GBtrain Handleiding, 15‐08‐2015
Treinen bedienen met meerdere gebruikers leuk en eenvoudig voor je gemaakt!
GBtrain
Pagina 2 van 76
GBtrain
Inhoudsopgave 1.
Algemeen ......................................................................................................................................... 5
2.
Installatie ......................................................................................................................................... 6
3.
Eerste start ...................................................................................................................................... 7
4.
Licentie Host aanvragen .................................................................................................................. 8
5.
Host programma ............................................................................................................................. 9
6.
Cliënt programma's ....................................................................................................................... 13
6.1.
Control ....................................................................................................................................... 13
6.2.
Switch ........................................................................................................................................ 18
6.3.
Infopoint .................................................................................................................................... 24
6.4.
Omatic ....................................................................................................................................... 26
6.5.
Clock .......................................................................................................................................... 48
6.6.
Feedback ................................................................................................................................... 49
7.
GBtrainEditor ................................................................................................................................. 50
7.1
Tabblad Control ......................................................................................................................... 50
7.1.1
Tabblad Instellingen .............................................................................................................. 50
7.1.2
Tabblad Vormgeving .............................................................................................................. 52
7.2
Tabblad Switch .......................................................................................................................... 53
7.2.1
Tabblad Accessoires .............................................................................................................. 54
7.2.2
Tabblad Groepen ................................................................................................................... 55
7.2.3
Tabblad Sporen ...................................................................................................................... 55
7.2.4
Tabblad Leds .......................................................................................................................... 56
7.3
Tabblad Omatic ......................................................................................................................... 57
8.
GBtrain inrichten ........................................................................................................................... 59
9.
Cliënt programma's standalone .................................................................................................... 61
10.
Known issues ............................................................................................................................. 62
11.
Toekomstige ontwikkelingen .................................................................................................... 63
12.
Bugfixes ..................................................................................................................................... 63
13.
Ondersteuning ........................................................................................................................... 63
Pagina 3 van 76
GBtrain
14.
Applicaties van derden .............................................................................................................. 64
14.1
BTCS van Lammert Boerman ..................................................................................................... 64
14.2
JPtrain van Johan van Putten .................................................................................................... 65
15.
Protocol GBtrain ........................................................................................................................ 66
16.
Tips ter verbetering van het draadloze netwerk ....................................................................... 72
Pagina 4 van 76
GBtrain
1. Algemeen Dank voor je interesse om gebruik te maken van GBtrain. Dit programma wat is ontstaan uit een hobbymatige behoefte heeft tot primair doel om meerdere gebruikers op een relatief eenvoudige manier met elkaar te laten trein rijden. Dit gebeurt middels een PC/laptop/tablet (Android) of een ander dergelijk apparaat die met elkaar verbinding maken middels een draadloos en/of bekabeld netwerk. De aanleiding tot de ontwikkeling van dit programma ligt in het feit dat er door diverse fabrikanten verschillende soorten digitale centrales en randapparatuur zijn ontwikkeld welke nauwelijks met elkaar te combineren zijn. Dit resulteerde erin dat het opzetten van een grote modelspoorbaan zonder de investering in extra randapparatuur (bv. rijregelaars) door de gebruikers haast onmogelijk is. Door gebruik te maken van een stuk software waarmee meerdere gebruikers op een goedkope manier met elkaar kunnen 'treinen' word dit probleem opgelost. Het bezit van een PC/laptop/tablet (Android) is hier natuurlijk wel een vereiste echter mag dit tegenwoordig wel als gemeengoed beschouwd worden. GBtrain is geen modelspoorbaan automatiseringsprogramma zoals de meeste andere programma's met besturing wel zijn opgezet. Met GBtrain is het wel mogelijk om je modelspoorbaan te automatiseren, dit gebeurt middels scripting, maar het is niet het primaire doel van het programma. Met GBtrain is het mogelijk te koppelen aan diverse merken centrales. De communicatie tussen de software en de centrale gebeurd door middel van een protocol. De volgende protocollen worden ondersteund: ‐P50Xa o.a. Uhlenbrock Intellibox I ‐P50Xb o.a. Uhlenbrock Intellibox I, Tams Easy Control ‐Massoth Dimax ‐Raptor ‐Loconet o.a. Uhlenbrock Intellibox I & II, IB Basic, IB COM, Digitrax Er word aan het software pakket gewerkt om toekomstig ook het ExpressNet en Zimo protocol te ondersteunen. Voor het gebruik van de GBtrainHost is een licentie noodzakelijk, de vergoeding hiervoor is eenmalig en moet gezien worden als aanmoediging om door te gaan met de ontwikkeling van dit systeem. De Host is de schakel tussen de centrale en de overige applicaties (o.a. GBtrainControl, GBtrainSwitch, GBtrainInfopoint, GBtrainClock en GBtrainOmatic) die wel gratis zijn. De licentie prijs van GBtrainHost bedraagt € 39,00 , vastgesteld op d.d. 11 november 2013.
Pagina 5 van 76
GBtrain
2. Installatie Na het downloaden van GBtrainSetup.msi dubbelklik je op dit bestand en wordt de installatie gestart.
Openingsvenster van het installatieproces
GBtrain maakt gebruik van het Microsoft .NET framework versie 3.5. Wanneer die nog niet op je computer geïnstalleerd staat wordt dit eerst gedownload en geïnstalleerd alvorens GBtrain geïnstalleerd wordt. Doorloop het installatie proces door, waar nodig, op 'Volgende'/'Ok' te klikken totdat de installatie voltooid is. Na de installatie kan je in de map waarin GBtrain geïnstalleerd staat, diverse toevoegingen plaatsen. Deze toevoegingen vind je terug op de service pagina. In de volgende hoofdstukken vind je ook aanwijzingen naar deze toevoegingen.
Pagina 6 van 76
GBtrain
3. Eerste start Na de installatie kan je het programma GBtrain starten. GBtrain is een container waarin de diverse applicaties gestart en gebruikt kunnen worden.
Openingssituatie GBtrain zolang de configuratie niet aangepast is
Bij de eerste start, wanneer er nog niets is ingesteld, zal het programma met enkel de Host starten. Je dient zelf, zoals beschreven staat in hoofdstuk 8, naar eigen inzicht GBtrain met de diverse applicaties in te richten. Hierna is het mogelijk om met één druk op de knop alles, zoals geconfigureerd te starten. Als je GBtrain gebruikt zonder dat je gebruik maakt van het Host programma kan je hoofdstukken 4 en 5 overslaan. Wanneer je GBtrain in combinatie met een centrale gebruikt dien je eerst een licentie vrijgave aan te vragen zoals in het volgende hoofdstuk beschreven wordt. Zolang er geen licentie vrijgave aanwezig is kan je geen gebruik van de Host maken. Met de cliënt programma's daarentegen kan je wel connectie maken met een Host op een andere PC dat wel over een licentie vrijgave beschikt.
Pagina 7 van 76
GBtrain
4. Licentie Host aanvragen Met het starten van GBtrain, start het programma op, zolang er niets anders is geconfigureerd, met de Host. Het Host programma is de softwarematige connectie met de centrale en kan daardoor maar één maal in GBtrain gestart worden, cliënt programma's kunnen meerdere malen gestart worden. De Host start zonder licentie vrijgave standaard op met het tabblad 'Licentie', dit is gedaan omdat het Host programma met een licentie controle beveiligd is. Om het Host programma te kunnen gebruiken dien je de gewenste gegevens in tabblad 'Licentie' in te vullen, de licentie aanvraag aan te maken en de instructie uit te voeren die op het scherm getoond word. Bij rubriek "Software licentie" vul je GBtrn3210 in tenzij anders aan je is doorgegeven. Voor computers die niet met de centrale verbonden worden hoef je geen licentie aan te vragen. Deze computers kan je gebruiken om met meerdere hobbycollega's treinen te besturen. Nadat de licentie vrijgave is ontvangen en geplaatst kan je GBtrain in combinatie met de centrale gebruiken om de treinen en wissels te besturen. Let er hier wel op dat je in tabblad 'Instellingen' nog wel de gebruikte COM poort en dergelijke voor een correct functioneren selecteert. Vervolgens herstart je het programma.
Pagina 8 van 76
GBtrain
5. Host programma De Host stelt de softwarematige verbinding voor tussen de digitale centrale en de computer. Alle communicatie die tussen deze twee apparaten plaats vind word op de computer verwerkt en beheerd door het Host programma. Aan het Host programma kunnen diverse typen programma's, zogenaamde cliënten, meerdere malen aangemeld worden. In het Host programma worden diverse zaken zoals de COM poort verbinding ingesteld. Tevens is het mogelijk om het data verkeer in een overzicht terug te zien alsmede de aparte S88 terugmeld bus van de firma Littfinski, het netwerk overzicht, de diagnose van aangemelde cliënten en adressen en tevens de licentie gegevens. Tabblad 'Instellingen' De gegevens die vastgelegd dienen te worden voor de communicatie tussen de PC en de centrale vind je terug in tabblad instellingen, tevens kan je de gewenste taal selecteren en de afbeelding kiezen welke dient als achtergrond bij de host om deze zo een 'look and feel' te geven van de door jou gebruikte centrale.
Bijvoorbeeld geconfigureerd om met de Intellibox te gebruiken …
Pagina 9 van 76
GBtrain
… met de Dimax
Tabblad 'Data IO' In dit overzicht zie je de begrepen communicatie terug welke er plaats vindt tussen de PC en centrale en vice versa. Het meest recent gestuurde commando zie je in de bovenste regel terug. Er worden tien regels met informatie getoond. Tevens kan je indien je het gebruikte protocol begrijpt, aan de centrale een opdracht sturen, deze optie is enkel interessant voor ontwikkelaars.
Host zonder connectie met centrale, met een aangemelde cliënt waarop Locomotief adres 412 aangemeld staat en het licht is geactiveerd en snelheid 10 heeft gekregen. Pagina 10 van 76
GBtrain
Tabblad 'HSI88' De HSI88 is een aparte interface voor de S88 terugmeld bus. De firma Littfinski heeft vanwege de langzame manier van het opvragen van de status van de terugmelders in de Uhlenbrock Intellibox, een apart apparaat met bijbehorende interface ontwikkeld. Hiermee wordt automatisch, indien er een contact gemaakt word, dit gemeld aan de PC in plaats dat de PC zeer frequent moet opvragen wat de statussen van de contacten zijn. Voor deze interface dienen de COM poort gegevens en dergelijke ingevuld te worden en per ingang hoeveel terugmeld modules er aangesloten zijn. In het overzicht worden de gemaakte contacten getoond.
HSI88 interface waarop op de linker als de midden aansluiting één terugmelder is aangesloten. Vanwege het niet aangesloten zijn van een kabel is er geen COM poort geselecteerd
Pagina 11 van 76
GBtrain
Tabblad 'Netwerk' Hierin zie je de verbruikte hoeveelheid cliënten en wie de gebruiker op basis van een IP‐adres van een cliënt programma is. Tevens is het mogelijk meldingen aan deze cliënten te versturen.
Netwerk overzicht waarop in dit voorbeeld één cliënt op dezelfde PC staat aangemeld Tabblad 'Diagnose' In dit tabblad kan je met een druk op de knop de diagnose opvragen. Dit overzicht is niet anders dan een status overzicht van de diverse collecties van typen cliënten. Wanneer alles goed functioneert zie je in het overzicht bij de aangemelde cliënten en adressen de aantallen terug. Na het afmelden van adressen en cliënten dient het overzicht bij alle typen het aantal 0 te laten zien. Tabblad 'Licentie' Zie hoofdstuk 4.
Pagina 12 van 76
GBtrain
6. Cliënt programma's Naast het eenmalig op te starten Host programma kan je als gebruiker op een of/en meerdere pc's momenteel maximaal 256 cliënt programma's opstarten. Deze cliënt programma's zijn meerdere malen te starten en onderscheiden zich in diverse typen, ieder type programma dient zijn eigen doel. Er zijn de volgende diverse typen; rijregelaar, schakelbord, informatiepunt, klok, automatisering en terugmeldingen testen. In de volgende sub hoofdstukken word er per type dieper op de werkwijze ingegaan. Het starten van een cliënt in GBtrain gebeurd door op het GB icoon linksboven in het venster te klikken en dan vervolgens het gewenste type programma te starten. Druk hierna op ‘Enter’ om je aan te melden.
6.1. Control De GBtrainControl applicatie stelt de rijregelaar voor. Met deze Control kan je treinen laten rijden en functies aanroepen. Tevens wordt er aangeven wat de toestand is van de locomotief indien een andere gebruiker de toestand veranderd (bv. functie aanroep of snelheidsverandering).
Standaard Control
Pagina 13 van 76
GBtrain
STOP en Start De meest belangrijke functie op de Control is de ‘STOP’ (en ‘Start’) toets. De stophandeling werkt in twee stappen. De eerste maal dat je hem aanroept blijft de spanning op de baan maar van alle aanwezige adressen in de Host word de snelheid op 'stop' gezet, de rode led gaat branden. Snelheid 1 is in de Intellibox de (nood)stop voor rijdecoders. Stilzetten (afremmen) is snelheid 0. Bij de tweede maal dat je ‘STOP’ aanroept gaat de spanning van de baan. Bij ‘Start’ word de normale bedrijfstoestand aangenomen en indien de spanning van de baan is dan wordt deze hersteld. De groene led gaat branden. Alle rijdecoders die via de Host beheerd worden hebben snelheid 1. Adres invoeren Het invoeren van het adres begint met het aanklikken van de ‘Lok#’ toets. In het display verschijnt ‘.....’. Door de functie toetsen als numerieke invoer te gebruiken kan je een adres invoeren. Met de ‘Enter’ knop in het venster kan je het ingevoerde adres bevestigen. Na bevestiging word het adres bekend gemaakt aan de Host en krijgt de Control informatie van de Host retour over de toestand van het adres. Display In het display is het mogelijk om een afbeelding te tonen van de opgeroepen locomotief, tevens word de numerieke invoer getoond wanneer er handmatig een adres word ingegeven. Indien er een locomotief is geselecteerd kan je op het display dubbelklikken om de locomotief van een naam en/of een afbeelding te voorzien.
Invoeren van een adres
Adres verwijderen Het verwijderen van een ingevoerd adres gebeurd met het indrukken van de ‘Lok#’ toets gevolgd door de ‘Wis’ toets. Het display krijgt vervolgens de standaard weergave. Pagina 14 van 76
GBtrain
Nieuwe adressen invoeren Wanneer er eenmaal een adres ingevoerd is en je wilt een ander adres aanroepen hoef je niet eerst het getoonde adres te verwijderen. Het volstaat om op de ‘Lok#’ toets te drukken en een nieuw adres in te voeren en te bevestigen. De Control houd op deze manier alle ingevoerde adressen vast in het geheugen. Functies Met de functie toetsen kan je standaard 32 functies aanroepen (f1 t/m f32). Geactiveerd gaat de gele led branden. De Control kan geen rekening houden met mono‐ of bistabiele functies. Bij een monostabiele functie dien je eerst de functie uit te zetten. Voorspan invoeren De Control is ook uitgevoerd met de optie om een voorspan adres in te voeren. Het invoeren van het voorspan adres gebeurd als volgt: • Er moet een decoder adres ingevoerd zijn (waaraan een ander adres gekoppeld gaat worden) • Druk op de ‘Lok#’ toets • Druk op “Shift” + “n” op het toetsenbord • Geef het voorspan adres in • Druk op de ‘Enter’ toets (knop in venster) Het oorspronkelijke adres word nu nog steeds getoond echter word er nu een ‘+’ getoond voor het adres. Op deze manier kan je ook aan het voorspan adres wederom een voorspan adres koppelen. Let op, dat de gekoppelde locomotieven hetzelfde rijgedrag vertonen bij het rijden. Verschillend rijgedrag kan voor elektrische en/of mechanische schade/defecten zorgen.
Locomotief met adres 5901 heeft een voorspan adres aangeduid met een ‘+’
Pagina 15 van 76
GBtrain
Voorspan verwijderen Het verwijderen van het voorspan adres gaat als volgt: • Roep het adres op waaraan het te verwijderen voorspan adres is gekoppeld • Druk op de ‘Lok#’ toets • Druk op “Shift” + “v” op het toetsenbord • Geef het voorspan adres in • Druk op de ‘Enter’ toets (knop in venster) Het display toont nu het oorspronkelijke adres zonder de ‘+’. Het voorspan adres is verwijderd. Sneltoetsen Wanneer het venster geselecteerd is kan je ook met het toetsenbord de Control bedienen: Sneltoets Betekenis l Lok# g Start (go) s STOP f/o/0 licht aan/uit (cijfer 0) c wis (clear) e enter 1‐8 functieknoppen 1 tot en met 8 aan/uit (cijfers 1 – 8) d Volgend functiebereik (down) u Vorig functiebereik (up) v snelheid verminderen met 1 vv snelheid verminderen met 10 (2x snel een v) b rijrichting veranderen n snelheid verhogen met 1 nn snelheid verhogen met 10 (2x snel een n) Programma afsluiten Wanneer je het programma afsluit worden de aanwezige aangemelde adressen bij de Host afgemeld. Nadat dit gebeurd is sluit het venster zich. Locomotieven configureren Met de Editor is het zowel mogelijk het grafische oppervlak als de inhoud van de keuzelijst van de Control in te richten. Zie hiervoor hoofdstuk 7.1.
Pagina 16 van 76
GBtrain
Voorbeelden van aangepaste oppervlakken:
Control met het uiterlijk van een Navigator Control met het uiterlijk van een Raptor
Pagina 17 van 76
GBtrain
6.2. Switch De GBtrainSwitch applicatie stelt het schakelbord voor. Met de Switch kan je wissels, wisselstraten, seinen (accessoires) en sporen schakelen. Tevens wordt aangegeven wat de stand is van deze accessoires indien een andere gebruiker de toestand veranderd (bv. wissel omzetten of indien er een spoor word geactiveerd of gedeactiveerd).
Switch bij openen
Bestaande ontwerpen De Switch is niets anders dan een schakelbord maar dan op je PC. Nadat je aangemeld bent open je een bestand. Klik op ‘Bestand’, er word gevraagd naar een ini‐bestand. De ini‐bestanden bevatten configuraties voor baanontwerpen. Er zijn op de website diverse voorbeelden te downloaden. Nadat je het gewenste bestand hebt geselecteerd klik je op ‘Openen’. Vervolgens word het ontwerp getoond. Aansluitend worden er gegevens ingelezen en word er gecommuniceerd met de Host wat de status is van de accessoires en sporen. Als voorbeeld staat hieronder een eenvoudig pendelspoor weergegeven.
Switch met pendelspoor met een seinpaal Pagina 18 van 76
GBtrain
Rechts naast de knop om ontwerpen te openen is er een selectie optie om een keuze te maken om welk ontwerp onderdeel je wil zien. Het is mogelijk een keuze te maken uit één of meerdere mogelijkheden. Vervolgens de ‘Bewerk’ knop, met deze knop kan je het ini‐bestand openen in een eenvoudige tekstverwerker (Kladblok/Notepad). Naast de ‘Bewerk knop zijn er twee aanvink opties, de eerste gaat om het wel/niet tonen van posities van de treinen. Deze functionaliteit is enkel werkzaam indien er automatisch gereden word. De tweede aanvink optie is er om scroll balken te tonen. Met deze scroll balken kan je de afbeelding verschuiven. Als laatste worden de coördinaten van de muisaanwijzer getoond op de afbeelding. Ook word hier de status van de accessoires en sporen getoond indien je binnen een daarvoor gedefinieerd vlak bevind. Het venster is met de muis in grootte aan te passen. De afbeelding blijft zelf altijd op dezelfde grootte. Met de muis bedien je de accessoires, wisselstraten en sporen in de afbeelding. Stop en Go De Switch is uitgevoerd met de sneltoetsen ‘s’ (stop) en ‘g’ (go). De stop handeling werkt in twee stappen. De eerste maal dat je hem aanroept blijft de spanning op de baan maar van alle aanwezige locomotief adressen in de Host word de snelheid op 1 gezet. Snelheid 1 is in de Intellibox de (nood)stop voor rijdecoders. Stilzetten (afremmen) is snelheid 0. Bij de tweede maal dat je ‘Stop’ aanroept gaat de spanning van de baan. Na het indrukken van de ‘g’ toets word de normale bedrijfstoestand aangenomen indien de spanning van de baan is dan word deze hersteld. Alle rijdecoders die via de Host beheerd worden hebben snelheid 1. Ontwerp maken Het ini‐bestand waarmee je het schakelbord inleest is niets anders als een tekstbestand wat gestructureerd is opgebouwd en informatie bevat om je baanontwerp in de Switch te tonen. Het maken van een ontwerp kan op twee manieren gedaan worden. Deze aanmaken met behulp van de Editor of deze zelf aanmaken door gebruik te maken van een eenvoudige tekstverwerker. De uitleg hoe de Editor werkt vind je in hoofdstuk 7. Om deze zelf aan te maken en te begrijpen wat de codes voorstellen staat hieronder de uitleg hoe dit te doen. • Open het programma ‘Notepad’/’Kladblok’ (of een andere eenvoudige tekstverwerker) • Sla het bestand op als een tekstbestand en geef het bestand de extensie ‘ini’ in plaats van 'txt' • Als eerste begin je met het aangeven welke keuzes er zijn in de keuzelijst [STATIONS] 1 = Totaal 2 = Wissels Deze keuzes geef je aan onder kop ‘[STATIONS]’. Iedere keuze krijgt een oplopend nummer beginnend bij 1. Bij het openen van een bestand word standaard de eerste keuze ingelezen. In het bovengenoemde voorbeeld zijn er twee keuzes aangemaakt, de eerste gaat het ontwerp bevatten van het pendelspoor en heet ‘Totaal’. De tweede word een universeel te gebruiken ‘wisselschakelkast’. Pagina 19 van 76
GBtrain
[Totaal] IMAGE = GB-OntwV1.bmp ACC-1-ADDRESS = 77 ACC-1-ONGREEN = Groen ACC-1-ONRED = Rood ACC-1-X1 = 221 ACC-1-Y1 = 144 ACC-1-X2 = 261 ACC-1-Y2 = 175 Het pendelspoor ontwerp bevat één accessoire, een seinpaal. Bij het openen van het ini‐bestand word de eerste keuze geopend in dit geval ‘Totaal’. In het ini‐bestand maak je om de gegevens van ‘Totaal’ te kunnen noteren een aanroep “[Totaal]”. In de volgende regels noteer je de gegevens die in deze keuze worden getoond. Als eerste begin je met het aangeven van de afbeelding die getoond moet worden. Indien het bestand in dezelfde map opgeslagen is als het ini‐bestand volstaat het invoeren van de bestandsnaam en de extensie. Extensies van het type ‘png’, ‘bmp’, ‘gif’ en ‘jpg’ zijn toegestaan. Als het bestand in een andere map opgeslagen staat noteer je voor de bestandsnaam het complete pad (bv. C:\temp\ontwerp.gif). Vervolgens geef je de parameters aan voor de accessoires. De Switch moet deze weten voordat je bv. een wissel kan schakelen. Ten eerste het adres dit geef je aan met de aanroep ‘ACC‐1‐ADDRESS’. De aanroep is als volgt opgebouwd: ACC accessoire 1 oplopend nummer van de accessoire in deze reeks beginnend met 1 ADDRESS aangeven van het adres Na de ‘=’ geef je het accessoire adres aan. De tekst die op de Switch getoond wordt als je over de accessoire beweegt geef je aan met ‘ACC‐1‐ONGREEN’ en ‘ACC‐1‐ONRED’. Er zijn twee verschillende toestanden (rood en groen / afbuigend en rechtuit). Voor ieder kan je een tekst definiëren. Om te weten dat je de desbetreffende accessoire kan schakelen moet de Switch weten op welke posities binnen de afbeelding de accessoire zich bevind. Deze positie geldt van linksboven (X1 en Y1) naar rechtsonder (X2 en Y2). Deze posities kan je herleiden door het ontwerp te openen in Switch of door het bestand met het programma Paint te openen. Een volgende accessoire definiëren gaat op dezelfde manier echter krijgt deze nu een nieuw opeenvolgend nummer. Het aantal accessoires wat je kan definiëren is vrijwel onbeperkt. Een Accessoire adres kan maar op één locatie binnen de afbeelding gebruikt worden. Het definiëren van hetzelfde adres in een andere keuze is geen probleem.
Pagina 20 van 76
GBtrain
Wisselstraten Binnen de Switch is het ook mogelijk wisselstraten te definiëren. Met een wisselstraat kan je met één klik op de afbeelding een aantal accessoires schakelen. Het opzetten van een wisselstraat gaat als volgt. GRP-1-NAME = OPSTEL GRP-1-ONGREEN = Naar opstel spoor GRP-1-ONRED = Naar opstel spoor GRP-1-X1 = 500 GRP-1-Y1 = 72 GRP-1-X2 = 562 GRP-1-Y2 = 83 GRP-1-ACC-1 = 78 GRP-1-GRN-1 = 1 GRP-1-RED-1 = 1 GRP-1-DEL-1 = 0,5 GRP-1-ACC-2 = 79 GRP-1-GRN-2 = 0 GRP-1-RED-2 = 0 GRP-1-DEL-2 = 0,5 In plaats van een adres geef je hier een naam aan de wisselstraat. Net als bij de accessoires worden de teksten en posities aangegeven. Aanvullend worden de accessoires aangegeven welke geschakeld worden. Hierin is het mogelijk om voor twee statussen (groen en rood) verschillende schakel richtingen op te geven. Tevens is het mogelijk een pauze moment in te stellen zodat de accessoires niet direct na elkaar schakelen, deze tijd geef je aan met de ‘DEL’ opdrachtregel en is in secondes. In het voorbeeld word de route naar een opstelspoor ingesteld. Voor beide statussen word dezelfde actie uitgevoerd. De wissel met het adres 78 schakelt rechtuit en na een halve seconde word de wissel met het adres 79 op afbuigend gezet. Ten bate van automatiseren Rijwegen inactief / actief maken Wanneer je automatisch rijdt met de Omatic applicatie kan je de gedefinieerde rijwegen inactief of actief zetten middels het klikken op een bepaald spoor. Op deze wijze kan je een bepaald spoor op een station in of buiten bedrijf nemen, andere mogelijkheden zijn hier natuurlijk ook te bedenken. TRK-1 = Bergun1 TRK-1-DEA = Bergun spoor 1 inactief TRK-1-ACT = Bergun spoor 1 actief TRK-1-X1 = 501 TRK-1-Y1 = 11 TRK-1-X2 = 566 TRK-1-Y2 = 25 TRK-1-RTE-1 = FL1_F-B_BG1 TRK-1-RTE-2 = FL2_F-B_BG1 TRK-1-RTE-3 = PD1_B-P_BG1 TRK-1-RTE-4 = PD2_B-P_BG1 TRK-2 = Bergun2 ... Pagina 21 van 76
GBtrain
Led‐dots Wanneer je automatisch rijdt is het mogelijk om aan te geven dat er een contact is gemaakt. Hiervoor kan je een led‐dot reeks per contact definiëren. Bij het maken van het contact gaan dan een of meerdere led‐dots knipperen. In het script met de rijwegen geef je aan wanneer de led‐dot reeks weer inactief word. Tevens is het mogelijk om het adres van de locomotief van de trein weer te geven door het in te voeren van de linker bovenhoek waar de tekst afgebeeld moet worden. LED-COLOR = 255 LED-RADIUS = 3 LED-1 = 41 LED-1-TXT-X = 275 LED-1-TXT-Y = 4 LED-1-1-X = 275 LED-1-1-Y = 18 LED-1-2-X = 285 LED-1-2-Y = 18 LED-1-3-X = 295 LED-1-3-Y = 18 LED-1-4-X = 305 LED-1-4-Y = 18 LED-1-5-X = 315 LED-1-5-Y = 18 LED-2 = 42 ... Programma afsluiten Wanneer je het programma afsluit worden de aanwezige aangemelde adressen, sporen en leds bij de Host afgemeld. Nadat dit gebeurd is sluit het venster zich.
Pagina 22 van 76
GBtrain
TOEVOEGING: In de switch is het ook mogelijk om de stand van een accessoire en/of spoor aan te geven. Hiervoor kan je een led‐dot definiëren. Bij de accessoires en/of sporen waar je dit wenst dien je vervolgens de positie van deze led‐dot aan te geven. Indien je deze niet definieert (of waardes 0 geeft bij de X en Y positie) dan word er geen led‐dot getoond. Het definiëren van de kenmerken van een led‐dot gebeurt globaal, hier kan je de radius, de kleur bij groen/rechtuit en actief en de kleur bij rood/afbuigend en inactief opgeven. ACC-LED-RADIUS = 3 ACC-LED-ONGREEN = 65280 ACC-LED-ONRED = 255 ACC-1-ADDRESS = 537 ACC-1-ONGREEN = Groen ACC-1-ONRED = Rood ACC-1-X1 = 357 ACC-1-Y1 = 35 ACC-1-X2 = 388 ACC-1-Y2 = 55 ACC-1-LED-X = 373 ACC-1-LED-Y = 49 ACC-2-ADDRESS = 524 ... TRK-LED-RADIUS = 3 TRK-LED-ACT = 65280 TRK-LED-DEA = 255 TRK-1 = Samedan1 TRK-1-DEA = Samedan spoor 1 inactief TRK-1-ACT = Samedan spoor 1 actief TRK-1-X1 = 729 TRK-1-Y1 = 42 TRK-1-X2 = 794 TRK-1-Y2 = 56 TRK-1-LED-X = 763 TRK-1-LED-Y = 49 TRK-1-RTE-1 = PD1_P-S_SA1 TRK-1-RTE-2 = PD2_P-S_SA1 TRK-1-RTE-3 = FL1_S-F_SA1 TRK-1-RTE-4 = FL2_S-F_SA1 TRK-1-RTE-5 = SA1_S-F_SA1 TRK-1-RTE-6 = SA2_S-F_SA1 TRK-2 = Samedan2 ...
Pagina 23 van 76
GBtrain
6.3. Infopoint Bij modelspoorbanen met een groot baanoppervlak en diverse stations wil het communiceren onderling nog wel eens moeilijk verlopen. De gebruikers weten niet welke adressen er op de baan staan en wat een adres voorstelt tevens wil het nog wel eens gebeuren dat er luid gesproken moet worden om elkaar iets te vragen of duidelijk te maken. Om deze problemen op te lossen is deze applicatie ontwikkeld waarmee het in één oog opslag duidelijk word welke adressen op de baan aanwezig zijn en wat het adres voorstelt. Verder is de applicatie voorzien van een chat module waarmee de, nadat je middels een chat naam hebt aangemeld, met iemand anders of iedereen kan communiceren.
Infopoint bij openen Menu In het menu zijn een aantal opties opgenomen. De optie ‘Verbinding’ is er om verbinding te maken met de Host. De keuze optie ‘Gegevens’ bevat meerdere opties: • Inlezen • Opslaan • Verberg 0 snelheden (standaard aan) Met inlezen kan je de adressen die in het bovenste overzicht getoond worden aanvullen met informatie over de “Eigenaar”, “Nummer” en “Naam” van de rijdecoder. Met opslaan worden deze gegevens opgeslagen in het door je aangegeven bestand. De keuze ‘Verberg 0 snelheden’ is er om enkel de rijdende rijadressen in het overzicht te zien, d.w.z. de rijdecoders die een snelheid hebben groter als 0. Op deze manier is het eenvoudiger te herleiden welke (vreemde) locomotief je station binnen rijdt. Pagina 24 van 76
GBtrain
In het bovenste overzicht worden de bij de Host aangemelde rijdecoders getoond. De actuele status word weergegeven indien er een status verandering is of als er een rijdecoder word aangemeld of afgemeld dan wordt dit direct weergegeven. In het overzicht is het mogelijk in de rubrieken “Eigenaar”, “Nummer” en “Naam” informatie in te voeren. Selecteer de cel die je wil aanpassen en voer de gewenste omschrijving in. Bij het verlaten van de cel wordt je aanpassing globaal doorgevoerd.
Na aanmelden bij de Host en invoer van je chat naam
Chat In de chat kan je je zelf aanmelden of afmelden. In de selectie box kan je selecteren aan wie je een bericht wil sturen. Je kan ook een bericht aan iedereen sturen. Met ‘Opschonen’ kan je de tekstregels met binnengekomen berichten wissen. Aanvullend zijn er een aantal aanvink opties om de notatie van de binnenkomende berichten aan te passen. Met de laatste aanvink optie kan je bij binnenkomende berichten aangeven of er een geluidsbestand afgespeeld moet worden. Dit geluidsbestand van het type ‘wav’ kan je zelf uitkiezen. Plaats het bestand in de map waarin GBtrainInfopoint.exe is opgeslagen en hernoem het wav‐bestand in “GBtrainInfopoint.wav”. In de eerste tekstregel voer je het bericht voor de ontvanger in en verzend het bericht met ‘Enter’. In het tweede tekstvak worden de aan jou geadresseerde berichten getoond. De groottes van beide overzichten is proportioneel van elkaar, dit wil zeggen dat als je het venster van GBtrainInfopoint groter maakt dat de beide overzichten ieder 50% daarvan groter worden. De verhouding van beide groottes kan je aanpassen door de donkergrijze balk tussen beide overzichten vertikaal te verschuiven.
Pagina 25 van 76
GBtrain
6.4. Omatic GBtrainOmatic is de cliënt om treinen automatisch te laten rijden op de modelspoorbaan. Zoals al reeds eerder in deze handleiding beschreven is GBtrain geen modelspoorbaan automatiseringsprogramma echter biedt het wel mogelijkheden hiervoor. Met Omatic kan je op basis van het maken van scripts rijwegen van A tot en met Z definiëren. Aan de hand van de invoer van een paar voorwaarden kan je de treinbewegingen instellen zonder dat het tot botsingen zal komen.
Omatic na openen
Naast het aanmaken van de rijwegen in een ini‐bestand, dient Omatic te weten welke treinen er op de modelspoorbaan staan en wat hun positie is. De trein word gerepresenteerd door het lokadres. De posities heb je zelf bepaald en zijn overeenkomstig met wat er in de rijwegen gedefinieerd is. Het begint met het aanmaken van een rijweg. Zo'n rijweg is eigenlijk niets anders als een recept in een kookboek. Net zoals een kookboek meerdere recepten bevat, bevat het script meerdere rijwegen. Een rijweg dient uitgewerkt te worden met voorwaarden (de benodigdheden) en scriptregels (de bereidingswijze). Het maken van een ontwerp kan op twee manieren gedaan worden. Deze aanmaken met behulp van de Editor of deze zelf aanmaken door gebruik te maken van een eenvoudige tekstverwerker. De uitleg hoe de Editor werkt vind je in hoofdstuk 7. Om deze zelf aan te maken en te begrijpen wat de codes voorstellen staat hieronder de uitleg hoe dit te doen.
Pagina 26 van 76
GBtrain
De samenstelling van de scripts word net als bij de Switch in een ini‐bestand ingevoerd. In onderstaand voorbeeld zie je het meest eenvoudige script, namelijk het rijden van een rondje met één stopplaats ter hoogte van een reed contact. De uitleg staat eronder. [FEEDBACKS] 1 = 1
[ROUTES] 1
[A_A] POSITION1 POSITION2 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5
= A_A
= = = = = = =
A A LOC-S-60 FDB-1 LOC-S-0 ARR RND
De te automatiseren modelspoorbaan
Onder het deel "[FEEDBACKS]" stel je de aanwezige reedcontacten in. Dit gebeurt in een reeks beginnend met 1 die met iedere regel met 1 oploopt, na het "=" teken geef je aan wat het ID van het contact is. Indien je bijvoorbeeld drie contacten wil gebruiken, bv. de adressen 1, 7 en 12 geef je dit als volgt aan: [FEEDBACKS] 1 = 1 2 = 7 3 = 12 Onder het deel "[ROUTES]" geef je de rijwegen in die gemaakt kunnen worden bij deze geautomatiseerde modelspoorbaan. Wederom is dit een reeks beginnend met 1. De gedeclareerde rijwegen worden in een script uitgewerkt. Als rijweg is "A_A" ingevuld, ofwel het rijden van punt 'A' naar punt 'A' hiervoor maak je de rijweg "[A_A]" aan. Als voorwaarde vertrekt de trein vanaf punt 'A' en komt vervolgens aan op punt 'A', dit wordt aangegeven met respectievelijk "POSITION1" en "POSITION2". Verder zijn er geen voorwaarden ingesteld. Pagina 27 van 76
GBtrain
In de scriptregels wordt het verloop van deze rijweg ingevuld. De trein dient te gaan rijden en nadat het contact is gemaakt dient deze te stoppen, vervolgens is de trein aangekomen op zijn bestemming en mag er een willekeurige rijweg gekozen gaan worden. Dit 'verhaal' word als volgt in scriptregels genoteerd: SCRIPT1 = LOC-S-60 SCRIPT2 = FDB-1 SCRIPT3 = LOC-S-0 SCRIPT4 = ARR SCRIPT5 = RND Op deze wijze wordt de meest eenvoudige vorm van een geautomatiseerde modelspoorbaan gemaakt, echter zal iedere gebruiker logischerwijze een complexere modelspoorbaan willen automatiseren. Op basis van deze rijweg welke een absoluut minimum bevat worden de volgende voorbeelden verder uitgewerkt met in iedere stap een toevoeging om het uiteindelijk tot zijn meest complexe vorm te laten uitgroeien. De techniek om de automatische bewegingen te laten uitvoeren is eigenlijk niet echt gecompliceerd, de hoeveelheid mogelijke rijwegen zal eerder voor complexiteit zorgen. Bedenk goed van te voren wat je precies wilt automatiseren en bouw dit in stappen verder uit. Laten we beginnen met het opnemen van een seinpaal welke aangeeft dat de trein mag gaan rijden of moet stoppen. Deze seinpaal zal enkel een optisch signaal zijn op de baan en doet verder niets.
Modelspoorbaan met een seinpaal met adres 4
Deze seinpaal heeft een adres, bijvoorbeeld adres nummer 4. Dit adres dient in het deel "[ACCESSOIRES]" in een reeks opgenomen te worden. [ACCESSORIES] 1 = 4 De voorwaarden in dit voorbeeld blijven hetzelfde, de wijzigingen worden enkel in het script doorgevoerd.
Pagina 28 van 76
GBtrain
SCRIPT1 = ACC-4-1 SCRIPT2 = DEL-3 SCRIPT3 = LOC-S-60 SCRIPT4 = DEL-5 SCRIPT5 = ACC-4-0 SCRIPT6 = FDB-1 SCRIPT7 = LOC-S-0 SCRIPT8 = ARR SCRIPT9 = RND Het script begint met het op groen zetten van de seinpaal. Een wissel/seinpaal kent maar twee toestanden, rechtuit/groen of afbuigend/rood. Het getal 0 stelt afbuigend/rood voor en het getal 1 stelt rechtuit/groen voor. Na '3' seconden krijgt de trein de snelheid '60'. Na een volgende '5' seconden word de seinpaal weer op rood gezet. Met wissels is het mogelijk keuzes te maken welke richting je binnen de modelspoorbaan op wil gaan. Door twee wissels in het plan op te nemen kan je een inhaalspoor maken, dit inhaalspoor noemen we 'B'. Tevens komt er hier een nieuw contact, bijvoorbeeld 7. De wissels krijgen bijvoorbeeld adressen 21 en 22. Het is tevens mogelijk om wissels van stand te laten wisselen met 'C' in plaats van 0 of 1.
Modelspoorbaan met inhaalspoor en twee contacten [FEEDBACKS] 1 2
= 1 = 7
[ACCESSORIES] 1 = 21 2 = 22 De mogelijkheden gaan er hiermee flink op vooruit, met 1 locomotief op de baan kan je al 4 verschillende rijwegen uitvoeren.
Pagina 29 van 76
GBtrain
[ROUTES] 1 = A_A 2 = A_B 3 = B_B 4 = B_A Voor iedere rijweg word een set met script regels uitgewerkt: [A_A] POSITION1 = A POSITION2 = A SCRIPT1 = ACC-21-0 SCRIPT2 = DEL-0,5 SCRIPT3 = ACC-22-0 SCRIPT4 = DEL-1 SCRIPT5 = LOC-S-60 SCRIPT6 = FDB-1 SCRIPT7 = LOC-S-0 SCRIPT8 = ARR SCRIPT9 = RND
[A_B] POSITION1 POSITION2 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9
= = = = = = = = = = =
A B ACC-21-1 DEL-0,5 ACC-22-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-7 LOC-S-0 ARR RND
[B_B] POSITION1 POSITION2 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9
= = = = = = = = = = =
B B ACC-21-1 DEL-0,5 ACC-22-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-7 LOC-S-0 ARR RND
[B_A] POSITION1 POSITION2 SCRIPT1
= B = A = ACC-21-0 Pagina 30 van 76
GBtrain
SCRIPT2 = DEL-0,5 SCRIPT3 = ACC-22-1 SCRIPT4 = DEL-1 SCRIPT5 = LOC-S-60 SCRIPT6 = FDB-1 SCRIPT7 = LOC-S-0 SCRIPT8 = ARR SCRIPT9 = RND De trein kan inmiddels van spoor wisselen maar echt interessant is dit nog niet, er mist minimaal de afwisseling van een tweede locomotief. Deze spoorbaan kan een tweede locomotief aan, echter betekent dit dan wel twee dingen: • De locomotieven rijden ieder hetzelfde rondje • Wanneer er twee treinen mogen rijden komt het tot een botsing Het eerste punt valt op te lossen door een tweede inhaalspoor op te nemen, spoor "C". Op deze wijze word het nu mogelijk om 9 rijwegen te berijden. Het tweede punt komt omdat beide rijwegen die te berijden zijn ('A_A' en 'B_B') geen gemeenschappelijke positie hebben, de ene word niet geblokkeerd als de andere aan het rijden is. Dit word opgelost met het opnemen van de spoorverbinding tussen 'A'/'B' en 'A'/'B' als een positie, deze noemen we bijvoorbeeld 'SV1'. Dit word dan als volgt genoteerd: [FEEDBACKS] 1 = 1 2 = 7
[ACCESSORIES] 1 2
= 21 = 22
[ROUTES] 1 2 3 4
= = = =
A_A A_B B_B B_A
[A_A] POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9
= = = = = = = = = = = =
A A SV1 ACC-21-0 DEL-0,5 ACC-22-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-1 LOC-S-0 ARR RND Pagina 31 van 76
GBtrain
[A_B] POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9
= = = = = = = = = = = =
A B SV1 ACC-21-1 DEL-0,5 ACC-22-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-7 LOC-S-0 ARR RND
[B_B] POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9
= = = = = = = = = = = =
B B SV1 ACC-21-1 DEL-0,5 ACC-22-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-7 LOC-S-0 ARR RND
[B_A] POSITION1 = B POSITION2 = A POSITION3 = SV1 SCRIPT1 = ACC-21-0 SCRIPT2 = DEL-0,5 SCRIPT3 = ACC-22-1 SCRIPT4 = DEL-1 SCRIPT5 = LOC-S-60 SCRIPT6 = FDB-1 SCRIPT7 = LOC-S-0 SCRIPT8 = ARR SCRIPT9 = RND Dit script kan je opslaan in een ini‐bestand, bijvoorbeeld genaamd "spoorbaan.ini". In Omatic selecteer je dit bestand door in het tekstvak achter "Bestand" te klikken en verschijnt het standaard venster om bestanden te openen.
Pagina 32 van 76
GBtrain
Voorbeeld van vijf ingevoerde treinen waarvan er vijf mogen rijden
Bij "Aantal treinen" stel je het aantal treinen in welke er maximaal mogen rijden. Voordat de trein kan gaan rijden dien je in de onderstaande tabel treinen toe te voegen door adressen en de bijbehorende posities in te vullen. Stel adres 21 staat op positie 'A' en adres 32 staat op positie 'B'. Begin met het toevoegen van een trein door op 'Toevoegen' te klikken er verschijnt een nieuwe regel in het overzicht. In deze regel kan je het adres 21 invoeren en vervolgens vul je in kolom 'Van' 'A' in. Dit zijn de minimale vereisten om een trein in te voeren. Bij het klikken op een andere cel zal de "Invoegen" knop weer geactiveerd worden zodat je het tweede adres kan invoeren. Treinen kan je verwijderen door een regel in de tabel te selecteren en vervolgens op "Verwijderen" te klikken. De "Bewerk" toets opent het ini‐bestand in het kladblok. Klik op "Start" en de modelspoorbaan komt in beweging! De tekstbalk van het ini‐bestand krijgt een groene kleur. In de Omatic kan je ook datgene wat je ontwikkeld hebt testen, dit gebeurd in de zogenaamde simulatie modus. Deze modus kan je niet instellen, dit word bepaald met het al dan wel/niet aangesloten zijn van de Host met een centrale. Indien de Host niet met de centrale verbonden is kan je met Omatic virtueel rijden. Het wachten totdat een bepaald contact gemaakt wordt gezien als een pauze van 5 seconden. Verder zijn er geen verschillen met de live modus.
Pagina 33 van 76
GBtrain
Het stoppen van de rijdende treinen gebeurd door op "Stop" te klikken. De tekstbalk krijgt zolang er nog treinen onderweg zijn een gele kleur. Nadat de laatste trein zijn route heeft voltooid word de balk weer wit. Bij een fout zal deze balk rood kleuren. Controleer dan je script. Bij het afsluiten van Omatic worden ingevoerde treinen opgeslagen, bij openen van Omatic zal er gevraagd worden of de opgeslagen gegevens ingelezen mogen worden. Met dit eerste ini‐bestand is de basis gezet om verder te gaan. In de volgende onderdelen worden de overige mogelijkheden voorgesteld. Commentaar opnemen Aangezien het maken van een script nogal met behulp van codes gebeurd is het soms niet 1, 2, 3 duidelijk waarom je deze handeling hebt ingevoerd. In het ini‐bestand kan je commentaar regels toevoegen om notities op te nemen. Een commentaar regel word voorafgegaan door een '#' teken en kan op iedere regel in het script voorkomen. Commentaar plaatsen achter commando regels is niet mogelijk. Hieronder een overdreven voorbeeld: #Dit is commentaar [A_B] #Dit is commentaar POSITION1 = A POSITION2 = B POSITION3 = SV1 #Dit is commentaar SCRIPT1 = ACC-21-1 SCRIPT2 = DEL-0,5 SCRIPT3 = ACC-22-0 SCRIPT4 = DEL-1 SCRIPT5 = LOC-S-60 #Dit is commentaar SCRIPT6 = FDB-7 SCRIPT7 = LOC-S-0 SCRIPT8 = ARR SCRIPT9 = RND Andere rijwegen kiezen De reeks script regels wordt afgesloten met de volgende te kiezen rijweg, er zijn een aantal verschillende operatoren om een andere rijweg te kiezen. Er zijn de volgende keuzes: RND Random Een willekeurige volgende rijweg uit de reeks FST First De eerste rijweg uit de reeks LST Last De laatste rijweg uit de reeks PRV Previous Rijweg 1 positie lager uit de reeks NXT Next Rijweg 1 positie hoger in de reeks ###-X Vastgelegde positie uit de reeks welke gebruikt moet gaan worden X is een getal uit de reeks @@@-X Idem, echter indien het de eerste maal niet lukt een route te vinden word de status omgezet in RND Pagina 34 van 76
GBtrain
Let er bij het gebruik van deze operatoren wel op dat de route die je aangeeft een mogelijke route voor deze trein moet zijn. Indien dit niet het geval is kan de trein geen route bepalen. Dit geldt in mindere mate voor de operatoren ‘RND’ en ‘@@@‐1’. Tweerichtingsverkeer In het eerder beschreven voorbeeld werd er vanuit gegaan dat de twee locomotieven in dezelfde richting reden. Al is het ook mogelijk vanwege de simpele situatie om ze ieder in een andere richting te laten rijden. Deze mogelijkheid gaat niet meer op als de andere zijde van de modelspoorbaan ook een inhaalspoor word aangelegd. Naast meer contacten, wissels en rijwegen komt er ook een spoorverbinding bij alsmede twee posities. Wanneer er in dit voorbeeld twee locomotieven in tegengestelde richting opgesteld zijn dient Omatic wel te weten via welke spoorverbinding het andere station bereikt word. Wanneer deze route voltooid is, dan zal via de andere spoorverbinding weer het eerste station bereikt worden, hierdoor dient de bestemming aangepast te worden voordat de trein het 'ARR' commando krijgt.
Plan waarmee twee treinen tegelijkertijd kunnen rijden Het script komt er als volgt uit te zien: #De te gebruiken terugmeld contacten. [FEEDBACKS] 1 = 1 2 = 7 3 = 10 4 = 17
#De te gebruiken [ACCESSORIES] 1 = 2 = 3 = 4 =
wissels. 21 22 41 42
Pagina 35 van 76
GBtrain
#De rijwegen. [ROUTES] 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
= = = = = = = = = = = = = = = =
MB1_SV1_SW1 MB1_SV1_SW2 MB2_SV1_SW1 MB2_SV1_SW2 MB1_SV2_SW1 MB1_SV2_SW2 MB2_SV2_SW1 MB2_SV2_SW2 SW1_SV1_MB1 SW1_SV1_MB2 SW2_SV1_MB1 SW2_SV1_MB2 SW1_SV2_MB1 SW1_SV2_MB2 SW2_SV2_MB1 SW2_SV2_MB2
#De scripts #1 [MB1_SV1_SW1] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV1 MB1 SW1 SV1 ACC-21-0 DEL-0,5 ACC-41-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-10 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND
#2 [MB1_SV1_SW2] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV1 MB1 SW2 SV1 ACC-21-0 DEL-0,5 ACC-41-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-17 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND Pagina 36 van 76
GBtrain
#3 [MB2_SV1_SW1] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV1 MB2 SW1 SV1 ACC-21-1 DEL-0,5 ACC-41-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-10 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND
#4 [MB2_SV1_SW2] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV1 MB2 SW2 SV1 ACC-21-1 DEL-0,5 ACC-41-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-17 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND
#5 [MB1_SV2_SW1] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV2 MB1 SW1 SV2 ACC-22-0 DEL-0,5 ACC-42-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-10 LOC-S-0 DES-SV1 ARR RND
#6 Pagina 37 van 76
GBtrain
[MB1_SV2_SW2] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV2 MB1 SW2 SV2 ACC-22-0 DEL-0,5 ACC-42-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-17 LOC-S-0 DES-SV1 ARR RND
#7 [MB2_SV2_SW1] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV2 MB2 SW1 SV2 ACC-22-1 DEL-0,5 ACC-42-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-10 LOC-S-0 DES-SV1 ARR RND
#8 [MB2_SV2_SW2] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV2 MB2 SW2 SV2 ACC-22-1 DEL-0,5 ACC-42-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-17 LOC-S-0 DES-SV1 ARR RND
#9 [SW1_SV1_MB1] DIRECTION
= SV1 Pagina 38 van 76
GBtrain
POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = =
SW1 MB1 SV1 ACC-41-0 DEL-0,5 ACC-21-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-1 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND
#10 [SW1_SV1_MB2] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV1 SW1 MB2 SV1 ACC-41-0 DEL-0,5 ACC-21-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-7 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND
#11 [SW2_SV1_MB1] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV1 SW2 MB1 SV1 ACC-41-1 DEL-0,5 ACC-21-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-1 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND
#12 [SW2_SV1_MB2] DIRECTION POSITION1 POSITION2
= SV1 = SW2 = MB2 Pagina 39 van 76
GBtrain
POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = =
SV1 ACC-41-1 DEL-0,5 ACC-21-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-7 LOC-S-0 DES-SV2 ARR RND
#13 [SW1_SV2_MB1] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV2 SW1 MB1 SV2 ACC-42-0 DEL-0,5 ACC-22-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-1 LOC-S-0 DES-SV1 ARR RND
#14 [SW1_SV2_MB2] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1 SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = = = = = = =
SV2 SW1 MB2 SV2 ACC-42-0 DEL-0,5 ACC-22-1 DEL-1 LOC-S-60 FDB-7 LOC-S-0 DES-SV1 ARR RND
#15 [SW2_SV2_MB1] DIRECTION POSITION1 POSITION2 POSITION3 SCRIPT1
= = = = =
SV2 SW2 MB1 SV2 ACC-42-1 Pagina 40 van 76
GBtrain
SCRIPT2 SCRIPT3 SCRIPT4 SCRIPT5 SCRIPT6 SCRIPT7 SCRIPT8 SCRIPT9 SCRIPT10
= = = = = = = = =
DEL-0,5 ACC-22-0 DEL-1 LOC-S-60 FDB-1 LOC-S-0 DES-SV1 ARR RND
#16 [SW2_SV2_MB2] DIRECTION = SV2 POSITION1 = SW2 POSITION2 = MB2 POSITION3 = SV2 SCRIPT1 = ACC-42-1 SCRIPT2 = DEL-0,5 SCRIPT3 = ACC-22-1 SCRIPT4 = DEL-1 SCRIPT5 = LOC-S-60 SCRIPT6 = FDB-7 SCRIPT7 = LOC-S-0 SCRIPT8 = DES-SV1 SCRIPT9 = ARR SCRIPT10 = RND Deze toch nog zo simpele modelspoorbaan omvat inmiddels toch al 16 te berijden rijwegen. Met twee locomotieven kunnen ze tegelijkertijd rijden zowel in dezelfde richting rijden als tegenovergesteld. Dit laatste is natuurlijker en natuurlijk spannender! Het toevoegen van een derde locomotief is ook mogelijk enkel blijft er dan vanwege het beperktere aantal vrije inhaalsporen de mogelijkheid over dat er maar maximaal 1 trein kan rijden. Extra inhaalsporen zijn dan nodig. Op de service pagina vind je een voorbeeld van een spoorplan wat onder andere 4 van dit soort inhaalsporen bevat. Het gaat hier om de modelspoorbaan welke in 2013 gepresenteerd werd tijdens het GrootSpoorGroep festival.
Pagina 41 van 76
GBtrain
Locomotief commando's In de reeds opgegeven voorbeelden zijn er voor de locomotief welke gaat rijden enkel snelheid commando's gegeven. Er zijn nog meerdere commando's welke gebruikt kunnen worden: LOC-S-0 Snelheid op 0 zetten LOC-S-1 Noodstop voor dit adres LOC-S-127 Maximale snelheid voor dit adres, lagere waardes geeft een lagere snelheid LOC-R-C Rijrichting wisselen LOC-R-0 Achteruit rijden LOC-R-1 Vooruit rijden LOC-F-L-C Licht omzetten LOC-F-L-0 Licht uit LOC-F-L-1 Licht aan LOC-F-1-C Functie 1 omzetten LOC-F-3-0 Functie 3 uit LOC-F-7-1 Functie 7 aan Enzovoort Lange/korte treinen Bij het plannen van modelspoorbanen zal het net zoals in het echt niet mogelijk zijn om ieder inhaal‐ of opstelspoor van gelijke lengte te laten zijn. Wanneer een lange trein op een kort inhaalspoor komt te staan is het vragen om moeilijkheden. Per rijweg kan je aangeven wat de maximum lengte van de trein mag zijn. In de gegevens van de trein kan je de voorwaarde aangeven wat de lengte van die trein is. Op deze wijze kan Omatic bepalen of de gevonden rijweg daadwerkelijk lang genoeg is om in te mogen rijden. LENGTH = 450 In het script word dit als volgt genoteerd. Als je Omatic 400 invoert komt de trein op rijwegen met lengte 450. Wanneer je in Omatic 451 invoert word de rijweg niet gebruikt. Vul je niets in Omatic in, dan kan de trein van iedere rijweg gebruik maken. Trein typen Op soortgelijke wijze als bij de lang/korte treinen kan je een trein een type geven. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld goederentreinen niet op stationssporen te laten stoppen maar op het naast gelegen goederen spoor. TYPE = GOE Vul je niets in dan zijn alle mogelijke rijwegen te gebruiken ondanks dat er types ingesteld zijn. Snelheidscorrectie In de scripts worden absolute getallen ingevuld voor de snelheid, echter zal het zo zijn dat meerdere treinen dezelfde rijweg kunnen gaan rijden. Wanneer het rijgedrag van de locomotieven van elkaar verschilt, ik bedoel hiermee dat als de snelheid bij '60' bij beide totaal verschillen dan kan het wenselijk zijn om een van de twee te corrigeren op snelheid. Standaard staat er 1 bij, de correctiefactor 1,5 laat hem 50% harder rijden en 0,5 50% langzamer, je zal hier een gewenste waarde voor moeten vinden. Pagina 42 van 76
GBtrain
Tekst weergeven in de Host In het Data‐IO venster van de Host kan je een bericht plaatsen ter informatie. In het script noteer je dit als volgt: SCRIPT22 = TXT-Trein aankomst op spoor 2. Wanneer er gebruik gemaakt word van variabelen om in de Omatic logica toe te passen kan de waarde van de variabele in de tekst worden weergegeven door het karakter ‘%’ voor de variabele te plaatsen. Leds laten knipperen op de switch Gemaakte contacten kunnen op de switch geactiveerd worden met het activeren van één of meerdere led‐dots. Het definiëren van de led‐dots op de Switch word in hoofdstuk 6.2 uitgelegd. Zodra er een contact gemaakt word krijgen de Switch cliënten dit ook door en word het knipperen gestart. Het stoppen van knipperen word in het script aangegeven, dit gebeurd met het commando: SCRIPT18 = LED-R-37 Led reset met 'R' voor contact 37. Wil je bijvoorbeeld een led‐dot reeks activeren welke niet aan een terugmeldcontact is gekoppeld kan je met een 'S' in plaats van 'R' gebruiken: SCRIPT31 = LED-S-71 Aankomst vervroegd vrijgeven Bij grotere modelspoorbanen kan het zijn dat je meerdere posities definieert tussen je begin‐ en eindpositie. Dit kan nodig zijn als gevolg van kruisingen en/of wissels om aftakkingen te maken. Om het onnodig lang bezetten van deze posities op te heffen kan je de beginpositie en de tussenliggende posities met een commando vrijgeven. Dit gebeurt als volgt: SCRIPT35 = ARR-POS-KR Wanneer dit commando uitgevoerd word zal de kruising gecodeerd als positie ‘KR’ vrijgegeven worden. Andere rijwegen die tevens ‘KR’ om het andere spoor te kruisen kunnen dan mogelijk gaan rijden. Positie niet vrijgeven Bij aankomst van een trein word met het ‘ARR’ commando een handeling in Omatic uitgevoerd waarbij de eindpositie de nieuwe beginpositie word en de tussenliggende posities vrijgegeven worden. Het kan zijn dat een positie niet vrijgeven mag worden omdat bv. wagons afgekoppeld staan. Het commando hiervoor is: SCRIPT48 = ARR-NOT-SU1 Positie ‘SU1’ word als positie geblokkeerd zolang deze niet word vrijgegeven met ‘ARR’ of ‘ARR‐POS‐ SU1’. Pagina 43 van 76
GBtrain
Groep aansturen Het is mogelijk om in het script met ‘ACC’ een enkele accessoire (bv. een wissel) om te zetten. Wanneer er in één actie meerdere wissels omgezet worden is er meestal sprake van een wisselstraat. In de GBtrainSwitch is het mogelijk om groepen te definiëren waarmee met één klik meerdere wissels al dan niet met pauzes omgezet worden. Het aanroepen van deze groepen is in het script ook mogelijk met: SCRIPT1 = GRP-Filisur-SP1r-GRN Bij deze aanroep word in het script bestand gezocht naar de gegevens voor het station “Filisur” naar groep “SP1r”, vervolgens worden de accessoires omgezet naar de stand groen (GRN) die gedefinieerd zijn met bijbehorende pauzes. Nadat de totale pauzetijd verstreken is en dus alle accessoires aangestuurd zijn gaat het script met de volgende regel verder. In de optie groepen zijn er twee standen de ‘groen’ en de ‘rood’ situatie. In veel gevallen zijn de definities voor beide situaties gelijk, dan kan “‐GRN” dan wel “‐RED” weggelaten worden. Klok aansturen De modelbaan klok welke in hoofdstuk 6.5 word uitgelegd word voor informatieve doeleinden gebruikt in combinatie met Omatic. In het script kan je commando’s opnemen om het display aan te sturen of geluiden af te laten spelen. Deze geluiden dienen dan wel aanwezig te zijn op die PC waarop de Clock staat. Het commando om een bericht op één van de twee beschikbare tekstregels te plaatsen is: SCRIPT1 = CLK-Filisur;2;2;00:00;abfahrt;Filisur - Samedan Voor klokken met als positie ingesteld ‘Filisur’ zal een bericht getoond worden wat op de tweede tekstregel een ‘2’ toont met de huidige tijd. In het rode tekstvak word ‘abfahrt’ getoond. In het zwarte tekstvak word ‘Filisur ‐ Samedan’ getoond. Met het volgende commando wordt de regel weer neutraal. SCRIPT17 = CLK-Filisur;2;0;00:00;0;0 Om een geluid af te spelen is het volgende commando te gebruiken: SCRIPT25 = ANN-Filisur;RhB-Pfiff.wav Wanneer aangesproken zal het bestand ‘’ afgespeeld worden. Wanneer het bestand niet in de ‘Sounds’ directory voorkomt in de ‘GBtrain’ directory dan zal er geen geluid afgespeeld worden. Naast het afspelen van één bestand is het ook mogelijk een reeks van bestanden af te spelen. Dit is interessant wanneer je geluidsfragmenten hebt en deze na elkaar wilt afspelen. Het commando is hiervoor hetzelfde echter volgt na de bestandsnaam het ‘;’ teken en dan een volgende bestandsnaam.
Pagina 44 van 76
GBtrain
#1 tekstregel !!! SCRIPT25 = ANN-Filisur;RhB-Pong2.wav;RhB-Spoor2.wav;RhBEinfahrt_BerExp.wav;RhB-Route_StMoritz-Tirano.wav Zo snel als dat de media player het toelaat zullen dan de bestanden naadloos na elkaar afgespeeld worden. Rijwegen in‐ of actief zetten Bij een van de gedane evenementen kwam er bij mij de noodzakelijkheid om ook de rijwegen te kunnen schakelen. Oorzaak was de opname van een reeks opstelsporen. Wanneer de trein binnengekomen was werd deze alvast in de vertrekstelling gezet in Omatic terwijl de locomotief met een handmatige handeling. Dit was juist zo voorzien om het speelplezier te vergroten en afwisseling te creëren. Dit betekent dat ze inactief of actiefgezet kunnen worden. Hiervoor is het volgende nodig: SCRIPT44 = TRK-DEA-Opstel1 SCRIPT45 = RTE-DEA-BG1_F-B_OP1 SCRIPT46 = RTE-DEA-BG2_F-B_OP1 In de bovenstaande drie regels worden er twee handelingen uitgevoerd. Het spoor word op inactief gezet en als tweede worden er twee rijwegen inactief gezet. De eerste is een schakeling ten bate van de Switch. Met ‘ACT’ in plaats van ‘DEA’ kan je sporen weer actief zetten. Trein inactief zetten Naast het kunnen schakelen van rijwegen is het tevens mogelijk om de trein op inactief te zetten na binnenkomst (voor het ‘ARR’ commando). Het commando is als volgt: SCRIPT47 = DEA In Omatic zal de trein een vinkje krijgen in de kolom ‘Inactief’. Wil je dat de trein weer mag gaan rijden dan vink je hem af. Hierna zal de trein weer in de cyclus van treinen die mogen rijden opgenomen worden. Er bestaat ook een commando om een trein op een positie te activeren. Het commando is als volgt: SCRIPT48 = ACT-POS-SU2 Wanneer deze scriptregel uitgevoerd word zal een trein aanwezig op positie ‘SU2’ geactiveerd worden.
Pagina 45 van 76
GBtrain
Logica in het script Een bijzonderheid is de opname van logica in de scripts. Deze functionaliteit gaat gepaard met een expressie “Indien dit het geval is moet dat uitgevoerd worden”. Het ‘dit’ deel word bepaald aan de hand van een expressie. Expressies kunnen gemaakt worden op diverse gronden. Het commando is als volgt: SCRIPT18 = SKP-ACC(992=0)-20 Het statement voor de logica is ‘SKP’, de expressie geschiet op basis van de toestand van een accessoire met ‘ACC’. Tussen de haken staat het adres van de accessoire en de stand ervan. Wanneer de expressie “waar” is dan wordt scriptregel 20 uitgevoerd, bij “onwaar” word de volgende scriptregel (19) uitgevoerd. Ofwel er word bij waar een scriptregel overgeslagen. Het is ook mogelijk om op basis van de toestand van een terugmelder te bepalen naar welke scriptregel er gesprongen moet worden. In GBtrain word de status van een terugmelder bijgehouden door wanneer het contact gemaakt wordt wisselend deze op 'waar' of op 'onwaar' te zetten. Hierdoor is het dan mogelijk om te controleren of een contact een 'even' of 'oneven' aantal maal gemaakt word. SCRIPT18 = SKP-FDB(23=0)-20 Indien het contact een even aantal gemaakt wordt spring dan naar scriptregel 20 anders naar scriptregel 19. Complexere voorwaarden kunnen bepaald worden met de opname van variabelen. Deze variabelen dien je net als wissels en terugmelders eerst aan te melden. Dit gebeurd als volgt: [VARIABLES] 1 = X 2 = Y In het script kan je deze variabele dan aanpassen. Er zijn de volgende operatoren: VAL de variabele op een bepaalde waarde zetten ADD de variabele optellen met een bepaalde waarde SUB de variabele verminderen met een bepaalde waarde MUL de variabele vermenigvuldigen met een bepaalde waarde DIV de variabele delen door een bepaalde waarde RND de variabele word willekeurig bepaald door een getal te nemen welke gelijk is aan 0 of de opgegeven waarde of een geheel getal ertussen Deze waarde kan een getal zijn of de waarde van een andere variabele. In het script dien je het als volgt te noteren. Hieronder een aantal voorbeelden met uitleg: SCRIPT11 = VAR-VAL-X-10 SCRIPT12 = VAR-MUL-X-2 SCRIPT13 = VAR-VAL-Y-4 SCRIPT14 = VAR-SUB-X-Y In bovenstaand voorbeeld wordt de variabele 'X' op waarde 10 gezet, vervolgens met 2 vermenigvuldigt. Variabele 'Y' word op waarde 4 gezet en als laatste wordt variabele 'X' met variabele 'Y' verlaagt. Hier dient dan uit te komen dat variabele 'X' als uitkomst 16 heeft. Pagina 46 van 76
GBtrain
Dit valt te controleren met een 'SKP' statement. SCRIPT15 = SKP-VAR(X=16)-18 SCRIPT16 = TXT-Klopt niet! SCRIPT17 = TOO-19 SCRIPT18 = TXT=Klopt! SCRIPT19 = DEL-1 Voor de expressies van het type “VAR” zijn er de volgende ver verschillende vergelijkingsmogelijkheden: = indien x gelijk is aan y != indien x ongelijk is aan y > indien x groter is als y < indien x kleiner is als y >= indien x groter of gelijk aan is als y <= indien x kleiner of gelijk aan is als y Springen naar een bepaalde scriptregel Door gebruik te maken van het “TOO” commando kan er naar een bepaalde scriptregel gesprongen worden. Deze optie is goed bruikbaar bij “IIF” commando’s om dubbele scriptregels te voorkomen. SCRIPT18 = TOO-19
Pagina 47 van 76
GBtrain
6.5. Clock Om tijdens het automatisch rijden extra informatie middels beeld en/of geluid aan het publiek te geven is de klok module ontwikkeld. De klok word vastgelegd op een bepaalde positie (bv. de naam van een station) waarvoor de gegevens en/of de geluiden getoond worden. De uitgebreide uitleg voor de aansturing hiervan vind je in het onderdeel Omatic. Vul je bij de configuratie van GBtrain de positie in dan wordt automatisch het display getoond anders niet.
Clock bij openen
Het display starten/verbergen gebeurt door eerst enter in te drukken en dan 'DISPLAY' respectievelijk 'NODISPLAY' in te vullen gevolgd door enter. Het volume kan ook aangepast worden, dit gebeurt als percentage van 0 t/m 100, vul bijvoorbeeld 'VOLUME=50' in gevolgd door enter om het geluid van die klok op 50% te zetten. Wanneer er al een positie ingevuld is en je wilt de klok een andere positie geven dan vul je nadat je de enter toets hebt ingedrukt 'POSITION' in gevolgd door enter. Er wordt dan om een nieuwe positie gevraagd. De grootte van het venster is ook aan te passen, vergroot het venster en onmiddellijk worden de klok en het display groter/kleiner.
Clock tijdens automatisch bedrijf
Pagina 48 van 76
GBtrain
6.6. Feedback Om de terugmeldingen te testen is deze applicatie gemaakt. Na het starten en aanmelden kan je adressen toevoegen welke getoond dienen te worden in het overzicht als het contact gemaakt wordt. Alternerend wordt er dan een 0 of 1 getoond bij contact voor dat adres.
Feedback met aangemelde contacten 1, 4 en 12. Contact 4 is zojuist gemaakt.
Pagina 49 van 76
GBtrain
7. GBtrainEditor Door de groei van het aantal gebruikers van GBtrain kwam de vraag of het aanmaken van de ini‐ bestanden niet met een programma gerealiseerd kon worden vaker op. Hiervoor is de Editor ontwikkelt, met dit programma is het mogelijk om je ontwerp met muisklikken en relatief eenvoudige invoer te realiseren. Reeds gemaakte ontwerpen kunnen zonder problemen ingelezen worden in de Editor. Naderhand kan je desgewenst ook in een eenvoudige tekstverwerker aanpassingen doen. In de volgende hoofdstukken word uitleg gegeven hoe je de Control inricht en een Switch en een Omatic bestand maakt. In beide tabbladen is het mogelijk om het bestand tussentijds op te slaan en de gegenereerde code te bekijken.
7.1
Tabblad Control
In dit tabblad is het mogelijk om de Control aan te passen. Hiervoor zijn er twee tabbladen in dit tabblad opgenomen. Een is er om de keuzelijst voor de te kiezen locomotieven te beheren, de andere is er om de weergave van de Control aan te passen.
7.1.1 Tabblad Instellingen Naast de inhoud van de keuzelijst zijn er in dit tabblad nog een paar basis instellingen te beheren voor de Control. Dit zijn: Auto IP adres De Control probeert zich bij de start direct aan te melden op dit IP adres. Poort Het te gebruiken poort nummer, dit is standaard 1001. Toegangscode De te gebruiken toegangscode bij de Host. Opslaan bij afsluiten Bij ‘ja’ worden de handmatig aangemaakte adressen in het ini‐bestand opgeslagen. Locomotief bestand Pad en bestand waarin de gegevens van de locomotieven zijn opgeslagen. In de keuzelijst worden de namen getoond van de aanwezige locomotieven. De naam kan overigens ook het adres zijn. Door op ‘Toevoegen’ te klikken verschijnt er een melding om locomotieven in te geven. Na het drukken op ‘Ok’ word de locomotief naam indien nog niet bestaand aan de lijst toegevoegd. Bij het selecteren van de locomotief worden de mogelijkheden in de tweede kolom geactiveerd. Het is mogelijk geworden om de locomotief een adres toe te kennen en deze van een afbeelding te voorzien. De volgende stap is er om de functies toe te wijzen. Indien je hier geen gebruik van maakt zal de Control standaard de mogelijke functies 1 t/m 32 aanmaken wanneer het adres opgeroepen word.
Pagina 50 van 76
GBtrain
Door functies in te stellen is het mogelijk om: Een functie op een gewenste positie in de Control weer te geven. Een functie een naam en/of afbeelding te geven.
Aanmaken van een locomotieven lijst Alle ingevoerde gegevens worden bij het drukken op opslaan bewaard in het bestand dat is aangegeven onder ‘Locomotief bestand’, de inhoud hiervan is in te zien met de knop ‘Bekijken’. De ingevoerde gegevens kunnen ook geëxporteerd worden in een bestand dat voor de tablet (Android) software gebruikt kan worden.
Pagina 51 van 76
GBtrain
7.1.2 Tabblad Vormgeving In dit tabblad word de opmaak van de Control ingesteld er kunnen diverse items aangepast worden en door de diverse bitmappen aan te maken kunnen de achtergrond en knoppen naar eigen wens worden ingericht. De gegevens worden in het GBtrainControl.ini bestand opgeslagen dat word gebruikt bij het openen van een Control.
Weergave GBtrainControl aanpassen
Pagina 52 van 76
GBtrain
7.2
Tabblad Switch
Het maken van configuraties voor GBtrainSwitch gebeurd in het tabblad Switch in de Editor. Geef eerst het ini‐bestand aan waarin je de configuratie wilt opslaan. Binnen deze configuratie kan je meerdere (deel)baanplannen opnemen onder het kopje ‘Station’. Klik op toevoegen en vul de naam van het te bedienen station/(deel)plan/totaal in. Per station kan je een afbeelding kiezen, deze word getoond in de Switch. Deze afbeelding bevat het te bedienen sporenplan. Binnen het tabblad Switch vind je opnieuw vier tabbladen, ieder voor hun eigen doel namelijk ‘Accessoires’, ‘Groepen’, ‘Sporen’ en ‘Leds’. Met de eerste twee kan je wissels, seinpalen en ontkoppelaars (magneetartikelen) bedienen, een groep is een verzameling accessoires die met een klik bedient word. De overige twee tabbladen dienen voor de automatisering, met ‘Sporen’ kan je een of meer rijwegen activeren/deactiveren, met ‘Leds’ kan je visueel een reeks virtuele “leds” laten knipperen bij het maken van een contact.
Voorbeeld van een ontwerp met afbeelding en accessoires
Pagina 53 van 76
GBtrain
7.2.1 Tabblad Accessoires Bij het bedienen van de accessoires in de Switch zijn er de volgende algemene instellingen, radius, rode led en de groene led. Kies hier een gewenste radius en kleur voor rood en een kleur voor groen. Rood en groen hoeven beslist dus niet rood en groen te zijn. De led word enkel in de accessoire getoond wanneer er een positie voor de led is gekozen. Wil je accessoires kunnen bedienen zullen eerst de adressen van deze accessoires binnen de Switch bekend zijn. Voeg hier met de knop ‘Toevoegen’ de adressen aan de lijst toe. Binnen de toevoegen optie is er de mogelijkheid, net zoals bij het afdrukken van pagina’s, om meerdere adressen direct toe te voegen. Het is ook mogelijk een bereik van adresnummers toe te voegen of een combinatie van beide. Na het klikken op ‘Ok’ worden de adressen in de lijst toegevoegd. Indien gewenst kunnen adressen ook uit de lijst verwijderd worden met de gelijknamige knop. Tevens kan je een adres verplaatsen in de lijst door deze te selecteren en met de knop ‘Omlaag’ of ‘Omhoog’ in de lijst op een andere plek te plaatsen. Bij het klikken op een van de toegevoegde adressen worden de overige in te vullen opties geactiveerd. Het is mogelijk om een weer te geven tekst bij de standen ‘Rood’ en ‘Groen’ te kiezen. Zijn toevalligerwijs de draden verkeerd om aangesloten tussen de wisseldecoder en de wisselaandrijving is het mogelijk de schakelwijze andersom te besturen, dit bespaart je het omwisselen van de draden. Tevens zijn er centrales die een afwijkende definitie hebben met betrekking tot de stelling rood=afbuigend en groen=rechtuit (rot=rund, grün=gerade). Zodat de Switch weet wanneer een bepaalde wissel geschakeld moet worden dient de regio ingevuld te worden. Een regio is niets anders als een linksboven‐ en de rechtsonderpositie in de afbeelding. Je kan hier de posities handmatig invoeren maar ook met de muis alle vier de coördinaten met één handeling toe laten voegen. Selecteer met de muis het eerste invoer vlak voor de regio, vervolgens klik je in de afbeelding op de linksboven positie en houd de muisknop ingedrukt. Verplaats de muis naar de rechtsonderpositie en laat de muisknop los. De coördinaten van de regio zijn na het loslaten van de muisknop toegevoegd. Hetzelfde is mogelijk voor de led positie, hier volstaat een enkele muisklik om de coördinaten toe te voegen.
Pagina 54 van 76
GBtrain
7.2.2 Tabblad Groepen Een groep is een verzameling van een of meerdere accessoires die met een enkele klik in de Switch worden geschakeld al dan wel/niet met een vertraging tussen de te schakelen accessoires. Het begint met het toevoegen van een groep, voer een naam voor de groep in. Na het klikken op ‘Ok’ word deze aan de lijst toegevoegd. Wanneer je dit item selecteert worden de volgende rubrieken actief. Het klikken op een groep kent twee toestanden, klik #1 en klik #2. Na de een volgt de ander. Voor iedere toestand is het mogelijk om een beschrijving toe te voegen. De invoer voor de regio waarop in de Switch deze groep bedient kan worden gaat op dezelfde wijze zoals beschreven bij de accessoires. Kies vervolgens in de keuze het adres dat geschakeld dient te worden en voeg deze toe aan de lijst. Je kan bij het toevoegen van accessoires aan deze lijst enkel accessoires kiezen die ingevoerd zijn in tabblad ‘Accessoires’. Per adres is het mogelijk vast te leggen hoe deze dient te schakelen bij klik #1 en klik #2 en wat de pauzetijd is naar de volgende accessoire die geschakeld word.
7.2.3 Tabblad Sporen Bij een geautomatiseerde baan kan je om het speel effect te vergroten/verkleinen sporen aan/uit zetten zodat de treinen die automatisch rijden dit spoor wel/niet inrijden. Net als bij de accessoires kan je de radius, kleur groen en kleur rood kiezen als algemene instelling voor de sporen die je toevoegt. Voeg een spoor toe door deze een naam te geven. Na het klikken op ‘Ok’ word deze aan de lijst toegevoegd. Wanneer je dit item selecteert worden de volgende rubrieken actief. Selecteer een tekst die weergegeven word bij het activeren / deactiveren van het spoor. De invoer voor de regio waarop in de Switch deze groep bedient kan worden gaat op dezelfde wijze zoals beschreven bij de accessoires. Hetzelfde geldt voor de led positie. Met het klikken op het spoor word niet het desbetreffende punt in de baan uit/aan gezet maar de rijwegen ernaar toe. Op deze wijze is het mogelijk om een of meerdere rijwegen naar dit spoor te schakelen of allemaal. De invoer van de rijwegen kan op drie manieren gedaan worden: ‐ Typ een tekst in de keuzelijst en klik op toevoegen. ‐ Selecteer een rijweg die te kiezen is uit de keuzelijst. Er worden in de keuzelijst enkel rijwegen opgesomd die in het ini‐bestand van de Switch voorkomen. ‐ Kies niets en klik op toevoegen. Die rijwegen die als eindpositie de naam hebben van het toegevoegde spoor worden aan de lijst toegevoegd.
Pagina 55 van 76
GBtrain
7.2.4 Tabblad Leds De Switch kan grafisch de gemaakte contacten aangeven van treinen die automatisch rijden. Een contact kan een of meerdere leds laten knipperen. Word een contact gemaakt die niet verwacht word zullen de leds niet gaan knipperen. Het is mogelijk een of meerdere leds te laten knipperen voor een gemaakt contact of deze gestuurd in het script te activeren in Omatic. Het uitzetten van de knipperende leds gebeurd door deze op een gewenst moment binnen het script uit te zetten. Een led heeft een radius en een kleur als algemene instelling voor alle leds die knipperen. Voeg een led toe. Het is mogelijk om hier zowel namen als nummers in te voeren, is de led gekoppeld aan het terugmeldcontact dient deze dezelfde naam of nummer te hebben van dit terugmeldcontact. Nadat het item is toegevoegd selecteer je deze in de lijst, de volgende rubrieken worden actief. Vervolgens is het mogelijk om de coördinaten in te geven van de weer te geven tekst en de posities van een of meerdere leds die dienen te knipperen. De tekst stelt het adres van de locomotief voor van de trein. Bij het niet ingeven van de deze coördinaten word er geen test getoond.
Pagina 56 van 76
GBtrain
7.3
Tabblad Omatic
Het aanmaken van configuraties voor de Omatic gebeurd in dit gelijknamige tabblad. Kies eerst het bestand waarin je de scripts gaat opslaan. Vervolgens is het mogelijk om rijwegen aan te maken. Een rijweg is niets anders als de start positie, de bestemming en de overige connecties (knooppunten) ertussen, te formuleren als een naam. Kies een start positie in de keuzelijst. Als deze er niet bij staat voer deze dan in met de knop ‘Toevoegen’. Vervolgens kies je een bestemming. Tussen deze twee punten is de trein onderweg en kruist of snijdt daarbij andere rijwegen door respectievelijk aan. Te denken valt hierbij aan trajecten, kruisingen, afsplitsingen. Met het aangeven van deze connecties voorkom je dat twee treinen zich op hetzelfde moment op hetzelfde deel van de baan kunnen bevinden. Voeg deze rijweg met de knop ‘Toevoegen’ toe aan de lijst met rijwegen. Het samenstellen van de rijwegbenaming word door de Editor bepaald. Nadat de rijweg is toegevoegd kan je deze selecteren en worden de rubrieken in de tweede kolom geactiveerd.
Links rijwegen, midden de voorwaarden en scriptregels en rechts bewerken van een scriptregel. Bovenin zijn er drie regels opgenomen waarmee je voorwaarden aan kan geven waaraan de trein moet voldoen wil deze de rijweg kunnen gaan gebruiken. Het gebruik van deze voorwaarden is optioneel, het is dus niet verplicht ervan gebruik te maken. De richting is niet de rijrichting van de decoder maar de richting waarheen de trein dient te rijden. Net als bij tramlijnen en spoorwegen staat er op het display (lijnfilm bij ouder materieel) de bestemming waarheen het materieel rijdt. Zodoende kan Omatic bepalen of dat een trein linksom of rechtsom zijn route rijdt. Bij tweerichtingsverkeer op de baan ontkom je niet aan het gebruik van de rubriek richting.
Pagina 57 van 76
GBtrain
Met het gebruik van ‘Type’ kan je aangeven welk type trein er deze rijweg mag berijden. Je mag zelf typen aanmaken en deze gebruiken voor de rijwegen die je definieert. Om dubbele rijweg namen te voorkomen vraagt de Editor na de keuze van een type of de naam van de rijweg hiermee aangepast mag worden. Wil je meerdere gelijke rijwegen aanmaken met verschillende typen dien je hier ‘Ja’ te kiezen, wanneer je deze rijweg maar één keer gebruikt is dit niet nodig. Als voorbeeld met het gebruik van typen is het volgende mogelijk. Je hebt een drie sporig station, twee ervan hebben een perron. Deze twee zijn voor personentreinen de derde is voor goederentreinen. Wanneer je in Omatic bij de toegevoegde treinen de goederentreinen bij ‘Type’ de code “GOE” geeft en de personentreinen code “PER” geeft zullen deze enkel rijwegen gebruiken die bedoeld zijn voor hun type. Dit is het gekozen type voor die rijweg. Kies je geen type voor de rijweg dan kunnen zowel de goederentreinen als de personentreinen van die rijweg gebruik maken. De derde voorwaarde is het gebruik van lengtes, mocht je verschillende lengtes hebben bij de stationssporen wil je niet dat een trein die langer is dan het spoor waarnaar toe deze rijdt. Wanneer een trein een rijweg treft die een gelijke start positie heeft waarop deze staat en de overige posities vrij zijn en voldaan word aan de voorwaarden kan de trein gaan rijden. Om dit te bewerkstelligen dien je de stappen die gedaan moeten worden om dit te realiseren in te voeren. Je maakt een script van A naar Z met alle stappen die daarin gedaan dienen te worden, te denken valt aan het stellen van de wissels en seinen, de trein te laten vertrekken en de terugmeld contacten af te wachten om vervolgens de trein te laten stoppen en de trein te laten weten dat deze gearriveerd is. Deze handelingen definieer je in scriptregels. Er zijn diverse soorten handelingen die je kunt verrichten binnen de scriptregels. Dit zijn zogenaamde scripttypen. Op basis van het gekozen type worden de overige controls getoond die nodig zijn voor een correcte invoer van de gewenste gegevens. Voor enkele scripttypen is de invoer van een vervolg type (scriptsubtype) noodzakelijk. Te denken valt aan het type locomotief, hier kan je naast de snelheid ook de richting, licht of een functie aansturen. Wanneer je deze rubrieken ingevuld hebt kan je de scriptregel toevoegen of invoegen bij de reeds bestaande scriptregels. Een overbodige regel kan je tevens met de gelijknamige knop verwijderen en de positie van een scriptregel kun je naar boven of naar beneden verplaatsen. Als laatste scriptregels dienen de aankomst en wat als vervolg aangegeven te worden. Tussen deze handelingen kunnen nog andere scriptregels geplaatst worden maar over het algemeen staan ze opeenvolgend. Pagina 58 van 76
GBtrain
8. GBtrain inrichten Zoals eerder in deze handleiding al is aangegeven is GBtrain zogenaamd container programma waarin de diverse applicaties gestart en gebruikt kunnen worden. Het beschikbare venster oppervlak in GBtrain is bewust zeer groot gehouden door het weglaten van een menu‐ en statusbalk boven en onder in het venster. Met het klikken op het GB logo linksboven in het venster krijg je naast de standaard Windows opties om het venster aan te passen de opties die GBtrain biedt. Dat is naast de knop om de te starten applicaties te configureren, knoppen voor de diverse applicaties welke dan gestart worden in het venster en de handleiding en info knop welke de datum en tijd toont wanneer deze applicatie gemaakt is.
Met een klik op ‘Configureren’ opent de wizard om de Host en Cliënten in GBtrain te configureren Met het drukken op de knop 'Configureren' start er een venster dat een wizard bevat waarmee de diverse typen te starten cliënt applicaties geconfigureerd kunnen worden. Bij het eerste gebruik is enkel de Host geconfigureerd welke in het bovenste gedeelte ingesteld staat. Hieronder kan je in de keuzelijst een cliënt type selecteren klikken op 'Toevoegen' en deze in vullen met de gegevens welke in te vullen zijn. Heb je de gegevens ingevuld klik je op 'Opslaan'.
Pagina 59 van 76
GBtrain
De volgende gegevens kunnen ingevuld worden: • Positie X de positie vanuit links waar het venster gestart wordt • Positie Y de positie vanuit boven waar het venster gestart wordt • Breedte X de breedte van het venster • Breedte Y de hoogte van het venster • IPadres het IP‐adres waar naartoe verbinding gemaakt dient te worden. • Naam de naam welke getoond word in het venster in het kader van de applicatie • Adres/ parameter voor het gewenste doel binnen de applicatie. Dit kan een Bestand/ adres, bestandsverwijzing, chat naam of positie voor de klok zijn. Chat naam/ Positie Wanneer je een type programma toevoegt kan je deze verplaatsen binnen GBtrain, in het ‘configureren’ venster worden dan automatisch de coördinaten aangepast. Nadat je de configuratie gemaakt hebt kan je middels de knop 'Heropenen' de host en de applicaties zoals ingesteld starten. Eerst worden de reeds geopende applicaties afgesloten en vervolgens openen de programma's zich zoals ingesteld.
Voorbeeld van een ingevoerde configuratie
Pagina 60 van 76
GBtrain
9. Cliënt programma's standalone De verschillende cliënt programma's kunnen ook buitenom het GBtrain programma als zelfstandige applicatie gestart worden. In de map waarin deze applicaties opgeslagen staan kan je eenvoudig snelkoppelingen naar deze programma's maken. In de toekomst zullen deze snelkoppelingen, indien mogelijk, automatisch door middel van het setup programma aan het startmenu toegevoegd worden. Belangrijk verschil met het buiten GBtrain starten van deze programma's is dat je je dient aan te melden, in GBtrain kan je dit middels de wizard configureren. Indien buitenom dien je je aan te melden door middel van de 'Enter' toets. Bij GBtrainInfopoint kan je de menu optie 'aanmelden' selecteren. Wanneer er reeds een IP‐adres in het geheugen staat word dit getoond, anders word het lokale IP‐ adres 127.0.0.1 getoond.
Pagina 61 van 76
GBtrain
10.
Known issues
In het programma zijn er de onderstaande bij mij bekende problemen. Het aangeven wanneer deze problemen verholpen zijn is niet altijd mogelijk. Genoteerde problemen zijn: a. In de Omatic en Switch worden sporen en rijwegen los van elkaar gezien. Dit is feitelijk niet het geval een spoor kan één of meerdere rijwegen bevatten die aan of uit gezet worden. Momenteel dien je nog in het script zowel de sporen als de rijwegen actief of inactief te maken. Toekomstig moeten deze aan elkaar gerelateerd worden. b. Alle posities in een collectie bij de Host opslaan, dit word nog niet gedaan. Hierdoor is het nu nog niet mogelijk om overlappende trajecten over meerdere Omatics te hebben. c. . . .
Pagina 62 van 76
GBtrain
11.
Toekomstige ontwikkelingen
Een kompleet functionerend software pakket op de markt zetten wat kompleet 'af' is is onmogelijk. Er blijven altijd wensen over om te ontwikkelen, mocht je wensen hebben kan je deze doorgeven. Hieronder een lijstje met wensen die ik reeds heb opgebouwd: a. In de Host het mogelijk maken meerdere configuraties voor de diverse protocollen te bewaren en deze dan per keuzelijst te kunnen selecteren. b. Functies mono‐ of bistabiel kunnen bedienen. c. . . .
12.
Bugfixes
Software programma's zijn nooit foutloos. Wanneer je een fout ontdekt kan je deze doorgeven en zal ik er naar kijken en deze verhelpen. In een van de volgende updates zal dan de fout hopelijk verleden tijd zijn.
13.
Ondersteuning
Het software pakket GBtrain is in een continue ontwikkeling. Het kan zijn dat je om een nieuwe functionaliteit te laten werken meerdere applicaties moet bijwerken. Dit betekent dat je vanaf de service pagina de nieuwste versie(s) moet downloaden. Om te zien of je de meest recente versie van een applicatie onderdeel op je PC geplaatst heb kan je op de i‐toets drukken waardoor er een bericht opkomt met de datum en tijd van de compilatie van de applicatie. De nieuwere versie kan je downloaden en het bestaande bestand kan je overschrijven met de nieuwe. Eventueel kan je eerst van de oude versie een back‐up maken. Nieuwe versies van GBtrain of onderdelen daarvan worden nooit aangekondigd. Kijk met enige frequentie op de service pagina voor nieuwe updates.
Pagina 63 van 76
GBtrain
14.
Applicaties van derden
Bij vele hobbyisten/techneuten zijn er diverse ontwikkelingen in de modelbouw in combinatie met de PC en zelfgeschreven programma's. Door de eenvoudige maar brede opzet van GBtrain zijn er in de loop van tijd programma's door 'derden' ontwikkeld. In volgende hoofdstukken wordt er minimaal op deze ontwikkelingen ingegaan. Voor de handleiding van deze applicaties verwijs ik je naar de ontwikkelaars van deze programma's. Wil je zelf een client applicatie ontwikkelen bekijk dan de beschrijving van het protocol in hoofdstuk 15.
14.1 BTCS van Lammert Boerman BTCS was de eerste draadloze controller/switch op een PDA geworden voor het gebruik met een programma van Lammert, aansluitend is ook het protocol voor het functioneren in combinatie met GBtrain toegevoegd. BTCS was gericht op PDA's met minimaal Windows Mobile 6.1 als besturingssysteem en is door nieuwere systemen (tablets) inmiddels achterhaald en word niet langer aangeboden.
BTCS op een PDA met Windows Mobile
Pagina 64 van 76
GBtrain
14.2 JPtrain van Johan van Putten JPtrain is een tablet applicatie voor het besturingssysteem Android en is ontwikkeld t.b.v. GBtrain. Met JPtrain kan je locomotieven en wissels instellen op je tablet, gebruik maken van meerdere tabbladen om snel te kunnen switchen tussen adressen en een grafische lay‐out inlezen met je baanplan als schakelbord. Dit baanplan kan je ontwikkelen met de GBtrainEditor om het vervolgens in JPtrain in te lezen. Tevens beschikt JPtrain over een chat functionaliteit (conform de chat functionaliteit in GBtrainInfopoint).
JPtrain voor tablet of smartphone met Android als besturingssysteem
Pagina 65 van 76
GBtrain
15.
Protocol GBtrain
Tussen de GBtrainHost en de GBtrain cliënt applicaties gaat er de nodige communicatie heen en weer. Deze communicatie is vastgelegd in een (zeer eenvoudig) protocol. Wil je zelf een applicatie ontwikkelen welke aansluit op GBtrain dan is dit mogelijk. Hieronder vind je per type cliënt de nodige uitleg aangevuld met een voorbeeld voor het functioneren. De volgende commando’s zijn exclusief gereserveerd voor de besturing over het IP‐netwerk van cliënt naar de Host en vice versa. Alle commando’s worden afgesloten met een character return. Algemene commando’s GO vrijgave noodstop opdracht aan de centrale STOP noodstop opdracht aan de centrale, bij de eerste keer worden eerst de locomotief adressen op stop gezet. Bij de tweede keer word het stop commando aan de centrale doorgegeven Client #: # Clients: X IPadress: @ bevestiging van een nieuwe cliënt verbinding # = gebruiker ID X = aantal gebruikers @ = IP adres, bv. 192.168.1.6 NAME=@ instellen van een naam voor de applicatie. Deze naam wordt zichtbaar in de host (in Diagnose en Netwerk), bij de applicatie word in het venster naast het icoon de naam getoond @ = naam; je naam of een benaming @C T tekst bericht sturen van een cliënt naar een andere cliënt. Dit bericht wordt ook getoond op de host C = cliënt; naam van de cliënt T = tekst; tekst die verstuurd moet worden MSG_T wordt gebruikt om een tekstbericht naar de Host tabblad ‘Data I/O’ te sturen T = tekst; tekst die ontvangen wordt COM_STATE COMACTIVE COMINACTIVE
ACCESS_REQUEST ACCESS_CODE=@ ACCESS_DENIED ACCESS_ACCEPTED ACC_SYNC
opvragen van de verbindingstatus van de Host verbinding status is actief, er is een centrale gekoppeld (moet COM_ACTIVE worden!) verbinding status is inactief, er is geen centrale gekoppeld (moet COM_INACTIVE worden!) de Host vraagt de client om een toegangscode in te geven ingeven van een toegangscode @ = de toegangscode de opgegeven toegangscode is fout de opgegeven toegangscode is correct alle wissels/seinen synchroniseren met de stand die de accessoires hebben Pagina 66 van 76
GBtrain
Locomotieven, inkomend op Control LOC_#,S,L,I Ontvangen van locomotief status update; # = adres; 1 t/m 10239 (max. 99999), S = snelheid; 0 t/m 126, L = licht; 0 of 1, I = richting; 0 of 1 LOC_FNC_#,F,I # = adres; 1 t/m 10239 (max. 99999), F = Functie nummer I = stand; 0 of 1 FNC_#,F1,...,F16 Ontvangen van locomotief functie update; # = adres; 1 t/m 10239 (max. 99999), F1 – F16; 0 of 1 Locomotieven, uitgaand op Control LOC_NEW_# invoeren van een adres in het geheugen van het programma. Tevens wordt bij aanmelding een cliënt identificatie meegenomen zodat het programma weet aan welke controllers update commando’s verstrekt moeten worden # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) LOC_DEL_# verwijderen van een adres uit het geheugen van het programma. Indien er meerdere gebruikers zijn wordt enkel van de gebruiker die zijn locomotief verwijdert de desbetreffende cliënt identificatie uit het geheugen verwijderd # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) LOC_SPD_#,S instellen van de snelheid die een locomotief moet krijgen # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) S = snelheid; 0 - 127 LOC_DIR_#,I instellen van de richting van een locomotief # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) I = richting; 0, 1 of C (achteruit, vooruit of rijrichting omwisselen) LOC_FNC_#,F,I instellen van een functie van een locomotief # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) F = functie; 0 - 10240 I = waarde; 0,1 of C (uit, aan of wisselen) LOC_HDR_NEW_#,I instellen van een voorspanadres bij een locomotief # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) I = voorspan; 1 – 10239 (max. 99999) LOC_HDR_DEL_#,I verwijderen van een voorspanadres bij een Locomotief # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) I = voorspan; 1 – 10239 (max. 99999) LOC_RES_#,I reserveren van een locomotief door 1 client, ergo andere cliënten kunnen deze locomotief dan niet besturen # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) I = waarde; 0 of 1 / OFF of ON
Pagina 67 van 76
GBtrain
LOC_VCR_#,I
LOC_DES_#,@
LOC_ISO_#,I
LOC_POS_#,V,N
aanpassen van de snelheidscorrectie factor, deze is Standaard ingesteld op 1. Deze verrekening vind Plaats bij het doorsturen van de snelheid naar de centrale # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) I = waarde; 0,1 – 5 (geen validatie) aanpassen van richting waarheen de locomotief t.b.v. Omatic rijdt. # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) @ = waarde; tekst vastleggen dat de locomotief bestuurt word door een Omatic, bij 0 vrij, bij getal staat dit voor het client ID van de Omatic. Dit voorkomt dat dezelfde locomotief meerdere malen als trein ingezet kan worden # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) I = waarde; 0 of client ID doorgeven van de nieuwe positie # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) V = tekst; positie van N = tekst; positie naar
Accessoires, zowel inkomend als uitgaand op Switch ACC_NEW_# invoeren van een adres in het geheugen van het programma. Tevens wordt bij aanmelding een cliënt identificatie meegenomen zodat het programma weet aan welke controllers rijopdrachten verstrekt moeten worden # = adres; 1 – 2048 ACC_DEL_# verwijderen van een adres uit het geheugen van het programma. Indien er meerdere gebruikers zijn wordt enkel van de gebruiker die zijn accessoire verwijderd de desbetreffende cliënt identificatie uit het geheugen verwijderd # = adres; 1 – 2048 ACC_STD_#,I instellen van de stand van een accessoire # = adres; 1 – 2048 I = stand; 0, 1 of C (uit, aan of wisselen) ACC_INV_#,I instellen of de accessoire geïnverteerd werkt # = adres; 1 – 2048 I = stand; 0, 1 of C (uit, aan of wisselen)
Pagina 68 van 76
GBtrain
Feedbacks, inkomend op Omatic en Feedback FDB_@,S Ontvangen van feedback status update; @ = naam; alfanumerieke ID, S = stand; 0 of 1 (alternerend) Feedbacks, uitgaand op Omatic en Feedback FDB_NEW_@ invoeren van een ID in het geheugen van het programma. Tevens wordt bij aanmelding een cliënt identificatie meegenomen zodat het programma weet aan welke applicaties update commando’s verstrekt moeten worden @ = naam; alfanumerieke ID FDB_DEL_@ verwijderen van een ID uit het geheugen van het programma. Indien er meerdere gebruikers zijn wordt enkel van de gebruiker die zijn feedback verwijdert de desbetreffende cliënt identificatie uit het geheugen verwijderd @ = naam; alfanumerieke ID Sporen (inactief of inactief zetten) in de Switch TRK_NEW_R aanmelden van een rijweg R = rijweg; naam van de rijweg TRK_DEL_R afmelden van een rijweg R = rijweg; naam van de rijweg TRK_DEA_P#C_R inactief zetten van een rijweg P = positie; tekst van het station in de Switch #C= cliëntnr.;cliënt nummer met ‘#’ vooraf R = rijweg; naam van de rijweg TRK_ACT_P#C_R actief zetten van een rijweg P = positie; tekst van het station in de Switch #C= cliëntnr.;cliënt nummer met ‘#’ vooraf R = rijweg; naam van de rijweg TRK_RCT_SET_# doorgeven welk reed contact er gemaakt wordt, # = contact; ID van het reed contact !Je moet wel minstens de eerste rijweg hebben aangemeld om als cliënt reed contacten signalen binnen te krijgen TRK_RCT_RES_# doorgeven welk reed contact weer gereset kan worden. Functionaliteit ten bate van het automatisch rijden op het schakelbord # = contact; ID van het reed contact
Pagina 69 van 76
GBtrain
Tijd inkomend op Clock CLK_NEW_P aanmelden van een nieuwe klok cliënt P = positie; naam van de positie mag blanco zijn CLK_DEL_P
afmelden van de klok cliënt P = positie; naam van de positie CLK_SET_#;X instellen van de tijd die de klok applicatie moet tonen # = tijd; 0 – 86341 X = X factor; 1 of groter CLK_DSP_P;R;p;tt:tt;t;t instellen van de tekst die op een tekstregel van een positie moet komen P = positie; tekst van het station in de Switch R = regel; regel van het display p = perron; aanduiding van het perronnummer tt:tt = tijd; getoonde tijd in het tijdvak T = tekst; tekst in het rood in de header t = tekst; tekst in het zwart in het tekstvak Commando’s inkomend en uitgaand op het Infopoint INF_CON_NEW nieuwe Infopoint cliënt INF_CON_DEL verwijderen van Infopoint cliënt INF_LOC_DAT_@ data voor het overzicht, informatie van alle aangemelde locomotieven @ = data; records word gescheiden met ‘$$$’ kolommen met ‘;’ INF_LOC_CHG_@ data wijziging voor het overzicht met data voor 1 locomotief waarin de huidige status voor dat adres meegegeven word @ = data; kolommen worden gescheiden met ‘;’ INF_LOC_DEL_# verwijderen locomotief adres in het Infopoint # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) INF_LOC_OWN_#;e aangeven wie de eigenaar van dit adres is # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) e = eigenaar; naam van de eigenaar INF_LOC_NMB_#;n aangeven wat het bedrijfsnummer van dit adres is # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) n = nummer; bedrijfsnummer van dit adres INF_LOC_NAM_#;n aangeven wat de naam van dit adres voorstelt # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) n = naam; naam behorend bij dit adres INF_CHT_NEW_@ chat naam aanmelden @ = naam; je chat naam INF_CHT_DEL_@ chat naam afmelden @ = naam; je chat naam INF_CHT_USR_CLIENT#X;@;$$$; doorgeven van cliënten die aangemeld zijn X = gebruiker ID @ = naam van deze gebruiker $$$ = volgend record Pagina 70 van 76
GBtrain
INF_CHT_SND_V;N;B versturen van specifiek v = van; n = naar; b = bericht;
een bericht aan iedereen of iemand van wie naar wie bericht
Commando’s inkomend en uitgaand voor de Omatic TRN_NEW_# invoeren van een adres in het geheugen van het programma. Tevens wordt bij aanmelding een cliënt identificatie meegenomen zodat het programma weet aan welke omatics update commando’s verstrekt moeten worden # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) TRN_DEL_# verwijderen van een adres uit het geheugen van het programma. Indien er meerdere gebruikers zijn wordt enkel van de gebruiker die zijn trein verwijdert de desbetreffende cliënt identificatie uit het geheugen verwijderd # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) TRN_INA_#,I instellen of de trein inactief is # = adres; 1 – 10239 (max. 99999) I = waarde; 0 of 1 (actief, inactief)
Pagina 71 van 76
GBtrain
16.
Tips ter verbetering van het draadloze netwerk
Voor een goed functioneren van GBtrain is het verstandig je netwerk, indien je er gebruik van maakt, zo goed mogelijk in te stellen voor een optimaal gebruik. Zeker bij draadloze netwerken is uitval van de verbinding frustrerend. Hieronder worden een aantal tips ter verbetering gegeven voor je router, er word als voorbeeld een TP‐LINK router gebruikt. Het is onmogelijk om voor ieder type router dit op te geven maar de basis instellingen voor iedere router zijn hetzelfde, enkel benamingen en indeling in het instellingenmenu zijn afwijkend per merk/type. Log in op je router, dit gebeurd met het IP adres van de router en de gebruikersnaam en wachtwoord. Na inloggen verschijnt bijvoorbeeld het volgende:
In het menu zoek je naar de instellingen voor de draadloze verbinding. Stel de netwerk modus in op ’11bg mixed’ (of maximaal 130 Mbps). Een volgende stap is het instellen van het netwerk kanaal op een kanaal wat niet gebruikt word en bij voorkeur ver verwijderd ligt van andere wel gebruikte kanalen. Om te weten te komen wat het best in te stellen kanaal is zijn er freeware programma’s zoals bijvoorbeeld ‘inSSIDer’.
Pagina 72 van 76
GBtrain
Nadat je deze instellingen hebt opgeslagen zal de router zichzelf opnieuw opstarten om gebruik te kunnen gaan maken van deze instellingen. Nadat het netwerk weer te bereiken is kan je controleren of het ingestelde kanaal ook een snelle verbinding geeft. In Windows zit er een optie om contact te maken met een ander apparaat in het netwerk. Dit is een zogenaamde ping opdracht. Hiermee druk je figuurlijk gezien op de deurbel van een ander apparaat. Hoe sneller het apparaat reageert des te beter/stabieler is het netwerk. Met een ping opdracht worden er standaard vier pogingen verricht en als antwoord komt er hoelang het heeft geduurd voordat er respons komt. Start een opdrachtprompt, in Windows Vista kan je dit starten door op de Windows knop te klikken en vervolgens ‘Uitvoeren’ te kiezen. In het venster type je ‘cmd’ gevolgd door Enter.
Uitvoeren venster
Type ipconfig in gevolgd door Enter om aan het ip adres van je router te komen
Pagina 73 van 76
GBtrain
Bij ‘Standaard gateway’ staat het IP adres vermeld van de router
Type uw standaard gateway IP adres in
Overzicht met de responstijden Wanneer de tijden boven de 100ms liggen of er een ‘Request timed out’ volgt dan is sprake van een slecht netwerk kies dan een ander netwerk kanaal om betere tijden te krijgen en herhaal de ping actie om zo betere tijden te krijgen. Stel de keuze van het kanaal nooit in op automatisch. Pagina 74 van 76
GBtrain
Pagina 75 van 76
GBtrain
Pagina 76 van 76