VNG SPECIAL 2006
T I J D S C H R I F T
V A N
D E
D H V
Stedelijke Ontwikkeling
Wij maken dromen waar! Transport
Integrale verkeersplanning Land en Water
Waterakkoord Haaglanden reduceert wateroverlast
prof. Katrien Termeer en burgemeester Kees Jan de Vet
Formuleer concrete doelstellingen op een A’4tje
G R O E P
INTERVIEW
Ir. Piet Besselink, lid Raad van Bestuur DHV Groep:
FOTO: RIJK MEERBEEK
“Klanten kunnen ons aanspreken verantwoordelijkheid”
Al sinds haar oprichting werkt DHV nauw samen met Nederlandse gemeenten. Met toewijding en met betrokkenheid. “We hebben met onze klanten niet alleen een papieren, maar ook een maatschappelijk contract”, stelt ir. Piet Besselink, sinds 1 mei 2006 bestuurslid van de DHV Groep.
- 2 - DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
Er bestaat een sterke interactie tussen het werk van DHV en bestuurlijke ontwikkelingen. Besselink: “Bestuurders die hun ambitie hoog leggen, dwingen ons ook hoog in te zetten. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken we aan het oplossen van huidige en toekomstige maatschappelijke vraagstukken. De samenwerking met onze klanten vinden wij dan ook heel belangrijk. Door gebruik te maken van elkaars kennis, voorkomen we dat we steeds opnieuw het wiel uitvinden en stimuleren we innovatie.” Bedrijfsleven en overheid moeten veel meer samen projecten oppakken, meent Besselink. “Binnen DHV ligt zóveel kennis voor het oprapen, dat wil ik best delen met anderen. Ook dát is een vorm van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Aan de andere kant moeten we als bedrijf wél gelegitimeerd worden door
overheden en bestuurders, want we kunnen natuurlijk niet zonder draagvlak en toestemming van gemeenten opereren.”
Brede dienstverlening De dienstverlening van DHV strekt zich uit van management consultancy, adviesdiensten, ontwerp en engineering tot project-, contract- en exploitatiemanagement. “Wij kunnen onze klanten breed van dienst zijn, of het nu gaat om strategisch advies bij complexe mobiliteitsvraagstukken, de detailengineering van een nieuwe brug of om ondersteuning bij het beheer van de openbare ruimte”, zegt Besselink. “Veel gemeenten gebruiken bijvoorbeeld de zogenoemde 'DHV-beheerpakketten', software waarmee ze onder andere hun rioleringsbeheer of kunstwerkenbeheer kunnen digitaliseren.
op onze maatschappelijke DHV assisteert dan bij het bijhouden van de gegevensbestanden. Diverse gemeenten schakelen inmiddels over op 'remote-werken'. Daarbij nemen wij de zorg voor het beheer volledig uit handen, terwijl de gemeente de bestanden kan raadplegen. En behalve gemeente vertrouwen inmiddels ook andere marktpartijen beheertaken toe aan DHV. Zo namen we in april dit jaar het beheer over van het chemische industriecomplex Chemelot van achthonderd hectare in Sittard-Geleen.”
Intermediair De komende jaren zullen vooral de landbouw- en transportsector, het milieu en de stedelijke ontwikkeling aandacht vragen. “Die vraagstukken vergen een integrale, regionale aanpak en dus de samenwerking van veel verschillende partijen met vaak evenzoveel verschillende belangen. Het is juist bij dit soort opdrachten dat een bureau als DHV zijn meerwaarde kan laten zien”, zegt Besselink. “We kennen de betrokken partijen, hebben een ruime ervaring op het gebied van proces- en projectmanagement en beschikken over hoogwaardige, technisch inhoudelijke kennis. Die koppeling maakt dat de rol van intermediair ons uitstekend past. Een duidelijk voorbeeld daarvan is dat we vier Twentse gemeenten, de Regio Twente en de Gedeputeerde Ruimte van Overijssel begeleiden bij hun gezamenlijk investering in bovenlokale ontwikkelingen van de Netwerkstad Twente.”
Internationaal netwerk Naast het onafhankelijke, multidisciplinaire karakter van DHV, biedt ook het internationale netwerk van DHV voordelen, meent Besselink. “Neem bijvoorbeeld ons Global Engineering Center in India. Daar digitaliseren we onder andere bestemmingsplannen voor gemeenten, bijvoorbeeld voor Heusden, en voeren we ook gegevens voor beheerpakketten in. Door dit soort werkzaamheden in India te laten uitvoeren, kunnen we kostenefficiënt werken voor onze
gemeentelijke klanten. Een ander voorbeeld van de internationale dimensie van DHV waar we in Nederland baat bij hebben, is de kennis die we hebben opgedaan bij het oplossen van bereikbaarheidsproblematiek in onder andere de Amerikaanse stad Baltimore. Hetzelfde geldt voor onze ervaringen op de Zuid-Afrikaanse markt met het opstellen van PPS-constructies. Die kunnen we zo vertalen naar de Nederlandse markt. Het stimuleren van die internationale kennisuitwisseling is dan ook een van de redenen dat de Zuid-Afrikaan Vic Prins van Stewart Scott International, ons bedrijfsonderdeel in Zuid-Afrika, per 1 juni is benoemd tot algemeen directeur van de business group Ruimte en Mobiliteit.”
Ziel en zaligheid Onafhankelijk staat bij DHV hoog in het vaandel. Besselink: “Onze onafhankelijkheid is gegarandeerd door de zeggenschapstructuur van ons bedrijf. Die ligt
bij de werknemers, vertegenwoordigd in de Stichting DHV. We zijn niet beursgenoteerd en niet gerelateerd aan marktpartijen. Van oudsher zijn we altijd adviseur geweest en hebben we er bewust voor gekozen geen uitvoerend werk op ons te nemen.” Onafhankelijk, multidisciplinair, internationaal: uiteindelijk zijn de kernwaarden van DHV'ers volgens het kersverse bestuurslid te vangen in één term: ambitie. Besselink: “Daar kunnen klanten ons op aanspreken! Je kunt een opdracht uitvoeren voor een zeven, een acht of een negen. Wij kiezen voor die negen. We hebben met onze klant niet alleen een papieren, maar ook een maatschappelijk contract. Ik merk dat veel van mijn collega's hun ziel en zaligheid in een project leggen. Zij beseffen dat ze niet louter voor zichzelf werken, maar ook voor de generaties na ons. Deze betrokkenheid zie ik als onze grootste kracht.”
Geschiedenis DHV is een van de grootste advies- en ingenieursbureaus van Nederland. Wereldwijd telt het bureau ruim 3700 medewerkers, waarvan er 2500 in Nederland werken. Het bureau werd in 1917 opgericht door de ingenieurs Dwars, Heederik en Verheij. Vanaf 1919 was het bureau decennia lang huisadviseur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw werd de eerste buitenlandse opdracht binnengehaald. De jaren daarna maakte DHV een forse internationale expansie door. Anno 2006 is DHV actief in Europa, Azie, Afrika en Noord-Amerika. Veertig procent van de omzet wordt in het buitenland gerealiseerd en zestig procent in Nederland. Van de Nederlandse omzet komt nog steeds 35 procent uit de gemeentelijke markt. Dankzij deze historische bagage is DHV als geen ander adviesbureau op de hoogte van het wel en wee van de Nederlandse gemeenten. Naast duizenden projecten in de gemeentelijke markt, was DHV de afgelopen negentig jaar betrokken bij een breed scala aan grote projecten die de inrichting van Nederland tekenden: van het herstel van dijken na de stormvloed van 1916 en de bouw van vele energiecentrales tot de ruim zeventien jaar lange betrokkenheid bij de totstandkoming van de HSL-Zuid. Via luchthavenexperts van DHV's dochteronderneming Naco heef DHV bijgedragen aan de ontwikkeling van Schiphol en omgeving. De missie van DHV is het verlenen van multidisciplinaire diensten voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving, gebaseerd op wederzijdse loyaliteit met onze klanten, medewerkers, partners en aandeelhouders. DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL - 3 -
NIEUWS
FOTO: DHV
Om meer vaartoeristen aan te trekken, laat de provincie Fryslân vijf nieuwe aquaducten bouwen. Schepen kunnen zo met staande mast de autoweg kruisen. Belangrijk daarbij is dat de aquaducten er ook mooi uitzien. Voor omwonenden én bezoekers. Voor het aquaduct bij Woudsend won DHV de ontwerpprijsvraag dankzij maximaal gebruik van beschikbare ruimte en van de waterdichte kleilaag op twintig meter diepte.
DHV vestigingen in Nederland Amersfoort Arnhem Bergen op Zoom Breda Den Haag Eindhoven Groningen Heerhugowaard Hengelo Maastricht Airport Rijswijk Rotterdam Westerhoven Zaandam
- 4 - DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
Daardoor blijven de bouwkosten beperkt tot ongeveer vier miljoen euro. De kruising van het kanaal heeft een bijzondere vorm gekregen. Die ziet eruit als een oud, roestig schip. DHV verzorgt het onderzoek, het ontwerp, de contractvorming en de directievoering van het project. informatie: Eric Brasser telefoon: (033) 468 27 73 e-mail:
[email protected]
FOTO: RIJK MEERBEEK
Mooi, goedkoop en innovatief aquaduct bij Woudsend
Bestuurlijk vermogen verhogen in gemeenten Verbindend leiderschap en systeemdenken zijn belangrijke competenties voor bestuurders die gemeenten effectief willen besturen en daarmee hun bestuurlijk vermogen kunnen verhogen. Dat blijkt uit onderzoek van DHVadviseur Sibout Nooteboom. Verbindend leiderschap betreft de intermediaire rol van ambtenaren en bestuurders: het samenbrengen van diverse partijen in een netwerk als geen enkele partij zelfstandig een maatschappelijk probleem kan oplossen (zie ook interview op pagina 8 en 9). Systeemdenken richt zich op het achterhalen van de onderliggende constanten in maatschappelijke ontwikkelingen die onafhankelijk zijn van de tijdelijke maatschappelijke context of van politieke ontwikkelingen. Dieper inzicht daarin leidt tot beter onderling begrip tussen diverse betrokken partijen. Belangrijk hierin zijn de, wat Nooteboom noemt, de 'adapatieve netwerken'. Dat zijn netwerken die zich aanpassen aan veranderende maatschappelijke en politieke omstandigheden, maar de maatschappelijke opgaven waar het om draait scherp in het oog houden. Nooteboom hoopt op dit onderwerp te promoveren in het najaar van 2006. informatie: Sibout Nooteboom telefoon: (033) 468 27 07 e-mail:
[email protected]
NIEUWS
In februari 2006 vond de afronding plaats van het ontwerp voor het nieuw te bouwen Muziekpaleis in Utrecht. DHV adviseert tijdens de bouw op akoestisch en bouwfysisch gebied. Het is een initiatief van Muziekcentrum Vredenburg, concertzaal Tivoli, het Jazzpodium SJU en de gemeente Utrecht. De bestaande concertzaal van Vredenburg breidt uit met vier nieuwe muziekzalen: een kamermuziekzaal, een poppodium, een Jazz-zaal (met jazzclub) en een multifunctionele en flexibel indeelbare zaal voor onder andere congressen, dansfeesten en modeshows. DHV richt zich in dit project op de akoestische kwaliteit van de verschillende zalen. Daarbij houdt zij rekening met de strenge eisen voor de geluidsisolatie en het voorkomen van
ARTIST IMPRESSION: DHV
Verschillende geluiden uit Muziekpaleis Utrecht
DHV adviseert Muziekpaleis Utrecht op akoestisch en bouwfysisch gebied
de trillingsoverdracht en de geluidemissie naar de dichtbij geplande nieuwbouwwoningen. Het Muziekpaleis wordt eind 2010 opgeleverd. Dankzij de verbeterde akoestiek zal Muziekpaleis Utrecht
Kunst! in de Zuidplaspolder
FOTO: DHV
Dit jaar is er KUNST te beleven in de Zuidplaspolder. Het Kunstproject Zuidplaspolder, dat DHV uitvoert in opdracht van provincie Zuid-Holland, is namelijk van start gegaan. Het kunstproject sluit aan bij de belevingswereld van de bewoners, gebruikers en bezoekers van de Zuidplaspolder. Deze belevingswereld is als de mentale kaart van de Zuidplaspolder: de verzameling van de verhalen, de herinneringen, de gebeurtenissen, de grote en kleine geschiedenissen. Daarmee bouwt het project voort op verschillende thema's die de Zuidplaspolder identiteit geven. Nog voor de zomer zal Herman Vuijsje de ringvaart hebben afgelopen, het
landschap hebben beschreven en ook de mensen die er (langs) wonen. Met de schrijver loopt fotografe Marian van de Veen-van Rijn mee die de observaties vastlegt. Samen werken ze toe naar een boekje dat op 22 juni tijdens de 'Langste dag van de Zuidplas' wordt gepresenteerd. Twee andere onderdelen van het Kunstproject zijn een onderzoek naar de levensvatbaarheid van een online gemeenschap Zuidplaspolder en een fotografieproject. informatie: Harriët Walinga telefoon: (033) 468 28 38 e-mail:
[email protected]
vanaf die tijd weer de toon zetten. informatie: Renz van Luxemburg telefoon: (040) 250 92 71 e-mail:
[email protected]
Wagenparkscan stimuleert duurzaam autogebruik Duurzaam autogebruik is cruciaal voor ons toekomstig leefmilieu. Voor het bevorderen daarvan ontwikkelde DHV een wagenparkscan. Centraal daarin staat een model waarmee alternatieven voor de huidige situatie beoordeeld worden op milieueffecten en bedrijfseconomische haalbaarheid. In opdracht van gemeenten wordt de scan toegepast bij bedrijven om te achterhalen of het bedrijfsleven in de gemeente zijn wagenpark wil laten rijden op aardgas (CNG). De scan werd eerder ingezet bij de gemeente Den Haag voor een investeringsbeslissing over een schoner wagenpark. Op basis van de doorgerekende scenario’s koos deze gemeente voor het laten rijden van auto’s op aardgas. Ook koos ze voor toepassing van roetfilters en het bijmengen van biodiesel voor machines. informatie: Pieter Tanja telefoon: (033) 468 30 19 e-mail:
[email protected] DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL - 5 -
COLUMN
S U S TA I N A B I L I T Y
Woningen en groen in de Bloemendalerpolder De Bloemendalerpolder is het open veenweidelandschap tussen Amsterdam, Weesp en de A1 bij Muiden. De provincie Noord-Holland wil hier 4500 woningen bouwen en de recreatiemogelijkheden vergroten. Jaap de Zeeuw is door de gemeente Muiden ingehuurd als projectmanager.
FOTO: RIJK MEERBEEK
De Zeeuw denkt dat bewoners veel baat hebben bij de plannen. “In ieder geval wordt de A1 aangepakt: die gaat straks onder de Vecht door, waardoor Muiden is bevrijd van de geluidsoverlast, de blikvervuiling en problemen met de luchtkwaliteit. Je ziet dan vanaf Weesp en vanaf de Vecht Muiden weer liggen.” Tweederde van het gebied krijgt een natuur- en recreatiefunctie, met in de rest woningbouw die uitkijkt op dat groen. “We gaan het zo inrichten dat je bijvoorbeeld vanuit Amsterdam naar het Naardermeer kan fietsen.”
Helder
Flexibilitijd De kwaliteit van de woonomgeving bepaalt voor de helft de prijs van nieuwe woningen. Kopers zijn bereid diep in de buidel te tasten voor een ruime opzet van de wijk, veel groen, een goede ontsluiting en nabijheid van natuur en water. Je zou dus zeggen dat het slim is om rekening te houden met de voorkeuren van consumenten. Volgens het Ruimtelijk Planbureau, dat recentelijk de 'prijs van de plek' heeft laten onderzoeken, gebeurt dat nog veel te weinig: “het beleid sluit onvoldoende aan bij de wensen van mensen”. Als mensen hun woonomgeving waarderen zijn ze bereid om erin te investeren. Een gebied groeit dan in kwaliteit en daarmee in economische waarde. Om een goede ruimtelijke kwaliteit ook op langere termijn zeker te stellen, is het van groot belang die opwaartse waardespiraal vast te houden. Maar behoeftes veranderen. Daarom moet het aanbod aan kwaliteit mee veranderen. Onze kleinkinderen hebben immers het recht hun eigen keuzes te maken. De houdbaarheidsdatum van de plannen die we nu maken, is tegen die tijd al lang verstreken, maar het lijkt wel of we ons dat nauwelijks realiseren.
Bij planvorming voor grootschalige woningbouw is een strategische milieubeoordeling (SMB) verplicht. De SMB laat op strategisch niveau de effecten zien van een bepaald plan op natuur en milieu. Bijvoorbeeld of de locatie van een woonwijk ten opzichte van een snelweg verstandig is vanwege de luchtkwaliteit. In opdracht van de provincie Noord-Holland heeft DHV de SMB/MER voor de Bloemendalerpolder opgesteld voor de Streekplanuitwerking. Volgens De Zeeuw is het “een goed rapport: helder geschreven met veel informatie.” De Zeeuw weet waarover hij praat. Hij is adviseur van de Commissie voor de m.e.r., die alle MER-rapporten beoordeelt. De opdracht voor DHV was niet gemakkelijk, meent De Zeeuw. “Het is een complex gebied en de tijdsdruk was heel groot.” Dat is het enige minpuntje: door de tijdsdruk was er weinig overleg mogelijk tussen DHV en de andere participanten, zoals de gemeente Muiden. “Nu is er vanuit de gemeenteraad kritiek gekomen op een aantal details in de SMB/MER. Dat had voorkomen kunnen worden door meer overleg.” informatie: Bernadette Botman telefoon: (033) 468 26 81 e-mail:
[email protected]
Bij de ontwikkeling van gebieden moet daarom meer 'transformatieruimte' worden ingebouwd. Er moet meer differentiatie komen in de aanpasbaarheid en de levensduur van woningen en in de bestendigheid van structuren in de openbare ruimte. Van eeuwigheidsplanning naar flexibilitijd.
informatie: John van den Hof telefoon: (033) 468 29 34 e-mail:
[email protected]
- 6 - DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
FOTO: DHV
Dat vraagt om een fundamenteel andere benadering van gebiedsontwikkeling en -exploitatie. Een benadering waarbij minder duurzaam uiteindelijk wel eens veel duurzamer zou kunnen blijken te zijn.
STEDELIJKE ONTWIKKELING
FOTO: HENRIIETTE GUEST
Graham Dusseldorp van LNV en Jan Bakker van DHV
Creatieve werkateliers doorbreken patstellingen bij gebiedsontwikkeling Het lijkt haast een cliché: gemeenten of bedrijven willen zich ontwikkelen, werken jaren aan ambitieuze plannen die uiteindelijk geblokkeerd worden door veranderende natuurwetgeving. Een patstelling en opstapelende frustraties zijn het gevolg. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en DHV faciliteerden constructieve oplossingen, met werkateliers als creatieve smeltkroes. Van de natuur houden we allemaal… maar soms even niet. Iedereen kent de voorbeelden van bouwplannen die tegengehouden werden door korenwolf of kamsalamander. De bescherming van kostbare natuurgebieden lijkt dan minder vanzelfsprekend en het schaadt de reputatie van de Vogel- en Habitat-richtlijn, die voor deze bescherming is ontwikkeld. In uiteenlopende situaties stelde LNV vast dat oplossingen geboden waren. “Er is veel mogelijk met de natuurwetgeving”, stelt Graham Dusseldorp, beleidsmedewerker bij de directie Natuur van LNV. “Tegelijkertijd constateren we dat veel partijen zich sterk focussen op de beperkingen van de wet en daardoor vastlopen in het verwezenlijken van hun plannen. Dit was voor ons aanleiding om eens te kijken hoe de ruimte die de natuurwetgeving biedt, goed gebruikt kan worden. Daarvoor pakten we een aantal cases op om te zien hoe we in die situaties zouden kunnen helpen een stap verder te komen. Als werkvorm kozen we voor
werkateliers, waarbij LNV-deskundigen betrokken partijen zouden begeleiden. Dit maakte het mogelijk om, los van directe belangen en met meer kennis van zaken, aan oplossingen te werken. Voor de uitvoering hiervan kwamen we bij DHV terecht.”
Impuls “Als er bij alle betrokken partijen bereidheid is een stap verder te zetten, blijken werkateliers een geweldige impuls te kunnen geven”, zegt DHVadviseur Jan Bakker. “Door investering van tijd en energie door alle stakeholders én door de feiten helder in kaart te brengen, is al veel te winnen. Al snel bleek dat het bij de partijen aan noodzakelijke kennis ontbrak. Door de ontbrekende expertise in te brengen en mensen uit te nodigen deze kennis ook toe te passen, worden de kansen zichtbaar.” Dusseldorp: “In een ongedwongen, maar op resultaat gerichte, sfeer ontstonden de ideeën en konden de betrokkenen zelf aan de slag. Een goed
voorbeeld speelde binnen de gemeente Velsen. Een aantal jaren geleden werden daar plannen ontwikkeld om het kustgebied te exploiteren. Naast de hoogovens en bedrijvigheid rond de havens zou het toerisme een derde economische pijler gaan vormen. De eerste stappen werden gezet om het betreffende gebied - grenzend aan de Kennemerduinen - in te richten. In de loop der jaren ontwikkelde het nu aangelegde binnenmeer zich echter tot een waardevol natuurgebied dat zelfs een beschermde status kreeg. De vraag werd vervolgens hoe deze gemeente tóch de gewenste recreatieve ontwikkelingen in gang kon zetten zonder de natuur aan te tasten. Door niet de beperkingen binnen de wetgeving als uitgangspunt te nemen, maar juist de mogelijkheden inzichtelijk te maken, werden er openingen gevonden. Uiteindelijk bereikten gemeente, exploitanten, natuurbeschermers en de andere betrokkenen een voor ieder bevredigend resultaat: een reeks schetsontwerpen, waarmee nu een herziene kustvisie gemaakt is. Het ontstane toekomstbeeld hierbij: een aantrekkelijke kuststrook, met ruime recreatieve mogelijkheden, grenzend aan mooie natuur waar gewandeld kan worden zonder die natuur aan te tasten.” informatie: Jan Bakker telefoon; (033) 468 27 08 e-mail:
[email protected] DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL - 7 -
INTERVIEW
Prof. dr. ir. Katrien Termeer en burgemeester drs. Kees Jan de Vet van Leusd
"Formuleer concrete doelstellinge Voor krachtig gemeentebestuur is de bestuurscultuur minstens zo belangrijk als een heldere organisatiestructuur. “Daarbij gaat het er vooral om dat tussen bestuurders gedeelde opvattingen bestaan over te bereiken maatschappelijke doelstellingen”, stelt Kees Jan de Vet, burgemeester van Leusden. Op uitnodiging van DHV sprak hij hierover met Katrien Termeer, hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit van Wageningen.
“Bestuurskracht heeft alles te maken met hoe ondernemend bestúúrders zijn”, vindt De Vet. “Dat wordt bepaald door hoe concreet ze bepaalde doelstellingen formuleren. Dat overheidsactoren en maatschappelijke partijen concrete uitdagingen benoemen en gezamenlijk
uitdagingen delen is daarbij cruciaal.” Het initiatief dat nu in de provincie Utrecht speelt over de herinrichting van de Utrechtse Heuvelrug noemt De Vet als vernieuwend voorbeeld. Hierin werken diverse partijen aan het versterken van de natuur waarbij een groot aantal
(defensie)terreinen opnieuw worden ingericht. Initiatiefnemer van het project is Commissaris van de Koningin mr. B. Staal, die 21 partijen bij elkaar haalde, variërend van zorginstellingen, de Kamer van Koophandel tot vier gemeentebesturen en zes departementen.
FOTO: WIL GROENHUIJSEN
Katrien Termeer, hoogleraar Universiteit Wageningen en Kees Jan de Vet, burgemeester gemeente Leusden
- 8 - DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
den
en op niet meer dan een A'4tje" De Vet: “Dit initiatief heeft er in mijn eigen gemeente al toe geleid dat een ecoduct over de A28 spectaculair snel is gerealiseerd. Niemand had het erover wie dit project moest coördineren; de Commissaris nam via natuurlijk gezag het initiatief.”
Allianties “Wat mij interesseert”, reageert Termeer, “is de vraag: hoe formeer je slagvaardige allianties. Wat is nou het verschil tussen een alliantie als in Utrecht en andere projecten?” Volgens De Vet is daarvoor het organiseren van effectieve netwerken doorslaggevend. Uiterst belangrijk daarin is dat de samenwerking start met het formuleren van concrete doelstellingen op niet meer dan een A'4tje. De Vet: “Als je eenmaal op een A'4tje scherp hebt staan wat je wilt, dan zijn bijvoorbeeld een ruimtelijk plan of de reconstructiewet slechts voertuigen om die resultaten te verwezenlijken. Timmer niet eerst een heel plan in elkaar om daarna concrete doelstellingen te formuleren. Nee, werk juist andersom. Doe je dat niet, dan worden plannen te procesgericht.” Termeer: “Ik zie inderdaad dat veranderingen in het landelijk gebied stagneren doordat er teveel gefocust wordt op planprocessen en te weinig op resultaten. Daarom werd het oude ROM-convenant van de Gelderse Vallei destijds een papieren sessie. Het is belangrijk dat je in allianties de verbinding laat maken tussen de visies van de verschillende actoren én tussen de doelstellingen op de korte en de lange termijn. Dan hoef je het niet in alles met elkaar eens te zijn, maar deel je wel dezelfde toe-
komstdroom. Dan vind je elkaar wel wanneer je elkaar nodig hebt.”
Spagaat Dat wat nu wél kan wat vroeger onmogelijk leek, heeft alles te maken met de nieuwe tijdgeest die rondwaart, vindt De Vet: “Het is goed dat de rijksoverheid de verantwoordelijkheden decentraliseert en dat netwerken opkomen. Twintig jaar geleden dachten we: 'Als de rijksoverheid een plan ondertekent, dan komt het wel goed'. Die houding bij gemeenten verandert; men wil ondernemend zijn. Dat zit 'in de lucht'." De Vet stelt dat alle vormen van opgelegd bestuur ter discussie zullen worden gesteld. Ook op het komende VNG-congres gaat dat gebeuren via een nieuwe VNG-visie die voor de toekomst wordt gepresenteerd. De Vet: “Waarom zou je in de 450 Nederlandse gemeenten alles op dezelfde manier doen?” Herkenbaar? Voor Termeer wel: “De afgelopen twintig jaar hebben partijen veel samen geleerd. Nu zit het openbaar bestuur ook wel in een spagaat. Enerzijds legt Den Haag steeds meer verantwoordelijkheden bij de regio, anderzijds leeft er het idee: wij betalen het geheel en wij moeten verantwoorden waar we ons geld voor inzetten. Dat leidt ertoe dat ministeries zo gedetailleerd mogelijke systemen uitdokteren om te kunnen verantwoorden waar al die euro's heen gaan. De spanning zie je nu ontstaan bij de gebiedscontracten die het rijk met provincies gaat afsluiten.” De Vet: “Dan kom je toch weer terecht bij het rapport van de Begeleidingscommissie Dualisme en lokale democratie
Prof. dr. ir. Katrien Termeer is hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit van Wageningen. Zij houdt zich veel bezig met onderzoek naar transities en allianties in het landelijk gebied. Drs. Kees Jan de Vet is burgemeester van Leusden, voorzitter van de begeleidingscommissie Vernieuwingsimpuls Dualisme en lokale democratie en vice-voorzitter van de Raad van het Landelijk Gebied. In maart verscheen het rapport van de begeleidingscommissie over 'bestuurskracht'. Daarin werd gesteld dat bestuurskracht vooral een kwestie is van bestuurderskracht. Het zijn de bestuurders zélf die de doorslag kunnen geven.
over bestuursculturen. Vaak zijn regels grotendeels ingegeven door georganiseerd wantrouwen. Wanneer je een regio het vertrouwen hebt geschonken om iets te regelen en dat wordt niet gerealiseerd, dan staat minister Veerman terstond voor de Tweede Kamer om dat uit te leggen. Dan snap ik wel dat het ministerie een stap terugdoet en vraagt om die verantwoording.”
Achteraf vastleggen Het mooie van het initiatief in Utrecht vindt De Vet vooral dat niets van tevoren werd vastgelegd, maar dat ambitie en enthousiasme, gecombineerd met de behoefte aan concreetheid tot resultaten leidde. De Vet: “Pas nadat je concrete doelstellingen hebt opgesteld, leg je zaken uiteraard ook juridisch even vast.” Concrecte plannen en gedeelde visie van partijen zijn ook nodig om de pit bij bestuurders terug te brengen, meent hij. “Nu moeten bestuurders vaak veel te lang op concrete resultaten wachten voordat ze het effect van hun beleid terugzien op straat. Het is niet bepaald motiverend wanneer je werkt aan plannen waarvan je op voorhand weet dat het drie raadsperiodes duurt voordat ze effect sorteren.”
Vertrouwen Uiteindelijk draait het volgens Termeer en De Vet bij effectief bestuur toch vooral om onderling vertrouwen. De Vet: “Een netwerk functioneert alleen goed wanneer er sprake is van voldoende onderling vertrouwen. Daarbij helpt het wanneer je samen concrete doelstellingen formuleert.” Termeer beaamt dat: “Door enkele concrete doelen te formuleren en die met elkaar te realiseren, verander je als het ware al de bestuurscultuur. Gewoon door samen dingen te dóen. Dan is er sprake van verbindend gedrag en van verbindende resultaten en van een wisselwerking daartussen. Als je dan samen iets concreets realiseert, voed je de vertrouwensband van dat netwerk. In dat vertrouwen moet je blijven investeren."
DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL - 9 -
STEDELIJKE ONTWIKKELING
Verantwoording Groepsrisico in Gouda
“Veiligheid moet je een gezicht geven” Voor haar spoorzone heeft Gouda grootse nieuwbouwplannen, maar over het spoor worden ook gevaarlijke stoffen vervoerd. Daar moet in de plannen rekening mee gehouden worden. Temeer daar gemeenten verplicht zijn eventuele toename van het groepsrisico in beeld te brengen en daarover verantwoording af te leggen. Gouda is een van de eerste gemeenten waar een 'verantwoording groepsrisico' voor een groot project is uitgevoerd. De spoorzone in Gouda bestaat uit een langgerekte groene zone met een lengte van bijna twee kilometer vanaf de Nieuwe Gouwe tot en met het station van Gouda. De groene zone bestaat nu voornamelijk uit braakliggende grond. De gemeente wil in de spoorzone het Huis van de Stad bouwen (het nieuwe gemeentehuis), een bioscoop, appartementen, een busstation, onderwijspark en kantoren.
Groepsrisico
FOTO: HELLEN STURM
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over het er naast gelegen spoor heeft directe invloed op deze mooie plannen. Vanwege regelgeving uit 2004 zijn gemeenten verplicht risico's van gevaarlijke stoffen in kaart te brengen voor alle nieuwbouwlocaties nabij risicobronnen. Ook moeten er maatregelen geformuleerd worden om de risico's te beperken. De term groepsrisico slaat op het risico door gevaarlijke stoffen waaraan groepen mensen (omwonenden, werknemers, reizigers en dergelijke) blootgesteld kunnen worden. Om aan dit risico 'handen en voeten' te geven, is het voor gemeenten nodig het document ‘Verantwoording van het groepsrisico’ op te stellen. Daarmee kan een gemeente beslissen of nieuwbouwplannen doorgaan, moeten worden aangepast dan wel onmogelijk zijn. Het is bedoeld om bestuurders een weloverwogen besluit te laten nemen over situaties waarin sprake is van (toename van) een groepsrisico. Daarnaast geeft de Verantwoording randvoorwaarden mee aan de ontwerpers, ontwikkelaars, bouwers en hulpverleners.
Marius Brants is namens de gemeente verantwoordelijk voor het proces dat de nieuwbouwplannen, het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor en het opstellen van de Verantwoording door DHV samenknoopt. “Wat heel goed heeft gewerkt, is dat wij het begrip veiligheid vanaf het begin een gezicht hebben gegeven. Dat hebben we gedaan door twee werkgroepen veiligheid op te richten die veiligheidsthema's, inclusief mogelijke veiligheidsmaatregelen, in de spoorzone in kaart hebben gebracht. En dat niet alleen, maar juist sàmen met betrokkenen vanuit de gemeente, provincie, de hulpdiensten, Prorail en projectontwikkelaar. We zorgden ervoor dat er goede experts aan tafel zaten om vragen te beantwoorden. Bijkomend voordeel van deze aanpak is dat daardoor ook een gezicht is gegeven aan de personen die we betrekken in het ontwerptraject. Ik stuur dus niet iets op naar de brandweer, maar heel gericht naar een bepaalde persoon bij de brandweer. Transparante communicatie is belangrijk. Voor de burgers hebben we meedenkavonden georganiseerd. Daarnaast vind ik het belangrijk dat men niet in de problemen blijft hangen, maar juist samen op zoek gaat naar mogelijke oplossingen. De Verantwoording heeft er mede toe geleid dat het besluit genomen kon worden om met de daadwerkelijke bouw van de spoorzone, te beginnen in 2008.” informatie: Simone van Dijk telefoon: (033) 468 29 25 e-mail:
[email protected]
Marius Brants: transparante communicatie
- 10 - DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
S U S TA I N A B I L I T Y
Omgevingsvergunning:
FOTO: WIL GROENHUIJSEN
een aanvraag, een procedure, een besluit Hans van der Vlist, Directeur Generaal Milieu VROM
Het ministerie van VROM zoekt middelen om de aansluiting met de samenleving terug te vinden. Dat leidt onder meer tot de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), ofwel de omgevingsvergunning. Kortweg: één aanvraag, één procedure, één besluit bij één loket voor ieder die wil bouwen, slopen, kappen et cetera. Simpel. De gedachte is mooi, maar hoe zit het met de uitvoering? Hans van der Vlist, Directeur Generaal Milieu, is verantwoordelijk voor de invoering van de Wabo. “De omgevingsvergunning brengt het aantal vergunningaanvragen voor bouwprojecten terug van 26 naar één. Maar,” geeft van der Vlist toe, ”dit is niet eenvoudig uit te voeren. Het vraagt om een heel andere werkwijze van overheden.”
Samenwerken De truc is dat overheden gaan samenwerken. Hierdoor neemt het aantal vergunningaanvragen naar verwachting met tweehonderdduizend af. Dat levert een kostenbesparing op van 33 miljoen euro. Het hoogst bevoegde gezag behandelt de aanvraag. Dit betekent dat als bijvoorbeeld een chemisch concern wil uitbreiden, de provincie ook de bouwvergunning uitgeeft en niet, zoals nu, alleen het milieu-aspect behandelt.
Patstelling Vorig jaar dreigde er een patstelling. Gemeenten en provincies vonden dat het ministerie autistisch doorstoomde zonder naar hun bezwaren en ideeën te luisteren. Ze wilden meer ruimte voor
implementatie. DHV werd erbij gehaald als onafhankelijke partij en onderzocht de Wabo. Uit het rapport 'Wabo belicht' blijkt dat de overheden zich terecht zorgen maakten, maar dat hun bezwaarpunten organisatorisch op te lossen zijn. “VROM toonde dat ze luisterde en openstond voor signalen uit de praktijk. Daardoor, en door onze transparante manier van werken, is weer vertrouwen gegroeid,” zegt Van der Vlist, ”maar, dat moeten we blijven waarmaken.” Inmiddels rijdt de trein weer in volle vaart. DHV bracht in april een handreiking 'Vergunningmanagement' uit op basis van ervaringen uit tien pilots. VROM maakt haar eigen rapportage. De ontwikkeling van de ICT is in volle gang. Het eerste elektronische aanvraagformulier, voor een bouwvergunning, is half maart op het scherm verschenen. ”De ICT is van wezenlijk belang”, vertelt Van der Vlist. ”Zonder goede digitale ondersteuning is het niet mogelijk om de Wabo uit te voeren.” Alles richt zich op de implementatie, de bottleneck volgens 'Wabo belicht'. Waar
het op neer komt, is ander gedrag uitlokken en mogelijk maken. Pilots, in totaal zo'n negenentwintig stuks, vormen de oefenweide waar naar believen gesprongen en gespeeld kan worden. “Werkende weg leren”, noemt Van der Vlist dat. ”De overheden leren samenwerken en hun bevindingen worden gebruikt voor de uitwerking van de kaderwet.” VROM heeft geleerd te luisteren en neemt verbeterpunten serieus. Van der Vlist noemt als voorbeeld onenigheid over de leges die gemeenten voor het verstrekken van bouwvergunningen ontvangen. De gemeenten waren bang deze mis te lopen zo gauw de omgevingsvergunning van kracht wordt. ”Momenteel is er in de Kamer een discussie over leges, maar totdat daarover een besluit is genomen, garandeert VROM dat de gemeenten deze inkomsten behouden. We nemen wel de verschillen onder de loep. In de ene gemeente kosten leges meer dan in de andere. Je kunt je afvragen of dat terecht is.”
Andere overheid De Wabo ligt sinds februari bij de Raad van State. Van der Vlist hoopt nog voor het zomerreces op een positief advies, want: “De omgevingsvergunning is een belangrijk instrument op weg naar een andere overheid.” informatie: Miriam Weber telefoon: (033) 468 29 47 e-mail:
[email protected]
DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL - 11 -
STEDELIJKE ONTWIKKELING
“Wij maken dromen waar” DHV’er Anton Bos over stedelijke ontwikkeling Het speelveld van stedelijke ontwikkeling is veranderd. Door toenemende complexiteit van de problematiek in steden, kan een gemeente niet langer volstaan met het opknappen van een aantal woningen of het herstructureren van een buurt. Anton Bos, projectmanager stedelijke ontwikkeling, vertelt hoe DHV gemeenten adviseert en ondersteunt in het realiseren van plannen en het waarmaken van dromen.
Uitbreidingswijk Bodegraven In de gemeente Bodegraven wordt een uitbreidingswijk met zevenhonderd woningen gerealiseerd. DHV gaf leiding aan de planvorming waarin de plaatselijke bevolking en het bestuur werden uitgedaagd hun wensen en eisen over de kwaliteit van de uitbreiding te kennen te geven. Wat verstaat Bodegraven onder kwaliteit? Welke leefstijl past in de uitbreidingswijk? Deze vragen vormen het uitgangspunt van de ontwerpopgave en zullen de basis zijn voor de uitvoering. “Niet alleen bewoners hebben profijt van de actieve samenwerking,” zegt Bos. “Ook voor DHV is het belangrijk dat de toekomstige gebruikers van de wijk tevreden zijn over het resultaat. Of het nu gaat om een stad of een nieuwe wijk, je bouwt het voor de mensen die er gaan wonen of werken. Het gaat daarom niet om de ambities van de stedenbouwer, maar om wat de toekomstige bewoners belangrijk vinden. En daar houdt DHV graag rekening mee.”
Bewoners en gebruikers van een gemeente vragen een veilige, goede en adequate woon-, werk- en recreatieomgeving. En ze willen resultaten zien. Dat betekent dat de focus veel meer dan voorheen is gericht op uitvoering en veel minder op beleid. “Wij zijn vanaf de eerste fase betrokken bij stedelijke ontwikkelingsprojecten,” vertelt Bos. “Samen met alle betrokken partijen, zoals de gemeente, corporaties en projectontwikkelaars, onderzoeken we de problematiek. Wij vertalen die vervolgens naar haalbare plannen en realistische projecten. Over die projecten heen maken we een programmaaanpak, waarin alle projecten in samenhang worden aangestuurd. Hierin geven we prioriteiten aan en we brengen alle geldstromen en belanghebbenden in kaart. Ook zorgen we ervoor dat er goede afspraken worden gemaakt tussen de betrokken partijen. Je hebt namelijk te maken met verschillende financiers die allemaal hun eigen belan-
gen hebben. Als dat geregeld is, gaan we aan de slag om het voor elkaar te krijgen en de droom waar te maken. De sterke kant van DHV is dat we niet alleen de expert in huis hebben om oplossingen aan te dragen, maar ook de procesmanager die precies weet via welke weg we dat resultaat kunnen behalen. En daarbij kijken we niet alleen naar het project; de projectomgeving is evengoed van groot belang.”
Betrokkenheid Anton Bos is zeer betrokken bij zijn vak. Enthousiast legt hij uit waar die gedrevenheid op gebaseerd is. “Om in deze branche te werken moet je het belangrijk vinden een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de dagelijkse omgeving. Je moet je oprecht betrokken voelen bij een leefbare stad en alles op alles willen zetten om dat te realiseren. Dat betekent dat je partijen met elkaar wilt verbinden en je betrokken voelt bij bestuurlijke besluitvormingsprocessen. Maar je moet ook van mensen houden. Om een veilige, schone en economisch goed functionerende stad te realiseren, moet je bewoners en gebruikers enthousiasmeren, bewust maken en overtuigen. Dat is een kunst op zich.” informatie: Anton Bos telefoon: (033) 468 30 08 e-mail:
[email protected]
FOTO: WIL GROENHUIJSEN
Anton Bos: oprecht betrokken bij leefbare stad
- 12 - DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
STEDELIJKE ONTWIKKELING
Hans de Graaf, voorzitter van de Ommelander Rekenkamer
Gemeenten zijn sinds 1 januari van dit jaar verplicht een rekenkamer of rekenkamercommissie in te stellen. In Groningen kozen de gemeenten Winschoten, Veendam, Stadskanaal en HoogezandSappemeer voor de oprichting FOTO: KAREL ZWANEVELD
van de gezamenlijke Ommelander Rekenkamer. Voorzitter Hans de Graaf beschouwt het als een belangrijk instrument.
Rekenkamer is waardevol gereedschap voor gemeenteraad “Een rekenkamer? We hebben toch al een accountant.” Meer dan eens hoorde voorzitter De Graaf van de Ommelander Rekenkamer deze opmerking van raadsen collegeleden en burgemeesters. Een rekenkamer richt zich echter op de vraag of gemeentelijk beleid het beoogde resultaat heeft bereikt en of dat ook op de meest efficiënte manier is gebeurd. “Het gaat om doelmatigheid en doeltreffendheid”, legt De Graaf uit.
Spanningsveld De instelling van de rekenkamers is nauw verbonden met de invoering van het duale stelsel. Bij gemeenteraden ontstond daardoor de roep om een eigen controle-instrument. De Graaf: “Raadsleden ontbreekt het vaak aan tijd en deskundigheid om beleidsonderzoeken te doen. Een rekenkamer neemt hen die taak uit handen.” Het vormt daarmee het sluitstuk van de publieke controlemiddelen. In beginsel is een rekenkamer een volledig onafhankelijk orgaan, maar het is volgens de Graaf wel degelijk deel van de politieke cultuur en opereert daarmee in een ingewikkeld spanningsveld. “Van alle kanten wordt druk op de rekenkamer uitgeoefend”, zegt De Graaf. “Daar moet je flink tegen bestand zijn.” Vooral bij de keuze van
de te onderzoeken onderwerpen is volgens De Graaf die druk van alle kanten voelbaar. De Graaf, die accountant is en een eigen adviesbureau in Groningen heeft, werd om zijn advieservaring en kennis van lokale overheden uit zestig sollicitanten gekozen tot voorzitter van de Ommelander Rekenkamer. “Je moet enige bevlogenheid hebben”, licht hij zijn sollicitatie toe. “Je moet hart hebben voor het publiek belang, want voor het geld hoef je het beslist niet te doen.” De Graaf schat dat hij als voorzitter circa zeshonderd uur besteedt aan het rekenkamerwerk; de twee leden circa vierhonderd. “We zorgen dat we alles weten wat er in de raad is besproken. Dat betekent veel notities lezen en raadscommissies en raadsvergaderingen bezoeken.”
dierelatie met een welzijnsstichting onderzocht, evenals het gemeentelijk inkoopbeleid en de onderwijshuisvesting. Regelmatig werden er harde noten gekraakt. Dat is ook de bedoeling, betoogt De Graaf, al is kritiek leveren geen doel op zich. “Het instrument is niet bedoeld om een afrekencultuur te creëren. Voor kritiek geven mogen we echter niet weglopen. Indien een wethouder buiten zijn boekje is gegaan, dan benoemen we dat.” Overigens worden de onderzoeken zelf veelal verricht door gespecialiseerde adviesbureaus. Zo heeft DHV voor de Ommelander Rekenkamer het onderzoek gedaan naar het gemeentelijk grondbeleid. De Graaf. “Doel van ons werk is dat er iets van wordt geleerd. Dat het leidt tot een betere besluitvorming en daarmee tot een betere dienstverlening aan burgers.”
Geen afrekencultuur De Ommelander Rekenkamer is operationeel sinds 1 januari 2005. Inmiddels werd al het grondbeleid van de vier gemeenten tegen het licht gehouden, de subsi-
informatie: Noor Bouwens telefoon: (033) 468 27 37 e-mail:
[email protected]
Loket voor rekenkameronderzoek DHV schreef onlangs de handleiding Ontwerp van effectief rekenkameronderzoek. In tien stappen zet het boekje systematisch uiteen hoe een onderzoek dient te worden opgezet. Te bestellen via Noor Bouwens. DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL - 13 -
TRANSPORT
Integrale verkeersplanning kan resulteren in 'wij-gevoel' Albert Nauta is senior adviseur stedelijke en regionale mobiliteit bij DHV. Nauta staat voor een integrale aanpak, waarbij er naast verkeer ook aandacht is voor ruimtelijke ordening, economie en leefomgeving. “En het is altijd maatwerk.” veel werkgelegenheid gecreëerd, maar de huizen in Almere gezet. Dat roept natuurlijk veel verkeersbewegingen op. Op gemeentelijke schaal kan zoiets ook gebeuren. Bijvoorbeeld dat er aan een
ILLUSTRATIE: SANNE TE LOO
“Voor gemeenten is een integrale aanpak uitermate belangrijk om allerlei ongewenste ontwikkelingen in het verkeer te voorkomen. Op landelijk niveau hebben we bijvoorbeeld bij Schiphol
kant van de stad plannen zijn voor woningbouw, terwijl daar een goede ontsluiting niet mogelijk is. Ook verkeer moet in een vroeg stadium bij de planontwikkeling worden betrokken.”
Transparant Volgens Nauta zijn verkeersproblemen niet meer op te lossen door slechts één schakel aan te pakken. “Maak de problematiek transparant en zorg voor goede communicatie. Betrek alle betrokkenen, zoals bewoners en bedrijfsleven, erbij. Dat is ook het mooie van dit werk: dat ik met veel verschillende mensen te maken krijg. Wat me ook boeit, is dat bij het 'breed' zoeken naar een oplossing het op een gegeven moment niet meer 'ik' en 'jij' wordt, maar 'wij': je komt in een proces waarbij mensen voor elkáár een oplossing aandragen.” Een goed voorbeeldproject hiervan is Luteijn Eemland. Samen met gemeenten, provincie, rijkswaterstaat en het bedrijfsleven zijn de problemen, oorzaken en Quick Wins benoemd. “Het mooie hierbij was dat gemeenten maatregelen bij de buurgemeenten ondersteunden om de regionale verkeersproblematiek op te lossen.” informatie: Albert Nauta telefoon: (033) 468 28 40 e-mail:
[email protected]
L A N D E N W AT E R
Onzekerheid bij gemeenten over gevolgen Kaderrichtlijn Water Waterbeheer is na de invoering van de nieuwe Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) veel meer een zaak voor gemeenten dan voorheen. Het project KRW-pilots voor gemeenten brengt met vijf pilotprojecten in beeld wat er allemaal op gemeenten afkomt. De nieuwe richtlijn is volgens Pui Mee Chan, adviseur waterbeheer bij DHV, allerminst een ver-van-mijn-bed-show. Gemeenten dienen volgens haar het onderwerp daarom hoger op de politieke agenda te plaatsen. “We willen gemeenten wijzen op de consequenties. Ze zullen maatregelen moeten nemen om aan nieuwe voorschriften te voldoen. De Europese kaderrichtlijn houdt een fundamentele verandering in,” zegt Chan. Voorheen geschiedde waterbeheer langs bestuurlijke grenzen, binnenkort tellen de watergrenzen. Daarvoor is Nederland ingedeeld - 14 - DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
in vier stroomgebieden, die over de grenzen van gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk gaan.
Scepsis Eén van de vijf pilotprojecten waar DHV bij betrokken is, wordt uitgevoerd samen met de Friese gemeente Opsterland. “De KRW is door gemeenten met de nodige scepsis ontvangen,” zegt Klaas Talma, hoofd van de gemeentelijke afdeling die is belast met het waterbeheer. Talma: “Er heerst onzekerheid, omdat niemand nog weet wat de gevolgen voor gemeenten zijn. Veel
gemeenten vrezen dat er veel geld, tijd en energie mee gemoeid zal zijn.” Gemeenten hebben nu de taak om samen met andere belanghebbenden zelf doelen vast te stellen. Die moeten uitmonden in concrete beheermaatregelen. Het waterplan waar Opsterland nu samen met DHV en Grontmij aan werkt, moet KRW-proof zijn, aldus Talma. In het plan moeten ook de verschillen worden getoond met het waterplan 'oude stijl'. Talma: “Om die verschillen gaat het uiteindelijk. Daarmee kunnen we ook de extra eisen en maatregelen in beeld brengen. Daar kunnen we dan andere gemeenten over informeren.” informatie: Pui Mee Chan telefoon: (033) 486 23 86 e-mail:
[email protected]
L A N D E N W AT E R
Waterakkoord Haaglanden reduceert wateroverlast
Hoe houden de inwoners van regio Haaglanden
FOTO: HERMAN ZONDERLAND
droge voeten? Geen hypothetische vraag, want het gebied kampt regelmatig met wateroverlast. Maar die wordt nu aangepakt met het waterakkoord van afgelopen winter. Burgemeester Bas Verkerk van de gemeente Delft
Blankstaande straten, overstromende vaarten en onderlopende tuinderijen komen in de regio Haaglanden bij overvloedige regenval regelmatig voor. De regio geldt door de verstedelijking en de glastuinbouw als een van de dichtst bebouwde in Europa met relatief veel verhard grondoppervlak. Regenwater kan daardoor niet meer op een natuurlijke manier in de bodem worden opgenomen, maar spoelt direct weg via de afwatering. Die kan bij piekbelasting de watervloed echter niet aan. Vergroting van de afvoercapaciteit en het kunstmatig creëren van opvangcapaciteit kan soelaas bieden, maar dan moeten de lokale en regionale overheden, de glastuinbouw, het waterschap en andere betrokkenen wel de handen ineen slaan. Dat gebeurde deze winter. Het resulteerde in het regionaal bestuursakkoord Water Haaglanden, in de volksmond: het waterakkoord.
Papieren tijger? De Delftse burgemeester Bas Verkerk was als stadsgewestbestuurder Haaglanden (portefeuille ruimtelijke ordening) nauw betrokken bij het akkoord. Waar is de totstandkoming vooral aan te danken? Verkerk: “Aan het feit dat alle partijen de tijd namen om een gedegen analyse te maken en
met goede oplossingen te komen. Ze schoven dat niet af op het hoogheemraadschap. Dat had alleen maar dure oplossingen opgeleverd. Bovendien loopt het heemraadschap ook tegen de grenzen van zijn technisch kunnen aan. Nu andere partijen ook meedenken, zijn er meer oplossingen mogelijk.” Hoe groot is de kans dat in de toekomst het akkoord zich tot een papieren tijger ontpopt? Verkerk: “Gemeenten gaan nu waterplannen maken. Ook hebben we subsidie aangevraagd om een aantal innovatieve oplossingen voor waterberging te realiseren. Als stuurgroep waken
we over de voortgang. Over een aantal jaren moet de kans op wateroverlast toch echt flink gereduceerd zijn.” Hoewel hij tevreden is over het akkoord, vindt Verkerk wel dat de voorlichting nog aandacht verdient. “De waterschapslasten zullen stijgen. De burgers moeten daarom weten dat met dit geld een reële bedreiging het hoofd wordt geboden en dat dit op een innovatieve, duurzame en een zo goedkoop mogelijke manier gebeurt.” informatie: Job van den Berg telefoon: (033) 468 29 87 e-mail:
[email protected]
“Geboren en getogen in het Westland” DHV-adviseur Job van den Berg was nauw betrokken bij de totstandkoming van het waterakkoord. Hij moest het proces daarvoor arrangeren. “Wat ervoor zorgde dat het akkoord er uiteindelijk is gekomen? Dat iedereen de tijd genomen heeft om met elkaar in gesprek te gaan over een gezamenlijke aanpak zonder de bal voortdurend bij het hoogheemraadschap te leggen. Maar ook dat de partijen bereid waren om naar innovatieve oplossingen te zoeken. Waarom zou je een parkeergarage niet gecontroleerd onder water zetten om regenwater tijdelijk op te vangen? Ik ben geboren en getogen in deze streek en ken de mentaliteit van de tuinders: niet kletsen maar aanpakken, ondernemen! Ik ken ook de gevoeligheden. Kom niet aan het glas in het Westland! Doe je dat wel, dan heb je snel ruzie. Maar ik weet dat en dat maakte dit project voor mij heel bijzonder. Dat was ook een van de redenen dat stadsgewest Haaglanden mij vroeg om het te begeleiden.” DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL - 15 -
Wat voor u als bestuurder telt, zijn tevreden burgers, groot en klein. Zoals de kinderen in de Bellamybuurt in Amsterdam-Oudwest, zielsgelukkig met hun speeltoestel Wally de walvis. De oplevering van het speeltoestel maakte deel uit van de geslaagde integrale aanpak van deze herstructureringswijk. Reden dus voor een feestje!
Zin in een feestje?
DHV is een toonaangevend internationaal advies- en ingenieursbureau en uw adviseur als het gaat om het waarmaken van het collegeprogramma: • van initiatief tot realisatie • van technisch ontwerp tot open planproces • van proces- tot projectmanagement • van ruimtelijke inrichting en milieu tot mobiliteit U vindt ons op de beursvloer (stand 113 en 114). Daarnaast geven we de workshops ‘Meer bestuurlijk vermogen door beter om te gaan met bestuurlijke ambities’ en ‘Succesfactoren van gebiedsgerichte projecten’.
Altijd een oplossing verder
dhv.nl
COLOFON
ADRESSEN DHV B.V. Amersfoort T (033) 468 20 00 E
[email protected] Arnhem T (026) 354 04 50 E
[email protected] Bergen op Zoom Telefoon (0164) 211 20 9 E
[email protected] Den Haag T (070) 314 33 33 E
[email protected] Eindhoven T (040) 250 92 50 E
[email protected] Groningen T (050) 369 53 00 E
[email protected] Hengelo T (074) 255 20 00 E
[email protected] Maastricht Airport T (043) 329 48 48 E
[email protected] Rotterdam T (010) 404 40 40 E
[email protected] Westerhoven T (040) 207 45 45 E
[email protected] Zaandam T (075) 653 03 00 E
[email protected]
DHV B.V. opereert tevens onder de volgende handelsnamen: DHV ANR Amersfoort T (033) 468 20 20 DHV Consultants Amersfoort T (033) 468 39 90 DHV Interim Management Amersfoort T (033) 468 20 00 www.dhvinterimmanagement.nl DHV Investment Services Amersfoort T (033) 468 35 80 www.dhv.nl/dis DHV Management Consultants Amersfoort T (033) 468 35 29 www.dhv.nl/mc DHV Sustainability Amersfoort T (033) 468 20 00 www.dhv.nl/milieu DHV Temid Bouw en Industrie Heerhugowaard T (072) 575 05 05 www.dhvtemidbouwenindustrie.nl Rijswijk T (070) 307 08 88 DHV Temid Rail Amersfoort T (033) 468 33 10 www.dhvtemidrail.nl Heerhugowaard T (072) 575 05 33
DHVTIMESREGIONAAL VNG-SPECIAL
IBZH Ingenieursbureau ZuidHolland Den Haag T (070) 314 33 33 DHV Energy Groningen T (050) 369 53 00 Holland Railconsult-DHV vof Amersfoort T (033) 468 33 00 E
[email protected] Infraflex B.V. Utrecht T (030) 223 97 99 E
[email protected] www.infraflex.nl Ingenieursbureau Vathorst vof Amersfoort T (033) 468 26 85 E
[email protected] Tunnel Engineering Consultants (TEC) vof Veenendaal T (0318) 55 46 66 E
[email protected] www.tec-tunnel.com Protected Storage Engineers vof Rotterdam T (010) 404 40 40 E
[email protected] www.psengineers.nl NACO, Netherlands Airport Consultants B.V. Den Haag T (070) 344 63 00 E
[email protected] www.naco.nl
DHV Times Regionaal is een uitgave van de DHV Groep en bericht over de oplossingen die DHV realiseert bij lokale en regionale overheden, bedrijven en instanties. Een gratis abonnement is aan te vragen bij de redactie. Redactieadres DHV B.V. Afdeling Communicatie, Jeanette Waaijenberg Postbus 1132, 3800 BC Amersfoort tel (033) 468 33 96, fax (033) 468 28 01 e-mail:
[email protected] Redactieraad Jan Baltissen, Eugène Huids, Iddo Keuning, John Smits, Maurice Voestermans Redactie en samenstelling Van Renssen Journalistiek, Nijkerk Coördinatie Jeanette Waaijenberg DHV B.V. Redactionele medewerking BMO Hans van de Veen (p. 6), Jaap Holwerda (p. 7), Anton Van Renssen (p. 2+3, 8+9), Jaap van Peperstraten (p. 10+14), Caro Sicking (p. 11), Mirjam Brink (p. 12), Loek Mulder (p. 13+14), Ries van Vreeswijk (p. 15) Omslagfoto Wil Groenhuijsen, Amersfoort Vormgeving Petra Koning, DHV B.V. Drukwerk Cendris, Amersfoort