Gebruikers handleiding Lizard Configuration Manager – ToolTip Installatie Installeer eerst het volgende: •
Installeer python 2.5.2; zie de map Breda\Tooltip\lcm\install\python-2.5.2.msi
•
Ga naar dos (run/uitvoeren onder windows startmenu) en ga naar de map 'Django-1.0.2-final' directory (zie Breda\Tooltip\lcm\install) en installeer de applicatie via: 'c:\python25\python.exe setup.py install'
•
In geval van gebruik van Oracle of postgres dienen extra libraries geïnstalleerd te worden, zie http://docs.djangoproject.com/
Stel vervolgens de applicatie in: •
Ga naar de 'lcm/lizard/settings.py'. Stel hier de gewenste database in bij de instellingen beginnend met 'DATABASE'. Default wordt er gebruik gemaakt van sql lite (lokale database).
•
De database tabellen kunnen automatisch aangemaakt worden door de applicatie door het runnen van het script 'maak db.bat' in 'lcm/lizard/' (eventueel de verwijzing naar python hierin aanpassen) . Vaak zal dit niet toegestaan zijn, voer dan het commando 'get create db script.bat', om de scripts te krijgen (er wordt daarbij gekeken naar de database die je hebt ingesteld).
•
Unzip de zip-file 'map voor ifunctie.zip' in de map waar de i-functie pagina's naar geëxporteerd worden (zie verderop in het document)
De installatie is nu klaar.
Instellen Initieel instellen Instellen van de applicatie gaat via een web-interface. Ga hiervoor naar 'lcm/lizard/' en kies start de (lokale) webserver door 'runserver.bat'. Ga vervolgens via een webbrowser naar 'localhost:8000/admin' en log in (de superuser is gemaakt tijdens het aanmaken van de database). Vervolgens kom je op een scherm, zoals aangegeven in de volgende figuur.
Ga vervolgens naar 'sources' en maak een nieuwe aan (knop rechts boven). Voer hier de naam en bestandsnaam in van één van de files die geïmporteerd gaat worden. De opties 'first verify changes' en 'can create locations' worden pas vanaf versie 0.2 ondersteund (wordt in april 2009 gereleased). Doe dit voor al de bestanden die je wilt inlezen.
Ga vervolgens naar 'importsets' en maak een nieuwe set aan. Geef een naam en kies vervolgens welke files allemaal tot deze set behoren (met ctrl toets kunnen meerdere geselecteerd worden).
2
File format laten inlezen en parameters instellen Vervolgens kan de import module voor de eerste keer gestart worden, door vanuit de 'lcm/lizard/' directory 'run import.bat' te draaien. Stel deze eerst in, het volgende moet ingesteld worden: --importset: is de naam van de importset die gedraaid moet worden --directory: de directory waar de opgegeven csv files staan. --export-directory: de directory waar de html pagina's naar geexporteerd moeten worden. De 'run import.bat' kan handmatig worden gestart. Ook kan hij later opgenomen worden in de windows scheduler. Run 'run import.bat' een eerste keer, met bij voorkeur lege csv-files met alleen de header. Zorg ervoor dat deze uniek is. De velden zijn vervolgens terug te vinden via de webinterface in 'fields'. De zichtbare parameters moeten vervolgens worden ingesteld. In Parameters moeten alle parameter types worden aangemaakt. De 'name' is de kolom naam. Met 'order weight' kan de volgorde van de kolommen ingesteld worden, waarbij geldt dat het hoogste getal het meest boven of onderin komt te staan. Met de instelling 'repeat value in info' wordt aangegeven of bij het historische overzicht de waarde van deze parameter steeds herhaalt moet worden, of dat alleen bij wijzigingen de waarde wordt opgenomen. De instelling 'use_in_info' geeft aan of de parameter ook daadwerkelijk zichtbaar is. (de instelling use_in_configuration is niet voor de i-functie).
3
Vervolgens kunnen de fields aan de parameters worden toegekend (veld parameter). Er kan aangegeven worden of dit veld gebruikt moet worden (active). Er kunnen meerdere velden naar één parameter verwijzen. Als van één locatie er meerdere velden naar één parameter verwijzen, dan kan er een hiërarchie worden ingesteld. De volgende types kunnen worden aangeven: 1.
leading veld: deze waarde wordt altijd gebruikt.
2.
last changed: als er meerdere velden van dit type zijn, dan wordt de waarde genomen uit het veld dat het laatste gewijzigd is.
3.
or_field: als in één van de actieve velden van de parameter de waarde voorkomt die is aangegeven bij de parameter onder 'or_leading_value', dan is dit de waarde. Anders geldt er een andere waarde (op basis van 'weight')
4.
default value: als er geen andere waarden zijn, dan wordt deze genomen.
De bovenstaande volgorde wordt ook aangehouden bij het bepalen van de waarde van een parameter. Hoe hoger in het lijstje, hoe meer leidend dit principe is. Als er twee velden zijn van het zelfde type, dan geldt het veld met het hoogste gewicht ('weight'), met uitzondering van 'last changed' waar de laatst gewijzigde geldt (als beide binnen dezelfde taak zijn veranderd geldt ook hier het gewicht). Als de gewichten hetzelfde zijn, dan wordt willekeurig (!) één van de waarde genomen. Het veld 'default value' wordt pas ondersteund in versie 0.2.
4
Gebruik Als de applicatie is ingesteld, kan via het script 'run import.bat' steeds files worden geïmporteerd en nieuwe pagina's voor de i-functie worden gegenereerd. Mocht er meer informatie nodig zijn over de opbouw van een parameter uit verschillende bronnen, dan kan dit via het adres http://localhost:8000/parameter/
//
5