Upgrade gemeentehuis Boxtel
code: 12201BI
Gebouwconditie installaties, comfort en energie
Upgrade gemeentehuis Boxtel Gebouwconditie installaties, comfort en energie 8 juni 2012
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
Projectgegevens
project
Upgrade gemeentehuis Boxtel
onderdeel
Gebouwconditie installaties, comfort en energie
code
12201BI
datum
8 juni 2012
samengesteld door projectleider RI
ir. I. Vis/ir. N.F.W.J. Kunnen ir. N.F.W.J. Kunnen ir. N.F.W.J. Kunnen
opdrachtgever architect projectmanagement
Gemeente Boxtel De Twee Snoeken
eindverantwoording
ABT bv Arnhemsestraatweg 358 Velp Postbus 82 6800 AB Arnhem
geautoriseerd door
ir. N.F.W.J. Kunnen
paraaf
datum
versie
omschrijving
07-05-2012 25-05-2012 08-06-2012
1 2 3
concept definitief definitief
verificatie
© 2012 ABT bv Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ABT bv.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 5/22
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Beschrijving en conditie installaties Samenvatting Werktuigbouwkundig Elektrotechnisch Onderhoud
8 8 9 14 15
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
Comfort Samenvatting Comfortklachten Comfort bouwdeel A Comfort bouwdeel B Comfort bouwdeel C Comfort gebouwdeel D
16 16 17 17 18 19 19
4. 4.1. 4.2. 4.3.
Energie Samenvatting Historisch energiegebruik Energiekosten
20 20 21 22
5.
Conclusie
22
P:\122\12201\Documenten\Rapporten\20120608_12201BI_RAP_conditie_BKI_v3_DEF.docx
7
datum: 8 juni 2012
1.
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 7/22
Inleiding De gemeente Boxtel is voornemens het gemeentehuis te verbouwen met het oog op modernisering en de invoering van het “nieuwe werken”. Er worden verschillende scenario’s uitgewerkt voor mogelijke aanpassingen. Als basis voor het uitwerken van de scenario’s is het van belang om op hoofdlijnen vast te stellen hoe het gebouw functioneert en wat de conditie van het huidige gebouw is. In deze rapportage wordt dit beschreven. De scope richt zich op de technische installaties, comfort en energiegebruik. Om de conditie van het gebouw vast te stellen is o.a. gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen: Rapportage Energie Prestatie Advies, RWE, 4 april 2008; Gegevens gas- en elektraverbruik; Enquête Huisvesting Opmaat, juli 2011; Memo “Publiekshal en ARBO”, Gerdien Sommers, 13 april 2012; Exploitatieoverzicht installaties, maart 2012; Onderhoudsrapportages Kuijpers. Rondgang en gesprek met medewerker facilitaire zaken, 24 april 2012; Gesprek Kuijpers, 24 april 2012; Revisiegegevens werktuigbouwkundige en elektrische installaties. In hoofdstuk beschreven. In hoofdstuk In hoofdstuk In hoofdstuk
2 worden op hoofdlijnen de comfortinstallaties en de conditie van de installaties 3 wordt het comfortniveau van het gebouw beschreven. 4 wordt de energieprestatie van het gebouw beschreven. 5 volgt de conclusie.
Bouwdelen In de rapportage wordt voor de verschillende bouwdelen de volgende codering aangehouden:
A
B C
A
D
Bouwdeel Bouwdeel A Bouwdeel B Bouwdeel C Bouwdeel D
Bouwjaar 1983 1998 1938 1998
Soort omgeving kantoren publiekshal begane grond en kantoren verdieping historisch deel, vergaderen raadzaal /kantine
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 8/22
Matig
Slecht
Samenvatting In de onderstaande tabel is samengevat weergegeven hoe de conditie van de klimaatinstallatie is beoordeeld. In de volgende paragrafen is de conditie verder toegelicht, in combinatie met een beschrijving van de installaties.
redelijk
2.1.
goed
Beschrijving en conditie installaties
uitstekend
2.
1
2
3
4
5
Aandachtspunten
CONDITIE 51 Warmte-opwekking
3
ketels bouwdeel D
52 Afvoeren
3
-
53 Water
3
-
54 Gassen
3
-
5
55 Koudeopwekking en distr. 56 Warmtedistributie
3
bronsysteem, WKO batterij, koelmachine raadzaal bouwdeel A
57 Luchtbehandeling
4
leeftijd aantal LBK’s, kanaalisolatie, bouwdeel A, retourventilator raadzaal, LBK archief
58 / 67 regelinstallatie / gbs
4
gedateerd voor nieuwe uitbreiding, geheel aan vervanging toe
74 sanitair
4
niet representatief, vervangen behalve raadzaal
61 / 62 Centrale elektr. voorzieningen
3
De ombouw van smeltzekering naar automaten nog voltooien
63 Verlichting
3
uitbreidbaarheid deel A, lichtniveaus, gelijkmatigheid
64 Communicatie
3
-
65 Beveiliging
3
Controle brandveiligheid wenselijk
datum: 8 juni 2012
2.2.
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 9/22
Werktuigbouwkundig Algemeen Van het gebouw hebben wij de revisietekeningen van de installaties ontvangen. Als uitgangspunt is aangenomen dat de revisie actueel is, tenzij tijdens de inspectie anders is waargenomen. Op hoofdlijnen zijn de installaties van de verschillende gebouwdelen passend bij het bouwjaar. In 2001 is er een monobron aangelegd ten behoeve van de gebouwkoeling en in 2011 is er een PVinstallatie aan het gebouw toegevoegd. De installaties worden periodiek onderhouden door Kuijpers. 51 warmte-opwekking In het algemeen is de technische staat van de warmteopwekking goed. Het geheel ziet er redelijk verzorgd en goed onderhouden uit. Er is weinig tot geen achterstallig onderhoud. Bouwdeel A,B,C Het grootste deel van het gebouw wordt verwarmd met twee staande Remeha ketels Gas 210 Eco, bouwjaar 2002. De ketels zijn op dit moment dus 8 jaar oud. De komende jaren is vervanging niet noodzakelijk, alleen periodiek onderhoud is noodzakelijk. Bouwdeel D De warmteopwekking bestaat uit twee Remeha HR-gaswandketels, bouwjaar 1998. De ketels zijn op dit moment dus 14 jaar oud. Uit de onderhoudsrapportages blijkt dat geadviseerd wordt de ketels te vervangen. 52 afvoeren Aangenomen mag worden dat het afvoersysteem nog in een redelijke goede staat verkeert. Bij aanpassing van sanitair is het wenselijk de afvoeren te controleren. De opvoerpomp in het bouwdeel A zorgt wel voor problemen. De afvoerpunten van de HWA op het dak zijn voorzien van roosters om vuil af te vangen. De roosters zien er schoon uit. 53 water Vanaf de watermeter worden o.a. de brandslanghaspels, sanitaire groepen en pantry’s gevoed. Aangenomen mag worden dat de staat van het leidingwerk redelijk is. Op een aantal plaatsen zijn elektrische boilers opgesteld ten behoeve van de warm water bereiding in pantry’s en werkkasten. Het bouwjaar van de boilers is niet bekend, mogelijk zijn ze tussentijds al vervangen. 54 gassen Aangenomen mag worden dat gasleidingen en appendages nog in een redelijke goede staat verkeren. Bij aanpassing is het wenselijk de gasinstallatie te controleren. 55 koude-opwekking en distributie In 2001 is er een WKO-systeem (monobron) aangelegd ten behoeve van de ruimtekoeling. Het betreft een bron van 20 m3/h met een koelcapaciteit van ca. 230 kW. Op de bron zijn de koelers van de verschillende luchtbehandelingskasten aangesloten. Er is reservecapaciteit aanwezig voor het aansluiten van de luchtbehandelingskast van de raadzaal/kantine. Met de koelbatterij in de luchtbehandelingskast ten behoeve van bouwdeel A kan koude worden geladen, zodat de bron in thermische balans kan blijven. Deze zogenaamde WKO batterij is echter kapotgevroren en op dit moment afgekoppeld. De consequenties zijn dat het gebouwdeel A op dit moment geen gekoelde lucht kan krijgen en dat de monobron niet meer in balans kan worden gebracht. Er kan namelijk alleen koude worden onttrokken en niet meer worden geladen. De ontwerptemperatuur voor koeling van 11°C worden op dit moment waarschijnlijk niet gerealiseerd, omdat de bron langzaam aan het opwarmen is. De DX-koeler in luchtbehandelingsinstallatie van de raadzaal is aangesloten op een koelmachine die op het dak is opgesteld. De staat van de koelmachine is slecht en is direct aan vervanging toe.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 10/22
figuur links: afgekoppelde WKO batterij, figuur rechts: koelmachine raadzaal Er zijn diverse kleinere (split) koelsystemen aanwezig: 3x serverruimte (totaal koelvermogen ca. 13 kW); archief (koelvermogen ca. 2,6 kW); Het bouwjaar van de split-systemen ten behoeve van de serverruimte is onbekend. Het systeem ziet er verder in goede conditie uit. De condensing-unit ten behoeve van het archief is verouderd en is aan vervanging toe. De positie aan de dakrand is gevaarlijk t.b.v. onderhoud. Volgens de facilitair medewerker staat er een condensing-unit op het dak ten behoeve van een systeem dat niet meer in gebruik is. Dit systeem kan worden gedemonteerd.
figuur links: koeling serverruimte, figuur midden: archief, figuur rechts: te demonteren koelsysteem Vergunning WKO De WKO installatie is in 2001 aangelegd zonder vergunning. Tegenwoordig is het noodzakelijk om voor dergelijke systemen een vergunning in het kader van de grondwaterwet te hebben. Aan de vergunning worden een aantal criteria gesteld waarmee de bodemecologie wordt beschermd, onder andere een thermische en grondwaterbalans. Periodiek dienen rapportages te worden opgesteld ter informatie aan de vergunningverlener. Met de vergunning zijn belanghebbenden in de omgeving geïnformeerd over de aanwezigheid van de bron. Het is een vereiste alsnog een vergunningsprocedure voor de bron op te starten. Het is als gemeente niet juist zonder vergunning te werken. Binnenkort gaan nieuwe procedures in werking voor bodemopslagsystemen. Het zal in ieder geval nodig zijn de thermische balans te herstellen om dat anders de bron niet meer bruikbaar is voor koeling. 56 warmtedistributie Bouwdeel A/B/C De hoofdverdeler staat opgesteld in de techniekruimte in bouwdeel A. Van hieruit worden de verschillende afnemers gevoed:
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 11/22
verwarmers luchtbehandelingskasten; radiatoren/convectoren; kanaalverwarmers (bouwdeel B); vloerverwarming (bouwdeel B, publiekshal). In het algemeen is de technische staat van de warmtedistributie redelijk. Gezien de leeftijd van het systeem is incidenteel vervangen van defecte pompen en appendages en het verhelpen van lekkages noodzakelijk onderhoud. De hoofdverdeler is slecht bereikbaar voor onderhoud door de plaatsing van de wanden rondom de ketels. Er bevindt zich nog een onderstation in dit bouwdeel waarop waarschijnlijk de afnemers in bouwdeel B en bouwdeel C zijn aangesloten. Bouwdeel A is voorzien van convectoren aan de gevels. Deze zijn voorzien van thermostatische radiatorkranen. De convectoren zijn op zich nog in goede staat, maar zijn vrij prominent aanwezig door hun dikte en blauwe kleur. Radiatoren zijn niet meer leverbaar.
figuur: convectoren bouwdeel A Bouwdeel B wordt geheel met lucht geklimatiseerd. Iedere ruimte is voorzien van een naverwarmer in het luchtkanaal en een ruimtethermostaat waarmee de ruimtetemperatuur wordt geregeld. In de publiekshal is een vloerverwarmingssysteem aanwezig. De toegevoerde ventilatielucht wordt met kanaalverwarmers centraal naverwarmd. Er is een ruimtethermostaat aanwezig waarmee waarschijnlijk de inblaastemperatuur wordt beïnvloed. Bouwdeel D De hoofdverdeler staat opgesteld in de techniekruimte in bouwdeel D. Van hieruit worden de verschillende afnemers gevoed: verwarmer luchtbehandelingskast; radiatoren/convectoren; naverwarmers; vloerverwarming (kantine). De kantine wordt in basis verwarmd met vloerverwarming. In de luchtbehandeling van de kantine zijn naverwarmers opgenomen waarmee de temperatuur kan worden nageregeld. De raadzaal wordt verwarmd middels luchtverwarming. In het kanalenstelsel is een naverwarmer opgenomen t.b.v. de temperatuurregeling van de raadzaal. In de buitenring van de raadzaal zijn radiatoren opgenomen voorzien van thermostatische radiatorkranen.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 12/22
57 luchtbehandeling Luchtbehandelingskasten In het gebouw zijn een aantal luchtbehandelingskasten aanwezig: omschrijving
bouwjaar
Bouwdeel A Bouwdeel B Bouwdeel C Bouwdeel D Archief (bouwdeel A)
1984 1998 1984 1998 1998
luchtdebiet [m3/h] 13.750 7.500 2.000 11.500 500
recirculatie
WTW
verwarmer
koeler
koude laden
Nee Nee Ja Nee Ja
twincoil warmtewiel geen warmtewiel geen
cv cv cv cv elektrisch
WKO WKO WKO DX DX
Ja Nee Nee Nee Nee
De staat van de luchtbehandelingskasten is in het algemeen redelijk. De gehanteerde fabrikaten zijn van goede kwaliteit. De luchtbehandelingskast van bouwdeel C is verouderd en aan het einde van de technische en economische levensduur. De WKO batterij is zoals gezegd kapotgevroren. Uit de onderhoudsrapportage blijkt dat de retourventilator van de LBK raadzaal gereviseerd of vervangen dient te worden. De ventilator in de luchtbehandeling van het archief is defect en dient vervangen te worden. Mogelijk kan de LBK archief worden afgekoppeld. De facilitaire dienst gaat onderzoeken of de klimaateisen nog gehandhaafd moeten blijven, omdat er alleen nog een lopend archief aanwezig is. Luchttoevoer en afblaas bevinden zich voor onderstaande kasten dicht bij elkaar. De situatie voldoet waarschijnlijk niet aan de huidige verdunningseisen.
figuur links: mogelijk kortsluiting LBK bouwdeel A, figuur rechts: mogelijk kortsluiting LBK bouwdeel B. Luchtverdeling bouwdeel A Bouwdeel A is voorzien van een kanalenstelsel voor toe- en afvoer van lucht. De luchttoevoerkanalen naar een ruimte bevinden zich in het plafond van de verdieping eronder (of kruipruimte). De toevoerkanalen zijn in hoge mate bouwkundig geïntegreerd. Toevoerroosters bevinden zich in het binnenspouwblad van de buitengevel, achter de radiatoren op een hoogte van ca. 250mm. De roosteraansluitkanalen bevinden zich in de spouwmuur en zijn op de begane grond deels ingestort in vloeren. De luchthoeveelheid bedraagt 6-8 m3/h per m2 verblijfsruimte. Uitgaande van ca. 1 persoon per 8 m2 is dit 48-64 m 3/h per persoon. Dit is een redelijk niveau.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 13/22
figuur : roosteraansluiting vanuit de kruipruimte, via de spouwmuur Het is niet bekend in hoeverre de luchttoevoerkanalen geïsoleerd zijn. Vanaf tekening lijkt dat in de kruipruimte wel te zijn aangegeven en in de rest van het gebouw niet. Omdat er gekoelde lucht door de kanalen getransporteerd wordt, is er in de zomer kans op condensvorming op de kanalen. Dit leidt normaalgesproken tot corrosie van luchtkanalen (kanalen zijn niet geïnspecteerd). Afzuiging gebeurt via roosters in de gangwanden. De afgezogen lucht wordt via de hoofkanalen in de gangen teruggeleid naar de luchtbehandelingskast. Luchtverdeling bouwdeel B In bouwdeel B wordt lucht toegevoerd via lijnroosters aan de gevel en geperforeerde plafondroosters. Per ruimte is in het kanalenstelsel een gecombineerde constant volume klep en naverwarmer opgenomen. Met de naverwarmer wordt de ruimtetemperatuur geregeld. Voor de spreekkamers op de begane grond is per twee spreekkamers slechts één naverwarmer opgenomen. Voor de gehele publiekshal zijn er twee naverwarmers opgenomen. De luchthoeveelheid in dit bouwdeel bedraagt ca. 10 m3/h per m2 verblijfsruimte. Dit geldt eigenlijk voor alle ruimtes. Uitgaande van ca. 1 persoon per 8 m2 is dit 80 m3/h per persoon. Dit is een hoog niveau. Voor de ruimtes met een hogere bezetting van bijvoorbeeld 4m2 per persoon is dit ook nog steeds een acceptabel niveau. De luchttoevoerkanelen zijn geïsoleerd. Lucht wordt in de kantoren overgestort naar de gangen, waar het wordt afgezogen. De publiekshal wordt centraal afgezogen. Spreekkamers worden individueel afgezogen. Luchtverdeling bouwdeel C De luchtverdeling is gedateerd, maar functioneert. Luchttoevoerkanalen zijn niet geïsoleerd. Omdat er gekoelde lucht door de kanalen getransporteerd wordt, is er in de zomer kans op condensvorming op de kanalen. Dit leidt normaalgesproken tot corrosie van luchtkanalen (kanalen zijn niet geïnspecteerd). Luchtverdeling bouwdeel D Lucht wordt in de raadzaal toegevoerd met ronde instelbare lamellenroosters, per twee roosters voorzien van een constant volume regelaar. De totale luchthoeveelheid bedraagt ca. 6.700 m3/h. In het toevoerkanaal naar de raadzaal is een kanaalverwarmer opgenomen, waarmee de temperatuur in de raadzaal wordt geregeld. Lucht wordt in de kantine toegevoerd met geperforeerde plafondroosters, per twee roosters voorzien van een constant volume regelaar. De totale luchthoeveelheid bedraagt ca. 3.300 m3/h. De luchttoevoerkanelen zijn geïsoleerd.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 14/22
Lucht wordt centraal afgezogen via grote afzuigpunten in de gangen naar het bouwdeel A. Het is onduidelijk hoe de luchtcirculatie vanuit de raadzaal naar de retourroosters is. Het lijkt niet optimaal om er de rondgang mee te ventileren. 57 sanitair Van sanitaire groepen wordt de afgezogen lucht direct naar buiten afgevoerd met behulp van dakventilatoren. De staat van de dakventilatoren is tijdens inspectie niet waargenomen. 58 regeling klimaat De regeling voor het klimaat is op basis van Compri 25 onderstations van Priva. Er is door de onderhoudsfirma aangegeven dat beschikbaarheid van componenten onvoldoende is om de werking goed te garanderen. De technische en economische levensduur is verstreken. Vervanging maakt het mogelijk de kosten voor beheer terug te dringen door minder storingen en door een beter beheer en storingsoplossing op afstand door de onderhoudsfirma. De energiespiegel in de publieksbalie functioneert niet meer goed en is buiten bedrijf. 74 vaste sanitaire voorzieningen In het gebouw zijn verschillende toiletgroepen aanwezig. De toiletgroepen in bouwdeel A zijn verouderd en niet representatief. 2.3.
Elektrotechnisch 61 centrale elektrotechnische voorzieningen Op een aantal plaatsen is de onderverdeling aangepast van smeltzekeringen naar automaten. Dit moet voor een beperkt aantal onderverdelers nog gedaan worden. De reden is veroudering van materiaal en daarmee een vergrote kans op storingen. 62 krachtstroom Geen opmerkingen. 63 verlichting Bouwdeel A In de kantoorruimtes zijn ‘traditionele’ TL armaturen opgenomen. De armaturen zijn redelijk ‘beeldschermvriendelijk’. In het armatuur is 1xTLD 36W met conventioneel voorschakelapparaat opgenomen (totaal vermogen ca. 45W per armatuur). Het geïnstalleerd vermogen is ca. 10-11 W/m2. Het vermogen is redelijk laag voor een dergelijk oude installatie. Het lichtniveau lijkt ook beperkt te zijn en niet gelijkmatig. Een aantal lichtbronnen, bijvoorbeeld boven kasten, zijn soms uitgeschakeld voor energiebesparing. De kantoren worden per vertrek geschakeld. In de gangen zijn TL armaturen met opale kap opgenomen. In het armatuur is een TLD 18 W opgenomen. Het geïnstalleerde vermogen bedraagt 3-4 W/m2. Dit is behoorlijk laag. De gangen doen ook donker en somber aan. Gangen worden centraal geschakeld. Er is op sommige plaatsen aanwezigheidsdetectie voor de verlichting maar er lijkt geen integraal gebouwbeheersysteem of lichtregelstrategie te zijn. De theoretische levensduur van de verlichtingsinstallatie is verstreken, maar functioneert technisch verder prima. Veel armaturen zijn niet meer leverbaar. Uitbreiding en of vervanging met hetzelfde fabricaat en type armaturen is niet mogelijk. Bouwdeel C De verlichtingsinstallatie is gedateerd. In dit bouwdeel zijn nog redelijk wat armaturen me gloeilampen aanwezig. Dit is niet erg energiezuinig. Bouwdeel B/D In dit bouwdeel bevinden zich voornamelijk HF TL armaturen met elektronische voorschakelarmatuur en T8 lampen. De armaturen zijn ‘beeldschermvriendelijk’. Het geïnstalleerde vermogen bedraagt ca. 7-8 W/m2. Dit is behoorlijk laag. Kantoorruimtes worden per vertrek geschakeld, algemene ruimtes centraal. 64 communicatie
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 15/22
Het datanetwerk is aanwezig en functioneert. Bij aanpassing is een upgrade mogelijk. 65 beveiliging Het gebouw is nu in functie als een gemeentehuis, de beveiliging is daar ook op afgestemd. Een controle op de brandbeveiliging in de vorm van een brandscan is meestal aan te bevelen. Dit kan integraal bij de aanpassing van het gebouw. De toegangscontrole is aanwezig en functioneert. 67 gebouwbeheersvoorzieningen Er is geen gebouwbeheerssysteem aanwezig voor de elektrotechnische installaties. 2.4.
Onderhoud Werktuigbouwkundige installaties De onderhoudskosten geven ook een indicatie van de conditie van de installaties. De onderhoudskosten zullen in het algemeen toenemen bij afnemende conditie. Facilitaire zaken heeft een overzicht bijgehouden waarin de onderhoudskosten zijn opgenomen voor de klimaatinstallaties vanaf 2002. In de onderhoudskosten is een vast contractbedrag van ca. € 12.500,- opgenomen voor planmatig onderhoud.
€ 40.000,00 € 35.000,00 € 30.000,00 € 25.000,00 € 20.000,00 € 15.000,00 € 10.000,00 € 5.000,00 €2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
figuur: jaarlijkse onderhoudskosten klimaatinstallaties, inclusief BTW In de figuur is een trend te ontdekken van stijgende onderhoudskosten. Deze trend zal zich doorzetten indien geen grootschalig onderhoud wordt gepleegd. Als uitgangspunt voor de huidige toestand worden onderhoudskosten van €30.000,- per jaar aangehouden. Elektrotechnische installaties De elektrotechnische kent weinig onderhoud, behalve certificeringen en het vervangen van lampen. Data valt er vaak buiten en is meestal al vervangen voor einde levensduur.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 16/22
3.
Comfort
3.1.
Samenvatting Het comfort is een samenspel van de bouwkundige kwaliteit van het gebouw en de aanwezige comfortinstallaties. Het comfort is onder te verdelen in luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort. In de onderstaande figuur is in een matrix aangegeven hoe het comfort in het gebouw op hoofdlijnen scoort. In de volgende paragrafen wordt dit nader toegelicht en worden op hoofdlijnen de belangrijkste gebouwkenmerken in relatie tot het comfort en de comfortklachten aangegeven.
uitstekend
goed
redelijk
Matig
Slecht
tabel: indicatie comfort
1
2
3
4
5
Aandachtspunten
Thermisch comfort
5
gevel, regeling
Luchtkwaliteit
5
inblaasprincipe, plafonds, vloerbedekking
Bouwdeel A
Visueel comfort
4
donker, ongelijkmatige verlichting
Akoestiek
4
plafonds
Bouwdeel B Thermisch comfort
2
Luchtkwaliteit
2
lijnroosters
3
verlichtingsniveau
Thermisch comfort
3
gevel
Luchtkwaliteit
3
Visueel comfort Akoestiek
2
Bouwdeel C
Visueel comfort
2
Akoestiek
2
Bouwdeel D 3
Thermisch comfort Luchtkwaliteit
2 3
Visueel comfort Akoestiek
raadzaal
2
Van de gebouwdelen A en B is een GPR berekening gemaakt om het aspect gezondheid op een meer objectieve wijze te scoren. De GPR is 5,0 en 7,0 respectievelijk bouwdeel A en B.
datum: 8 juni 2012
3.2.
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 17/22
Comfortklachten Op basis van de “Enquête Huisvesting Opmaat” en gesprekken met facilitair medewerkers hebben we het onderstaande beeld gekregen van de comfortklachten. Bouwdeel A Te koud in de winter, tocht; Zowel gebouwdelen te warm als te koud in de zomer; Weinig beïnvloedingsmogelijkheden; Er is tekort aan frisse lucht, te weinig ventilatiemogelijkheden; Stoffige vloerbedekking; Het is te donker, slechte verlichting, donker bij gebruik van zonwering in de zomer; Rumoerige/onrustige werkplekken. Bouwdeel B, publiekshal Te koud in de winter, tocht door tochtsluis; Droge lucht; Geen te openen ramen. Bouwdeel B, kantoren Functioneert redelijk tot goed, relatief weinig klachten; Tocht onder inblaasroosters. Bouwdeel C Functioneert redelijk tot goed, weinig klachten. Bouwdeel D In de zomer snel te warm in de raadzaal; Tocht onder inblaasroosters raadzaal.
3.3.
Comfort bouwdeel A Thermisch comfort De gebouwschil is van een matige tot slechte kwaliteit. Het isolatieniveau is laag door de aanwezige koudebruggen, beperkte gevelisolatie (4 cm) en verouderd dubbel glas. De luchtdichtheid van de gevel is slecht. Er is sprake van slecht functionerende afdichtingen en lekkages. De slechte kwaliteit van de gevel leidt tot koude gevelvlakken (stralingsassymetrie) en tocht. Een deel van de klimaatklachten is hiermee te verklaren.
figuur: detail borstwering Het dak is slecht geïsoleerd. Op het dak vallende zonnestraling wordt slecht geweerd. Er is wel buitenzonwering aanwezig.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 18/22
De ventilatielucht wordt centraal gekoeld. De inblaastemperatuur wordt ook centraal geregeld en kan niet per ruimte worden nageregeld. De inblaastemperatuur is daarmee voor iedere ruimte hetzelfde. Dit kan leiden tot tochtklachten in ruimtes waar op dat moment minder behoefte aan koele lucht is. Dit kan met name in het voor- en najaar een probleem vormen. De koelcapaciteit van een dergelijk systeem is beperkt (ca. 20-25 W/m2), waarmee de hoge temperaturen in de zomer verklaard kunnen worden. Luchtkwaliteit De luchthoeveelheden zijn op zich goed. De lucht wordt echter niet op een goede wijze in de ruimte gebracht. Lucht wordt toegevoerd achter de radiatoren. Dit zijn vaak stoffige plaatsen, waar de reinigbaarheid slecht is. De luchtkwaliteit wordt hierdoor nadelig beïnvloed. De toegevoerde luchtstroom wordt ‘geblokkeerd’ door de radiatoren, waardoor er geen goede doorspoeling van de ruimtelucht ontstaat. De ventilatie-effectiviteit is laag. De toevoer bevindt zich laag bij de vloer. Met name in de zomer zou dit kunnen leiden tot tochtklachten bij de enkels. De vloerbedekking en de houtwolcementplaat aan het plafond hechten vuil en stof aan, waardoor de luchtkwaliteit nadelig wordt beïnvloed. Op de meeste plaatsen zijn spuivoorzieningen in de gevel aanwezig. Dit is een positief punt. Visueel comfort Alhoewel door ons niet gemeten lijken de verlichtingsniveaus laag te zijn. Zowel de opbrengst van het kunstlicht als daglicht is beperkt. Op verschillende plaatsen zijn lichtbronnen uitgeschakeld. Dit levert weliswaar een energiebesparing op, maar geeft een ongelijkmatige lichtverdeling en donkere plekken. De verkeersruimten zijn in het algemeen donker. De zonwering wordt als hinderlijk ervaren door de verduisterende werking. Akoestisch comfort De kantoorruimtes zijn voorzien van houtwolcementplaat plafond. Normaalgesproken is dit niet voldoende voor het realiseren van een goede ruimte-akoestiek. De klachten over rumoer en onrust op de werkplek kunnen hier deels mee verklaard worden. 3.4.
Comfort bouwdeel B Thermisch comfort De gebouwschil is van een redelijk goed niveau, wat je van een gebouw uit 1998 mag verwachten. Dit is ook noodzakelijk bij een ‘all-air’ klimatiseringsinstallatie; er is geen stralingscompensatie mogelijk van warmtelichamen en de installatie zelf heeft geen warmtebufferende werking. De gebruiker heeft met de installatie wel individuele beïnvloedingsmogelijkheden van de ruimtetemperatuur in zomer en winter, wat een pré is. De lijnroosters veroorzaken wel tochtklachten. Op een aantal plaatsen zijn roosters afgeplakt.
figuur: afgeplakt lijnrooster Per twee spreekkamers in de publiekshal is (volgens tekening) slechts één naverwarmer opgenomen. Het is niet bekend hoe de temperatuurregeling in dit geval werkt, maar het kan leiden tot comfortklachten.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 19/22
De koelcapaciteit van het systeem is beperkt (ca. 30 W/m2). Door de noord-oriëntatie van dit bouwdeel blijven de comfortklachten in de zomer beperkt. Op de werkplekken van de publiekshal wordt tocht ervaren van de entree. De entree werkt niet volgens het tochtsluis principe. Luchtkwaliteit Door het all-air systeem zijn de luchthoeveelheden van een goed niveau. Er zijn geen aanwijzingen dat de luchtkwaliteit slecht zou kunnen zijn. Visueel comfort De verlichtingsinstallatie is vrij standaard van opzet. De lichtopbrengst is mogelijk beperkt. De gangen in dit bouwdeel geven een benauwend gevoel, er is geen uitzicht. Akoestisch comfort De ruimtes zijn volledig voorzien van een akoestisch plafond. Normaalgesproken zijn daarmee geen problemen te verwachten. 3.5.
Comfort bouwdeel C In bouwdeel C zijn relatief weinig klachten. Dit zal voor een deel met het gebruik samenhangen. Er is een lage bezetting en er zijn hier minder permanente werkplekken. De acceptatie is vaak ook groter in een monumentaal gebouw. Er mag een slechter binnenklimaat verwacht worden. De isolatiekwaliteit van de gevel en vooral het enkel glas laat te wensen over. Dit zal in de winter tochtklachten kunnen veroorzaken. In het geval van functieverandering zal het binnenklimaat opnieuw bekeken moeten worden, zeker als dat aanleiding geeft tot een hogere bezetting.
3.6.
Comfort gebouwdeel D Thermisch comfort De gevels van de raadzaal zijn volledig van glas. De gevel bestaat uit een dubbele glazen gevel, waartussen zich een verkeersruimte bevindt. De zonwering van de raadzaal bevindt zich aan de buitenzijde van de binnenste gevel. De verkeersruimte wordt niet geventileerd. De zonwering aan de westzijde kan niet helemaal omlaag. De temperatuur in de buitenste ring zal in de zomer snel oplopen, waarmee ook de raadzaal langzaam opwarmt. De toevoerroosters in de raadzaal veroorzaken tocht, waarschijnlijk zal dit het geval zijn bij een inblaastemperatuur onder de ruimtetemperatuur. De stand van de toevoerrroosters is wel instelbaar, maar het is lastig om een vaste stand te vinden die in alle situaties goed werkt. Luchtkwaliteit Luchthoeveelheden zijn van een goed niveau. Er zijn geen aanwijzingen dat de luchtkwaliteit slecht zou kunnen zijn. Visueel comfort In de raadzaal bevindt zich lichtwering. Akoestisch comfort Er zijn geen aanwijzingen dat het akoestisch comfort onvoldoende is.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 20/22
4.
Energie
4.1.
Samenvatting Van het gebouw is in 2008 door RWE een energieprestatieadvies gemaakt. De rapportage is nog steeds actueel. In 2011 zijn PV-panelen aan het gebouw toegevoegd. Het gebouw zelf is verder nagenoeg onveranderd. Op hooflijnen kan het gebouw worden gekarakteriseerd door een redelijk energie-efficiënte installatie en een slechte tot matige gebouwschil voor respectievelijk de gebouwdelen C en B. De installatie is o.a. voorzien van warmteterugwinning uit ventilatielucht, HR-ketels, een bronsysteem en PV-panelen. Uit het energieprestatieadvies blijkt dat op de verbetering van de isolatie van de gebouwschil nog veel winst te behalen is. Er wordt o.a. dakisolatie en vervanging van de beglazing genoemd. Verder wordt genoemd dat er op de verlichtingsinstallatie veel te besparen is. Dit is het geval indien de kwaliteit van de verlichting handhaaft blijft. Bij het toepassen van een nieuwe installatie zou het echter logischer zijn om de verlichting naar een hoger plan te brengen, met hetzelfde energieverbruik. Energielabel In 2008 is er ook een energielabel voor het gebouw opgesteld. Hierin scoort het totale gebouw energielabel D.
Hierin zijn de PV panelen die in 2011 zijn geplaatst nog niet meegenomen. Indien deze worden meegenomen dan scoort het gebouw op de grens tussen D en C. Het energielabel is niet heel slecht, maar geeft ook een vertekend beeld. Bouwdeel A en C zullen op zichzelf slechter scoren. In de onderstaande tabel is indicatief de verdeling van de labels per bouwdeel aangegeven. Bouwdeel Bouwdeel A Bouwdeel B Bouwdeel C Bouwdeel D
Bouwjaar 1983 1998 1938 1998
Energielabel E B F B
datum: 8 juni 2012
4.2.
referentie: vis
blad: 21/22
Historisch energiegebruik In de onderstaande figuren is het historisch energiegebruik voor de jaren 2004 t/m 2011 weergegeven. Het gasverbruik betreft het ongecorrigeerde verbruik. Een jaar is geen geheel kalenderjaar en loopt van ca. april tot april. Het elektraverbruik is de ingekochte hoeveelheid energie met daarbij opgeteld de opbrengst van PV panelen. De opbrengst van de PV panelen was ca. 34.000 kWh in 2011. De jaaropbrengst van de PV-panelen bedraagt ca. 45.000 kWh. Het elektraverbruik voor de jaren 2005 en 2008 is niet bekend.
600.000 elektraverbruik kWh/jaar
70.000 gasverbruik m3/jaar
code: 12201BI
60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000
500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0
0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
figuur links: gasverbruik, figuur rechts: elektriciteitsverbruik Als uitgangspunt voor verdere analyses wordt een huidig gasverbruik van 51.000 m3/h aangehouden en een elektraverbruik van 470.000 kWh conform de EPA-U berekeningen van RWE. De verdeling van het elektraverbruik over de verschillende gebruikers is weergegeven in de onderstaande figuren.
figuur links: elektriciteitsbalans, figuur rechts: gasbalans De bouwdelen 1938 en 1983 verbruiken het meeste gas. Het (gebouwgebonden) elektraverbruik wordt door verlichting en ventilatoren gedomineerd. Het grootste besparingspotentieel ligt op deze posten.
datum: 8 juni 2012
referentie: vis
code: 12201BI
blad: 22/22
4.3.
Energiekosten De totale energiekosten bedragen ca. €77.00,- excl. BTW. Hierbij is een all-in tarief aangehouden van €0,12/kWh en €0,51/m3 gas. Er is rekening gehouden met de opbrengst van de PV-panelen.
5.
Conclusie Op basis van de voorgaande hoofdstukken is in de onderstaande tabel een samenvatting weergegeven van de toestand van het gebouw zoals het er nu bij staat. Dit is gesplitst voor bouwdeel A en B. Huidige situatie Bouwdeel
A
B
Conditie installaties
Matig
Redelijk
Thermisch comfort
Slecht
Goed
Luchtkwaliteit
Slecht
Goed
Visueel comfort
Matig
Redelijk
Akoestiek
Matig
Goed
E
B
GPR (gezondheid)
5,0
7,0
Energiekosten
€ 77.000,- /jaar
Onderhoudskosten
€ 30.000,- /jaar
Energielabel*
*Het energielabel is gemiddeld voor het hele gebouw label D. Geconcludeerd kan worden dat het gebouw op dit moment niet aan het gewenste niveau voldoet. In de rapportage “scenario’s comfort en energie” is aangegeven welke maatregelen noodzakelijk worden geacht / mogelijk zijn om het gebouw op een kwalitatief hoger niveau te krijgen, dit in combinatie met “het nieuwe werken”.