GEMEENTE
ENSCHEDE
BUSINESSCASE KENNISHUIS HOE HAALBAAR IS HET KENNISHUIS?
Versie 2.1: 25 maart 2012
Inhoudsopgave Samenvatting 1. Aanleiding en context Visie samenwerkingspartners op het Kennishuis Visie Openbare Bibliotheek Enschede Visie ROC van Twente Visie Saxion Visie kennispark Twente Visie van Universiteit Twente 2. Het concept Inleiding Kennis Belang Kennis voor de samenleving Ontwikkelingen Maatschappelijke ontwikkelingen Bibliotheekontwikkelingen Voorbeelduitwerkingen Kenniskaart Kennisknooppunten Proces van nadere uitwerking 3. De ‘bewoners’ van het Kennishuis Organisaties 4. de Maere – Kenmerken van “het huis” Monument De Maere Noodzakelijke aanpassingen aan het gebouw 5. Stedenbouwkundige aspecten Relatie met binnenstad Combinatiebezoek 6. Huidige locatie bibliotheek 7. Financieel kader Uitgangspunten Andere uitgangspunten m.b.t. de kosten: Andere uitgangspunten m.b.t. de opbrengsten: Waardebepaling de Maere Eigendom Exploitatiemodel Inkomsten Uitgaven Exploitatiekosten Meest realistische scenario (Externe) Subsidiemogelijkheden 8. Procedures Huidige bestemming Aandachtspunten rondom vergunningen Aandachtspunten rondom de huidige locatie 9 Conclusies
3 4 5 5 5 6 6 6 8 8 8 8 10 10 11 14 14 14 15 17 17 19 19 19 20 21 25 25 27 28 28 28 28 28 28 29 29 29 29 30 30 32 32 32 32 33
SAMENVATTING Deze businesscase is een nadere uitwerking van de haalbaarheidsstudie naar het Kennishuis als onderdeel van de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg. Conform de conclusies van de haalbaarheidsstudie is deze businesscase gebaseerd op huisvesting van het Kennishuis in gebouw ‘De Maere’. Toch houden we vestiging van het Kennishuis op een andere locatie in de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg open. Deze businesscase is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de gemeente Enschede, de openbare bibliotheek Enschede, het ROC van Twente en Saxion. In deze businesscase werken we het concept van het Kennishuis nader uit en concretiseren het op basis van vestiging in De Maere. We verkennen het pand en de noodzakelijke aanpassingen daaraan, de bewoners en hun verdeling over het gebouw en de stedenbouwkundige inpassing. Daarnaast wordt de financiële haalbaarheid van het Kennishuis in De Maere uitgewerkt. Stimuleren van het delen van kennis: dat is het centrale concept. De economische waarde van kennis zal samengaan met de culturele en emancipatorische basis die de bibliotheek van oudsher heeft. Het Kennishuis biedt dan ook ruimte aan ZZP’ers, innovatieve bedrijven en kenniswerkers. Daarmee draagt het Kennishuis bij aan de gewenste versnelling van innovatie in de regio. Het Kennishuis wil met name kennis laten delen. Daardoor zal het als fysieke en virtuele netwerkbouwer gaan functioneren. Het concept wordt gedragen door veel partijen in de regio. Het zal een invulling en uitbreiding van de stadscampus en de bibliotheek van de toekomst leveren. De Maere blijkt met relatief weinig aanpassingen geschikt gemaakt te kunnen worden om dit concept te realiseren. Conclusie: het Kennishuis is een financieel en inhoudelijk haalbaar concept.
1. AANLEIDING EN CONTEXT In het Kennishuis komen twee ontwikkelingen samen: 1. de noodzaak om de bibliotheek te vernieuwen; 2. de wens om in het kader van de kenniseconomie een laagdrempelige kennisvoorziening te hebben. Kennis is een zeer belangrijke economische factor. Dat inzicht betrekken we nadrukkelijk in de ontwikkeling van de bibliotheek. Voor de komende tien jaar ontstaat er een unieke dynamische omgeving waarin individuen, instellingen en bedrijven gestimuleerd worden om kennis te ontwikkelen en te delen. Deze ontwikkeling vindt plaats binnen de context van de gemeentelijke plannen met de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg: een grootschalige stedelijke vernieuwing in het binnenstadsgebied van Enschede. Zoals opgenomen in het coalitieakkoord is hier ruimte om te komen tot een innovatieve bibliotheek. De Stadsweide: voor Kennis, Technologie en Zorg Dit programma kent verschillende onderdelen die elk hun eigen accent en plaats hebben binnen de Stadsweide. De kenniscomponent is sterk aanwezig rondom de stadscampus van Saxion en bij de vestiging van het ROC van Twente in het gebouw De Maere. Deze stadscampus is de laatste jaren sterk gegroeid en breidt zich de komende jaren verder uit. Hij ontwikkelt zich steeds meer van een onderwijslocatie tot een centrum voor onderzoek, kennisuitwisseling, bedrijvigheid, nieuwe media, cultuur en debat. De moderne ‘stadscampus’ in de binnenstad kan uitgroeien tot een centrale plek in de stad voor innovatie, creativiteit en ondernemerschap. Samen met andere initiatieven biedt dit de kans om meer hoogopgeleiden te verleiden hun toekomst in Enschede vorm te geven. De gemeente Enschede en Saxion voeren samen al enkele jaren een beleid dat erop is gericht om de stadscampus zowel functioneel als inhoudelijk te verbreden. De stadscampus moet een betere aansluiting gaan vinden bij de Enschedese binnenstad. De gemeente streeft ernaar dat, naast de huidige studenten en docenten, steeds vaker nieuwe groepen (creatieve) ondernemers, ZZP´ers, professionals en UT-studenten gebruik gaan maken van de voorzieningen in de Stadsweide. Er ontstaat een semipublieke ruimte waar de grenzen tussen de instellingen en de openbare ruimte vervagen. ‘Third spaces’ In hedendaags jargon voor stedelijke vernieuwing noemt men deze vermenging van publieke en semiprivate ruimte, van werk, cultuur en recreatie in hetzelfde gebied third spaces. Dat zijn belangrijke gebieden voor een stad omdat ze functioneren als broedplaats voor nieuwe bedrijvigheid, voor de kennisuitwisseling tussen onderwijs, onderzoek en bedrijven. Ze bieden ruimte aan studenten om eigen initiatieven te ontplooien en vormen een plezierige en functionele gebruiksruimte voor alle inwoners van de stad en de regio. Kennishuis De stadscampus van Saxion en ROC van Twente functioneert deels al als een ‘third space’. Saxion werkt voortdurend aan de versterking van deze functies. Daarbij is kennisvalorisatie (het tot maatschappelijke waarde brengen van wetenschappelijke en technologische kennis) een cruciaal thema. Saxion participeert mede daarom nu ook in het Kennispark. De omvang en betekenis van het kenniscluster in de Stadsweide kan nog aanzienlijk worden versterkt door de toevoeging van andere (kennis-)functies die helpen om onze economie te vernieuwen. Denk aan hedendaagse dienstverlening, educatieve activiteiten en versterking van het culturele klimaat. Niet alleen het sterk groeiende aantal ZZP’ers en professionals maar ook het midden- en kleinbedrijf zal zeer gediend zijn met de beschikbaarheid van ruimtes voor bijeenkomsten, ontmoeting en kennisuitwisseling; ruimtes die laagdrempelig toegankelijk zijn, tegen lage kosten en met een open, zakelijke uitstraling. Het concept van het Kennishuis geeft hier invulling aan. Met daarbinnen als de verbindende factor, de stimulator en promotor: de bibliotheek van de toekomst. 4
Businesscase Kennishuis
Vervolg op haalbaarheidsstudie Om dit concept en de haalbaarheid daarvan meer vorm te geven is in mei 2011 een haalbaarheidsstudie opgesteld. Daarin staan een aantal opgaven die in deze businesscase nader worden uitgewerkt. Dragende partijen van het Kennishuis zijn • gemeente Enschede; • de openbare bibliotheek Enschede (Blijdensteinstichting); • ROC van Twente; • Saxion. Deze partijen hebben intensief deelgenomen aan de totstandkoming van deze businesscase. Andere inwoners van het Kennishuis die hun betrokkenheid hebben toegezegd of zeer serieuze interesse hebben zijn: • LOES opvoedingsvoorlichting; • Muziekbank Overijssel; • Architectuurcentrum Twente; • Weekblad De Roskam. Kennispark Twente en de Universiteit Twente ondersteunen het initiatief. VISIE SAMENWERKINGSPARTNERS OP HET KENNISHUIS
VISIE OPENBARE BIBLIOTHEEK ENSCHEDE
In onze samenleving wordt het van steeds groter belang om toegang tot kennis te hebben en de juiste kennis te vinden. Juist doordat informatie haast onbeperkt beschikbaar lijkt te zijn, wordt het steeds moeilijker om de juiste informatie te vinden. De Openbare Bibliotheek Enschede (OBE) nieuwe stijl kan hierin voor alle inwoners van Enschede een belangrijke rol spelen. De OBE streeft ernaar het huidige beeld van de bibliotheek als een uitleencentrum te veranderen in een centrum van media en kennis voor alle inwoners van Enschede. Dit betekent niet dat de huidige functies verdwijnen, maar wel dat ze een ander accent krijgen. In de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg kunnen we door een aantrekkelijke inrichting en samenwerking met tal van nieuwe partners (waaronder het ROC van Twente en Saxion) een enorme impuls geven aan de bibliotheek als kenniscentrum. Dit betekent veel goede werk- en studieplekken, veel goede aansluitingen op databanken, veel samenwerking met andere kennisleveranciers, lezingen en debatten, kenniskringen rondom bepaalde thema’s, een media-atelier voor alle bezoekers en een city learning centre voor het onderwijs. Een verrassend activiteitenprogramma zorgt ervoor dat alle doelgroepen zich thuis voelen. De verblijfsfunctie wordt versterkt door een aantrekkelijke horecaformule. De bibliotheek is dé studieplek voor alle inwoners van Enschede. Kortom, een bibliotheek die het goede van het ‘oude’ bewaart en het antwoord geeft op de vragen van onze tijd. VISIE ROC VAN TWENTE
Het ROC van Twente ondersteunt de ontwikkeling van een Kennishuis in Enschede. De verwerving van kennis is een belangrijk onderdeel van onderwijs en de meerwaarde van een Kennishuis is evident. Als het Kennishuis in de directe omgeving van het onderwijs kan worden gepositioneerd heeft het een nog grotere meerwaarde. Naast de kennis is het ook van belang te noemen, dat studenten bijdragen kunnen leveren aan het Kennishuis door middel van diverse projecten. Op het gebied van multimediale vormgeving, maar ook van kunst en cultuur zijn er volop kansen, waarbij het ROC van Twente en het Kennishuis samen op kunnen trekken met ook andere (onderwijs-)partners. 5
Businesscase Kennishuis
Voor projecten en manifestaties kunnen diverse groepen studenten ingezet worden voor zowel stages als voor afstudeerprojecten. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden van samenwerking om efficiënter vastgoed te benutten. Multifunctioneel inzetten van accommodaties is al gemeengoed in het onderwijs en ook met het Kennishuis kan men hierover prima afspraken maken. VISIE SAXION
Saxion stadscampus in relatie tot Kennishuis De verplaatsing van de Openbare Bibliotheek naar de Stadsweide en de ontwikkeling tot een Kennishuis is volgens Saxion een goede en welkome ontwikkeling. Inhoudelijk De studenten krijgen een ruime bron van kennis dicht in de buurt: zowel voor de vakinhoudelijke als algemeen vormende literatuur. Ook voor startende studentondernemers is het een mogelijkheid om kennis te ontsluiten en netwerken op te bouwen. Zeker als ook andere starters en groeiers gebruik maken van de voorzieningen is de kans op ontmoeting groot. Dit soort kruisbestuiving wakkert nieuw initiatief en innovatie aan. Als ook de Universiteit Twente deelneemt, zijn de mogelijkheden voor ontsluiting van de universitaire literatuur voor de kenniswerkers van Saxion aanwezig. Maatschappelijk Saxion is graag bereid om mee te werken aan de ontwikkeling van het Kennishuis. Via onder andere de opleidingen van de Academie Creatieve Technologie kunnen mensen worden geholpen met het gebruiken van digitale mogelijkheden. Daarnaast kunnen nog niet bestaande technieken worden ontwikkeld voor het Kennishuis. Faciliteiten delen / flexibiliteit Het kennishuis is inhoudelijk en maatschappelijk relevant. Bovendien is er ook nog de mogelijkheid om faciliteiten te delen. Doordat Saxion en het Kennishuis zo dicht bij elkaar in de buurt zijn, is het mogelijk om noodzakelijke voorzieningen niet dubbel te hebben of voor incidentele behoeften uit te wijken naar de buren. De openingstijden van het Kennishuis zijn aantrekkelijk om ook in de avonden te studeren, waardoor Saxion haar grotere gebouwen eerder kan sluiten, wat ook duurzamer is. Saxion beschikt over grote collegezalen, een theater en vergaderfaciliteiten, waar het Kennishuis gebruik van kan maken. De villa Serphos wordt opgeknapt tot een ontmoetingsgebouw waar ook medegebruik mogelijk is. VISIE KENNISPARK TWENTE
Kennispark Twente is de valorisatieschil van de Universiteit Twente en Saxion. Naast haar doelstelling om een optimaal klimaat voor innovatieve ondernemers te creëren ziet zij in het Kennishuis een prachtige mogelijkheid om haar valorisatie naar het grotere publiek te realiseren. Dit past uitstekend in de communicatieonderdelen van haar missie. Binnen het programma van de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg zal het Kennishuis een aanjagende en inspirerende laagdrempelige kennisvoorziening vormen. Concrete activiteiten die Kennispark Twente kan ondernemen in het Kennishuis liggen vooral op het gebied van de kennisportals, de wetenschapswinkel en kennisvraag.nl. Daarnaast kan het Kennishuis een aantrekkelijke locatie zijn om events, workshops, netwerkbijeenkomsten en op studenten gerichte activiteiten te ondernemen. Sterke punten van het Kennishuis zijn daarbij de locatie in de binnenstad in de nabijheid van onderwijsgebouwen, de laagdrempeligheid van de voorziening en de gerichtheid op het delen van kennis. Kennispark ondersteunt om al die redenen het initiatief van de gemeente Enschede, Saxion, ROC van Twente en de openbare bibliotheek Enschede om te komen tot het Kennishuis op de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg. VISIE VAN UNIVERSITEIT TWENTE
Met Twente Academy en Twente Academy Young richt de UT zich op samenwerking met het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Activiteiten zijn gericht op talentontwikkeling en 6
Businesscase Kennishuis
inspirerende en uitdagende leersituaties voor kinderen en docenten. De ontwikkeling van een Kennishuis in de binnenstad van Enschede biedt hiervoor prachtige, laagdrempelige faciliteiten. Het Kennishuis biedt een uitdagende innovatieve omgeving voor de activiteiten die wij initiëren voor en door kinderen en leerkrachten De thematiek van wetenschap, technologie en samenleving is voor de Universiteit Twente uitermate belangrijk. Door activiteiten te ondernemen in het Kennishuis zullen we voor brede lagen uit de Twentse bevolking zichtbaar zijn en hen hierbij kunnen betrekken. Daarbij valt te denken aan een Science café voor kinderen, wetenschapsvoorlichting, excursies etc. De Universiteit Twente ondersteunt het initiatief om te komen tot een Kennishuis van harte. De Universiteit Twente levert graag een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het concept.
7
Businesscase Kennishuis
2. HET CONCEPT
Vermenigvuldigen door delen INLEIDING
De gemeente Enschede heeft het initiatief genomen om te komen tot een Kennishuis. Dit Kennishuis is het logische antwoord op een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, passend binnen de stedelijke ontwikkelingen en rekening houdend met de ontwikkelingen in de bibliotheekwereld. Dit hoofdstuk van de businesscase beschrijft het concept van dit Kennishuis. Allereerst focust dit hoofdstuk op de rol van kennis voor de samenleving. Vervolgens schetsen we een aantal ontwikkelingen, zowel maatschappelijk als binnen de bibliotheekwereld, die invloed hebben op het Kennishuis. Dit leidt tot functies en opzet van het Kennishuis met een aantal voorbeelduitwerkingen. Ten slotte geven we aan hoe de ontwikkeling van het concept verder plaats zal vinden. KENNIS
‘Knowledge has mattered, knowledge continues to matter and knowledge will matter even more in the future’ (CPB: The Netherlands of 2040)
Kennis is het centrale concept in het Kennishuis. Daarbij gaat het zowel om kenniscreatie als om kennisoverdracht. Informatie wordt pas kennis als zij door een mens aan zijn bestaande mentale structuren wordt toegevoegd. Menselijke interactie is een stimulerende factor om informatie in kennis om te zetten. Hoewel leren per definitie een individueel proces is dat continu plaats vindt, wordt het in grote mate bevorderd door direct menselijk contact. Daarbij ligt de voorkeur op menselijk contact op dezelfde tijd en plaats, maar door gebruik te maken van moderne communicatiemiddelen kan dit ook los van tijd en plaats gebeuren. Voor kennisoverdracht, maar ook voor kenniscreatie, is de interactie tussen mensen essentieel. Kennis is de grondstof van een ontwikkelingsproces - een zeer bijzondere grondstof. In tegenstelling tot andere grondstoffen raakt zij niet op bij gebruik. Ook slijt zij niet, maar wordt juist meer waard doordat zij zich bij gebruik verdiept en verder ontwikkelt. Investeren in kennis blijkt ook uitstekend te renderen. Een jaar extra opleiding leidt gemiddeld tot een 7% hoger jaarinkomen. Een investering in het leren omgaan met dyslexie betaalt zich meer dan uit door het bereiken van een hoger opleidingsniveau. Maatschappelijke investering in opleiding is ook economisch interessant: een hoger opleidingsniveau leidt tot hogere belastinginkomsten. Anderzijds is er sprake van enorme kapitaalvernietiging doordat groepen jongeren zonder startkwalificatie uitstromen. Naast reparatiekosten in de vorm van scholing op latere leeftijd leidt dit ook tot een groter beroep op het sociale vangnet. Gezien de toenemende rol van de gemeentelijke overheid in de uitvoering van dit vangnet, is investeren in projecten die kennisverspreiding bevorderen daarom ook gemeentelijk vanuit economisch perspectief verantwoord. BELANG KENNIS VOOR DE SAMENLEVING
Wie het belang van kennis voor de samenleving beschouwt, maakt een onderscheid tussen drie dimensies: • de economische dimensie; • de culturele dimensie; • de emancipatorische dimensie.
8
Businesscase Kennishuis
Bij de economische dimensie gaat het om het belang van kennis in het arbeidsproces: werk, formele opleiding, innovatie. Bij de culturele dimensie gaat het om het belang van kennis bij activiteiten die mensen ondernemen zonder direct economisch nut: vrijetijdsbesteding, kunst en cultuur, vrijwilligerswerk, mantelzorg. Bij de emancipatorische dimensie gaat om het belang van kennis bij het deelnemen aan de maatschappij: gelijke rechten, de verantwoordelijke burger, historisch begrip, normen en waarden, politiek bewustzijn. Elk van deze dimensies kunnen we beschouwen op twee niveaus: • Het individuele niveau; • Het maatschappelijke niveau. Op het individuele economisch niveau betekent meer kennis meer kans op interessant werk. Op maatschappelijk niveau betekent een hoger kennisniveau een aantrekkelijker beroepsbevolking en daarmee een aantrekkelijker vestigingsplaats voor onder andere kennisintensieve en innovatieve bedrijven. Op het individuele culturele niveau betekent meer kennis meer kans op zelfontplooiing. Op maatschappelijk niveau leidt dit tot een brede culturele laag die in staat is om in een stad allerlei interessante zaken te ondernemen, onder andere in het vrijwilligerswerk en in het sociale domein. Op het individuele emancipatorische niveau betekent meer kennis een hogere zelfredzaamheid en een betere kans op welbevinden binnen de maatschappelijke context en ook tot een beter begrip van problemen die de mens in zijn leven tegenkomt. Op maatschappelijk niveau kan dit wellicht leiden tot minder opvoedingsproblemen, een kleinere kloof tussen burger en politiek en zicht op een verantwoordelijker samenleving.
Figuur 1 Effect van kennis
Openbare bibliotheken hebben van oudsher als doel om via kennis het cultureel besef en emancipatie van burgers te bevorderen. Het Kennishuis zal nadrukkelijk ook het economisch aspect van kennis meenemen. Daarnaast zal het maatschappelijke effect van ontwikkelingen richtsnoer zijn bij de keuzes die het Kennishuis maakt. Door gebruik te maken van de laagdrempeligheid en het grote bereik van de bibliotheek kan de gemeente de bibliotheek ook inzetten voor andere lokale beleidsdoelstellingen (VNG, Gemeente en bibliotheek van de toekomst, januari 2011). Innovaties van deze aard hebben de meeste kans van slagen als de individuele en maatschappelijke doelstelling zoveel mogelijk parallel lopen. Daarom moeten we zoeken naar inrichting, dienstverlening en activiteiten die passen binnen de maatschappelijke doelstellingen maar tegelijkertijd tegemoet komen aan de wensen van individuen.
9
Businesscase Kennishuis
ONTWIKKELINGEN
Diverse ontwikkelingen, zowel maatschappelijk, stedelijk als in de bibliotheekwereld hebben invloed op het Kennishuis. Wij schetsen nu de relevante maatschappelijke en bibliotheekontwikkelingen en formuleren op welke wijze het Kennishuis daar op inspeelt. Dit alles past binnen de ontwikkeling van de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg, zoals beschreven in hoofdstuk 1 van deze businesscase. MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN
De maatschappij verandert continu. Het tempo van ontwikkelingen lijkt steeds sneller te gaan. De afgelopen 15 jaar heeft de opkomst van internet hierin een wezenlijke bijdrage geleverd. Juist door de beschikbaarheid van informatie en de mogelijkheid tot communicatie los van tijd en plaats kunnen ontwikkelingen nog sneller gaan. Voor het Kennishuis is een aantal ontwikkelingen in het bijzonder van belang: • de overgang van informatieschaarste naar informatieovervloed; • de noodzaak tot levenslang leren; • het toenemende belang van valorisatie; • de opkomst van de zogenaamde ‘creatieve klasse’
Informatieovervloed Van ‘kennis is macht‘ naar ‘dat zoeken we even op’.
In een rap tempo is de maatschappij veranderd van een situatie waarin informatieschaarste heerste naar een situatie van informatieovervloed. In de schaarstesituatie speelde de bibliotheek, en dan vooral de studieafdeling daarvan, een belangrijke rol als vindplaats van informatie over alle mogelijke onderwerpen. De ontsluiting van allerlei bronnen, maar ook de creatie van nieuwe bronnen via wereldwijde samenwerking op het internet is een revolutie op het gebied van informatie en daarmee kennis. Zoals in alle situaties van overvloed neemt de waarde af. Het is minder belangrijk om informatie tot je beschikking te hebben, deze kan immers te allen tijde op virtueel elke plek op aarde opgeroepen worden. Het wordt steeds moeilijker voor mensen om de waarde van informatie te beoordelen. Is alles wat op internet te vinden is wel waar? Hoe betrouwbaar zijn bepaalde bronnen? Het Kennishuis is een betrouwbare partner op het gebied van informatie.
Levenslang leren De mens is een adaptief wezen en past zich dan ook aan aan het steeds hoger wordende tempo van ontwikkeling. In het onderwijssysteem leidt dit er toe dat het al lang niet meer zo is dat de initiële beroepsopleiding voldoende is om het gehele arbeidsproductieve leven vooruit te kunnen. Het blijkt ook dat afgestudeerden, zeker in de loop van hun carrière, steeds minder terecht komen in banen waarvoor ze oorspronkelijk opgeleid zijn. Aan de ene kant noopt dit tot een zekere bescheidenheid over het belang van de startkwalificatie, aan de andere kant toont dit aan dat er behoefte is aan continue bij- en omscholing. Omdat de ontwikkelingen sneller gaan dan generaties, doet zich de situatie voor dat pas afgestudeerden deels beter toegerust zijn voor de dan geldende beroepspraktijk dan ervaren mensen. Om bij te blijven moeten mensen zichzelf blijven scholen. Het Kennishuis is een plaats waar mensen hun leven lang kunnen leren.
Valorisatie Het hoger onderwijs heeft drie taken: onderwijs, onderzoek en valorisatie. Zijn maatschappelijke functie en daarmee zijn bestaansrecht dankt het aan deze drie taken. In de praktijk wordt bij valorisatie veel nadruk gelegd op het opzetten en/of ondersteunen van spin-off bedrijven. 10
Businesscase Kennishuis
Valorisatie voor het grote publiek is in veel gevallen nog beperkt. Juist het hoger onderwijs is de motor van de kenniscreatie in Nederland. In de universitaire wereld wordt deze kenniscreatiefunctie uitgevoerd binnen vakgroepen of onderzoeksscholen. Bij het hoger beroepsonderwijs zijn de lectoraten met hun kenniskringen de plaatsen waar nieuwe kennis ontwikkeld wordt. Uit onderzoek van bijvoorbeeld het ISO (Interstedelijk Studentenoverleg) blijkt dat zelfs studenten van de Hbo-instellingen de weg naar de lectoraten maar moeilijk weten te vinden. Het is evident dat voor anderen de weg naar lectoraten en onderzoeksscholen dan nog moeilijker is. Vanzelfsprekend is niet elk onderzoek geschikt voor valorisatie naar het grote publiek; voor dat onderzoek waarbij dat wel mogelijk is, biedt het Kennishuis een laagdrempelige voorziening. Het Kennishuis biedt plaats aan laagdrempelige verspreiding van nieuwe kennis.
Creatieve klasse Volgens recente sociologische inzichten (o.a. Richard Florida, Gerard Marlet) heeft een stad (groei)potentie als ze de ‘creatieve klasse’ binnen haar stadsgrenzen weet te krijgen en houden. De creatieve klasse (creative class) is de bevolkingsgroep die zich bezighoudt met het ontwerpen en produceren van nieuwe dingen. De klasse omvat niet alleen de puur creatieven (ontwerpers, architecten etc.) maar ook mensen die beroepsmatig complexe problemen oplossen, nieuwe beleidslijnen uitzetten en vernieuwingstrajecten realiseren. In feite is de creatieve klasse de bevolkingsgroep die in optima forma gebruik maakt van het adaptieve vermogen van de mensheid: zij gebruikt haar intelligentie en creativiteit om antwoorden te formuleren op complexe vraagstukken. De creatieve klasse wordt verantwoordelijk gehouden voor een belangrijk deel van de economische vooruitgang. Voor steden is het daarom aantrekkelijk om deze creatieve klasse aan zich te binden. Om dat te doen zou een stad de beschikking moeten hebben over de 3 T’s: talent, tolerantie en technologie. Zij heeft behoefte aan individualiteit, diversiteit en co-creatie. De creatieve klasse zijn geen toeschouwers, maar co-creators. Met het Kennishuis ontwikkelt Enschede een ‘third space’ die aantrekkelijk is voor de creatieve klasse. Vanzelfsprekend zal de klasse intensief betrokken worden bij de ontwikkeling van het concept als co-creators. Het Kennishuis wil aantrekkelijk zijn voor de creatieve klasse en haar betrekken bij de ontwikkeling. BIBLIOTHEEKONTWIKKELINGEN
In het Kennishuis wordt het accent gelegd op de kennisvalorisatie. De bibliotheek nieuwe stijl kan hierin een belangrijke rol spelen. In het huidige beeld van de bibliotheek domineert de uitleenfunctie. De openbare bibliotheek Enschede heeft een visie ontwikkeld op de bibliotheek in 2015. Het bibliotheekbeleid wordt op basis van 4 pijlers uitgevoerd: 1. De uitleenbibliotheek: een actief serviceconcept en presentatie van de collecties conform de ervaringen en kennis uit de retail leidt tot meer uitleningen; 2. Lees- en taalbevordering: actieve ondersteuning van (taal)onderwijs. De OBE centraal in een netwerk van ondersteunende instellingen; 3. Media- en kenniscentrum: Naast veel mogelijkheden om ter plekke te studeren wordt doelgroepgerichte ondersteuning gegeven; 4. Beleven en ontmoeten: een verrassend activiteitenprogramma ondersteund door een aantrekkelijke horecaformule. De uitleenfunctie van de bibliotheek staat onder de druk. De groep volwassenen die nog leent in de bibliotheek is kleiner aan het worden. De uitleenfunctie van (non)-fictie gaat waarschijnlijk afnemen: • er wordt minder gelezen; • er wordt meer gelezen uit eigen of onderling geleend bezit; 11
Businesscase Kennishuis
•
er wordt meer gelezen via elektronische media (iPad, e-books et cetera).
In de provincie Overijssel werken bibliotheken nauw samen. Meer en meer treden de bibliotheken daarin op als een netwerk van bibliotheken, zonder dat dit voor de individuele bezoeker zichtbaar is. Door samenwerking en afstemming realiseert men kostenbesparing terwijl aan de andere kant het product wordt verbeterd. Een van de zaken die de Overijsselse bibliotheken gezamenlijk ontwikkeld hebben, is het zogenaamde retailconcept. Hierbij leert de bibliotheek van de kennis die opgedaan is in de retailwereld. Naar verwachting kan men hiermee de uitleenfunctie tegen dezelfde of lagere kosten uitvoeren. Belangrijke kenmerken van het retailconcept voor de bibliotheken zijn: • meer thematische ordening; • meer frontale presentatie; • aantrekkelijke inrichting en signing. Ervaringen in Overijssel (Zwolle, Delden, Almelo) tonen aan dat het effect van toepassing van het retailconcept kan leiden tot een stijging in uitleningen van circa 20%. Het lijkt er op dat hiermee op korte termijn een antwoord wordt gegeven op de te verwachten daling van uitleningen. Ervaringen met de Muziekbank Overijssel tonen aan dat een stijging van meer dan 200% in uitleningen realiseerbaar is indien men intensief gaat samenwerken met de Overijsselse bibliotheken. In het Kennishuis kunnen alle 4 de pijlers van het bibliotheekbeleid met extra energie worden uitgevoerd: • De uitleenfunctie: de opstelling en presentatie van de collecties zal op basis van het retailconcept worden uitgevoerd. Fysiek zal de collectie vooral in het shed-dakdeel worden ondergebracht; • Lees- en taalbevordering: een van de kennisknooppunten zal zich richten op taal en lezen. Door samenwerking met Saxion, UT, Expertis, BOK e.a. kan dit tot extra aanbod en verdieping leiden. • Media- en kenniscentrum: de bibliotheek is dé studieplek van Enschede met vele goede zitplekken en prima faciliteiten. Deskundige begeleiding en advies worden gericht op de diverse doelgroepen. De aanwezigheid van een city learning centre, game zone en mediaateliers versterken de positie van de OBE als aantrekkelijke studieplek voor alle Enschedeërs; Ervaringen van de Idea Stores in de Londense deelgemeente Tower Hamlet tonen dat een stijging in het gebruik mogelijk is door de studiefunctie te benadrukken; • Beleef- en ontmoetingscentrum: In de OBE is elke dag wat te beleven, van voorlezen tot debatteren. De OBE faciliteert partijen uit Enschede om zich in het Kennishuis te presenteren aan een breed publiek. De samenwerking met de horeca moet zorgen voor een breed palet aan laagdrempelige activiteiten. De horizon van het Kennishuis reikt verder dan 2015. De beschreven functies zijn een prima uitgangspunt voor de ontwikkeling van de bibliotheek binnen het Kennishuis de komende jaren. Veel van de inrichting en processen die nodig zijn om aan bovenstaande vier functies te werken, zijn ook geschikt voor de uitgebreidere en wellicht meer vernieuwende functies van het Kennishuis. In die zin kunnen de vier beleidslijnen van de OBE en het groeiconcept van het Kennishuis elkaar versterken. In het Kennishuis zal voor de Openbare Bibliotheek Enschede ruimte zijn om deze vier functies naar eigen inzicht en afhankelijk van de behoeften van de inwoners verder uit te bouwen. Functies Kennishuis In het Kennishuis kunnen naast een moderne uitleenbibliotheek, die voortbouwt op het huidige succesvolle product van de Openbare Bibliotheek Enschede met een vertaling naar het retailconcept, de volgende functies worden ondergebracht: In het economische domein: 12
Businesscase Kennishuis
• • • • •
studieplekken, met via eduroam toegang tot opleidingsspecifieke bronnen; werkplekken voor ZZP’ers en professionals; instituten voor huiswerkbegeleiding; instituten voor leerproblemen (dyslexie, hoogbegaafdheid); beroepsvoorlichting.
In het culturele domein: • archieven; • oefenruimtes voor muzikanten; • luisterruimtes. In het emancipatorische domein: • opvoedingsvoorlichting; • inburgeringcursussen; • debatten. Deze lijst is niet volledig, noch uitputtend. Ondersteunend aan deze functies voorziet het Kennishuis in een eigentijdse horecaformule waardoor het een aantrekkelijke verblijfplaats wordt voor iedereen. Veel van de faciliteiten van het Kennishuis zullen we voor meerdere functies kunnen gebruiken. Dit komt de economische haalbaarheid ten goede maar dit leidt ook tot meer samenwerking tussen de gebruikers van het Kennishuis. Uitgangspunt is dat instellingen en bedrijven die zich bezighouden met kenniscreatie of kennisverspreiding een plek kunnen vinden in het Kennishuis. Voorwaarde daarbij is dat er bereidheid is kennis te delen en dat zij laagdrempelig van aard zijn. Het Kennishuis beschouwt zich daarbij op geen enkele wijze als concurrent van andere instellingen op dit terrein, maar juist als aanvulling op bestaande activiteiten in de stad. Opzet Kennishuis De traditionele bibliotheek houdt zich bezig met de verzameling, ordening en ontsluiting van bronnen. In het Kennishuis komt, voortbouwend op deze ontsluiting, ook het veredelen en toepassen van de kennis opgeslagen in deze bronnen. Deze veredeling en toepassing kunnen plaats vinden binnen de fysieke muren van het Kennishuis, maar zal zich ook uitbreiden in het virtuele domein. Het Kennishuis is daarmee niet alleen het gebouw dat openingstijden en bezoekers kent, maar ook een online gemeenschap van mensen die kennis met elkaar delen en op die manier vermeerderen. Van passief naar actief De basiswaarden van traditionele bibliotheken zijn: • toegankelijkheid; • zoekgemak; • vindbaarheid; • beschikbaarheid. Dit zijn zeer waardevolle, maar passieve waarden. De huidige tijd vraagt om een meer actieve benadering: • (co-)creatie van kennis; • interpretatie; • inspiratie; • participatie. Het Kennishuis biedt daar alle gelegenheid toe. Consequentie van deze omslag is dat bij de dienstverlening in het Kennishuis een grotere domeinkennis vereist is dan in een traditionele bibliotheek. Die kan alleen maar gerealiseerd worden door als Kennishuis nauw samen te werken met instellingen die deze domeinkennis in huis hebben. Daarbij valt te denken aan 13
Businesscase Kennishuis
onderwijsinstellingen, innovatieve bedrijven en professionals die binnen andere organisaties werkzaam zijn. VOORBEELDUITWERKINGEN
Onderstaande uitwerkingen zijn voorbeelden van mogelijke functionaliteit van het Kennishuis. Deze zijn bestemd voor ideevorming en geven geen blauwdruk van het Kennishuis. KENNISKAART
Iedereen die binnenkomt in het Kennishuis meldt zich aan met zijn Kennishuis-pas. Het profiel van de gebruiker bevat een beschrijving van de kennis die hij heeft en wil delen, zijn interessegebieden en voorkeuren op het gebied van contact met andere gebruikers. Bij binnenkomst in het Kennishuis wordt op een van de muren geprojecteerd welke kennisaanbieders er op dat moment in het gebouw aanwezig zijn. Hierdoor kan een bezoeker van het Kennishuis in contact komen met de kennisaanbieders. Dezelfde functionaliteit is ook beschikbaar als app voor smartphones en tablets. Vanuit huis is ook buiten openingstijden de kenniskaart van het Kennishuis te raadplegen. Dan laat het een overzicht zien van alle kennis die beschikbaar is. KENNISKNOOPPUNTEN
In een kennisknooppunt werken alle instellingen die werkzaam zijn in een bepaald domein samen. Het kennisknooppunt is een fysieke plek in het Kennishuis. Elk kennisknooppunt kent een commissie die over inhoud, aankleding en dienstverlening beslist. Een kennisknooppunt kent een professional die als regisseur optreedt en de eindverantwoordelijkheid draagt. Sommige kennisknooppunten worden gefinancierd door samenwerkende partijen uit de regio, andere worden uit de Kennishuis-begroting bekostigd. Het betreffende deel van de studieboekencollectie van de Openbare Bibliotheek wordt in het kennisknooppunt geplaatst. Het aanschafbudget voor deze collectie komt onder verantwoordelijkheid van de kennisknooppuntbeheerders.
Kennisknooppunt textiel In het kennisknooppunt textiel vinden de volgende activiteiten plaats: • de uitleencollectie van de studieafdeling van de OBE op dit gebied wordt hier op aantrekkelijke wijze getoond; ook de naslag- en tijdschriftencollectie op gebied van textiel en mode vindt hier zijn plek. • de collecties worden uitgebreid met naslagwerken en tijdschriften die bij het ROC van Twente aanwezig zijn. • TwentseWelle richt een drietal vitrines in met een kort overzicht van het textielverleden van Enschede. Met een flyer die daar verspreid wordt, krijgt de bezoeker korting op de toegang tot TwentseWelle. • Het ROC van Twente geeft voorlichting over zijn opleidingen op dit gebied, gebruikt het kennisknooppunt als demonstratieruimte, organiseert er modeshows en presentaties. • De aankleding van het kennisknooppunt gebeurt door studenten van het ROC van Twente; deze verandert jaarlijks als resultaat van een competitie onder studenten. • De Universiteit Twente toont er speciale textielvormen die door nanotechnologie worden ontwikkeld. Zij heeft daarbij lesbrieven voor het primair onderwijs met allerlei praktische opdrachten die ter plekke kunnen worden uitgevoerd in een atelier. • Een start-up op het gebied van nieuwe vezels huurt er drie werkplekken. Klanten ontvangen zij in de algemene conferentiezaal van het Kennishuis. • Het Fablab heeft er apparatuur geplaatst waarmee textiel getest kan worden. • Ten Cate sponsort het kennisknooppunt en toont er zijn nieuwste producten uit het open innovatiecentrum “Advanced Materials” • Elke woensdagochtend is er een bijeenkomst van de ‘wildbreiclub’.
14
Businesscase Kennishuis
Kennisknooppunt Technologie en Zorg In het kennisknooppunt Technologie Zorg vinden de volgende activiteiten plaats: • De collecties van OBE vormen het middelpunt, aangevuld met boeken en tijdschriften van MST, Saxion en ROC van Twente. • Roessingh Research & Development richt een demonstratieplek in met hun laatste ontwikkelingen. • Er zijn kantoren voor start ups op het gebied van technologie en zorg. • De laatste van vijf master-afstudeerders van technische geneeskunde presenteren hun afstudeerwerk. • FC Twentes ‘Scoren met gezondheid’ geeft er voorlichting. • De Thuiszorgwinkel geeft voorlichting over het gebruik van hulpmiddelen. • Een informatiepunt over de nieuwbouw van het ziekenhuis geeft iedereen inzicht in de voortgang. • MST presenteert de laatste ontwikkelingen in de zorg. • In een cursusruimte vinden zelfhulpcursussen, trainingen voor mantelzorgers en BHVtrainingen plaats. • Saxion en ROC van Twente geven er beroepsvoorlichting.
Kennisknooppunt Lezen In het kennisknooppunt Lezen vinden de volgende activiteiten plaats: • Het ‘makkelijk lezen-plein’ van de OBE vormt het middelpunt. • In een cursusruimte vinden inloopcursussen Nederlands als Tweede Taal plaats, voor inburgeraars, maar ook voor studenten van over de grens. • Het samenwerkingsverband Weer Samen naar School geeft er maandelijks een presentatie over het succes van het Leesverbeterplan. • De schoolbesturen plannen bijscholingsbijeenkomst in het leeslokaal. • De afdeling PABO van Saxion geeft er beroepsvoorlichting. • Voor on- en laaggeletterden vinden er cursussen plaats o.a. door mensen die zelf kort daarvoor deze cursus gedaan hebben. • Er is een grote collectie grootletterboeken. • Een opticien verkoopt er leeshulpmiddelen en voert elke donderdagavond oogmetingen uit. • De nieuwste tablet-computers en e-books kunnen er uitgeprobeerd worden. De kennisknooppunten worden niet vooraf gedefinieerd, maar zijn afhankelijk van initiatieven uit de stad. Te denken valt nog aan een kennisknooppunt Bouwen (Saxion Academie voor Bouw, bouwbedrijven, voorlichting over stedelijke ontwikkelingen, aandacht voor duurzaam bouwen, presentaties van de lectoraten, werkgroep ontwikkelingstechnieken van de UT, ROC van Twente, Architectuurcentrum et cetera), een kennisknooppunt Muziek (collectie Muziekbank, bladmuziekcollectie, presentaties NRO, Nederlands Symfonie Orkest, workshops muziekschool, oefenruimtes om bladmuziek te kunnen uitproberen, activiteiten voor kinderen), een kennisknooppunt Techniek (UT, Twente Academy, Technica 10, techniekcoaches, Fablab, Planetart, Tkkrlab), een kennisknooppunt Twente (de Twentecollectie, digitaal archief, genealogie, fotocollecties, de Twentse taal), een kennisknooppunt opvoeding (LOES, consultatiebureau, voedingsvoorlichting, puberteit, alcoholvoorlichting) et cetera. Het Kennishuis biedt de faciliteiten; bij voldoende ideeën en financiële haalbaarheid kan een Kennisknooppunt worden ingericht. PROCES VAN NADERE UITWERKING
De uitwerking van het concept van het Kennishuis zal plaats vinden in co-creatie met vele betrokkenen. De volgende activiteiten zijn daarvoor al opgestart: • uitwerking van het concept van de bibliotheek van de toekomst in de Media-battle tussen studenten uit Enschede en Utrecht. 15
Businesscase Kennishuis
• • •
creatieve sessies met de Academie voor Creatieve Technologie van Saxion. inbreng van de casus Kennishuis op de alumnidag Toegepaste Onderwijskunde afstudeeropdrachten.
Daarnaast zullen als open innovatie via sociale media zoals Facebook en LinkedIn brede lagen uit de Enschedese bevolking betrokken worden bij de ontwikkeling van het Kennishuis. In de aanloopfase naar de realisatie van het fysieke Kennishuis zal de organisatie het Kennishuis en zijn activiteiten al opstarten. In deze fase zal men experimenteren met die activiteiten die niet aan het fysieke Kennishuis gebonden zijn. Doelstellingen in deze fase zijn: • verdere ontwikkeling van het concept; • bekendheid geven aan het Kennishuis; • ervaring opdoen met activiteiten passend binnen het concept; • uitbouwen van samenwerking met bestaande en nieuwe samenwerkingspartners in de stad.
16
Businesscase Kennishuis
3. DE ‘BEWONERS’ VAN HET KENNISHUIS In dit hoofdstuk maken we duidelijk welke partijen er in het Kennishuis kunnen en willen deelnemen. We geven ook aan van welke partij deelname al min of meer zeker is. Dit functionele programma van eisen bevat in ieder geval: • globaal en op hoofdlijnen inzicht in het programma; • verdeling van oppervlaktes, gebruik, dubbelgebruik; • basisgedachte werking van het concept in het gebouw. Deze beschrijving van de bewoners dient vervolgens als input voor het financiële kader. De bibliotheek zal als belangrijkste ‘drager’ hoofdgebruiker worden van het Kennishuis. Daarnaast zullen ROC van Twente en Saxion ook een aanzienlijke rol spelen als dragers van het concept en gebruikers van ruimtes. ORGANISATIES
De functies die we in het vorige hoofdstuk noemden, kunnen door verschillende organisaties uitgevoerd worden. Daarnaast zijn er ook functies die voor meerdere partijen interessant zijn. De betreffende ruimtes staan alle onder beheer van de Openbare Bibliotheek Enschede, als grootste gebruiker van het gebouw. Kosten voor het gebruik van deze ruimtes zullen worden omgeslagen op basis van het daadwerkelijke gebruik. Het gaat daarbij om: • studieplekken; • projectruimtes; • presentatieruimtes; • media-atelier; • vergaderkamers. In een later stadium zullen we onderzoeken welke functies eventueel ook te vervullen zijn in de ontwikkeling van Saxion op het terrein van het voormalige Natuurmuseum. Eerste kandidaat daarvoor zijn de presentatieruimtes en vergaderfaciliteiten, vooral in de witte villa (Serphos). Voorbeeldinvulling Het Kennishuis zal gevestigd worden in de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg, waarbij de voorkeurslocatie de oude textielhogeschool De Maere is. In het onderstaande overzicht geven we, uitgaande van vestiging in dat gebouw, per functie aan welke organisaties er zijn om deze functie te vervullen en hoeveel vloeroppervlak deze in het Kennishuis ongeveer zullen innemen1. Ook schatten we in wat de locatie in het gebouw zou kunnen zijn. Functie Algemene functies Horeca
Copyshop
Lokalen Economisch domein Flexwerkplekken/
Organisatie
m2
Voorlopige plek
Met diverse exploitanten zijn gesprekken gevoerd; dit betreft zowel landelijke, nieuwe als lokale ondernemers. Keuze voor horeca-exploitant zal gemaakt worden in de loop van 2013. Reprodienst Saxion
200
Hoofdgebouw aan Ariënsplein, linkerzijde
100
ROC van Twente
660
Hoofdgebouw Van Galenstraat Nog te bepalen
OBE
250
Nog te bepalen
1
Alle oppervlaktes zijn weergegeven in nuttig vloeroppervlak. Het totaal nuttig vloeroppervlak van De Maere is ca. 5100 m2.
17
Businesscase Kennishuis
Seats2meet Architectuurcentrum Cultureel domein Uitleenbibliotheek - publieksruimte
Architectuurcentrum Twente
70
TNO gebouw, BG
OBE
1700
- kantoren OBE en Muziekbank - ondersteunende OBE en Muziekbank diensten Muziekbank Muziekbank - publieksruimte - oefenruimte Muziekbank Emancipatorisch domein Opvoedingsvoorlichting LOES Journalistiek Nog te bepalen Gemeenschappelijke ruimtes Studieplekken, Gemeenschappelijk gebruik, projectruimtes beheer OBE Media-atelier Gemeenschappelijk gebruik, beheer OBE Vergaderkamers Gemeenschappelijk gebruik, beheer OBE totaal
270 400
Sheddak deel De Maere Hoofdgebouw 1e verdieping Nog te bepalen Nog te bepalen
400 30
Sheddak deel De Maere Kelder
50 100
Nog te bepalen Nog te bepalen
550
Nog te bepalen
90
Nog te bepalen
80
Nog te bepalen
4950
Tabel 1 Schetsmatige oppervlakteverdeling
Naast deze inwonende partijen staan de faciliteiten open voor alle andere partijen die activiteiten ondernemen die aansluiten bij het concept van het Kennishuis. Te denken valt daarbij aan de Volksuniversiteit Enschede, SIVE, DUO, Open Universiteit, het stadsarchief et cetera.
18
Businesscase Kennishuis
4. DE MAERE – KENMERKEN VAN “HET HUIS” Het Kennishuis zal gevestigd worden op de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg. De voorkeurslocatie is De Maere, aan het Dr. Ariënsplein, tussen de Ripperdastraat en De Ruyterlaan. Dit is een parel van Enschede. Gebouwd in de tijd dat textiel de motor van de Enschedese economie was, kan deze zelfde plek in de functie van Kennishuis opnieuw een centrale rol gaan spelen nu kennis de motor van de economie is. In dit hoofdstuk beschrijven we wat de belangrijkste kenmerken van De Maere zijn. Ook komen de noodzakelijke aanpassingen aan de orde die het gebouw zal moeten ondergaan om tot een optimale werking van het concept te komen. MONUMENT
De Maere is een rijksmonument. Dit heeft consequenties voor de mogelijkheden om aanpassingen aan het gebouw te doen. Het gebouw verkeert gelukkig in uitstekende staat met vele waardevolle elementen. De Maere is daardoor een gebouw met karakter. Het gebouw is van grote cultuurhistorische waarde. Om deze te bewaken is door het Oversticht in het kader van deze businesscase het rapport Cultuurhistorische waardestelling Hogere Textielschool De Maere opgesteld. In dit rapport geeft het Oversticht een algemene beschrijving van de historie van het gebouw en men gaat in op het tijdsgewricht waarin het gebouw is opgericht, de stedenbouwkundige context en welke relatie het daarmee heeft met andere gebouwen in de stad, zoals de Ambachtsschool aan de Boddenkampsingel en het Laarescomplex aan de Tulpstraat. Het rapport geeft gedetailleerd aan welke ruimte er in het gebouw voor transformatie beschikbaar is. DE MAERE
De Hogere Textielschool De Maere is in 1922 gebouwd door de Dienst Gemeentewerken Enschede, naar ontwerp van architect W.K. de Wijs en is op 12 september van dat jaar in gebruik genomen. Jonkheer Charles de Maere, uit St. Nicolaas in Vlaanderen, speelde een belangrijke rol in de verbetering en scholing binnen de textielindustrie. Het volume van de school is geleed in Frans-classicistische stijl. De school is uitgevoerd in traditionalistische baksteenarchitectuur. De eerste uitbreiding van de school vond plaats in 1939, toen aan de oostzijde praktijklokalen werden uitgebreid. De school is in de jaren vijftig uitgebreid met een gebouw met ketelhuis langs de Van Galenstraat. Ook is in die periode de werkvloer vergroot: tegen de achtergevel van het praktijkgebouw is over vrijwel de hele breedte een reeks lokalen gezet, onder een plat dak. Hierbij zijn de oorspronkelijke buitendeuren gaan fungeren als binnendeuren. Rondom het gebouw is een baksteen erfafscheiding opgetrokken met smeedijzeren hekwerk tussen pijlers. De school bestaat uit een U-vormig lokalengebouw dat een overdekte werkvloer met praktijklokalen omsluit. De zuidpoot van de U is aanmerkelijk korter dan de noordpoot (langs de Van Galenstraat). Het lokalengebouw is in bruine baksteen opgetrokken over twee bouwlagen onder een samengestelde kap, gedekt met pannen. Het praktijkgebouw telt één bouwlaag en is afgedekt met sheddaken met een ijzeren spantenconstructie die rust op drie dragende muren: oostelijk de - voormalige - buitenmuur, westelijk waarschijnlijk de grensmuur tussen praktijkgedeelte en hoofdgebouw en centraal de muur die, vanaf de hoofdingang, de rechterwand van de middengang vormt. Een grote overspanning is daarmee bereikt, met bijna vrije plattegronden. De centrale hal, trappenhuis en de gangen hebben tegelvloeren en zijn voorzien van tegellambrisering en reliëfs met voorstellingen uit de (textiel)industrie. De trappenhal wordt verlicht door drie rondboogvensters op de verdieping voorzien van glas-in-lood en is overwelfd met drie draagkruisgewelven. De school is van algemeen cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang vanwege de directe relatie met de industrialisering van Enschede, de kwaliteit van het ontwerp, de 19
Businesscase Kennishuis
detaillering van het interieur, de beeldbepalende ligging aan het Dr. Ariënsplein in de Stadsmaten en de gaafheid van het exterieur en het interieur. NOODZAKELIJKE AANPASSINGEN AAN HET GEBOUW
Het gebouw ‘De Maere’ wordt momenteel gebruikt als schoolgebouw door het ROC van Twente. De functies die in het Kennishuis zullen komen, sluiten wat betreft het ruimtegebruik deels goed aan bij het huidige gebruik. Op de begane grond is het bijvoorbeeld goed mogelijk een bibliotheekfunctie te maken, en op de verdiepingen zijn ruimten die prima geschikt zijn als kantoren en/of lokalen. Dat betekent dat er relatief weinig grote ingrepen nodig zijn om het gebouw geschikt te maken voor de functie als Kennishuis. Dat laat onverlet dat enkele bouwkundige aanpassingen onvermijdelijk zijn. Een overzicht van de noodzakelijke wijzigingen is opgenomen in bijlage 1, Aanpassingen aan het gebouw. Er heeft gedurende het opstellen van de businesscase afstemming plaats gevonden met Het Oversticht. De voorgestelde wijzigingen passen in de zienswijze van het Oversticht binnen de cultuurhistorische waarde van De Maere.
20
Businesscase Kennishuis
5. STEDENBOUWKUNDIGE ASPECTEN Het Kennishuis wordt ondergebracht op de Stadsweide voor Kennis, Technologie en Zorg met als voorkeurslocatie de voormalige Hogere Textielschool ‘De Maere’ met de hoofdingang aan het Dr. Ariënsplein. Het monumentale bakstenen gebouw uit 1922 is een rijksmonument. Iedereen kent dit gebouw, het staat gegrift in de ‘mental map’ van de Enschedeër.
Figuur 2 Stadsbeeld locatie De Maere rond 1914 en rond 1930
Het stadsbeeld rond 1914 laat zien dat de Bisschopstraat, met slinger, doorliep over de De Ruyterstraat richting binnenstad. De plattegrond van 1930 laat zien dat door de bouw van ‘De Maere’ aan het Dr. Ariënsplein de continuïteit van de Bisschopstraat verloren is gegaan. Dit deel van de Bisschopstraat is later de Van Galenstraat gaan heten.
Figuur 3 Stedelijk weefsel
De Van Galenstraat vormt in het stedelijk weefsel nog steeds een duidelijke route richting binnenstad.
21
Businesscase Kennishuis
In de binnenstadsvisie wordt een onderscheid gemaakt tussen twee sferen van de binnenstad. De groene sfeer tussen Volkspark en Nijverheidstraat en de stenige sfeer van de historische binnenstad, ingericht als stadserf. Kenmerkend voor dit gebied zijn de losse gebouwen gelegen in een tuin aan mooie straten met aan weerszijden laanbeplanting. De wegen met de aanliggende gebouwen vormen groene routes van west naar oost en verbinden het Volkspark met de binnenstad. De Van Galenstraat ligt in de zogenaamde groene sfeer van de binnenstad, maar mist kwaliteit.
Figuur 4 Functies Van Galenstraat (achterkant: driehoek, voorkant: ster)
De Van Galenstraat heeft als kenmerk aan de noordzijde achterkanten en achteringangen behorend bij de panden aan de Tromplaan. Aan de zuidzijde staan grote ontoegankelijke panden met aan het eind het Epy Drostgebouw en De Maere. De panden aan de Van Galenstraat zijn met de auto alleen vanaf de binnenstad/Nijverheidstraat te bereiken en de toegankelijkheid loopt voor de auto dood bij het Dr. Ariënsplein. De inrichting van de Van Galenstraat is vooral afgestemd op de parkeervraag en mist de kwaliteiten van verblijfsgebied en de groene sfeer. Toch wordt de straat momenteel al spontaan gebruikt als verblijfsgebied.
Figuur 5 Gebruik als verblijfsgebied
22
Businesscase Kennishuis
Figuur 6 Vervoersstromen naar De Maere (voetgangers: geel, fietsers: oranje, auto’s: rood)
Het Kennishuis zal door een grote verscheidenheid van doelgroepen bezocht worden, zowel uit de stad als daarbuiten en de regio. Het trein- en busstation is op loopafstand gelegen van het Kennishuis zodat ook voor bezoekers van buiten de stad de bereikbaarheid goed is. Op de afbeelding zijn de routes aangegeven die bezoekers van het Kennishuis afleggen, afhankelijk van de vervoerswijze: per openbaar vervoer (bus en trein) is dat de gele, route per fiets de oranje route, per auto de rode route. Een groot aantal bezoekers (trein, bus en binnenstad) zal via de Nijverheidstraat de Van Galenstraat inlopen en fietsen. Aan het begin van de Van Galenstraat is het Kennishuis nog niet goed te zien. Het beginpunt van de straat zal gemarkeerd moeten worden en eventueel ook de verdere route als begeleiding naar het Kennishuis.
Figuur 7 Referentiebeelden inrichting straat als verblijfsgebied
Uitgangspunt is dat de Van Galenstraat weer een echte straat wordt met een eenvoudig en eenduidig profiel zonder asverspringing en dergelijke. De straat wordt ingericht als verblijfsgebied voor de voetganger, maar de aanliggende percelen blijven wel bereikbaar met de auto vanaf de Nijverheidstraat. De bestaande bomen aan de noordzijde van de straat worden aangevuld met nieuwe zodat er een doorlopende laanbeplanting ontstaat. De laanbeplanting in combinatie (waar mogelijk) met een haag als erfscheiding van de aanliggende percelen zorgt voor een groen karakter. Hier wordt de oorspronkelijke inrichting van het Stadsweide zoveel mogelijk recht gedaan. Kenmerkend daarbij zijn gebouwen in een groene voet met een duidelijk erfafscheiding (hek of haag) die de publieke 23
Businesscase Kennishuis
ruimte scheidt van de bebouwde omgeving. Hierbij vindt intensieve afstemming plaats met de ontwikkelingen op het natuurmuseumterrein. Een beperkt aantal parkeerplaatsen voor de auto en stallingsmogelijkheden voor de fiets worden aan een zijde van de straat tussen de laanbeplanting geplaatst, waardoor de Van Galenstraat een zelfde profiel over de gehele lengte van de straat krijgt.
Figuur 8 Inrichtingsschets Van Galenstraat gezien vanaf het Ariënsplein
Vanaf de Nijverheidstraat zal het begin van de route naar het Kennishuis gemarkeerd kunnen worden met bijvoorbeeld een kunstwerk. Het Kennishuis krijgt twee gelijkwaardige ingangen. De bestaande hoofdingang krijgt een opwaardering waardoor deze van de verkeersas Ripperdastraat – Dr. Ariënsplein – De Ruyterlaan goed zichtbaar wordt. Aan de Van Galenstraat wordt een nieuwe ingang gecreëerd halverwege de gevel. De ingang aan het Dr. Ariënsplein is vooral voor de nieuwe doelgroepen (ZZP’ers, bedrijven, professionals) aantrekkelijk. De ingang aan de Van Galenstraat sluit aan bij de nieuwbouwplannen op het natuurmuseumterrein, maar zal ook de logische ingang zijn voor de bestaande doelgroepen. Daartoe is de relatie met de binnenstad van groot belang. Midden tussen beide gelijkwaardige ingangen is een terras geprojecteerd dat de aantrekkelijkheid en zichtbaarheid van het Kennishuis vergroot.
Figuur 9 Voorstel inrichting Van Galenstraat gezien vanaf de binnenstad
24
Businesscase Kennishuis
De publieke ruimte aan de ingang van de Van Galenstraat, zuidzijde, biedt hiervoor prachtige mogelijkheden. Het is een locatie die goed opvalt vanuit de binnenstad en de drukke Piet Heynstraat. Op deze locatie kan een verwijzing, publiekstrekker of een inhoudelijk informatiepaneel komen dat mensen verleidt om de Van Galenstraat te bezoeken. Gecombineerd met de nieuw te ontwerpen aandachttrekkende entree van De Maere aan de Van Galenstraat is de zichtbaarheid van het Kennishuis vanuit de binnenstad gegarandeerd.
Figuur 10 Referentiebeelden aandachtstrekker RELATIE MET BINNENSTAD
Ondanks bovenstaande ingrepen in de Van Galenstraat, die als doel hebben om dit deel van de binnenstedelijke omgeving te laten aansluiten bij het winkelhart, bestaat de mogelijkheid dat het verplaatsen van de bibliotheek nadelige neveneffecten heeft voor het winkelhart. Daarbij spelen twee vragen een rol: • welke functie komt er in het huidige gebouw van de bibliotheek (aan de Pijpenstraat)? • wat is het effect op het zogenaamde combinatiebezoek? De zaken betreffende het huidige gebouw komen aan de orde in het volgende hoofdstuk. COMBINATIEBEZOEK
Bij combinatiebezoek gaat het om bezoek waarbij personen de binnenstad bezoeken omdat zij meerdere doelen hebben. De veronderstelling daarbij is dat verplaatsing van de bibliotheekfunctie zal kunnen leiden tot afname van het winkelbezoek. De verwachting is gerechtvaardigd dat mensen die de binnenstad doelgericht bezoeken, dit in meerderheid zullen blijven doen, ook als de bibliotheek zich vlak buiten het directe winkelgebied bevindt. Een spontaan bezoek aan de bibliotheek wordt wellicht minder waarschijnlijk. De daarmee gepaard gaande mogelijke afname van het bibliotheekbezoek wordt door de bibliotheek niet als problematisch ervaren. Door de nieuwe functies in de bibliotheek verwacht de bibliotheek een ander en breder publiek aan te trekken. Dit gaat bijvoorbeeld om ZZP’ers, studenten, professionals etc. De verwachting is gerechtvaardigd dat deze bezoekers zeker voor een deel ook het winkelhart zullen aandoen en hiermee een eventuele teruggang in combinatiebezoek kunnen compenseren. Mensen die doelgericht de bibliotheek bezoeken, zullen dit ook blijven doen als de bibliotheek zich niet meer in het winkelgebied bevindt. Het mogelijke probleem zit in spontaan winkelbezoek door deze bezoekers. Door de afstand De Maere – winkelhart zou het kunnen dat deze mensen minder snel geneigd zijn ook nog een bezoek aan de binnenstadwinkels te brengen. Eerder onderzoek Experts op dit gebied verwachten geen grote nadelige effecten van een verplaatsing van een bibliotheek over de geringe afstand waarvan hier sprake is. Een scan van eerder onderzoek levert de volgende relevante bronnen op: • Groningen: Detailhandelsmonitor 2003 • Regio Nijmegen/Arnhem: Koopstromenonderzoek 2009 25
Businesscase Kennishuis
•
Winkelen en leisure: een klassieke combinatie? Verkenning in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, 2003
Algemeen beeld hieruit voor het combinatiebezoek Bibliotheek–winkels: • er is sprake van circa 10% combinatiebezoek; • in de verkenning voor het Hoofdbedrijfschap is zelfs sprake van slechts 1% combinatiebezoekers. Er wordt bij combinatiebezoek bibliotheek–winkels een onderscheid gemaakt tussen dagelijkse aankopen en winkelen. Uit de onderzoeken komende volgende getallen: Bron Dagelijkse aankopen
Winkelen
Nijmegen/Arnhem Hoofdbedrijfschap Groningen
5% 1% 7%
8% 1% 3%
Tabel 2 Combinatiebezoek uit literatuuronderzoek
In Groningen is ook gevraagd naar het effect van het verplaatsen van de bibliotheek: 68% van de bezoekers blijft combinatiebezoek afleggen. Enschedese situatie Omdat er geen cijfers voor de Enschedese situatie voorhanden waren is door I&O veldonderzoek gedaan naar combinatiebezoek en het aandeel dat de bibliotheek heeft in de traffic in het omliggende winkelgebied. Dit onderzoek, in opdracht van de gemeente en OBE, is opgezet in overleg met de Federatie Centrumondernemers Enschede (FCE) en de vereniging van commercieel vastgoedbezitters (CVB). De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn: • Gepland en spontaan combinatiebezoek komt in beperkte mate voor. Ongeveer één op de zeven bezoekers (17 procent) doet dit wekelijks, terwijl ruim een derde nooit een combinatiebezoek plant. Spontaan combinatiebezoek vindt bij 10 procent op wekelijkse basis plaats, terwijl ongeveer de helft nooit spontaan een bezoek aan het winkelhart brengt als hij in de bibliotheek is. • Een derde van de biebbezoekers brengt tijdens het winkelen wel eens spontaan een bezoek aan de bibliotheek. Het aandeel dat dit op wekelijkse basis doet, is 6 procent. Tweederde bezoekt de bibliotheek nooit spontaan wanneer zij voor een ander doeleinde in de binnenstad zijn. • Ongeveer driekwart geeft aan dat zij de bibliotheek op de nieuwe locatie naar verwachting even vaak zullen bezoeken. Bijna een kwart denkt dat de bezoekfrequentie lager zal zijn, terwijl 3 procent de bibliotheek vaker denkt te bezoeken. • Voor iets meer dan de helft zal het combinatiebezoek gelijk blijven. Ruim een derde denkt dat zij minder vaak een bezoek aan bibliotheek en winkels zal combineren, terwijl 1 procent denkt dat het vaker wordt. Conclusie De relatie met de binnenstad verdient aandacht. Uit de mening van experts en eerdere onderzoeken kunnen we niet concluderen dat de voorgestelde verplaatsing ernstig nadelige effecten op het combinatiebezoek zal hebben. De Enschedese cijfers geven echter aan dat er naar verwachting wel een afname van het combinatiebezoek te verwachten is. Het aandeel van de traffic in de omliggende straten is echter gering (13-20%). Vertaald in absolute aantallen is het effect van verplaatsing naar de Stadsweide zeer gering. Van circa 40.000 mensen die dagelijks de binnenstad bezoeken, (Binnenstadsmonitor 2009-2010) zijn er slechts 1300 bibliotheekbezoekers, van wie ongeveer een derde combinatiebezoek doet. Van deze ca. 450 mensen geeft meer dan 60% aan de verwachting te hebben even vaak combinatiebezoek te blijven doen. Toch is er voldoende aanleiding om serieus aandacht te geven aan de relatie Van Galenstraat–winkelhart. Dit niet alleen vanwege het combinatiebezoek, maar ook voor het aantrekkelijk blijven van de bibliotheek voor de bestaande doelgroepen. 26
Businesscase Kennishuis
6. HUIDIGE LOCATIE BIBLIOTHEEK Met de verhuizing van de bibliotheek naar de Stadsweide komt het huidige onderkomen beschikbaar voor andere bestemmingen. Daarbij spelen twee zaken een rol: • nieuwe functie; • opbrengstpotentie. Voor beide is extern advies ingewonnen. Momenteel worden nog alle opties opengehouden en is de herontwikkeling afhankelijk van marktpartijen. Nieuwe functie Voor de continuïteit van het beleid ter bevordering van de levendigheid van dit deel van het winkelhart, vooral de Walstraat, Zuiderhagen en Korte Haaksbergerstraat, is het van groot belang dat het gebouw een duidelijke functie krijgt en in gebruik blijft. We moeten voorkomen dat er een dood punt in deze kwetsbare omgeving ontstaat. Vanuit het pand en de directe omgeving gezien lijkt het logisch om winkelruimte op de begane grond te realiseren: ‘Kijkend naar de directe omgeving van de bibliotheek en de toekomstige ontwikkelingen (upgrading en nieuwbouw ziekenhuis) zijn winkels op de begane grond in alle opties voor de hand liggend. De winkels zullen hun ingang moeten hebben in de Zuiderhagen en de Pijpenstraat, vooralsnog niet in de Beltstraat. In de Zuiderhagen ligt het voor de hand om twee winkelentrees te situeren. In de Pijpenstraat is ruimte voor minimaal drie winkelentrees. De kwaliteit van de arcade in beide straten komt volledig ten goede aan de winkels. De winkels aan de Pijpenstraat zullen de volledige diepte van het gebouw kunnen benutten.’ (Rutgers, 2011) Gezien de ontwikkelingen in de detailhandel en het vastgestelde beleid op dit gebied is uitbreiding van het vloeroppervlak voor winkelruimte niet het meest voor de hand liggend. Andere mogelijke functies die in het gebouw gerealiseerd kunnen worden, eventueel gecombineerd met een winkelfunctie zijn: • appartementen; • lofts; • studentenhuisvesting; • kantoorruimte. Opbrengstpotentie De realisatie van de opbrengstpotentie is geheel afhankelijk van marktfactoren. Het gebouw is in uitstekende staat en altijd goed onderhouden middels meerjarenonderhoudsplannen. Bij verhuur van het pand in de 2 huidige staat tegen een huurprijs van 80 euro per m en een bruto aanvangsrendement (BAR) van 8% zou de opbrengstpotentie circa 5 miljoen euro zijn.
Om een meer realistische schatting van de opbrengstpotentie van het huidige pand te berekenen hebben we extern advies ingewonnen. Afhankelijk van de nieuw te realiseren functie ligt het opbrengstrendement in dit advies tussen de 2.6 en 2.8 miljoen euro. In deze businesscase gaan we daarom uit van een opbrengst van ca. 2.5 miljoen. Overigens moet worden opgemerkt dat ontwikkelingen in de Zuidmolen momenteel niet meegenomen worden in deze businesscase. De kansen op herontwikkeling van het pand van de huidige bibliotheek worden uiteraard groter wanneer ook de Zuidmolen weer nieuw leven wordt ingeblazen. Over de kansen hierop kan echter momenteel nog niets met zekerheid gezegd worden. Daarom laten we uitspraken hierover buiten beschouwing.
27
Businesscase Kennishuis
7. FINANCIEEL KADER
UITGANGSPUNTEN
We hebben een aantal algemene uitgangspunten als basis genomen voor de verdere uitwerking van het financiële kader. Daarnaast dient het functioneel programma van eisen als belangrijkste input voor de uitwerking. Het belangrijkste uitgangspunt in deze businesscase is vestiging van het Kennishuis in De Maere. De Maere is eigendom van het ROC van Twente. Het gebouw dient daarom verworven te worden. De verwervingsprijs moet realistisch en haalbaar zijn. Om de functies voor het Kennishuis te kunnen realiseren in De Maere is het noodzakelijk aanpassingen te doen aan het gebouw. Aandachtspunt is de status als Rijksmonument. De eerste indruk is dat de noodzakelijke functionele aanpassingen binnen de monumentstatus mogelijk zijn. Die indruk wordt ondersteund door het feit dat de architect die het gebouw in 2000 grondig heeft verbouwd, ook nu betrokken is bij de planvorming. Noodzakelijke aanpassingen in het gebouw de Maere zijn opgenomen als Bijlage 1 Aanpassingen aan het gebouw. ANDERE UITGANGSPUNTEN M.B.T. DE KOSTEN:
• • • • •
Tussen partijen wordt een langdurige huurovereenkomst afgesloten (bibliotheek 20 jaar en overige partijen 5 of 10 jaar); De meerwaarde (t.o.v. de boekwaarde) bij de verkoop van het huidige bibliotheekpand (in eigendom van de bibliotheek) komt ten goede aan de financiering van het Kennishuis; De nieuwe inrichting van de bibliotheek in het Kennishuis wordt volledig gefinancierd door de bibliotheek; Elk der partijen die een onderkomen huren in het Kennishuis draagt zelf zorg voor de eigen exploitatielasten (energie, water, verzekeringen, klein onderhoud etc.); Algemeen geldt dat, voor welke variant er ook gekozen gaat worden, er altijd sprake is van verhuiskosten, planvoorbereidingskosten (bij nieuwbouw hoger) en herinrichtingskosten voor de Van Galenstraat.
ANDERE UITGANGSPUNTEN M.B.T. DE OPBRENGSTEN:
De inkomsten bestaan uit de huurinkomsten die de gebruikers van het Kennishuis gaan betalen. Hierbij maken we in dit stadium onderscheid tussen huur voor de bibliotheek en voor de overige functies. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Huur bibliotheek is BTW-belast (bibliotheek is ondernemer voor de belasting); • Huur overige functies 50% BTW-belast en 50% vrijgesteld van BTW; • Hierdoor ontstaat een deel niet verrekenbare BTW op de investering; • Overige functies marktconforme huur met maatschappelijke insteek; • Verhuurrisico overige functies (leegstandsfrictie), 5% van de jaarhuur van de overige functies. WAARDEBEPALING DE MAERE
De onderhandelingen over de verwervingsprijs van De Maere zijn gaande. In de businesscase rekenen we met een te verwachten verwervingsprijs van 6.1 miljoen. EIGENDOM
Rondom het eigendom van het Kennishuis is een aantal varianten te bedenken. De verschillende varianten vragen om een zorgvuldige afweging, waarbij (financiële) haalbaarheid, de monumentenstatus van het pand, beheer en onderhoud, de inhoudelijke aansluiting met het concept van het Kennishuis en mogelijk nog andere factoren een rol spelen. In bijlage 2 Eigendomsconstructies voor het Kennishuis zijn vijf mogelijkheden uitgewerkt inclusief een weging van voors en tegens. In de businesscase gaan we uit van eigendom bij de Blijdensteinstichting (OBE). 28
Businesscase Kennishuis
EXPLOITATIEMODEL
Het exploitatiemodel bestaat uit inkomsten en uitgaven. De inkomsten bestaan uit huurinkomsten van de diverse deelnemende en overige partijen. De uitgaven bestaan enerzijds uit de verwervingskosten en investeringen noodzakelijk aan het gebouw. Deze laatste staan beschreven in hoofdstuk 4 en worden hier cijfermatig onderbouwd. Anderzijds bestaan deze uit de operationele kosten van het gebouw. Daarbij gaan we uit van de exploitatiegegevens van de huidige eigenaar. INKOMSTEN
De Maere bevat 5100 m2 nuttig vloeroppervlak. Het verhuurbaar vloeroppervlak (VVO) is 6161 m2. De NO-VVO factor is daar mee 1.21. Bij de berekening van de huuropbrengst wordt het ruimtegebruik door de bibliotheek buiten beschouwing gelaten; in de scenario’s waarbij de gemeente eigenaar is, wordt de maximale huurbijdrage van de bibliotheek op het bedrag uit de haalbaarheidsstudie genomen (€ 300.000 p/j). In de scenario’s waarbij de bibliotheek eigenaar is, is er geen sprake van huur door de bibliotheek. De volgende huuropbrengst kan verwacht worden: Huurder m2 VVO2 Opbrengst Opmerkingen Horeca-exploitant 240 € 24.000 De post huurders-incentives kan gebruikt worden om dit aanvankelijk te verlagen Reprodienst Saxion 120 € 16.800 Uitgaande van onderwijsprijs Architectuurcentrum 85 € 12.000 Geschatte opbrengst 300 € 7.500 Uitgaande van gemiddelde flexibele kantoorruimte bezettingsgraad van 25% ROC van Twente 800 € 112.000 Uitgaande van onderwijsprijs Muziekbank 480 € 28.800 Uitgaande van dezelfde meterprijs als de openbare bibliotheek. Huidige huur van de muziekbank is € 2780. Zonder structurele (gemeentelijke) subsidie kan de Muziekbank deze huur niet opbrengen. LOES 60 € 8.600 Komt overeen met huidige huur Mediapartner 120 € 12.000 Deze is mogelijk te verlagen uit de huurders-incentives of in het kader van bijdrage aan het concept Geschatte opbrengst pm Hierbij wordt er vanuit gegaan dat verhuur gemeendeze slechts kostendekkend is schappelijke ruimtes Totaal € 221.700,00 Tabel 3 Indicatieve huuropbrengsten
UITGAVEN
De stichtingskosten van het Kennishuis bestaan uit verwervingskosten, verbouwingskosten (bouwkundig, installaties en terreininrichting) en overige kosten. De verbouwingskosten en overige kosten zijn gespecificeerd in bijlage 3 Verbouwings- en overige kosten. EXPLOITATIEKOSTEN
In de exploitatiekosten die voor rekening van de eigenaar komen, nemen wij de volgende posten mee: 2
zie hoofdstuk 3 voor NO
29
Businesscase Kennishuis
1. 2. 3. 4. 5.
afschrijving; financieringslasten; verzekeringen; onderhoud; overige kosten.
Energie- en schoonmaakkosten worden hier buiten beschouwing gelaten; deze worden als servicekosten omgeslagen over de gebruikers. Voor de bibliotheek geldt daarbij dat verhuizing naar De Maere in principe geen grote verandering in deze kosten met zich mee zal brengen aangezien het door de OBE gebruikt oppervlak in De Maere ongeveer gelijk is aan het huidige pand. Met betrekking tot de financieringslasten gaan we uit van de volgende dekking: Post Omvang Gemeentelijke bijdrage 2 miljoen Te verwerven subsidies 1 miljoen Inbreng bibliotheek 0,7 miljoen Totaal 3,7 miljoen Tabel 4 Dekking financieringslasten
Hierbij gaan we er vanuit dat de opbrengst van de huidige bibliotheek (zie ook hoofdstuk 6) gebruikt wordt ter dekking van de herinrichtingskosten van de bibliotheek op de nieuwe locatie. Het overschot wordt vervolgens ingezet om de externe financieringslast te verlagen. In het kader van deze businesscase zijn vier scenario’s doorgerekend. Deze zijn opgenomen als bijlage 4 doorrekening scenario’s. Op basis van deze verkenningen komen we tot het onderstaande meest realistische scenario. MEEST REALISTISCHE SCENARIO
Dit scenario is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • de Blijdensteinstichting is eigenaar; • de verwervingsprijs is 6.1 miljoen. De totale stichtingskosten zijn daarmee als volgt: Totale kosten exclusief verwerving
€ 3.578.683
Verwervingskosten 'De Maere'
€ 3.715.100 € 6.100.000 € 305.000
Rentekosten verwerving 'De Maere' (rentevoet 5%) Totaal Stichtingskosten
€ 10.120.100
Dit leidt tot het volgende exploitatieoverzicht: Inkomsten Huuropbrengsten
Totaal
De Maere Pijpenstraat € 221.700 € 11.380
Uitgaven Afschrijvingen Financieringslasten Extra exploitatielast
€ 210.320
De Maere € 47.337 € 321.005 € 64.500 € 432.842
De extra inspanning die de bibliotheek hierbij moet leveren, is ca. € 220.000 euro per jaar. (EXTERNE) SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN
Subsidiemogelijkheden voor het Kennishuis zijn in dit stadium nog niet gedetailleerd onderzocht. Aangezien subsidies in het algemeen een onzekere factor zijn en van dag tot dag kunnen wijzigen, zal een subsidiescan gemaakt worden wanneer het project verder gevorderd is.
30
Businesscase Kennishuis
Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is een meer constante subsidie, omdat de Gemeente Enschede vanuit het Operationeel Programma Oost-Nederland ‘trekkingsrechten’ heeft. De Gemeente Enschede heeft trekkingsrechten voor prioriteit 2 en 3. Prioriteit 2 voorziet in een versterking van het kennisfundament van de stedelijke netwerken, zoals een goede bereikbaarheid (regionaal, nationaal en internationaal) van woon- en werklocaties, voldoende bedrijventerrein voor bedrijven en meer algemeen een aantrekkelijk werk- en leefklimaat. Het project Kennishuis zou aan kunnen sluiten bij maatregel 2.2, waaronder de speerpunten worden geschaard die moeten zorgdragen voor behoud en waar mogelijk versterking van de attractiviteit van de stedelijke netwerken met zowel kwantitatief als kwalitatief voldoende ruimte om te ondernemen, wonen, ontmoeten, inspireren en ontspannen. Ook zou het project Kennishuis, afhankelijk van de invulling en accenten die we willen leggen, aansluiting kunnen vinden bij prioriteit 3. Daarbij staat de integrale wijkaanpak in de steden centraal. Doel is om prioritaire probleemsituaties in stadswijken op een integrale en daarmee ook op een structurele en duurzame manier aan te pakken om zo de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van een stad te vergroten. Wanneer bij nadere concretisering van het project blijkt dat EFRO subsidietechnisch inpasbaar is, dan moeten we nadrukkelijk rekening houden met onder andere aanbestedingsplichtigheid, de kosten moeten uiterlijk in 2015 gemaakt zijn en het is wenselijk om kosten te subsidiëren die buiten de exploitatie van het gebouw vallen. Denk hierbij aan kosten in de openbare ruimte of aan inrichtingskosten ten behoeve van de multifunctionaliteit van het gebouw.
31
Businesscase Kennishuis
8. PROCEDURES In dit hoofdstuk beschrijven we enkele aandachtspunten rondom de procedure. Dit om een beeld te schetsen wat er voor nodig is om (procedureel) het Kennishuis te realiseren. HUIDIGE BESTEMMING
De huidige bestemming van De Maere is kantoren, met als medebestemming maatschappelijke voorzieningen. AANDACHTSPUNTEN RONDOM VERGUNNINGEN
De belangrijkste inhoudelijke aandachtspunten zijn de onderstaande. • De bibliotheekfunctie past onder de bestemming ‘maatschappelijke doeleinden’, welke als medebestemming geldt op het pand De Maere. Om het Kennishuis in de Maere te realiseren, is dus geen nieuwe bestemmingsplanprocedure noodzakelijk. • De horecafunctie kan via een ontheffing verleend worden als deze ondergeschikt is aan de hoofdfunctie. Hiervoor is wel een onderbouwing nodig over de noodzaak, omvang en functie van de horeca-invulling. • Voor de aanpassingen in en aan het pand moet een ‘monumentenvergunning‘ worden verleend omdat het pand een Rijksmonument is. Reeds gedurende het opstellen van deze businesscase heeft overleg met het Oversticht plaats gevonden over mogelijke aanpassingen van het pand. Horecafunctie Het Ontwikkelingskader Horeca 2005-2015 vormt het beleidskader voor de ruimtelijke en economische ontwikkeling van de Enschedese horeca. Het gebouw De Maere ligt beleidsmatig in horecaconsolidatiegebied. Een horecavoorziening, als onlosmakelijk onderdeel van het totaalconcept Kennishuis is toch verantwoord omdat de horeca naar aard, omvang en openingstijden planologisch ondergeschikt en ondersteunend is aan de hoofdactiviteit ‘maatschappelijk’. De horecavoorziening zal primair gericht zijn op de gebruikers (bezoekers en personeel) van het Kennishuis. Vergunningprocedure Vanwege de monumentenstatus geldt er een zogenaamde ‘uitgebreide procedure’. Die heeft betrekking op de aanvraag Omgevingsvergunning om het monument aan te passen, op de verbouw van het interieur, het inrichten van de horecafunctie en realiseren van de gewijzigde hoofdingang. Dit betekent dat de procedure maximaal 26 weken duurt. Dit is inclusief een tervisielegging van zes weken. Vooral ten aanzien van de realisatie van de nieuwe hoofdingang is het advies om een voorlopig ontwerp in te dienen, zodat vóór indiening van de formele aanvraag Omgevingsvergunning hierover overeenstemming kan worden bereikt. Ten slotte is het nog van belang dat we afstemming zoeken tussen de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de gemeentelijke monumentencommissie. Beide instanties hebben namelijk een adviserende rol in deze procedure. AANDACHTSPUNTEN RONDOM DE HUIDIGE LOCATIE
Afhankelijk van de kopende partij van de huidige locatie van de bibliotheek en de gewenste bestemming moeten we ook rekening houden met procedures om deze bestemming mogelijk te maken.
32
Businesscase Kennishuis
9 CONCLUSIES Het Kennishuis is een innovatieve ontwikkeling waarbij delen van kennis centraal staat. Het concept heeft de potentie om bij te dragen aan de kenniseconomie van Enschede en Twente, waarbij het goede van de huidige Openbare Bibliotheek uitgebreid wordt met een economische oriëntatie op kennis. Het concept wordt door kennisinstellingen in brede zin in de regio gedragen. De Maere is als gebouw met een beperkte investering geschikt te maken om het Kennishuis te realiseren. Een aantal onderdelen van het concept Kennishuis zijn al op te starten voor de fysieke realisatie van het gebouw Kennishuis gereed is. Verplaatsing van de bibliotheekfunctie naar de rand van de binnenstad heeft positieve invloed op de ontwikkeling van de stadscampus. Met een herinrichting van de Van Galenstraat en andere middelen in de openbare ruimte zijn eventuele negatieve effecten van deze verplaatsing op te vangen. Uit de investeringsbegroting, de verwachte huuropbrengsten en de exploitatiebegroting kunnen we de conclusie trekken dat het Kennishuis een haalbare ontwikkeling is. Op een drietal punten bevat de businesscase nog onzekerheden: • verwerving van additionele overheidssubsidie; • de verwervingsprijs van een locatie in de Stadsweide, bij voorkeur De Maere; • de opbrengst van het gebouw van de huidige bibliotheek. Qua procedures op gebied van vergunningen en bestemmingsplan is het concept haalbaar. De planning van de realisatie van het fysieke Kennishuis is afhankelijk van de ontwikkelingen op het terrein van het voormalige Natuurmuseum. Het verdient aanbeveling om, vooruitlopend daarop, spoedig het concept van het Kennishuis en de voorbereiding van de fysieke realisatie verder uit te werken.
33
Businesscase Kennishuis