GALAPAGOS SEPTEMBER 2011 Groepsreis Wild Water
Al een poosje waren we aan het broeden op een reis naar de Galapagos, toen we einde 2008 (!) het bericht kregen dat Steven van 'Wild Water' de Agressor I had gecharterd voor september 2011. Dankzij onze snelle beslissing kaapten we de laatste plaatsen weg. Drie jaar aftellen …. zou het de moeite lonen … zijn geld waard zijn … konden we de stroming, waarvan gezegd wordt dat ze best pittig is, aan? Een hele papierwinkel moest worden afgehandeld enkele weken voor de afreis. Met een maximum reisgewicht van 23 kg, moesten we beslissen welk duikpak we wilden mee nemen. De discussies tussen enkel of dubbel pak laaiden soms hoog op. Maar ik hield voet bij stuk en nam mijn dubbele 7 mee. De Galapagos liggen dan wel op de evenaar, maar de koude stromingen die de eilanden aandoen maken dat de watertemperatuur zakt tot slechts 14°C op de zuidelijke duikstekken. Van Brussel, via Madrid, vlogen we naar Quito, de hoofdstad van Ecuador. Een aansluitende, korte vlucht bracht ons tenslotte naar Guayaquil, waar we de nacht zouden doorbrengen om de volgende morgen door te vliegen naar de Galapagos. In de haven van San Cristobal, slechts een kwartiertje van de luchthaven verwijderd, lag de Agressor I op ons te wachten. Bij de verwelkoming werden onze hutten toegewezen en kregen we een eerste korte briefing over het verloop van de cruise en het reilen en zeilen aan boord. De hutten waren ruim en voorzien van alle comfort: een degelijk bed, TV en video, badkamer met warme douche en toilet, airco voor elke hut en voldoende bergruimte voor je spullen. Het duikdek bevond zich helemaal beneden, achteraan op het schip. Het was een grote ruimte, waar elke duiker zijn eigen plek kreeg. Onder de bank, waarop je tank in een houder geklikt zat, bevond zich een bergruimte voor kleine spullen. Je bouwde je set 1 keer op, en daarna hoefde je enkel na de duik je ontspanner los te draaien. Overigens werden ook nog wat veiligheidsattributen aan je jacket bevestigd: een 'duck' aan je inflatorslang, en een pakketje met vlaggenstok aan een D-ring. Ook bij hoge golven was je dan nog zichtbaar voor de bemanning van de zodiac. Verder waren er 2 grote cameratafels, waar je je camera veilig dag en nacht kon achterlaten, samen met eventuele batterijladers, montagebenodigdheden, enz… Achter de tafels was een kast waarin je batterijen kon opladen. Op het duikdek bevonden zich verder een spoeltank voor de pakken, 2 warme douches, en twee spoelbakken voor de camera's. Op het achterdek van de eerste verdieping werd de uitgebreide briefing gegeven voor elke duik. Nog net voor de eerste maaltijd, maakten we een checkduik op 'Los Lobos'. Volgens de briefing was deze plek enkel bedoeld om goed uit te loden, en moesten we er verder niet teveel van verwachten. Toch kwamen we allemaal, zonder uitzondering enthousiast weer boven. Zeeleeuwen hadden al voor spektakel gezorgd. Hun capriolen waren de max! Aan het einde van de duik viel de duikbril van Jan overboord. Een zeeleeuw die net op dat ogenblik voorbij zwom, stak zijn koppie in de lus en ging er al duikelend vandoor met het masker! Jan mocht gerust zijn, het beest ziet zijn prooi vanaf heden dubbel zo goed en dubbel zo groot!
Na de duik werden we op het duikdek opgewacht met warme snacks, chocolademelk en heerlijk warme handdoeken! Wat wil een mens nog meer? Voor de liefhebbers was er voor de brug, op de eerste verdieping, een jacuzzi om na te genieten van de eerste duik, of je kon helemaal bovenaan op het zonnedek gaan liggen, en genieten van de warme stralen op je blote huid en de fregatvogels gadeslaan die de kapitein de weg leken te wijzen. De volgende ochtend waren we klaar voor onze eerste 'echte' duik op Punta Carrion bij het eilandje Pinta. De duik leidde ons langs een onderwaterberg, die we aan onze linkerzijde hielden. Een dieper gelegen zanderige helling aan de rechterkant herbergde heel wat leven: een school barracuda's draaide majestueus haar eindeloze rondjes in de lichte stroming. Een hele school blauwe doktersvissen graasde op de bemoste rotsen. Daartussen zagen we verschillende blauwe sterslakken; gevlekte slangalen vluchtten in paniek voor ons weg over het witte koraalzand. Een Rode poon toonde zijn kleurrijke vissenkleed en een redmouth batfish waande zich onbespied. Enkele zeeleeuwtjes stalen de show met hun onderwaterballet. Het zicht was niet geweldig goed, wat ook te verwachten was in deze voedselrijke wateren. Maar daarvoor mochten we dan wel genieten van heel veel vissoorten in grote scholen. Op Cousins' Rock, bij Bartholomé, was het water slechts 14° C en deed het zicht eerder denken aan ons eigen Zeeland. Het landschap met rotsen vol spleten en overhangen, in lagen omhoog gestuwd door het natuurgeweld, bood de uitbundig groeiende takken zwart koraal een ideaal houvast. Daarin vonden verschillende soorten koraalklimmers beschutting, waaronder de spitssnuit koraalklimmer, een erg schuwe soort, die niet graag poseert voor de lens van de fotografen. Op het rotsplateau genoten we van schildpadden, een school barracuda's, spelende zeeleeuwen, grazende doktersvissen, trompetvissen, … De meeste duikers wilden hier geen extra duik meer doen omwille van het koude water en het slechte zicht. Een ijskoud pintje leek hen interessanter dan het ijskoude water. Een foute beslissing, zo bleek achteraf. Het groepje van 5 dapperen, die de koude toch trotseerden, genoten van uitzonderlijk grote scholen vis en heel wat beter zicht en daardoor ook een opwindende duik. (nvdr Wild Water: Het moet gezegd: na die eerste volledige dag hadden we al één en ander gezien, maar toch overheerste bij de meeste enige angst. Ijskoud water, slecht zicht, geen enkele haai… Was dat nu het beloofde paradijs. Op discrete wijze nam ik de duikgids apart, en vroeg hem wat we mochten verwachten. Zijn geheimzinnige gelaatsuitdrukking en letterlijke repliek: “Don’t worry, tomorrow will be a completely different World…” zullen me eeuwig bij blijven.)
In de late namiddag werden de motoren gestart voor de afvaart naar het hoofddoel van deze Cruise: de eilanden Wolf en Darwin. Een overheerlijk avondmaal sloot deze dag af. Van de onrustige overtocht kregen we niet veel mee door een lekkere, diepe slaap. We ontwaakten met in ons blikveld het eiland Wolf! Uiteraard waren we allemaal erg opgewonden, want hiervoor waren we gekomen! Deze topduikplaats, wordt gekenmerkt door sterke stromingen en heel veel groot wild. Vol spanning maakten we ons klaar voor de eerste duik. We merkten opgelucht dat het zicht hier heel goed was, en het water 24°C. We daalden af naar de rotsen en zochten een plek
om te genieten van de actie die zich voor onze ogen ontrolde! Van alle kanten waren de grote jagers aan het werk. Scholen vissen werden in paniek alle kanten opgejaagd door de verschillende soorten haaien, tonijnen en dolfijnen die zich op het feestmaal stortten. En wij zaten er midden in. Ook ongewoon voor ons, waren de jagende murenen hier op de rotsen! Normaal zien we dit spektakel enkel maar bij een nachtduik! De stroming was redelijk sterk, maar we zochten en vonden beschutting achter en tussen de dikke rotsblokken. Na de duik: EUFORIE!!! Het gekakel van opgewonden duikers die net de duik van hun leven hadden gehad, deed denken aan euforische vrouwen in de solden! De tweede duik was de stroming een beetje tot rust gekomen en waren ook de jagers minder actief. Loom draaiden de honderden hamerhaaien hun rondjes voor onze ogen. We waren volledig omringd door de jagers: boven, onder, voor en achter, links en rechts, zover je kijken kon! Het was een geweldig gevoel. De Galapagoshaaien waren in het geheel niet schuw en kwamen rakelings langs en over de duikers heen geschoten. De wit- en zwartpunten bleken ook niet verlegen en scheerden op enkele centimers langs ons heen. Hun zwarte, koude ogen keken ons doordringend aan. Plots doemde een school adelaarsroggen op uit het blauw. Nieuwsgierig bleven ze in de stroming voor de duikers hangen: 'wie kijkt wie nu aan?' Door alle actie en het overtuigend aanwezige groot wild, vergaten we bijna alle andere bezienswaardigheden in het water. We konden genieten van kogelvissen in allerlei vissenkleedjes gaande van geel, over blauw en zwart gestippeld, …. Ook trompetvissen hadden opvallend gele bruidskleuren aangetrokken. Een school wimpelvissen deed haar best om zich te handhaven in de wiegende golfslag. Daartussendoor zagen we ook nog eens tientallen schildpadden! De conclusie voor deze goed gevulde dag op Wolf: indrukwekkend, geweldig, ongelooflijk! Na onze laatste duik voeren we verder naar Darwin voor de topduikplaats 'the arch'.
We genoten van de kookkunst van onze kok, en het mag gezegd worden, die man kende zijn vak. Elke ochtend konden we onze voorkeur opgeven voor het ontbijt: naast granen of brood met beleg, konden we kiezen voor toast, spek, eieren, omelet, french toast, …. 's middags wachtte ons een heerlijke dampende kop soep en een zalige lunch van het buffet. 's Avonds was er dan weer bediening aan tafel, met een voorgerecht, hoofdgerecht en toetje. De wijnen werden rijkelijk geschonken voor de liefhebbers. De volgende ochtend keken we verwachtingsvol uit het raam: daar lag 'the Arch'! Wat een indrukwekkend schouwspel: de immer onrustige golven sloegen schuimend omheen het monument van de natuur. Verwachtingsvol lieten we ons in het water vallen en daalden af naar het rotsplateau om te genieten van opnieuw een overweldigend schouwspel van haaien, haaien, haaien, … en al het andere moois. God was ons gunstig gezind en zette een volwassen, zwangere walvishaai op onze weg. De indrukwekkende afmetingen van het dier kan je je niet voorstellen. Als je naast zijn kop hing, voel je pas hoe klein en nietig wij mensjes zijn.
Ook de volgende dagen mochten we opnieuw genieten van heerlijke duiken op deze geweldige plaats. Zoals de gids het bracht in zijn briefing: 'sit down and watch the show'! Daarna ging het onverbiddelijk terug naar het punt van vertrek. We deden op de terugweg opnieuw Wolf aan, om ook hier af te sluiten met een indrukwekkende duik. Er wachtten ons 15 uur varen. Die werden gedurende de nacht overbrugd. Op de terugweg doken we op Isabela: 'Punta Vincente Rocka'. Hier was het water weer merkelijk kouder dan op Wolf en Darwin. Maar in ruil daarvoor mochten we genieten van de aanwezigheid van een tiental mola mola's. Ook zeepaardjes, schildpadden, roggen, doktersvissen … redmouth batfish en een school makrelen die elkaar achterna zwommen in hun eeuwige rondjes, met daartussen door de gekken capriolen van de zeeleeuwen, maakten het tot een topduik. Als extraatje zagen we de 'Galapagos Cat Shark (hondshaai)'. Hij leek een beetje op de bamboehaaien, die je in Papoea tegenkomt, vond ik. Dit was een heel kleurrijk rif, met veel zacht koraal. Dat hadden we op Galapagos eigenlijk niet echt verwacht. Wij gingen er van uit dat het allemaal rotsen zouden zijn. Gelukkig voor ons was dat niet het geval. Aan het einde van de rotsformatie hing een gigantische school 'black striped salema's'. De miljoenen exemplaren hingen in een dichte donkere muur van vislijven. De school werd doorkliefd door jagende pinguïns en flightless cormorants. We eindigden de duik op een ondiep stuk zwart lavazand. Dit was het territorium van tientallen schildpadden en mariene leguanen. Tussen twee duiken door, op weg terug naar ons schip, werden we als toetje nog verwend met de aanwezigheid van een gezinnetje orka's. Geweldig toch!? Met deze schitterende duikplaats namen we afscheid van een fantastische duikcruise. De allerlaatste dag van de cruise werd gebruikt om een bezoek te brengen aan land. 'Los Gemelos' zijn twee vulkaankraters in de hooglanden van Santa Cruz, die gedeeltelijk zijn ingestort. We daalden af in een lavatunnel, waarin we duidelijk alle kleuren zagen van de gesmolten gesteenten. In de namiddag bezochten we het Darwin Center, waar we kennis maakten met de verschillende soorten landschildpadden, die hier endemisch zijn. Bleek dat elk eiland, zelfs elke vulkaan, zijn eigen subsoort heeft. Sommigen daarvan zijn helaas uitgestorven. Van 1 soort is er nog slechts 1 overlevende, 'Lonesome George' genaamd. Mocht iemand een wijfje kunnen aanleveren waarmee hij wil paren en waar jonge schildpadden uit geboren worden, die krijgt een beloning uitbetaald van 10.000 USD. Dus …
De laatste nacht aan boord bracht ons terug naar de haven van vertrek in San Cristobal. In de vroege voormiddag gingen we definitief aan land en namen onze intrek voor 1 nacht in een hotelletje. De voorkant sprak ons niet erg aan, maar we waren aangenaam verrast, eens we doorliepen door een stadstuin naar de kleurrijk ingerichte kamers. We namen de tijd om langs het strand een bezoek te brengen aan een kolonie zeeleeuwen, die er lekker in het zonnetje lagen te genieten. Blijkbaar hadden we onbedoeld het territorium van het dominante mannetje betreden, dat ons met zijn scherpe tanden dreigend toe brulde. Wijselijk maakten we ruim baan voor hem. In de namiddag bracht een busje ons naar de hooglanden van San Cristobal, waar zich het grootste zoetwatermeer van de Galapagos bevindt in een (voorlopig) niet actieve vulkaankrater. Jammer genoeg werkte het weer niet mee: de wolken hingen laag, waardoor de zichtbaarheid slecht was, wij nat werden en de helling gevaarlijk glad. De steile klim was toch de moeite waard, omdat Guido de show stal door de weg terug naar beneden op zijn achterste te doen! We bezochten opnieuw een broedstation voor schildpadden. Hier worden de jonge schildpadden gekweekt en verzorgd, tot ze op tienerleeftijd zijn. Dan worden ze uitgezet in de natuur. De volgende ochtend, voor dag en dauw, werden uit ons bed gelicht voor de overtocht naar Santa Cruz. Met 600 paardenkrachten, vlogen we over de golven om in ongeveer 2u00 tijd aan te komen in Puerto Arroya. We checkten in in de Divers Lodge en vertrokken voor een prachtige trip naar Tortuga Bay. Een korte, steile klim en een lange wandeling van een uur over een slingerend pad door de jungle, bracht ons naar een adembenemend mooi strand. We genoten van de zon, de golven, het witte zand. We kwamen heel dicht bij enkele mariene leguanen die hier hun thuis hebben gevonden, we zagen ook de BLUE FOOTED BOOBIES (Jan Van Genten met blauwe voeten), die enkel op de Galapagos voorkomen. Na de lange wandeling terug, sloten we af met een heerlijk aperitiefje en een geweldig avondmaal. Na een korte nacht staken we opnieuw de oceaan over naar Isabela Island. Isabela heeft slechts een tweeduizendtal inwoners. Om die reden is er geen wegennet. Het zijn gewoon brede zandstraten, die zich door het centrum slingeren. Toch merkte je aan het aantal bars en restaurants, dat het hier een toeristische trekpleister is.
Met een vissersboot deden we een ronde in de baai om de blue footed boobies te zien,pinguïns en pelikanen. We maakten een lange wandeling door Los Tintoreros. Dit jonge vulkaanlandschap herbergde langs de kustlijn een brede geul, waarin het krioelde van de jonge witpuntrifhaaien, die hier een veilige haven hadden gevonden tegen de grote rovers in het open water. Even verder vonden we verschillende kolonies mariene leguanen, opgesplitst in aparte groepen voor de jongen, wijfjes en mannetjes. Ook zeeleeuwen lagen op een strookje witte zand te zonnen. De namiddag op Isabela bracht ons naar het binnenland, voor een bezoek aan de 'Wall of Tears'. Dit dikke, massieve bouwwerk is een overblijfsel van de tweede wereldoorlog, toen misdadigers hier gedwongen werden om de scherpe lavastenen op hun rug aan te dragen om hun eigen gevangenismuur te bouwen. Daags daarna gingen we de hooglanden in, naar Sierra Negra, en beklommen de vulkaankrater, die pas zeven jaar geleden voor het laatst uitbarstte. Een indrukwekkend panorama ontrolde zich voor onze ogen. Met de prachtige, blauwe lucht als decor, staken de zwarte lavavelden duivels af tegen het uitbundige groen op de vulkaanflanken. We maakten nog een korte stop aan een brakwaterpoel om te genieten van enkele flamingo's die er aan het fourageren waren. Opnieuw moesten we pokkevroeg ons heerlijke bed uit, voor de laatste oversteek van deze reis: terug naar Santa Cruz. We namen afscheid van de groep belgen die vandaag naar huis vertrokken. Met ons vijfjes bleven wij nog een aantal dagen hier om nog lekker te duiken rond Santa Cruz. En of dat een goede beslissing was: de duiken die we nog deden waren gewoon zalig! We konden genieten van speelse zeeleeuwtjes, die er maar niet genoeg van kregen om hun rondjes met ons te dansen. Ook de manta's maakten het tot enkele spectaculaire duiken. Je kon wel zeggen dat we door de duikgidsen in de watten werden gelegd: zij bouwden de duiksets op, ze deden onze loodgordels om, onze vinnen aan … en bij het einde van de duik, het omgekeerd verhaal! We hoefden echt niks te doen dan ons te laten meedrijven met de stroming en te genieten van het spektakel! In de Aventura lodge waren we ondergebracht in enkele prachtige kamers met spectaculair uitzicht over de haven; de maaltijden waren toppie! Kortom, het was nog een paar dagen puur genieten. Maar zoals het gaat met alle mooie liedjes, ook aan dit feestje kwam er een einde. Moe, maar zeker voldaan, vlogen we begin oktober weer huiswaarts. Tijdens onze tussenstop in Guayaquil hadden we nog enkele uurtjes over voor een uitgebreide kennismaking met de stad. Een voorspoedige reis bracht ons uiteindelijke terug in het 'zonnige' België. Marleen Buntinx.
De Galapagoseilanden zijn een verspreide groep eilanden die ter hoogte van de evenaar in de Stille Oceaan liggen. Staatkundig behoren ze tot Ecuador, maar ze liggen in open zee op ongeveer 1000 km van de westkust van Zuid-Amerika. De eilanden zijn geologisch gezien erg jong: enkele miljoenen jaren. Ze zijn van vulkanische oorsprong. Er komen veel unieke dieren en planten voor, die per eiland vaak enigszins verschillende soorten hebben gevormd.
Statistische data ▪ Inwoners: 40.000 (2003) = 40 x meer dan in 1950. ▪ Oppervlakte: totale landoppervlakte ca. 7880 km²; 13 eilanden van meer dan 10 km² en 115 kleinere eilanden. ▪ Hoogste punt: 1707 m.
Belangrijkste eilanden in volgorde van afnemende grootte ▪ Isabela 4588 km² ▪ Santa Cruz 986 km² ▪ Fernandina 642 km² ▪ San Salvador/Santiago 585 km² ▪ San Cristóbal 558 km² ▪ Floreana/Santa Maria 172 km² ▪ Marchena 130 km² ▪ Española 60 km² ▪ Pinta 59 km² ▪ Kleine eilandjes: onder andere Genovesa, Santa Fe, Darwin, Isla Wolf, Rabida, Pinzon, Bartolome, Seymour Norte, Baltra, Daphne, Plazas en Isla Mosquera ▪
Ontwikkeling van het dierenleven De afgelegen ligging van de eilanden maakt dat ze na hun ontstaan maar zeer spaarzaam door dieren vanaf het vasteland zijn gekoloniseerd, waarbij de dieren die in de loop der tijd arriveerden verder onafhankelijk van hun soortgenoten op het vasteland zijn gaan evolueren. Zo ontstonden veel endemische soorten. De specifieke woonomgeving en het grotendeels ontbreken van roofdieren leverden hun eigen bijdrage aan de aard van de selectiedruk: een aantal vogels verloor het vermogen tot vliegen, zeeleguanen ontwikkelden aanpassingen om onder water te kunnen grazen op bedden zeewier, de landschildpadden groeiden tot enorme omvang uit, en de darwinvinken gingen een groot aantal verschillende ecologische niches bezetten, met vooral aanpassingen in de grootte en vorm van hun snavels. Er komt ook een pinguïnsoort voor, de galapagospinguïn. De enige roofvogel is de galapagosbuizerd. Verder leeft er een kleine populatie van (gewone) flamingo's (Phoenicopterus roseus). Ook is er een grote diversiteit aan zeevogels waaronder blauwvoetgenten, roodvoetgenten, fregatvogels, golfalbatrossen, zwaluwstaartmeeuwen, stormvogels en pelikanen. Een aantal rijstratten vormen de enige inheemse knaagdieren. Deze behoren tot de geslachten Aegialomys, Nesoryzomys en Megaoryzomys, die samen ongeveer vijf soorten in de archipel hebben.
Geschiedenis De Galapagoseilanden werden in 1535 per toeval ontdekt door de Dominicaanse bisschop Tomás de Berlanga uit Panama nadat zijn schip in een luwte kwam en afdreef. Ze waren onbewoond, hoewel Thor Heyerdahl in de jaren ’50 aardewerkvondsten rapporteerde die van Zuid-Amerikaanse origine zouden zijn, waarover nog controverse schijnt te heersen. Ecuador annexeerde de Galapagoseilanden op 12 februari 1832. Charles Darwin bezocht de Galapagos met het onderzoeksschip Beagle in september 1835 en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door zijn bevindingen tijdens dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van het ontstaan van variaties in soorten door erfelijke aanpassingen volgens de evolutietheorie. In verband met de evolutietheorie zijn soorten op geïsoleerde eilanden en eilandengroepen voor biologen een specifiek aandachtsgebied geworden. Sinds 1959 zijn de eilanden een nationaal park. Ook de oceaan eromheen is uitgeroepen tot zeereservaat. Sinds 1978 staan de eilanden op de werelderfgoedlijst van de UNESCO en in 1981 werd dit met het zeereservaat uitgebreid. In 1959 werd de Charles Darwin Foundation opgericht die zich bezighoudt met de instandhouding van de natuurlijke toestand van de eilanden.
Klimaat De Galapagoseilanden hebben een heet en droog klimaat. Het karakter van de eilanden wordt vooral bepaald door de van Antarctica afkomstige koude Humboldtstroom.
Problemen In 2001 bedreigde lekkende olie van een gestrande tanker het ecosysteem van de Galapagoseilanden. Door de komst van de mens, en de al dan niet opzettelijk door de mens meegebrachte (en in het verleden weggevangen) dieren is het zeer kwetsbare ecosysteem ernstig bedreigd. Een aantal van de unieke soorten is al verdwenen. Een verwilderde geitenpopulatie heeft grote schade toegebracht aan de inheemse flora en fauna van de eilanden Santiago en Isabella. Tussen 1997 en 2006 werden er in totaal ruim 150.000 geiten geruimd, zodat daar geen geiten meer voorkomen en de natuur zich redelijk goed hersteld heeft. De rest van de unieke eilandsoorten is bedreigd en wordt nu wel zorgvuldig beheerd. Het toerisme genereert hiervoor aanzienlijke inkomsten maar vormt op zichzelf ook wel weer een bedreiging voor het ecosysteem.
(bovenstaande info: Wikipedia)