen van IT-servicemanagement 60
Bij het aangaan van IT-sourcingsafspraken streven CIO’s doorgaans naar een scala aan voordelen, waaronder kostenbesparingen, variabele capaciteit, flexibiliteit en een grotendeels gedelegeerd beheer van IT. Maar dit alles kan alleen worden bereikt als de aanpak van het sourcingsinitiatief helder wordt gedefinieerd, geïmplementeerd en uitgevoerd: van strategie tot leveranciersmanagement. Outsourcing is een tweezijdige medaille. Het kan een succesverhaal worden of een totale mislukking. De meeste mislukkingen zijn het gevolg van een verkeerde aanpak of ontbrekende cruciale stappen in het proces. Tijdens de Masterclass IT-sourcing begeleidt oud-top-CIO en ervaringsdeskundige Rob de Haas de deelnemers bij dit delicate proces. De dagelijkse praktijk wordt gebruikt om te laten zien hoe je tot succesvolle uitbesteding komt. Met een hechte relatie met de sourcingsleveranciers als uiteindelijke resultaat.
Geen keuze Echt werken deed het volgens De Haas aanvankelijk niet. “Het probleem was dat we geen keuze hadden. Feit is namelijk dat ook wijzelf die guardian role niet op ons konden nemen, omdat we daar als organisatie niet op ingericht waren.” Je moet zo’n regievoerende retained organisation volgens de kenner misschien ook niet eens willen. Wanneer je daarvoor bepaalde mensen achterhoudt, ga je namelijk misschien toch weer een deel van het werk zelf doen. “Een externe, gespecialiseerde partij inschakelen was veel beter geweest”, aldus De Haas, die bovendien aangaf moeite te hebben met het begrip retained organisation: “Zorg in zo’n geval liever voor een nieuwe organisatie met nieuwe functies, waarop mensen moeten solliciteren. Daar wordt het bedrijf echt beter van.” De wisselwerking tussen ABN Amro en de uitbestedingsleveranciers werd uiteindelijk wel vlotgetrokken door het formuleren van een zogenoemde
8e jaargang #4 | 2012
side letter in de afspraken met de hoofdaannemer. De Haas: “Als IBM kan aantonen dat men er qua incidentmanagement alles aan gedaan had om een issue op te lossen, en het blijkt dat de betrokken leverancier daarbij in gebreke is gebleven, dan werd de claim verlegd. Maar nogmaals: je moet de begeleidende rol niet zelf op je nemen of bij de vendor leggen, maar bij een gespecialiseerde organisatie.”
Masterclass De waarde van een echt ervaringsdeskundige spreker was evident tijdens de druk bezochte rondetafelbijeenkomst in Den Bosch. De discussie maakte gedurende de sessie langzaam plaats voor gerichte (detail)vragen aan het adres van de oud-CIO, waarmee de bijeenkomst veeleer het karakter kreeg van een masterclass. Ook De Haas had dit in de gaten; hij memoreerde de deelnemers er derhalve fijntjes aan dat hij, eveneens in samenwerking met ICT Media, binnenkort in het kader van een échte masterclass een serie bijeenkomsten (zie kader) over het onderwerp belegt. Hoe dan ook: de voordelen van een externe guardian role zoals 2e2 Consulting die aanbiedt, zijn volgens de oud-CIO groot: een centraal punt voor rapporteren, een centraal punt dat de verantwoordelijkheid heeft voor de rapportages, verbetering van de servicemanagementpunten en daardoor een hogere kwaliteit van dienstverlening, betere executie, en een betere onderlinge afstemming en samenwerking binnen de keten. Volgens De Haas zou je zo’n guardian role ook heel goed kunnen meenemen bij de onderhandelingen over het contract. De Haas: “Waar vrijwel iedereen het heeft over het belang van een goede regie over outsourcing, ben ik tot de conclusie gekomen dat het in wezen gaat over het goed beleggen van IT-servicemanagement. Dat laatste is bepalend voor een goede of slechte regie. Dat heeft 2e2 Consulting goed begrepen.”
IT in the boardroom
61
68E RONDETAFELBIJEENKOMST: CONSULTANT EN POORTWACHTER
Worsteling met mobility Na de iPad stond de business op de stoep bij IT. Iedereen moest een tablet hebben. Mobility. Wat kan het de business brengen? Hoe heeft het de wereld veranderd? En wat vraagt het van de IT-organisatie? SAP en dit tijdschrift wijdden hier een rondetafelbijeenkomst aan. Door onze redactie
I
s er een voordeel aan mobility verbonden of is het vooral een hype? Dat wilde een van de deelnemers weten. “Natuurlijk hebben we allemaal onze smartphone nodig, maar wat levert het concreet op aan resultaten voor je business?” Na dit openingsschot benadrukte Chris McClain, Executive Vice President Global Mobility Solutions bij SAP, aansluitend het belang van mobility. Het is een van de vijf innovatiegebieden bij het internationale bedrijf. “We kochten anderhalf jaar geleden Sybase en ik ben toen gevraagd het innovatiegebied van mobility op te pakken. Wij maken nu zelf ook werk van wat we onze klanten adviseren op het gebied van mobility. Zo runnen we tegenwoordig onze business op iPads. We hebben er 17.000 gedistribueerd en ik kan mijn keten managen op deze tablet. Het hoofd Inkoop kan in onze pijpleiding kijken, net als het hoofd Verkoop en mijn CEO. Die laatste belde me onlangs op, met de vraag wat er in een bepaald land toch aan de hand was. Daar heeft hij realtime inzicht in.” Nicholas McQuire, Research Director Enterprise Mobility Strategies EMEA
62
bij IDC: “Met de komst van de iPad werd mobility een meer strategisch onderwerp. Veel ondernemingen zien mobility door de bril van risicomanagement. CIO’s en IT-managers zijn als de dood voor gebruikers die bedrijfsinformatie in de cloud stoppen
De data is het fundament, de appskant is steeds in ontwikkeling
alsof het niets is. Die cloud staat vervolgens ook nog eens in contact met hun corporate systemen. IT-verantwoordelijken hebben het gevoel daarover te weinig in control te zijn.”
8e jaargang #4 | 2012
Uitkristalliseren Aan de andere kant staan de CIO’s die mobility als een ontwikkeling zien. McQuire: “Hoe integreer ik die ontwikkeling in mijn bedrijfsvoering? Wil ik nieuw talent aan me binden? Wil ik een bepaald proces optimaliseren? Of wil ik nieuwe manieren van werken aanboren?” De waarheid ligt in het midden, tussen kans en bedreiging. “Het is een beetje van beide”, aldus McQuire. “Maar het is soms lastig om tussen de bomen het bos van de mogelijkheden te zien. Welke oplossingen moet je wel en welke moet je niet omarmen?” Een van de deelnemers gooide daarop de knuppel in het hoenderhok: “Veel leveranciers komen naar me toe en zeggen me dat ik een strategie voor mobility moet ontwikkelen. Maar dan moeten we toch echt eerst aan basisvoorwaarden voor beveiliging voldoen. Dan pas kun je een strategie opstellen. Laten we medewerkers eerst maar eens laten spelen met het nieuwe speelgoed. Laat de ontwikkeling zich maar uitkristalliseren.” McClain reageerde: “Je wilt geen politieagent spelen, maar gebruikers kracht geven om hun business op te pakken.”
Savvy gebruikers Gebruikers kracht geven. Het klinkt mooi, maar hoe doe je dat? McClain beaamde de moeilijkheidsgraad van deze kwestie: “Vind daar maar eens een manier voor. Dat is geen sinecure. Zeker is wel dat je geen hek om je bedrijf kunt zetten. Steve Jobs heeft nu eenmaal de mogelijkheid geïntroduceerd dat je apps kunt downloaden in minder dan een minuut, voor een euro. Die programma’s kunnen ook nog eens automatisch geüpdatet worden. Medewerkers weten dat.” En die savvy medewerkers moeten bediend worden, anders laten ze de ITafdeling links liggen, aldus McClain. “Het komt neer op het verbinden van je data intern – en de integriteit ervan die je wilt bewaken – met de buitenwereld via mobility.” Daar komen volgens hem hubs in beeld die de connectie leggen. De hubs bieden de techniek die de gebruiker moet ondersteunen. Die gebruiker ziet op zijn beurt het verschil tussen werk en privé vervagen. “Jongeren – jullie klanten van morgen – kunnen moeiteloos schakelen tussen verschillende gebieden; en dat per dertig seconden. Zij komen straks in een omgeving die hun regels meegeeft over bring your own device. Dat terwijl die omgeving zich aan hen zou moeten aanpassen.” Een van de deelnemers reageerde: “Die laatste constatering past bij mij. Ik ben niet de ict ingegaan om de techniek, maar om de toepasbaarheid voor de gebruiker.”
Fundament IT is jarenlang de kracht geweest achter het innoveren van businessmodellen, zei een ander. “IT moest de business helpen en heeft dat ook gedaan. Maar nu heb ik het gevoel dat de business het stokje heeft overgenomen. De business zegt: ik wacht niet meer op jullie bij IT. Dat is de hamvraag: hoe gaan we die brug weer bouwen?”
Denk mee, of je rol is binnen no time uitgespeeld
Een derde deelnemer pleitte ervoor het overzicht te bewaren: “Ik ben het daar niet mee eens. Die brug zijn we niet kwijt, de vraag is er altijd geweest. Ik denk niet dat de visie op architectuur en het gegeven dat je die architectuur nodig hebt, zijn veranderd. Je moet nog steeds je visie neerzetten voor een periode van drie tot vijf jaar. Een strategisch plan zet je immers niet voor de komende zes maanden neer, dat doe je voor een langere periode. Het is zaak je niet met elke ontwikkeling mee te laten slepen.” De data is het fundament, constateren de aanwezigen. “De appskant is telkens in ontwikkeling. Ondernemingen die daarin mee kunnen en de brug kunnen slaan tussen de data en de voorkant van de apps om nieuwe businessmodellen neer te zetten, hebben succes.” Daarbij komt dat het maken van applicaties aan de voorkant steeds gemakkelijker wordt. Een deelnemer stelde: “De endgame van leveranciers is ook om de business zo makkelijk mogelijk, wellicht met behulp van consultants, te laten instappen. Ik ben zelf geen softwareontwikkelaar, maar ik zie wel voor me dat gebruikers in de toekomst meer en meer zelf hun applicaties bouwen. IT neemt dan meer de consultantrol op zich en is tegelijkertijd een poortwachter, een beveiliger van de data.”
bruikt, waardoor de samenhang ver te zoeken is. “Daar moet IT dan ook zijn rol spelen. IT moet het plaatje van de informatiearchitectuur in de gaten houden. Als we een nieuw SaaS-model introduceren, wat is dan het effect op de bestaande architectuur?” Soms komt de rol van IT daarmee uit op standaardiseren, ook op het gebied van mobility, aldus een van de aanwezigen. “Het is daarmee een beetje zoals bij de opkomst van ERP. Om wildgroei te voorkomen, moesten we daar ook kiezen. Bij mobility is het precies hetzelfde.” Omarm de toekomst, sloot McClain af. “Je wilt niet dat je aan het bouwen bent aan systemen die zodra ze het levenslicht zien, eigenlijk meteen al legacy zijn. Begeleid de business, geef ze richtlijnen, denk mee. Doe je dat niet, dan is je rol binnen no time uitgespeeld.”
Wildgroei Het gevaar is wel dat er per business line, bijvoorbeeld sales of HR, verschillende SaaS-modellen worden ge-
IT in the boardroom
63
TIM LEONARD, CHIEF TECHNOLOGY OFFICER US XPRESS
Big data is brug naar de business Big data helpt US Xpress zes miljoen dollar per jaar te besparen. Daarbij wordt de CO2-uitstoot van de vrachtwagens tevens drastisch verminderd. Maar liefst 900 data-elementen – waaronder mobiele, geografische, sensorische en sociale gegevens – worden voor iedere wagen elke vijf minuten verzameld, opgeschoond in de cloud en naar de backoffice gezonden. Daarmee heeft iedereen binnen de ‘trucking company’ de beschikking over gegevens waarmee men routes kan optimaliseren en efficiënter onderhoud kan uitvoeren. Door Sytse van der Schaaf en Hotze Zijlstra Fotografie Roelof Pot
64
8e jaargang #4 | 2012
A
ls CTO van US Xpress heeft Tim Leonard zijn tanden gezet in een vernieuwende omgang met informatie. “Ik ben ervan overtuigd datbig data een belangrijke bron van waarde voor onze organisatie kan vormen”, aldus de Amerikaan die onlangs als spreker optrad tijdens het mede door dit blad georganiseerde Jaarcongres Information Management. Door informatie als een bedrijfsmiddel te beschouwen, kan volgens hem de IT-afdeling een belangrijke transformatie doormaken en beter inspelen op de behoeften van de business. Het belang voor een vervoersbedrijf is volgens Leonard evident. “We verstoken dagelijks duizenden gallons aan brandstof. Op basis van zeventien data-elementen zijn we maandelijks in staat om honderdduizenden dollars te besparen. Dus als je de juiste gegevens kunt verzamelen, en de kennis daaruit snel genoeg kunt inzetten, dan kun je daar enorme voordelen mee behalen. Informatie is daardoor voor onze organisatie een asset die de brug naar de business slaat. Samen met IT kan nu namelijk gekeken worden naar datagebaseerde mogelijkheden voor besparingen en groei. Ik ben ervan overtuigd dat elk deeltje aan informatie op enigerlei wijze van belang voor het bedrijf is – voor de business in het algemeen of voor een specifieke gebruiker in het bijzonder.”
Strategie
Big data kan een belangrijke bron van waarde voor onze organisatie vormen
Mobiliteit en het verdwijnen van de scheidslijn tussen BI en applicaties zijn hoeksteunen in Tim Leonards strategie. Hij maakt daarbij gebruik van SAP Hana-technologie voor in-memory business analytics en van Hadoop: een open framework waarmee je heel snel data uit verschillende bronnen en applicaties kunt analyseren. Daarnaast speelt Informatica een belangrijke rol bij de integratie van gegevens uit meerdere bronnen. Het belang van innovatie werd bij US Xpress, dat met achtduizend vrachtwagens op weg is naar een jaaromzet van miljarden dollars, altijd wel ingezien. Leonard: “Onze chairman en CEO, Max Fuller, gelooft heilig in het belang van de IT-afdeling bij het bewerkstelligen van een competitief voordeel en als enabler voor de business. Het top-down commitment aan innovatie is dus altijd sterk geweest. Inmiddels zitten we in de tweede fase van onze informatiemanagementstra-
tegie. Na het leggen van de basis zijn we ons met name gaan richten op het laten vervagen van de grens tussen applicaties en business intelligence op basis van Hana, Hadoop en Informatica. De laatste fase van onze informatiemanagementstrategie is gericht op mobiliteit. Binnen US Xpress is in feite alles mobiel en het gaat ons erom dat de truckers op de weg qua informatie volledig geïntegreerd zijn met de rest van het bedrijf.” Toen hij twee jaar terug arriveerde bij US Xpress bleek er al ontzettend veel data vastgelegd te worden vanuit de vrachtwagens die de pakketten van klanten vervoeren. Zo werd bijgehouden waar de wagens waren, wanneer ze tankten, wat de belading was en ga zo maar door – bij elkaar opgeteld wel 900 data-elementen. “In het hele concept rond mobiliteit werd echter weinig tot niets gedaan met de bijdrage die deze informatie zou kunnen leveren aan het oplossen van zakelijke uitdagingen”, aldus Leonard. Binnen het logistieke proces ligt de focus op het optimaal inzetten van een aantal fundamentele zaken: brandstof, onderhoud en de chauffeurs. Een van de belangrijkste sturingsindicatoren in het bedrijfsproces van een logistiek bedrijf als US Xpress is ongebruikte capaciteit. “Dat kan een vrachtwagen zijn die stilstaat of die niet optimaal beladen is”, vervolgt de CTO. “Ik heb ervoor gezorgd dat bij het plannen van ritten en belading realtime inzicht in het goederenvervoer in tegenstelling tot de periode voor mijn aanstelling wél gebruikt wordt. Dat heeft geweldige resultaten opgeleverd.”
Cubicles
Voor een chauffeur is zijn cabine wat de roemruchte Amerikaanse cubicles zijn voor kantoormedewerkers. “In de cabine komt heel veel informatie binnen. Over het brandstofgebruik, onderhoud, reistijden, noem maar op. De uitdaging was om al die gegevens in te zetten om de niet-productieve tijd van een voertuig terug te dringen. Chauffeurs die ten opzichte van collega’s te veel brandstof gebruiken, worden daarop via mobiele technologieën aangesproken. Alle informatie uit dertig systemen en geografische gegevens weten we via complex event processing om te zetten naar zinvolle bedrijfsinformatie. We beschikken over een dashboard waar we relevante gegevens kunnen zien, en kunnen doorklikken
IT in the boardroom
65
Data Quality
Trust
act
govern
social + device media On Premise Desktop Data
Transaction Data
Ultra messaging Cloud Data Integration
cloud
Binnen US Xpress wordt technologie van Informatica ingezet om het maximale rendement te behalen uit data. De integratie van data uit verschillende bronnen leidt zowel tot grote kostenbesparingen als het creëren van nieuwe businesswaarde. Het Informatica-platform ondersteunt zowel business als IT bij projecten waarbij veel gegevens uit verschillende bronnen tezamen moeten worden gebracht. Het is ontworpen om te werken met de meest uiteenlopende systemen en processen en stelt organisaties in staat om zowel het volume, de verscheidenheid als de complexiteit van big data te verwerken tot waardevolle informatie. Het Informatica-platform is ontworpen om standaardisatie en hergebruik te bevorderen. Het bestaat uit acht specifieke technologieën die zijn ontworpen om gegevens uit de gehele organisatie op een geïntegreerde manier om te zetten in bruikbare en betrouwbare informatieactiva. Het platform staat garant voor een uitgebreide, open, geïntegreerde en kosteneffectieve data-integratie, waarmee organisaties hun return on data kunnen maximaliseren door de waarde ervan tegen lagere kosten te verhogen.
Master Data Management
partners
Informatiewaarde door data-integratie
Complex Event Processing
B2B Data Integration
Enterprise Data Integration
application information lifecycle management 1. Het Informatica-platform.
om meer details te kennen. De business kan snel gedegen beslissingen nemen en die ook snel doorzetten naar de betrokkenen.” Alle relevante informatie is voor businessgebruikers binnen US Xpress beschikbaar op zowel laptops en pc’s, als iPads, iPhones en Android-toestellen. Via al deze apparaten is men bovendien in staat om met de chauffeurs te communiceren. De rijders worden dus in hun doen en laten gevolgd. Hoe krijg je de ‘nieuwe cowboys’ zover dat ze meewerken aan een dergelijk systeem? Leonard: “Wij hebben een beloningssysteem ingevoerd. Mensen kunnen punten winnen en krijgen daarmee korting in tal van winkels. Dat slaat aan.” Grote hoeveelheden data bewegen evenwel met zo’n grote snelheid heen en weer, dat verwerking met traditionele middelen niet meer werkte. De CTO spreekt in het kader van zijn aanpak van information flow processing: “Daarmee betreden we het domein van in-memorytechnologie en big data. De zogeheten Informatica Data Quality (IDQ) – de datakwaliteitsoplossing van Informatica – zorgt bovendien dat de uit diverse bronnen afkomstige informatie van de juiste kwaliteit is.” SAP Hana, Hadoop en Informatica werden zoals gezegd ingezet om de routeplanning iedere 20 minuten te voeden met statistische informatie over de belading van de achtduizend vrachtwagens tellende vloot van US Xpress. Dankzij een innovatieve inzet van IT is de grens tussen zakelijke applicaties en business intelligence binnen het bedrijf in-
66
8e jaargang #4 | 2012
middels gaan vervagen. Leonard: “Dat is in mijn ogen waar we naartoe moeten met het onderwerp van informationmanagement.”
Voorwaarden De CTO is bij wijze van spreken een levende encyclopedie op het gebied van big data, die als een van de weinige ITverantwoordelijken de slag van data naar businesswaarde al in de praktijk heeft weten te realiseren, op basis van clusters bestaande uit businessmensen en IT’ers met specifieke kennis van een zeer hoog niveau. Leonard gaf wel aan dat dit veranderingsproces in het informatiemanagement van US Xpress alleen zo succesvol kon zijn omdat de pakjesbezorger al heel veel geïnvesteerd had in de intelligentie in vrachtwagens en de pakketten. Ook andere belangrijke voorwaarden voor succes waren aanwezig of werden door Leonard op de juiste plaats gezet. “Nogmaals: ik had het geluk dat mijn bedrijf geleid wordt door iemand als Max Fuller, die in de volste overtuiging leeft dat informatietechnologie een allesbepalende rol speelt bij innovatie in de organisatie. Daarnaast heb ik ervoor gezorgd dat in het omvangrijke portfolio van IT-projecten met wel 400 verschillende projecten de business veel meer inspraak kreeg in de prioritering. Dat heb ik gedaan door verschillende businessclusters aan het werk te zetten die elk bijgewoond werden door een IT-manager van hoog niveau, om dit overleg zo productief mogelijk te maken.”
IT in the boardroom
67
Column
Door Bernhard van Oranje Fotografie Roelof Pot
Vallen en opstaan Al jaren ben ik als gebruiker enthousiast over Apple. Dat komt niet door het bedrijf, maar door de innovatiekracht en het begrip van de gebruiker. Veel organisaties zijn te log en hebben niet meer de gave innovatief te zijn. Dat moet beter kunnen. Recentelijk introduceerde Apple de nieuwe MacBook Pro. Hij lijkt meer op een MacBook Air: licht, stevig, goed ogend en door de enorme rekenkracht is het meer dan een volwaardige computer. De innovatie zit opnieuw in de goede ervaring die de gebruiker met het apparaat heeft, en niet zozeer in het nieuwe. Het is een slimme integratie van de iPad- en MacBook-technieken in combinatie met de mogelijkheid grote hoeveelheden flash-geheugen te implementeren.
Totale ervaring Apple is uniek omdat het een groot bedrijf is en het toch voor elkaar weet te krijgen om sexy te blijven overkomen. Ondernemingen als Microsoft maken prima producten, maar weten niet die sfeer te creëren en de gebruiker datzelfde gevoel van een fantastische ervaring te geven. Voor de maker van de BlackBerry, Research in Motion, ziet de toekomst er somber uit omdat te consumentenmarkt te laat in hun vizier kwam. De zakelijke gebruiker is buiten werktijd ook een consument. Inmiddels zijn werk en privé moeilijk te scheiden en moet technologie dat andere denken ook in zich hebben. Dat is voor veel bedrijven nog moeilijk te realiseren omdat zij te veel in een vast patroon zitten en log reageren. De standaardoplossing is het overnemen van start-ups die gebouwd zijn op een innovatief idee of een nieuwe benadering van een probleem. Hierdoor krijgt innovatie toch vorm in de integratie in een portfolio of product, maar niet de totale ervaring. Integratie wordt niet altijd naadloos uitgevoerd en dan heb je wel de functionaliteit, maar is de totale ervaring er niet. Je kunt een iPod of iPhone namaken, maar zonder iTunes is er geen totale ervaring van gemak. Je kunt een productlijn van computers, tv, telefoon en andere zaken opzetten, maar zonder de naadloze integratie is de gebruikerservaring minder. Het goed op elkaar laten aansluiten van zaken is de crux binnen een prettige ervaring voor de gebruiker. Dat is een kwestie van technisch doen, maar ook van de markt begrijpen.
Eigen markt Mijn onderneming maakt regelmatig software voor start-ups. Dat zijn vaak inspirerende ideeën die uiteindelijk in een groter bedrijf tot hun recht moeten komen. De oplossingen zijn kansrijk en kunnen (op de juiste manier ingezet) het niveau van Apple eenvoudig aan. De koper van zo’n startente onderneming heeft in potentie goud in handen. Wat ik echter ook zie, is dat in de Nederlandse en Europese markt weinig wordt geïnvesteerd. Terwijl er in de VS startup bootcamps zijn, startup hostels en een levendige venturekapitaalmarkt die innovatie stimuleert. Als IT-start-up moet je dus eigenlijk naar de VS. Dat is ongelofelijk jammer, want juist de innovatie is wat de economie drijft. Als we als Europa geloven in het kunnen van bedrijven, dan moeten we een ondernemersgeest durven te hebben. Dat is niet zonder risico, want innoveren gaat met vallen en opstaan. Ook Apple heeft de nodige mislukkingen achter de rug; denk maar eens aan de Newton. Alleen kwam dat idee jaren later terug als de iPhone. En die gebruik ik nu iedere dag!
BERNHARD VAN ORANJE is medeoprichter van nearshorebedrijf Levi9 Global Sourcing en juryvoorzitter van de CIO of the Year Award.
68
8e jaargang #4 | 2012
Opinie
Door Erik Lamers
IT-consumerization vereist effectief beleid De inzet van privédevices, -diensten en -applicaties zorgt voor grote veranderingen op de werkplek. Dankzij deze ‘consumerization of IT’ krijgen organisaties de kans om de rol van IT te transformeren van een reactieve, risicobeperkende rol naar een meer strategische.
B
elangrijk is wel dat er enkele stappen worden gevolgd. Voordat er beleid wordt ontwikkeld voor het gebruik van persoonlijke devices op de werkplek moet worden vastgesteld in hoeverre er sprake is van de ‘bring your own technology’-trend binnen de eigen organisatie. IT-verantwoordelijken kunnen daartoe een audit uitvoeren om zicht te krijgen op de impact van het gebruik ervan. Vervolgens is het noodzakelijk dat er wordt gekeken naar hoe en in welke mate privétechnologie wordt gebruikt. Aan de hand van de resultaten moet men een plan maken voor een optimaal gebruik van BYOD op de werkplek. Denk aan het identificeren van medewerkersgroepen, het definiëren van verantwoordelijkheden van werknemers en het afstemmen van applicaties en devices die na implementatie de productiviteit vergroten. Daarnaast kunnen trainingen helpen om de implementatie te versnellen en prestaties te verbeteren. Als organisaties een helder beeld hebben van wat hun medewerkers nodig hebben, welke privédevices door hen worden gebruikt en hoe ze de apparaten willen inzetten, kan er worden gestart met de ontwikkeling van applicaties en diensten.
Onderschat Bij veel organisaties wordt de meerwaarde van het gebruik van privétechnologie op de werkplek onderschat. De meeste medewerkers hebben ermee geen toegang tot dezelfde zakelijke data als op hun bedrijfscomputer. Mede door het samenvoegen van data kunnen de voordelen van deze technologieën worden benut. Daarnaast is het overgrote deel van bedrijfsapplicaties niet voor mobiele toestellen geoptimaliseerd. Ervaringen met appstores voor consumenten kunnen door de IT-afdeling worden gebruikt en toegepast om aan de specifieke behoeften van de eigen zakelijke omgeving te voldoen. Een zakelijke appstore dient medewerkers niet alleen te voorzien van een centrale plek om applicaties te downloaden, maar moet ook voorzien zijn van goedkeuringsprocessen en workflows.
Onderdeel van het proces om IT-consumerization te integreren op de werkplek, is dat er een beleid wordt opgesteld waarin duidelijk staat hoe medewerkers hun privédevices binnen de organisatie mogen gebruiken. Voor veel organisaties zal dit een behoorlijke cultuurverandering met zich meebrengen. IT-verantwoordelijken moeten een bepaalde controle loslaten en medewerkers dienen zich te realiseren dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de manier waarop ze hun spullen binnen de organisatie gebruiken. Wel is het voor medewerkers van belang open te staan voor gedeeltelijk toezicht op het gebruik van privédevices en consumententechnologieën. Dit beleid moet worden versterkt door frequente formele en informele communicatie tussen IT-managers en medewerkers. Het implementeren van beveiligingssystemen voor specifieke devices is niet voldoende. Het is van belang dat beveiligingssystemen worden uitgebreid naar alle platformen zodat alle endpoints kunnen worden beheerd.
Beveiliging Consumerization biedt organisaties mogelijkheden om strategisch voordeel en onafhankelijkheid te creëren. Om ervoor te zorgen dat het fenomeen veilig en betrouwbaar ingezet kan worden, moet een organisatie kijken naar de betrokken mensen, processen en tools. Organisaties kunnen op basis daarvan de stap maken van een reactieve en risicobeperkende houding, naar een strategische werkwijze. Pas dan profiteert de organisatie van de voordelen die de inzet van consumententechnologie met zich mee kan brengen.
ERIK LAMERS is business develop✒ ment director bij Avanade Nederland.
IT in the boardroom
69
DE VERNIEUWDE IT-ORGANISATIE:
Van trendhopper naar innovator IT-organisaties zitten boven op technologietrends als virtualisatie en cloud. Hype-cycles voeden budgetstromen. Maar aan welke trends zijn IT-organisaties zelf onderhevig? Dat verdienmodellen van bedrijven veranderen door digitalisering is al merkbaar in branches als media, telecom, banking en retail. Het wordt onderkend dat sociale media invloed hebben op klantrelaties en dat we hard op weg zijn naar ‘social CRM’ en ‘social customer support’. Maar zijn IT-organisaties klaar voor deze nieuwe rol? Door Marco Gianotten
70
8e jaargang #4 | 2012
D
e meeste organisaties zijn decennia geleden opgezet, in een tijd dat IT vooral draaide om het automatiseren van de bestaande bedrijfsprocessen. Techniek stond voorop en competenties werden daarop gebaseerd. Dat technische fundament van netwerken en servers wordt al grotendeels uitbesteed en steeds meer als cloudoplossing geleverd. Wat blijft er dan nog over voor de IT-organisatie? Aan harde techniek weinig, maar aan nieuwe competenties is de behoefte juist groeiende. Integratie van publieke en private clouds, faalpreventie, big data en mobiele applicaties vergen meer communicatieve en creatieve competenties. Never waste a good crisis: vooruitstrevende CIO’s kiezen niet alleen voor radicale besparingen, maar ook voor constructieve innovatie. Daarvoor moet ook de eigen IT-organisatie worden ‘verbouwd’. Wat zijn de ist en soll van de IT-organisatie?
waarde van een IT-organisatie ligt straks niet meer in het centraal beheer van de IT-assets, maar in werkelijk toegevoegde waarde die je biedt aan de business in termen van top-line en bottom-line. De uitdagingen die de business voor IT heeft, worden anders: helpen het concurrentievermogen van het bedrijf te verbeteren, samen nieuwe businessprocessen modeleren en nieuwe businessmodellen met big data ondersteunen. Deze uitdagingen vergen heel andere competenties dan puur technische vaardigheden als programmeren of interfaces bouwen. CIO’s zullen zich actief moeten bezighouden met de vraag in welke richting hun organisatie beweegt, voordat IT met de business kan co-innoveren. Je wordt als technologiechef pas relevanter voor de business wanneer van je eigen postzegel afkomt: het gaat dan niet meer om het percentage van de omzet dat aan IT wordt besteed, maar de impact op het hele bedrijf.
Samenwerken
Transformeren
Het veranderpad loopt van afhankelijkheid naar echte samenwerking. Decennialang had de business de IT-organisatie voornamelijk nodig, omdat ze zelf geen infrastructuur of applicaties konden kopen, inrichten en onderhouden. Die afnemerafhankelijkheid is nu veel minder: de business en gebruikers kunnen steeds meer zelf. De toegevoegde
De contouren van de IT-organisatie van morgen tekenen zich af. De veranderingen gaan in hoog tempo en in enkele jaren zullen veel IT-organisaties moeten transformeren. Wanneer big data bijvoorbeeld cruciaal wordt voor het concurrentievermogen, kan de ITorganisatie niet meer opgedeeld worden in infrastructuur en applicaties. In 2011
IT Organisation
Yesterday
stelde The Economist vast dat ‘data equity will be as important as brand equity’. Hoe manage je dat? De kansen zijn groot evenals de uitdagingen om IT als een bedrijfsfunctie te innoveren. Wat is nu het onderscheid tussen de oude en de nieuwe IT-organisatie? De bij dit artikel geplaatste figuur bevat een schematische weergave van de verschillen tussen ‘gisteren’ en ‘morgen’.
Open Innovatie Tour Wat zijn trends die IT-organisaties gaan veranderen? Welke veelbelovende startups zijn nu bezig zakelijke IT te transformeren? Hoe pakken voorbeeldbedrijven als Boeing en Starbucks digitale innovatie aan? Wat kan je als CIO leren van digitale iconen als Google en Apple? Deze vragen – en antwoorden – staan centraal op de Open Innovation Tour van Oracle in de eerste week van oktober. Peter Hinssen en Marco Gianotten hebben een bijzonder programma samengesteld voor San Francisco en Seattle. Ruim twintig CIO’s en topmanagers uit Nederland en België hebben zich al aangemeld. Belangstelling? Een preview van het programma staat online (http:// linkd.in/McCDPq). Deelname is mogelijk na een selectie. Het programma start op maandag 1 oktober in San Francisco en eindigt op zaterdagochtend 6 oktober in Seattle.
Tomorrow
Business focus
Cost-reduction
Driving business change
Budget discussions
Opex vs. capex
Reducing waste in spend
Innovation focus
TCO reduction
Business’ bottom-line and top-line
Foundation
Infrastructure
Infostructure: data-centric
Delivery goals
On Time On Budget
On Value
Technology focus
Storage, computing, network
Social crm, mobile, data, apps
Legacy
Contain
Eliminate
Cloud
Novelty use (testing, storage)
For core systems (core2cloud)
SLA KPIs
Technology metrics
Business outcome
Success based on
Average performance
Experience by stakeholders
Outsourcing
More for less
Transformation
User centricity
User interface
User engagement
User satisfaction
Tick in the box
Perception is performance
Workspace
One size fits all (T-ford notebook)
Bring Your Own
User services
Offshored helpdesk
Self service and user-to-user support
Communication
Products (IP PBX, UC)
Immediate service (IM, video, voice)
Figuur 1. Verschillen tussen ‘gisteren’ en ‘morgen’ (bron: Giarte). ARCO GIANOTTEN is oprichter en ✒ Mdirecteur van Giarte.
IT in the boardroom
71
FRANK SLOOTMAN, CEO SERVICENOW
ITSM uit de cloud De opmars van software as a service (SaaS) neemt een keur aan veelbelovende bedrijven met zich mee. Het Amerikaanse ServiceNow is er zo een: aanbieder van IT-servicemanagement on-demand. Frank Slootman, tot voor kort CEO van de storage- en infrastructuurleverancier Data Domain (later gekocht door EMC) en groot geworden in de enterprisesoftware, staat er sinds ruim een jaar aan het roer. Bij ServiceNow komt voor hem alles tezamen. Door Hotze Zijlstra
72
8e jaargang #4 | 2012
IT in the boardroom
73
W
e spreken de al tientallen jaren in de VS residerende Nederlander tijdens een bliksembezoek aan ons land. Frank Slootman en zijn medewerkers hebben in het Sheraton-hotel op Schiphol een zaal afgehuurd voor enkele strategische besprekingen. Bovendien zal er contact zijn met enkele grote klanten. De ServiceNow-CEO heeft het druk, maar vindt niettemin de tijd om wat vragen te beantwoorden. Hij waarschuwt evenwel dat hij niet over cijfers en resultaten kan uitwijden, want er is een beursgang in voorbereiding. Om commentaar en lastige vragen van toezichtsorgaan SEC te voorkomen, houdt Slootman zich op dat gebied liever op de vlakte. Over de achtergronden van ServiceNow, de trends en ontwikkeling alsmede de roadmap spreekt hij evenwel honderduit. Kunnen we Nederlands praten? “Geen probleem”, zegt hij met een onmiskenbaar Amerikaanse tongval. Wat doet ServiceNow precies? “Wij zijn het platform voor het beheren van de totale IT binnen ondernemingen. Bedrijven maken hun eigen keuzes qua applicaties en infrastructuur, maar ze gebruiken ons om het geheel te managen. Zie ons als een ERP voor IT: alle applicaties, projecten, workflows en taken stromen door ons systeem. Oplossingen zoals wij die bieden, komen van origine uit de helpdeskmanagementhoek: een primitieve vorm van wat nu wel incident- of requestmanagement wordt genoemd. Inmiddels is er een veel breder concept in de markt gezet dat we kennen als het op ITIL-gebaseerde IT-servicemanagement, kortweg ITSM.”
ITSM is natuurlijk een begrip, maar wat maakt jullie uniek? “Bij ons wordt IT gezien als een online service en is in die zin niet anders dan Amazon.com, eBay, Google, Facebook of een andere webgebaseerde dienst. De IT-organisatie biedt zich aan de eindgebruikers aan als een service, waarmee op een voorgedefinieerde manier wordt geïnteracteerd. Zo’n 90 procent van de organisaties draait nog op clientservicegebaseerde legacy-systemen en zijn sterk helpdeskgeoriënteerd. Hun incident- en requestmanagement vindt plaats op basis van nogal primitieve systemen. ServiceNow introduceert een concept waarmee de IT-organisatie de mogelijkheid heeft om alle applicaties via een service oriented architecture te consolideren binnen één system of record: één manier om data in te voeren, één set concepten en artefacten, één set rapportagemiddelen, zodat je alle geldstromen binnen de IT transparant hebt. Dit behelst een complete transformatie van de IT-functie.” Geen helpdesk meer? “De helpdesk wordt hooguit een secundaire activiteit, want de primaire workflow wordt geïnitieerd door het ITSM-portal zelf. IT krijgt hiermee de mogelijkheid om zich net zo naar de rest van het bedrijf te profileren als het bedrijf naar de eindgebruiker doet. Als een merk, zogezegd. Zeker bedrijven die sterk brand centric zijn, hechten hier waarde aan.”
74
8e jaargang #4 | 2012
Je hoort de belofte wel vaker: de eindgebruiker komt zelf aan de knoppen te zitten. Maar wat wordt er nu werkelijk waargemaakt? “In elk geval hoeven medewerkers niet langer voor de oplossing van een probleem iemand anders te bellen, en als het tegenzit weer een ander. Zo worden bijvoorbeeld bij een haperende of trage server automatisch de nodige routines opgestart. Daarbij wordt bij het stellen van de diagnose tegelijk een grote hoeveelheid contextinformatie verzameld, wat een ware uitkomst is voor degene die het probleem moet gaan oplossen. Indien mogelijk onderneemt het systeem zelf actie; bijvoorbeeld een reboot van een server of een reset van een virtuele machine. Hiermee functioneert het systeem feitelijk geheel automatisch, maar wel binnen de controle van de eindgebruiker.” Is de stap naar de cloud door jullie technologie gemakkelijker te maken? “De meeste organisaties hebben inmiddels wel een bepaalde mate van level of comfort ten aanzien van de ITSMinformatiestroom in de cloud. Alleen energiebedrijven en andere grote organisaties die het doelwit van aanvallen zouden kunnen zijn, zullen nog terughoudend zijn.” Laat ik het anders vragen: is het gemakkelijker om regie te voeren op een landschap dat bestaat uit legacy-systemen en clouddiensten? “Je zult ons bij ServiceNow niet de hele dag door op de cloudtrommel horen slaan. Cloud is veeleer een moderne architectuur dan een specifieke functionaliteit. De cloud is voor ons vooral de manier waarop we onze service aanbieden.” Heb je het idee dat je een dienst levert die op het netvlies staat van de IT-beslisser? “Ja, big time. We zijn als oplossing in de markt echt bekend aan het worden. Bovendien heeft ons type transformatie impact op de hoogste bestuurslaag binnen IT: men wil de IT heel snel tegen lagere kosten op een hoger niveau brengen, het liefst vanuit een moderne, flexibele en servicegeoriënteerde organisatie. Want waarom zou IT er niet net zo uit kunnen zien als Amazon.com? Online, intuïtief, gestructureerd; een plaats waar je als eindgebruiker heen wílt in plaats van heen móet.” Laten we eerlijk zijn: IT-servicemanagement is voor de CIO toch een gelegeerd probleem? “IT-management wel, maar de IT als zodanig niet. Nu een vraag aan jou: waarom zitten veel CIO’s maar zo kort op hun plek?” Omdat ze vaak niet leveren wat de klant of het bedrijf vraagt. “Precies! De door mij geschetste transformatie is dus wel érg belangrijk voor ze.” Hoe ziet die transformatie er over het algemeen uit? “Stap één is een massale consolidatie van systemen. Een van de grootste uitdagingen voor onze klanten is wat wij de application spraw noemen: een enorme uitdijing van een veelvoud aan verschillende en vaak ook redundante applicaties. Hierdoor stijgen de kosten enorm en kan de IT-func-
IT in the boardroom
75
tie niet vernieuwen. De enige manier om geld beschikbaar te maken is de applicaties te consolideren en als één geheel te managen. Daarbij kun je als bedrijf mensen door het automatiseren van ITSM-processen aan een arbeidsintensief proces onttrekken en desgewenst elders inzetten. Het meest zichtbare deel van de transformatie is, nogmaals, die webgebaseerde IT-store.” Door de mogelijkheden van de cloud gaat de business steeds meer zijn eigen gang. Bedrijven en met name ITafdelingen krijgen er op deze manier nog een uitdaging bij. Hoe staan jullie daar tegenover? “Je werpt me hier een soft ball toe. Het probleem is inderdaad dat de IT sinds de dagen van het mainframe aan invloed verloren heeft. Ook client-server is tenslotte een architectuur die de business in staat stelde om z’n eigen aankopen te doen. Met SaaS is dat nog veel erger: alles wat je nodig hebt, is een internetarchitectuur! ServiceNow is voor IT-organisaties niet alleen een manier om de eigen processen te automatiseren, maar het wordt door de IT-functie tevens ingezet als een platform om de business beter te bedienen. Met andere woorden: wij zijn in staat om dit in korte tijd en tegen lage kosten te realiseren. Dat is nog eens wat anders dan te laat en te duur.”
Het heeft geen enkele zin om de legacy naar de toekomst te blijven schuiven
Wat is jullie business- en technologieroadmap? “Er zijn binnen IT nogal wat bewegende delen: project-, lifecycle- en portfoliomanagement, maar ook risk & compliance, configuratie, noem maar op. Er komt ook steeds meer bij. ServiceNow kan dit, als ERP voor IT, allemaal vanuit één omgeving managen. De user interface wordt daarbij steeds belangrijker. Wij zijn nog opgegroeid in een tijd van modale applicaties, die je opstartte en waarmee je vervolgens gedurende een bepaalde taak bleef werken. Dat gaat onder invloed van social IT veranderen. Mensen zijn op verschillende manieren met elkaar verbonden en werken dus op een andere manier en met andere applicaties samen. Wij zien e-mail al als een legacy-technology. Bij Facebook werkt en communiceert men bijvoorbeeld alleen maar binnen de eigen Facebook-omgeving. Op zulke tendensen moeten wij inspelen. Als bedrijven hun IT-servicemanagement binnen Facebook willen doen of op vergelijkbare wijze, dan faciliteren wij dat. Het voordeel is dat binnen zo’n sociaal IT-netwerk de informatie over bijvoorbeeld een incident of verzoek de gebruiker gaat volgen in plaats van andersom.” De oude muren rond systemen en applicaties gaan verdwijnen? “De eindgebruiker herkent ze in elk geval niet meer. Deze ziet alleen nog maar stromen van informatie en het is volkomen irrelevant waar deze vandaan komt. Men consumeert
76
informatie zonder dat er applicaties geopend of gesloten hoeven te worden. Dat gaat een enorme verandering teweegbrengen, want we gaan gelijk afscheid nemen van fysieke metaforen als bestanden, mappen, programma’s, het bureaublad, enzovoorts. Dit komt allemaal tezamen binnen een nieuw fenomeen.”
8e jaargang #4 | 2012
ERP voor IT zei je, maar dat heeft ook een negatieve connotatie. Je vervangt oude legacy voor nieuwe, de lock-in ligt op de loer en zo ken ik er nog wel een paar... “Ik zal niet ontkennen dat ERP een mixed blessing is. Waar het om gaat, is dat het een compleet portfolio van verschillende, maar wel geïntegreerde functionaliteiten betreft. Met name dat laatste is fundamenteel. Het hangt samen met een groot probleem bij veel leveranciers. Die zijn namelijk niet in staat om hun eigen producten uit te faseren en rigoureus te vervangen voor iets wat flexibeler, beter of meer geïntegreerd is. Het heeft geen enkele zin om de legacy naar de toekomst te blijven schuiven. En ik geef toe: ook wij zullen onszelf op een gegeven moment opnieuw moeten uitvinden, daar ontkomen we niet aan.”
Je hebt een behoorlijke staat van dienst. Waarom ben je eigenlijk bij ServiceNow aangehaakt? “Omdat het een opportunity vertegenwoordigt in een nieuwe strijd om het platform. Binnen de software-industrie is dat namelijk de meest machtige positie die je kunt verwerven. Pakweg vijftien jaar geleden was Windows het platform voor applicatieontwikkeling. Maar de enige die daar geld aan verdiende was Microsoft zelf, dus daar was verder weinig eer te behalen. Na Microsoft kwam Java; ontwikkeld door Sun, maar feitelijk overgenomen door open source. De strijd is nu weer open, maar dan gebaseerd op een cloudmodel.” Wat neem je mee uit je vorige werkkringen? “Binnen de infrastructuur is er slechts een zeer beperkte ruimte voor fouten. Het wordt heel strak gemanaged. Binnen de storage lig je er al na één fout uit, terwijl je binnen de software bij wijze van spreken negen levens hebt. In die zin kan software dus veel leren van infrastructuur: de servicelevels en de betrouwbaarheid liggen er stukken hoger. Software zoals we van vroeger kennen bestaat straks trouwens niet meer. Je kunt kiezen uit software as a service en software as an applicance. Meer smaken zijn er niet.”
FROM A SPARK OF INSPIRATION TO A WILDFIRE OF INNOVATION. Verizon technology and solutions do more than revitalize organizations. From helping manufacturers with solutions that enhance structural comfort and safety, to improving financial services systems that promote a healthier economy, they enrich people’s lives. See how Verizon is leading innovation that touches you at verizon.com/enterprise.
© 2012 Verizon. All Rights Reserved.
IT in the boardroom
77
Gezien, geweest, gesproken
w
Door onze redactie
BUSINESS DISCOVERY WORLD TOUR
Consumerization leidt tot BI-adoptie Gartner ziet dat slechts 28 procent van de potentiële gebruikers daadwerkelijk gebruikmaakt van business intelligence (BI). En dat terwijl er ontelbaar veel tools beschikbaar zijn voor informatiewerkers, waarmee de exponentieel toenemende hoeveelheid informatie kan worden verwerkt. De kerntaak van IT verschuift binnen de zogenoemde ‘new enterprise’ van het leveren naar het mogelijk maken van BI, zo bleek tijdens de Business Discovery World Tour van QlikTech.
78
8e jaargang #4 | 2012
J
ames Richardson, research director bij Gartner, legde tijdens zijn keynote een directe link tussen de lage adoptiegraad van BI en het fenomeen consumerization. Vanaf het hoogste punt in het Evoluon in Eindhoven sprak hij meer dan 600 toehoorders toe: “Van de negen technologische ontwikkelingen die invloed hebben op BI, zijn er vier die het gedrag van consumenten als uitgangspunt nemen. Daarbij onderscheiden ze zich op het gebied van gebruiksvriendelijkheid, snelheid en relevantie voor de individuele gebruiker.” Erica Driver, wereldwijd verantwoordelijk voor de productmarketing bij QlikTech, vergeleek de informatiewerkers van vandaag met de jagers uit de oertijd. Ze gaan op zoek naar wat ze nodig hebben door gebruik te maken van de tools die er zijn. Doel van de jagers is om – ongeacht de tijd waarin ze leven – zo snel mogelijk en zonder al te veel obstakels te vinden wat relevant voor hen is. “Het probleem is dat we tegenwoordig te maken hebben met een enorme hoeveelheid aan tools en dat de perfecte oplossing die ons helpt om beslissingen te nemen nog altijd in ontwikkeling is. Hoe gaat een business-discoverytool dan bijdragen aan het verbeteren van het leven van een informatiejager? Uiteraard door goed te luisteren naar wat klanten en de markt te vertellen hebben”, aldus Driver. In haar presentatie van het QlikView.Next-vijfjarenprogramma lag vervolgens een sterke focus op gebruiksgemak, samenwerking en het mogelijk maken van the new enterprise.
Zelfstandig The new enterprise is een organisatie die gebouwd is en gevoed wordt door zelfstandig opererende mensen. Men-
sen die zelf hun data manipuleren, zelf hun tools aanschaffen om hun werk goed te kunnen doen, en zelf content, mash-ups of apps creëren. Informatiewerkers binnen deze organisaties zijn vrij om te innoveren met nieuwe technologieën. IT ondersteunt hen met selfservicetools en platforms. In deze moderne organisatie wordt IT gezien als een enabler binnen de organisatie die andere delen van de business mogelijk maakt in plaats van als een separaat onderdeel van het bedrijf. Aan de CIO de taak om op te treden als matchmaker tussen de behoefte aan informatie op de werkvloer en de mogelijkheden van de technologie. “Hoe-
hun BI-strategie gestalte te geven.” Zijn aanbeveling is dan ook dat bedrijven de consumerization trends in hun BI-plannen moeten omarmen in plaats van ontwijken. Deze zullen de adoptiegraad van 28 procent verder doen stijgen. Bovendien moeten bedrijven kijken naar mogelijkheden om de usability, de prestaties en de relevantie van BI-tooling te verbeteren. “Door mensen met data te laten spelen komen ze tot nieuwe inzichten. Het is niet de hoeveelheid data die beschikbaar is die mensen helpt om tot betere beslissingen te komen, maar de hoeveelheid tijd en analyse die er aan data besteed wordt.”
wel de technologie zich al lange tijd in een volwassen stadium bevindt, ontbreekt het veel bedrijven nog altijd aan een strategie met betrekking tot BI en informatie”, stelde James Richardson van Gartner. “Van de rapporten die via onze website verkrijgbaar zijn, is mijn checklist voor BI-implementaties het meest gedownloade document in het vakgebied. Het laat zien dat bedrijven hard op zoek zijn naar handvatten om
Gorgeous & genius Om de snelle ontwikkeling in behoeftes van gebruikers het hoofd te bieden heeft QlikTech haar langetermijnvisie onderverdeeld in vijf thema’s: gorgeous & genius (een aantrekkelijk en uitnodigend design), compulsive collaboration (samenwerking is nodig om beslissingen te nemen), mobility with agility (mobiele toepassing als uitgangspunt), the premier platform (implementaties
Gebruiksvriendelijkheid
Snelheid
Relevantie
Enable users:
Power performance:
Improve fit:
• Interactive visuals • BI integrated search • Mobile BI
• In-memory analytics • Cloud based services • Columnar databases
• Self-service • Scenario medeling • Analytical MDM
Figuur 1. Van de negen technologische ontwikkelingen die invloed hebben op BI zijn er vier consumentgedreven.
IT in the boardroom
79
met inzicht en eenvoud kunnen uitvoeren) en ten slotte het mogelijk maken van the new enterprise. Gedurende de afgelopen twee decennia is er aanzienlijk geïnvesteerd in het automatiseren van bedrijfsprocessen met softwareoplossingen die substantiële hoeveelheden data verwerken. Niettemin is er altijd sprake van het probleem van de ‘last mile’ net als in de telecomindustrie. Ook daar geldt dat als het laatste stukje glasvezel niet wordt doorgetrokken naar de huiskamer, de gebruiker nog altijd geen verbinding heeft. “Die uitdaging geldt ook voor big data”, aldus Erica Driver van QlikTech. “Zonder de juiste tooling waarmee de juiste data in handen komt van de gebruiker op de werkvloer, is iedere investering in een bigdata-infrastructuur weggegooid geld.”
Indicatoren “De volwassenheid van de organisatie en het soort manager dat een organisatie of afdeling aanstuurt, zijn in mijn ogen belangrijke indicatoren voor de adoptie van de consumerizationtrends binnen een bedrijf”, aldus Ronald de Kort, COO bij Service Point en een van de bezoekers van de Business Discovery World Tour. “Bij Service Point wordt het idee van businessdiscovery omarmd. Ons operationele management maakt dagelijks gebruik van de ontsloten procesinformatie. Ik was onder de indruk van de flexibiliteit en mogelijkheden om meerdere informatiebronnen met elkaar te combineren. Niettemin is onze organisatie nog niet toe aan volledige consumerization of IT. Wel is de business steeds meer in de lead als het gaat om businessintelligence en is IT steeds va-
80
Door mensen met data te laten spelen komen ze tot nieuwe inzichten
ker ondersteunend. Het betekent dat de business meer van IT moet gaan begrijpen. Niet alleen hoe IT werkt, maar met name hoe de informatiehuishouding in elkaar steekt. Onze operationele managers beseffen dat de informatie die ze dagelijks gebruiken van hen is, en dat is de eerste stap.”
Toekomstmuziek Als aanbieder van beslissingsondersteunende systemen betekent het omarmen van consumerizationtrends voor het bedrijf Pointlogic op dit moment dat de organisatie de nadruk legt op het anywhere, anytime aanbieden van informatie. Bezoeker Raymond van Bijnen, manager finance & control bij Pointlogic: “Een new-enterpriseaanpak volgens de definitie van QlikTech is voor ons nog toekomstmuziek. Op dit moment zetten we het businessdiscoveryplatform vooral in om onze klanten te ondersteunen bij het nemen van beslissingen. Intern is het vooral nog een kwestie van het aandragen van
8e jaargang #4 | 2012
informatie. De behoefte om zelf ontdekkingen te doen komt wellicht later.” De Kort: “Of Service Point al zover is dat we ons een new enterprise kunnen noemen? Dat denk ik niet. De new enterprise kan worden getypeerd als een netwerkorganisatie. Kleine zelfstandige teams met een specifieke informatiebehoefte. Service Point is nog niet op die wijze georganiseerd. Ik denk dat kennisintensieve organisaties daar al verder in zullen zijn. Niettemin is BI bij Service Point zeker geen onderwerp meer dat alleen in de bestuurskamer besproken wordt.”
Gezien, geweest, gesproken
w
Door onze redactie
RICOH IMAGINE 2012
Technologie verandert alles Oprukkende internettechnologie zorgt voor een ware bedrijfsrevolutie. Apps, websites en aan internet gekoppelde mensen en apparaten zorgen daarbij voor een ware informatielawine. Hoe houdt de moderne manager zich hierin staande en welke invloed hebben de ontwikkelingen op werk en maatschappij? Deze en andere vragen stonden centraal tijdens het kennisseminar Imagine 2012 in het voormalig Stedelijk Museum te Den Bosch. Door onze redactie Fotografie Ricoh
82
8e jaargang #4 | 2012
E
en groep toonaangevende, spraakmakende sprekers uit binnen- en buitenland benaderde tijdens het door Ricoh geïnitieerde Imagine 2012 de digitale omwenteling vanuit diverse invalshoeken: mens, maatschappij, duurzaamheid en werken. Zo’n 400 CEO’s, CFO’s en CIO’s uit het Nederlandse bedrijfsleven toonden interesse in het thema en gingen tijdens het evenement bovendien met elkaar in dialoog. “Ik geloof in simpelheid”, benadrukte IT-ondernemer en blogger ‘Nalden’ – die in het echte leven luistert naar de naam Ronald Hans. Misschien onbewust onderstreepte de oprichter van onder andere WeTransfer een regelmatig terugkerende paradox. Want waar enerzijds bij de eindgebruiker een steeds luidere roep om eenvoud klinkt, wordt de complexiteit van het informatielandschap steeds groter. Niettemin moet ‘technologie voor jou werken’, stelde Nalden: “Het moet er zijn wanneer je het nodig hebt, maar ook weer naar de achtergrond verdwijnen als je het niet nodig hebt.” Nalden doelde daarbij op zijn eigen WeTransfer dat de gebruiker op afroep kan inzetten. “We wilden een dienst die het leven gemakkelijker maakt. Simpel en veilig, maar tevens in staat om mensen te verbinden die er gebruik van maken.” Dat betekende een service die niet vraagt om inloggegevens, maar waarmee het simpel mogelijk is om allerlei soorten digitale bestanden te versturen. “Eenvoudig genoeg voor mensen om het evangelie te verspreiden.” Het geld wordt verdiend met reclame en gepersonaliseerde kanalen.
Omwenteling Uit onderzoek onder ruim 500 internationale topmanagers, dat door The Economist Intelligence Unit in samenwerking met Imagine-organisator Ricoh is uitgevoerd, blijkt dat men vindt dat de stroom aan informatie (lees: big data) het doen van voorspellende analyses steeds gemakkelijker kan maken. De analysecapaciteit komt beschikbaar voor medewerkers overal in het bedrijf. Hierdoor kan besluitvorming op een lager niveau plaatsvinden en
processen achter de techniek en de bedrijfsmodellen worden herzien en geoptimaliseerd”, zo vertalen de onderzoekers het oordeel van de ondervraagden. “De uitdaging is om ze zo in te richten dat mensen via informatieuitwisseling worden verbonden, dat mensen er beter door gaan samenwerken en dat ze mensen uitdagen om
Pijl en boog hebben plaats gemaakt voor online gereedschap zoals Google Earth neemt de belangrijkheid van het middelmanagement de komende jaren af, zo is de verwachting van twee derde van de ondervraagde topmanagers. Ook is er is voor bedrijven nauwelijks te ontkomen aan de omwenteling die de komende jaren plaatsvindt. Vier van de tien topmanagers verwacht dat het lastig, zo niet onmogelijk wordt om de ontwikkelingen bij te houden en dat daardoor hun concurrentievoordeel zal verdwijnen. “Om te overleven en te blijven groeien moeten vooral de
kennis te delen. Organisaties die hier slim en snel op inspelen profiteren van een betere slagkracht en een ongekende reeks mogelijkheden.”
Handvatten Imagine 2012 had als doel bovengenoemde kansen en bedreigingen te adresseren en bovendien de belanghebbenden handvatten te geven om oprukkende veranderingen aan te kunnen. Marco Gianotten, directeur en oprichter van Giarte, benadrukte
IT in the boardroom
83
tijdens zijn spreekbeurt dat de ITafdeling af moet van het predicaat department of no en nieuwe ‘chaos’ zoals cloud computing, cybercrime en consumerization van IT voor gegeven moet aannemen. Het idee is dat je vervolgens met de andere belanghebbenden stappen voorwaarts maakt. “Risico is een vermomde kans”, stelde Gianotten. Het moet dus simpeler en de gebruikerservaring moet beter, maar tevens moet de slag naar duurzaam gemaakt worden. “Mensen zeggen dat duurzaamheid geen thema meer is”, stelde Leen Zevenbergen, CEO van Qurius in Den Bosch. “Iedereen zou namelijk al duurzaam zijn. Maar hoeveel mensen hier hebben een hybride auto? Slechts drie? Schaam jullie! Juist jullie als bestuurders zouden het goede voorbeeld moeten geven. Zonder jullie gaat het niet werken en krijg je wat nu dreigt te gebeuren: dat duurzaamheid een leeg begrip wordt.”
Volgens Zevenbergen gaat het in het bedrijfsleven om een aantal zaken: people, planet, profit maar vooral ook passion. “Waarom doe je wat je doet? Dat is een fundamentele vraag.” De Qurius-CEO liet daarbij weten geen hoge pet op te hebben van traditionele managers. Die nemen zichzelf veel te serieus, maar ze vergeten dat ze niets belangrijker
zijn dan wie dan ook wanneer ze geen relevantie hebben voor de rest van de wereld. “Vandaar dat een CEO in een hybride auto wél relevant is.”
Openheid Een andere vorm van persoonlijke relevantie werd gedemonstreerd door Daniel Domscheit-Berg, oud-woordvoerder van WikiLeaks en oprichter van de meer democratisch gestuurde klokkenluiderssite OpenLeaks: “Als je deelt, voeg je waarde toe”, stelde hij doelend op het beschikbaar maken van ongekleurde en ongefilterde informatie. “Alleen op basis van transparantie kunnen mensen binnen een toenemend complexe wereld, met vaak tegenstrijdige berichtgeving en gegevens, de juiste beslissingen nemen.” Even voordat Domscheit-Berg een lans brak voor open informatieplatforms, prees ook Vasco van Roosmalen namens de Braziliaanse Amazon Suruí Indian Tribe – waarvan de leden hun natuurlijke leefomgeving proberen te beschermen – de positieve effecten van een grotere openheid dankzij internet, op politiek en samenleving. “Pijl en boog hebben plaatsgemaakt
84
8e jaargang #4 | 2012
voor online gereedschap zoals Google Earth, dat precies aangeeft hoe het land er qua bebossing voor staat.” Esra’a al Shafei, oprichter en CEO van MideastYouth.com, vertelde via een online verbinding in het voormalig Stedelijk Museum hoe jongerensites bijdragen aan een grotere openheid binnen het Midden-Oosten. Daarbij worden langzaam maar zeker taboes doorbroken en krijgt de jeugd uit diverse landen via internet een stem. “Wij zijn hierdoor in staat geweest om het monopolie op informatie te doorbreken en stappen te maken richting democratie”, aldus Al Shafei.
Social business Terug naar de business. Viktor van der Wijk, director E-acquisition bij KLM, liet zien hoe je als organisatie alle nieuwe mogelijkheden en schijnbaar complexe stromen van informatie én wisselwerking met de eindklant in je voordeel kunt gebruiken. De luchtvaartonderneming haakt volgens hem in op de beweging van sociale media naar sociale business. “Luister, doe mee en acteer”, stelde hij in Den Bosch. “Zo’n 70 procent van alle boe-
desgewenst zelf vernieuwende applicaties kan ontwikkelen.” Ook Salesforce.com zelf maakte daartoe een transformatie door, waarbij alle interne IT naar de cloud werd verhuisd en de focus werd gelegd op de ontwikkeling van application programming interfaces (API’s): koppelingen waarmee het ene systeem kan
Technologie is alleen effectief wanneer mensen het gebruiken; uit passie of met een doel, als individu of als groep
kingen gaat via internet. Alleen al om die reden is social media belangrijk, bijvoorbeeld als communicatiekanaal met de klant.” Dat geldt zowel op het gebied van klantenservice, merk- en reputatiemanagement als de traditionele verkoop. Van der Wijk stond kort stil bij de nieuwe Meet & Seat-service van KLM: hiermee kunnen reizigers voorafgaand aan de vlucht de Facebook- of LinkedIn-profielen van hiervoor openstaande medepassagiers bekijken en erachter komen waar ze in het toestel zitten. Op deze manier ziet men welke mogelijk interessante mensen aan boord zijn, bijvoorbeeld omdat ze hetzelfde evenement op de plaats van bestemming willen bijwonen. “Daarnaast is het in het kader van social booking via internet mogelijk om de data, bestemming en vlucht voor een
trip met vrienden te plannen.” Paul Nijhof, CEO van RFS Holland Holding – het moederbedrijf van Wehkamp.nl, Lacent, Create2fit en Fonq.nl – vertelde in Den Bosch meer over de transformatie naar internet die Wehkamp.nl met succes heeft gemaakt. “Van vijf jaar achterstand op de competitie terug naar een relevante positie.” Het succes van deze omwenteling schuilde in de omarming van het principe social, personal and sensational shopping. Net als bij KLM moet het mogelijk zijn om bijvoorbeeld samen online iets uit te zoeken.
Rol van IT Tijdens Imagine 2012 werd meerdere malen onderstreept dat IT een centrale rol speelt bij allerhande nieuwe ontwikkelingen. CRM-leverancier Salesforce. com, dat naar eigen zeggen een open oog heeft voor de social enterprise, neemt daarbij graag de rol van enabler op zich. “Een van onze doelstellingen is ervoor te zorgen dat IT-afdelingen succesvol zijn”, stelde Trae Chancellor, verantwoordelijk voor de strategie van Salesforce.com. “Dat doen we op basis van een open platform, waarop men
communiceren met het andere. De interne IT-afdeling kreeg daarmee tevens een R&D-functie. Ook de omarming van de Scrum-methodiek betekende volgens Chancellor een sprong voorwaarts. “We verkopen nog steeds een CRM-systeem, maar tevens een volledige businesstransformatie naar de social enterprise.” Ricoh-marketingbaas Mark Boelhouwer toonde zich in zijn slotrede uiterst tevreden over het evenement. “Het sluit allemaal naadloos aan op wat wij binnen Ricoh zien en doen. In de nieuwe wereld draait alles om IT-gebaseerde verandering. Maar technologie is alleen effectief wanneer mensen het gebruiken; uit passie of met een doel, als individu of als groep.” Parallel aan Imagine 2012 werd een unieke kunsttentoonstelling geopend. Onder het motto ‘The Gallery, connecting the dots’ vormden diverse kunstwerken, gebaseerd op technologie, een indrukwekkend decor.
IT in the boardroom
85
KORTE
TIMETO-MARKET
HIGH-PERFORMANCE
100% ONTZORGEN OPEX IPV CAPEX
LAGERE VOORSPELBARE KOSTEN
FLEXIBELE RESOURCES
RIJKE FUNCTIONALITEIT
SPECIALISTISCHE
KENNIS
Business Intelligence in the Cloud Met de Managed BI Services van Inergy haalt u betere informatie en slimmere analyses in huis, zonder dat u daarvoor in een dure infrastructuur hoeft te investeren. Alles wat u hoeft te doen: uw data door ons naar de BI-omgeving in onze ‘cloud’ laten ontsluiten. Dat doen we op snelle, bewezen en gestandaardiseerde wijze. Het resultaat? 24/7 de juiste informatie beschikbaar tegen overzichtelijke kosten. Realtime als u wilt. Als rapport, dashboard of KPI-scorecard, per email, op uw pda of iPad. Bijkomend voordeel: u kunt prestaties en performance opschalen, op het moment dat het u uitkomt, in de mate die u past. Ideaal voor middelgrote en grote organisaties met de ambitie om te groeien. Tenminste, als we onze klanten mogen geloven (en dat doen we). Onder meer Intergamma, Nationale Hypotheek Garantie, ETAM Retail Services, Unistream Bank, Detailresult en De Telefoongids & Gouden Gids draaien hun informatievoorziening bij ons in de Cloud. Bel voor meer informatie naar 0348-457666 of kijk op www.inergy.nl
IMPROVING BUSINESS THROUGH TECHNOLOGY
IT & Technologie = pure innovatie
Column
Door Aloys Kregting Fotografie Roelof Pot
In deze column ga ik gedurende 2012 in op de 5 I’s: Information, Intelligence, Inspiration, Innovation en Interaction. Deze 5 I’s zijn eigenlijk de competenties waarover iedere moderne CIO of iedere andere senior IT-leider moet beschikken. IT & Technologie, het thema van dit magazine, is wederom een prachtig onderwerp om je op te concentreren. Om meerdere redenen overigens: nieuwe technologie geeft nieuwe innovatieve IT-mogelijkheden; nieuwe technologie geeft nieuwe innovatieve technische toepassingen; en nieuwe technologie levert innovatieve businessmodellen op.
Startrek Ik zit nog wel eens met een glimlach te kijken naar de originele serie van Startrek. Captain James T. Kirk en mister Spock lopen erin rond met draadloze apparaten om te communiceren en te analyseren. Ze lijken zo hopeloos verouderd als je het vergelijkt met de huidige apparatuur die je gewoon kunt kopen op de hoek van de straat. Waarschijnlijk moeten William Shatner en Leonard Nimoy er af en toe ook om glimlachen. Zelfs voor veel IT’ers zijn er zo veel ontwikkelingen op technologisch vlak dat we nauwelijks nog alles kunnen overzien. We moeten flink blijven investeren om bij te blijven en daarmee bedoel ik niet alleen in opleiding. De snelheid is zo hoog dat het vaak effectiever is om bijvoorbeeld zelf te experimenteren. Hiermee houdt de ITafdeling een innovatief karakter. We moeten constant in beweging zijn om waarde te blijven toevoegen voor onze klanten. Per slot van rekening is een van de meest bekende quotes van mister Spock: “Change is the essential process of all existence” (Star Trek: The Original Series, Let That Be Your Last Battlefield).
Warpspeed Eigenlijk biedt de stroom nieuwe technologieën zo veel nieuwe mogelijkheden, dat we soms niet eens de tijd krijgen om de toepassingen door te ontwikkelen. Natuurlijk geeft niet alles gelijk warpspeedmogelijkheden (fictief aandrijfsysteem dat sneller dan het licht gaat) maar er zijn zo ontzettend veel toepassingen als gevolg van innovaties in IT. Destijds gaf bijvoorbeeld het ontwikkelen volgens de agile-methode al heel andere en snellere resultaten. En steeds meer wordt er geautomatiseerd in de IT-werkzaamheden zelf, zoals monitoren en testen. Door het creatief inzetten van nieuwe mogelijkheden kunnen interessante bedrijfsmodellen ontstaan. In 2008 wilden wij binnen DSM de Chinese agrarische markt bedienen, maar dit bleek erg lastig. Door het simpelweg combineren van ons e-businessplatform met een smartphone en het Chinese GPRS-netwerk konden we een enorme markt ontsluiten. We gaven de Chinese agrariërs gewoon een smartphone waarop ze konden bestellen en leverden bij een centrale boer die de distributie verder verzorgde. Met al die innovaties op IT-vlak zullen we goed moeten blijven nadenken hoe we dit alles in kunnen zetten om bedrijven nog beter van dienst te kunnen zijn en eventueel om nieuwe diensten te kunnen ontwikkelen. Steeds vaker krijg ik de indruk dat de menselijke fantasie en creativiteit de beperkende factor aan het worden is en daar moeten we voor oppassen. Mister Spock had waarschijnlijk een vooruitziende blik getuige een andere zeer bekende quote: “Computers make excellent and efficient servants, but I have no wish to serve under them”. Star Trek: The Original Series, The Ultimate Computer). ALOYS KREGTING is CIO van DSM en CIO of the Year van 2007 en 2011.
IT in the boardroom
87
SERIOUS GAMING WORDT SERIEUS
Virtuele indompeling Mensen brengen een aanzienlijk deel van hun tijd door op internet en in virtuele werelden. Niet zelden kunnen zaken die op de computer getraind worden later in de praktijk worden gebracht. Denk aan simulators voor vliegtuigen en schepen. Serious gaming is een vergelijkbaar fenomeen: in een nagebootste realiteit trainen deelnemers hun (managers)vaardigheden. Annebeth Loois en Arthur Tolsma van Tygron Serious Gaming vertellen. Door onze redactie
S
erious gaming bestaat als principe al langer, maar komt als nichemarkt steeds meer in de belangstelling te staan. Het betreft computergames die naast een aansprekend spelelement tevens een ingewikkelde simulatie met een serieuze boodschap bevatten. “De spelers ervaren het complexe vraagstuk op een actieve manier en zoeken vaak in teamverband naar oplossingen. Hierbij ontstaat inzicht en vaak ook respect voor elkaars belangen”, aldus Arthur Tolsma van Tygron Serious Gaming.
88
“Droge stof komt binnen het spel tot leven en kennis beklijft.” Tygron specialiseert zich in het omzetten van complexe managementuitdagingen in een ‘multiplayer serious game’, waarbij meerdere actoren elk hun unieke mogelijkheden en belangen hebben. Om dit te realiseren werkt het bedrijf met creatieve ontwikkelaars en kan men voorts een beroep doen op een aantal ervaren partners met inhoudelijk kennis. De kracht van Tygron zit hem met name in de vertaling van de processen in de werkelijkheid naar een spel met behulp van
8e jaargang #4 | 2012
moderne gametechnologie. Tolsma: “Serious games tonen de korte- en langetermijnstrategieën, mechanismen, belangen, opgaven en actoren zoals deze voorkomen in de realiteit.” Het Haagse technologiebedrijf is in 2005 opgericht door Jeroen Warmerdam en Maxim Knepflé als start-up vanuit de TU Delft. Vervolgens is met succes een aantal serious games ontwikkeld voor overheden, bedrijven en het hoger onderwijs. Door samenwerking met onder andere de TU Delft heeft Tygron veel kennis over het vakgebied op kunnen doen. Enkele op-
merkelijke games waaraan het bedrijf heeft meegewerkt zijn SimPort, Watergame, Climategame en de Krimpgame. “De bekendheid met serious games neemt toe bij potentiële klanten en zo ook de ervaring van de meerwaarde”, vertelt Annebeth Loois, die sinds kort bij Tygron ‘het gezicht naar buiten’ is. “Wij kunnen bedrijven helpen die te maken hebben met complexe zaken als klimaatverandering, gebiedsontwikkeling en waterbeheer bij het nemen van fundamentele beslissingen.”
Onbekend “Het concept is heel breed, maar ook nog deels onbekend”, aldus Tolsma. “Wanneer mensen of bedrijven eenmaal een game gespeeld hebben, is men enthousiast.” Volgens de Tygronmedewerkers wordt serious gaming door ervaringsdeskundigen daarbij zowel van onderaf als top-down omarmd. “Directeuren en medewerkers, iedereen vindt het prachtig.” Het tweetal kan niet aangeven welk type bestuurder het meest openstaat voor een serieus spel. “Het hangt een beetje af van hun rol en de omgeving waarin ze werken. Maar over het algemeen is het schetsen van verschillende scenario’s, om daar vervolgens een beleid op te baseren, voor heel veel deelnemers van toepassing.” Tolsma refereert daarbij aan SimPort dat is ontwikkeld om de uitdagingen en keuzes ten aanzien van de tweede Maasvlakte voor de betrokkenen tastbaarder te maken. “Daarbij zijn veel mogelijke scenario’s denkbaar. Je kunt al die informatie wel in een boekvorm stoppen, maar zowel de productie als het consumeren ervan kost erg veel tijd. Tijdens een game zien alle deelnemers direct de relaties tussen de verschillende van toepassing zijnde factoren. Doordat in groepjes van bijvoorbeeld vijf mensen moet worden samengewerkt, creëer je bovendien breder gedragen oplossingen.”
90
We spreken van een total immersion: mensen gaan volledig op in het spel
Serious gaming is volgens Tolsma en Loois een afspiegeling van de werkelijkheid, waarbij dezelfde beperkingen gelden als in de echte wereld: tijd, geld, economische omstandigheden, politiek, noem maar op. Opdrachtgevers kunnen daarbij de volgens hen toepasselijke variabelen zelf inbrengen, waardoor het spel altijd appelleert aan de reële uitdagingen van de spelers. Verschillende deelnemers en groepen kunnen daarbij uiteenlopende doelen hebben. Net als in de echte wereld, waarin de operationele afdeling, de IT-functie, sales, finance maar bijvoorbeeld ook de overheid allemaal hun eigen belangen hebben. Tolsma: “De een wil duurzaamheid, terwijl de ander financieel gedreven is of streeft naar een betere samenleving.”
Snel maken “Het leuke is dat de spellen op basis van onze game-engine relatief snel te maken zijn”, vertelt Annebeth Loois. “Daarmee kunnen we eenvoudig inspelen op de behoefte van klanten. Een deel van onze waarde zit ’m in de begeleiding van onze afnemers. Het hele traject van bedenken, ontwikkelen, implementeren, spelen en evalueren heeft allemaal zijn functie. Het zijn belangrijke elementen, die stuk voor stuk meer inzicht in de echte uitdagingen zullen opleveren. Bijvoorbeeld als het gaat om causaliteit: een beslissing
8e jaargang #4 | 2012
op het ene gebied zal altijd van invloed zijn op iets anders. Dat kan enorm helpen bij besluitvorming.” Loois: “Het gaat bij serious gaming overigens niet alleen over causaliteit, maar ook over draagvlak creëren voor oplossingen bij andere stakeholders. En daarbij speelt communicatie een belangrijke rol.” Ook het persoonlijke element komt aan de orde. Spelers die gaan voor instant resultaat trekken daarbij doorgaans niet aan het langste eind. Arthur Tolsma: “Mensen die eerst de belangen van de anderen meenemen in hun oplossing blijken aanvankelijk lager te scoren. Maar later toch hoger, omdat het echt breed gedragen oplossingen zijn.” Voor een zo groot mogelijke betrokkenheid van de spelers is het overigens zaak dat de games levensecht zijn. Hiertoe maakt Tygron gebruik van 3D-technologieën. Loois: “Omdat deze wereld voor alle deelnemers hetzelfde is, wordt men er als groep geheel in ingedompeld. Tolsma: “We spreken van een total immersion: mensen gaan volledig op in het spel, wat inhoudt dat allerhande karaktereigenschappen naar boven komen.” Loois: “Om die reden kent de game momenten van reflectie en bezinning; mensen worden niet alleen bewust van de impact van hun keuzes, maar krijgen ook meer inzicht in hun persoonlijkheid en gedrag. Iedereen leert ervan.”
Zelf meemaken? Tygron Serious Gaming zal tijdens het Jaarcongres Innovation & Transformation live een spelsessie verzorgen. Het congres wordt gehouden op 20 september in Fort Voordorp te Groenekan, nabij Utrecht. Meer informatie over het jaarcongres is hier te vinden: www.it-transformation.nl.
12 &13 NOVEMBER 2012
CIO Day 2012 Het managen van de samenhang Aan de ene kant een CFO die kostenbesparing wil zien, aan de andere een business die harder dan ooit op de deur bonkt. Men wil apps, gebruiksvriendelijkheid, een beter bediende eindklant en vooral groei. De omarming van de nieuwe IT-mogelijkheden kan heden ten dage het verschil maken. De uitdagingen waar de hedendaagse CIO voor staat zijn derhalve niet gering. Ging het voorgaande jaren tijdens CIO Day nog over leiderschap en geloofwaardigheid, sinds vorig jaar is de
letter ‘I’ weer duidelijk terug op de agenda. Niet alleen als de informatiecomponent binnen ict, maar ook van intelligentie, inspiratie, innovatie en interactie. Zaken die niet alleen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar die tevens een koppeling hebben met bedrijfs- en ketenprocessen, nieuwe technologietrends, leveranciers, klanten en andere stakeholders. Meer dan eens valt de laatste tijd het begrip ‘samenhang’: de moderne CIO managet technologieën, oplossingen en leveranciers bij voorkeur binnen een
groter geheel van ecosystemen, consortia, partnerverbanden en een slimme, adaptieve en toekomstvaste architectuur. Alleen vanuit het brede perspectief kunnen er dubbele meters worden gemaakt: zowel als het gaat om het soepeler en efficiënter laten draaien van de IT-fabriek als het realiseren van duurzame groei. Tijdens de CIO Day op 12 en 13 november zal de hoogste IT-bestuurder tal van handvatten aangereikt krijgen om de stap naar de toekomst te maken. Zorg dat je erbij bent.
lees meer: www.cioday.nl
CIO Day is organized by: ICT Media BV . A.o. publisher CIO Magazine
Research Van IT Executive www.it-executive.nl
heel Europa een marginale groei zien van 0,3 procent. Volgend jaar wordt het iets beter. Een slag om de arm houdt Bartels wel. Als het einde oefening is voor de eurozone dan komt er een herhaling van de neergang in 2008 en 2009 toen er forse vraaguitval optrad.
Kaasschaaf Bartels verwacht dat Europese CIO’s voor de gebruikelijke gemakkelijke weg kiezen door de kaasschaaf over het hele IT-budget te halen waarbij vooral investeringen in nieuwe technologie en vernieuwende projecten geminderd zullen worden. Forrester vindt dat IT-beslissers voor een structurele aanpak moeten kiezen waarbij het mes gezet wordt in de vaste lasten van IT. Elke kostenbesparing die in de bestaande systemen gerealiseerd kan worden creëert ruimte om te investeren in nieuwe technologieën en innovatieve projecten.
IT hard geraakt in Benelux
Clouddiensten nog vaak uit de lucht
De crisis in de eurozone heeft een flinke impact op de IT-uitgaven, zo voorspelt onderzoeksbureau Forrester. Dit jaar is er sprake van een nulgroei in de Benelux en een marginale groei in heel Europa. Het is gebruikelijk om in een crisis als de huidige de vervanging van IT uit te stellen en fors in het projectenbudget te hakken.
Populaire clouddiensten als die van Amazon en Microsoft zijn de afgelopen vijf jaar ten minste tien uur op jaarbasis uit de lucht geweest. Dat maakt deze platformen niet alleen ongeschikt voor kritische bedrijfsapplicaties, het levert de afnemers van die diensten ook nog eens heel wat schade op.
Forrester vindt dat CIO’s in deze crisis met andere oplossingen moeten komen. De huidige crisis heeft iets weg van een chronische ziekte, stelde analist Andrew Bartels op het recent gehouden CIO Forum van Forrester in Parijs. Met de crisis van 2008 toen vraaguitval optrad nog vers in het geheugen, is er nu weer een dip in de IT-uitgaven in Europa. Dat had hij niet verwacht. Forrester ging vorig jaar nog uit van een stevige groei van 7 procent van de IT-markt. Maar de onzekerheid over de toekomst van de euro heeft ook vat gekregen op de economie in Engeland, Duitsland, Frankrijk en de Scandinavische landen. De uitgaven aan IT laten dit jaar in
92
Tot die conclusie komen onderzoekers van de International Working Group on Cloud Computing Resiliency. Deze IWGCR is in maart 2012 opgericht door twee technische universiteiten in Parijs. De kans is groot dat de uitval nog meer voorkwam, omdat de onderzoekers zich bij hun waarnemingen uitsluitend hebben gebaseerd op berichten uit de pers over storingen bij leveranciers van clouddiensten. De kans is groot dat de verstoringen langer hebben geduurd. In een vervolgonderzoek willen de wetenschappers agents gaan gebruiken om verstoringen beter te kunnen meten. Op basis van een analyse van wat het nieuws wel haalde, komen ze over de periode 2007 tot 2012 tot gemiddeld tien uur downtime voor diensten als Amazons
8e jaargang #4 | 2012
en Microsofts cloudplatformen, Googles online-applicaties, maar ook bijvoorbeeld Twitter en Facebook. Dat komt overeen met een geschat schadebedrag van 71 miljoen dollar. De gemiddelde beschikbaarheid van clouddiensten blijft daarmee steken in de buurt van de 99,9 procent. Dat is te weinig voor bedrijfskritische applicaties die een minimumniveau van 99,999 procent beschikbaarheid nodig hebben. Overigens verbergt dat gemiddelde wel dat sommige leveranciers – waaronder Amazon en Microsoft – de afgelopen twee jaar betere prestaties laten zien.
Welwillend maar nerveus IT-managers staan zeker niet onwelwillend tegenover het gebruik van eigen smartphones, tablets en laptops voor het werk. Iedereen ziet de voordelen zoals een hogere productiviteit. Maar het toelaten van deze apparatuur zorgt voor een nieuw gapend gat in het bedrijfsnetwerk, dat met nieuwe technologie maar vooral ook met consistent beleid gedicht moet worden. Meer dan 80 procent van de IT-managers denkt dat een ‘bring your own device’beleid concurrentievoordeel oplevert, zo blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van BT. Het onderzoek, over de houding ten opzichte van het zakelijk gebruik van privéapparaten zoals laptops, tablets en smartphones, is uitgevoerd onder 2.000 IT-gebruikers en dito managers in elf landen, verspreid over verschillende sectoren. De uitkomsten van het onderzoek wijzen erop dat BYOD is doorgebroken: ruim vier op de vijf bedrijven geeft aan privéapparaten toe te staan of dit te gaan doen binnen 24 maanden. Ook zegt 60 procent van de medewerkers dat ze eigen spullen aan het bedrijfsnetwerk mogen koppelen. De studie laat zien dat zowel medewerkers als beslissingsbevoegden positief zijn over de mogelijkheden die het toenemende gebruik van privéapparaten op bedrijfsnetwerken met zich meebrengt. 64 procent van de IT-managers denkt dat medewerkers dankzij een BYOD-beleid productiever kunnen zijn. 48 procent denkt dat het
medewerkers helpt flexibeler te werken en 47 procent gelooft dat het medewerkers in staat stelt om klanten beter te bedienen. Dit gevoel wordt gedeeld door de werknemers: 42 procent van de medewerkers die een eigen apparaat voor het werk gebruikt, gelooft dat zij hierdoor efficiënter en productiever zijn geworden.
Nerveus Ondanks deze voordelen zijn IT-managers nerveus. Meer dan vier van de vijf (83 procent) IT-managers is van mening dat de 24-uurstoegang die steeds mobielere werknemers hebben tot bedrijfssystemen de grootste bedreiging is voor IT-beveiliging. “De geest is uit de fles met zowel ongekende mogelijkheden als nieuwe bedreigingen voor bedrijven”, zegt Neil Sutton, vice president global portfolio BT Global Services. “De nieuwe bedrijfsgrens is overal en wordt bepaald door apparaten van werknemers, clouds en extranetten. Het risico op misbruik en aanvallen is door deze enorme uitbreiding vermenigvuldigd.”
Aansturing IT kan veel beter De invulling van rollen die cruciaal zijn voor een succesvolle IT-governance laat bij veel organisaties nog te wensen over. Het gaat vooral mis bij een goede afstemming tussen business en IT.
Nederland iPad wint op achterfors marktstand door aandeel negeren IPv6 Organisaties in Nederland bereiden zich onvoldoende voor om de overstap te maken naar het nieuwe internetprotocol IPv6 dat nodig is om het tekort aan internetadressen op te lossen. Zodra IPv6 in Europa wel een vlucht gaat nemen staan Nederlandse bedrijven door een gebrek aan kennis en ervaring op achterstand. Die conclusie trekt advies- en accountantskantoor KPMG naar aanleiding van onderzoek. De nieuwe standaard IPv6 is de opvolger van het huidige IPv4 en moet het tekort aan beschikbare internetadressen in het huidige protocol oplossen. Volgens de onderzoekers ontstaan de problemen voor bedrijven in ons land op het moment dat Europa overgaat op de nieuwe standaard. De gebrekkige aandacht voor IPv6 vormt op termijn een gevaar voor de concurrentiepositie van veel organisaties, vindt KPMG. “Nederlandse organisaties zullen plotseling te maken krijgen met massale concurrentie van bedrijven die al geruime tijd actief zijn met IPv6”, meent Sander Klous van KPMG Advisory. “Ze worden dan met recht geconfronteerd met een remmende voorsprong van formaat.”
Uit onderzoek van IDC blijkt dat de iPad weer marktaandeel heeft gewonnen op concurrenten. In de markt voor mediatablets heeft de iPad een marktaandeel van maar liefst 62,5 procent. Android-tablets hebben marktaandeel verloren en Microsoft moet met Windows 8 nog beginnen. Apple zag zijn marktaandeel stijgen tot 58,2 procent ten opzichte van 2011. Tablets met besturingssysteem Android van Google zagen hun marktaandeel verwateren van 38,7 procent in 2011 naar 36,5 procent dit jaar. Daarna komt een hele tijd niets. IDC stelt dat het marktaandeel van de BlackBerry-tablet is gedaald van 1,7 procent vorig jaar naar 1,0 procent dit jaar. De vraag naar tabletcomputers is sneller toegenomen dan eerdere prognoses hadden voorspeld. Die sterke stijging is bijna volledig toe te schrijven aan het succes van de iPad. Dit jaar worden er niet 106,1 miljoen tablets wereldwijd verkocht, maar 107,4 miljoen, verwacht IDC. Ook de verwachte verkopen over 2013 worden naar boven bijgesteld: van 137,4 miljoen naar 142,8 miljoen. De groeicurve wijst nog steeds stijf omhoog. In 2016 worden er naar verwachting op jaarbasis 222,1 miljoen tablets verkocht.
Geen prioriteit Dat blijkt uit de ICT-besturingsscan van Berenschot. De scan is door zestig organisaties ingevuld. Een overgrote meerderheid van 90 procent blijkt te worstelen met het goed vormgeven van hun IT-governance. Van de zeven rollen waaraan invulling moet worden gegeven blijven met name rollen sterk achter die voor afstemming tussen IT en business zorgen. Beter scoren rollen die een duidelijk zwaartepunt hebben binnen de IT-organisatie of de business. Deze meer op uitvoering en business gerichte rollen, zoals strategie en besluitvorming, scoren bij de meeste organisaties net een voldoende. Maar juist de rollen waar business en IT echt samenkomen, waaronder demand, regie en innovatie, blijven achter.
Uit onderzoek van KPMG en TNO onder Nederlandse bedrijven en overheidsinstellingen blijkt dat minder dan de helft van de onderzochte organisaties op dit moment voorbereidingen treft voor de invoering van het nieuwe internetprotocol. Slechts 15 procent geeft aan dat IPv6 zich op dit moment in een test- en acceptatiefase bevindt en niet meer dan 5 procent heeft het personeel inmiddels getraind op de komst van het nieuwe internet. Slechts 20 procent heeft inmiddels IPv6-adressen aangevraagd en de verbinding naar het internet geschikt gemaakt voor IPv6. Minder dan 5 procent blijkt de webpagina’s van de organisatie al geschikt gemaakt te hebben voor het nieuwe internetprotocol.
IT in the boardroom
93
© 2012 KPMG Staffing & Facility Services B.V. All rights reserved.
Opinie
Door Hessel Pijpker
Focus op de klantbehoefte! Het tijdig en adequaat inspelen op behoeften van consumenten wordt steeds belangrijker. Flexibele bedrijfsprocessen zijn cruciaal om klanten op een snelle en effectieve manier te kunnen bedienen. Zij verwachten immers direct antwoord op hun vraag via het kanaal naar keuze.
B
ij klachtenprocedures is het van belang om te weten hoe lang de klant al op antwoord wacht, via welk kanaal men de klacht kenbaar heeft gemaakt, en of er al eerdere problemen met de klant bekend zijn, dan wel met het onderwerp waarop de klacht betrekking heeft. De processen binnen een organisatie moeten het mogelijk maken al deze informatiestromen direct te verwerken tot een gebruiksvriendelijk overzicht voor de relevante medewerker. Deze kan dan vervolgens met een passende oplossing komen voordat de klant vertrokken is naar de concurrent. Een van de oorzaken dat het organisaties momenteel aan die flexibiliteit ontbreekt, zit in de manier waarop ict in het verleden werd ingezet. Voor ieder vraagstuk werd een eigen ict-oplossing gebouwd. Zelden werd nagedacht over de vraag of een dergelijke oplossing ook ingezet kon worden voor toekomstige vraagstukken. Vanuit de organisatie konden dan wel talloze verbeteringen bedacht worden. Het ontbrak de ict-experts aan slagkracht om ze snel te implementeren.
Processen Business-processmanagement (BPM) heeft bewezen deze tekortkomingen te kunnen invullen. Het helpt processen kwalitatief beter en efficiënter in te richten. De behoefte van de klant, leverancier of overheid wordt het uitgangspunt om tot een oplossing te komen. Business én ict worden samen verantwoordelijk gemaakt voor het realiseren en onderhouden van bedrijfsprocessen. Dankzij de actieve bijdrage die iedereen levert, raken de diverse informatiesystemen binnen een organisatie nauwer met elkaar verbonden. Zo overschrijdt BPM individuele afdelingen binnen een organisatie en kunnen bottlenecks tussen de afdelingen sneller herkend en gestroomlijnd worden. De afstand die er tussen de kleine eilandjes binnen de organisatie bestaat, wordt op deze manier overbrugd. Waar met BPM de bedrijfsprocessen beheerd worden, kan de effectiviteit ervan gemeten wor-
den met business-activitymonitoring (BAM). De gedachte achter BAM is niet nieuw. De snelheidsmeter in de auto of de thermostaat in de woonkamer vervullen in principe dezelfde functie, namelijk het monitoren van activiteiten. Wat BAM doet, is kijken in hoeverre de huidige situatie afwijkt van de bedrijfsdoelstellingen. Analisten stellen KPI’s in en kunnen die op elk gewenst moment toetsen. Wanneer er een afwijking is geconstateerd die buiten de normen valt, worden de analisten ingelicht die direct kunnen beslissen of het proces aangepast moet worden. Nieuwe processen worden gemodelleerd naar voorbeeld van de bestaande processen, en kunnen direct gesimuleerd worden om hun impact te meten. Zo is het meteen duidelijk of een nieuw proces voldoet aan de normen die onderdeel uitmaken van de bedrijfsdoelstellingen. Organisaties worden hierdoor dynamischer en kunnen sneller inspelen op ontwikkelingen in de markt.
Technologie Klanten, werknemers, partners en wetgeving zorgen voor een groeiende stroom aan veranderingen. Inflexibele en inefficiënte organisatieprocessen staan echter vernieuwing in de weg. De technologie is er, maar deze nieuwe manier van samenwerken laten landen in de bestaande organisatie vormt de grootste uitdaging voor de komende tijd. Met BPM ligt de focus weer op de klantbehoefte en beschikken organisaties over de middelen om zichzelf te hergroeperen in een steeds dynamischer wordende markt. Deze flexibiliteit is essentieel om te kunnen overleven.
PIJPKER werkt bij IBM en is ✒ HESSSEL gespecialiseerd in global business agility.
IT in the boardroom
95
MULTIFACTORAUTHENTICATIE IN DE CLOUD
Security as a service Meer flexibiliteit, een betere schaalbaarheid, en vooral lagere kosten: de argumenten voor cloud computing zijn moeilijk te weerleggen. Dit pioniersconcept van outsourcing belooft een hoog verkooppotentieel. De halfbakken beveiligingstechnologie vormt echter nog vaak een struikelblok. Cloudserviceproviders leggen de verantwoordelijkheid in de handen van de gebruiker, wat het consumentenvertrouwen doet dalen. Maar ook hier reikt cloud computing een oplossing aan. Door Jan Valcke
D
e opmars van cloud computing kan nauwelijks worden gestuit. Het kostenaspect speelt hierbij een belangrijke rol: je betaalt enkel voor de diensten die je effectief (hebt) gebruikt. Als het aantal gebruikers toeneemt, kan de capaciteit verhoogd worden. Als het aantal gebruikers slinkt, kan de capaciteit gemakkelijk omlaag, zonder dat dure in-house-infrastructuur ongebruikt blijft. In plaats van hoge investeringen kiezen bedrijven voor de fiscaal aftrekbare, flexibele operationele kosten. Een studie uitgevoerd door de universiteit van Darmstadt concludeert dat 22,4 procent van de respondenten kostenreductie aanduidt als het hoofdargument om te kiezen voor cloud computing. Schaalbaarheid (20,4 procent) en een verhoogde flexibiliteit (19,9 procent) zijn het tweede en derde argument.
96
Niet alleen bedrijven waarderen de groeiende cloud; de gebruikersmarkt zou al niet meer zonder kunnen. Zowel voor de ‘publieke IT’ als voor de publiek toegankelijke en niet op maat gemaakte applicaties verwacht IDC een cumulatieve groei van 27,6 procent in de komende jaren. Van IT-uitgaven alleen al wordt verwacht dat ze zullen stijgen van 21,5 miljoen dollar in 2010 naar 72,9 miljoen dollar in 2015. Bovendien zijn er enorme mogelijkheden voor infrastructuur en terminals. “Clouddiensten worden vergezeld van en gedreven door andere revolutionaire technologieën, bijvoorbeeld mobiele en draadloze toestellen en sociale netwerken”, vertelt Frank Gens, een vooraanstaande analist bij IDC. In al deze trends en technologieën ziet Gens een derde pijler voor groei op de lange termijn. Deze groei wordt ook duidelijk weerspiegeld in de verkoopcijfers: in het tweede kwartaal van 2011 werden 107
8e jaargang #4 | 2012
miljoen smartphones verkocht, meldt analistenkantoor Gartner – een stijging van 74 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Een dergelijke ontwikkeling is ook denkbaar in de publieke cloud: van appstores tot online navigatie, winkels zoeken of Facebook bekijken. IDC schat dat er in 2015 meer dan 182 miljoen apps zullen worden gedownload.
Vertrouwen Cloud computing is, kortom, de trend in de IT-wereld. Het is evenwel van het grootste belang om bij de omarming ervan het vertrouwen van de bedrijven te winnen en te behouden. Toch is de veiligheid in veel gevallen nog voor verbetering vatbaar. De privacyregelgeving wordt door 24 procent van de respondenten als cruciaal beschouwd. Hetzelfde aantal ziet de aangeboden beveiligingsmechanismen als een essenti-
IT in the boardroom
97
eel criterium. De studie toont tevens aan dat de gebruiker niet tevreden is met het huidige aanbod: meer dan de helft haalt beveiliging, regelgeving en privacybezorgdheid aan als redenen om niet voor cloud computing te kiezen. Op het internet loert het gevaar om de hoek. Cybercriminelen proberen op verschillende manieren de controle over accounts te krijgen. Een van de belangrijkste manieren waarmee oplichters wachtwoorden verkrijgen, is phishing: via een valse website hengelen naar iemands gebruikersnaam en wachtwoord. Veel cybercriminelen maken gebruik van een zogenaamde keylogger: malware die de aanslagen op het toetsenbord registreert. Achterhaalde wachtwoorden worden ongemerkt over het netwerk naar de hacker verstuurd. Dit soort malware kan worden verstopt in elke uitvoerbare file en is vaak vermomd. De meeste internetgebruikers hebben meer dan één account: om online te gamen, om boodschappen te doen en boeken te bestellen. Vaak gebruikt men dezelfde combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord. Een bijkomend gevaar schuilt in het feit dat men de neiging heeft om een wachtwoord te kiezen dat gemakkelijk te onthouden valt. Daarbij is het woord ‘wachtwoord’ nog steeds een van de meest gebruikte. Zogeheten woordenboekaanvallen stellen oplichters in staat om snel deze gemakkelijk te raden wachtwoorden te achterhalen en accountinformatie te gebruiken voor perfide doeleinden. Een ander gevaar loert bij het delen van een account. Hoewel het verboden wordt door online applicaties, delen familieleden en vrienden vaak een account. Het hoeft geen betoog wat de gevolgen daarvan kunnen zijn.
Visitekaartje IT-departementen maken zich oprecht zorgen over de beveiliging bij de implementatie van cloudoplossingen. Hoe veilig zijn deze gehoste applicaties? De gegevens worden immers op een server bewaard en gehost bij een verkoper – wie weet ergens ver weg. Welke maatregelen neemt deze verkoper om ervoor te zorgen dat zijn infrastructuur voldoende stabiel en redundant is? De vragen zijn legio. Voor de cloud is een geavanceerd beveiligingsconcept derhalve cruciaal. Een combinatie van een gebruikersnaam
98
met een statisch wachtwoord volstaat niet. Zelfs als de gebruiker een monsterlijk lang wachtwoord met cijfers en speciale karakters moet kiezen, dan nog biedt dit geen afdoende beveiliging. Van statische wachtwoorden werd immers al vaak aangetoond dat ze zwak en ongeschikt zijn als enkel beveiligingsmechanisme – vooral in de cloud. Adequate beveiliging kan enkel worden verschaft door multifactorauthenticatie. Dat vraagt van de gebruiker dat hij iets
Voor de cloud is een geavanceerd beveiligingsconcept cruciaal
weet – bijvoorbeeld een pincode – en dat hij iets heeft, bijvoorbeeld een hardware authenticator of een applicatie waarmee hij een eenmalig wachtwoord (one-time password of OTP) kan genereren. Dit OTP wordt bij elke login opnieuw berekend en is slechts een beperkt aantal seconden geldig. Voor hackers is het dus onmogelijk om deze wachtwoorden te onderscheppen. Daarnaast kunnen transacties of boodschappen niet worden vervalst, aangezien de inhoud van de transactie in de berekening van de OTP wordt opgenomen. Elke verandering zal het wachtwoord of de handtekening ongeldig maken. Deze digitale handtekeningen zijn al lang standaard in de banksector.
Uitbesteden De vraag rijst waarom multifactorauthenticatie nog geen integraal deel uitmaakt van de cloudapplicaties. Dit hangt ongetwijfeld samen met de kosten. Kostenbesparing is immers een van de belangrijkste argumenten om voor cloud computing te kiezen. Veel cloudproviders schrikken ervoor terug om
8e jaargang #4 | 2012
de stap naar multifactorauthenticatie te zetten, omdat het hun aanbod duurder maakt. Bovendien is het niet evident om nog niet geleden schade als uitgangspunt voor een verkoop te gebruiken. Cloudproviders kunnen een securityaanpak aanbieden, eveneens vanuit de cloud. Alle problemen die opduiken bij de beveiliging van cloudapplicaties kunnen worden opgevangen met een andere cloudapplicatie. Elke loginaanvraag wordt doorgestuurd naar een hostbeveiligingsserver die het authenticatieproces afhandelt. Als gebruiker hoef je je niet langer zorgen te maken over de beschikbaarheid en schaalbaarheid. Moderne diensten gaan zelfs nog verder en bieden een pakket aan met alles erop en eraan. Daarbij worden ook de installatie en de activering van de authenticatietoestellen afgehandeld. Outsourcing maakt het proces transparant voor de eindgebruiker: zowel de boodschap als het ontwerp van het authenticatietoestel kan naar de wensen van de klant worden aangepast. Het voordeel van een hosted authenticatieoplossing is dat je als CIO of ITorganisatie niet het wiel opnieuw hoeft uit te vinden en je kunt concentreren op de kerntaken. De oplossingen zijn veelal gebruiksklaar, hebben een virtueel onbegrensde schaalbaarheid en je betaalt enkel voor de capaciteit die je effectief gebruikt. Dit alles leidt tot een competitief voordeel dat enkel outsourcing in de cloud kan bieden. Cloudcomputing zal het IT-landschap fundamenteel veranderen. In het tijdperk van het internet, dat altijd en overal beschikbaar is, doet het er niet langer toe waar data fysiek wordt gehost of verwerkt. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor de verdeling van arbeid en outsourcing. In de toekomst zal iedereen doen waar hij goed in is. De rest wordt uitbesteed aan een specialist met meer kennis van zaken. Gebruikers aanvaarden dit nieuwe concept en maken zich hoogstens zorgen over de beveiliging. Cloud computing is een kwestie van vertrouwen. Men hoeft dus niet te aarzelen om de belangrijke zaken van multifactorauthenticatie in handen te geven van ervaren specialisten. VALCKE is president en COO ✒ JvanANVASCO, leverancier van authenticatieoplossingen.
EvEntkalEndEr 2012
In 2012 zullen de komende events gaan plaatsvinden; 27 maart CIO Dinershow & Timmies www.ciodinershow.nl 14 & 15 mei Connectivity2020 14 mei Jaarcongres Connected Enterprise www.connectedenterprise.nl 15 mei BTG Themadag (Ned. Ver. voor BedrijfsTelecommunicatie Grootverbruikers) 19 juni The Outsourcing Days www.outsourcingdays.com 20 sept Jaarcongres Innovation & Transformation www.it-transformation.nl 12 & 13 nov CIO Day www.cioday.nl 13 dec OM Dinershow & Tommies
MEdia kalEndEr 2012
Thema’s CIO Magazine 2012 nr. 1 it & vision aanleverdatum materiaal 20 januari verschijningsmaand februari nr. 2 it & Communication aanleverdatum materiaal 16 maart verschijningsmaand april nr. 3 it & Finance aanleverdatum materiaal 27 april verschijningsmaand mei nr. 4 it & technology aanleverdatum materiaal 22 juni verschijningsmaand juli nr. 5. CiO-day Special aanleverdatum materiaal 27 augustus verschijningsmaand september nr. 6 it & Business aanleverdatum materiaal 12 oktober verschijningsmaand november
Thema’s TITM 2012 nr. 1 it & innovation Special: mobility aanleverdatum materiaal 17 februari verschijningsmaand maart nr. 2 architecture Special: datum management aanleverdatum materiaal 30 maart verschijningsmaand april nr. 3 Business & it Special: Projects & portfolios aanleverdatum materiaal 11 mei verschijningsmaand juni nr. 4 Cloud computing Special: Social media aanleverdatum materiaal 6 juli verschijningsmaand augustus nr. 5 information planning & management Special: Human Capital aanleverdatum materiaal 14 september verschijningsmaand oktober nr. 6 analytics & Bi Special: Procesmanagement aanleverdatum materiaal 26 oktober verschijningsmaand november nr. 7 Jaarboek information trends 2013 aanleverdatum materiaal 18 januari verschijningsmaand Maart 2013
Thema’s Outsource Magazine 2012 nr.1 Sourcing & innovatie special: nearshoring aanleverdatum materiaal 2 maart verschijningsmaand maart nr. 2 Global Sourcing special: Offshoring aanleverdatum materiaal 13 april verschijningsmaand mei nr. 3 Strategic Sourcing special: klantcontact-outsourcing aanleverdatum materiaal 25 mei verschijningsmaand juli nr. 4 Business Process Outsourcing special: HrM-outsourcing aanleverdatum materiaal 20 juli verschijningsmaand augustus nr. 5 regie special: advies-outsourcing aanleverdatum materiaal 28 september verschijningsmaand oktober nr. 6 Sourcing competences special: Procurement aanleverdatum materiaal 16 november verschijningsmaand december nr. 7 Outsource Magazine Jaarboek 2013 aanleverdatum materiaal 1 december verschijningsmaand januari 2013
DE CIO IN DE ZORG Onder redactie van Rube van Poelgeest
Wat kan IT bijdragen en wat is de rol van de CIO? In de artikelenreeks CIO in de Zorg zijn de uitdagingen beschreven van de CIO’s in de zorg. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen zullen hun informatievoorziening op orde moeten hebben voordat de storm losbreekt wanneer, door bijvoorbeeld de op handen zijnde vergrijzing, de patiëntenaantallen met tientallen procenten gaan groeien. Geavanceerde informatietechnologie is dan noodzakelijk (ook volgens Eurocommissaris Neelie Kroes van de Digitale Agenda) om onze gezondheidszorg op aanvaardbaar niveau te houden. De basisvoorwaarde hiervoor is dat
zorginstellingen ten minste een volwassen EPD tot hun beschikking hebben door middel van een state-of-the-artinformatiesysteem of ZIS (ziekenhuisinformatiesysteem). Een belangrijk deel van de zorginstellingen worstelt hiermee. Echte succesverhalen zijn er weinig, terwijl een groot deel beschikt over achterhaalde systemen uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. De politiek helpt ook niet echt mee nu de Eerste Kamer de invoering van een landelijk EPD heeft gestopt. CIO’s uit andere sectoren weten hoe lastig het is om omvangrijke systemen te vervangen in complexe organisaties. Het verhaal gaat dat de helft van dit soort projecten mislukt. Daar
is niet alleen veel geld mee gemoeid, maar het bedrijf wordt bij mislukking ook op achterstand gezet ten opzichte van de concurrenten. Alle ruim 90 ziekenhuizen in Nederland zijn op een of andere manier bezig met het vervangen van hun ZIS. Sommige staan aan de vooravond, andere zijn halverwege, weer andere zijn daadwerkelijk bezig met het uitnutten van de nieuw verworven functionaliteit, waarvan de belofte is dat het ziekenhuis er beter door gaat functioneren: efficiënter, veiliger voor de patiënten, handiger voor de professionals zoals artsen en verpleegkundigen, met uiteindelijk meer patiënten en betere zorg tegen lagere kosten als resultaat.
AFLEVERING 15: HYLECO NAUTA INTERVIEWT MARTIN HARRIS (CLEVELAND CLINIC)
‘Rol IT wordt steeds groter’ Het UMC Utrecht vierde onlangs het eenjarig bestaan van zijn EZIS met een verjaardagscongres onder de titel ‘Invoering van geïntegreerde digitale ziekenhuisinformatiesystemen: een vergelijking van veranderingen in ervaren functionaliteit, gebruiksgemak, effecten op kwaliteit van zorg, besparingen en implementeerbaarheid’. Gastspreker was Dr. Martin Harris, CIO van een van de grootste en beste ziekenhuizen van de Verenigde Staten en daarmee ook van de wereld. Hyleco Nauta interviewt, Rube van Poelgeest doet verslag. Door Rube van Poelgeest en Hyleco Nauta Fotografie Eric Fecken
100
8e jaargang #4 | 2012
H
et is een voorrecht dat u helemaal uit de VS hier bij ons in Nederland bent gekomen om ons te laten delen in uw ervaringen met IT in de gezondheidszorg. Voordat wij de inhoud induiken, de vraag of u uzelf kort wilt voorstellen en ons wilt vertellen wie Martin Harris is? “Zeker. Ten eerste wil ik u bedanken dat ik hier te gast mag zijn. Ik vind het echt een geweldige ervaring! Ik ben opgeleid als algemeen internist, maar heb ook een opleiding gedaan als professioneel onderzoeker voor de gezondheidszorg. Oorspronkelijk heb ik me als doel gesteld informatie te gebruiken om de medische kennis te helpen bevorderen. In eerste instantie ben ik mij daarom gaan bekwamen in het werken met computers die nodig waren om dit gebruik van informatie mogelijk te maken. Toen ik begon, werden computers alleen nog maar in de backoffice gebruikt om facturen te maken. Wij probeerden diezelfde technologie te gebruiken om klinische beslissingen te nemen. Dat werkte niet zo goed. Het werd mij duidelijk dat we informatietechnologie echt in het hart van de medische praktijk moesten introduceren en dat ben ik gaan doen. En nu ben ik chief information officer van een grote organisatie in de Amerikaanse staat Ohio, genaamd de Cleveland Clinic.” Kunt u ons meer vertellen over Cleveland Clinic? Wat is jullie strategie als grote gezondheidszorgorganisatie? En voor welke uitdagingen staan jullie? “De Cleveland Clinic is redelijk uniek in de Verenigde Staten. Het is een groepsorganisatie van artsen die al sinds 1921
door artsen geleid wordt. De CEO is arts; ik ben de CIO en ik ben ook arts. Onze stafchef is arts. De persoon die verantwoordelijk is voor aanbestedingen is heel lang arts geweest. De organisatie telt maar liefst acht ziekenhuizen. We hebben 2.600 artsen in dienst en daarnaast werken we met nog eens 5.000 artsen in heel Noordoost-Ohio. We hebben ook vestigingen in Florida, in de Amerikaanse staat Nevada en in Toronto, Canada. Momenteel bouwen we een splinternieuw ziekenhuis met 400 bedden in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten.” “De missie van onze organisatie is eigenlijk sinds 1921 onveranderd, namelijk de best mogelijke zorg leveren aan de patiënten die we van dienst zijn, en nieuwe kennis genereren om de medische praktijk te bevorderen. Ik werk zestien jaar bij deze organisatie. De reden waarom ik werd aangetrokken, was dat ze op het punt waren
aangeland dat zij ook informatietechnologie wilden gaan gebruiken om de medische praktijk te bevorderen. En dat sprak mij aan in deze organisatie. Zij begrepen dat het blijven vastleggen van informatie op papier en deze vervolgens in nieuwe medische kennis vertalen niet de juiste manier was, en dat we onze kwaliteitsagenda zouden kunnen verbeteren door informatietechnologie rechtstreeks in de medische praktijk te introduceren, waardoor we de best mogelijke zorg zouden kunnen leveren. Dit was een goede manier om onze veiligheidsdoelstelling zeker te stellen. Bovendien heeft de IT ons in een positie gebracht waarin we de beste zorg tegen de meest kosteneffectieve prijs kunnen leveren. De missie van de organisatie blijft dus gewoon de best mogelijke zorg leveren. We willen dat mogelijk maken door effectief gebruik te maken van informatietechnologie.”
Het verschil tussen de geneeskundige praktijk en de informatietechnologie zal verdwijnen
Oké, dat betreft de rol van IT in de gezondheidszorg. Ik kan me voorstellen dat die rol steeds groter wordt? “Dat is een zeer belangrijk punt. Vanuit historisch oogpunt, en zelfs vandaag de dag in de VS, hoor je van alles over informatietechnologieprojecten. Ik denk dat het verschil tussen de geneeskundige praktijk en de informatietechnologie de komende tien jaar zal verdwijnen. Op een bepaald moment is het niet meer voor te stellen dat je geneeskunde bedrijft zonder te beschikken over informatietechnologietools. Het zal helemaal in elkaar opgaan. Er zal altijd een bepaalde vorm van infrastructuurnetwerken blijven bestaan die alsmaar sneller
IT in the boardroom
101
102
7e jaargang #5 | 2011
moeten worden; en de beeldvorming moet alsmaar duidelijker worden. Dat is het puur technologische gedeelte. Maar het gedeelte dat de arts in staat stelt de patiënt die voor hem zit te begrijpen – of de duizenden patiënten te begrijpen die niet voor hem zitten – wordt aangestuurd door deze informatietechnologietools die de geneeskundige praktijk en de relatie tussen de patiënt en de individuele zorgverlener herdefiniëren.” Er zal dus in de toekomst van alles veranderen. In welke mate wordt de relatie tussen de patiënt en de arts dan door IT beïnvloed? “Mag ik u daarvan een voorbeeld geven? We werken hier nu iets meer dan tien jaar aan. En ik denk dat veel mensen begrijpen dat deze nieuwe gezondheidsinformatietechnologie nu een-
Cleveland Clinic De Amerikaanse Cleveland Clinic is een academisch medisch centrum gevestigd in Cleveland, Ohio. Het wordt beschouwd als een van de top 4-ziekenhuizen in de VS, zoals beoordeeld door US News & World Report. De Cleveland Clinic werd opgericht in 1921 door vier artsen voor het verstrekken van patiëntenzorg, onderzoek en medisch onderwijs in een ideale medische setting. Het is een van de grootste particuliere medische centra in de wereld. De Cleveland Clinic behandelde meer dan drie miljoen patiënten in 2009, met bijna 80.000 ziekenhuisopnames. Uit alle staten en meer dan honderd landen komen de patiënten naar de Cleveland Clinic. Er werken meer dan 2.600 artsen met meer dan 120 medische specialismen en subspecialismen. Het ziekenhuis werd nummer één in Amerika voor cardiale zorg van 1994-2009. Cleveland Clinic is ook een non-profitbedrijf in Ohio, dat met ingang van december 2010 tien regionale ziekenhuizen in het noordoosten van Ohio, een ziekenhuis en familiegezondheidscentrum in Florida, een gezondheidscentrum in Toronto, Ontario (Canada), een specialiteitcentrum in Las Vegas, en een ziekenhuis in Abu Dhabi (2012) beheert.
maal de spreekkamer van de dokter en het ziekenhuis binnen gebracht moest worden. In onze organisatie gebruiken wij voor alle bestellingen, resultaten, aantekeningen en recepten een computer. Ongeacht of het een poliklinische patiënt betreft, of een patiënt die in het ziekenhuis is opgenomen. Maar dat is nog maar het begin. Die manier van over geneeskunde denken, is namelijk de oude manier. Bij de nieuwe manier veranderen de persoon van wie en de plek waar je zorg krijgt. Er komen meer zorgverleners die, al dan niet deel uitmakend van dezelfde organisatie, door nieuwe informatietools
Wat echt belangrijk is, is dat iedereen in de keten verbonden is met de informatie
kunnen samenwerken en erop gericht zijn de beste klinische beslissingen te nemen voor een bepaalde patiënt.” Kunt u daarvan een voorbeeld geven? “Een van de tools die we hebben ingezet is een persoonlijk gezondheidsdossier. Dit wordt vaak het patiëntenportaal genoemd. Daarmee hebben al onze patiënten 24 uur per dag, zeven dagen per week toegang tot hun medische dossiers. Zij kunnen dat vanuit huis doen of vanaf de andere kant van de wereld. Het allerbelangrijkst is dat ze ook kunnen zien wat hun arts op dat moment over die informatie denkt. Wat we dus doen, is een nieuwe relatie tot stand brengen met de patiënt, waarbij afstand er nu niet echt meer toe doet. Door het delen van gemeenschappelijke informatie en tools wordt een voortdurende relatie tot stand gebracht.” “Een ander voorbeeld is dat we een aantal tools inzetten die ons in staat stellen informatie over patiënten te verzamelen, ongeacht waar zij zijn. Niet zomaar beschrijvende informatie, maar echte fysiologische informatie over specifieke patiënten. Denk bijvoorbeeld aan diabetespatiënten. Zij moeten zichzelf een paar keer per dag in hun vinger prikken en de bloedsuikerwaarden in een apparaatje vastleggen. Dat is digitale informatie. Die informatie kan via internet in het elektronische medisch dossier worden geplaatst dat de arts gebruikt en vervolgens door een computer worden geanalyseerd om te bepalen of iets al dan niet normaal is. Het resultaat kan worden doorgezet naar de arts die aan
de hand van het persoonlijke medische dossier aanwijzingen geeft aan de patiënt. Dat betekent een fundamentele verandering van hoe wij over het verlenen van zorg denken. Wij willen zorgverlening veranderen van iets wat in de spreekkamer van een arts of een ziekenhuisbed plaatsvindt naar een dienst die altijd en overal op het moment dat het nodig is aan iedereen geleverd kan worden.” U hebt het over een wezenlijke verandering in de relatie tussen patiënt en arts wat betreft de manier waarop de laatste binnen en buiten uw organisatie werkt. Wat is daarbij uw rol als CIO? Wordt deze rol groter en strekt deze zich uit tot de hele staat Illinois of Ohio of...? “In de VS kiezen patiënten zelf door wie ze verzorgd worden. Zij kunnen voor de primaire zorg dus een arts kiezen die wel of geen deel uitmaakt van de Cleveland Clinic. Wat belangrijk is, is dat iedereen in de zorgketen, al dan niet deeluitmakend van Cleveland Clinic, verbonden is met de informatie, zodat de beste beslissingen kunnen worden genomen voor de patiënt. Ik ben evenveel tijd kwijt met nadenken over tools voor artsen die geen deel uitmaken van de Cleveland Clinic als over tools voor artsen die verbonden zijn aan de Cleveland Clinic. En ik besteed ook net zoveel tijd aan nadenken over tools voor patiënten. Zij moeten namelijk betere tools hebben als ze actief willen deelnemen aan de besluitvorming over hun eigen gezondheid en hun gezondheidszorg.” De ontwikkelingen die u beschrijft zijn fantastisch voor de patiënt en volgens mij ook voor artsen. Hoe voltrekken die ontwikkelingen zich en wat is uw rol daarin? “De Cleveland Clinic loopt voorop bij het gebruik van deze technologie die zich volgens een vooropgezet plan ontwikkelt. Dat was toen de internetgekte op zijn hoogtepunt was. We hebben besloten niet alleen naar het internet te kijken als een manier om informatie te communiceren, maar als een mogelijkheid om de manier waarop wij service konden leveren opnieuw vorm te geven. Daarom hebben we tien jaar geleden nagedacht over welke verbindingen er allemaal nodig zouden zijn. Verbindingen met patiënten, met art-
IT in the boardroom
103
sen. Daarbij dachten we zowel aan artsen die 5.000 of zelfs 15.000 kilometer verderop werken, als aan de artsen bij ons op de campus. Wij hebben een patiëntgerichte visie ontwikkeld en hebben deze als vertrekpunt genomen. Het was nog heel vroeg in het tijdperk van informatietechnologie en gingen
Martin Harris
Hyleco Nauta
Martin Harris is internist en CIO van de Cleveland Clinic (Cleveland, Ohio). Hij is adviseur van president Obama voor de invoering van het elektronisch patiëntendossier (EPD) in de VS. Die invoering is onderdeel van het realiseren van een ziektekostenverzekering voor alle Amerikanen. De Cleveland Clinic is het internationale voorbeeld van een papierloos ziekenhuis. Alle functies van informatie zijn daar volop en veilig aanwezig: digitaal berichtenverkeer tussen artsen, decision support systems, telemonitoring, benchmarking, gezondheidseducatie, online afspraken maken en ook het elektronisch patiëntendossier. Harris gaf de afgelopen tien jaar leiding aan de digitalisering van de Cleveland Clinic.
Hyleco Nauta is CIO van het UMC Utrecht. Ict is een van de rode draden in zijn leven. Sinds 2006 is hij werkzaam voor het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht), met bijna 11.000 mensen een van de grootste instellingen voor gezondheidszorg in Nederland. In deze periode zijn een aantal grote programma’s gestart, die gezamenlijk de gehele centrale ictinfrastructuur en organisatie reorganiseren. Deze programma’s omvatten onder andere de volledige vervanging van de primaire systemen voor de zorg inclusief alle elektronische patiëntendossiers (EPD’s); de introductie van portalen die patiënten via internet toegang geven tot hun EPD; de transitie en uitbreiding van de financiële, HR- en facilitairmanagementsystemen naar ERP; alsmede een upgrade en vervanging van de data- en telecommunicatie-infrastructuur. Voordat Hyleco Nauta in dienst kwam bij het UMC Utrecht heeft hij 23 jaar in commerciële omgevingen gewerkt als adviseur IT-strategie, operationsmanager, productmanager en database engineer voor Deloitte, Voice Data Systems, Philips en Oracle. Hyleco Nauta is afgestudeerd in de economie in Wageningen.
vrij gefragmenteerd te werk. Daarom kozen we de tool waarvan wij dachten dat die het beste zou zijn en begonnen we aan de ambulante kant – dat product was immers het verst gevorderd. Een van onze onderliggende wensen was integratie, volledige integratie. Dus binnen het gehele ziekenhuis, met de patiënt en met andere artsen. Daarom hebben we samengewerkt met de leverancier van die tool om zeker te stellen dat wij in de kern uiteindelijk echt één product zouden krijgen. Want zodra we dat hadden, konden we dat optimaal toepassen voor elk van de partijen die we van dienst wilden zijn.” Dus IT raakt het hart van de organisatie. Wat is uw positie binnen het bestuur en uw relatie met de CEO – aangezien deze goedkeuring moet geven voor al die fantastische ontwikkelingen? “Het is inderdaad de verantwoordelijkheid van de CEO om de organisatie dusdanig aan te sturen dat er wordt voldaan aan de belofte van geweldige zorg voor patiënten. Het was duidelijk dat hij het belang van informatietechnologie moest begrijpen om die belofte na te
104
komen. Toen ik begon, rapporteerde ik daarom rechtstreeks aan CEO. Dit was toen betrekkelijk ongebruikelijk, maar nu is het al meer normaal. Ik ben lid van de executive board, waarvan ook de CEO, de CFO en de COO lid zijn. Zij zijn min of meer de kernpersonen. Waar komen al deze ideeën voor innovatie vandaan? Komen ze uit de ITketen die aangeeft ‘dit zijn de mogelijkheden en laten we ervoor gaan’, of worden ze voorgesteld door individuele personen binnen uw organisatie? “Een aantal innovaties was tien jaar geleden inderdaad afkomstig van de technologiekant van de organisatie. Dat betrof met name verbeteringen in de infrastructuur: het draadloze
8e jaargang #4 | 2012
netwerk, de computers die niet meer ingeplugd hoefden te zijn, de mogelijkheid informatie te krijgen op een handheldapparaat. Het fantastische van de huidige situatie is dat de innovaties echt afkomstig zijn van de artsen en verpleegkundigen zelf – en van het administratieve personeel. Een voorbeeld: stel dat u patiënt bent en een bepaald klinisch probleem hebt. U kunt dan kiezen uit 2.600 artsen. Wie gaat u bellen? In het verleden moest je enig idee hebben van wat je probleem was. Je moest naar het ziekenhuis bellen en om een bepaalde afdeling vragen. Je sprak met iemand en hoopte dat die persoon ook echt een afspraak kon boeken. En als hij of zij dat niet kon, moest je met iemand anders worden doorverbonden. Vandaag de dag voldoen we aan de volgende belofte: de patiënt belt één nummer, praat met één persoon, en die persoon boekt de juiste afspraak. Hoe dat mogelijk is? De informatietechnologie voor het maken van afspraken maakt die ene persoon voldoende intelligent om een afspraak in te plannen voor meer dan honderd verschillende medische problemen en dit ook nog goed te doen. Zodat de juiste patiënt en het probleem van die patiënt aan de juiste arts worden gekoppeld, zonder van het kastje naar de muur te worden gestuurd. Dat is alleen mogelijk via technologie.” Wat ziet u als belangrijkste kansen voor de toekomst? Hoe ziet de wereld rond Cleveland Clinic er de komende vijf jaar uit? “De afgelopen tien jaar hebben we de tools beschikbaar gemaakt en ze leren gebruiken. De komende vijf jaar draait echt om het aantonen welke kwaliteit wij via deze tools rechtstreeks aan de patiënt kunnen leveren. Als een patiënt ergens binnenkomt, moet hij weten hoe goed de organisatie in kwestie met zijn aandoening kan omgaan. Het tweede is: patiënten moeten weten dat ze, als ze de organisatie verlaten, nog altijd verbonden zijn met het zorgteam en dat, ten derde, ze echt tools hebben die voldoende geavanceerd zijn om actief te kunnen deelnemen aan hun eigen besluitvorming over gezondheid en gezondheidszorg.” NAUTA is CIO van UMC Utrecht. ✒HYLECO RUBE VAN POELGEEST is interim-CIO binnen de zorgsector.
it
Voor meer informatie kunt u terecht bij Valerie Nuyten,
[email protected] www.ittransformation.nl Winnaars afgelopen jaren: • ING Lease • Heineken • Schiphol
project of the year Start i op 1 jun 2012
Wint u dit jaar de IT Project of the Year?
Column
Door Roel Wolbrink Fotografie Roelof Pot
Cultiveer een glimlach Lachen is gezond en werkt ontspannend. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor je omgeving. De meeste begroetingen beginnen, na het oogcontact, met een glimlach, omdat dit onszelf en anderen ontspant. We zetten onszelf niet langer schrap, maar laten zien onszelf kwetsbaar op te kunnen stellen. Met een glimlach kun je daarom ook een fout weglachen; dat is vaak effectiever dan een excuus maken. Mensen die lachen, beoordelen we als competent, omdat het in ieder geval lijkt alsof ze controle hebben over de situatie. Dus wat er ook gebeurt: ontspan, leef het moment en lach!
Duchennelach Een lach moet echt zijn. Het gezicht straalt, de ogen lachen mee en daarmee worden de kraaienpootjes aan het werk gezet. We noemen deze lach de Duchennelach, genoemd naar Duchenne de Boulogne die hier als eerste onderzoek naar deed. Hij ontdekte dat de oogspieren de spieren rondom de oogkas ook aansturen; deze zijn moeilijk te manipuleren en daardoor is het eenvoudig om een echte glimlach te onderscheiden van een fakeglimlach. De Pan Am-lach, vernoemd naar de toenmalige Amerikaanse vliegtuigmaatschappij, is een neplach waarbij enkel de mondhoeken omhooggaan en de tanden enigszins worden ontbloot, maar de ogen niet meelachen. Deze lach is ook effectief, maar niet op de lange termijn. Deze fakelach wordt vrij snel herkend en roept op termijn zelfs irritatie op. Een neplach wordt vaak gebruikt door mensen in de horeca (op de grond of in de lucht). Veel van deze mensen zijn niet echt betrokken bij hun gasten en hebben zich dit lachje eigen gemaakt. Ze zijn niet echt blij, open en vriendelijk, maar doen het werk omdat het werk is. Ook mensen met angst en spanning hebben vaak dit type glimlach. Toch is een nepglimlach beter dan geen lach, omdat de namaakglimlach je gesprekspartner wel ontspant.
Driedimensionaal Een neplach kun je oefenen met video-opnamen, omdat een lach het best driedimensionaal beoordeeld wordt. Een goede lach is zo goed als symmetrisch en komt van binnenuit. Begin met glimlachen voor de spiegel en oefen net zo lang tot je het lachen niet meer in kunt houden. Voor een goede lach moet je je goed en zeker voelen. Dan gaat het echt een stuk makkelijker. De echte glimlach is vaak een resultante van alle andere aanbevelingen in mijn boek: Business Etiquette 3.0. Denken aan iets leuks kan soms ook helpen.
ROEL WOLBRINK is etiquettedeskundige en eigenaar van New Tailor, maatpakken en maathemden. New Tailor kleedt de CIO of the Year.
IT in the boardroom
107
Out of Office tekst en foto’s Paul Piebinga
‘Bochten en bergen’ EDDIE LYCKLAMA A NIJEHOLT
108
H
et is moeilijk kiezen tussen de hobby’s van Eddie Lycklama a Nijeholt, CIO bij de Gasunie. Als hij geen versterkers en boxen sjouwt voor de band waarmee zijn vrouw optreedt (www.garmentsmusic.com) of aan het hiken is in de bergen, is hij het liefst aan het touren op zijn motor. Allemaal fotogenieke opties. Net terug van een weekje rondrijden in Schotland ontmoeten we elkaar in Friesland. Eddie praat kort over zijn motor. “Geen idee hoeveel pk deze heeft, ik weet dat het een 1150cc is en dat hij dik 200 kilometer per uur kan. Daar waar het mag en kan, in Duitsland dus. Veiligheid gaat voor alles, want bij die snelheden moet er geen zijwindje zijn. Anders is het niet meer zo ontspannen.” Veiligheidsbesef zit bij Gasunie-mensen kennelijk diep in de genen. Veel technische details hoor ik niet en ik ga ervan uit dat sleutelen tot het minimum beperkt blijft. De motor ziet er overigens strak uit. Geen ding waarbij je je gereedschapskist mee moet nemen als je op stap gaat. De blauwe BMW zit lekker. Niet zo voorovergebogen in de racehouding, maar relaxed rechtop. Eddie’s outfit is beheerst en functioneel, niets van de romantische overdrijving die je weleens ziet en zo rond het veertigste levensjaar schijnt te beginnen: de leren jacks, al of niet met doodshoofden, strakke zonnebrillen, en ex-vliegerhelmen. Voor Eddie geen fratsen, maar doordacht comfort. De hoek van het windscherm kan zelfs worden versteld voor het ultieme tourgenot. “Hiken en motorrijden zijn trouwens prima te combineren, het is gewoon lekker om in die bergen rond te rijden, prachtige haarspeldbochten en mooie vergezichten. Zo’n motor geeft een gevoel van vrijheid dat je bij een ander vervoermiddel niet kan krijgen. Een paar keer per jaar touren met vrienden, geweldig.”
PIEBINGA is CIO van Enexis ✒ PenAUL fotograaf.
109
RENE SAVELSBERG, MANAGING PARTNER EN CEO CHRYSALIX SET
Investeren met een aankoopkeuring Wie investeert in startende technologiebedrijven, loopt risico. De Nederlandse vertaling van venture capital is niet voor niets durfkapitaal. Het is de kracht van een goede fondsbeheerder om die risico’s zo veel mogelijk te kennen en investeringsbeslissingen vervolgens zorgvuldig af te wegen. Investeringsmaatschappij Chrysalix SET doet daarbij een beroep op softwareanalysebedrijf Software Improvement Group (SIG). Door onze redactie
110
8e jaargang #4 | 2012
C
hrysalix SET beheert twee fondsen, SET Fund I en II. Het zijn fondsen die uitsluitend investeren in jonge technologiebedrijven met een hoofdvestiging in Europa. Bijkomende voorwaarde is dat de bedrijven actief moeten zijn op het gebied van duurzame energieproductie en -efficiency. Rene Savelsberg, managing partner en CEO van Chrysalix SET: “Wij investeren uitsluitend in de duurzame-energiesector. Het is een branche waarin je start-ups in grote aantallen vindt. Daarom is het zaak de meest kansrijke bedrijven te ontdekken en ze zorgvuldig te begeleiden in hun ontwikkeling. Het zijn geen diamanten die liggen te fonkelen – al kunnen ze dat wel worden. Onvolkomenheden in de bedrijfsvoering, de organisatie of het product zijn bijna voorgeprogrammeerd. Ons gaat het er vooral om of bedrijf en product klaar en toekomstvast zijn. We willen voorkomen dat we geld van onze investeerders in een bedrijf steken en daarna voor verrassingen komen te staan. Het is ons vak de beslissing goed voor te bereiden, alle risico’s te begrijpen en ze één voor één aan te pakken. Daarom willen we van een start-up niet horen ‘het is perfect’, want perfect is het nooit. We willen weten waar bedrijfsrisico’s en technische risico’s liggen. SIG helpt ons eerlijke antwoorden te krijgen op die vragen.” Chrysalix heeft zelf geen interne ITverantwoordelijke of CIO binnen de gelederen die wordt betrokken bij investeringsbeslissingen en vanuit die rol wordt betrokken bij de IT-due dilligence. Maar er is wel iemand die de risico’s analyseert. De inspanningen van SIG gaan evenwel nog een stuk dieper dan het doorsnee kennisgebied van de CIO. “Het feit dat we SIG gebruiken is omdat we die diepgaande expertise zelf niet in huis hebben”, verduidelijkt Savelsberg.
strategie en aan de branche waarin de maatschappij werkt. “Wij bevinden ons vaak op de kruising van software en energie. Daarmee schuren we tegen de industriële sector aan en net als die sector moeten wij anticyclisch investeren. Dat doen we in een gepast portfolio van bedrijven dat drie aspecten van duurzame energie omvat. Als eerste investeren we in bedrijven die actief zijn in het opwekken van duurzame energie – denk aan zonne-energie, windenergie, geothermie en zelfs kernfusie. Daarnaast kijken we naar bedrijven die energiedistributie als doel hebben. Zij ontwikkelen technologie zoals smart grids of nieuwe vormen van energieopslag. De derde branche in ons portfolio omvat energie-efficiency: het zuinig omgaan met de opgewekte energie. Dat is een sector waarin softwareoplossingen een grote rol spelen. Dergelijke applicaties voor energievraagstukken hebben onze bijzondere aandacht, omdat je daarmee veel energieverspillingen kunt voorkomen en zo een groot, gecombineerd resultaat kunt bereiken.”
Energiehuishouding Chrysalix SET ontvangt honderden investeringsaanvragen per jaar. Hooguit een paar procent van die plannen komt in aanmerking voor nadere beschouwing. Aan de beslissing om te investeren, gaat uiteraard een gedegen vooronderzoek vooraf. Zo ook in het project waar SIG bij werd betrokken. Dat omvatte een bedrijf dat bij het ontwerp van gebouwen de energiecomponent analyseert. “Die analyse is hét probleem van dit moment”, legt Savelsberg uit. “Er zijn te veel spelers in bouwprojecten, waardoor de kennis over de energiekenmerken en oplossingen van een gebouw diffuus blijft. We overwegen te investeren in een bedrijf dat hiervoor een softwareoplossing heeft ontwikkeld en investeringskapitaal wil aantrekken om te kunnen uitbreiden en de marketing te kunnen opstarten. De kern van het bedrijf is een applicatie die online en realtime de energiehuishouding van een gebouw doorrekent. Een architect of bouwconsultant tekent een gebouwontwerp in Google SketchUp, klikt op een button en ziet meteen de energie-effecten. Binnen de software kan hij dan diverse
Het zijn geen diamanten die liggen te fonkelen – al kunnen ze dat wel worden
Duurzame energie Het eerste SET-investeringsfonds opende in augustus 2007. In de jaren erna kwam er een tweede fonds bij. Savelsberg schrijft de veelbelovende resultaten toe aan de duurzame
IT in the boardroom
111
aspecten uitproberen. Zoals het draaien van het gebouw, waardoor de zonne-instraling wijzigt. Of het toevoegen van warmte-koudeopslag of energiebesparende beglazing. De gevolgen worden altijd online en realtime berekend. Dat is een groot verschil met de huidige situatie, waarin je dergelijke energieberekeningen door ingenieurs moet laten uitvoeren, wat veel tijd kost.”
Risico’s helder SIG kreeg het verzoek om antwoorden te zoeken op een handvol vragen: werkt het, dus doet de oplossing wat zij moet doen? Is de software schaalbaar en goed te onderhouden? En zijn de structuur en de engine van het programma gedegen in elkaar gezet? “Het rapport van SIG gaf me op die vragen duidelijke antwoorden”, aldus Savelsberg. “Zo bleek de software een goede kwaliteit te hebben. Er waren enkele aandachtspunten, waarbij SIG me een schatting gaf van de kosten die met de aanpassingen zouden zijn gemoeid. Dat vond ik handig. Tegelijkertijd waren risico’s helder in kaart gebracht. Daartoe behoorde de constatering dat sommige delen code bestonden uit hergebruikte externe code. Het was onduidelijk wie de rechten op deze code bezat. Dat vormde een potentiële kostenpost.” Savelsberg was blij dat het rapport hem erop wees. Ook de ontwikkelaars zelf onderstreepten de bevindingen. “SIG krijgt deze inzichten natuurlijk alleen door de broncode te analyseren. Veel softwarebedrijven vinden het eng om hun code vrij te geven. In dit geval reageerden de bouwers positief. Ze zagen in dat ze er zelf alleen maar van konden leren.”
Je wilt weten of het bedrijf dat je koopt wel de gewenste kwaliteit heeft
Due dillegence Savelsberg: “Deze due diligence is niets anders dan een aankoopkeuring. Je wilt weten of het bedrijf dat je ‘koopt’ wel de gewenste kwaliteit heeft. Net zoals je bij de aankoop van een auto een ANWB-keuring kunt laten doen. Maar die keuring vergt natuurlijk inzicht en kennis. Als je software
112
8e jaargang #4 | 2012
wilt keuren, moet je iemand onder de motorkap laten kijken die er verstand van heeft. SIG is daar goed in. Ook als er druk op de ketel staat. Onze sector heeft altijd haast. Investeerders hebben geen tijd om consultants maanden in te huren. Nog los van het feit dat zoiets te veel kost. Toen we SIG benaderden om ons te helpen bij het vooronderzoek, stelden we een doorlooptijd van twee weken voorop. Dat is een termijn waarbinnen je alleen een snelle analyse kunt doen. SIG verraste me met een gedegen advies. Dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht, niet binnen die twee weken. Dus als je me vraagt of ik SIG voor een volgend traject inschakel, dan acht ik die kans groot.”
Valkenoog Door Jan Peter de Valk
AFLEVERING 9
Asociale media?
M
ooi onderwerp voor discussie afgelopen weekend op een partijtje in Brussel: “Wat vinden jullie nou van die social media en daarmee het gebruik van mobieltjes overal?” Niet iedereen reageert positief. Sterker, het merendeel van de ‘voorbije dertigers’ barst uit in een ware litanie van frustraties: “Al die asociale (!) jongeren met hun handheld- en oortjesverslaving.” (Dr. Dre weet daar inmiddels alles van!) “Ware vrienden kennen ze niet meer, een regelrechte verarming. En dan die privacyexposure op Facebook en ook LinkedIn, zeer bedreigend.” Met twitteren is de meerderheid – als ze ooit al eens een gestart waren – al lang weer opgehouden.
Postzegel
niet bij de intro van haar eigen persoon. De chairman had haar hele doopceel in een Powerpoint gezet, inclusief fotohistorie, familie, huisdieren, eet-, drinken sportgewoontes, activiteiten van de laatste paar dagen en nog veel meer. Zonder haar ooit gezien te hebben! Dat alles had hem slechts een half uurtje ‘googelen’ gekost – informatie beschikbaar voor iedereen die daar goed (of kwaad) mee wil. Dat is precies waar Julian Assange ons eerder dit jaar in Amersfoort op wees. Hij had met betrekking tot privacy iets meer vertrouwen in de rol van multinationals dan in landen op deze wereld, die volgens hem gewoon handelen in big data van hun burgers. Een interessant toekomstscenario zou kunnen zijn dat we dat grote boze internet afsluiten en lokaal weer de sufferdjes uit de kast halen en gezellig in een kroeg op de hoek of het buurtplein
Kortom, nostalgie naar pre-Hyves tijden waarin nog wel eens een brief werd geschreven viert hoogtij – terwijl je tegenwoordig al aan tieners moet uitleggen wat een postzegel ook al weer was. E-mail op je BlackBerry en big data (je fotoboek) in de cloud (Dropbox) is standaard jongerenkost; likken aan een verzamelaarsobject al lang niet meer. Trouwens, die zeldzaam wordende briefprentjes zijn inmiddels steeds meer zelfklevend. Dan even over de privacyaspecten. Ik heb een paar weken geleden Randi Zuckerberg, de oud-marketingdirecteur van Facebook, mogen aanhoren op een conferentie. Haar verhaal viel in het
Binnenkort Ryanair maar eens uitproberen voor lang weekend Puglia
bijpraten. Hoewel wellicht vergezocht, toch best aantrekkelijk volgens veel oudere jongeren. Zelfs vroege twintigers beginnen al twijfels te krijgen over hun hele hebben en houden op internet.
Timesavers Waar ligt de grens? In elk geval is die nog niet in zicht bij de mogelijke toepassingen van IT om het leven te vereenvoudigen: denk aan de apps Just Landed, Instant Meeting (druk op één knop voor een teleconferentie) en meer van dat soort timesavers. Moet echter wel betaald kunnen worden (businesscase, jawel), als tijd geen geld is dan hoeft het allemaal niet zo nodig. Maar besef wel dat goedkoop duurkoop is. Denk aan vliegen met de kilometerknallers: (extra) koffer vergeten op te geven of geen incheck gedaan vooraf, dan vele malen meer betalen dan oorspronkelijk, en tel uit je verlies. Maar ten opzichte van wat eigenlijk? Enfin, binnenkort Ryanair maar eens uitproberen voor lang weekend Puglia: onbespoten biokomkommertje uit eigen kas mee voor in de lucht en even niet aan werk en die KPI’s denken. Die zijn in fantasie net als die onbespoten superaugurk, groen van buiten en van binnen. Bye bye watermeloennachtmerrie. Have a great summer!
PETER DE VALK is CIO van DHL ✒JAN Express in de Benelux en geeft in deze rubriek zijn visie op nieuws, trends en ontwikkelingen.
IT in the boardroom
113
CTO MEETS CTO
Technologie is niet per se IT Interessante eye-opener tijdens de bijeenkomst CTO meets CTO in Den Bosch: het ging tijdens het drukbezochte evenement nauwelijks over IT. De CTO-rol betekent kennelijk veel meer dan de technische counterpart van de CIO of de verantwoordelijke voor IT-gebaseerde productontwikkeling aan leverancierszijde. “Dat is wel even wennen”, stelde IT-goeroe en trendwatcher Vincent Everts tijdens zijn afsluitende spreekbeurt. Door Hotze Zijlstra Fotografie Jeroen Oerlemans/BNR
D
e avond leerde in elk geval dat de CTO veel meer gezichten heeft dan je vanuit IT-perspectief zou veronderstellen. In de Bossche Orangerie kwam namelijk een bonte stoet aan innoverende techneuten voorbij, afkomstig uit de meest uiteenlopende disciplines: chemie, fysica, werktuigbouw, en hier en daar een informatietechnicus. “Wat CTO’s gemeen hebben is een focus op zowel de korte als de lange termijn”, aldus BNR’s Rens de Jong, die de avond soepeltjes aan elkaar praatte. “Ze spelen door de ontwikkeling van technologische oplossingen in op de huidige en toekomstige uitdagingen bij hun klanten.” De CTO moet technische excellentie combineren met toekomstvisie en een fijne neus voor strategische hoogstandjes, zo is de opvatting. Maar hoe breng je je boodschap over de bühne bij de raad van bestuur? Welke ontwikkelingen zijn veelbelovend? Hoe blijf je de concurrentie een stap voor? Over die
114
vragen en meer ging het tijdens CTO meets CTO, een evenement dat volgens De Jong en mede-initiatiefnemer Thijs Manders van detacheerder TMC, zou kunnen leiden tot het oprichten van een echte CTO-community naar het model van onder meer de CIO- en CFO-gemeenschap. “Het gaat uiteindelijk om kennisuitwisseling”, aldus de TMC-CEO.
Ict kan ertoe bijdragen dat de wereld voor iedereen een beetje leefbaar blijft
8e jaargang #4 | 2012
Duurzaamheid De inhoudelijke wisselwerking in Den Bosch startte met de businessdrijfveren achter technologiegebaseerde innovatie. Marcel Wubbolts, CTO van DSM, stelde dat duurzaamheid binnen zijn organisatie de belangrijkste aanjager is. “Bij DSM zijn we voortdurend bezig met het zoeken naar nieuwe businessopportunities. Maar als deze niet duurzaam zijn, dan ontwikkelen we ze niet verder”, aldus de in 1995 als onderzoeker in dienst bij het chemiebedrijf getreden CTO, die later onder meer de rol van programmadirecteur Industrial Biotechnology en vicepresident Research & Technology vervulde. Shell-CTO Gerald Schotman voorziet voor zijn bedrijf een toenemende focus op alternatieve, meer duurzame energiebronnen. “Het gaat daarbij om een zoektocht naar moleculen die je gemakkelijk kunt omzetten naar verschillende vormen van energie. Omdat olie voorlopig belangrijk blijft, moet onze R&D de mogelijkheden voor de
IT in the boardroom
115
116
8e jaargang #4 | 2012
Bedrijven zitten nog steeds vol met innovatiepreventieteams
lange termijn en de urgentie op de korte termijn echter met elkaar verzoenen.” Binnen Cisco ziet men in de toekomst mooie kansen voor ict. Met name de impact op de gezondheidszorg zal volgens Michel Schaalje, technisch directeur van Cisco Nederland, enorm zijn. “Het wordt steeds drukker op de aardbol. Goed toegepaste ict, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, kan ertoe bijdragen dat de wereld voor iedereen een beetje leefbaar blijft. Denk daarbij aan toepassingen op het gebied van video, het op afstand monitoren van patiënten; misschien wel op basis van een geïmplanteerde chip die onze gezondheid realtime in de gaten houdt.” Binnen TNO heeft men eveneens oog voor ict-gebaseerde mogelijkheden, bijvoorbeeld als enabler van de beweging naar on demand productieprocessen. “De consument zal in de toekomst op elk moment precies het voor hem of haar juiste fysieke product kunnen samenstellen en bestellen”, schetste Machteld de Kroon, directeur Research bij TNO.
technologische vondst pitchten. Daarbij werd volop naar wisselwerking gezocht. Michael Boot, grondlegger van Progression Group, lonkte voor zijn alternatieve brandstof bijvoorbeeld naar bruikbaar afval afkomstig van andere industrieën. Robin de Bruijn, oprichter en CTO van Emultech, dat zelfdoserende medicijnen maakt, was op zoek naar geld: “Ik zag bij aankomst veel BMW’s in de parkeergarage. Dat komt goed uit, want ik zoek investeerders.” Ook Rick Scholte van geluidsvormgever Sorama vertelde in Den Bosch te ‘zoeken naar een technologiematch’.
Grensvlak
Zonne-energie
Alle panelleden zien het fenomeen ‘open innovatie’, waarin binnen ecosystemen en consortia op basis van nieuwe verdien- en verdeelmodellen wordt samengewerkt, als een belangrijke drijver van nieuwe technologieën. Wubbolts: “Vroeger deed je je R&D alleen, inmiddels is het een wereldwijd spel geworden. Je kunt als bedrijf je kaarten niet langer tegen de borst houden.” Schaalje: “Dat hoeft ook niet, want expertise is over de hele wereld beschikbaar en makkelijk te ontsluiten.” Dat gebeurt dan ook volop. Binnen Shell wordt al samengewerkt met de filmindustrie om bijvoorbeeld olievelden of andere zaken visueel beter inzichtelijk te maken. HP ontwikkelde voor het olieconcern reeds krachtige sensoren voor bijvoorbeeld seismologisch onderzoek. De Kroon: “Innovatie vindt meestal plaats op het grensvlak van disciplines.” Zulke grensvlakken werden tijdens CTO meets CTO meerdere malen opgezocht. Bijvoorbeeld door de drie jonge techstarters, die op het podium hun
Vervolgens mocht het publiek, samen met de sprekers en panelleden laten zien wat het zelf in huis heeft. EgbertJan Sol, CTO bij TNO Science & Industry, schetste allereerst de uitdaging. In de toekomst zullen huishoudens volgens hem in toenemende mate hun eigen zonne-energiecentrale bezitten. “Dat klinkt misschien ongelooflijk, maar besef goed dat een werkgeheugen van 4 gigabyte voor een pc nog niet zo lang geleden dat ook was. De uitdaging is dat we in de toekomst heel goed in staat zullen zijn om zelf energie op te wekken, maar deze niet kunnen opslaan. Natuurlijk kunnen we onze elektrische auto’s ermee opladen, maar dat is niet genoeg.” Een echte oplossing voor het probleem werd niet geleverd, maar de bezoekers in de Orangerie hadden wel meningen over de aanpak. Deze varieerden van focus op de bouw van superefficiënte zonnecellen op basis van technologieën zoals ASMI en ASML die hebben ontwikkeld. Anderen vonden juist dat de focus moest liggen op opslag van
energie in een nieuwe generatie batterijen, of als waterstof op basis van elektrolyse. Sol zag ook hier het onderscheid tussen een korte en lange termijn: “Ik denk dat we ons eerst moeten focussen op het ontwikkelen van cellen en vervolgens op opslag en distributie.” Daarnaast dicht hij toekomstige nanotechnologieën grote kansen toe: “Op basis hiervan kunnen we moleculen vastpakken, waterstof en CO2 ertegenaan zetten en dit vervolgens omzetten in brandbare koolwaterstoffen.”
Leafplan Trendwatcher Vincent Everts kon het als afsluitende spreker niet laten om toch nog even in te zoomen op informatietechnologie, al stelde hij vooraf dat er op technologiegebied duidelijk meer te koop is in de wereld. Dat besef is bij hem gegroeid sinds hij zich meer focust op duurzame energie en technologie en daartoe in het kader van Leafplan een gesponsorde en meervoudig aan het internet geconnecteerde elektrische auto rijdt. “Het gaat dus niet over ict, maar ict is wel een belangrijke enabler”, stelde de gedreven ondernemer en trendwatcher in Den Bosch. Het is echter wel de bedoeling dat de IT-afdelingen meebewegen met de ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld cloud, mobility en sociale media. “Bedrijven zitten nog steeds vol met innovatiepreventieteams”, grapte Everts met een serieuze ondertoon. “De CTO moet wel over een bijzonder talent beschikken om door het voortdurende ‘nee’ van IT-afdelingen heen te breken.” Dat mensen thuis over betere technologie beschikken dan op het werk is volgens de spreker bijzonder veelzeggend. Pas sociale media toe in de business, is zijn devies, en omarm de mogelijkheden van de cloud. Bovendien wordt de toekomst steeds mobieler. “Iedereen snapt het. Nu de beslissers binnen grote organisaties nog.”
IT in the boardroom
117
Heb je even?
korte ontmoetingen in de markt | door onze redactie
KARL-HEINZ STREIBICH CEO SOFTWARE AG
‘Je kunt alleen managen wat zichtbaar is’ Een verzekeraar dacht lange tijd dat zij 1,3 miljoen klanten had. Totdat een ingrijpende dataschoningsactie aangaf dat het er in werkelijkheid 900.000 waren. Met alle gevolgen van dien – een vertekend beeld van het marktaandeel, onnodige promotie- en verkoopkosten en verkeerde informatie naar de aandeelhouders. “Een riskante zaak die een CEO van een bedrijf in het ergste geval flinke juridische problemen kan opleveren”, weet Karl-Heinz Streibich, CEO van Software AG.
H
et van oorsprong Duitse Software AG, met vestigingen wereldwijd waaronder in Nederland, profileert zich als leverancier van oplossingen voor procesmanagement, datamanagement, servicegerichte architectuur (SOA) en applicatie-integratie, waarmee organisaties zich kunnen transformeren
118
tot een digital enterprise. Wat Streibich betreft is het meedoen met deze trend of ten onder gaan. Digitalisering is de volgende stap in de evolutie van organisaties. Karl-Heinz Streibich werkt sinds 2003 bij Sofware AG. Hij was daarvoor in dienst bij onder meer Dow Chemical, ITT, Daimler-Benz en Deutsche Tele-
8e jaargang #4 | 2012
kom. Onder zijn leiding is Software AG flink gegroeid, vooral door de overnames van WebMethods in 2007 en IDS Scheer in 2009. Tussen 2004 en 2011 groeide de omzet van het bedrijf van 400 miljoen naar 1,1 miljard euro. Als promotor van de digital enterprise wil Software AG in 2015 zelf alle interne processen gedigitaliseerd hebben. Het
bedrijf zet daarvoor zijn eigen business-processmanagementplatform in.
Hardgecodeerd Volgens Streibich staat business-processmanagement (BPM) bij iedere organisatie hoog op de agenda. “Iedere CIO heeft te maken met een erfenis van hardgecodeerde applicaties die de IT-afdeling beperken in het inspelen op twee belangrijke ontwikkelingen: de globalisering van markten en de grotere gelijkvormigheid van producten. Door globalisering is het mogelijk om producten overal af te zetten. Maar producten worden steeds meer een commodity, dus moet je je op andere manieren onderscheiden, bijvoorbeeld door middel van een optimale klantenservice of interne procesefficiëntie. Dat is voor veel bedrijven echter heel moeilijk, omdat ze nog steeds te maken hebben met applicatiesilo’s die het tempo van snel veranderende businessmodellen niet kunnen volgen. Dat zorgt voor complexiteit. Daarnaast is er het probleem van de veelheid aan applicaties. Bij grote organisaties is het niet ongewoon dat er meer dan duizend applicaties in gebruik zijn. Die ‘spaghetti’ werkt uiteraard beperkend, omdat je geen inzicht hebt in de bedrijfsprocessen die er doorheen lopen. En je kunt alleen managen wat zichtbaar is.” Legacy-systemen en hardgecodeerde applicatiesilo’s beperken bedrijven volgens Streibich in het vergroten van hun markten. Ze bieden onvoldoende schaalbaarheid om processen en workflows wereldwijd te ondersteunen en snel aan te passen. “Daarnaast is het nagenoeg onmogelijk om innovatie te realiseren door input van klanten en partners te gebruiken. Dat kan alleen met een open, op internet gebaseerde IT-benadering waarbij je alles digitaliseert. Dat maakt bedrijven competitiever en overheden efficiënter.”
Digital enterprise Software AG propageert zoals gezegd het concept van de digital enterprise. In dit concept digitaliseert een bedrijf al zijn processen en informatie. Software AG is er zelf volop mee bezig. Het
concept is volgens Streibich toepasbaar in iedere sector en voor bedrijven van iedere grootte. “Uiteraard is er meer rendement naarmate een organisatie groter is en meer last heeft van legacy-invloeden”, stelt Streibich, die benadrukt dat het concept geen vrijblijvende zaak is. “Technologie bepaalt al eeuwen de vooruitgang in samenlevingen en economieën. Wie inspeelt op technologie, realiseert nieuwe mogelijkheden en groei. Het is dan ook niet de vraag óf je meegaat in deze ontwikkeling, maar wanneer. Geen enkele organisatie kan het zich permitteren om deze ontwikkelingen aan zich voorbij te laten gaan. Er zullen ten tijde van de eerste stoommachine en de opkomst van de elektriciteit ook bedrijven zijn geweest die dachten dat ze best zonder konden. Zij bestaan nu niet meer. Digitalisering is geen trend, het is onderdeel van de technologische evolutie van de mens.” Door processen – en in feite de hele organisatie of onderneming – te digitaliseren, is constante innovatie mogelijk. Dat is volgens Streibich nodig voor organisaties om zichzelf en hun commodityproducten te onderscheiden van hun directe concurrenten. “Dit is ook precies de reden waarom onze klanten in de regel terughoudend zijn in het openbaar maken van de praktische voordelen van onze producten en adviesactiviteiten. Wat wij doen, raakt direct de concurrentiekracht van een onderneming. Dat speelt veel minder als het gaat om hun voorkeur voor een bepaalde ERP- of hardwareleverancier. Daar maken ze zelden een geheim van. Business-processmanagement is echter een middel om de differentiatie te vinden die je tegenwoordig nodig hebt om voorop te lopen. Klanten houden dat begrijpelijkerwijs liever intern. Dat kan helaas bijdragen aan het beeld dat business-processmanagement niet hoog op de agenda staat. Het tegendeel is waar. Er is nauwelijks nog een organisatie te vinden waar het niet op de agenda van de raad van bestuur staat.”
Digitalisering is geen trend, het is onderdeel van de technologische evolutie eindstadium is in de ontwikkeling van een organisatie. “We hebben geen blauwdruk van de digital enterprise geconstrueerd waar je naartoe zou moeten werken. Het is vooral een continuüm, waarin je continu bezig bent met het optimaliseren van de bedrijfsprocessen. Daarbij gaat het om een end-to-endbenadering van het totale productie- en verkoopproces van producten en diensten. Het is een proces, geen project waaraan je werkt. Daarbij zien we dat de rol van data steeds belangrijker wordt. Organisaties verzamelen steeds meer interne en externe data. Die moet je kunnen beheren en analyseren en dat moet bij voorkeur in realtime gebeuren. Dan is het mogelijk om transparantie in de processen te realiseren, ook in realtime. Zonder die transparantie lopen organisaties enorme risico’s.” Volgens Streibich blijft Software AG zich de komende jaren richten op groei. “Het is al jaren onze doelstelling om wereldwijd groei te realiseren in ons klantenbestand. Wij helpen klanten op weg naar de digital enterprise met een breed portfolio van producten en diensten. Wij zijn daarbij actief op verschillende fronten, variërend van integratie en datamanagement tot aan procesverbetering. Wij opereren volledig onafhankelijk van hardware- en applicatieplatforms. Dat voorkomt vendor lock-in voor onze klanten. Het gaat uiteindelijk om het creëren van een open IT-omgeving die een organisatie flexibel maakt en flexibel houdt, gericht op businessmodelinnovatie. Die innovatie moet leiden tot een groei van de ‘topline’ van een organisatie – dus omzet – en de ‘bottom-line’: winst.”
Proces of project Karl-Heinz Streibich wijst er nadrukkelijk op dat de digital enterprise geen
IT in the boardroom
119
JEROEN VAN DER HEIJDEN EN FONS ARIËNS, RAET
SaaS als bron van waarde E-HRM-dienstverlener Raet had een vooruitziende blik toen men in 2005 besloot de HR-systemen als software as a service (SaaS) aan te bieden vanuit een private cloud. Daarmee is de webportal Raet Online toegankelijk voor iedereen die betrokken is bij het HR-proces en het maakt snelle verwerking en actuele managementinformatie mogelijk. Raet online was vorig jaar al mobiel toegankelijk. Onlangs werd een e-HRM-applicatie uitgerold voor de iPhone en iPad. Jeroen van der Heijden en Fons Ariëns stonden aan de basis van de fundamentele, IT-gebaseerde vernieuwingsslag. Door Hotze Zijlstra Fotografie Mark van den Brink
120
8e jaargang #4 | 2012
IT in the boardroom
121
D
e in de loop der jaren gemaakte stappen leverden Raet onlangs de titel ‘Meest innovatieve ict-leverancier’ op. Het bedrijf haakte volgens de jury van de zogeheten TIM Awards vroegtijdig aan op de SaaS-trend, waardoor de transformatie van een klassiek payrollbedrijf naar een moderne elektronische aanbieder van human-resourcemanagement-diensten kon worden gemaakt. “De keuze voor SaaS maakte de sprong naar een nieuw soort dienstverlening en de uitrol van mobiele apps mogelijk”, aldus juryvoorzitter Hennie Wesseling tijdens de uitreiking van de Award. Jeroen van der Heijden en Fons Ariëns speelden, zoals gesteld, een fundamentele rol bij de gemaakte ontwikkeling. Eerstgenoemde ontpopte zich daarbij, als verantwoordelijke voor de productontwikkeling, als een businessgerichte CIO. “Hoewel verantwoordelijk voor het product naar de klanten sta ik dagelijks voor dezelfde uitdagingen als de doorsnee CIO”, stelt Van der Heijden. “Ik ben namelijk ook verantwoordelijk voor de hosting en heb soms, zoals veel CIO’s, te maken met servers die niet werken, SAN’s die kapotgaan en alles wat daarbij hoort. In zulke gevallen heb ik niet één business die loopt te mopperen, maar 12.000 boze businesses. Ik ben in die zin ook een beetje de CIO van al onze klanten, al is de functietitel CTO in mijn ogen meer van toepassing.” Fons Ariëns is een van de mensen die, als lid van het team van ‘CIO c.q. CTO’ Jeroen van der Heijden, ervoor moeten zorgen dat de klant krijgt waar hij om vraagt. De IT’er is bovendien een van de drijvende krachten achter de elektronische HRM-dienstverlening. “Hoewel mijn werk in de basis technisch van aard is, word ik in mijn rol voornamelijk gedreven door de business, de eindklanten en de hele buitenwereld, inclusief de wet- en regelgeving. Je bent hier dus niet een of andere IT-ontwikkelmachine die doet wat anderen je vertellen.”
nen ontzorgen en als onze oplossingen niet aansluiten bij hun wensen, dan doen we het niet goed. Wij ontlenen ons succes aan het gebruik van onze oplossingen, en dat drijft onze productontwikkeling en innovatie.” De omvang van de SaaS-omgeving van Raet is binnen het e-HRM-domein uniek. Zo beweegt het webportaal Raet Online inmiddels in de richting van de miljoen gebruikers. Daar komen elke maand weer tienduizenden nieuwelingen bij. Met deze getallen bevindt het bedrijf zich in de voorhoede van de ontwikkelingen zoals een toenemende zelfredzaamheid en selfservice bij eindgebruikers. “Iedereen praat erover, maar wij zien deze trend in termen van gebruikersaantallen, harde cijfers dus.”
Momentum Het geheim van het succes is volgens Jeroen van der Heijden en Fons Ariëns het momentum: het op het juiste moment bezig zijn met een bepaalde technologie of oplossing, in relatie tot ontwikkelingen in de buitenwereld. In de geschiedenis van Raet is er meerdere malen sprake geweest van een dergelijke hefboom. Ariëns spreekt in dit licht van eHRM-groeihormonen: “Het eerste momentum was in 1997, toen we met een nieuwe directie zijn gestart met het benutten van internettechnologie. Dat klinkt vandaag de dag vanzelfsprekend, maar het investeren van een miljoen (gulden, red.) hierin was toen een bijzondere stap. Het tweede cruciale moment was 2005, toen besloten werd om full blown voor SaaS te gaan. Ook dat lag destijds nog helemaal niet zo voor de hand als vandaag. Ik heb toen enorm veel moeten praten om klanten van de voordelen te overtuigen, onder meer door de vergelijking te maken met internetbankieren. Of je nu praat over C-niveau of de operatie, vrijwel iedereen was sceptisch.” Van der Heijden vult aan: “De weerstand zat bij salarisadministraties, HR-mensen en ook IT’ers wilden alles het liefst zelf blijven doen.” Ariens: “ITafdelingen hadden in die tijd nog hun eigen koninkrijk gecreëerd; de gemiddelde HR-medewerker had nog onvoldoende vertrouwen in internet om daar personeelsgegevens overheen te jagen. Er werden vraagtekens gezet bij de veiligheid, beschikbaarheid, bij alles wat je maar kunt verzinnen. Uiteindelijk is internetbankieren zeven jaar geleden de grootste drijver van SaaS geweest, want dat zijn we uiteindelijk allemaal gaan doen.” Inmiddels staat de CIO steeds meer open voor nieuwe sourcingmodellen, onder meer vanwege de kosten. Ook HR- en andere functies moeten het liefst goedkoper werken, waardoor het SaaS-model intussen ook door de CFO wordt omarmd.
Uiteindelijk is internetbankieren zeven jaar geleden de grootste drijver geweest
Zorgeloos Raet heeft in die zin twee soorten interne informatietechnologie. Om te beginnen de IT die de eigen medewerkers ondersteunt door de uitrol en de ondersteuning van desktop-pc’s en het onderhouden van bijvoorbeeld de SharePoint-omgeving. Daarnaast is er de IT-afdeling die zorg draagt voor de productiesystemen waar de klanten op draaien, inclusief de ontwikkelaars en testers die werken aan de ontwikkeling ervan – Raet heeft zijn roots in de software en is naar eigen zeggen zelfs de grootste ontwikkelclub in Nederland. De primaire dagelijkse zorg van Van der Heijden is dat deze klantgerichte IT-fabriek blijft draaien en dat Raet in kwalitatieve zin de processen bij de klant kan blijven ondersteunen. “SaaS ontleent zijn waarde aan het feit dat het zorgeloos is”, zegt hij. “Als wij onze klanten niet kun-
122
8e jaargang #4 | 2012
Open oog Op de vraag hoe men in 1997 zo zeker wist dat deze weg bewandeld moest worden, stelt Van der Heijden dat er binnen Raet altijd een open oog is geweest voor belangrijke
Jeroen van der heijden
IT in the boardroom
123
Fons AriËns 124
8e jaargang #4 | 2012
ontwikkelingen op technologisch en businessgebied. “We werden daarbij geholpen door onze historie, omdat we het idee van centralized computing feitelijk altijd al hebben omarmd; we hadden al een mainframe waarbij iedere klant ons zijn gegevens stuurde, waarna wij deze verwerkten en de boel weer teruggaven. Dit ging in de beginjaren weliswaar met ponskaarten, maar de kerngedachte van SaaS zat feitelijk al heel lang in onze processen en ontwikkeling.” Niet alleen de visie op IT was doorslaggevend, ook de kijk op het HRdomein gaf een duwtje in de juiste richting. Van der Heijden: “We richt-
treren, tegenwoordig moet de HR-afdeling gaan bijdragen aan de doelstellingen en groei van de onderneming. De administratie zelf wordt goeddeels geautomatiseerd. “Enkele jaren geleden was HR op IT-gebied nog vrij achtergebleven”, licht Van der Heijden toe. “De meeste IT-aandacht gaat nog niet haar HR uit, en de meeste HR-directeuren en medewerkers zijn nog niet het meest IT-minded. Je begrijpt dus dat er nogal wat voor nodig is geweest om onze klanten in deze ontwikkeling mee te krijgen. Nog steeds zie je soms weerstand, al beseffen HR-afdelingen intussen dat ze een nieuw bestaansrecht moeten ontwikkelen.”
Legacy
Het SaaS-model wordt intussen ook door de CFO omarmd
ten ons vanuit het verleden heel erg op salaris, terwijl we voorzagen dat payrolldiensten steeds meer een commodity zouden worden. We zouden op basis daarvan niet overleven. Bovendien was onze strategie vooral gericht op groei.” Ariëns: “Omdat we in ons traditionele segment al een heel groot marktaandeel hadden, moesten we rondom die salarisverwerking iets totaal anders gaan doen. Uiteindelijk hebben we in 2005 de basis gelegd voor Raet Online.” Deze internetgebaseerde oplossing bestaat thans uit onder meer de salarissystemen, de basisHR-systemen en de e-HRM-applicatie – voor onder meer verzuimmanagement, werving en selectie, flexibilisering van arbeidsvoorwaarden, medewerkerontwikkeling en opleidingen en trainingen – waarvoor Ariëns verantwoordelijk is. Nog niet zo lang geleden bestonden de HR-taken voor 80 procent uit adminis-
Ook binnen Raet-IT is er door de opmars van nieuwe technologieën in de loop der jaren het nodige veranderd. Waar Van der Heijden voorheen voor nieuwe, businessgerichte ontwikkelingen een beroep deed op zijn eigen ontwikkelteam, probeert hij tegenwoordig zoveel mogelijk oplossingen uit de markt te halen. Dat neemt niet weg dat veel klanten nog bediend worden op basis van de nodige legacysystemen. “Hoewel we toe willen werken naar een geïntegreerd en geautomatiseerd systeem, blijft een deel van die erfenis belangrijk. De gemiddelde levensduur van een HR-component is twintig jaar en dat wordt ook niet korter.” Enerzijds heeft men binnen Raet leren leven met de legacy, waarbij voortdurende innovatie en verbetering van het bestaande IT-landschap de norm is geworden. Ariëns: “Een groot deel van de ontwikkeling gaat zitten in het continu verbeteren van de oplossingen die twintig jaar mee moeten gaan. We kunnen de boel niet simpelweg inkapselen en op de achtergrond laten draaien, omdat je voortdurend moet blijven innoveren in je product en klaar moet zijn voor voortdurende groei.” SaaS heeft volgens de e-HRM-verantwoordelijke binnen Raet enorm bijgedragen aan het innovatievermogen naar de klant toe. “Wanneer de klant jouw oplossingen nog zou draaien op cliënt-servermodellen, dan heb je bij elke innovatie een enorm uitroltraject te bewandelen. Stel dat je mobiele diensten wilt implementeren, dan duurt het wel even voordat je dat op basis van de apparatuur in de kelder
bij de klanten live hebt. Dankzij het SaaS-model zijn we in staat om in een heel hoog tempo allerlei van dit soort innovaties te doen, zowel qua ontwikkeling als qua uitrol. Een ander voorbeeld is ‘digitaal tekenen’, waarbij op documenten in de Raet Online-omgeving door samenwerking met Digidentity conform het Burgerlijk Wetboek digitale handtekeningen kunnen worden gezet. Ook dat is in zeer korte tijd geïmplementeerd.”
Ecosysteem Het mooie van het SaaS-principe is dat andere partijen op basis van een dito dienstverlening kunnen aanhaken op elkaars producten- en dienstenportfolio. Digidentity is één voorbeeld, daarnaast wordt er gewerkt met Webservices.nl, dat snel en eenvoudig toegang biedt tot een grote verscheidenheid aan databronnen en deze gegevens bovendien kan verrijken. Tevens wordt een dienst als Google Maps veel gecombineerd met andere services. Ariëns: “Steeds meer SaaS-partijen die elkaar aanvullen, maken tezamen steeds meer nieuwe toepassingen mogelijk.” Van der Heijden: “Dit is precies het soort ontwikkeling waarop je als CIO zou willen aanhaken. Op dit gebied kunnen we als IT namelijk nog heel veel verwachten en mogelijk maken. Zo zijn wij als Raet voor onze normale klanten de ‘achterkant’, maar binnen een ander ecosysteem zijn we weer de leverancier van data. Neem het onderwijs waar wij nieuwe medewerkers terug zien komen in hun leerlingenvolgsystemen en bijvoorbeeld de roosterplanning.” Op basis van een verregaande uitwisseling van gegevens is volgens beide heren ook een nieuw soort tooling denkbaar, dat in de richting gaat van performancemanagement, BI en analytics. Het zit bij Raet allemaal in de pijplijn. Ook op dit terrein komt de link tussen een hoog ontwikkeltempo, nieuwe mogelijkheden en een zeer snelle time-to-market naar voren: Van der Heijden: “De grote kracht van het hele SaaS-concept is dat je alles centraal hebt ingeregeld en vrijwel onbeperkt kunt koppelen.”
IT in the boardroom
125
REALITY CHECK Visies, trends en ontwikkelingen in informatiemanagement en -technologie… Maak ze tot realiteit.
Lees TITM. Het magazine voor no-nonsense IT- en informatiemanagers.
T
ITM – voluit: Tijdschrift IT Management – is een magazine dat het karakter van zijn doelgroep perfect weerspiegelt. TITM is er voor leidinggevenden in de ict. Of u nu IT-manager, informatiemanager hoofd ict of nog anders genoemd wordt, u draagt verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening en neemt dagelijks belangrijke beslissingen. U slaat de brug tussen de directie, de CIO of de CFO enerzijds en de ITorganisatie anderzijds. U bent dagelijks betrokken bij ict-projecten, maar hebt een open oog voor de bedrijfsstrategie. TITM is er voor leidinggevenden in de ict, zoals u. In TITM vindt u prikkelende columns, no-nonsense
vakinformatie en boeiende interviews met opinion leaders of collega’s bij andere organisaties. TITM verspilt uw tijd niet, maar is altijd to-the-point. Net als u. TITM volgt de belangrijke ontwikkelingen in ict en informatiemanagement over de volle breedte. Zo bent u altijd in no time up-to-date. TITM organiseert bovendien tal van events, zoals rondetafelsessies en studietrips, en biedt u de gelegenheid uw opinies en projectervaringen te publiceren. Wanneer u ook meer voor resultaten gaat dan voor loos gepraat, is TITM het blad voor u. Neem meteen een abonnement. Uw investering bedraagt slechts 75 euro per jaar. Welkom bij TITM!
ICT Media BV Magistratenlaan 184 5223 MA 's-Hertogenbosch T. 073-6140070 F. 073-6129997 www.cioday.nl www.cioportal.nl
[email protected]
Column
Door Eric Vroon Fotografie Roelof Pot
Een beetje techneut timmert een zelfbedacht kippenhok IT & Technology: een thema om je vingers bij af te likken. Het is alleen een beetje jammer dat ik slechts de vingers van twee linkerhanden heb om af te likken. Ik heb dan ook grote bewondering voor techneuten. Zij begrijpen en kunnen dingen op een niveau dat voor mij niet is weggelegd. Techneuten zijn, denk ik, ook goede doe-het-zelvers. Ik denk dat een beetje techneut bijvoorbeeld zo een zelfbedacht kippenhok timmert. Kan ik niet: zelfs van een eenvoudig bouwpakket fabriceer ik iets wat hooguit vaag doet denken aan het bedoelde product. Ik heb ooit geprobeerd in de kamer van m’n oudste dochter het snoer van een lamp strak over een muur te leiden, met van die klemmetjes met een spijkertje erin. Voor de zekerheid gebruikte ik heel veel klemmetjes, maar het resultaat deed op z’n positiefst denken aan een rustiek slingerend landweggetje. Wel ben ik van goede wil en zeer behulpzaam. Dat heeft al heel wat vriendschappen onder druk gezet. Tijdelijk, want men weet natuurlijk al snel dat je mij alleen kunt inzetten als een klus extreem lang moet duren, het resultaat scheef moet zijn of op een andere manier niet deugt en/of al snel in elkaar dondert. Wat klussen betreft is m’n agenda dan ook niet erg gevuld.
Vriendin ontroostbaar. Daar wist ik wel wat op, vooral toen ze met een kort rokje aan huilend uit het raam hing De basis van deze situatie werd gelegd toen ik voor m’n toenmalige vriendin een vogelkooi bouwde: een grotere prestatie heb ik nooit meer geleverd. Ik had er zelfs aan gedacht dat de bodem een la moest zijn, die je er dus uit kon trekken: triplex met een laagje vernis, handig schoon te maken. Het principe van die la had ik in een dierenwinkel gezien. Zelfs de tralies maakte ik zelf, van lasdraden. Voor elke tralie onder en boven een gaatje in het hout, met precies de goede diepte, lasdraden op maat zagen, kind kon de was doen, ik floot er een vrolijk liedje bij en dacht met een zelfvoldaan glimlachje aan de sukkels die zich verlaagden tot het kopen van kant-en-klare tralies. Na een maand of twee was het project voltooid, ik kocht twee parkieten en gaf de kooi met de parkieten erin en een bos bloemen ernaast aan m’n vriendin. Een paar uur later waren de parkieten door het open raam verdwenen: ze hadden de tralies opzij geduwd. Vriendin ontroostbaar. Daar wist ik wel wat op, vooral toen ze met een kort rokje aan huilend uit het raam hing, maar mijn kwaliteiten als begiftigde doe-hetzelver hadden een knauw gekregen waarover ik vandaag nog niet heen ben. Op die dag nam ik definitief afscheid van een toekomst als techneut.
ERIC VROON (
[email protected]) is tekstschrijver en communicatieadviseur.
IT in the boardroom
127
digit
Professional met retinascherm
*
Apple heeft een geheel vernieuwde 15-inch MacBook Pro onthuld. Deze bijzonder dunne en lichte notebook is uitgerust met een zogeheten retinabeeldscherm, flash-opslag en quad-coreprocessors. De geheel opnieuw ontworpen laptop is een luttele 1,8 cm dun en weegt slechts 2,02 kg. Qua prestaties en draagbaarheid is dit volgens de fabrikant een nieuwe standaard voor professionele gebruikers. Het beeldscherm van de nieuwe MacBook Pro heeft maar liefst vijf miljoen pixels. Dat zijn er drie miljoen meer dan een HD-televisie. Met 220 ppi is de dichtheid van het retinascherm zo hoog dat het menselijke oog op een normale leesafstand geen afzonderlijke pixels meer kan onderscheiden, waardoor tekst en afbeeldingen er ongelooflijk scherp
uitzien. IPS-technologie zorgt voor een kijkhoek van 178 graden. Verder is het spiegeleffect 75 procent minder en is het contrast 29 procent hoger dan bij de schermen van de vorige generatie. Thunderbolt De MacBook Pro is uitgerust met de nieuwste quadcore Intel Core i7-processors tot 2,7 GHz met Turbo Boost-snelheden tot 3,7 GHz, NVIDIA GeForce GT 650M discrete-level grafische processors, tot 16 GB sneller 1600-MHz RAM en flash-opslag tot 768 GB. Via de twee Thunderbolt- en twee USB 3.0-poorten kunnen gebruikers hun notebook aansluiten op meerdere beeldschermen en snelle randapparaten. Prijzen vanaf 2.279 euro.
Budgetsmartphone
*
De Alcatel One Touch 991-smartphone is uitgerust met het besturingssysteem Android 2.3 Gingerbread en biedt met één aanraking toegang tot een breed aanbod aan functies van hoge kwaliteit tegen een budgetprijs. Door de vooraf geïnstalleerde apps voor zakelijk gebruik en ontspanning is deze smartphone geschikt voor zowel werk als plezier. Het grote 4 inch touchscreen kan praktisch alles wat een tablet kan. Dankzij de krachtige 800 128
8e jaargang #4 | 2012
MHz-processor kunnen tegelijkertijd meerdere apps worden gebruikt, kan op het internet worden gesurft én muziek worden geluisterd, zonder dat de telefoon trager wordt. Essentiële apps voor sociale netwerken als Facebook en Twitter én voor Palringochatgroepen zijn vooraf geïnstalleerd. De One Touch 991 heeft een prijskaartje van 99,99 euro. De dual-SIM-variant is er tevens in het wit voor 129,99 euro.
Google komt met eigen tablet
*
Internetbedrijf Google heeft een tabletcomputer onthuld die de eigen merknaam gaat dragen. Net als bij de eigen Nexus-smartphones wil Google een goed voorbeeld stellen voor andere gadgetfabrikanten die met Android werken. Wat vooral opvalt, is de lage prijs die ver onder die van de populaire iPad van Apple ligt. De Nexus 7 tablet heeft een 7 inch groot scherm met een resolutie van 1280 bij 800 pixels. Onder de motorkap bevindt zich een Tegra 3-processor van producent Nvidia, 1 GB aan werkgeheugen en 8 GB of 16 GB aan opslaggeheugen. Er is geen camera aan de achterkant, maar boven het scherm bevindt zich een 1,2 megapixel camera voor videobellen. De batterij moet het op één laadbeurt zo’n negen uur doen. De nieuwe tablet wordt geleverd met de nieuwste versie van Android 4.1 (ook wel Jellybean genaamd) die met het apparaat uitgebracht wordt. Met een adviesprijs van 199 dollar in de VS voor de 8 GB-versie en 249 dollar voor de 16 GB-versie, is hij veel goedkoper dan de iPad.
Draadloze audio-ervaring
*
Hercules introduceert een reeks draadloze speakers om muziek te beluisteren via de computer en de smartphone. De Hercules WAE WSM01 komt tegemoet aan de wensen en verwachtingen van consumenten: iedereen die zijn pc of Mac gebruikt voor het opslaan en afspelen van de muziekverzameling. Gebruikers hoeven slechts de meegeleverde USB-stick in hun computer te steken, de speaker aan te zetten en de favoriete muziek te starten op de computer. De afstandsbediening heeft een handige magneet, waarmee deze op de speaker is vast te klikken. Aanpassing van het volume en wisselen van track zijn mogelijk zonder de afstandbediening op de speaker of computer te richten. De WAE-speaker levert diepe bastonen dankzij de speciale Digital Signal Processor (DSP). De DSP zorgt er samen met een geavanceerd algoritme voor dat de speaker alle audiofrequenties analyseert en op de meest optimale manier verwerkt tot een fraai klankbeeld. Dit leidt ook nog eens tot een gering stroomverbruik omdat altijd alleen de exact benodigde hoeveelheid audiovermogen wordt geleverd. De WAE WSM01 heeft een enorme accuradius en is een van de meest energie-efficiënte mobiele systemen: tot 20 uur non-stopweergave van muziek op half volume. De gebruikte 2,4 GHz radiofrequentie is geoptimaliseerd voor audio waardoor de speaker binnen en buiten tot 20 meter van de computer gebruikt kan worden. De WAE WSM01 heeft een adviesprijs van 199,99 euro.
Stijlvolle dataopslag
*
LG presenteerde onlangs een nieuwe lijn van geavanceerde opslagmogelijkheden met een stijlvol design. De compacte externe harde schijven XD5 en XD7 zijn uitgerust met een USB 3.0-interface, die zorgt voor de snelste dataoverdracht van dit moment. Beide exemplaren zijn verkrijgbaar met een opslagcapaciteit van 500 GB en 1 TB. Met een doorsnede van respectievelijk 14,2 en 14,5 millimeter zorgt de compacte behuizing van beide uitvoeringen ervoor dat de harde schijven gemakkelijk zijn mee te nemen. Daarnaast zijn de harddiscs ook vrijwel overal te gebruiken en compatible met Windows- en Macbesturingssystemen. De externe harde schijven zijn verkrijgbaar vanaf 79 euro.
IT in the boardroom
129
cIo of The Year award
TImmIes
TommIes
Pole position for sourcing and it IT is tegenwoordig voor bijna alle organisaties van strategisch belang. Informatie is immers een key asset. Ditzelfde geldt voor strategic sourcing: excelleren waar het kan, uitbesteden waar het moet! Het is de missie van ICT Media, uitgever van CIO Magazine, Outsource Magazine en Tijdschrift IT Management, om de positie van IT-executives en sourcingmanagers hiermee in overeenstemming te brengen. Ze horen thuis in de boardroom. Jaarlijks brengt ICT Media daarom de sterspelers in sourcing en IT voor het voetlicht. Zij zijn de winnaars van de CIO of the Year Award, de IT Project of the Year Award, de TIMMIES (The Innovation Manager Awards) en de TOMMIES (The Outsource Manager Awards). De CIO of the Year Award heeft tot doel bekendheid te geven aan de best presterende CIO in dat jaar. Deze Award is gebaseerd op een doortimmers en objectief juryproces. De procedure en criteria zijn ontwikkeld in de afgelopen vier jaar, samen met het CIO Platform Nederland, CIO Magazine en de
organisaties The Boston Consulting Group, Qhuba en Echt Ontwikkeling. De IT Project of the Year Award heeft tot doel het best presterende IT-project in een bepaald jaar te onderscheiden. De IT Project of the Year Award is gebaseerd op specifieke criteria – innovatie en klantgerichtheid staan centraal - en een goed gefundeerd juryproces. Tijdens de CIO Diner Show vindt jaarlijks de uitreiking van de TIMMIES plaats. De TIMMIES zijn de Innovation Awards voor de Meest Innovatieve CIO, de Meest Innovatieve Organisatie en de Meest Innovatieve Vendor. Tijdens de Outsource Magazine Diner Show vindt jaarlijks de uitreiking van de TOMMIES plaats. De TOMMIES zijn The Outsource Manager Awards voor de inspirerendste sourcingmanager, de succesvolst uitbestedende organisatie en de meest innovatieve outsourcing vendor. ICT Media brengt sourcing en IT in een kansrijke ‘pole position’!
IT ProjecT of The Year
HIGH-PERFORMANCE
Blijf Big Data de baas. SAS® High Performance Analytics vereenvoudigt de analyse van enorme hoeveelheden gegevens en stelt u in staat complexe bedrijfsproblemen snel te lijf te gaan. Nu beschikt u in minuten of slechts seconden over informatie en inzichten waar u eerder nog dagen voor nodig had. Met SAS blijft u Big Data de baas.
sas.com/bigdata
hét rapport over de aanpak van Big Data
SAS en alle andere SAS Institute Inc. producten- of dienstennamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van SAS Institute Inc. in de Verenigde Staten van Amerika en andere landen. ® geeft een registratie in de Verenigde Staten van Amerika aan. Andere merken en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke bedrijven. Auteursrecht © SAS Institute Inc. alle rechten voorbehouden. SAS Institute B.V., Postbus 3053, 1270 EB Huizen. S83365US.0212