GODSDIENSTINSPECTIE
EN
BEGELEIDING
Hartelijk welkom
PASTORAAL
OP
Februari 2015
Eerste communie
p2 Inleiding Peter Malfliet p5 Eerste communietocht Peter Malfliet Karel Van de Voorde p 10 Integreren in de godsdienstles Katrien Tonnard p 16 Liturgie vieren met kinderen Dieter Van Belle p 25 Met een rugzak op stap Sabien Lagrain Elisah Gommers p 30 Eerste communietraject Ludwig Lybeert p 32 Eerste communiekoffer Myriam De Backer p 36 info
Werkwinkels 13.30 Bezinning
1. Eerste communietocht 2. Integreren in de godsdienstles
Toelichting (Peter Malfliet)
3. Liturgie vieren met kinderen 4. Met een rugzak op stap
14.00 Werkwinkel 1 14.40 Koffiepauze 14.55 Werkwinkel 2 15.35 Uitwisselen
5. Eerste communietraject 6. Eerste communiekoffer
Welkom!
SCHOOL
PETER
MALFLIET
Inleiding
Februari 2015
Eerste communie
EERSTE COMMUNIE : ENKELE AANDACHTSPUNTEN 1. In 2009 verscheen de beleidstekst van ons bisdom : Eerste communie tussen gisteren en morgen. Groeien naar een kerkelijke inbedding (vicaris-generaal Paul Van Puyenbroeck in Kerkplein, januari 2009). Vijf jaar later is het nuttig om de basisoriëntaties van deze tekst in herinnering te brengen. Het parochielandschap verandert snel. De diversiteit in de scholen groeit. Dat heeft ongetwijfeld ook gevolgen voor organisatie en aanpak van de eerste communie. Het is belangrijk hierover in gesprek te gaan, rekening houdend met de beleidsopties en de concrete omstandigheden ter plaatse. 2. De beleidstekst pleit voor een verder doorgroeien van een eerste communieviering, die nu nog vaak een schoolgebeuren is, naar een kerkelijke inbedding in de plaatselijke geloofsgemeenschap. “De school is een plaats waar de kinderen in contact komen met – en veel mogen leren over – geloof en liturgie. De parochie evenwel is de aangewezen plaats voor de kennismaking met de geloofsgemeenschap en voor de daadwerkelijke viering van de eerste communie.” 3. In september 2013 publiceerden de Belgische bisschoppen de oriëntatietekst: De sacramenten van de christelijke initiatie bij kinderen en jongeren vandaag. Oriëntaties voor een missionaire vernieuwing (Licap). De drie initiatiesacramenten – vormsel, doopsel en eucharistie - zijn stapstenen op de weg van het christen worden dat een dynamisch gebeuren is van groeien in geloof en ingroeien in de kerkgemeenschap. De eerste communie is het moment van de eerste volledige deelname aan de eucharistie. Ze mag - net zoals de doop en het vormsel - geen geïsoleerd moment zijn. Vandaar het belang om met kinderen en hun ouders een voorbereidend traject te gaan waarin ze ook uitgenodigd worden tot deelname aan de eucharistie op zondag. 4. De belangrijkste vraag is dan ook: Hoe kunnen kinderen en hun ouders vandaag ontdekken wat het betekent christen te zijn en te behoren tot de ruime kerkgemeenschap? Op welke manier kan de voorbereiding op en het gebeuren van de eerste communie hiertoe bijdragen? Het antwoord op deze vraag wordt gezocht in een goede en gepaste samenwerking van plaatselijke geloofsgemeenschap en de school. De geloofsgemeenschap (parochie/dekenaat) neemt daarbij het initiatief. 5. Het parochielandschap verandert snel. De “nieuwe parochie” waarnaar we in ons bisdom evolueren wil het precies mogelijk maken dat er onthalende en initiërende gemeenschappen zijn waar kinderen en hun ouders zich welkom en aangesproken weten. Dit zal in de toekomst meer overleg en samenwerking vragen tussen de bestaande parochies en de verschillende scholen. Het is belangrijk om in die samenwerking ook de bijzondere leermeesters r.-k. godsdienst van de officiële scholen te betrekken. De eerste communie wordt in de regel gevierd in die kerken waar de gemeenschap op zondag samenkomt voor de eucharistie. Andere gewoontes (bijvoorbeeld in de school, in de kapel van de school of op het feest van 1 mei) worden afgebouwd binnen een redelijke termijn.
PETER
MALFLIET
Inleiding
Februari 2015
Eerste communie
6. Katholieke basisscholen willen aandacht hebben voor “identiteit in diversiteit”. Niet alle ouders kiezen voor hun kind de eerste communie. Het is belangrijk respect te hebben voor deze vrije keuze. Inschrijving voor de eerste communie gebeurt dan ook in de plaatselijke geloofsgemeenschap. De school kan hierin een ondersteunende rol spelen (zie ook verder). Vandaag wordt vanuit het model van de “dialoogschool” verder werk gemaakt van de identiteit van de katholieke school die het hele opvoedingsproject draagt. Ze is overigens de verantwoordelijkheid van het hele schoolteam. 7. Het is belangrijk om verder te werken aan een sobere en authentieke liturgie : een herkenbare zondagsviering die (aan)spreekt en daardoor ook kindvriendelijk is. Om hierin ondersteuning te bieden wordt door ‘CCV in het bisdom Gent’ in samenwerking met de inspectie en begeleiding r.k.-godsdienst en schoolpastoraal het initiatief “Zingen met kinderen” (olv Jos Bielen) herhaald (woensdag 21 januari, 19.00u, KAHO Sint-Lieven, Sint-Niklaas). Daarnaast wordt verder werk gemaakt van het aanreiken van goede liturgische suggesties. 8. De ‘eerste communietentoonstelling’ die ouders en kinderen met elkaar in gesprek brengt, wordt vernieuwd en geactualiseerd aangeboden via het Catechetisch Documentatiecentrum (Biezekapelstraat 2, Gent). Samen met andere didactische en catechetisch instrumenten waaronder de eerste communiekoffer, wordt vorm gegeven aan een traject dat kinderen en hun ouders laat kennismaken met wat het kan betekenen vandaag christen te worden. 9. De eerste communie hoeft niet in een grote groep te gebeuren. Andere vormen zijn mogelijk. Dergelijke projecten moeten gebaseerd zijn op een reeds bestaande traditie van goede eerste communietrajecten, veronderstellen een dekenale aanpak en vragen een goede en heldere communicatie met alle betrokkenen en hebben de nodige aandacht voor de ondersteuning vanuit de scholen. 10. Enkele pastorale kwesties : a. Wat met kinderen die niet gedoopt zijn en voor wie de ouders toch de ‘eerste communie’ vragen? De voorbereiding gebeurt in de regel in de plaatselijke geloofsgemeenschap. Leerkrachten en klasgenootjes worden op een goede wijze betrokken. Het doopsel van deze kinderen kan gebeuren in de paaswake of in een viering op zondag waarop bijvoorbeeld ook de gedoopte kinderen die zich voorbereiden op de eerste communie uitgenodigd worden. b. Wat met kinderen die elders gedoopt zijn (in een andere christelijke gemeenschap of door iemand van een rituelenbureau)? Door de pastorale verantwoordelijke van de parochie wordt nagekeken of het doopsel als geldig kan worden beschouwd. Wanneer dit het geval is, is een opname nodig in de rooms-katholieke kerkgemeenschap.
PETER
MALFLIET
Inleiding
Februari 2015
Eerste communie
a.
b.
Het blijft belangrijk om in het hele eerste communiegebeuren aandacht te hebben voor de diverse gezinssamenstellingen. Bijzondere aandacht moet er zijn voor de kinderen uit ‘kansarme’ gezinnen. Basisscholen kennen de context van de kinderen en kunnen ook hierin de plaatselijke geloofsgemeenschappen ondersteunen. In vele scholen in het buitengewoon basisonderwijs bestaat de gewoonte om de eerste communie in de school of met de leefgroep te vieren. Wegens de specifieke situatie van deze kinderen is dit aangewezen. Toch blijft het belangrijk om mogelijkheden te blijven zoeken in het kader van de eerste communievoorbereiding tot contact met andere kinderen en met de plaatselijke geloofsgemeenschappen
11. Een pastorale aanpak getuigt altijd van een samengaan van een grote gastvrijheid en luisterbereidheid met de vrijmoedigheid die getuigt van “de vreugde van het evangelie” (paus Franciscus). De Kerk wil een onthalende Kerk zijn. Tegelijkertijd respecteert ze ten volle de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de mensen en geeft ze aan eenieder – ook aan ons dus – de ruimte gelovig te zoeken en christen te worden. 1 september 2014 Peter Malfliet (bisschoppelijk gedelegeerde catechese, jeugd- en gezinspastoraal)
[email protected] Hein Van Renterghem (inspecteur-adviseur-coördinator r.-k. godsdienst )
[email protected] Nuttige info en documenten : begeleidende documenten bij de eerste communie-voorbereiding, zie www.vicog.be / Godsdienstinspectie / Basisonderwijs / Eerste Communie Catechetisch Documentatiecentrum , Biezekapelstraat 2, Gent (naast kathedraal) : www.grootseminariegent.be – contact :
[email protected] – 09 09 235 78 45 info over de “opname van een kind in de volledige gemeenschap van de rooms-katholieke kerk”, zie www.kerknet.be/gent /Vicariaten en pastorale diensten / Catechese CCV in het bisdom Gent – www.ccv.be/gent - contact :
[email protected]
PETER
MALFLIET
EN
KAREL
VAN
Werkwinkel 1
DE
VOORDE Februari 2015
Eerste communietocht
De eerstecommunietocht wil een stap zijn in een ‘eerstecommunietraject’ dat erop gericht is kinderen en hun families warm te onthalen en te helpen thuiskomen in de eucharistie en in de gemeenschap die deze op zondag viert. Het is een ‘symbolische tocht’ die kinderen in gezinsverband afleggen. De opstelling gebeurt in een kerk. Kinderen en ouders krijgen een routekaart en een routebeschrijving. Er zijn zeven haltes voorzien met telkens een doe-moment en aanzetten voor een geloofsgesprek tussen ouders en kinderen. De eerstecommunietocht kan ontleend worden in het Catechetisch Documentatiecentrum, Biezekapelstraat 2 in Gent. Voor meer info en reservering: Dirk Goossens,
[email protected] – 09 235 78 45. Werkten mee aan de realisatie van de eerstecommunietocht: Riet Heirman Myriam De Backer Karel Van de Voorde Dirk Goossens Peter Malfliet. Vormgeving: Nathalie Praet. Deze eerste communietocht, beschikbaar vanaf half februari 2015, is de actualisering en vernieuwing van de bestaande ‘eerstecommunietentoonstelling’.
PETER
MALFLIET
EN
KAREL
VAN
Werkwinkel 1
DE
VOORDE Februari 2015
Eerste communietocht
Concept In de eerstecommunietocht passeren de deelnemers 7 haltes, die telkens : (1)
… een facet belichten dat samenhangt met de geloofsgroei (van de communicanten zowel als van de begeleidende ouders en evt. andere deelnemers: broers/zusjes, peter/meter…)
(2)
… een catechetische impuls aanreiken: een kans tot verdieping en getuigenis
(3)
… het gesprek tussen de communicant en zijn/haar ouders stimuleert over deze geloofsthema’s
De opstelling van deze tocht gebeurt best in een kerk. De keuze voor een kerkgebouw biedt nl. een meerwaarde. De communicanten en hun families worden dan meteen onthaald op de plek waar de geloofsgemeenschap viert. Inhoudelijk zijn in een kerk enkele interessante plekken voorhanden die een levende catechese zijn (cf. halte ‘gedoopt’ in de buurt van de doopvont/doopkapel, halte ‘aan tafel’ in de buurt van het altaar…) De tocht is zo opgevat dat de communicanten en hun ouders, na een onthaal met een korte duiding, deze op eigen houtje kunnen doen. De aanzetten in het volgboekje, de voorziene werkvormen en impulsen vormen daartoe de nodige leidraad. Indien haalbaar kan per halte (of bij enkele, al naargelang de mogelijkheden ter plaatse) een catechist/leerkracht aanwezig zijn. Deze begeleider geeft aan het opzet nog meer getuigeniskracht en kan bovendien de betrokkenheid van ouders en kinderen stimuleren. De concrete organisatie is ter plaatse te bekijken. Indien de groep niet te groot is, kan de tocht als een gezamenlijk gebeuren ingericht worden: met vast startuur, een kort gezamenlijk onthaal en intro voor de hele groep, evt. zelfs een samenzangmoment. De families kunnen dan naar keuze de tocht bij een of andere halte aanvatten. Anders (zeker bij grotere groepen en/of een interparochiale organisatie) kan de opstelling ook als ‘doorlopend’ voorzien worden (bv. op een bepaalde woensdag-, zaterdag- of zondagnamiddag), waarbij men de gezinnen uitnodigt om ergens tussen bepaalde uren de tocht te komen afleggen …
Praktisch… Bij het onthaal krijgen de kinderen een ‘routekaart’ en de volwassenen een ‘routebeschrijving’ (volgboekje). Bij elke halte wordt de routekaart van de kinderen aangevuld (met een eenvoudig schrijfopdrachtje of een sticker). De ouders volgen de route samen met hun kind en vinden in hun volgboekje bij elke halte enige toelichting (een concrete opdracht, vraag, tekst of suggestie…), die hen helpt samen met hun kind stil te staan bij het thema van de halte. Elke halte wordt aangegeven door een ‘roll-up’ met nummer en titel van de halte. Daarbij is telkens bijhorend catechetisch materiaal voorzien. De inhoud van de haltes kan extra benadrukt worden door de specifieke plaats in de kerk.
PETER
MALFLIET
EN
KAREL
VAN
Werkwinkel 1
DE
VOORDE Februari 2015
Eerste communietocht
Tips… De zorg voor een goed onthaal is cruciaal. Dat men zich van harte welkom weet, is op zich al een catechese! In het bijzonder gaat onze aandacht best naar de meest kwetsbare gezinnen: net voor hen is een attent onthaal immers zeer tekenend voor het geloof van waaruit we samen zijn. Dit initiatief biedt een uitgelezen kans om de krachten te bundelen. Zeker wanneer geopteerd wordt voor de formule waarbij elke halte bemand is, is het goed dat parochie en school gezamenlijk de schouders zetten onder dit initiërend gebeuren. De betrokkenheid van parochiale catechisten en leerkrachten is een mooi teken van de gezamenlijke zorg voor de geloofsgroei van de communicanten. Ook interparochiaal en dekenaal biedt de eerstecommunietocht overigens om deze reden samenwerkingskansen. Bovendien leert de ervaring dat het verrijkend is om met leerkrachten van verschillende scholen samen te werken rond dit project! Uiteraard kan – mits bewaken van de timing – bijkomend ook nog gedacht worden aan extra ‘haltes’: een zang-halte bijvoorbeeld (waar o.l.v. een leerkracht of catechist een lied aangeleerd wordt), of een koek-en-drank-stop (tussendoor of aan het eind van de tocht, bovendien een uitgelezen ontmoetingskans), een heuse knutsel-stop (waar de kinderen bv. een gebedsdobbelsteen of een kruisje knutselen voor thuis…). 7 haltes Gedoopt Verhaal Woorden Aan tafel Dankbaar Groeien in geloof Bidden Korte toelichting bij elk van de haltes 1. Gedoopt Deze halte wordt bij voorkeur opgesteld in de buurt van de doopvont (met doopwater, de paaskaars, chrisma op een tafeltje, eventueel het bord met de namen van gedoopte kindjes,…). In het doopsel werden we ingeschreven in het verhaal van God met de mensen en opgenomen in de wereldwijde gemeenschap van christenen. Aan de hand van 4 sprekende foto’s wordt de betekenis van het doopsel opgeroepen. Bij elke foto hoort een kaart met telkens 2 zinnen duiding op kindermaat. De kinderen leggen bij elke foto de passende zin. Ouders worden uitgenodigd om te vertellen over het doopsel van hun kind. Op de routekaart staat de palm van een hand waarin het kind zijn naam mag schrijven.
PETER
MALFLIET
EN
KAREL
VAN
DE
VOORDE
Werkwinkel 1
Februari 2015
Eerste communietocht
2. Verhaal Bij deze halte hoort een lezenaar met Bijbelboek of lectionarium. We lezen één verhaal uit de Bijbel. We werken met het verhaal van Zacheüs, zoals verteld en geïllustreerd in de Kijkbijbel. Een volwassene leest het verhaal voor en de kinderen leggen de prenten (met tekstbalonnetjes) in de juiste volgorde. Hoe denk je dat Zacheüs zich voelde in het begin van het verhaal en op het einde van het verhaal? Op de sticker staat de tekst “Jezus geeft een nieuwe kans”. 3. Woorden Er is een white board voorzien. In het midden staat het woord ‘eerste communnie’. Tal van associatiewoorden’ liggen klaar (op kleefband meet magneet). De deelnemers kiezen elk drie woorden die ze op het bord aanbrengen. Ze gaan met elkaar in gesprek over hun keuze. In een blanco tekstballon op de routekaart kunnen de kinderen hun keuzewoord schrijven. 4. Aan tafel Indien mogelijk wordt deze halte opgesteld in de buurt van het altaar. Aan de hand van drie sprekende tekeningen van het laatste avondmaal (“met zijn vrienden aan tafel”, “brood en wijn”, “de voetwassing”) wordt dit gebeuren opgeroepen. Elke tekening verwijst naar een van de hedendaagse foto’s van de tafeldienst in de eucharistie. De kinderen passen de juiste tekening bij de corresponderende foto en zoeken er de kaart bij die ons kort toelicht waarover het gaat. Op de sticker voor de routekaart staat een tekening van het laatste avondmaal. 5. Dankbaar In deze halte worden voorbeelden aangereikt van mooie communieprentjes met zinvolle tekstjes. De kinderen kunnen kiezen welke ze mooi vinden of kunnen zelf een tekstje schrijven… In het volgboekje van de ouders staan de tekstvoorbeelden. Met een stempel zetten de kinderen op hun routekaart: ‘dankjewel’.
PETER
MALFLIET
EN
KAREL
VAN
DE
VOORDE
Werkwinkel 1
Februari 2015
Eerste communietocht
6. Groeien in geloof In deze halte worden voorbeelden van goede kinderbijbels aangereikt. De kinderen krijgen een aantal prenten/voorwerpjes die ze kunnen opzoeken in een van de kinderbijbels. Dat kan startpunt zijn om het verhaal te hervertellen. Voorgestelde kinderbijbels: Cate, M. t. (2008). Prentenbijbel verhalen uit het Nieuwe Testament. Heerenveen: NBG Kort,K.d. ( 1992). Kijkbijbel. Heerenveen: NBG Mijn kijk-en ontdekbijbel (2014) – Averbode Wrigt, S. – Manea C. ( 2011). Averbodes kinderbijbel. Altoria-Averbode Mijn eerste Bijbel. Parragon Books Ltd, Ned.vertaling (2003). Daarnaast kan ook ander interessant materiaal aangeboden worden (kruisjes, gebedsdobbelsteen, …) en een bestelformulier van de liturgische boekhandel. Op de routekaart staat: “Jezus steeds beter leren kennen”. 7 bidden De andere haltes kunnen in willekeurige volgorde doorlopen worden. Deze halte is altijd de laatste. Ze wordt opgesteld aan een kruisbeeld met een brandende kaars. (Dat kan bijvoorbeeld in de weekkapel of in een zijkapel.) Er zijn stempels voorzien met de tekst van een gebedje die de kinderen kunnen stempelen op een blad. Het kind bidt één tekstje voor en plaatst een theelichtje bij het kruis. Na een moment van stilte kan het Onze Vader samen gebeden worden (tekst ook in volgboekje ouders) en/of kan een kruisteken worden gemaakt. Op de routekaart kunnen de kinderen hun gebed stempelen.
KATRIEN
TONNARD
Werkwinkel 2
Februari 2015
Integreren in de les
De voorbereiding op de eerste communie is voor vele leerkrachten een hele opgave. De godsdienstlessen in het eerste leerjaar worden er soms zwaar door belast, zowel door de omvang in tijd als door de inhoud van die voorbereiding. We willen hier enkele tips geven, die het werk kunnen vereenvoudigen. Men kan onderscheid maken tussen de algemene voorbereiding en de specifieke voorbereiding. De algemene voorbereiding De algemene voorbereiding kan al beginnen bij het begin van het schooljaar. Daarom moeten die lessen nog niet aan de kinderen voorgesteld worden als voorbereiding op hun eerste communie. De leerkracht kan in de godsdienstlessen al heel veel elementen aan bod laten komen, die nuttig zijn voor de eerste communie: groepsvorming, verhalen, liederen, teksten, gebeds- en stilterituelen, … Het leerplan godsdienst heeft dat voorzien in bijna alle onderwerpen: Mag ik zijn wie ik ben? Geboorte en groei. Ik heb een lichaam met vele mogelijkheden. Maar ik kan niet alles. Water. Brood. Jezusverhalen. Liturgisch en pastoraal jaar. Het opzet is dat kinderen in het eerste leerjaar groeien in geborgenheid. Die geborgenheid kunnen ze vinden in de klas. De onderwerpen zijn daarop gericht. Op die manier wordt er gewerkt aan een evenwichtig zelfbeeld en een zinvol Jezus- en godsbeeld. Jezus leren kennen – verhalencyclus eerste graad Voor kinderen die hun eerste communie willen doen, is het belangrijk dat ze Jezus leren kennen en zich met Hem verbonden voelen. Dat is de eerste opdracht in de voorbereiding op de eerste communie. Sommige kinderen kennen Jezus al. Een leerkracht merkt vlug met welk Jezusbeeld de kinderen opgevoed zijn. Soms mogen ze wel een ander Jezusbeeld leren kennen. Andere kinderen hebben nog weinig of niets gehoord over Jezus. Dan is het heel belangrijk hen zo vlug mogelijk mee te nemen in de Jezusverhalen. Niet de hoeveelheid Jezusverhalen speelt een rol om een Jezusbeeld te ontdekken, maar wel de verdieping in deze verhalen is belangrijk. Een Jezusverhaal is meer dan alleen maar een verhaal. Wat achter de woorden geschreven staat, is vaak groter dan de letter. Met Jezusverhalen kan je al beginnen vanaf de maand september, ook in de onderwerpen die ogenschijnlijk niet veel met eerste communie te maken hebben.
KATRIEN
TONNARD
Werkwinkel 2
Februari 2015
Integreren in de les
Via de Jezusverhalen in de verschillende onderwerpen kunnen kinderen vertrouwd worden met elementen die belangrijk zijn voor de viering van hun eerste communie:
Wij zijn welkom bij Jezus. Jezus ontmoet mensen. Hij schenkt hen vergiffenis, wanneer ze fout zijn. Door Jezus gaan mensen anders, beter leven. Jezus vertelt verhalen. Jezus gaat aan tafel met mensen. Jezus bidt.
Vanuit de Jezusverhalen is er uiteraard aandacht voor het Jezusbeeld. Daarbij hoort ook aandacht voor het godsbeeld en het zelfbeeld van de kinderen. Dat alles kan ook uitgedrukt worden en leven in gebed en stilterituelen: Jezus en God houden van mij zoals ik ben. De verhalencyclus ‘JEZUSVERHALEN’ biedt zoals de andere onderwerpen kansen tot grote flexibiliteit . Elke handleiding biedt een keuze aan Jezusverhalen, er zijn verschillen in methodieken om ze uit te werken én ze krijgen een eigen planning. Vanuit het leerplan heb je zelf de mogelijkheid om Jezusverhalen bewust als voorbereiding op de eerste communie een plaats te geven in JOUW jaarplanning. Er kunnen in elk onderwerp ook Jezusverhalen toegevoegd worden. Het leerplan heeft ook die ruimte voorzien. Zo kan je bijvoorbeeld binnen (of aansluitend bij) het onthaalonderwerp ‘Mag ik zijn wie ik ben?’ meteen een Jezushoek in de klas opbouwen. Het kan ook aansluiten bij de eerste kennismakingslessen. Je vertelt al een aantal verhalen om Jezus te leren kennen. Een aantal prenten komen in de Jezushoek te hangen. Door dit reeds begin schooljaar te plannen zal het doel ‘ Jezus leren kennen’ bewuster worden beleefd als voorbereiding op de eerste communie. Je kan dit ook vorm geven in een ‘vastzetting’ die nadien uitgroeit tot hun eerste communieboekje of – schrift. Zo kan je ook perfect binnen de verhalencyclus wat langer werken rond de evangelielezing waarrond de eerste communieviering is opgebouwd. Kinderen hoeven niet meteen te weten dat je dit doet om hen voor te bereiden op de eerste communie.
KATRIEN
TONNARD
Werkwinkel 2
Februari 2015
Integreren in de les
Het leerplan geeft grote flexibiliteit. Het is goed er gebruik van te maken. Zo kan de volgorde van de onderwerpen in het handboek veranderd worden. Leerkrachten mogen geen slaaf zijn van hun handboek. Het onderwerp ‘Brood’ ( dat in het leerplan bedoeld is om de eerste communie mee voor te bereiden) wordt in sommige handboeken pas voorzien voor het tweede leerjaar vermits in de bisdommen waar die handboeken uitgegeven worden, de eerste communie meestal gebeurt in het tweede leerjaar. Je kan dit onderwerp ‘BROOD’ – ‘SAMEN AAN TAFEL’ zo uitwerken tot JOUW eigen project waarmee je de eerste communie concreet voorbereidt. In een schooljaar waar de Goede Week in de schoolweken valt kan het verhaal van de Instelling van de eucharistie (= het Laatste Avondmaal op Witte Donderdag) in de kerk rond het altaar worden vertelt. Hierdoor kan je meteen de link leggen van het Laatste Avondmaal naar de eucharistie waarop zij zich voorbereiden. Er zijn nog mogelijkheden. Zo is er in het onderwerp ‘Ik kan niet alles’ een doel als ‘het leven van gelovige mensen leren kennen’. Waarom daar niet een ontmoeting plaatsen met de priester die in de eerste communie zal voorgaan? Het onderwerp ‘Geboorte en groei’ kan gecombineerd worden met de voorbereiding op Kerstmis, en Lichtmis. Daar kan ook het doopsel ter sprake komen.
KATRIEN
TONNARD
Werkwinkel 2
Februari 2015
Integreren in de les
De specifieke voorbereiding De specifieke voorbereiding op de eerste communie kan bijvoorbeeld van start gaan bij het begin van het tweede trimester of na de krokusvakantie of nog later. Bij voorkeur wordt een Jezusverhaal gekozen als rode draad van de viering. Aan dat verhaal kan langere tijd gewerkt worden, met verschillende werkvormen. In de verwerking van dat verhaal komen zeker elementen naar voren die bruikbaar zijn voor het opstellen van een schuldbelijdenis, voorbeden, … Het is daarom aangewezen regelmatig de reacties, vragen, … van de kinderen te noteren. Die kunnen ook doorgegeven worden aan de priester. Hij kan er eventueel gebruik van maken tijdens zijn homilie. Kinderen kunnen op die leeftijd nog niet de volle betekenis van de eucharistie vatten. Wel elementen als: samenkomen rond de tafel van Jezus, Jezus is bij ons, op bezoek in het huis van God, … Niet alle ‘kenniselementen’ over eucharistie en eerste communie kunnen dus al verworven worden. Wel het gevoel van gemeenschap, verbondenheid, geborgenheid bij God, Jezus en mensen. Is er voor de voorbereiding op de eerste communie een apart eerste communieboekje nodig? Eigenlijk niet! We moedigen leerkrachten aan om na te denken om van het werkboekje van de kinderen, dat gedurende het hele schooljaar gebruikt wordt, het echte boekje over hun kennismaking met Jezus te maken. Eventueel kan de onmiddellijke voorbereiding van de viering samengebracht worden in een mapje met losse blaadjes. Wie creatief werkt met de kinderen kan de resultaten van dat werk daar verzamelen (tekeningen, foto’s van activiteiten, liederen, ... ) Dat is handig voor de ouders. Indien je toch als basis wil werken met een bestaande publicatie dan verkiezen we deze die werken vanuit de Jezusverhalen. Vanuit de Jezusverhalen kan je ook de eucharistieviering zelf voorbereiden. Bouwstenen om dit te visualiseren: Verwelkoming begin viering: Jezus houdt van alle kinderen Schuld belijden: Jezus geeft Zacheüs een nieuwe kans Woorddienst: Jezus vertelt verhalen om mensen iets te leren Evangelielezing: het gekozen evangelieverhaal waarrond werd gewerkt Dienst van het brood: Laatste avondmaal Onze Vader: Jezus leert zijn vrienden bidden Zending: Jezus geeft zijn vrienden een opdracht
KATRIEN
TONNARD
Werkwinkel 2
Februari 2015
Integreren in de les
De kinderen voorbereiden op de viering Een van de belangrijkste bedoelingen van de viering is het ervaren van verbondenheid (met God, met Jezus, met elkaar) in een geloofsgemeenschap (voor kinderen én voor ouders). Die verbondenheid blijkt niet alleen uit wat gezegd wordt. Ze wordt ook ervaren in het samen bidden. Daarom is het wenselijk het ‘Onzevader’ te bidden op het tempo van de kinderen, eerder dan het te zingen. Verbondenheid is ook voelbaar in het zingen. Het is wenselijk dat liederen of bijvoorbeeld een refrein meegezongen kan worden door alle aanwezigen. Dat vraagt natuurlijk een minimum aan voorbereiding, bv. tijdens een ouderavond of net voor de viering begint. Op sommige plaatsen worden de liederen op cd gezet en aan de ouders meegegeven, zodat ze thuis kunnen gezongen worden. Het spreekt vanzelf dat de betrokkenheid van alle kinderen in de viering belangrijk is. Om dat te bereiken hoeven niet alle kinderen iets voor te lezen of individueel iets te doen. Er kan wel gestreefd worden naar gemeenschappelijkheid: samen zingen, musiceren, uitbeelden, gaven aanbrengen, … Zorg er voor dat de viering daardoor niet te lang gaat duren. Het aantal herhalingen voor de viering blijft liefst beperkt. Het is vaak noodzakelijk dat de herhaling buiten schooltijd geplaatst worden, zodat (groot-)ouders er bij kunnen zijn. De ouders Bij het eerste oudercontact van het schooljaar kan aan de ouders gevraagd worden of zij wensen dat hun kind zijn eerste communie doet. Bij een positief antwoord kan gevraagd worden of het kind gedoopt is. Tijdens het oudercontact wordt ook informatie gegeven over de voorbereiding van de eerste communie: de algemene en de specifieke voorbereiding. Er kunnen ook aanzetten gegeven worden om thuis mee te doen. Een eenvoudige medewerking kan erin bestaan dat (groot-)ouders thuis het onzevader bidden met hun kinderen. Ouders kunnen doorheen het jaar ook in het werkschriftje van de kinderen volgen hoe ze Jezus leren kennen en hoe ze vertrouwd worden met andere elementen die de eerste communie voorbereiden. Als ze van bij het begin weten dat die ‘algemene’ voorbereiding ook belangrijk is, kunnen ze er ook aandacht voor hebben. Wanneer er in de parochie een traditie is van goede gezinsvieringen, kunnen ouders daarnaar verwezen worden. We willen zeker stimuleren dat ouders actief betrokken worden bij de voorbereiding op de eerste communie. Dit kan op heel verschillende manieren gestalte krijgen. Bijvoorbeeld door meermaals opdrachten die aansluiten bij de onderwerpen en tegelijk toch de geboorte, het doopsel van hun kind bespreekbaar maken. Een aantal materialen geven ouders laagdrempelig kansen om de geloofsopvoeding van hun kind op te nemen.
KATRIEN
TONNARD
Werkwinkel 2
Februari 2015
Integreren in de les
We denken hierbij aan een eigen ‘eerstecommuniedoosje’ of ‘eerstecommuniekoffer’ maken, waarin verschillende communicatiemiddelen heen en weer gaan tussen school en gezin. Ze geven ouders aanzetten om thuis te bidden/ stil te worden/ in gesprek te gaan over geloven. Gelijkaardig materiaal dat communicatie tussen ouders en kind stimuleert is een koffertje: “Ga je mee?” samengesteld door Gerry Huiberts. Het is een uitgave van KBS. Eveneens een uitnodiging voor een gesprek tussen ouders en kind is de ‘eerstecommunietocht’, die op school of in de kerk wordt opgesteld bij een ouderavond. Ouders en kind krijgen op dat parcours verschillende aanzetten voor een gesprek. Voor sommige ouders kan de eerste communie van hun kind immers de aanzet zijn om stil te staan bij hun eigen geloven. Ook al is de groep geïnteresseerden meestal klein, toch is het de moeite waard een proces van geloofsverdieping te starten.
Wat met kinderen die hun eerste communie niet doen? In de meeste klassen zijn er kinderen die hun eerste communie niet doen (kinderen die hun jaar overzitten, kinderen van andere leerjaren in graadklassen, kinderen die hun eerste communie niet wensen te doen, anders- of niet gelovige kinderen …) Leerkrachten ervaren dat doorgaans als een spanningsveld. Kinderen die hun eerste communie doen, neem je mee in geloofsbeleving. Het is goed dat de andere kinderen ook meemaken wat hun klasgenootjes beleven in hun eerste communie. Het is ook goed dat ze horen dat zij in hun gezin anders leven en geloven. Door de voorbereiding maximaal te integreren in de lessen zullen alle kinderen kunnen deelnemen aan de lessen. Het enige spanningsveld is dan de concrete oefening in de kerk die bovendien naschools kan gebeuren en liefst beperkt blijft tot 1 of een paar repetities. Soms worden kinderen die hun eerste communie niet doen toch ook uitgenodigd naar de viering, omwille van hun verbondenheid met de klasgenootjes. Ze ontvangen dan niet de communie. Ze kunnen echter op een andere manier aanwezig zijn in de viering: gewoon als toeschouwers of ook door mee te zingen, door iets voor te lezen, … Het is best mogelijk dat ouders van die kinderen dat helemaal niet willen. Dat moet dan ook gerespecteerd worden. Kinderen (en ouders) kunnen op die manier leren dat de aanwezigheid van mensen met verschillende religie of levensbeschouwing in een viering waardevol en zinvol is, zoals vaak gebeurt in een uitvaart. Eventueel kan er in de klas gedifferentieerd worden, als het gaat om grotere groepen. De aanstaande communicanten kunnen vanuit verschillende klassen voor de laatste voorbereiding (de laatste week) samen zitten. Intussen krijgen de kinderen die geen eerste communie doen een andere activiteit.
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
1. Het perspectief
Zo liturgie vieren dat kinderen en hun ouders iets kunnen proeven van het geloof en van de Kerk, dat ze de ervaring opdoen te participeren aan iets ... = afstappen van de spectaculaire, eenmalige eerste communieviering = de eerste communieviering en de zondagse eucharistie dichter bij elkaar brengen = zich leren toevertrouwen aan het natuurlijke potentieel van de liturgie. ‘Worden kinderen echt ingevoerd in het mysterie van de liturgie? Een uitweg kan alleen
gevonden worden als de liturgie zelf weer uitgangspunt wordt, en niet een pedagogisch model… Dit betekent dat de liturgie niet vertrekt vanuit ontwikkelingsstadia, maar uitgaat van de aanwezige gemeenschap ter plekke, waarin generaties elkaar ontmoeten. Dit sluit geenszins uit dat er in het liturgische aanbod speciale aandacht voor kinderen is’. (1)
Een kans én een uitdaging voor alle betrokken partijen: kinderen en hun familie, school en parochie.
2. Wat is liturgie en hoe ‘werkt’ ze?
(1) DE WIT, J., De wereld van het kind in LUKKEN, G., en DE WIT, J. (red.), Het kind in het midden. Liturgie vieren met kinderen, Gooi en Sticht, 2000, 16-24, 22.
Liturgie viert dat God naar ons toe komt. Ze viert niet het leven, wel dat Hij ons leven deelt. Zo viert de eerste communie niet de kinderen, wel dat Jezus deze kinderen bij zich laat komen, hen uitnodigt aan zijn tafel. Onze God zoekt nabijheid: dat is het grote wonder waar ons geloof over spreekt en dat de liturgie viert. Niet zozeer dat Hij bestaat, maar dat Hij in ons geïnteresseerd is. Vanuit de verwondering daarover (in twee tonaarden: eerbied en vreugde) speelt de liturgie haar spel.
Van alle menselijke activiteiten benadert spelen inderdaad het dichtste wat we doen wanneer we liturgie vieren. Spelen betekent: vrij worden van een zakelijke en efficiënte manier van leven. Het is betrokken zijn met je hele persoon. Spelen doe je met overgave. In de liturgie worden we net als in het spel uitgedaagd om ons toe te vertrouwen aan de riten, de woorden en de gebaren. We zeggen er niet wat we doen, we doen er wat we zeggen. (vgl. L.-M. Chauvet).
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
‘Liturgie vieren is verzaken aan de valse voorzichtigheid, eigen aan volwassenen, om bij alles
wat men doet een doel te hebben’ (R. Guardini). ‘Zo hoor je vaak dat men in de mis zin en inspiratie komt opdoen om er daarna weer flink tegenaan te kunnen. Dat is echter niet het eerste doel van de liturgie: zij is er gewoon om gesmaakt te worden, om ons op weg te zetten naar de verbazing over wie God is en wat Hij aan ons doet, daar, op die plaats en op dat moment’ (P. De Clerck).
De liturgie dient tot niets. Het enige wat telt is de aanwezigheid van de A/ander, zoals bij twee vrienden of geliefden. We zijn om mekaar gekomen. Bijgevolg hangt de viering aan mekaar van dingen die nutteloos zijn (voor degene die er op afstand naar kijkt) en toch uiterst belangrijk (voor degene die liefheeft).
Ons geloof gaat over God die ons iets te zeggen heeft, een aanbod doet. Liturgie is dialoog tussen geliefden. God wil geen monoloog. Hij heeft het eerste woord, maar Hij wacht op ons antwoord (zie bijv. de opbouw van de dienst van het Woord). De dialoog mislukt als wij van onze kant enkel onszelf willen uitdrukken (vgl. een kind in het spel). Als de viering louter zelfexpressie wordt, is ze zinloos. Ze verdubbelt dan het leven, ze giet er hoogstens een religieus sausje over, of maakt het eventjes wat spannender.
Echt luisteren, echt ontmoeten is al moeilijk tussen mensen, laat staan met God. Gelukkig geeft de liturgie ons krachtige symbolen en riten, een ‘huis’ waarbinnen de ontmoeting kan plaatsvinden. Grote uitdaging is dat huis te leren bewonen: ≠ buiten blijven dralen = binnengaan, er thuiskomen met wie we zijn, met onze zorgen en vreugden ≠ doen alsof jij de ontwerper of de eigenaar bent = met schroom en geduld het huis betreden, het delen met velen voor en na ons.
Het criterium bij alles wat we doen/zeggen in een viering: nodigt het uit tot de ontmoeting tussen onszelf (de verzamelde gemeenschap in al haar diversiteit) en de Vader, door Jezus Christus, in zijn Geest?
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
3. Wat staat er op het spel?
De basishoudingen van liturgie (vertrouwen, danken, luisteren, vragen,…) worden, als het goed is, thuis en op school voorbereid of verdiept. Maar ontdekken wie God is, dat gebeurt bij uitstek in de liturgie. Je maakt er mee waarover je in de verkondiging hebt horen spreken. Hoe degelijk de voorbereiding op de eerste communie ook geweest is, als de catechese niet ‘waar’ wordt in de viering, blijft ze zonder uitwerking. Het belang daarvan in een cultuur die niet (vanzelf) naar God verwijst, valt moeilijk te onderschatten.
Het gaat daarbij niet om schoolse kennis, hoe belangrijk ook. Bijbelse kennis is ‘kennis hebben met’: omgang met een geliefde. Het gaat ook niet om catechese. Liturgie legt niet uit, ze thematiseert niet. Het ‘leren’ in de liturgie is een leren door de ervaring van een bijzondere ontmoeting. De belangrijke grondhoudingen van het christelijke leven leer je er door ze te doen: leren luisteren (vgl. naar Jezus in zijn evangelie, in de gebedsstiltes), tot God leren spreken in alle registers: danken (dankgebed), loven (Gloria), vragen (voorbede), smeken (Kyrie, Lam Gods) zich leren toevertrouwen aan God (vgl. ‘Amen’ zeggen, Onze Vader, credo, handen openen), Jezus volgen op zijn weg (zien (!) wat het is in de broodbreking en de communie), leren hopen (vgl. ‘uw Rijk kome’), … zich deel weten van een gemeenschap; zich verbonden weten met de wereld; …
Er zit een enorm potentieel in de liturgie. Als we ons toevertrouwen aan het liturgische spel, gebeuren er wondere dingen. Ons leven krijgt een nieuwe zin en betekenis. Mensen vinden er het geloof, soms letterlijk (vgl. bekeerlingen).
Dat vraagt natuurlijk duur, herhaling. Het kan niet in één viering (eerste communie of vormsel). Vandaar het belang van Ingroeivieringen gelijkenis tussen zondagsvieringen en de viering van de eerste communie.
DIETER
VAN
BELLEN
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
4. Staat de liturgie niet te ver van ons af?
Het zou vreemd zijn als de liturgie niet (een beetje) vreemd is! Ze draait om God die ons wil ontmoeten… In hun tegendraadsheid wijzen de Schriftlezing, de gemeenschap, de voorganger, de riten en de gebeden mij naar Iemand die echt van mij verschilt en die mij iets te zeggen heeft, een plan heeft. Het heeft geen zin het vreemde daarvan weg te werken. Als je partner alleen nog maar mag zeggen wat aansluit bij jouw gedachten en gevoelens, is hij of zij dan nog je partner? Verschillend/vreemd/anders en ‘waar’ en ‘verlossend’ gaan vaak samen…
Liturgie ‘werkt’ ook omdat ze niet op onze maat en op ons begrip gesneden is. Voor nieuwkomers of kinderen moeten we dus niet alles wegwerken wat volgens ons te ‘moeilijk’ is. Het zou wel eens kunnen dat we de liturgische verwijzingskracht neutraliseren. Of dat we hen opzadelen met onze complexen (bijv. rond ‘God’, ‘Vader’, een ogenblik van stil gebed, ….).
Tragiek van een goede bedoeling: we zetten de liturgie naar onze hand omdat we er niet in geloven en omdat we haar naar onze hand hebben gezet, kan ze haar werk niet meer doen, waardoor ons wantrouwen bevestigd wordt. Echter, precies het zich kunnen toevertrouwen aan de rite schuilt de echte liturgische creativiteit. (2)
5. Niet geschikt voor kinderen?
Vieren en bidden is niet iets voor spirituele krachtpatsers. De liturgie is uit zichzelf meer kindgericht en hulpvaardig dan wij doorgaans denken. ‘Evenmin als voor het spel is er voor de liturgie een diploma nodig. In wezen is ze toegankelijk
voor iedereen, ook voor kinderen en gehandicapten. Waarschijnlijk staan zij van nature het dichtste bij de attitude die de liturgie vraagt’ (P. De Clerck).
(2) CHAUVET, L.-M., Waarom liturgie onverstaanbaar moet zijn, in Zacheüs. Wegwijs in de liturgie (2010, 24), 11.
Vanuit hun ontwikkeling is er bij kinderen juist een grote gevoeligheid voor die elementen die de liturgie maken tot wat ze is (en die wij als volwassenen eerder wantrouwen):
Gevoeligheid voor sfeer. ‘Alles wat sfeer brengt: kleuren, geuren, muziek, kaarsen, gewaden… trekt kinderen aan. De sfeer in een kerk kan hen heel stil maken. De ruimte van de kerk maakt dit gebouw voor hen tot iets mysterieus. (…) Dat de sfeer kinderen aanspreekt, valt nog sterker op wanneer er in de kerk speciale sfeerelementen worden toegevoegd.
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
Dit is bijvoorbeeld het geval tijdens de advent en de kersttijd, tijdens de goede week, bij een begrafenis of een huwelijk: licht dat gedoofd wordt, meer kaarsen, aangepaste muziek, bloemen, kleuren, geuren, wierook… Kinderen, maar ook mentaal zwakkeren, reageren daar heel duidelijk op’. (3)
Vermogen om zich in te leven in Schriftverhalen. Vertrouwdheid met de taal van het lichaam. Liturgie is samenspel van horen, zien, voelen, smaken, ruiken, bewegen. Alle zintuigen worden geprikkeld. God heeft de hele mens op het oog. Wat een troef naar kinderen toe! Hoe speel je hem uit? Minder tekst, minder woorden. Meer zorg voor eenvoudige gebaren die initiëren in de geloofsrelatie met Jezus. Bijv. het kruisteken de besprenkeling met water, de stilte, de kijk- en spreekrichting, het kussen van het altaar of evangelieboek, de kracht van het samen gezongen lied, het dragen en plaatsen kaarsen, de gebedshouding, het aanbrengen van de gaven, de vredeswens, , enz. Vatbaar voor symbolen. Gevoelig voor rituelen. De mens leeft ervan. De liturgie is ermee opgebouwd. Gevoelig voor herkenbaarheid en herhaling. Dat schenkt vertrouwen. Gevoelig voor samenhorigheid, voor samen zingen, …
Dankzij die grote troeven kunnen kinderen in de liturgie vertrouwd raken met het geloof en met de gemeenschap rond Jezus. Al doende kunnen ze er leren bidden, ontdekken dat God een Vader is, dat Jezus in zijn Naam mensen wil samenbrengen, enz.
6. Aanpassen: wat, aan wie en waarom?
(3)TONNARD, K., Plaats voor kinderen in de liturgie, in Zacheüs. Wegwijs in de liturgie (2000, 14), 28.
Vooraleer we denken aan aanpassen, veranderen, schrappen, en herschrijven is de eerste vraag of we zelf wel het spel van de liturgie willen spelen, of we het ‘huis’ werkelijk willen binnengaan. Voor we gaan denken aan thema’s, didactische middelen en alweer een uiterst creatieve insteek, is de cruciale vraag of de voorganger, de mensen van de parochie en van de school zelf durven ‘doen wat ze zeggen’, of ze zich willen toevertrouwen aan de eenvoudige maar krachtige middelen die de liturgie aanreikt. Heel wat vragen rond aanpassing worden dan al overbodig.
Natuurlijk gaat het er niet om dat we moeten doen alsof er geen kinderen of nieuwkomers zijn. En natuurlijk zijn aanpassingen mogelijk en zelfs wenselijk. Maar wat wordt waarom aan wie aangepast en met welk objectief?
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
Niet succes en bijval om de grote originaliteit zijn het criterium van een geslaagde eerste communieviering, wel een beter verstaan en dieper beleven van elke eucharistieviering bij alle betrokkenen (vgl. initiatie). (4)
Aanpassingen volgen dus pas na en vanuit de bereidheid om zich eerst aan het liturgische spel te wagen. We passen niet aan om alles zo anders mogelijk te doen, maar om wat (nog) vreemd is beter te leren kennen: ‘Alle aanpassingen zijn van liturgisch-pedagogische aard: men wil de kinderen tegemoet treden op hun niveau om ze binnen te leiden in de viering van het geloof. Aanpassingen beogen de brug te slaan naar de gewone viering…’. (5)
Daarbij wordt gestreefd naar de actieve en bewuste deelname van allen, ook van de kinderen. (6) ‘Bewust’ betekent niet verstandelijk of alles uitleggend, wel dat een kind op zijn niveau kan participeren aan het grotere gebeuren van de viering ‘Actief’ betekent niet dat zoveel mogelijk kinderen zoveel mogelijk doen (bijv. eens aan de micro komen, of ‘iets’ doen aan het altaar), wel dat de uiterlijke deelname de innerlijke deelname niet in de weg staat, maar juist bevordert. Actieve deelname kan dus ook een moment van biddende stilte zijn.
7. Tips om een initiërende eerste communieviering mogelijk te maken a) Voorafgaand aan de eerste communieviering
(4) Dit is ook de invalshoek van het betreffende directorium. Vgl. ICLZ, Directorium voor de eucharistieviering met kinderen, icap-Brussel, 1990 (2de druk). (5) HERMANS, J., Eucharistie vieren met kinderen, TaborBrugge, 1987, 436-437. (6) Vgl. Directorium, 22 en 33. (7) Vgl. Directorium, 11 - 12
Voorbereiding ‘buiten’ de liturgie: eerste communietocht, eerste communiekoffer,… op school (en/of thuis) Jezus leren kennen liturgische riten en woorden ontdekken (7) zangrepertoire van school en parochie enigszins op mekaar afstemmen
Voorbereiding ‘binnen’ de liturgie: ingroeivieringen. De parochie nodigt (evt. in samenspraak met de school) kinderen en hun ouders uit voor enkele ‘gewone’ zondagsvieringen waarop er wel uitdrukkelijk onthaal is van gezinnen met jonge kinderen, misschien zelfs met iets van catechese (voor of na de viering).
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
b) Hoe een viering van de eerste communie (of bij een andere gelegenheid) tegelijk initiërend en ‘kindvriendelijk’ kan worden 1. Onthaal
De liturgische ruimte: is ze mooi en verwijzend (naar God, de Gastheer, niet naar de klas of de dierentuin)? Relatieve rust bewaren tot de viering start. Anders is het soms moeilijk ‘keren’ eens de viering bezig is. Een zangoefening met allen, kort voor de viering doet wonderen. Als een volgboekje nodig is: er zo weinig mogelijk in zetten (bijv. enkel de gezangen en enkele uit te spreken woorden). Boekjes waarin alle teksten staan, maken het samen vieren erg kunstmatig. De kinderen zitten op een plaats waar ze goed kunnen zien, zonder zelf in het zicht te zitten (niet achter het altaar en ook niet noodzakelijk allen bij mekaar). Zien kinderen volwassenen die niet gewoon surveilleren of zenuwachtig rondlopen, maar ook laten zien dat ze even goed betrokken partij zijn (biddend)?
2. Openingsriten
Intredeprocessie: de kinderen kunnen erin meegaan (met kaarslichtjes). Voor deze en de andere processies (bij evangelie, aanbrengen van gaven) geldt – zeker als er kinderen zijn- doen! Ze brengen ‘gerichte’ beweging. Liturgie op zijn best. Een bijzonder welkom aan de kinderen en hun ouders. Maar niet zo dat zij in de kijker komen te zitten en de anderen toeschouwers worden. Ook zijn het niet de kinderen die de gemeenschap welkom heten, maar Jezus die de kinderen welkom heet (de voorganger). Openingslied en alle andere liederen: zie eerder, aansturen op gemeenschapszang, zoeken naar een gemeenschappelijk repertoire. Het lied zingen is één, de wijze van uitvoeren is twee. Een lied zingen in de liturgie is niet optreden of opluisteren. Kyrie: kort en met zo weinig mogelijk aandacht voor de dingen die wij fout doen. Daar gaat het immers niet om. Gloria: uitbundig, gezongen, want het is een loflied over God! Waarom dan niet met gebaren erbij? Openingsgebed en andere gebeden: durven vertrekken vanuit het missaal (omwille van de thematische koppeling met de Schriftlezingen en de bondigheid) en natuurlijk hier en daar een woord of zin vereenvoudigen. Maar ‘doe wat je zegt’: veel meer dan de tekst zal de biddende stijl en houding van een voorganger de kinderen meetrekken in het gebed. Zo werkt liturgie.
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
3. Dienst van het Woord
(8) ICLZ, Evangelieboek voor vieringen met kinderen met lectionarium voor de eerste heilige communie, LicapBrussel, 2011.
God heeft ons iets te zeggen! Dus niet de Schriftlezing skippen, maar ze bijv. vertellen, evt. lezen met meerdere lezers. Zie ook het evangelieboek voor vieringen met kinderen. (8) Opletten met hertalingen: ze zijn soms erg moraliserend. Wie leest? Kinderen hoeven niet aan zichzelf te verkondigen. Maar als het de lector is die leest: is de Schrifttekst dan voor hem al een levend Woord? Alleen in dat geval kan het dat voor de kinderen/toehoorders ook worden. We lezen niet van een blaadje. Het lezingenboek of evangelieboek drukken samen met de ambo uit Wie er zal spreken! Hoe gaan we ermee om (hoe dragen we het, waar ligt het,…)? ‘Alleluia’ is een acclamatie en betekent ‘lof zij God!’.. Jezus komt bij ons om tot ons te spreken! Dus rechtstaan, met gebaren en handgeklap. Evangelieprocessie waarbij kinderen met lichtjes mee het evangelieboek begeleiden naar de ambo en het daar ‘bijlichten’. Alle andere kinderen kunnen evt. ook rond de ambo komen staan om te luisteren (als dit praktisch makkelijk gaat). De drie kruisjes: opnieuw reikt de liturgie een didactische hand om ons op het evangelie te richten (hopelijk is er op voorhand iets over gezegd). In de homilie vertrekken vanuit een beeld of voorwerp (iets visueel dat bij een Schriftlezing aansluit), evt. in dialoog gaan met de kinderen. Stilte na de homilie. Best kort ingeleid. De liturgie is een zeldzame plaats waar kinderen ‘stil’ kunnen leren worden. Aandacht voor stilte in vieringen (met kinderen) betekent niet dat kinderen niet meer mogen ‘storen’. Het betekent ontdekken dat God spreekt in de stilte van ons hart. Een korte impuls kan helpen (bijv. een eenvoudig en herhaald gezongen refrein). Goede stiltemomenten zijn: tijdens het openingsgebed, na de preek, voor of na de communie. Geloofsbelijdenis: in gewone vieringen kan je de gewone nemen (kinderen hoeven niet perse mee te doen, dat hebben ze bij hun doopsel ook niet gedaan), bij de eerste communieviering een geloofsbelijdenis in vraag- en antwoordvorm (de kinderen en allen zeggen of zingen dan ‘ja, ik geloof!’). Voorbede. Niet 6 beden door 6 verschillende kinderen: voornaamste is dat we kunnen bidden, afleiding is lastig dan. De voorbede gaat in de eerste plaats over onszelf: ook hier is de liturgie leermeester.
DIETER
VAN
BELLE
Werkwinkel 3
Februari 2015
Liturgie vieren met kinderen
4. Dienst van de Eucharistie
Vaak is de woorddienst overbeladen en de dienst van de eucharistie daarentegen erg dunnetjes. Toch zitten ook in wat nu gaat gebeuren grote kansen. Aanbrengen van de gaven naar het altaar: kinderen, maar bijv. ook een volwassene (met wie de andere volwassenen zich kunnen identificeren). De gaven zijn: brood en (de beker met) wijn. Kaarsen en bloemen om de tafel te versieren kunnen mee naar voor komen, maar ze mogen op het altaar de gaven niet onzichtbaar maken. Ook knutselwerkjes e.d. kunnen de aandacht afleiden van de eigenlijke gaven (brood en wijn) en komen alleszins voor het altaar. Van groot belang is ook hoe het gebeurt. Een detail dat bijv. een verschil maakt: de gaven, de kaarsen bij het aanbrengen niet ‘dragen’, maar wat hoger tillen, voor zich uit. Het grote dankgebed voor kinderen/jongeren (canon VIII, IX, X). Dit rustig en biddend doen is een uitdaging voor de voorganger. Ook hier geldt: zo veel mogelijk de gebaren voor zich laten spreken. De gezongen acclamaties tussendoor zijn een must! Communieritus: de kinderen in een kring rond het altaar, die liefst niet gesloten is naar de gemeenschap toe, tenzij er erg veel kinderen zijn. Onze Vader: best zeggen. Het is het gebed van alle gedoopten. Altijd wanneer er samen gebeden wordt: tempo omlaag, zeker waar de gemeenschap iets mee ‘zegt’. De kinderen kunnen de vrede van Jezus in de kerk brengen. Maar het heeft ook maar zin als we weten en durven zeggen dat dit het geschenk is van Jezus’ vrede. Na de communie niet weer opnieuw een tekst, maar een kort dankgebed door een kind: Jezus is nu bij ons gekomen. Ongekunsteld en kort, zoals alle teksten in de liturgie moeten zijn.
5. Slotritus
Evt. een speciale gebedskaart uitdelen (bijv. in de sterke tijden van het liturgisch jaar), die een link kan leggen tussen de parochiekerk en de huisliturgie. Hopelijk is er nog kans tot ontmoeting met mensen van de parochie.
Een voorbeeld (zie bijlage: ‘Voorbeeld van een parochiale viering van de eerste communie’)
SABIEN LAGRAIN
&
ELISAH
GOMMERS
Werkwinkel 4
Februari 2015
Met een rugzak op stap
Teken van de vrienden van Jezus: kruisteken
LP: gebedsopvoeding: nadruk op actief mee- doen: kennis maken met het bidden van de geloofsgemeenschap. ritueel als dagopening volhouden om dit het jaar door te doen kring vormen met elkaar bij het bidden ‘hoopvol’ symbool laten worden klaskruisje in brooddeeg maken/mooie plaats geven lied van het kruisje: uit ‘stap voor stap’ ‘supporterskruisje’: de ‘plus’ in het leven symbool laten terugkeren, bijvoorbeeld in de vastentijd- kruishulde met bloemen op Goede Vrijdag
Gebaar van de vrienden van Jezus: verzoening
LP: gebedsopvoeding: nadruk op actief mee- doen: rituelen vragen een taal die aansluit bij wat leeft bij de kinderen. Duidelijke uitingen van goedheid kunnen besproken worden (p59) zich welkom weten bij elkaar zich durven openstellen voor elkaar, met de mooie en de minder mooie kanten een bouwsteen om er een goed jaar van te maken Bijbelverhaal van de steniging van de vrouw harde stenen zacht maken: de verzoeningssteentjes, symbool van ‘nieuwe kansen krijgen’, opnieuw mogen proberen
SABIEN LAGRAIN
&
ELISAH
GOMMERS
Werkwinkel 4
Februari 2015
Met een rugzak op stap
dagsluiting/weeksluiting: je steentje bijdragen en iets goeds zeggen van een ander bij een verzoeningssteentje. Zo wordt het een ‘opbouwsteen’ jij bent een ‘kei’ in … bij elkaar tot rust komen, bij elkaar mogen zijn wie we zijn- massage: zachte zorg voor elkaar de trui van mama/papa: weten dat je bij mama/papa tot rust mag komen mama/papa zullen er altijd voor ons zijn stilaan beseffen dat we ook bij God tot rust mogen komen, dat Hij ons ook graag ziet met onze mooie en onze minder mooie kantjes, dat Hij er altijd voor ons wil zijn. We mogen hem alles toevertrouwen: we vertellen waar we spijt van hebben terwijl we een steentje vasthouden verhaal van het verloren schaapje; beseffen dat die goede herder is zoals mama, papa, vriend(in), juf,…bij hen krijg je altijd nieuwe kansen symbool van de ‘herders- zoen- zalf’: zalven als het moet, het weer goed maken en tot rust komen, weer met elkaar verder kunnen,…. helder, zuiverend water-laten bruisen-‘vitamientjes’ voor later
Vriend van Jezus worden: het doopsel
LP: ‘geboorte en groei ‘: in het doopsel vieren dat het leven een geschenk is en dat er zo iets nieuws begint.Danken voor het wonder van nieuw leven boek ‘De tatoeages van God’-‘sleutelfiguren’ bezoek in het kerkgebouw: belevingskansen bieden: kaarsje branden, verhaal lezen, stil worden, zingen doophoek verkennen foto’s van hun doopsel verkennen. Rituelen van een doopselviering beleven met de kinderen. versieren van een papieren kader met hun foto als baby met in mooie letters hun naam erop. naar huis gaan via het wijwatervatje, kruisje maken, onszelf opnieuw dopen fan-kaart van de mensen die duimen voor ons vind jij 20 zo’n supporters? laat hun naam schrijven op jouw duimkaart naampuzzel: van wie, waarom kreeg je deze naam? betekenis van je naam waarom zien je mama, papa, oma, opa,… jou zo graag? laten noteren op een wolkjeskaart wat mooi is aan jouw ‘binnenkant’
SABIEN LAGRAIN
&
ELISAH
GOMMERS
Werkwinkel 4
Februari 2015
Met een rugzak op stap
je hebt een naam bij God: hij staat geschreven in de palm van Zijn hand vertellen over het feest van lichtmis boek ‘raad eens hoeveel ik van je hou’ vertelt over de liefde van ouders voor hun kind olielampjes-ouders zijn ‘als olie’ om het lampje/lichtje van hun kind te kunnen laten schijnen zakje hartjessnoepjes ‘boordevol liefde’
Het gebed van de vrienden van Jezus: Onze Vader
LP: ‘ik heb een lichaam’. Via het lichaam drukken mensen hun verbondenheid uit met God. Lichaamstaal van biddende mensen verkennen. Lichaamstaal in de eucharistie verkennen(p98). Ook Jezus bidt tot zijn Vader. Verschillende gebedshoudingen verkennen. dagelijks terugkerend ritueel vanaf de eerste dag beginnen met kring-vormen als juf iets verwoorden tot ‘God’- kinderen murmelen mee babbelsteen gebruiken schoolproject met gebedsvlaggetjes waarbij de gebeden getekend worden communicatie diept het denkproces verder uit (kinderen onderling, kinderen met de juf) stilaan ‘stil moment’ van de dagopening laten uitgroeien tot een ‘vast ritueel’ en een persoonlijke vorm van ‘bidden, stil worden’: kaarsjes aan kring vormen teken van de vrienden van Jezus Weesgegroet verkennen en samen bidden Onzevader verkennen en samen bidden: ‘Onzevaderwijzer’ kan hier ondersteuning geven losse babbel met God, geleid door de juf - kinderen murmelen mee individuele losse babbel met God verschillende gebedshoudingen zijn mogelijk: dicht bij ons hart komen met ons hoofd dicht bij ons hart komen met onze handen gebedenboekje maken, met ‘geschreven babbel’-illustraties door de kinderen met gebedenboekjes als je dit nodig hebt denken aan, danken voor, spijt hebben van,… deze gebeden gebruiken tijdens het stil moment het boekje ook eens een weekje meegeven naar huis in de periode van ‘bidden’ zelf de gebeden voor de communieviering maken (welkom, moment van inkeer, dankgebed, voorbede, slotgebed,…)
SABIEN LAGRAIN
&
ELISAH
GOMMERS
Werkwinkel 4
Februari 2015
Met een rugzak op stap
kaarsenhoudertje laten versieren lichtritueel versterken tijdens de viering ‘bidden’ kan voor mensen een hou-vast zijn ons ‘rotsje’, onze houvast kaart van het Onze Vader per zin versieren
Het boek van de vrienden van Jezus: de Bijbel
LP: Jezusverhalen: Jezus’ relatie tot God en de medemensen leren kennen. Deze worden vertellenderwijs gebracht. bijbel is de verzameling van veel Jezusverhalen boekje maken met de Jezusverhalen die aan bod komen in het eerste leerjaar met telkens een verkorte versie en een tekening. Jezusverhalen kiezen rond maaltijd/brood, aansluitend bij de viering Jezusverhalenboekje is een neerslag voor onszelf, wat we willen bewaren, wat we verder willen onthouden, wat het verhaal achter de woorden voor ons is Jezus die tafelt Jezus die ontmoet Jezus die vertelt,… tekeningen van Bijbelverhalen laten hangen aan het prikbord, zodat ze opnieuw snel kunnen opgeroepen worden. Bijbelritueel: kaarsje aansteken, Bijbelboek centraal stellen, Jezuspopje gebruiken of Jezusfiguur centraal zetten, kijkbijbel blijft liggen (liefst meerdere voorbeelden van kinderbijbels) wij blijven luisteren naar het verhaal van Jezus, want nu vertelt Jezus ook nog aan ons verhalen ‘al spelend met de kinderen’ vertellen de kinderen bedenken mee welke richting het verhaal uit zal gaan. Op die manier ontdekken ze de bijzondere levenshouding van Jezus iets DOEN met de verhalen: de kinderen laten verwoorden wat voor hen belangrijk is in het verhaal-iedereen aan bod laten komen-durven/leren verwoorden meespelen, uitbeelden, dramatiseren,… erover spreken met elkaar, in discussie durven gaan, filosoferen erover tekenen in een jezusverhalenboekje, creatief verwerken … iets van de boodschap centraal stellen (thema wakker houden) daardoor groeikansen geven aan de Bijbelverhalen, zodat ze in ons leven betekenis kunnen krijgen als juf moet je durven VRAGEN stellen
SABIEN LAGRAIN
&
ELISAH
GOMMERS
Werkwinkel 4
Februari 2015
Met een rugzak op stap
graspotje met tekst: ‘Lander, mag mijn verhaal verder groeien in jouw leven? Jezus’ ik ontmoet Jezus, net zoals de blindgeboren man- Jezus heeft een ‘ogen-blik’ tijd voor de man. Dit moment verandert het leven van die man. Open jij ook je blik?
De tafel van de vrienden van Jezus: het altaar
LP: Brood- Liturgisch en pastoraal jaar: Mensen geven zich in het brood op de tafel. Maaltijd houden als beleving van verbondenheid. Broodnodig zijn- eucharistie als samenkomen rond de tafel van Jezus heel veel tafelen in de loop van het schooljaar en telkens het mooie van samen tafelen verwoorden vriendenfeest, natuurfeest, kersthapje, solidariteitsontbijt, smoothie eten, brood bakken,… aandacht besteden aan het feestelijk karakter van tafelen: tafelkleedje, aankleding, sfeerschepping,… solidariteitsontbijt: ‘brood’ centraal stellen symboliek wat verduidelijken: dagelijks brood, er nodig zijn voor elkaar, ‘als brood zijn’ voor elkaar, ‘als brood zijn’ voor de mensen in Burundi,… verhaal van de ‘hemel’- deelaspect toevoegen, samenzijn op een goede manier, op de manier van Jezus verhalen van de goede week: laatste avondmaal, opnieuw brood centraal stellen link met eucharistieviering verwoorden dat Jezus ook ‘als brood’ is voor mensen ons doe-dit-ook-je: ‘als brood zijn’ voor andere mensen altaarkleed versieren, dit kleedje een plaats geven in de communieviering en in de vieringen van het volgende werkjaar eigen broodmanddoekje maken thuis Tips vanuit de Thomas- viering: ongelooflijk over mogen en DURVEN geloven EC-kinderen durven dit ook-zie tekeningen op hun brooddoekje knoop het in je oren: durf het ongelooflijke om je heen ZIEN knoopje! vergeet-het-nietje: vastzetting van een eucharistieviering alle stapjes héél eenvoudig verwoord
LUDWIG
LYBEERT
Werkwinkel 5
Februari 2015
Eerste communietraject
Zoektocht van een school Een tiental jaar geleden was het de gewoonte om het Eerste Communieproject helemaal uit te werken op de school. Er werd een thema gekozen, een lessenreeks uitgewerkt en een ouderavond gepland. De uiteindelijke viering werd wel met de parochiepriester besproken en bijgestuurd indien nodig. De viering was apart. De zoektocht naar een zinvol alternatief is niet gegroeid uit onvrede, maar eerder uit het besef dat de aanpak beter kon.
Constateringen Door een aparte viering te organiseren worden de kinderen niet echt in contact gebracht met een parochiegemeenschap. De ouders één keer samenbrengen, verhoogt niet echt hun betrokkenheid met de parochie en het communieproject. Leerkrachten van vandaag kunnen wel wat hulp gebruiken om een zinvol project invulling te geven. Het is belangrijk dat de parochiegemeenschap betrokken partij is en weet wat er gedaan wordt.
In overleg met leerkrachten, directeur en parochieverantwoordelijke werd gekozen voor een andere aanpak.
Keuzes Ouders en kinderen laten kennismaken met de parochiegemeenschap. De bijeenkomsten spreiden en daardoor ook het engagement verhogen. Duidelijke communicatie met ouders en parochie
Het traject
De eerste bijeenkomst start met het meevieren in de zondagsviering, waarin de kinderen laten weten aan de gemeenschap dat zij ‘vriend van Jezus’ willen worden. (naamopgave) Daarna worden de ouders, voor een uurtje, uitgenodigd om in gesprek te gaan. Op dat moment vernemen zij al het thema van de viering en wordt er gewerkt met het Bijbelverhaal dat zal gebruikt worden. Dit alles verloopt in een gemoedelijke, laagdrempelige sfeer waarbij de ouders door de leerkrachten en de parochieverantwoordelijken warm onthaald worden. (een drankje mag daarbij niet ontbreken) De kinderen worden tijdens deze bijeenkomst opgevangen door leerkrachten van de school.
LUDWIG
LYBEERT
Werkwinkel 5
Februari 2015
Eerste communietraject
De tweede bijeenkomst start weer met het samen vieren. Daarna volgt een eerste communie-tocht die opgesteld staat in de kerk. Ouders gaan met hun kinderen rond en denken en doen samen activiteiten die betrekking hebben op het feestelijk gebeuren. In de tocht werd ook informatie van en over de parochie opgenomen zodat de deelnemers een beetje ‘thuis’ komen in de gemeenschap. (1 uur) De derde bijeenkomst begint, zoals steeds, met een gemeenschapsviering. De kinderen ontvangen een kruisje dat ze tijdens de communieviering zullen dragen. Daarna vernemen de ouders wat de kinderen in de klas zullen doen en de praktische afspraken om het feest goed te laten verlopen. (1 uur) De vierde bijeenkomst is HET GROTE MOMENT, de communieviering. Leerkrachten en parochieverantwoordelijke hebben daarvoor gezocht naar een kindvriendelijke liturgie die de gewoontes en de tradities respecteert. Voor de vijfde bijeenkomst worden niet enkel de eerste communicanten en hun familie uitgenodigd. Het is een ‘dankjewelviering’ waarin aandacht wordt geschonken aan allen die gedurende het jaar iets te vieren hadden. (doopsel, plechtige communie, huwelijk, jubileum …) Gevolgd door een echte receptie in de kerk.
Zorg nadien Het is belangrijk om aandacht te hebben voor het traject naar de eerste communie, maar het is ook belangrijk om over de nazorg goed na te denken. Immers wanneer we kinderen op een goede manier de gemeenschap willen binnen brengen, moet er ook nagedacht worden over wat er kan gebeuren eens ze ‘binnen’ zijn. De gemeenschap had al de gewoonte om elke zondag aandacht te besteden aan de kinderen. Er werd gekozen voor een moment dat tijdens de viering, in het bijzijn van de ouders en de gemeenschap, door gaat. Vier vrijwilligers hebben zich geëngageerd om afwisselend zo een moment te verzorgen. (elk heeft een vaste week) Het is niet de bedoeling om gedurende 5 à 8 minuten godsdienstles te geven, maar wel om met een leuke werkvorm, een verhaal, een vraaggesprek … na te denken over het thema van de zondagsviering. Vermits de ouders het ook gehoord hebben, bestaat er een kans dat er thuis wordt nagepraat. Het traject groeit en wijzigt Ondertussen is er ook een mooie samenwerking gegroeid tussen een katholieke en een GO-school. De parochie wil er immers niet enkel zijn voor kinderen en ouders die naar een katholieke school gaan. Gelukkig wordt die samenwerking als zeer zinvol ervaren door alle betrokken partijen. Het is belangrijk dat het traject inspeelt op het verhaal, de context van de school en de parochie. Bijsturen, aanpassen, nadenken over … het blijft een voortdurende zorg.
MYRIAM
DE
BACKER
Werkwinkel 6
Februari 2015
Eerste communiekoffer
In de godsdienstlessen op school leren de kinderen Jezus kennen. Op geen enkele andere plaats worden de kinderen zo vertrouwd gemaakt met de figuur van Jezus en de verhalen over en van Hem. De kinderen zijn op deze leeftijd – eigen aan de eerste communie – ook heel ontvankelijk voor Jezus en Zijn boodschap. De leerkracht kan in de godsdienstlessen al heel veel elementen aan bod laten komen, die nuttig zijn voor de eerste communie: groepsvorming, verhalen, liederen, tekstjes, gebeds- en stilterituelen, … Het leerplan godsdienst heeft dat voorzien in bijna alle onderwerpen: Mag ik zijn wie ik ben? Geboorte en groei. Ik heb een lichaam met vele mogelijkheden. Maar ik kan niet alles. Water. Brood. Jezusverhalen. Liturgisch en pastoraal jaar. Het opzet is dat kinderen in het eerste leerjaar groeien in geborgenheid. Die geborgenheid kunnen ze vinden in de klas. De onderwerpen zijn daarop gericht. Bovendien is er in het godsdienstleerplan voor de lagere school een onderwerp voorzien rond de eerste communie (“Brood, tafel, maaltijd houden”, leerplan p. 127). In dat onderwerp leren de kinderen de eucharistie verkennen als “een samenkomen van christenen rondom de tafel van Jezus” (leerplan p. 130). Een eerste communiekoffer nodigt ouders en kinderen uit om in gesprek te gaan met elkaar. Het nodigt het gezin uit om thuis zelf een geloofshoekje te maken aan de hand van eenvoudige symbolen en rituelen ( een Jezusbeeld, een kruis, een kaars, …). In de koffer zit ook een kinderbijbel. Ongetwijfeld zullen de kinderen hun ouders uitnodigen om te vertellen uit de kinderbijbel. Kinderen staan op 6-7 jarige leeftijd immers erg open voor Bijbelverhalen. Voor ouders kan het een herontdekken betekenen van sommige verhalen. Via enkele bijhorende gebeden krijgen ouders en hun kind de taal om thuis te bidden. In de koffer kunnen suggesties zitten om zelf een zinvolle herinneringskaart te maken voor de eerste communie. De ervaring leert dat het werken met zo een eerste communiekoffer kinderen en hun ouders enthousiast maakt. De koffer kan een passende plaats krijgen in de viering van de eerste communie. De voorganger kan er ook op inspelen tijdens de homilie. Ouders zullen zich spontaan meer aangesproken voelen in de viering.
MYRIAM
DE
BACKER
Werkwinkel 6
Februari 2015
Eerste communiekoffer
Mogelijke inhoud van een eerste communiekoffer :
Kinderbijbel CD met eerste communieliedjes Bijbelverhaal dat centraal staat tijdens de viering met duiding naar de ouders toe Kleurprenten Recept om brood te maken, kruisje te maken uit brooddeeg,… Kruisje maken met hout of andere materialen Kaarsje Jezusprent en houder Gebedsdobbelsteen Enkele gebeden ( Onze Vader, …) Heen en weerschriftje …
Nog wat verdere inspiratie :
1.Volg de Gids! Een origineel traject als voorbereiding op de eerste communie uitgegeven door Abimo. DRIE HOOFDLIJNEN Kennismaken met de kerk en haar gebruiken in ‘naar de kerk -> in de kerk -> kerk zijn’. Kennismaken met Jezus: parabels en verhalen, het Onze Vader, het laatste avondmaal, … Basisgedachte: Jezus is onze Gids doorheen het leven. Hij wijst de weg. Gerichte voorbereiding op de communieviering: het kruisteken, de eucharistie, samen bidden, aangepaste liedjes,… Volg de Gids! focust niet alleen op kennis, maar ook op vaardigheden en attitudes. MEERDERE ONDERDELEN
Leerlingenboekje. Uitgebreide handleiding met kopieerbladen en CD, waarin opgenomen: Samen vieren: suggesties voor viermomenten en de communieviering. Samen zingen: teksten en partituren van de liedjes (mét gitaarakkoorden). Communiekoffertje met spelbord,speelkaarten, 2 gebedenboekjes, … CD: 9 nieuwe communieliedjes: 1 ex. bij de handleiding, verder bij te bestellen.
MYRIAM
DE
BACKER
Werkwinkel 6
Februari 2015
Eerste communiekoffer
DOELGROEP Volg de Gids! richt zich tot leerkrachten 1ste en 2de leerjaar leermeesters godsdienst parochiewerkgroepen eerste communie priesters, diakens, pastorale werkers, … Afhankelijk van het bisdom of de parochie gebeurt de eerste communie in het eerste of tweede leerjaar. Volg de Gids! kan in beide leerjaren gebruikt worden. SAMEN VIEREN De handleiding bevat ook een hele reeks suggesties voor eenvoudige gebeds- of viermomentjes. Deze kunnen zowel op school als in de kerk. Inhoudelijk sluiten ze volledig aan bij de verschillende lessen en werkbladen. HOE WERKEN MET HET COMMUNIEKOFFERTJE? Het communiekoffertje is het ideale middel om zowel kinderen als ouders op een leuke, actieve manier bij de eerste communievoorbereiding te betrekken. Zo kan het: Stel het koffertje aan de kinderen voor. De leerlingen mogen het om de beurt enkele dagen mee naar huis nemen. Licht het ook toe op een eventuele ouderavond. Een grote klas? Schaf dan best een of meerdere extra koffertjes aan. Houd na enkele weken een kort kringgesprek, zodat de leerlingen de kans krijgen hun ervaringen te verwoorden. Voeg er een schriftje bij waarin zowel kinderen als (groot)ouders hun bevindingen kunnen noteren. Inhoudelijk sluiten de spelletjes volledig aan bij het werkboek. Zij diepen zowel kennis als vaardigheden dieper uit. 2. Geloofskoffer Beginnen maar KBS Titel Beginnen maar! Subtitel Geloven thuis, deel 1 ISBN 978 90 6173 9203 Formaat 26 x 20 x 5 cm Auteur Gerrie Huiberts, Marianne Baijens, Marjet de Jong e.a. Uitgever KBS Soort uitgave materialenkoffer - fullcolour
MYRIAM
DE
BACKER
Werkwinkel 6
Februari 2015
Eerste communiekoffer
Samenvatting: Geloven thuis 'Beginnen maar!' bevat boekjes, spellen en decoraties afgestemd op gezinnen met jonge kinderen. Het helpt ouders geloof zichtbaar te maken in het gezin door te werken met symbolen, (bijbel)verhalen te vertellen en aandacht te besteden aan gesprek en gebed. De kinderbijbel bevat dialoogjes en versjes die de verhalen dichterbij het kind brengen. De illustraties komen op diverse onderdelen terug. Geloven is spelen voor Gods aangezicht, en dat doet je kind vanzelf al. Ga daarom samen de weg van vertrouwen en verwondering. Word vrienden met Jezus. In het rode koffertje zit alle bagage die je op die weg nodig hebt. Inhoudsopgave KOFFER met handvat KINDERBIJBEL Beginnen maar! MOBILE 'Schepping' GEBEDSKAARTEN 5 dubbelzijdige kaarten HOUTEN STANDAARD VLOERPUZZEL , MEMORYSPEL, TEKSTONDERZETTERS voor kijktafel HANDLEIDING 'Geloven thuis, hoe doe je dat' FOLDER
3.Ik vier de mis mee Een zelf-leesboekje voor kinderen van 6-9 jaar, waarin de grote momenten van de eucharistieviering stap voor stap worden uitgelegd. Met illustraties waarin iedereen zich kan herkennen. Zo vier je de mis mee! Prijs € 8,90. Uitgegeven bij Adveniat.
4.Gebedskaarten KBS uitgeverij Titel Gebedskaarten Subtitel bij gelegenheid van de eerste communie ISBN 9789061731467 Uitgever KBS Uitgeverij Samenvatting De vier gebedskaarten bevatten het Onze Vader, twee 'zelf bidden' voorbeelden, een tien geboden gebed en een gebed voor het eten.
Nieuw magazine
Februari 2015
VERBONDEN
Eucharistie als kunst van goed samenleven De eucharistie wordt terecht bron en hoogtepunt genoemd van het christelijke leven. In de praktijk zien we dat de beleving hiervan niet vanzelfsprekend is, ook niet voor gelovigen. Het gloednieuwe magazine ‘Verbonden, de kunst van goed samenleven’ speelt hierop in. Het verkent de eucharistie vanuit een originele invalshoek: wat verbindt ons als mensen? Zo wil het magazine mensen helpen om de eucharistie te (her-)ontdekken als bron van leven in verbondenheid. Het magazine bevat daarnaast ook een korte special over ‘eerste communie’. Bijkomend materiaal wordt aangeboden op de website www.verbonden.be. Kleine voeten op grote wegen Samen met het magazine wordt een originele benadering van gezinscatechese geïntroduceerd. Het boekje Kleine voeten op grote wegen nodigt ouders uit om mee een rol te spelen in de religieuze ontwikkeling van hun kind, ook al staan ze zelf niet zo dicht bij de Kerk. Concreet bevat het boekje zeven hoofdstukken waarin dagelijkse opvoedingsthema’s aan bod komen. Die vormen de aanleiding om het kind te steunen in de ontwikkeling van een relatie van vertrouwen en veiligheid met God. Ook ouders die minder of niet gelovig zijn, kunnen ermee aan de slag. Elk hoofdstuk start met een stripverhaal: dit is een soort ‘plaatsvervangend’ gesprek van een vader of moeder met hun kind rond een thema dat kinderen bezighoudt. De strip benadert de ouder als verteller en reikt zo woorden aan om met die vragen om te gaan. Daarna volgen een Bijbelverhaal, hertaald voor kinderen, en een gebedje. Kleine voeten op grote wegen kan ook buiten de context van de eerste communie gebruikt worden. Toch zijn ouderavonden een prima insteek om ouders kennis te laten maken met dit boekje en hen voor te stellen met hun kinderen aan de slag te gaan. Het is de bedoeling om het magazine Verbonden en het boekje Kleine voeten op grote wegen tijdens de ouderavonden als één pakket aan te bieden. Zo krijgt een geïntegreerde catechese alle kansen. Kijk op www.verbonden.org voor een overzicht van het magazine en blader in het boekje Kleine voeten op grote wegen. Catechetische mogelijkheden met uitgebreide achtergrond en catechetische hulpmiddelen vind je onder de knop ‘catechesemogelijkheden’. Johan Van der Vloet - Ilse Cornu (red.), Verbonden. De kunst van goed samenleven. Halewijn Antwerpen. Prijs: 4 euro, vanaf 30 ex. 3 euro. Johan Van der Vloet – Ilse Cornu, Kleine voeten op grote wegen. Warme avondmomenten met je kind, Halewijn, Antwerpen, 15 euro, vanaf 30 ex. 10 euro. Bestellen kan via PASCALI – Nederpolder 16, 9000 Gent of via de website: www.pascali.be – 09 223 40 30 (woensdag tot zaterdagvoormiddag)