Functie en competentieprofiel GEGRADUEERD VERPLEEGKUNDIGE
1. Situering van de functie
Naam van de functie
Gegradueerd verpleegkundige
Dienst
Woonzorgcentrum
Niveau
C
Functionele loopbaan
C3 – C4
Evaluator
Hoofdverpleegkundige/zorgcoördinator
procesbewaker
Directeur woonzorgcentrum
1. Positionering in het organogram
Rapporteert aan / krijgt leiding van
Voor Elckerlyc: Zorgcoördinator Voor Het Gulle Heem: Hoofdverpleegkundige
Geeft leiding aan
-
Lid van het Managementteam
-
Functiefamilie
Operationele diensten – Sociaal en paramedisch
Zorgcoördinator of Hoofdverpleegkundige
Gegradueerd verpleegkundige
2. Doel van de functie Verplegen en verzorgen van bewoners met het oog op het realiseren van een integrale zorg aan de bewoners op fysiek en psychosociaal vlak en bijdragen tot een aangenaam en kwaliteitsvol leefklimaat in het Woonzorgcentrum.
3. Resultaatgebieden
Verplegen en verzorgen van bewoners met het oog op een integrale zorg. Dit omvat onder meer de volgende taken: Palliatieve zorg Klaarzetten en toedienen van medicatie. Uitvoeren van de nodige verzorging, (hygiëne, steriele wondverzorging, afname steriel urinestaal, toedienen oog- en oordruppels, aanbrengen verbanden, controle vitale parameters, ...) bij de bewoners. Voorbereiden, opdienen en afruimen van de maaltijden. Waken over een aangepaste voeding, inclusief sondevoeding. Helpen bij verplaatsingen van de bewoner. Uitvoeren van wondverzorging. Bijdragen tot de zelfredzaamheid van de bewoners via diverse trainingen en therapieën (A.D.L.- functies en P.D.L.- functies). Instaan voor de opschik van de bedden en de verversing van linnen en kledij. Instaan voor de dienst was en linnen: wassen, drogen, plooien en sorteren. Verantwoordelijkheid nemen om inschattingen te maken welke zorg en omkadering een bewoner nodig heeft, zeker bij afwezigheid. Voor het woonzorgcentrum “Het Gulle Heem”: beantwoorden van de noodoproepen van bewoners van de aanleunwoningen en serviceflats
Instaan voor een optimale informatiedoorstroming met het oog op een kwalitatieve samenwerking en bewonersgerichte dienstverlening. Dit omvat onder meer de volgende taken: Signaleren van onregelmatigheden, defecten, klachten, problemen, … die al dan niet direct met de eigen taakuitvoering te maken hebben. Deelnemen aan de teamvergaderingen, overdracht, briefing, ... en zoekt naar het optimaliseren van de werking door het implementeren van de noodzakelijke vernieuwingen. Observeren en rapporteren aan de gezondheidstoestand van de bewoners.
leidinggevenden
inzake
de
leefsituatie
en
de
Formuleren van voorstellen om de zorg beter af te stemmen op de behoeften van de bewoners. Communiceren en adviseren als referente van een specialisatie of naar aanleiding van opleidingen en ervaringen.
Opvangen en informeren van familieleden en dokters en fungeren als schakel tussen arts en bewoner met een goede communicatie met alle betrokken. Dit omvat onder meer de volgende taken: Instaan voor de begeleiding van stervensbegeleiding van de bewoner.
familieleden
vanaf
de
opname
tot
en
met
de
Informeren van familieleden. Beantwoorden van de beloproepen.
Polyvalent meewerken bij andere diensten in functie van de continuïteit van de dienstverlening van de dienst of afdeling. Dit omvat onder meer de volgende taken: Vervangen van de hoofdverpleegkundige en zorgcoördinator bij afwezigheid. Vervangen van de afdelingshulp en zorgkundigen bij noodzaak.
Zorg dragen voor het psychosociaal welzijn van de bewoners in functie van een aangenaam en kwaliteitsvol leefklimaat voor iedere bewoner. Dit omvat onder meer de volgende taken: Individueel opvangen en begeleiden van de bewoner. Informeren, voorbereiden en assisteren van de bejaarde bij een onderzoek, behandeling en/of ziekenhuisopname.
Multidisciplinair samenwerken met andere diensten en collega’s met het oog op het creëren van een zo goed mogelijk woon –en leefklimaat voor de bewoner.
Instaan voor het beheer van de apotheek en van verpleegkundige materialen. Dit omvat onder meer de volgende taken: Bestellen van medicatie en instaan voor de medicatiebedeling. Instaan voor de hygiëne van het (verpleegkundig) materiaal.
Instaan voor allerlei administratieve taken in functie van een goed beheer van de bewonersdossiers. Dit omvat onder meer de volgende taken: Zorgen voor een goede overdracht en schriftelijk rapporteren in het verpleegkundig dossier, dagboek, nachtboek, ed. Uitvoeren van de logistieke en/of administratieve taken volgens de onderrichtingen.
4. Competentieprofiel
Kennis Verpleging van bejaarden Psychologie van de bejaarden E.H.B.O. Medicatie bij bejaarden Plichtenleer
Vaardigheden en competenties Competenties op organisatieniveau Loyaal (2) Bouwt mee aan een positief imago van de organisatie Is bereid zich extra in te spannen voor de organisatie Stelt het organisatiebelang voorop Respecteert in de eigen adviezen en beslissingen het ruimere beleidskader Draagt bij aan de gewenste organisatiecultuur
Klantgericht (2) Leeft zich in de situatie van klanten Speelt in op vragen van klanten en houdt zich aan de regels of afspraken Denkt spontaan mee met de klant Zoekt naar oplossingen bij problemen Neemt verantwoordelijkheid op bij fouten of klachten
Zelfontwikkeling (2) Kent eigen sterktes en zwaktes Wil leren in werksituaties, zoekt kansen voor eigen ontwikkeling Pas nieuw opgedane inzichten en vaardigheden in de praktijk toe Leert uit eigen ervaring of fouten Leert van ervaren collega’s
Integriteit (2) Neemt verantwoordelijkheid voor eigen werk en komt open uit voor fouten Gaat zorgvuldig en discreet om met gevoelige of vertrouwelijke informatie Houdt vast aan normen, ook wanneer dit voor zichzelf niet de meest gunstige keuze is Toont voorbeeldgedrag in respect, eerlijkheid en betrouwbaarheid
Competenties functiefamilie
Samenwerken (2) Overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen Blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang Stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep Stimuleert anderen om informatie of ideeën met elkaar te delen
Inlevingsvermogen (2) Leeft zich in de situatie van anderen in Gaat goed om met de emoties van anderen Denkt mee en ondersteunt anderen
Kwaliteitsvol werken (1) Voert het werk verzorgd en correct uit Voelt zich verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk Merkt eigen fouten op en herstelt deze
Flexibiliteit (1) Is bereid om andere taken op te nemen Springt, als dit nodig is, bij op een andere werkplek Is bereid om extra inspanningen te leveren
Functiegebonden competenties
Resultaatgericht werken (1) Gaat ervoor om de taken af te werken Zoekt naar de meest optimale werkwijzen en werkmiddelen Geeft tijdig aan wanneer er knelpunten in het werk optreden Onderneemt acties om het doel te bereiken, zelfs bij verschillende moeilijkheden
Mondeling communiceren (1) Luistert aandachtig naar anderen Vraagt door op gegeven Formuleert helder en duidelijk Legt zaken rustig en zeker uit.
Schriftelijk communiceren (1) Schrijft foutloos Schrijft helder en beknopt Hanteert een correct taalgebruik