Algemeen verslag 2012
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie Rondo ONZ 1 00-124 Warschau, Polen
[email protected] www.frontex.europa.eu Catalogusnr. TT-AE-13-001-EN-N ISBN 978-92-95033-75-7 ISSN 2314-940X DOI 10.2819/32341
Inhoudsopgave Voorwoord van de voorzitter van de raad van bestuur Voorwoord van de uitvoerend directeur 1. Inleiding 1.1. Frontex in het algemeen 1.2. Doel van het verslag 2. Ontwikkelingen 2.1. De situatie aan de buitengrenzen in 2012 2.2. Beleidsontwikkelingen 2.3. Ontwikkelingen bij het Agentschap 3. Samenvatting van begrotingszaken en personeelszaken in 2012 3.1. Begrotingsontwikkelingen 3.2. Besteding van kredieten van 2011 die naar 2012 zijn overgedragen 3.3. Personeelszaken 4. Resultaten 5. Bijlagen Bijlage A: Overzicht van de leden van de raad van bestuur Bijlage B: Overzicht van de door de raad van bestuur genomen besluiten in 2012 Bijlage C: Overzicht van gezamenlijke operationele activiteiten in 2012 Bijlage D: Vergelijkende analyse van gezamenlijke operationele activiteiten in 2012 Bijlage E: Overzicht van de belangrijkste onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten in 2012 Bijlage F: Voortgangsverslag over de grondrechten 2012 Bijlage G: Jaarverslag over de toegang tot documenten Bijlage H: Kredieten 2012 Bijlage I: Specificatie personeelsbestand per eenheid per 31 december 2012 Bijlage J: Specificatie tijdelijke functionarissen per 31 december 2012 Bijlage K: Lijst met afkortingen
4 4 4 4 5 5 5 6 7 14 14 15 15 15 19 19 20 20 22 24 25 28 29 29 30 30
Voorwoord van de voorzitter van de raad van bestuur Het Agentschap en de lidstaten zagen zich in 2012 voor zowel operationele als administratieve uitdagingen geplaatst. De situatie aan de buitengrenzen van de EU werd sterk beïnvloed door de versterking van het grensbeheer aan de Grieks-Turkse landgrens, die tot een sterke afname van het aantal illegale grensoverschrijdingen leidde. Tegelijkertijd gaven de raad van bestuur en het Agentschap uitvoering aan de vele nieuwe bepalingen van de gewijzigde Frontex-verordening, zonder dat zij hiervoor nieuwe financiële middelen ontvingen. Het debat over Schengen maakte duidelijk hoe essentieel bescherming van de buitengrenzen van de EU is voor het vrije verkeer binnen Europa. Naast de lidstaten, die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor bescherming van de buitengrenzen, vervult Frontex daarin een steeds belangrijkere rol. Het grote publiek toont steeds meer belangstelling voor de activiteiten van het Agentschap en de lidstaten, en het Agentschap en de raad van bestuur geven met genoegen antwoord op de gestelde vragen. Frontex heeft onder zijn nieuwe logo talrijke Europese media, ngo's en belangstellenden geïnformeerd over zijn activiteiten, specifieke operaties en migratietrends, en heeft gereageerd op gefundeerde kritiek. Wij streven ernaar de activiteiten van het Agentschap zo transparant mogelijk te maken en ruchtbaarheid te geven aan de inspanningen en prestaties die het Agentschap en de lidstaten leveren in het kader van het mandaat van het Agentschap. De oprichting van het raadgevend forum voor de grondrechten en de aanstelling van een onafhankelijke grondrechtenfunctionaris waren nieuwe stappen in de ontwikkeling van de grondrechtenstrategie van het Agentschap. Het Agentschap biedt veel cursussen en seminars aan en verstrekt veel basisdocumenten over normalisatie om te bereiken dat de gemeenschappelijke grensbeheercultuur wordt geharmoniseerd op het hoge niveau van bescherming van mensenrechten en grondrechten dat Europa als gemeenschap van waarden eist. Op deze plaats wil ik een speciaal woord van dank richten aan de lidstaten. Dankzij de flexibele steun en solidariteit die zij bieden door het beschikbaar stellen van operationele eenheden, technische apparatuur en expertise, zelfs in tijden van schaarse middelen, hebben zij bijgedragen aan het succes en de verdere vooruitgang van gezamenlijk en geïntegreerd grensbeheer. Ik wil ook de leden van de raad van bestuur bedanken voor hun actieve en constructieve bijdrage aan de zorgvuldig bepaalde richting waarin het Agentschap zich ontwikkelt. Daarnaast hebben de voormalig uitvoerend directeur, de plaatsvervangend uitvoerend directeur en het overige personeel van het Agentschap met hun uitstekende, servicegerichte ondersteuning en expertise overtuigend bewezen dat Frontex, en daarmee het algehele beheer van de buitengrenzen van de EU, van essentieel belang is voor de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
Ralf Göbel Voorzitter van de raad van bestuur
Voorwoord van de uitvoerend directeur Voor Frontex was 2012 een keerpunt. Na zes jaar van onafgebroken begrotingsgroei begon het Agentschap aan wat, achteraf bezien, als een consolidatieperiode kan worden beschouwd. Waar 2011 zal worden herinnerd als het jaar van de 'Arabische lente' en de operationele uitdagingen hiervan voor Frontex, stond 2012 in het teken van nieuwe begrotingsbeperkingen en de zeer grote uitdagingen waarmee dergelijke veranderingen gepaard gaan. Tegelijkertijd met het stringentere financiële kader kreeg Frontex ook nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Ik ben er trots op te kunnen meedelen dat Frontex zich ruimschoots van zijn nieuwe verantwoorlijkheden heeft gekweten en in staat is gebleken meer te doen met minder middelen. De tenuitvoerlegging van de gewijzigde Frontex-verordening, die in het najaar van 2011 in werking is getreden, heeft hoofdzakelijk in 2012 plaatsgevonden. De oprichting van een raadgevend forum voor de grondrechten, de aanstelling van een grondrechtenfunctionaris en de nieuwe verplichtingen die deze ontwikkelingen tot gevolg hadden, waren wellicht de meest zichtbare veranderingen op structureel niveau binnen het Agentschap, en dit was een grote stap vooruit bij de tenuitvoerlegging van de grondrechtenstrategie van Frontex. Achter de schermen moest er echter veel worden aangepast en afgestemd. Hierdoor konden operaties in 2012 niet alleen worden voortgezet, maar kon ook de efficiëntie ervan worden verbeterd, ondanks het feit dat er geen personele en financiële middelen bij kwamen. Dit bracht een ongekende herschikking van personeel en prioriteitstelling met betrekking tot activiteiten met zich mee. Ondanks de moeilijke omstandigheden, kon het Agentschap de lidstaten en andere belanghebbenden binnen zijn kernactiviteiten diensten van betere kwaliteit leveren. Frontex toonde hiermee opnieuw aan hoe goed het in staat is te reageren op de veranderende situatie aan de buitengrenzen van de EU. Frontex handhaafde zijn sterke operationele aanwezigheid, vooral aan de zuidelijke land- en zeegrenzen en in toenemende mate bij operaties met meerdere doelen. Daarbij werd de lat hoger gelegd dan ooit tevoren ten aanzien van de opsporing van grensoverschrijdende criminaliteit, met name de smokkel van verdovende middelen en andere goederen. De ontwikkeling van het Eurosur-programma zal de boeken ingaan als een van de belangrijkste punten waarop in 2012 vooruitgang is geboekt. Dit innovatieve project zal naar verwachting in 2013 van start gaan en zal de Europese grenscontrole radicaal veranderen. Voor het eerst zal de situationele kennis van de actuele stand van zaken aan de grenzen van het continent een werkelijk pan-Europese dimensie krijgen. Via dit belangrijke mechanisme kunnen de grensautoriteiten van de lidstaten informatie uitwisselen en samenwerken, waardoor zij beter gezamenlijk kunnen optreden bij gebeurtenissen die zich voordoen en met meer zekerheid maatregelen kunnen voorbereiden. Het zal ook bijdragen aan de ontwikkeling van een strategischer kader voor effectieve coördinatie en toewijzing van middelen.
Ilkka Laitinen Uitvoerend directeur
1. Inleiding 1.1. Frontex in het algemeen Taakomschrijving Frontex ondersteunt, coördineert en ontwikkelt Europees grensbeheer overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Frontex ondersteunt de lidstaten* om een doelmatig, hoog en uniform niveau van grenscontrole te bereiken. * Met de term ‘lidstaat’ wordt verwezen naar de lidstaten van de Europese Unie en de met Schengen geassocieerde landen
Frontex coördineert operationele en EU-maatregelen ten behoeve van een gezamenlijke respons op uitzonderlijke situaties aan de buitengrenzen. Frontex ontwikkelt capaciteit op het niveau van de lidstaten en op Europees niveau, zodat de problemen met migratiestromen, ernstige georganiseerde misdaad en terrorisme aan de buitengrenzen met vereende krachten kunnen worden aangepakt. Het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie is opgericht bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad**.
** Verordening (EG) nr. 2007 / 2004 van de Raad van26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 863 / 2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 en Verordening (EG) nr. 1168 / 2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011.
Visie Frontex is het betrouwbare Europese grensagentschap, dat de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht versterkt door de lidstaten te ondersteunen bij het nakomen van hun verantwoordelijkheden. Frontex past het concept van geïntegreerd grensbeheer toe en bevordert een Europese grensbewakingscultuur die is gebaseerd op de volledige eerbiediging van de grondrechten van de EU. Dankzij zijn professionele medewerkers en zijn operationele en administratieve capaciteiten is Frontex in staat waarde toe te voegen aan de Europese Unie. Frontex ondersteunt, coördineert en ontwikkelt Europees grensbeheer overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Waarden Frontex creëert een op teamwerk en open communicatie gericht kader, waarbinnen zijn medewerkers de waarden van de organisatie onderschrijven en in praktijk brengen. Zijn medewerkers voeren hun activiteiten dan ook op zeer professionele wijze uit. De waarde 'menselijkheid' koppelt de activiteiten van Frontex aan de bevordering en eerbiediging van de grondrechten als een onvoorwaardelijk en integraal onderdeel van effectief geïntegreerd grensbeheer. Dit leidt tot vertrouwen in Frontex.
1.2. Doel van het verslag Het werkprogramma 2012 vormt het referentiekader voor dit algemene verslag van Frontex, maar dat betekent niet dat hier gestreefd wordt naar een gedetailleerde analyse van iedere doelstelling. Het verslag geeft de lezer een globaal overzicht van de werkzaamheden in 2012, waarbij speciale aandacht wordt geschonken aan een aantal operationele activiteiten en successen. Dit overzicht is aangevuld met algemene financiële informatie en bijlagen met een overzicht van uiteenlopende activiteiten, vergelijkende analyses van gezamenlijke operaties en gegevens over de begroting en het personeelsbestand. Om alles in de juiste context te plaatsen, wordt sommige informatie in een aantal hoofdstukken herhaald. Het Algemeen verslag 2012 bevat naast de gebruikelijke hoofdstukken de volgende nieuwe elementen:
een nieuw hoofdstuk over het Europees grensbewakingssysteem (Eurosur);
een verslag over de toegang van het publiek tot documenten in 2012;
een paragraaf over gegevensbescherming;
een overzicht van besluiten van de raad van bestuur in 2012;
een voortgangsverslag 2012 inzake de grondrechten.
2. Ontwikkelingen 2.1. De situatie aan de buitengrenzen in 2012 Het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen van de EU is in 2012 scherp gedaald naar ongeveer 72 500; dat is de helft van het aantal in 2011. Sinds het begin van de stelselmatige gegevensverzameling in 2008 is dit de eerste keer dat dit aantal tot onder 100 000 per jaar is gedaald. De afname is grotendeels toe te schrijven aan de intensievere bewaking aan de Grieks-Turkse landgrens in de tweede helft van 2012. In de afgelopen vier jaar werden aanzienlijke aantallen migranten ontdekt die illegaal de grens tussen Turkije en Griekenland wilden oversteken langs de zogeheten oostelijke mediterrane route. In augustus 2012 veranderde de situatie drastisch, toen de Griekse autoriteiten een ongekende hoeveelheid middelen mobiliseerden aan hun landgrens met Turkije, waaronder 1 800 extra politiefunctionarissen. Het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen daalde snel van ongeveer 2 000 in de eerste week van augustus naar minder dan 10 per week in oktober 2012. Intensievere controles aan de Grieks-Turkse landgrens hebben geleid tot een lichte toename van het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen in de Egeïsche Zee en aan de landgrens tussen Bulgarije en Turkije, maar gelijktijdige inspanningen van Turkije en Bulgarije om de illegale migratie tegen te gaan, hebben het aantal verplaatsingen ingedamd. Er waren meldingen dat veel migranten in Istanbul het slot van de Griekse operaties afwachtten; het risico blijft dus bestaan dat de illegale grensoverschrijdingen langs de oostelijke mediterrane route opnieuw zullen toenemen. Op EUniveau is sinds september 2012 een lichte stijging waargenomen van het aantal ontdekte passagiers met vervalste documenten op vluchten vanuit Istanbul. Dit duidt erop dat migranten die in Turkije zijn gestrand, geraffineerder methoden gaan gebruiken om de EU binnen te kunnen komen. Veel migranten die illegaal de grens met Griekenland oversteken, reizen door naar andere EU-lidstaten, hetzij over land via de westelijke Balkan, hetzij met de boot naar Italië of per vliegtuig naar andere Schengenlanden. In tegenstelling tot de ontwikkeling aan de Grieks-Turkse landgrens nam het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen op de Westelijke Balkanroute niet af. De grote en plotselinge stijging van het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen in het Middellandse Zeegebied in 2011, aan de vooravond van de ‘Arabische Lente’, en de daaropvolgende migratiestromen vanuit Tunesië en Libië, was tegen het einde van het jaar afgenomen. Het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen bleef over heel 2012 echter gestaag toenemen. Tegen het einde van het jaar bedroeg dit ruim 15 000. Vanaf het laatste kwartaal van 2012 werden, in vergelijking met andere routes, op de centrale mediterrane route de meeste illegale grensoverschrijdingen geconstateerd. De meeste migranten waren afkomstig uit de landen ten zuiden van de Sahara en waren vertrokken vanuit Libië. In het westelijke Middellandse Zeegebied tussen Noord-Afrika en Spanje daalde het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen met bijna een kwart ten opzichte van 2011. Het waren er echter nog altijd meer dan in de jaren daarvoor. De meeste migranten op deze route waren inwoners van Algerije en de gebieden ten zuiden van de Sahara die vertrokken waren vanuit Marokko en Algerije. Ook in 2012 waren op EU-niveau Afghanen opnieuw de meestvoorkomende nationaliteit bij geconstateerde illegale grensoverschrijdingen, maar hun aantal daalde aanzienlijk in vergelijking met 2011. De meeste Afghanen die illegaal de EU binnenkwamen, reisden via Turkije en kregen rechtstreeks te maken met de strengere bewaking op de oostelijke mediterrane route. Ook de Syriërs vallen op door de sterke stijging van het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen ten opzichte van 2011. Veel Syriërs waren op de vlucht voor het aanhoudende geweld in hun land en vroegen asiel aan in de EU. Na een diplomatiek geschil tussen de EU en Belarus, hebben de Belarussische autoriteiten in maart 2012 klaarblijkelijk hun grenscontrole versoepeld, waardoor het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen naar Litouwen en Polen is toegenomen. Ten opzichte van 2011 steeg het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen aan de oostelijke landgrens met ongeveer 60%, wat in totaal neerkomt op rond de 1 700 gevallen. Dit is echter slechts 2% van alle geconstateerde illegale grensoverschrijdingen in de EU. Ook werd een veel groter aantal mensen de toegang geweigerd aan de Poolse landgrenzen met Belarus (als gevolg van een toename van het aantal geweigerde Georgiërs, met een piek in oktober) en Oekraïne. Maar deze stijgingen werden gecompenseerd door een afname van het aantal
toegangsweigeringen bij andere grensgedeelten. Het totale aantal weigeringen bleef daarmee op EU-niveau nagenoeg onveranderd ten opzichte van 2011 (–3%, 115 000 weigeringen). Het aantal constateringen van mensen die illegaal in de EU verbleven – rond 350 000 in 2012 – vertoont sinds 2008 een stabiele, licht dalende trend. De overgrote meerderheid van de migranten werd binnen de EU ontdekt en niet aan de buitengrenzen. Vermoedelijk gaat het dus om illegale immigranten die langdurig op Europees grondgebied wilden verblijven, aangezien ze geen poging hadden ondernomen om te vertrekken. De tweede meestvoorkomende plaats waar illegaal verblijf werd geconstateerd, was bij de controle aan de luchtgrenzen, gevolgd door de landgrenzen, waar illegale migranten de EU trachtten te verlaten. De meeste ontdekkingen van illegale migranten werden gemeld vanuit Duitsland, Zweden, Griekenland, Frankrijk en Spanje, waarbij in Duitsland en Zweden het aantal ontdekkingen sinds het voorjaar van 2011 gestaag toeneemt. De meeste migranten van wie werd geconstateerd dat ze illegaal in de EU verbleven, waren afkomstig uit Afghanistan of Marokko. Ondanks een stijging van 10% tussen 2011 en 2012 is het aantal ontdekte mensensmokkelaars sinds 2008 gestaag afgenomen. In 2012 waren dit er in totaal ongeveer 7 700. Deze dalende langetermijntrend is mogelijk ten dele het gevolg van een algemene verschuiving naar misbruik van legale kanalen en documentfraude om de schijn te wekken dat men legaal de EU is binnengekomen. Daardoor kunnen mensensmokkelaars op afstand en onopvallend te werk gaan en hoeven zij migranten niet te vergezellen tijdens zeer risicovolle activiteiten, zoals illegale grensoverschrijding langs de groene (land)grens. In 2012 werden ongeveer 8 000 migranten ontdekt die met vervalste documenten probeerden illegaal de EU of het Schengengebied binnen te komen. Dit was het grootste aantal sinds het begin van de stelselmatige gegevensverzameling in 2009. Twee factoren hebben bijgedragen aan deze stijging: in de eerste plaats hebben de lidstaten onder toezicht van het project van de Europese Unie inzake documentfraude (EDF-project) het toepassingsgebied, de gedetailleerdheid en de doeltreffendheid van hun rapportageprotocollen gestaag uitgebreid; in de tweede plaats zijn er aanzienlijk meer Albanese onderdanen (die sinds 2011 geen visum meer nodig hebben om de EU binnen te komen) ontdekt die met valse stempels in hun paspoort hun reishistorie wilden vervalsen en hun verblijfsperiode wilden verlengen. De migranten die het meest in verband worden gebracht met documentfraude, waren afkomstig uit Albanië, Marokko, Syrië, Oekraïne, Nigeria, Pakistan en Iran. De sterkste stijging deed zich voor bij de Syriërs, die nu op EU-niveau de tweede plaats innemen als het gaat om documentfraude. Voorlopige gegevens over het aantal asielaanvragen duiden op een algehele stijging van ongeveer 7% ten opzichte van 2011. Onder de aanvragers blijven Afghanen de grootste bevolkingsgroep. De stijging ten opzichte van 2011 is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan aan groter aantal aanvragen van Syrische en Servische onderdanen. Asielaanvragers zijn doorgaans jonge, alleenstaande mannen. De Syriërs vormen een aparte groep, want zij ontvluchtten in familieverband de gewelddadigheden in hun land. Het aantal asielaanvragen dat de EU ontving van burgers uit de westelijke Balkan – doorgaans gaat het om Serviërs – bleef in 2012 gelijk. Na de tenuitvoerlegging van de visumliberaliseringsovereenkomst met vijf westelijke Balkanlanden, die eind 2009 in werking trad, wordt daarom momenteel in de EU gesproken over een eventuele herinvoering van de visumregeling. In lijn met de trend van de afgelopen jaren, keerden in 2012 ongeveer 150 000 onderdanen van derde landen daadwerkelijk terug naar hun land van herkomst. In dit totaal zijn de gevallen van daadwerkelijke terugkeer tussen de lidstaten niet meegerekend. Net als in 2011 was het Verenigd Koninkrijk de lidstaat met het grootste aantal terugkeerders. Griekenland rapporteerde echter het grootste aantal terugkeerders voor één nationaliteit: ruim 7 000 Albanese migranten die illegaal in Griekenland verbleven, keerden terug naar Albanië.
2.2. Beleidsontwikkelingen De aandacht van het Agentschap bleef in 2012 in de allereerste plaats gericht op de tenuitvoerlegging van het herziene mandaat van Frontex na de inwerkingtreding van de gewijzigde Frontex-verordening in december 2011. De toekomstige ontwikkeling van het Agentschap werd echter ook vormgegeven in de onderhandelingen over de Eurosur-verordening, die het juridisch kader moet verschaffen voor een Europees grensbewakingssysteem. De onderhandelingsinspanningen in 2012 brachten de partijen in het wetgevingsproces dicht bij een akkoord over de wettekst, die naar verwachting in de loop van 2013 in zijn definitieve vorm formeel zal worden goedgekeurd. In het kader van de ontwikkelingen in het EU-beleid op het gebied van grensbeheer is er in 2012 aanzienlijke vooruitgang geboekt in de gesprekken over de door de Commissie in 2011 voorgestelde technische wijzigingen in de Schengengrenscode. In september heeft het Hof van Justitie Besluit nr. 252/2010/EU van de Raad houdende aanvulling van de Schengengrenscode op het gebied van de bewaking van de maritieme buitengrenzen tijdens gezamenlijke, door het Agentschap gecoördineerde operaties nietig verklaard. Dientengevolge komt de Europese Commissie in 2013 met een nieuw voorstel. Het Hof heeft evenwel bepaald dat de gevolgen van het besluit worden gehandhaafd, totdat er een nieuw besluit van de Raad is vastgesteld. Derhalve geven Frontex en de lidstaten bij gezamenlijke, door het Agentschap gecoördineerde maritieme operaties uitvoering aan de bepalingen van het besluit. Een andere belangrijke mijlpaal die van invloed is op de werking van het Schengengebied, was de succesvolle voltooiing van de testfase van SIS II, die er naar verwachting toe zal leiden dat het nieuwe informatiesysteem begin 2013 in gebruik kan worden genomen. Ook is, zelfs nog eerder, namelijk eind 2012, het nieuwe Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) operationeel geworden. Het herziene Griekse actieplan inzake asiel en immigratie van 2012 schonk aandacht aan de verbetering van de steun die Griekenland van EUagentschappen (EASO en Frontex) ontvangt op het gebied van migratie- en asielbeheer. Een belangrijke politieke mijlpaal op dit gebied was dat de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken in april 2012 overeenstemming bereikte over het stappenplan ‘EU-optreden inzake de migratiedruk – een strategische reactie’, dat is bedoeld om te komen tot een coherenter EU-optreden om illegale migratie terug te dringen en omvattend aan te pakken. Daarnaast werd grote vooruitgang geboekt met betrekking tot een aantal van de meest essentiële instrumenten van het pakket voor de invoering van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS), (bijv. de Dublin-verordening), en slaagde het onlangs opgerichte Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) erin de afhandeling van zaken te versnellen. De in 2011 ontwikkelde beleidscyclus van de EU in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, werd in 2012 voor het eerst daadwerkelijk in praktijk gebracht door de tenuitvoerlegging van operationele actieplannen voor diverse door de Raad geformuleerde strategische prioriteiten. De lidstaten van de EU hebben, met steun van de JBZ-agentschappen volgens de strategische richtsnoeren van het Permanent Comité binnenlandse veiligheid (COSI), een voortrekkersrol vervuld bij de tenuitvoerlegging. Een van de strategische prioriteiten op dit gebied is de bestrijding van mensenhandel. In juni heeft de Europese Commissie de mededeling ‘EUstrategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012-2016’ goedgekeurd, waarna de Raad in oktober zijn conclusies ter zake heeft aangenomen. Bij de tenuitvoerlegging van de strategie is een leidende rol toebedeeld aan de coördinator voor de bestrijding van mensenhandel. De externe dimensie op het gebied van justitie en binnenlandse zaken werd in 2012 beïnvloed door de voortdurende dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid met de landen ten zuiden van de Middellandse Zee (Tunesië, Marokko) en Jordanië. Frontex werkte actief aan de ontwikkeling van contacten met de bevoegde autoriteiten van deze landen en zocht naar mogelijkheden om formele onderhandelingen aan te gaan om, waar nodig, werkafspraken te maken. Ook de lopende onderhandelingen over een overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije, visumfaciliteringsovereenkomsten tussen de EU en prioritaire derde landen en de uitrol van het visuminformatiesysteem (VIS) in nieuwe regio’s (het Midden-Oosten en de Golfregio), hebben de externe JBZ-dimensie vormgegeven. In dit kader heeft Frontex, na een langdurig en ingewikkeld onderhandelingsproces, een memorandum van overeenstemming gesloten met het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije. Dit heeft de weg vrijgemaakt voor de vaststelling van een formeel, flexibel kader dat de ontwikkeling van operationele samenwerking met de bevoegde Turkse autoriteiten mogelijk maakt. Op het gebied van risicoanalyse is al begonnen met de tenuitvoerlegging van het memorandum van overeenstemming. Inmiddels hebben de Griekse en Turkse autoriteiten operationele
contactpunten ingesteld aan de land- en zeegrenzen, en houden zij geregeld bijeenkomsten die ook worden bijgewoond door vertegenwoordigers van het operationele Frontex-kantoor. In het kader van de ontwikkeling van zijn netwerk van partners in derde landen heeft Frontex in 2012 werkafspraken gemaakt met de immigratiedienst van Nigeria en met de nationale veiligheidsraad van Armenië. De raad van bestuur van Frontex heeft werkafspraken met de grensbeheerautoriteit van Azerbeidzjan geparafeerd en goedgekeurd en is voornemens deze te ondertekenen. Het Agentschap heeft rechtstreekse contacten aangeknoopt met de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten, Thailand en Hong Kong, waar zich belangrijke luchthavens bevinden met rechtstreekse verbindingen met Europa, om te onderzoeken welke praktische samenwerkingsmogelijkheden er zijn op het gebied van luchthavenbeheer. Binnen het kader van de tot dusver overeengekomen werkafspraken met autoriteiten van derde landen werd de operationele samenwerking inzake grensbeheergerelateerde kwesties verder uitgebreid om duurzame partnerschappen tot stand te brengen die beide partijen tot voordeel strekken. Er werden vooral tastbare resultaten geboekt op het gebied van gegevensuitwisseling, opleiding en gezamenlijke operaties. Wat betreft de samenwerking met andere EU-agentschappen was Frontex in 2012 voorzitter van de contactgroep van JBZ-agentschappen, die beoogt de multilaterale samenwerking te versterken en onderwerpen van gemeenschappelijk belang te bespreken, zoals strategische planning, externe betrekkingen, gegevensbescherming en mensenhandel. In dit verband organiseerde Frontex diverse coördinatievergaderingen, een conferentie van deskundigen over gegevensbescherming en de jaarlijkse bijeenkomst van de hoofden van JBZ-agentschappen* en vertegenwoordigers van het DG Binnenlandse Zaken, het DG Justitie, het secretariaat-generaal van de Raad, het Cypriotische voorzitterschap en het aantredende Ierse voorzitterschap. En tot slot heeft Frontex, binnen het kader van het Permanent Comité binnenlandse veiligheid, de scorekaart van de JBZ-agentschappen geactualiseerd en gepresenteerd. Deze scorekaart heeft betrekking op verschillende aspecten van samenwerking, zoals de tenuitvoerlegging van de financiële instrumenten en verordeningen, toolboxen en opleidingen op het gebied van grondrechten, vergroting van de kennis over en publiciteit geven aan het werk van de agentschappen en gezamenlijke opleidingen voor nationale rechtshandhavingsgemeenschappen. * Cepol, EASO, EIGE, EWDD, Eurojust, Europol, FRA, eu-LISA
Met name op het gebied van mensenhandel heeft Frontex grote vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke verklaring die het Agentschap in 2011 op de Europese Dag tegen mensenhandel heeft ondertekend. In vervolg op de gemeenschappelijke verklaring heeft de Europese Commissie in samenwerking met de JBZ-agentschappen een gezamenlijk verslag over de activiteiten van de JBZ-agentschappen opgesteld, dat eerst door Frontex werd gepresenteerd op de Europese Dag tegen mensenhandel 2012 in Brussel, en later aan het Permanent Comité binnenlandse zaken. Frontex was actief betrokken bij het operationele actieplan tegen mensenhandel en ontwikkelde in samenwerking met alle JBZagentschappen – met name Europol, Cepol en Eurojust – diverse producten op het gebied van capaciteitsopbouw en inlichtingen en onderzoek. Het Agentschap benoemde ook een eigen coördinator inzake mensenhandel, die regelmatig ontmoetingen heeft met vertegenwoordigers van andere agentschappen en met de EU-coördinator voor de bestrijding van mensenhandel om de voortgang te bespreken en activiteiten te coördineren voor de tenuitvoerlegging van de ‘EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012-2016’ en de gemeenschappelijke verklaring.
Afbeelding: Ondertekening van de werkafspraken tussen de immigratiedienst van Nigeria en Frontex, 19 januari 2012 Frontex breidde de bilaterale samenwerking met diverse agentschappen en internationale organisaties verder uit en richtte zich daarbij met name op de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en op migratie- en asielvraagstukken. In het laatste kwartaal van 2012 werden werkafspraken met het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) ondertekend. De samenwerking met het EASO zal onder meer gericht zijn op evaluaties en operationele maatregelen, de ontwikkeling van methoden om beter te kunnen bepalen wie internationale bescherming behoeven in het kader van gemengde migratiestromen, de uitwisseling van informatie over de profielen en de samenstelling van pools van deskundigen, het delen van beste praktijken met betrekking tot de werking van deze pools en met betrekking tot methoden voor de verzameling en uitwisseling van gegevens. Het Agentschap heeft ook zijn handtekening gezet onder werkafspraken met het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC), die voorzien in samenwerking op het gebied van risicoanalyse, capaciteitsopbouw, opleidingen en uitwisseling van informatie. Het UNODC legt zich in het bijzonder toe op de wereldwijde bestrijding van illegale verdovende middelen en grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. Er zijn eerste stappen gezet op weg naar operationele samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met name op het gebied van risicoanalyse en uitwisseling van gegevens over grensoverschrijdende criminaliteit en douane. Frontex nam deel aan de activiteiten van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van diverse handboeken. Nu de EU in september 2011 een memorandum van samenwerking heeft gesloten met de ICAO, is een officieel partnerschap met de ICAO van groot strategisch belang. In het kader van Eurosur zijn gesprekken gaande over dienstenniveauovereenkomsten met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en het Satellietcentrum van de Europese Unie (EUSC).
Afbeelding: Ondertekening van de werkafspraken tussen het EASO en Frontex, 27 september 2012 Voorts heeft Frontex een bijdrage geleverd aan voorbereidende activiteiten voor een civiele missie in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid naar Libië inzake grensbeveiliging die werd gecoördineerd door de Europese Dienst voor extern optreden (directoraat Crisisbeheer en planning). In dit verband heeft het Agentschap deelgenomen aan een door de EDEO geleide onderzoeksmissie naar Tripoli, om te bepalen welke actie kan worden ondernomen om de lokale autoriteiten in Libië te ondersteunen bij de ontwikkeling van een efficiënt grensbeheersysteem. Frontex bestendigde de samenwerking met andere internationale en Europese partners (bijv. FRA, UNHCR) op het gebied van capaciteitsopbouw en grondrechtenaspecten van grenscontrole. Meer in het algemeen was Frontex wat betreft het EU-beleid inzake externe betrekkingen nauw betrokken bij belangrijke EU-initiatieven op het gebied van migratie en grensbeheer en bij politieke dialogen, zoals het Partnerschap voor mobiliteit, het Oostelijk Partnerschap, Bouwen aan migratiepartnerschappen, evenals andere projecten met derde landen (VS, Rusland en westelijke Balkanlanden). In 2012 verleende het Agentschap steun aan regionale programma's, projecten en missies van de EU in derde landen (Euromed, Eubam, Eulex, BSRBCC, BSCF) en aan lidstaten die betrokken waren bij samenwerkingsinitiatieven met derde landen.
2.3. Ontwikkelingen bij het Agentschap Het mandaat en de taken van Frontex zijn veranderd door Verordening (EU) nr. 1168/2011, die op 12 december 2011 in werking is getreden. Het Agentschap heeft in 2012 veel administratieve en operationele stappen genomen om uitvoering te geven aan de bepalingen van de verordening. De belangrijkste veranderingen vanuit operationeel perspectief waren:
de oprichting van de Europese grenswachtteams en de invoering van het concept van uitgezonden functionarissen;
de instelling van pools van technische uitrusting, die door de lidstaten worden voorzien van een minimale hoeveelheid activa voor gezamenlijke operaties;
de verlening van bijstand bij de ontwikkeling en toepassing van het Europees grensbewakingssysteem (Eurosur);
de vergroting van de juridische waarde van operationele plannen en invoering van de functie van coördinerend functionaris voor gezamenlijke operaties;
de invoering van een voortschrijdend operationeel plan voor terugkeeroperaties;
de mogelijkheid voor Frontex om in derde landen verbindingsofficieren in te zetten en technische ondersteuningsprojecten op te zetten;
de oprichting van een raadgevend forum;
de aanstelling van een grondrechtenfunctionaris.
Er zijn veel nieuwe concepten en procedures in het leven geroepen en vastgesteld door de raad van bestuur (zie bijlage B) en de uitvoerend directeur om uitvoering te kunnen geven aan de bepalingen van de gewijzigde Frontex-verordening. Op 31 december 2012 werd aan enkele bepalingen van de verordening nog gewerkt, omdat hiervoor een omvattende aanpak of analyse vereist is, dan wel samenwerking met het raadgevend forum, dat pas aan het einde van het jaar met zijn werk is begonnen.
2.3.1 Operaties Operationeel Frontex-kantoor De raad van bestuur van Frontex verlengde de duur van het proefproject betreffende het operationele Frontex-kantoor in Piraeus, Griekenland, tot 31 december 2013. De raad van bestuur erkende dat er vooruitgang was geboekt, nam nota van de resultaten van het operationeel Frontex-kantoor en besloot tot voortzetting van deze gedecentraliseerde ondersteuning van lidstaten in het oosten en midden van het Middellandse Zeegebied, met name Griekenland.
Kosteneffectiviteit Met het oog op de strategische doelstelling van Frontex om de kosteneffectiviteit te verbeteren, stelde het Agentschap strategische richtsnoeren op voor de vergoeding van de kosten voor deelname aan gezamenlijke operaties die door Frontex werden gecoördineerd. De richtsnoeren richten zich onder meer op de controle op potentiële overlappingen van verschillende Europese financieringsinstrumenten, in aanmerking komende kosten voor gezamenlijke Frontex-operaties en het belang van operationele doelstellingen en effectiviteit bij de besluitvorming over de hoogte van de vergoedingen. De basisregel bij de opstelling van het document was het beginsel van operationele solidariteit tussen Frontex en de lidstaten. De overeengekomen richtsnoeren vormen voor alle partners een leidraad voor de meest effectieve benutting van financiële middelen en waarborgen derhalve dat de coördinatie van operationele activiteiten op efficiëntere wijze wordt voortgezet, wat voor alle partners en Europese belastingbetalers voordelen met zich meebrengt.
Europese grenswachtteams en technische uitrusting De voormalige pools van gezamenlijke Frontex-ondersteuningsteams (FJST) en snelle-grensinterventieteams (RABIT) zijn samengevoegd tot één pool met Europese grenswachtteams (EBGT-pool), die enerzijds bestaat uit de operationele personele middelen die de lidstaten ter beschikking hebben gesteld om te worden ingezet bij gezamenlijke operaties en proefprojecten, inclusief snelle interventies, en anderzijds uitgezonden functionarissen die door Frontex zijn toegevoegd aan de pool. In 2012 is de EBGT-pool in het leven geroepen overeenkomstig de bepalingen van de gewijzigde Frontex-verordening, waarbij alleen functionarissen die door de desbetreffende lidstaten zijn aangesteld als leden van de pool, kunnen worden ingezet bij activiteiten die door Frontex worden gecoördineerd. Omdat de raad van bestuur van Frontex eerst de profielen en de totale omvang van de pool moest vaststellen, kreeg Frontex de opdracht om in samenwerking met alle interne en externe belanghebbenden een reeks profielen te ontwikkelen. In totaal werden er 13 profielen gedefinieerd die beantwoordden aan de operationele behoeften van het Agentschap en werd het noodzakelijke aantal poolleden bepaald op 1 850. Frontex is, rekening houdend met de eisen van interne en externe belanghebbenden, begonnen met de ontwikkeling van een methode voor de oprichting en inzet van de EBGT-pool. Vervolgens werden de lidstaten opgeroepen om hun deskundigen te selecteren op basis van de 13 profielen en om hen op te nemen in de EBGT-pool via Opera, een omvattend databasesysteem dat wordt gebruikt als platform voor het beheer van de middelen in de pool (personele middelen en technische uitrusting) en dat het Agentschap in nauwe samenwerking met de lidstaten heeft opgezet. Frontex zal door middel van uitgezonden functionarissen een bijdrage leveren aan de EBGT-pool. Ze zullen voor een periode van maximaal zes maanden bij Frontex worden gedetacheerd om als uitgezonden functionaris te worden ingezet bij gezamenlijke operaties. Ze kunnen niet worden ingezet op het Frontex-hoofdkantoor, op operationele Frontex-kantoren of in hun lidstaat van herkomst. De instelling van het mechanisme van uitgezonden functionarissen vervult een belangrijke rol in het algemene proces van de totstandbrenging van de EBGT-pool. In 2012 is er binnen Frontex op verschillende niveaus aan gewerkt om, in nauw overleg met de lidstaten, een volledig scenario te bepalen met betrekking tot de mogelijkheden om de flexibiliteit en operationele efficiëntie te optimaliseren. Naast het werk aan de conceptuele component van het mechanisme van uitgezonden functionarissen was er ook een proeffase waarin alle praktische zaken werden getest en beschreven. Tijdens de proeffase werden 13 uitgezonden functionarissen geselecteerd en bij wijze van proef ingezet bij gezamenlijke operaties die aan de land- en zeegrenzen werden gecoördineerd. De resultaten van het proefproject werden meegenomen bij het opstellen van de voorschriften voor uitgezonden functionarissen, die in november 2012 door de raad van bestuur werden goedgekeurd. De eerste officiële oproep voor detachering van uitgezonden functionarissen in 2013 werd in december 2012 naar alle lidstaten verzonden. Met ingang van 2013 zullen alleen functionarissen uit de pool worden ingezet bij activiteiten die door Frontex worden gecoördineerd. De oprichting van de EBGT-pool is een van de hoekstenen van de tenuitvoerlegging van de gewijzigde Frontex-verordening. Er werd een stevig fundament gelegd voor het opzetten van de pool van technische uitrusting (TEP). Alle gegevens uit het voormalige centrale register van de technische uitrusting (Crate) werden herzien en met behulp van de Opera-database omgezet naar de pool van technische uitrusting. De raad van bestuur nam in september 2012 een besluit over de minimale hoeveelheid technische uitrusting die volledig wordt gefinancierd en ingezet bij operaties in 2013. De minimale hoeveelheid technische uitrusting kan worden beschouwd als de hoeveelheid middelen waarmee wordt gewaarborgd dat de EU de lidstaten effectief kan ondersteunen bij het grensbeheer; het algemene planningsmechanisme blijft echter flexibel om te kunnen reageren op uitzonderlijke situaties en in te kunnen spelen op onvoorziene behoeften. In 2013 gaat een proefproject van start voor het leasen van uitrusting die wordt ingezet bij operaties, zodat Frontex zijn eigen technische middelen kan ontwikkelen.
Risicoanalyse Op het gebied van risicoanalyse werd, ter versterking van de analysecapaciteiten van Frontex, het uitvoerig bijgewerkte gemeenschappelijk model voor geïntegreerde risicoanalyse (Ciram 2.0) ingevoerd, dat Frontex in samenwerking met de analysedeskundigen van de lidstaten heeft ontwikkeld. Met dit proces, waarbij belangrijke elementen van het model werden vertaald naar geselecteerde EU-talen en een digitale versie werd gemaakt, heeft Frontex het werk van de Europese analysegemeenschap inzake grenzen van het Frontex-netwerk voor risicoanalyse (FRAN) verbeterd en een van de fundamenten van effectief grensbeheer gemoderniseerd met het oog op de toekomst. Frontex is ook begonnen met de ontwikkeling van een concept voor de verwerking van persoonsgegevens en van voorschriften ter bescherming van deze gegevens tijdens de verwerking ervan voor analysedoeleinden, waaronder doorgifte aan Europol. In 2012 heeft het Agentschap niet alleen de samenwerking met de lidstaten versterkt door het opzetten van een nieuw netwerk en uitwisseling van informatie over documentfraude in de Europese Unie, maar ook die met derde landen, met name in het kader van de inlichtingengemeenschap Afrika-Frontex (AFIC), die is opgericht met West-Afrikaanse landen. Het eerste gezamenlijke verslag is gepubliceerd in 2012. Bovendien is, naar aanleiding van de ondertekening van een memorandum van overeenstemming met Turkije, in het kader van een reeks bijeenkomsten en een
technische workshop over definities en sjablonen die worden gebruikt in Frontex-netwerken voor risicoanalyse, de basis gelegd voor een versterkte samenwerking met de Turkse grensautoriteiten. In het licht van de begrotingsbeperkingen die van invloed waren op de operationele activiteiten, met name aan de luchtgrenzen, was het verzamelen en analyseren van inlichtingen van groot belang om adequate operationele maatregelen te kunnen nemen. Daarom werd de wekelijkse verzameling van operationele gegevens van EU-luchthavens – het zogeheten Pulsar-programma – uitgebreid en beslaat deze momenteel naar schatting 90% van alle gegevens over illegale migratie aan de luchtgrenzen. De wekelijkse Pulsar-verslagen, die worden verspreid onder de deelnemende luchthavens, worden gezien als de meest actuele rapportage van de situatie aan de externe luchtgrenzen en stellen Frontex in staat om plotselinge veranderingen in migratiepatronen te identificeren die een door Frontex gecoördineerd Europees optreden noodzakelijk maken.
Operationele activiteiten Ten opzichte van 2011 nam het aantal maritieme operaties in 2012 af, met 5% minder operationele dagen, een verlaging van de begroting met 48% en 23% minder mandagen. Ondanks deze beperkingen behoorden zoek- en reddingsoperaties tot de belangrijkste activiteiten die zijn uitgevoerd met de middelen die werden ingezet voor grenscontrole, met als resultaat dat 5 575 migranten werden gered. Het zwaartepunt van de gezamenlijke operaties aan de landgrenzen bleef liggen bij de Grieks-Turkse en de Bulgaars-Turkse grens. Het aantal deskundigen dat werd ingezet, lag beduidend lager (24% minder dan in 2011), vooral door de massale inzet van Griekse functionarissen aan de landgrens in het kader van operatie ‘Aspida’ (Schild). Ondanks het feit dat de begroting voor gezamenlijke operaties aan de luchtgrenzen 17% lager was dan in 2011, slaagde Frontex erin het aantal operationele dagen met 13,3% te verhogen ten opzichte van 2011. De ontwikkeling van de migratiesituatie aan de buitengrenzen in het zuiden en zuid-oosten van de EU bleek een buitengewone uitdaging te zijn in termen van operationele flexibiliteit en coördinatievermogen. Veranderende routes, de samenstelling van groepen migranten en de toename van de migratiestromen tot de zomer van 2012, maakten een aangepaste risicoanalyse noodzakelijk, evenals een gewijzigde inzet van deskundigen. De autoriteiten van de lidstaten hebben bij hun bijdrage hieraan een hoge mate van flexibiliteit aan de dag gelegd. Dit was met name zichtbaar aan de grenzen tussen Griekenland, Bulgarije en Turkije, waar de situatie ten opzichte van voorgaande jaren sterk veranderd was. Daarnaast was het door de crisis in Syrië moeilijk om informatie te verstrekken over de situatie en over de te verwachten ontwikkelingen op strategisch en operationeel niveau. Er was behoefte aan advies over een adequate operationele reactie en voorbereiding op de mogelijke komst van gemengde migratiestromen met grotere aantallen personen die internationale bescherming nodig hebben. Tegelijkertijd maakte ook de tenuitvoerlegging van de Griekse operaties “Aspida” (Schild) en “Xenios Zeus”, waarmee begin augustus 2012 een start was gemaakt, een flexibele operationele respons bij de naastgelegen grensgedeelten noodzakelijk, bijvoorbeeld aan de grens tussen Bulgarije en Turkije en aan de zeegrens tussen Griekenland en Turkije, waar onmiddellijk verschuivingseffecten werden waargenomen. Zo werden in de tweede helft van 2012 de volgende maatregelen getroffen. De tijdelijke inzet van 1 881 extra Griekse politiefunctionarissen en technische uitrusting in de Evros-regio leidde tot een intensievere grenscontrole in het gebied waar in 2012 de gezamenlijke operatie Poseidon Land was begonnen. Vanaf de eerste week van augustus 2012 werd de Grieks-Turkse landgrens strenger bewaakt en werd er intensiever gepatrouilleerd. Dit resulteerde in een drastische daling van het aantal aangehouden migranten naar een nagenoeg verwaarloosbaar niveau. Het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen aan de Griekse zeegrens met Turkije en aan de landgrens tussen Bulgarije en Turkije liep echter op, hetgeen duidde op een lichte verschuiving vanaf de Grieks-Turkse landgrens. Vanwege deze effecten op de migratiestromen kon de inzet van EU-lidstaten/met Schengen geassocieerde landen aan de Grieks-Turkse landgrens na september 2012 worden teruggebracht en moesten deskundigen en technische uitrusting worden verplaatst naar nabijgelegen grensgebieden, met name de Griekse eilanden en de Bulgaars-Turkse landgrens. Tegelijkertijd nam in de zomer van 2012 het aantal rechtstreekse migratiestromen van Turkije naar het Italiaanse vasteland aanzienlijk toe, ook in de vorm van secundaire verplaatsingen van Griekenland naar die regio. Om kort te gaan: aan deze onverwacht toegenomen behoefte aan operationele maatregelen in diverse gebieden kon niet worden voldaan op basis van de reguliere Frontex-begroting. Het Agentschap verzocht in augustus 2012 dan ook om het vrijmaken van 4,5 miljoen EUR uit de begrotingsreserve, d.w.z. 50% van de reserve die de begrotingsautoriteiten hadden gevormd om te kunnen voldoen aan uitzonderlijke operationele behoeften als deze. De begrotingsautoriteiten van de EU gingen uiteindelijk akkoord met de vrijmaking; het geld werd feitelijk gebruikt voor de dringend noodzakelijke versterking van gezamenlijke operaties aan gedeelten van de zee- en landgrenzen.
Grootschalige sportevenementen – Eurocup 2012 In 2012 kon het Agentschap een nieuw onderdeel toevoegen aan de lijst van gezamenlijke operaties tijdens grootschalige sportevenementen: na de Olympische Winterspelen van 2006 in Italië, het Wereldkampioenschap voetbal van de FIFA van 2006 in Duitsland en het Europees kampioenschap voetbal van de UEFA van 2008 in Oostenrijk en Zwitserland volgde het Europees kampioenschap voetbal van 2012 in Polen en Oekraïne. Frontex was al vanaf begin 2011 betrokken bij de planning van versterkte grenscontrolemaatregelen voor dit grootschalige sportevenement. Onder de paraplu ‘Eurocup 2012’ werden gezamenlijke operaties gepland en uitgevoerd om de gastlidstaat, Polen, aan de landgrens te ondersteunen en om de inzet van Oekraïense waarnemers op diverse Europese luchthavens te coördineren, zodat zij ervaring konden opdoen met grensbeheer overeenkomstig het Schengenacquis. Bovendien werd een flink aantal grenscontrolefunctionarissen, onder wie documentdeskundigen, ingezet op Oekraïense luchthavens om te zorgen voor een soepel verloop van de grenscontroles en om toezicht te houden op de verplaatsingen van inreizende voetbalsupporters uit de EU. De gezamenlijke operatie ‘Eurocup 2012’ had met name tot doel de grensbewakingsmaatregelen in verband met de voetbalwedstrijden te versterken. Om de inzet van personele middelen af te stemmen op de operationele behoeften van de luchthavens, voerde Frontex een bijna volledig flexibel inzetbaarheidsconcept in, het zogeheten ‘Flexi Force-mechanisme’. Praktisch gezien betekende dit dat tijdens deze gezamenlijke operatie de inzet en hernieuwde inzet van functionarissen op luchthavens gebaseerd werd op de dagelijkse wedstrijduitslagen en was afgestemd op de verplaatsingen van voetbalfans. Vanaf begin juni zette Frontex 130 functionarissen uit 23 EU-lidstaten in aan de Pools-Oekraïense grens om ondersteuning te bieden bij de grenscontroles en grensbewaking. In diezelfde periode waren grenswachten uit diverse lidstaten en derde landen werkzaam op belangrijke luchthavens in Polen en Oekraïne en op andere belangrijke luchthavens in de EU. De operationele activiteiten zijn erg effectief geweest, want er hebben zich geen grote migratiegerelateerde incidenten voorgedaan en het beheer van de passagiersstromen in verband met EURO 2012 is soepel verlopen. De uitwisseling van goede praktijken op het gebied van grenscontrole, waaronder specifieke maatregelen tijdens grootschalige sportevenementen, ontwikkeld door Frontex op basis van het Argonauts-handboek, is waardevol geweest voor de samenwerking met de grensautoriteiten van Oekraïne en heeft deze ook versterkt.
2.3.2 Eurosur In februari 2008 heeft de Europese Commissie het Eurosur-initiatief gelanceerd. De politieke prioriteit die Eurosur heeft gekregen, is daarna bij diverse gelegenheden bevestigd, met name in het programma van Stockholm, de mededeling van de Commissie over de interneveiligheidsstrategie en de conclusies van de Europese Raad van 23–24 juni 2011. Eurosur is bedoeld als een mechanisme voor de uitwisseling van informatie en voor samenwerking dat de autoriteiten van de lidstaten in staat stelt grensbewakingsactiviteiten uit te voeren en Frontex in staat stelt om op tactisch, operationeel en strategisch niveau samen te werken. Het doel is om:
de interne veiligheid van de EU te vergroten door grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen;
het aantal illegale migranten dat onopgemerkt het Schengengebied binnenkomt, terug te dringen;
het onaanvaardbaar hoge aantal migranten dat op zee om het leven komt, te verminderen. Eurosur beoogt de lidstaten een operationeel en technisch kader te verschaffen dat hun situationele kennis vergroot en het reactievermogen van nationale autoriteiten die de buitengrenzen van de EU-lidstaten controleren, verbetert. Eurosur dient ook de samenwerking tussen nationale rechtshandhavingsautoriteiten binnen en tussen de lidstaten (bijv. grenswachten, politiefunctionarissen, douanebeambten, de kustwacht) te vergemakkelijken met het oog op de interne veiligheid. Het doel van het Eurosur-programma van Frontex is om Frontex en de lidstaten voor te bereiden op de inwerkingtreding van de Eurosur-verordening en daarmee ook de ontwikkeling van de wetgeving te ondersteunen. Eurosur wordt ontwikkeld in nauwe samenwerking met de Europese Commissie en de lidstaten, met name de nationale coördinatiecentra. Dit zijn de belangrijkste onderdelen van het technische Eurosur-kader:
Er wordt één nationaal coördinatiecentrum per lidstaat ingesteld, dat 7 dagen per week en 24 uur per dag de activiteiten coör dineert van alle nationale autoriteiten die de buitengrenzen bewaken en informatie uitwisselen met andere nationale coördinatiecentra en met Frontex. De nationale coördinatiecentra zijn de ruggengraat van Eurosur.
Frontex verleent de nationale coördinatiecentra diensten, zoals het Europees situatiebeeld en het gemeenschappelijk inlichtingenbeeld van de situatie in het gebied vóór de grens*.
Frontex verleent de nationale coördinatiecentra bewakingsinstrumenten op EU-niveau.
Het Eurosur-netwerk, met knooppunten bij de nationale coördinatiecentra en bij Frontex, voorziet in communicatie -instrumenten en maakt de uitwisseling van informatie tussen de nationale coördinatiecentra en Frontex mogelijk.
Frontex draagt bij aan de capaciteitsopbouw van de lidstaten, opdat deze de juiste operationele respons kunnen geven op basis van de situatiebeelden en hun invloed op de veiligheid aan de grenzen.
diensten
met
het
oog
op
de
gemeenschappelijke
toepassing
van
* In dit stadium van het werk aan de Eurosur-verordening kunnen het Europees situatiebeeld en het gemeenschappelijk inlichtingenbeeld van de situatie in het gebied vóór de grens worden omschreven als informatie en analyse die van belang zijn met het oog op het ontdekken van illegale grensoverschrijders en de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit aan de buitengrenzen van de EU; de informatie kan bestaan uit gegevens die zijn verstrekt door de lidstaten, Frontex, verbindingsofficieren, Europese en internationale organisaties, partners in derde landen, enz.
Eurosur-netwerk Het Eurosur-netwerk is sinds december 2011 operationeel. Sinds maart 2012 wordt het netwerk gebruikt voor de uitwisseling van operationele informatie. In de loop van 2012 is het netwerk uitgebreid van de oorspronkelijke zes landen (Spanje, Frankrijk, Italië, Slowakije, Polen en Finland) naar 18 (Portugal, Spanje, Frankrijk, Italië, Malta, Slovenië, Griekenland, Cyprus, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Slowakije, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Finland en Noorwegen). In al deze landen zijn nationale coördinatiecentra ingesteld op basis van de ontwerpverordening. Het netwerk is naar zijn aard continu operationeel. De knooppunten die zijn ingezet bij de coördinatiecentra en die het netwerk vormen, zijn uitgerust met een reeks instrumenten waarmee de gebruikers de beschikbaar gestelde informatie kunnen benutten. In 2012 zijn er vijf updates geleverd voor de toepassingen die het netwerk ondersteunen. In 2013 zullen de analytische instrumenten verder worden ontwikkeld. De te implementeren technologieën en oplossingen verschaffen de gebruikers de instrumenten om beschikbare informatie doeltreffend te benutten en analytische content te genereren voor strategisch en/of operationeel gebruik. Het aantal knooppunten in het netwerk is verdrievoudigd en het aantal gevallen van illegale migratie, daarmee verband houdende grensoverschrijdende criminaliteit alsook het aantal uitgewisselde documenten is tussen de eerste en de tweede helft van 2012 verdubbeld. Dit zijn twee goede indicatoren voor het succes van het Eurosur-netwerk.
Europees situatiebeeld en gemeenschappelijk inlichtingenbeeld van de situatie in het gebied vóór de grens Terwijl de nationale coördinatiecentra van de lidstaten incidenten invoeren die buiten het kader van gezamenlijke operaties plaatsvinden, heeft de informatie die Frontex invoert, betrekking op incidenten en andere gegevens over illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit in de operationele gebieden van gezamenlijke operaties. Voorheen werd dit regelmatig op handmatige basis gedaan, maar met ingang van februari 2013 zal het via een semi-geautomatiseerde gegevenskoppeling worden gedaan vanuit de rapportagetoepassing voor gezamenlijke operaties (Joint Operation Reporting Application – JORA) die in 2012 door Frontex is ontwikkeld. Frontex vult ook de operationele laag van het Europees situatiebeeld met situatierapporten, operationele gebieden en operationele plannen. Frontex heeft in 2012 ruim 4 500 keer gegevens ingevoerd in het Eurosur-systeem. Tegelijkertijd heeft Frontex gewerkt aan verbreding van het toepassingsgebied van gerichte diensten die – proactief of op verzoek – via Eurosur aan de lidstaten worden verleend. Dit betreft het positioneringssysteem van Frontex (Frontex Positioning System – FPS), dat de positie doorgeeft van bijvoorbeeld luchtvaartuigen en schepen, en het compatibele operationele beeld van Frontex (Frontex Compatible Operational Image – FCOI), waarmee videobeelden kunnen worden doorgegeven vanaf operationele middelen, evenals een verscheidenheid aan andere gegevens zoals satellietbeelden, een in de ruimte gestationeerd automatisch identificatiesysteem, weersvoorspellingen en actuele weersomstandigheden, waarnemingen van onregelmatigheden en milieugegevens. Dit alles gebeurt volgens het beginsel van één centraal in- en uitvoerpunt, waarbij Frontex de vereiste gegevens samenvoegt, zodat lidstaten betrouwbare en actuele informatiediensten kunnen ontvangen die beantwoorden aan hun specifieke behoeften. De analyselaag wordt steeds verder aangevuld. In 2012 heeft Frontex in totaal 270 uiteenlopende producten gegenereerd en beschikbaar gesteld: briefingsdocumenten, regionale monitoringverslagen, routes, routebeschrijvingen, analyses van het optreden van mensensmokkelaars, migrantenprofielen, belangrijke ontwikkelingen en risicowaarderingen.
Gemeenschappelijke bewakingsinstrumenten Het werk aan gemeenschappelijke bewakingsinstrumenten was in 2012 vooral gericht op het sluiten van dienstenniveauovereenkomsten met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en het Satellietcentrum van de Europese Unie (EUSC) met betrekking tot rapportagesystemen voor schepen en satellietbeelden, en ter versterking van het operationele concept dat in 2011 werd ontwikkeld, met name voor het onderscheppen van kleine boten. Bovendien is Frontex begonnen om door de samenvoeging van diensten de technische capaciteit te ontwikkelen waarmee gegevens van instrumenten voor grensbewaking kunnen worden doorgegeven en om in het Eurosur-systeem de gecombineerde, op de behoeften afgestemde diensten duidelijker tot uitdrukking te brengen, evenals procedures waarmee lidstaten optimaal voordeel kunnen halen uit bovengenoemde ontwikkelingen.
Impactniveaus en reactie Volgens de bepalingen van de ontwerpverordening is de koppeling tussen de bewakingsinformatie en de operationele respons een belangrijk onderdeel van Eurosur. Het Agentschap dient, op basis van zijn risicoanalyse en met instemming van de betrokken lidstaat, de impactniveaus voor alle delen van de land- en zeebuitengrenzen toe te wijzen of te wijzigen. Het Agentschap geeft de aan de buitengrenzen toegekende impactniveaus weer in het Europees situatiebeeld. De ontwikkeling van impactniveaus is begonnen in de gebruikersgroep van de analyselaag (Analysis Layer Users Group – ALUG). Een eerste versie van de in 2012 ontwikkelde impactniveaus zal vanaf het tweede kwartaal van 2013 worden getest; de implementatie ervan zal plaatsvinden direct na de inwerkingtreding. De methode voor het toewijzen van impactniveaus – inclusief grensoverschrijdende criminaliteit – zal echter in de komende jaren verder worden ontwikkeld. Ook procedures voor het reageren op verzoeken van lidstaten zullen in 2013 worden ontwikkeld en getest.
2.3.3 Capaciteitsopbouw Frontex treedt op als hoeder van beste praktijken op het gebied van grensbeheer. Een van de hoofddoelstellingen van Frontex is de grensbeheercapaciteit van de lidstaten te vergroten door de inzet van alle beschikbare operationele, opleidings- en onderzoeksinstrumenten. De bijstand die het Agentschap de lidstaten verleent, kan veel verschillende vormen hebben, zoals gemeenschappelijke modellen voor risicoanalyse, curricula, ontwikkeling van kaders voor uitwisseling van informatie en specifieke capaciteitsopbouwprojecten, zoals Attica, gericht op de ontwikkeling van opleidingscapaciteit (zie bijlage D).
Opleiding In 2012 slaagde het Agentschap erin zijn mandaat met betrekking tot opleiding verder ten uitvoer te leggen, ook al was de begroting ongeveer 20% lager dan in 2011. Zoals vermeld in het werkprogramma 2012, is de intensiteit van bepaalde opleidingsactiviteiten in 2012 verminderd om te beantwoorden aan de begrotingsbeperkingen en de uitdagingen die voortvloeien uit de gewijzigde Frontex-verordening (ontwikkeling en aanbod van opleidingen voor Europese grenswachtteams). In de loop van 2012 heeft Frontex in het kader van drie programma's, bestaande uit 19 projecten, 207 opleidingsactiviteiten georganiseerd waaraan 2 980 mensen deelnamen. Er zijn door de belanghebbenden in totaal ongeveer 13 300 mandagen geïnvesteerd in opleidingsactiviteiten, tegen12 900 in 2011. Frontex heeft binnen het loopbaanonderwijs voor grenswachtfunctionarissen de laatste hand gelegd aan de ontwikkeling van het sectoraal kwalificatiekader voor grensbewaking, het eerste in zijn soort in de EU. Dit is een overkoepelend kader met betrekking tot onderwijs en opleidingen voor grenswachten, waarbij de nadruk in het bijzonder ligt op de integratie van de grondrechtenbeginselen. Het sectoraal kwalificatiekader volgt de onderwijsnormen die op EU-niveau zijn vastgesteld in de processen van Kopenhagen en Bologna (zie hoofdstuk 4). Het studieprogramma voor gezamenlijke graden (Joint Degree Study Programme – JDSP) werd op basis van de relevante normen van het sectoraal kwalificatiekader verder ontwikkeld. Samen met acht partners – alle hogeronderwijsinstellingen – zal Frontex een consortium vormen om de Europese gemeenschappelijke mastertitel op het gebied van strategisch grensbeheer aan te bieden. Er zal een Europees gemeenschappelijk validatiepanel worden ingesteld om het JDSP te accrediteren, zodat alle partners gezamenlijk de mastertitel kunnen toekennen. Het curriculum wordt ontwikkeld door een groep deskundigen uit ruim 20 lidstaten en verschillende partnerorganisaties, zoals EASO, OVSE, UNHCR en ODIHR. Het programma van Stockholm geeft Frontex, samen met Cepol, een mandaat om het Europees opleidingsprogramma op te zetten en ten uitvoer te leggen. In 2012 was Frontex actief betrokken bij de ontwikkeling van het Europees opleidingsprogramma en de vier elementen ervan* om een geharmoniseerde aanpak binnnen dit proces te waarborgen. Frontex zal de verdere ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het Europees opleidingsprogramma in de geest van het programma van Stockholm blijven waarborgen. * Het Europees opleidingsprogramma is bedoeld om: (I) duidelijk te omschrijven welke basiscompetenties alle rechtshandhavingsfunctionarissen die zich bezighouden met grensoverschrijdende zaken, moeten hebben en over welke specifieke competenties specifieke, vooraf bepaalde doelgroepen dienen te beschikken; (II) de Europese component te worden van het algemene en specifieke onderwijs dat rechtshandhavingsfunctionarissen moeten doorlopen om te mogen worden ingezet bij grensoverschrijdende kwesties; (III) opleiding te bieden in aanvulling op of als integraal onderdeel van het bestaande rechtshandhavingsonderwijs, op zowel nationaal als EU-niveau; (IV) kennis, vaardigheden en normbesef te verbeteren.
In mei 2012 werd het bijgewerkte gemeenschappelijke kerncurriculum voor de basisopleiding grenswacht ingevoerd voor tenuitvoerlegging op nationaal niveau. In de bijgewerkte versie is rekening gehouden met ontwikkelingen die voortvloeien uit het Verdrag van Lissabon en het programma van Stockholm. Bovendien is veel aandacht geschonken aan de integratie van grondrechtenbeginselen. Het hele bijwerkingsproces werd uitgevoerd en aangestuurd door Frontex, in samenwerking met deskundigen uit de lidstaten en de met Schengen geassocieerde landen en met deskundigen van agentschappen en ngo's met deskundigheid op de desbetreffende gebieden. In 2012 werd ook een carrièrepad voor Europese grensbewakingsteams met honden opgezet en werd het gemeenschappelijk kerncurriculum voor instructeurs van deze teams goedgekeurd en gepubliceerd. Het curriculum beoogt een gemeenschappelijk certificeringssysteem tot stand te brengen op basis van opleidingsnormen die ervoor moeten zorgen dat hooggekwalificeerde hondenteams worden ingezet bij gezamenlijke, door Frontex gecoördineerde operaties. Een nieuw element dat is ingevoerd in de gewijzigde Frontex-verordening, is het mechanisme van Europese grenswachtteams. Met het oog op de nieuwe eisen heeft Frontex de inhoud en methodiek van de RABIT-opleiding beoordeeld en een nieuw concept voor de opleiding van Europese grenswachten ontwikkeld om te zorgen dat gezamenlijke, door Frontex gecoördineerde operaties voorspoedig verlopen. Er is in 2012 gestart met de opleidingsactiviteiten voor Europese grenswachtteams en deze zullen in 2013 verder worden ontwikkeld (zie hoofdstuk 4). De ontwikkeling van een handboek inzake grondrechten voor opleiders van grenswachtfunctionarissen in de eerste en de tweede lijn is bijna voltooid. Het pakket bestaat uit het handboek en een toolkit voor opleiders. De invoering zal beginnen zodra de vertaling is afgerond. Daarbij wordt de filosofie ‘opleiding van opleiders’ gevolgd om alle betrokken grenswachtfunctionarissen dezelfde inhoud aan te bieden in hun moedertaal. Sinds 2012 worden escortefunctionarissen die worden ingezet bij gezamenlijke terugkeervluchten, beter ondersteund dankzij een speciaal curriculum dat is ontwikkeld in samenwerking met ter zake deskundigen uit de lidstaten. Bij het verzamelen van gemeenschappelijke normen ging de aandacht vooral uit naar het waarborgen van de individuele rechten van terugkeerders, ter verbetering van de veiligheid van terugkeervluchten en de harmonisatie van de competenties van terugkeerfunctionarissen tussen de lidstaten. Binnen de vervolgopleiding en specialisatie van grenswachten begon Frontex met de ontwikkeling van een opleidingsinstrument op gevorderdenniveau voor de opsporing van gestolen voertuigen (Adesvet). Adesvet is een modern opleidingsinstrument dat ook in de praktijksituatie kan worden gebruikt. Het biedt alle vereiste theoretische informatie, variërend van het situatiebeeld, werkwijzen en algemene informatie over voertuigregistratie, inclusief documenten, tot gedetailleerde informatie over specifieke voertuigen (zie hoofdstuk 4). Frontex is begonnen met de ontwikkeling van e-learningcomponenten voor de tenuitvoerlegging van opleidingsactiviteiten. Hierdoor kunnen onderdelen van de Frontex-opleidingen op een modernere en kosteneffectievere manier worden aangeboden. Uiteindelijk zullen grenswachten voor, tijdens en in sommige gevallen zelfs in plaats van fysieke aanwezigheid bij een college, via internet colleges kunnen volgen en gebruik kunnen maken van opleidingsinstrumenten. Ook is verder gewerkt aan de ontwikkeling van een e-learninginstrument voor de Schengengrenscode waarmee grenswachten via een virtuele simulatie kunnen oefenen met grenscontroles. Op het gebied van opleiding is er in 2012 ook een Engelstalig opleidingsinstrument op middenkaderniveau ontwikkeld voor grenswachten op luchthavens en is er een handboek voor opleiders gepubliceerd over de bestrijding van mensenhandel (ontwikkeld in 2011). Het handboek voor opleiders is vertaald in 14 talen.
Onderzoek Frontex is in 2012 een belangrijke rol blijven vervullen op het gebied van Europees veiligheidsonderzoek en heeft daarbij nauw samengewerkt met de Europese Commissie en met vertegenwoordigers van de gemeenschap voor onderzoek en technologie. Frontex is het onderzoek dat relevant is voor de controle en bewaking van de buitengrenzen blijven volgen en heeft hieraan opnieuw bijgedragen. Bij zijn onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten richt het Agentschap zich in de eerste plaats op het verkennen van de mogelijkheden van nieuwe technologieën voor grensbeheer om te voldoen aan twee doelstellingen, namelijk de veiligheid vergroten en het reizen vergemakkelijken. Binnen het kader van twee programma's van het Agentschap – Grenscontroles en Grensbewaking – zijn er diverse projecten ten uitvoer gelegd waarover onder meer negen verslagen en studies zijn geschreven. Het programma Grenscontroles is een drijvende kracht geweest achter het proces van de harmonisatie en ontwikkeling van operationele en technische normen voor grenscontroles. In 2012 heeft de werkgroep Geautomatiseerde grenscontrole (ABC-werkgroep) onder leiding van Frontex operationele richtsnoeren voor beste praktijken op het gebied van geautomatiseerde grenscontrolesystemen (‘ABC Best Practice Operational Guidelines’) en technische richtsnoeren voor beste praktijken op het gebied van geautomatiseerde grenscontrolesystemen (‘ABC Best Practice Technical Guidelines’) opgesteld. De twee documenten zijn een compendium van richtsnoeren voor beste praktijken op het gebied van het ontwerpen, inzetten en gebruiken van geautomatiseerde grenscontrolesystemen en zijn bedoeld voor verschillende groepen deskundigen (projectmanagers, technici, operators, enz.). Daarnaast waren Frontex en de Europese Commissie gezamenlijk gastheer van de eerste wereldwijde conferentie over geautomatiseerde grenscontrole – 'Border Crossing as Easy as ABC' – die in oktober 2012 in Warschau werd gehouden. Het doel van de conferentie was een platform te bieden voor een internationale dialoog tussen alle betrokken belanghebbenden over kwesties op het gebied van geautomatiseerde grenscontrole en om een debat op gang te brengen over een totaalaanpak (zie hoofdstuk 4). De werkgroep Informatie vooraf (Advance Information – AI) heeft onder leiding van Frontex gewerkt aan een ‘API (Advanced Passenger Information) Starter’s Kit’, bedoeld om de uitrol van dergelijke systemen te vergemakkelijken. Twee producten zijn al gepubliceerd: de kosten-batenanalyse ter ondersteuning van het besluitvormingsproces (‘Cost Benefit Analysis for Supporting the Decision-Making Process’) en het richtsnoerdocument met betrekking tot het gebruik van het Buitengrenzenfonds ter ondersteuning van het besluitvormingsproces (‘Guidance Document Covering the Use of External Borders Fund for Supporting Decision-Making Process’). In de institutionele dimensie werd gerichte steun verleend aan lidstaten en derde landen die Frontex om technische en operationele steun vroegen inzake AI-kwesties. Evenzo heeft Frontex een bijdrage geleverd aan een studie naar de tenuitvoerlegging van de API-richtlijn waartoe de Europese Commissie opdracht heeft gegeven. Tot slot werd de ontwikkeling van het virtuelegrensconcept voor de toekomst van grenscontroles afgerond. Dit concept is nu klaar voor collegiale toetsing en validering. Het belangrijkste doel van de virtuele grens is reizigers op basis van een risicoanalyse end-to-end te faciliteren door: 1) de identiteit van de reiziger vroegtijdig en op betrouwbare wijze vast te stellen; 2) vooraf controles uit te voeren; en 3) tijdens het reisproces ondersteuning te bieden. De virtuele grens heeft betrekking op een brede beheeraanpak op basis waarvan de verschillende belanghebbenden kunnen profiteren van een aantal ondersteuningsdiensten, veiligheidsvoordelen en kosteneffectiviteit. Frontex heeft binnen het kader van het IDCHECK-project bijgedragen aan de uitwisseling van informatie tussen het Agentschap, de EU-lidstaten en het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten inzake het gebruik van biometrische gegevens aan de grens door gespecialiseerde workshops in Warschau en Washington te organiseren. Bovendien heeft Frontex samen met de Britse nationale eenheid Documentfraude een workshop over documentverificatie (‘Document Challenge’) georganiseerd. Tijdens de workshop werd aan de hand van 10 geautomatiseerde documentcontrolesystemen getoetst of 26 documentdeskundigen snel konden vaststellen of documenten al dan niet vervalst waren. Ook werd een simulatieoefening gehouden om inzicht te krijgen in de manier waarop grenswachten in de eerste lijn van grenscontroles beslissingen nemen en hoe een machine de geloofwaardigheid beoordeelt. Ook werd gekeken of grenswachten betere beslissingen kunnen nemen met behulp van de machine. Tijdens de oefening werden de vaardigheden van grensbewakingsdeskundigen uit 14 Schengenlanden getoetst op basis van het Avatar-systeem ('Automated Virtual Agent for Truth Assessments in Real time'), dat is ontwikkeld door de universiteit van Arizona, bij het uitvoeren van waarnemingen, eerste- en tweedelijnscontroles. Naar aanleiding van de oefening is een verslag opgesteld onder de titel ‘Technical Report on Simulation on Passenger Risk Assessment, Joint Operation Champions League 2012’ (Technisch verslag over simulatie met passagierrisicobeoordeling, gemeenschappelijke operatie Champions League 2012). Binnen het kader van het project O&O-forum is Frontex de werkgroep van deskundigen uit lidstaten met landbuitengrenzen blijven ondersteunen om een dubbele doelstelling te verwezenlijken: 1) een overzicht opstellen van grenscontrolepraktijken bij grensovergangen; en 2) indien mogelijk een aantal ‘goede praktijken’ identificeren die in de lidstaten worden toegepast bij bepaalde facetten van het controleproces. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het verslag ‘Good Practices in border checks at EU land BCPs’ (verwacht in het eerste kwartaal van 2013). Het project Visuminformatiesysteem (VIS) heeft via de werkgroep van de lidstaten een document getiteld ‘Good Practices in practical implementation of the Visa Information System at borders’ opgesteld. Bij het tweede programma, Grensbewaking, lag het accent op de voortgaande ontwikkeling van lucht- en grondsysteemoplossingen voor grensbewaking. De doelstellingen van het project ALL EYES 2012, namelijk om lidstaten op de hoogte te houden van nieuwe technologische ontwikkelingen op het gebied van technologieën voor het waarnemen en opsporen op afstand en om de inzet van nieuwe technologieën voor grensbewaking in de vorm van proefprojecten in de lidstaten en in het kader van door Frontex georganiseerde gezamenlijke operaties, zijn verwezenlijkt. De doelstelling om eindgebruikers en het bedrijfsleven in staat te stellen gedachten, ervaringen en behoeften uit te wisselen, werd verwezenlijkt door conferenties en workshops te organiseren, zoals de workshop ‘Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS) Border Surveillance’, die in samenwerking met het directoraat-generaal Grenspolitie van Bulgarije werd gehouden. In 2012 presenteerde het bedrijfsleven in het kader van een workshop en demonstratie over groenegrensbewaking in Alexandroupolis (Griekenland) voor het eerst technologieën voor landgrensbewaking in de operationele omgeving van een gezamenlijke Frontex-operatie. De technologieën omvatten luchtsystemen met live videostreaming, onbemande grondsensoren (OGS) (seismisch, magnetisch, passief infrarood, druk, enz.), sensoren voor bewegingsdetectie, bewakingsoplossingen (bestaande uit OGS en bewakingscamera's of radars in combinatie met bewakingscamera's), een transporteerbare bewakingstoren en verscheidene nieuwe technologieën voor de energievoorziening voor sensoren die zich op afgelegen locaties bevinden. De systemen werden zowel overdag als 's nachts gedemonstreerd. Naar aanleiding van hetzelfde project werd een ‘Study on Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS) deployment for European border surveillance’ voorbereid. De studie verstrekt technische, operationele en marktinformatie over verschillende categorieën op afstand bestuurde vliegtuigen en bevat een analyse van de prestaties en kostenefficiëntie bij inzet van dit type vliegtuigen. Een ander project uit het programma Grensbewaking – ‘Intelligence and Communication’ (Inlichtingen en Communicatie) – onderzoekt op welke manieren de lidstaten informatie met betrekking tot de veiligheid aan de grenzen efficiënter kunnen verzamelen, verspreiden en uitwisselen. Frontex ontwikkelde In 2012 het Frontex Real-time News Event Extraction Framework, waarmee gestructureerde informatie over een groot aantal gebeurtenissen in verband met de veiligheid aan de grenzen in acht hoofdtalen uit onlinemedia kan worden geëxtraheerd. De geëxtraheerde informatie wordt dan ter verkenning aangesloten op het Eurosur-proefnetwerk voor informatie-uitwisseling om het systeem te vullen met openbaar beschikbare informatie over grensgerelateerde incidenten.
Frontex heeft ook de eerste versie van BorderTechNet ontwikkeld, een internetplatform voor het uitwisselen en verspreiden van informatie over onderzoek en ontwikkeling op het gebied van grensbeveiliging. Bij de ontwikkeling van het platform is alleen opensourcesoftware gebruikt om de hoge kostenefficiëntie te waarborgen.
2.3.4 Administratie De administratieve diensten van het Agentschap hebben net als in het verleden de kernactiviteiten van Frontex flexibel en alert ondersteund. Personeelszaken heeft ervoor gezorgd dat in 2012 binnen de randvoorwaarden van een nulgroeibeleid aan de behoeften op personeelsgebied kon worden voldaan. Financiën zorgde ervoor dat er voldoende financiële middelen aan programma's, projecten en diensten werden toegewezen. De afdeling Administratie van Frontex heeft het dagelijkse werk van het Agentschap ondersteund, zowel op het hoofdkantoor in Warschau en het verbindingskantoor in Brussel als op het operationele kantoor in het Griekse Piraeus. Verder is het aanbestedingsproces voor nieuwe gebouwen voor het hoofdkantoor van Frontex, dat in 2011 is gestart, in 2012 afgerond. De uitvoerend directeur van Frontex heeft medio december 2012 zijn handtekening gezet onder een huurovereenkomst met de winnende inschrijver voor de levering van kantoorruimte voor het nieuwe hoofdkantoor. De nieuwe gebouwen zullen naar verwachting eind 2014 worden opgeleverd. Het Agentschap zal de nieuwe locatie in januari 2015 in gebruik nemen.
2.3.5 Transparantie en toegang tot informatie Visuele huisstijl van Frontex In maart 2012 heeft Frontex een nieuw logo goedgekeurd. Dit logo is beter leesbaar en goedkoper te reproduceren. Het combineert een afbeelding van onderling verbonden bruggen in verschillende kleuren. Deze staan, in lijn met de gedachte achter het oude logo, symbool voor de drie soorten grenzen (lucht, land, zee). De naam Frontex wordt weergegeven in een nieuw lettertype. Het logo wordt geflankeerd door de vlag van de Europese Unie om te benadrukken dat Frontex een EU-agentschap is. De wens van een nieuw logo werd geuit bij het begin van het wijzigingsproces van de Frontex-verordening in 2010. De verwachting was dat Frontex een andere richting zou inslaan na de inwerkingtreding van de nieuwe verordening. Het werd duidelijk dat Frontex een nieuwe visuele huisstijl nodig had, niet alleen om beter weer te geven waar het Agentschap voor staat en hoe het werkt, maar ook om de communicatie van Frontex te standaardiseren, door een afbeelding weer te geven die direct herkenning oproept.
Informatieverstrekking aan het publiek Frontex werd in 2012 regelmatig door journalisten, burgers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld benaderd met het verzoek om informatie over Frontex-activiteiten, specifieke operaties en migratietrends. Het Agentschap verstrekte informatie, organiseerde interviews en faciliteerde mediabezoeken aan operationele gebieden voor ruim 100 mediakanalen in Europa en daarbuiten. Net als in voorgaande jaren trokken de ontwikkelingen aan de Grieks-Turkse grens de meeste belangstelling. Derhalve werd in een groot aantal Europese media aandacht besteed aan Frontex-activiteiten en aan informatie over migratie die door Frontex was gepubliceerd. Er was in 2012 veel vraag naar informatie over Frontex-activiteiten, niet alleen bij media en burgers, maar ook bij een groeiend aantal onderzoekers en studenten. Het Agentschap beantwoordde ruim 200 verzoeken om informatie en hield ongeveer 30 bijeenkomsten met individuele onderzoekers en groepen studenten. Veel opleidingsinstellingen, zoals grenswacht- en politieacademies, namen studiebezoeken aan Frontex op in hun curriculum. Het aantal lezers van The Border Post, een maandelijkse publicatie voor grenswachten over grenscontrole en actuele migratiekwesties, is in de Europese en wereldwijde grenswachtgemeenschap verder toegenomen. Frontex heeft in 2012 zijn website opnieuw ingericht en deze gebruiksvriendelijker en begrijpelijker gemaakt. Op de nieuwe website staat nu audiovisuele content. Er worden regelmatig korte video's en allerlei foto's met betrekking tot de Frontex-activiteiten geüpload. Een nieuwe video, “Fair play at the borders”, laat zien hoe Europese grenswachten tijdens het Europees kampioenschap voetbal van 2012 hebben samengewerkt. De jaarlijkse European Day for Border Guards (ED4BG, Europese Dag voor grenswachten), die in mei werd gehouden, werd bezocht door meer dan 600 grenswachten uit de EU en de met Schengen geassocieerde landen.
Toegang tot documenten van Frontex in 2012 In 2012 ontving Frontex zestien verzoeken om toegang tot documenten op basis van Verordening (EG) nr. 1049/2001. Elf verzoeken hadden betrekking op werkafspraken van Frontex met derde landen en internationale organisaties, twee gingen over opleidingsmaterialen van Frontex, één ging over operationele plannen van Frontex, één had betrekking op de betrekkingen tussen Frontex en het bedrijfsleven en het laatste verzoek ging over toegang tot het risicoanalysehandboek van Frontex. De profielen van de verzoekers varieerden van studenten tot onderzoekers en niet-gouvernementele organisaties. Bij elf verzoeken werd volledige toegang tot de gevraagde documenten verleend, vier verzoekers kregen gedeeltelijke toegang en één verzoek werd afgewezen. De reden voor de weigering van het verzoek was de bescherming van het openbaar belang wat betreft de openbare veiligheid, als bedoeld in art. 4, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1049/2001. Er werd geen confirmatief verzoek ingediend en er is geen klacht ingediend bij de Europese Ombudsman. De uitwisseling van informatie is heel belangrijk voor Frontex; een van de doelstellingen van het Agentschap is het verstrekken van deugdelijke informatie over zijn activiteiten op het gebied van grensbeheer aan alle belanghebbenden, inclusief het algemene publiek (zie bijlage G).
2.3.6 Gegevensbescherming Frontex hecht veel belang aan gegevensbeschermingskwesties. De Frontex-functionaris voor gegevensbescherming waarborgt dat er voortdurend toezicht wordt gehouden op de gegevensbeschermingsprocedures en dat deze voldoen aan het EU-kader voor gegevensbescherming. Het toenemend gegevensbeschermingsbewustzijn binnen Frontex heeft ertoe geleid dat de functionaris voor gegevensbescherming versterking heeft gekregen van een plaatsvervangend functionaris voor gegevensbescherming, die in september 2012 is aangesteld door de uitvoerend directeur. De functionaris voor gegevensbescherming bleef actief betrokken bij de coördinatie van de dagelijkse gegevensverwerking binnen Frontex en hechtte in het bijzonder belang aan kwesties in verband met personeelsgegevens en de verwerking in verband met de kernactiviteiten van het Agentschap. De functionaris voor gegevensbescherming ondersteunde de interne voor verwerking verantwoordelijken bij het opstellen van kennisgevingen op het gebied van gegevensbescherming, zowel door individuele adviezen als door het samenstellen van een handboek voor de voor verwerking verantwoordelijken, waarin richtsnoeren en praktische procedures zijn opgenomen die zijn ontwikkeld om hoogwaardige gegevensbeschermingsnormen te waarborgen. De functionaris voor gegevensbescherming was betrokken bij de organisatie van de conferentie van gegevensbeschermingsdeskundigen bij de JBZ-agentschappen, die in september 2012 bij Frontex werd gehouden. Frontex heeft de samenwerking met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) bestendigd door diens suggesties en adviezen over te nemen, met name met betrekking tot eerder gedane kennisgevingen van voorafgaande controles. De functionaris voor gegevensbescherming heeft, met inachtneming van de aanbevelingen van de EDPS, gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de interne voorschriften, beleidsregels en
procedures met betrekking tot gegevensverwerking, teneinde beter te voldoen aan het EU-kader voor gegevensbescherming, met name Verordening (EU) nr. 45/2001.
2.3.7 Grondrechten Eerbiediging en bevordering van de grondrechten bij alle Frontex-activiteiten blijft een hoge prioriteit voor het Agentschap. Frontex heeft zich derhalve actief opgesteld bij de tenuitvoerlegging van de grondrechtenstrategie en de bepalingen van de gewijzigde Frontex-verordening. Deze verordening voorzag in de oprichting van een raadgevend forum dat de uitvoerend directeur en de raad van bestuur ondersteuning biedt bij grondrechtenkwesties. In september 2012 kwam, na een openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, een raadgevend forum tot stand dat bestond uit zes gespecialiseerde organisaties (internationale organisaties en EU-agentschappen) en negen organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Ingevolge de verordening werd door de raad van bestuur een onafhankelijke grondrechtenfunctionaris (die rechtstreeks rapporteert aan de raad van bestuur en het raadgevend forum) aangesteld die bijdraagt aan het mechanisme voor toezicht op de grondrechten. Ook bij operationele activiteiten was sprake van een ontwikkeling door de versterking van het grondrechtenaspect in het sjabloon voor operationele plannen en door de vaststelling van een standaard operationele procedure, om te waarborgen dat de grondrechten bij Frontex-activiteiten (gezamenlijke operaties en proefprojecten) worden geëerbiedigd. Naast de Gedragscode voor alle deelnemers aan activiteiten van Frontex (‘Frontex Code of Conduct for all Persons Participating in Frontex Activities’) is er een nieuwe gedragscode voor gezamenlijke terugkeeroperaties opgesteld en voor raadpleging voorgelegd aan het raadgevend forum. Op het gebied van opleiding is in 2012 een keur aan nieuwe instrumenten en opleidingshandboeken ontwikkeld. Dit begon met het bijwerken van het gemeenschappelijk kerncurriculum, gevolgd door de ontwikkeling van het handboek voor opleiders op het gebied van de grondrechten (Fundamental Rights Training Manual), bestrijding van mensenhandel voor grenswachten (Trafficking in Human Beings for Border Guards) en trainingen op het gebied van de grondrechten voor grenswachtteams en Frontex-personeel. Het jaar 2012 stond vooral in het teken van het begin van officiële structurele samenwerking met organisaties uit het maatschappelijk middenveld die actief zijn op het gebied van migratie en grondrechten. Het Agentschap beschikt nu over alle benodigde instrumenten om te zorgen dat de grondrechten worden geëerbiedigd. Dit instrumentarium zal in 2013 en de jaren daarna verder worden ontwikkeld, verfijnd en herzien (zie bijlage F).
2.3.8 Ethiek & integriteit In 2012 heeft het Agentschap de Gedragscode voor personeelsleden van Frontex ('Frontex Staff Code of Conduct’) vastgesteld. Daarin zijn verschillende bestaande codes samengevoegd tot één omvattend pakket van beginselen en regels die als leidraad dienen voor het gedrag van Frontex-medewerkers. De code bevat alle bepalingen van de Europese Code van goed administratief gedrag die is ontwikkeld door de Europese Ombudsman. De Gedragscode voor personeelsleden helpt de medewerkers van het Agentschap de beginselen van de openbare dienst te begrijpen en toe te passen en geeft uitleg over hoe zij moeten omgaan met vragen en hoe zij onafhankelijk en onpartijdig invulling kunnen geven aan hun taken. De code behandelt ook de kwestie van belangenconflicten en dient daarbij als aanvulling op interne regels en richtsnoeren met betrekking tot dit onderwerp. Verder geeft de code aan hoe aan wettelijke verplichtingen met betrekking tot giften en relatiegeschenken kan worden voldaan. De code wordt aangevuld door de Gedragscode voor deelnemers aan activiteiten van Frontex. Als aanvullende actie heeft het Agentschap verplichte opleidingen over ethiek en integriteit voor zijn medewerkers georganiseerd om de kennis hierover te vergroten en bij te dragen aan de knowhow met betrekking tot ethiek en belangenconflicten.
3. Samenvatting van begrotingszaken en personeelszaken in 2012 3.1. Begrotingsontwikkelingen In 2012 is de hoeveelheid financiële en personele middelen (oorspronkelijk begroot op 85 miljoen EUR) voor activiteiten uit het Werkprogramma van Frontex voor 2012, niet gegroeid. Daardoor was het heel lastig om lopende activiteiten voort te zetten, met name tegen de achtergrond van de gewijzigde Frontex-verordening. De raad van bestuur van Frontex heeft op 19 maart 2012 een eerste gewijzigde begroting voor 2012 vastgesteld met het oog op extra medewerkers (acht posten voor tijdelijke functionarissen) voor een begrotingsneutrale tenuitvoerlegging van de extra taken van het Agentschap die voortvloeien uit de gewijzigde Frontex-verordening. Deze eerste gewijzigde begroting voor 2012 is niet uitgevoerd; daarom heeft de Europese Commissie een aantal van de gevraagde posten opgenomen in de Frontex-begroting voor 2013. De raad van bestuur heeft op 31 oktober 2012 een tweede gewijzigde begroting vastgesteld met het oog op de aanvraag van een extra bedrag van 4,6 miljoen EUR. In november 2012 keurde de begrotingsautoriteit deze wijziging goed. De definitieve begroting voor 2012 kwam daarmee uit op 89,6 miljoen EUR. Deze begrotingswijziging was gebaseerd op een gedeeltelijke vrijgave van een reserve van 9 miljoen EUR, die de begrotingsautoriteit had gevormd bij de vaststelling van de Frontex-begroting voor 2012; de vrijgave vond plaats op voorwaarde dat de kredieten die in de reserve waren opgenomen, geheel of gedeeltelijk dienden te worden vrijgegeven indien dit voor het Agentschap noodzakelijk was om de voortzetting van operaties in het Middellandse Zeegebied en aan de grens tussen Turkije en Griekenland te kunnen waarborgen. Bij een vergelijking van de definitieve begrotingen van de afgelopen jaren kan worden geconstateerd dat de Frontex-begroting tot 2011 gestaag is gegroeid. In 2011 werden extra middelen ten bedrage van 31,8 miljoen EUR toegewezen voor de bestrijding van de crisis in Noord-Afrika. In 2012 werden er méér begrotingsmiddelen toegewezen dan in de oorspronkelijke begroting van 2011 vóór de wijziging. Door een gecoördineerde aanpak en inspanning van het Agentschap was er op 31 december 2012 een situatie ontstaan waarin 99% van de kredieten waren vastgelegd en 75% van de kredieten waren gebruikt voor betalingen. De besteding van betalingskredieten als percentage van de reguliere begroting steeg met 9 procentpunten ten opzichte van 2011. Dit betekent dat het Agentschap de begroting vergeleken met voorgaande jaren beter heeft uitgevoerd. De definitieve feitelijke besteding van kredieten zal veel hoger uitkomen, omdat Frontex tot dinsdag 31 december 2013 de mogelijkheid heeft om betalingen te doen middels overgedragen kredieten. Figuur 1: Begrotingsontwikkeling
3.1.1. Algemene begroting Figuur 2: Definitieve verdeling van de begroting De bovenstaande grafiek van de verdeling van de begroting voor 2012 laat zien hoeveel gewicht de operationele activiteiten krijgen: de verhouding tussen operationele en administratieve uitgaven is 67:33.
3.1.2. Operationele begroting Figuur 3: Verdeling van de operationele begroting Van de totale operationele begroting van 59,8 miljoen EUR voor 2012 werd 80% van de beschikbare middelen vastgelegd voor gezamenlijke operaties (land-, zee- en luchtgrenzen en samenwerking bij terugkeeroperaties), zoals blijkt uit bovenstaande grafiek. Deze toewijzing van middelen is gebaseerd op de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's van Frontex die door de raad van bestuur van Frontex zijn vastgesteld.
3.2. Besteding van kredieten van 2011 die naar 2012 zijn overgedragen Bij de afsluiting van het boekjaar 2012 stelde Frontex de totale besteding vast van betalingskredieten van 2011. Van het totale bedrag dat werd overgedragen van 2011 naar 2012, werd 31,7 miljoen EUR betaald in 2012 en moest 7,1 miljoen EUR worden geannuleerd; de voornaamste redenen voor de annuleringen houden verband met het feit dat de begunstigden van subsidies minder geld vroegen dan bij het begin van een operationele activiteit was begroot. Niettemin bedroeg de totale begrotingsbesteding van de kredieten die in 2011 aan Frontex ter beschikking waren gesteld, 93%.
3.3. Personeelszaken De problemen waarmee Frontex in 2012 op het gebied van personeelszaken te maken kreeg, werden alle doeltreffend opgelost. De afdeling Personeelszaken leverde op drie belangrijke gebieden een bijdrage aan het personeelsbeheer: Werving en selectie, personeelsontwikkeling en opleiding, en personeelsadministratie. Bovendien werd de laatste hand gelegd aan een standaardisatie van functiebeschrijvingen binnen het Agentschap en werd de tweede jaarlijkse personeelsenquête afgerond met een veel betere respons.
Totaal aantal medewerkers op 31 december 2011
Personeelsformatie 2011
TF
141
143
0
13
AC
85
88
0
GND
78
83
0
Totaal
304
314
0
Nieuwe posten 2012, geworven in 2012
Vacatures in 2012
Totaal aantal (Vervangingen) medewerkers op geworven 31 december in 2012 2012
Personeelsformatie 2012
9
137
143
10
9
84
87
14
19
82
83
37
37
303
313
Figuur 4: Wervingscijfers 2012
3.3.1 Werving In totaal zijn er 1 812 sollicitaties ontvangen op vacatures voor tijdelijke functionarissen (TF), arbeidscontractanten (AC) en gedetacheerde nationale deskundigen (GND). Er zijn 32 wervingsprocedures (37 kandidaten geworven) gestart; in 2013 zullen er nog eens 16 procedures worden gestart en afgerond. Er zijn 114 sollicitatiegesprekken gevoerd. Eind 2012 telde Frontex 303 medewerkers, op een totale goedgekeurde personeelsformatie van 313. De specificaties van het personeelsbestand per Frontex-eenheid en het aantal Tijdelijke functionarissen zijn bijgevoegd als bijlagen I en J.
3.3.2 Personeelsontwikkeling en opleiding In de rapportageperiode hebben 290 medewerkers 76 cursussen gevolgd (21 algemene en 55 specifieke). Verder werden er 20 taalcursussen en 8 opleidingssessies ethiek verzorgd. Een memorandum van overeenstemming tussen Frontex en DG Informatica (Europese Commissie), waarmee de medewerkers van Frontex uitgebreidere opleidingsmogelijkheden krijgen, is in voorbereiding voor ondertekening begin 2013. De online personeelsbeoordeling die in 2010 is ingevoerd, is verbeterd op basis van feedback van medewerkers en er heeft een herziening van de functieclassificaties plaatsgevonden, waardoor 5 medewerkers zijn bevorderd. In 2012 zijn 26 mensen, geselecteerd uit een pool van 300 sollicitanten, begonnen als stagiair bij het Agentschap. Zij hebben een belangrijke bijdrage geleverd op de gebieden waarop zij zijn ingezet. Het beleid inzake contractverlenging is aangepast en gestandaardiseerd, waarbij de in 2011 opgedane ervaring met het proces in aanmerking is genomen.
3.3.3 Personeelsadministratie De begroting voor titel 1 (personeel) werd voor 99% uitgevoerd, waarbij alle betalingen tijdig en correct werden verricht. De database en verlofbeheertoepassingen van personeelszaken werden verder ontwikkeld. Dit heeft de efficiency van de afdeling verbeterd. Vanwege toegenomen vraag vanuit de werkgebieden van Frontex is een overeenkomst gesloten met een extern bedrijf voor het leveren van interimHR-diensten voor korte duur. Tot op heden heeft dit geresulteerd in de werving van acht externe ‘interim’ personeelsleden.
4. Resultaten Netwerk voor EU-documentfraude (EDF) opgericht Documentfraude wordt door leden van de EU-grensbewakingsgemeenschap om diverse redenen algemeen als belangrijk erkend. In de eerste plaats maakt documentfraude het migranten mogelijk in onwettige of onrechtmatige situaties het grondgebied van een lidstaat binnen te gaan en zich mogelijk ook vrij te bewegen binnen het Schengengebied. In de tweede plaats wordt de interne veiligheid zwaar aangetast en worden internationale strafrechtelijke onderzoeken, nationale sociale stelsels en het vermogen van iedere staat om zijn legale gemeenschappen effectief te beheren en te beschermen zwaar ondermijnd doordat mensen een valse identiteit aannemen en op zwarte markten opereren. Tot slot is documentfraude tot voordeel van georganiseerde misdaad en zijn voor documentfraude in toenemende mate nauwere en sterkere banden met georganiseerde misdaad vereist, omdat voor kwalitatief goede vervalsingen van moderne documenten geavanceerdere en duurdere technieken nodig zijn. Tot voor kort vond echter geen regelmatige of geconsolideerde informatie-uitwisseling tussen de lidstaten plaats en was er dus geen algemene analyse van de ontwikkelingen op het gebied van de documentfraude op Europees niveau. Om iets aan dit informatietekort te doen, en na het succes van de specifieke risicoanalyse van documentfraude in 2010, werd begin 2012 het risicoanalysenetwerk voor Europese documentfraude (EDF-RAN) opgericht om als platform voor informatie-uitwisseling tussen de lidstaten te dienen. Onder toezicht van Frontex kwamen in 2012 ongeveer 28 lidstaten en met Schengen geassocieerde landen bijeen en wisselden zij bij drie aparte gelegenheden informatie uit, waaronder tijdens een door de Cypriotische autoriteiten georganiseerd evenement van het voorzitterschap. Dit netwerk instigeerde en onderhoudt ook een gedetailleerd en complex programma van maandelijkse gegevensuitwisseling dat alle ontdekkingen van documentfraude aan de buitengrenzen en op internationale vluchten bestrijkt. Deze gegevensuitwisseling is gebaseerd op strikte definities en richtsnoeren die alle lidstaten en met Schengen geassocieerde landen hebben onderschreven. In mei 2012 werden deze gegevens door de eenheid Risicoanalyse gebruikt om de eerste jaarlijkse risicoanalyse voor Europese documentfraude (EDF-ARA) uit te voeren. Deze analyse heeft de
situationele kennis van de omvang en de aard van de documentfraude die wordt gepleegd om illegaal de EU/met Schengen geassocieerde landen binnen te komen, aanzienlijk vergroot.
Pulsar-gegevensverzameling heeft toegevoegde waarde voor de situationele kennis Gezien het beperkte aantal operationele activiteiten aan de luchtbuitengrenzen in 2012, is de gegevensuitwisseling onafhankelijk van operationele activiteiten belangrijker geworden. Pulsar is een mechanisme voor wekelijkse gegevensverzameling dat gegevens over illegale migratie van meer dan 110 luchthavens in de EU, en enkele derde landen, verzamelt voor een reeks van parameters. De gegevens worden verzameld en geanalyseerd in een wekelijks rapport dat naar alle deelnemende landen wordt verzonden. Deze rapporten verschaffen momenteel het meest actuele situatiebeeld van de activiteiten aan de luchtbuitengrenzen van de Europese Unie dat beschikbaar is. De verzamelde gegevens brengen verbanden tussen illegale migratieverschijnselen en bepaalde routes en luchtvaartmaatschappijen aan het licht, zodat zowel de lidstaten als Frontex hun operationele activiteiten kunnen concentreren op specifieke vluchten die als risicovol worden aangemerkt. In 2012 werd beter gebruik gemaakt van software-instrumenten voor analyse, zodat een duidelijker en nauwkeuriger beeld werd verkregen. Wat belangrijker is, is dat dit een waarschuwingssysteem voor ontwikkelingen heeft opgeleverd waarmee de lidstaten vlot op de hoogte kunnen worden gebracht van informatie over verschijnselen die op luchthavens in de EU worden waargenomen.
Plaatsbepalingssysteem van Frontex Het plaatsbepalingssysteem van Frontex (Frontex Positioning System - FPS) is één enkel, geïntegreerd, realtime, geautomatiseerd systeem voor het volgen van bedrijfsmiddelen die in door Frontex gecoördineerde gezamenlijke operaties (GO's) worden ingezet, en voor het realtime weergeven van de plaats van bedrijfsmiddelen. Het systeem berekent ook de exploitatiekosten van deze bedrijfsmiddelen en verschaft zo geautomatiseerde procedures voor het verwerken en rapporteren van financiële gegevens binnen GO's. Het zal ook een hulpmiddel worden dat bijdraagt tot de operationele laag van Eurosur door informatie te verstrekken over de bedrijfsmiddelen die in GO's worden ingezet. Hiertoe moeten alle bedrijfsmiddelen die in GO's worden ingezet, worden uitgerust met een draagbare GPS-/satellietzendontvanger, die op het middel moet worden geïnstalleerd. Informatie over de bedrijfsmiddelen (tijd, plaats, snelheid, koers, hoogte, type) die via draagbare apparatuur wordt verzonden, wordt in het ICC / NCC of op een andere in het operationele plan vastgestelde plaats ontvangen en wordt op het scherm van de draagbare operationele module realtime of bijna realtime weergegeven. Zo kan het systeem de kennis van hulpmiddelen vergroten en kan het de verantwoordelijke personen actuele, nauwkeurige en volledige informatie verstrekken waarop zij hun dagelijkse besluiten kunnen baseren; dit vergemakkelijkt de operationele cyclus van GO's. Het zal ook bijdragen tot een effectievere inzet van deze bedrijfsmiddelen in zoek- en reddingsoperaties, voor zover van toepassing. De software van het systeem maakt het mogelijk om automatisch de kosten in verband met de bedrijfsmiddelen te berekenen, wat het financieel beheer van GO's vereenvoudigt. Het doel van de eerste fase van het proefproject was een prototype van het volgsysteem te ontwikkelen met een financiële module om het operationele en financiële beheer van door Frontex gecoördineerde GO's te vergemakkelijken, en dit doel werd bereikt. Het doel van de tweede fase van het proefproject is het werk aan het reeds bestaande prototype van het FPS voort te zetten om te verifiëren dat het over de volledige operationele capaciteit beschikt en dat het adequaat en geschikt is voor de GO's en overige activiteiten van Frontex.
Frontex compatibel operationeel beeld Het kernidee van het Frontex compatibel operationeel beeld (Frontex compatible operational image - FCOI) is een veilige realtime transmissie van het operationeel beeld vanaf het technische hulpmiddel dat in het kader van gezamenlijke operaties van Frontex wordt ingezet, naar coördinatiecentra ten uitvoer te leggen. Het zal volledigere situationele kennis verschaffen voor de gebieden van de besluitvorming, de personele planning en de reactiecapaciteit. Daardoor zullen het aantal slachtoffers op zee en het aantal illegale migranten dat onopgemerkt de EU binnenkomt afnemen. Het hoofddoel van het proefproject is een platform te overwegen en later te ontwikkelen dat alle gegevens die door de ingezette bedrijfsmiddelen worden verzameld, bijeen kan brengen en deze realtime naar een of meer coördinatiecentra op regionaal of nationaal niveau kan zenden. In de proeffase in 2012 werd het FCOI ingevoerd om te verifiëren dat het beschikte over zijn volledige operationele capaciteit en geschikt is voor de GO's van Frontex. Daarnaast worden de mogelijkheden om de uitwisseling van operationele informatie en inlichtingen over incidenten met de realtime operationele beeldverstrekking aan Eurosur, het Europees situationeel beeld en/of het nationaal situationeel beeld te vergemakkelijken nog onderzocht en zullen daartoe grote inspanningen worden geleverd. De geselecteerde lidstaten die deelnemen aan door Frontex gecoördineerde gezamenlijke operaties hebben hun eigen technische uitrusting ingebracht, waarmee het operationeel beeld veilig van de ingezette eenheid naar een grondontvanger en vervolgens, met behulp van door Frontex verstrekte gegevensbeveiligingsapparatuur, naar het coördinatiecentrum kan worden overgebracht.
Opleiding voor leden van EBGT's: EBGT-introductietraining en profielopleidingen Het concept van de Europese grenswachtteams (EBGT's) werd ingevoerd in de gewijzigde Frontex-verordening. De EBGT's zullen de kwaliteit van de gezamenlijke operaties verbeteren, en alle uitgezonden functionarissen die in gezamenlijke operaties worden ingezet, zullen deel uitmaken van de EBGT-pool. Om te waarborgen dat de functionarissen een passende opleiding kan worden aangeboden, heeft Frontex een introductietraining ontwikkeld voor alle functionarissen, alsmede gespecialiseerde opleidingen voor enkele van de 13 profielen van de EBGT-pool (zie figuur 5: EBGTprofielen – blz. 41).
EBGT-introductietraining De EBGT-introductietraining heeft ten doel te waarborgen dat de Europese grenswachten beschikken over het consequent hoge niveau van kennis en vaardigheden dat nodig is om hun werk als lid van een Europees grenswachtteam effectief te kunnen verrichten. De training biedt de functionarissen opleiding op het gebied van het relevante EU- en internationaal recht, met inbegrip van de grondrechten en de toegang tot internationale bescherming, alsmede richtsnoeren voor het identificeren van personen die bescherming zoeken en voor het verwijzen van deze personen naar de juiste faciliteiten. Volgens de verordening moeten zij over deze kennis beschikken voordat zij deelnemen aan operationele activiteiten. De introductietraining bereidt de functionarissen bovendien voor op het praktische werk dat bij de gezamenlijke operaties komt kijken. De training is divers en veeleisend en bestrijkt een breed scala aan onderwerpen – van grondrechten en mensenhandel (THB) tot het operationeel plan, de inzetgereedheid, de gedragscode van Frontex en risicobewustzijn. Deze EBGT-introductietraining staat open voor alle leden van EBGT's, ongeacht hun specialistisch profiel. Met de ontwikkeling van de training werd begonnen in november 2011. Eind mei 2012 werd de eerste proeftraining gegeven. In de daaropvolgende zes maanden werden 259 leden van de EBGT-pool opgeleid en uitgerust met kennis om hun taken in gezamenlijke operaties aan de grenzen van Europa uit te voeren.
Profielopleiding voor leden van EBGT's Behalve de EBGT-introductietraining, verschaft Frontex leden van EBGT's ook profielopleidingen voor geselecteerde profielen. Dit type opleiding heeft ten doel om te voorzien in specifieke operationele behoeften en brengt de beschikbare vaardigheden in overeenstemming met de competentieeisen. De profielopleidingen bestrijken het gehele scala aan gespecialiseerde deskundigheid, zij bevorderen de toepassing van beste praktijken voor
de vastgestelde functiecompetentie en zij zouden ook als inspiratie kunnen dienen voor de tenuitvoerlegging van bepaalde profielen op nationaal niveau. Sinds 2011 heeft Frontex de volgende gespecialiseerde cursussen georganiseerd: debriefingdeskundigen (55 deskundigen uit 19 landen opgeleid), screeningdeskundigen (78 deskundigen uit 24 landen opgeleid), tweedelijnsverhoordeskundigen (47 deskundigen uit 19 landen opgeleid). Sinds 2012 worden alle drie opleidingsgebieden als gespecialiseerde profielopleidingen voor leden van de EBGT's beschouwd. Om de snelle, volledige en kosteneffectieve voorbereiding van deskundigen te bevorderen, wordt elk van de genoemde profielopleidingen gevolgd door een EBGTupdatesessie.
Sectoraal kwalificatiekader voor grensbewaking Afgelopen jaar heeft Frontex samen met een groep van 40 opleidings- en operationele deskundigen uit de lidstaten en met Schengen geassocieerde landen het sectoraal kwalificatiekader (Sectoral Qualifications Framework - SQF) voor grenswachten ontwikkeld. Dit is het eerste in zijn soort op het gebied van de handhaving van het Europees recht. Hun doel was een kader op te zetten dat de nationale integratie van de gemeenschappelijke opleidingsnormen van Frontex zou vergemakkelijken en Europese beste praktijken in het ontwerpen en ontwikkelen van opleidingen zou bevorderen, conform de beginselen van Bologna en Kopenhagen. Het SQF is een Europees referentiekader voor alle scholingsvereisten en beroepsnormen voor grenswachten. Het SQF bestrijkt alle kwalificatieniveaus die kunnen worden behaald in het beroeps- en universitair onderwijs, alsmede cursussen, op het gebied van de grensbewaking. Om de kloof tussen leren en praktijk te overbruggen, hebben de vormgevers van het SQF alle bekende grensbewakingstaken in kaart gebracht, zodat alle cursussen die in de toekomst worden ontwikkeld en worden gebaseerd op het SQF, operationeel relevant zullen zijn. Sectorale kaders behoren tot de belangrijkste instrumenten die door het proces van Bologna zijn geïntroduceerd om tot harmonisatie en mobiliteit van leren binnen verschillende beroepssectoren te komen. Het SQF voor grensbewaking bakent het bestek van cursussen, opleiding en beroepsnormen voor grenswachten duidelijk af, ongeacht de overige organisatorische verantwoordelijkheden. Het schept de mogelijkheid om alle cursussen te accrediteren en valideren en om opleidingscertificaten uit te reiken die door alle Europese landen en nationale onderwijsstelsels kunnen worden erkend. Alle opleidingsproducten van Frontex (bijv. curricula, cursussen, handboeken) zullen bij hun ontwikkeling of herziening in overeenstemming worden gebracht met het SQF.
Geautomatiseerde grenscontrole Frontex en de Europese Commissie hebben op 25-26 oktober in Warschau samen de eerste mondiale conferentie over geautomatiseerde grenscontrole (Automated Border Control - ABC) georganiseerd: ‘Border Crossing as Easy as ABC’. Het tweedaagse evenement werd door meer dan 200 vertegenwoordigers van lidstaten en agentschappen, derde landen, 10 internationale organisaties en standaardisatieorganisaties, 21 leveranciers van technologie en 11 onderzoeksorganisaties bijgewoond om operationele en praktische uitdagingen en risico's verbonden aan het gebruik van automatisering te bespreken, alsmede de noodzaak van en voordelen van mondiale interoperabiliteit en de manieren waarop deze kan worden bereikt en bevorderd. De sprekers kwamen van over de hele wereld, onder andere uit Australië, Canada, Hongkong, Nieuw-Zeeland, Rusland, Saoedi-Arabië en de Verenigde Staten, om hun ervaringen en praktijken te delen en gemeenschappelijke oplossingen en wegen te vinden. De mondiale ABC-conferentie was het eerste initiatief op mondiale schaal om de discussie over de noodzaak van harmonisatie en interoperabiliteit van ABC-oplossingen wereldwijd te bevorderen. Een aantal onderwerpen sprong eruit als verbindende thema's van de conferentie. Op het punt van de harmonisatie, standaardisatie en interoperabiliteit werd eenparig de noodzaak van één enkel mondiaal orgaan verwoord. Op het gebied van de uitwisseling van beste praktijken en praktische samenwerking werd Frontex geïdentificeerd als het enige orgaan dat als een dergelijk forum functioneert en dat harmonisatie bevordert vanuit het perspectief van de gebruiker. Frontex werd aangemoedigd om deze rol te blijven spelen en op dit gebied actief te blijven. De conferentie kreeg uitstekende beoordelingen en feedback van de deelnemers, die de hoop uitten dat de conferentie een vervolg krijgt en een jaarlijks evenement wordt. Frontex is daarom van plan om in november 2013 een volgende mondiale ABC-conferentie te organiseren.
ADESVET: opleidingspakket voor de opsporing van gestolen voertuigen op gevorderdenniveau Elk jaar worden in de EU meer dan 1,2 miljoen motorvoertuigen gestolen. Een aanzienlijk deel van deze voertuigen wordt gestolen door georganiseerde criminelen en omgebouwd en naar het buitenland gebracht. Om de strijd tegen deze vorm van georganiseerde misdaad te bevorderen, heeft Frontex de ontwikkeling van een opleidingspakket voor de opsporing van gestolen voertuigen op gevorderdenniveau (ADESVET) in gang gezet. ADESVET is een modern opleidingsinstrument dat ook kan worden gebruikt in operaties. Het biedt een volledig scala aan theoretische informatie, van situationeel beeld, modi operandi en algemene informatie over voertuigregistratie, met inbegrip van documenten, tot gedetailleerde informatie over specifieke voertuigen. Het opleidingsinstrument werd in nauwe samenwerking met nationale deskundigen ontwikkeld in strategieworkshops, bijeenkomsten van groepen deskundigen en praktijktests. ADESVET verschaft grenswachten gemakkelijk toegankelijke, diepgaande informatie die zij nodig hebben om gestolen voertuigen te identificeren. Het instrument bevordert de samenhang in onderwijspraktijken door de opleiding van trainers, lesmateriaal en beoordelingspraktijken op elkaar af te stemmen. Het opleidingspakket voor de opsporing van gestolen voertuigen op gevorderdenniveau is algemeen van aard en kan worden aangepast aan de verschillende nationale situaties om specifieke lokale problemen aan te pakken. Het nieuwe opleidingsinstrument opent voor veel grenswachten nieuwe manieren van leren (e-learning) met behulp van interactieve menu's, audio, video en 3D-beelden van voertuigen. Het systeem ondersteunt sequentiële en hiërarchische koppelingen tussen modules en secties en wordt via internet ondersteund en bijgewerkt. In vergelijking tot traditionele handboeken en PowerPoint-presentaties, biedt ADESVET veel extra mogelijkheden om het lesmateriaal te bekijken. Het instrument is in de eerste plaats ontworpen voor opleidingsdoeleinden, maar het kan ook los worden gebruikt in veldoperaties en als naslagmateriaal door nationale deskundigen. Het is bewust in een algemene vorm en modulair ontwikkeld om de vertaling en aanpassing aan lokale en nationale situaties te vergemakkelijken. Het uitvoeringproces omvat contextualisering, vertaling, validatie en training van de eindgebruikers. Afbeelding: Constituerende vergadering van het raadgevend forum op het hoofdkantoor van Frontex, oktober 2012
Oprichting van het raadgevend forum voor de grondrechten Zes gespecialiseerde organisaties (internationale organisaties en EU-agentschappen) werden bij besluit van de raad van bestuur van 23 mei rechtstreeks uitgenodigd om deel te nemen aan het forum. Na een open oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in mei, selecteerde een speciaal ingesteld 'redactiecomité' in juli nog eens negen organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Het comité stelde ook een reservelijst en een register van organisaties vast die als ad-hoc deskundigen zouden kunnen worden uitgenodigd wanneer specifieke agendapunten worden besproken. Het was belangrijk het aantal leden van het raadgevend forum beperkt te houden om het werk van het forum efficiënter te maken. In het selectieproces werd daarom de voorkeur gegeven aan deelname van organisaties uit het maatschappelijk middenveld die op Europees niveau of
internationaal actief zijn en die zelf idealiter meer dan een organisatie kunnen vertegenwoordigen (koepelorganisaties). De leden van het raadgevend forum voor de grondrechten van Frontex zijn:
Amnesty International European Institutions Office (Kantoor van Amnesty International bij de Europese instellingen), Caritas Europa, Churches’ Commission for Migrants in Europe (Kerkelijke Commissie voor migranten in Europa), Raad van Europa, Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, Europese Raad voor vluchtelingen en ballingen, Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, Internationale Katholieke Migratiecommissie, Internationale Commissie van juristen, Internationale Organisatie voor migratie, Vluchtelingendienst van de Jezuïeten, Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten van de OVSE, Platform for International Cooperation on Undocumented Migrants (Platform voor internationale samenwerking inzake ongedocumenteerde migranten), Red Cross EU Office (EU-kantoor van het Rode Kruis), Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen.
De werkwijzen en wijze van informatieoverdracht (WM) aan het raadgevend forum werden met de leden van het raadgevend forum besproken in een voorafgaande bijeenkomst op 5 september 2012 en werden, rekening houdend met hun inbreng, op 27 september 2012 door de raad van bestuur van Frontex vastgesteld. Het raadgevend forum is officieel met zijn werk begonnen na de constituerende vergadering op 16 oktober 2012 in Warschau. Figuur 5: EBGT-profielen Debriefingdeskundige (Debriefing Expert) Een functionaris die een persoon die illegaal een buitengrens is overgestoken of heeft geprobeerd deze over te steken, verhoort om informatie te verzamelen ten behoeve van het vergroten van de operationele kennis of voor analytische doeleinden.
Screeningdeskundige (Screening Expert) Een functionaris die een ongedocumenteerd persoon die illegaal een buitengrens is overgestoken of heeft geprobeerd deze over te steken, verhoort en veronderstellingen formuleert met betrekking tot de meest waarschijnlijke nationaliteit van de betreffende persoon.
Tweedelijnsverhoordeskundige (Second-Line Interview Expert) Een functionaris die staatsburgers van derde landen als onderdeel van de controles bij binnenkomst en vertrek verhoort in de tweede lijn van een grensdoorlaatpost en die tijdens deze activiteit ook informatie voor inlichtingendoeleinden verzamelt.
Frontex-ondersteuningsfunctionaris Inzet en Logistiek (Frontex Support Officer for Deployment and Logistics) Een functionaris die Frontex ondersteunt bij het inzetten en beheren van operationele middelen (deskundigen en / of technische middelen) in het kader van een snelle interventie of een gezamenlijke operatie, hetzij op het hoofdkantoor, hetzij in het operationele gebied.
Tweedelijnsluchthavenfunctionaris (Second-Line Airport Officer) Een functionaris die grenscontroles in de tweede lijn op luchthavens uitvoert en die ervaring heeft met grenscontroles aan de luchtbuitengrenzen.
Eerstelijnsfunctionaris (First-Line Officer) Een functionaris die ervaring heeft met het uitvoeren van grenscontroles in de eerste lijn op grensdoorlaatposten, of met steekproefcontroles op het grondgebied van een lidstaat, om te verifiëren dat personen, met inbegrip van hun middelen van vervoer en de voorwerpen die zij in hun bezit hebben, het grondgebied legaal mogen binnenkomen of verlaten.
Gevorderd documentdeskundige (Advanced-Level Document Expert) Een functionaris die ervaring heeft met het uitvoeren van diepgaande onderzoeken van alle soorten grensgerelateerde documenten en die eerstelijnsfunctionarissen ondersteuning biedt.
Grensbewaker (Border Surveillance Officer) Een functionaris die grensbewakingstaken uitvoert aan de buitengrenzen of op het grondgebied van een lidstaat om illegale grensoverschrijdingen te voorkomen, grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden en passende maatregelen te nemen.
Frontex-ondersteuningsfunctionaris FSC (Frontex Support Officer FSC) Een functionaris die beschikt over de vaardigheden om de FSC-dienstgeleider te ondersteunen bij het uitvoeren van de volgende taken: (i) het verwerken van operationele informatie en het opstellen van operationele verslagen, (ii) het gebruiken van bewakingsinstrumenten die in het kader van Eurosur worden verstrekt, alsmede het coördineren van interne en externe belanghebbenden, het beheren van de activering van deze instrumenten, en het verwerken van de verkregen informatie.
Frontex-ondersteuningsfunctionaris (Frontex Support Officer) Een functionaris die Frontex bijstaat in de uitvoering van zijn taken en die wordt ingezet op de operationele locatie waarvandaan de meest efficiënte ondersteuning kan worden geboden om de effectieve uitvoering van operationele activiteiten te waarborgen.
Functionaris Mobiele operationele eenheid (Mobile Operational Unit Officer) Een functionaris die de nationale autoriteiten van de gastlidstaat ondersteunt bij het verzamelen van informatie na de aanhouding van illegale migranten, teneinde degenen te identificeren die verdacht worden van betrokkenheid bij illegale migratie, mensenhandel en andere grensoverschrijdende criminele activiteiten.
Opsporingsfunctionaris Gestolen Voertuigen (Stolen Vehicles Detection Officer) Een functionaris die ervaring heeft met de gedegen verificatie van voertuigen en hun documenten om vast te stellen of ze zijn gestolen.
Veld-perscoördinator (Field Press Coordinator) Een functionaris die het werk van journalisten die berichten over door Frontex gecoördineerde operaties, ter plaatse vergemakkelijkt en contact onderhoudt met de persvoorlichtingsdienst van Frontex. De veld-perscoördinator zal worden ingezet voor operaties die veel aandacht van de media krijgen, zoals snelle interventies.
5. Bijlagen Bijlage A: Overzicht van de leden van de raad van bestuur Land
Naam
Functie / Rang
Instelling
Oostenrijk
Dhr. Robert Strondl
voorzitter van de raad van bestuur van Frontex tot 25 april 2012, generaal-majoor, hoofd van de afdeling Operationele Zaken
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Dhr. Peter Muyshondt vervangen door
hoofdcommissaris
Directie Bestuurlijke Politie en Operaties, Federale Politie
Dhr. Tony Mouton per 1 mei 2012
commissaris
Directie Bestuurlijke Politie en Operaties, Federale Politie
Dhr. Zaharin Penov
senior commissaris, directeur
Hoofddirectie "Grenspolitie"
Dhr. Emilios Lambrou vervangen door
hoofdcommissaris
Politie Cyprus
Dhr. Glykerios Leontiou per 2 april 2012
commissaris A
Politie Cyprus
Dhr. Vladislav Husák vervangen door
kolonel, directeur
Directie Vreemdelingen- en Grenspolitie
Dhr. Milan Majer per 17 augustus 2012
kolonel, directeur
Directie Vreemdelingen- en Grenspolitie
Dhr. Ole Andersen vervangen door
nationaal assistent-commissaris
Deense nationale politie
Dhr. Richard Østerlund la Cour per 14 november 2012
hoofdcommissaris
Deense nationale politie
Estland
Dhr. Tõnu Hunt
adjunct directeur-generaal kolonel Grensbewaking
Raad voor politie en grenswacht
Finland
Dhr. Jaakko Kaukanen
hoofd van de Finse grenswacht, luitenantgeneraal
Finse grenswacht
Frankrijk
Dhr. François Lucas
directeur Immigratie
Ministerie van Immigratie, Integratie, Nationale Identiteit en Solidaire Ontwikkeling
Duitsland
Dhr. Ralf Göbel
voorzitter van de raad van bestuur van Frontex per 26 april 2012, adjunct-directeurgeneraal
Federaal Ministerie van Binnenlandse Zaken Directoraat-generaal van de Federale Politie
Dhr. Vasileios Kousoutis vervangen door
brigadier-generaal
Hoofdkantoor Griekse Politie , afdeling Vreemdelingen
Dhr. Elias Papaspiropoulos per 14 september 2012
brigadier-generaal
Hoofdkantoor Griekse Politie , afdeling Vreemdelingen
Hongarije
Dhr. József Hatala
hoge commissaris van de nationale politie, luitenant-generaal
Hongaarse nationale politie
Italië
Dhr. Salvatore Guglielmino
directeur van de grenspolitie en vreemdelingendienst
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Letland
Dhr. Normunds Garbars
kolonel, hoofd van de nationale grenswacht
Grenswacht
Litouwen
Dhr. Vainius Butinas
commandant van de nationale grenswachtafdeling
Nationale Grenswachtafdeling bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken
Luxemburg
Dhr. Pascal Schumacher
adviseur Justitie en Binnenlandse Zaken
Vertegenwoordiging van Luxemburg bij de Europese Unie
Malta
Dhr. Neville Xuereb
commissaris
Speciale afdeling politie Malta
Dhr. Dick Van Putten vervangen door
luitenant-generaal
Koninklijke Marechaussee
Dhr. J.A.J. Hans Leijtens per 1 april 2012
generaal-majoor
Koninklijke Marechaussee
Dhr. Leszek Elas vervangen door
brigadegeneraal, hoofdcommandant grenswacht
Poolse Grenswacht
Dhr. Dominik Tracz per 22 mei 2012
generaal, hoofdcommandant grenswacht
Poolse Grenswacht
Portugal
Dhr. Manuel Jarmela Palos
vicevoorzitter van de raad van bestuur van Frontex tot 14 februari 2012, nationaal directeur van de Immigratie- en Grensdienst
Vreemdelingen- en Grensdienst
Roemenië
Dhr. Ioan Buda
hoofd van het inspectoraat-generaal
Inspectoraat-generaal van de Roemeense grenspolitie
Slowakije
Dhr. Ľudovít Biro
directeur van de Grens- en Vreemdelingenpolitie
Ministerie van Binnenlandse Zaken van Slowakije
Slovenië
Dhr. Marko Gašperlin
vicevoorzitter van de raad van bestuur van Frontex per 15 april 2012, senior
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Algemeen Politiedirectoraat
België
Bulgarije
Cyprus
Tsjechië
Denemarken
Griekenland
Nederland
Polen
Land
Naam
Functie / Rang
Instelling
hoofdcommissaris van politie, adjunctdirecteur Dhr. Juan Enrique Taborda Álvarez vervangen door
commissaris-generaal Vreemdelingenzaken en Grenzen
Nationale Politie
Dhr. Emilio Baos Arrabal per 13 januari 2012
commissaris-generaal Vreemdelingenzaken en Grenzen
Nationale Politie
Dhr. Klas Friberg
hoofd van de Zweedse gerechtelijke politie
Zweedse gerechtelijke politie
Spanje
Zweden
Dhr. Stefano Manservisi
directeur-generaal Binnenlandse Zaken
Europese Commissie
Europese Commissie
Mevr. Belinda Pyke
directeur Migratie en Grenzen, DG Binnenlandse Zaken
Europese Commissie
Ierland
Dhr. John O’Driscoll
hoofd van bureau hoofdcommissaris
Garda, Nationaal Immigratiebureau
Dhr. Tom Dowdall vervangen door
directeur
Grensbewakingsonderdeel Border Force van Ministerie van Binnenlandse Zaken
Mevr. Jacqueline Luetchford per 25 oktober 2012
directeur
Grensbewakingsonderdeel Border Force van Ministerie van Binnenlandse Zaken
Mevr. Sigrídur Björk Gudjónsdóttir
districtscommissaris
Politiedistrict Sudurnes
Liechtenstein
Dhr. Mario Büchel
hoofd van bureau Veiligheid en Verkeer
Nationale politie
Noorwegen
Dhr. Stein Ulrich
hoofdadviseur van de nationale commissaris Directie Nationale Politie van politie - internationale zaken
Zwitserland
Dhr. Héribert Wider
hoofd afdeling Operaties
Verenigd Koninkrijk
IJsland
Zwitserse Grenswacht
Bijlage B: Overzicht van de door de raad van bestuur genomen besluiten in 2012 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Besluit van de raad van bestuur betreffende de overdracht van kredieten van de begroting 2011 naar de begroting 2012 Besluit van de raad van bestuur betreffende de goedkeuring van het jaarlijkse verzoek van Ierland voor 2012 Besluit van de raad van bestuur betreffende de goedkeuring van het jaarlijkse verzoek van het Verenigd Koninkrijk voor 2012 Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van wijziging nr. 1 op het werkprogramma 2012 en de begroting 2013 Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van het voorlopige werkprogramma 2013 van Frontex Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van de ramingen van de inkomsten en uitgaven 2013 Besluit van de raad van bestuur betreffende het proefproject "Operationeel Frontex-kantoor" Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van het Algemeen Verslag 2011 Besluit van de raad van bestuur betreffende de instelling van het redactiecomité voor de voorbereiding van de analyse en beoordeling van het jaarlijks risicobeoordelingsverslag 2011 door de raad van bestuur Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van de strategie en het meerjarenplan 2013–2016 van Frontex Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van de profielen en het totale aantal van de grenswachten die ter beschikking van de Europese grenswachtteams worden gesteld Besluit van de raad van bestuur betreffende de oprichting en samenstelling van het raadgevend forum van Frontex Besluit van de raad van bestuur betreffende de instelling en opschaling van de functie 'hoofd van eenheid' Besluit van de raad van bestuur betreffende het memorandum van overeenstemming met Turkije Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van de analyse en beoordeling van het verslag van de ordonnateur over het voorafgaande boekjaar (jaarlijks activiteitenverslag 2011) Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van het advies van de raad van bestuur over de definitieve rekeningen voor 2011 Besluit van de raad van bestuur betreffende de aanstelling van de grondrechtenfunctionaris Besluit van de raad van bestuur betreffende de werkwijzen van het raadgevend forum van Frontex en de wijze van informatieoverdracht aan dit raadgevend forum Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van de procedures voor het nemen van besluiten in verband met de operationele taken van het agentschap door de uitvoerend directeur Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van de regels betreffende de technische uitrusting die wordt ingezet voor door Frontex gecoördineerde operationele activiteiten in 2013 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van de inhoud en modus operandi van het voortschrijdende operationele plan voor gezamenlijke terugkeeroperaties Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van het vergaderschema van de raad van bestuur in 2013 Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van de tuchtrechtelijke procedure van Frontex Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van wijziging nr. 2 op het werkprogramma 2012 en de begroting 2012 Besluit van de raad van bestuur tot vastlegging van regels voor de uitzending van nationale deskundigen met de taken en bevoegdheden van de naar Frontex uitgezonden functionarissen Besluit van de raad van bestuur betreffende de regels betreffende de kosten van de leden van de Europese grenswachtteams Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van de werkafspraken met Azerbeidzjan Besluit van de raad van bestuur betreffende de vaststelling van het werkprogramma 2013 en de begroting 2013
8 feb 2012 16 mrt 2012 16 mrt 2012 19 mrt 2012 19 mrt 2012 19 mrt 2012 20 mrt 2012 20 mrt 2012 20 mrt 2012 16 apr 2012 23 mei 2012 23 mei 2012 23 mei 2012 23 mei 2012 25 juni 2012 28 juni 2012 26 sept 2012 26 sept 2012 26 sept 2012 27 sept 2012 27 sept 2012 27 sept 2012 27 sept 2012 31 okt 2012 28 nov 2012 28 nov 2012 28 nov 2012 21 dec 2012
Bijlage C: Overzicht van gezamenlijke operationele activiteiten in 2012 Luchtgrenzen Naam van het project
Operationeel gebied
Duur
Deelnemende lidstaten en derde landen
PP Flexi Force Operationele module Hubble
Ontvangende lidstaten: België, Bulgarije, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zweden
42 dagen
Oostenrijk, België, Bulgarije, Zwitserland, Tsjechië, Duitsland, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Litouwen, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Nederland, Verenigd Koninkrijk
PP Flexi Force Operationele module Visumintegriteit
Ontvangende lidstaten: België, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Portugal, Roemenië, Spanje
28 dagen
België, Zwitserland, Tsjechië, Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Litouwen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Nederland Derde landen: Albanië, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Servië, Kroatië, Montenegro
PP Flexi Force Operationele module Eurocup
Ontvangende lidstaten/derde landen: Tsjechië, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, Zweden, Oekraïne
Ontvangende lidstaten/derde landen: Albanië, Oostenrijk, België, Bosnië, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Finland, Frankrijk, Voormalige GO Focal Points Lucht Joegoslavische Republiek Macedonië, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Moldavië, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Spanje, Zwitserland, Oekraïne
29 dagen
Frankrijk, Duitsland, Ierland, Tsjechië, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, Zweden Derde landen: Kroatië, Rusland, Oekraïne
Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, 357 dagen Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Spanje, Zwitserland Derde landen: Kroatië, Moldavië, Oekraïne
Landgrenzen Naam van het project
Operationeel gebied
Duur
GO Poseidon 2011 Land verlenging
De zuidoostelijke landbuitengrenzen van de EU (Griekenland, Bulgarije)
88 dagen (in 2012)
GO Poseidon 2012 Land
De zuidoostelijke landbuitengrenzen van de EU (Griekenland, Bulgarije)
279 dagen (in 2012)
GO Focal Points 2012 Land (incl. GO Focal Points 2011 Land verlenging) Project Coördinatiepunten 2012
Bepaalde grensdoorlaatposten en groene grensgebieden. Ontvangende lidstaten: Bulgarije, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië Bepaalde grensdoorlaatposten van Kroatië, Moldavië en Oekraïne
365 dagen (permanente operatie) 36 dagen
GO Eurocup 2012
Polen en Oekraïne, Tsjechië, Duitsland, Italië, Portugal, Spanje, Nederland
29 dagen
GO Jupiter 2012
Finland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Hongarije, Roemenië
23 dagen
GO Neptune 2012
Slovenië
23 dagen
Deelnemende lidstaten en derde landen Griekenland (ontvangend), Bulgarije (herkomst en ontvangend), Oostenrijk, België, Zwitserland, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Litouwen, Letland, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Portugal, Slowakije, Slovenië, Verenigd Koninkrijk, Luxemburg; Griekenland (ontvangend), Bulgarije (herkomst en ontvangend), Oostenrijk, België, Zwitserland, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Portugal, Slowakije, Spanje, Slovenië, Verenigd Koninkrijk; Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland; Derde landen: Albanië, Kroatië, Moldavië, Oekraïne Oostenrijk, Estland, Hongarije, Italië, Polen, Roemenië, Slovenië; Derde landen: Kroatië, Moldavië, Oekraïne Oostenrijk, Bulgarije, België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Frankrijk, Finland, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Portugal, Nederland, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Zweden, Zwitserland; Derde landen: Oekraïne, Kroatië, Rusland Oostenrijk, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje; Derde landen: Oekraïne Oostenrijk, Bulgarije, Tsjechië, Frankrijk, Hongarije, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje, Zwitserland Derde landen: Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Montenegro, Servië
Zeegrenzen Naam van het project GO EPN-Hermes 2011 verlenging GO EPN-Aeneas 2011 verlenging GO Poseidon 2011 Zee verlenging GO Focal Points 2011 Zee verlenging GO Poseidon 2012 Zee GO Focal Points 2012 Zee GO EPNHera 2012 GO EPNIndalo 2012 GO EPNMinerva 2012 GO EPNAeneas 2012 GO EPNHermes 2012
Operationeel gebied
Duur
Deelnemende lidstaten en derde landen
Centrale Middellandse Zee
91 dagen
Italië (ontvangend), Finland, Frankrijk, Portugal, Roemenië
Centrale Middellandse Zee
91 dagen
Italië (ontvangend), IJsland, Polen, Roemenië, Griekenland, Portugal, Spanje
Oostelijke Middellandse Zee
91 dagen
Griekenland (ontvangend)
Cyprus
67 dagen
Cyprus (ontvangend), Nederland
Oostelijke Middellandse Zee
Griekenland (ontvangend), Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Spanje, Georgië, Kroatië, Frankrijk, 275 dagen Hongarije, Italië, Litouwen, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden, Oekraïne, Verenigd Koninkrijk
Grensdoorlaatposten in 4 lidstaten: Roemenië, Bulgarije, Spanje en Litouwen Canarische Eilanden en WestAfrikaanse kusten Westelijke Middellandse Zee Westelijke Middellandse Zee (zeehavens) Centrale Middellandse Zee Centrale Middellandse Zee
219 dagen België, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Roemenië, Spanje 168 dagen Spanje (ontvangend), IJsland, Luxemburg Spanje (ontvangend), België, Frankrijk, IJsland, Italië, Letland, Luxemburg, Malta, Portugal, Roemenië, Slowakije Spanje (ontvangend), Albanië, Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Georgië, 55 dagen Griekenland, Italië, Litouwen, Montenegro, Nederland, Noorwegen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Zweden, Zwitserland, Oekraïne Italië (ontvangend), Albanië, Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, IJsland, 167 dagen Luxemburg, Portugal, Roemenië, Spanje, Verenigd Koninkrijk Italië (ontvangend), Oostenrijk, Frankrijk, Finland, Georgië, IJsland, Litouwen, Polen, Portugal, Roemenië, 183 dagen Spanje, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk 169 dagen
Terugkeeroperaties Bestemming(en)
Organiserend land
Deelnemende landen (met aantal terugkeerders)
Totale aantal terugkeerders 25
Georgië en Armenië
Oostenrijk
Oostenrijk, Bulgarije, Frankrijk, Zweden, Hongarije
Kosovo Colombia en Ecuador Nigeria
Duitsland
Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen, Hongarije
50
Spanje
Spanje, Frankrijk, Italië
99
Italië
Italië, Duitsland, Noorwegen, Ierland, Spanje
35
Servië Georgië en Oekraïne
Duitsland
Duitsland, Zweden
71
Spanje
Spanje, Italië, Zweden, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije
48
Nigeria
Oostenrijk
Servië
Duitsland
Oostenrijk, Spanje, Malta, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Noorwegen Duitsland, Zweden, Frankrijk
Georgië en Armenië
Oostenrijk
Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Hongarije
25
Oezbekistan
Zweden
Zweden, Finland
6
Servië
Duitsland
Duitsland, Zweden, België, Italië
92
Nigeria
Nederland
Nederland, Ierland, Spanje, Luxemburg, Frankrijk
33
56 77
Bestemming(en)
Organiserend land
Deelnemende landen (met aantal terugkeerders)
Totale aantal terugkeerders 46
Nigeria
Italië
Italië, Duitsland, Zweden, Oostenrijk
Kosovo Georgië en Oekraïne Nigeria
Duitsland
Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Roemenië
72
Spanje
Spanje, Ierland, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk
44
Italië
Italië, Malta
33
Servië
Duitsland
Duitsland, Zweden, Frankrijk
100
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Duitsland, Roemenië, Malta
28
Nigeria
Noorwegen
Noorwegen, Duitsland, Zweden, Spanje, Finland, Nederland, Griekenland
30
Armenië en Georgië Colombia en Ecuador Nigeria en Ghana
Oostenrijk
Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië, Roemenië, Hongarije
34
Spanje
Spanje, Portugal
103
Oostenrijk
Oostenrijk, Zweden, Ierland, Frankrijk, Malta
47
Kosovo
Duitsland
Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Frankrijk
68
Nigeria Georgië en Oekraïne Servië
Italië
Italië, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Noorwegen, Polen
46
Spanje
Spanje, Oostenrijk, Noorwegen, Frankrijk, Duitsland, Portugal, Ierland
43
Duitsland
Duitsland, Zweden, Luxemburg, Frankrijk
72
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Polen, Malta, Hongarije, Tsjechië, Spanje, Frankrijk, Ierland, Noorwegen, Finland, Duitsland
54
Kosovo
Duitsland
Duitsland, Zweden, Oostenrijk, Noorwegen, Hongarije
58
Nigeria
Italië
Italië, Frankrijk
33
Gambia
Duitsland
0 (*)
Georgië
Oostenrijk
Nigeria
Nederland
Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Finland, Zweden Oostenrijk, Ierland, Zwitserland, Duitsland, Italië, Zweden, Spanje, Frankrijk Nederland, Duitsland, Noorwegen, Zweden, Frankrijk, Spanje, Griekenland, Portugal
Spanje
Spanje, Nederland
107
Ecuador en Colombia Pakistan
41 42
Spanje
Spanje, Ierland, Polen, België, Frankrijk, Zweden, Griekenland
59
Servië
Duitsland
Duitsland, Luxemburg, Zweden
87
Kosovo
Duitsland
Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen, Hongarije
72
Servië
Zweden
79
Nigeria
Oostenrijk
Zweden, Duitsland Oostenrijk, Griekenland, Duitsland, Noorwegen, Bulgarije, Frankrijk, Roemenië, Nederland
Armenië en Georgië
Oostenrijk
Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Polen, Spanje, Duitsland
45
50
* Gezamenlijke terugkeervlucht naar Gambia werd op het laatste moment geannuleerd vanwege het ontbreken van toestemming om te landen.
Bijlage D: Vergelijkende analyse van gezamenlijke operationele activiteiten in 2012 Aan de zeegrenzen In 2012 zijn zeven gezamenlijke maritieme operaties en zeven specifieke proefprojecten uitgevoerd ten behoeve van de interoperabiliteit en een flexibele respons op onregelmatige migratieverschijnselen en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast waren de projecten bedoeld om de nationale patrouilleactiviteiten in vooraf gedefinieerde regio's van het Europees Patrouillenetwerk (EPN) effectiever te coördineren. Het aantal operationele dagen voor maritieme operaties daalde in 2012 met 5% enigszins ten opzichte van 2011 (1 941 in 2012 / 2 060 in 2011). In het algemeen moet, bij het maken van een vergelijking, rekening worden gehouden met het feit dat 2011 werd gekenmerkt door de migratiecrisis als gevolg van de revoluties in Noord-Afrika, die een versterkt operationeel responspakket vereiste. Het aantal deelnemende EU-lidstaten/met Schengen geassocieerde landen aan gezamenlijke maritieme operaties bleef vrijwel gelijk aan dat in 2011 (28 in 2012 / 27 in 2011). Er waren in 2012 ook vijf derde landen betrokken bij maritieme operaties (drie in 2011). Wat betreft de financiering van de operationele activiteiten, kromp de begroting voor het jaar 2012 met 48% aanzienlijk tot 24 965 000 EUR (2011: 48 322 500 EUR). Het verschil in de begroting moet worden gezien in het licht van de begrotingswijziging in 2011 om de operationele respons op de massale instroom van migranten als gevolg van de instabiliteit in Noord-Afrika op te vangen. De toegewezen begroting voor medefinanciering van aanvullende activiteiten van deelnemende lidstaten steeg aanmerkelijk naar 63% (2011: 50%). Gezien de kleinere begroting en een afname van de migratiedruk, werd de omvang van de ingezette technische middelen ten opzichte van het voorgaande jaar beperkt (32 694 patrouille-uren in 2012 / 44 065 in 2011). Er werden minder deskundigen ingezet (324 / 530), die 23% minder mandagen actief waren (17 196 / 22 590). De duur van de inzet van een deskundige bedroeg in 2012 gemiddeld 39 dagen, een vermindering ten opzichte van 2011, toen dat aantal nog 43 bedroeg. Bovendien werden er tijdens gezamenlijke maritieme operaties 1 295 bemanningsleden ingezet (2011: 1 644) die samen 40 255 mandagen actief zijn geweest (2011: 63 571). In totaal zijn er 18 064 migranten (gemiddeld 49 migranten per dag) aangehouden tijdens gezamenlijke maritieme operaties in 2012, hetgeen een aanzienlijke afname is ten opzichte van 2011 (60 605 migranten, gemiddeld 168 migranten per dag). Er moet echter naar voren worden gebracht dat het hoge aantal illegale migranten in 2011 het gevolg was van uitzonderlijke migratiedruk, in het bijzonder in het centrale en westelijke Middellandse Zeegebied. Tijdens de gezamenlijke maritieme operaties zijn er bovendien 258 vermeende mensensmokkelaars aangehouden (2011: 327).
Bovendien werd in GO EPN-Indalo een aanzienlijke toename van de migratiestromen waargenomen (95% toename van het totale aantal migranten en 300% toename van het aantal minderjarigen en vrouwen, van wie de meeste vrouwen in een gevorderd stadium van zwangerschap verkeerden). Wat betreft GO Poseidon 2012 Zee, was een verplaatsing van de migratiestromen van de Grieks-Turkse landgrens naar zeegrenzen in augustus 2012 van grote invloed op het aantal illegale migranten in het derde en vierde kwartaal van 2012. Het redden van mensen in nood op zee behoorde tot de belangrijkste aspecten van de gezamenlijke maritieme operaties. In GO EPN-Hermes werden bijvoorbeeld 3 391 migranten gered in 46 zoek- en reddingsgevallen. In 2012 was er in alle maritieme operaties sprake van 169 zoek- en reddingsgevallen en werden 5 757 migranten in nood gered. Dat betekent dat met de middelen die door Frontex werden gecoördineerd, gemiddeld ongeveer 16 personen per dag werden gered. Tijdens gezamenlijke maritieme operaties werden nog enkele andere soorten grensoverschrijdende misdaad ontdekt. Bovendien werden 382 verdachte drugssmokkelaren aangehouden. De hoeveelheid in beslag genomen drugs was meer dan 46 ton en had een waarde van 72,6 miljoen EUR. Het grootste deel daarvan bestond uit hasj: bijna 44 ton drugs met een waarde van 68 miljoen EUR. Er werden ook kleinere hoeveelheden cannabis, heroïne en cocaïne in beslag genomen: tezamen 2 ton met een waarde van bijna 5 miljoen EUR. De meeste drugs werden in beslag genomen in het westelijke Middellandse Zeegebied. Daarnaast werden 38 gevallen van sigaretten-/tabakssmokkel ontdekt in de gezamenlijke operaties Poseidon Zee, EPN-Indalo, EPN-Minerva en Focal points Zee. De onderschepte smokkelwaar van 2,4 miljoen pakjes sigaretten had een waarde van 5,6 miljoen EUR.
Aan de landgrenzen De intensiteit van de activiteiten aan de landbuitengrenzen bleef in 2012 op ongeveer hetzelfde niveau als in 2011; er werden zeven gezamenlijke activiteiten uitgevoerd, even veel als in 2011. Het zwaartepunt van de activiteiten lag bij de Grieks-Turkse en Bulgaars-Turkse landgrens, waar gedurende het hele jaar de gezamenlijke operaties Poseidon 2011 Land (verlenging) en Poseidon 2012 Land werden uitgevoerd. Deze operaties richtten zich op de gespecialiseerde bewaking van groene grenzen en debriefingactiviteiten, terwijl grenscontroles en heimelijke detecties aan de betreffende grensdoorlaatposten werden uitgevoerd in het kader van GO Focal Points 2012 Land. Dit leidde tot een verbeterde planning en coördinatie van de inzet en tot een betere benutting van de middelen van de lidstaten. Een grootschalige inzet van extra Griekse politiefunctionarissen langs de Grieks-Turkse landgrens in het kader van de operatie “Aspida” (Schild) startte in de praktijk op 5 augustus 2012, tezamen met de uitgebreide benutting van kampen als tijdelijke detentievoorzieningen. De Turkse autoriteiten wendden ook extra technische uitrusting en mankracht aan om het gebied aan de Turkse kant van de grens te bewaken. De geplande bijdrage van de lidstaten aan de inzet werd daarom van oktober tot en met december 2012 tijdelijk verkleind. In dit verband moet de flexibele aanpak en bereidheid van de lidstaten van herkomst (die bijdragen met functionarissen/middelen) worden onderstreept. Eén deel van de opgeschorte inzet werd alsnog ingezet voor de gezamenlijke operatie Poseidon Zee en een ander deel bleef stand-by voor onmiddellijke versterking van GO Poseidon 2012 Land na beëindiging van de operatie Aspida of de uiteindelijke afname van het afschrikkende effect daarvan. Het aantal ontvangende lidstaten/met Schengen geassocieerde landen nam toe van 11 in 2011 tot 12 in 2012, terwijl het aantal deelnemende lidstaten/met Schengen geassocieerde landen enigszins daalde (27 in 2012; 28 in 2011). Tegelijkertijd is het aantal operationele dagen (849) vrijwel gelijk gebleven (843 in 2011) door de annulering van de tweede fase van GO Jupiter 2012 en GO Neptune 2012. Het totale aantal ingezette deskundigen nam aanzienlijk af (naar 1 303 in 2012, ten opzichte van 1 704 in 2011). Deze afname was het gevolg van de gedeeltelijke verkleining van de inzet in het kader van GO Poseidon 2012 Land in het tweede semester. De toegewezen begroting voor de uitvoering van activiteiten in 2012 nam enigszins toe (10 420 000 EUR in 2012 / 10 188 000 EUR in 2011). Het meerjarenprogramma Focal Points 2010-2013 diende als platform voor de verdere ontwikkeling van samenwerking met derde landen (inzet van waarnemers voor het bijeenbrengen van ervaring en beste praktijken). Het programma ondersteunde bovendien de uitvoering van andere regionale operaties die in dezelfde operationele gebieden werden gestart en het mogelijk maakten om grensdelen die kampten met illegale migratie te versterken. De belangstelling van derde landen voor deelname aan gezamenlijke operaties aan de landbuitengrenzen blijft met acht hoog (negen in 2011). Daarnaast hebben derde landen aangegeven bereid te zijn om als ontvangend land deel te nemen aan het project “Coördinatiepunten 2012”.
Aan de luchtgrenzen De operationele activiteiten aan de luchtbuitengrenzen van de EU zijn toegenomen, getuige de stijging van het aantal operationele dagen bij gezamenlijke operaties aan de luchtgrenzen met 13,3% ten opzichte van 2011 (2012: 3 654 / 2011: 3 226). Het aantal ingezette functionarissen was weliswaar 6,6% lager (298 / 319), maar wel van langere duur, met name bij de gezamenlijke operatie Focal Points. Het aantal deelnemende lidstaten/met Schengen geassocieerde landen bleef zeer hoog (29 / 30) en daarnaast hebben nog eens negen derde landen aan gezamenlijke operaties deelgenomen. De begroting voor de luchtgrenzensector is in het verslagjaar verlaagd tot 2 450 000 EUR (2011: 2 870 000 EUR) om de kosten van de activiteiten te kunnen dekken, met inbegrip van de kosten voortvloeiende uit de respons op de migratiestromen uit Syrië. In het kader van GO Focal Points Lucht is ook de samenwerking met Interpol verder geïntensiveerd via de inzet van twee Interpol-functionarissen met Arabische taalvaardigheden en de “SLTD travel kit” (Stolen and Lost Travel Documents) om gecoördineerde operationele acties uit te voeren op de luchthaven van Boekarest. In het meerjarenprogramma Pulsar worden de gezamenlijke operaties aan de luchtgrenzen en een aantal proefprojecten op basis van een risicoanalyse gestructureerd en dynamisch en flexibel gegroepeerd. Een van de opgezette nieuwe elementen was het proefproject Flexi Force. Het hoofddoel van dit project was aanbevolen maatregelen ten uitvoer te leggen, zodat verschillende operationele modules op basis van veranderende inlichtingenindicatoren snel kunnen worden goedgekeurd/gewijzigd, wat de synergiën van het informatie-/reactiesysteem verbetert. Het Flexi Force-mechanisme werd zo ontworpen dat binnen 10 werkdagen een gezamenlijke activiteit kan worden gestart om efficiënt illegale immigratie en criminele netwerken aan te pakken, en het laat de deur open voor nog kortere inzettermijnen en herindelingen (minder dan één dag was het record dat tijdens de uitvoering van Eurocup 2012 Lucht werd geregistreerd) om de effectiviteit van de grenscontroles op de luchthavens in de Europese Unie te vergroten. Het mechanisme heeft ook de operationele samenwerking met derde landen, EU-agentschappen en internationale organisaties versterkt. Tijdens proefproject Flexi Force werden op luchthavens in verschillende lidstaten en in de Oekraïne tussen 18 april en 4 juli 2012 drie operationele modules uitgevoerd: 1. module Hubble – richtte zich op illegale migratiestromen vanaf risicovolle hub-luchthavens in derde landen, 2. module Visumintegriteit – richtte zich op problemen met betrekking tot visa, 3. module GO Eurocup 2012 Lucht – ondersteunde de Poolse en Oekraïense grenswachtinstanties op luchthavens bij het versterken van grensbeveiligingsmaatregelen tijdens het voetbalkampioenschap EURO 2012).
In totaal hebben 24 lidstaten en 7 niet-EU-landen deelgenomen aan de uitvoering van Flexi Force. Daarbij werden 107 functionarissen ingezet of heringedeeld en werden 1 020 incidenten geregistreerd. De lidstaten en met Schengen geassocieerde landen namen aan GO Focal Points 2012 Lucht deel met 189 deskundigen die werden ingezet op verschillende luchthavens binnen en buiten de Europese Unie. Dit droeg bij tot versterking van het geïntegreerde grensbeheer (Integrated Border Management - IBM) en tot intensivering van de operationele coördinatie aan de buitengrenzen van de Europese Unie door de instelling van een permanent systeem van focal points. Moldavië en Oekraïne, alsmede de landen in de westelijke Balkan (op basis van nauwe samenwerking met het regionaal MARRI-centrum), deden ook mee aan gezamenlijke operatie Focal Points Lucht door EU-functionarissen als waarnemers op hun belangrijkste luchthavens te ontvangen en door de inzet van hun eigen functionarissen op EU-luchthavens, teneinde de uitwisseling van informatie, ervaring en beste praktijken te versterken.
Terugkeeractiviteiten In 2012 bleef het aantal gezamenlijke terugkeeroperaties (GTO's) gelijk. Het aantal terugkeerders nam enigszins toe tot 2 110 (2011: 2 059). Gezamenlijke terugkeeroperaties worden in beginsel uitgevoerd volgens het principe van het delen van de bestaande capaciteit en zij zijn gebaseerd op de bereidheid van de lidstaten om deze operaties te organiseren. Noorwegen trad in 2012 in een gezamenlijke terugkeeroperatie naar Nigeria voor het eerst als organiserend land op. Het netwerk van directe contactpunten (DCP's) voor terugkeeraangelegenheden heeft in 2012 zijn nut bewezen door meerwaarde te bieden op het punt van snelle communicatie betreffende gezamenlijke terugkeeroperaties en de uitwisseling van terugkeergerelateerde informatie. Het netwerk is tevens gebruikt voor verzoeken om inlichtingen over verschillende terugkeergerelateerde onderwerpen tussen de lidstaten. Frontex heeft een nieuw transparant instrument voor een verbeterde planning en uitvoering van GTO's, het “voortschrijdend operationeel plan,” opgesteld om de lidstaten de benodigde operationele ondersteuning te bieden en om structuur aan te brengen in hun behoeften aan bijstand; dit plan werd vastgesteld door de raad van bestuur. De samenwerking met de autoriteiten van derde landen werd in 2012 uitgebreid om de acceptatie en het begrip van gezamenlijke terugkeeroperaties te bevorderen. Het project Attica liep in 2012 het hele jaar door, met 15 deelnemende lidstaten/met Schengen geassocieerde landen en met inzet van tolken van de IND (Nederland). De hoofddoelstelling van het project was Griekenland te ondersteunen bij het opbouwen van zijn terugkeercapaciteit, bijvoorbeeld door bijstand te verlenen bij het organiseren van nationale terugkeervluchten, het opleiden van escortefunctionarissen, het verkrijgen van reisdocumenten en het opzetten van een pool van opgeleide verhoordeskundigen voor het vaststellen van de nationaliteit van ontdekte illegale migranten (screening). In de loop van 2012 namen Griekse screeningcoördinatoren de leidende rol in de planning en uitvoering van screeningactiviteiten aan de Grieks-Turkse landgrenzen over. Vanwege het lage aantal aangehouden illegale migranten en de toegenomen capaciteit van opgeleide Griekse screeningdeskundigen, werd het aantal ingezette screeningdeskundigen van de lidstaten verlaagd. Voorts werd, in samenwerking met delegaties van derde landen, bijstand verleend aan Malta om identificaties uit te voeren en reisdocumenten voor afgewezen asielzoekers te verkrijgen.
Bijlage E: Overzicht van de belangrijkste onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten in 2012 Grenscontroleprogramma ID-controle (gedeeltelijke voortzetting van Dognose 2011) Het project richtte zich op technologie en methoden voor de opsporing van document- en identiteitsfraude en misleidend gedrag bij grensdoorlaatposten. Het doel was grenswachten in de eerste lijn geïnformeerde besluiten te helpen nemen in de toepassing van de criteria voor toelating die in de Schengengrenscode zijn vastgelegd: de verificatie van de authenticiteit van documenten, de verificatie van de identiteit van de houder van het document, de verificatie van het doel van de reis en de beoordeling van het individuele risiconiveau van tot dan onbekende potentiële bedreigingen.
Advance Information Het doel van het project Advance Information (vooraf te verstrekken informatie) is het hiaat in de inzet van API-systemen in de EU te vullen door oplossingen te bieden voor de belangrijkste belemmeringen die tijdens het in 2011 verrichte onderzoek zijn geïdentificeerd, door:
het ontwikkelen van een API-startpakket voor de lidstaten die een dergelijk systeem nog niet hebben ingevoerd,
het ondersteunen van besluitvormers op het gebied van de ontwikkeling van API-beleid.
Systemen voor geautomatiseerde grenscontrole (ABC) en biometrie Dit was de tweede fase van een project (richtsnoeren voor operationele en technische beste praktijken die in 2011 werden opgesteld) dat ten doel had deze documenten uit te breiden met terreinen waarop hetzij de lidstaten al bezig zijn met de invoering van bepaalde oplossingen of voornemens zijn dat te doen (bijv. geautomatiseerde grenscontroles voor burgers uit derde landen), hetzij de Europese Commissie met voorstellen voor regelgeving zal komen (bijvoorbeeld in verband met het aangemelde reisprogramma).
Visuminformatiesysteem (VIS) Het visuminformatiesysteem is voor grenswachten ingevoerd in oktober 2011. Het project heeft nationale managers van het VIS-project en grenswachtfunctionarissen die zijn belast met de uitvoering van het systeem, bijeengebracht om tot overeenstemming te komen over de belangrijkste uitdagingen, om richtsnoeren met beste praktijken voor de tenuitvoerlegging van VIS en het praktische gebruik in de operationele context vast te stellen/te ontwikkelen en om de opleidingsbehoeften te bepalen.
Onderzoek en ontwikkeling O&O-forum Het project O&O-forum verschaft de lidstaten een platform om bestaande hiaten te bespreken en heeft als hoofddoel vast te stellen op welke gebieden de ontwikkeling van beste praktijken en richtsnoeren of het verschaffen van betere informatie een bijdrage levert of kan leveren aan het dichten van bestaande hiaten. Er zijn twee belangrijke gebieden geïdentificeerd: landgrenspraktijk en bekende hiaten.
Grensbewakingsprogramma All Eyes; bewaking vanuit de lucht, op de grond en op zee – sensoren en platforms Dit project was een follow-up van de technologieprojecten ‘Waarnemen en opsporen op afstand’ (2010 en 2011) en bestreek de actuele ontwikkelingen op het gebied van sensoren, platforms, het combineren van gegevens en geïntegreerde systeemoplossingen voor grensbewaking.
De hoofddoelstelling was meer rendabele en operationeel effectievere oplossingen voor grensbewaking vanuit de lucht te identificeren, in het bijzonder onbemande vliegtuigen (UAS – Unmanned Aircarft Systems) met optioneel op afstand bestuurde toestellen (OPV – Optional Piloted Vehicles) die (voor zover de wetgeving dit toestaat) in de toekomst mogelijk in gezamenlijke operaties (zee en land) van Frontex gebruikt zouden kunnen worden. Er werden uitvoerende praktijktests georganiseerd en er vond een beoordeling van de nieuwste en effectiefste technologieën voor de bewaking van landgrenzen plaats.
Inlichtingen en communicatie Het belangrijkste aandachtspunt was in 2012 de verdere ontwikkeling van de capaciteit van de lidstaten en/of Frontex voor gegevensverzameling en gegevensbeheer. De geplande activiteiten werden speciaal afgestemd op de verdere ontwikkeling van Eurosur en op de vorming van BorderTechNet, een platform voor het delen van informatie over grensbeveiliging verband houdend met onderzoek en technologieën.
Bijlage F: Voortgangsverslag over de grondrechten 2012 Inleiding Op 25 november 2010 besloot de raad van bestuur (MB) van Frontex een 'redactiecomité' in te stellen dat het hoofdkantoor technisch advies en deskundigheid zou moeten verstrekken bij het opstellen van een functionele grondrechtenstrategie voor Frontex. Het comité bestond uit voorgedragen deskundigen uit de lidstaten, gespecialiseerde organisaties en agentschappen*, en hun werk leidde ertoe dat in maart 2011 de grondrechtenstrategie (Fundamental Rights Strategy - FRS) van Frontex door de raad van bestuur werd vastgesteld. * Oostenrijk, België, Finland, Duitsland, Nederland, Portugal, Spanje; Europese Commissie, EASO, FRA, IOM en UNHCR.
Het belangrijkste instrument voor de uitvoering van de FRS was het daarna ontwikkelde actieplan (AP). In dit actieplan zijn een aantal reeds lopende acties neergelegd die werden aangepast of herzien met het oog op de integratie van de doelstellingen van de grondrechtenstrategie en van de relevante nieuwe bepalingen vervat in de wijzigingen in de Frontex-verordening**, waarvan enkele zelf waren ontleend aan de eerder goedgekeurde strategie (d.w.z. de oprichting van het raadgevend forum). ** Verordening (EU) nr. 1168 / 2011 van 25 oktober 2011 (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 1).
Zowel de FRS als het AP (respectievelijk punt 37 en actie 18) noemt het jaarlijkse voortgangsverslag over de grondrechten, dat ten doel heeft de voortgang die op het gebied van de grondrechten wordt gemaakt te volgen en dat aan de raad van bestuur moet worden aangeboden, door de raad van bestuur moet worden vastgesteld en vervolgens openbaar wordt gemaakt. Omdat het AP in november 2011 werd vastgesteld, bestrijkt dit eerste jaarlijkse voortgangsverslag de periode van januari tot en met december 2012. Dit verslag is verdeeld in vijf paragrafen: 1. Acties tot uitvoering van het gewijzigde mandaat, namelijk artikel 26 bis van de Frontex-verordening; 2. Acties op operationele gebieden; 3. Acties op het gebied van de capaciteitsopbouw; 4. Acties in verband met samenwerking met derde landen; 5. Overige acties. De FRS zal, op basis van dit verslag en na raadpleging van het raadgevend forum en de grondrechtenfunctionaris, door de raad van bestuur worden geëvalueerd.
I. Tenuitvoerlegging van artikel 26 bis: Oprichting van het raadgevend forum voor de grondrechten en aanstelling van de grondrechtenfunctionaris Het raadgevend forum (Consultative Forum - CF) en de grondrechtenfunctionaris (Fundamental Rights Officer - FRO) zijn twee van de belangrijkste instrumenten van Frontex om respect voor de grondrechten in al zijn activiteiten te integreren en te waarborgen. Hoewel hun rol en functies verschillen, zijn zij de belangrijkste spelers in de uitvoering van de grondrechtengerelateerde bepalingen van de Frontex-verordening en in het verwezenlijken van de doelstellingen van de FRS.
a) Oprichting van het raadgevend forum Het raadgevend forum heeft tot taak de uitvoerend directeur en de raad van bestuur bij te staan op het gebied van de grondrechten en het moet worden geraadpleegd over de verdere ontwikkelingen en uitvoering van de grondrechtenstrategie van Frontex, zijn gedragscode en de gemeenschappelijke basisinhoud. Op 8 februari 2012 heeft de raad van bestuur van Frontex besloten om een redactiecomité in het leven te roepen om de relevante besluiten betreffende de oprichting van het raadgevend forum voor te bereiden. Dit redactiecomité bestaat uit vertegenwoordigers van de raad van bestuur* en van de EASO, het FRA en de UNHCR, waarvan laatstgenoemden conform de gewijzigde Frontex-verordening zullen worden uitgenodigd om deel te nemen aan het raadgevend forum. * Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Spanje en de Europese Commissie
Het werk van het redactiecomité richtte zich in het bijzonder op het identificeren van de organisaties die zouden worden uitgenodigd om deel te nemen aan het raadgevend forum, de criteria en selectieprocedure voor organisaties uit het maatschappelijk middenveld die belangstelling hadden om deel te nemen, en de werkwijzen en wijze van informatieoverdracht van het raadgevend forum. Leidend beginsel bij de samenstelling van het raadgevend forum was dat het forum een efficiënt en operationeel lichaam moet zijn dat de raad van bestuur en de uitvoerend directeur van Frontex bijstaat en structureel advies verleent op het gebied van grondrechten, strategische aanbevelingen doet en een bron van informatie is over de wijze waarop Frontex de eerbiediging van de grondrechten in zijn verschillende activiteiten structureel kan verbeteren. Zes gespecialiseerde organisaties (internationale organisaties en EU-agentschappen) werden bij besluit van de raad van bestuur van 23 mei rechtstreeks uitgenodigd. Na een open oproep tot het indienen van blijken van belangstelling in mei, selecteerde het redactiecomité in juli nog eens negen organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Het comité stelde ook een reservelijst en een register van organisaties vast die als deskundigen zouden kunnen worden uitgenodigd wanneer specifieke agendapunten worden besproken. De selectie van organisaties uit het maatschappelijk middenveld werd gebaseerd op ontvankelijkheidscriteria en selectiecriteria die in detail werden beschreven in de sollicitatiedocumenten en het relevante besluit van de raad van bestuur. Het was belangrijk het aantal leden van het raadgevend forum beperkt te houden om het werk van het forum efficiënter te maken. In het selectieproces werd daarom de voorkeur gegeven aan deelname van organisaties uit het maatschappelijk middenveld die op Europees niveau of internationaal actief zijn en die zelf idealiter meer dan een organisatie kunnen vertegenwoordigen (koepelorganisaties). Het raadgevend forum van Frontex heeft, conform de besluiten van de raad van bestuur van 23 mei en 27 september 2012, de volgende leden:
Amnesty International European Institutions Office (Kantoor van Amnesty International bij de Europese instellingen),
Caritas Europa,
Churches’ Commission for Migrants in Europe (Kerkelijke Commissie voor migranten in Europa),
Raad van Europa,
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken,
Europese Raad voor vluchtelingen en ballingen,
Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten,
Internationale Katholieke Migratiecommissie,
Internationale Commissie van juristen,
Internationale Organisatie voor migratie,
Vluchtelingendienst van de Jezuïeten,
Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten van de OVSE,
Platform for International Cooperation on Undocumented Migrants (Platform voor internationale samenwerking inzake ongedocumenteerde migranten),
Red Cross EU Office (EU-kantoor van het Rode Kruis),
Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen.
De werkwijzen en wijze van informatieoverdracht (WM) aan het raadgevend forum werden met de leden van het raadgevend forum besproken in een voorafgaande bijeenkomst op 5 september 2012 en werden, rekening houdend met hun inbreng, op 27 september 2012 door de raad van bestuur van Frontex vastgesteld. Het raadgevend forum is officieel met zijn werk begonnen na de constituerende vergadering op 16 oktober 2012 in Warschau, waaraan vertegenwoordigers van de Europese Commissie (DG Justitie) en het Europees Parlement deelnamen en waar het raadgevend forum verder de voorzitter en vicevoorzitter koos (respectievelijk FRA en JRS).
b) Aanstelling van de grondrechtenfunctionaris Krachtens artikel 26 bis, lid 3, van de Frontex-verordening diende de raad van bestuur van Frontex een grondrechtenfunctionaris (FRO) aan te stellen om bij te dragen tot het mechanisme voor toezicht op grondrechten in alle activiteiten van Frontex. De FRO is een onafhankelijk functionaris binnen Frontex, die rechtstreeks aan de raad van bestuur rapporteert. De FRO heeft ook tot taak regelmatig verslag uit te brengen aan het raadgevend forum en de uitvoerend directeur van Frontex, die zijn/haar tot aanstelling bevoegde gezag is. Het hierboven genoemde redactiecomité bereidde ook de relevante documenten voor die leidden tot de aanstelling van de FRO. Het redactiecomité richtte zich vooral op het verduidelijken van de taken van de FRO conform de Frontex-verordening en op de ontvankelijkheids- en selectiecriteria voor de aanwervingsprocedure, met inbegrip van enkele specificiteiten van de selectieprocedure. De sollicitatiecommissie die voor de werving werd ingesteld, bestond uit twee waarnemers van de raad van bestuur van Frontex, één volwaardig lid van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) en stafleden van Frontex. De sollicitatiecommissie beval een lijst van drie geschikte sollicitanten aan, die in de vergadering van de raad van bestuur van 26 september werden gepresenteerd. De raad van bestuur selecteerde hierop een van de voorkeurskandidaten voor de functie van FRO en plaatste de overige twee kandidaten op de reservelijst. De uitvoerend directeur benoemde vervolgde de geselecteerde kandidaat, Inmaculada Arnaez; zij aanvaardde haar functie op 17 december 2012.
II. Operaties De door Frontex gecoördineerde operationele activiteiten zijn meer in de belangstelling komen te staan wat betreft grondrechten. Daarom werd zowel in de strategie als in de Frontex-verordening meer aandacht aan dit deel van het werk van Frontex geschonken.
a) Gezamenlijke operaties 1. Grondrechten in de operationele plannen De gedragscode van Frontex voor alle personen die deelnemen aan Frontex-activiteiten, met specifieke bepalingen betreffende de eerbiediging van de grondrechten en de toegang tot internationale bescherming, werd in maart 2011 door de raad van bestuur vastgesteld en vormt een integraal onderdeel van het standaard operationele plan (Oplan). In 2012 werd ook de formulering op dit gebied in het standaard operationeel plan versterkt en werd een paragraaf over “grondrechten in Frontexactiviteiten” ingevoegd waarin de “verplichtingen van Frontex” en de “verplichtingen van alle personen die betrokken zijn bij Frontex-activiteiten” op het punt van de grondrechten nauwkeurig werden beschreven. In juli werd bovendien een standaardplan voor briefing/debriefing vastgesteld, met daarin een paragraaf over grondrechten, die ook als bijlage werd opgenomen in het Oplan. Het verslag over ernstige incidenten (“Serious Incident Report” - SIR), als bijlage bij het Oplan gevoegd, werd aangepast aan de ingestelde verslagleggingsverplichtingen met betrekking tot vermeende schendingen van de grondrechten, en de lijst van ernstige incidenten werd dienovereenkomstig gewijzigd.
2. Vaststelling van een standaardwerkwijze om eerbiediging van de grondrechten in Frontex-activiteiten in gezamenlijke operaties en proefprojecten te waarborgen Er werd een standaardwerkwijze (Standard Operating Procedure - SOP) voor vermeende schendingen van grondrechten ontwikkeld om een rapportagemechanisme voor mogelijke schendingen van grondrechten in operationele activiteiten in te stellen en een adequate respons van Frontex op de in artikel 3 van de Frontex-verordening beschreven verplichting vast te stellen. Nadat operationele eenheden feiten hebben verzameld, de eenheid Juridische Zaken van Frontex een juridische beoordeling heeft gemaakt en de FRO een beoordeling heeft gegeven, behelst de laatste fase van de standaardwerkwijze, in geval van ernstige of aanhoudende schendingen van grondrechten, een aanbeveling aan de uitvoerend directeur om de gezamenlijke operatie (GO) op te schorten of te beëindigen. De standaardwerkwijze werd in juli 2012 vastgesteld en zal naar verwachting in de eerste helft van 2013 voor het eerst worden geëvalueerd, nadat feedback vanuit de uitvoeringspraktijk en input van de FRO is ontvangen.
3. Gezamenlijke terugkeeroperaties In 2012 werd een ontwerpgedragscode voor gezamenlijke terugkeeroperaties (GTO's) opgesteld, met inbegrip van het aspect van toezicht op gedwongen terugkeer, en deze werd in januari 2013 voor een eerste advies voorgelegd aan het raadgevend forum. Na voorlegging van de ontwerpgedragscode aan terugkeerdeskundigen van de lidstaten, zal de gedragscode naar verwachting in de eerste helft van 2013 door de raad van bestuur van Frontex worden vastgesteld.
4. Deelname van partnerorganisaties aan operationele activiteiten Sinds 2011 hebben EU-agentschappen en internationale organisaties zoals het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR) deelgenomen aan briefings voorafgaand aan inzet in door Frontex gecoördineerde GO's (bijv. GO EPN-Minerva en proefproject Vega). Het werkprogramma 2010-2011 van het FRA bevatte een project met betrekking tot de grondrechtensituatie en de behandeling van ingezetenen van derde landen aan de buitengrenzen van de EU. Om het FRA inzicht te geven en mogelijkheden te verschaffen om met functionarissen te spreken die leiding geven aan operaties, zijn stafleden van het FRA vervolgens waarnemer geweest bij door Frontex gecoördineerde patrouilles op zee in GO Poseidon Zee en GO EPN-Indalo. De resultaten van hun gesprekken zullen worden vertaald in een studie naar de behandeling van illegale migranten aan de Europese grenzen.
b) Risicoanalyse De gegevensverzameling en -analyse zijn ontwikkeld, rekening houdend met grondrechtenaspecten zoals asielaanvragen (UNHCR-gegevens), mensenhandel (THB) en de situatie in landen van herkomst. Het bijgewerkte handboek over profielen van slachtoffers van mensenhandel werd gepubliceerd. In 2012 werden de ingezette debriefingdeskundigen tijdens de debriefingcursus bij aanvang van GO's geïnstrueerd hoe te handelen met betrekking tot personen die internationale bescherming vragen en kwetsbare personen of groepen personen die speciale bescherming of speciale zorg nodig hebben. Uitgezonden functionarissen in GO's ontvangen bovendien regelmatig recente analytische resultaten als informatie voor hun werk. Er werden regelmatig vergaderingen met de verbindingsofficier van de UNHCR bij Frontex gehouden om zienswijzen over analytische resultaten en op te nemen grondrechtenaspecten te delen, alsmede om toekomstig gezamenlijk werk te plannen, voor zover van toepassing.
III. Capaciteitsopbouw In capaciteitsopbouwactiviteiten, in het bijzonder op het gebied van opleiding, werden veel producten ontwikkeld, waaronder speciale paragrafen over grondrechten. Ook was er sprake van structurele en actieve betrokkenheid van alle grote spelers, zoals het FRA, de UNHCR, de IOM en andere organisaties.
a) Bijgewerkt gemeenschappelijk kerncurriculum Het gemeenschappelijk kerncurriculum 2012 (Common Core Curriculum - CCC) is bijgewerkt met verscheidene nieuwe onderwerpen die verband houden met grondgerechten, en de nieuwe inhoud is in de lidstaten/met Schengen geassocieerde landen en negen partnerlanden ten uitvoer gelegd.
b) Ontwikkeling van het handboek bij de opleiding in de grondrechten In 2012 werd een handboek over grondrechten ontwikkeld voor opleiders van grenswachten. Dit zal in 2013 worden voltooid en gepubliceerd. Dit handboek zal worden vertaald in de nationale talen en naar verwachting in 2013 worden ingevoerd. Bij het opstellen van dit handboek werden diverse EU-agentschappen en organisaties (FRA, EASO, IOM, ODIHR, OHCHR en UNHCR) regelmatig geraadpleegd.
c) Voltooiing van het handboek voor de bestrijding van mensenhandel voor grenswachten Het opleidershandboek voor de bestrijding van mensenhandel werd in 2012 voltooid en gepubliceerd. Het werd vertaald in veertien talen van de EU en er werden 25 nationale opleiders opgeleid en gecertificeerd om nationale cursussen in vijftien lidstaten ten uitvoer te leggen. Het handboek over profielen van slachtoffers van mensenhandel 2012 werd ook ontwikkeld, in samenwerking met relevante internationale organisaties zoals UNODC, UNHCR en IOM.
d) Opleiding in de grondrechten voor de Europese grenswachtteams In 2012 werden de profielen van de pool van deskundigen bijgewerkt met ontvankelijkheidscriteria betreffende hun opleiding in de grondrechten en de toegang tot internationale bescherming. Ook werd de EBGT-opleidingscomponent ontwikkeld die bestaat uit lessen over het eerbiedigen en toepassen van grondrechten in de praktijk en lessen om het bewustzijn betreffende mogelijke slachtoffers van mensensmokkel of mensenhandel te vergroten.
e) Opleiding in de grondrechten voor Frontex-personeel De opleiding in de grondrechten voor Frontex-personeel werd ontwikkeld in samenwerking met het FRA en de UNHCR. Na het aanbestedingsproces werd een besluit over de gunning genomen. De proefopleidingssessie zal naar verwachting in april plaatsvinden.
f) Studies naar ethiek en grenscontrole en naar anti-corruptiemaatregelen voor grenscontrole De studies werden respectievelijk in 2010 en 2012 gepubliceerd.
IV. Externe betrekkingen met derde landen In alle werkafspraken en memoranda van overeenstemming die Frontex in 2012 na de inwerkingtreding van de Frontex-verordening formeel heeft gesloten (Nigeria, Armenië en Turkije) of getekend (Azerbeidzjan), werd een specifieke bepaling opgenomen over het beginsel van de eerbiediging van grondrechten. De taak van Frontex om grondrechten te eerbiedigen en te bevorderen is naar behoren naar voren gebracht in de gesprekken en bijeenkomsten met vertegenwoordigers van partners uit derde landen die in 2012 plaatsvonden in het kader van de externe samenwerkingsactiviteit van Frontex. Het agentschap overlegt voortdurend met het DG Binnenlandse Zaken en de Europese Commissie om te waarborgen dat de samenwerkingsactiviteiten van Frontex met de autoriteiten van derde landen volledig in overeenstemming zijn met het beleid van de Europese Unie inzake externe betrekkingen, ook wat betreft de eerbiediging van grondrechten. Ook in de toekomstige betrokkenheid van Frontex bij het ontwikkelen en ten uitvoer leggen van technische bijstandsprojecten in derde landen zal naar behoren rekening worden gehouden met de bevordering en eerbiediging van grondrechten.
V. Horizontale thema's a) Bescherming van persoonsgegevens Frontex ontwikkelt momenteel zijn capaciteit om persoonsgegevens voor operationele doeleinden te verwerken conform zijn gewijzigde mandaat. In oktober 2012 werd, samen met andere JBZ-agentschappen en partners zoals het EDPS en de gemeenschappelijke controleorganen van Europol en Eurojust, een workshop georganiseerd om beste praktijken en leerervaringen voor de juiste uitvoering van normen voor gegevensbescherming te delen.
b) Mensenhandel Frontex neemt actief deel aan initiatieven en projecten die zich richten op dit thematische onderwerp, en het heeft ook bijgedragen aan de inspanningen van alle JBZ-agentschappen om op een meer vereende wijze op te treden en mensenhandel te bestrijden; daarbij wordt de voorkeur gegeven aan een slachtoffergerichte aanpak. Frontex neemt regelmatig deel aan conferenties, seminars en workshops die ook worden bijgewoond door verschillende organisaties uit het maatschappelijk middenveld en waar speciale aandacht wordt geschonken aan grenscontrole en de bescherming van grondrechten.
Conclusies Dit verslag laat zien dat Frontex al geruime tijd betrokken is bij de tenuitvoerlegging van grondrechtenacties, en veel acties die voortkomen uit de strategie of de verordening, liepen al voordat deze in werking traden. Nu de belangrijkste instrumenten in het instrumentarium van Frontex om eerbiediging van de grondrechten te integreren en waarborgen zijn ingevoerd, zullen veel acties bovendien verder worden ontwikkeld, verfijnd of herzien. Het jaar 2012 werd met name gekenmerkt door de start van de structurele officiële samenwerking met organisaties uit het maatschappelijk middenveld die actief zijn op het gebied van migratie en grondrechten. Het volgende voortgangsverslag, voor 2013, zal volgens de planning worden opgesteld samen met het eerste jaarlijkse activiteitenverslag van het raadgevend forum en de regelmatige verslagleggingsactiviteiten van de FRO.
Bijlage G: Jaarverslag over de toegang tot documenten Inleiding Dit verslag is opgesteld in overeenstemming met artikel 17, lid 1, van verordening (EU) nr. 1049 / 2001. Het bestrijkt de periode van 1 januari tot en met 31 december 2012 en is gebaseerd op statistische gegevens die in onderstaande bijlage worden samengevat. Verordening (EU) nr. 1049 / 2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie stelde dat alle door de instellingen ingestelde agentschappen de in deze verordening vervatte beginselen moesten toepassen. Volgens artikel 28 van Verordening (EU) nr. 2007 / 2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie dient Frontex Verordening (EU) nr. 1049/2001 toe te passen bij de behandeling van verzoeken om toegang tot documenten in zijn bezit. Op 21 september 2006 stelde de raad van bestuur van Frontex praktische regelingen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1049 / 2001 vast. Frontex ontvangt verzoeken om toegang tot documenten hetzij via een ‘contactformulier’ op de website van Frontex hetzij rechtstreeks via een emailbericht aan het adres van de sector Informatie en transparantie. De sector Informatie en transparantie, die alle verzoeken behandelt, raadpleegt de desbetreffende deskundigen binnen Frontex en stelt een ontwerpantwoord op dat vervolgens door de eenheid Juridische Zaken wordt gereviseerd. Nadat het antwoord door de eenheid Juridische Zaken is gereviseerd, wordt het naar de verzoeker gezonden.
Toegang tot documenten van Frontex in 2012 In 2012 heeft Frontex zestien verzoeken om toegang tot documenten op basis van Verordening (EU) nr. 1049 / 2001 ontvangen. Elf verzoeken betroffen werkafspraken van Frontex met derde landen en internationale organisaties, twee betroffen Frontex-lesmateriaal, één betrof operationele plannen van Frontex, één betrof de banden van Frontex met het bedrijfsleven en de laatste betrof toegang tot het handboek voor risicoanalyses van Frontex. Het profiel van de verzoekers varieerde van studenten tot onderzoekers en niet-gouvernementele organisaties. Elf verzoekers werd volledige toegang tot de gevraagde documenten verleend, vier verzoekers werd gedeeltelijke toegang verleend en er was één afwijzing. De reden om één verzoeker toegang te weigeren was de bescherming van het openbaar belang wat betreft de openbare veiligheid als voorzien in artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1049 / 2001. Er werd geen confirmatief verzoek ingediend en er werd geen klacht ingediend bij de Europese Ombudsman. Het uitwisselen van informatie is van zeer groot belang voor Frontex; een van de doelstellingen van het agentschap is alle belanghebbenden, met inbegrip van het publiek, correcte informatie te verstrekken over zijn activiteiten op het gebied van grensbeheer. Figuur 5: Statistieken over de toepassing van Verordening (EU) nr. 1049 / 2001 voor 2012 Initiële verzoeken: 16
Ontvangen initiële verzoeken
Resultaten: 11
Toegang verleend
4
Gedeeltelijke toegang verleend
1
Toegang geweigerd
Confirmatieve verzoeken: (–)
Ontvangen confirmatieve verzoeken
Weigering per toegepaste uitzondering: 1
Artikel 4, lid 1, onder a) - Bescherming van het openbaar belang wat betreft de openbare veiligheid, defensie en militaire aangelegenheden, de internationale betrekkingen, het financieel, monetair of economisch beleid van de Gemeenschap of van een lidstaat
Bijlage H: Kredieten 2012 Over te dragen
Oorspron Gewijzigd Gewijzigde kelijke e Overschrijving van Beschikbare begroting begroting kredieten kredieten 5 begroting 2012 nr. 1 2012 2012 nr. 2
Begrotingspost (bedragen in 1 000 EUR)
(A)
(B)
(C)
(D)
(E)
Vastleggingen
Betalingen
Niet gebruikt (C2)1
1
(F)
(F)/(E)
(G)
(G)/(E) (H)
(C8)3
Totaal
(I)
(J)=(H)+(I)
(J)/(E)
(K)
2
Titel 1
Personeel
20 550
0
0
239
1%
20 789
20 630
99%
20 422
98%
0
208
208
1%
159
1%
Titel 2
Overige administratieve uitgaven
10 077
0
0
-1 008
-10%
9 069
8 887
98%
6 864
76%
0
2 023
2 023
22%
182
2%
Titel 3
Operationele activiteiten
54 333
0
4 618
769
1%
59 720
59 039
99%
40 106
67%
497
19 029
19 526
33%
184
0%
84 960
0
4 618
0
89 578
88 556
99%
67 392
75%
497
21 260
21 757
24%
525
1%
Totaal-generaal gewone begroting
Uitsplitsing van de kredieten in titel 3 30
Operaties
42 493
0
4 500
948
2%
47 941
47 941
100%
32 568
68%
0
15 450
15 450
32%
0
0%
3000
Landgrenzen
5 000
0
800
4 733
95%
10 533
10 533
100%
7 284
69%
0
3 254
3 254
31%
0
0%
3010
Zeegrenzen
25 050
0
3 700
-3 785
-15%
24 965
24 965
100%
16 707
67%
0
8 321
8 321
33%
0
0%
3020
Luchtgrenzen
2 200
0
0
250
11%
2 450
2 450
100%
2 013
82%
0
437
437
18%
0
0%
3050
Gezamenlijke terugkeeroperaties
10 243
0
0
-250
-2%
9 993
9 993
100%
6 564
66%
0
3 438
3 438
34%
0
0%
310
Risicoanalyse
1 400
0
0
-175
-13%
1 225
1 220
100%
629
51%
0
591
591
48%
5
0%
311
Frontexsituatiecentrum
1 050
0
0
555
53%
1 605
1 225
76%
726
45%
379
499
878
55%
1
0%
320
Opleiding
4 000
0
0
425
11%
4 425
4 425
100%
2 711
61%
0
1 732
1 732
39%
0
0%
330
Onderzoek en ontwikkeling
1 032
0
0
48
5%
1 080
804
74%
609
56%
118
196
314
29%
158
15%
331
Eurosur-programma 1 308
0
0
942
72%
2 250
2 250
100%
1 972
88%
0
278
278
12%
0
0%
340
Gebundelde middelen 1 000
0
0
-408
-41%
592
589
99%
353
60%
0
236
236
40%
3
1%
341
RABIT-inzet
0
0
250
0%
250
250
100%
241
96%
0
9
9
4%
0
0%
350
Diverse operationele 150 activiteiten
0
118
-158
-105%
110
110
100%
104
95%
0
6
6
5%
0
0%
351
Operationele ITprojecten
0
0
-1 465
-98%
35
18
51%
0
0%
0
18
18
51%
17
49%
352
Europese dag voor de 400 grenswachten
0
0
-193
-48%
207
207
100%
193
93%
0
14
14
7%
0
0%
0
1 500
1 (E) = (A) + (B) + (C) + (D) 2 Niet-automatisch (C2) 3 Automatisch (C8) 4 (K) = (E) – (F) – (H) 5 Verzoek om personeel, begrotingsneutrale basis
Bijlage I: Specificatie personeelsbestand per eenheid per 31 december 2012 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Naam van de eenheid AA1 AC TF GND AC TF GND AC TF
GND AC TF
GND AC TF
Eenheid Gezamenlijke operaties
0
1
8
33
7
12
32
10
19
33
11
23
35
Administratieve diensten2
3
7
10
0
20
18
0
26
20
0
33
25
0
Personeelszaken en diensten ICT
GND AC TF
GND
11
23
35
11
23
34
26
11
0
28
10
0
6
17
0
6
16
0
Risicoanalyse
1
1
5
12
2
13
17
3
12
14
6
17
18
8
17
18
8
17
203
Managementondersteuning
0
2
6
3
3
8
3
3
10
5
6
14
4
6
14
5
6
15
5
Financiën en Inkoop
1
3
7
0
3
9
0
5
9
0
6
13
0
7
10
0
5
11
0
Opleiding
0
1
2
6
2
4
5
2
5
4
3
8
7
3
9
7
3
8
7
Frontex-situatiecentrum
0
0
1
0
3
1
2
4
6
3
5
11
3
9
11
4
8
11
7
Gebundelde middelen
0
0
2
3
0
2
3
1
2
4
1
5
5
1
5
5
1
5
4
O&O
0
1
2
4
1
1
3
1
7
2
1
12
2
1
12
1
1
11
2
Juridische zaken
0
1
1
0
1
2
2
1
3
0
1
3
1
1
3
1
1
2
1
Interne controle/kwaliteitsbeheer
0
0
1
0
2
1
0
1
2
0
3
2
0
3
2
0
3
2
0
Directie
0
0
2
0
0
5
0
3
5
1
3
6
1
3
7
2
3
6
2
Totaal
5
17
47
61
44
76
67
60
100
66
79
139
76
85
141
78
84
137
82
Bijlage J: Specificatie tijdelijke functionarissen per 31 december 2012 2011 Toegestaan in de EU-begroting
Functiegroep en rang Permanente posten AD 15 AD 13 AD 11 AD 9 AD 7 AD 5 Totaal AD AST 10 AST 8 AST 6 AST 4 AST 2 Totaal AST TOTAAL
2012 Bezette posten op 31.12.2011
Toegestaan in de EU-begroting
Bezette posten op 31.12.2012
Tijdelijke posten
Permanente posten
Tijdelijke posten
Permanente posten
Tijdelijke posten
Permanente posten
Tijdelijke posten
1 6 12 18 3 2 87 8 14 5 56 143
-
1 3 10 4 1 2 86 6 11 4 55 141
-
1 3 9 1 2 3 87 5 10 5 56 143
-
1 4 8 6 2 1 83 6 14 4 54 137
Bijlage K: Lijst met afkortingen ABC Automated Border Control (geautomatiseerde grenscontrole) AC Arbeidscontractant ADESVET Opleidingspakket voor de opsporing van gestolen voertuigen op gevorderdenniveau AFIC Africa-Frontex Intelligence Community (inlichtingengemeenschap Afrika-Frontex) AI Advance Information (vooraf te verstrekken informatie) ALUG Analysis Layer Users Group (gebruikersgroep analyselaag) AP Actieplan API Advance Passenger Information (op voorhand af te geven passagiersgegevens) AVATAR Automated Virtual Agent for Truth Assessments in Real-time (geautomatiseerde virtuele agent voor realtime waarheidsbeoordelingen) BCP Border Crossing Point (grensdoorlaatpost) BSCF Black Sea Littoral States Border/Coast Guard Cooperation Forum (Samenwerkingsforum grens-/kustwachten in het Zwarte Zeegebied) BSRBCC Baltic Sea Region Border Control Cooperation (Samenwerkingsverband grenscontroles in de Oostzeeregio) CCC Common Core Curriculum (gemeenschappelijk kerncurriculum) CEAS Common European Asylum System (gemeenschappelijk Europees asielstelsel) Cepol Europese Politieacademie CF Frontex Consultative Forum on Fundamental Rights (raadgevend forum voor de grondrechten van Frontex) Ciram Common Integrated Risk Analysis Model (gemeenschappelijk model voor geïntegreerde risicoanalyse) COSI Permanent Comité binnenlandse veiligheid van de Raad van de Europese Unie CPIP Common Pre-Frontier Intelligence Picture (gemeenschappelijk inlichtingenbeeld van de situatie in het gebied vóór de grens) CRATE Centralised Record of Available Technical Equipment (centraal register met beschikbaar technisch materiaal) DC Drafting Committee (redactiecomité) DCP Direct contactpunt DG Directoraat-generaal DPO Data Protection Officer (functionaris voor gegevensbescherming) EASO European Asylum Support Office (Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken) EBGT European Border Guard Teams (Europese grenswachtteams) ED4BG European Day for Border Guards (Europese dag voor de grenswachten) EDEO Europese Dienst voor extern optreden EDF ARA European Union Document-Fraud Annual Risk Analysis (jaarlijkse risicoanalyse Europese documentfraude) EDF RAN European Union Document-Fraud Risk Analysis Network (risicoanalysenetwerk voor Europese documentfraude) EDPS EMSA EPN ESP ETS Eubam Eulex eu-LISA Eurojust Euromed Eurosur EUSC FCOI FJST FOO FPS FRA FRAN FRO FRS FSC FSO GND GO GTO HQ HR ICAO ICC ICT IOM JBZ JDSP JORA JRS LS MARRI MB
European Data Protection Supervisor (Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming) European Maritime Safety Agency (Europees Agentschap voor maritieme veiligheid) Europees Patrouillenetwerk European Situational Picture (Europees situationeel beeld) European Training Scheme (Europees opleidingsprogramma) EU Border Assistance Mission to Moldova and Ukraine (Missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan Moldavië en Oekraïne) European Union Rule of Law Mission (rechtsstaatmissie van de Europese Unie) Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen Europese Eenheid voor justitiële samenwerking Europees-mediterraan partnerschap European Surveillance System (Europees grensbewakingssysteem) European Union Satellite Centre (satellietcentrum van de Europese Unie) Frontex Compatible Operational Image (Frontex compatibel operationeel beeld) Frontex Joint Support Teams (gemeenschappelijk Frontex-ondersteuningsteam) Frontex Operational Office (operationeel Frontex-kantoor) Frontex-plaatsbepalingssysteem European Union Fundamental Rights Agency (Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten) Frontex Risk Analysis Network (Frontex-netwerk voor risicoanalyse) Fundamental Rights Officer (grondrechtenfunctionaris) Fundamental Rights Strategy (strategie op het gebied van de grondrechten) Frontex-situatiecentrum Frontex Support Officer (Frontex-ondersteuningsfunctionaris) Gedetacheerde nationale deskundige Gezamenlijke operatie Gezamenlijke terugkeeroperatie Headquarters (hoofdkantoor) Human Resources (personele middelen) International Civil Aviation Organisation (Internationale Burgerluchtvaartorganisatie) Internationaal coördinatiecentrum Informatie- en communicatietechnologie Internationale Organisatie voor Migratie Justitie en Binnenlandse Zaken Joint Degree Study Programme (gemeenschappelijk studieprogramma) Joint Operations Reporting Application (rapportagetoepassing voor gezamenlijke operaties) Jesuit Refugee Service (Vluchtelingendienst van de Jezuïeten) Lidstaat Migration, Asylum, Refugees Regional Initiative (Regionaal Migratie-, asiel- en vluchtelingeninitiatief) Management Board (raad van bestuur)
MEP MvO MvS NCC NGO O&O ODIHR OHCHR OLAF OMNTE Oplan OPV OVSE PP RABIT RPAS SAC SAR SGO SIR SIS SOP SQF TC TEP TF THB UAS UGS UNHCR UNODC VFA VIS WG WM
Member of the European Parliament (lid van het Europees Parlement) Memorandum van overeenstemming Memorandum van samenwerking Nationaal coördinatiecentrum Niet-gouvernementele organisatie Onderzoek en ontwikkeling OSCE Office for Democratic Institutions and Human Rights (Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten van de OVSE) Office of the High Commissioner for Human Rights (Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten) Europees Bureau voor fraudebestrijding Overall Minimum Number of Technical Equipment (minimale hoeveelheid technische uitrusting) Operationeel plan Optional Piloted Vehicles (optioneel op afstand bestuurde toestellen) Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa Pulsar-programma Rapid Border Intervention Teams (snelle-grensinterventieteams) Remotely Piloted Aircraft System (op afstand bestuurd luchtvaartuig) Schengen Associated Country (met Schengen geassocieerd land) Search and Rescue (zoeken en redding) Seconded Guest Officer (uitgezonden functionaris) Serious Incident Report (verslag over ernstige incidenten) Schengeninformatiesysteem Standard Operating Procedure (standaardwerkwijze) Sectoral Qualifications Framework for Border Guarding (Sectoraal kwalificatiekader voor grenswachten) Third country (derde land) Technical Equipment Pool (pool van technische uitrusting) Tijdelijk functionaris Trafficking in Human Beings (mensenhandel) Unmanned Aircraft System (onbemand vliegtuig) Unattended Ground Sensor (onbemande grondsensor) United Nations High Commissioner for Refugees (Hoge Commissaris van de VN voor vluchtelingen) United Nations Office on Drugs and Crime (VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding) Visa Facilitation Agreement (visumversoepelingsovereenkomst) Visa-informatiesysteem Werkgroep Working Methods and Modalities for the Transmission of Information (werkwijzen en wijze van informatieoverdracht)