Nummer 15 | 12 april 2007 | Uitgave Directie Voorlichting en Communicatie Ministerie van Defensie
Pagina 6-7 ‘Er valt hier nog genoeg eer te behalen’
Pagina 8-9 Pagina 10 421 Hospitaalcompagnie De Doolittle Raid levensverzekering in Afghanistan
GEDRAGSCODE BEÏNVLOEDT DE HELE ORGANISATIE DEN HAAG - De komende maanden wordt gewerkt aan de verdere bekendmaking van de gedragscode Defensie en toepassing in de organisatie, onder meer in opleidingen en trainingen. De vraag welke nevenwerkzaamheden zich al dan niet verdragen met de functie van defensiemedewerker komt daarbij ook aan de orde. Tevens staat er een verruiming van de sanctiemogelijkheden in de wet militair tuchtrecht te wachten.
EOD ruimt bommen in Eindhovense woonwijk EINDHOVEN - Explosievenruimers van de Koninklijke Luchtmacht hebben afgelopen week vier bommen onschadelijk gemaakt in en verwijderd uit de woonwijk Meerhoven van de Lichtstad. Het ging om drie vijfhonderdponders en een duizendponder. De bommen uit de Tweede Wereldoorlog lagen op verschillende locaties. Op dinsdag 3 april, de eerste dag van de ruiming moesten zestig gezinnen hun huizen uit vanwege explosiegevaar. Even na het middaguur waren de eerste bommen ontmanteld en nadat ook nummer drie was gedemonteerd, kon rond 14.15 uur het hele gebied worden vrijgegeven. De volgende dag kwam het vierde projectiel aan de beurt, maar dat lag ver genoeg om geen overlast te bezorgen. De afgelopen jaren hebben er vaker bomruimingen plaatsgevonden in Meerhoven. De wijk verrijst op de plaats waar vroeger de vliegbasis Welschap lag.
De meest recentelijk geruimde 500ponder in Eindhoven.
Die was tijdens de oorlog bij de Luftwaffe in gebruik en werd meerdere malen door de geallieerden gebombardeerd.
Dat schrijft staatssecretaris Cees van der Knaap in een brief aan de Tweede Kamer. De bewindsman kondigt hierin een wijziging van de Militaire Ambtenarenwet aan om zowel alcohol- als drugsmisbruik te voorkomen. Het leiderschap binnen Defensie, stelt hij, krijgt een stijl waarin meer aandacht bestaat voor sociale aspecten. “Het is van belang dat leidinggevenden voor zover noodzakelijk een inlevingsvermogen ontwikkelen en oog hebben voor de individuele medewerker.” Daarnaast, vindt Van der Knaap, moeten leidinggevenden verantwoordelijkheid durven nemen en daarvoor de noodzakelijke ruimte krijgen. “De aangepaste leiderschapsstijl is van toepassing op burgers en op militairen en heeft betrekking op zowel het huidige als het toekomstige bestand aan leidinggevenden.” De staatssecretaris kondigt een verlenging van de zogenoemde initiële opleidingen aan. “Verder bezien we hoe trainingen en opleidingen kunnen worden aangepast en ontwikkeld. Nieuwe leiderschapsprofielen en bijbehorende selectiecriteria zijn in ontwikkeling. Sociale aspecten van leiderschap krijgen een plaats in de functionerings- en beoordelingscriteria en daarnaast zetten we coachings- en begeleidingstrajecten op.”
Lees verder op pagina 4
Stoffelijk overschot sergeant 1 Robert Donkers terug in Nederland EINDHOVEN - Zondagavond is het stoffelijk overschot van de tragisch om het leven gekomen 33-jarige sergeant der eerste klasse Robert Donkers op vliegbasis Eindhoven gearriveerd. Donkers, als Algemeen Militair Verpleegkundige sinds begin maart uitgezonden met de Bravo compagnie voor Task Force Uruzgan II, verongelukte afgelopen vrijdag. Robert Donkers, bekend staand als een bekwaam Militair die voor zijn vak en collega’s leefde, maakte 6 april zijn fatale rit. Als commandant van de ‘Zulu-bak’ (ambulance) ging hij met een verken-
ningspatrouille mee richting Wanow. Ter hoogte van de Irish Crossing ten noordoosten van Tarin Kowt, kantelde de Patria bij het oversteken van een riviertje als gevolg van losgeslagen aarde. Donkers, op dat moment nog bovenluiks, raakte bekneld onder het voertuig en overleed kort daarna aan zijn verwondingen. Verwoede reddingspogingen van collega’s van zijn eenheid en het verplegend personeel van het Role 2 Hospitaal op Kamp Holland, mochten niet meer baten. Lees verder op pagina 3
Foto: Hennie Keeris
Voldoende F-16’s inzetbaar DEN HAAG - Er is sprake van een tekort aan technisch personeel en reserveonderdelen bij de F-16’s, maar de operationele inzet komt niet in gevaar. Dat stelt staatssecretaris Van der Knaap naar aanleiding van een alarmerend artikel in een groot landelijk ochtendblad, vorige week. “In de militaire luchtvaart is het gebruikelijk dat van het totale aantal toestellen een deel inzetbaar is. Vanwege de intensieve wijze waarop jachtvliegtuigen worden gebruikt en de daarbij optredende hoge slijtage, vormt meer preventief en correctief onderhoud een noodzaak”, schrijft hij aan de Vaste Commissie Defensie in de Tweede Kamer. “Jachtvliegtuigen kennen, ook bij internationale partners, over het algemeen een inzetgereedheid van ongeveer vijftig procent over de totale vloot. Indien die norm wordt gehaald, verkeert van de overige vliegtuigen ongeveer een kwart in regulier
preventief onderhoud, is ongeveer tien procent in modificatie- en levensduurverlengend onderhoud ondergebracht en circa vijftien procent niet inzetbaar door correctief onderhoud.” In het bijzonder bij het preventief en correctief onderhoud zit Defensie al enige tijd iets boven dat percentage. “Ik merk daarbij op dat de uitgezonden F-16’s in Afghanistan een hoge inzetbaarheid hebben en dat het detachement volledig in staat is de opgedragen taken uit te voeren.” Lees verder op pagina 3
Lees verder op pagina 3
UITREIKING EERSTE LUCHTMACHTMEDAILLES RIJEN - Minister van Defensie Eimert van Middelkoop heeft onlangs een werkbezoek aan de vliegbasis GilzeRijen gebracht. Hier reikte hij de eerste Luchtmachtmedailles uit aan CDS generaal Dick Berlijn en commandant Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Hans de Jong. De onderscheiding wordt toegekend aan militairen in
werkelijke dienst die driehonderd nachten van huis zijn geweest in het kader van meerdaagse operationele diensten, waaronder oefeningen. De medaille is cirkelvormig, vervaardigd van bronskleurig materiaal en ontworpen door de heer P. Bultsma van Heraldisch Atelier Bultsma in Kollum (Friesland). Als grondslag voor de afbeelding dient de
wereldbol, zoals die ook op onderscheidingen van de overige drie krijgsmachtdelen staat afgebeeld. In het midden valt het embleem van de Koninklijke Luchtmacht te ontwaren, namelijk de “gouden adelaar”. De tinten van het lint zijn de kleuren van de onderscheidingsvlag van de chef Luchtmachtstaf: blauw, oranje en geel.●
12 april | Pagina 2
IN HET KORT
INGEZONDEN BOSNIË
MINISTER BIJ MARINEBEDRIJF DEN HELDER - Minister Van Middelkoop heeft vorige week het Helders Marinebedrijf bezocht. De bewindsman werd vergezeld door onder anderen secretaris-generaal Ton Annink en CDS generaal Dick Berlijn. Directeur Marinebedrijf, commandeur Klaas Visser verzorgde een korte rondleiding over het terrein. Om de minister een gevarieerd beeld te verschaffen van de diversiteit in werkzaamheden van het DMO-bedrijf presenteerden de verschillende onderdelen zich in de Boven- en Onderwaterhal. De DMO-top gaf enkele presentaties aan boord van Hr.Ms. De Ruyter.●
NIEUWE COMMANDANT 43 MECHBRIG HAVELTE - Brigadegeneraal Mart de Kruif (op de rug), tot voor kort plaatsvervangend directeur operaties bij het Commando Landstrijdkrachten, is de nieuwe commandant van 43 Gemechaniseerde Brigade. De Kruif nam het bevel vorige week donderdag op de Johannes Postkazerne in Havelte over van kolonel Willem van den Bos, die na het vertrek van brigadegeneraal Ton van Loon het commando had waargenomen. De Kruif treedt aan op een moment dat de brigade op volle
toeren draait. De brigadestaf zit voor het merendeel in Afghanistan als onderdeel van Regional Command South in Kandahar, terwijl de achterblijvers de uitzending van diverse brigade-eenheden aan het einde van dit jaar voorbereiden.●
Tijdelijk ‘soldaat’ Kortenhorst op appèl. Foto: wachtmeester 1 Siemeling
KAMERLID KORTENHORST PROEFT SFEER LANDMACHT ASSEN - “Het is een enorme ervaring geweest. Ik heb gemerkt hoe de militaire opleiding saamhorigheid kweekt. Ze drukken je door je grenzen heen. Een mens kan drie keer zoveel als hij denkt.” Het Tweede Kamerlid voor het CDA Roland Kortenhorst, heeft onlangs in de algemene militaire opleiding (AMO) voor het Korps Nationale Reserve in Assen de sfeer van het leven van Jan Soldaat geproefd. En hoe: de defensiewoordvoerder kwam uitgeput, maar voldaan, terug van zijn ‘missie’ van twee weken. Als beloning kreeg hij evenals de overige veertien cursisten het aan de AMO verbonden getuigschrift. In september gaat de 48jarige, die niet in dienst is geweest, in Steenwijk ‘op herhaling’. Bron: Leeuwar-
JUDOKA ELMONT ONTTROOND ALS WERELDKAMPIOEN
LANDMACHT BREIDT MOBILE COMBAT TRAININGSCENTRUM UIT
der Courant●
RECHTZETTING
BELGRADO - Hoewel een prima resultaat, was judoka Guillaume Elmont afgelopen weekend toch minder blij met zijn bronzen medaille op het Europees kampioenschap in Belgrado. Liever had de luchtmachtkapitein in de halve eindstrijd Siarhei Shundzikau gevloerd, om daarna in de finale te geraken, verklaarde hij naderhand. Het liep anders. De regerend wereldkampioen en lid van de Defensie Topsportselectie, legde het af tegen de Witrus Shundzikau, overigens met een minimaal verschil. Zodoende was hij aangewezen op de strijd om het brons tegen de Duitser Ole Bishof die hij met een yuko naar de Heimat zou sturen. De Europese titel ging naar de Pool Robert Krawczyk. In de finale versloeg die Elmonts bedwinger Shundzikau met een ippon.
DEN HAAG - Zeven jaar na zijn aanschaf, heeft het Mobile Combat Training Centre (MCTC) van de landmacht een uitbreiding ondergaan. Zo is het systeem nu tot op bataljonsniveau bruikbaar. Uiteraard kunnen ook andere onderdelen van de krijgsmacht er gebruik van maken. Daaronder het Korps Mariniers, genie, en artillerie. Het MCTC is in staat om met circa zestienhonderd ‘spelers’ oefeningen na te bootsen in een virtueel gebied van ongeveer twintig bij twintig kilometer. Het kan verschillende gevechtssituaties in diverse oefenterreinen met behulp van lasers en sensoren simuleren. Daarbij kunnen mijnen, mortier- en artillerievuur, maar ook nucleaire en chemische aanvallen, worden nagedaan. Als klap op de vuurpijl bepaalt het MCTC in welke mate een doel beschadigingen heeft opgelopen. Tot slot biedt het centrum uitgebreide evaluatiemogelijkheden. Ir. Lex Hendrichs, directeur van de Defensie Materieel Organisatie (DMO), tekende de overeenkomst voor de uitbreiding onlangs in Den Haag namens Nederland. Group senior vice president Dan Jangblad signeerde namens fabrikant Saab AB uit Zweden.●
DEN HAAG - In het artikel in de vorige Defensiekrant over de Defensie Duikschool is in twee fotobijschriften een fout geslopen. Het duikvaartuig
Eind april doet klinisch psycholoog Elmont in Rome mee aan een toernooi om de World Cup.●
gaan worden. U kunt zich inschrijven tot uiterlijk 12 april 2007 via het aanmeldformulier op www.kansrijk.info. Actuele vacatures Kansrijk Kijk voor een actueel overzicht en voorwaarden op de websites van Kansrijk. Dus jij weet risico’s goed in te schatten? De Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) zoekt ook voor 2007
persoonsbeveiligers. Ken jij het evenwicht tussen veiligheid en privacy? Kijk voor de eisen op de websites van Kansrijk.
DE KUNST VAN HET WAARNEMEN ROTTERDAM - Het Mariniersmuseum komt dit jaar met bijzondere waarnemingsactiviteiten tijdens het Museumweekend op 14 en 15 april. Bezoekers kunnen zelf ondervinden hoe je in het pikkedonker toch kunt kijken. Ze mogen het uitproberen met warmtebeeld- en nachtzichtapparatuur, geassisteerd door instructeurs van het Korps Mariniers. Ook veldkijkers liggen dit weekend voor het grijpen. De entree is uiteraard gratis. Voor meer informatie: www.museumweekend.nl en www.mariniersmuseum.nl●
Vragenlijst gewenst gedrag DEN HAAG - Naar aanleiding van het rapport van de commissie Staal heeft de Tweede Kamer aan de staatssecretaris gevraagd om regelmatig onderzoek te doen naar ongewenst gedrag bij de krijgsmacht. In dat kader wordt onderzocht of defensiepersoneel bekend is met de maatregelen die worden genomen om gewenst gedrag binnen Defensie te stimuleren en de omgang met ongewenst gedrag te verbeteren. De Rutger Nisso Groep voert het onderzoek uit. Dat bureau heeft veel ervaring op dit terrein en is betrokken bij de werkzaamheden van de commissie Staal. Een willekeurig gekozen groep defensiemedewerkers ontvangt binnenkort een vragenlijst van de Rutger Nisso Groep. De deelname aan het onderzoek is anoniem en de verstrekte gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld. De aangeschreven defensiemedewerkers worden van harte uitgenodigd om mee te doen aan het onderzoek. Dat is van groot belang voor de resultaten en die dragen uiteindelijk bij aan het waarborgen van een omgeving waarin het defensiepersoneel zich prettig en veilig voelt. Meer info: intranet Startpagina Personeel.●
KANSRIJK Voorlichtingsbijeenkomst zelfstandig ondernemerschap Kansrijk organiseert op 18 april weer een voorlichtingsbijeenkomst op de Kromhoutkazerne in Utrecht. Deze bijeenkomst is voor defensiemedewerkers die geïnteresseerd zijn in het zelfstandige ondernemerschap. De bijeenkomst staat open voor medewerkers die behoren tot een knelpuntcategorie of herplaatsingskandidaat zijn of dat
Hydra Snellius heet gewoon Hydra en kapitein Cees Vermeulen kapitein Cees Versteeg.●
Vrijblijvend oriënteren op een baan buiten Defensie? Doe dan eerst de loopbaanscan SBK Defensie! Meer Kansrijkinfo op intranet: Startpagina Personeel en internet: www.kansrijk.info
De berichtgeving van de laatste weken omtrent Bosnië heeft bij velen het verkeerde beeld geschapen dat Nederland voorgoed Bosnië gaat verlaten. Niets is minder waar. Nederland zal een nog prominentere rol gaan vervullen dan eerder onder de Multi National Task Force North West het geval was. De drie, nu in het land operende Task Forces worden teruggebracht tot één, centraal in Sarajevo gepositioneerde, Multi Nationale Battle Group. Hieraan zal Nederland geen bijdrage meer leveren en dus zullen de Nederlandse gevechts- en daarbij behorende support eenheden definitief het gebied verlaten. Het land wordt nu echter opgedeeld in vijf regio’s waar in totaal 45 Liaison and Observer Team (LOT) huizen de ogen en oren zullen zijn voor COMEUFOR. Zij zijn in de toekomst de belangrijkste militaire aanwezigheid in het gebied met een zeer nauwe relatie met locale bevolking en autoriteiten en andere spelers in het internationale veld. Nederland neemt de leiding op zich in regio 1. Aan deze vernieuwde LOT structuur nemen binnen regio1 zes landen met in totaal elf huizen deel. Noorwegen, Roemenië en Bulgarije met ieder één huis, Zwitserland en Chili met twee huizen en Nederland met vier huizen en de bemanning van het Regional Coordination Center 1 (RCC1) in Banja Luka. Komende week zal het Nederlandse RCC als eerste van de vijf Initial Operational Capable gemeld worden aan COMEUFOR, om vervolgens medio april Full Operational Capable te zijn. Daarnaast zal op het RCC en in Sarajevo een dedicated National Support Element worden ingericht en zullen ook nog steeds een aantal functies binnen de IPU en op het HQ EUFOR door Nederlanders bemand blijven. Ruim 90 Nederlanders gaan in de komende tijd verder. De stekker wordt er dus niet uitgetrokken, het licht gaat slechts op een andere wijze branden. LCol René van Broekhoven Commandant Liaison and Observer TeamsChief RCC 1●
BOSNIË (2) Ik ben sergeant 1 Joost Verhoeven, geplaatst bij de luchtmacht als Launcher Crew Chief bij een Patriot Squadron (specialist) op Luchtmachtbasis de Peel. Momenteel ben ik voor zes maanden uitgezonden in Bosnië en werk in een Nederlands EUFOT LOT huis in kanton 10, Drvar. Op 15 maart werd ik na de ATHEA- medaille uitreiking in Banja Luka (Bosnië) door een journalist van uw blad gevraagd voor een kort interview betreffende de situatie die ontstaat nu er veel Nederlandse militairen uit Bosnië vertrekken. Ik vertelde hem direct dat ik niet terug ga naar Nederland, maar nog even blijf vanwege de taken in de LOT huizen. In het betreffende interview in Defensiekrant 12 staan dingen die ik niet heb verteld. Citaat: “Verhoeven, noemde de medaille ‘de kroon op het werk’. “Onze inspanningen werpen duidelijk vruchten af, hoewel de economische situatie in het kanton waar ik werk achterblijft. Dat stemt me wat triest. De veranderingen daar gaan door de bureaucratie en de etnische tegenstellingen héél langzaam. Men gunt elkaar het licht in de ogen niet. Het zou
MELDPUNT ONGEWENST GEDRAG Rutgers Nisso Groep
BEREIKBAAR OP WERKDAGEN VAN 08.00 UUR TOT 20.00 UUR (OOK VANUIT HET BUITENLAND BEREIKBAAR) 0800-3333673 (GRATIS) +31 (0)71-8807118 WWW.RNG.NL/MELDPUNT
daarom goed zijn als EUFOR in bepaalde gebieden wat langer blijft. Voorlopig helpen we de mensen zoveel mogelijk met adviezen, geld en materiaal. Maar op den duur moeten ze het echt zelf doen.” Ik had echter juist aangegeven dat wij niet over financiële en materiële middelen beschikken. Mijn verhaal was dat we hier als LOT contacten leggen en onderhouden met de bevolking. Daarvoor zijn we vaak in gesprek met verschillende personen zoals; de burgemeester, politiecommissaris, gemeenteraadsleden, schoolhoofden etc. Deze gesprekken leggen we (alle LOT-huizen doen dat) vast in rapporten, die naar het Hoofdkwartier gaan waar alle informatie wordt verzameld, verwerkt en gebundeld. Dit is wel een andere tekst dan nu staat vermeld. Sergeant 1 J.A. Verhoeven. Tekst door de redactie ingekort●
RACINGTEAM In Defensiekrant nummer 12 van 22 maart staat met dikke letters op de voorpagina: “Landmacht voegt woestijnkleuren toe aan racingteam”. Als ik dan verder ga lees ik: Het team is uitgebreid met een derde race auto, dit keer niet in de typische Woodland-beschildering maar in een mooie desert camouflage. Het moet mij van het hart dat geen van de drie voertuigen (noch de Woodland, noch de desert) in de juiste kleurencombinatie beschilderd zijn. De drie voertuigen zijn niet in SCAPP (standard camouflage patern) ook wel DKV (drie kleurenvlekken patroon) geschilderd zoals dat bij onze militaire voertuigen vereist is, maar in een print die het wel leuk doet op tv en in andere media. Wanneer het team over het juiste DKV wil beschikken kan het contact opnemen met de Instructiegroep Camouflage en Misleiding van het OTCGenie. Elnt Ger Donders, C-Instrgp Camouflage en Misleiding O&T-Eenheid Mineurs (MDTN tel/fax: *06-531-82124)●
GEDRAGSCODE Het is al elf jaren geleden dat ik de militaire dienst met leeftijdsontslag mocht verlaten. Vanaf de zijlijn volg ik als buitenstaander de gebeurtenissen en de ontwikkelingen met belangstelling. In een grote organisatie als de krijgsmacht, is het vrijwel onvermijdelijk dat er af en toe incidenten zijn die niet getolereerd kunnen worden. Het politieke- en organisatoriche antwoord op recente voorvallen is de gedragscode. Naar mijn mening een poging om, daar waar de innerlijke beschaving en discipline ontbreekt, deze voorwaarden voor fatsoenlijk gedrag aan te leren. In punt 2 van de gedragscode staat de zinsnede: ik spreek anderen aan op hun gedrag en accepteer dat anderen mij op mijn gedrag aanspreken. Ik ben zeer benieuwd of we in de toekomst geen militairen in de hogere rangen zullen tegenkomen die zich beperken in hun eetgewoonten en zodoende over ca. twintig maanden weer een normaal postuur zouden kunnen hebben. Onmatig eten en het meetorsen van tientallen kilogrammen overgewicht is n.m.m. ook een vorm van onwenselijk gedrag. J.van Ballegooij●
’IMAMS
DEN HAAG Er is geen enkele aanleiding te veronderstellen dat Nederlandse islamitische militairen en burgerambtenaren - en dus ook islamitisch geestelijk verzorgers niet loyaal zijn aan de Nederlandse krijgsmacht. Zij zijn juist een voorbeeld van geslaagde integratie en verdienen daarvoor lof. Dat schrijft staatssecretaris Cees
12 april | Pagina 3
Sperwer voldoet
…tevens zijn testen uitgevoerd onder diverse terrein- en klimaatomstandigheden… Foto: Hennie Keeris
Van der Knaap: ‘Kader lijkt overbelast’ Werving nieuwe technici verloopt goed Vervolg van pagina 1
DEN HAAG - Personele en organisatorische aanpassingen zijn naar aanleiding van de Gedragscode Defensie voorzien op het gebied van welzijn, organisatie, management, infrastructuur en het personeelsbeleid. Verbetering van de werk- en leefomstandigheden is mogelijk door meer ruimte te bieden aan (zinvolle) vrijetijdsbesteding, zoals sportactiviteiten en aanpassingen van de mess- en verblijfruimtes aan de eisen van deze tijd. Mogelijk is hier een rol weggelegd voor de militaire tehuizen, stelt Van der Knaap in zijn brief aan de Kamer. “Op organisatorisch gebied wil ik de invoering van toezichthoudende functies en de versterking van kadercapaciteit in verband met uitzendingen en opleidingen nader bezien. Met name leidinggevenden lijken overbelast te zijn.” Het totale hulpverleningsproces bij ongewenst gedrag wordt de komende periode onder de loep genomen. Van der Knaap staat een integraal hulpverleningsproces voor ogen, waarbij alle be-
trokken hulpverleners optimaal samenwerken. Op korte termijn vindt de presentatie van de inrichting van de nieuwe integriteitorganisatie plaats. “Vooralsnog blijft het aantal meldingen van ongewenst gedrag bij het onafhankelijk meldpunt beperkt, terwijl het aantal meldingen bij de commandanten is toegenomen”, stelt de staatssecretaris. “In dit stadium is het te vroeg om hierover definitieve conclusies te trekken, maar het is duidelijk dat er binnen de defensieorganisatie meer aandacht is voor ongewenst gedrag en dat het meer bespreekbaar is geworden.” Al eerder kondigde Van der Knaap extra maatregelen aan om de werving, de instroom en de doorstroom van vrouwen en allochtonen te versterken. Verder komt er een onderzoek naar mogelijkheden voor zij-instroom in categorieën personeel waarbij dat operationeel gezien ook verantwoord is, naar mogelijkheden van optimale wijze van functieroulatie en naar een eventuele verlenging van de verblijfsduur binnen de organisatie.●
Vervolg van pagina 1
DEN HAAG - Diverse factoren blijken een rol te spelen bij de inzetbaarheid van de F-16, waarvan een tijdelijk gebrek aan onderdelen er een is. Het voorspellen van het toekomstige gebruik aan onderdelen blijkt zeer complex, mede door de veroudering van de vliegtuigen van veel gebruikers. Daardoor ontstaat een gestegen vraag naar reserveonderdelen. De minister van Defensie heeft hierover eind 2006 overleg gevoerd met de Amerikaanse onderminister Eric Edelman, waarna de situatie voor Nederland enigszins is verbeterd. Ook zijn maatregelen genomen om de voorraden reserveonderdelen te verhogen en beter af te stemmen op het verwachte verbruiksniveau. Al deze maatregelen zullen naar verwachting geleidelijk effect sorteren en aldus leiden tot een verbetering van de operationele gereedheid van de jachtbommenwerper. Een andere belangrijke factor bij de F-16 betreft een aanzienlijk tekort aan technisch personeel. De oorzaken hiervoor zijn een afge-
nomen belangstelling voor technische beroepen in het algemeen en een aantrekkende economie, waardoor het bedrijfsleven concurreert met Defensie. Bovendien is de druk bij uitzendingen hoog geweest. Hierdoor nam het irreguliere verloop, ontslag op eigen verzoek van personeel met een aanstelling voor onbepaalde tijd, toe. Het huidige tekort aan vliegtuiggebonden technici bij de F-16 bedraagt 93 personen. Inmiddels zijn, naast algemene inspanningen, diverse specifieke maatregelen genomen om deze achterstand in te lopen. De wervingsinspanningen gingen omhoog en er werden contracten met externe partners gesloten voor opleidingstrajecten voor vliegtuigtechnici met een baangarantie bij de Koninklijke luchtmacht. “De eerste resultaten van deze opleidingen zijn veelbelovend”, schrijft Van der Knaap. “Er zijn 52 nieuwe technici in opleiding en we trachten de uitzenddruk te verminderen. De bestaande financiële instrumenten bij het aanstellen en het binden van militairen worden reeds ingezet bij het technische personeel.”●
Onderwerp Nationale operaties leeft breed binnen KL-top EDE - Zestig brigadegeneraals en kolonels van de landmacht hebben vorige week in Ede deelgenomen aan een ‘Operational Seminar’ over nationale operaties. Vanwege het onderwerp waren dit jaar voor het eerst ook externe partijen aanwezig, zoals politie, brandweer en vertegenwoordigers uit de medische keten. Het deelnemersaantal was beduidend hoger dan de voorgaande drie jaar, wat bewijst dat dit onderwerp sterk en breed leeft binnen de landmachtorganisatie. Drie - in ernst en omvang - oplopende cases lieten de topmilitairen in zes groepen nadenken over de mogelijkheden van mili-
tair optreden in Nederland. In het oefenscenario was sprake van grootschalige wateroverlast, terwijl er in verscheidene grote steden rellen ontstonden. Vanwege de omvang van de problemen werd de krijgsmacht om militaire bijstand verzocht. Daarbij moesten de deelnemers zich buigen over de vragen welke problemen prioriteit hadden en welke mensen en middelen dienden te worden ingezet. Voormalig chef van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, Arthur Docters van Leeuwen, hield het slotbetoog van de studiebijeenkomst voor “mijn vrienden van de landmacht”. Met complimen-
VERDIENEN LOF’ van der Knaap in antwoord op vragen van het Kamerlid Hero Brinkman (PVV). Deze zegt een loyaliteitsprobleem te vrezen, mocht Nederland in oorlog komen met een islamitisch land. De bewindsman ziet echter geen enkel probleem. “Het komt de effectiviteit van het optreden van de Nederlandse krijgsmacht juist ten goede als sprake is
van culturele diversiteit.” Er staan 2,5 formatieplaatsen begroot voor de imams, die de Nederlandse nationaliteit zullen moeten hebben. “Voor een aanstelling als defensieambtenaar in een vertrouwensfunctie, en dat geldt daarmee ook voor een aanstelling als geestelijk verzorger, is dat een wettelijk vereiste”, stelt Van der Knaap.●
ten en lof waarschuwde hij de aanwezige militairen voor het verschil tussen de militaire en civiele wereld, waarbij hij diverse praktische tips gaf. Hij adviseerde de landmacht zich te beperken tot de eigen deskundigheid. “Zandzakken vullen is niet speciaal jullie deskundigheid. Je kunt daaraan wel een bijdrage leveren, maar alleen als andere partijen daarin
ook hun verantwoordelijkheid nemen.” De KL-officieren gaven aan dat het seminar zorgde voor inzicht en bewustwording van de uitdagingen waarvoor Defensie en civiele partijen komen te staan bij het werken aan nationale veiligheid. Het zal volgend jaar dan ook zeker een vervolg krijgen. Bijdrage: Ronald Hoeks●
DEN HAAG - Er zijn geen aanwijzingen dat de Sperwer onvoldoende functioneert. Uit ervaringen blijkt dat deze systemen een onmisbare meerwaarde hebben, doordat zij de commandant snel kunnen voorzien van actuele informatie over de operationele omgeving. Mede hierdoor worden ze veelvuldig en onder alle omstandigheden ingezet in Afghanistan. In de beantwoording van vragen van de Kamerleden Roland Kortenhorst en Maarten Haverkamp (beiden CDA) en Krista van Velzen (SP), over het neerstorten van onbemande vliegtuigjes in Afghanistan, bevestigt staatssecretaris Van der Knaap dat tijdens vliegoperaties in Uruzgan twee Sperwers zijn beschadigd. “Er was hierdoor geen sprake van een effect op de operationele inzetbaarheid van de Nederlandse eenheden”, onderstreept hij echter. Het te laat ontplooien van de hoofdparachute, waardoor de Sperwer met een te hoge snelheid het aardoppervlak raakte, vormde de oorzaak van het eerste ongeval. Het onderzoek naar het tweede is nog niet afgerond. De eerste operationele vlucht in Afghanistan vond plaats op 31 december 2006. 101 RPV-Batterij heeft daarvoor een gereedstellingsprogramma uitgevoerd, waarbij niet alleen in Nederland (Oldebroek) werd geoefend, maar ook in het buitenland (Noorwegen, Zweden en Spanje). Tevens zijn testen uitgevoerd onder diverse terrein- en klimaatomstandigheden. Technische onvolkomenheden die hierbij aan het licht traden, zijn onderzocht en in overleg met de fabrikant gecorrigeerd. Er hebben zich sindsdien nog een aantal kleine problemen voorgedaan, zonder dat deze overigens de operationele gereedheid van de Sperwer beïnvloedden. Na ruggespraak met de fabriek zijn passende maatregelen genomen. De beschadigde toestellen worden niet vervangen. Het aantal gekochte vliegtuigen is berekend op het gebruik en het daaruit voortvloeiende verwachte verlies gedurende de gehele levensduur. Wellicht is reparatie nog mogelijk, maar de kosten hiervan zijn nog niet bekend. De aanschafprijs van het systeem bedroeg destijds ongeveer 180 miljoen gulden.●
Drie partijen in laatste fase aanbesteding Kromhoutkazerne UTRECHT - Bij de Europese aanbesteding van de nieuwbouw en exploitatie van de Utrechtse Kromhoutkazerne heeft Defensie voor de laatste fase drie partijen geselecteerd. Het gaat om de consortia ARMADU, Integra Partners Kromhout en Komfort. Defensie besteedde het project aan als publiekprivate samenwerking volgens de procedure van de concurrentiegerichte dialoog. Dat stelt marktpartijen in staat innovatieve oplossingen met meerwaarde te bieden en daarover in dialoog te gaan. Naar verwachting leidt dit tot een kwalitatief goede en financieel voordelige huisvesting op het terrein van de Kromhoutkazerne. Niet alleen het ontwerp en de bouw, maar ook het onderhoud en de facilitaire diensten zullen voor een periode van 25 jaar
door de uiteindelijke winnaar worden uitgevoerd en gefinancierd. De drie geselecteerde partijen zijn nu uitgenodigd om samen met Defensie verdere invulling te geven aan hun eerste ideeën en projectvisies. De komende periode volgt een uitwerking van de massastudies tot voorlopige ontwerpen. Ook de zogenoemde Design, Build, Finance, Maintain en Operate overeenkomst, is onderwerp van gesprek. In januari 2008 wordt de definitieve inschrijving verwacht, waarna Defensie in maart tot voorlopige gunning overgaat. De nieuwe kazerne moet begin 2010 klaar zijn voor gebruik door het Commando Landstrijdkrachten en andere staven en onderdelen.●
Stoffelijk overschot terug in Nederland Vervolg van pagina 1
EINDHOVEN - Het overlijden van de sergeant 1 kwam als een mokerslag aan bij de Limburgse Jagers die net aan hun missie in Uruzgan waren begonnen. Afgelopen weekend namen zij, vlak voordat het stoffelijk overschot naar Nederland werd gevlogen, op respectvolle wijze afscheid van hun alom gewaardeerde collega. De Limburgse Jagers werden daarbij terzijde gestaan door de complete Task Force-gemeenschap. Compagniescommandant, kapitein Ralf Goossens, omschreef Robert Donkers als een vakbekwame vent met hart voor de zaak. “Hij gold als vaktechnisch voorbeeld voor alle combat life savers en post traumatic life savers waarmee hij samenwerkte. Ze kwamen bij hem voor advies en hij was nooit te beroerd om dat te geven en eventueel de daad bij het woord te voegen. Daarnaast was Robert ‘van de gadgets’. Hij wilde zijn persoonlijke uitrusting zo compleet mogelijk hebben en schroomde er niet voor spullen uit eigen zak te betalen.” Donkers, afkomstig uit Kerkrade, stond volgens de kapitein tevens te boek als een gangmaker binnen 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers, waar hij sinds september 2006 deel van uitmaakte. De sergeant was voor de tweede keer in het zuiden van Afghanistan uitgezonden. Vorig jaar werkte hij er als Algemeen Militair Verpleegkundige voor de Special Forces. Voordat het stoffelijk overschot vanaf Kandahar per KDC-10 van de luchtmacht naar Nederland werd gebracht, vlogen als eerbetoon twee Apache helikopters over de gereedstaande Hercules. Die zette koers naar Kandahar nadat hij eerst een vlucht maakte over Kamp Holland, waar de volledige Task Force en de Afghaanse militairen waren aangetreden. De uitvaart is morgen en gaat gepaard met beperkt militair ceremonieel. Vrijdag de 13e sluit tevens het condoleanceregister. De achterblijvers in Uruzgan wensen zijn vrouw, familie, vrienden en naaste collega’s heel veel sterkte bij het verwerken van dit zware verlies.●
12 april | Pagina 4
DOORN - Ma belt manlief in het crisisgebied met de mededeling dat de auto weigert te starten. Een overdreven actie, maar anderzijds een treffende illustratie van de kleine problemen waarmee het thuisfront bij een uitzending worstelt. Ank van Tilburg, wederhelft van luchtmachtoverste Jan, liet ze vorige week donderdag de revue passeren in het Veteraneninstituut in Doorn. Onder het motto ‘IDEM slaat haar vleugels uit’, vierde de belangenorganisatie voor ‘solo’ uitgezonden luchtmachtmilitairen daar haar tiende verjaardag. “Iedereen realiseert zich tegenwoordig beter het grote verschil tussen een persoonlijke missie en één met een grote eenheid.”
De tweede lustrumviering van de IDEM-organisatie trok circa negentig deelnemers.
IDEM-ORGANISATIE LUCHTMACHT VIERT TIENJARIG BESTAAN
Het onbegrip voorbij organisatie van de grond. Bedoeld om apart uitgestuurde militairen in staat te stellen ervaringen uit te wisselen, problemen te herkennen én niet te vergeten te erkennen. De luchtmacht juichte het initiatief toe en nam het over. In de jaren daarna kreeg IDEM langzaam maar zeker meer vorm. Vandaag de dag beschikt vrijwel elk KLU-onderdeel over een contactpunt. Lorraine: “Iedereen realiseert zich tegenwoordig beter het grote verschil tussen een persoonlijke missie en één met een grote eenheid.” IDEM-voorzitter kolonel Christopher Lorraine: “Er heerste destijds onbegrip op alle niveaus.” TEKST: JACK OOSTHOEK FOTO’S: REMCO SCHOONDERWOERT -AVDD
Begin jaren negentig was het huilen met de pet op. In hun uppie uitgestuurde ‘luchtmachters’ kregen na terugkeer uit een crisisgebied nauwelijks aandacht. Terwijl enkelen die juist zo nodig hadden, omdat ze ten prooi waren gevallen aan soms mensonterende situaties. De consequenties van iemands terugkeer op de werkvloer en voor het thuisfront, werden eveneens genegeerd. Regel het zelf maar, leek de boodschap te luiden. Kolonel Christopher Lorraine, voorzitter van de werkgroep IDEM, ofwel Individuele Deelnemers Eerdere Missies: “Er heerste destijds op allerlei niveaus onbegrip. Sommigen zagen zich na terugkeer bijvoorbeeld geconfronteerd met collega’s, die boos waren omdat ze harder hadden moeten werken. Tot overmaat van ramp kampten anderen, zoals United Nations Military Observers (UNMO’s), met geestelijke problemen door een gijzeling.” Vult secretaris majoor Ron van Vugt aan: “Veel mensen vonden dat uitgezonden collega’s na terugkomst als vanouds moesten ‘mee’ functioneren. ‘Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’, zeiden ze.” Hoogste tijd om de bakens te verzetten, concludeerde de luchtmacht. Terwijl de vredesoperaties in Bosnië-Herzegovina op volle toeren draaide, kwam door toedoen van een groep United Nations Military Observers de IDEM-
GEKKE DINGEN
Elk jaar weer zet IDEM separaat weggestuurde militairen in het zonnetje met een landelijke bijeenkomst in meestal het Veteraneninstituut. Thema’s over uitzending; voordrachten door gastsprekers; gesprekken onder leiding van deskundigen: het programma biedt voor elk wat wils. Vorige week donderdag was het weer zover. Met het tweede lustrum als aanjager kreeg de verzamelende menigte een ‘alles is anders’-show voorgeschoteld. Min of meer hoogtepunt onder het kennelijke motto ‘even Kaboel bellen’, vormde de korte video conference met de oudste, alleen uitgezonden militair van de luchtmacht, generaal-majoor Freek Meulman. Evenals de aanwezige commandant luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Hans de Jong, stak hij zijn warme gevoelens voor IDEM niet onder stoelen of banken. Volgens De Jong gaat elke (persoonlijke) trip per definitie met veel en grote onzekerheden gepaard. “De luchtmacht doet er alles aan om ze weg te nemen, al zal het nooit helemaal lukken. Gekke dingen mogen echter niet gebeuren.” Dat een vredesoperatie doordrenkt is met twijfel, bewees het relaas van gastspreker generaalmajoor b.d. Carel Hilderink. En de voormalige gouverneur van de voormalige Koninklijke Militaire Academie kan het weten. Hij maakte deel uit van de NAVO Trainingsmissie (NTMI) in het bloedlinke Bagdad. De tien Nederlandse militairen daar voelden zich behoorlijk eenzaam, merkte hij. Uitnodigingen van collega’s van bevriende naties om toch vooral een kijkje te komen ne-
men: niks daarvan. Het meest onder de indruk raakte Hilderink echter nog van de boodschap van Amerikaanse zijde: ‘uw naam staat op een hitlist’. Volgens de afgezwaaide luchtmachtman hebben voor een militair in het (verre) buitenland contacten met het thuisfront evenveel waarde als water en voedsel. “En als je weinig brieven of kranten krijgt, kun je de postvoorziening stimuleren door een weekoverzicht te sturen. Daar komt reactie op. Mailen vervangt echter niet álle post. Bijvoorbeeld tijdschriften of drop sturen, betekent veel meer. Aan het pakket is aandacht besteed.” Als andere zwaarwichtige kwesties in een uitzending, noemde Hilderink force protection en het leren omgaan met verliezen. Blijft de Nederlandse NTMI tot nu toe gevrijwaard van slachtoffers, lokale medewerkers sneuvelen wel. “Maar dáárover hoefden we geen verantwoordelijkheid af te leggen en te rapporteren. Een buitengewoon merkwaardige zaak. Ga met locals op dezelfde manier om als jezelf wilt worden behandeld.” Hilderink bespeurde onder de buitenlandse militairen in Bagdad een gebrek aan evenwicht tussen taken en veiligheid enerzijds, en werk- en rustdagen anderzijds. “Mijn club kreeg ééns in de twee weken een verplichte rustdag. Dat houdt iedereen fris en de verstandhouding verbetert.” Een individuele uitzending is niet voor iedereen weggelegd, vindt hij. Menigeen zit in groepsverband nu eenmaal beter in zijn vel. “Samen sta je sterker.” Hilderink had als directeur PerGastspreker generaal-majoor b.d. Carel Hilderink (in burgerpak) boeide de zaal met een relaas over zijn avonturen bij de NAVO Trainingsmissie in Bagdad. Rechts onderhoudt echtgenote Mieke zich met de commandant Luchtstrijdkrachten, luitenantgeneraal Hans de Jong.
soneel luchtmacht (DPKLU) altijd ‘de schurft’ aan het op vrijwillige basis wegsturen van personeel, bekende hij. Komt iemand zwaargewond terug, dan valt dat moeilijk aan het thuisfront te verkopen. “Vrijwillig aanwijzen, is moreel verwerpelijk.” Terugblikkend op Bagdad, heeft hij nog steeds ‘de pest in’ over het uitblijven van een operationele debriefing in Nederland. Toch kan het systeem van nazorg op zijn waardering rekenen. “Maar de gesprekken moeten niet alleen over nare gebeurtenissen gaan.” NAUWELIJKS BLIJ
Ank van Tilburg informeerde de zaal over háár ervaringen met uitzendingen. Echtgenoot Jan beleefde er twee, United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea (UNMEE) en de Stabilization Force Iraq (SFIR). In het eerste geval maakte zij zich meer zorgen over hygiëne en hitte, dan over de risico’s. “Maar zes maanden afwezigheid is wel lang.” Volgens Van Tilburg kunnen militairen na het bekend worden van hun missie beter zo snel mogelijk op het vliegtuig stappen. “Dan kun je thuis tenminste verder, hoewel ik op Teletekst vaak naar nieuws over Eritrea en Ethiopië zocht. In de loop der tijd raakten de kinderen en ik gewend aan Jans afwezigheid. Al misten we hem natuurlijk, vooral op verjaardagen, in de vakantieperiode en in de weekeinden. Toen hij met verlof kwam, waren we echter nauwelijks blij. Het uitzendgebied zat helemaal in zijn hoofd. Bovendien doorbrak hij ons ritme en onze routine. Eenmaal definitief terug, moesten Jan en ik weer
Deze maand krijgen veertigduizend veteranen van recente missies een brief in de bus met informatie over recente verbeteringen in het ook voor hen bedoelde systeem van gezondheidszorg voor militairen. Daarin zal tevens de invoering van het Veteranen Registratiesysteem worden toegelicht. Dat maakte de directeur van het Veteraneninstituut, kolonel Loek Habraken, op de IDEM-dag bekend. Reorganisatie en regionalisatie hebben de geestelijke gezondheidszorg voor veteranen in zijn ogen toegankelijker gemaakt. Door afspraken met civiele en militaire lijninstellingen op dit gebied, komt voor deze categorie personeel een breed en zeer divers aanbod van dienstverlening en expertise beschikbaar. Te denken valt aan de afdeling Psychiatrie van het militair hospitaal, regionale instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, gespecialiseerde civiele instellingen voor psychotraumazorg en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. “De zorg voor, tijdens en na uitzendingen en na dienstverlating, wordt onverminderd serieus opgepakt en is de kinderschoenen ontgroeid”, aldus Habraken.●
aan elkaar wennen. Overigens vond ik dit normaal.” Tijdens Van Tilburgs SFIR-operatie plukte Ank de vruchten van haar vorige ervaringen. Zo ‘plempte’ zij haar weekenden niet langer vol. “Ik volgde Teletekst echter nog steeds intensief.” Door de bank genomen doorstond ze de periode Irak goed, mede doordat haar kroost intussen ouder en wijzer was. “Maar voor een moeder van jonge kinderen, valt het moeilijk uit te leggen waarom pappa weg is en wat-ie precies doet. Ik hoorde ooit hoe sommigen op school gepest werden, omdat hun vader mensen zou doodschieten. Meld een uitzending daarom. In mijn geval vroeg ik Jan stukjes voor de schoolkrant op te sturen.” Ondanks de door de e-mail smallere kloof tussen achterban en uitzendgebied, moeten militairen minimaal worden belast met de beslommeringen van thuis, stelde Van Tilburg onomwonden. “Bellen omdat de auto niet start… dat gaat te ver.”●
Sergeant-majoor Ben van Schaik met de raketklem, die hij pas op de ontsteker van de bom kon zetten na een staartstuk te hebben verwijderd.
Adjudant Jacobs toont een snijlading die uit voorzorg om een bom wordt gelegd.
12 april | Pagina 5
Een container ter afscherming moet de bommen de nacht doorhelpen.
WEER VIER BOMMEN MINDER IN EINDHOVEN Jacobs en drie van de geruimde bommen. “De Britse 500-ponders herken je onder meer aan het druppelvormige uiterlijk, maar ook aan de bevestiging van de staart. Aan de flessenhals zie je dat dit (2de links) een Amerikaanse 1000-ponder is. Vijftig procent van het gewicht bestaat uit springstof, de andere helft is de stalen mantel.”
‘DAT WAS NUMMER 118‘ Adjudant John Jacobs die, in een container via een camerasysteem, de situatie tijdens een ruiming op de voet volgt. Met joysticks valt een en ander van dichtbij te bekijken.
TEKST EN FOTO’S: MONIQUE VAN RIJEN-BOS
In de bij de Eindhovense brandweer ingerichte commandopost wacht iedereen geduldig af. Van enige spanning valt niets te bespeuren. Nou zijn ze in dit gebied ook wel wat gewend op het gebied van bommen. Een dag eerder nog ruimden de luchtmachtmilitairen van de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) ook al twee 500-ponders en één 1000-ponder. Alles verliep volgens plan, de vraag is nog even of dat nu ook het geval zal zijn. In de zandput heeft Van Schaik inmiddels de ontsteker vrij en schoon weten te maken. De raketklem zit er al op. Het is dus nog slechts een kwestie van een druk op de rode knop om ontsteker en bom van elkaar te scheiden. Voor de zekerheid gaat er nog wel even een flexibele snijlading, bestaande uit kneedbaar explosief materiaal met daarin een koperen spiegeltje, om het projectiel. Met behulp van een slagpijpje creëer je zo een soort van snijbrandereffect. Mocht het één niet lukken,
EINDHOVEN - In een diepe zandput in woonwijk Meerhoven, op een steenworp van vliegbasis Eindhoven, ligt een blootgelegde 500-ponder van Britse makelij. Geen makkelijke bom om te ruimen, want een stuk staart zit gedeeltelijk om de ontsteker gefrommeld. Sergeant-majoor Ben van Schaik kruipt daarom onder het projectiel en tikt met be-
dan valt op deze manier de bodemplaat van de bom te verwijderen en wordt de 500-ponder veiliggesteld. In de commandopost rinkelt de telefoon van kapitein Werner van Rooij, onder wiens leiding de bomruiming gebeurt. Adjudant John Jacobs hangt aan de andere kant en laat Van Rooij meeluisteren. Ze tellen af. Vervolgens drukt Jacobs op de rode knop van de exploder. Driehonderd meter verder, en daarmee op veilige afstand, wordt de raketklem geactiveerd, die vervolgens de ontsteker uit de bom draait. “En dat was nummer 118”, zegt Van Rooij. De vertegenwoordigers van de politie, de brandweer, de Koninklijke Luchtmacht en de ambulancedienst grijpen één voor een de telefoon om aan te geven dat hun achterban niet langer paraat hoeft te staan of, in het geval van de militair, het vliegverkeer vanaf Eindhoven weer kan worden vrijgegeven. KOUS NIET AF
Al jaren ruimt de EOD bommen rond de vliegbasis Eindhoven. Inmiddels telt de opbrengst 37 Hoofd Techniek, kolonel Rob Pieters, op werkbezoek bij de EOD tijdens de bomruiming. Kapitein Werner van Rooij legt hem aan de hand van een tekening uit waar de te ruimen bom ligt.
duizendponders, 76 vijfhonderdponders, vier 250-ponders en één honderdponder. Al die explosieven moeten vernietigd worden, ook de nu ontmantelde exemplaren. Om te voorkomen dat iemand het in zijn hoofd haalt iets met de projectielen uit te richten, schermen de EOD’ers ze zorgvuldig voor de buitenwereld af. De opbrengst van een dag eerder ligt al bij elkaar, per kraan wordt de 500-ponder er aan toegevoegd. Een extra container blokkeert de toegang en de komende nacht houden bewakers de boel in de gaten. De volgende dag zullen de vier bommen op de Oirschotse Heide worden vernietigd. Toch is de kous daarmee niet af. Al sinds 1992 zoeken de luchtmachtmilitairen van de EOD het gebied af en dat gaat volgens Van Rooij nog wel tot 2020 door. “Tot die tijd zijn er nog bouwactiviteiten”, merkt hij op. “Door wrijving en het kristalliseren van de springstof kan een bom uiteindelijk spontaan afgaan. Slordig hoor, als die onder je huis ligt. De EOD adviseert dan ook altijd het terrein te laten ruimen.”●
In de tweede helft van dit jaar komt de Explosieven Opruimings Dienst Defensie (EODD) van de grond. Alle EOD’ers van de krijgsmacht vallen dan onder deze joint eenheid in Culemborg, die onder het Commando Landstrijdkrachten komt te hangen. Van Rooij en zijn team zijn nu nog ondergebracht bij de afdeling Techniek van het Logistiek Centrum Woensdrecht van de Defensie Materieel Organisatie.
hulp van een hamer en beiteltje heel voorzichtig het dwarszittende metaal weg. De erfenis uit de Tweede Wereldoorlog ligt omgeven door containers, gevuld met zand en puin. Mocht het deze 4e april helemaal fout gaan tijdens de demontage, dan blijft de omgeving in elk geval gespaard. De met hesco’s vergelijkbare wal vangt dan de scherven op. Sergeant-majoor Willem Tink houdt de 500ponder in de gaten wanneer die per kraan wordt verplaatst
Onder: De raketklem waarmee op afstand een ontsteker van een bom is te draaien.
12 april | Pagina 6
OP PAD MET PRT EN BATTLEGROUP TIJDENS OPERATIE RAKHMAN Lokale politieman (ANP), te Dizak Bazaar.
‘ER VALT HIER NOG GENOE DEH RAWOD - Nederlandse eenheden in Uruzgan ondersteunden onlangs ten zuiden en zuidwesten van Deh Rawod de multinationale ISAFoperatie Achilles. Onder de naam ‘Operatie Rakhman’ hielden zij, naast hun normale werkzaamheden, toezicht op het grensverkeer tussen Helmand en Uruzgan. Een kijkje over de schouder van Eenheid 7. TEKST: GIAN SANTEGOEDS
Eerste luitenant Age, gelegenheidscommandant van Eenheid 7 spreekt in een voor hem vreemde functie, in een onbekend gebied zijn mensen toe. De ISTAR-officier neemt eerste luitenant Ruud waar die vanwege heuglijke familieomstandigheden naar Nederland is teruggekeerd. Het gaat hem zo te zien goed af. Eenheid 7 is met de verkenners van 103 ISTAR-bataljon vanuit Tarin Kowt overgekomen om operatie Rakhman te ondersteunen. Age licht tijdens de commandantenterugkoppeling de plannen voor de komende dagen toe. Belangrijkste boodschap: ‘de vakken verkennen, aanwezigheid tonen en waar mogelijk ex- en in-
filtrerende Taliban uitschakelen’. In eerste instantie is het de bedoeling vier dagen op pad te gaan. De hoge waterstand van de Helmand beslist echter anders. De vierdaagse wordt opgesplitst in een één- en driedaagse. Op dag 1 blijven we aan de oostkant van de Helmand. Eerste stop: de ANP post in Dizak Ferry. Ritmeester Dennis van PRT Mission Team 4, eerste luitenant Age, commandant van eenheid 7 en eerste luitenant James van de Bravo-compagnie in Deh Rawod voeren de gesprekken. Eerst is postcommandant Khalik Dad gesprekspartner, maar hij speelt even later de tweede viool wanneer Abdul Quari, plaatsvervangend ANPcommandant in Uruzgan, komt binnenstuiven. Strak in het uniform en bijzonder goed geluimd, staat hij de Nederlanders te woord. Dad en Quari zijn verguld met het bezoek, net als hun manschappen. Dankbaar nemen ze een kist munitie in ontvangst. Van Taliban beweren de heren geen last te hebben. Mocht dat wel het geval zijn, dan worden ze het gebied uit gejaagd of geëlimi-
neerd. Quari zegt het met zoveel overtuiging dat we hem wel moeten geloven. De vastberaden blikken van zijn manschappen doen de rest. ADEMBENEMEND
Tijd om te vertrekken: de af te leggen route voert onder meer door het oord Tsjekzay. De kinderen rennen enthousiast naar de voertuigen, zwaaien, houden hun handen op en roepen: ‘ja’, ‘ja’ oftewel: ‘geef’, ‘geef’. Gewend als ze zijn aan de Amerikanen die de gewoonte hadden om van alles uit hun voertuigen te gooien. Na Tsekzay buigen we af naar links. Bestemming: Katah Sar in het zuiden van het vak. Wat volgt is een hobbelige tocht door het stoffige, maar adembenemende binnenland van Uruzgan. Langs nomaden met kuddes geiten en dromedarissen die de Nederlandse militairen respectievelijk verdwaasd en dromerig aankijken. Helemaal aan het eind van de twee uur durende tocht bereiken we het zorgvuldig van de buitenwereld afgeschermde oord Katah Sar, ingeklemd tussen ruige berg-
ruggen. Het wordt het eerste contact met de bewoners van dit kleine gehucht voor het TFU-gezelschap. Enige omzichtigheid lijkt op zijn plaats, maar blijkt uiteindelijk ongegrond. Enkele ouderen treden nieuwsgierig naar voren en heten de vreemdelingen van harte welkom. Deze stellen zich netjes voor en droppen hun eerste vraag: “Waar is de malik?” De burgemeester, die Rolam Hassam blijkt te heten, is er even niet. Toch heerst er een ontspannen sfeer: de dorpsbewoners geven aan regeringsgezind te zijn. Het buitenlandse bezoek blijkt het eerste sinds 2001 toen de Amerikanen Operation Enduring Freedom ontketenden en de Taliban verjoegen. Op het moment dat de Nederlanders afscheid willen nemen, verschijnt de malik alsnog ten tonele. Het bezoek wordt met een half uur verlengd en vormt in feite een herhaling van zetten met één toevoeging: de burgemeester beweert dat de boeren in zijn oord geen papaver verbouwen. Dennis en Age zeggen een nieuw bezoek toe, inclusief medcap (Medical Civil Action Program). Wanneer? ‘Zeer binnenkort.’ CONSTRUCTIEF
Dag 3 staat in het teken van de visite aan drie politieposten van de ANP in Dizak Bazar, Siah Chow en Bazgir. Alle bezield met hetzelfde fanatisme als in Dizak Ferry om de Taliban buiten de deur te houden. Shah Mahmad, commandant in Bazgir, zegt dat zijn mannen zes dagen geleden nog Talibs hebben teruggedrongen die de rivier wilden oversteken. Zijn post wordt bezet door twintig agenten. Aan personeel bestaat volgens de aimabele Mahmad geen gebrek: probleem is de logistiek en het vervoer. “We kunnen alleen uitgestegen patrouilleren. Dat heeft natuurlijk zijn be-
perkingen.” Het aanvankelijk constructief verlopende gesprek verzandt uiteindelijk in éénrichtingsverkeer van Mahmad naar Age, James en Dennis waarbij de vraag om spulletjes centraal staat. Tevens nodigt de goede man zijn gasten herhaalde malen uit om te blijven eten en de nacht in zijn politiepost door te brengen. Age wimpelt de uitnodigingen evenzoveel malen vriendelijk af. De volgende dag maakt het kader van eenheid 7 zich op voor een first contact-bezoek aan het oord Dizak-Noord. Age beveelt de verkenners van het ISTAR-bataljon in eerste aanleg een 360-beveiliging rondom het plein aan de rand van het gehucht in te nemen. Ondertussen richten de overige leden van eenheid 7 een positie in op de heuvel die uitkijkt over Dizak Noord en de Helmandrivier. Behoedzaam dalen ritmeester Dennis en de luitenanten Age en James, geflankeerd door de ISTAR-beveiligers, af. Op het plein is geen malik of dorpsoudste te bekennen. Het welkomstcomité bestaat louter uit nieuwsgierige kinderen. Een honderdtal meters verderop lijken de Nederlanders meer succes te boeken. Op een T-splitsing hebben zich enkele ‘ouderen’ verzameld. Ze reageren onwennig en geven aan dat de kinderen erg bang zijn voor militairen. De malik blijkt zich vrijdags, en dat is het vandaag, in de bazaar op te houden. Age en Dennis worden dan ook niet veel wijzer. Op één, niet onbelangrijk, punt na: de kinderen gaan hier naar school. De operatie krijgt in week 12 een zeer onverwachte wending. Deze wordt ingeleid door een aantal lichtgranaten van de pantserhouwitser in de nacht van zondag 18 op maandag 19 maart in de richting van Forward Operating Base ‘Volendam’. Vanaf deze
locatie heeft men ‘bewegingen in het voorterrein’ waargenomen. Het blijkt om vluchtende mensen te gaan, die van huis en haard verdreven zijn door het wassende water van de rivier de Helmand. Vooral het gebied ten zuiden van ANP-Post Dizak Ferry lijkt zwaar getroffen. Apaches van de Koninklijke Luchtmacht maken een eerste beoordeling vanuit de luch die er niet om liegt. De bewoners van de rivierdelta hebben massaa hun toevlucht gezocht tot eilandjes, de daken van hun quala’s en boomtoppen. Binnen de originele Rakhmanplanning wordt flexibel opgetreden. Een enkeling wekt de indruk dat de operatie vanwege de watersnood op een lager pitje komt te staan. Kapitein Lenny Hazelbag, commandant van de Bravocompagnie op Deh Rawod, veegt die suggestie direct van tafel. “Deze reddingsactie sluit naadloos aan op ‘Rakhman’. We hebben optimale presentie in ons vak en zijn direct en dus heel tast baar bezig met het helpen van mensen.” De dagen daaropvolgend lijken weer in het teken te staan van Normal Framework Operations in het ‘Rakhman vak’. De gevolgen van de watersnood zijn echter nog steeds goed zichtbaar. VUURGEVECHT
En wat is normal in een land waar ‘opportunisme’ en ‘overleven’ hoog scoren? We stuiten tijdens onze patrouille op de oostoe ver op een aantal NAP’ers die een gewonde collega in hun auto vervoeren. De man raakte eerder die dag in Tsjekzay verwikkeld in een vuurgevecht en werd daarbij getroffen in borst en been. Hij ‘boft dat het ‘slechts’ om kogelwonden gaat en dat hij bij toeval ISAF op zijn pad vindt. Dankzij adequaat ingrijpen van medisch personeel van 410 Opvoer & Afvoercompag nie en de combat life saver van
12 april | Pagina 7
Links: Patrouille passeert een Afghaanse vrouw met peuter, die hurkt en de militairen de rug toe draait om niet op te vallen.
Lokale politieman (ANP), te Dizak Bazaar.
Rechts: Terwijl militairen van het PRT gesprekken voeren met de lokale politiecommandant Palawan, houdt een politieman de omgeving in de gaten
EG EER TE BEHALEN’ 103 ISTAR-bataljon, kan hij in stabiele toestand afgevoerd worden naar het Role 2 Hospitaal op Kamp Holland. Nadat de medevac helikopter is vertrokken, vervolgen we onze weg richting zuiden. Luitenant Age stuurt na luttele kilometers de luchtmobiele genisten en de verkenners vooruit om te bekijken in hoeverre de overstromingen de doorgang richting War Jan hebben versperd. Sergeant Rob en zijn collega’s keren een half uur later al terug om rapport uit te brengen: geen doorkomen aan! Dan maar de medcap in Katah Sar, die eigenlijk morgen had moeten plaatsvinden, naar voren halen. Na het bezoek van vorige week is de schuchterheid onder de lokale bevolking totaal verdwenen. Rolam Hassam heet ons van harte welkom waarna de eerste dorpsbewoners zich voorzichtig aanmelden voor de polikliniek. Opvallend hoe teder een vader omgaat met zijn zieke zoontje. Ritmeester Dennis inventariseert de behoeftes en tot zijn verbazing is het enige wat de malik vraagt, een aantal zakken cement. Die heeft hij nodig voor de aanleg van een irrigatiekanaaltje om het water uit een bergbeekje naar het dorp te geleiden. “Hij vroeg eerst om een nieuw aggregaat voor het oppompen van water uit de put, maar hij kon ook prima leven met dit alternatief”, verklaart Dennis. “Dit is nu een schoolvoorbeeld van een quick impactproject. Zonder ons te binden, kunnen we deze mensen met een kleine geste helpen. Wij leveren het materiaal, zij de mankracht.” VREEDZAAM
De mensen in Katah Sar leven letterlijk van wat het land hen te bieden heeft. Daar vallen de opiumopbrengsten overigens ook onder. De malik heeft tijdens het eerste contact van vorige week het
Patrouille west van Deh Rawod.
Voertuigen doorwaden de rivier de Helmand. Commandant ISAF General Mac Neill (rechts) bezoekt de Nederlandse troepen bij Deh Rawod tijdens operatie Rakhman.
Cdt ISAF en Cdt Regional Command South bezoeken de Nederlandse troepen ten zuiden van Deh Rawod tijdens operatie Rakhman.
verbouwen van papaver nog ontkend, bang als hij was voor vernietiging van zijn oogst. Dennis legt geduldig uit dat de Nederlanders daar niet op uit zijn. Hassam gaf eerder al aan geen last van de Taliban te hebben; de mensen leven ogenschijnlijk vreedzaam naast elkaar. De volgende dag trekken we via het binnenland zuidwaarts en ondernemen achter het oord Akhtvord Zadah Kariz een nieuwe poging om bij War Jan te komen. Weer is de Helmand spelbreker. Samen met twee infante-
risten neemt Dennis een kijkje in een leegstaand schooltje. De ramen zijn ingeslagen of weggehaald, het meubilair staat schots en scheef en in enkele lokalen liggen uitwerpselen. “Hier wordt al maanden geen les meer gegeven”, schat Dennis in. “Waarom?”, vraagt hij hardop af. “Omdat de Amerikanen het gebouwd hebben?” “Omdat de Taliban de lessen niet toestaat?” Veel vragen, weinig antwoorden. Akhtvord Zadah Kariz blijft voorlopig een mysterie. Tijd om de terugtocht naar
Camp Hadrian te aanvaarden, met onderweg een tussenstop in Jughdar, ten noorden van Tsjekzay. De mensen zijn hier zwaar getroffen door de watersnoodramp. Schoenen, kledij en voedselpakketten vinden gretig aftrek. Terug op ‘Deh Rawod’ is er naast de onvermijdelijke onderhoudswerkzaamheden volop ruimte voor reflectie. De infanteristen van eenheid 7 en de verkenners van 103 ISTAR-bataljon verbazen zich - vertrouwd als ze zijn geraakt met het geweld
rondom de vooruitgeschoven basis Poentjak - over de rust in het gebied. Ze hadden met het oog op eventuele Talibanpresentie méér willen doen. Age toont begrip voor de onvrede, maar wijst hen op het gegeven dat iedereen zijn werk naar behoren heeft gedaan. Er is volop Nederlandse presentie in de vakken geweest, contact gelegd met de lokale bevolking en nog belangrijker, er zijn mensen heel direct en tastbaar geholpen. Nu afwachten of dit in een later stadium zijn vruchten zal afwerpen. Al te veel
conclusies wensen Age en de militairen van het ISTAR-bataljon en Eenheid 7 dan ook niet aan hun uitstapje te verbinden. Dennis doet uit PRT-oogpunt wel een poging. “Er ligt hier nog veel onontgonnen terrein”, zegt hij. “Meer dan vijftig procent van de mensen in deze regio weet niet welke kant-ie moet kiezen. Wat kan men van de Afghaanse regering en in haar kielzog ISAF, verwachten? Er valt hier voor ons dus genoeg eer te behalen om die middle swing groepering over de streep te trekken.”●
12 april | Pagina 8
1
2
SCHAKELS VAN MEDISCHE KETEN MOETEN VLEKKELOOS OP ELKAAR AANSLUITEN 10
9 11
8
421 Hospitaalcompagnie ZOUTKAMP - De geneeskundige hulpverlening van 421 Hospitaalcompagnie uit Ermelo staat paraat. In het role 2 veldhospitaal, ingesteld op levens- en ledemaatreddende handelingen, wacht een medisch team bij de eerste hulp op een zwaargewonde patiënt. Hetzelfde doet zich voor bij de operatiekamer. Nu gaat het nog om LOTUS-gevallen, maar straks is het realiteit. In de Marnewaard bereidt de compagnie zich voor op een uitzending naar het Zuid-Afghaanse Uruzgan in juli. Dan maken de nepslachtoffers plaats voor echte patiënten: eigen militairen, coalitiepartners binnen de International Security Assistance Force of Afghaanse soldaten. En is het wel zo prettig als iedereen in de medische keten weet wat hij of zij moet doen, niet in de laatste plaats voor het slachtoffer zelf. TEKST: MONIQUE VAN RIJEN-BOS FOTO’S: HENNIE KEERIS
De in aantocht zijnde gewonde is soldaat Sheila Kok, die de rol vertolkt van een Britse militair, en in een hinderlaag behoorlijk werd toegetakeld. Met onder meer een longaandoening, veroorzaakt door een schot, twee scherfwonden en daardoor een slagaderlijke bloeding aan haar linkerbeen, wordt Kok per YPR-gewondentransport afgevoerd
naar de hulppost van 13 Bataljon Luchtmobiel uit Assen. De infanteristen oefenen eveneens in de Marnewaard, waar ook zij zich voorbereiden op uitzending naar Zuid-Afghanistan. Voor zowel de Rode baretten als voor 421 Hospitaalcompagnie valt er in medisch opzicht tijdens de oefening goed samen te werken. Dat gebeurt dan ook. Bij de hulppost valt Kok in goede handen. Haar kleding wordt weggeknipt, terwijl een ander de vrouw aansluit op zuurstof, een derde een tube
aanbrengt en nog een paar handen een injectie antibiotica klaarmaakt. De militair heeft veel bloed verloren. Om te voorkomen dat ze in shock raakt, krijgt Kok een drain. Het samenspel tussen kapitein arts Joshua van Leeuwen, de sergeant 1 verpleegkundigen Martin van der Zwan en Maarten van der Burgh, én de korporaals gewondenverzorger Rachmano Joseph en Marco Boerendonk loopt gesmeerd. Nadat Van der Zwan de laatste hand aan een hechting heeft gelegd en Van der Burgh nog eens controleert dat het, naar omstandigheden, goed gaat met de patiënt, noteert Joseph alle medische handelingen en de gegevens van Kok. Daarna wordt ze per medische evacuatiehelikopter naar het veldhospitaal gevlogen. AANGEZICHTSLETSEL
“We oefenen hier nu met name de aansluiting in de aan- en afvoerketen, oftewel niveau III”, merkt kapitein Roy Prins, hoofdverpleegkundige van 421 Hospitaalcompagnie, op. “Bij niveau I gaat het vooral om het handelen van het individu, bij niveau II om de medische samenwerking binnen een groep. Bij deze fase draait het allemaal om een goede overdracht en opvang van de patiënt. Deze arriveert bij het veldhospitaal over het algemeen
per YPR, Patria of helikopter. Een juiste mondelinge of schriftelijke overdracht is daarbij belangrijk. Wat is er aan de hand? Hoe staat het met de vitale functies. Wat heeft de gewonde inmiddels allemaal toegediend gekregen en welke handelingen zijn uitgevoerd. Allemaal zaken die je wilt weten.” Als eerste belandt een slachtoffer op de eerste hulp. Zo ook Kok. “Dan gaat alle aandacht uit naar het ademhalingscircuit, het ademen zelf en de circulatie. Bij dat laatste is veelal sprake van bloedverlies en de eventueel daaruit voortkomende shock”, zegt reserve luitenant-kolonel Jan Roodenburg. Hij is als kaakchirurg en oncoloog verbonden aan het Universitair Medisch Centrum in Groningen, maar gedurende een week of vier per jaar inzetbaar voor de krijgsmacht. Handig, want hij weet alles van aangezichtsletsel, zeker als dat ook nog eens een bedreiging vormt voor de ademhalingsweg. In deze oefening treedt hij op als clinical director, een soort chef de clinique, die als een spin in het web fungeert. Daarnaast staat hij de medische teams met raad en daad bij tijdens hun handelen. Om te beginnen ziet de arts erop toe dat er een nekkraag wordt gebruikt. “Die mag er pas af nadat een röntgenfoto heeft uitgewezen dat er geen schade is.”
12 april | Pagina 9
Bijschriften met de wijzers van de klok mee. 1-De gewonde soldaat Sheila Kok bij de hulppost van 13 bataljon Luchtmobiel uit Assen. 2-Een zwaar gewonde patiënt wordt met een noodgang het veldhospitaal ingedragen.
3
4
3-Chirurg kolonel b.d. Walter Henny (li) en zijn operatie-assistent eerste luitenant Danile Cantin stellen alles in het werk de gewonde te redden. 4-De patiënte met inwendige bloedingen wordt geopereerd door chirurg kolonel b.d. Walter Henny. 5-Operatiekamer van het veldhospitaal. 6-Reserve luitenant-kolonel Jan Roodenburg bekijkt een aangezichtsletsel 7-De voorbereiding voor een operatie in volle gang. Anesthesieassistent, eerste luitenant Huub Grispen (li), naast hem operatieassistent eersteluitenant Daniëlle Cantin en de omloop, korporaal Yuma Bolink (re). 8-Anesthesist, luitenant-kolonel Rutger van Leersum, brengt de patiënt voor de operatie buiten bewustzijn. Anesthesieassistent, eerste luitenant Huub Grispen (li).
5
6
9-Korporaal gewondenverzorger Rachmano Joseph registreert de gegevens van de patiënt.
7 10-Kapitein Roy Prins: “De patiënten mogen rekenen op heel goede zorg.” Verpleegkundige sergeant 1 Camilo de Boer (re). 11-Patiënte Sheila Kok op de eerste hulp.
levensverzekering in Afghanistan Verder is het belangrijk een intubatiepijp, zodat iemand kan blijven ademen, goed aan te brengen. Dat geldt eveneens voor een mayo tube, die voorkomt dat een tong niet in het keelgat schiet. Je kunt ook een alternatieve luchtweg creëren; via een tracheotomie. Daarbij wordt een buis ingebracht door een gaatje onder de kin, dat gemaakt is tussen het schildkraakbeen en het zegelringkraakbeen. En mocht er sprake zijn van een klaplong, dan moet het medisch personeel in staat zijn een thoraxdrainage aan te leggen. “Dan voorkom je erger en wordt bovendien de tweede long niet aangetast.” De hele gang van zaken rond de ademhaling wordt geoefend bij het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen in Hollandsche Rading waar Roodenburg met enige regelmaat een lesje draait. “Medisch personeel krijgt instructie in het goed gebruiken van het zogenoemde A, B, C-instrumentarium, vooral onder primitieve omstandigheden. Daarbij dienen doodgeboren kalveren als lesmateriaal.” LEVENSGEVAARLIJK GEWOND
Dat juist handelen van belang is, heeft de praktijk inmiddels uitgewezen. Recentelijk liep een
aantal militairen in Zuid-Afghanistan immers behoorlijke aangezichtsverwondingen op als gevolg van een explosie. Ook nu wordt er een patiënt met gillende sirenes binnengebracht. Het betreft wederom een vrouwelijke militair, dit keer met zware inwendige bloedingen. Nadat de inmiddels gepensioneerde chirurg, kolonel b.d. Walter Henny, in de hoedanigheid van algemeen militair arts, bij het slachtoffer de opgelopen kwetsuren heeft geïnventariseerd, gaat ze meteen naar de operatiekamer. Het betreft hier immers een P1, wat staat voor levensgevaarlijk gewond. Het veldhospitaal kan twee van dergelijke gevallen tegelijk helpen. Daarnaast is het mogelijk vier wel zwaar, maar niet in levensgevaar verkerende gewonden de noodzakelijke hulp te geven, de zogenoemde P2’s. Met nog eens acht P3-patiënten, van wie de verwondingen ook niet mogen worden onderschat, zit het veldhospitaal zo’n beetje aan z’n taks. “Deze veertien patiënten mogen overigens rekenen op heel goede zorg”, zegt kapitein Prins. “Iemand die, volgens onze inschatting, niet binnen 21 dagen opnieuw inzetbaar is, wordt gerepatrieerd. Die kan altijd op een transportmiddel rekenen, desnoods moet een andere opdracht even wachten.”
Prins is bekend met de situatie in Afghanistan en dan vooral in Tarin Kowt. Daar was hij vorig jaar in de periode juli - november uitgezonden met 420 Hospitaalcompagnie, het zusje van 421. Gezamenlijk zijn ze opgehangen aan 400 Geneeskundig bataljon, dat tevens twee MOGOS-compagnieën telt: 470 en 471. Ook 410 en 411 Compagnie horen erbij; beide houden zich bezig met de opvang en afvoer van zieken en gewonden. Een staf en één gezondheidscentrum completeren het geneeskundig bataljon. DANKBARE AFGHANEN
Wat Afghanistan betreft, weet Prins te melden dat er tijdens zijn uitzending 180 klinische patiënten zijn behandeld onder wie maar liefst 150 traumagevallen. “Tevens helpen we om ook de eigen gezondheidszorg van Afghanistan op te bouwen. Daaraan is door de Nederlanders al veel gedaan. De lokale bevolking ziet zelf hoe betrokken we zijn om hen te helpen en te investeren in hun kennis. De Afghanen zijn ons daar heel dankbaar voor, dat geeft voldoening.” Het is dus duidelijk niet de bedoeling de behandeling van Afghanen in het veldhospitaal over te nemen. Ze moeten het zelf kunnen. Wel laten de
‘hospikken’ een zwaargewonde niet op de stoep liggen. Net als aan Afghaanse militairen bieden ze ook aan civiele gewonden hulp, maar alleen het hoogstnodige. De militairen gaan na de eerste hulp en een eventuele operatie naar een Afghaans ziekenhuis. Patiënte Kok is inmiddels na haar operatie weer enigszins aanspreekbaar. “Ik ben goed behandeld, dat boezemt echt heel veel vertrouwen in. Ik merkte ook dat de teams in het hele traject goed op elkaar zijn ingespeeld.” Kok’s anesthesist, de reservist luitenant-kolonel Rutger van Leersum, werkt de laatste gegevens van de vrouwelijke militair bij. “Belangrijk”, merkt hij op. “Niet alleen om alle juiste info bij de hand te hebben, maar ook vanuit juridisch oogpunt. In het geval medische fouten aan de orde komen, valt altijd na te gaan óf er eigenlijk wel sprake is van missers.” Het hele traject dat de patiënt aflegt, van eerste hulp, via operatiekamer naar recovery of intensive care tot op de verpleegafdeling, staat keurig opgetekend in een medische status, die bij elke halteplaats wordt bijgewerkt. “Je bent hier in goede handen”, zegt Kok. “En ik kan het weten.”●
12 april | Pagina 10
Rechts: Blik vanaf het eiland van de Hornet. Op de achtergrond de kruiser USS Nashville. US Navy photo Links:De bemanning van toestel 6: Lt. Dean E. Hallmark, piloot; Lt. Robert J. Meder, copiloot; Lt. Chase J. Nielsen, navigator; Sgt. William J. Dieter, bommenrichter; Sgt. Donald E. Fitzmaurice, boordwerktuigkundige/schutter. Hallmark werd door de Japanners geëxecuteerd. US Air Force photo Links: James Doolittle, inmiddels opgeklommen tot generaal-majoor. Hij bracht het tot luitenant-generaal en commandant van de Eighth Air Force. US Air Force photo
Links: Mitchell bommenwerpers opgelijnd op het dek van de USS Hornet. US Navy photo
Een B-25 wacht op het signaal om te starten. De witte strepen op het dek helpen de vlieger om de wielen van het landingsgestel op te lijnen. US Navy photo
Links: Munitie voor de .50 mitrailleurs van de B-25’s wordt gereedgemaakt. US Navy photo
PANIEK
Rechts: De Doolittle Raiders stijgen op van de USS Hornet. US Navy photo
SAN ANTONIO - Volgende week woensdag, 18 april, komen ze weer bijeen, de overlevende veteranen van de Doolittle Raid, 65 jaar nadat deze plaatsvond. Op die memorabele dag in 1942 stegen zestien B-25 bommenwerpers op van het dek van de USS Hornet voor een luchtaanval op Japan. Militair gezien zou deze van weinig waarde blijken, maar de psychologische uitwerking was enorm. Zo enorm zelfs dat ze de Japanners noopte tot een wijziging van hun strategie, wat uitmondde in de Slag bij Midway, waar ze vier kostbare vliegkampschepen verspeelden.
KLEINE AANVAL MET GROTE GEVOLGEN
DE DOOLITTLE RAID TEKST: WIEBREN TABAK
Nauwelijks bekomen van de verrassingsaanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 zon de Amerikaanse president Roosevelt al meteen op wraak en hij riep zijn militaire plannenmakers op tot een luchtaanval tegen Tokio. Dat was echter een stuk gemakkelijker gezegd, dan gedaan, want geen enkele geallieerde luchtmachtbasis bevond zich dicht genoeg bij Japan. Bleef over de VS marine, maar haar vliegkampschepen moesten tot op driehonderd mijl naderen, wilden de toestellen hun doel kunnen halen, en dat stond praktisch garant voor hun vernietiging. Toch wilde Roosevelt perse
dat er een manier gevonden zou worden. Het eerste stukje van de puzzel viel op zijn plek toen in de tweede week van januari 1942 ene kapitein ter zee Francis Lowe een bezoek bracht aan Norfolk, Virginia, waar hij het nieuwe vliegkampschip USS Hornet zou inspecteren. Daar, op een nabijgelegen vliegveld, zag hij de omtrek van een carrier getekend, wat hem ertoe bracht te onderzoeken of het mogelijk was dat op land gebaseerde bommenwerpers, die een veel groter bereik hadden dan marinetoestellen, vanaf het dek van een vliegkampschip opereerden. Het oog viel op de tweemotorige B-
25B Michell. In het grootste geheim testte men het idee in februari voor de kust van Virginia en daar bleek dat deze machine slechts vijfhonderd voet nodig had om de lucht in te komen. Het plan begon zich nu snel te ontwikkelen. De standaardversie van de B-25B was te zwaar en had te weinig brandstofcapaciteit om de missie te kunnen uitvoeren en dus werden er de nodige modificaties aangebracht. Omdat de raid op lage hoogte zou plaatsvinden, maakte de intrekbare buikgeschutkoepel plaats voor een extra tank. En er werden nog meer zelfsluitende tanks ingebouwd, die het bereik van de Mitchells met vijfhonderd mijl verlengden. Om het gewicht te verminderen, verving men de twee staartmitrailleurs door zwart geverfde bezemstelen. De 10.000 dollars dure ultra geheime Norden bommenrichtkijker mocht absoluut niet in Japanse handen vallen en dus ontwierp ene luitenant Ross Greening een simpel, maar werkbaar vizier, dat slechts twintig cent kostte. Intussen oefenden de zestien bemanningen die onder leiding van luitenantkolonel James (‘Jimmy’) Doolittle de aanval zouden uitvoeren zich een slag in de rondte.
met de kruisers Salt Lake City en Northampton, plus vier torpedobootjagers en een tanker, Pearl Harbor. Zes dagen eerder was de Hornet, eveneens met een escorte van kruisers en torpedobootjagers, uit San Francisco vertrokken. Toen beide vlootverbanden van Task Force 16 elkaar op 13 april ontmoetten, dachten de opvarenden van de Enterprise taakgroep dat de Hornet de B-25’s overbracht naar een basis in de Aleoeten of Russische vliegvelden op het schiereiland van Kamchatka. Vier dagen later pas werden ze uit de droom geholpen. De bedoeling was dat na brandstof ingenomen te hebben op de 17de, de Hornet, Enterprise en de vier kruisers zich losmaakten van TF 16 en met hoge snelheid op Japan afkoersten. De volgende middag zou Doolittle alleen vertrekken om tijdens de schemering boven Tokio te arriveren, waar hij dan bommen moest afwerpen die de branden zouden stichten waarmee de vijftien andere Mitchells, die drie uur later startten, hun doelen konden vinden. Ofschoon de bommenwerpers wel van een vliegkampschip konden opstijgen, konden ze er niet op landen. In plaats daarvan zouden ze over de Gele Zee vliegen en dan uiteindelijk neerstrijken op het Chinese vliegveld bij Chuchow. Als alles goed ging, zouden ze een brandstofreserve hebben voor nog circa twintig minuten extra vliegen. Dat was het plan. Helaas verlopen aanvallen zelden volgens plan.
HET PLAN
Een B-25 Mitchell begint aan zijn tocht naar het hart van het Japanse keizerrijk. US Navy photo
William ‘Bull’ Halsey naar het noorden, om een uur later weer de koers naar het westen te verleggen. Even na zessen echter liet een van de boordvliegtuigen een bericht vallen op de Enterprise dat een Japans patrouillevaartuig op 42 mijl afstand was gezien. Met een vaart van 23 knopen vervolgden de Amerikanen nu hun weg. Ze waren nog steeds bijna tweehonderd mijl van het punt waarop de aanval gelanceerd zouden worden en Halsey wilde de legervliegers (de US Air Force bestond officieel nog niet) zoveel mogelijk voordeel geven. Anderhalf uur later ging het definitief mis. Om 07.38 uur bemerkten uitkijken van de Hornet de masten van weer een patrouilleschip. Terzelfder tijd werden er Japanse radiosignalen opgevangen die de aanwezigheid van de Amerikanen rapporteerden. Halsey beval de lichte kruiser USS Nashville om met de Japanner af te rekenen en lanceerde de bommenwerpers. Doolittle raasde als eerste over het dek. Terwijl zijn B-25 zwoegde om in de lucht te blijven, opende de Nashville het vuur. Jachtvliegtuigen vielen een andere patrouilleboot aan en in totaal werden er die ochtend en middag zestien ontdekt en bestookt. Met wisselend succes, dankzij de hoge zeegang. Een uur nadat Doolittle was opgestegen, klauwde de laatste B25 zich een weg omhoog.
Op 8 april, de dag waarop de Amerikanen en Filippijnen die het schiereiland Bataan hardnekkig hadden verdedigd, zich ten slotte overgaven, verliet het vliegkampschip USS Enterprise, samen
VALSE START
Kort na 03.00 uur op 18 april ontdekte de radar van de Enterprise twee oppervlakteschepen, op zo’n tien mijl afstand van de task force. Meteen voer vice-admiraal
Omdat ze nog steeds ver verwijderd waren van hun geplande startpunt, verspilden de bommenwerpers geen tijd en brandstof aan het vormen van een formatie, maar zetten meteen koers naar het westen. Halsey bleef evenmin treuzelen en smeerde hem naar het oosten. Die middag, terwijl de vliegkampschepen en kruisers de golven met een snelheid van 25 knopen doorkliefden, stemden de marconisten af op Radio Tokio, welke op dat moment een Engelstalig programma uitzond. Onder het gehoor bevond zich de Amerikaanse ambassadeur Joseph Grew, die geïnterneerd was in zijn eigen ambassade. Even na tweeën, rond het middaguur in de Japanse hoofdstad, maakte de gekunstelde Engelse voordracht van de presentator plotseling plaats voor panisch Japans geratel, gevolgd door stilte. Onder het gehuil van de luchtalarmsirenes ging Grew een weddenschap aan met zijn lunchgast, de Zwitserse ambassadeur, dat het allemaal een vals alarm betrof. Op een hoogte van net tweeduizend voet kwamen de eerste B-25’s aangeracet en openden hun bommenluiken boven de stad. Doolittle en twaalf andere Mitchells bombardeerden militaire en industriële objecten in heel Tokio. Naar het zuiden trof de rest doelen in Yokohama and Yokosuna, inclusief het lichte vliegkampschip Ryuho. Geholpen door de lage vlieghoogte en de extra snelheid die het droppen van de bommenlast opleverde, wisten de bommenwerpers de vijandelijke jachtvliegtuigen en luchtafweer te ontwijken. Maar doordat ze te vroeg moesten starten, beschikten ze bij lange na niet over de brandstof die ze nodig hadden om Chuchow te halen. Een toestel wendde zich naar het noorden en kwam bij Wladiwostok aan de grond. De overige vijftien maakten een noodlanding in China of crashten nadat de bemanning eruit gesprongen was. Opmerkelijk genoeg overleefden
12 april | Pagina 11
de meesten van de tachtig Amerikanen hun avontuur. Drie sneuvelden bij het uitvoeren van de missie. Van de acht bemanningsleden die in Japanse handen vielen, werden er drie geëxecuteerd en stierf er een in gevangenschap.
Mekkring neemt elke dag met zijn onafscheidelijke Mercedes Benzterreinwagen poolshoogte in het oefengebied.
CONSEQUENTIES
De schade die de B-25’s toebrachten, was gering*, maar de aanval gaf de Amerikanen na vier maanden van nederlagen een enorme oppepper. De Chinezen werden wel zwaar getroffen door de raid. In mei 1942 ontketende het Japanse leger namelijk operatie Sei-Go, met het tweeledige doel om de Chinese vliegvelden in te nemen die gebruikt zouden kunnen worden voor aanvallen op Japan, en de dorpen te straffen die mogelijk onderdak hadden geboden aan de mannen van Doolittle. De precieze aantallen zijn moeilijk vast te stellen, maar in de provincies Chekiang en Kiangsu werden tienduizenden - misschien wel een kwart miljoen - Chinese burgers omgebracht. Bij het Japanse opperbevel leidde de genante aanval op het hart van het keizerrijk tot een belangrijke wijziging in de strategie. De marinestaf wilde Amerika afsnijden van Australië door het bezetten van de Fiji eilanden, Nieuw Caledonië en Samoa. Maar admiraal Isoroku Yamamoto, bevelhebber van de Verenigde Vloot, vond dat de Amerikaanse marine, in het bijzonder haar vliegkampschepen, moest worden geneutraliseerd. Dat maakte het nodig bases te veroveren in het noorden van de Aleoeten eilanden en het westen van de Hawaï eilandenketen. Van daaruit en vanaf velden op de Gilbert en Marshall eilanden konden langeafstandsbommenwerpers de Amerikanen dan in bedwang houden. De Doolitte raid besliste het debat ten gunste van Yamamoto. Zijn staf kreeg bevel een grote operatie voor te bereiden in het midden van de Stille Oceaan, wat uiteindelijk leidde tot de Slag bij Midway, 4-7 juni 1942, waar de Japanners een verpletterende nederlaag leden. LAATSTE HOOFDSTUK
Sedert de eerste reünie in 1947 komen de Doolittle Raiders elk jaar bijeen. Hun aantal slinkt geleidelijk. Sinds de vorige keer zijn er al weer twee overleden. Slechts zestien leven er nog, en van hen is menigeen niet meer in staat om volgende week naar de reünie in San Antonio, Texas, te komen. De oudste is inmiddels 93, de jongste 84. Van allen staan de namen tweemaal in een zilveren drinkbeker gegraveerd, een keer gewoon en een keer op zijn kop. Wanneer de Raiders elkaar ontmoeten, houden ze appèl en brengen een heildronk uit op degenen die hen het afgelopen jaar zijn ontvallen. Daarna draaien ze de bekers van de overledenen om. De afspraak is dat de laatste twee Raiders een finale toast uitbrengen met een superieure cognac, die ze voor dat doel al sinds 1960 naar elke reünie meesjouwen. Dat besluit het laatste hoofdstuk van de Doolittle Raid. Over niet al te lange tijd kan het boek voorgoed dicht. Maar de herinnering aan deze dappere mannen leeft voort.● *Doolitle dacht dat de raid een volledige mislukking was geworden en dat men hem bij zijn terugkeer voor de krijgsraad zou dagen. In plaats daarvan wachtte hem echter bevordering tot brigadegeneraal en de hoogste dapperheidonderscheiding van zijn land: de Congressional Medal of Honour.
DEKAATJES heten de gratis advertenties in de Defensiekrant. De tekst van een Dekaatje mag niet langer zijn dan veertig woorden en kan alleen schriftelijk of per e-mail worden ingediend. Plaatsing geschiedt zo spoedig mogelijk. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud, noch voor de gevolgen van de plaatsing. Op de envelop of in de e-mail graag ‘Dekaatje’ vermelden. Dekaatjes kunnen worden ingestuurd naar de Defensiekrant, postbus 20701, 2500 ES Den Haag of defensiekrant@ mindef.nl, onder vermelding van naam, adres, woonplaats eventueel telefoonnummer, onderdeel en registratienummer. DK15 P11 DEKAATJES WONINGEN
TERREINBEHEERDER MARNEWAARD VERVULT UNIEKE FUNCTIE
GASTHEER, BOSWACHTER EN VUILNISMAN ZOUTKAMP (GR.) Adjudant Rienk Mekkring staat op als door een wesp gestoken. Een groep boogschutters scharrelt clandestien door het gebied. Zelfs de enige vertegenwoordiger van de marechaussee op de kazerne weet van niks. Wat heeft dat allemaal te betekenen? Na overleg besluit Mekkring’s collega adjudant Jim Venema poolshoogte te nemen. Het oefenterrein Marnewaard in Noord-Groningen mag tot de meest verlaten plekken van ons land behoren, het leven is er allesbehalve saai. Terreinbeheerder Mekkring, gestationeerd in de belendende Willem Lodewijk van Nassaukazerne, weet er alles van. TEKST EN FOTO’S: JACK OOSTHOEK
Voordat Mekkring aan de boorden van de Lauwersmeer belandde, ging hij door het leven als voorlichter van de banenwinkel van de landmacht in Assen. Of de overstap vorig jaar oktober
een tsunami in zijn leven veroorzaakte? “Nee, als ‘buitenmens’ genoot deze plaatsing mijn voorkeur. Heb je niks met de natuur en kun je slecht tegen regen, wind en kou, dan moet je hier niet wezen. Ook kon ik adjudant worden en ligt de kazerne dicht bij mijn woonplaats Groningen. Al speelde het laatste geen doorslaggevende rol bij mijn keuze. Tot slot biedt deze job veel afwisseling en zelfstandigheid, hoewel ik even graag in een team werk, zoals destijds in Assen. Oké, ik heb nu geen ‘parate’ functie en dit werk staat ver af van de vredesoperaties. Toch kan ook ik worden uitgezonden, zoals al twee keer gebeurde naar BosniëHerzegovina. Ik sta echter niet te springen. Het lang van huis zijn, trekt me minder vanwege mijn opgroeiende dochter. Maar wijst de landmacht me aan, dan accepteer ik dat vanzelfsprekend.” VEEL ‘ECHTER’
Als terreinbeheerder fungeert Mekkring als ‘gastheer’ voor militaire eenheden die in het oefenterrein Marnehuizen komen trainen. Infanterie, genie, verbindingspersoneel, logistieke eenheden: alles en iedereen passeert de revue. “Ik kom veel oude bekenden tegen.” Onder de bezoekers bevinden zich tevens buitenlanders, onder wie Belgen, Spanjaarden en onlangs nog in Duitsland geplaatste Amerikanen. De Marnewaard schijnt in Europa een unieke trainingszone te zijn, heeft Mekkring gehoord. Ook civiele hulpdiensten, politie, brandweer en medische eenheden kennen de weg naar de noordelijkste defensielocatie van Nederland intussen goed. Mekkring: “In vergelijking met hun eigen faciliteiten, vinden ze het in het oefendorp veel ‘echter’. Ja, deze kazerne beschikt over veel mogelijkheden. Overigens realiseren velen zich dat niet. De schietbaan bijvoorbeeld wordt weinig gebruikt. Onbekend maakt onbemind.”
Een eenheid die in de Marnewaard terecht wil, moet een aanvraag indienen bij het Facilitair Aanspreekpunt op de Willem Lodewijk van Nassaukazerne. Zo snel mogelijk graag, want vol is vol. Uit te sturen clubs zenden hun verzoek naar het ‘hoogste gezag’, het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) in Utrecht. De afgelopen weken had Mekkring het van de zomer naar Uruzgan vertrekkende 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel uit Assen nog over de vloer. De gasten krijgen van het Facilitair Aanspreekpunt en Mekkring een stapel gegevens over het terrein; de legeringruimte; de overige eenheden in het gebied; de beperkingen; noodnummers, brandstof, en ga zo maar door. De informatiemap is bij wijze van spreken zo dik als een encyclopedie. Draait een oefening eenmaal op volle toeren, dan treedt Mekkring, zoals hij het uitdrukt, ‘controlerend en corrigerend’ op. Bestaat daar dan noodzaak toe? Ja en nee. Volgens de stevig besnorde adjudant gedragen de bezoekende militairen zich meestal correct. Jonge chauffeurs echter willen nog wel eens te veel gas geven en onderschatten dan de gevaren van het ruwe terrein. Dat werkt ongelukken in de hand. Zelfs in een boscomplex kan verkeer van rechts of links komen. “Begaat iemand een fout, dan corrigeer ik hem. Waarom zou je hard rijden als daar ‘oefentechnisch’ geen noodzaak toe bestaat? Veiligheid gaat boven alles. Gelukkig accepteren de meesten mijn ‘correcties’ zonder morren.” Een ander punt van aandacht vormt de toestand van het terrein, dat is een officieel natuurgebied. Elke chauffeur wordt op het hart gedrukt toch vooral op de paden te blijven en bij regen gas te minderen. Een door slecht weer gegeselde bodem herstelt zich per definitie langzaam,
vooral in de winter, weet Mekkring. “Moet je echter omwille van het oefenscenario snel verplaatsen? Nou, vooruit dan maar.” MANKE REE
Behalve gastheer, is Mekkring boswachter. Sneuvelen er in een storm bomen, dan treft hij maatregelen om ze weg te laten halen. “Als het om een klein exemplaar gaat, zaag ik ‘m zelf in stukken.” In deze rol bekommert Mekkring zich ook om het welzijn van de dieren. Reeën, vossen, vogels van velerlei pluimage, hazen, konijnen, ratten, mollen: de populatie van de Marnewaard mag divers heten en roept associaties met Avifauna op. Als de terreinbeheerder op een ziek of gewond dier stuit, roept hij deskundige hulp in van bijvoorbeeld een jachtopziener. Zoals onlangs bij een manke ree. Alsof hij niet genoeg te doen heeft, draagt de adjudant verder de pet van vuilnisman. Een noodzakelijk kwaad, want zowel militaire als burgerbezoekers laten hun rommel soms zomaar in het bos slingeren. Er worden zelfs zakken troep in konijnenholen gepropt, en behoeften gedaan buiten de daarvoor bestemde mobiele Dixi-toiletten. “Héél storend, en ik mag alles opruimen. Bovendien is vuil schadelijk voor het wild. Als ik bij de controle elke vrijdagnamiddag een bende aantref, of er klopt iets niet, dan spreek ik de contactman van de betreffende eenheid aan. Soms reageert die onprettig, omdat hij net als de rest meestal snel naar huis wil. Maar een nieuwe eenheid mag geen hinder ondervinden van de rommel die de vorige heeft achtergelaten. Bovendien willen we de Marnewaard als unieke oefenlocatie en natuurgebied met z’n allen natuurlijk netjes en werkbaar houden.”●
Te koop: Oostelbeers (Gem. Oirschot) Esdoorn 16. perfect onderh. woonhuis met ruime garage en berghok.Tuin op zd, gelegen aan speelveld. Bwjr. 1982. Vr.pr. N 339.000,- k.k. Info: www.boxmakelaardij.nl of tel. 0497 - 36 9 193. Of zie www.funda.nl Te koop: Zoetermeer, Tuindreef 102, fraai gelegen 5-kmr hoekpand met aangeb. serre, badkmr, zolderkmr met dakkapel en zonnige tuin op ZO. Woning ligt in de gewilde groene wijk Seghwaert bij winkelcentrum, randstadrailstation, scholen en uitvalswegen. Vr.pr. N 232.000 k.k. makelaar 079 342 02 61 www.holland-huis.nl Te koop: Zwolle-Zuid, Schellerweg 31A, ruime gerenoveerde vrijstaande woning, grote garage, ruim perceel (364 m2), woonkmr, moderne keuken, zonnige tuin met privacy, overdekt terras, 3 slpkmrs, luxe badkmr. Opl. in overleg, foto’s beschikbaar. Vr.pr. N 329.000,- k.k. Inl. 06 - 534 098 32. Te koop: Den Haag, Dedemsvaartweg 1273, 4 kamer appartement op 8e etage Eigen parkeerplaats op afgesloten terrein, berging in onderbouw. Ind: woonkmr, open keuken, 3 slpkmrs, badkmr met douchecabine,ligbad en wastafelblad. Seperaat toilet, ruim balkon (ochtendzon). Bjr. 1996. Actieve VVE. Erfpacht eeuwigdurend afgekocht. Snelle opl. mog. Vr.pr. N 199.000 Info zie www.funda.nl Te huur: Den Helder, Andromeda 103, 3/1 kapwoning, tuin aan water. Op 173m2 grond. Ind: entree, garage, woonkmr. 1e verd.: woonkeuken, vide. 2e verd.: badkmr, 2 slpkmrs. 3e verd.: 2 slpkmrs, berging. Info:
[email protected]
DIVERSEN Gezocht: Technische onderofficieren met FLO, woonachtig in de regio Den Haag/Rotterdam of in de omgeving van Soesterberg, die graag nog enkele dagen per week willen werken in de techniek/horecabranche. Zie: www. deurrubbers.nl, meer info: H. van Rhee 06 - 534 374 95. Gezochtin Den Haag: fanatieke wielersporters om doordeweeks samen te trainen. Mountainbike en/of wielrennen. Contact via email: BBJ.Verbeek @mindef.nl /
[email protected] of tel: *06 - 580 63 86 / 06 - 491 211 26.
REÜNIE Herdenking UINFIL-militairen Ook dit jaar houdt 44 Painfbat RI JWF op 4 mei de herdenking voor omgekomen UNIFIL-militairen. Locatie: UNIFIL-monument JPK te Havelte. Ontvangst:vanaf 19.00 uur in de Posthoeve. Einde: 21.00 uur. Inl. MDTN: *06 - 532 472 01 PTT: 0521 - 34 72 01●
12 april | Pagina 12
Colofon
RUSLANDS OORLOG
De Defensiekrant is een wekelijkse uitgave van de directie Voorlichting & Communicatie van het Ministerie van Defensie bestemd voor het gehele Defensiepersoneel.
DEN HAAG - Over de rol van de Sovjet-Unie in de periode 1941-1945 zijn al heel wat boeken verschenen, maar toch is ‘Ruslands oorlog’ van Richard Overy echt niet de spreekwoordelijke mosterd na de maaltijd. Dankzij de geest van ‘glasnost’ die eind jaren tachtig over het Oostblok begon te waaien, zijn er legio nieuwe feiten boven tafel gekomen, die vaak een ander licht op de geschiedenis werpen en afrekenen met menig cliché. Het bijzondere aan Overy is bovendien dat hij de hele stalinistische periode, die in 1924 aanving, onder de loep neemt, omdat de fi-
guur Stalin nauw met de Tweede Wereldoorlog verweven is. Diens naam zal ook altijd verbonden zijn met de Tweede Revolutie die het land van een landbouw- in een industriestaat veranderde, ten koste van miljoenen levens. Tevens richtte Stalins paranoia grote ellende aan. Overal ontwaarde hij complotten, met als gevolg bloedige zuiveringen die talloze slachtoffers maakten en ten slotte ook de legertop overspoelden. Stalin onthoofdde zijn eigen strijdkrachten en zou daar tijdens de rampzalige Fins-Russische oorlog en de Duitse invasie de wrange vruchten van plukken. Toch betoogt Overy, was de schade ook weer niet zo groot als men vaak denkt, doordat de oude garde dikwijls vastgeroeste denkbeelden had en nu ‘plaatsmaakte’ voor jonge officieren. Waar bijkwam dat een aantal van de in ongenade gevallen generaals het overleefde en in ere werd hersteld. Stalin besefte als geen ander dat zijn land nog niet klaar was voor een krachtmeting met het Derde Rijk en toen Engeland en Frankrijk te lang treuzelden bij het sluiten van een anti-Duits verdrag stelde hij zijn belangen veilig door een pact met Berlijn te tekenen. Hij hoopte de onvermijdelijke oorlog tussen beide totalitaire systemen zo lang te kunnen uitstellen dat zijn leger en wapenindustrie op orde waren. Maar al zou dat zijn gelukt, dan nog speelden twee handicaps de Russen
parten. Allereerst een foute strategie, die uitging van een aanvallende verdediging gevolgd door een massaal tegenoffensief. Zoals
de Fransen de lessen van Polen niet ter harte namen, zo trok Moskou geen lering uit de bliksemoorlog in Frankrijk. Ten tweede had men de Stalinlinie langs de oude westgrens verlaten toen deze door het bezetten van Polen, de Baltische staten en Bessarabië verder naar het westen opschoof. Er werden bijna pal op de grens nieuwe fortificaties gebouwd, die bij lange na niet gereed waren toen Operatie Barbarossa van start ging en bovendien het voordeel van een verdediging in de diepte prijsgaven. Tot slot was er nog Stalins idee-fixe dat er in 1941 geen oorlog zou komen, mits men de Duitsers maar niet provoceerde. Ieder signaal dat die illusie weersprak, werd genegeerd en de bron ervan gestraft. Het Sovjetleger werd totaal over-
rompeld door de Duitse aanval. De ene catastrofe volgde op de andere, mede doordat Stalin zich rechtstreeks met de oorlogvoering bemoeide. In 1942 liet hij eindelijk het oor hangen naar zijn generaals. Die konden nu bewijzen dat ze in staat waren tot het uitvoeren van grote en complexe operaties, zoals het tegenoffensief bij Stalingrad. De Russische eindzege vloeide dan ook slechts ten dele voort uit het latere numerieke en materiële overwicht en viel vooral te danken aan de modernisering van het Rode Leger. De Slag bij Koersk in juli 1943 vormde het laatste Duitse offensief aan het Oostfront. Vanaf nu lag het initiatief bij de Sovjets. Uiteindelijk bracht hen dat in Berlijn, maar dankzij onvoorstelbare offers, die voor geen enkel democratisch land te dragen zouden zijn geweest. Na de overwinning haalde Stalin de teugels weer aan. De legertop werd opnieuw gezuiverd, de helden van Leningrad, die zijn persoonlijkheidscultus in gevaar brachten, werden in diskrediet gebracht en geliquideerd. De communisten verzonnen de meest groteske complotten, die duizenden onschuldigen, veelal joden, troffen. Nadat Stalin in 1953 overleed, begon drie jaar later de destalinisatie met een beroemde toespraak van Nikita Chroesjtsjov, en viel er een last van de Russische schouders af. Toch bleven in de officiële geschiedschrijving de leugens over de oorlog grotendeels intact. De partij eigende zich de overwinning toe, terwijl die met het bloed van miljoenen gewone Russen was gekocht. Er zal, zo valt te vrezen, nog heel wat water naar de zee vloeien voordat ooit de volledige waarheid wordt verteld. ‘Ruslands oorlog’ is een voortreffelijk boek, dat echter wordt ontsierd door vele (ver)taal- en tikfouten. Hopelijk krijgt een volgende druk een zorgvuldiger eindredactie. Inclusief menige fotopagina telt de paperback, een uitgave van Aspekt, 432 bladzijden. De prijs: N 24,95. ISBN: 90 5911 409 4. Tekst: Wiebren Tabak●
Defensie bowlt ARNHEM - Het 20ste Defensie Open Bowling Toernooi komt eraan en daarvoor vormt Bowlingcentrum De Schelmsebrug (Schelmseweg 52) in Arnhem het decor. De hele dag zijn er twaalf banen beschikbaar. Deelname staat open voor zowel alle actief dienende militairen en burgers als voor VUT-ers en gepensioneerd militair en burgerpersoneel. Voorwaarde is wel dat ze minimaal twaalf jaar actieve dienst achter de rug hebben. Gespeeld worden zes games single scratch volgens het Amerikaans systeem (2 spelers/sters per baan). Het inschrijfgeld bedraagt N 24.50. Inschrijven zo snel mogelijk bij Martin en Corry Bosman Dwarsakker 20, 6691 DK Gendt. Tel 0481 - 44011 of fax 0031(0) 84 723 5547. Of via het inschrijfformulier op www.defensie-open.nl. Op deze internetset staan ook nog aanvullende gegevens en het wedstrijdreglement.●
Hoofdredacteur a.i.: Wiebren Tabak (070 - 318 66 77) Redactie: Evert Brouwer (070 - 318 83 30) Jack Oosthoek (070 - 318 83 41) Monique van Rijen-Bos (070 - 318 83 74) André Twigt (070 - 318 83 36)
‘MASTER RUNNERS’ VOOR KIKA ROTTERDAM - Veertien studenten van de Hogere Defensie Vorming (HDV) lopen op 15 april de marathon van Rotterdam. De aankomende Masters of Security and Defense die deelnemen aan deze uitputtingsslag van ruim 42 kilometer zijn afkomstig uit alle vier krijgsmachtdelen. Ze combineren de voorbereiding op de marathon met hun studie op het Instituut Defensie Leergangen. Met hun deelname willen de HDV’ers het belang van sport voor de moderne militaire manager onderstrepen. Ook willen zij laten zien dat de HDV de mogelijkheid biedt om niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk uitgedaagd te
worden. Want een marathon kan gerust tot de categorie ‘grensverleggende activiteiten’ gerekend worden! Ter voorbereiding op het evenement trainen de heren enkele tientallen kilometers per week, goed voor de conditie én de teamgeest. Om het succes van hun inspanningen te delen met anderen, koppelen ze aan hun prestatie een sponsoractie voor een goed doel. Zij lopen voor de stichting KIKA, kinderen kankervrij, en hopen een flink geldbedrag in te zamelen. Het logo van KIKA zal ook te zien zijn op de looptenues van de atleten. Wilt ook u dit goede doel steunen? Op marc_hdv@hotmail. com vindt u meer informatie.●
Defensie Evenementenkalender De verkorte versie van de Defensie Evenementenkalender vermeldt voor de komende tijd de volgende evenementen:
13 april: ‘Beatles in concert’, door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Deventer 14 april: ‘Beatles in concert’ door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Waalwijk 14 en 15 april: Museumweekend met speciale activiteiten in alle Defensiemusea, Rotterdam, Delft, Arnhem, Soesterberg en Den Helder 18 april: ‘Beatles in concert’, door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Zaandam 18 april: Nationaal Militair Kampioenschap Judo, Apeldoorn 18 april: Kinderworkshop ‘Morse’ in het Militaire Luchtvaartmuseum, Soesterberg 19 april: ‘Beatles in concert’, door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Rotterdam 20 april: ‘Beatles in concert’, door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Arnhem 21 april: ‘Beatles in concert’, door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Almelo 22 april: Lezing ‘Zestig jaar politionele acties’ in museum Bronbeek, Arnhem 22 april: Themabijeenkomst ‘werken en zaken doen in het Voormalige Nederlands-Indië en Indonesie’, Reünieen Congrescentrum Kumpulan, Arnhem 22 april: ‘Napoleontische tijd’ in het Legermuseum, Delft 26 april: ‘Beatles in concert’. door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Veghel 27 april: ‘Beatles in concert’, door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Venray 28 april: ‘Beatles in concert’, door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht; Gouda 29 april: ‘Napoleontische tijd’, in het Legermuseum. Delft Surf voor meer informatie naar www.defensie.nl en klik via ‘Actueel’ op de link Evenementen. Voor veel medewerkers van Defensie ook bereikbaar via intranet.●
Redactiesecretariaat en administratie: Marianne Beck Telefoon: (070) 318 83 26, via het militaire net: 501, tst. 88326 Fax (070) 318 74 32 Defensiesite: www.mindef.nl E-mail:
[email protected] Bezoekadres: Kalvermarkt 38, 2511 CB Den Haag Postadres: Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, MPC 58B De inhoud van de artikelen in de Defensiekrant hoeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de minister van Defensie of de krijgsmachtleiding weer te geven. Ingezonden brieven dienen betrekking te hebben op eerder in de Defensiekrant geplaatste artikelen. Zij geven uitsluitend de mening van de inzender weer en kunnen door de redactie worden bekort. Overname van artikelen of delen daarvan is alleen toegestaan met toestemming van de redactie. Aan rechtspositionele informatie kan geen recht worden ontleend. Deze informatie wordt in algemene bewoordingen en met terzijde lating van details weergegeven. Voor volledige informatie wordt verwezen naar de officiële stukken. Abonnementen: Per jaar N 13,61. Voor het buitenland N 15,88. Opgave schriftelijk bij administratie Defensiekrant (zie boven), in het geval van een dienstabonnement. Particuliere abonnees kunnen zich opgeven bij: Abonnementenland, postbus 20, 1910 AA Uitgeest, tel. 0251-31 39 39, waarna een acceptgirokaart wordt toegezonden. Adreswijziging: Het verdient aanbeveling adreswijzigingen vroegtijdig en uitsluitend schriftelijk op te geven; het kost enkele weken voor het nieuwe adres in het verzendbestand is opgenomen. Layout: Theo Olsthoorn (UnitedGraphics, postbus 659, 2700 AR Zoetermeer) Druk: DeltaHage, Den Haag ISSN: 0167-0808