Gebruikershandleiding. Integratie Tekst-Plot timebox 4. Versie 1.0. Datum 22 December 2010

Gebruikershandleiding Integratie Tekst-Plot timebox 4

Versie 1.0

Datum Status

22 December 2010 Final

Integratie Tekst-Plot timebox 4| 22 December 2010

Colofon

IVENT A&A CDC Madame Curielaan 4-6 Postbus 20703 2289 CA Rijswijk Contactpersoon

Patrick Brooijmans Teamleider Functionele Integratie M +31 6 51313575 [email protected]

Versie Opdrachtgever Auteur(s) Projecten

1.0 i-Bridge2.0 Geodan i-Bridge2.0

Pagina 2 van 22


Inhoud Colofon ............................................................................................................2 1 Inleiding ...................................................................................................4 1.1 Achtergrond ......................................................................................... 4 1.2 Scope PoC............................................................................................ 4 1.3 Uitbreidingen t.b.v. Timebox 4 ................................................................ 5 2 Gebruikershandleiding ..............................................................................6 2.1 Starten applicatie .................................................................................. 6 2.2 Overzicht ............................................................................................. 6 2.3 Inklapbare panelen ............................................................................... 7 2.4 Incident openen .................................................................................... 9 2.5 Gebruik van de kaart ........................................................................... 10 2.6 Logboeken en logregels bekijken .......................................................... 12 2.7 Acties toevoegen ................................................................................ 14 2.8 Acties beantwoorden ........................................................................... 16 2.9 Totaalbeeld ........................................................................................ 17 2.10 Overige functionaliteit ......................................................................... 19

Pagina 3 van 22


1

Inleiding

1.1 Achtergrond Binnen i-Bridge worden functionaliteiten die benodigd zijn om tijdens een ramp effectief en gecoördineerd op te kunnen treden, zowel afzonderlijk als in elke gewenste combinatie, beproefd. In het kader van Proof-of-Concepts voor i-Bridge is gedurende een aantal demonstraties en oefeningen (Combined Endeavour 2008, Voyager 2007 en andere civiele deeloefeningen) aangetoond dat de vijf kernfunctionaliteiten die benodigd zijn om tijdens een ramp effectief en gecoördineerd op te kunnen treden robuust en stabiel kunnen worden ondersteund met het i-Bridge concept. Binnen het project i-Bridge 2.0 is een viertal timeboxen gedefinieerd die invulling geven aan een verdere doorontwikkeling van het concept. Het i-Bridge concept is opgebouwd uit de volgende vijf kernfunctionaliteiten: • (Ad hoc) Collaboratie. Betreft secure adhoc online collaboratie; • Verslaglegging. Betreft activiteiten met betrekking tot logging;  Geoharmonisatie. Betreft het synchroniseren van geografische informatie in diverse vormen en het opnieuw gebruiken van deze informatie per context;  Spraakharmonisatie. Betreft Voice Interoperabiliteit (VoIP, RoIP) waarbij met software alle vormen van spraakcommunicatie worden omgezet in IP en daarmee geharmoniseerd;  Cryptoharmonisatie oftewel toegangsbeheer en beveiliging van informatie. Betreft het onder voorwaarden tijdelijk koppelen van crypto eilanden met instandhouding van integriteit. Inmiddels zijn de eerste drie timeboxen (Proof of Concept Bridge versie 1, ondersteuning oefening Combined Endeavor 2009 en Proof of Concept i-Bridge versie 2 in samenwerking met Hulpverlening Gelderland Midden) opgeleverd. In dit plan wordt de vierde timebox nader uitgewerkt. Tijdens een incident wordt - op het operationele en tactische niveau - gebruik gemaakt van een totaalbeeld bestaande uit: een plot ( beeld op de kaart) en tekst (een korte tekst met de hoofdlijnen). Om een betrouwbaar totaalbeeld te kunnen leveren mogen er geen verschillen bestaan in de informatie die op de plot staat en die in de tekst staat. Daarbij moet de informatie altijd herleidbaar zijn naar de bron, zodat er sprake is van een „single point of truth‟. In i-Bridge 2.0 timebox 3 wordt deze integratie van tekst- en kaartmateriaal beproefd in een rampenbestrijdingsoefening. Daarnaast zal worden onderzocht hoe de analyseresultaten die gemaakt worden binnen de geofunctionaliteit automatisch kunnen worden geïntegreerd in het tekstdeel. Dit document bevat de installatiehandleiding, gebruikershandleiding en technische documentatie van de Proof of Concept-uitwerking van de integratie van tekstgegevens en geografische informatie, behorende bij het deel Geoharmonisatie. 1.2

Scope PoC

Voor deze Proof Of Concept (POC) wilden we laten zien hoe logregels (uit de Tekstapplicatie) en kaartobjecten (uit de Plot-applicatie) met elkaar geintegreerd kunnen worden en met elkaar in verband gebracht kunnen worden. Dit levert een applicatie op waarin wellicht zoveel als 90% van de functies van de Tekst- en Plotapplicaties niet beschikbaar is, omdat zij niet nodig zijn voor het aantonen van het concept. Alleen die functionaliteit die van belang is voor het aantonen van de scope van de POC zijn opgenomen in de applicatie. Een POC is dan ook geen bruikbaar produkt, het is een uitwerking van een aantal ideeën als een bruikbare testcase, waarmee mensen kunnen gaan nadenken over de uiteindelijke implementatie van een produkt gebaseerd op deze ideeën. Een POC is een applicatie die bij wijze van spreken “in de prullenbak” geworpen kan worden als er plannen Pagina 4 van 22


gemaakt worden om het daadwerkelijke produkt te gaan realiseren, al dan niet gebaseerd op de uitgewerkte ideeën van het Proof Of Concept. Een POC toont de mogelijkheden van bepaalde functionaliteit aan in één (van mogelijk meerdere) uitgewerkte vorm. Voor deze POC is gefocused op de volgende hoofdlijnen: • Het samenvoegen van de Tekst- en Plot Groove workspaces tot één workspace die alle informatie bevat; • Het samenvoegen van logregels (acties/antwoorden) en kaartobjecten (één of meer van een geometrietype) tot een enkele row in een Groove form, zodat de selectie van kaartobjecten tot selectie van logregels in het logboek kan leiden, en vice versa; • Het samenvoegen van de Tekst- en Plot-applicaties tot één applicatie die op een duidelijke manier de samengevoegde informatie tegelijkertijd in logboek en kaart kan weergeven; • Het gebruik van “in-memory” feature classes waardoor de Synchronisatieapplicatie (voor deze POC in ieder geval) overbodig wordt; • Het weergeven van tekstlinks in het tekstuele Totaalbeeld, naar één of meer logregels (en bijbehorende kaartobjecten) in het logboek; • Het mogelijk maken om kaartobjecten onzichtbaar te maken; • Een experiment met inklapbare panelen om de interface te verbeteren. Voor wat betreft de beoogde functionaliteit voor Timebox 3, zie rapport "Integratie Tekst-Plot Technisch Ontwerp”, 16 maart 2010. Door het korte tijdsbestek zijn we genoodzaakt geweest de vereisten te prioritiseren. Hierdoor zijn enkele vereisten niet uitgevoerd, met name het toekennen van statussen aan kaartobjecten (gepland, concept, enz). De enige statussen die kaartobjecten nu hebben zijn “zichtbaar” en “onzichtbaar” – dat wil uiteraard niet zeggen dat het niet mogelijk is om meerdere statussen toe te kennen aan kaartobjecten, dit moet echter verder worden uitgezocht.

1.3

Uitbreidingen t.b.v. Timebox 4

Ten behoeve van Timebox 4 zijn diverse uitbreidingen gedaan. Deze uitbreidingen zijn in de documentatie geintegreerd in de hoofdstukken 2 t/m 4. De volgende uitbreidingen zijn toegevoegd: • Toevoegen van Sectormallen en Gasmallen conform de huidige Plot-applicatie • Uitvoeren van impactanalyse conform de huidige Plot-applicatie • Toevoegen van een adreszoeker conform de huidige Plot-applicatie • Hiernaast is gewerkt aan het verder optimaliseren van de Groove-workspace, waardoor het aantal forms in de Groove-workspace wordt verminderd. Alle incident-data staat nu in één form. Hierdoor is het mogelijk om: • Gemakkelijker nieuwe types incident-data toe te voegen zonder dat de structuur van de Groove workspace hiervoor aangepast hoeft te worden • Een incident-Groove-workspace sneller aan te maken vanuit een Groove template.

Pagina 5 van 22


2

2.1

Gebruikershandleiding

Starten applicatie

Om de Tekst/Plot-integratie applicatie te starten zijn twee stappen nodig: • Start Groove • Start de applicatie door op de executable iBridgeTextPlot.exe (of Desktop shortcut hiervan) te dubbelklikken. De applicatie start niet als Groove niet gestart is, in dat geval zal er een bericht worden weergegeven. Wanneer een incident geopend wordt (zie “Incident openen”) wordt de bijbehorende Grooveworkspace ook geopend. Dit bevordert de snelheid van data-synchronisatie door Groove. NB: Er wordt gewerkt aan manieren om deze snelheid te behouden zonder de Groove workspace voor dat incident open te hebben. Dit valt echter buiten de scope van deze POC. Bij het sluiten van de applicatie of bij het openen van een ander incident, wordt de bijbehorende Groove workspace window weer gesloten. 2.2

Overzicht

De applicatie bestaat uit drie basispanelen, die verplaatst en geminimaliseerd kunnen worden (zie “Inklapbare panelen”). Het screenshot hieronder toont de begintoestand van de applicatie. • Het “Deelnemers” paneel toont alle deelnemers van het incident, gegroepeerd of gesorteerd (voor het aanmaken van deelnemersgroepen zie “Installatie”). Als nog geen incident is geopend, toont het “Deelnemers” paneel alle potentiele deelnemers aan de applicatie (dit zijn deelnemers die voor een incident kunnen worden uitgenodigd). Een “deelnemer” is in dit geval een Member van de Groove workspace, of een externe gebruiker (bijvoorbeeld een web-gebruiker) die via de Live Viewer data heeft toegevoegd aan het incident. De gekleurde bolletjes links van de deelnemernaam geven de status weer:  Rood is “heeft het incident niet open”  Groen is “heeft het incident open”  Grijs is “onbekend” of “externe gebruiker”  Het “Logboek” paneel toont individuele logboeken van deelnemers onder de ene tab, en het Totaalbeeld onder de andere. Het Totaalbeeld is een collectie van alle ingevoerde logregels, en de door één rol samen te stellen totaalbeeld-tekst. Door op een deelnemer te klikken in het “Deelnemers” paneel, kan een individueel logboek worden geselecteerd.  Het “Kaart” paneel toont de geografische objecten die zijn gelinkt aan de logregels in beeld. De kaart past zich aan al naar gelang er op dat moment in het “Logboek” paneel wordt getoond. Als een individueel logboek wordt getoond, toont de kaart alleen die geografische objecten die gelinkt zijn aan logregels in dat individuele logboek. Als het Totaalbeeld getoond wordt, toont de kaart alle geografische objecten. De kaart heeft een toolbar met daarop de tools voor kaartnavigatie en object-selectie. De kaart toont standaard een kaartje van Nederland als achtergrond. Bovenin staat een toolbar waar de belangrijkste functies van de applicatie kunnen worden geselecteerd. Als de applicatie wordt geopend, wordt deze gemaximaliseerd weergegeven. Het is echter mogelijk om de verschillende panelen op andere manieren weer te geven, of ze te resizen.

Pagina 6 van 22


2.3

Inklapbare panelen

De drie hierboven beschreven panelen zijn inklapbaar, resizable en verplaatsbaar, waardoor de applicatie naar wens kan worden aangepast. De panelen kunnen niet worden gesloten, maar wel geminimaliseerd, waardoor die delen van de applicatie die minder relevant zijn, niet voortdurend in beeld hoeven te zijn. Docken van panelen kan op verschillende plekken, hoewel niet alle panelen op alle plekken gedockt kunnen worden. Een paneel kan links, rechts, top of bottom gedockt worden, of “in het midden” (“in het midden” betekent in feite dat dat paneel de rest van het scherm opvult). Deze applicatie maakt gebruik van een aantal van deze plekken:   

Het “Deelnemers” paneel kan alleen links gedockt worden Het “Logboek” paneel kan top, bottom of in het midden gedockt worden Het “Kaart” paneel kan top, bottom of in het midden gedockt worden

In het hierboven getoonde overzichts-screenshot is het “Kaart” paneel in het midden gedockt. Er wordt een tab getoond. Meerdere panelen kunnen in het midden gedockt worden, dan wordt er een tab getoond voor elk van deze panelen. Een paneel kan drie verschillende statussen hebben:  Gedockt en uitgeklapt  Gedockt met auto-hide (ingeklapt)  Gedockt met auto-hide (uitgeklapt)

Pagina 7 van 22


Hierboven is het “Deelnemers” paneel links gedockt en uitgeklapt. Gedockte panelen zijn altijd zichtbaar. Door op de punaise rechts op de blauwe balk te drukken, kan de status van het paneel worden gewijzigd van “gedockt” naar “gedockt met auto-hide”.

Hierboven is het “Deelnemers” paneel links gedockt met auto-hide, en op dit moment ingeklapt.

Pagina 8 van 22


Hierboven is het “Deelnemers” paneel gedockt met auto-hide, en uitgeklapt. Uitklappen kan door op de verticale strip te klikken. Een uitgeklapt paneel met autohide ligt in feite over de onderliggende panelen heen. Als er niet met het paneel geinteracteerd wordt, klapt het vanzelf weer in. Klikken op de punaise zet de status weer naar “gedockt en uitgeklapt”. Panelen kunnen verplaatst worden naar bepaalde andere plekken. Dit kan door het paneel met de muis “op te pakken” bij de blauwe balk of tab (“in het midden”) en naar een andere plaats te slepen. Panelen met status “auto-hide” kunnen niet verplaatst worden, die moeten eerst gedockt worden door op de punaise te klikken. Bij het oppakken en slepen van een paneel worden de plaatsen waar het heen kan worden gesleept, getoond als iconen op het scherm. Sleep het paneel naar een van deze plekken en laat het los. Het paneel wordt nu op de nieuwe plek geplaatst, en de layout herschikt zich. NB: Het kan zijn dat mensen het moeilijk vinden om bepaalde panelen weer op een bepaalde plek terug te krijgen. Er is een knop op de top toolbar om de layout van de applicatie te resetten naar de beginsituatie:

2.4

Incident openen

NB: Het aanmaken van een incident valt niet onder de scope van deze POC. Een Groove workspace archive met de juiste structuur wordt meegeleverd met de POC. Een nieuwe Groove Tekst-Plot workspace kan op basis van dit template worden aangemaakt (zie “Installatie”). Dit is voor deze POC het equivalent van “Incident aanmaken”.

Voor elk Tekst-Plot incident dient op de machine een Groove-workspace aanwezig te zijn. Dit betekent dat de lijst van incidenten kan worden samengesteld uit de aanwezige Groove-workspaces. Als op de knop “Incident openen” gedrukt wordt, wordt de lijst met incidenten getoond. De naam van het incident wordt getoond (deze

Pagina 9 van 22


wordt gehaald uit informatie in de Groove-workspace, en is dus niet gelijk aan de naam van de Groove-workspace). Selecteer een incident en klik OK, of dubbelklik op een incident. Het incident wordt geladen in de applicatie:        

De naam van het incident wordt toegevoegd aan de header van de applicatie Alle deelnemers aan dit incident worden geladen in de “Deelnemers” tab Het logboek van de huidige rol (“ikzelf”) wordt geladen in het “Logboek” paneel Incidentlocaties worden getoond op de kaart De geografische objecten behorende bij het logboek van de huidige rol worden getoond op de kaart Het totale logboek en het meest recent gepubliceerde totaalbeeld wordt geladen in het “Logboek” paneel De kaart zoomt naar de extent van de incidentlocaties De “logregel toevoegen” knop wordt actief

Een nieuwe Tekst/Plot Groove workspace bevat een aantal standaard incidentlocaties, verder bevat het nog geen informatie. 2.5 2.5.1

Gebruik van de kaart Navigatie

Zoom in door op de kaart te klikken of door een box te slepen op de kaart.

Zoom uit door op de kaart te klikken of door een box te slepen op de kaart.

Pan: sleep de kaart naar een nieuwe locatie.

Full extent: Zoom de kaart naar de volledige extent (overzichtsextent).

Zoom de kaart terug naar de vorige locatie.

Zoom de kaart terug naar de volgende locatie.

2.5.2

Achtergronddata

Laad een achtergrondthema. Door op deze kaart te klikken wordt een lijstje getoond met de beschikbare achtergrondthema‟s (zie “Installatie”). Als een ander achtergrondthema wordt gekozen, wordt het vorige automatisch verwijderd.

2.5.3

Selectie en identificatie

Pagina 10 van 22


Identify: klik op een kaartobject om er meer informatie over te bekijken.

Selecteren: Selecteer kaartobjecten, de bijbehorende logregels worden in het logboek geselecteerd.

Clear selection: de selectie op de kaart wordt uitgezet, en ook in het logboek. 2.5.4

Sectormallen

Met behulp van deze tool kunnen sectoren van de standaard sectormal toegevoegd worden aan de kaart. De sectormal zelf is alleen zichtbaar als de tool actief is. De tool kan alleen gebruikt worden met een punt-incidentlocatie. Deze kan gekozen worden in de dropdown “Locatie” links van de tool. Klik op de tool en de sectormal wordt afgebeeld met als middelpunt de gekozen incidentlocatie. Klik nu op individuele sectoren om ze te selecteren of te deselecteren. Geselecteerde sectoren worden gedeeld met andere gebruikers. Noot: een geselecteerde sector is niet gekoppeld aan een logregel, hij is dus in elk logboek inclusief het totaalbeeld zichtbaar.

Hierboven is de tool “Sectormallen” actief, de sectormal is over de locatie “Brandhaard” heengetekend. Sectoren 11B en 11A zijn geselecteerd, deze worden gedeeld met andere gebruikers. 2.5.5

Gasmallen

Pagina 11 van 22


Met behulp van deze tool kunnen gasmallen aan de kaart worden toegevoegd. Hierbij kan een windrichting worden gekozen. De tool kan alleen gebruikt worden met een punt-incidentlocatie. Deze kan gekozen worden in de dropdown “Locatie” links van de tool. Klik op de tool en het gasmallen-selectiedialoog wordt getoond:

Klik op een mal in de lijst “Beschikbaar” en klik vervolgens op het pijltje naar rechts. De gasmal wordt nu aan de lijst toegevoegd van gasmallen die aan de kaart toegevoegd zullen worden. Zij zullen getekend worden met windrichting ZW, ook is het mogelijk om graden in te voeren (0-360) als windrichting. Klik op “Wijzigingen delen” en de geselecteerde gasmallen worden aan de kaart toegevoegd. Bij het opnieuw openen van het dialoog staan deze geselecteerde gasmallen nog steeds in de lijst “Op kaart”. Het is nu mogelijk hieruit gasmallen te verwijderen door ze aan te klikken en op het pijltje naar links te klikken. Ook kunnen nieuwe gasmallen worden toegevoegd, en de windrichting kan worden veranderd. Omdat de windrichting betrekking heeft op alle gaswolken, zullen alle op de kaart aanwezige gasmallen worden geroteerd naar de nieuwe windrichting. In het overzichtsplaatje van 2.2 zijn twee gasmallen te zien met windrichting Z. Noot: een gasmal is niet gekoppeld aan een logregel, hij is dus in elk logboek inclusief het totaalbeeld zichtbaar.

2.6 2.6.1

Logboeken en logregels bekijken Tonen van de verschillende logboeken

De logboeken van verschillende rollen bevatten verschillende informatie (logregels). Een individueel logboek toont alleen die informatie die door die rol is aangemaakt, of die informatie die aan hem is gericht. Een individueel logboek wordt getoond door in het “Deelnemers” paneel op een rol te klikken. Een logregel kan een vraag zijn (een actie) of een antwoord. Acties worden in grijs weergegeven. Antwoorden kunnen worden weergegeven door het plusje naast de actie te klikken, waardoor de gehele “thread” wordt uitgeklapt. Antwoorden worden in wit weergegeven.

Pagina 12 van 22


Een logregel kan een geografisch object bevatten (maar dat hoeft niet). Dit wordt getoond door een gekleurd wereldbolletje. Kaartobjecten kunnen door beantwoorden van logregels worden verwijderd (zie “Logregels beantwoorden”). Deze kaartobjecten zijn er nog wel, maar worden niet weergegeven op de kaart. Logregels met onzichtbare kaartobjecten worden weergegeven met een grijs wereldbolletje.

Hierboven: een voorbeeld met drie acties, waarvan er een is uitgeklapt. Net zoals in de huidige Tekst-applicatie zijn de acties zo gesorteerd dat de meest recente bovenin het logboek wordt weergegeven. Ook de antwoorden binnen een “thread” zijn zo gesorteerd dat het meest recente antwoord direct onder de actie staat. In dit voorbeeld is te zien dat de uitgeklapte actie een bijbehorend kaartobject heeft dat nu onzichtbaar is. Ook hebben de eerste twee antwoorden een kaartobject dat onzichtbaar is. Het meest recente antwoord heeft een kaartobject dat zichtbaar is. Omdat de geografische objecten op de kaart gelinkt zijn aan de logregels die op dat moment worden getoond, past de kaart zich aan de getoonde logboeken aan. Dit betekent dat er kaartobjecten kunnen verdwijnen en verschijnen als er een ander individueel logboek wordt getoond. Als men in het “Logboek” paneel het Totaalbeeld kiest, wordt het gehele logboek (dus zonder filter) getoond. Hieruit volgt dat de kaart ook alle (zichtbare) kaartobjecten weergeeft. Dit laatste is in feite hetzelfde kaartbeeld dat in de huidige Plot-applicatie wordt weergegeven. Zie voor het Totaalbeeld paragraaf “Totaalbeeld”.

2.6.2

Bekijken van individuele logregels

Zoals hierboven wordt beschreven past de kaart zich aan de getoonde logregels aan. Een “logregel” (een actie of een antwoord) bevat wel of niet een kaartobject. Logregels kunnen worden geselecteerd door erop te klikken. Als de logregel een kaartobject bevat, wordt deze automatisch ook op de kaart geselecteerd in dezelfde kleur. Als het vinkje “Zoom de kaart naar geselecteerde logregels” aanstaat, zoomt de kaart naar de extent van het geselecteerde kaartobject. Onzichtbare kaartobjecten zijn in feite niet verwijderd: ze kunnen dus nog steeds weergegeven worden als de logregel wordt geselecteerd. Zij worden met een highlight getoond op de kaart als de logregel wordt geselecteerd. Meerdere logregels kunnen worden geselecteerd door CTRL in te drukken en verschillende logregels met de muis te selecteren. Er worden nu ook meerdere kaartobjecten geselecteerd op de kaart. Ook op de kaart kan men kaartobjecten selecteren met behulp van de “Select” knop (Zie “Gebruik van de kaart”). Omdat deze kaartobjecten zijn gekoppeld aan een logregel wordt de bijbehorende logregel automatisch ook geselecteerd. Zo kunnen ook

Pagina 13 van 22


meerdere kaartobjecten tegelijkertijd geselecteerd worden, en worden dus ook meerdere logregels in het logboek geselecteerd. NB: Onzichtbare kaartobjecten kunnen niet geselecteerd worden op de kaart. Om de selectie van de kaart en het logboek uit te zetten, gebruik de “Clear Selection” knop op de kaart. Ook het wisselen naar een ander logboek zet de selectie uit in het logboek en op de kaart.

In dit voorbeeld hierboven is een logregel geselecteerd en een onzichtbaar kaartobject gehighlight op de kaart.

2.7

Acties toevoegen

Als niet het Totaalbeeld zichtbaar is, kunnen nieuwe acties worden toegevoegd.

Klik op de knop “Logregel/actie toevoegen” in de top toolbar. Het volgende dialoog verschijnt:

Pagina 14 van 22


Net zoals in de huidige Tekst-applicatie, moet een onderwerp worden gekozen en een beschrijving gegeven worden. De actie wordt aan maximaal één andere rol toegekend (als geen enkele andere rol wordt aangevinkt is de actie alleen aan de huidige rol gericht). Naast onderwerp en beschrijving kunnen nu ook kaartobjecten worden getekend op de kaart. Hiervoor moet een symbool worden gekozen uit de dropdownbox. Er zijn punt-, lijnen vlaksymbolen beschikbaar, er kan echter per logregel maar één type geometrie getekend worden. Kies het symbool en teken op de kaart:  Een of meer punten kunnen worden getekend op de kaart door met de muis op de kaart te klikken  Een of meer lijnen kunnen worden getekend door met de muis op de kaart te klikken (de lijn wordt opgebouwd) en te dubbelklikken om de lijn af te sluiten.  Een of meer vlakken kunnen worden getekend door met de muis op de kaart te klikken (het vlak wordt opgebouwd) en te dubbelklikken om het vlak af te sluiten. Getekende “concept-kaartobjecten” worden in rood weergegeven. Als de nieuwe actie wordt opgeslagen door op OK te drukken, wordt de logregel aan het logboek toegevoegd en de kaartobjecten aan de kaart toegevoegd met het gekozen symbool. Kaartobjecten van nieuwe acties zijn altijd zichtbaar. Zodra een nieuwe actie is opgeslagen wordt deze door Groove gesynchroniseerd. Bij de andere deelnemers wordt de nieuwe actie en bijbehorende kaartobjecten ook getoond. NB: Het tekenen van meerdere kaartobjecten van verschillende geometrie-types en verschillende symbolen is mogelijk maar valt buiten deze POC.

Pagina 15 van 22


NB: Het initieren van een nieuwe logregel door te starten met tekenen op de kaart (in plaats van een nieuwe logregel aanmaken dmv het form) is mogelijk maar valt buiten deze POC. 2.8

Acties beantwoorden

Als een actie-logregel geselecteerd is die van of voor de huidige rol is, kan er op deze actie geantwoord worden. De knop “Beantwoorden” wordt dan actief.

Klik op de knop “Beantwoorden” in de top toolbar. Het volgende dialoog verschijnt:

Zoals te zien is, is dit dialoog nagenoeg gelijk aan het dialoog om een nieuwe actie toe te voegen, alleen zijn een aantal onderdelen al ingevuld. Het onderwerp van de actie kan niet worden gewijzigd, en standaard wordt de beschrijving van de vraag ingevuld. Het is niet mogelijk om een antwoord aan iemand anders toe te wijzen, dus dit is ook niet beschikbaar. Om een antwoord toe te voegen dient de beschrijving te worden aangepast. Daarnaast kunnen nieuwe kaartobjecten met dit antwoord aan de kaart worden toegevoegd. Dit werkt op dezelfde manier als bij het toevoegen van een nieuwe actie. Het enige nieuwe aan dit dialoog is de mogelijkheid om “eerder voor deze actie geplaatste geometrieen” op onzichtbaar te zetten. Bedenk bijvoorbeeld het volgende scenario:  

Aan de politie wordt opdracht gegeven om ergens afzettingen te plaatsen. Een nieuwe actie wordt toegevoegd, waarbij een locatie als lijn wordt ingetekend. De politie plaatst de afzettingen, en tekent de precieze locatie als lijnen op de kaart in. Hij kiest ervoor om eerder geplaatste geometrieen onzichtbaar te zetten: de “concept-locatie” voor de afzettingen is namelijk niet meer relevant, Pagina 16 van 22




omdat de precieze locaties van de afzettingen nu bekend zijn. Na een poosje worden de afzettingen verwijderd. De politie geeft als antwoord dat de afzettingen verwijderd zijn. Hij voegt geen nieuwe geometrie meer toe, maar vinkt nogmaals de optie aan om eerder geplaatste geometrieen onzichtbaar te zetten. De afzettingen zijn nu niet meer zichtbaar in de kaart. De logregels kunnen echter nog wel geselecteerd worden, de onzichtbaar gezette afzettingen worden dan weer op de kaart gehighlight.

Zodra een nieuw antwoord is opgeslagen wordt deze door Groove gesynchroniseerd. Bij de andere deelnemers wordt het nieuwe antwoord en bijbehorende kaartobjecten ook getoond. NB: Een wens voor deze POC was om aan de verschillende kaartobjecten statussen te kunnen geven (bv gepland, concept, definitief). Dit is echter niet geimplementeerd in de uiteindelijke POC door tijdgebrek. Dit betekent echter niet dat het niet mogelijk is, maar wat betreft statussen van kaartobjecten beperkt deze POC zich tot “zichtbaar” en “onzichtbaar”. 2.9 2.9.1

Totaalbeeld Totaalbeeld bekijken

Het totaalbeeld (dat overigens ook uit twee, binnen de tab te verplaatsen en in te klappen panelen bestaat) bestaat uit het totale logboek (met daarin alle acties en antwoorden) en de door één rol te wijzigen tekstuele versie van het totaalbeeld. De kaart past zich aan het getoonde totaalbeeld aan en toont alle zichtbare kaartobjecten. NB: De huidige Tekst-applicatie gebruikt Paragrafen, Concept-totaalbeeld en Totaalbeeld, dit zijn verschillende stappen om tot het gepubliceerde tekstuele Totaalbeeld te komen. Voor deze POC hebben we dit sterk versimpeld, zodat we datgene dat we qua integratie van logregels en kaartobjecten willen overbrengen, gemakkelijker kunnen aantonen. Er is één rol die de tekst in het Totaalbeeld mag samenstellen. Als deze het Totaalbeeld publiceert, krijgen alle andere rollen dit ook te zien, zij mogen het echter niet wijzigen.

De Totaalbeeld-tab (zonder de kaart). Het gehele logboek is links getoond, en kan worden ingeklapt. De tekst rechts (het gepubliceerde Totaalbeeld) is altijd zichtbaar. Standaard wordt altijd het meest recent gepubliceerde Totaalbeeld getoond. Men kan echter ook oude Totaalbeelden openen, door op de knop “Oude beelden” te drukken:

Pagina 17 van 22


Als er oude beelden beschikbaar zijn, wordt een lijstje getoond waarin een oud Totaalbeeld gekozen kan worden. Deze wordt dan getoond in plaats van het meest recente beeld. Door nogmaals op dezelfde knop te drukken, wordt het meest recente beeld weer getoond. De rol die het Totaalbeeld mag aanpassen heeft ook een “Totaalbeeld Publiceren” knop. Standaard (als er nog geen beeld is gepubliceerd) worden in de POC de lege paragrafen getoond. De rol kan hierin gewoon tekst typen (voor de POC wordt alle toegevoegde tekst in rood weergegeven en is er geen formatting).

2.9.2

Gebruik van tekstlinks naar logregels

Nieuw in het gepubliceerde Totaalbeeld is het gebruik van tekst-links. Deze links kunnen door de rol die het Totaalbeeld samenstelt, worden toegevoegd aan de tekst (in werkelijkheid zullen alle rollen die paragrafen mogen aanleveren aan het Concepttotaalbeeld dat ook mogen doen, maar dat valt buiten de scope van deze POC).

Een tekstlink kan worden samengesteld uit één of meer geselecteerde logregels van het Totaalbeeld. Selecteer deze en rechtsklik de geselecteerde logregels. Een context menu verschijnt: Exporteren naar clipboard. Klik hierop. Selecteer nu een stuk tekst in het Totaalbeeld en rechtsklik het:

Pagina 18 van 22


Een contextmenu verschijnt “Importeren van clipboard als link”. Klik hierop. De tekst verandert nu in een link, die in blauw wordt weergegeven:

Er kan nu op deze link geklikt worden, en de bijbehorende logregel(s) worden geselecteerd, en de bijbehorende kaartobjecten (onzichtbaar of zichtbaar) worden op de kaart weergegeven. Kies “Totaalbeeld publiceren” om het totaalbeeld op te slaan in Groove.

Andere rollen krijgen automatisch dit nieuwe totaalbeeld te zien, en zij kunnen eveneens op de links klikken om bijbehorende logregels te zien. Omdat logregels (en kaartobjecten) nooit verwijderd worden, kunnen de links in oude totaalbeelden ook gebruikt worden. 2.10 2.10.1

Overige functionaliteit Impactanalyse

De impactanalyse biedt de volgende functionaliteiten voor een geselecteerd vlak van een willekeurige kaartlaag:

Pagina 19 van 22


   

Het berekenen van het aantal inwoners via de Bridgis Populator service Een analyserapport van alle objecten van een bepaalde kaartlaag die binnen het geselecteerde vlak vallen Het berekenen van geaggregeerde hoeveelheden van een bepaalde kolom in de analysekaartlaag Het exporteren van een analyserapport naar een Excel-spreadsheet.

  Selecteer een vlak op de kaart en klik de knop. Het Impactanalysedialoog opent.

Op deze tab kan voor een bepaalde datum en tijd een berekening worden gemaakt van de hoeveelheid inwoners binnen het geselecteerde vlak. Stel datum en tijd in en druk op de knop met de rekenmachine. Aangezien een web service wordt geraadpleegd, kan het even duren voor het resultaat wordt getoond.

Pagina 20 van 22


Op de tweede tab kan een tweede kaartlaag worden gekozen, waarna een overzicht wordt gegeven van die objecten in die laag die binnen het geselecteerde vlak liggen. Selecteer een vlak door op de rij-header links van de rij te klikken. Rechtsklik de geselecteerde rij: een contextmenu wordt getoond waarmee de individuele kaartobjecten op de kaart kunnen worden geidentificeerd. Klik op Statistieken om de analyse verder uit te werken met behulp van een groeperings- en aggregaatkolom. Bijvoorbeeld: van de Veeboerderijen binnen het geselecteerde vlak, hoeveel dieren (bijvoorbeeld TOTAAL_DIEREN = aggregaatkolom) zijn er per type boerderij (TYPE = groeperingskolom)?

Pagina 21 van 22


Indien geen aggregaatkolom wordt gekozen wordt het totaal per voorkomende waarde uit de groeperingskolom weergegeven. 2.10.2

Adreszoeker

Met behulp van de adreszoeker kan een adres in Nederland worden gezocht en naar de coordinaten daarvan worden gezoomd. Bij het typen van waarden in de diverse dropdowns worden mogelijkheden automatisch getoond. Klik op Toon Locatie om naar de coordinaat te zoomen. Noot: als de locatiezoeker-database niet beschikbaar is, zijn alle opties uitgegrijsd.

Pagina 22 van 22

Gebruikershandleiding. Integratie Tekst-Plot timebox 4. Versie 1.0. Datum 22 December 2010

Recommend Documents