Gebruikershandleiding
Vochtbeheer was nog nooit zo makkelijk
LiDCO
TM
www.lidco.com
Versie 1.04
Gebruikershandleiding
Vervaardigd door: LiDCO Ltd 16 Orsman Road Londen N1 5QJ VK LiDCOrapid Gebruikershandleiding Software V1.04 Dit apparaat is beschermd door één of meer van de volgende patenten: US Pat 006071244; WO9724982; andere patenten aangevraagd. Dit apparaat draagt het keurmerk volgens de voorwaarden van de Richtlijn 93/42/EEG van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen.
Waarschuwing: Volgens de federale wetgeving van de VS mag dit apparaat alleen verkocht worden door of op voorschrift van een arts. Alle instrumenten van LiDCO zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik door gekwalificeerd medisch personeel. Lees alle meegeleverde handleidingen zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Gedrukt in Groot-Brittannië. Kennisgeving auteursrecht LiDCO, LiDCOrapid en PulseCO zijn handelsmerken van LiDCO Ltd. De auteursrechten van dit document, 2007-2011, zijn van LiDCO Ltd. Alle rechten voorbehouden. LiDCO Ltd. behoudt zich het recht voor de in deze gebruikershandleiding beschreven producten te allen tijde te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden gereproduceerd, gekopieerd, vertaald of overgedragen in enigerlei vorm of op enigerlei wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van LiDCO. De in deze gebruikershandleiding verstrekte informatie wordt als nauwkeurig en betrouwbaar beschouwd. Desondanks aanvaardt LiDCO geen enkele verantwoordelijkheid voor het gebruik van deze gebruikershandleiding, noch voor inbreuk op de rechten van derden die uit het gebruik ervan zouden kunnen voortvloeien. Alle hierin vermelde namen van merken en producten zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren Dit apparaat is onderworpen aan de EU-richtlijn 2002/96/EG (AEEA). Het is niet geregistreerd voor particulier huishoudelijk gebruik en mag niet naar gemeentelijke verzamelpunten voor verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur worden gebracht. LiDCO Ltd heeft een bedrijf toestemming gegeven om dit apparaat op de juiste manier te verwijderen. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke LiDCO Ltd-organisatie.
Versie 1.04
I
Gebruikershandleiding
Veiligheid en onderhoud 1. Lees deze veiligheidsinstructies aandachtig. 2. Bewaar deze gebruikershandleiding als naslagwerk. 3. Neem kennis van alle voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen op het apparaat. 4. Zorg ervoor dat de stroombron het juiste voltage heeft voordat u het apparaat aansluit op het stopcontact. 5. Gebruik uitsluitend de met de apparatuur meegeleverde stroomvoorziening. 6. Gebruik uitsluitend de correcte adapter voor de stroomvoorziening die geschikt is voor de stroombron. 7. Het stopcontact moet zich kort bij de monitor bevinden en goed toegankelijk zijn. Plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan trappen. Zet niets op het netsnoer. 8. Trek de stekker van dit apparaat uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik een vochtige doek. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays om de apparatuur te reinigen. 9. Bescherm dit apparaat tegen vocht. 10. Giet nooit vloeistof in een van de openingen. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken. 11. De openingen in de kast zijn bedoeld voor luchtconvectie. Bescherm de apparatuur tegen oververhitting. BEDEK DE OPENINGEN NIET. 12. Zet deze monitor tijdens installatie op een stevige ondergrond. Het laten vallen van de apparatuur kan beschadiging veroorzaken. De monitor moet op de LiDCO bureaustandaard, een geschikte rolstandaard, of een speciaal ontworpen steun worden geplaatst om te zorgen voor stabiliteit tijdens het gebruik. Volg de met het montagemateriaal meegeleverde instructies om u van een correcte bevestiging te verzekeren. 13. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de monitor en de stroomvoorziening loskoppelen van de stroombron om beschadiging door tijdelijke stroompieken te voorkomen. 14. Maak het apparaat nooit open. Om veiligheidsredenen mag de apparatuur enkel door gekwalificeerd servicepersoneel worden geopend. 15. Als een van de volgende problemen zich voordoet, moet u het apparaat laten nazien door servicepersoneel: a. Het netsnoer, de stroomvoorziening of een andere kabel is beschadigd. b. Er is vloeistof in het apparaat gekomen. c. Het apparaat is blootgesteld geweest aan vocht. d. Het apparaat werkt niet goed, of u kunt het niet laten werken volgens de gebruikershandleiding. e. Het apparaat is gevallen en beschadigd. f. Het apparaat vertoont duidelijke sporen van breuk.
Veiligheid en onderhoud
Versie 1.04
II
Gebruikershandleiding
16. PLAATS DEZE APPARATUUR NIET IN EEN ONGECONTROLEERDE OMGEVING WAAR DE OPSLAGTEMPERATUUR LAGER IS DAN -20° C OF HOGER DAN 60° C. HIERDOOR KAN DE APPARATUUR BESCHADIGD RAKEN. De geluidsdruk op de plaats van de bediener volgens IEC 704-1:1982 is niet hoger dan 70 dB(A). Hoewel ze voldoet aan de toepasselijke EMC-eisen, kan deze apparatuur door andere apparaten worden beïnvloed en ook andere apparaten beïnvloeden. Als er interferentie optreedt, wordt de gebruiker aangeraden deze interferentie te corrigeren door een van de volgende maatregelen te nemen: • Een van de apparaten elders plaatsen en/of de afstand tussen de apparaten vergroten • Het apparaat aansluiten op een stopcontact op een ander circuit dan dat waarop het andere apparaat is aangesloten • Een ervaren technicus om hulp vragen.
Veiligheid en onderhoud
III
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave 1.0 Inleiding
1
1.1 Standaard hemodynamische bewaking
2
1.2 Functionele hemodynamische bewaking
3
1.3 Snelle start
4
2.0 Indicaties, contra-indicaties en waarschuwingen
6
3.0 Bediening van de LiDCOrapid
8
3.1 Installatie
8
3.1.1 Installatie van de apparatuur
8
3.1.2 Startup Screen [Opstartscherm]
13
3.1.3 LiDCOsmart
14
3.1.4 Setup Screen [Installatiescherm]
15
3.1.5 Slagdetectiedrempel
20
3.1.6 Kalibratie via CO-invoer
21
3.2 Bediening
24
3.2.1 Overzicht LiDCOrapid-scherm
24
3.2.2 Display hemodynamische bewaking
27
3.2.3 Event respons-display
29
3.2.4 Dynamische preloadrespons-display
30
3.2.5 Notering van gebeurtenissen
32
3.2.1 Configuratie LiDCOrapid-scherm
33
3.2.7 Gebeurtenissenlijst
34
3.2.8 Geschiedenis- en Tabelschermen
35
3.3 Veiligheidsinstructies, onderhoud en reiniging
37
3.4 Het oplossen van problemen met de LiDCOrapid
38
4.0 Bijlagen
40
A. Scherm Engineering
40
B. Specificaties
45
C. Testen van de elektrische veiligheid
47
D. Schema monitorconnectors
50
E. LiDCOrapid bevestigingsopties
51
F. Referenties
53
www.lidco.com
Versie 1.04
IV
Gebruikershandleiding
www.lidco.com
V
Gebruikershandleiding
1.0 Inleiding De LiDCOrapid is een minimaal invasieve hemodynamische monitor die het nominale slagvolume en de hartfrequentie afleidt van de bestaande golfvorm van de arteriële druk van de patiënt met behulp van het PulseCO-algoritme. Het display wordt weergegeven in een enkel scherm voor een duidelijk beeld en hulp bij de besluitvorming. De LiDCOrapid helpt bij het optimaal leveren van doelgerichte management (GDM)-strategieën met behulp van het gepatenteerde en klinisch gevalideerde PulseCO-algoritme. Dit werd ontwikkeld voor spoedartsen om onmiddellijk feedback te krijgen over de vocht- en hemodynamische status van de patiënt. • De LiDCOrapid-monitor is zodanig ontworpen dat hij eenvoudig is te interpreteren, snel te installeren en doeltreffend is bij het controleren van de hemodynamiek van chirurgische of hemodynamisch instabiele patiënten die vocht- en geneesmiddelenondersteuning nodig hebben. • De LiDCOrapid is ontworpen voor gebruik door een arts of verpleegkundige voor het opsporen van mogelijk schadelijke veranderingen in de hemodynamische status van de patiënt, en helpt de gebruiker vervolgens bij het kiezen, gebruiken en bewaken van de respons van de patiënt op de therapeutische interventie. • De LiDCOrapid is de eerste hemodynamische monitor die specifiek ontworpen is voor gebruik in de veeleisende omstandigheden in de operatiekamer. De continu beschikbare, beat-to-beat hemodynamische gegevens maken het gebruik van verbeterde chirurgische optimalisatieprogramma's op basis van vocht en geneesmiddelen mogelijk bij een groot aantal patiënten die een lichte tot zeer risicovolle operatie ondergaan. Inmiddels is aangetoond dat deze vorm van geavanceerde zorg de kans op complicaties vermindert en de duur van de ziekenhuisopname verkort.1
Inleiding
Versie 1.04
1
Gebruikershandleiding
1.1 Standaard hemodynamische bewaking De LiDCOrapid is een combinatie van zowel standaard als functionele hemodynamische bewaking. De standaard bewaking bestaat uit twee trend display-periodes en de bijbehorende numerieke waarden van hemodynamische parameters. De parameters worden gecombineerd in een natuurlijke groepering voor een eenvoudige interpretatie. De bovenste trend toont de bloeddruk (systolisch, gemiddeld en diastolisch) met de hartfrequentie. De onderste trend is normaal gesproken ingesteld voor de weergave van het slagvolume. Deze kan tevens worden ingesteld voor de weergave van het hartminuutvolume of de systemische vasculaire resistentie. De in de onderste trend getoonde waarden zijn nominaal, tenzij de monitor is gekalibreerd met een bekende waarde voor het hartminuutvolume. De twee display-periodes zijn ontworpen voor het tonen van zowel een acute wijziging als de volledige procedure. De acute wijziging wordt links van het numerieke display getoond en is ingesteld op een vaste schaal van 2 minuten. Dit zorgt voor een vroegtijdige waarschuwing van significante veranderingen in de getoonde parameters, zodat de aangewezen actie kan worden ondernomen. De volledige procedure wordt links van de acute verandering getoond. Dit venster geeft alle gegevens weer en past de tijdschaal automatisch aan naarmate er meer gegevens worden verzameld (maximale venstergrootte is 8 uur). De volledige procedure-trend verschaft een compleet beeld van de wijzigingen en is nuttig bij het onderzoeken van verhogingen of verlagingen op de lange termijn en wijzigingen vanaf het begin voor de hemodynamische parameters.
Inleiding
2
Gebruikershandleiding
1.2 Functionele hemodynamische bewaking De LiDCOrapid is een combinatie van zowel standaard als functionele hemodynamische bewaking. De functionele bewaking bestaat uit twee verschillende soorten displays (zie afbeelding) die beide een voorspellende indicatie geven van de vochtreactie en de mogelijkheid om wijzigingen in de hemodynamische parameters als gevolg van interventies zoals vochtbolussen, vasoactieve geneesmiddelen of inotropen te beoordelen. Alle gegevens worden afgeleid via continue analyse van beat-to-beat polsdruk en slagvolume. Het event respons-display wordt gebruikt om de wijziging in een hemodynamische parameter na een interventie te bewaken (bijv. vochtbehandeling of wijziging in medicatiebehandeling). De weergave is ontworpen om een %-wijziging te berekenen van de basislijn en om een grafische trend weer te geven. Dit geeft een duidelijk inzicht in de actuele hemodynamische respons op de interventie.
Het display van de preloadrespons-variabelen levert informatie over de variatie van het slagvolume en de polsdruk als een langetermijntrend en een kortetermijntrend van Delta SV (of PP). Beide trends hebben een vastgestelde zone die de momenteel geaccepteerde cutoff voor de potentiële vochtrespons aangeeft. SVV geeft een voorspelling van de vochtrespons als de waarden constant boven de 10%2 liggen. PPV geeft een voorspelling van de vochtrespons als de waarden constant boven de 13%3 liggen. De langetermijntrend kan worden ingesteld tussen de 10 en 60 minuten en geeft een makkelijk te interpreteren beeld van de waarde en de algemene trend in deze parameters. Als de waarden en trend boven de 'groene zone' komen, wordt de kans dat de patiënt op vocht reageert groter. De korte termijntrend beslaat een periode van 30 seconden en kan worden gebruikt op een soortgelijke manier. Als de golfamplitude boven de 'groene zone' komt, wordt de kans dat de patiënt op vocht reageert groter. Het is tevens mogelijk om de stabiliteit van de ingevoerde gegevens te interpreteren en de snelheid van de ademhaling met behulp van het display te bevestigen. Er is tevens een numeriek display voor het gemakkelijk registreren van gegevens De combinatie van variabelen voor preloadrespons en event respons-displays biedt, in combinatie met andere klinische symptomen, de mogelijkheid te anticiperen op de vereiste interventie en de actuele hemodynamische respons van de patiënt te observeren.
www.lidco.com
Versie 1.04
3
Gebruikershandleiding
1.3 Snelle start Stap 1:
Sluit de kabels aan en zet het apparaat aan (afbeelding 1) 1. Sluit de stroomkabel aan op de monitor en een geschikt stopcontact 2. Zet de monitor aan via de aan/uitschakelaar aan de onderkant 3. Sluit de aangewezen bloeddrukkabel aan op de LiDCOrapid-monitor en de primaire monitor *
AAN/UIT
Stroomingang Signaal van de monitor (1 Volt = 100 mmHg) Figuur 1
Stap 2:
Voer de LiDCOsmart-kaart in (afbeelding 2) 1. Deze instructies staan tevens op de monitor en de LiDCOsmart 2. Neem een nieuwe LiDCOsmart voor elke nieuwe patiënt 3. Plaats de LiDCOsmart zodanig dat LiDCOrapid kan worden gelezen en de pijl naar de monitor wijst 4. Voer de kaart in de lezer - de gouden chip naar u toe gericht 5. Hierna zal het Startup Screen [Opstartscherm] 'Start' [Start nieuwe patiënt] aangeven 6. Druk op 'Start' [Start nieuwe patiënt] om te beginnen. Vervolgens wordt het Setup Screen [Installatiescherm] weergegeven
Figuur 2
Inleiding
* Zie paragraaf 3.1.1 voor andere signaalbronnen via de BP-module.
4
Gebruikershandleiding
Stap 3:
Gegevensinvoer Setup Screen [Installatiescherm] 1. Voer identificatienummer, leeftijd, lengte en gewicht van de patiënt in 2. Controleer of de golfvorm van de bloeddruk overeenkomt met de primaire monitor 3. Controleer of de waarden voor de systolische, gemiddelde en diastolische bloeddruk en de hartfrequentie niet meer dan 5% afwijken van de op de primaire monitor weergegeven waarden
Stap 4:
Start LiDCOrapid 1. Druk op de knop Navigate [navigeer] om een submenu weer te geven
2. Selecteer de knop Main Screen [hoofdscherm]
www.lidco.com
Versie 1.04
5
Gebruikershandleiding
2.0 Indicaties, contra-indicaties en waarschuwingen Indicaties voor gebruik van het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem Bedoeld gebruik Het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem is bedoeld voor gebruik als een diagnostisch hulpmiddel voor het meten van bloeddruk, hartminuutvolume en gerelateerde hemodynamische parameters bij volwassen patiënten.
Geschikte patiënten Patiënten bij wie arteriële katheters zijn ingebracht en bij wie bewaking vereist is.
Toepassingslocaties - Medische en chirurgische ICU's - Operatiekamers - Step Down / High Dependency Units - Trauma / A&E-(spoedeisende hulp) afdelingen - Hartbewaking - Laboratoria voor hartkatheterisatie
Contra-indicaties De volgende patiënten zijn contra-geïndiceerd voor gebruik van de LiDCOrapid hemodynamische monitor: • • • •
Patiënten Patiënten Patiënten Patiënten
met aortaklep-regurgitatie die behandeld worden met een intra-aortale ballonpomp (IABP) met sterk vernauwde perifere arteriële lijnen met perifere arteriële vaatvernauwing
Waarschuwingen WAARSCHUWING: Gebruik de LiDCOrapid hemodynamische monitor niet bij de bovenvermelde patiënten - de prestaties van het apparaat kunnen aanzienlijk verminderen bij dergelijke patiënten Zorg ervoor dat u vóór gebruik van de LiDCOrapid hemodynamische monitor bekend bent met de volledige lijst van indicaties, contra-indicaties en waarschuwingen.
WAARSCHUWING: Productinstructies en training - Voordat u het LiDCOrapid monitorsysteem gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat u opgeleid bent in het gebruik van het systeem en dat u bekend bent met de: - Contra-indicaties en waarschuwingen - Bedieningsinstructies - Paragraaf 3
Waarschuwingen - Eerste controle met de LiDCOrapid hemodynamische monitor op pathologie bij de patiënt en de conditie van perifere arteriën • Controleer voorafgaand aan gebruik het dossier van de patiënt op de aanwezigheid van aortaklepregurgitatie. De LiDCOrapid hemodynamische monitor kan onnauwkeurige waarden aangeven bij dergelijke patiënten. • Ernstige perifere arteriële vaatvernauwing/vaatkramp kan de arteriële drukgolfvorm en daarmee de nauwkeurigheid van de LiDCOrapid hemodynamische monitor negatief beïnvloeden - dit kan voorkomen bij ernstige perifere vasculaire aandoeningen, bij toediening van hoge doses vasopressorgeneesmiddelen en bij hypothermiepatiënten.
Indicaties, contra-indicaties en waarschuwingen
6
Gebruikershandleiding
Overige waarschuwingen • Bij installatie en tijdens gebruik van de LiDCOrapid hemodynamische monitor moeten de drukparameters en de hartfrequentie die weergegeven worden door de host-monitor altijd dubbel gecontroleerd worden. De parameters: hartfrequentie, systolische, diastolische en gemiddelde druk moeten alle minder dan 5% afwijken van de waarden weergegeven door de host/primaire monitor. Let op de hartfrequentie en pas zonodig de drempel voor het registreren van de hartslag aan om de frequentie aan te passen - zie paragraaf 3.1.5. • Dynamische preload-responsvariabelen (bijv. SVV of PPV) zijn alleen geldig bij patiënten met gesloten borstkas op volledig gecontroleerde beademingsmodus. • Dynamische preload-responsvariabelen (bijv. SVV of PPV) zijn onbetrouwbaar bij patiënten met significante aritmie. De LiDCOrapid geeft een waarschuwing wanneer de hartfrequentie meer dan 10% varieert. • Gebruik altijd de juiste LiDCOrapid hemodynamische monitorkabels voor aansluiting op de primaire monitor of de LiDCO BP-module. LiDCO Ltd heeft een lijst met compatibele monitorkabels. • Met de BP-module krijgt u rechtstreeks toegang tot de arteriële bloeddrukgolfvorm via een standaard invasieve bloeddruktransducer wanneer deze is aangesloten op een patiëntmonitor. • De BP-module wordt gebruikt wanneer toegang tot de arteriële bloeddrukgolfvorm via een standaard analoge uitvoer van de patiëntmonitor moeilijk of niet mogelijk is. • De BP-module accepteert een standaard analoge uitvoer van de patiëntmonitor. • De berekening van de schalingsfactor kan nooit zo nauwkeurig zijn als een onafhankelijke kalibratie van het PulseCO-algoritme met een goed uitgevoerde indicatorverdunningsmeting. • De gebruikte berekening heeft dezelfde grenscondities als bij een ander instrument dat gebruik maakt van een benadering op basis van een nomogram voor het berekenen van lichamelijke kenmerken. De individuele voorgeschiedenis van de patiënt kan bestaan uit diverse mogelijk verstrengelde aandoeningen zoals chronische hypertensie, arteriosclerose en/of diabetes, die van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de aorta. • Het gebruik van de LiDCOrapid dient met zorg te gebeuren bij patiënten met ernstige perifere vaatvernauwing als gevolg van reeds bestaande aandoeningen of als gevolg van behandeling met vasoactieve geneesmiddelen. In deze gevallen kan de druk van de arteria radialis aanzienlijk verschillen van de druk van de centrale aorta. • De berekening van de schalingsfactor is afgeleid van in vivo gegevens van de arteria radialis en kan minder nauwkeurig zijn bij patiënten met katheters in de arteria femoralis11. • Schakel de monitor altijd uit voordat u hem gebruikt bij een andere patiënt. Zo voorkomt u de mogelijkheid dat onjuiste installatieparameters en/of kalibratiefactoren gebruikt worden bij het berekenen van de hemodynamiek van de nieuwe patiënt. • De centraalveneuze/rechteratriumdruk wordt handmatig ingevoerd op het Configuratiescherm controleer altijd of de juiste veneuze vuldruk gebruikt wordt voor het berekenen van de systemische vaatweerstand/index. • De LiDCOrapid hemodynamische monitor hoeft niet direct aangesloten te worden op het op de patiënt aangebrachte onderdeel (druktransducer). De verwerkte gegevens zijn de analoge uitvoer van de geïsoleerde druk van een goedgekeurde patiëntmonitor. • De LiDCOrapid hemodynamische monitor mag niet aangesloten worden op elektrische apparatuur die niet voldoet aan de elektrische veiligheids- en EMC-normen EN 60601-1-1 en EN 60601-1-2 (of equivalent). Zorg ervoor dat de LiDCOrapid-monitor stevig is geïnstalleerd en dat alle snoeren en bijbehorende kabels goed worden geplaatst om het risico van letsel aan patiënten, gebruikers of de apparatuur tot een minimum te beperken. Stel de LiDCOrapid-monitor niet bloot aan extreme temperaturen. Leg niets op de ventilatieopeningen van de LiDCOrapid-monitor.
www.lidco.com
Versie 1.04
7
Gebruikershandleiding
3.0 Bediening van de LiDCOrapid 3.1 Installatie
3.1.1 Installatie van de apparatuur Aanbevelingen voor de bevestiging Installeer de LiDCOrapid hemodynamische monitor veilig in overeenstemming met de voor uw instelling toepasselijke praktijken. Optionele installatieaccessoires kunnen worden gekocht bij goedgekeurde leveranciers van medische apparatuur. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van LiDCO voor advies over alternatieve installatie-opties.
Installatieprocedure: Aansluiting van de stroomvoorziening Nadat de monitor goed is geïnstalleerd, bevestigt u het met de monitor meegeleverde DC netsnoer aan de achterkant en sluit het aan op een stopcontact van ziekenhuiskwaliteit. De LiDCOrapid stroomvoorziening past zich automatisch aan de spanning aan, van 100 tot 240 VAC, en converteert de ingangsspanning naar 24 VDC voor stroom naar alleen het monitor POC-model.
WAARSCHUWING: Gebruik geen verlengsnoeren of verdeelstekkers om de stroom op de monitor aan te sluiten. Gebruik geen andere afneembare netsnoeren dan het meegeleverde netsnoer.
De LiDCOrapid aansluiten op de primaire patiëntmonitor Optie 1: directe analoge invoer De LiDCOrapid hemodynamische monitor is ontworpen voor koppeling aan standaard patiëntmonitors die een analoge uitvoer van de arteriële drukgolfvorm bieden. LiDCO of uw plaatselijke distributeur kan een lijst verstrekken van compatibele patiëntmonitors / modules samen met de juiste kabelset voor aansluiting op de analoge drukuitvoer van de patiëntmonitor.
Optie 2/3: LiDCO BP-module • Met de BP-module krijgt u rechtstreeks toegang tot de arteriële bloeddrukgolfvorm via een standaard invasieve bloeddruktransducer wanneer deze is aangesloten op een patiëntmonitor. • De BP-module wordt gebruikt wanneer toegang tot de arteriële bloeddrukgolfvorm via een standaard analoge uitvoer van de patiëntmonitor moeilijk of niet mogelijk is. • De BP-module accepteert een standaard analoge uitvoer van de patiëntmonitor.
WAARSCHUWING: Het is belangrijk dat de primaire bloeddrukmonitor correct gekalibreerd is. Controleer of de bloeddrukweergave op de monitor gelijk is aan de bloeddruk die wordt weergegeven op het scherm van de LiDCOrapid. Opmerking: De LiDCOrapid hemodynamische monitor heeft geen muis of toetsenbord. Alle interactie met de gebruiker verloopt via het aanraakscherm.
Bediening van de LiDCOrapid
8
Gebruikershandleiding
Contra-indicaties: Geen Onderdelen van de LiDCO BPM Voorzorgsmaatregelen: Bloeddrukmodule Controleer de BPM-kabel en module voor gebruik. Niet gebruiken bij beschadiging. BPM interfacekabel Forceer de kabels niet bij het (specifiek voor type aansluiten, maar houd ze recht transducer) en sluit ze voorzichtig aan. Plaats en verwijder kabels USB-kabel door de connector vast te pakken Gebruik de markering om de connectors in een rechte lijn te brengen.
Gewicht: 300 g HxBxD: 10 x 207 x 4 mm Kabellengte: 3 m
Kabellengte: 20 cm A-naar-B USB-kabel
Kanaalselectie van de LiDCO BPM Selectie van het kanaal is noodzakelijk als u de BP-module voor het eerst gebruikt. Het geselecteerde kanaal wordt het standaard kanaal voor toekomstig gebruik. Kanaalselectie is alleen opnieuw noodzakelijk als het ingangskanaal wordt gewijzigd. • Druk op om het kanaalselectievenster weer te geven. (zie hierna) • Kies het kanaal dat overeenkomt met de kabelaansluiting. Er verschijnt een golfvorm in het betreffende venster dat is aangesloten op de IBP. • Kanaal 1: IBP-transducer - BP-module • Kanaal 2: Analoge BP-golfvorm - BP-module • Kanaal 3: Analoge BP-golfvorm - LiDCO-monitor • Controleer of de bloeddruk en de hartslag overeenkomen met de patiëntmonitor • N.B.: Kanaal 1 moet op nul worden gezet voordat de bloeddruk en de hartslag worden weergegeven • Druk op om de bloeddruk op kanaal 1 op nul te zetten als de patiëntmonitor op nul is gezet • Druk op als u klaar bent om terug te keren naar het vorige scherm
Nulknop
Geselecteerd kanaal
Slagdetectordrempel
Kabelaansluiting
Afsluitknop
www.lidco.com
Versie 1.04
9
Gebruikershandleiding
Kanaalaansluitingen van de LiDCO BPM Aansluiting van kanaal 1: IBP transducer invoer 1. Sluit de BPM-kabel aan op de BPM 2. Sluit de BPM-kabel aan op de kabel van patiëntmonitor 3. Sluit de BPM-kabel aan op de kabel van IBP-transducer 4. Sluit de USB-kabel aan op de LiDCO-monitor en de BPM
Aansluiting van kanaal 2: Alternatieve analoge invoer 4. Sluit de USB-kabel aan op de LiDCO-monitor en de BPM 5. Sluit de analoge uitvoerkabel van de patiëntmonitor aan op de BPM
Problemen met de LiDCO BPM oplossen Op geen enkel kanaal verschijnt een BP-golfvorm Voor kanaal 1 worden geen waarden getoond Fout nulstelling: Signaal varieert Fout nulstelling: Verschuiving te groot
Controleer alle kabelaansluitingen Voor kanaal 2 moet u de IBP-golfvorm van de patiëntmonitor op nul zetten Kanaal 1 moet op nul worden gezet voordat er waarden zullen verschijnen Controleer of de patiëntmonitor en de transducer in de nul-positie zijn
Voor kanaal 2 worden geen BP-golfvorm of waarden getoond Controleer de kabelaansluitingen Geen kabel voor kanaal 2
Neem contact op met uw LiDCO-vertegenwoordiger om een kabel te bestellen. Specifieer het merk/model van uw patiëntmonitor.
De BPM voldoet aan de toepasselijke EMC-vereisten. De module kan nog steeds door andere apparatuur worden beïnvloed of zelf andere apparatuur beïnvloeden. Indien interferentie optreedt:
Verplaats de BMP om deze opnieuw te richten en/of vergroot de afstand tussen de apparatuur. Sluit de apparatuur aan op een stopcontact op een andere schakeling
Specificaties en symbolen van de LiDCO BPM • Compatibele transducergevoeligheid 5uV/Ve/mmHg. • Analoge golfvorm 1V=100 mmHg, 0-2,5 VDC, 0V verschuiving. • Nauwkeurigheid: +/-3% van de volledige schaal • Vermogen (USB): 5 VDC, 500 mA max • Niet beveiligd tegen insijpelend water •
type CF aangebracht onderdeel. Geïsoleerd (los) type-F patiëntonderdeel dat een hoge mate van bescherming biedt tegen schokken en geschikt is voor gebruik tijdens defibrillatie. Defibrillatie recovery <5 seconden.
•
Volgens de federale wetgeving van de VS mag dit apparaat alleen verkocht worden door of op voorschrift van een arts.
•
Voldoet aan de eisen van Richtlijn 93/42/EEG (als gewijzigd) betreffende medische hulpmiddelen.
• De BPM is niet Categorie AP of Categorie APG en mag niet in de buurt van een ontvlambaar mengsel van anesthetica met lucht of zuurstof of stikstofoxide worden gebruikt.
Bediening van de LiDCOrapid
10
Gebruikershandleiding
Installatie en reiniging van de LiDCO BPM Reiniging: 1. Reinig de kabel en de module met een zachte, met water bevochtigde doek. 2. Veeg het overtollige water af en laat de onderdelen drogen Voorzorgsmaatregelen: Dompel de kabel of module nooit helemaal onder in water en laat ze niet weken in water. Desinfectie: 1. Desinfecteer de kabel en de module met een zachte, met 75% ethanol of 70% isopropanol of 2% glutaraldehyde bevochtigde doek. 2. Veeg de overtollige vloeistof af en laat de onderdelen drogen. De BP-module is bevestigd op de VESA-plaat aan de achterkant van de LiDCO-monitor. • De LiDCOrapid kan worden bevestigd op een standaard en/of een staanderklem • De LiDCOplus kan worden bevestigd op een rolstandaard. Trek de stekker van de monitor uit het stopcontact voordat u deze reinigt/desinfecteert. M4 schroeflengtes, mm Figure A
Staanderklem
Figure C Standaard en Staanderklem Figure D Standaard
LiDCOrapid (POC-125)
LiDCOrapid (DTP-1201)
25mm
12mm
25mm
16mm
25mm
16mm
Zie pagina 52 voor illustraties van de installatie van de BP-module.
www.lidco.com
Versie 1.04
11
Gebruikershandleiding
De monitor opstarten Zet het apparaat aan met behulp van de AAN/UIT-schakelaar naast de stroomkabel. De AAN/UIT-schakelaar wordt niet vergrendeld en keert terug naar de oorspronkelijke stand. Na de opstartprocedure zal de monitor het Startup Screen [Opstartscherm] weergeven. Schakel de stroom uit door de AAN/UIT-schakelaar in te drukken.
Optie 1: directe analoge signaalinvoer in LiDCOrapid via kanaal 3 AAN/UIT
Stroomingang Signaal van de monitor (1 Volt = 100 mmHg)
Optie 2: analoge invoer via BP-module in kanaal 2 Optie 3: directe BP-invoer via de BP-module in kanaal 1.
Bediening van de LiDCOrapid
12
Gebruikershandleiding
3.1.2 Startup Screen [Opstartscherm] Het Startup Screen [Opstartscherm] vormt de toegang voor het opstarten van patiëntbewaking met de LiDCOrapid. Om op te starten wordt een LiDCOsmart in de kaartlezer gestoken.
Druk op 'Start' [Start nieuwe patiënt] om de bewaking op te starten. Vervolgens wordt het Setup Screen [Installatiescherm] weergegeven.
Als de LiDCOsmart al eerder is gebruikt bij deze patiënt en nog niet is verlopen, dan zal het Startup Screen [Opstartscherm] aangeven dat de LiDCOsmart al eerder is gebruikt. Als dezelfde patiënt moet worden bewaakt, druk dan op de knop "Resume" [Ga verder met vorige patiënt]. Vervolgens wordt het Setup Screen [Installatiescherm] weergegeven. Alle gegevens van de patiënt worden automatisch ingevoerd.
Als de LiDCOsmart is verlopen, dan zal het Startup Screen [Opstartscherm] dit aangeven en dient u een nieuwe LiDCOsmart te gebruiken.
www.lidco.com
Versie 1.04
13
Gebruikershandleiding
WAARSCHUWING: De LiDCOsmart moet volledig in de kaartlezer worden ingevoerd. Als de kaart niet wordt herkend, dient u deze te verwijderen en opnieuw in te voeren.
3.1.3 LiDCOsmart De LiDCOsmart-kaart wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de LiDCOrapid hemodynamische monitor. De LiDCOsmart is een kaart voor gebruik bij één patiënt. Wanneer er een geldige LiDCOsmart wordt ingevoerd, geeft het Startup Screen [Opstartscherm] "Press Start New Patient" [Druk op Start nieuwe patiënt] aan om te beginnen. Als de LiDCOsmart al eerder werd gebruikt, geeft het Startup Screen [Opstartscherm] "Press Resume Previous Patient" [Druk op Ga verder met vorige patiënt] aan. De LiDCOsmart heeft een vooraf bepaalde gebruiksperiode die op de kaart staat afgedrukt. De start wordt geregistreerd wanneer de bewaking begint. Na het verstrijken van de periode verloopt de kaart. Als dit gebeurt terwijl de kaart in gebruik is, zal de bewaking doorgaan. Als de kaart eenmaal uit de monitor is verwijderd of als de monitor wordt uitgeschakeld, kan de betreffende LiDCOsmart niet meer worden gebruikt. De kaart insteken:
Vermijd hitte, krassen, vocht of buigen
Bediening van de LiDCOrapid
14
Gebruikershandleiding
3.1.4 Setup Screen [Installatiescherm] Voer de patiëntinformatie in in de geel gemarkeerde vakjes voor een nieuwe patiënt. Als u verder gaat met een eerdere patiënt, worden deze vakjes automatisch ingevuld en kunnen ze niet worden gewijzigd.
De bloedddrukcurve verschijnt als de signaalkabel of de BP-module wordt aangesloten. De waarden voor de bloeddruk en de hartfrequentie verschijnen binnen enkele seconden. De LiDCOrapid rapporteert waarden voor slagvolume (SV) en hartminuutvolume (CO) die zijn gebaseerd op het PulseCO-algoritme afgestemd op de specifieke kenmerken van de patiënt. De PulseCO-schalingsfactor geeft de patiënt-specifieke maximale aortacapaciteit aan en blijft in het algemeen constant gedurende korte tijd. In talrijke onderzoeken is aangetoond dat het PulseCOalgoritme maximaal 24 uur constant blijft zonder de noodzaak voor opnieuw kalibreren5-10,12.
www.lidco.com
Versie 1.04
15
Gebruikershandleiding
De LiDCOrapid gebruikt een schatting van de patiëntspecifieke schalingsfactor op basis van een nomogram. Dit werd ontwikkeld met behulp van in vivo kalibratiegegevens van postchirurgische patiënten met gegevens van de bloeddrukgolfvorm van de arteria radialis. De nomogramschatting werd vervolgens gevalideerd in een onafhankelijk cohort van medische ICU-patiënten met een goede correlatie (r 2=0,77), geen bias en acceptabele overeenkomstgrenzen (+/-26%) vergeleken met een kalibratie op basis van indicatorverdunning.
Waarschuwingen • De berekening van de schalingsfactor kan nooit zo nauwkeurig zijn als een onafhankelijke kalibratie van het PulseCO-algoritme met een goed uitgevoerde indicatorverdunningsmeting. • De gebruikte berekening heeft dezelfde grenscondities als bij een ander instrument dat gebruik maakt van een benadering op basis van een nomogram voor het berekenen van lichamelijke kenmerken. De individuele voorgeschiedenis van de patiënt kan bestaan uit diverse mogelijk verstrengelde aandoeningen zoals chronische hypertensie, arteriosclerose en/of diabetes, die van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de aorta. • Het gebruik van de LiDCOrapid dient met zorg te gebeuren bij patiënten met ernstige perifere vaatvernauwing als gevolg van reeds bestaande aandoeningen of als gevolg van behandeling met vasoactieve geneesmiddelen. In deze gevallen kan de druk van de arteria radialis aanzienlijk verschillen van de druk van de centrale aorta. • De berekening van de schalingsfactor is afgeleid van in vivo gegevens van de arteria radialis en kan minder nauwkeurig zijn bij patiënten met katheters in de arteria femoralis . 11
Bediening van de LiDCOrapid
16
Gebruikershandleiding
Druk op de knop Navigate [navigeer]
om een submenu weer te geven:
www.lidco.com
Versie 1.04
17
Gebruikershandleiding
Druk op deze knop om naar het hoofdbewakingsscherm te gaan (zie paragraaf 3.2.1)
Druk op de knop CO om direct naar een CO-waarde te gaan en de monitor te kalibreren (zie paragraaf 3.1.6)
Druk op Beat Detector Threshold [slagdetectordrempel] om een onjuist HR-display aan te passen (zie paragraaf 3.1.5)
Druk op de knop Configuration [configuratie] om het LiDCOrapid-scherm te wijzigen (zie paragraaf 3.2.6)
Druk op de Exit-knop om de LiDCOrapid uit te schakelen
www.lidco.com
Versie 1.04
18
Gebruikershandleiding
Kanaalselectie van de LiDCO BPM Selectie van het kanaal is noodzakelijk als u de BP-module voor het eerst gebruikt. Het geselecteerde kanaal wordt het standaard kanaal voor toekomstig gebruik. Kanaalselectie is alleen opnieuw noodzakelijk als het ingangskanaal wordt gewijzigd. • Druk op om het kanaalselectievenster weer te geven. (zie hierna) • Kies het kanaal dat overeenkomt met de kabelaansluiting. Er verschijnt een golfvorm in het betreffende venster dat is aangesloten op de IBP. • Kanaal 1: IBP-transducer - BP-module • Kanaal 2: Analoge BP-golfvorm - BP-module • Kanaal 3: Analoge BP-golfvorm - LiDCO-monitor • Controleer of de bloeddruk en de hartslag overeenkomen met de patiëntmonitor • N.B.: Kanaal 1 moet op nul worden gezet voordat de bloeddruk en de hartslag worden weergegeven • Druk op om de bloeddruk op kanaal 1 op nul te zetten als de patiëntmonitor op nul is gezet • Druk op als u klaar bent om terug te keren naar het vorige scherm
Geselecteerd kanaal
Kabelaansluiting
Nulknop
Slagdetectordrempel
Afsluitknop
Bediening van de LiDCOrapid
19
Gebruikershandleiding
3.1.5 Slagdetectiedrempel Procedures voor afstellen van de hartfrequentieweergave Druk hier om het aanpassingsvenster van de slagdetectordrempel weer te geven.
Als de hartfrequentie die wordt weergegeven op de primaire monitor lager is dan de hartfrequentie die wordt weergegeven op de LiDCOrapid Druk dan op om de drempel te verhogen totdat de weergegeven hartfrequenties overeenkomen. Als de hartfrequentie die wordt weergegeven op de primaire monitor hoger is dan de hartfrequentie die wordt weergegeven op de LiDCOrapid Druk dan op om de drempel te verlagen totdat de weergegeven hartfrequenties overeenkomen. Opmerking:
• Bij patiënten met een duidelijke 'sprong' in de diastolische druk kan op de LiDCOrapid hemodynamische monitor de hartfrequentie dubbel getriggerd worden. De slagdetectordrempel dient dan verhoogd te worden zoals hierboven. • Bij patiënten met bigeminusinstabiliteit kan de LiDCOrapid hemodynamische monitor soms de hartfrequentie onderschatten. Verlaag de drempel om tot het correcte hartritme te komen Druk hier om deze informatie op de LiDCOrapid-monitor weer te geven.
Bediening van de LiDCOrapid
20
Gebruikershandleiding
3.1.6 Kalibratie via CO- of CF-invoer
De LiDCOrapid kan worden gekalibreerd door een bekende waarde voor het hartminuutvolume (CO) of de kalibratiefactor (CF) in te voeren. Het is belangrijk dat de kalibratie wordt uitgevoerd in een hemodynamisch stabiele periode met minimale variatie in bloeddruk of hartfrequentie. Het invoeren van het hartminuutvolume dient tijdig te gebeuren om het introduceren van een bias als gevolg van een wijziging in de toestand van de patiënt te voorkomen. Checklist voorafgaand aan kalibratie De werking van de LiDCOrapid hemodynamisch monitor kan verminderen bij de volgende patiënten: • • • •
Patiënten Patiënten Patiënten Patiënten
met aortaklep-regurgitatie die behandeld worden met een intra-aortale ballonpomp (IABP) met sterk vernauwde perifere arteriële lijnen met perifere arteriële vaatvernauwing
WAARSCHUWING: Gebruik de LiDCOrapid hemodynamische monitor niet bij de bovenvermelde patiënten - de prestaties van het apparaat kunnen aanzienlijk verminderen bij dergelijke patiënten. Zorg ervoor dat u vóór gebruik van de LiDCOrapid hemodynamische monitor bekend bent met de volledige lijst van indicaties, contra-indicaties en waarschuwingen. De kalibratie wordt uitgevoerd in het installatiescherm of in het hoofdscherm. Druk op de knop Navigate [navigeer] om een submenu weer te geven
Druk op de knop CO Entry [CO-invoer] om het venster voor hartminuutvolumekalibratie weer te geven.
Wanneer de LiDCOrapid met behulp van een van beide methodes is gekalibreerd, wordt de ‘n’ uit de variabelen SV, CO en SVR verwijderd. Er verschijnt een gele vlag op de SV- en CO-trends.
www.lidco.com
Versie 1.04
21
Gebruikershandleiding
Voer de waarde voor de CO in het vakje Measured CO [gemeten CO] in en druk op de knop Equalize [vereffen] om een kalibratiefactor te genereren.
Druk op het groene vinkje om de kalibratie te accepteren of druk op de rode X om te annuleren.
Bediening van de LiDCOrapid
22
Gebruikershandleiding
Voer de waarde voor CF in het vakje Measured CF [gemeten CF] in
Druk op het groene vinkje om de kalibratie te accepteren of druk op de rode X om te annuleren
www.lidco.com
Versie 1.04
23
Gebruikershandleiding
3.2 Bediening
3.2.1 Overzicht LiDCOrapid-scherm Het hoofdbewakingsscherm is een losstaand head-up display dat zowel standaard als functionele hemodynamische bewaking combineert. Op die manier kan de gebruiker zowel de langetermijn- als de kortetermijntrends zien in belangrijke parameters zoals BP, HR en SV. Dynamische preload-responsparameters SVV of PPV geven een evaluatie van de voorspelde vochtrespons. Een functionele hemodynamische verandering in parameters SV of CO via event respons levert onmiddellijke feedback bij interventies.
In het scherm navigeren Druk op de CO knop om naar een trend van het CO te gaan. Druk op de SV knop om naar een trend van het SV te gaan. Druk op het numerieke CO (SV, SVR) display CI (SVI, SVRI) weer te geven.
Bediening van de LiDCOrapid
om gedurende 10 seconden
24
Gebruikershandleiding
Druk hier om te schakelen tussen het event respons-display en de BP-golfvorm
Druk hier om de in het event respons-venster weergegeven parameter te wijzigen
Druk hier om een submenu weer te geven
Druk hier om terug te keren naar het Setup Screen [Installatiescherm] (3.1.4)
Druk hier om terug te keren naar het Configuratiescherm (3.2.6)
Druk hier om een gebeurtenis in te voeren (3.2.5)
www.lidco.com
Versie 1.04
25
Gebruikershandleiding
Druk hier om het scherm als een JPG-bestand vast te leggen
Druk hier om de monitor uit te schakelen
Druk op de knop CO om direct naar een CO-waarde te gaan en de monitor te kalibreren (zie paragraaf 3.1.6)
Druk hier om het Tabelscherm weer te geven (3.2.8)
Druk hier om het Geschiedenisscherm weer te geven (3.2.8)
Bediening van de LiDCOrapid
26
Gebruikershandleiding
3.2.2 Display hemodynamische bewaking De LiDCOrapid biedt standaard hemodynamische parameters van bloeddruk en hartfrequentie in een uniek trenddisplay voor zowel langetermijn- als kortetermijnweergave. Bovendien toont de monitor met behulp van de PulseCO bloeddrukgolfvorm analyse-algoritme tevens het nominale slagvolume. Het langetermijn-display bevat de volledige gegevens tot maximaal 8 uur. De tijdas past de schaal automatisch aan om de hoogst mogelijk resolutie te krijgen voor de weergegeven duur. Het display biedt een compleet overzicht van de patiënt met de mogelijkheid om trends vast te stellen en ook waar doelen werden bereikt. Een markeringslijn kan op het lagere trendscherm worden geplaatst om een basislijn te markeren of een doel vast te stellen. Het kortetermijn- of acute display toont gegevens over een vastgestelde periode van 2 minuten. Dit is een eenvoudige manier om directe wijzigingen te observeren en een vroegtijdige waarschuwing te geven voor een snellere reactie.
Raak de verticale as aan om het bedieningsvenster weer te geven.
Raak een willekeurige plaats binnen de grafiek aan om het doelvenster voor CO, SV of SVR weer te geven
De schaal van beide assen kan worden afgesteld door “Auto-scale” te deselecteren en de hoger/lager-knoppen te gebruiken.
De doellijn kan worden toegevoegd door het vakje “on” te selecteren; deze kan worden aangepast met de hoger/lager-knoppen.
www.lidco.com
Versie 1.04
27
Gebruikershandleiding
Wanneer gebeurtenissen gemarkeerd zijn, worden ze weergegeven op het korte- en het langetermijntrenddisplay van MAP en HR. Van het display van numerieke gegevens aan de rechterkant kan een gemiddelde worden berekend over periodes van 10, 20 of 30 seconden. Dit kan worden aangepast in het configuratiescherm (3.2.6). Druk op de knoppen van de parameters om de trendweergave te veranderen.
Druk op de CO knop een SV-trend te wijzigen.
om een CO-trend te wijzigen. Druk op de SV knop om
Geïndexeerde of absolute numerieke waarden kunnen snel worden weergegeven door in het nummerdisplay te drukken. Druk op het numerieke CO (SV, SVR) display om CI (SVI, SVRI) weer te geven De alternatieve waarde wordt gedurende 10 seconden in omgekeerde kleuren weergegeven.
Bediening van de LiDCOrapid
28
Gebruikershandleiding
3.2.3 Event respons-display Het Event respons-display wordt gebruikt om wijzigingen op te sporen in een hemodynamische parameter als gevolg van een therapeutische interventie. U hoeft alleen maar op de groene afspeelknop te drukken om te starten. Het display zal vervolgens zowel grafisch als numeriek de relatieve wijziging in de parameter weergeven, met regelmatige intervallen over een periode van maximaal 40 minuten. Druk op de rode stop-knop wanneer u wilt afsluiten. Om de start opnieuw in te stellen, hoeft u alleen maar op de groene herstartknop te drukken en het display wordt gewist en start opnieuw.
De standaard parameter voor het display is Slagvolume en het interval tussen display/berekening van het gemiddelde is 10 seconden (in te stellen op 20, 30 sec of uit). Dit kan worden veranderd met behulp van het configuratiescherm (zie paragraaf 3.2.6). Druk afwisselend op de naam van de parameter om te schakelen tussen Cardiac Output [Hartminuutvolume], Mean Arterial Pressure [Gemiddelde arteriële druk], Heart Rate [Hartfrequentie] of Systemic Vascular Resistance [Systemische vaatweerstand]. Wanneer een gebeurtenis wordt gestart, opnieuw gestart of gestopt, wordt er automatisch een gebeurtenisvlag ingesteld. Als dit niet vereist is, kan deze vlag worden geannuleerd door de rode X te selecteren. De gebeurtenisinformatie wordt op de gebruikelijke wijze ingevoerd om een verslag van de interventie op te slaan. Er kunnen nog altijd andere gebeurtenissen worden ingevoerd wanneer de event respons geactiveerd is. (zie 3.2.5) De Event Response wordt een trend als het event response-display 40 minuten van gegevens heeft bereikt. Elk nieuwe gegevenspunt verschijnt aan de rechterkant en het vroegste punt verdwijnt aan de linkerkant.
Druk hier om te schakelen tussen het bloeddrukgolfvorm-display en het event respons-display.
www.lidco.com
Versie 1.04
29
Gebruikershandleiding
3.2.4 Dynamische preloadrespons-display Het dynamische preloadrespons-display wordt gebruikt voor het beoordelen van de verwachte respons van een patiënt op een vochtbehandeling. De gegevens worden voor het gemak zowel grafisch als numeriek op het scherm weergegeven.
WAARSCHUWING: Dynamische preload-responsvariabelen (bijv. SVV of PPV) zijn alleen geldig bij patiënten met gesloten borstkas op volledig gecontroleerde beademingsmodus. WAARSCHUWING: Dynamische preload-responsvariabelen (bijv. SVV of PPV) zijn onbetrouwbaar bij patiënten met significante aritmie. De LiDCOrapid geeft een waarschuwing wanneer de hartfrequentie meer dan 10% varieert.
Het display bestaat uit twee onafhankelijke grafische trends. De eerste is een trend van de slagvolumevariatie (SVV) of de polsdrukvariatie (PPV) gedurende een instelbare periode van 10 - 60 minuten.
Raak de verticale as aan om het preload-display weer te geven.
Pas de tijdsperiode of de schaal aan door op de hoger/lager-knoppen in het bedieningsvenster te drukken.
Bediening van de LiDCOrapid
30
Gebruikershandleiding
De tweede, Delta SV (of PP), is een vaste trend van 30 seconden van de verandering in slagvolume (of polsdruk), genormaliseerd tot het huidige gemiddelde slagvolume (of polsdruk). Dit resulteert in een percentagewaarde die rond een basislijn van 0 schommelt. Dit display geeft een duidelijke grafische indicatie van de ademhalingscyclus en de signaalkwaliteit. Hoe sinusvormiger het signaal is, hoe beter de kwaliteit. Elke golf weerspiegelt een ademhalingscyclus, zoals weerspiegeld door de verandering in SV (of PP).
De numerieke waarde van SVV (of PPV) wordt samen met de variatie van de hartfrequentie (HRV) weergegeven. Wanneer de HRV hoger is dan 10%, wordt de SVV (of PPV) als onbetrouwbaar beschouwd. De achtergrond van het HRV-display verandert in geel en de trend van het dynamische preload-responsdisplay geeft onbetrouwbare gegevens aan met behulp van een gele lijn voor elk onjuist gegevenspunt.
Druk op deze knop om het display te schakelen naar PPV.
www.lidco.com
Versie 1.04
31
Gebruikershandleiding
3.2.5 Notering van gebeurtenissen Gebeurtenissen kunnen op elk gewenst moment tijdens het gebruik van de LiDCOrapid worden gemarkeerd. Er wordt een vlag met het gebeurtenisnummer geplaatst op het hemodynamische bewakingsdisplay. Elke gebeurtenis kan individueel worden geannoteerd. Er wordt een overzicht gegeven van standaard gebeurtenistypes, terwijl ook aanvullende informatie kan worden ingevoerd. Er is altijd een volledige lijst van gebeurtenissen beschikbaar ter inzage, en voorgaande gebeurtenisinformatie kan worden bewerkt (zie paragraaf 3.2.7).
Druk hier om het submenu weer te geven en selecteer om een gebeurtenis te markeren Gebruik het volgende venster om een gebeurtenis te annoteren:
Kies een gebeurtenistype en -kenmerk. Druk op het witte vakje om aanvullende informatie toe te voegen Druk op het groene vinkje als u klaar bent, waarna de vlag wordt geplaatst, of druk op de rode X om te annuleren.
Opmerking: De gebeurtenisvlag wordt bij de dichtstbijzijnde slag geplaatst op het moment dat er op de knop wordt gedrukt.
Bediening van de LiDCOrapid
32
Gebruikershandleiding
3.2.1 Configuratie LiDCOrapid-scherm Het LiDCOrapid-scherm kan worden geconfigureerd voor het weergeven van andere parameters, met andere intervallen voor het berekenen van gemiddelden of met andere doelen dan de standaardinstellingen.
Druk op de configuratieknop
om wijzigingen in het display aan te brengen.
Hemodynamische trend: Parameters kunnen zowel absoluut als geïndexeerd op lichaamsoppervlak worden weergegeven Voor het berekenen van het gemiddelde voor het numerieke display kan worden gekozen uit: No Average [geen gemiddelde], 10, 20 (standaard) of 30 seconden CO/SV (standaard) of CO/SVR of SV/SVR kan worden weergegeven Event Respons: Stroke Volume [Slagvolume] (standaard) kan worden vervangen door CO, MAP, HR of SVR De frequentie voor het bijwerken van de gegevens kan worden gekozen uit 10 (standaard), 20 of 30 seconden Dynamische preloadrespons-parameters: SVV (standaard) of PPV SVV-grens doelgebied: 10% (standaard) PPV-grens doelgebied: 13% (standaard)
www.lidco.com
Versie 1.04
33
Gebruikershandleiding
3.2.7 Gebeurtenissenlijst Druk op deze knop om een lijst van gebeurtenissen weer te geven zoals hieronder getoond
Druk op deze knoppen om door de gebeurtenissen te scrollen en een gebeurtenis te selecteren, of raak eenvoudig de gebeurtenisinformatieregel aan.
Druk op deze knop om gebeurtenisinformatie te bewerken, zoals Event [gebeurtenis], Characteristic [kenmerk] of Additional Information [aanvullende informatie]. Opmerking: De timing van een gebeurtenis kan niet worden veranderd.
Bediening van de LiDCOrapid
34
Gebruikershandleiding
3.2.8 Geschiedenis- en Tabelschermen Druk op deze knop om het Geschiedenisscherm te openen.
Het Geschiedenisscherm kan gebruikt worden om de hemodynamische gegevens van de voorafgaande 24 uur te bekijken, inclusief de preload-responsparameters SVV, PPV en HRV. Er worden absolute of indexwaarden weergegeven op basis van de instellingen van het configuratiescherm (3.2.6).
Druk hier om deze grafiek om te schakelen tussen SVV, PPV en SVR
Raak de verticale as aan om het bedieningsvenster weer te geven.
Raak een willekeurige plaats binnen de grafiek aan om het doelvenster voor CO, SV of SVR weer te geven
De schaal van beide assen kan worden afgesteld door “Auto-scale” te deselecteren en de hoger/lager-knoppen te gebruiken.
De doellijn kan worden toegevoegd door het vakje “on” te selecteren; deze kan worden aangepast met de hoger/lager-knoppen.
www.lidco.com
Versie 1.04
35
Gebruikershandleiding
Druk op deze knop om het tabelscherm te openen
Met het Tabelscherm kunnen numerieke gegevens worden weergegeven als hulp bij het registreren van waarden voor klinische routinetabellen en algemene bestudering. Het Tabelscherm geeft alle LiDCOrapid hemodynamische parameters weer, inclusief absolute en indexwaarden, in zes (6) kolommen. Gegevens zijn beschikbaar voor maximaal de afgelopen 24 uur. De vroegste gegevens zijn de oudste beschikbare gegevens
Gegevensnavigatie: Druk om één kolom één pagina naar het begin van de gegevens te gaan
Patiëntinformatie
De laatste gegevens zijn de meest recente beschikbare gegevens.
de periode tussen elk weergegeven tijdstip. De intervalselecties zijn 5 (standaard), 15 en 30 minuten of 1, 2 en 4 uur. Uurlijkse gegevensintervallen worden bijvoorbeeld aan het begin van elk klokuur weergegeven, beginnend als het eerste volle uur verstreken is. de tijdsperiode voor de berekening van het gemiddelde van de gegevens op elk tijdstip. Het gemiddelde van de gegevens kan worden berekend voor periodes van 10 (standaard), 30 of 60 seconden.
Bediening van de LiDCOrapid
36
Gebruikershandleiding
3.3 Veiligheidsinstructies, onderhoud en reiniging Veiligheidsinstructies (zie ook binnenkant van omslag) • Raadpleeg altijd de handleiding van de LiDCOrapid hemodynamische monitor. • Controleer of de spanning van de netvoeding geschikt is voor gebruik met de LiDCOrapid hemodynamische monitor voordat u het apparaat aansluit op het stopcontact. • Koppel de LiDCOrapid hemodynamische monitor en de stroomvoorziening los van de netspanning als het apparaat niet wordt gebruikt. • Trek de stekker van dit apparaat uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik een vochtige doek voor reiniging; gebruik geen reinigingsmiddelen in vloeibare vorm of in een spuitflacon. • De BPM is niet Categorie AP of Categorie APG en mag niet in de buurt van een ontvlambaar mengsel van anesthetica met lucht of zuurstof of stikstofoxide worden gebruikt. • Wanneer u een kabel uit het stopcontact trekt, trek dan aan de stekker en niet aan de kabel. • Probeer niet het deksel aan de achterkant van de LiDCOrapid hemodynamische monitor te verwijderen of de stroomvoorziening te openen, omdat u dan het risico loopt een elektrische schok te krijgen. Dit mag alleen gedaan worden door onderhoudspersoneel dat gecertificeerd is door LiDCO Ltd. • Om het risico op elektrische schokken of blijvende schade aan het product te voorkomen, mogen de onderdelen van de LiDCOrapid hemodynamische monitor niet blootgesteld worden aan regen, vloeistof of overmatig vocht. • Raadpleeg gekwalificeerd onderhoudspersoneel als de LiDCOrapid hemodynamische monitor niet normaal functioneert, de stroomvoorziening of het netsnoer beschadigd is of vocht/vloeistof in het apparaat is gekomen.
Onderhoud Voor de LiDCOrapid hemodynamische monitor is het volgende onderhoud vereist 1. Jaarlijkse elektrische veiligheidscontrole in overeenstemming met het ziekenhuisprotocol
Reiniging WAARSCHUWING: Om potentieel levensbedreigende kruisinfectie van patiënten te voorkomen dient de aanbevolen microbiologische ontsmettingsprocedure van het ziekenhuis altijd gevolgd te worden bij het reinigen van het LiDCOrapid-systeem. Hieronder worden de aanbevolen reinigingsmaterialen en -methodes weergegeven: Reiniging: Schoonvegen met een met zeepoplossing bevochtigde doek. Desinfectering: Schoonvegen met een gaasje bevochtigd met verdunde alcohol of een ontsmettingsmiddel op basis van gluteraldehyde. Goed afdrogen met een pluisvrije doek.
www.lidco.com
Versie 1.04
37
Gebruikershandleiding
3.4 Het oplossen van problemen met de LiDCOrapid Beschrijving
Mogelijke oorzaken en correctieve maatregelen
1. Setup Screen [Installatiescherm] U krijgt geen toegang tot het LiDCOrapid-scherm
• Er moeten gegevens ingevoerd worden in de volgende velden: Patient's ID [Patiëntnummer], Height [Lengte], Weight [Gewicht] en Age [Leeftijd] voordat toegang mogelijk is tot het LiDCO-scherm Voer de gegevens in de gele vakken in Druk op de Start-knop
2. Installatieprocedure Er is een verschil van meer dan 5% tussen parameters die weergegeven worden op de primaire monitor en die weergegeven worden op het BP-venster van de LiDCOrapid
• BP-kabel is niet aangesloten op de primaire monitor en/of op de LiDCOrapid ADC-aansluiting Controleer de aansluitingen • De analoge uitvoer van de primaire monitor is niet volgens de ADC-specificatie van de LiDCOrapid hemodynamische monitor (100 mmHg = 1 volt) Controleer de specificatie van de analoge drukuitvoer van de gebruikte monitor of module • LiDCOrapid ADC is defect Controleer dit met een PulseCO-simulator of een andere primaire monitor
Op geen enkel kanaal verschijnt een BPgolfvorm
• Controleer alle kabelaansluitingen • Voor kanaal 2 moet u de IBP-golfvorm van de patiëntmonitor op nul zetten
Voor kanaal 1 worden geen waarden getoond
Kanaal 1 moet op nul worden gezet voordat er waarden zullen verschijnen
Fout nulstelling: Signaal varieert Fout nulstelling: Verschuiving te groot
Controleer of de patiëntmonitor en de transducer in de nulpositie zijn
Voor kanaal 2 worden geen BP-golfvorm of waarden getoond
Controleer de kabelaansluitingen
Geen kabel voor kanaal 2
Neem contact op met uw LiDCO-vertegenwoordiger om een kabel te bestellen. Specifieer het merk/model van uw patiëntmonitor.
De BPM voldoet aan de toepasselijke EMC-vereisten. De module kan nog steeds door andere apparatuur worden beïnvloed of zelf andere apparatuur beïnvloeden. Indien interferentie optreedt:
Verplaats de BMP om deze opnieuw te richten en/of vergroot de afstand tussen de apparatuur. Sluit de apparatuur aan op een stopcontact op een andere schakeling
Bediening van de LiDCOrapid
38
Gebruikershandleiding
Beschrijving
Mogelijke oorzaken en correctieve maatregelen
3. LiDCOSmartCard Smartcard wordt niet herkend of is ongeldig
Smartcard is verlopen
• Verkeerde kaart of kaart verkeerd geplaatst Controleer of de kaart een LiDCOsmart-kaart is en of deze naar de gebruiker toe gericht is, met de chip het eerst in de monitor gestoken (zie paragraaf 3.1.3) • De kaart is verlopen en kan niet meer worden gebruikt Vervang de kaart door een nieuwe LiDCOsmart
4. Het downloaden van gegevens Knoppen zijn niet actief Downloaden wordt niet voltooid
• USB-apparaat is niet aangesloten • USB-apparaat is vol • USB-apparaat is niet compatibel Controleer of het USB-apparaat is aangesloten Probeer een ander USB-apparaat
5. Seriële gegevensinterface Gegevens verschijnen niet op de Philips-monitor Gegevens verschijnen niet op de interface-monitor
www.lidco.com
• Vuelink Enabled niet geselecteerd voor Serial Link Selecteer Vuelink in het scherm Engineering, Data Communications, en start de monitor opnieuw op • LiDCOserial Enabled niet geselecteerd voor Serial Link Selecteer LiDCOserial in het scherm Engineering, Data Communications, en start de monitor opnieuw op
Versie 1.04
39
Gebruikershandleiding
4.0 Bijlagen A. Scherm Engineering De LiDCOrapid heeft een scherm Engineering voor de configuratie van de monitor en het downloaden van gegevensbestanden; het scherm Engineering bevat tevens een demonstratiemodus. Het scherm Engineering wordt geopend vanaf het Startup Screen [Opstartscherm] door de knop Engineering Screen [scherm Engineering] in te drukken. Het scherm Engineering heeft drie gedeelten Demonstratie Het downloaden van gegevens Engineering-functies
Bijlagen
40
Gebruikershandleiding
Engineering-functies Hieronder volgt een korte beschrijving van de Engineering-functies. Waar aangegeven, dienen deze functies te worden uitgevoerd door personeel van LiDCO, bevoegde vertegenwoordigers of daartoe opgeleid personeel. Datum en tijd instellen: datum of tijd aanpassen
Engineering-logs: voor het controleren van functionele details en foutmeldingen (door LiDCO of een bevoegd vertegenwoordiger)
Seriële interface: RS232 interface aan-/uitzetten en de frequentie van de gegevensoverdracht instellen
Demonstratie Aanraakscherm kalibreren: uitsluitend door LiDCO of bevoegd vertegenwoordiger
TCP/IP configureren: ethernet communicatiedetails instellen
LiDCOsmartcard: uitsluitend door LiDCO of bevoegd vertegenwoordiger
Update Software: gebruikt voor het upgraden van software (door LiDCO of een bevoegd vertegenwoordiger)
www.lidco.com
Het downloaden van gegevens
Versie 1.04
41
Gebruikershandleiding
Demonstratie Met de demonstratiemodus kan de gebruiker één of meerdere golfvormen in de LiDCOrapid afspelen. De monitor zal een periodiek bericht tonen wanneer een demonstratiegolfvorm wordt weergegeven. In deze modus wordt de signaaluitvoer van de normale bloeddruk genegeerd. De volgende golfvormen zijn beschikbaar in de demonstratiemodus:
Inotroop Hoge hartfrequentie Stabiel Vochttoediening Post-vochttoediening Vochtrespons
Bijlagen
42
Gebruikershandleiding
Het downloaden van gegevens
De LiDCOrapid bewaart patiëntgegevens gedurende maximaal 6 maanden. Met de functie voor het downloaden van gegevens kunnen patiëntbestanden worden gedownload als LiDCOview-bestanden (*.LVU) of kunnen specifieke bestanden afzonderlijk worden gedownload. Alle gegevens worden gedownload naar USB-sticks die moeten worden ingevoerd voordat het downloaden kan plaatsvinden. De bestanden worden naar patiënt-ID-veld gerangschikt. De patiëntnaam wordt niet opgenomen in de gegevensbestanden. Het download-scherm maakt eenvoudige navigatie door de beschikbare gegevens mogelijk omdat het alle bestanden met de gerelateerde patiënt ID-'map' verzamelt. Deze ‘mappen’ kunnen worden gesorteerd op Patient ID, Start, Stop of Duration [duur]. In het onderste venster worden alle gerelateerde bestanden weergegeven. Het downloaden van gegevens 1. Voer een USB-stick in en controleer of hij wordt geaccepteerd 2. Selecteer het Patient ID 3. Druk op de LiDCOview-knop om de volledige gegevensset (*.LVU) te downloaden of 4. Selecteer het specifieke bestand in het onderste venster en druk op de groene knop 'File Download' [downloaden bestand]. Opmerking: Sommige USB-sticks werken niet met LiDCOrapid.
www.lidco.com
Versie 1.04
43
Gebruikershandleiding
Gegevensoverdracht Druk op deze knop om Data Communications [gegevensoverdracht] in te voeren Sluit een 9-pins D-type kabel op de COM1-poort aan Gegevensuitvoer: CO/CI, SV/SVI, SVR/SVRI, PPV, SVV, HRV
Philips VueLink Druk op Serial Enabled en Vuelink Enabled Hiervoor is Vuelink-module ‘Aux Plus’ (M1032A, A05) vereist En interfacekabel: M1032-61699, K6C Het interval is ingesteld door Philips De berekening van het gemiddelde kan worden ingesteld op: No [Geen], 10, 20 of 30 seconden
Overige RS-232 aansluitingen Druk op Serial Enabled en LiDCOSerial Enabled Het interval kan worden geselecteerd van slaggegevens tot 4-uurlijks De berekening van het gemiddelde kan worden ingesteld op: 10, 20, 30 of 60 seconden
Neem contact op met LiDCO voor een gedetailleerde interfacespecificatie.
Bijlagen
44
Gebruikershandleiding
B. Specificaties Algemene specificaties: Monitor - HM 81-01 Platform:
POC-125
DTP1201
Gewicht:
4,8 kg
4,75 kg
Afmetingen:
420 x 323 x 106 mm
370 x 230 x 75 mm
Voeding:
24 VDC
Stroomverbruik:
50 W
Weergavescherm:
12" kleuren-lcd
12" kleuren-lcd
Gebruikersinterface:
Aanraakscherm
Aanraakscherm
Externe aansluitingen:
Voeding; 24 VDC
Voeding; 24 VDC
Analoge bloeddrukinvoer
Analoge bloeddrukinvoer
Downloaden van bestanden
Downloaden van bestanden
10 - 40 °C
10 - 40 °C
30-75% RH niet-condenserend
30-75% RH niet-condenserend
700-1060 hPa
700-1060 hPa
Werkingscondities:
100-250 VAC 50-60 Hz 60 W
Specificatie van invoersignaal: Schaal van uitvoer:
1 V/100 mmHg
Bereik:
0-2,5 VDC (0-250 mmHg)
Nauwkeurigheid:
± 3% van de volledige schaal
Signaal t.o.v. ruis:
beter dan -55 dB
Specificatie interne ADC kaart: Resolutie:
12 bit
Nauwkeurigheid:
0,01% ± bit Stabiliteit: beter dan 0,5% volledige schaal (over 4 uur)
Classificatie van apparaat: SELV (IEC 601) Voor continu gebruik
Class 1
Voor continu gebruik
Niet beveiligd tegen insijpelend water Niet gebruiken in de nabijheid van ontvlambare gassen Uitgerust met een 3 V, 195 mA lithiumbatterij. Mag alleen door gekwalificeerd servicepersoneel worden vervangen. Verwijder de oude batterij op een veilige wijze in overeenstemming met de geldende wetgeving.
www.lidco.com
Versie 1.04
45
Gebruikershandleiding
Bureaustandaard:
Li10533 Afstandsstuk voor bureaustandaard Li10532 Li10533 Bureaustandaard voor POC-125 monitorplatform
Gewicht:
1,0 kg
Afmetingen:
383 x 214 x 93mm
Rotatie:
vast op 20°
Stroomvoorziening: POC - 125 PSU PCM80P524 Voeding:
100-250 VAC 50-60Hz
Uitvoer:
24 VDC
Classificatie van apparaat:
Klasse 1 (IEC 601)
LiDCOsmart Card Li10506 Type
Microprocessor-geïntegreerde chip
Afmetingen (BxLxD)
Nominaal: 86 x 54 x 0,76 mm (7816-1)
Geheugen
Minimaal 1 Kb
Bijlagen
46
Gebruikershandleiding
C. Elektrische veiligheid Bijlage 4 - Richtlijn IEC 60601-1-2:2001 (BS EN 60601-1-2:2002) en verklaring van de fabrikant Voor het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem zijn speciale voorzorgsmaatregelen nodig m.b.t. EMC en het systeem moet geïnstalleerd en in gebruik genomen worden volgens onderstaande EMC-informatie. Draagbare en mobiele RF communicatieapparatuur kan het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem beïnvloeden. Om te voldoen aan de eisen mag het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem alleen gebruikt worden met de volgende kabels, die door LiDCO worden geleverd: Beschrijving
Maximumlengte
AC-netsnoer
<3,0 m
DC-netsnoer
<3,0 m
PulseCO (LiDCOrapid) naar bloeddrukmonitor van de patiënt
<3,0 m
BPM-interfacekabel
<4,0 m
Het gebruik van andere accessoires en kabels met het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem dan die door LiDCO worden geleverd, kan leiden tot hogere emissies of verminderde immuniteit van het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem. Richtlijn en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische emissies Het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem is bedoeld voor gebruik in de hierna gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem moeten zich ervan vergewissen dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Emissietest
Voldoet aan
Elektromagnetische omgeving - richtlijn
RF-emissies CISPR 11
Groep 1
Het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem gebruikt alleen RF-energie voor zijn interne functie. Daarom zijn de RF-emissies van het systeem zeer laag en veroorzaken ze geen interferentie in nabije elektronische apparatuur.
RF-emissies CISPR 11
Klasse B
IEC 61000-3-2 Harmonische emissies
Klasse A
Het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem is geschikt voor gebruik in alle panden, inclusief woonhuizen, en panden die rechtstreeks aangesloten zijn op het openbare laagspanningsstroomnet dat gebruikt wordt in woongebouwen.
Voltageschommelingen/ trillingsemissies IEC 61000-3-3
Voldoet
Het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem mag niet worden gebruikt vlak naast of gestapeld op of onder andere apparatuur. Als naast elkaar plaatsen of stapelen onvermijdelijk is, dient geobserveerd te worden of het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem normaal werkt in die opstelling.
www.lidco.com
Versie 1.04
47
Gebruikershandleiding
Richtlijn en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit Het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem is bedoeld voor gebruik in de hierna gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem moet zich ervan vergewissen dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest
IEC 60601 testniveau
Nalevingsniveau
Elektromagnetische omgeving - richtlijn Deenvironment vloeren moeten bestaan uit hout, beton of keramiektegels. Als de vloeren bedekt zijn met synthetisch materiaal moet de relatieve vochtigheid minder dan 30% bedragen.
±6 kV contact
±6 kV contact
±8 kV lucht
±8 kV lucht
Elektrische snelle overgangsstroom/burst IEC 61000-4-4
± 2 kV voor netvoedingslijnen ± 1 kV voor invoer/uitvoerlijnen
± 2 kV voor netvoedingslijnen ± 1 kV voor invoer/uitvoerlijnen
De kwaliteit van de stroom op de hoofdleiding moet deze zijn van een gebruikelijke commerciële of ziekenhuisomgeving.
Stroomstoot IEC 61000-4-5
± 1 kV differentiaalmodus ±2 kV normale modus
± 1 kV differentiaalmodus ±2 kV normale modus
De kwaliteit van de stroom op de hoofdleiding moet deze zijn van een gebruikelijke commerciële of ziekenhuisomgeving.
Korte spanningsdalingen, korte onderbrekingen en spanningsvariaties op netvoedingslijnen IEC 61000-4-11
<5 % UT (>95 % daling in UT ) gedurende 0,5 cyclus
<5 % UT (>95 % daling in UT ) gedurende 0,5 cyclus
40 % UT (60 % daling in UT ) gedurende 5 cycli
40 % UT (60 % daling in UT ) gedurende 5 cycli
70 % UT (30 % daling in UT ) gedurende 25 cycli
70 % UT (30 % daling in UT ) gedurende 25 cycli
<5 % UT (>95 % daling in UT ) gedurende 5 sec
<5 % UT (>95 % daling in UT ) gedurende 5 sec
De kwaliteit van de stroom op de hoofdleiding moet deze zijn van een gebruikelijke commerciële of ziekenhuisomgeving. Als de gebruiker van het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem ononderbroken werking wil gedurende stroomonderbrekingen, is het aanbevolen het LiDCOrapid hemodynamische monitorsysteem aan te sluiten op een stroombron die niet kan worden onderbroken.
3 A/m
0,3 A/m
Elektrostatische – ontlading (ESD) IEC 61000-4-2
Stroomfrequentie (50/60 Hz) magnetisch veld IEC 61000-4-8
De magnetische velden van de stroomfrequentie moeten op het normale niveau liggen van een gebruikelijke locatie in een gebruikelijke zakelijke of ziekenhuisomgeving.
OPMERKING UT is de wisselstroomnetspanning vóór het toepassen van het testniveau.
Bijlagen
48
Gebruikershandleiding
Testen van de elektrische veiligheid De LiDCOrapid POC-125 monitor is een (SELV) Safety Extra Low Voltage-apparaat, dat van stroom voorzien wordt door een Klasse 1 stroomvoorziening. Er zijn geen onderdelen die op de patiënt worden toegepast of een beschermende aardverbinding. Elektrische veiligheid wordt tot stand gebracht via de monitor die een SELV-apparaat is, en via de constructie van de Klasse 1 stroomvoorziening. Het systeem is getest en voldoet aan alle relevante clausules van de IEC 60601-1 norm. Testen van de elektrische veiligheid: 1. Test het systeem als een Klasse 1 Type B IEC 60601-1 apparaat. (Raadpleeg uw gebruikershandleiding Elektrische veiligheidsanalyse) 2. De beschermende aardweerstandstest is geen vereiste voor de POC-125 LiDCOrapid monitor. U kunt de test overslaan als u met de hand test, of het testresultaat negeren als het deel uitmaakt van een automatische testreeks. 3. Alle tests moeten de IEC 60601-1 testlimieten doorstaan, met uitzondering van de beschermende aardweerstandstest.
Opmerking: De nop op de achterkant van de monitor is slechts een equipotentiaalverbinding. Deze moet niet worden verward met een beschermende aardverbinding . De LiDCOrapid DTP1201 is een klasse 1-apparaat. Het systeem is getest en in overeenstemming met alle relevante clausules van de norm IEC 60601-1.
www.lidco.com
Versie 1.04
49
Gebruikershandleiding
D. Schema monitorconnectors POC-125/127
Onderaanzicht van de monitor 1
2
1. Stroomingang 2. Aan/uit-schakelaar 3. BP-signaalingang naar ADC-kaart
3
Achteraanzicht van de monitor
7 6 5
2 4
Bijlagen
6 4 7
5
RS232 VGA USB-poorten Ethernet
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Stroomingang Aan/uit-schakelaar BP-signaalingang naar ADC-kaart RS232 VGA USB-poorten Ethernet
4
DTP-1201 1
4. 5. 6. 7.
3
6
50
Gebruikershandleiding
E. LiDCOrapid montage-opties • Bureaustandaard en klem voor stangmontage
POC-125 Gebruik 4 schroeven M4x20mm
DTP 1201 Gebruik 4 schroeven M4x16mm
• Klem voor stangmontage
POC-125 Gebruik 4 schroeven M4x12mm
DTP 1201 Gebruik 4 schroeven M4x10mm
10-32 X 5/16" FHMS (4-off)
www.lidco.com
Versie 1.04
51
Gebruikershandleiding
LiDCO Blood Pressure Module Installation M4 schroeflengtes, mm Figure A
Staanderklem
Figure C Standaard en Staanderklem Figure D Standaard
LiDCOrapid (POC-125)
LiDCOrapid (DTP-1201)
25mm
12mm
25mm
16mm
25mm
16mm
M4 x 12mm M4 x 16mm M4 x 25mm M4 x4 off Figure A
Figure D Figure C
M4 x4 off
M4 x4 off
Bijlagen
52
Gebruikershandleiding
F. Referenties 1. Pearse R, Dawson D, Fawcett J, Rhodes A, Grounds RM, Bennett ED. Early goal-directed therapy after major surgery reduces complications and duration of hospital stay. A randomised, controlled trial. 2005 Critical Care, 9:R687-R693 (DOI 10.1186/cc3887) 2. Michard F, Boussat S, Chemla D, Anguel N, Mercat A, Lecarpentier Y, Richard C, Pinsky M, Teboul JL: Relation between Respiratory Changes in Arterial Pulse Pressure and Fluid Responsiveness in Septic Patients with Acute Circulatory Failure Am J Respir Crit Care Med 2000; 162:134–138 3. Berkenstadt H, Margalit N, Hadaani M, Friedman Z, Segal E, Villa Y, Perel A: Stroke volume variation as a predictor of fluid responsiveness in patients undergoing brain surgery. Anesth analg 2001; 92:984-9. 4. Belloni et al Assessment of fluid responsiveness parameters for off pump coronary artery bypass surgery: A comparison among LiDCO, Transesophageal Echocardiography and Pulmonary Artery Catheter. 2007 Journal of Cardiothoracic and Vascular Anesthesia. J Cardiothorac Vasc Anesth. 2008 Apr; 22(2):243-8 5. Wilde, R.B.P, Schreuder, J.J, van den Berg, P.C.M, Jansen J.R.C, (2007). An evaluation of cardiac output by five arterial pulse contour techniques during cardiac surgery. Anaesthesia 62:760 –68. 6. Costa, G.C, Della Rocca G, Chiarandini, P, Mattelig, S, Pompei, L, Barriga M. S, Reynolds, T, Cecconi, M, Pietropaoli, P, (2007). Continuous and intermittent cardiac output measurement in hyperdynamic conditions: pulmonary artery catheter vs. lithium dilution technique. Intensive Care Medicine, doi:10:1007/s00134-007-0878-6. 7. Missant, C, Rex, S, Wouters, P.F, (2007) Accuracy of cardiac output measurements with pulse contour analysis (PulseCOTM) and Doppler echocardiography during off-pump coronary artery bypass grafting. European Journal of Anaesthesiology, 1-6, doi: 10.1017/S0265021507002979. 8. Pittman, J, Bar Yosef, S, SumPing, J, Sherwood M, Mark, J (2005). Continuous cardiac output monitoring with pulse contour analysis: A comparison with lithium indicator dilution cardiac output measurement. Critical Care Medicine 33: 2015-2021. 9. Hamilton, T.T, Huber, L.M, Jessen, M.E, (2002). PulseCO: a less-invasive method to monitor cardiac output from arterial pressure after cardiac surgery. Ann Thoracic Surgery, 74:S1408-12. 10. Smith J, Kirwan C, Lei K, Beale R (2005) Cardiac Output measured by lithium dilution and transpulmonary thermodilution in adult intensive care patients. Critical Care Medicine 33(12) Suppl; 207-S; A56 11. Smith J, Kirwan C, Lei K, Beale R (2007) Comparison between un-calibrated cardiac output using the femoral and radial arterial pressure waveform in critically ill patients ISECM A779 12. Marquez J., McCurry K., Severyn D., Pinsky M. (2008) Ability of pulse power, esophageal Doppler and arterial pulse pressure to estimate rapid changes in stroke volume in humans. Critical Care Medicine 36(11) 3001-7.
www.lidco.com
Versie 1.04
53
Gebruikershandleiding
13. Kemps H, Thijssen E, Schep G, Sleutjes B,De Vries W, Hoogeveen A, Wijn P, Doevendans P. (2008) Evaluation of two methods for continuous cardiac output assessment during exercise in chronic heart failure patients. Journal of Applied Physiology 105: 1822-1829 14. Mills E, Jonas M, Wolff C, O’Brien T (2010) PulseCO consistency: variation in calibration factor over 24 and 48 hours. Poster presentation ISICEM, Brussels. Critical Care 14(1), p101 15. Jonas M, Mills E, Wolff C, O’Brien T (2010) Effect of cardiac arrhythmias on PulseCO calibration and performance. Poster presentation ISICEM, Brussels. Critical Care 14(1), p102 16. Green D, Paklet L (2010) Latest developments in peri-operative monitoring of the high-risk major surgery patient. International Journal of Surgery 8 90-99 17. Abdel-Galil K, Craske D, McCaul J (2010) Optimisation of intraoperative haemodynamics: early experience of its use in major head and neck surgery. Brit Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 48 (3) 189-191 18. Purushothaman B, O’Brian T, Green D (2010) The hemodynamic effects of anaesthetic induction and their correlation with changes in depth of anaesthesia. Proceedings of the 2010 Annual Meeting of the ASA 19. Koff M, Richard K, Novak M, Canneson M, Dodds T (2010) Elevated PPV predict an increased length of stay and morbidity during high risk abdominal surgery. Proceedings of the 2010 Annual Meeting of the ASA 20. Hadian M, Severyn D, Pinsky M (2010) The effects of vasoactive drugs on pulse pressure and stroke volume variation in postoperative ventilated patients. Critical Care In press 21. Linton N, Linton R (2003) Haemodynamic response to a small intravenous bolus injection of epinephrine in cardiac surgical patients. European Journal of Anaesthesiology 20: 298-304 22. Dyer RA, Piercy JL, Reed AR, Lombard CJ, Schoeman LK, James MF (2008) Hemodynamic changes associated with spinal anesthesia for cesarean delivery in preeclampsia. Anesthesiology Vol. 108, No. 5, 802 – 811 23. Jonas M, Fennell J, Brudney CS. (2008). Haemodynamic optimsation of the surgical patient revisited. Anaesthesia International, Spring 2008 Vol 2 No1 24. Archer T, Knape K, Liles D, Wheeler A, Carter B. (2008). The hemodynamics of oxytocin and other vasoactive agents during neuraxial anesthesia for cesarean delivery: findings in six cases. Int. J. Obstetric Anesthesia Vol. 17:3, 247-254. 25. Kim H, Hadian M, Severyn D, Pinsky M (2009). Cross-comparison of the trending accuracy of continuous cardiac output measurement devices in postoperation patients. Poster presentation ISICEM, Brussels. Critical Care, 13(Suppl 1):P209doi:10.1186/cc7373 26. Dyer R, Reed A, van Dyk D, Arcache M, Hodges O, Lombard C, Greenwood J, James M (2009) Hemodynamic Effects of Ephedrine, Phenylephrine, and the Coadministration of Phenylephrine with Oxytocin during Spinal Anesthesia for Elective Cesarean Delivery. Anesthesiology 111:753-65 27. Cecconi M, Monti G, Dawson D, Vamadan S, Hamilton M, Della Rocca G, Grounds RM, Rhodes A (2009) Dynamic Indices by PulseCO in post surgical intensive care patients. Proceedings of the 2009 Annual Meeting of the ESICM
Referenties
54
Gebruikershandleiding
28. P Brass, E Mills. J Latza, J Peters, E Berendes. LiDCOrapid and PICCOplus preload response parameter validation study. ISICEM 2011 doi:10.1186/cc9481 29. P Brass, E Mills. J Latza, J Peters, E Berendes. Comparison of cardiac index: LiDCOrapid and PICCOplus in the ICU. ISICEM 2011 doi:10.1186/cc9482 30. P D Santis, C Marano, F Cavallor, A Della’Anna, P DE Santis, C Bonarrigo, C Falcone, C Sandroni. Prediction of fluid responsiveness with the LiDCO System. Journal List, 2011 doi:10.1186/cc9484 31. C Willars, A Dada, D Green, Functional haemodynamic monitoring the relative merits of SVV, SPV and PPV as measured by the LiDCOrapid in predicting fluid responsiveness in high-risk surgical patients. Poster presentation, 2011 doi:10.1186/cc9486 32. S. Lobo, L Ronchi, N Oliveira, P Brandao, A Froes, G Cunrath, K Mishiyama, J Netinho, F Lobo. Restrictive strategy of intra-operative fluid maintenance during optimization of oxygen delivery decreases major complications after high-risk surgery. Crit Care 2011 Sep 23; 15(5): R226
www.lidco.com
Versie 1.04
55
2327 Userʼs Manual, LiDCOrapid, Dutch Li10676
Hoofdkantoor, R&D en Productie LiDCO Limited 16 Orsman Road, Londen, N1 5QJ, Groot-Brittannië Telefoon: +44 (0) 20 7749 1500 Fax: +44 (0) 20 7749 1501 Sales en marketing LiDCO Limited Unit M, South Cambridge Business Park, Babraham Road Sawston, Cambridge, CB22 3JH, Groot-Brittannië Telefoon: +44 (0) 1223 830666 Fax: +44 (0) 1223 837241 Zie www.lidco.com voor uw plaatselijke distributeur
www.lidco.com