Algemeen verslag 2010
Frontex Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie
Rondo ONZ 1, 00-124 Warschau, Polen Tel: +48(22)544 95 00
E-mail:
[email protected] Internet: www.frontex.europa.eu
Vermenigvuldiging in welke vorm of op welke manier dan ook is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van Frontex.
Alle rechten voorbehouden © Frontex, 2011
2
Inhoudsopgave Voorwoord van de voorzitter van de raad van bestuur ................................................. 4 Voorwoord van de directeur............................................................................................. 6 1.
Inleiding.................................................................................................................... 7 1.1 1.2
2.
Ontwikkelingen........................................................................................................ 9 2.1 2.2 2.3
3.
3.5
Begrotingsontwikkelingen ............................................................................. 20 Definitieve uitvoering van de begroting voor 2009........................................ 20 Kredieten 2010.............................................................................................. 21 Andere aspecten van financieel beheer ....................................................... 22 3.4.1 Algemene begroting ...................................................................... 22 3.4.2 Operationele begroting .................................................................. 22 3.4.3 Betalingen...................................................................................... 23 Samenvatting van personeelszaken ............................................................. 23 3.5.1 Werving.......................................................................................... 23
Succesverhalen ..................................................................................................... 25 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
Situatie aan de buitengrenzen van de EU ...................................................... 9 Beleidsontwikkelingen................................................................................... 10 Ontwikkelingen bij het Agentschap ............................................................... 13 2.3.1 Operaties ....................................................................................... 13 2.3.2 Capaciteitsopbouw ........................................................................ 16 2.3.3 Administratie .................................................................................. 17 2.3.4 Transparantie................................................................................. 17 2.3.5 Grondrechten................................................................................. 18
Samenvatting van begrotingszaken.................................................................... 20 3.1. 3.2 3.3 3.4
4.
Frontex algemeen ........................................................................................... 7 Doel van het verslag ....................................................................................... 8
Gezamenlijke operaties ................................................................................ 25 Onderzoek en ontwikkeling........................................................................... 26 Opleiding ....................................................................................................... 27 Middelenbundeling – essentiële steun eerste RABIT-operatie..................... 28 Communicatie ............................................................................................... 29
Bijlagen .................................................................................................................. 31 Bijlage A Leden van de raad van bestuur ............................................................... 31 Bijlage B Operationele activiteiten 2010 ................................................................. 33 Bijlage C – Vergelijkende analyse van gezamenlijke operaties.............................. 36 Bijlage D Lijst van opleidingsactiviteiten ................................................................. 38 Bijlage E Kredieten................................................................................................. 40 Bijlage F Specificatie in dienst genomen personeel per eenheid .......................... 41 Bijlage G Specificatie tijdelijke functionarissen ....................................................... 42
3
Voorwoord van de voorzitter van de raad van bestuur 2010 is opnieuw een gedenkwaardig jaar geweest voor Frontex. Sleutelwoorden zijn, in chronologische volgorde, de wijziging van de Frontex-verordening, de Europese dag voor de grenswachten, het operationele Frontex-kantoor, de snelle grensinterventieteams (Rapid Border Intervention Teams – RABIT's) en de grondrechten. In februari heeft de Commissie haar voorstel tot wijziging van de Frontex-verordening gepubliceerd. De wijziging moet de beschikbaarheid van technische uitrusting voor gezamenlijke operaties waarborgen, evenals de beschikbaarheid van gekwalificeerde grenswachten voor gezamenlijke operaties, een efficiënte coördinatie, uitvoering en evaluatie van gezamenlijke operaties en een doelmatige samenwerking tussen Frontex en derde landen op het gebied van grensbeheer. Daarnaast is de wijziging gericht op verbetering van onze risicoanalyses door toegang tot nieuwe gegevensbronnen, van de doelmatigheid van gezamenlijke terugkeeroperaties en van de beoordeling van de prestaties van de lidstaten op het gebied van grensbeheer. De herziene Frontex-verordening beoogt ook versterking van het juridische kader voor de eerbiediging van de grondrechten bij onze activiteiten. Het overleg over het voorstel binnen de Raad en in het Europees Parlement duurde het gehele jaar voort en de verwachting is dat de verordening in 2011 zal worden aangenomen. Het jaar 2010 was voor Frontex het jaar van diverse primeurs: de eerste gespecialiseerde Frontex-vestiging, de eerste inzet van een operationeel grensinterventieteam en de eerste Europese dag voor de grenswachten. Een van de hoogtepunten van het werk van de raad van bestuur was de vestiging – als proefproject – van de eerste gespecialiseerde vestiging in de vorm van een operationeel Frontex-kantoor in Piraeus, Griekenland. Het is de bedoeling dat het kantoor, dat sinds 1 oktober 2010 operationeel is, de doeltreffendheid van het Agentschap in het centrale en oostelijke Middellandse Zeegebied verbetert. Dit proefproject wordt geëvalueerd en de raad van bestuur zal op basis daarvan begin 2012 een besluit nemen over de verdere ontwikkeling. Naar aanleiding van het verzoek van Griekenland om de illegale migratie langs de landgrens tussen Griekenland en Turkije terug te dringen, is het eerste snelle grensinterventieteam (RABIT) ingezet, wat de geschiedenis zal ingaan als de meest opmerkelijke gebeurtenis voor Frontex in 2010. Het Agentschap en de deelnemende lidstaten hebben bewezen dat zij uitstekend in staat zijn snel en goed georganiseerd operationele bijstand te verlenen. Ook ten aanzien van de grondrechten heeft het Agentschap in de verslagperiode een aantal activiteiten verricht. In april heeft de Raad richtsnoeren aangenomen voor gezamenlijke operaties op zee. Daarbij zijn regels en richtsnoeren vastgesteld om te waarborgen dat internationale bepalingen op het gebied van internationale vluchtelingen- en mensenrechten uniform worden toegepast door alle lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke operaties van Frontex. Op de allereerste Europese dag voor de grenswachten op 25 mei was er een speciaal panel voor grondrechten bij grensbeheer. Ten slotte heeft de raad van bestuur in zijn laatste vergadering van het jaar de weg vrijgemaakt voor het uitwerken van een Frontex-strategie op het gebied van de grondrechten. Ik wil hier ook vermelden dat de raad van bestuur na de verlenging van de ambtstermijn van directeur Ilkka Laitinen in 2009 ook heeft besloten de ambtstermijn van de plaatsvervangend directeur Gil Arias te verlengen met vijf jaar, zodat hij deze functie tot december 2015 zal vervullen.
4
Tot slot wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om mijn bijzondere dank te betuigen aan de leden van de raad van bestuur voor hun actieve en constructieve deelname, aan de vertegenwoordigers van Spanje en België in de raad van bestuur voor hun regelmatige updates over activiteiten in de Raad van de Europese Unie die relevant zijn voor het Agentschap en – last but not least – aan de directeur, de plaatsvervangend directeur en hun medewerkers voor de uitstekende steun die zij de lidstaten hebben verleend bij het EUgrensbeheer en voor de fantastische samenwerking en de goede voorbereiding van de vergaderingen van de raad van bestuur. Dankzij zijn servicegerichte manier van werken wordt Frontex door de lidstaten zeer gewaardeerd als een onmisbare actor op EU-niveau.
Robert Strondl voorzitter
5
Voorwoord van de directeur 2010 was een historisch jaar voor Frontex. Niet alleen vierde het Agentschap zijn vijfjarig bestaan – ter gelegenheid waarvan de eerste Europese dag voor de grenswachten werd georganiseerd – het bereikte in 2010 ook andere belangrijke mijlpalen. De inzet van het eerste snelle grensinterventieteam (RABIT) was daar een van – en niet de geringste. Dit belangrijke onderdeel van de missie van Frontex om meerwaarde te bieden aan de grensvoorzieningen van de lidstaten, bestaat sinds de Europese Commissie hiertoe in 2007 heeft besloten. Dit mechanisme voor een snelle reactie in noodsituaties aan de buitengrenzen van de EU is via regelmatige oefeningen en continue verbeteringen in voortdurende staat van paraatheid gehouden. Pas in oktober 2010 heeft voor het eerst een lidstaat die geconfronteerd werd met een ernstige en niet voorziene migratiedruk, de hulp van RABIT ingeroepen. Ik ben heel verheugd te kunnen melden dat de inzet van het team in de praktijk nog vlotter en probleemlozer is verlopen dan in de beste oefeningen. Bovendien heeft de gezamenlijke operatie RABIT 2010 meetbaar resultaat opgeleverd en een nieuwe norm gesteld voor het voortdurende streven van Frontex naar excellent grensbeheer. De noodzaak om het snelle grensinterventieteam in te zetten was het gevolg van een andere fundamentele verandering in 2010. Voor het eerst sinds de oprichting van het Agentschap in 2005 verplaatste de hoofdroute voor illegale migratie naar de EU zich van zee naar land. Dit was voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de sterke aanwezigheid van Frontex op zee. Ten behoeve van de operationele grensactiviteiten van lidstaten was tot 2010 voornamelijk een maritieme aanwezigheid vereist en was het redden van levens op zee de belangrijkste pijler van ons operationele werk. De verschuiving van de migratieroute van zee naar land in het oostelijke deel van het Middellandse-Zeegebied betekende dat de grootste Frontex-operatie nu op het land plaatsvond - Poseidon Land. Ook hier stonden inachtneming van de grondrechten en de rol van Frontex als informatiecentrum en referentie voor beste praktijken voorop bij onze inspanningen. Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon stonden mensenrechten in 2010 bij ons volop in de schijnwerpers. Dit belangrijke document heeft grote gevolgen voor de verdere ontwikkeling van ons werk, waarin het accent sterker zal komen te liggen op de prioriteiten vrijheid en veiligheid. Ten aanzien van die eerste prioriteit – vrijheid – heeft Frontex duidelijker dan ooit te voren de taak om de grondrechten tot kernpunt van zijn agenda te maken. En wat veiligheid betreft is de opdracht van het Agentschap uitgebreid naar de al even zware taak van de aanpak van grensoverschrijdende misdaad. Ook hier heeft Frontex zich aangepast aan zijn nieuwe situatie: het heeft zijn eerste onderzoek verricht naar de gevaren van illegale migratie voor kinderen en een onderzoeksverslag geproduceerd met een risicoanalyse van niet-begeleide minderjarigen in het EU-immigratieproces. Ook de afdeling Opleidingen heeft haar nieuwe verantwoordelijkheden opgepakt als onderdeel van het doorlopende project van harmonisatie op Europees niveau van de opleidingsvoorzieningen voor grensbewakingsdiensten. In het voorbije jaar zijn op veel manieren nieuwe normen gesteld waaraan Frontex als agentschap moet voldoen, en is er een solide basis gevormd voor verdere winst in de komende jaren. Maar zoals ik al vaak in het openbaar heb gezegd: grensbeheer is maar een onderdeel van het geheel. De onderwerpen migratie, grenscontrole en asiel in de EU moeten ook in een bredere context verder worden uitgewerkt en opnieuw worden gedefinieerd. Het is aan Frontex om te zorgen dat het deze nieuwe verantwoordelijkheden aankan en dat het zich aanpast aan de voortdurend veranderende situatie – in politiek, juridisch, technisch en zelfs geografisch opzicht – die onze rol in 2011 en in de jaren daarna zal bepalen.
Ilkka Laitinen directeur
6
1. Inleiding 1.1 Frontex algemeen Het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie is opgericht bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad.1 Frontex voert risicoanalyses uit en beoordeelt bedreigingen met betrekking tot de buitengrenzen van de EU; het coördineert de operationele samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van het beheer van de buitengrenzen; het staat lidstaten bij in omstandigheden die extra technische en operationele bijstand aan de Europese buitengrenzen vergen; het biedt de lidstaten de ondersteuning die zij nodig hebben bij de organisatie van gezamenlijke terugkeeroperaties; het helpt de lidstaten bij de opleiding van nationale grenswachten (met inbegrip van de vaststelling van gemeenschappelijke opleidingsnormen) en het volgt de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek dat relevant is voor de controle en bewaking van de buitengrenzen. Frontex verhoogt de veiligheid aan de grenzen door de acties van de lidstaten ter uitvoering van communautaire maatregelen in verband met het beheer van de buitengrenzen te coördineren. Volgens de Frontex-verordening is een van zijn doelstellingen "de toepassing van bestaande en toekomstige communautaire maatregelen in verband met het beheer van de buitengrenzen [te] vergemakkelijken". Dit doet Frontex door de acties van de lidstaten ter uitvoering van deze maatregelen te coördineren en aldus bij te dragen aan een doelmatig, hoog en uniform niveau van de controle van personen en de bewaking van de buitengrenzen van de lidstaten. Frontex wil voortrekker zijn van het Europese concept van geïntegreerd grensbeheer en zet zich in voor een optimale professionalisering, interoperabiliteit, integriteit en wederzijds respect van alle betrokkenen en belanghebbenden. Om deze visie te realiseren streeft Frontex, in overeenstemming met zijn missieverklaring, naar de verwezenlijking van vier gerelateerde doelen en waarden:
Inzicht Frontex heeft als doel om op basis van inlichtingen een beeld van situaties te krijgen en deze situaties te analyseren teneinde veranderingen, risico’s en dreigingen te beoordelen die van invloed kunnen zijn op de veiligheid aan de buitengrenzen van de EU. Bovendien volgt het Agentschap de technologische ontwikkelingen waarmee de veiligheid aan de grenzen kan worden versterkt, teneinde op EU-niveau initiatieven te ontplooien, operationele activiteiten uit te voeren en technische ondersteuning te bieden die het legitieme grensverkeer bevorderen.
Respons Frontex heeft als doel een sleutelrol te spelen in het EU-concept van geïntegreerd grensbeheer, in het bijzonder op het gebied van grenscontroles, door op EU-niveau met de hoogst mogelijke efficiëntie gezamenlijke activiteiten te initiëren en reguliere operationele grenscontroles te coördineren en door daarnaast klaar te staan om de lidstaten effectief te ondersteunen bij het beheer van noodsituaties en het ook in uitzonderlijke gevallen waarborgen van de veiligheid aan de buitengrenzen van de EU.
[1] Verordening van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1 (de Frontex-verordening).
7
Interoperabiliteit Een doelmatig beheer van de buitengrenzen vraagt om interoperabiliteit op nationaal, Europees en internationaal niveau. Frontex streeft ernaar de centrale speler te zijn bij het bevorderen van de harmonisatie van rechtsbeginselen, behoeften, operationele en bestuursrechtelijke procedures en technische oplossingen voor een doelmatig beheer van de buitengrenzen van de EU.
Resultaten Frontex streeft ernaar resultaten te boeken die beantwoorden aan de in de werkprogramma’s neergelegde verwachtingen en zal trachten dit te bereiken door een efficiënter gebruik van middelen, het verbeteren van werkprocessen en het verwezenlijken van de vastgestelde doelen. Frontex ziet menselijkheid, open communicatie, professionaliteit, samenwerking en betrouwbaarheid als waarden die door alle medewerkers moeten worden onderschreven, gedeeld, nageleefd en in de praktijk gebracht, en die door de partners van Frontex moeten worden gerespecteerd. Deze vijf waarden vormen op alle niveaus de grondslag van zijn activiteiten. Volledig en oprecht respect voor de grondrechten is een vaststaande en strategische keuze van Frontex. Dit wordt via de waarden van het Agentschap getoond in alle operationele en bestuursrechtelijke activiteiten van het Agentschap en bij het ontwikkelen van de capaciteit van de lidstaten.
1.2 Doel van het verslag Het werkprogramma 2010 vormt het referentiekader voor dit algemene verslag, maar dat betekent niet dat van alle doelstellingen tot in detail zal worden bekeken in hoeverre die zijn verwezenlijkt. Het verslag geeft de lezer een globaal overzicht van de werkzaamheden in 2010, waarbij speciale aandacht wordt geschonken aan een aantal afzonderlijke operationele activiteiten en successen. Dit overzicht wordt vervolgens aangevuld met algemene financiële informatie. De Frontex-verordening bepaalt dat een volledige vergelijkende analyse moet worden opgenomen van de in het verslagjaar uitgevoerde operationele activiteiten. Daarmee is in het algemene verslag van 2009 gestart en wordt dit jaar voortgezet. De belangrijkste uitdaging is niet de evaluatie van afzonderlijke activiteiten, die verplicht regelmatig worden uitgevoerd, maar de onderlinge vergelijking en het formuleren van hypothesen op basis van die informatie. De ontwikkeling van een gestandaardiseerd systeem voor de beoordeling en evaluatie van operationele activiteiten is een doorlopend project waaraan ook in 2010 verder is gewerkt.
8
2. Ontwikkelingen 2.1 Situatie aan de buitengrenzen van de EU Net als in voorgaande jaren was ook in 2010 ongeveer drie kwart van degenen die de buitengrenzen van de EU passeerden, EU-burger. Er zijn geen precieze cijfers van het totale aantal mensen dat de buitengrenzen passeert, maar de Europese Commissie schat het aantal grensoverschrijdingen (in beide richtingen) in 2008 op 710 miljoen, waarvan het grootste deel (392 miljoen) via de luchtgrenzen. Na een daling in 2009 is het aantal luchtreizigers per jaar in 2010 weer gestegen. [2]
In april 2010 is de visumcode van de EU in werking getreden. Hierin worden regels vastgelegd voor de afgifte van een uniform visum. De algemene dalende trend in 2009 van het aantal [3] afgegeven EU-visa heeft zich waarschijnlijk voortgezet in 2010, gezien de invoering van visumvrij reizen voor houders van een nieuw biometrisch paspoort uit Servië, Montenegro, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Albanië en Bosnië en Herzegovina. Er zijn nog altijd meer dan 100 nationaliteiten die een visum nodig hebben om te worden toegelaten tot de EU. Dit komt overeen met ruim 80% van de bevolking buiten de EU. Ongeveer 1 miljard staatsburgers van 37 landen hebben geen visum nodig. De in 2009 gerapporteerde sterke daling van de illegale migratie heeft zich in 2010 niet voortgezet[3]. De illegale migratie via de West-Afrikaanse, de westelijke Middellandse-Zee- en de centrale Middellandse-Zeeroute is verder afgenomen. Dat betekent dat de migratie van West-Afrikanen zonder geldige papieren, die in het verleden het meest werd ontdekt op deze routes, is afgenomen. De illegale grensoverschrijdingen aan de landgrens tussen Turkije en Griekenland zijn echter plotseling sterk toegenomen. Daardoor werd Griekenland in 2010 het belangrijkste toegangspunt voor illegale migratie naar de EU, en werd Turkije het belangrijkste doorvoerland voor migranten zonder geldige papieren. De toename van het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen aan de Grieks-Turkse landgrens begon in 2010 en bereikte een hoogtepunt in november 2010, toen bij de Griekse stad Orestiada dagelijks zo'n 350 pogingen tot illegale grensoverschrijding werden ontdekt. Daarbij ging het in de meeste gevallen om burgers van Aziatische landen (Afghanistan en Irak), maar er werd ook een toenemend aantal illegale migranten uit Noord-Afrika ontdekt. De meeste Afrikanen die aan de Griekse landgrens met Turkije werden tegengehouden, hadden de mogelijkheid van de liberalisering van het Turkse visumbeleid benut om met goedkope vliegtickets naar Istanboel te vliegen. De plotselinge toename van illegale grensoverschrijdingen over een klein stukje van de Griekse grens was toe te schrijven aan mensensmokkelaars die gebruik maakten van zwakke plekken aan de buitengrens van de EU, met name een stuk van 12,5 km waar de landgrens tussen Griekenland en Turkije niet zoals elders wordt gevormd door de rivier de Evros. Deze ontwikkeling vormde de aanleiding voor de eerste inzet van een grensinterventieteam (RABIT) in november 2010. In totaal namen meer dan 500 functionarissen uit 26 lidstaten en met Schengen geassocieerde landen deel aan deze inzet, die volgens de planning tot 2 maart 2011 zal duren. Valse verklaringen over nationaliteit en onvoldoende detentiecapaciteit in Griekenland blijven grote belemmeringen in de terugkeerprocedures van illegale migranten. Van degenen die ontdekt worden bij een poging illegaal de grens te passeren, vragen er maar weinig asiel aan in Griekenland, en de meesten hebben andere EU-lidstaten als eindbestemming. Zij reizen vaak door via de westelijke Balkanlanden, zoals blijkt uit onderscheppingen aan de landgrenzen tussen Slovenië en Kroatië en tussen Hongarije en Servië.
[2] Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode), PB L 243 van 15.9.2009, blz.1. [3] Op het moment van ter perse gaan waren geen gegevens voor 2010 beschikbaar.
9
De onrechtmatige circulaire migratie tussen Griekenland en Albanië, jarenlang een van de belangrijkste stromen van illegale migratie via de buitengrenzen, is in 2010 gedaald ten opzichte van 2009 en bedroeg voor het eerst minder dan de migratie aan de Grieks-Turkse grens. Deze afname kan worden verklaard uit het feit dat er voor Albanezen minder kansen op werk in Griekenland zijn als gevolg van de economische crisis, in combinatie met de visavrijstelling voor houders van een biometrisch paspoort met ingang van december 2010. Aan de oostelijke landbuitengrenzen van de EU is in 2009 een reeks overeenkomsten voor lokaal grensverkeer van kracht geworden tussen Oekraïne en de meeste van zijn EU-buurlanden (Polen, Hongarije en Slowakije). In maart 2010 is ook een overeenkomst voor lokaal grensverkeer tussen Roemenië en Moldavië in werking getreden. Voorts werden overeenkomsten voor lokaal grensverkeer tussen Polen en Wit-Rusland en tussen Noorwegen en Rusland getekend; deze zullen naar verwachting medio 2011 in werking treden. Ondanks deze overeenkomsten voor lokaal grensverkeer waren Oekraïners in 2010 opnieuw de belangrijkste groep waaraan de toegang werd geweigerd aan de buitengrenzen van de EU, voornamelijk aan de landgrens met Polen, een van de drukste buitengrenzen van de EU. Over het geheel genomen gaf het aantal weigeringen van toegang in 2010 een lichte daling te zien, maar de ontwikkeling verschilt sterk per nationaliteit. Zo bleven Braziliaanse staatsburgers de meest geweigerde groep aan de luchtgrenzen, ondanks het feit dat hun aantal meer dan 20% lager was dan in 2009. Servische staatsburgers werden daarentegen, met een toename van meer dan 80%, de op een na meest geweigerde nationaliteit aan de landbuitengrenzen (dit houdt verband met de liberalisering van visa). Het gebruik van valse documenten om illegaal toegang te krijgen tot de EU was in 2010 een bijzonder punt van zorg: de deskundigheid die nodig is om moderne documenten te vervalsen, leidt ertoe dat valse documenten in toenemende mate zijn verbonden met georganiseerde misdaad. Bovendien bereikte het aantal ontdekte gevallen van gebruik van valse documenten om de EU binnen te komen in 2010 het hoogste niveau sinds begin 2009, toen een start werd gemaakt met het verzamelen van gegevens hierover. Afgezien van deze toename zijn er berichten dat er meer gebruik wordt gemaakt van authentieke documenten door niet geautoriseerde gebruikers, dat wil zeggen mensen die zich voor een ander uitgeven. Op EU-niveau bleef het aantal asielaanvragen zo goed als stabiel ten opzichte van 2009. In enkele lidstaten, waaronder Duitsland, België en Zweden, nam het aantal echter sterk toe, als gevolg van twee heel verschillende processen — een stijging van het aantal Afghaanse staatsburgers dat illegaal de landgrens tussen Griekenland en Turkije overstak, en de visumvrijstelling voor houders van een biometrisch paspoort uit Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Wat dat laatste betreft, meldden verscheidene lidstaten een toename van het aantal asielaanvragen van Servische staatsburgers. De meeste van die aanvragen werden later door de asielverlenende instanties van de lidstaten ongegrond verklaard. Dit kennelijke misbruik van asielprocedures om toegang te krijgen tot de EU maakt het onvermijdelijk moeilijker snel bescherming te verlenen aan staatsburgers van derde landen die hier legitiem aanspraak op maken. Dit was voor de Europese Commissie aanleiding om in november 2010 een monitoringsysteem voor te stellen op het moment dat de visumvrije regeling werd uitgebreid naar Albanië en Bosnië en Herzegovina.
2.2 Beleidsontwikkelingen De betrekkingen van het Agentschap met de bevoegde autoriteiten van derde landen werd 2010 gekenmerkt door een gestage consolidatie en verdere operationele tenuitvoerlegging van bestaande werkafspraken, met name over de netwerken voor risicoanalyse voor de westelijke Balkanstaten en de oostgrenzen, evenals over opleidingsactiviteiten en gezamenlijke operationele activiteiten. Als regionale coördinator van activiteiten op het gebied van migratie en grensbeheer in de westelijke Balkan heeft het Agentschap succesvol over werkafspraken onderhandeld met de
10
directeur van het regionale centrum van het Migration, Asylum, Refugees Regional Initiative (MARRI) in Skopje. Er werden drie nieuwe werkafspraken overeengekomen, namelijk met de Coördinatiedienst van de raad van grenscommandanten van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS), het Canada Border Services Agency en de nationale politie van Kaapverdië. Deze laatste overeenkomst was vooral belangrijk omdat het de eerste werkafspraken waren die zijn overeengekomen met de autoriteiten van een Afrikaans land. Frontex bracht bezoeken aan Mauritanië en Nigeria, waar na positieve gesprekken met hoge functionarissen ontwerpwerkafspraken werden opgesteld en voorgelegd voor interne bespreking. In april 2010 namen functionarissen uit 17 Afrikaanse landen deel aan de startbijeenkomst in Madrid van de Afrika-Frontex-inlichtingengemeenschap (Africa-Frontex Intelligence Community - AFIC). Tijdens die bijeenkomst zijn de mogelijkheden en de bereidheid van deze landen onderzocht om buiten de geformaliseerde afspraken relevante informatie uit te wisselen en gezamenlijke risicobeoordelingen op het gebied van migratie uit te voeren. Het werk van de AFIC zal in 2011 worden voortgezet. Het Agentschap heeft de contacten met de autoriteiten van naburige landen in het MiddellandseZeegebied onderhouden en verder uitgebouwd en is blijven werken aan de ontwikkeling van geformaliseerde operationele samenwerking, vooral met landen waarvoor de raad van bestuur van Frontex al een mandaat heeft gegeven. De autoriteiten van de betrokken landen hebben er tot nu toe weinig blijk van gegeven dat zij tot formele werkafspraken met het Agentschap willen komen. In reactie op positieve signalen van de Libanese autoriteiten heeft Frontex echter eind 2010 wel een bezoek gebracht aan Beiroet. Terwijl het proces van onderhandelingen over de tekst van werkafspraken met de Turkse autoriteiten werd voortgezet, werden informele operationele contacten onderhouden, met onderlinge bijeenkomsten van grensfunctionarissen aan beide zijden van de landgrenzen tussen de EU en Turkije. De Turkse autoriteiten werden op de hoogte gehouden van de urgente situatie die eind 2010 leidde tot de eerste operatie van een grensinterventieteam langs diezelfde landgrens. Twee Turkse delegaties bezochten het hoofdkantoor van Frontex in 2010, een studiebezoek van de Turkse kustwacht in het kader van Taiex (het programma voor technische bijstand en informatieuitwisseling dat wordt beheerd door het directoraat-generaal Uitbreiding van de Europese Commissie), en een bezoek in het kader van een EU-samenwerkingsverband voor geïntegreerd grensbeheer. Op een breder niveau was Frontex in toenemende mate betrokken bij belangrijke EU-initiatieven op het gebied van migratie en grensbeheer, zoals de mobiliteitspartnerschappen, het Oostelijk Partnerschap, het project Migrantenpartnerschappen, JAIEX (een informatieen samenwerkingsgroep ter versterking van de externe relaties tussen de JBZ-Raad en buitenlandse relaties op alle niveaus) en andere EU-bijeenkomsten die gericht zijn op samenwerking met derde landen, zoals de VS, de Russische Federatie en de westelijke Balkanlanden. Ook zijn contacten onderhouden met en is input geleverd aan regionale EU-programma's en -missies in derde landen (o.a. Euromed, EUSBSR, Eubam, BSRBCC en BSCF). Als onderdeel van het algemene proces van intensivering van de samenwerking met relevante ministeries voor internationale samenwerking in de lidstaten heeft Frontex ook input geleverd aan door de EU gefinancierde nationale initiatieven, zoals de coördinatie-eenheden voor internationale wetshandhaving (ILECU's) en het project voor geïntegreerd grensbeheer in Servië. Op het gebied van justitie en binnenlandse zaken waren er in 2010 een aantal beleidsontwikkelingen die van belang waren voor Frontex en gevolgen hadden voor zijn werkzaamheden. [ 4]
In februari 2010 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een verordening tot wijziging van de oprichtingsverordening van Frontex.[5] De wijziging heeft als doel de opdracht van [4] COM(2010) 61 definitief van 24 februari 2010. [5] Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie.
11
het Agentschap te verduidelijken, zijn efficiëntie te verhogen en zijn operationele rol uit te breiden. De verordening moet door de medebeslissingsprocedure zowel door het Europees Parlement als door de Raad worden aangenomen. De nieuwe verordening zal ertoe leiden dat bij gezamenlijke Frontex-operaties meer rekening zal worden gehouden met mensenrechtenkwesties, zoals ook blijkt uit de ondertekening van werkafspraken met het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR, juni 2008) en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA, mei 2010). Vervolgens heeft de Raad in april 2010 richtsnoeren aangenomen voor gezamenlijke operaties aan de maritieme buitengrenzen die door Frontex worden gecoördineerd[6]. In dit besluit zijn regels en richtsnoeren vastgelegd om te waarborgen dat internationale bepalingen uniform worden toegepast door alle lidstaten die deelnemen aan gezamenlijke operaties van Frontex, vooral met betrekking tot het internationale recht voor vluchtelingen en de mensenrechten. Het besluit bevat richtsnoeren voor het bevorderen van de naleving van deze internationale vereisten in de operationele plannen van het Agentschap ten aanzien van de behandeling van ontscheepte of onderschepte personen in de context van operaties aan de maritieme grenzen. Bovendien is in mei 2010 de verordening tot oprichting van het Europees Ondersteuningsbureau [ 7 ] aangenomen. Dit ondersteuningsbureau heeft als doel de concrete voor asielzaken samenwerking tussen de lidstaten op asielgebied te versterken door de uitwisseling van informatie over landen van herkomst te vergemakkelijken, door lidstaten te ondersteunen die onder 'bijzondere druk' staan en door bij te dragen aan de toepassing van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS). Dit is vooral van belang in het kader van de samenwerking van het Agentschap met het nieuwe bureau en met het oog op de complementariteit tussen beide organen. Eveneens heeft de Europese Commissie in mei 2010 het actieplan voor niet-begeleide [8] minderjarigen (2010–2014) aangenomen met als doel de bescherming van kinderen die de EU binnenkomen, te verbeteren en opnieuw te bekrachtigen dat het belang van het kind een gemeenschappelijk centraal punt van zorg is binnen de Unie. Het actieplan heeft betrekking op belangrijke vraagstukken als gezinshereniging, terugkeerprocedures, opvangmaatregelen en procedurele waarborgen die moeten worden gegeven vanaf het moment dat een niet-begeleide minderjarige wordt ontdekt aan de buitengrenzen of op het grondgebied van de EU. Dit [9] uitgangspunt, dat nog eens is herhaald door de Raad van de Europese Unie , is van belang voor de opleidingsactiviteiten van Frontex op dit gebied. In juli 2010 werd het directoraat-generaal Justitie, Vrijheid en Veiligheid van de Europese Commissie gesplitst in twee DG's, namelijk Justitie, Grondrechten en Burgerschap enerzijds en Binnenlandse Zaken anderzijds. Laatstgenoemde valt onder commissaris Cecilia Malmström en is verantwoordelijk voor grenzen, visa, immigratie en asiel; de bestrijding van economische, financiële en computercriminaliteit en georganiseerde misdaad, corruptie, mensensmokkel en drugs; de strijd tegen terrorisme en politiële en justitiële samenwerking. Als zodanig is dit het nieuwe “moeder-DG” voor Frontex. De opsplitsing in twee directoraten-generaal is het gevolg van het toenemende gewicht van beleid op deze gebieden binnen de EU. Dat geldt met name voor migratie, waar het doel is te komen tot een evenwichtig gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid dat ook gebaseerd is op solidariteit en eerbiediging van de mensenrechten. Verder heeft de Raad in november 2010 conclusies aangenomen over de totstandbrenging en uitvoering van een EU-beleidscyclus voor georganiseerde en zware internationale criminaliteit
[6] Besluit van de Raad van 26 april 2010 houdende aanvulling van de Schengengrenscode op het gebied van de bewaking van de maritieme buitengrenzen in het kader van de operationele samenwerking die wordt gecoördineerd door het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (2010/252/EU). [ 7 ] Verordening (EU) nr. 439/2010 van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken. [8] COM(2010)213 definitief van 6 mei 2010. 9 [ ] Conclusies van de Raad over niet-begeleide minderjarigen, 3018de zitting van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, Luxemburg, 3 juni 2010.
12
[10]
(2011-2013) . Hierin onderstreept de Raad dat deze eerste verkorte beleidscyclus zal dienen als basis voor een volwaardige beleidscyclus voor de jaren 2013 tot 2017. Voor Frontex houdt dit in dat het Agentschap zal deelnemen aan activiteiten gericht op criminele bedreigingen die de EU treffen, met name op basis van een EU-dreigingsevaluatie voor zware en georganiseerde criminaliteit (EU SOCTA), aan de ontwikkeling van een strategisch meerjarenplan (MASP) en aan de uitvoering en bewaking van jaarlijkse operationele actieplannen (OAP's). Overeenkomstig de beleidscyclus van de EU heeft de Commissie, eveneens in november 2010, [11] een mededeling gepubliceerd over de interneveiligheidsstrategie van de EU . In deze strategie wordt de basis vastgelegd voor nauwere samenwerking tussen agentschappen, in het bijzonder tussen Europol, Eurojust en Frontex, ten behoeve van een grotere interne veiligheid. Dit loopt uiteen van de ontwikkeling van een gezamenlijke risicoanalyse tot de uitwerking van minimumnormen en beste praktijken voor samenwerking tussen de agentschappen. Het opstellen van gezamenlijke verslagen over mensenhandel, mensensmokkel en het smokkelen van illegale goederen moet ook de basis vormen voor gezamenlijke risicoanalyse, onderzoeken, operaties en uitwisseling van inlichtingen. Voor Frontex zal dit een verbetering inhouden ten aanzien van het delen van informatie over grensbewaking op tactisch, operationeel en strategisch niveau. Ook zal het leiden tot de verkenning van synergieën op het gebied van risicoanalyse- en bewakingsgegevens op terreinen van gemeenschappelijk belang ten aanzien van verschillende soorten bedreigingen.
2.3 Ontwikkelingen bij het Agentschap 2.3.1 Operaties Het jaar 2010 werd gekenmerkt door een toename van de operationele intensiteit ondanks een geringer budget. Hoewel het Agentschap over een grotere begroting beschikte, daalde het nettobedrag dat was toegewezen aan operationele activiteiten (proefprojecten en gezamenlijke operaties) licht, namelijk van 48,2 miljoen naar 47,4 miljoen EUR. Desondanks steeg het aantal operationele manuren met ongeveer 27% naar 6 411. Hiermee werd de doelstelling van een productiviteitstoename van 11% ruimschoots overtroffen. Deze toegenomen efficiëntie was mogelijk doordat de lidstaten en de met Schengen geassocieerde landen die deelnamen aan operationele activiteiten – in totaal 28 in 2010 – meer personele en technische middelen beschikbaar hebben gesteld. Figuur 1: Operationele intensiteit 2009 – 2010
[10] Doc. 15358/10, Conclusies van de Raad over de totstandbrenging en uitvoering van een EU-beleidscyclus voor georganiseerde en zware internationale criminaliteit, 3043ste zitting van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, Brussel, 8 en 9 november 2010. [ 11 ] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2010: “De EUinterneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa”, COM(2010) 673 definitief.
13
Toen in december 2009 het Verdrag van Lissabon in werking trad, leidde dat naast de vele voordelen voor EU-burgers ook tot een nauwere samenwerking op het terrein van interne veiligheid, teneinde de efficiëntie en klantgerichtheid te verbeteren. Het programma van Stockholm, met als een van de hoofdstukken “Een beschermend Europa”, gaf de strijd tegen georganiseerde en ernstige misdaad, evenals misdaadpreventie, opnieuw een centralere rol in de desbetreffende samenwerkingsacties op EU-niveau, en versterkte daarnaast de rol en de verantwoordelijkheden van EU-agentschappen. Met het aannemen van de interneveiligheidsstrategie in februari 2010 werd het accent sterker gelegd op een holistische benadering van de misdaaddreiging voor EU-burgers en op de noodzaak van samenwerking tussen agentschappen als een van de acties die aan te raden zijn als verweer tegen deze dreigingen. In die context moest het Frontex-organisatiemodel worden aangepast en moest sterk worden ingezet op de ontwikkeling van operationele activiteiten die gericht zijn op het opsporen van grensoverschrijdende misdaad. Daarbij moest de aandacht specifiek worden gericht op doeltreffende en versterkte coördinatie van grenscontrole, met misdaadbestrijding, in het bijzonder de detectie van kwetsbare groepen en mensenhandel, als secundaire actie. De producten en diensten van de eenheid Risicoanalyse (RAU) die aansloten bij de accentverschuiving, moesten verder worden uitgewerkt en volgen nu de gewijzigde werkstructuren die voortvloeien uit het Verdrag van Lissabon en de interneveiligheidsstrategie. In dit verband moet ook de overname door Frontex worden vermeld van de functies van het Centrum voor informatie, beraad en gegevensuitwisseling inzake grensoverschrijding en immigratie (CIREFI), evenals de ontwikkeling, samen met Europol en Eurojust, van een gemeenschappelijke dreigingsevaluatie betreffende georganiseerde en ernstige misdaad. In de afgelopen jaren heeft het Frontex-netwerk voor risicoanalyse (FRAN) een doeltreffend forum voor de uitwisseling van informatie over illegale migratie tussen EU-lidstaten, met Schengen geassocieerde landen en Frontex, evenals een kader voor de opleiding van risicoanalisten opgezet. Het succes van dit netwerk heeft ertoe geleid dat het inmiddels het model is voor de ontwikkeling van soortgelijke risicoanalysenetwerken voor de westelijke Balkan en de landen aan de oostgrens van de EU. In de loop van 2010 is de structuur van de ontvangen informatie zodanig gewijzigd dat deze nu in tweewekelijkse rapporten wordt ingediend, zodat de modi operandi in heel Europa beter geanalyseerd kunnen worden. Bovendien werd het gemeenschappelijke model voor geïntegreerde risicoanalyse (Common Integrated Risk Analysis Model - CIRAM), het belangrijkste instrument van de risicoanalyseactiviteiten van Frontex, verder ontwikkeld. Frontex is doorgegaan met de ontwikkeling van accurate, hoogwaardige producten voor risicoanalyse en met het verbeteren van analytische netwerken. Er is in samenwerking met de landen van de westelijke Balkan een jaarlijkse risicobeoordeling ontwikkeld op het gebied van illegale migratie in de westelijke Balkan. Daarnaast is een conferentie gehouden over de totstandbrenging van een Afrikaanse inlichtingengemeenschap. De eenheid Risicoanalyse heeft de basis gelegd voor operationele activiteiten gericht op minderjarigen en mensenhandel, met als doel slachtoffers te identificeren en criminele netwerken te ontmantelen. Tijdens operaties aan luchtgrenzen is er in het kader van het Pulsar-programma in het bijzonder naar gestreefd dit type misdaad aan te pakken. Daarbij is een operationele samenwerking tot stand gekomen met UNHCR en IOM, die de slachtoffers beter moeten beschermen. Met de verdere ontwikkeling van operationele programma's en gerichte operationele activiteiten op basis van risicoanalyses heeft Frontex zijn portefeuille van assistentie en steun aan EU-lidstaten ten behoeve van doeltreffende grenscontroles aan de buitengrenzen verder uitgebreid. Aan de luchtgrenzen is voor extra flexibiliteit gezorgd om nieuwe vormen van illegale migratie beter te kunnen aanpakken. Op alle operationele gebieden werden de inspanningen om operationele platforms en netwerken te bevorderen,opgevoerd teneinde deze te versterken, met name het doeltreffende model van focal points en de vestiging van het Europees Patrouillenetwerk (EPN), in combinatie met proefprojecten voor gecoördineerde maritieme operaties. Frontex heeft de oprichting gefaciliteerd van het Forum van hoofden van EU-kustwachten, evenals de internationale grenspolitieconferentie.
14
Bovendien heeft het steun verleend aan regionale coördinatiemechanismen zoals de samenwerking bij grenscontroles rond de Oostzee (Baltic Sea Region Border Control Cooperation – BSRBCC) en heeft het de totstandkoming van netwerken als de operationele hoofden van luchthavens bevorderd. Frontex heeft bij de grote uitdaging met betrekking tot illegale migratie in 2010 – de drastische toename van migratiedruk op de EU via de Grieks-Turkse landgrens– laten zien dat het in staat is vakkundig en flexibel op te treden. Dit probleem vereiste een verschuiving van de middeleninzet van zee- naar landgrenzen, versterkte bewakingsactiviteiten, uitbreiding van de gezamenlijke operatie Poseidon Land tot een permanente operatie, en ten slotte de eerste operatie van het snelle grensinterventieteam (RABIT), waarvoor voor het eerst het RABIT-mechanisme moest worden toegepast. Er moest binnen zeven werkdagen een operatie worden georganiseerd met een dagelijkse inzet van gemiddeld 170 deskundigen en een reeks technische apparatuur. Om dit te realiseren moest een nauwe samenwerking tot stand komen tussen de ontvangende lidstaat en diverse afdelingen van het Frontex-hoofdkantoor. Het Agentschap heeft laten zien dat het een belangrijk migratieprobleem voor de grensbeveiliging van de EU doeltreffend kan aanpakken. In dit verband moet echter worden bedacht dat in alle gezamenlijke operaties de ontvangende lidstaat de leiding heeft en dat Frontex een coördinerende rol speelt tussen het ontvangende land en de andere deelnemende lidstaten. Het zwaartepunt van de operationele activiteiten van Frontex lag in 2010 in de zuidoostelijke buitengrensregio. Dienovereenkomstig werd het eerste proefproject voor decentralisatie ter verbetering van de effectiviteit ook hier uitgevoerd, op basis van een besluit van de raad van bestuur in februari 2010. Frontex ontwikkelde het project- en organisatiemodel voor het eerste operationele Frontex-kantoor, dat sinds 1 oktober 2010 in bedrijf is in het Griekse Piraeus. De ontwikkeling en implementatie van het organisatiemodel voor het operationele Frontex-kantoor verliepen vlot, maar vormt nog altijd een uitdaging, omdat het gevolgen heeft voor de structuren en werkstromen van het Agentschap als geheel. Het operationele beheer en de inlichtingencomponent werken op afstand, maar in nauwe verbinding met het hoofdkantoor en met administratieve steun. Het proefproject met het operationele Frontex-kantoor zal nog worden geëvalueerd en de beslissing over verdere ontwikkeling moet nog worden genomen, maar het heeft al een eerste test ondergaan met de aanzienlijke bijdrage die het kantoor heeft geleverd aan de tenuitvoerlegging van de RABIT-operatie. Het verbeterde Frontex-situatiecentrum (FSC) heeft ook een belangrijke ondersteunende rol gespeeld. Het FSC heeft in 2010 de aan de eenheid toegewezen processen geconsolideerd, namelijk analyse van de situatie, monitoring van de media, informatie-uitwisseling, informatiebeheer en beheersteun bij crisis- en noodsituaties. De nieuwe commandocentrale heeft gezorgd voor meer efficiency bij de ondersteuning van gezamenlijke operaties, met name op het gebied van gegevensverwerking. Ook heeft het de capaciteit van het FSC op het gebied van situatieanalyse vergroot door een uitbreiding van het gebruik van informatie- en visualisatiehulpmiddelen, die zeven dagen per week worden gevolgd met een volledig dienstrooster. De hulpmiddelen en processen van het Agentschap voor het crisisbeheer zijn in de praktijk getest tijdens operatie RABIT 2010. Het FSC speelde een centrale rol bij het beheren van operationele informatie en het regelmatig informeren van belanghebbenden over de operationele voortgang. Het one-stop-shopportaal van Frontex (FOSS) heeft zijn rol als Situatiecentrum voor informatieuitwisseling versterkt en wordt nu in de meeste Frontex-operaties algemeen gebruikt. Tegelijkertijd heeft het FSC een systeemprogramma opgezet voor het leveren van geautomatiseerde toepassingen voor informatieverwerking. Het is gestart met de ontwikkeling van een rapportagetoepassing voor gezamenlijke operaties (Joint Operations Reporting Application – JORA), de implementatie van een correspondentiebeheersysteem, verbetering van de functionaliteit en prestaties van het FOSS en het ontwerp van een hulpprogramma voor situatieanalyse dat in nauwe interactie zal werken met andere processen en hulpmiddelen die zijn gekoppeld aan het Europese grensbewakingsproject Eurosur.
15
2.3.2 Capaciteitsopbouw Frontex heeft de opdracht de lidstaten te ondersteunen bij het opbouwen van een hoge en uniforme grensbeheercapaciteit en de verdere ontwikkeling te stimuleren van een Europese capaciteit voor een grotere veiligheid van de grenzen. Tot zijn verantwoordelijkheden hoort het bieden van ondersteuning van de beleidsontwikkeling door de Europese Commissie en diverse werkgroepen van de Raad, het versterken van de capaciteit van Frontex zelf en het steunen van gezamenlijke operaties. Dit alles vindt plaats via coördinerende activiteiten op het gebied van opleiding, onderzoek en ontwikkeling, en het beheer van gebundelde middelen. In 2010 zijn stappen gezet om de interactie met de belanghebbenden van Frontex te versterken, in het bijzonder waar het gaat om de planning van activiteiten. Een essentiële stap was de organisatie van een conferentie van belanghebbenden voor capaciteitsopbouw als platform waar resultaten werden gemeld en input werd gegeven voor de ontwikkeling van de portefeuille voor het komende jaar. De conferentie vond plaats in oktober. Er namen ruim vijftig vertegenwoordigers van autoriteiten van lidstaten, partnerorganisaties en de academische wereld aan deel. Op het gebied van opleiding heeft Frontex verder gewerkt aan de ontwikkeling en harmonisatie van cursusactiviteiten en cursus/onderwijscurricula. Er is een begin gemaakt met de ontwikkeling van gemeenschappelijke Europese curricula voor universitair onderwijs (bachelor- en mastertitels) in nauwe samenwerking met autoriteiten van lidstaten en met input van universiteiten. Een van de doelstellingen van de gemeenschappelijke curricula is het vergemakkelijken van de uitwisseling van instructeurs en studenten tussen de verschillende nationale academies (op een vergelijkbare manier als bij Erasmus). Een eerste stap daartoe is in 2010 gezet in de vorm van een beperkte uitwisseling van docenten voor grenswachtopleidingen, in het kader waarvan ook studiebezoeken werden gebracht aan operationele focal points. De gespecialiseerde cursussen lopen uiteen van omgaan met honden en helikoptervliegen tot Schengen-evaluaties; in totaal werden 11 500 cursusdagen gegeven (9 500 in 2009). Het handboek “Common Standards for Service Dog Handling” is een goed voorbeeld van de impact die Frontex heeft. Het wordt vertaald in 26 talen en 35 staten zijn geïnteresseerd in de invoering van de gemeenschappelijke normen die in het handboek worden gedefinieerd. Bovendien is een gemeenschappelijk opleidingsvideo voor Frontex-instructeurs ontwikkeld met richtsnoeren voor hondengeleiders. Frontex is een belangrijke rol blijven vervullen op het gebied van Europees beveiligingsonderzoek. Daarbij werkte het nauw samen met de Europese Commissie en nam het onder meer deel aan de beveiligingsadviesgroep van DG Ondernemingen. Ook werd een intensievere uitwisseling met Europol op het terrein van onderzoek en ontwikkeling tot stand gebracht teneinde een samenhangender input vanuit wetshandhaving te realiseren. De belangrijkste aandachtsgebieden bij onderzoek en ontwikkeling zijn geautomatiseerde grensovergang en biometrie, grensbewaking en de ontwikkeling van Eurosur. Zo zijn er richtsnoeren ontwikkeld voor het gebruik van technieken voor geautomatiseerde grensovergang en is een demonstratie gegeven van geautomatiseerde ondervragingen waarin het waarheidsgehalte van antwoorden wordt beoordeeld. Een interessant resultaat van die demonstratie was dat de computer er significant beter in slaagde leugens te detecteren dan de deelnemende grenswachten. Op het gebied van het beheer en de ontwikkeling van gebundelde middelen trok de inzet van RABIT in Griekenland in 2010 de meeste aandacht. Andere belangrijke activiteiten waren onder meer een haalbaarheidsonderzoek naar technische apparatuur voor gecoördineerde Frontex-activiteiten met daarin een analyse van de behoeften en de uitwerking van verschillende opties voor Frontex voor uitrusting en materieel, waaronder een mechanisme op basis van versterkte solidariteit (CRATE) en maatregelen voor het leasen van apparatuur of het inkopen van diensten.
16
2.3.3 Administratie De Administratie heeft net als in het verleden op dynamische wijze de kernactiviteiten van Frontex ondersteund. Frontex, dat nu vijf jaar bestaat, is erin geslaagd het administratieve beleid en de administratieve procedures tot stand te brengen die van een agentschap in de context van de Europese Commissie worden verlangd. Personeelszaken heeft ervoor gezorgd dat in 2010 werd voorzien in de personeelsbehoeften. Financiën zorgde ervoor dat er voldoende financiële middelen werden toegewezen aan programma's, projecten en diensten. Er werd kantoorruimte verkregen die in overeenstemming is met de interne behoeften en er werd een begin gemaakt met het opstellen van het bestek voor een nieuw hoofdkantoor, dat in 2014 moet zijn gerealiseerd. De Beveiligingsdienst heeft eigen beveiligingsmedewerkers in dienst genomen om de bescherming van personeel, bezoekers en informatie te versterken. ICT heeft apparatuur aangekocht om ervoor te zorgen dat de ICT-infrastructuur geschikt is voor vijftien projecten die in 2011 zullen worden uitgevoerd. De Administratie is niet immuun voor invloeden vanuit de omgeving. Het succes van de operationele gebieden en de roep vanuit de politiek zijn voelbaar tot op het niveau van de diensten en eisen flexibiliteit om positief te kunnen reageren op de vele uitdagingen. De opening van het nieuwe operationele Frontex-kantoor in Piraeus, de RABIT-operatie in Griekenland en verdere stappen op het gebied van informatiebeheer hebben allemaal extra druk gelegd op de ondersteunende diensten. Als EU-agentschap heeft Frontex, dat na de noodzakelijke opbouwfase nu als een volledig functionerend agentschap wordt beschouwd, de vraag naar doelmatigheid in 2010 beantwoord door te starten met strategieën voor kwaliteitsverbetering, waaronder het in kaart brengen van de bedrijfsprocessen en uitbreiding van de automatisering van systemen teneinde personele en financiële middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten.
2.3.4 Transparantie Aangezien Frontex transparant wil zijn en open communciatie als een van zijn waarden heeft, is het actief informatie blijven verstrekken over zijn werkzaamheden en bevordert het transparantiebeginsel bij de grensautoriteiten. Het informatie- en transparantieteam heeft een derde bijeenkomst georganiseerd onder de titel “Samenwerking op het gebied van public relations en communicatie in gezamenlijke door Frontex gecoördineerde maritieme operaties”, een mediatraining van een hele dag over film- en videoproductie om de mogelijkheden van het uitwisselen van video's tussen Frontex en samenwerkende instellingen te vergroten, alsook een training voor bepaalde Griekse functionarissen die deelnemen aan door Frontex gecoördineerde gezamenlijke operaties. Nationale autoriteiten hadden de gelegenheid om hun werk te presenteren tijdens de eerste Europese dag voor de grenswachten, een evenement dat is georganiseerd om het vak van grenswacht en de interoperabiliteit op het gebied van grensbeheer verder te ontwikkelen.
Pers Voor een doeltreffende communicatie met EU-burgers is het niet voldoende informatie beschikbaar te stellen: er moeten ook verschillende multiplicatoren, zoals de media of de academische wereld, worden ingeschakeld. In het afgelopen jaar heeft Frontex diverse persevenementen georganiseerd om het algemene publiek vertrouwder te maken met de activiteiten van Frontex en de samenwerking van grensautoriteiten van de lidstaten. Daarbij is vooral veel aandacht besteed aan de landen met de grootste migratiedruk. Tijdens deze persbijeenkomsten werden achtergrondinformatie, recente statistieken en factsheets aan de pers verstrekt, samen met ander relevant informatiemateriaal. In de dagelijkse contacten met vertegenwoordigers van de media werden in de loop van het verslagjaar meer dan 1 500 aanvragen van journalisten behandeld. Naast informatie en interviews die zijn verstrekt door het informatie- en transparantieteam, is een groot aantal interviews georganiseerd voor de directeur en de plaatsvervangend directeur. Frontex heeft opnieuw bijgedragen aan de kwaliteit van gezamenlijke operaties door middel van communicatieactiviteiten en de formulering van regels voor alle betrokken autoriteiten en functionarissen. Een geharmoniseerde aanpak van de communicatie tijdens gezamenlijke operaties bleek cruciaal voor de succesvolle uitvoering van operationele activiteiten. De grootste
17
communicatie-uitdaging voor het Agentschap was de behandeling van een groot aantal aanvragen van de media tijdens de RABIT-inzet in Griekenland. Om al hun verzoeken te beantwoorden heeft Frontex een tijdelijk perskantoor opgezet in de stad Orestiada aan de Grieks-Turkse grens. Aanvragen van journalisten werden ter plekke behandeld, in nauwe samenwerking met de Griekse autoriteiten.
Publicaties en films Om zijn communicatiestroom te vergroten is Frontex begonnen met de publicatie van een maandblad — “The Border Post.” Hierin wordt niet alleen informatie verspreid over onderwerpen die verband houden met Frontex, maar komt alle nieuws over grensaangelegenheden, beleid en politieke ontwikkelingen in de EU en elders in de wereld aan bod. Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van Frontex in 2010 is het boek “Beyond the Frontiers Frontex: the first five years,” gepubliceerd. Het boek werd gepresenteerd tijdens de Europese dag voor de grenswachten. Dit 95 pagina's tellende werk belicht een aantal belangrijke mijlpalen en resultaten van Frontex tijdens de eerste vijf jaar van zijn bestaan. Frontex heeft in 2010 zijn aanbod van videoproducties uitgebreid met korte clips waarin het werk van grenswachten wordt belicht, demo's over onderzoek en ontwikkeling en gespecialiseerde cursussen. Ook heeft Frontex onbewerkte filmopnamen van operationele activiteiten bijeengebracht voor gebruik door televisiezenders, en een documentaire gemaakt over de migratieroute via het oostelijke deel van de Egeïsche Zee.
Verzoeken van burgers In 2010 ontving en verwerkte Frontex 13 officiële verzoeken van burgers om Frontex-documenten (Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie). Het informatie- en transparantieteam heeft ruim 250 verzoeken om informatie van onderzoekers, studenten en het algemene publiek verwerkt. Daarnaast werd een groot aantal bezoeken van onderzoekers en groepen studenten aan het hoofdkantoor van Frontex georganiseerd.
2.3.5 Grondrechten Een van de belangrijkste gebieden waarop Frontex in 2010 aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt, is dat van de grondrechten. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon heeft dit een nog centralere plaats gekregen in het werk van het Agentschap. In 2010 is een opleidingsproject voor Frontex-medewerkers van start gegaan dat speciaal gericht is op het waarborgen dat de grondrechten centraal staan in alle stadia van alle Frontex-activiteiten, en niet alleen tijdens operaties. Dit nieuwe opleidingsconcept, dat volgens de planning in 2011 zal worden geïmplementeerd, wordt ontwikkeld door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), met continue steun van het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR). Als eerste praktische toepassing hebben de medewerkers in het als proefproject opgezette operationele Frontex-kantoor in het Griekse Piraeus in de opstartfase een speciale training gekregen op het gebied van grondrechten. Ook bij onderzoek en ontwikkeling was er aandacht voor mensenrechten, zoals blijkt uit het project van de eenheid over de ethiek van grensbeveiliging. In dit diepgaande onderzoek, dat is uitgevoerd door de universiteit van Birmingham, zijn gedragscodes van de grenscontrole-autoriteiten in alle delen van de EU, verzameld en bestudeerd, met als doel te komen tot een definitieve, brede en uniforme gedragscode waarin de beste praktijken in Europa zijn gecombineerd. Ook van dit project zullen de resultaten naar verwachting in het komende jaar beschikbaar komen. Bij alle activiteiten van Frontex, van evenementen als de Europese dag voor de grenswachten en conferenties en media-bijeenkomsten tot gezamenlijke operaties in het veld, was zichtbaar dat het Agentschap grote waarde hecht aan eerbiediging van de grondrechten. De menselijke waardigheid
18
en de rechten van het individu werden in 2010 een nog sterker aandachtspunt in het werk van het Agentschap; dat kon zijn in de vorm van het helpen van Human Rights Watch bij verzoeken om toegang tot informatie, interviews met het topmanagement of het voeren van een dialoog met het maatschappelijke middenveld en ngo’s en deelname aan het publieke debat. Het eerste risicoanalyseverslag van het Agentschap over niet-begeleide minderjarigen in het migratieproces, evenals het derde jaarverslag betreffende mensenhandel zijn twee concrete voorbeelden van het vaste streven van Frontex naar de bescherming van mensen en hun rechten. In de gezamenlijke operatie Agelaus — de eerste EU-brede verkenning van het verschijnsel kinderen en illegale migratie, en daarmee zeker een mijlpaal — waren zowel UNHCR als de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in elk stadium actief betrokken, van de planning en de uitvoering tot aan de uiteindelijke evaluatie. Het agentschap hoopt van harte dat deze samenwerking slechts het begin is van een vruchtbaar partnerschap met internationale organisaties als deze.
19
3. Samenvatting van begrotingszaken 3.1. Begrotingsontwikkelingen In financieel opzicht kan 2010 worden omschreven als een jaar van gestage en stabiele groei. De begroting nam ten opzichte van 2009 met 5,2% toe naar 92,8 miljoen EUR, voornamelijk als gevolg van extra financiering van de Europese Commissie voor de RABIT-operatie in Griekenland. Zonder deze extra financiële middelen zou de begroting slechts met 1,2% zijn toegenomen. De begroting van het Agentschap is in de periode van 2006 tot en met 2009 met 360% toegenomen. Een dergelijke snelle toename brengt bestedingsproblemen met zich mee, omdat de jaarlijkse financiële cyclus niet parallel loopt aan de operationele cyclus. De toename van de begroting was in 2010 met 5,2% vrij bescheiden en dankzij de onderlinge afstemming tussen de verschillende diensten binnen het Agentschap is de besteding van middelen per 31 december 2010 aanzienlijk toegenomen, tot 69%, hoewel de definitieve werkelijke aanwending veel hoger zal uitkomen, omdat Frontex tot 31 december 2011 de mogelijkheid heeft betalingen te doen op overgedragen kredieten. Het percentage vastgelegde kredieten bedroeg op 31 december 2010 95%, en de raad van bestuur van Frontex heeft tijdens zijn vergadering van 9 en 10 februari 2011 de overdracht van nog eens 4% goedgekeurd. Figuur 2: Begrotingsontwikkeling
3.2 Definitieve uitvoering van de begroting voor 2009 Bij de afsluiting van het boekjaar 2010 kon Frontex de totale besteding vaststellen van betalingskredieten van 2009 die zijn overgedragen naar 2010. Deze kredieten moesten vóór 31 december 2010 zijn gebruikt. Het Agentschap kon 18,2 miljoen EUR (20,86% van de totale begroting voor 2009) besteden, en 6,8 miljoen EUR (7,7% van de totale begroting voor 2009) werd teruggestort naar de Commissie. Dit resulteerde in een uitvoering van de begroting 2009 ten bedrage van 72,4 miljoen EUR (82% van de totale betalingskredieten die in 2009 beschikbaar waren gesteld). 15,8 miljoen EUR (18%) van de kredieten werd niet gebruikt en naar de Commissie teruggestort.
20
Figuur 3: Uitvoering van de begroting
Titel / artikel (bedragen in 1 000 EUR)
Begroting 2009
Betaald Ongebruikt 2009
2010
Totaal
%
Titel 1
15 956
15 106
235
15 341
96%
615
Titel 2
10 044
4 773
1 517
6 290
63%
3 754
Titel 3
62 250
34 290
16 464
50 754
82%
11 496
Eenheid gezamenlijke operaties
48 250
31 280
12 539
43 819
91%
4 431
Landgrenzen
5 780
3 288
1 967
5 255
91%
525
Zeegrenzen
34 350
23 088
8 197
31 285
91%
3 065
Luchtgrenzen
2 624
1 040
936
1 976
75%
648
Gezamenlijke terugkeeroperaties
5 496
3 864
1 439
5 303
96%
193
Risicoanalyse
2 200
560
986
1 546
70%
654
Situatiecentrum
1 650
108
1 331
1 439
87%
211
Opleiding
6 800
1 499
941
2 440
36%
4 360
Onderzoek en ontwikkeling
1 400
105
445
550
39%
850
Gebundelde middelen
1 400
598
212
810
58%
590
550
140
10
150
27%
400
88 250
54 169
18 216
72 385
82%
15 885
Diverse operationele activiteiten Totaal
*Opleiding: onrealistische prognose van verwachte betalingen; de overgedragen middelen zijn niet nauwkeurig vergeleken met de werkelijk noodzakelijke betalingen van vergoedingen. **Onderzoek en ontwikkeling: de contracten voor uitbestede studies zijn later afgesloten dan verwacht als gevolg van tijdrovende aanbestedingsprocedures (geen aanbiedingen die aan de eisen voldeden, opnieuw uitschrijven van aanbestedingen) en complexiteit van contracten. ***Diverse operationele activiteiten: vertragingen in de implementatie van het Frontex-informatiesysteem (aanbestedingsproces vergde meer tijd dan verwacht).
3.3 Kredieten 2010 * Tabel: zie bijlage E
De oorspronkelijk voorziene toewijzing van de beschikbare middelen voor 2010 is in de loop van het jaar gewijzigd door overdrachten op last van de directeur van Frontex. De overdrachten weerspiegelden de verschuiving in de prioriteiten tijdens het verslagjaar, waarvan de RABIToperatie in Griekenland, die in oktober is begonnen en waarvoor onmiddellijk middelen nodig waren, de belangrijkste was. Frontex heeft in 2010 95% van de beschikbare vastleggingskredieten besteed. De verschillen tussen de titels waren beperkt. Voor titel 1 (Personeel) was het percentage 99%, voor titel 2 (Andere administratieve uitgaven) 80% en voor titel 3 (Operationele activiteiten) 97%. Naast de bedragen die eind 2010 waren vastgelegd, heeft Frontex in februari 2011 bij de raad van bestuur een verzoek ingediend voor een zogenaamde niet-automatische overdracht van kredieten waarvoor de aanbestedingsprocedure in een ver gevorderd stadium was. Na ontvangst van het positieve besluit van de raad van bestuur kon de ordonnateur de juridische en betalingsverplichtingen ondertekenen. Daarmee kwam Frontex op een vastlegging van 99% van zijn beschikbare kredieten voor 2010 (titel 1: 99%; titel 2: 97%; titel 3: 99%).
21
3.4 Andere aspecten van financieel beheer 3.4.1 Algemene begroting De onderstaande grafiek van de verdeling van de begroting over 2010 laat zien hoeveel gewicht de operationele activiteiten krijgen. De verhouding is 70:30: van de beschikbare middelen op de begroting voor 2010 is 70% toegewezen aan operationele activiteiten. Dit percentage is gelijk aan dat in 2009. Figuur 4: Definitieve verdeling van de begroting
Personeel Overige administratieve uitgaven Operationele activiteiten
3.4.2 Operationele begroting Binnen de operationele begroting van 64,9 miljoen EUR is 46% van de beschikbare middelen vastgelegd voor maritieme operaties. Dit is het gevolg van het gebruik van uitrusting met hoge bedrijfskosten, zoals offshore schepen en patrouillevliegtuigen. Het op een na grootste deel van de operationele begroting 2010 is toegewezen aan terugkeersamenwerkingsactiviteiten (14%), gevolgd door landgrenzen en opleiding (elk 10%).
22
Figuur 5: Definitieve verdeling van de operationele begroting Landgrenzen Zeegrenzen Luchtgrenzen Gezamenlijke terugkeeroperaties Risicoanalyse Frontex-situatiecentrum Opleiding Onderzoek en ontwikkeling Gebundelde middelen Diverse operationele activiteiten
3.4.3 Betalingen De betalingsniveaus voor de operationele begroting 2010 liggen aanzienlijk hoger dan in 2009 (bijlage E – Kredieten 2010). Zo werd in de eenheid Gezamenlijke Operaties 79% betaald, tegen 65% in 2009. Ook bij andere eenheden/diensten onder titel 3 is verbetering te zien, zij het minder uitgesproken. Een aantal vertragende factoren in het aanbestedingsproces werd geïdentificeerd en er werden stappen genomen om deze in 2011 aan te pakken.
3.5 Samenvatting van personeelszaken 3.5.1 Werving 2010 was een succesvol jaar wat betreft de werving van nieuw personeel. Alle werving vond plaats op basis van de regels die zijn vastgesteld door de directeur en waarmee de wervingsprocessen zijn gestandaardiseerd en in lijn zijn gebracht met die van andere EG-agentschappen. Frontex heeft in 2010 in totaal 74 wervingsprocedures uitgevoerd. Er lopen nog wervingsprocedures voor vier nieuwe posten die in 2010 zijn gestart. Deze zullen naar verwachting in het eerste kwartaal van 2011 worden voltooid. Eind 2010 bedroeg het totale personeelsbestand van Frontex 294, op een totale personeelsformatie van 298. Figuur 5: Werving 2010
Totaal geworven
Nieuwe posten 2008 geworven 2010
Nieuwe posten 2009 geworven 2010
Nieuwe posten 2010 geworven 2010
Vacante posten 2010
Vervangingen (2009-2010) geworven 2010
Totaal geworven
Personeelsformatie 2010
TF
100
1
11
22
-1
6
139
143
AC
60
0
5
8
-3
9
79
79
GND
65
0
0
6
-10
15
76
76
Totaal
225
1
16
36
-14
30
294
298
23
Werving 2010: De specificatie van het personeelsbestand naar Frontex-eenheid en van tijdelijke functionarissen is te vinden in de bijlagen F en G.
24
4. Succesverhalen 4.1 Gezamenlijke operaties Eerste inzet snelle-grensinterventieteam (RABIT) Eind oktober 2010 ontving Frontex het eerste verzoek van een lidstaat om de snelle inzet van een grensinterventieteam (RABIT). Ondanks een aantal voorbereidende oefeningen om het mechanisme te testen en te verbeteren, waren de procedures nog nooit in een werkelijke situatie op de proef gesteld. Een van de meest aansprekende prestaties van het Agentschap in 2010 was de snelle en toegewijde manier waarop alle betrokken deze opgave tot een goed einde hebben gebracht. Slechts vier dagen nadat het verzoek van de Griekse regering was ontvangen, arriveerden de eerste functionarissen. De vier maanden durende operatie gaf zichtbare resultaten te zien in de vorm van een vermindering van de komst van migranten zonder geldige documenten aan de Grieks-Turkse landgrens. Het gemiddelde dagelijkse aantal illegale migranten dat de grens trachtte te passeren, daalde van het moment van de eerste inzet in november 2010 tot het einde van de operatie in maart 2011 met 76%. Ook werd waardevolle informatie verzameld over de werkwijzen van mensensmokkelaars in de regio en werd een aantal mensen gearresteerd wegens hulp bij illegale migratie. In termen van situationele kennis, monitoring en rapportage was de eerste RABIT-inzet duidelijk een succes. Ook de samenwerking tussen agentschappen werd voor het eerst in de praktijk getest, en deze bleek uitstekend te zijn. Op humanitair vlak waren de resultaten echter minder gunstig. De opvang van aangehouden personen en de behandeling van hun zaken gaf veel problemen.
Verbetering van de samenwerking met internationale organisaties In november 2010 werd gezamenlijke operatie Agelaus 2010 uitgevoerd in het kader van het Pulsar-programma. Deze operatie was gericht op illegale migratie aan de buitengrenzen van de EU waarbij kinderen zijn betrokken. Doel is bestrijding van mensenhandel en andere vormen van grensoverschrijdende misdaad. Het accent bij de operatie lag op het identificeren van slachtoffers en het verbeteren van de kennis van dit probleem. De reden voor de uitvoering van deze Europese gezamenlijke operatie was verbetering van de samenwerking en formulering – in samenwerking met de lidstaten – van samenhangender, proactiever beleid en procedures voor de aanpak van illegale immigratie via EU-luchthavens waarbij kinderen zijn betrokken. Ook moest zij de basis vormen voor een flexibeler reactie op de inventieve handelwijzen van mensensmokkelaars en de bij kinderhandel betrokken georganiseerde misdaad. Dankzij deze operatie zijn in totaal 174 gevallen van immigratie van kinderen zonder geldige papieren in de EU ontdekt (90 jongens en 84 meisjes), waarvan 143 vergezeld werden door volwassenen en 31 zonder begeleiding reisden. Een van de hoofddoelen van Frontex was de samenwerking met internationale organisaties verder te ontwikkelen door hen uit te nodigen om deel te nemen aan een gezamenlijke operatie. De deelnemende functionarissen van het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) hielpen grenswachten van de ontvangende lidstaten bij de vastgestelde procedures voor de identificatie van slachtoffers van mensenhandel op bepaalde Europese luchthavens. Ook werden na de operatie de mogelijkheden voor verdere verbetering met de internationale organisaties besproken en werden zij betrokken bij de vaststelling van beste praktijken voor toekomstige activiteiten.
25
Meer deelname van waarnemers uit derde landen aan gezamenlijk operationele activiteiten aan landgrenzen Versterking van de samenwerking met de grensbewakingsdienst van de Russische Federatie was een van de opmerkelijkste successen op het gebied van gezamenlijke operaties aan landgrenzen. Voor het eerst namen waarnemers van de Russische grensbewaking voor een periode van een maand deel aan Poseidon 2010 Land aan de Grieks-Turkse grens. De waarnemers werden in overeenstemming met hun deskundigheid en hun profiel ingezet bij grensovergangen en grenscontrole-eenheden. Daarnaast was de actieve deelname van Servische waarnemers tijdens gezamenlijke operatie Neptune 2010 belangrijk, omdat er hierdoor meer mogelijkheden waren voor de uitwisseling van operationele informatie en om ter plekke de noodzakelijke besluiten te nemen. Bij drie operationele fasen van de gezamenlijke operatie werden Servische waarnemers aan de Hongaars-Servische grens ingezet, ter ondersteuning van grenscontroles en grensbewaking. Servische functionarissen vervulden bovendien op permanente basis taken binnen het lokale Frontex-coördinatiecentrum in Kiskunhalas. Zij hebben de Frontex-coördinator ondersteund door vanaf de Servische kant permanent toezicht te houden op de situatie en hebben rechtstreeks de tactische acties van de Servische grenspolitie georganiseerd met aanbevelingen over mogelijke veranderingen in Servische mobiele patrouilles. De inzet van functionarissen van de Servische grenspolitie in het monitoringcentrum van een thermovisie-observatietoren in Hongarije tijdens de nachtelijke uren bleek ook heel effectief. De Servische waarnemers stonden voortdurend in contact met hun mobiele patrouilles om illegale grensoverschrijdingen van Servië naar Hongarije te voorkomen. Er zijn ook plannen voor deelname van de Servische grenspolitie aan gezamenlijke operatie Neptune in 2011. Hierdoor zal de samenwerking op het gebied van grensbeveiliging verder kunnen worden verbeterd.
Eerste door Frontex gecharterde vliegtuig voor een gezamenlijke terugkeeroperatie Op 28 september 2010 heeft Frontex samen met Polen met succes een gezamenlijke terugkeeroperatie naar Georgië uitgevoerd. Deze operatie werd voor het eerst uitgevoerd met een vliegtuig dat Frontex had gecharterd na een uitgebreide aanbestedingsprocedure. Frontex werkte als coördinator en mede-organisator van de gezamenlijke terugkeeroperatie nauw samen met de Poolse grenswachten, die professioneel werk hebben geleverd, zowel bij de voorbereidingen als tijdens de uitvoeringsstadia van de operatie. De gezamenlijke terugkeeroperatie werd begeleid door drie deelnemende lidstaten: Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland. Bij deze operatie werden 59 Georgische staatsburgers teruggebracht naar hun land. De terugkeer verliep zonder problemen.
4.2 Onderzoek en ontwikkeling Tot de aandachtsgebieden van Frontex behoren systemen voor geautomatiseerde grensovergang die gebruikmaken van biometrie en waarmee reizigers met een elektronisch paspoort snel langs elektronische poorten de grens kunnen passeren. Dit is ook het eerste onderwerp waarvoor Frontex beste praktijken en richtsnoeren heeft ontwikkeld teneinde te komen tot harmonisatie op EU-niveau van technische en operationele aspecten en wat betreft de manier waarop passagiers de systemen ervaren. Lidstaten die werken met geautomatiseerde grensovergangsystemen (Automated Border Crossing Systems – ABC-systemen) - volledig operationeel of nog in een proeffase – werkten onder leiding van Frontex in een werkgroep aan een handboek met belangrijke technische informatie, operationele richtsnoeren voor het gebruik van een ABC-systeem en waardevolle adviezen voor een positieve ervaring van betrokkenen. Deelnemende lidstaten hebben zeer vruchtbare analyses verricht en besprekingen gevoerd, steeds vanuit het beginsel 'één Schengen-gebied, één grens'. Het verslag dat het resultaat is van de werkzaamheden ("Best Practices Guidelines for Automated Border Crossing
26
Systems") is niet alleen een gedegen referentie voor bestaande en toekomstige exploitanten van systemen voor geautomatiseerde grensovergang, maar ook voor beleidsmakers en leveranciers, die nu beschikken over één gemeenschappelijk overzicht van de werkelijke voordelen, uitdagingen en mogelijkheden van dergelijke grensbeheersystemen in de EU. De ontwikkeling van het Europese grensbewakingssysteem (Eurosur) wordt voortgezet als een gecombineerde inspanning van de lidstaten, de Commissie en Frontex. Frontex gaat verder met het Eurosur-proefproject voor het opzetten van een Eurosur-kernnetwerk waarin nationale coördinatiecentra en Frontex onderling worden verbonden. Om dit kernnetwerk te realiseren heeft Frontex eind 2009 een werkgroep ingesteld met vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie. De werkgroep heeft in 2010 drie belangrijke doelstellingen bereikt: het Eurosur-proefproject is gedefinieerd en er is een openbare aanbesteding uitgeschreven; er is overeenstemming bereikt over een eerste Eurosur-gegevensmodel en visualisatiebeleid voor toepassing in het Eurosur-netwerk; en er is een memorandum van overeenstemming opgesteld over de toewijzing van taken aan projectdeelnemers in de uitvoering van het proefproject, dat begin 2011 klaar was voor ondertekening.
4.3 Opleiding Gemeenschappelijk opleidingskader voor EU-grensbewakingsteams met honden In juni 2010 heeft Frontex een workshop gegeven voor Europese grensbewakingsteams met honden. In totaal namen 82 hondenbegeleiders met hun honden deel aan deze unieke training. Zij droegen bij aan de productie van de eerste gemeenschappelijke opleidingsvideo voor instructeurs van hondenbegeleiders in de grensbewaking. Het grote aantal deelnemers aan de workshop voor hondenbegeleiders uit 26 lidstaten bevestigt de acceptatie van en het vertrouwen in de Frontexopleidingen voor hondenteams in grensbewaking. De ontwikkeling van een gemeenschappelijk opleidingskader voor hondenbegeleiding door grenswachten is in 2006 gestart met op dat moment vijf deelnemende landen die een gemeenschappelijk handboek voor de opleiding van hondenbegeleiders wilden ontwikkelen. Het feit dat 35 lidstaten van de EU, met Schengen geassocieerde landen en landen met wie werkafspraken zijn overeengekomen, bezig zijn de gemeenschappelijke normen in het handboek voor de opleiding van hondenbegeleiders in te voeren, is een bewijs voor de kwaliteit en de acceptatie van dit gemeenschappelijk ontwikkelde instrument. Frontex heeft assistentie verleend bij de nationale invoering van de gemeenschappelijke normen door deze in 30 talen te laten vertalen en door de ontwikkeling van de opleidingsvideo voor instructeurs. Daarnaast vormen de instelling van de raad van deskundigen en netwerken tussen de Europese hondenopleidingscentra aanvullende elementen van het gemeenschappelijke opleidingskader voor EU-grensbewakingsteams met honden. Het jaar 2011 wordt gewijd aan de ontwikkeling van gespecialiseerde opleidingsmodules en een certificeringssysteem.
Mobiliteitsprogramma voor docenten in het kader van het gemeenschappelijk basisleerplan voor grenswachten Frontex heeft in 2010 de proeffase georganiseerd van het mobiliteitsprogramma voor docenten in het kader van het gemeenschappelijk basisleerplan voor grenswachten (Common Core Curriculum – CCC). Dit programma heeft een duidelijk positief resultaat opgeleverd. Het programma zal worden voortgezet, omdat het een bijdrage levert aan de interoperabiliteit van grenswachten en een eerste stap is op weg naar uitwisselingsprogramma's voor docenten en studenten van grenswachtopleidingen naar het model van Erasmus. Het programma is specifiek bedoeld voor docenten van de basisopleiding van grenswachten. Het biedt hun de mogelijkheid het samenwerkingsmechanisme in de praktijk mee te maken tijdens gezamenlijke operaties aan de buitengrenzen van de EU. De docenten worden als waarnemers toegevoegd aan de gezamenlijke operatie en kunnen de verzamelde informatie en hun persoonlijke
27
ervaringen overbrengen naar het nationale opleidingsstelsel, als onderdeel van de holistische benadering van Frontex voor de invoering van een gemeenschappelijk basisleerplan. Frontex heeft sinds de ontwikkeling van de gemeenschappelijke basisinhoud voor de opleiding van EU-grenswachten in 2007 landen bijgestaan bij de invoering op nationaal niveau. Het leerplan is nu vertaald in alle verlangde talen en wordt ingevoerd in alle lidstaten en met Schengen geassocieerde landen. De Europese samenwerking op het gebied van de basisopleiding van grenswachten wordt door Frontex gesteund binnen het mobiliteitsprogramma voor CCC-docenten. De proeffase is ontwikkeld in overeenstemming met de aanbevelingen van een externe studie over het meet- en beoordelingssysteem voor het gemeenschappelijke basisleerplan[12]. Op basis van de resultaten van de evaluatie van de proeffase zal dit docentenmobiliteitsprogramma in 2011 worden voortgezet.
4.4 Middelenbundeling – essentiële steun eerste RABIT-operatie Eind oktober 2010 ontving Frontex het eerste verzoek van een lidstaat om de snelle inzet van een grensinterventieteam (RABIT). Ondanks een aantal voorbereidende oefeningen om het mechanisme te testen en te verbeteren, waren de procedures nog nooit in een werkelijke situatie op de proef gesteld. Nu werden ze voor het eerst in werking gesteld. De eenheid Middelenbundeling werd gevraagd de urgente en uitzonderlijke inzet van 170 grenswachten (dagelijks gemiddelde) en aanvullend zwaar technisch materieel uit 26 lidstaten aan de landbuitengrens tussen Griekenland en Turkije te coördineren en te beheren. Deze ongekend grootschalige inzet van operationele grenscontrolemiddelen bracht vele taken met zich mee, zoals het coördineren van de reizen van elke individuele grenswacht – per auto, patrouillewagen, politiebus, commerciële of overheidsvlucht; het in goede banen leiden van hun aankomst in het operationele gebied bij Orestiada en Alexandroupolis; vervolgens in het operationele gebied het regelen van de technische apparatuur, telecommunicatieapparatuur en het mobiele kantoor voor debriefing en screening. Een van de meest aansprekende prestaties van het Agentschap in 2010 was de snelle en toegewijde manier waarop alle betrokken deze opgave tot een goed einde hebben gebracht. Slechts vier dagen nadat het verzoek van de Griekse regering was ontvangen, arriveerden de eerste functionarissen. De vier maanden durende operatie gaf zichtbare resultaten te zien omdat de komst van migranten zonder geldige papieren aan de Grieks-Turkse landgrens sterk afnam. Tijdens de operatie werd de inzet van 337 personen beheerd. Hierbij werden in totaal 11 971 mandagen aan de operatie besteed, en werden 1 vliegtuig, 1 helikopter, 9 bussen, 27 patrouillewagens, 10 thermovisievoertuigen en 2 zogenaamde “Schengen-bussen” geleverd. De succesvolle inzet was mede te danken aan een programma van paraatheid dat sinds de instelling van het RABIT-mechanisme in 2007 werd gevolgd. In samenwerking met de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de nationale teams van deskundigen en van de uitrusting – het netwerk gebundelde middelen – zijn introductietrainingen, workshops en inzetoefeningen uitgevoerd. Op deze manier zijn de interne procedures van Frontex getest en geleidelijk verbeterd en zijn beste praktijken op nationaal niveau geïdentificeerd. Mede daardoor waren zowel het Agentschap als de deelnemende lidstaten goed voorbereid op een operatie van deze aard en omvang. Het gemiddelde dagelijkse aantal migranten zonder geldige papieren dat de grens trachtte te passeren, daalde van het moment van de eerste inzet in november 2010 tot het einde van de operatie in maart 2011 met 76%. Bovendien werd uiteindelijk meer dan 90% van alle migranten gescreend om hun nationaliteit vast te stellen, werd waardevolle informatie verzameld over de werkwijzen van mensensmokkelaars in de regio en werd door de Griekse autoriteiten een aantal onderzoeken en aanhoudingen verricht wegens hulp bij illegale migratie. In termen van situationele
12
[
[ ] “Common Core Curriculum / Interoperability Assessment Program” uitgevoerd door de universiteit van Jyväskylä / het Finse instituut voor onderwijsonderzoek (JU / FIER)
28
kennis, monitoring en rapportage was de eerste RABIT-inzet duidelijk een succes. Ook de samenwerking tussen agentschappen werd in de praktijk getest, en deze bleek uitstekend te zijn.
4.5 Communicatie Europese dag voor de grenswachten Frontex heeft de Europese dag voor de grenswachten in het leven geroepen, een evenement dat als doel heeft het vak van grenswacht en de interoperabiliteit op het gebied van grensbeheer verder te ontwikkelen. Dit evenement heeft de potentie om een toonaangevend jaarlijks evenement te worden op het gebied van grensaangelegenheden, dat een gemeenschappelijke identiteit voor Europese grenswachten bevordert en een platform biedt voor informatie-uitwisseling tussen allerlei deskundigen in de grensbeveiligingssector. Het evenement wil de gemeenschap van 400 000 Europese grenswachten versterken en verbeteren door meer bekendheid te geven aan hun werk en hun een forum te bieden voor discussie en voor de uitwisseling van beste praktijken. De eerste Europese dag voor de grenswachten vond op 25 mei 2010 plaats in Warschau. Er was een hoofdconferentie, gevolgd door diverse paneldiscussies, en daarnaast waren er exposities door het bedrijfsleven, nationale grensbewakingsautoriteiten en opleidingsinstituten en een fototentoonstelling. Ook werden er films vertoond waarbij de grens een rol speelt. In totaal namen 900 mensen deel aan het evenement, waar zij ideeën en ervaringen uitwisselden en mogelijkheden voor toekomstige samenwerking bespraken. Naast de hoofdconferentie, die was gewijd aan de toekomst van Frontex, werden er vier specifieke debatten gehouden over zeer uiteenlopende onderwerpen: mensenrechten, verbeteringen van de grensbewaking, bij grenscontrole gebruikte technologieën en samenwerking tussen agentschappen. Het evenement telde 23 sprekers, onder wie vertegenwoordigers van de Europese Commissie, het Europees Parlement, nationale regeringen en diverse instanties van lidstaten, evenals vooraanstaande specialisten en deskundigen op het gebied van grensbeheer. Ook waren er presentaties van de diensten Zeegrenzen en Luchtgrenzen en de eenheid Opleidingen van Frontex en gaf het Frontex-situatiecentrum een overzicht van de activiteiten van het Agentschap. Voorts: •
waren 27 nationale autoriteiten uit 23 lidstaten aanwezig met een stand waar zij zich presenteerden en kennis deelden met collega's uit verschillende landen;
•
werden 14 documentaires vertoond over illegale migratie, mensenhandel en het werk van grenswachten in de praktijk;
•
was er een tentoonstelling met de beste inzendingen van een fotowedstrijd voor grenswachtkantoren in Europa. Er was veel belangstelling voor deze wedstrijd met meer dan 100 inzendingen die de zeer uiteenlopende situaties verbeelden waarmee mensen in de grensbewaking dagelijks te maken krijgen.
Er werd een complete huisstijl ontworpen, uitgewerkt en toegepast voor het evenement, waaronder een logo, briefpapier, publicaties, een stand en indoor-presentatiematerialen, relatiegeschenken, videomaterialen en een eigen website. Het informatie- en transparantieteam was verantwoordelijk voor de inhoud van het evenement en voor alle communicatieactiviteiten, evenals voor alle organisatorische en logistieke aspecten.
Perscontacten voor RABIT 2010 Het informatie- en transparantieteam was nauw betrokken bij de RABIT-inzet in Griekenland: het heeft regels opgesteld voor de omgang met de pers, een tijdelijk perskantoor gevestigd in Orestiada en ter plekke in samenwerking met de Griekse autoriteiten de contacten met de pers verzorgd. Het team heeft ook briefings over mediabewustzijn georganiseerd voor functionarissen die bij de operatie werden ingezet. Verder heeft het team foto- en videomateriaal verzameld voor gebruik door journalisten.
29
Omdat er zeer veel belangstelling van de media was, heeft het informatie- en transparantieteam tijdens de duur van de operatie briefings gegeven voor de pers en informatiemateriaal verstrekt. Ook heeft het interviews gegeven, interviews geregeld met zowel RABIT- als Griekse functionarissen, en bezoeken van journalisten aan het operationele gebied georganiseerd om hun het werk van grenswachten te laten zien. Het team heeft een pagina van de Frontex-website speciaal gewijd aan de RABIT-operatie, met achtergrondinformatie, kaarten en persberichten.
Het operationele gebied is onder meer bezocht door de volgende media: Agence France Presse, Europe by Satellite, SR EkotNews, Swedish Broadcasting Corporation, Associated Press, Kathemerini, Makedonia, NRC Handelsblad, News (verlags-gruppe.news), De Volkskrant, NRK, The Washington Post, APE, SVT, Reuters TV, TV 5, Europe 1, London Time, ARD, ZDF, Premiere Nouvelle, Deutsche Welle, BBC Panorama, National Public Radio, TIME, Sveriges Radio, Handelsblatt, Al Jazeera, Sabah, Nitro, KRO TV, De Groene Amsterdammer, TV 2 Denmark, KRO Radio, France 24, France 2,TV5, MTV3, RTL, Panos Picture, Financieel Dagblad, Liberation, Le Nouvel Observateur, Le Figaro, KMAR Magazine, Svenska Dagbladet, BBC TV, Radio Suisse Flamande, La Croix, La Province, Deutsche Welle, Radio France International, Die Tageszeitung, TF1, ERT, JYLLAND-POSTEN, Der Spiegel, Hamburger Abendblatt, Die Welt, Berliner Morgenpost, Helsingin Sanomat, DK Public Service TV DR, RTL.
30
5. Bijlagen Bijlage A Leden van de raad van bestuur Land
Naam
Functie
Instelling
Oostenrijk
Dhr. Robert Strondl
voorzitter van de raad van bestuur van Frontex, generaal-majoor, hoofd van de afdeling Operationele Zaken
Ministerie van Binnenlandse Zaken
België
Dhr. Marc Van Den Broeck
hoofdcommissaris/directeur
Federale Politie
Dhr. Zaharin Penov
commissaris/directeur
Hoofddirectie ‘Grenspolitie'
Dhr. Theodoros Achilleos
hoofdcommissaris commandant van de eenheid Vreemdelingen en Immigratie
Hoofdkantoor van politie
Cyprus
Dhr. Emilios Lambrou (per 29.1.2010)
commissaris, commandant van de eenheid Vreemdelingen en Immigratie
Politie Cyprus
Tsjechië
Dhr. Vladislav Husak
directeur
Directie Vreemdelingen- en Grenspolitie van Tsjechië
Dhr. Hans-Viggo Jensen
nationaal adjunct-commissaris
Deense nationale politie
nationaal assistent-commissaris
Deense nationale politie, afdeling Vreemdelingenzaken
Dhr. Roland Peets
directeur-generaal
Raad van de grenswacht
Dhr. Tönu Hunt (per 10.1.2010)
adjunct-directeur-generaal Grensbewaking
Raad voor politie en grenswacht
Dhr. Jaakko Kaukanen
hoofd van de Finse grenswacht/ luitenant-generaal
Finse grenswacht
Dhr. Francis Etienne
directeur Immigratie
Ministerie van Immigratie, Integratie, Nationale identiteit en Solidaire ontwikkeling
Frankrijk
Dhr. François Lucas (per 22.10.2010)
directeur Immigratie
Duitsland
Dhr. Peter Christensen
adjunct-directeur-generaal
Federaal Ministerie van Binnenlandse Zaken
Dhr. Ralf Göbel (per 18.1.2010)
adjunct-directeur-generaal
Federale Politie
Bulgarije
Denemarken
Estland
Dhr. Ole Andersen (per 14.6.2010)
Finland
Griekenland
Dhr. Vasileios Kousoutis
brigadier-generaal van de politie
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Hoofdkantoor Griekse politie, afdeling Vreemdelingen
Hongarije
Dhr. József Bencze
hoge commissaris van de nationale politie
Hongaarse nationale politie
Dhr . József Hatala (per 04.11.2010)
hoge commissaris van de nationale politie
Dhr. Felice Addonizio
directeur van de grenspolitie en vreemdelingendienst
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Dhr. Normunds Garbars
kolonel/ hoofd van de nationale grenswacht
Grenswacht
Italië
Letland
Litouwen
Dhr. Saulius Stripeika
commandant/generaal
Dhr. Vainius Butinas (per 18.3.2010)
commandant van de nationale grenswachtafdeling
Nationale grenswachtafdeling bij het
31
Land
Naam
Functie
Instelling Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Republiek Litouwen
Luxemburg
Dhr. Pascal Schumacher
lid JBZ-Raad
Permanente Vertegenwoordiging van het Groothertogdom Luxemburg bij de EU
Malta
Dhr. Neville Xuereb
commissaris
speciale afdeling politie Malta
Nederland
Dhr. Dick Van Putten
luitenant-generaal
Koninklijke Marechaussee
Dhr. Leszek Elas
brigadegeneraal hoofdcommandant Grenswacht
Poolse Grenswacht
Dhr. Manuel Jarmela Palos
vicevoorzitter van de raad van bestuur van Frontex directeur-generaal van de Immigratie- en Grensdienst
Vreemdelingen- en Grensdienst
Dhr. Ioan Buda
hoofd van het InspectoraatGeneraal
Inspectoraat-Generaal van de Roemeense grenspolitie
Dhr. Tibor Mako
directeur-generaal/kolonel
Polen
Portugal
Roemenië
Bureau Grens- en Vreemdelingenpolitie, Ministerie van Binnenlandse Zaken van Slowakije
Dhr. Robert Zaplatlek (per 7.4.2010)
directeur Grens- en Vreemdelingenpolitie
Dhr. Lúdovit Biro (per 1.10.2010)
directeur Grens- en Vreemdelingenpolitie
Slovenië
Dhr. Marko Gasperlin
adjunct-directeur, senior hoofdcommissaris van politie
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Directie Algemene Politie
Spanje
Dhr. Juan Enrique Taborda Alvarez
commissaris-generaal Vreemdelingen en Grenzen
nationale politie
Mevr. Therese Mattsson
commissaris
hoofd van de nationale criminele politie
Slowakije
Zweden
Europese Commissie
Dhr. Jonathan Faull
directeur-generaal
Dhr. Stefano Manservisi (per 1.7.2010)
directeur-generaal
Dhr. Jean-Louis De Brouwer
adjunct-directeur-generaal
Europese Commissie
Vertegenwoordigers van de geassocieerde Schengenlanden Land
Naam
Functie
Instelling
Zwitserland
Dhr. Héribert Wider
hoofd afdeling Operaties
Zwitserse Grenswacht
IJsland
Mevr. Sigrídur Björk Gudjónsdóttir
districtscommissaris
Politiedistrict Sudurnes
Noorwegen
Dhr. Stein Ulrich
hoofdadviseur van de nationale commissaris van politie internationale zaken
Directie Nationale Politie
Land
Naam
Functie
Instelling
Ierland
Dhr. John O’Driscoll
hoofd van bureau
Garda, nationaal immigratiebureau
Genodigden
32
Verenigd Koninkrijk
directeur Europese Operaties
Dhr. Tom Dowdall
Agentschap voor grenzen en immigratie
Bijlage B Operationele activiteiten 2010 Zeegrenzen Naam
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Deelnemende landen
EPN-Hera 2010
Atlantische wateren tussen NoordwestAfrikaanse landen en Canarische Eilanden
365
Spanje (ontvangend), IJsland, Italië, Luxemburg
EPN-Indalo 2010
Westelijke Middellandse Zee
150
Spanje (ontvangend), België, IJsland, Italië, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Portugal, Slowakije
EPN-Minerva 2010
Westelijke Middellandse Zee (zeehavens)
36
Spanje (ontvangend), Oostenrijk, België, Frankrijk, Italië, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije
EPN-Hermes 2010
Centrale Middellandse Zee
138
Italië (ontvangend), Frankrijk, Luxemburg, Letland, Slowakije, Spanje
Oostelijke Middellandse Zee
365
Griekenland (ontvangend), Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, IJsland, Italië, Litouwen, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden, Slovenië, Slowakije, Verenigd Koninkrijk
Operationeel gebied
GO Poseidon 2010 Sea
Landgrenzen Naam
Duur (dagen)
Deelnemende landen
De zuidoostelijke landbuitengrenzen van GO Poseidon 2010 de EU Land (Griekenland, Bulgarije)
185
Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Portugal, Slowakije, Spanje, Slovenië, Verenigd Koninkrijk
GO Focal Points 2010 Land
Oostelijke en zuidelijke landgrenzen (Finland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Slovenië, Griekenland)
306
Oostenrijk, Duitsland, Roemenië, Slowakije, Letland, Estland, Slovenië, Bulgarije, Hongarije, Polen, Italië, Litouwen, Finland, Griekenland, Nederland, Oekraïne, Belarus, Russische Federatie, Servië
GO Jupiter 2010
Oostelijke landbuitengrenzen van de EU (Polen, Slowakije, Hongarije, Roemenië)
112
Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Polen, Roemenië, Finland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Nederland, Slovenië, Slowakije, Portugal, Estland, Spanje, Noorwegen, Zweden, Moldavië, Oekraïne
Landgrenzen westelijke GO Neptune 2010 Balkan (Slovenië, Hongarije, Roemenië)
84
Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Kroatië, Servië
Oostelijke landgrenzen met Russische Federatie en Belarus (Polen, Litouwen, Letland, Estland, Finland en Noorwegen)
15
Oostenrijk, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Finland, Noorwegen, Duitsland, Slowakije, Spanje, Russische Federatie, Belarus
GO Mars 2010
33
Luchtgrenzen Naam
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Deelnemende landen
GO Focal Point 2010
12 luchthavens
Het gehele jaar
Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Estland Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Zweden, Spanje
GO Hammer 2009
Estland, Finland, IJsland, Letland, Litouwen, Zweden, Noorwegen, Polen, Tsjechië, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Portugal, Roemenië, Spanje
4de operationele fase: 21 5de operationele fase: 21
Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, IJsland, Ierland, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Spanje, Slovenië, Zweden, Verenigd Koninkrijk
GO Hubble 2010
Hierbij waren 28 luchthavens in 20 landen betrokken (9 ontvangende landen)
28 dagen (784 mandagen)
Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Letland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden,Verenigd Koninkrijk.
GO Hydra verlengd 2010
30 luchthavens
27 dagen (702 mandagen)
Oostenrijk, België, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Letland, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Zweden, Verenigd Koninkrijk
GO Agelaus 2010
42 luchthavens in 15 landen
28 dagen (840 mandagen)
Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Letland, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slovenië, Spanje
GO Meteor 2010
18 functionarissen ingezet op vliegveld OTP
13 dagen (234 mandagen)
Oostenrijk, Bulgarije, Estland, Finland, Duitsland, Italië, Nederland, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje
Terugkeeroperaties Naam ATTICA 2010 (capaciteitsopbouw terugkeeroperaties) MELITA 2010
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Deelnemende landen
Griekenland
393
Oostenrijk, België, Cyprus, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Letland, Polen, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zweden, Verenigd Koninkrijk
Malta
303
Gezamenlijke terugkeeroperaties Bestemming
Organiserende lidstaat
Deelnemende lidstaten
Aantal terugkeerders
Kosovo en Albanië
Oostenrijk
Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden
53
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Noorwegen, Polen, Spanje, Griekenland, Malta
63
Colombia en Ecuador
Spanje
Spanje, Frankrijk, Italië
118
Burundi
Zweden
Zweden, Noorwegen, Nederland
21
Nigeria
Verenigd Koninkrijk
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Ierland, Spanje
77
Kosovo en Albanië
Oostenrijk
Oostenrijk, Duitsland, Polen, Slowakije
54
Georgië
Spanje
Spanje, Griekenland, Zwitserland, Noorwegen, Polen, Frankrijk
35
Irak
Zweden
Zweden, Noorwegen
44
34
Bestemming
Organiserende lidstaat
Deelnemende lidstaten
Aantal terugkeerders
Nigeria en Gambia
Oostenrijk
Oostenrijk, Ierland, Cyprus, Polen, Zweden, Duitsland, Finland, Griekenland, Noorwegen
48
Nigeria
Frankrijk
Frankrijk, Nederland, Zweden, Spanje, Hongarije, Noorwegen
46
Kosovo en Albanië
Oostenrijk
Oostenrijk, Frankrijk, IJsland
31
Nigeria
Italië
Italië, Duitsland, Griekenland, Oostenrijk, Noorwegen
51
Georgië en Armenië
Oostenrijk
Oostenrijk, Polen, Spanje, Zweden, Frankrijk
40
Georgië
Duitsland
Duitsland, Polen
27
Kosovo
Finland
Finland, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk
85
Nigeria en Kameroen
Nederland
Nederland, België, Verenigd Koninkrijk, Duitsland
31
Nigeria
Ierland
Ierland, Luxemburg
28
Georgië en Armenië
Oostenrijk
Oostenrijk, Polen, Duitsland, Zweden
28
Oostenrijk
Oostenrijk, Duitsland, Hongarije, Zweden, Griekenland
45
Colombia en Ecuador
Spanje
Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland
97
Kosovo
Oostenrijk
Oostenrijk, Duitsland, Zweden
54
Oekraïne
Spanje
Spanje, Frankrijk, Italië
22
Irak
Zweden
Zweden, Noorwegen, Nederland, Verenigd Koninkrijk
56
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Polen, Griekenland
43
Nigeria
Nigeria
Italië
Italië, Noorwegen, Frankrijk, Spanje
45
Kosovo
Duitsland
Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Zweden
60
Georgië
Spanje
Spanje, Griekenland, Frankrijk, Cyprus
36
Kosovo en Albanië
Oostenrijk
Oostenrijk, Duitsland, Slowakije, Verenigd Koninkrijk
61
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Griekenland, Malta, Polen, Slovenië
57
Irak
Zweden
Zweden, Nederland, Noorwegen, Verenigd Koninkrijk
54
Kosovo
Duitsland
Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk
65
Georgië
Frontex / Polen
Polen, Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland
59
Nederland
Nederland, Oostenrijk,Verenigd Koninkrijk, Spanje, België, Noorwegen, Zweden, Duitsland, Frankrijk
48
Nigeria
Italië
Italië, Noorwegen, Malta
36
Oekraïne
Spanje
Spanje, Italië, Frankrijk
24
Nigeria
Ierland
Ierland, Oostenrijk Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Hongarije
94
Nigeria
Verenigd Koninkrijk
Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen, Finland, Slovenië, Frankrijk
60
Kosovo
Duitsland
Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Zweden
75
Syrië
Cyprus
Cyprus, Griekenland
67
Nigeria en Kameroen
35
Bijlage C – Vergelijkende analyse van gezamenlijke operaties * Cijfers tussen haakjes: 2010/2009
Landgrenzen Over het geheel genomen namen zowel de intensiteit van de activiteiten aan de landbuitengrenzen als de begrotingstoewijzing toe (6 702 000 EUR in 2010 tegen 5 780 000 EUR in 2009). De Grieks-Turkse landgrens werd het zwaartepunt van de activiteiten aan de landgrenzen. Gemeenschappelijke operatie Poseidon Land werd uitgebreid en werd voortgezet totdat ze tijdelijk werd opgeschort en vervangen door de inzet van het grensinterventieteam op dit gedeelte van de landgrens. De uitbreiding van GO Poseidon Land en de RABIT-inzet leidden tot een aanzienlijke toename van de personele en technische middelen. Er namen in 2010 meer lidstaten/met Schengen geassocieerde landen deel aan gezamenlijke operaties aan de landgrenzen dan in 2009 (27/26); het aantal ontvangende lidstaten bleef gelijk. Tegelijkertijd nam het aantal operationele dagen met 18% toe (4880/4003 mandagen). Als gevolg van de intensieve operationele activiteit aan de Grieks-Turkse grens, nam het aantal grenscontroledeskundigen in alle gezamenlijke operaties aan de landgrenzen in 2010 met 25% toe (931/747), terwijl het aantal mandagen verdubbelde (35 710 in 2010 tegen 17 310 in 2009). De ingezette personele middelen werden actief ondersteund met technische middelen, met name middelen voor toezicht vanuit de lucht (17/16), mobiele en draagbare nachtzichtapparatuur, patrouillewagens en hartslagdetectoren. Er werden 20 diensthonden in gezamenlijke operaties aan landgrenzen gebruikt. Dit was een grote stijging ten opzichte van 2009 (4). Bij de gezamenlijke operaties aan landgrenzen in 2010 moet met name worden gewezen op de versterking van de samenwerking met de buurlanden. Zeven aangrenzende landen waren actief betrokken bij operationele Frontex-activiteiten aan landgrenzen (6 in 2009). Daarbij verdienen vooral de actieve deelname van de Russische Federatie en Servië aan de gezamenlijke activiteiten vermelding. Dankzij een goed geplande inzet van deskundigen op het gebied van gestolen voertuigen bij de meest kwetsbare focal points kon een groot aantal gestolen voertuigen worden opgespoord (365). Dit kan worden beschouwd als een van de beste resultaten van gezamenlijke activiteiten aan de landgrenzen in 2010. Debriefingdeskundigen die aan de Grieks-Turkse landgrens waren ingezet in het kader van GO Poseidon Land en de RABIT-operatie, droegen aanzienlijk bij aan het vergaren van informatie over routes en werkwijzen. Hierbij werd speciale aandacht besteed aan het verkrijgen van informatie over de betrokken hulpnetwerken. De verzamelde informatie droeg bij aan de operationele en tactische planning en ondersteunde daarmee de operationele activiteiten. Samenvattend kan worden gesteld dat de doeltreffendheid van de uitvoering van gecoördineerde gezamenlijke operationele activiteiten aan de landbuitengrenzen van de EU opmerkelijk is verbeterd. In 2011 zal het meerjarenprogramma Pluto zorgen voor verdere doeltreffende coördinatie en harmonisatie tussen verschillende operationele activiteiten. Ondanks goede vooruitgang, met name in het kader van Poseidon Land en de RABIT-operaties, heeft dit programma onder meer als doel de vaardigheden en het profiel van deskundigen te verbeteren.
Luchtgrenzen Het aantal operationele dagen in gezamenlijke operaties aan luchtgrenzen is gestegen met 81% (3 712 in 2010 tegen 2 040 in 2009) als gevolg van een stabiele, maar langer durende inzet van functionarissen (489 in 2010 tegen 456 in 2009). Deze operationele activiteit werd geïntensiveerd ondanks een lagere begrotingstoewijzing voor gezamenlijke operaties aan luchtgrenzen – 21% minder dan het voorgaande jaar (2 078 632 EUR in 2010 tegen 2 623 732 EUR in 2009). Het aantal deelnemende lidstaten/met Schengen geassocieerde landen bleef zeer hoog (30 tegen 28 in 2009). Alle gezamenlijke operaties en proefprojecten op het gebied van luchtgrenzen werden in het meerjarenprogramma Pulsar op basis van een risicoanalyse gestructureerd en flexibel gegroepeerd. Een nieuw element was GO Meteor, die voor het eerst plaatsvond op de luchthaven Otopeni bij Boekarest (er werden 18 functionarissen uit 11 lidstaten/met Schengen geassocieerde landen ingezet). Hierbij verbeterde het aantal geconstateerde incidenten met 75% ten opzichte van het gemiddelde in de periodes voor de gezamenlijke operatie. Frontex ontwikkelde zijn informatievergarings/reactiecapaciteit verder, waardoor het snel kon reageren op nieuwe trends en verschijnselen. Dit was mogelijk dankzij de wekelijkse analyse van gegevens van 124 luchthavens in lidstaten/met Schengen geassocieerde landen met verbindingen buiten Schengen. Een samenwerkingsplan met Europol werd concreet vorm gegeven met de inzet van mobiele Europol-kantoren ter plaatse (luchthaven Praag). Op basis van de opgedane ervaringen wordt de samenwerking voortgezet.
36
Samenvattend kan worden gesteld dat de langere duur van de inzet op luchthavens en de gerichte samenwerking met internationale organisaties onder meer heeft geleid tot een grotere doeltreffendheid van gezamenlijke operationele activiteiten aan de luchtbuitengrenzen van de EU.
Zeegrenzen De stabielere operationele situatie aan de maritieme buitengrenzen heeft ertoe geleid dat het aantal operationele dagen maar in bescheiden mate is toegenomen (1 419 in 2010 tegen 1 322 in 2009). Tegelijkertijd nam de operationele prestatie significant (50%) toe (41 007 patrouille-uren in 2010 tegen 27 376 in 2009). Ondanks een aanzienlijke daling van de begroting (29 554 000 EUR in 2010 tegen 34 350 300 EUR in 2009) werd de operationele activiteit intensiever. Bovendien was het noodzakelijk de begrotingstoewijzing voor de medefinanciering van de extra operationele activiteiten van de ontvangende lidstaten te verlagen (34% tegen 52%). Het aantal deelnemende lidstaten/met Schengen geassocieerde landen aan gezamenlijke maritieme operaties bleef gelijk aan dat in 2009 (26). Het aantal ingezette middelen nam in 2010 toe (94 in 2010 tegen 81 in 2009). Ook werden meer deskundigen ingezet (386/322), die meer mandagen werkten (12 260/11 440). De duur van de inzet van een deskundige bedroeg in 2010 gemiddeld 31 dagen, een vermindering ten opzichte van 2009 (36). In 2010 werden 6 890 immigranten aangehouden tijdens gezamenlijke maritieme operaties – 73% minder dan in 2009 (25 536 migranten). Dankzij de succesvolle uitvoering van het concept van GO Poseidon 2010 Zee en GO EPN-Hera 2010 bedroeg de daling van de illegale migratiestromen niet minder dan 80%. Bij GO Poseidon 2010 Zee is een geweldig resultaat behaald door het combineren van controleactiviteiten aan de zeegrens met steun aan de ontvangende autoriteiten op het gebied van informatievergaring, identificatie van mensensmokkelaars, screening van de nationaliteit van immigranten, logistiek en preventie van andere grensoverschrijdende misdaad. Bij GO EPN-Hera 2010 was de bilaterale samenwerking tussen Spanje en derde landen – Senegal en Mauritanië – de belangrijkste succesfactor. Uiteindelijk behoorden naleving van grondrechten en het redden van mensen in nood op zee tot de belangrijkste aspecten van de gezamenlijke maritieme operaties in 2010. Tijdens gezamenlijke operaties op zee kwamen nog enkele andere vormen van grensoverschrijdende misdaad aan het licht. Zo werden onder meer de volgende zaken aan de nationale autoriteiten gerapporteerd: EPN Indalo: 9 gevallen van drugshandel en 1 geval van milieuvervuiling; EPN Minerva: 119 gevallen van drugshandel/163 personen, 6 gestolen auto's/6 personen; Poseidon Zee: 1 geval van olievervuiling, 1 illegaal wapen en 80 kg cocaïne; EPN Hera: diverse gevallen waarin dezelfde boten werden gebruikt voor het gelijktijdig smokkelen van immigranten en drugs vanuit Marokko. Tijdens EPN Hermes werden 2 boten/46 immigranten in nood ontdekt in het Tunesische opsporings- en reddingsgebied. Deze operatie werd gecoördineerd door MRCC Rome en ICC Cagliari, in samenwerking met de Tunesische autoriteiten. Uiteindelijk werden de immigranten gered door een Algerijns tankschip. In totaal leidde de doeltreffende uitvoering van gezamenlijke maritieme operaties tot een aanzienlijke afname van de illegale migratiestromen en werd voorkomen dat grote aantallen bootreizigers in nood kwamen. Deze bijdrage aan het redden van levens wordt het meest gewaardeerd.
37
Bijlage D Lijst van opleidingsactiviteiten In 2010 organiseerde de eenheid Opleidingen van Frontex 176 activiteiten, waaronder projectontwikkelingsbijeenkomsten, conferenties, vertalerworkshops, vergaderingen van raden van deskundigen, beoordelingen van opleiders, bijeenkomsten voor de ontwikkeling van handboeken en cursusmateriaal, bijeenkomsten voor de ontwikkeling van leerplannen en andere opleidingsactiviteiten. Onderstaande tabel geeft een overzicht van rechtstreekse opleidingsactiviteiten binnen de diverse projecten. Naam
Beschrijving van activiteiten
Betrokken lidstaten
Opleidingen voor vliegtuigbemanningen
37 verschillende cursussen/opleidingsactiviteiten (training Forward Looking Infrared-systeem, boordpersoneelsbeheer, overleven op zee, coördinatie lucht-zee, overleven in berggebieden, gebruik nachtzichtbril en uitwisseling van bemanningen)
20 lidstaten
Gemeenschappelijke 2 trainingsactiviteiten 35 lidstaten / met normen voor het werken met 45 deskundigen opgeleid als multipliers. Schengen diensthonden geassocieerde landen / landen met werkafspraken CCC-docentenmobiliteit Frontex-cursussen voor grenswachtfunctionarissen middenkader
8 docentenmobiliteitsexercities: 16 deelnemende docenten
9 lidstaten
4 cursussen: 64 functionarissen opgeleid 22 lidstaten / met Schengen geassocieerde landen
Training in het herkennen van vervalste documenten
4 cursussen voor specialisten: 60 specialisten opgeleid Roadshow: training voor eerstelijnsfunctionarissen
25 lidstaten / met Schengen geassocieerde landen / landen met werkafspraken
Opsporing van gestolen voertuigen
4 multipliertrainingen: 80 multipliers opgeleid
9 lidstaten / landen met werkafspraken
143 nationale opleidingsactiviteiten (onder toezicht van de eenheid Opleidingen)
Schengen-evaluatoren
1 training voor Schengen-evaluatoren: Basiscursus 1 training voor Schengen-evaluatoren: Toonaangevende deskundigen
17 lidstaten / met Schengen geassocieerde landen
Intellops-training
1 pilottraining
8 lidstaten
Training leiders terugkeerescorte
7 opleidingsactiviteiten
18 lidstaten
Cursus gezamenlijke operaties voor gastfunctionarissen focal points
4 opleidingsactiviteiten bij 4 focal points
8 lidstaten
38
Taaltraining
1 multipliertraining
5 lidstaten
RABIT-trainingen en workshops
4 RABIT-introductietrainingen 4 RABIT-workshops
19 lidstaten 16 lidstaten
39
Bijlage E Kredieten Begrotingspost (bedragen in 1 000 EUR)
Oorspronkelijke begroting 2010
(A)
Gewijzigde Gewijzigde begroting begroting 2010 nr 1 2010 nr 2
(B)
Overdracht van kredieten
Beschikbare kredieten
(D)
(Е)[ ]
(C)
15
Over te dragen Vastleggingen
Betalingen
13
Niet gebruikt
14
(C2) [ ] (C8) [ ]
(F)
(F)/(E)
(G)
(G)/(E)
(H)
(J)= (H)+(I)
(I)
(J)/(E)
16
(К)[ ]
Titel 1
Personeel
20085
0
0
-4350
-22%
15735
15513
99%
15064
96%
0
449
449
3%
222
1%
Titel 2
Overige administratieve uitgaven
10894
0
256
1050
10%
12200
9755
80%
5953
49%
2100
3802
5902
48%
345
3%
Titel 3
Operationele activiteiten
56938
374
4300
3300
6%
64912
63252
97%
42761
66%
1292
20492
21784
34%
367
1%
30
Operaties
42738
374
1000
3337
8%
47449
47449
100%
37500
79%
0
9948
9948
21%
0
0%
3000
Landgrenzen
4250
0
1000
1452
34%
6702
6702
100%
4648
69%
0
2054
2054
31%
0
0%
3010
Zeegrenzen
26497
374
0
2683
10%
29554
29554
100%
23539
80%
0
6015
6015
20%
0
0%
3020
Luchtgrenzen
2650
0
0
-498
-19%
2152
2079
97%
1469
68%
0
609
609
28%
73
3%
3050
Terugkeeroperaties
9341
0
0
-300
-3%
9041
9114
101%
7844
87%
0
1270
1270
14%
-73
-1%
310
Risicoanalyse
1800
0
0
-232
-13%
1568
1039
66%
590
38%
425
449
874
56%
104
7%
311
Frontex-situatiecentrum
450
0
0
-180
-40%
270
266
99%
197
73%
0
69
69
26%
4
1%
320
Opleiding
7200
0
0
-1330
-18%
5870
5539
94%
3026
52%
0
2513
2513
43%
331
6%
330
Onderzoek en ontwikkeling
1400
0
0
0
0%
1400
1367
98%
261
19%
0
1106
1106
79%
33
2%
340
Middelenbundeling
1400
0
2500
2876
205%
6776
6769
100%
903
13%
0
5865
5865
87%
7
0%
350
Diverse operationele activiteiten
1950
0
800
-1171
-60%
1579
824
52%
283
18%
867
541
1408
89%
-112
-7%
87917
374
4556
0
92847
88520
95%
63777
69%
3392
24743
28135
30%
935
1%
Totaal-generaal gewone begroting
[13] (C2) Niet-automatisch [14] (C8) Automatisch [15] (E) = (A) + (B) + (C) +(D) [16] (K) = (E) – (F) – (H)
40
Bijlage F Specificatie in dienst genomen personeel per eenheid 2007
2008
2009
2010
Naam van de eenheid HF
AC
Gezamenlijke Operaties
0
1
Administratie
3
Risicoanalyse
GND
HF
AC
GND
HF
AC
8
33
0
7
7
10
0
0
1
1
5
12
Managementondersteuning
0
2
6
Financiën en Inkoop
1
3
Opleiding
0
Situatiecentrum
TF
12
32
0
10
20
18
0
0
0
2
13
17
3
0
3
8
7
0
0
3
1
2
6
0
0
0
1
0
Middelenbundeling
0
0
2
O&O
0
1
Juridische Zaken
0
Interne Controle/ Kwaliteitsbeheer
TF
TF
GND
Totaal 2010
GND
HF
AC
19
33
0
11
23
35
69
26
20
0
0
33
25
0
58
0
3
12
14
0
6
17
18
41
3
0
3
10
5
0
6
14
4
24
9
0
0
5
9
0
0
6
13
0
19
2
4
5
0
2
5
4
0
3
8
7
18
0
3
1
2
0
4
6
3
0
5
11
3
19
3
0
0
2
3
0
1
2
4
0
1
5
5
11
2
4
0
1
1
3
0
1
7
2
0
1
12
2
15
1
1
0
0
1
2
2
0
1
3
0
0
1
3
1
5
0
0
1
0
0
2
1
0
0
1
2
0
0
3
2
0
5
Directie
0
0
2
0
0
0
5
0
0
3
5
1
0
3
6
1
10
Totaal
5
17
47
61
0
44
76
67
0
60
100
66
0
79
139
76
294
per 31.12.2010
TF
Bijlage G Specificatie tijdelijke functionarissen Categorie en rang
Personeelsformatie 2009 Permanent
Permanent
Tijdelijk
Personeelsformatie 2010 Permanent
Tijdelijk
Werkelijk bezette posten op 30.12.2010 Permanent
Tijdelijk
AD16
0
0
0
0
0
0
0
-
AD15
0
1
0
1
0
1
0
1
AD14
0
1
0
1
0
1
0
1
AD13
0
6
0
3
0
3
0
3
AD12
0
3
0
6
0
8
0
8
AD11
0
9
0
9
0
9
0
8
AD10
0
8
0
7
0
8
0
7
AD9
0
1
0
1
0
1
0
1
AD8
0
36
0
25
0
45
0
43
AD7
0
2
0
2
0
2
0
2
AD6
0
4
0
3
0
6
0
6
AD5
0
2
0
2
0
3
0
3
Totaal AD
-
73
-
60
-
87
-
83
AST 11
0
0
0
0
0
0
0
0
AST 10
0
0
0
0
0
0
0
0
AST 9
0
0
0
0
0
0
0
0
AST 8
0
5
0
5
0
5
0
5
AST 7
0
9
0
9
0
12
0
12
AST 6
0
7
0
5
0
10
0
10
AST 5
0
15
0
15
0
20
0
20
AST 4
0
3
0
3
0
5
0
5
AST 3
0
5
0
3
0
4
0
4
AST 2
0
0
0
0
0
0
0
0
AST 1
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal AST
-
44
-
40
-
56
-
56
Totaal
-
117
-
100
-
143
-
139
per 31.12.2010
42
Tijdelijk
Werkelijk bezette posten op 30.12.2009
__________________________________________________________________________________ 43
TT-31-11-117-EN-C
FRONTEX LIBERTAS SECURITAS JUSTIłIA
Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie
Rondo ONZ 1, 00-124 Warschau, Polen Telefoon: +48 22 544 95 00, Fax +48 22 544 95 01
ISBN 978-92-95033-33-7
44