Geachte congresganger,
Welkom op ons voorjaarscongres “Same problem? Parodontologie en de relatie met de rest”. Parodontitis is een complexe ziekte, die begint met een door de tandplaque geïnduceerde afweerreactie en die leidt tot afbraak van steunweefsel. De dimensie van dit attachmentverlies (en dus de ernst van de afwijking) is afhankelijk van de individuele vatbaarheid van de patiënt. Het is een multifactoriële aandoening, die wordt gestuurd door een gecompliceerde wisselwerking van verscheidene componenten op verschillende niveaus. In het algemeen komen andere multifactoriële chronische aandoeningen, zoals reumatoïde artritis, diabetes, ziekte van Crohn en hart- en vaatziekten (net als chronische parodontitis) pas op latere leeftijd tot uiting. Zowel erfelijke als omgevingsfactoren spelen hierbij een beslissende rol. Hoe kunnen we meer inzicht krijgen in de factoren die een doorslaggevende rol spelen bij de ontwikkeling van bepaalde ziekteprocessen? Wetenschappers uit verscheidene medische specialisaties komen aan het woord en zullen verschillende onderdelen van hun vakgebied en thema’s die hen bezighouden, belichten. Welke gemeenschappelijke problematiek is te herkennen? Welke wisselwerkingen en raakpunten bestaan er? Welke rol speelt de biofilm bij andere ziekteprocessen ? Wat kunnen we leren uit onderzoek, gedaan door andere, niet-parodontologische, medische specialismen? Is parodontitis een mogelijke risicofactor? Veel vragen, die aandacht zullen krijgen tijdens dit wetenschappelijke dieptecongres. Namens het NVvP bestuur, Dr. Jan Jansen Voorzitter 1
Dr. Erik Meijer Congrescoördinator
Programma
Sprekers PROF. DR. IR. J. DICK VAN ELSAS
8.30 – 9.00
registratie en koffie
9.00
opening congres door de voorzitter NVvP
Vakgroep Microbiële Ecologie, Rijksuniversiteit Groningen
dr. Jan Jansen
korte inleiding moderator
Biofilms in de natuur – Complexiteit en concepten
prof. dr. Frank Abbas
Biofilm: 9.15
Biofilms in de natuur – complexiteit en concepten prof. dr. ir. Dick van Elsas
9.50
Biofilm: Een indringend verslag vanuit de pocket
10.30
koffiepauze
11.15
De rol van endotoxine, pro-inflammatoire cytokinen en andere mediatoren in de mechanismen van vroeggeboorte
11.50
Chronic inflammatory diseases of barrier organs - what do Periodontitis and Crohn disease have in common ?
Microorganismen in de natuur, met name bacteriën en archaea, kunnen zowel planktonisch als sessiel, in agglomeraten van cellen op oppervlakken (of grensvlakken), voorkomen. Deze (sessiele) agglomeraten van cellen, biofilms genoemd, worden bijeengehouden door een extracellulaire matrix gevormd door een polymere verbinding. In veel terrestrische alsook aquatische habitats vormen biofilms de dominante vorm van microbieel leven. Waar planktonische populaties weinig organisatie of structurering kennen, treedt er in biofilms een specifieke structurering op die leidt tot organisatie en taakverdeling tussen de cellen. Biofilms worden derhalve wel vergeleken met een primitieve vorm van multicellulariteit. Het huidige biofilmonderzoek wijst er steeds meer op dat cellen in een biofilm een fundamenteel ander gedrag (gemeten aan bijvoorbeeld genexpressie) vertonen dan cellen die planktonisch leven. Het is waarschijnlijk dat cellulaire signaalmoleculen, per cel of groep van cellen, het gedrag (planktonisch of sessiel) bepaalt. Biofilmvorming is een stapsgewijs proces, waarin specifieke fasen te onderscheiden zijn, van initiele kolonisatie van opper- / grensvlakken tot aan de ontwikkeling van een rijpe biofilm waarin gedifferentieerde lagen van microorganismen te onderscheiden zijn. De differentiatie van cellen binnen een biofilm kan op genotypisch (genetisch) en/of op fenotypisch (fysiologisch) niveau plaatsvinden. Deze fysiologische adaptatie is afhankelijk van differentiatie in genexpressie in de verschillende lagen van de biofilm. Er wordt wel gesteld dat een beter begrip van de sleutelprocessen die betrokken zijn bij biofilmvorming zal leiden tot biofilmbeheersing. Het is evenwel tot nu toe niet gelukt om sterke commonaliteit in biofilmvorming te ontdekken, hetgeen het vinden van een magic bullit voor biofilmbeheersing bemoeilijkt.
drs. Vincent Zijnge
dr. Gerda Zeeman
prof. dr. Philip Rosenstiel
12.30
lunch
14.00
Diabetes en Parodontitis, een wederkerige relatie?
14.35
Parodontitis en Cardiovasculaire ziekte
15.10
theepauze
15.55
Parodontitis en Reumatoïde Artritis
16.30
samenvatting / discussie
17.00
afsluiting en borrel
dr. Victor Gerdes prof. dr. Hugo ten Cate
Curriculum Vitae Prof. dr. ir. Jan Dirk van Elsas ACADEMIC CAREER Research Scientist at Research Institute ITAL, Wageningen, NL - 1984-1990. Research Scientist at Institute for Soil Fertility Research, Wageningen, NL - as 1990-1993. Research Scientist at Institute for Plant Protection, Wageningen, NL, 1993-2000. Cluster leader, cluster Microbial Buffering, at Plant Research Intern. Wageningen 2000-2003. Professor (chair), Microbial Ecology, Groningen University, Groningen, NL, as from 2003.
drs. Willem Nesse prof. dr. Frank Abbas
Dit congres is voorzien van het Q-keurmerk, aan deelname kunnen 5 registratiepunten worden ontleend.
®
* Voor verdere informatie zie achter in dit programmaboekje.
3
DRS. VINCENT ZIJNGE
Onderzoeker bij de Sectie Conserverende Tandheelkunde en Parodontologie, Universitair Medisch Centrum Groningen.
Biofilm: Een indringend verslag vanuit de pocket De pocket is het strijdtoneel waar biofilm en immuunsysteem elkaar treffen. De biofilm bestaat uit bacteriën die zich gegroepeerd hebben in een matrix van polysacchariden en aangehecht zijn aan het tand- of implantaat oppervlak. Voor bacteriën betekent het leven in een biofilm het optimale gebruik van nutriënten, bescherming tegen antibiotica en een sterkere positie in het gevecht met het afweersysteem. De uitkomst van de strijd tussen de biofilm en de gastheer is afhankelijk van de samenstelling van de biofilm, de immunologische constitutie van de patiënt en lifestylefactoren zoals stress en roken. Het gingivaweefsel wordt gepenetreerd door spirochaeten en andere bacteriën worden erop uit gestuurd om nieuwe sites te koloniseren. Is dat misschien de rationale achter de full-mouth parodontale gebitsreiniging? Wat betekent dit beeld van de biofilm voor het immuunsysteem en zijn er systemische consequenties? Een indringend verslag vanuit de pocket. Curriculum Vitae Drs. Vincent Zijnge (1976) Eigen opleidingen (inclusief na- en bijscholing) RUG Biologie afstudeerrichting microbiële ecologie en biotechnologie (2000) RUG Tandheelkunde (2007) Stralingshygiëne niveau 5A Recente ervaring/ interactie met beroepspraktijk (incl. docentstages) 2000-2002: Commercieel ingestelde onderzoeker bij de vakgroep Medische Microbiologie van de Rijksuniversiteit Groningen 2002: Junior adviseur microbiële detectie bij Bioclear B.V. Groningen. 2003-heden: MD/PhD student tandheelkunde en medische microbiologie met als titel; “Molecular techniques to study subgingival microbial diversity.” Overige relevante (werk)ervaring (bijv. onderzoek, patiëntenzorg, management) 1998-1999: Student-assistent gedurende tweemaal 1 maand bij het praktische deel van de cursus microbiologie voor farmaceuten. 2008: Research project aan het Institut für Orale Biologie van de Universiteit van Zürich (Zwitserland). * Voor verdere informatie zie achter in dit programmaboekje.
4
DR. GERDA ZEEMAN
Gynaecoloog-perinatoloog, Universitair Medisch Centrum Groningen
De rol van endotoxine, pro-inflammatoire cytokinen en anderen mediatoren in de mechanismen van vroeggeboorte De meeste zwangerschapsgerelateerde problemen zoals vroeggeboorte en preëclampsie hebben een complexe multifactoriële etiologie. Sinds eind jaren 70 wordt meer en meer duidelijk dat subacute intra-uteriene infectie is geassocieerd met prematuur gebroken vliezen en vroeggeboorte. Hierin spelen producten van de host immune response een grote rol. Er is inmiddels veel bewijs voor de rol van endotoxine, pro-inflammatoire cytokinen en andere mediatoren in de mechanismen van vroeggeboorte. Micro-organismen kunnen de intacte vliezen passeren naar de amnion holte om daar de productie van inflammatoire mediatoren te stimuleren. Ook kunnen micro-organismen toegang hebben tot de foetus en een foetale systemische inflammatoire reponse veroorzaken, het zogenaamde fetal inflammatory response syndrome (FIRS). FIRS is een pathologische conditie gekarakteriseerd door systemische inflammatie en een stijging van IL-6 in het foetale plasma, zonder dat de moeder ziekteverschijnselen vertoont. FIRS is een risico factor voor ernstige morbiditeit op korte en lange termijn, zoals hersenschade. Huidige research richt zich op immunomodulatie; door middel van breedspectrum antibiotica, corticosteroïden en indomethacine wordt getracht de inflammatoire response te onderdrukken en de zwangerschap te verlengen Preëclampsie, een syndroom uniek aan de menselijke zwangerschap en treedt op in 3 – 7 % van de zwangerschappen en wordt gekenmerkt door hypertensie en proteïnurie. Het is de belangrijkste oorzaak van moedersterfte in Nederland. De etiologie is onbekend en preëclampsie wordt wel het syndroom van de theorieën genoemd. De centrale rol van de placenta in de pathogenese van preëclampsie staat vast. De pathophysiologie betreft onder andere verminderde trofoblast invasie in de maternale decidua. Het vrijkomen van placentaire factoren zoals het recent ontdekte soluble fms-like tyrosine kinase-1 (sFlt-1) en the soluble receptor for vascular endothelial growth factor (VEGF) in de maternale circulatie triggert een inflammatoire response en endotheelcel disfunctie. Huidige research richt zich op mechanismen om de inflammatoire response en oxidative stress te reduceren. Curriculum vitae Dr. Gerda Zeeman studeerde geneeskunde aan de VU Amsterdam en specialiseerde zich tot gynaecoloog aan Baylor College of Medicine in Houston, USA. Ze verrichtte haar subspecialisatie opleiding tot perinatoloog alsmede haar promotieonderzoek (Magnetic resonance imaging and cerebrovascular hemodynamics in (pre)-eclampsia) bij het Department of Obstetrics & Gynecology aan The University of Texas Southwestern Medical Center in Dallas, USA. Momenteel is Zeeman gynaecoloog-perinatoloog in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Haar aandachtsgebied betreft hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap.
5
PROF. DR. PHILIP C. ROSENSTIEL
DR. VICTOR E. A. GERDES
Inflammatory diseases of barrier organs - what do Periodontitis and Crohn disease have in common ?
Diabetes en Parodontitis, een wederkerige relatie?
Chronic inflammatory diseases of barrier organs - what do periodontitis and Crohn disease have in common ? Chronic inflammatory disorders of barrier organs manifest through the influence of yet unknown trigger factors on the background of a polygenic susceptibility. Through recent technological advances the genetic etiology of complex disease can now be unraveled by using genome-wide association studies in large patient cohorts. In the following, our current insight into the molecular genetic basis of Crohn disease will be used as a guide to illustrate the prospects for future inflammatory barrier disease gene discover and its implications for our understanding of the disease pathophysiology. The complex biology of the barrier organs such as the intestinal or oral mucosa will also be used as a model for the interaction between the human genome and the surrounding microbial metagenome. On the long run, this changed understanding of organ-based disease classification will aim to develop targeted prophylactic strategies that most likely will address the molecular interactions between mucosal surface and the complex bacterial microflora.
Diabetes mellitus kan tot diverse complicaties leiden. De aandacht gaat daarbij bij huisartsen en specialisten vaak uit naar cardiovasculaire complicaties, en naar problemen van de ogen, de nieren en de zenuwen. Dat er een verhoogde gevoeligheid voor infecties bestaat en dat er ook een verhoogde kans op problemen met het gebit is wordt nogal eens over het hoofd gezien. Parodontitis komt vaker voor bij patiënten met diabetes en er zijn aanwijzingen dat parodontitis ook de behandeling van diabetes beinvloedt.
Curriculum Vitae Prof. Dr. Philip Caspar Rosenstiel (1973)
Curriculum vitae Dr. Victor E.A. Gerdes
Education 1994-2001
Dr. Victor Gerdes begon zijn studie geneeskunde in 1986 aan de Universiteit van Amsterdam waar hij in 1995 zijn arts examen haalde. Na twee jaar als arts assistent interne geneeskunde gewerkt te hebben in het Slotervaartziekenhuis werd hij opgeleid tot internist in het Slotervaartziekenhuis en het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Gedurende deze opleiding heeft hij ook wetenschappelijk werk verricht op het gebied van atherosclerose en bloedstolling wat uiteindelijk in 2004 zou uitmonden in zijn proefschrift. Sinds 2003 is hij zowel aan het Slotervaartziekenhuis als aan het Academisch Medisch Centrum verbonden als internist. Zijn aandachtsgebied is Vasculaire Geneeskunde.
Physician, Institute of Clinical Molecular Biology, University Hospital SchleswigHolstein, Campus Kiel Germany
1997-1998 1994 -2001 2001 2003
Study of Medicine at the Christian-Albrechts-University, Kiel, Germany and Tufts University, Boston, USA Research scholarship (BMEP) at the laboratories of P. Nishina and J. Naggert, Jackson Laboratory, Bar Harbor, USA and J. Isner, St. Elisabeth Hospital, Boston, USA. Scholarship of the Studienstiftung des Deutschen Volkes Final exam in Medicine (mark: ‘sehr gut’, best rating) Doctor of Medicine (‘summa cum laude’, best rating)
Internist in het Slotervaartziekenhuis en het Academisch Medisch Centrum Amsterdam
Medical Training and Postdoctoral Positions 2000-2001 Trainee internship (“Praktisches Jahr”) at the Universityhospital of Kiel (Surgery, Internal Medicine and Neurology) 2001-2003 Internship ( “Arzt im Praktikum”) at the 1st Medical Dept.,Christian-AlbrechtsUniversity Hospital Kiel (Dir. Prof. Dr. med. U.R.Fölsch) 2003 Approbation as physician 2003-2005 Resident at the 1st Medical Dept., Christian-Albrechts-University Hospital Kiel (Dir. Prof. Dr. med. U.R.Fölsch) and Group leader Cell biology at the Institute of Clinical Molecular Biology (Dir. Prof. Dr. med. S. Schreiber) 2006 PostDoc Max-Planck-Institute of Molecular Genetics, Berlin-Dahlem 2007 Professorship (W2) in Experimental and Marine Medicine, University Kiel * Voor verdere informatie zie achter in dit programmaboekje.
6
7
PROF. DR. HUGO TEN CATE
DRS. WILLEM NESSE
Parodontitis en Cardiovasculaire ziekte
Parodontitis en Reumatoïde Artritis
De associatie tussen parodontitis enerzijds en cardiovasculaire ziekte anderzijds is sinds lange tijd erkend. Een aantal meta-analyses heeft laten zien dat parodontitis geassocieerd is met een 14-19% toename van het risico op coronaire hartziekte in de bevolking (ongeacht de leeftijd). Tevens was er een 1.6-voudig toegenomen kans op ischemische beroerte in een lange termijn follow up studie in mannen. Het risico wordt verder beinvloed door leeftijd en aantal gebitselementen (hoger risico bij <10 elementen). Hoewel de invloed op het risico op hartvaatziekte niet ernstig wordt beinvloed ten opzichte van andere risicofactoren, is door de hoge prevalentie van parodontitis er toch sprake van een klinisch relevante associatie. Theoretisch is er ook sprake van een behandelbare risicofactor, hoewel het effect van sanering als zodanig op de kans op hartvaatziekte nog onduidelijk is. Verschillende mechanismen spelen een rol in de genoemde risico associaties. Experimenteel onderzoek heeft aannemelijk gemaakt dat er associaties bestaan tussen specifieke bacteriën in de mondholte en de mate van atherosclerose (aderverkalking), zoals bijvoorbeeld gemeten als verhoogde intima-media dikte van de halsslagader. Recente studies geven verder aan dat de totale bacterielast (“pathogen burden”) een belangrijke factor is in de pathogenese van atherosclerose, waarbij het overigens niet zo is dat levende micro-organismen zich bevinden in de atherosclerotische vaatwand. Waarschijnlijk is het scenario zo dat bacteriën vanuit een aanwezige infectiebron, zoals parodontitis, zich met enige frequentie verspreiden in de bloedbaan (bijvoorbeeld opgewekt door tandenpoetsen!), daar grotendeels gefagocyteerd worden door ontstekingscellen (macrofagen), die weer voor een deel infiltreren in de vaatwand en daar ontstekingsreacties opwekken. Deze ontstekingsreacties worden ook uitgelokt door specifieke membraancomponenten van bacteriën zoals lipopolysacchariden (LPS). Deze herhaalde inflammatoire stimulatie heeft mogelijk een ongunstig effect op de vaatwand in de zin van een versnelling van het proces van atherosclerose; dit laatste verhoogt ook het risico op plaque ruptuur en trombusvorming. Het is nog onzeker hoe de associatie tussen parodontitis en risico op hartvaatziekte, die nu wel bewezen lijkt, het best kan worden doorbroken. Naast ongetwijfeld noodzakelijke behandeling van parodontitis zal tenminste aandacht moeten worden besteed aan alle bij de patient aanwezige risicofactoren voor hartvaatziekte zoals roken, hoge bloeddruk en cholesterol. Op die manier kan althans op verschillende manieren, die voor een deel al “evidence based” zijn, de kans op hartinfarct en beroerte worden beperkt.
Zoals veel ziekten heeft parodontitis een multifactoriële etiologie. Naast pathogene micro-organismen in tandplaque, spelen genetische en omgevingsfactoren een belangrijke rol in het ontstaan van parodontitis. Een genetische predispositie voor genen die coderen voor de ontstekingsreactie lijken een sleutelrol te spelen in het ontstaan van parodontitis. Alhoewel een ontstekingsreactie primair beschermend werkt, leidt een overdreven, hyper-inflammatoire reactie tot onnodige weefselschade. De aanleg van het immuunsysteem om op prikkels te reageren met een hyper-inflammatoire reactie is gekoppeld aan zowel parodontitis als reumatoïde artritis. Reumatoïde Artritis (RA) is een systeemziekte waarbij meerdere organen betrokken kunnen zijn. Meest kenmerkend voor RA is echter de symmetrische ontsteking van hand- en polsgewrichten. Er is een aantal opvallende overeenkomsten tussen de onderliggende ziekteprocessen die leiden tot parodontitis en RA. Een onorthodoxe kijk op het parodontium leidt tot de conclusie dat ook parodontitis als een vorm van artritis kan worden beschouwd. De nieuwste inzichten in het ontstaan van reumatoïde artritis zullen duidelijk maken dat er wellicht een rol is weggelegd voor parodontitis in het ontstaan van reumatoïde artritis.
Internist-vasculair geneeskundige, Interne geneeskunde Maastricht Universitair Medisch Centrum en Cardiovasculair Research Instituut Maastricht (CARIM).
Curriculum vitae Prof. dr. Hugo ten Cate (1958) Education: 1987 1987
MD. University of Amsterdam PhD thesis on: “Experimental and Clinical studies with a Low Molecular Weight Heparinoid” 1987.
2002-2008
Professor of Medicine, in particular for Clinical Thrombosis and Hemostasis, at the University of Maastricht Medical Center. Here he combines medicine and clinical research. Principal Investigator, Cardiovascular Research Institute Maastricht (CARIM), focused on mechanisms of thrombosis in cardiovascular disease. He heads a lab with 15 members and supervises 10 PhD students. Medical director, Maastricht Anticoagulation Clinic
2002-2008 2006-heden *8
Voor verdere informatie zie achter in dit programmaboekje.
Arts en tandarts. Onderzoeker afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).Amsterdam
Curriculum Vitae Drs. Willem Nesse (1978) Opleiding 1991-1998 1998-1999 1999-2005 2006-2008 2008-heden 2009 2010 2010
O.S.G. Het Drachtster Lyceum, V.W.O. atheneum Propedeuse Geneeskunde, Rijksuniversiteit Groningen Doctoraal Geneeskunde en (Cum Laude) Artsexamen Bachelor Tandheelkunde Master Tandheelkunde te verwachten Master Tandheelkunde te verwachten promotie te verwachten start opleiding tot kaakchirurg
Werk 2005-heden Arts onderzoeker afdeling kaakchirurgie Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), promotie onderzoek “parodontitis en reumatische aandoeningen” 2007-heden Docent medische vakken Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, Rijksuniversiteit Groningen en Hanze Hogeschool, UMCG 2007-heden Mentor wetenschappelijke vorming, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, Rijksuniversiteit Groningen, UMCG * Voor verdere informatie zie achter in dit programmaboekje.
9
Agenda PROF. DR. FRANK ABBAS
Moderator Curriculum Vitae Prof. dr. Frank Abbas Prof. Dr. Frank Abbas studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen van 1973 tot 1979. Hierna volgde verdere verdieping in de parodontologie aan de Universiteit van Amsterdam – later ACTA, leidend tot een proefschrift in 1986 over gevoeligheid voor parodontitis en in 1989 tot erkenning als tandarts-parodontoloog (NVvP). Hij heeft vele bestuurlijke functies bekleed zowel binnen de Universiteit als binnen de beroepsvereniging-NVvP. Hij is mede-oprichter van en werkzaam in de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam – hier worden multidisciplinair patiënten behandeld op het gebied van de parodontologie, implantologie / functieherstel en halitose. Binnen de vakgroep Parodontologie van ACTA heeft hij verschillende functies bekleed, waaronder chef de policlinique en coördinator van het MSc programma parodontologie. Daarnaast is hij examinator voor het Royal College of Surgeons van Edinburgh. Zijn voornaamste onderzoeksinteresse ligt op het gebied van de gevoeligheid voor parodontitis, de relatie microbiologie-parodontologie in het bijzonder en de regeneratieve parodontale technieken, alsmede de relatie parodontitis-algemene gezondheidsproblemen. In 2003 werd hij benoemd tot Hoogleraar Parodontologie binnen het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG, Universiteit van Groningen. Vanaf 2007 is hij voorzitter van het Management Team van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde.
10
22 april 2008
Algemene Ledenvergadering NVvP Huis van de Toekomst – Amsterdam
14 november 2008
NVvP-najaarscongres “Paroprotocol herzien” Jaarbeurs Utrecht
4-6 juni 2009
EuroPerio 6 – Stockholm Zweden
5-6 november 2009
NVvP Najaarscongres – de Doelen Rotterdam
11
Biosketches PROF. DR. IR. JAN DIRK VAN ELSAS
THESES EXAMINED External examiner Ph.D. thesis “Mercury resistance in Bacillus cereus and marine bacilli”, by B. Belliveau, University of Guelph, October 11th, 1988. External examiner Ph.D. thesis P. Herron “Interactions between actinophage and streptomycetes in soil”, Coventry, University of Warwick, july 9, 1991. External examiner Ph.D. thesis F. Huysman “Presence and transport of faecal indicator bacteria in soil”, U. of Gent, Belgium, Nov. 26, 1991. External Examiner Ph.D. thesis H. Vandenhove “Microcalorimetric Characterization of Bacterial Inocula”, K.U. Leuven, june 12, 1992. External examiner Ph.D. thesis “Gene Transfer in Soil”, A. Richaume, Lyon, Sept. 18, 1992. External examiner Ph.D. thesis “Ecologie d’un Pseudomonas fluorescens auxiliaire de la mycorrhization”, P. Klett, Orsay, Nov. 12, 1996. (Pre)-examiner Ph.D. thesis “Development, characterization and application of DNA hybridization probes and PCR primers for identification of Rhizobium galegae”, E. Tas, Univ. of Helsinki, Dep. Appl. Chem. & Microbiol., April 1997. External examiner Ph.D. thesis Philippe Duquenne, Dijon, “Influence de la localisation et de la specificite d’un substrat carbone sur la dynamique d’une population bacterienne introduite dans un sol, 23 June, 1998. External examiner of Ph.D. thesis (P. Dodd) “Dynamics of interactions between Streptomyces lividans and its associated phage in sterile soil”, University of Warwick, Coventry, UK, 15/06/99. External examiner of Ph.D. thesis (V. Maia de Oliveira) “Diversity of Rhizobium spp. in soil under different agronomical practices analyzed by molecular methods”, University of Campinas, Campinas, 03/11/99. External examiner (opponent) / committee Ph.D. thesis B.M. Duineveld, “Spatial and temporal dynamics in the bacterial community of the rhizosphere, Univ. of Leiden, 27/01/00. External examiner (opponent) Ph.D. thesis Sammar Khalil “Microflora in the root environment of hydroponically grown tomato: methods for assessment and effects of introduced bacteria and Pythium ultimum. Swed. Univ. for Agricult. Sci., Alnarp, SE, 18/04/01 - Acta Universitatis Agriculturae Sueciae, Agraria 263. External examiner (opponent) Ph.D. thesis Gerrit Poelarends “Genetic adaptation of bacteria to halogenated aliphatic compounds”, Univ. of Groningen, Groningen, NL, 08/06/01. External examiner (opponent) Ph.D. thesis S. Srinivasan “External signal molecules regulate the carbon starvation response in marine Vibrio angustum S14, School of Microbiol and Immunol, Univ. NSW, Sydney, AU, Oct. 2000. Opponent Ph.D. thesis C. Eschevins “Regulatory networks related to competence development in Bacillus subtilis. Groningen University, 27/10/2003. Opponent Ph.D. thesis T. Plantinga “Binding protein-dependent secondary transport in Escherichia coli: Quest for an elusive substrate”. Groningen University, 19/12/2003. External examiner (Opponent) Ph.D. thesis K. Vanbroekhoven “Microbial degradation of free-phase petroleum products in the capillary fringe”. Leuven University, 11/12/2003. External examiner (Opponent) Ph.D. thesis V. Zelenov “ Moving waves along roots”. Wageningen University, 19/03/2004. Examiner (Reader) Ph.D. thesis E. Gabor “Mining the metagenome”, Groningen University, 05/2004. Opponent of Ph.D. theses as from 2004: M. B. Bagherieh-Najjar “DNA recombination in plants – Molecular and functional analysis of Arabidopsis RecQ genes”. Groningen University, 05/07/2004. M.V. Lutz “ Properties of fungal microbodies” , Groningen University, 10/12/2004.
12
S. Kralj “Glucansucrases of lactobacilli” , Groningen University, 13/12/2004. H.C. Jing, Groningen University, 01/04/2005 Heike Schmitt, The effects of veterinary antibiotics on soil microbial communities. Utrecht University, 27/05/2005 H. Kloosterman, Biochemical and functional characterization of Nudix hydrolase enzymes with novel regulatory roles in Gram-positive methylotrophic bacteria, Groningen University, 28/10/2005 (incl. reading committee). M. Durenkamp, Metabolism of atmospheric hydrogen sulfide in onion, Groningen University, 28/10/2005. Liping Yang, SO2- Nutrient or toxin for Chinese cabbage, Groningen University, 05/12/2005. Veronica Artursson, Bacterial-fungal interactions highlighted using microbiomocs: potential applications for plant growth enhancement. Sveriges Landbrucks Universitet, Faculty of Natural Resources and Agricultural Sciences, Uppsala, 19/01/2006. About 10 more to date (march 2008) ACADEMIC ACHIEVEMENTS Promoter of: -Dr. J.F. Salles, University of Leiden, 13/04/2005 -Dr. P. Garbeva, University of Leiden, 21/06/2005 -Dr. S.K. Heijs, 24/06/2005 Co-promoter of: -Dr. L. Seldin, 1987 -Dr. E. Smit, 1994 -Dr. L.S. van Overbeek, 1996 -Dr. A.S. Rosado, 1998 -Dr. G.F. Duarte, 1998 -Dr. V. Maia de Oliveira, 1999 Publications: 200 in international peer-reviewed journals Books: 5 books edited or co-edited Projects: co-ordinated or participated in > 8 EU projec ts and > 5 Dutch national projects Editorships: Editor or editorial board member of > 8 international journals (on/off since about 1990)
DRS. VINCENT ZIJNGE Publicaties: 1. Zijnge V, Harmsen HJ, Kleinfelder JW, van der Rest ME, Degener JE & Welling GW.: Denaturing gradient gel electrophoresis analysis to study bacterial community structure in pockets of periodontitis patients. Oral Microbiol Immunol. 2003; 18: 59-65. 2. Zijnge V, Welling GW, Degener JE, van Winkelhoff AJ, Abbas F & Harmsen HJ.: Denaturing gradient gel electrophoresis as a diagnostic tool in periodontal microbiology. J Clin Microbiol. 2006; 44: 3628-33 3. Zijnge V, Abbas F, Degener JE. Strength in numbers: illness-causing biofilms. Ned Tijdschr Tandheelkd. 2008 Jan. 115 (1): 5-12.
13
PROF. DR. PHILIP CASPAR ROSENSTIEL Awards 2001 2003
2005-2009 2007-2008 2007-2009 tion 2007-2009
BMBF NGFN2: Diseases due to Environmental Factors C5 “Pathway Mapping of Barrier Disease Genes” DFG, SFB 617 (A20): Functional characterization of NOD3 and NOD27 BMBF, Transgenic mouse models for human polygenic disorders BMBF Metagenomics in animal models of intestinal infection and inflammaDFG, Alternative splicing as a mechanism to regulate NOD signaling Industry cooperations: UCB, Boehringer Ingelheim, Cytokine Pharmasciences, Astra Zeneca, Applied Biosystems
Reviewer for international journals, e.g. Trends in Microbiology, Gut, Immunology, Journal of Pathology, Gastroenterology, J Immunology, J Biol Chem Reviewer for national and international funding agencies, e.g. INSERM France, Broad Medical Research Organisation
PROF. DR. HUGO TEN CATE
Education:
1987 1987
MD. University of Amsterdam PhD thesis on: “Experimental and Clinical studies with a Low Mole cular Weight Heparinoid” 1987.
Training and positions: 1988-1990Research fellowship: Division of Hematology-Oncology, Beth Israel Hospital, Harvard Medical School, Boston, USA (Prof. Robert Rosenberg and Dr. Kenneth Bauer) on clinical and primate studies of mechanisms of activated coagulation. 1991-1996 Training in Internal medicine: Slotervaart hospital and Academic Medical Center, Amsterdam; board certified Internist
14
1999-2004 2002-
Recipient of the Graduate stipend of the “Novartis Stiftung für therapeutische Forschung”. Hensel-Research Prize of the Christian-Albrechts-University Kiel Prize of the Society of Medicine of Schleswig-Holstein Prize for the best doctoral thesis of the Medical faculty of the University of Kiel (‘Dissertationspreis 2003’)
Main research interests Signaling pathways/therapeutical approaches in chronic inflammatory bowel disease Innate immunity Inflammatory signaling and neurodegenerative diseases Participation (co-investigator, pharmacist) in >35 FDA-controlled international clinical trials in inflammatory bowel disease Funded projects: 2004-2007
1996- 2002
20022006
Internist, Slotervaarthospital and Research fellow, Laboratory for Experimental Internal Medicine, AMC Clinical Established Investigator Netherlands Heart Foundation at the Laboratory for Experimental Internal Medicine, AMC Professor of Medicine, in particular for Clinical Thrombosis and Hemostasis, at the University of Maastricht Medical Center. Here he combines medicine and clinical research. Principal Investigator, Cardiovascular Research Institute Maastricht (CARIM), focused on mechanisms of thrombosis in cardiovascular disease. He heads a lab with 15 members and supervises 10 PhD students. Medical director, Maastricht Anticoagulation Clinic
Current professional memberships and other experience International Society of Thrombosis and Haemostasis (has contributed to many ISTH meetings including the Scientific Subcommittee Meetings on DIC and, through participation of his lab members, also in subcommittee meetings on thrombin generation and PKKS). Fellow, American Heart Association Member, American Society of Hematology Member of the board, Dutch Thrombosis Foundation Member of the board, Dutch Society for Thrombosis and Hemostasis Research (NVTH) Educational committee, NVTH Member, Netherlands Society for Internal Medicine Chairman, University of Maastricht Research Council Editorial board member, Journal of Thrombosis and Haemostasis Deputy Editor, Thrombosis Journal Lines of research His research has covered mainly pathophysiology of thrombosis (markers of activated clotting) and inflammation-coagulation interactions in experimental models of disease as well as in clinical studies. These clinical studies cover different inflammatory diseases including sickle cell disease, SLE, venous and arterial thrombosis. In all studies he has collaborated with many investigators in the field of hemostasis and thrombosis research, but also with many investigators outside this field. He has contributed to 170 peer reviewed publications and a number of chapters in text books. Selected peer reviewed publications 1. Govers-Riemslag JW, Smid M, Cooper JA, Bauer KA, Rosenberg RD, Hack CE, Hamulyak K, Spronk HM, Miller GJ, ten Cate H. The plasma kallikrein-kinin system and risk of cardiovascular disease in men. J Thromb Haemost. 2007 Sep;5(9):1896-903. 2. Slofstra SH, Bijlsma MF, Groot AP, Reitsma PH, Lindhout T, ten Cate H, Spek CA. Protease-activated receptor-4 inhibition protects from multiorgan failure in a murine model of systemic inflammation. Blood. 2007 Nov 1;110(9):3176-82. Epub 2007 3. Sommeijer DW, Hansen HR, van Oerle R, Hamulyak K, van Zanten AP, Meesters E, Spronk HM, ten Cate H. Soluble tissue factor is a candidate marker for progression of microvascular disease in patients with Type 2 diabetes. J Thromb Haemost 2006 Mar;4(3):574-80. Epub 2005 Dec 22. 4. Sommeijer DW, MacGillavry MR, Meijers JC, Van Zanten AP, Reitsma PH, Ten Cate H.: Anti-inflammatory and anticoagulant effects of pravastatin in patients with type 2 diabetes. Diabetes Care. 2004 Feb;27(2):468-73. 5. Minnema MC, Peters RJ, de Winter R, Lubbers YP, Barzegar S, Bauer KA, Rosenberg RD,
15
6. 7.
8.
Hack CE, ten Cate H. Activation of clotting factors XI and IX in patients with acute myocardial infarction. Arterioscler Thromb Vasc Biol. 2000 Nov;20(11): 2489-93. Levi M, ten Cate H. Disseminated intravascular coagulation. N Engl J Med. 1999 Aug 19; 341(8):586-92. Review. Minnema MC, Friederich PW, Levi M, von dem Borne PA, Mosnier LO, Meijers JC, Biemond BJ, Hack CE, Bouma BN, ten Cate H. Enhancement of rabbit jugular vein thrombolysis by neutralization of factor XI. In vivo evidence for a role of factor XI as an anti-fibrinolytic factor. J Clin Invest. 1998 Jan 1;101(1):10-4. Erratum in: J Clin Invest 1998 Feb 15;101(4):917. ten Cate H, Bauer KA, Levi M, Edgington TS, Sublett RD, Barzegar S, Kass BL, Rosenberg RD. The activation of factor X and prothrombin by recombinant factor VIIa in vivo is mediated by tissue factor. J Clin Invest. 1993 Sep;92(3):1207-12.
DRS. WILLEM NESSE Stages en nevenactiviteiten 1999-2000 vice-voorzitter Opleidingscommissie Geneeskunde 2000 oprichter actiegroep “Sterkwater” tot behoud van het Groninger Anatomisch Museum en de anatomische collectie 2000-2001 student-lid College van Beroep voor de Examens 2000-2001 studentbestuurslid Faculteitsbestuur der Medische Wetenschappen 2001 Junior Scientific Masterclass 2003-2004 Wetenschappelijke stage: “OSAHS bij patiënten die behandeld zijn voor oncologische aandoeningen in het hoofd-halsgebied” 2004 Klinische keuze stage: Tropengeneeskunde te Ghana 2006 Cursussen: Statistiek, SPSS, methodologie, systematische review 2007 Scientific Writing Course, Mimi Zeiger Publicaties: 1. Nesse W, Spijkervet FK, Abbas F & Vissink A.: Links between periodontal disease and general health. 2. Preterm birth, diabetes and autoimmune diseases Ned Tijdschr Tandheelkd. 2006 May;113(5):191-6. Review. Dutch. PMID: 16729564 [PubMed - indexed for MEDLINE] 2. Nesse W, Spijkervet FK, Abbas F & Vissink A.: Links between periodontal disease and general health. 1. Pneumonia and cardiovascular disease Ned Tijdschr Tandheelkd. 2006 May;113(5):186-90. Review. Dutch. PMID: 16729563 [PubMed - indexed for MEDLINE] 3. Nesse W, Hoekema A, Stegenga B, van der Hoeven JH, de Bont LG & Roodenburg JL: Prevalence of obstructive sleep apnoea following head and neck cancer treatment: a cross-sectional study. Oral Oncol. 2006 Jan;42(1):108-14. Epub 2005 Sep 8. PMID: 16150632 [PubMed - indexed for MEDLINE]
16