GEDICHTENDAG 2013 MUZIEK
Boortmeerbeek Haacht Keerbergen
INZENDINGEN BOORTMEERBEEKSE DICHTERS
Muzikale mijmeringen Ontroerden ons vogels van oudsher met hoge tonen Ruiste water zacht of gutste en maakte bang Een boom geveld door bliksem en donder In feite was en is dat alles muziek "pur sang" Geluiden werden al snel ritmes en klanken van traag melancholisch tot opzwepend en fel Het verspreidde zich via dalen en hoge flanken en zo werd muziek actief tot menig levensgezel Een klok die luidt in de toren of wekker die muzikaal wekt Al bij het krieken van de dag weerklinken muziekaccenten en maken dat een somber ochtendmens een glimlach opzet voor alweer een nieuwe dag met fijne momenten Verhit fileleed op weg naar het werk de gemoederen Muziek en zang verzachten meteen alle leed Thuis bij het poetsen, koken of opruimen van goederen Een leuk ritme brengt direct leven in de keet Een feestje bouwen met familie, vrienden of buren Zingen, fluiten en dansen in het juiste elan Stampen met de voeten non-stop - 't mag lang duren Ambiance hoort thuis binnen elke clan Wals, tango, foxtrot tot beat en hip hop toe Springen en gek doen maakt alle spieren los Maar ook luisteren naar zachte tonen met de ogen toe Brengt tot rust en laat ons mijmeren over berg en bos Het ritme van de noten staat steeds centraal in het leven En zorgt de hele tijd voor menige vrolijke noot Zelfs bij het afscheid vloeit menige traan bij het beleven van muziek als begeleider van leven naar dood
Van Rillaer Ida
Muziek in het Rusthuis Nog even en dan beginnen we eraan, Dan gaan we met muziek er tegen aan Zij zit reeds op de eerste rij Ja, ja, ze weet het, het zijn wij Met liedjes uit haar tijd, Daar aan denkt ze dan terug met spijt Ze zegt mannen niet te luid Zet de versterker maar uit Zachtjes niet te hard Dit zijn vitaminen voor haar hart Liedjes uit de tijd van toen Die heeft zij van doen Deuntjes van hoe het was Ten tijde van de fanfares de Movri en ’t Sas Haar lippen prevelen mee De verpleegster vraagt doe je mee Jij wou toch zo graag nog eens dansen En ze grijpt haar kansen Deze liedjes heeft zij zo mee gezongen Er op gedanst en gesprongen Neen, niet op één of ander Festival Maar op het jaarlijks bal Met die melodietjes uit de accordeon Denkt zij niet meer aan haar Parkinson Ik ben blij dat ik haar dit geven kan Ik heb er zelf zo een voldoening van Ik rij nu huiswaarts en denk na Hoe zal het later met mij zijn en zing zachtjes Que Sera Sera, D.C.
Een melodie uit welke windstreek ook komt ons zwevend tegemoet een allegro con spirito huppelt over toetsen en snaren op en af lijk een leeuwerik notenrijtjes in hoge luchten rondstrooit dwarrelend door de ruimte onzichtbaar, licht als sneeuwvlokjes. Even wordt het stil Bezinning leidt naar een ruimte waar een adagio con molto espressione kan groeien en openbloeien, zwijgen en luisteren vlijen zich in een zelfde hoekje we sluiten de ogen , een diepe rust vindt een zitje in ons gemoed. We voelen ons in goede doen beleven zalige ogenblikken vervuld van deinende hartige klanken. De tocht gaat verder en raken in de ban van een sprankelend rondo allegro molto de ogen openen zich: hart en geest bevinden zich nabij de leeuwerik… Het ademen wordt rustiger. We zweven mee op een verrukkelijk akkoord. Nog even, dan worden geest, handen, klanken, gehoor, opgenomen in een stilte waar een ademteug even hoorbaar is. Onghena Armand
Geniet van elke noot
Mijn mood is melodieus, ik vind verklaring in vinyl elke klank is een opklaring, elke strofe maakt me stil
ik geniet van elke noot, ik laat me drijven op het lied en als de reis voorbij is, druk ik vredig op repeat. Asselberghs Jan
Dansen in de kamers van je hart En dan opeens dan weet je ze is aangekomen ze doet je dansen in de kamers van je hart eindeloos kan je dromen tot het tuimelt in je hoofd voor je 't weet, voor je 't weet dans je in de kamers van je hart Je mag niet zien en ook niet horen enkel voelen binnenin en dan weet je ze kan je mateloos bekoren en je wil haar niet meer weg voor je 't weet, voor je 't weet wil je niet meer weg Zij laat de uren langzaam vloeien als een zachte zoete regenval doorweekt en doordrongen zo dicht wil je wel komen tot er niets, neen niets meer tussen kan voor je 't weet , voor je 't weet ben je dicht, héél dichtbij Katelijne Onghena
Muziek “Lied van mijn land, ‘k zal u altijd horen” Nostalgie der jeugd van jongs af herboren Lieflijke stapjes der kinderjaren “ als moeder zong “ Kordate stappen met strijdliederen, heel jong Rijkelijke, Vlaamse taal, Berijmd met heerlijk instrumentaal gebaar. Lichamelijk horen en voelen Zindert voort in innerlijk beroeren. Muzikale tonen bij leute en plezier De kermismolen draaide voor een cent van vertier. Muziek bespeelt de snaren van het leven Symfonie van vreugde heel even. Stemmenkoor, opera, operette en ballet Droefheid, liefde, lach en verdriet met noten gezet. Alt en tenor, sopraan en bas Pianissimo, forté, verbeelding zoals het weleer was Lieflijk poetisch gedicht, subtiel vocaal verlicht. Muziek speelt dartel in de natuur Zacht dwarrelend ruisend blad Door wind in de bomentak. Vogelzang in het woud, karekiet in het riet Nachtegaal, wonder mooi lied, maar ge ziet hem niet. De leeuwerik, kierelierend in de lucht Trekkende ganzen, al klepperend in de vlucht Zoemende bijen die honingzoet zachte melodieen verspreiden. Klaterend water, klank en kleur, Helder en donker, bespeelt het humeur. Muziek, goddelijk van hogere sferen Harmonieuze bewegingen, naar rustige meren Muziek bespeelt de mens En mensen spelen in sprookjes en dromen Vreugde klanken waar geen eind aan kan komen Muziek muziek klink in mijn oren, Als afscheid onder de klokkentoren! Nieke
Entre le notes ‘de echte muziek zit tussen de noten’
Muziek: Mozart Tekst: Mieke Van der Veken
In de holte van een boom zingt een vogel a capella tot het duister klimt het klapwieken van ganzen staccato tikt de specht tot de laatste noot. Enkel nog de nachtegaal
Mieke Van der Veken.
Op het ritme van de rumba tokkelen woorden allegro ma non troppo De regen druilt op het raamkozijn aarzelend als een slaapliedje dat haar niet wekken wil Ze kan niet slapen haar vingertoppen kuieren langs snaren van verlangen in dissonante nood
stil dommelt do in re zijn armen mi kijkt niet op als fa zich horen laat de sol schuift langzaam naar de la, als si zich optrekt aan de notenbalk springt do haar achterna .
INZENDINGEN HAACHTSE DICHTERS
Ten TOON gesteld Het klonk als muziek in de oren van die vermetele dag. En zette het toontje nog wat hoger en luider in die verdomde nacht. Het toontje ten ‘toon’ gesteld. Echt wel waar!
Het klonk als muziek in de oren van die vermetele dag. Omdat die nacht het toontje nog wat hoger en luider werd gezet. Het toontje ten ‘toon’ gesteld. Gelukkig wel!
Fred Timmermans
Dakloos een nieuw lied … of het harde bestaan van een artiest kil is de nacht koud is de straat waar je staat waar je gaat waar je liggen moet. dozen karton een bed dekens van papier een nieuwe thuis alleen sterren in je hoofd en in je droom waarom het niet beter wordt nacht te kort veel te vroeg ontwaken: razende treinen komen voorbij stinkende auto’s racen in rij vuile morgen zonder douche de dag trekt zich op gang hier een blik daar een knik toontje hoger toontje lager de wrede vrijheid wenkt een nieuwe toon gezet: een boterham gevonden in een vuilnisvat kierewiet….goed zot zeker van hoog in de enige boom langsgegaan langsgekomen op weg gegaan toontjes bijeen gesprokkeld alle toontjes samen gezet tot alle toontjes hebben geklonken alleen het laatste toontje niet Fred Timmermans
Leonard
Het plein overweldigd door een allesomvattende stilte en in de warme avondzon een koestering van vurig verwachten. De oude frêle man in het licht nam zijn hoed in de hand en groette allen ‘Welcome in Gent’ de zomeravond in . De klank van de eerste tonen was beklijvend raak zodat een siddering van geluk door je aderen stroomde. De oude herder van zachte woorden en tere muziek, zoekend een weg naar het thuisland van morgen. Herinneringen vergeten of toch verpakt in klanken van duisternis en helderheid, geweld en schoonheid. De oude frêle man in maatpak op de bühne knielde neer bij de amigo van de gitaar: eerbiedig en bewonderend. Neem mijn hand en ga mee in de verte van verlangen, want er is geen weg groot genoeg om vaarwel te zeggen. De oude sterke man vertellend de verhalen van de straat, als het licht van de dag de nacht bedwelmen gaat. ( ... het was intens genieten van de songs) De oude goede man nam zijn hoed in de hand en groette allen ‘goodbye en God bless you’ de nacht in. Een andere morgen tegemoet . Fred Timmermans (*) impressie van het optreden van Leonard Cohen in Gent op 14 augustus 2012.
De muziekles Als ik droom, droom ik van muziek. Vrolijke nootjes. Ik eet graag kriek. Zit ik in de klas, hoor ik een zachte piano. Zingt de juf een mooi refrein, dan zal ik blij zijn. Wie hoor ik daar? Een piano, is het waar? Een chello of een gitaar? Wie maakt er daar geluid, in de klas op de blokfluit?
Astrid Schrijvers
Melodie ‘d amour Je kust me op de mond, streelt me zacht en lacht Een liefdeslied vol intense klanken heeft iets sacraals en doet zweven Onwezenlijk de tinteling van melodieën wederzijds, intens verrukking en verlangen Pas wanneer je loslaat de chaos overstemt durf ik heel voorzichtig lucht te happen. Herman Cogghe
Ieder zijn lied Piepende muizen en sjilpende mussen het knorren van een wild zwijn ganzen die aan ‘t snateren zijn ‘t zijn wolven die huilen een hyena die lacht Traag de wals van schildpaden ’t geknor van donderpadden een olifant die luid trompettert een ooievaar die kleppert Geiten die luidkeels staan mekkeren zwaluwen die volop kwetteren ’t meelijwekkend geblaat van een schaap het brullen van een aap Ultrasone geluiden van vleermuizen geblaf van een hond in huis tralalaatjes van vogels in lentezang een zomerkrekel tegen ‘t behang ‘t gebalk van een ezel in de wei is het gezang of aanstellerij klanken, tonen en geluiden klankkleur, akoestiek, dynamiek elkeen zingt zijn lied op zijn manier in een eigen esthetiek. Herman Cogghe
Vergeeld
Vergeten, verloren in een stoffige zolderhoek vergeelde partituren muzieknoten in puin nauwelijks leesbaar handgeschreven beschadigd maar uniek Pianosonates een schat om af te stoffen een muzikale cocktail te krachtig doorheen geschud klanken op de breuklijn teloorgang en verval bitter de weeklank van lang geleden Ongeordend omzetten tot modern notenschrift blad na blad noot voor noot van puzzelwerk tot muzikale computerfile reikend de hand van de componist Zal de muziek dezelfde zijn? Herman Cogghe
Metallica met een schaamteloze luidheid en de kracht van een orkaan, word je meegezogen in het bezwerende samenspel van percussie en gitaren, rauwe stemuitbarstingen en subtiele tederheid. slingerend tussen vuurwerk en verademing, ingepalmd door het unieke van de sound, kolkend in een spiraal van geniaal gitaarwerk, verrast door de bruusk ontwakende stilte.
marjan
wanneer ik groot ben word ik zangeres, wanneer ik dood ben legendarisch !!! marjan
tot slot een oude pianist haast verzonken in het niets glimlachend strekte hij de vingers doorleefde zwarte klanken hapten de zwoele zomerlucht donker en droef dan weer glorend naar hoop weemoed en passie gegoten in een àlles - overdonderende - schoonheid die dag diep in de sixties ontvlamde in mijn prille zieltje een - eeuwigdurende - liefde voor de bluesmuziek thank you, thank you thank you a thousand times CHAMPION JACK DUPREE marjan
Muziek van noord tot zuid van hoog tot laag en stil of luid wordt het draaiend wereldrond gedragen door muziek gemeente speelt zijn deuntje mee op zoek naar harmonie klinkt het niet dan botst het maar elk menselijk gebeuren van vreugde of verdriet krijgt een kersje op de taart met een hartverwarmend lied Trebron Esoor
mijn hart hoort je bent verborgen voor het oog niemand kan je grijpen je leeft in eeuwigheid alom soms stil en dan weer hoorbaar je ritme vertolkt de diepste emoties bij vreugde en verdriet klanken geluiden tonen aan elkaar of onderbroken de muzen van Appolo zijn wakker op onze meeste kronkelpaden en vieren lustig mee Trebon Esoor
Het was fragiel Boordevol gevoel Leefde op bij de eerste klanken Verkreeg een eigen ritme Stierf uit Naarmate het einde naderde Besefte hoe mooi het was Ze heeft haar replay button verwijderd.
Yael De Leus
Die jongen met gitaar drie accoorden stil en kaal de gebroken snaar zonder woorden of verhaal krijsende silhouetten honinglavend verdronken in zoete sonnetten dolende tragiek in eindeloze muziek
Willem E. Caluwaerts
Stemmen in het hoofd door krassende violen verdoofd onstuimige gitaren vrezen handige blaren streel geurige bachbloesems op verscholen kille boezems
Willem E. Caluwaerts
Mooi muziekje He! mieke, wat een mooi lieke het streelt men hart heel apart. He! marieke, wat een mooi melodieke raak zo in vervoering door die ontroering. He! marie sofieke, wat een mooi symfonieke een klank zo zuiver dat men er van huiver. He! marie victorrientje wat een mooi muziekje het is een prachtige cadans een harmonie met glans.
Maria Boeckstaens
Want muziek verzacht de zeden De realiteit kan hard zijn en om niet te verdwalen in donkere dagen. Verlicht het hoofd en als het hart luisteren wil naar die vreugde klanken. Hou dan die warme toon vast en het refrein klinkt langs alle kanten. Zelfs zonder woorden dat het een rust geeft want muziek verzacht de zeden. Maria Boeckstaens
Muziek Luister, ja luister het is geen gefluister je moet het horen muziek loopt door je oren. Het zijn warme akkoorden te mooi voor woorden je voeten hebben al een stap gezet en je benen hebben al pret. Je zweeft je zweeft je leeft je leeft totaal geeft het helemaal beleefd. Neen, wees niet bang ga je gang de lambada gaat vooruit tot het lied is uit. Maria Boeckstaens
INZENDINGEN
KEERBERGSE DICHTERS
Noten doven Noten doven Ook heb ik muziek in mijn hart Noten doven Doven horen wat ik zing Sterren vallen Niet alleen in de lucht Ook muzikale Blijven, zoals mijn idolen Noten doven En dat voelt akelig koud aan De sneeuw maakt noten zachter Dempt het geluid Dat geluid kan ik aan En mocht ik Me ooit vergissen Laat me dan gaan En denken aan Iedereen wie muziek moet missen Noten Doven Tara Van Eycken
Voor jou
Een liefdeslied verslind t me niet doet me niets Lijkt me onpersoonlijk. Maar jouw lied persoonlijk lied doet me heel de dag dromen. Everaerts Maaike
Een zacht liefdeslied Een zacht liefdeslied fluisterend op de tonen van de nacht sluipt langzaam voorbij. Op de tenen kruipend en lacht stilletjes bij schemerlicht. Een niet zo verlicht pad zachtjes wiegend, een neuriënde stem die me bekend voorkomt. Zing me een lied. Everaerts Maaike
Muziek De hoeveelheid van stilte verpakt in muziek deinst op de golven. En ik, Ik geniet. Everaerts Mieke
Avondritueel met Für Elise Alle dieren zijn benoemd Koe ligt naast Tijger in dromenland Wolf rent nog even achter Roodkapje aan Tevergeefs… Muziek! Nog! Mooi! Daar gaan ze voor nog een toertje gelukzalig knijpt je knuistje mijn hand tegen je wang tot moes Eekhoorn en Muis slapen al Nu jij nog… Joke Ossaer
Muziek is mijn leven Geborgen in moederschoot met deinend water mijn eerste lied. Ontluikend in wereldgroot met schuimend water mijn kinderlied. Openbloeiend in meisjesschoot met sprankelend water mijn liefdeslied. Uitgebloeid in avondrood zonder helend water mijn klaaglied. Jos De Smedt
Fanfare Vaan die klapperend vlagt muzikant die feestelijk lacht, zoekend naar pas en maat bij groskés die ritme slaat. Met kleurig pantalon in roestige herfstzon. Mensen die nog slapen vullen afwezige straten. Kleine trommels roffelen wankele voeten schoffelen fanfare stapt, feestneus grapt. Kopergeschetter. Woordgekletter. Vingers die vruchteloos grabbelen. Lippen die klankenvoos brabbelen. Muzikanten hotsen, partituren klotsen, door levenloze straten: mensen blijven slapen. Jos De Smedt
Dorpsfeest Minnestrelen , uit een ver verleden, hebben het plein veroverd en laten de zotskappen gekke bekken trekken. Hun zachte gezang lokt molenwiekende kinderen die, met hun gegil, de rust van de kerkuil verstoren. Terwijl de oudjes op de dorpsbank hun moede hoofd buigen onder de strelende nevel van zoveel herkenbare tonen. Zwelt de muziek aan, en verenigt het dorp zich in harmonie met de tijdloosheid van dit onwezenlijke festijn. Wies Lenaerts
Ik hoor een hoorn Mijn broeders hoorn En zacht geneurie van moeder op de achtergrond. Moe leg ik me neer In dit lege huis waar ik Al lang mezelf verloor maar waar mijn hart Nog steeds kloppend hapert, bewust van mijn zilte vingertoppen op haar gebarsten mond. En met gedachten Bloedend in mijn handen vergis ik me in de bloesems van wazige herfstdagen…en Word ik me bewust van De warme liefde in haar stenen graf terwijl de avond geneuriede herinneringen verschroeit tot volle, zinderende tonen.. die minzaam uitdoven over haar fluisterend gezicht. En opnieuw hoor ik een hoorn, mijn broeders hoorn en het zachte gelach van moeder op de achtergrond.. Wies Lenaerts
Tranen verraden mijn verdriet wanneer dit lied weer speelt van wie het is dat weet ik niet wel dat muziek soms heelt
bittere tranen vormen een rivier van do en re en fa strelen zachtjes mijn klavier van witte chocola creëren een ritme, een meetrum verzachten de diepste pijn wanneer ik triestig meedrum op mijn trom van marsepein muziek geeft zin aan mijn bestaan tovert weer leven in mijn bloed 't legt om iedere bittere traan een heel dun laagje zoet Maarten De Smedt
Men spreekt over mij als een zwevend licht, Als die met het uitgesproken vadersgezicht. We gaan op zoek, elk op verschillende plaatsen, waar we begrip denken te rapen. Verbazing zat in mijn geste gebonden. Het iets doen of net laten, heeft niet weten baten. Want ik vroeg me reeds af, is de liefde een straf? We dronken erop, samen, en toen we er zat van geworden waren, antwoordde hij met een grote lach. Je hebt maar jezelf gestraft, en de liefde heeft er niets mee te maken. Jil Dockx
onder de leeslamp dansen de letters tot zij mij omzetten in muziek Gust Van Huyck
IK LIEP IN EEN SCHIEF STRAATJE (Rap) (als eerbetoon aan ons peet) ‘k liep es in een schief straoke en da straoke liep recht ‘k kwam dao e blind pièrke tege en da pièrke da zag Ik wette moi mes (3x) ik wette moi mes oep moine schoen vei da pièrke zen huid af te doen ‘k smeet dè huid oep moinen hals en k’reed er mee naar Herenthals nao Herenthals Als ‘k t’ Herenthals in de kerk kwam dao prekte z’ oep ne paddestoel oep ne paddestoel en smete ze woèwaoter al mé ne vlegel al mé ne vlegel As ‘k thuis kwam ha ons moe goei soep gezooie, mé ziet, met zaat en met zaogemeel Mé ziet, met zaat en mé zagemeel En as ‘k in ’t verkenskot kwam stond ons verken met zijn veierste poten in de trog en mé zen achterste in de oven En al wa da ‘k gezé hem En al wa da ‘k gezé hem En al wa da ‘k gezé hem es gelogen es gelogen Gust Van Huyck
(gebed in de wierrook van een orgel) Werken, is zalig zei de begijn, maar zelf nam zijn nooit deel aan dat festijn. Zij lag lekker te bruinen in de zon Werk van barmhartigheid, dat was al wat zij kon. Daarom heeft zijn, uit mededogen, hem, die arme stakker in haar armen genomen. En hij, hij is daar blijven wonen, tussen de vele werksessies in. Juist! Omdat zij elkaar zo graag mogen En ‘mogen’ is het rijmwoord voor: ‘open je ogen voor die zachte armen vol mededogen’! In ‘graag mogen’ is er nooit één dwingend gebaar, maar steeds ‘een boezem, die bloesemt en veel ontboezemt.’ En dat, dat had het begijntje allemaal: een uitgestoken hand, zalige armen als onderpand, een huisje en een tuintje om te wieden. Gust Van Huck
liefste (aftelrijm voor groot en klein) de straat is van ons wij zijn van de straat ik heb het met krijt getekend hier op het asfalt de perk park hinkel ik zing het op één been spring op twee wijdbeens kere weerom en werp mijn woorden in de zevende hemel van mijn en dijn en het wij van het wijde geluk want wij zijn van straat en deze straat is nu van ons Gust Van Huyck
trio Jef Neve (jazz) krom en voorovergebogen als een treurwilg aan de vijver zo zit hij daar neus op het klavies Jef Neve snuift aan de toetsen laat zijn handen tokkelen glijden en vloeien als een blad op het waten wipt en springt haasje over toetst en mengt zwart met wit – wit met zwart proeft en fluistert laat het klanken ruisen tussen de noten een regen die enzovoort schrijft in eindeloze zinnen kijkt ondeugend tussen zijn haren door stokt en houdt de adem in hoort hoe de bas steeds contra zijn eigen lied bromt een echo die tussen de snaren hangt trilt en wacht op de maat van zijn maat die met een regen aan slagen een meeslepende waterval laat glijden als een laxine kringen trekt met zijn borstels hij is het roerend eens in cirkels die ons meevoeren naar een dal van rust tot hij weer recht veert alsof hij de noten uit zijn schouders schudt zijn vingeren ankert als tentakels terwijl zijn klanken over de stenen dobberen dolle pret tussen zijn handen uitbarsten in een aanstekelijke lach die zich voortplant als vuur in hun ogen Gust Van Huyck
2013
Organisatie HaBoBIB Haacht-Boortmeerbeek Bib Keerbergen Kunststichting Perspektief vzw Gemeentes Boortmeerbeek – Haacht – Keerbergen