GEBRUIKERSINFORMATIE
2
Welkom
Het verheugt ons dat u voor een BionX™ aandrijfsysteem gekozen heeft. Onze producten staan voor technische innovatie, gepaard met design en kwaliteit, op maat van de individuele behoeften en de vereisten van de fietser van vandaag. Deze pagina’s zijn een aanvulling op de gebruiksaanwijzing voor de fiets. Lees deze informatie aandachtig, ook wanneer u een ervaren fietser bent. Mocht u na het lezen van het handboek nog vragen hebben, neem dan contact op met uw dealer. Volgens ons, BionX, moet een fiets een fiets blijven. Onze liefde voor de fiets is onze motivatie en de passie die wij met onze klanten delen. Wij hopen dat u veel plezier zal beleven aan uw nieuw elektrisch aandrijfsysteem. Mocht u vragen hebben, die noch in dit handboek noch door uw dealer beantwoord kunnen worden, kunt u rechtstreeks contact nemen met ons voor: Europa
[email protected], Noord-Amerika
[email protected] en voor de rest van de wereld
[email protected]
3
Veiligheid en wat te doen Wij willen dat u dynamisch, maar ook zeker op weg kan. Lees daarom de volgende instructies aandachtig en maak u, zelfs wanneer u een ervaren fietser bent, voor de eerste rit met uw nieuw BionX aandrijfsysteem vertrouwd. 1. BionX raadt aan dat u uw aandrijfsysteem door een bevoegde dealer laat monteren. 2. Deze handleiding beschrijft de werking van het BionX aandrijfsysteem van uw Pedelec. Lees alle andere meegeleverde installatie- en bedieningsaanwijzingen van de fabrikant(en) aandachtig en volg eventuele aanwijzingen voor het eerste gebruik. 3. Maak u vertrouwd met uw Pedelec en met de werking van het BionX systeem in een bekende omgeving voordat u voor de eerste keer aan het wegverkeer deelneemt. 4. Draag voor uw eigen veiligheid een fietshelm wanneer u uw Pedelec bestuurt. 5. Controleer voor elke rit de correcte luchtdruk van de banden. 6. Controleer voor elke rit de correcte werking van de remmen. 7. Verzaak aan het gebruik van een mobiele telefoon of van een ander elektronisch toestel zolang u met uw Pedelec rijdt om aandachtig aan het wegverkeer te kunnen deelnemen. 8. Rijd, wanneer mogelijk, op fietspaden en altijd in de juiste verkeersrichting. 9. Volg de geldige regels van het wegverkeerreglement. 10. Vergeet niet dat andere deelnemers aan het verkeer de snelheid van uw Pedelec zouden kunnen onderschatten. 11. Houd het stuur met beide handen vast zolang u met uw Pedelec onderweg bent. 12. Rijd zo voorzichtig en aandachtig mogelijk. Wij danken u voor uw aandacht en wensen u nu al veel plezier met uw nieuwe Pedelec powered by BionX.
Uw BionX Team
4
Inhoud Veiligheid en wat te doen
4
Beschrijving van het BionX SL aandrijfsysteem
6
Beschrijving van het BionX PL aandrijfsysteem
8
De bedieningsconsole aanbrengen en afnemen
10
De accu aanbrengen en uitnemen
11
De accu gebruiken en laden
12
Voeding
14
Laadtoestellen
15
Aandrijvings- en recuperatiemodus / Mountain-Mode
16
Bediening van het BionX aandrijfsysteem
17
Bediening van de Remote Throttle
19
Programmering van de basisinstellingen
20
Demontage en montage van het achterwiel
21
Onderhoud en service
22
Reiniging
23
Transport van de Pedelec
23
Vervangings- en reserveonderdelen
23
Zoeken naar en verhelpen van fouten
24
Informatie over aansprakelijkheid en garantie
25
5
Beschrijving van het BionX SL aandrijfsysteem 1
1 4 2b
2a 3
4
3
1 G2 bedieningsconsole • Afneembaar • Verlicht LCD-display met indicatie van de batterijlaadstatus • 4 ondersteuningsniveaus • 4 recuperatieniveaus • Display-achtergrondverlichting en fietsverlichting aan/ uit (indien gemonteerd en aangesloten) • Dient ook als fietscomputer (snelheid, traject, tijd, gemiddelde snelheid, totaal traject)
Remote Throttle (optioneel) • Ondersteunings-/recuperatiekeuzeschakelaar • Snelheidsregelaar
2a 48V onderbuis-accu • Lithium ionen (Li-Ion) • Afsluitbaar& afneembaar • TOUCH PORT laadstatusindicatie • DTXL 48 V / 8,8 Ah / 423 Wh • DTL 48 V / 6,6 Ah / 317 Wh • DC Output: standaard 6 V (instelbaar van 6 V tot 12 V, waar beschikbaar). Maximale stroomsterkte 2 A. Aansluiting: holle stekker 2,1 mm binnen, 5,5 mm buiten 2b 48V bagagedrager-accu • Lithium ionen (Li-Ion) • Afsluitbaar & afneembaar • TOUCH PORT laadstatusindicatie • RRXL 48 V / 8,8 Ah / 423 Wh • RRL 48 V / 6,6 Ah / 317 Wh • DC Output: standaard 6 V (instelbaar van 6 V tot 12 V, waar beschikbaar). Maximale stroomsterkte 2A. Aansluiting: holle stekker 2,1 mm binnen, 5,5 mm buiten 6
3 SL Motor • Gelijkstroom-achterwiel-naafmotor • Vermogen: nom. 250 W • Koppel nom/max: 9 Nm / 40 Nm • Gewicht: 3,5 kg • Borstelloos, transmissieloos, onderhoudsvrij • GeneratorModus voor recuperatie (terugwinnen van energie) • Geïntegreerde koppelsensor 4 Remcontactschakelaar • Een buiten gemonteerd Reedcontact, dat in de communicatieleiding van het BionX systeem geïntegreerd is • Bij activering wordt de aandrijving uitgeschakeld „Killschakelaar”) en begint de recuperatie
Voeding • Voeding om de Li-Ion-accu te laden • Ingangsspanning: 110 240 V • Uitgangsspanning: 26 V • Max. laadstroom: 3,45 A • Uitgangsvermogen: 90 W
7
Beschrijving van het BionX PL aandrijfsysteem 1
1 4
4
2b
2a 3
3
3
Remote Throttle (optioneel) • Ondersteunings-/recuperatiekeuzeschakelaar • Snelheidsregelaar 2
1
ODO
4
1 G2 bedieningsconsole (bij aandrijfsystemen vanaf 2011) • Afneembaar • Verlicht LCD-display met indicatie van de batterijlaadstatus • 4 ondersteuningsniveaus • 4 recuperatieniveaus • Display-achtergrondverlichting en fietsverlichting aan/ uit (wanneer gemonteerd en aangesloten) • Dient ook als fietscomputer (snelheid, traject, tijd, gemiddelde snelheid, totaal traject) 1 G1 Bedieningsconsole (aandrijfsystemen tot 2010) • G1 bedieningsconsole (optioneel met geïntegreerde gasgreep) • Verlicht LCD-display met indicatie van de batterijlaadstatus • 4 ondersteuningsniveaus • 4 recuperatieniveaus • Display-achtergrondverlichting en fietsverlichting aan/ uit (wanneer gemonteerd en aangesloten) • Dient ook als fietscomputer (snelheid, traject, tijd, gemiddelde snelheid, totaal traject) • Fixe Throttle (optioneel) 2a 22, 26 of 37 V onderbuis-accu • Lithium ionen (Li-Ion) • Afsluitbaar & afneembaar • S – 22 V / 6,4 Ah / 141 Wh • M – 26 V / 9,6 Ah / 250 Wh • L – 37 V / 9,6 Ah / 355 Wh • DC Output: standaard 6 V (instelbaar van 6 V tot 12 V, waar beschikbaar). • Maximale stroomsterkte 2 A. • Aansluiting; holle stekker 2,1 mm binnen, 5,5 mm buiten
8
2b 37 V bagagedrager-accu • Lithium ionen (Li-Ion) • Afsluitbaar & afneembaar • RR L 37 V / 9,6 Ah / 355 Wh • RR M 37 V / 6,4 Ah / 237 Wh • DC Output: standaard 6 V (instelbaar van 6 V tot 12 V, waar beschikbaar) • Maximale stroomsterkte 2 A. • Aansluiting: holle stekker 2,1 mm binnen, 5,5 mm buiten 3 250, 250HT of 500HS* motor • Gelijkstroom-achterwiel-naafmotor • Vermogen (nom) koppel (nom/max): 250: 250 W - 7 / 25 Nm 250HT: 250 W – 9 / 40 Nm 500: 500 W – 9 / 25 Nm • Gewicht: 4,7 kg • Borstelloos, transmissieloos, onderhoudsvrij • Generator-modus voor de recuperatie (terugwinnen van energie) • Geïntegreerde koppelsensor 4 Remcontactschakelaar • Een buiten gemonteerd Reedcontact, dat in de communicatieleiding van het BionX systeem geïntegreerd is • Bij activering, uitschakeling van de aandrijving („Killschakelaar”) en begin van de recuperatie
37V laadtoestel (een LED) (PL systemen vanaf 2011) • Om de 37 V Li-Ion accu te laden • Ingangsspanning: 100 240 V • Uitgangsspanning: 37 V • Max. laadstroom: 2 A
22V, 26V of 37V laadtoestellen (twee LEDs) (PL systemen voor 2011) • Om de 22 V, 26 V of 37 V Li-Ion accu’s te laden • Ingangsspanning: 100 240 V • Uitgangsspanning; 22 V, 26 V of 37 V (modelafhankelijk) • Max. laadstroom: 2 A *Opmerking: 500W systemen zijn uitsluitend verkrijgbaar in Zwitserland. In de EU mogen ze omwille van wettelijke redenen niet gebruikt worden.
9
De bedieningsconsole aanbrengen en afnemen
“klik”
De bedieningsconsole aanbrengen • De bedieningsconsole in de hiervoor voorziene clip op het stuur schuiven • Verzekeren dat de bedieningsconsole zuiver in de clip aan het stuur insluit
De bedieningsconsole afnemen • De bedieningsconsole ontgrendelen door te drukken op de insluitknop op de hiervoor voorziene clip • De bedieningsconsole uit de hiervoor voorziene clip schuiven
10
De accu aanbrengen en uitnemen De onderbuis-accu aanbrengen 1 De accu voorzichtig op de rail van het dockingstation aan de onderbuis plaatsen 2 In richting stekker laten glijden 3 De vergrendelingshendel beweegt zelfstandig terug terwijl de accubox in richting stekker glijdt 4 Zodra de hendel bijna volledig in de “gesloten”-positie staat, drukt u stevig op de hendel, terwijl u gelijktijdig de slotcilinder naar binnen drukt tot deze met een hoorbare >KLIK> insluit. 4
1 2
3 “click”
)) ) m m) m4m mm 4m5..4 m 5. 225 .4 (2 ”” (((25 1” 111” 001 001 001 001 001 001
001 001
De onderbuis-accu afnemen 1 Het BionX aandrijfsysteem uitschakelen (zonder Afb.) 2 De sleutel in het slot draaien, terwijl u gelijktijdig de vergrendelingshendel van de accu indrukt. De slotcilinder springt naar buiten (zonder Afb.) 3 De vergrendelingshendel naar boven trekken 4 De accu een stuk naar voren schuiven om hem uit de rail van het dockingstation te kunnen nemen 5 De accu van de rail van het dockingstation aan de onderbuis afnemen
3 1” )
m
m .4
5 (2
4
001 001
5 2
AcHTunG nooit proberen de accubox met behulp van de vergrendelingshendel in de aansluiting te drukken!
11
1” ) m 4m 5. (2
001
De bagagedrager-accu aanbrengen: 1 Het slot openen en de sleutel aftrekken 2 De accu voorzichtig uit de rail van het dockingstation aan de onderbuis plaatsen 3 Voorzichtig in richting verbindingsaansluiting schuiven tot de accu in de verbindingsaansluiting insluit 4 De slotcilinder naar binnen drukken tot u een >KLIK< hoort 3
4 1
CLICK
2
001 001
001 001
De bagagedrager-accu uitnemen: 1 Het BionX aandrijfsysteem uitschakelen (zonder Afb.) 2 De sleutel in het slot draaien tot de slotcilinder naar buiten springt 3 De sleutel uit het slot trekken 4 De accu langs de accuhouderrail naar buiten uit de bagagedrager trekken
3
4
001 001 001 001
001
2
De accu gebruiken en laden
LET OP Voor BionX accu’s uitsluitend BionX voedingen of BionX laders gebruiken! De accu door verbinding van de aansluitingscontacten nooit kortsluiten. nooit proberen de accu te openen. Deze twee handelingen zouden tot beschadiging en eventueel ook tot oververhitting van de accu kunnen leiden. Accu’s mogen door de gebruiker niet geopend worden. Opent u de accu, vervallen alle garantie- en aansprakelijkheidsrechten. Geen accu’s gebruiken waarbij de behuizing of de stekker schijnbaar beschadigd zijn.
12
Verzeker dat een volledig geladen accu na de beëindigde laadcyclus niet langer met de voeding verbonden blijft. De gebruikte lithium-ionen-cellen hebben slechts een geringe zelfontlading, daarom is geen continue verbinding van de accu met de voeding noodzakelijk. Wij raden aan de accu, wanneer het toestel langere tijd niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld voor een winterpauze) volledig te laden en daarna om de drie maanden opnieuw te laden. Ongebruikte accu’s bewaart u bij voorkeur op een koele plaats bij temperaturen tussen 10° C (50° F) en 25° C ( 77° F). Bewaar de accu nooit op plaatsen waar de temperatuur boven 45°C (113° F) resp. lager dan -10° C (14° F) kan liggen. De accu mag ook nooit aan extreme temperatuurschommelingen worden blootgesteld en moet in principe tijdens de opslag tegen vochtigheid beschermd zijn om corrosie aan de steekcontacten te vermijden. Laat de accu nooit vallen, en bescherm de accu tegen mechanische beschadigingen. Beschadigingen zouden tot kortsluitingen en bijgevolg ook tot oververhitting van de accu kunnen leiden.
Lege accu’s horen niet thuis in het huisvuil! Een gebruikte accu moet altijd vakkundig verwijderd worden! BionX accu’s kunnen bij BionX dealers gratis teruggegeven worden. De accu laden:
WAARScHuWInG Om uw BionX accu’s te laden uitsluitend de daarvoor voorziene, met het aandrijfsysteem geleverde BionX voeding of lader gebruiken. Het gebruik van vreemde voedingen/laders kan de accu beschadigen. De BionX voeding/lader uitsluitend gebruiken voor herlaadbare BionX accu’s van het aangegeven type. Het gebruik van BionX voedingen/laders bij andere accu’s zou deze eventueel kunnen beschadigen en bijgevolg tot oververhitting van de andere accu kunnen leiden. Tijdens het laden resp. wanneer de voeding/lader met het net verbonden en/of ingeschakeld is, dient verzekerd te worden dat de accu resp. de voeding/lader nooit nat of vochtig wordt om elektrische schokken en kortsluitingen te vermijden. Geen voedingen/laders gebruiken met duidelijk beschadigde kabel, behuizing of stekkers. Extreme temperaturen zijn slecht voor de accu, vooral tijdens het laden. Laden van de accu onder directe zonnestralen, in de buurt van verwarmingen of bij zeer hoge of lage temperaturen dient vermeden te worden! Daardoor kan de levensduur van de accu duidelijk verminderd worden. Wij raden daarom de accu bij kamertemperatuur (ongeveer 20° C / 65° F) te laden. Voor het laden moet de accu voldoende tijd krijgen om de kamertemperatuur te bereiken. De accu kan zowel in de fiets als apart geladen worden. De gebruikte lithium-ionen-cellen hebben geen memory-effect. Dat betekent dat de levensduur van de accu niet afhankelijk is van het feit of een accu pas opnieuw opgeladen wordt wanneer hij volledig leeg is, of reeds eerder. De accu zou daarom na elke rit geladen kunnen worden. Wij raden echter - wanneer dit bij het geplande traject mogelijk is – aan de accu pas te laden wanneer de statusindicator ongeveer bij 50% capaciteit gekomen is. Verder raden wij aan de accu voor langere periodes van niet-gebruik, bijvoorbeeld tijdens een winterpauze, volledig te laden, als alternatief om de drie maanden. Mocht de accu ooit eens zodanig ontladen zijn dat het gevaar dreigt dat hij binnen afzienbare tijd volledig ontladen is, dan geeft de accu door een pieptoon aan dat hij opgeladen moet worden.
13
Voeding Laden bij het SL systeem (voeding): • De voeding met de ronde laadstekker op de accu aansluiten – het systeem kan daarbij in- of uitgeschakeld zijn • De netstekker van de voeding in de contactdoos steken • De LED-ring aan de accu (rond de connector van de laadstekker) licht op in overeenstemming met de actuele laadstatus en wisselt tijdens het laden naar ORANJE • Na de volledige lading wisselt de kleur van de LED-ring naar GROEN. De accu is dan volledig geladen en de laadcyclus is beëindigd • De laadstekker moet nu verwijderd worden • Wanneer u tijdens het laden de actuele laadstatus van de accu wilt controleren kunt u, op voorwaarde dat de accu zich in de fiets bevindt, het systeem inschakelen (alleen aanbevolen bij 48V) en de laadstatus op de console aflezen. LED-ring rood = voor het laden
LED-ring oranje = tijdens het laden
LED-ring groen = volledig geladen
This has my vote :)
Verzeker dat een volledig geladen accu na de beëindigde laadcyclus niet langer met de voeding verbonden blijft. De laadstatus van de accu controleren • Met de vinger langzaam over de laadconnector wrijven • De in kleuren reagerende indicator van de accucapaciteit van de LED-ring wordt aangesproken • Voor een nieuwe controle van de laadstatus van de accu moet u 10 seconden wachten Laadstatus
Kleur
100-75 %
groen
72-20 %
oranje
< 20 %
rood
OPMERKInG De meegeleverde voeding is geschikt voor spanningen van 110-115V resp. 220-230V. Een verandering naar deze spanningswaarden is niet noodzakelijk, dit wordt door de voeding zelf herkend. De 48V accu’s worden met een 26V BionX voeding geladen. De accu heeft een geïntegreerd laadtoestel dat het gebruik van kleine, draagbare voedingen mogelijk maakt.
14
Laadtoestellen Laden van de PL250HT/PL500HS (niet-Eu)-systemen, modeljaar 2011 tot heden (laadtoestel met een LED) • Het laadtoestel met de batterij verbinden door de laadstekker in de connector te steken. Het systeem moet hierbij uitgeschakeld zijn. • Het laadtoestel met de netkabel verbinden. • De LED op het laadtoestel licht rood op. • De LED wisselt naar geel, de laadcyclus is begonnen. Een volledig lege batterij zal ongeveer 4-5 uur nodig hebben om volledig geladen te worden. • De LED wisselt naar groen, wanneer de batterij volledig geladen en de laadcyclus beëindigd is. • Het laadtoestel mag daarna niet met de batterij verbonden blijven.
LET OP
FU
SE
Het 27 V laadtoestel met EEn LED is geschikt voor spanningen van 110-115V resp. van 220 V-230 V. De omschakeling gebeurt automatisch.
001 115
FU
SE
This notch is very important
linkse led = rood aan
rechtse led = rechtse led = geel, aan het laden groen , opgeladen
Laden van de PL 250 systemen met 22 V, 26 V en 27 V, modeljaar 2011 en vroeger (laadtoestel met 2 LEDs) • Het laadtoestel met de batterij verbinden door de laadstekker in de connector te steken. Het systeem moet hierbij uitgeschakeld zijn. • Het laadtoestel met de netkabel verbinden. • De 1 / 0 – schakelaar op 1 zetten, de rode LED zal oplichten. • De LED rechts naast de rode LED licht nu geel op, de laadcyclus is begonnen. Een volledig lege batterij zal ongeveer 4-5 uur nodig hebben om volledig geladen te worden. • De rechter, eerder de gele LED, wisselt naar groen, wanneer de batterij volledig geladen en de laadcyclus beëindigd is. • Het laadtoestel mag daarna niet met de batterij verbonden blijven.
WAARScHuWInG Tijdens reizen of wanneer een adapter gebruikt 001 wordt, de ingangsspanning controleren. Een foutieve instelling van de spanningschakelaar op het laadtoestel met 2 LEDs kan tot beschadiging van het toestel leiden.
115
This notch is very important 15
Aandrijvings- en recuperatiemodus / Mountain-Mode Het aandrijfsysteem werkt in vier ondersteuningsniveaus en een bijkomende Mountain-Mode in de aandrijfmodus, en in vier laadniveaus in de recuperatie resp. generatormodus. In de aandrijfmodus wordt u door een elektromotor ondersteund, die het achterwiel bij het trappen aandrijft - dit gebeurt automatisch. Een koppelsensor zit daarbij in de as van de elektromotor en meet de door de fietser uitgeoefende kracht. In overeenstemming met de gemeten kracht wordt het vermogen van de elektromotor proportioneel ondersteunend geregeld. De ideale trapfrequentie ligt bij ongeveer 80 rpm, wat een optimale terugmelding van de koppelsensor en een efficiënt gebruik van de energie van de batterij mogelijk maakt. In de recuperatie- resp. generatormodus werkt de elektromotor als generator en laadt de accu terug op. Wordt de met de remsensor uitgeruste remhendel getrokken, dan wordt bij uw BionX systeem de ondersteuning automatisch onderbroken en wordt gelijktijdig omgeschakeld naar de recuperatie- resp. generatormodus. Bij afdalingen van bergen kunt u de snelheid regelen door naar een permanent recuperatieniveau (1-4) te schakelen. Deze recuperatiefunctie zorgt weliswaar voor een bepaalde remwerking, vervangt de wettelijk voorgeschreven remmen echter niet. Afhankelijk van de staat van het traject en het doelgericht gebruik van de recuperatie kan een verlenging van de reikwijdte van max. 15% bereikt worden. In de Mountain-Mode wordt in een compromis uit hoog ondersteunings- en permanent vermogen geregeld om op geoptimaliseerde wijze gebruik te maken van het aandrijfvermogen van het systeem tijdens lange klimmen. Daarom moet de Mountain-Mode al in het begin van een lange klim geselecteerd worden. Zonder de Mountain-Mode zou de motor op lange, steile klimmen sterk kunnen opwarmen, om daarna naar een oververhittingsbeveiliging te schakelen, wat een aanzienlijke afname van het vermogen tijdens de klim zou kunnen veroorzaken. De Mountain-Mode moet (waar beschikbaar) via de vakhandel door een software-update geïnitialiseerd worden. 250HT (Eu) / 350HT (nA) Motor Performance Ondersteuningsniveau (H) Ondersteuningsgraad 1 40% 2 75% 3 150% 4 200% 250/500 Motor Performance Ondersteuningsniveau (H) Ondersteuningsgraad 1 25% 2 50% 3 100% 4 200%
Rijdsituatie Op vlakke wegen Hellingen, tegenwind Steile heuvels, sterke tegenwind Zeer steile wegen Rijdsituatie Op vlakke wegen Hellingen, tegenwind Steile heuvels, sterke tegenwind Zeer steile wegen
Mountain-Mode (waar beschikbaar) Lange, steile klimmen Recuperatieniveau (G) 1 2 3 4
Licht verval, wind in de rug Verval, wind in de rug Daling Steile daling
OPMERKInG Het BionX systeem moet tijdens het rijden altijd ingeschakeld zijn. Daardoor heeft u via de console de beschikking over alle relevantie informatie en kunt u bergaf gebruik maken van de recuperatiefunctie om energie terug te winnen. BionX raadt aan om snelheden hoger van 60 km/h te vermijden. 16
Bediening van het BionX aandrijfsysteem G2 console
11 2
10
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Power -toets -toets -toets Laadindicatie -modus
7. Snelheid 8. Dagkilometer/totale kilometer/rijdtijd/ gemiddelde snelheid/tijd 9. Aandrijfniveau (A) 10. Generatorniveau (G) 11. Gereedschapsymbool
Systeem inschakelen of kort indrukken. De accu piept 4x en het systeem voert een zelfcontrole uit, te herkennen aan de “countdown” van de snelheidsindicator. Het systeem bevindt zich na de start altijd in de ondersteuningsmodus 2. Om drukken, de accu uit te schakelen, opnieuw kort op piept 5x. Na 5 minuten zonder een toets in te drukken schakelt het systeem automatisch uit.
LET OP Het systeem voert ongeveer elk half uur een zelftest uit. Wees niet bezorgd, wanneer de console zelfstandig in- en uitschakelt of wanneer de LED Touch Port op de laadconnector van de batterij eventjes oplicht.
Aandrijf-/generatorniveau selecteren / -toets indrukken voor meer/minder aandrijfondersteuning (de velden 1-4 via display “A”). Vanuit de -modus de -toets indrukken voor een permanente generatorfunctie.
17
Display- en fietsverlichting inschakelen De -toets 4 seconden ingedrukt houden – displayachtergrond- en fietsverlichting (afhankelijk van het model) zijn ingeschakeld.
4s
Verlichting uitschakelen De -toets opnieuw 4 seconden lang ingedrukt houden.
Keuze van de displayfuncties De -toets eventjes indrukken om tussen de volgende functies te schakelen: Dagkilometer
DIST
Totaal aantal kilometer
ODO
Rijdtijd
CHRONO
Gemiddelde snelheid
AVSPD
Tijd
CLOCK
Displayfuncties terugzetten De -toets langer indrukken om de waarden van dagkilometer, rijdtijd en gemiddelde snelheid terug te zetten op nul.
LET OP Verschijnt dit symbool
in de console, neem dan contact op met uw BionX-dealer.
Mountain-Mode (waar beschikbaar) Om te activeren vanuit elk A- of G-niveau de -toets ingedrukt houden. De vier ondersteuningsniveaus knipperen en MOUNTAIN verschijnt eventjes. Om te verlaten, de -toets indrukken.
18
G1 console
Voor het gebruik van de G1-console voor en voor gebruiken. De selectie van de ondersteuning gebeurt, zoals bij de G2-console, met de -toets.
Voor meer informatie over de G1-console kunt u contact opnemen met uw dealer.
Bediening van de Remote Throttle
Snelheidsregelaar bedienen: Standaard instelling: min. 3 km/h om de regelaarfunctie te activeren. Opmerking: De snelheidsregelaar werkt proportioneel, blijft hij ingedrukt, wordt de fiets sneller.
Ondersteuningsniveaus 1-4: modus op drukken voor meer Vanuit de en op voor minder ondersteuning.
Generatorniveau 1-4: Vanuit de modus op drukken voor meer en op voor minder weerstand.
OPMERKInG De Remote Throttle is alleen compatibel met de G2 console en kan, afhankelijk van de wetgeving in het land van kwestie, niet toegelaten zijn. neem contact op met uw plaatselijke BionX dealer over de wettelijke voorschriften en beschikbaarheid. 19
Programmering van de basisinstellingen Alle basisinstellingen voor uw BionX systeem zijn optimaal gekozen. Mocht u bijvoorbeeld toch van wiel veranderen kunt u, om de exacte werking van uw tacho te verzekeren, de omvang van het loopwiel opnieuw invoeren. Verder kunt u de eenheid voor de indicatie van de snelheid, de sterkte van de teruglading bij activering van een van beide remhendels en de plaatsing van de toetsen veranderen. Dit gebeurt door zogenaamde programmeercodes in te voeren. Programmeermodus inschakelen Gelijktijdig op en drukken, tot “0000” verschijnt. De eerste nul knippert. Met of het gewenste cijfer selecteren en met bevestigen. De andere cijfers op dezelfde wijze selecteren zodat het gewenste programma verschijnt. Opmerking: Voor de ingave van de code in de G1-console moet u en gebruiken in plaats van en . De functies van en zijn dezelfde. code
Beschrijving
2001
Selectie km/h of mph
2002
Selectie recuperatie-remvermogen (voor magneetschakelaar) 0,40 (idealiter 30-40)
2004
Instelling van de actuele tijd
2005
Individuele ingave omvang loopwiel (millimeter)
2009
Selectie toetsenbelegging display plus/minus: 0 = Modus links, 1 = Modus rechts
code 2001
code 2002
Eenheid selecteren – km/h of mph. Met of selecteren en met bevestigen.
De actuele tijd wordt getoond, uren Standaard waarde: 30, met kan knipperen. Met en instellen, de waarde verminderd, met weer bevestigen. met verhoogd worden. Met naar minuten omschakelen. bevestigen. Met
code 2005
code 2009
Wielomvang (in mm) instellen: de cijfers na elkaar met of selecteren bevestigen. en met
De actuele instelling wordt getoond, Flip = 0: en functionaliteit aan rechterkant console, Flip = 1, en functionaliteit aan linkerkant console. Met en de instelling veranderen, bevestigen met
code 2004
WAARScHuWInG Geen andere programmeercodes gebruiken, enkel de codes die aangegeven zijn. Andere functieveranderingen door uw dealer laten uivoeren. Met de -toets kunt u het programma verlaten, wanneer u zich vergist heeft. 20
Demontage en montage van het achterwiel De demontage resp. montage van het achterwiel bij voorkeur door uw dealer laten uitvoeren. Moet u dit echter zelf doen, dan de volgende aanwijzingen naleven:
WAARScHuWInG Het aandrijfsysteem altijd uitschakelen vooraleer de kabelverbinding naar de motor aantesluiten resp. lostemaken.
LET OP Voor een correcte werking van het aandrijfsysteem moeten de bevestigingsmoeren aangetrokken worden met een koppel van 40nm (torsiesleutel!). Remschijf: De rechter remhendel niet gebruiken zolang het achterwiel gedemonteerd is en de remschijf zich niet tussen de remvoeringen bevindt. Anders wordt de montage van het wiel bemoeilijkt of zelfs onmogelijk omdat de remvoeringen te nauw staan.
m 15m m 15m m 15m
Demontage van het achterwiel 1 Verzekeren dat het systeem uitgeschakeld is 2 De neopreenbescherming afnemen (wanneer voorhanden) 3 De twee kabelverbindingen, die naar de motor gaan, losmaken. 40Nm 40Nm Eerst COMMUNICATION , daarna POWER B 40ANm (30lb-ft) (30lb-ft) 4 De remkabel van de achterwielrem losmaken (alleen bij V-Brake) 5 De bevestigingsmoeren van de achterwielas met een 15mm-ringsleutel losdraaien (Afb. 3) 6 Nu kunt u het achterwiel demonteren 5 2 mm
15 15mm mm
15
3 B A
6
21
Montage van het achterwiel 1 De achteras in de twee uiteinden plaatsen en verzekeren dat de remschijf tussen de remvoeringen ligt. Daarbij ook verzekeren dat het vlakke deel links aan de achteras zodanig uitgelijnd is, dat deze in het linker uiteinde past. Het achterwiel zodanig monteren dat de as aan beide kanten tot aan de aanslag ingevoerd is. 2 De bevestigingsmoeren van de achteras met 40Nm (torsiesleutel!) aantrekken. Voor de correcte werking van de aandrijving moet dit aantrekkoppel strikt worden nageleefd. Wanneer u geen torsiesleutel heeft, kunt u een 15mm-ringsleutel gebruiken. Laat echter het koppel van de bevestigingsmoeren zo snel mogelijk door uw dealer controleren. Alleen originele BionX bevestigingsmoeren gebruiken omdat anders het gevaar bestaat dat de asschroefdraad beschadigd wordt. 3 De kabelverbindingen op de motor insteken (POWER A voor COMMUNICATIE B ) 4 De motorkabel zodanig aanbrengen dat er voldoende afstand is tot de remschijf (bij wielen met remschijf) en tot de motorbehuizing. 5 De remkabel van de achterwielrem (alleen bij wielen met V-rem) opnieuw inhangen en de instelling van de rem controleren. 6 De grotere neopreenbescherming weer op de steekverbindingen plaatsen, de kleinere neopreenbescherming korter bij de remschijf/motor om contact tussen kabels en beweeglijke delen te vermijden.
3 A
4
B m 15mm 15m m 15m
2
6
40Nm 40Nm (30lb-ft) (30lb-ft)
Onderhoud en service 15 mm 15 15mm mm
Wij raden een controle van de spanning van de spaken van het achterwiel en van alle schroefverbindingen na de eerste gereden 200 km door uw dealer aan. Om de permanente en perfecte werking van het BionX aandrijfsysteem in stand te houden moeten alle steekcontacten van het aandrijfsysteem om de twee tot drie maanden gecontroleerd en, wanneer nodig, met een zachte, droge borstel gereinigd worden. Er moet verzekerd zijn dat er geen vuil of vochtigheid in de stekkers van het dockingstation komt, wanneer de accu gedemonteerd is. Bij de elektromotor gaat het om een borstelloze gelijkstroommotor die geen onderhoud vereist.
22
Reiniging
LET OP Voor de reiniging van het aandrijfsysteem nooit een hogedrukreiniger gebruiken. De sterke waterstraal zou de elektrische componenten van het aandrijfsysteem kunnen beschadigen. Voor de reiniging van de fiets raden wij een zachte spons of een zachte borstel aan. Om het dockingstation te reinigen gebruikt u een vochtige doek. Werk in principe met weinig water en houd water ver verwijderd van elektrische contacten. Controleer na de reiniging de steekverbindingen op vochtigheid en laat deze, wanneer nodig, voor de nieuwe ingebruikname van de fiets drogen.
Transport van de Pedelec
WAARScHuWInG Altijd verzekeren dat de gebruikte drager op de achterkant of op het dak van de wagen ook geschikt is voor het verhoogde gewicht en de soms speciale vorm van het kader van de Pedelec. Een drager die niet geschikt is kan tijdens het transport van de Pedelec beschadigd worden resp. breken en vormt zo een groot gevaar! Verder kan de Pedelec door een niet geschikte drager voor achterkant of dak van de auto zelf beschadigd worden. Let ook op de maximale Lading van uw personenwagen met betrekking tot dak- of steunlast (drager op achterkant van de wagen). Tijdens het transport van de Pedelec op een drager op de achterkant of op het dak van een wagen raden wij aan om de accu en de bedieningsconsole af te nemen, en om de steekcontacten tegen vervuiling te beveiligen. Lithium batterijen zijn gevaarlijke materialen en zijn bij, batterijcapaciteiten vanaf 100 Wh (daaronder vallen praktisch alle Pedelec lithium batterijen), tijdens het luchttransport onderworpen aan voorschriften die het meenemen als reisbagage in passagiersvliegtuigen verbieden. Bijgevolg kunnen lithium batterijen alleen door geschoolde vaklui als luchtvracht verzonden worden.
Vervangings- en reserveonderdelen WAARScHuWInG Wij wijzen erop dat omwille van productveiligheid- en garantieredenen uitsluitend originele BionX componenten gebruikt mogen worden. Het gebruik van reserveonderdelen van onduidelijke oorsprong - ook en vooral vervangingsaccu’s van derden - dient in elk geval vermeden te worden. Ook het openen van accu’s en het vervangen van celpacks is omwille van de veiligheid verboden!
23
Alle reparaties aan het aandrijfsysteem door uw dealer laten uitvoeren. Hij is daar per slot van rekening voor opgeleid. Alle originele reserveonderdelen voor uw Pedelec kunt u via uw dealer bij BionX kopen. Indien u reservesleutels voor het accuslot nodig heeft, kunt u eveneens contact opnemen met uw dealer – noteer daarom voor dit geval het sleutelnummer.
BionX sleutelnummer
OPMERKInG Bij reparaties van uw fiets altijd de accusleutel naar uw dealer meenemen.
Zoeken naar en verhelpen van fouten Het aandrijfsysteem kan niet ingeschakeld worden, het LcD-display blijft donker Controleer de accu. De accu moet correct in het dockingstation zitten en het slot moet volledig gesloten zijn. Controleer ook de steekverbindingen aan het stuur of bij de motor op correcte verbinding van de stekkers. Wanneer het probleem door deze maatregelen niet kan worden opgelost, neemt u contact op met uw dealer. Het aandrijfsysteem kan ingeschakeld worden, maar biedt geen ondersteuning Controleer de steekverbindingen aan het stuur of bij de motor op correcte verbinding van de stekkers. Wanneer het probleem door deze maatregelen niet kan worden opgelost, neemt u contact op met uw dealer. Het aandrijfsysteem bevindt zich permanent in de teruglaad- resp. generatormodus Wanneer het aandrijfsysteem zich constant in de teruglaad- resp. generatormodus bevindt, en ook niet door het indrukken van de -toets naar de aandrijfmodus geschakeld kan worden, ligt dit zeer waarschijnlijk aan de remschakelaars die in de remhendels zitten. Probeer in dat geval om het systeem terug te zetten door het uit en opnieuw in te schakelen. Kan het probleem zo niet verholpen worden, kunt u tijdelijk hulp bieden door de steekverbinding van de bedieningsconsole naar de remschakelaars los te maken.
WAARScHuWInG Verzekeren dat geen teruglaad- resp. generatorbedrijf bij activering van de remhendel geactiveerd wordt en dat zo geen remondersteuning door de elektromotor meer plaatsvindt. In geval van twijfel zo snel mogelijk uw dealer opzoeken.
na een reparatie of servicewerken is de motor niet meer zo krachtig als voorheen Controleer of de achterwielas correct zit (zie “Achterwiel demonteren/monteren”). De moeren van de achterwielas met het voorgeschreven aantrekkoppel (40Nm) bevestigen. Het LcD-display van de bedieningsconsole geeft na een volledige laadcyclus niet “vol” aan Verzeker dat alle aanwijzingen voor het laden gevolgd werden. Laat de accu een paar uur afkoelen en laad hem daarna opnieuw op (deze stap eventueel herhalen!). Blijft het probleem bestaan, neem dan contact op met uw dealer. 24
Informatie over aansprakelijkheid en garantie BionX geeft voor de eerste eigenaar twee jaar garantie voor het/de door de firma geleverde BionX aandrijfsysteem(en) in overeenstemming met de volgende voorwaarden. 1. De garantie heeft uitsluitend betrekking op het door BionX geleverde aandrijfsysteem, maar niet op de resterende componenten van het voertuig van de fabrikant in kwestie. 2. De garantie dekt de reparatie of de vervanging van het BionX aandrijfsysteem, op voorwaarde dat het aandrijfsysteem binnen de overeengekomen garantieperiode zijn werking verliest of in zijn werking beperkt wordt, en dat het daarbij niet om een van de volgende gevallen gaat, waarvoor de garantie uitdrukkelijk uitgesloten is. 3. Door deze garantie worden eventuele andere wettelijke bepalingen, in het bijzonder aansprakelijkheidsvoorschriften, niet beperkt. 4. De garantie geldt uitsluitend voor materiaal- of verwerkingsfouten en alleen mits presentatie van het bewijs van aankoop, bestaande uit een originele koopbon of een kassabon met vermelding van de datum van aankoop, de naam van de dealer en het model van de fiets. BionX behoudt zich het recht voor het garantiegeval af te wijzen wanneer de documenten bij ingezonden BionX componenten niet volledig zijn. 5. In een garantiegeval verbindt BionX zich ertoe de gereclameerde systeemcomponenten naar eigen goeddunken te repareren of te vervangen (service-vervangingseenheid). 6. Garantiereparaties worden uitsluitend uitgevoerd door BionX, waarbij een binnen de garantievoorwaarden te repareren component op eigen kosten en risico naar BionX gezonden resp. na de reparatie bij BionX afgehaald moet worden, of waarbij een verzending op eigen kosten en risico door de klant zelf moet worden uitgevoerd. BionX behoudt zich het recht voor, wanneer de garantievoorwaarden vervuld zijn, de ontstane transportkosten te vergoeden resp. te betalen. Om op voorhand vast te stellen of het wel degelijk om een garantiegeval gaat, moet een consument beroep doen op zijn garantierechten bij de dealer bij wie hij het product gekocht heeft; in dit geval stuurt de handelaar het component naar BionX. 7. Kosten voor reparaties, die op voorhand door een niet door BionX bevoegde persoon/center werden uitgevoerd, worden niet terugbetaald. In dit geval vervallen bovendien alle garantierechten. 8. Reparaties of een vervanging tijdens de garantieperiode geeft geen recht op verlenging of nieuwe start van de garantieperiode. Reparaties en een directe vervanging tijdens de garantieperiode kunnen door functioneel gelijkwaardige service-vervangingseenheden gebeuren. 9. De garantieperiode van twee jaar begint op het ogenblik van de aankoop. Een garantiegeval dient onmiddellijk gemeld te worden.
25
10. Wanneer accu/celpack wegens het normale gebruik niet meer de volledige capaciteit bereikt. Elke accu is onderhavig aan een natuurlijk verouderingsproces resp. vermogensverlies. Hier garandeert BionX met betrekking tot de accu alleen dat deze binnen de garantieperiode van twee jaar of, alternatief, na 600 laadcycli (naargelang wat eerst optreedt) nog minstens over 70% van de uitgangscapaciteit beschikt. 11. Er bestaat geen garantiegeval, zonder rekening te houden met andere redenen voor schade, bij: a) Externe invloeden, in het bijzonder steenslag, botsing, ongevallen en andere rechtstreekse van buiten, door middel van mechanisch geweld, inwerkende incidenten. b) Moedwillige of opzettelijke handelingen, in het bijzonder diefstal en roof of elementaire incidenten resp. oorlogshandelingen. c) Onvakkundig gebruik wanneer het product bijvoorbeeld aan alle soorten vloeistoffen/chemicaliën en/of aan extreme temperaturen, natheid of vochtigheid blootgesteld werd resp. beschadigingen van de accu door niet-naleving van de speciale aanwijzingen in het hoofdstuk “Bediening en opslag van de accu”. d) Beschadigingen van de accu door overmatige lading of niet-naleving van de aanwijzingen voor de omgang met accu’s (zie gebruikersinformatie). 12. Er is geen sprake van een garantiegeval, zonder rekening te houden met andere redenen: a) Bij controle-, onderhouds-, reparatie- en vervangingswerkzaamheden wegens normaal gebruik. b) Wanneer het model-, serie- of productnummer op de BionX producten veranderd, gewist, onherkenbaar gemaakt of verwijderd werd. (Dit geldt ook wanneer de zegel (serienummersticker) op de accubehuizing open gebroken of blijkbaar gemanipuleerd werd. c) Bij gebruik van de accu in systemen die niet toegelaten zijn voor het gebruik met dit product. d) Bij bedrijf van het BionX-aandrijfsysteem met een andere dan de bij het systeem horende BionX accu. e) Wanneer een of meerdere BionX componenten geopend, veranderd of geverfd werden. 13. De garantie bevat enkel en alleen de vermelde reparatie of de vervanging van defecte of beschadigde componenten, echter niet de aanspraak op vergoeding van vermogenschade, uitvaltijden, kosten voor huurapparaten, verplaatsingskosten, winstderving of andere aanspraken die deze limieten overschrijden. De aansprakelijkheid van BionX uit de garantie is beperkt tot de aankoopwaarde van het product. 14. De garantie heeft alleen betrekking op originele BionX componenten. Het gebruik van reserveonderdelen van onbekende oorsprong, bijvoorbeeld van reservebatterijen van derden, is streng verboden en leidt tot het verval van de garantie van alle andere in het systeem geïntegreerde componenten. 15. In geval van wijzigingen of manipulaties aan de software vervalt de garantie op het complete systeem.
26
BionX, het BionX handelsmerk en powered by BionX zijn geregistreerde handelsmerken van de firma BionX International Corporation. ©2012 BionX International Corporation. Alle rechten voorbehouden. 01-4646 NL Revision A 27
Uw dealer
bionxinternational.com