Stuk 1856 (2008-2009) – Nr. 1
Zitting 2008-2009 13 oktober 2008
GEDACHTEWISSELING over de ontwerpen van milieubeleidsovereenkomst Reclamedrukwerk en Persdrukwerk en over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst Milieuzorgsysteem in het kader van bodemsaneringswerken
VERSLAG namens de Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed uitgebracht door de heer Stefaan Sintobin
4657 LEE
Stuk 1856 (2008-2009) – Nr. 1
Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Patrick Lachaert. Vaste leden: de heren Pieter Huybrechts, Leo Pieters, Stefaan Sintobin, mevrouw Marleen Van den Eynde, de heer Frans Wymeersch; de heer Erik Matthijs, de dames Tinne Rombouts, Joke Schauvliege, de heer Jan Verfaillie; de heren Karlos Callens, Patrick De Klerck, Patrick Lachaert; de heren Jos Bex, Bart Martens, André Van Nieuwkerke. Plaatsvervangers: mevrouw Agnes Bruyninckx, de heren Felix Strackx, Wim Van Dijck, mevrouw Gerda Van Steenberge; de heer Jos De Meyer, mevrouw Veerle Heeren, de heren Frans Peeters, Johan Sauwens; de dames Stern Demeulenaere, Hilde Eeckhout, Dominique Guns; de heer Ludo Sannen, mevrouw Els Van Weert, de heer Jo Vermeulen. Toegevoegde leden: de heer Jan Peumans; de heer Rudi Daems.
2
3
DAMES EN HEREN, De Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed besprak op 1 oktober 2008 de ontwerpen van milieubeleidsovereenkomst Reclamedrukwerk en Persdrukwerk. Deze ontwerpen van milieubeleidsovereenkomst (MBO) werden bij het Vlaams Parlement ingediend in uitvoering van artikel 6, §4, van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten. De commissie besprak op 1 oktober 2008 eveneens het verslag over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst betreffende de invoering van een Milieuzorgsysteem in het kader van bodemsaneringswerken voor het werkjaar 2007-2008. Dit verslag werd aan het Vlaams Parlement bezorgd in uitvoering van artikel 12 van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten.
1. Ontwerpen van milieubeleidsovereenkomst Reclamedrukwerk en Persdrukwerk 1.1. Toelichting Mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, geeft een toelichting bij de ontwerpen van milieubeleidsovereenkomst.
Situering De aanvaardingsplicht voor drukwerkafvalstoffen is in 1998 ingevoerd bij de vaststelling van het eerste VLAREA (Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer). De aanvaardingsplicht geldt voor papierafval afkomstig van dagbladen, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, gratis regionale pers en gratis publicaties, telefoongidsen en faxgidsen, reclamedrukwerk en ander drukwerk. Deze aanvaardingsplicht is niet van toepassing op publicaties waarin geen handelsadvertenties, reclame- of publiciteitsteksten zijn opgenomen en publicaties van producenten en/of invoerders die minder dan drie ton papier per jaar in verbruik brengen in het Vlaamse Gewest. De aanvaardingsplicht voor drukwerkafvalstoffen wordt uitgesplitst in twee deelstromen, reclamedrukwerk en persdrukwerk. De MBO Persdrukwerk van 1997 en de MBO Reclamedrukwerk van 1998 gaven invulling aan deze aanvaardingsplicht voor een periode van vijf jaar. Naar aanleiding van het evaluatierapport over de
Stuk 1856 (2008-2009) – Nr. 1
overeenkomsten Persdrukwerk en Reclamedrukwerk in 2001 nam het Vlaams Parlement op 21 februari 2001 een resolutie inzake aanscherping van deze overeenkomsten aan (Parl. St. Vl. Parl. 2000-01, nr. 572) . In navolging van deze resolutie werden tijdens de vorige legislatuur onderhandelingen met de sector gestart. Bedoeling was één MBO af te sluiten met zowel de perssector als de reclamesector. Er is echter nooit een akkoord tussen alle betrokken partijen tot stand gekomen. In afwachting werden de bepalingen van de oude MBO’s Reclamedrukwerk en Persdrukwerk verder nageleefd. Na lange en moeizame onderhandelingen is er uiteindelijk een akkoord over twee afzonderlijke ontwerpen van overeenkomst bereikt. De minister merkt op dat er gedurende de periode van de onderhandelingen een belangrijke wijziging in de context is opgetreden. De prijs van oud papier is gestegen waardoor de opbrengst van het oud papier de inzamel- en verwerkingskost overstijgt. Dit gegeven en het feit dat de invulling van de aanvaardingsplicht via de overeenkomsten Persdrukwerk en Reclamedrukwerk, niettegenstaande de verbeteringen, niet volledig voldoet aan de resolutie van het Vlaams Parlement, verantwoordt volgens de minister een grondige evaluatie van deze aanvaardingsplicht voorafgaand aan een volgende onderhandeling. In afwachting van deze evaluatie is het echter wenselijk om de rechtszekerheid en continuïteit te garanderen, zodat de inspanningen inzake preventie niet verloren gaan. De ontwerpen van milieubeleidsovereenkomst werden principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 14 maart 2008 en voor advies voorgelegd aan de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). De procedure van openbaar onderzoek liep van 28 maart tot en met 28 april 2008. Op 18 juli 2008 werden de MBO’s door de Vlaamse Regering definitief goedgekeurd.
Milieubeleidsovereenkomst betreffende de aanvaardingsplicht voor persdrukwerk In 2004 zijn in opdracht van het huidige kabinet nieuwe onderhandelingen gestart die aanleiding hebben gegeven tot het voorliggende ontwerp. De aanbevelingen uit de genoemde resolutie van het Vlaams Parlement zijn niet volledig gerealiseerd. De sector weigert een financiële vergoeding te betalen voor het drukwerk dat de uitgevers van persdrukwerk op de markt brengen. Hun belangrijkste argument was de precaire financiële situatie van de periodieke pers. Niettegenstaande de inspanningen van de Vlaamse onderhandelaars bleek wat voorligt volgens
Stuk 1856 (2008-2009) – Nr. 1
de minister het enige haalbare compromis. Gezien de goed lopende inzamelpraktijk en de duurzame positieve waarde van oud papier voor de gemeenten – er is een netto-opbrengst na aftrek van de inzamelkost – is deze MBO vooral van belang om de inspanningen van de sector inzake preventie voort te zetten. Wat preventie betreft, voorziet de overeenkomst in maatregelen inzake het gebruik van milieuvriendelijke inkten en lijmen, alsook maatregelen ter bevordering van het gebruik van papier op basis van gerecycleerde vezels. Daarnaast verbinden de federaties van gratis regionale pers zich ertoe om initiatieven te nemen ter promotie van de stickeractie tegen ongewenste reclamebladen en gratis regionale pers, beter gekend als de actie met de ‘ja-ja-’ en ‘ja-neestickers’. De afspraken hierover zijn uitgewerkt in een samenwerkingsprotocol tussen de federaties, de Belgische Distributiedienst en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en zijn reeds volop in uitvoering. Voor de financiering van de aanvaardingsplicht engageert de sector zich om advertentieruimte ter beschikking te stellen. De ter beschikking te stellen ruimte is vastgelegd in een protocol dat bij deze MBO is gevoegd. Nieuw ten opzichte van de vorige MBO is dat de sector zich engageert om, zelfs bij een positieve marktwaarde voor het oud papier, een minimale hoeveelheid advertentieruimte ter beschikking te stellen. Gezien de aard van de werking is er geen beheersorganisme opericht maar een begeleidingscomité bestaande uit vertegenwoordigers van iedere deelnemende organisatie en van de OVAM.
Milieubeleidsovereenkomst betreffende de aanvaardingsplicht voor reclamedrukwerk Het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst Reclamedrukwerk komt volgens de minister meer tegemoet aan de vraag van het Vlaams Parlement om de onkosten van gemeenten en intercommunales voor de inzameling van het oud papier correct te vergoeden. De sector heeft een fonds opgericht waarin jaarlijks door de leden van de organisaties een vaste som wordt gestort per ton drukwerk dat in het voorgaande jaar in verbruik werd gebracht in het Vlaamse Gewest. Deze bijdrage wordt berekend op basis van de jaarlijks door de Interregionale Verpakkingscommissie goedgekeurde referentiekost van het organisme FOST Plus voor oud papier, verminderd met de verkoopprijs van het ingezamelde oud papier. Met deze bijdragen worden de gemeenten vergoed voor de inzamelkosten voor het in het voorgaande
4
jaar in verbruik gebrachte reclamedrukwerk. Als tegenprestatie voor de verbeterde vergoeding heeft de sector de overheid gevraagd om werk te maken van een modelbelastingsreglement voor de gemeenten wat betreft het verspreiden van reclamedrukwerk. Omdat de nieuwe recyclagebijdrage aansluit bij de werkelijke kosten, heeft een gemeente geen reden meer om een extra taks te vragen op de verspreiding van reclamedrukwerken. Indien een gemeente toch nog een aparte taks op het verspreiden van reclamedrukwerk heft zonder in een vrijstelling te voorzien voor de leden van de organisaties die bijdragen aan het fonds, krijgt zij geen vergoeding uit het fonds. De recyclagebijdrage is op dit ogenblik nul aangezien de opbrengst van het oud papier de inzamel- en verwerkingskost overschrijdt. Inzake preventie is in de verplichting voor het beheersorganisme tot opstelling van een preventieplan voorzien. Daarnaast worden er initiatieven genomen tot het vermijden van niet-recycleerbare verpakkingen, tot het stimuleren van het gebruik van milieuvriendelijke lijmen en inkten, tot het maximale gebruik van gerecycleerde vezels, tot het nemen van maatregelen met het oog op de naleving van de antireclamestickers en tot het gratis ter beschikking stellen van telefoongidsen en faxgidsen via internet. De producenten van niet-geadresseerd reclamedrukwerk moeten in contractuele bepalingen met de bedelers van dit drukwerk voorzien met het oog op de naleving van de antireclamestickers, zodat er gestreefd wordt naar een reductie in gewicht. De OVAM heeft regelmatig overleg met het Interventiefonds oud papier over de uitvoering van de afspraken.
1.2. Bespreking Mevrouw Marleen Van den Eynde vraagt welke consequenties het ontwerp van overeenkomst heeft voor de gemeenten die een retributiereglement voor reclamedrukwerk hebben. Zal hierover aan de gemeenten worden gecommuniceerd? Het lid wijst erop dat vele gemeenten nu nog een retributie heffen voor reclamedrukwerk, hoewel het ingezamelde papier een positieve waarde heeft. Minister Hilde Crevits antwoordt dat de sector van het reclamedrukwerk een fonds heeft opgericht waarin de aangesloten producenten een bijdrage storten per ton drukwerk dat in het voorgaande jaar in verbruik werd gebracht. Met deze bijdragen worden de gemeenten vergoed voor de eventuele inzamelkosten. De sector heeft de overheid gevraagd om werk te
5
maken van een model van belastingreglement voor de gemeenten wat betreft het verspreiden van reclamedrukwerk. Indien een gemeente toch nog een aparte taks heft op het verspreiden van reclamedrukwerk zonder in een vrijstelling te voorzien voor de leden van de organisaties die bijdragen aan het fonds, krijgt zij geen vergoeding van het fonds. De bijdrage aan de gemeenten uit het fonds is op dit ogenblik nul, aangezien de opbrengst van het oud papier nu de inzamel- en verwerkingskost overschrijdt. De minister herinnert eraan dat er enkele jaren geleden, met een lagere prijs voor oud papier, wel degelijk kosten verbonden waren aan de inzameling van papier. Het fonds werd onder meer opgericht om dergelijke schommelingen in de prijs van oud papier op te vangen.
2. Verslag over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst Milieuzorgsysteem in het kader van bodemsaneringswerken 2.1. Toelichting Mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, geeft een toelichting bij het verslag over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst betreffende de invoering van een milieuzorgsysteem in het kader van bodemsaneringswerken voor het werkjaar 20072008.
Situering Het Bodemsaneringsdecreet is gericht op een verbetering van de bodemkwaliteit en dit in het kader van een algemeen besef dat er nood is aan een goede basismilieukwaliteit. Sinds 2002 wordt het Achillespreventiesysteem door de OVAM opgelegd als vergunningsvoorwaarde voor uit te voeren bodemsaneringswerken. De naleving van dit preventiesysteem wordt verplicht door de verwijzing ernaar in elke conformverklaring van een bodemsaneringsproject. Dit beheerssysteem wordt door de bodemsaneerder op elke werf geïmplementeerd. De Ondernemersvereniging Bodemsaneerders of OVB wenste als beroepsvereniging evenwel nog verdergaande engagementen aan te gaan, waarbij het bestaande preventiesysteem tot een zorgsysteem werd uitgebreid. Het preventief handelen wordt daarbij ingebouwd in de gehele bedrijfsvoering. Met dit streven naar bescherming van mens en milieu wil de sector zich kwalitatief profileren. Het verschil
Stuk 1856 (2008-2009) – Nr. 1
tussen een preventiesysteem en een zorgsysteem bestaat erin dat een preventiesysteem zich beperkt tot het beheersen van de directe risico’s voor het ontstaan van schade, terwijl een zorgsysteem ambieert alle risicobronnen te vatten. Het ingevoerde managementsysteem vormt daarbij het instrument ter verbetering van de processen en de interne werking. Het ontwikkelen van een certificatiemechanisme geeft de grootste zekerheid wat de implementatie ervan betreft. Met de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst tussen enerzijds het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de OVAM en anderzijds de OVB, engageerden de OVB-leden zich tot het toepassen van het Achilleszorgsysteem. De milieubeleidsovereenkomst werd op 9 juni 2004 afgesloten door de vertegenwoordigers van de partijen en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 1 juli 2004.
Evaluatie van het voorbije werkjaar In de periode 2006-2007 werden, in overleg met diverse actoren, aanpassingen doorgevoerd aan het Achilleszorgsysteem en Achillespreventiesysteem. In het voorbije werkjaar 2007-2008 werd vooral aandacht besteed aan de implementatie van de aangepaste versies van beide systemen. In de praktijk worden de aanpassingen als positief ervaren wegens de vereenvoudiging van het administratief gedeelte, waardoor er meer tijd kan worden besteed aan de controle van de te nemen maatregelen op het terrein zelf. Dit zorgt voor een nog meer doorgedreven kwaliteit tijdens de bodemsaneringswerken.
Verder verloop en aandachtspunten Naar aanleiding van het nieuwe Bodemdecreet (decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en bodembescherming) zal worden bekeken in hoeverre de toepassing van het zorg- en preventiesysteem kan worden uitgebreid tot de beperkte en gefaseerde bodemsaneringsprojecten, alsook tot de risicobeheersplannen. De huidige milieubeleidsovereenkomst werd afgesloten voor een periode van vijf jaar en loopt tot 1 juli 2009. Omdat beide systemen reeds hun degelijkheid hebben bewezen, is er beslist om ze op te nemen in de wetgeving. Zowel het Achillespreventiesysteem als het Achilleszorgsysteem, met bijhorende regels, zullen worden opgenomen in de standaardprocedure ‘Bodemsaneringswerken, eindevaluatieonderzoek en nazorg’. Zodoende zal het elke bo-
Stuk 1856 (2008-2009) – Nr. 1
6
demsaneerder vrij staan te kiezen tussen het Achillespreventiesysteem en het Achilleszorgsysteem. Door opname van beide systemen in de regelgeving vervalt volgens de minister de noodzaak tot verlenging van de milieubeleidsovereenkomst.
2.2. Bespreking Bij dit verslag worden geen opmerkingen geformuleerd.
De verslaggever, Stefaan SINTOBIN
De voorzitter, Patrick LACHAERT