Gedichtendag 2012
De Mooiste Poëzie ter Wereld
Stroom
Doe het in stijl Je valt op, met je prachtige silhouet, je mooie rondingen, toch niet opdringen, jij en ik, het ideale duet. Je trekt aan, met je aangrijpende geur, je sensuele bruine kleur. alles om te verleiden, toch een gang gescheiden. Je valt aan, alle gangen doorlopen, gaat mijn tong hopen. Eerst zijn is het doel, jij, zo zoet, zo zwoel. Je steekt in, wapen klaar voor gebruik, voor een heuse duik rondom de staak, een fruitige smaak. Met de tong erdoor, ga er helemaal voor. Beste dessert dat er kan zijn, fruit onder een stromende chocoladefontein. Frederic Op de Beeck
Pijnlijke Herinneringen Hoewel het niet goed voor me is, Iaat ik me meevoeren. Ik Iaat me meevoeren door de stroom, de gedachtestroom die me brengt naar waar ik niet mag komen. Ik Iaat me meevoeren als in een droom, naar de verboden ruimtes en verboden zomen. De afgrond van mijn gedachten is dichtbij. En maakt het enkel moeilijker te vergeten, wat niet herinnerd mag worden. Kylie Voet
Bryce, Ik had jou, jij had mij, we waren zorgeloos en vrij. Voor dit alles moesten we nu betalen de duisternis die kwam je halen. Het tij dat kan snel keren, harde lessen moest ik leren. Maar mijn leven dobberde voort, op deze wereld onverstoord. Want het leven is een rivier, vol van bochten en van wier. Soms lijkt het een wildwaterbaan, waarin we allen ten ondergaan Maar door gaan we de hele tijd, eb en vloed zonder respijt. De stroming gaat onvermoeid door, en geeft aan gebeden geen gehoor. Ik weet nog goed hoe jij toen leed, toen je stilletjes in die vertakking gleed. Maar waar de stroom ook heen mag gaan, wij zien elkaar weer in de oceaan.
Michael Hermans
Geldstroom
Ik zit op het plein, uitgesloten door de maatschappij, omdat ik arm zou zijn. Mensen snellen mij voorbij, druk bezig, nooit geen tijd, meegesleurd door de consumptiemaatschappij. Ze hollen achter de geldstroom aan, nooit genoeg, nooit voldaan, alles moet wijken behalve de drang om zichzelf te verrijken. Ik leef in een huis zonder dak, die sterrenhemel, wat een pracht. Ik heb de vrijheid om mij te bewegen, geen wetten, regels of gezever. Ik heb geen cent op zak, maar toch dankbaar voor elke dag, geen geld of luxe kan mij bekeren, ik wil mijn leven zelf beheersen. Ik zit op het plein, uitgesloten door de maatschappij, wat heb ik het toch fijn, wie zou er nu arm zijn.
Steffi Van den Eynde
Stroom Nakende menigte op weg, waarheen? Langs de oevers van onbenulligheid sta ik daar, alleen nietswetendheid regeert. Jij staat daar, verkeerd. De stroom vloeit warmte gloeit, niet! Zonder gezelschap alleen waarheen?
Robin Peeters
Stroom Een vis zwemt door mijn aders. Als het verdriet in het water Ontroostbaar op de oever. Een druppel over mijn wang. Daar kent het water geen grenzen. Patsy Pelgrims
Was ik maar … Soms denk ik … was ik maar een vogel, dan vloog ik weg van al mijn zorgen, fladderde ik tussen de bomen, om na een lange tijd weer terug te komen. Soms denk ik … was ik maar een stroming, dan stroomde ik mee met de golven, om na een lange tijd weer terug te komen. Soms denk ik … was ik maar een steen, dan kon ik gevoelloos en bitter leven, al mijn moeilijkheden vergeten. Helemaal alleen, zonder een stroom van mensen om me heen.
Zohal Shakeri
Vanuit d'r ogen, over haar wangen, druppelden ze naar de zee bleven weifelend even hangen, huppelden dan weer erg gedwee. 't ls onmiskenbaar, ik was het. Ik heb het gedaan. 't Zout in de wonde gestrooid, waarna de tranen werden ontdooid. Want ze zeggen dat wanneer de eerste uit het rechter vloeit, het de liefde is die weldra openbloeit. Maar ze stroomde uit haar linker. Annelien Van Gorp
Sine dato Terwijl wij afkoelen in de kilte van de maan zoekt een junkie een plek. Eens gevonden maakt hij zich klaar voor de rit van zijn leven. Zijn aders getemd zoekt hij de opening van vorige keer. Al spuitend wordt zijn ellendig bestaan vernietigd. Zonder besef tekent hij zijn doodsvonnis in de straatstenen. En zonder dat wij het weten lopen wij 's morgens over zijn graf. Nicolas-Alexander Goossens
Vreemd Een vloedgolf van vreemdelingen en onbekenden stroomt binnen, door de poorten van vooroordelen en gebrek aan woorden en zinnen. Wij, de poortwachters van verdraagzaamheid, raken stilaan onze persoonlijkheid kwijt. Als ik nu in Syrië, Egypte of Libië zou zijn, dan voelde ik vast en zeker die pijn, die pijn die mij doet vluchten, vluchten van de duistere mensenkant. Het duister dat af en toe door al onze hoofden vlamt. Wanneer veilig in huis de stroom uitvalt, dan zie je een paar seconden niets, zelfs niet het kleinste iets. Dan zijn we heel, heel even, voor elkaar allemaal vreemden. Wout Kempen
R.I.V. Gestroomlijnd Gebrabbel Wanneer je fietst door de nacht steekt je schaduw je fiets voorbij. Op weg of onbewegelijk houdt men de wacht en een laagje breekt vrij. En tegels, de tanden van de vloer, krijgen te veel te verduren. Ze worden geschrobd, geschuurd en gekeerd. Om terug vuil en vies te worden. Zo is alles zuur en zoet waar men woont en draait de trap zich nooit om. Doet ie het wel in kommer en kwel dan kijken handen op. Voeten kijken altijd neer in sponzig sop, naar tegels en niets meer. Ook de smaak van regen in een trein proeft flets. Klets als een slag in het gezicht. Maar toch kunnen wij noch zij zeggen wanneer de trein overloopt en overkookt van mensen: 'Halt! Vanaf nu mag niemand nog binnen, ook al zou u het wensen! ' En regen stroomt over de trein. Sommigen verdorven, want een jaar geleden is een bandiet gestorven. Gestroomlijnd raast de trein.
In een draf raast altijd alles in één rechte lijn voorbij. Wie is een held? Rust in vrede, dief
Helena Van Hoolst
Wel, de nacht is 's werelds zucht, een droom onze vlucht Weg van de realiteit, zijn onverdraagzaamheid is spijt een woord door haar hand geschreven? De maan spreekt een taal die slechts enkelen verstaan Velen turen omhoog maar staren haar slechts aan Weinigen trachten te luisteren En horen de maan ons allen toefluisteren De sterren vertalen, de grootse verhalen Legendes en mythen, als de wereld zo oud De helft gaat verloren, wordt vervangen door andere woorden De kern blijft bestaan, want van de ziel wordt verwacht niet te vergaan En wij beamen, steeds beamen de pracht der Hemellichamen Zalig zijn zij, de armen van geest Want altijd is er na de pracht van zonsondergang een kille nacht geweest Maar hij moet er zijn Opdat wij worden herboren, bij het ochtendgloren Bij de dageraad, die een zwakke opluchting verraadt Wanneer de nachtegaal zijn lied heeft verloren En de zon weer klimt tot hij op de punt van 's hemels berg staat Dromen vervliegen, de nacht laat ons koud Na de stilte verschijnt wederom God's glimlach van goud Als wij het verdriet niet kenden, tegenslagen niet temden Wie kent dan nog de waarde van de vreugde? Het is makkelijk om te houden van de gouden zonnestralen die de dag ons zal zenden, Maar het vergt moed van degenen die zich al op de nacht verheugden. Bas Lochs
Als klein kindje ben ik op een bootje gestapt, niet wetend waar naartoe. Heb mooie plekken gezien, dingen ontdekt, het riviertje was moe. Dan, een beetje later, was alles terug anders. Ontdekken van kennis, plekken kregen een naam, de rivier werd wakker en we vaarden tesaam. Dan, jaren later, waar ik nu ben, is het leren, weten, maken en doen. De rivier is wild. Heb er zien afvallen, heb er zien doorgaan, zit nog niet in de helft, zit nog niet daar. Ben al goed op weg, maar nog niet klaar. Ik kom er wel, nog even, ik vaar gewoon verder in de stroom van het leven. Niels Buyens
Leeg Donker voor mijn ogen Stilte om me heen De energie uit het lijf gezogen Zo koud als een steen Een boodschap als een bliksemschicht Kortsluiting Geen warmte meer, geen licht Als een nachtmerrie Een afschuwelijke droom Kan ik verder leven Zonder stroom Arne Soontjens
In eenzaamheid Volgde zij zijn pad Holde hem achterna Hij was alles wat ze had Onwetend Bracht hij leven, licht Stroomde weer verder Onverbiddelijk uit haar zicht Zij Nu levenloos wezen Donkere ziel De duisternis tegemoet Voorgoed
Hélène Mols
Emotie Alleen, een donkere kamer verlicht met vage flitsen van kleuren, stemmen die ik herken. Verdriet, woede alles komt op mij af als een grote, onstopbare stroom. Spoelt me weg, neemt me mee, door gangen en deuren. Naar de kleinste, kleinste plekjes die ik vergat.
Plekjes, waar ik zat glimlach, op mijn gezicht. De stroom van emoties, laat me achter weer, in de donkere kamer. Geen deur Geen raam Geen uitweg niets. De muren komen op mij af, houden me gekneld mijn hart, geplet en gebroken alleen, met een foto alleen, met mijn herinneringen alleen, met mijn verdriet
Tessa Snoeys
Letter Druppels Vallen neer en vormen woorden In mijn dromen Beelden En Woorden stromen door mijn hoofd Wanneer ik slaap Marlies Oostvogels
De Mooiste Poëzie ter Wereld In deze bundel vindt u de laureaten van de tweede editie van De Mooiste Poëzie ter Wereld, een poëziewedstrijd voor leerlingen van het 4de, 5de en 6de leerjaar van de scholen van Herentals. Op Gedichtendag dragen de laureaten hun gedicht voor aan het publiek en worden de winnaars van elk leerjaar bekend gemaakt. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens Verzet de Stad, het jaarlijkse poëziefeest in kasteel Le Paige, op donderdag 26 januari 2012 vanaf 19.30 uur in kasteel Le Paige, Nederrij 135. Naast de voordrachten van de laureaten van De Mooiste Poëzie ter Wereld staan ook de Poëzieautomaat en The Heavy Machinery op het podium.
De Mooiste Poëzie ter Wereld en Verzet de Stad zijn een organisatie van Kollectief Maksimaal vzw in samenwerking met het stadsbestuur van Herentals. ISBN/EAN:978-90-818016-1-4 Coverfoto: Tom Horemans www.kortsluiting.be