Gebruikershandleiding Pomp
PT 2 PT 2A
0151719nl
009
0810
Copyrightmededeling
© Copyright 2010 by Wacker Neuson Corporation. Alle rechten, inclusief het recht tot kopiëren en van verspreiding zijn voorbehouden. Deze publicatie mag gefotokopieerd worden door de oorspronkelijke koper van de machine. Elke andere soort vermenigvuldiging is verboden zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Wacker Neuson Corporation. Elke soort niet door Wacker Neuson Corporation geautoriseerde vermenigvuldiging of versp[reiding vormt een schending van geldige auteursrechten. Tegen overtreders hiervan zal gerechtelijke vervolging worden ingesteld.
Handelsmerken
Alle handelsmerken waarnaar in deze handleiding verwezen wordt zijn het eigendom van de respectieve eigenaren ervan.
Fabrikant
Wacker Neuson Corporation N92W15000 Anthony Avenue Menomonee Falls, WI 53051 VS Tel. (262) 255-0500 · Fax (262) 255-0550 · Tel. (800) 770-0957 www.wackerneuson.com
Vertaalde instructies
Deze Gebruiksaanwijzing is een vertaling van de originele instructies. De oorspronkelijke taal van deze Gebruiksaanwijzing is Amerikaans Engels.
PT 2
Voorwoord
Voorwoord Machines die in deze handleiding worden behandeld Machine
Artikelnummer
PT 2
0009318, 0009319, 0009320
PT 2A
0009092, 0009095, 0009237
PT 2(I)
0620725
PT 2V
0009093, 0009096, 0009238
PT 2H
0009094, 0009097, 0009239
Machinedocumentatie Bewaar te allen tijde een exemplaar van de Gebruikershandleiding bij de machine. Gebruik het afzonderlijke Onderdelenboek dat met de machine is meegeleverd om reserveonderdelen te bestellen. Zie de afzonderlijke reparatiehandleiding voor gedetailleerde instructies over onderhoud en reparaties aan de machine. Mocht u een of meer van deze documenten niet in uw bezit hebben, neem dan contact op met Wacker Neuson Corporation om een exemplaar te bestellen, of bezoek www.wackerneuson.com. Zorg dat u het modelnummer, artikelnummer, revisienummer en serienummer van de machine bij de hand hebt wanneer u onderdelen bestelt of informatie over onderhoud aanvraagt.
Verwachtingen t.a.v. informatie in deze handleiding Deze handleiding verschaft de informatie en procedures voor de veilige bediening en het veilig onderhoud van het/de bovenstaand(e) Wacker Neusonmodel(len). Lees voor uw eigen veiligheid en om het risico van letsel te verminderen alle instructies die in deze handleiding staan aandachtig door en zorg ervoor dat u ze begrijpt en naleeft. De Wacker Neuson Corporation behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om, zelfs zonder voorafgaande kennisgeving, technische wijzigingen aan te brengen die de prestaties of veiligheidsnormen van haar machines verbeteren. De informatie in deze handleiding is gebaseerd op machines die zijn vervaardigd tot op het moment van publicatie. Wacker Neuson Corporation behoudt zich het recht voor om elk willekeurig gedeelte van deze informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Goedkeuring van de fabrikant Deze handleiding bevat verschillene verwijzingen naar goedgekeurde onderdelen, hulpstukken en modificaties. De volgende definities zijn van toepassing: Goedgekeurde onderdelen of hulpstukken zijn die onderdelen die worden vervaardigd of geleverd door Wacker Neuson.
wc_tx001342nl.fm
3
Voorwoord
PT 2
Goedgekeurde modificaties zijn veranderingen die door een erkend Wacker Neuson servicecentrum worden uitgevoerd volgens door Wacker Neuson gepubliceerde schriftelijke instructies. Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken en modificaties zijn die onderdelen/veranderingen die niet aan de goedgekeurde criteria voldoen. Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties kunnen tot het volgende leiden: ernstig gevaar van letsel voor de operator en personen in het werkgebied; permanente machineschade, die niet door de garantie wordt gedekt. Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer als u vragen hebt over goedgekeurde of niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties.
4
wc_tx001342nl.fm
PT 2 1
Informatie inzake veiligheid 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
Inhoudsopgave 7
Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding ..................... 7 Machinebeschrijving en beoogd gebruik .............................................. 8 Bedrijfsveiligheid ................................................................................ 10 Veiligheidsaspecten van verbrandingsmotoren .................................. 12 Veiligheidsaspecten onderhoud ......................................................... 14
Labels 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
15 Plaats van labels (PT 2A, PT 3A, PT 2, PT 3) .................................... 15 Plaats van labels (PT 2V, PT 3V) ....................................................... 16 Plaats van labels (PT 2H, PT 3H) ...................................................... 17 Veiligheid label ................................................................................... 18 Informatielabels ................................................................................. 20
3
Hijsen en transport
21
4
Bedrijf
23
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16
De machine op het eerste gebruik voorbereiden ............................... 23 Aanbevolen brandstof (Wacker Neuson / Honda / Vanguard) ........... 23 Aanbevolen brandstof (Hatz) .............................................................. 23 Voor u begint ...................................................................................... 24 Starten (Wacker Neuson) ................................................................... 26 Stoppen (Wacker Neuson) ................................................................. 26 Starten (Honda) .................................................................................. 27 Stoppen (Honda) ................................................................................ 27 Starten (Vanguard) ............................................................................. 28 Stoppen (Vanguard) ........................................................................... 28 Starten (Hatz) ..................................................................................... 29 Koud weer starten (Hatz) ................................................................... 30 Stoppen (Hatz) ................................................................................... 30 Bedrijf ................................................................................................. 30 Slangen en klemmen .......................................................................... 31 Procedure voor noodstops ................................................................. 32
wc_bo0151719nl_009TOC.fm
5
Inhoudsopgave 5
Onderhoud 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15 5.16 5.17 5.18 5.19 5.20
6
PT 2 33
Onderhoudsschema ............................................................................33 Motorolie systeem (Hatz) ....................................................................34 Motorolie (Wacker Neuson / Honda / Vanguard) ................................36 Luchtfilter (Wacker Neuson) ................................................................37 Luchtfilter (Honda) ...............................................................................38 Luchtfilter (Vanguard) ..........................................................................39 Luchtfilter (Hatz) ..................................................................................40 Bougie (Wacker Neuson / Honda / Vanguard) ....................................41 Filterbeker reinigen (Honda) ................................................................41 Cleaning Fuel Strainer (Wacker Neuson) ............................................42 Brandstoffilter (Vanguard) ...................................................................42 Brandstoffilter (Hatz) ...........................................................................43 Afstellen carburateur (Wacker Neuson / Honda) .................................44 Afstellen carburateur (Vanguard) ........................................................45 Klepspeling (Hatz) ...............................................................................46 Afstellen stuwradspeling ......................................................................48 Reinigen pomp ....................................................................................49 Opslag .................................................................................................50 Accessoires .........................................................................................50 Storingen ............................................................................................51
Technische specificaties 6.1 6.2 6.3
52
Motor ...................................................................................................52 Pomp ...................................................................................................53 Geluidsmeting .....................................................................................53
6
wc_bo0151719nl_009TOC.fm
PT 2/3 /... 1
Informatie inzake veiligheid
Informatie inzake veiligheid 1.1
Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding Deze handleiding bevat vermeldingen voorafgegaan door GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP en N.B., die moeten worden opgevolgd om de kans op lichamelijk letsel, beschadiging van de machine of verkeerd onderhoud te beperken. Dit is het symbool dat een gevaar voor de veiligheid aanduidt. Het wordt gebruikt om u attent te maken op mogelijke gevaren voor lichamelijk letsel. f Leef alle veiligheidsinstructies na die bij dit symbool staan.
GEVAAR GEVAAR duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, zal resulteren in dodelijk of ernstig letsel. f Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om ernstig of fataal letsel te vermijden.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, zal resulteren in dodelijk of ernstig letsel. f Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om ernstig of fataal letsel te vermijden.
VOORZICHTIG VOORZICHTIG duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, zal resulteren in licht of matig letsel. f Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om ernstig of fataal letsel te vermijden.
LET OP: Als dit zonder veiligheidssymbool wordt gebruikt, duidt LET OP op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, tot materiële schade kan leiden. NB: Duidt op aanvullende informatie die van belang voor een procedure is.
wc_si000003nl.fm
7
Informatie inzake veiligheid 1.2
PT 2/3 /...
Machinebeschrijving en beoogd gebruik Machinebeschrijving Deze machine is een centrifugale vuil pomp. De Wacker Neuson vuilpomp bestaat uit een benzine- of dieselmotor, een brandstoftank en een rotorpomp met uitlaten voor waterafzuiging en afvoer, omringd door een buisvormige stalen structuur. De motor roteert de rotor tijdens gebruik. Afvalwater wordt in de pomp gezogen via de zuiguitlaat en verdreven via de afvoeruitlaat. De operator verbindt de slangen aan de pomp en leidt ze zodanig dat water en vaste lichamen van het werkgebied wegstromen en afgevoerd worden naar een geschikte plaats. Beoogd gebruik Deze machine heeft als doel om gebruikt te worden voor algemene ontwateringstoepassingen. Deze machine heeft als doel het pompen van helder water, of van water met vaste lichamen niet groter dan in de productspecificaties staat, en tot de heffingslimieten voor stroming, opvoer en zuiging zoals ook vermeld staat in de productspecificaties. Misbruik Deze machine is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het hierboven beschreven beoogde gebruik. De machine voor enig ander doel gebruiken kan de machine blijvend beschadigen of de operator of andere personen op de werklocatie ernstig letsel berokkenen. Door misbruik veroorzaakte machineschade wordt niet door de garantie gedekt. Hier volgen enkele voorbeelden van misbruik: •
Het pompen van brandbare, explosieve of corrosieve vloeistoffen
•
Het pompen van hete of vluchtige vloeistoffen dat leidt tot pompcavitatie
•
De pomp niet gebruiken volgens de productspecificaties door middel van incorrecte slangdiameter, incorrecte slanglengte, andere inlaat of uitlaatbeperkingen of overmatige zuigingsheffing of opvoer
•
De machine gebruiken als ladder, ondersteuning of werkblad
•
De machine gebruiken voor het dragen of vervoeren van meerijders of materiaal
•
De machine niet volgens de productsbeschrijvingen bedienen
•
De machine niet bedienen volgens de waarschuwingen op de machine en in de Bedieningshandleiding
8
wc_si000003nl.fm
PT 2/3 /...
Informatie inzake veiligheid
Residuele risico's Deze machine werd ontworpen en gebouwd volgens de laatste wereldwijde veiligheidsnormen. Hij is zorgvuldig geconstrueerd om gevaren voor zover praktisch te elimineren en de veiligheid voor de operator te verhogen door middel van beveiligingsmiddelen en het aanbrengen van labels. Na het nemen van beschermingsmaatregelen kunnen er echter enige risico's blijven bestaan. Driskseze worden residuele risico's genoemd. Op deze machine kan dit blootstelling omvatten aan: •
Warmte, geluid, uitlaatgassen en koolmonoxide van de motor
•
Brandgevaar door onjuiste vulling van de brandstoftank
•
Brandstof en brandstofrook
•
Persoonlijk letsel door onjuiste heffingstechnieken
•
Projectielgevaar van de afvoer
•
Indeukingsgevaar van een kantelende of vallende pomp
Om uzelf en anderen te beschermen moet u ervoor zorgen dat u de in deze handleiding geboden veiligheidsinformatie grondig leest en begrijpt, voordat u de machine gaat gebruiken.
wc_si000003nl.fm
9
Informatie inzake veiligheid 1.3
PT 2/3 /...
Bedrijfsveiligheid Opmerking: Door de overheid wordt in gezondheids- en veiligheidscodes bepaald dat op sommige plaatsen vonkenvangers moeten worden gebruikt op inwendige verbrandingsmotoren die op koolwaterstof werken. Een vonkenvanger is een apparaat dat is ontworpen om te voorkomen dat vonken of vlammen uit de uitlaat van de motor zouden kunnen ontsnappen. Hiervoor wordt het gebruik van vonkenvangers door de overheid bepaald en voorgeschreven (United States Forest Service). Om aan alle plaatselijke voorschriften inzake vonkenvangers te voldoen, neemt u contact op met de distributeur van de motor of met de plaatselijke gezondheids- en veiligheidsinstanties. Een adequate opleiding en bekendheid met de machine zijn noodzakelijk voor het veilig bedienen ervan. Verkeerd gebruik van de machine of gebruik door ongeschoold personeel kan gevaar WAARSCHUWING opleveren. Lees de gebruiksvoorschriften en zorg dat u vertrouwd bent met de bediening en plaats van alle instrumenten en knoppen. Onervaren gebruikers dienen te worden opgeleid door iemand die vertrouwd is met de apparatuur voordat zij de machine mogen bedienen. Kwalificaties van de operator Alleen getraind personeel mag de machine starten, gebruiken en afsluiten. Zij moeten tevens aan de volgende kwalificaties voldoen: •
instructies hebben gekregen over het juiste gebruik van de machine;
•
vertrouwd zijn met de vereiste veiligheidsapparaten
Tot de machine mag geen toegang worden verleend aan, en hij mag niet worden bediend door: •
kinderen;
•
personen die alcohol of drugs hebben gebruikt
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE) Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting (PPE) tijdens het gebruik van deze machine:
1.3.1
•
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
•
veiligheidsbril met zijbescherming;
•
gehoorbescherming;
•
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
Laat NOOIT iemand zonder geschikte training deze apparatuur bedienen. Iedereen die deze apparatuur bedient, moet vertrouwd zijn met de risico’s en gevaren die eraan verbonden zijn.
10
wc_si000003nl.fm
PT 2/3 /...
wc_si000003nl.fm
Informatie inzake veiligheid
1.3.2
Gebruik NOOIT hulpstukken die niet aanbevolen zijn door Wacker Neuson. Dit kan resulteren in schade aan de apparatuur of verwonding van de gebruiker.
1.3.3
NOOIT de warme knaldemper, het motorblok of koelribben aanraken. Dit zal brandwonden veroorzaken.
1.3.4
NOOIT vluchtige of brandbare vloeistoffen, of vloeistoffen met een laag ontvlammingspunt pompen. Deze vloeistoffen zouden kunnen ontbranden of exploderen.
1.3.5
NOOIT bijtende chemicaliën of water dat giftige stoffen bevat, pompen. Deze vloeistoffen kunnen ernstige gezondheids- of milieurisico's opleveren. Neem contact op met plaatselijke autoriteiten voor assistentie.
1.3.6
De vuldop NOOIT openen wanneer de pomp heet is. De koppelstukken voor de inlaat of afvoerslang nooit losmaken wanneer de pomp heet is. Heet water in de pomp kan onder druk staan zoals in de radiateur van een auto. Laat de pomp voldoende afkoelen zodat u hem met de blote hand kunt aanraken, voordat u de vuldop losmaakt en voordat u de koppelstukken van de inlaat- of afvoerslang losmaakt.
1.3.7
Het pomphuis NOOIT openen terwijl de pomp draait en de pomp NOOIT zonder de deksel starten. Het draaiende stuwrad in de pomp kan voorwerpen die erin vastraken, beschadigen of afsnijden.
1.3.8
De stroom in de inlaat- of afvoerslang NOOIT blokkeren of hinderen. Eventuele knikken in de afvoerslang verwijderen voordat u de pomp opstart. In geval van een geblokkeerde inlaat- of afvoerslang kan water in de pomp oververhitten.
1.3.9
Vergewis u er ALTIJD van dat de gebruiker vertrouwd is met de juiste veiligheidsvoorzieningen en bedieningstechnieken vooraleer hij/zij de machine gebruikt.
1.3.10
Er ALTIJD voor zorgen dat diegene die de machine bedient bekend is met de correcte veiligheidsprocedures en bedieningswijze voordat hij/ zij de machine gebruikt.
1.3.11
Er ALTIJD voor zorgen dat de maskinen op een stevige, vlakke ondergrond staat en niet kan kantelen, omrollen, wegglijden of vallen terwijl hij draait.
1.3.12
Sluit de brandstofklep op motoren die daarmee zijn uitgerust ALTIJD af wanneer deze niet gebruikt wordt.
1.3.13
De machine ALTIJD op de juiste wijze opslaan wanneer u deze niet gebruikt. De machine dient op een schone, droge plaats en buiten het bereik van kinderen te worden opgeslagen.
1.3.14
Pomp geen vloeistof in een niet daarvoor bestemde plek.
1.3.15
Leg de slangen niet op plaatsen waar ze een struikelgevaar vormen.
1.3.16
Gebruik de pomp niet zonder het filter of met een onjuiste filter.
11
Informatie inzake veiligheid
PT 2/3 /...
1.3.17 Verplaats de machine niet als deze aan staat. 1.3.18 Gebruik de machine niet met niet toegestane hulpstukken of accessoires.
1.4
Veiligheidsaspecten van verbrandingsmotoren
WAARSCHUWING Voor verbrandingsmotoren gelden speciale risico's tijdens gebruik en bij het vullen van de brandstoftank. Het niet naleven van waarschuwings- en veiligheidsrichtlijnen kan leiden tot ernstig of fataal letsel. f Lees de waarschuwingsinstructies in de handleiding van de motor en de onderstaande veiligheidsrichtlijnen en volg ze op.
GEVAAR Verstikkingsgevaar. Een pomp binnenshuis gebruiken KAN BINNEN ENKELE MINUTEN DODELIJK ZIJN. De uitlaatgassen van de pomp bevatten koolmonoxide. Dat is een vergif dat u niet kunt zien of ruiken. f Deze pomp NOOIT binnenshuis of in een garage gebruiken, ZELFS NIET wanneer de deuren en ramen openstaan. Deze pomp uitsluitend BUITENSHUIS en op aanzienlijke afstand van ramen, deuren en ventilatieopeningen gebruiken. f Bedien de pomp NOOIT binnen een afgesloten gebied, zoals een tunnel of een greppel bijvoorbeeld, behalve als er voldoende ventilatie aanwezig is door middel van onderdelen zoals uitlaatventilatoren of -slangen
Veilige bediening Bij gebruik van de pomp: •
Houd het gebied rondom de uitlaatpijp vrij van brandbare materialen.
•
Controleer de brandstofleidingen en de brandstoftank op lekken en scheuren alvorens de motor te starten.
Bij gebruik van de pomp: •
Niet roken bij het bedienen van de machine.
•
Laat de machine niet draaien als er brandstoflekken zijn of als de brandstofleidingen los zitten.
•
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
•
Raak nooit de motor of de uitlaat aan terwijl de motor draait of onmiddellijk nadat deze is uitgeschakeld.
12
wc_si000003nl.fm
PT 2/3 /...
Informatie inzake veiligheid •
Gebruik de machine niet als de brandstoftankdop los is of ontbreekt.
•
Ze de motor niet aan als er brandstof gelekt is of als het naar brandstof ruikt. Verplaats de machine weg van de vlek en droog de machine af voor het starten.
Veilig bijvullen van brandstof Bij het bijvullen van de motor: •
Ruim alle gemorste brandstof onmiddellijk op.
•
Vul brandstoftank in een goed geventileerde ruimte.
•
Zet na het vullen de dop terug op de brandstoftank.
Bij het bijvullen van de motor:
wc_si000003nl.fm
•
Niet roken.
•
Vul nooit de brandstoftank van een hete of draaiende machine.
•
Laat de motor niet draaien in de buurt van open vuur.
•
Vul nooit de brandstoftank als deze zich in een vrachtwagen bevindt die voorzien is van een kunststof chassis bekleding. Statische electriciteit kan de brandstof of de brandstofdampen in brand zetten.
13
Informatie inzake veiligheid 1.5
PT 2/3 /...
Veiligheidsaspecten onderhoud Een slecht onderhouden machine kan een bron van gevaar vormen! Voor het veilige en juiste gebruik van de machine op lange termijn zijn periodiek onderhoud en reparatie vereist. WAARSCHUWING
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE) Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting wanneer u de machine repareert of onderhoudt: •
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
•
veiligheidsbril met zijbescherming;
•
gehoorbescherming;
•
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
Doe ook het volgende, voordat de machine wordt gebruikt: •
lang haar naar achteren samenbinden;
•
alle sieraden verwijderen (inclusief ringen).
1.5.1
Probeer NIET om de machine te reinigen of te herstellen terwijl hij aan staat. Draaiende onderdelen kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
1.5.2
Torn een verzopen benzinemotor waarvan de bougie verwijderd is niet. Brandstof die in de cilinder opgesloten zit, zal uit de bougieopening spuiten.
1.5.3
Houd de plaats rond de uitlaat ALTIJD vrij van vuil zoals bladeren, papier, karton enz. Een hete uitlaat zou deze kunnen doen ontbranden.
1.5.4
Wanneer onderdelen voor deze machine vervangen moeten worden, gebruik alleen Wacker Neuson onderdelen of onderdelen die identiek zijn aan het origineel volgens alle beschrijvingen, zoals fysieke afmetingen, type, sterkte en materiaal.
1.5.5
Verwijder de bougie van machines die van benzinemotoren voorzien zijn ALTIJD vóór een onderhoudsbeurt om per ongeluk opstarten te vermijden.
1.5.6
Gebruik GEEN benzine of andere types brandstoffen of brandbare oplossingen om onderdelen te reinigen, vooral niet in gesloten ruimtes. Dampen van brandstoffen en oplossingen kunnen ontplofbaar worden.
1.5.7
ALTIJD voorzichtig te werk gaan met het stuwrad. De randen van het stuwrad kunnen scherp worden en snijden.
1.5.8
Kantel de machine niet om hem schoon te maken of voor welke andere reden dan ook.
14
wc_si000003nl.fm
PT 2/3 /... 2
Labels
Labels 2.1
Plaats van labels (PT 2A, PT 3A, PT 2, PT 3)
G A
B
D
C C
D E
J
H
wc_si000396nl.fm
15
Labels 2.2
PT 2/3 /... Plaats van labels (PT 2V, PT 3V)
A G
B D
C C
D
E
J
H
16
wc_si000396nl.fm
PT 2/3 /... 2.3
Labels
Plaats van labels (PT 2H, PT 3H)
B A G D C
C
F
D E
J
H
wc_si000396nl.fm
17
Labels 2.4
PT 2/3 /... Veiligheid label Op Wacker Neuson-machines zijn waar nodig labels met internationale symbolen aangebracht. Deze labels worden hieronder beschreven:
Label A
Betekenis GEVAAR! Verstikkingsgevaar. Motoren geven koolmonoxide af.
De machine niet binnenshuis of in een besloten ruimte laten draaien.
NOOIT binnenshuis of in een garage gebruiken, ZELFS NIET wanneer de deuren en ramen openstaan.
Uitsluitend BUITENSHUIS en ver uit de buurt van ramen, deuren en ventilatieopeningen gebruiken.
Lees de Gebruikershandleiding.
Geen vonken, vlammen of brandende voorwerpen in de buurt van de machine. Stop de motor alvorens brandstof bij te vullen.
B
WAARSCHUWING! Heet oppervlak!
C
VOORZICHTIG! De meegeleverde handleiding lezen en begrijpen alvorens deze machine te gebruiken. Nalaten dit te doen verhoogt het risico dat u of anderen letsel oplopen.
18
wc_si000396nl.fm
PT 2/3 /...
Labels
Label
Betekenis
D
WAARSCHUWING! Niet openen als de pomp heet is. Het water en/of de stoom in de pomp kan onder druk staan.
E
WAARSCHUWING! NOOIT vluchtige of brandbare vloeistoffen, of vloeistoffen met een laag ontvlammingspunt pompen. Deze vloeistoffen zouden kunnen ontbranden of exploderen.
F
VOORZICHTIG! Uitsluitend schone, gefilterde dieselbrandstof gebruiken.
G
VOORZICHTIG! Hijspunt
wc_si000396nl.fm
19
Labels 2.5
PT 2/3 /... Informatielabels
Label
Betekenis
H
Een naamplaatje met het modelnummer, artikelnummer, revisie- en serienummer is aan elk apparaat bevestigd. Maak een aantekening van de informatie op dit plaatje zodat u dit bij de hand hebt als het naamplaatje verloren raakt of beschadigd wordt. Als u onderdelen bestelt of onderhoudsinformatie vraagt, wordt u altijd gevraagd om het model, artikelnummer, revisienummer en serienummer van het apparaat op te geven.
J
Gegarandeerd geluidskrachtniveau in dB(A).
—
Deze machine wordt mogelijk beschermd door een of meer van de volgende octrooien.
20
wc_si000396nl.fm
PT 2/3 /... 3
Hijsen en transport
Hijsen en transport De machine hijsen Deze pomp is zwaar genoeg om letsel te veroorzaken als de juiste heffingstechnieken niet worden gebruikt. Neem de volgende richtlijnen in acht bij het heffen van de pomp. •
Probeer de pomp niet zonder hulp te heffen. Gebruik de juiste heffingsuitrusting zoals draagriemen, kettingen, haken, opritten of krikken.
•
Zorg ervoor dat de heffingsuitrusting veilig vast zit en dat het genoeg draagkracht heeft om de pomp veilig te heffen of vast te houden.
•
Let altijd op de plaatsen waar andere mensen zich bevinden bij het heffen van de machine.
De machine transport Neem de volgende richtlijnen in acht bij het verplaatsen van de pomp van en naar een werklocatie.
wc_tx001352nl.fm
•
Laat de brandstoftank leegstromen voor het verplaatsen van de pomp.
•
Zorg ervoor dat de pomp stevig vastgebonden zit in het transportvoertuig om schuiven en kantelen te voorkomen.
•
Vul de pomp niet met brandstof in of op het transportvoertuig. Verplaats de pomp naar de werklocatie en vul dan de brandstoftank.
21
Hijsen en transport
PT 2/3 /...
22
wc_tx001352nl.fm
PT 2/3 /... 4
Bedrijf
Bedrijf 4.1
De machine op het eerste gebruik voorbereiden Klaarmaken voor het eerste gebruik Om uw machine klaar te maken voor het eerste gebruik:
4.2
4.1.1
Zorg ervoor dat alle losse verpakkingsmaterialen van de machine zijn verwijderd.
4.1.2
Controleer de machine en de onderdelen ervan op schade. Indien er zichtbare schade aanwezig is, mag de machine niet worden gebruikt! Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer voor hulp.
4.1.3
Doe een inventaris van alle bij de machine behorende items en verifieer dat alle losse onderdelen en bevestigingsmiddelen aanwezig zijn.
4.1.4
Maak alle samenstellende onderdelen vast die nog niet bevestigd zijn.
4.1.5
Voeg zoals benodigd vloeistoffen toe, inclusief brandstof, motorolie en accuzuur.
4.1.6
Plaats de machine op de werklocatie.
Aanbevolen brandstof (Wacker Neuson / Honda / Vanguard) De motor gebruikt normale loodvrije benzine. Gebruik uitsluitend verse, schone benzine. Benzine die water of vuil bevat, beschadigt het brandstofsysteem. Raadpleeg de handleiding van de motor voor volledige brandstofspecificaties.
4.3
Aanbevolen brandstof (Hatz) De motor gebruikt dieselbrandstof Nr. 2. Gebruik uitsluitend verse, schone brandstof. Brandstof die water of vuil bevat, zal het brandstofsysteem beschadigen. Raadpleeg de handleiding van de motor voor volledige brandstofspecificaties.
wc_tx000012nl.fm
23
Bedrijf 4.4
PT 2/3 /... Voor u begint Zie afbeelding: wc_gr000013 4.4.1
Lees de veiligheidsvoorschriften voorin in de handleiding.
4.4.2
Plaats de pomp zo dicht mogelijk bij het water, op een stevige, platte en vlakke ondergrond.
4.4.3
Om de pomp te vullen, verwijdert u de vuldop (a) en vult u het pomphuis met water. Als u het pomphuis niet met water vult voordat u de pomp start, kan de pomp niet functioneren.
De vuldop of afvoerdop NIET openen of slangkoppelstukken NIET losmaken als de pomp heet is! Water of damp in de pomp kan onder druk staan. WAARSCHUWING 4.4.4
Controleer op lekken tussen pomp en motor. Lekken duiden erop dat de dichting in de pomp versleten of beschadigd is. Voortgezet gebruik kan leiden tot waterschade aan de motor.
4.4.5
Controleer of de slangen goed aan de pomp zijn bevestigd. Aanvoerslang (b) mag geen lucht aanzuigen. Draai de slangklemmen (c) en -koppelingen (d) vast. Controleer of de afvoerslang (e) niet geblokkeerd wordt. Leg de slang zo recht mogelijk uit. Haal kronkels of scherpe bochten die de waterstroom kunnen blokkeren, uit de slang.
4.4.6
Zorg ervoor dat de zuigkorf (f) schoon is en goed aan het uiteinde de slang is bevestigd. De korf beschermt de pomp en is zo ontworpen dat grote voorwerpen niet door de pomp kunnen worden opgezogen. AANDACHT: De korf moet zo worden opgesteld dat hij volledig onder water blijft. Wanneer de pomp lange tijd draait terwijl de korf boven water is, kan dit beschadiging van de pomp tot gevolg hebben.
4.4.7
Controleer het brandstofpeil, oliepeil en de conditie van het luchtfilter.
24
wc_tx000012nl.fm
PT 2/3 /...
wc_tx000012nl.fm
Bedrijf
25
Bedrijf 4.5
PT 2/3 /... Starten (Wacker Neuson) Zie afbeelding: wc_gr000655 4.5.1
Open de brandstofklep door de hefboom naar beneden te zetten (a1). N.B.: Bij een koude motor, choke dicht zetten (d2). Is de motor warm, de choke in de open stand zetten (d1).
4.5.2
Contact van onsteking op “ON” (AAN) zetten (b2).
4.5.3
Gashandel opendraaien door deze iets naar links te draaien (c2).
4.5.4
De startkabel uittrekken (e). N.B.: Indien het oliepeil in de motor laag staat, zal de motor niet aanslaan. Mocht dit gebeuren, olie bijvullen.
4.5.5
Choke verder openzetten naarmate de motor opwarmt (d1).
4.5.6
Gashandel volledig openzetten om machine te bedienen (c1).
b2
a2
c3 c1 c2
b1
a1
d1 d2 e wc_gr000655
4.6
Stoppen (Wacker Neuson) Zie afbeelding: wc_gr000655 4.6.1
Breng het toerental terug tot stationair door de gashendel volledig naar rechts te zetten (c3).
4.6.2
Zet motorschakelaar op “OFF” (UIT) (b1).
4.6.3
Sluit de brandstofklep (a2).
26
wc_tx000012nl.fm
PT 2/3 /... 4.7
Bedrijf
Starten (Honda) Zie afbeelding: wc_gr000014 4.7.1
Brandstoftoevoer open zetten door handel naar rechts te bewegen (a1). N.B.: Bij een koude motor, choke dicht zetten (b1). Is de motor warm, de choke in de open stand zetten (b2).
4.7.2
Contact van onsteking op “ON” (AAN) zetten (e1).
4.7.3
Gashandel opendraaien door deze iets naar links te draaien (d1).
4.7.4
De startkabel uittrekken (c). N.B.: Indien het oliepeil in de motor laag staat, zal de motor niet aanslaan. Mocht dit gebeuren, olie bijvullen. Sommige motoren zijn uitgerust met een waarschuwingslampje (f) voor het oliepeil dat zal gaan branden wanneer u de startkabel uittrekt.
4.8
4.7.5
Choke verder openzetten naarmate de motor opwarmt (b2).
4.7.6
Gashandel volledig openzetten om machine te bedienen.
Stoppen (Honda) Zie afbeelding: wc_gr000014
wc_tx000012nl.fm
4.8.1
Breng het toerental terug tot stationair door de gashendel volledig naar rechts te zetten (d2).
4.8.2
Zet motorschakelaar op “OFF” (UIT) (e2).
4.8.3
Sluit de brandstofklep door de hendel naar links te verplaatsen (a2).
27
Bedrijf 4.9
PT 2/3 /... Starten (Vanguard) Zie afbeelding: wc_gr000015 4.9.1
Open de brandstofklep (a1). N.B.: Bij een koude motor, choke in de “CHOKE”-stand zetten (b1). Is de motor warm, choke in de “RUN”-stand zetten (b2).
4.9.2
Zet de gashendel in de snelle stand (c1).
4.9.3
Zet de stopschakelaar in de aan-stand (d1).
4.9.4
Trek de startkabel uit (e). N.B.: De motor is uitgerust met een beschermingssysteem voor laag oliepeil. Als het oliepeil laag is, start de motor niet en knippert de stopschakelaar terwijl er aan de startkabel wordt getrokken. Mocht dit gebeuren, olie bijvullen.
4.9.5
Zet de choke in de “RUN”-stand naarmate de motor opwarmt (b2).
4.9.6
Zet de gashendel helemaal open (c1) om de machine in werking te stellen.
e d2
d1
STOP
b1
b2 STOP
c1
c2 a1
a1
a2
wc_gr000015
4.10 Stoppen (Vanguard) Zie afbeelding: wc_gr000015 4.10.1 Breng het toerental terug door de gashendel volledig in de stationairstand te zetten (c2). 4.10.2 Duw de motorschakelaar naar STOP (d2). 4.10.3 Sluit de brandstofklep (a2).
28
wc_tx000012nl.fm
PT 2/3 /...
Bedrijf
4.11 Starten (Hatz) Zie afbeelding: wc_gr000016 4.11.1
Stel de snelheidsregelaar (a) desgewenst of zo nodig in op de 1/2 START- of max. START-stand. N.B.: Starten bij een lager toerental voorkomt uitlaatrook.
4.11.2
Trek de startkabel met de hand naar buiten totdat u lichte weerstand voelt (b).
4.11.3
Laat de kabel teruglopen; op deze manier kan de hele lengte van de startkabel worden gebruikt om de motor te starten.
4.11.4
Grijp het handvat met beide handen vast.
4.11.5
Begin stevig en met toenemende snelheid aan de startkabel te trekken (niet woest rukken) totdat de motor start. N.B.: Als er na een aantal startpogingen witte rook uit de uitlaat komt, de snelheidsregelaar in de STOP-stand zetten en 5 keer langzaam aan de startkabel trekken. Herhaal de startprocedure.
wc_tx000012nl.fm
29
Bedrijf
PT 2/3 /...
4.12 Koud weer starten (Hatz) Zie afbeelding: wc_gr000016 4.12.1 Stel de snelheidsregelaar (a) desgewenst of zo nodig in op de 1/2 START- of max. START-stand. 4.12.2 Verwijder de bovenkant van het luchtfilter en de geluiddichte kast (c). 4.12.3 Trek de olietoevoerknop naar de verste stand uit (d) en duw hem weer helemaal in. N.B.: Dit zorgt ervoor dat de juiste hoeveelheid olie aan de motor wordt toegevoerd bij het starten. De olietoevoerinrichting wordt automatisch bijgevuld wanneer de motor draait. AANDACHT: De olietoevoerinrichting mag slechts één keer per startpoging worden gebruikt. 4.12.4 Bevestig de eerder verwijderde onderdelen opnieuw aan de motor en start de motor onmiddellijk.
4.13 Stoppen (Hatz) Zie afbeelding: wc_gr000016 4.13.1 Zet de snelheidsregelaar (a) in de STOP-stand. 4.13.2 Druk de STOP-pen (e) in totdat de motor stopt.
4.14 Bedrijf Afhankelijk van de lengte van de toevoerslang en de hoogte van de pomp boven het water, dient de pomp binnen een minuut water te pompen. Is de slang langer, dan zal dit langer duren. Als de pomp niet volloopt, controleert u de aanvoerslang op losse verbindingen of luchtlekken. Zorg ervoor dat de korf in het water niet verstopt is. Laat de motor op volle toeren draaien terwijl de pomp werkt. 4.14.1 NOOIT bijtende chemicaliën of water dat giftige stoffen bevat, pompen. Deze vloeistoffen kunnen ernstige gezondheids- of WARNING milieurisico's opleveren. Neem contact op met plaatselijke autoriteiten voor assistentie.
30
wc_tx000012nl.fm
PT 2/3 /...
Bedrijf
4.15 Slangen en klemmen Zie afbeelding: wc_gr000021 Aanvoerslangen (a) dienen stijf genoeg te zijn zodat deze niet dichtklappen wanneer de pomp werkt. Afvoerslangen (b) zijn gewoonlijk slappe slangen met dunne wanden. Stijve slangen zoals deze voor de aanvoer kunnen ook voor de afvoer worden gebruikt. N.B.: Aanvoer- en afvoerslangen zijn verkrijgbaar bij Wacker Neuson. Neem contact op met de dichtstbijzijnde verkoper voor meer informatie. Aanbevolen wordt om twee klemmen (c) te gebruiken voor de verbinding tussen aanvoerslangen en inlaatkoppeling. N.B.: Deze verbinding is belangrijk. Zelfs een klein luchtlek aan de aanvoerzijde zal verhinderen dat de pomp gevoed wordt. Om andere slangen aan te sluiten, is een T-bout of wormwielklem meestal voldoende om de slang op zijn plaats te houden. In sommige gevallen kan het nodig zijn meerdere klemmen te gebruiken om de verbinding sluitend te houden vanwege kleine variaties in de diameter van de slangen.
wc_tx000012nl.fm
31
Bedrijf
PT 2/3 /...
4.16 Procedure voor noodstops In geval van een defect/storing of als er een ongeluk plaatsvindt terwijl de machine in gebruik is, moet de onderstaande procedure worden gevolgd: 4.16.1
Zet de motor af.
4.16.2 Zet de brandstoftoevoer stop. 4.16.3 Verwijder alle belemmeringen. 4.16.4 Trek de slangen recht. 4.16.5 Machine laten afkoelen. 4.16.6 Neem contact op met het verhuurbedrijf of met de eigenaar van de machine.
32
wc_tx000012nl.fm
PT 2/3 /... 5
Onderhoud
Onderhoud 5.1
Onderhoudsschema Onderstaande tabel is een opgave van het basisonderhoud van de motor. Zie de bedieningshandleiding van de fabrikant van de motor voor meer informatie over het onderhoud van de motor.
Pomp
Dageliks vóór het starten
Externe sluitingen controleren.
Op lekken tussen pomp en motor controleren.
Verwijder deksel en veeg bezinksel uit pomphuis.
Controleer O-ringen van behuizingdeksel.
Stootrubbers op beschadigingen controleren.
Wacker Neuson / Honda / Vanguard
Na eerste 20 uur.
Dageliks vóór het starten
Brandstofpeil controleren.
Oliepeil controleren.
Luchtfilter inspecteren. Zo nodig vervangen.
Motorolie verversen.
Om de 50 uur.
Na eerste 20 uur.
Om de 100 uur.
Om de 50 uur.
Luchtfilter reinigen.
Om de 300 uur.
Om de 100 uur.
Filterbeker reinigen.
Bougie controleren en reinigen.
wc_tx000013nl.fm
33
Onderhoud
PT 2/3 /...
Hatz
Dageliks vóór het starten
Motorolie en filter vervangen.
Na eerste 20 uur.
Om de 50 uur.
Om de 500 uur.
•
Koelluchtsysteem reinigen.
Om de 250 uur.
Klepspelingen controleren en afstellen.
Luchtfilter reinigen of vervangen.
Brandstoffilter vervangen.
5.2
Motorolie systeem (Hatz) Zie afbeelding: wc_gr000023, wc_gr002682 Oliepeil 5.2.1
Controleer de olie terwijl de machine op een vlakke ondergrond staat.
5.2.2
Maak het gedeelte rond de peilstok schoon.
5.2.3
Controleer het oliepeil op de verlengde peilstok (a). Vul zo nodig olie bij tot het “max”-merkteken. De motor kan zo heet worden dat hij brandwonden kan veroorzaken! Laat de motor afkoelen voordat u er onderhoud aan uitvoert.
WAARSCHUWING
Olie verversen 5.2.4
Ververs de olie terwijl de machine op een vlakke ondergrond staat.
5.2.5
Laat de motor een paar minuten draaien en stop vervolgens de motor.
5.2.6
Tap de motorolie af terwijl deze nog warm is. N.B.: In het belang van milieubescherming een plastic doek en een opvangbak onder de machine plaatsen om eventueel weglopende vloeistof op te vangen. Deze vloeistof in overeenstemming met milieuvoorschriften verwijderen. Gevaar van brandwonden! Pas op wanneer u de motorolie aftapt. Hete olie kan brandwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
5.2.7
Schroef de olieaftapplug (b) los en laat alle olie in een opvangbak lopen.
34
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /...
Onderhoud
5.2.8
Reinig de aftapplug en bevestig een nieuwe afdichting (c). Breng de plug weer aan en draai hem vast.
5.2.9
Maak de filterschroef (d) met de hand los en trek het oliefilter uit het filterhuis.
5.2.10
Blaas met een persluchtleiding het vuil van binnen naar buiten uit het oliefilter.
5.2.11
Breng een dun laagje olie aan op de pakkingen (e).
5.2.12
Zet het oliefilter weer terug. Oefen lichte druk uit in de richting van het motorblok en draai het filter met de hand vast.
5.2.13
Vul olie bij.
5.2.14
Laat de motor even draaien en controleer vervolgens of er geen lekken zijn bij de aftapplug (b). Draai de aftapplug zo nodig verder aan.
c
d
e
b
wc_gr002682
wc_tx000013nl.fm
35
Onderhoud 5.3
PT 2/3 /...
Motorolie (Wacker Neuson / Honda / Vanguard) Zie afbeelding: wc_gr000022 5.3.1
Olie laten aflopen terwijl de motor nog warm is.
5.3.2
Olievuldop (a) en aftapplug (b) verwijderen om olie af te tappen. N.B.: In het belang van milieubescherming een plastic doek en een opvangbak onder de machine plaatsen om eventueel weglopende vloeistof op te vangen. Deze vloeistof in overeenstemming met milieuvoorschriften verwijderen.
5.3.3
Aftapplug terugplaatsen.
5.3.4
Carter vullen met aanbevolen olie tot het niveau van de plugopening (c). Zie Technische gegevens voor hoeveelheid en soort olie.
5.3.5
Olievuldop terugplaatsen.
wc_gr000022
36
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /... 5.4
Onderhoud
Luchtfilter (Wacker Neuson) Zie afbeelding: wc_gr000656 NOOIT benzine of andere soorten oplosmiddelen met een laag vlampunt gebruiken om het luchtfilter te reinigen. Dit zou tot brand of explosie kunnen leiden. WAARSCHUWING
AANDACHT: De motor NOOIT zonder luchtfilter laten draaien. Dit kan ernstige motorschade veroorzaken. De motor is uitgerust met een tweedelige luchtfilter. Onder normale werkomstandigheden moeten deze onderdelen een keer per week schoongemaakt worden. Onder extreme, droge en stoffige omstandigheden is het onderhoud hiervan echter dagelijks vereist. Wanneer een onderdeel vol met aangekoekt vuil zit, dat moeilijk te verwijderen is, moet U het onderdeel vervangen. 5.4.1
Verwijder het luchtfilterdeksel (a). Verwijder het filterelement door het recht omhoog uit te trekken. Inspecteer beide elementen op gaten of scheuren. Vervang beschadigde elementen.
5.4.2
Was het schuimelement (b) in een oplossing van een mild wasmiddel en warm water. Spoel het grondig af in schoon water. Laat het element door en door drogen.
5.4.3
Tik zachtjes op het papieren element (c) om een overmaat aan vuil te verwijderen of blaas perslucht van binnen naar buiten door de filter. Vervang het papieren element als het erg vervuild lijkt.
a
b c wc_gr000656
wc_tx000013nl.fm
37
Onderhoud 5.5
PT 2/3 /...
Luchtfilter (Honda) Zie afbeelding: wc_gr000025 Het luchtfilter van de motor bestaat uit twee elementen. Het luchtfilter dient regelmatig te worden gereinigd zodat de carburateur goed blijft functioneren. AANDACHT: De motor NOOIT zonder luchtfilter laten draaien. De motor loopt anders ernstige schade op. NOOIT benzine of andere soorten oplosmiddelen met een laag ontvlammingspunt gebruiken om het luchtfilter te reinigen. Dit kan tot brand of explosie leiden. WAARSCHUWING Onderhoud: 5.5.1
Verwijder de deksel van het luchtfilter (a). Verwijder beide elementen en kijk of er gaten of scheuren zijn. Vervang beschadigde elementen.
5.5.2
Was het schuimrubber element (b) in een oplossing van een zacht wasmiddel en warm water. Spoel het element grondig na met schoon water. Laat het element goed drogen. Week het element in schone motorolie en knijp overtollige olie uit het element.
5.5.3
Tik zachtjes tegen het papieren element (c) om overtollig vuil te verwijderen. Vervang het papieren element als dit erg vervuild lijkt.
38
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /... 5.6
Onderhoud
Luchtfilter (Vanguard) Zie afbeelding: wc_gr000026 Het luchtfilter dient regelmatig te worden gereinigd zodat de carburateur goed blijft functioneren. AANDACHT: De motor NOOIT zonder luchtfilter laten draaien. De motor loopt anders ernstige schade op. NOOIT benzine of andere soorten oplosmiddelen met een laag ontvlammingspunt gebruiken om het luchtfilter te reinigen. Dit kan tot brand of explosie leiden. WAARSCHUWING Het luchtfilter van de motor bestaat uit twee elementen. Onderhoud luchtfilter: 5.6.1
Maak de dekselknoppen los en verwijder de deksel (a) van het luchtfilter. Verwijder beide elementen en de houder (b). Bekijk de elementen om te zien of er gaten of scheuren zijn. Vervang beschadigde elementen. Schuimrubber element (voorfilter) (c):
5.6.2
Was het element in een oplossing van een zacht wasmiddel en warm water.
5.6.3
Spoel het element grondig na met schoon water. Laat het element goed drogen.
5.6.4
Week het element in schone motorolie en knijp overtollige olie uit het element. Papieren element (d):
5.6.5
wc_tx000013nl.fm
Tik zachtjes tegen het element om overtollig vuil te verwijderen. Vervang het papieren element als dit erg vervuild lijkt. Smeer het papieren element niet in met in olie.
39
Onderhoud 5.7
PT 2/3 /...
Luchtfilter (Hatz) Zie afbeelding: wc_gr000027 De filterpatroon dient altijd na maximaal 500 bedrijfsuren te worden vervangen. 5.7.1
Verwijder de deksel van het luchtfilter (a).
5.7.2
Schroef de gekartelde moer (b) los en verwijder deze om het luchtfilterelement (c) te verwijderen
5.7.3
Reinig het filtercompartiment en de deksel. Vuil en andere vreemde voorwerpen mogen niet in de luchtinlaatpunten van de motor komen. De filterpatroon moet worden vervangen of, afhankelijk van de mate van vervuiling, worden gereinigd of als volgt worden gecontroleerd: Droge vervuiling:
•
Gebruik perslucht om van binnen naar buiten door de filterpatroon te blazen totdat er geen vuil meer naar buiten komt. AANDACHT: De luchtdruk mag niet hoger zijn dan 5 bar (73 psi). Vochtige of vette vervuiling:
•
De filterpatroon vervangen. De filterpatroon controleren:
•
Controleer het pakkingoppervlak van de filterpatroon (d) op schade.
•
Controleer de filterpatroon op scheuren of andere schade aan het papieren filter door het schuin tegen het licht te houden of door er een lichtbron door te laten schijnen. AANDACHT: Het papieren filter niet opnieuw gebruiken als deze ook maar enigszins beschadigd is.
•
Zet de filterpatroon in omgekeerde volgorde weer in elkaar.
40
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /... 5.8
Onderhoud
Bougie (Wacker Neuson / Honda / Vanguard) Zie afbeelding: wc_gr000028 Reinig of vervang een bougie zo nodig om te verzekeren dat de machine goed werkt. Raadpleeg de Bedieningshandleiding van de motor. De knaldemper wordt erg heet wanneer de pomp werkt en blijft korte tijd warm nadat de motor is afgezet. De knaldemper niet aanraken terwijl deze heet is. WAARSCHUWING
N.B.: Zie “Technische gegevens” voor het aanbevolen soort bougie en de afstelling van de afstand tussen de elektroden. 5.8.1
Verwijder en inspecteer de bougie.
5.8.2
Vervang de bougie als de isolator gescheurd of beschadigd is.
5.8.3
Maak de elektroden van de bougie met een staalborsteltje schoon.
5.8.4
Stel de afstand tussen de elektroden (a) af.
5.8.5
Draai de bougie goed aan. AANDACHT: Een losse bougie kan erg heet worden en kan motorschade veroorzaken.
5.9
Filterbeker reinigen (Honda) Zie afbeelding: wc_gr000029
wc_tx000013nl.fm
5.9.1
Doe de brandstofklep dicht.
5.9.2
Verwijder de filterbeker (a) en de O-ring (b).
5.9.3
Was deze grondig in een onbrandbaar oplosmiddel. onderdelen en installeer ze opnieuw.
5.9.4
Open de brandstofklep en controleer of er lekken zijn.
41
Droog de
Onderhoud
PT 2/3 /...
5.10 Cleaning Fuel Strainer (Wacker Neuson) Zie afbeelding: wc_gr001093 5.10.1 Om water en vuil te kunnen verwijderen, dient u de brandstofkraan dicht te doen en de bezinkkom te verwijderen. 5.10.2 Inspecteer de bezinkkom (a) voor de brandstofvoorziening op water en vuil. 5.10.3 Nadat u water en vuil verwijderd heeft, dient u de bezinkkom te wassen met kerosine of benzine. 5.10.4 Zet weer goed vast om lekkage te voorkomen.
5.11 Brandstoffilter (Vanguard) Zie afbeelding: wc_gr000030 5.11.1 Doe de brandstofklep dicht. 5.11.2 Verwijder de kom (a), de pakking (b) en de korf (c). 5.11.3 Was deze grondig in een onbrandbaar oplosmiddel. Droog de onderdelen en installeer ze opnieuw. 5.11.4 Open de brandstofklep en controleer of er lekken zijn.
42
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /...
Onderhoud
5.12 Brandstoffilter (Hatz) Zie afbeelding: wc_gr000031 De tussenpozen voor onderhoud aan het brandstoffilter zijn afhankelijk van de zuiverheid van de gebruikte dieselbrandstof. Als de brandstof vuil is, dit onderhoud na 250 uur uitvoeren. Ontploffingsgevaar. Dieselbrandstof is brandbaar en moet met de nodige voorzichtigheid worden behandeld. Niet roken. Vonken en open vuur vermijden. WAARSCHUWING 5.12.1
Verwijder de brandstofdop (a) en tap de brandstoftank af.
5.12.2
Schroef de brandstofleiding (b) bij het filter (c) los en breng een nieuw filter aan.
5.12.3
Zet het brandstoffilter weer op zijn plaats en sluit de brandstofdop. N.B.: Ontluchting van het brandstofinjectiesysteem vindt automatisch plaats.
wc_tx000013nl.fm
43
Onderhoud
PT 2/3 /...
5.13 Afstellen carburateur (Wacker Neuson / Honda) Zie afbeelding: wc_gr000032 5.13.1 Start de motor en laat deze op bedrijfstemperatuur komen. 5.13.2 Draai de stelschroef (a) 2 slagen naar buiten. Zie opmerking. 5.13.3 Terwijl de motor stationair loopt, draait u de stelschroef (a) naar binnen of buiten tot u de stand vindt met het hoogste toerental. 5.13.4 Nadat de stelschroef is afgesteld, draait u aan de aanslagschroef van de gashendel (b) tot het normale toerental voor stationair draaien wordt bereikt. Zie “Technische gegevens”. N.B.: Bij sommige motoren is de stelschroef uitgevoerd met een begrenzingskap (c) om overdadige verrijking van het luchtbrandstofmengsel te voorkomen en zo te voldoen aan de regels voor uitstoot. Het mengsel wordt bij de fabriek afgesteld en hoeft niet aangepast te worden. Probeer niet om de begrenzingskap te verwijderen. De begrenzingskap kan niet verwijderd worden zonder de stelschroef te breken.
wc_gr000032
44
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /...
Onderhoud
5.14 Afstellen carburateur (Vanguard) Zie afbeelding: wc_gr000033
wc_tx000013nl.fm
5.14.1
Start de motor en laat deze op bedrijfstemperatuur komen.
5.14.2
Zet de gashendel in de stationair-draaienstand. Houd de gashendel van de carburateur (a) tegen de nullaststelschroef. Draai de nullaststelschroef (b) zodat 1300 r.p.m. wordt verkregen.
5.14.3
Draai, terwijl u de gashendel van de carburateur nog steeds tegen de nullaststelschroef houdt, de nullastmengselschroef (c) met de klok mee (schraal) of tegen de klok in (rijk) totdat de motor gelijkmatig draait. Laat de gashendel van de carburateur los.
5.14.4
Stel de bestuurde nullastschroef (d) af op 1400 r.p.m. Zet de gashendel in de snelle stand. De motor dient gelijkmatig te versnellen. Als dit niet gebeurt, de carburateur opnieuw afstellen, gewoonlijk op een iets rijker mengsel, door de nullastmengselschroef (c) 1/8 slag tegen de klok in te draaien.
5.14.5
Stel de hoogste toerentalschroef (f) in op 3500 r.p.m.
45
Onderhoud
PT 2/3 /...
5.15 Klepspeling (Hatz) Zie afbeelding: wc_gr000034 Voer afstellingen uitsluitend uit bij een koude motor (10-30°C). 5.15.1 Verwijder de deksel van het luchtfilter en de geluiddichtingskap. 5.15.2 Verwijder alle aan de deksel voor de cilinderkop klevende vuil. 5.15.3 Trek de olietoevoerknop tot de begrenzerstop uit. 5.15.4 Verwijder de schroeven (a) en verwijder de cilinderkopdeksel met pakking (b). 5.15.5 Haal de rubber dop uit het inspectiegat in de deksel (c). 5.15.6 Draai de motor in de normale draairichting totdat de kleppen in de overlapstand zijn (uitlaatklep nog niet dicht, inlaatklep begint open te gaan). 5.15.7 Draai de krukas 360° in de draairichting en zet deze precies bij de TDC-markering (d). 5.15.8 Controleer de klepspeling met een voelmaatje (e). N.B.: Zie “Technische gegevens” voor klepspelingen. 5.15.9 Als de klepspelingen afgesteld dienen te worden, maak dan de schroef (f) los en draai de zeskantmoer (g) totdat het voelmaatje er met slechts lichte weerstand doorheen getrokken kan worden wanneer de schroef weer wordt aangedraaid. 5.15.10 Controleer de o-ringen (h) op de olietoevoer op scheuren en/ of schade. 5.15.11 Zet de deksel voor de cilinderkop weer op zijn plaats en draai de schroeven gelijkmatig vast. Gebruik altijd een nieuwe pakking. 5.15.12 Bevestig de eerder van de motor verwijderde onderdelen opnieuw. N.B.: Vergeet niet om de rubber dop weer terug te zetten in het inspectiegat in de deksel. 5.15.13 Test de motor door deze even te laten draaien en controleer vervolgens de deksel op lekken.
46
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /...
wc_tx000013nl.fm
Onderhoud
47
Onderhoud
PT 2/3 /...
5.16 Afstellen stuwradspeling Zie afbeelding: wc_gr000035 Indien het nodig is om de waterpompwaaier of het spiraalhuis te verwijderen, dient u te zorgen dat de vrijslag tussen waterpompwaaier en pomphuis juist is afgesteld. De waterpompwaaier (a) zou zo dicht mogelijk tegen het pomphuis (b) moeten komen zonder ertegen te schuren. Vrijslag wordt geregeld door toevoegen of verwijderen van afstandsringen (c). 5.16.1 Verwijder bougie (aan eenheden met Hatz-motor, plaats snelheidsregelhefboom in STOP-stand) zodat de motor niet kan starten. 5.16.2 Controleer vrijslag tussen waterpompwaaier en pomphuis door langzaam aan het starterkoord te trekken om de waterpompwaaier te doen ronddraaien. Indien het starterkoord moeilijk kan worden uitgetrokken of indien er een schurend geluid hoorbaar is, bevinden de waterpompwaaier en het pomphuis zich te dicht bij elkaar. Verwijder een afstandsring achter het pomphuis en controleer opnieuw op wrijving. Blijf afstandsringen wegnemen, tot waterpompwaaier gemakkelijk ronddraait. N.B.: Het is belangrijk dat er niet teveel afstandsringen worden verwijderd, omdat anders de vrijslag tussen waterpompwaaier en pomphuis te groot wordt en de pompcapaciteit zal worden gereduceerd. Naarmate de waterpompwaaier afslijt, kan het nodig zijn bijkomende afstandsringen toe te voegen om de vrijslag te bewaren tussen de waterpompwaaier en het pomphuis.
48
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /...
Onderhoud
5.17 Reinigen pomp Zie afbeelding: wc_gr000036 Maak de binnenkant van het pomphuis na elk gebruik. 5.17.1
Verwijder de aftapplug (a) uit het pomphuis en laat het restwater uit het pomphuis lopen.
5.17.2
Draai de vier knoppen waarmee de deksel van de pomp is bevestigd (b) los en verwijder de deksel.
5.17.3
Verwijder vuil en gruis. Inspecteer stuwrad en inzetstuk op slijtage. De randen van het stuwrad kunnen scherp worden. Ga voorzichtig te werk wanneer u rond het stuwrad schoonmaakt zodat u zich niet snijdt.
WAARSCHUWING
wc_tx000013nl.fm
49
Onderhoud
PT 2/3 /...
5.18 Opslag Als de pomp langer dan 30 dagen wordt opgeslagen: De vuldop, afvoerdop of deksel NIET openen als de pomp heet is. WAARSCHUWING
5.18.1 Verwijder de afvoerdop uit het pomphuis en laat eventueel restwater uit het pomphuis lopen. 5.18.2 Verwijder de pompdeksel en reinig de binnenzijde van het pomphuis. Breng aan de binnenzijde een lichte oliefilm aan om roestvorming tegen te gaan. Een oliespuitbus bewijst hierbij goede diensten. 5.18.3 Plak de aanvoer- en afvoeropeningen dicht zodat er niets in de pomp terecht kan komen. 5.18.4 Ververs de motorolie en volg de procedures voor motoropslag uit de handleiding van de motor. 5.18.5 Dek de pomp en motor af en sla ze in een schone en droge ruimte op.
5.19 Accessoires Wacker Neuson biedt een complete reeks hulpstukken, slangen en klemmen om de pomp aan te sluiten die voldoen aan verschillende bedrijfsomstandigheden.
50
wc_tx000013nl.fm
PT 2/3 /...
Onderhoud
5.20 Storingen Probleem / Symptoom Pomp zuigt geen water aan.
Oorzaak / Oplossing • Onvoldoende water in pomphuis aanwezig. • Motor draait te langzaam. Toerental bijstellen. • Korf is verstopt. Korf reinigen. • Aanvoerslang beschadigd. Slang repareren of vervangen. • Lek aan aanvoeropening. Controleren of fittingen stevig aangedraaid zijn en goed afdichten. • Pomp staat te hoog boven het water. • Gruisophoping in het pomphuis. Pomphuis reinigen. • Te veel speling tussen stuwrad en inzetstuk.
Pomp zuigt water aan, weinig of geen afvoer.
• Motor draait te langzaam. Toerental bijstellen. • Pompkorf gedeeltelijk verstopt. Korf reinigen. • Stuwrad versleten. Speling bijstellen door vulringen toe te voegen of het stuwrad te vervangen. • Inzetstuk pomphuis versleten of beschadigd. Speling bijstellen of inzetstuk vervangen.
Aanvoerslang lekt bij inlaatopening.
• Klemmen dichten niet goed af. Vastzetten, vervangen of extra klem aanbrengen. • Diameter slang is te groot. • Slang is beschadigd.
Afvoerslang blijft niet op de koppeling zitten.
• Druk is te groot voor de gebruikte klemmen. Extra klem aanbrengen. • Knik in slang of uiteinde geblokkeerd. Slang controleren.
Stuwrad draait niet; pomp start moeilijk.
• Stuwrad vastgelopen of geblokkeerd. Pompdeksel openen en vuil en gruis uit het pomphuis verwijderen. • Stuwrad en inzetstuk zitten vast. Speling afstellen door vulring achter inzetstuk te verwijderen.
wc_tx000013nl.fm
51
Technische specificaties 6
PT 2 /...
Technische specificaties 6.1
Motor Motorvermogenclassificaties Nettovermogen volgens SAE J1349 and ISO 3046 Het feitelijke vermogensrendement kan vanwege de specifieke gebruikscondities variëren.
Onderdeelnr.
PT 2
PT 2A
PT 2V
PT 2H
Motor Type motor
4-takt, kopklep, één cilinder
4-takt, één cilinder, luchtgekoeld
4-takt, luchtgekoelde dieselmotor
Model
Wacker Neuson
Honda
Briggs & Stratton
Hatz
Merk
WM170
GX 160 K1 TX2
Vanguard 1174320235-E2
1B 20
Max. vermogen op nominale snelheid
kW
4,2 @ 4000 r.p.m
3,6 @ 3600 r.p.m
4,5 @ 3600 r.p.m
3,4 @ 3600 r.p.m
Slagvolume
cm³
169
163
182
232
(NGK) BR 6HS Champion RL86C
(NGK) BPR 6ES BOSCH WR7DC
Champion
—
0,7–0,8
Bougie
Afstand elektroden
mm
0,6–0,7
Bedrijfssnelheid
r.p.m
3500
Toerental - stationair
r.p.m
3700 ±100
Klepspeling (koud) inlaat: uitlaat:
mm
—
0,10 0,20–0,25
Luchtfilter
type
Dubbel element
Droog element van geplooid papier
52
—
wc_td000002nl.fm
PT 2 /...
Technische specificaties
Onderdeelnr.
PT 2
PT 2A
PT 2V
PT 2H
Motor SAE 10W30 Onderhoudsklasse SF, SE, SD, of SC
Motorsmering
type olie
Oliecapaciteit motor
l
0,6
Brandstof
type
Normale loodvrije benzine
Fuel Tank Capacity
l
3,6
6.2
CD, CE, CF, CG classificatie
0,7
3,6
0,9 Nr. 2 Diesel
4,0
3,0
Pomp
Onderdeelnr.
PT 2(I)
PT 2
PT 2A
PT 2V
PT 2H
Pomp
Afmetingen
550 x 465 x 500
590 x 495 x 510
Gewicht
kg
*Max. zuighoogte
m
*7,5
Max. opvoerhoogte
m
32
bar
3,2
m³/hr
48
Dia. toevoer/afvoer
mm
50
Max. afmeting vaste deeltjes
mm
25
Max. druk Max. debiet
—
43
49
59
*Gebaseerd op pompprestaties op zeeniveau. Maximale zuighoogte neemt af op grotere hoogten.
6.3
Geluidsmeting De vereiste geluidswaarden, volgens aanhangsel 1, paragraaf 1.7.4.f van de EG-bepalingen inzake machines zijn: Gegarandeerd geluidskrachtniveau (LWA) = PT 2A 102 dB(A), PT 2V 99 dB(A), PT 2H 107 dB(A), PT 2 101 dB(A). Het geluidsdrukniveau op de plaats van de gebruiker (LpA) = PT 2A 91 dB(A), PT 2V 88 dB(A), PT 2H 99 dB(A), PT 2 89 dB(A). Deze geluidswaarden zijn vastgesteld volgens ISO 3744 voor het geluidsvermogensniveau (LWA) en ISO 6081 voor het geluidsdrukniveau (LpA) op de plaats van de gebruiker.
wc_td000002nl.fm
53
EG VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING DÉCLARATION DE CONFORMITÉ C.E
WACKER NEUSON CORPORATION, N92W15000 ANTHONY AVENUE, MENOMONEE FALLS, WISCONSIN USA ERKENDE VERTEGENWOORDIGER IN DE EUROPESE UNIE REPRÉSENTANT AGRÉÉ AUPRÈS DE L’UNION EUROPÉENNE
Axel Häret WACKER NEUSON SE Preußenstraße 41 80809 München
verklaart hierbij dat onderstaand gespecificeerde bouwmachine: 1.
Soort / Catégorie: Waterpompen
2.
Machinefunctie: Deze machine heeft als doel om gebruikt te worden voor algemene ontwateringstoepassingen.
3.
Type / Model: Pomp PT 2, PT 2A, PT 2H
4.
Artikelnummer apparatuur / Numéro de référence du matériel: 0009095, 0009097, 0009237, 0620725
5.
Netto geïnstalleerd vermogen / Puissance installée nette: PT 2 4,2 kW PT 2A 3,6 kW PT 2H 3,4 kW
Is getest volgens richtlijn 2000/14/EG / A été mis à l’épreuve conforme aux dispositions de la directive 2000/14/CEE:
6.
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
Gemeten geluidskrachtniveau
Gegarandeerd geluidskrachtniveau
ANNEX V
PT 2 100 dB(A) PT 2A 101 dB(A) PT 2H 107 dB(A)
PT 2 101 dB(A) PT 2A 102 dB(A) PT 2H 107 dB(A)
Deze machineonderdelen voldoen aan de relevante bepalingen van de Machinerichtlijn 2006/42/EG en zijn ook vervaardigd conform de volgende normen: 2000/14/EC 2002/88/EC 89/336/EC 98/37/EEC
18.12.09
2010-CE-PT2-2A_nl.fm
Datum
William Lahner Vice President of Engineering
Dan Domanski Manager, Product Engineering
WACKER NEUSON CORPORATION Deze EG-conformiteitsverklaring is een vertaling van het oorspronkelijke certificaat. Het oorspronkelijke certificaat is in het Amerikaans Engels geschreven.
Wacker Neuson SE · Preußenstraße 41 · D-80809 München · Tel.: +49-(0)89-3 54 02-0 · Fax: +49 - (0)89-3 54 02-390 Wacker Neuson Corporation · N92W15000 Anthony Ave. · Menomonee Falls, WI 53051 · Tel. : (262) 255-0500 · Fax: (262) 255-0550 ·Tel. : (800) 770-0957 Wacker Neuson Limited - Room 1701–03 & 1717–20, 17/F. Tower 1, Grand Century Place, 193 Prince Edward Road West, Mongkok, Kowloon, Hongkong. Tel: (852) 3605 5360, Fax: (852) 2758 0032