Curriculum
Food & Flower Technology J.A.H. Aarts, Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek Directeur Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek
J.W.M.H. van Gennip, Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek Opleidingscoördinator studieroute Food & Flower Technology Venlo
J.P. van Kooij, Projectleider Interreg IV-programma Oost West-Poort (OWP) Grensregio Vlaanderen-Nederland
Venlo Januari 2014,
Versie 1
Het curriculum Food & Flower Technology is samengesteld onder verantwoordelijkheid van de opleidingsdirecteur van de beoogde bachelor opleiding ‘Food & Flower Technology’ van de Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek.
Uitgave: Januari 2014 Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek Tegelseweg 255 Postbus 241 5912 BG Venlo
Dit curriculum werd ontwikkeld in het kader van het Interreg IV-A Project Oost West Poort en was mogelijk dankzij de steun van volgende partners:
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
2
Voorwoord De tuinbouwsector in Nederland is geconcentreerd in een vijftal kernen waar intensieve tuinbouw plaatsvindt. Deze kernen noemen we Greenports. In een Greenport vinden we teeltbedrijven, veilingen, handelsbedrijven, tuinbouwtoeleveranciers, machinebouwers, gespecialiseerde ICT-bedrijven en natuurlijke de brede installatiebouw voor de food- & flower en agrisector bij elkaar. Ook zijn er veredelaars en vermeerderaars van planten en zaden te vinden. De logistieke sector en kennisinstellingen die actief zijn in de wereld van foor en flowers, zitten er dicht bij het vuur. Doordat alle belangrijke partners bij elkaar zitten, is er intensieve uitwisseling van kennis en wordt er nauw samengewerkt. Fontys Hogeschool Venlo wil bij deze ontwikkeling natuurlijk een belangrijke rol spelen, omdat de regio ook enkele thema’s heeft benoemd waarop flink wordt geïnvesteerd in de toekomst. Enkele van die thema’s zijn “slim produceren”, “reststroomverwaarding” en “agrologistiek”. Alle thema’s gaan in principe over innovaties die leiden tot meer opbrengst en/of lagere kosten. Het accent ligt dan vaak op het daadwerkelijk en verantwoord invoeren van nieuwe technologie in de praktijk. Met name in de teelt- en productiesystemen worden toepassingen gezocht op het gebied van o.a. oogstsystematiek, klimaattechnologie, belichting, vision en robotica. De Bachelor opleiding Food & Flower Technolgy gaat in op de uitdagingen die de Agro-sector meebrengt op het gebied van nieuwe en slimme toepassingen op Agro-technologisch gebied.
J.A.H. Aarts Directeur Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek Venlo, Januari 2014
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
3
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ..................................................................................................................................... 5
2.
Doelstelling van de opleiding ................................................................................................ 5
3.
Beroepsprofiel ........................................................................................................................... 5
4.
Fontys International Campus ................................................................................................. 7
5.
Opbouw Bacheler Opleiding Food & Flower Technology ................................................. 8
6.
Lesprogramma: ......................................................................................................................... 9
7.
Vormen van onderwijs ...........................................................................................................11
8.
Vormen van toetsing ..............................................................................................................12
9.
Competenties / Eindkwalificaties .........................................................................................15
9.1
Beroepscompetenties (zie tabel 9.1): ............................................................................................. 15
9.2
Dublin descriptors (zie tabel 9.2)................................................................................................. 15
9.3
Competentieverwerving .................................................................................................................. 16
10. Kennisgebieden .......................................................................................................................17 11. Indeling van het studiejaar ....................................................................................................18 12. De studielast.............................................................................................................................18 Bijlage 1 .............................................................................................................................................19 Lesstof Bacheloropleiding Food & Flower Technology .............................................................19 Propedeuse .................................................................................................................................................. 19 Kernfase ....................................................................................................................................................... 25 Ingenieursfase ............................................................................................................................................ 30
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
4
1.
Inleiding
Fontys Hogeschool Venlo wil in de toekomst voorzien aan vraag van technische kennis mbt de Food & Flower business. Deze vraag hangt samen met de snelle veranderingen in de Food & Flower keten. Door de grote vraag naar deze producten zal er veel aandacht noodzakelijk zijn naar ontwikkeling van nieuwe technologieën om de productie en handlingstijd te versnellen waardoor automatiseren een must is. Op dit moment is er in ‘Greenport’ Venlo geen opleiding die op HBO niveau onderwijs aanbied waar deze specialistische technische kennis wordt gedoceerd. Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek wil hier aan voldoen door bij de afdeling Techniek de opleiding “Bachelor Food & Flower Technology ” aan te bieden. De opleiding valt onder het instituut Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek en derhalve is het Onderwijs en Examenreglement (OER 20132014) van dit instituut van toepassing. Deze opleiding levert de titel “Bachelor of Engineering” op. De afgestudeerde hbo-bachelor Food & Flower Technology kan werkzaam zijn in de gehele versketen (voeding of sierteelt). Zij vervullen een rol in het technische gebied van bedrijven die productie en verwerkingsmachines ontwikkelen en maken, die noodzakelijk zijn bij de productie en verwerking van de Food en Flower producten. Fontys is van mening dat met de nieuwe opleiding Bachelor Food & Flower Technology een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan de verdere ontwikkeling van de Nederlandse kennissamenleving in het technische domein. De afgestudeerde Food & Flower Techneut zal als nieuwe beroepsbeoefenaar een essentiële rol vervullen om de voor de Nederlandse bedrijven in de versketen cruciale innovaties vorm te geven om zodoende de Nederlandse kennissamenleving verder te ontwikkelen. Fontys Hogescholen biedt in Venlo oa de opleiding Bachelor Food & Flower Technology aan. De student volgt hier gedurende 8 semesters de opleiding. De stage (semester 5) én afstudeeropdracht (semester 8) vinden plaats in het bedrijfsleven onder supervisie van de opleiding.
2.
Doelstelling van de opleiding
De opleiding Food & Flower Technology biedt een internationaal een multidisciplinair georiënteerde opleiding voor het beroepenveld van de Food & Flower wereld, die om haar kwaliteit door het beroepenveld gewaardeerd wordt en mede daardoor voor studenten aantrekkelijk is.
3.
Beroepsprofiel
De hbo bachelor Food & Flower Technology kan, conform het landelijk vastgestelde profiel van de Bachelor of Engineering, werkzaam zijn in de gehele keten van onderzoek en ontwerp tot beheer, onderhoud, afbraak en hergebruik (cradle to cradle) van producten en (productie)systemen in de agro sector ofwel gehele bedrijfsontwikkeling van gras tot glas (one-stop-shop), waarbij de expertise van alle afdelingen worden benut. De Food & Flower Techneut : ontwerpt, test/verifieert, verbetert, optimaliseert en/of repareert producten of productiemachines die een combinatie zijn van de vakgebieden: o werktuigbouwkunde, o elektronica/elektrotechniek, o technische natuurkunde, o technische informatica. De Food & Flower Technologyingenieur benadert deze producten als geheel (systeembenadering) maakt basiskeuzes voor de elementen in een systeem en/of ontwerpt juist die elementen welke een combinatie zijn van de genoemde vakgebieden. systeemdenken, conceptkeuze, multidisciplinair methodisch ontwerpen, modelvorming, op systeemniveau o meten, testen, o analyseren, o verbeteren, o optimaliseren, o repareren o en/of klanten technisch adviseren Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
5
Dit zijn de competentiegebieden die in het bijzonder van toepassing zijn op de Food & Flower ingenieur/bachelor. Soft skills met betrekking tot communicatie/overtuigen/overdragen tussen de betrokken disciplines zijn een must naast zelfstandigheid/pro-activiteit en het nemen van initiatief. Daarbij heeft hij (deels specialistische) kennis en vaardigheden m.b.t. de vakgebieden: robotica, automatiseringstechnologie, aandrijftechnologie, dynamisch gedrag mechanismen, regeltechniek, sensoren, vision technologie, virtualisatie / visualisatie, signaalbewerking datacommunicatie, ontwerptools afkomstig uit de informatie technologie. Ze vervullen een rol bij:
Ingenieursbureau gericht op de Food & Flower business en Agro business Bedrijven en toeleveranciers van industriële automatisering in de Food & Flower business en Agro business Machinebouw en apparatenbouw toegepast in de Agro in de Agro industrie. Agro-Kennisinstellingen voor (toegepast) onderzoek.
Geclusterd in drie beroepsrollen werken ze aan: Onderzoek en ontwerp. Realisatie en in bedrijf stellen. Beheer en onderhoud.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
6
4.
Fontys International Campus
De opleiding Food & Flower Technology zal worden gegeven op de Fontys International Campus te Venlo. Op deze Campus bevinden zich de volgende 3 instituten: 1 Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek (FHTenL) 2 Fontys International Business School (FIBS) 3 Fontys Hogeschool Kind & Educatie (FHKE) Food & Flower Technology is een onderdeel van het instituut FHTenL De opleiding Food & Flower Technology zal worden verzorgd op het niveau van een HBO-bachelor met een studielast van 240 EC’s. Hij zal leiden tot de titel ‘Bachelor of Engineering’ In het figuur 1 zijn alle onderwijsinstellingen weergegeven. Fontys International Campus Venlo Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek (FHTenL)
Fontys International Business School (FIBS)
Software Engineering & Business Informatics
Techniek
Logistiek Management
Software Engineering
Internationaal Product Ontwerp
Logistiek &Technische vervoerskunde
Food and Flower Management (FFM)
Business Informatics
Werktuigbouw kunde
Logistiek & Economie
International Marketing (IM)
Mechatronica
Food & Flower Management
Figuur 1
International Business and Mangement Studies (IBMS)
Commercial Economics (CE)
International Business Economics (IBE)
Fontys Hogeschool Kind & Educatie (FHK&E) Pedagogische Academie Basis Onderwijs (PABO)
Food & Flower Technology
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
7
5.
Opbouw Bacheler Opleiding Food & Flower Technology
De opleiding omvat een propedeuse (semesters 1 en 2) en een hoofdfase (semesters 3 t/m 8). De hoofdfase bestaat uit een kern fase en een ingenieur fase. In de kern fase (semesters 3, 4 en 5) brengt de student semesters 3 en 4 op school door en semester 5 in een bedrijf (stage). De ingenieursfase (semesters 6, 7 en 8) omvat twee semesters op school en een afstudeerperiode in het bedrijf dan wel in onderzoek in het lectoraat aan onderwerpen die samen met de industrie zijn vastgesteld.
European Credits ofwel EC’s : De totale bachelor-opleiding bestaat uit 240 European Credits ofwel EC’s, studiepunten. Het aantal studiepunten / EC’s is een maat voor de studiebelasting in uren. Een studiejaar (1680 studie-uren) komt overeen met 60 EC’s Eén EC staat dus voor 28 studie-uren. Per semester zijn 30 Ec’s te verdienen. Figuur 2 laat in schetsvorm de opleidingsopbouw zien.
Bacheler opleiding Food & Flower Technology 3e jaar
2e jaar
1e jaar
Propedeuse
Hoofdfase
Oriënterende fase Semester 1
Semester 2
Theorie (colleges, instructies) Practica Projecten
4e jaar
Kernfase Semester 3 Theorie Practica Projecten
Semester 4
Ingenieursfase Semester 5 Stage (extern)
Semester 6 Minor (Intern/ extern)
Semester 7 Theorie Practica Projecten
Semester 8 Afstuderen (extern)
Figuur 2:
Elk interne semester hebben dezelfde opbouw in kennispijlers: De Food & Flower Technology kennispijler, welke ondersteund door de drie domeinspecifieke kennispijlers: o Elektrotechniek “E”, o Werktuigbouwkunde “W” , o Informatica “I”, Algemene kennispijler ondersteunend: o Wiskunde, fysica e.d.) “A” Integrerende modules en projectenlijn “Food & Flower Technology”. Voor een compleet (basis) overzicht van het programma wordt verwezen naar tabellen 6.0, 6.2 en 6.3. Hier in staan de modules en het aantal Credit die per modulen te verdienen zijn.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
8
6.
Lesprogramma:
De lesprogramma van deze nieuwe HBO bachelor opleiding is gebaseerd op het lesprogramma van de bestaande engineering opleidingen van de afzonderlijke aanbieders, gecombineerd met de innovatiekracht van het systeemdenken. In de eerste twee studiejaren worden kenniselementen van de vakdisciplines: Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde, Technische Informatica, Technische natuurkunde Geïntegreerd in de ontwerpmethodologie van Food & Flower Technologische producten en systemen. De studenten ontwikkelen zich aan de hand van realistische, praktijk gerelateerde opdrachten tot specialist in systeemontwerpen en systeem denken voor de gehele levenscyclus. In het derde en vierde studiejaar werken de studenten mee aan onderzoeks- en ontwerpprojecten binnen en uit de beroepspraktijk en kunnen zij zich specialiseren in een van de bovengenoemde beroepsrollen en/of de (regionale) specifieke toepassingsgebieden. Om recht te doen aan de dynamiek en innovatiekracht van het werkveld, bevat de opleiding diverse elementen die de actualiteit borgen, zoals interactie van Food & Flower Techneuten, met experts en onderzoekers uit de beroepspraktijk door middel van parttimedocenten en gastdocentschappen vanuit de regionale netwerken van bedrijven en onderzoeksinstellingen, en reële praktijkopdrachten voor onderzoek en ontwikkeling. In tabel 6.1 t/m 6.3 wordt de onderwerpen weergegeven die per studiejaar worden aangeboden met daar achter de behaalde EC’s (European Credits). Per semester totaal 30 EC’s
Tabel 6.1
Programma Propedeuse
PROPEDEUSE
EC’s
Semester 1 Principles of Electronic Circuits (PEC)
3
Digital Fundamentals (DFM)
3
Introduction to C Programming (ICP)
3
Static Mechanics and Drawing Standards (SMD)
3
Construction and Drawing Standards 1
3
Mathematics 1 (MAT)
3
Generic Mechatronic Skills (GMS)
3
Mechatronic Design Methods 1 (MDME)
3
Project 1 (PRJ)
6
Totaal CR’s
30
Semester 2 Advanced Electronic Circuits (AEC)
3
Introduction to Control Systems (ICS)
3
Advanced C Programming (ACP)
3
Strength of Materials 2 (SOM)
3
Construction and Drawing Standards 2
3
Mathematics 2 (MAT)
5
Modelling and Simulation (MAS)
3
English (ENG)
1
Project 2 (PRJ)
6
Totaal CR’s
30
Grand Totaal CR’s
Curriculum Food & Flower Technology
60
FHTenL
9
Tabel 1.1
Programma Kernfase
KERNFASE EC’s
Semester 3 Electronics (ELS)
3
Introduction Electromechanics (IEM)
3
Sequential Digital Systems (SDS)
3
Microcomputer Fundamentals (MCF)
3
Advanced Control Systems (ACS)
3
Introduction Control Engineering (ICE)
3
Dynamics (DYN)
5
Communication (COM, literature study)
1
Project 3 (PRJ)
6
Totaal CR’s
30
Semester 4 Energy Technology (EGT)
3
Actuators and Sensors (ASE)
3
Embedded Systems (ESY)
3
Control Engineering (CEN)
6
Heat and Fluid Dynamics (HFD)
6
Mechatronic Design Methods 2 (MDM)
3
Project 4 (PRJ)
6
Totaal CR’s
30
Semester 5 Workplacement (WPL)
30
Grand Total Tabel 1.2
90 Programma Ingenieursfase
INGENIEURSFASE
EC’s
Semester 6 Robotics (ROB)
6
Machine Vision (MVS)
4
Embedded intelligence (EMI)
4
Ambient intelligence (AMI)
6
Project 6 (PRJ)
10
Totaal CR’s
30
Semester 7 Applied Control Engineering (ACE)
5
Dynamic Construction (DCN)
5
Industrial Communication Systems (ICO)
2
Electromagnetic Compatibility (EMC)
2
Statistics (STS)
5
Communication Skills (COM, applying for job)
1
Project 7 (PRJ)
10
Totaal CR’s
30
Semester 8 Graduation Thesis (GRT)
30
Grand Totaal
Curriculum Food & Flower Technology
90
FHTenL
10
7.
Vormen van onderwijs
Didactisch concept Het didactische concept is gericht op lerend leren. Om dit te bereiken werkt de opleiding met: Een mix van werkvormen Realistisch leeromgevingen Een groeiende mate van zelfsturing Mix van werkvormen De opleiding biedt de student een programma aan dat aansluit bij de verschillende vormen van leren: Betekenisgericht Toepassingsgericht Reproductiegericht Deze werkvormen zijn gericht op het verwerven van conceptuele kennis en op de integratie van beroepskennis, vaardigheden en beroepshouding. Het binnen schoolse deel bestaat uit: Projectonderwijs (ca. 40%), Praktijkonderwijs voor het verwerven van praktische vaardigheden (ca. 20%), Theorieonderwijs (ca. 40%) gecombineerd met zelfstudieopdrachten. De werkvormen maken het mogelijk dat studenten op verschillende manieren leren leren en zo kunnen werken aan leerdoelen, kwalificaties en kennisbasis. Projectonderwijs als leidend principe In de mix van werkvormen hanteert de opleiding projectonderwijs als leidend principe omdat dit het meest voorkomt in het beroep van de Food & Flower Techneut én tegelijkertijd het verwerven van de benodigde kennis, vaardigheden en beroepshouding (betekenis- en toepassingsgericht leren). Om de studenten in zo authentiek mogelijke situaties te laten leren voorziet de opleiding in projecten, stage en afstuderen. De projectlijn wordt in het eerste jaar vormgegeven door probleemgestuurd onderwijs (PGO; Delhoofen 1996). Studenten leren volgens de 7-sprong aan de hand van technische problemen nieuwe kennis te vergaren die ze vervolgens gaan toepassen om het probleem op te lossen. Deze oplossing worden vervolgens ook praktisch gerealiseerd en geëvalueerd. In projecten wordt er gewerkt in groepen van ca. 8 tot 12 studenten. Gedurende twee ingeroosterde dagdelen werken de studenten op school aan het project, onder begeleiding van een vakdocent. Binnen de projecten zijn studenten met verschillende vooropleiding bij elkaar geplaatst om samenwerkend leren te stimuleren. De docenten treden daarbij op als begeleidend tutor en als opdrachtgever. Projectaanpak, realisatie en evaluatie worden vervolgens schriftelijk en mondeling gepresenteerd. Medestudenten, de begeleidende communicatiedocent (1e jaar) en tutoren geven feedback op het presenteren. Vanaf het eerste project raken de studenten vertrouwd met het rapporteren over werkwijze, resultaten en conclusies van ontwerp- en onderzoeksopdrachten en het reflecteren daarop. Het accent ligt op leren leren, samenwerken en toepassingsgericht en betekenisgericht leren. Daarbij wordt kennis op het gebied van elektrotechniek, mechanica en informatica integraal toegepast in de opleiding Food & Flower Technology. In de projecten komen ook praktische vaardigheden aan bod. Naarmate kennis en vaardigheden van studenten groeien, krijgt de projectlijn meer het karakter van projectonderwijs waarbij bestaande kennis toegepast wordt op nieuwe problemen. Stage en afstuderen vinden buitenschools plaats en zijn in feite een project in een authentieke situatie. De bedrijfsstage en het afstudeeronderzoek in het beroepenveld van de Food & Flower dragen bij aan het methodisch oplossen van probleemstellingen. Bij het leren in de beroepspraktijk ligt het accent op praktische aspecten als improvisatie, specialisatie, actualiteit en mate van concreetheid. Dat betekent dat met name het probleemoplossend vermogen van de student wordt getraind. Een deel van de afstudeeropdrachten vindt plaats in het buitenland. Studenten leren in deze beroepscontext op zelfstandige basis en in samenwerking met anderen. Praktijkonderwijs Praktijkonderwijs richt zich op het opbouwen en oefenen van de beroepsvaardigheden zoals meten, simuleren, technisch tekenen en programmeren (toepassingsgericht leren). Bij deze vaardigheidstrainingen wordt gestreefd om in groepen van ca. 8 tot 12 studenten instructie gegeven en wordt in groepen van twee aan verwerkingsopdrachten gewerkt. Theorieonderwijs Theorieonderwijs omvat hoor- en werkcolleges voor essentiële theoretische inhouden in de algemene kennislijn (bv. wiskunde) en op domeinspecifieke gebieden (reproductief en betekenisgericht leren In groepen van 20 tot maximaal 50 studenten is er instructie gecombineerd met opdrachten.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
11
Realistische leeromgevingen De opleiding biedt een grote variatie aan praktijkgerichte opdrachten (producerend leren) en bevordert het internationale en multidisciplinaire samenwerken (samenwerkend leren) in authentieke situaties. Deze situaties zijn zoveel mogelijk multidisciplinair en in een internationale setting. De opdrachtgevers bij projecten in semester 3, 4, 6 en 7 zijn meestal extern en dan werken de studenten in de betreffende bedrijven aan hun opdracht. Stage en afstuderen (semester 5 en 8) zijn ook in het bedrijfsleven. De studenten studeren ook in een internationale setting. Sommige projecten en practica worden gedaan door samengestelde teams, Nederlandse en Duitse studenten, uitgevoerd. Groeiende mate van zelfsturing Naarmate de studie vordert, groeit de zelfstandigheid van de student en de mate van zelfsturing. Zelfstudieopdrachten trainen de studenten om zelfstandig informatie te vergaren en te verwerken t.b.v. toegepast onderzoek. Zij bereiden voor op zelfstandig werken in projecten, stage en afstuderen in hogere leerjaren. Studenten verrichten literatuurstudies, presenteren in werkcolleges resultaten van onderzoeken en werken presentaties en daaropvolgende discussies in verslagen uit. Zelfstudieopdrachten dragen bij aan het verwerven van zowel generieke als ook domeinspecifieke eindkwalificaties (betekenis- en toepassingsgericht leren). Met de voortgang van zijn studie krijgt de student een steeds grotere vrijheid keuzes te maken en zijn eigen ontwikkeling te sturen. De studenten kunnen door hun keuze van de minor, de projecten in de hoofdfase en de rol die ze daar op zich nemen, keuzemodules in semester 7 en afstudeeropdracht binnen de kaders van de eindkwalificaties hun eigen individuele ontwikkeling bepalen. De keuze voor een groter aantal contacturen in de propedeuse en een afnemend aantal in de hoofdfase sluit aan bij het stimuleren van zelfsturing. Projecten zijn zo georganiseerd dat de zelfstandigheid van de student steeds meer op de proef wordt gesteld (begeleiding wordt steeds extensiever, groepsgrootte wordt kleiner, projecten zijn steeds meer in opdracht van externen). In de afstudeeropdracht moet de student laten zien geheel zelfstandig probleemstellingen te kunnen oplossen.
8.
Vormen van toetsing
Toetsbeleid De opleiding stuurt bij de toetsing op de volgende aspecten: Aansluiting werkvorm / toets vorm / leerdoelen; Toets kwaliteit; Transparantie; Organisatie; Terugkoppeling. Aansluiting werkvorm / toetsvorm / leerdoelen De mix van toets vormen sluit aan bij de bovengenoemde werkvormen en vormen van leren. De opleiding gebruikt daarom een variëteit aan toetsvormen om goed te kunnen aansluiten bij de verschillende vormen van leren: Schriftelijk tentamen Schriftelijke tentamens sluiten met name aan bij de werkvorm theorieonderwijs (hoor- en werkcolleges) waarin vooral het reproductief en betekenis gericht leren gestimuleerd wordt. In een schriftelijk tentamen beoordeelt de docent kennis en inzicht van de student. De beoordelingscriteria, opgenomen in de modulehandleiding, zijn afgeleid van de leerdoelstellingen van de module.
Praktische opdracht Praktische opdrachten sluiten aan bij de werkvorm praktijkonderwijs. De docent beoordeelt of de student een voldoende niveau van vaardigheden heeft bereikt (toepassingsgericht leren). De beoordelingscriteria voor deze toetsvorm worden afgeleid van de leerdoelen van dit studieonderdeel en worden in de modulehandleiding beschreven.
Presentatie Een mondelinge presentatie wordt ingezet bij projectonderwijs (inclusief stage en afstuderen). De student rapporteert over zijn werkzaamheden en de resultaten van zijn opdracht. Belangrijk is dat de student verantwoording aflegt over : Gevolgde werkwijze, Gemaakte keuzes Het verloop van het proces. De docent beoordeelt in welke mate de student deze elementen beheerst en of hij kritisch staat t.o.v. zijn eigen werk (betekenisgericht leren). Daarnaast wordt bij presentaties de specifieke mondelinge communicatievaardigheid beoordeeld (toepassingsgericht leren).
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
12
Voor een presentatie worden dan ook twee categorieën beoordelingscriteria gebruikt: De inhoud van de presentatie wordt beoordeeld op basis van inhoudelijke criteria die in de modulehandleiding staan beschreven. De vorm wordt beoordeeld op basis van criteria ontleend aan de module Communicatieve vaardigheden Deze presentatie vindt in leerjaar 1 en 2 in tweetallen voor een groep plaats en in de latere fase van de studie individueel en dan verdedigt de student zijn keuze voor een beoordelingscommissie.
Schriftelijke verslaglegging Schriftelijke verslaglegging wordt ingezet bij projectonderwijs, (incl. stage/afstuderen) en zelfstudieopdrachten. Bij schriftelijke verslaglegging worden voor een deel dezelfde punten beoordeeld als bij een presentatie. Een verslag levert echter een gedetailleerder en daarmee ook scherper beeld over product, werkwijze en proces (betekenisgericht leren). Ook worden de schriftelijke communicatievaardigheden van de student beoordeeld (toepassingsgericht leren). Voor een verslag worden net als bij een presentatie twee categorieën beoordelingscriteria gebruikt: inhoud en vorm.
Productbeoordeling Productbeoordeling sluit aan bij de werkvormen projecten en stage/afstuderen. Daar waar de student bezig is geweest met producerend leren, kan aan de hand van het resultaat worden vastgesteld of het beoogde niveau is bereikt (toepassingsgericht leren). De beoordelingscriteria worden vooral ontleend aan de beroepsspecifieke opleidingskwalificaties. Naast de beoordeling van het eindproduct wordt ook de methodiek die de student/projectgroep gebruikt heeft om tot dit eindproduct te komen en de onderbouwing van keuzes (betekenisgericht leren) beoordeeld. Het werkveld ”Raad van advies” of College van gecommitteerden” heeft hierbij een adviserende rol.
Procesbeoordeling Procesbeoordeling sluit eveneens aan op de werkvormen projecten en stage/afstuderen. Hier wordt beoordeeld of de student een professionele houding en werkwijze aan de dag heeft gelegd (betekenis- en toepassingsgericht leren). Wanneer de student een bepaalde rol heeft vervuld in het project, wordt deze hier beoordeeld. Criteria hiervoor worden afgeleid uit de algemene opleidingskwalificaties. Ook vindt de beoordeling plaats op basis van een procesrapport.
Mondeling interview In een criteriumgericht interview legt de student in een vraaggesprek met een tweetal docenten verantwoording af van zijn persoonlijk leerresultaat in (groeps)opdrachten (betekenisgericht leren). De student voert evidentie aan om aan te tonen dat hij zijn projectgebonden leerdoelen heeft bereikt. De opleiding zet deze toetsvorm vooral in bij projecten waarbij een groepsproduct of -rapportage (te) weinig uitsluitsel geven over het leerresultaat van de individuele deelnemer of waarbij de student beoordeeld wordt op een specifieke rol die hij in dat project op zich genomen heeft.
Peer assessment Bij de werkvorm projectonderwijs gebruikt de opleiding het peer assessment om de student terugkoppeling van zijn medegroepsleden te geven op zijn functioneren in de projectgroep. Studenten leren veel van elkaar. Ook het zelf waarderen van andere studenten bevordert het reflectieve leerproces van de student.
Competentie assessment propedeuse Naast bovenstaande toetsvormen heeft het instituut een competentie-examen ingericht voor de propedeusestudenten om de propedeuse af te sluiten (Holz 2006). Dit competentie assessment heeft het karakter van een portfolio-examen Studenten bereiden het examen voor onder begeleiding van de studieloopbaanbegeleider. Ze maken met behulp van porfolio, POP en PAP, een examendossier op met de toets resultaten van het eerste jaar, en hun persoonlijke visie op wat ze geleerd hebben m.b.t. de verschillende kwalificaties. Daarnaast bevat dit dossier een STARR-reflectie van het leerproces van de student in het project van het tweede semester (betekenisgericht leren). Deze reflectie wordt in een mondeling assessment met twee assessoren verdedigd. De criteria voor het competentie-examen vindt de student in de handleiding.
In de verschillende werkvormen worden de toets vormen als volgt ingezet (Tabel 8.1). f: De formatieve toetsen (geen invloed op het eindresultaat) worden ingezet tijdens de loop van een module als proeftoets of voorbeeldtentamen s: De summatieve toetsen (bepalen eindresultaat) zijn meestal geplaatst aan het einde van het studieonderdeel, maar er zijn ook enkele tussentoetsen
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
13
Tabel 8-1 Relatie tussen werkvormen en toetsvormen (s en f)
Toetsvorm schriftelijk tentamen
Zelfstudieopdracht
Projectonderwijs(ook stage /afsttuderen)
Praktijkonderwijs
Theorieonderwijs
Werkvorm
s/f
praktische opdracht
s/f
productbeoordeling
s/f
procesbeoordeling
s/f
presentatie
s/f
s/f
schriftelijke verslaglegging
s/f
s/f
mondeling interview (criteriumgericht)
s/f
s
peer assessment
f
competentie-examen
s
s = summatief; f = formatief . Toetskwaliteit De toetsvormen moeten voldoen aan eisen van validiteit en betrouwbaarheid. De kwaliteit van de toetsen en het toetsproces wordt bewaakt door de toetscommissie. In de praktijk valt deze toetscommissie samen met het teamoverleg dat door de opleidingscoördinator wordt voorgezeten. In het overleg worden afspraken gemaakt over: Welke toetsvorm wordt gehanteerd bij welke module; Welke criteria worden gehanteerd; Hoe de normering is; Wie de toets samenstelt en wie deze controleert op validiteit, betrouwbaarheid, bruikbaarheid. In werkvormen die een groepskarakter hebben zoals projecten, gebruikt de opleiding verschillende toetsvormen om het leerresultaat bij de individuele student te kunnen onderscheiden van de groepsprestatie (voorkomen meeliften). Deze toetsmix wordt ontworpen door de projectcommissie. Zo worden er individuele taken/rollen onderscheiden (verslaglegger, presentator, projectleider enz.) die via proces-beoordeling tot een persoonlijke beoordeling leiden. Bij verslaglegging wordt verantwoording van taken gevraagd. Daarnaast wordt mondelinge ondervraging ingezet om een individuele student verantwoording af te laten leggen over groepsproducten of -resultaten en over zijn eigen leerresultaat. Projectpresentaties worden door twee docenten (begeleider en beoordeellaar) en eventueel derde beoordeeld.. Projectverslagen in leerjaar 1 worden door twee docenten beoordeeld. Transparantie De toetsing verloopt transparant voor de student, d.w.z. de student weet, of kan weten wat er getoetst wordt, hoe er getoetst wordt en welke criteria voor de beoordeling worden gebruikt. Om de toetsing transparant te laten verlopen vindt de student in de modulehandleiding een paragraaf over toetsing, toetsvorm, criteria en weging. De docent geeft in de les toelichting. Daarnaast worden er voorbeeldtentamens aangeboden, die vaak in de les worden behandeld of waarover de student vragen kan stellen. Voor verslagen geldt dat er voorbeelden uit eerdere jaren besproken worden en voor presentaties zijn er oefeningen en nabesprekingen in de les. Organisatie Voor een goede tijdsbesteding en stimulans worden toetsen in de tijd gespreid en de toetsfrequentie bevordert een vlotte doorgang door de studie. De examencommissie legt de in de Onderwijs- en Examenregeling vast welke summatieve toetsen worden afgenomen alsmede normen voor het slagen van examens. Verder stelt zij de formele uitslag van het examen vast. Uitgaande van de OER is de toetscommissie verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van de toetsen. De kwaliteit van de toetsen en het toetsproces wordt bewaakt door de toetscommissie. Per semester is er een toetsschema, waarin schriftelijke tentamens en presentaties staan (incl. de op te leveren verslagen en producten). Hiermee bewaakt de opleiding dat de toetsing voldoende gespreid is en dat er geen concentratie plaatsvindt van toetsen op enkele dagen. Ook dient het schema als hulp voor de student om zijn activiteiten te plannen. Verder zijn er herkansingsmogelijkheden voor tentamens ingebouwd. Een studieonderdeel met de duur van een semester wordt aan het einde van dat semester getoetst. Haalt de student dit tentamen niet, dan is er een herkansingmogelijkheid. Heeft de student het tentamen na deze twee keer niet gehaald, dan moet hij volgend jaar de module opnieuw volgen en het tentamen afleggen.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
14
Terugkoppeling Studenten krijgen tijdig terugkoppeling, hebben inzage in hun persoonlijke toetsresultaten en hebben beroep- en klachtrecht. Na beoordeling van de toetsen wordt de toets in de leergroep besproken. Indien dit niet mogelijk is, heeft de student altijd recht op inzage van zijn toets bij de docent. Verslagen, presentaties, praktische opdrachten, product- en procesbeoordelingen, peerassessment en mondeling assessments worden met de student nabesproken.
9.
Competenties / Eindkwalificaties
De competenties die iedere afgestudeerde van de opleiding Food & Flower Technology moet bezitten zijn onderverdeeld in:
9.1
Beroepscompetenties (zie tabel 9.1): Deze geven de voor het beroep kenmerkende competenties, gerelateerd aan kenmerkende activiteiten.
9.2
Dublin descriptors (zie tabel 9.2) Algemene competenties Deze omvatten algemene Bacheler of Engineering competenties, zelfsturingcompetenties en sociaal communicatieve competenties voor zover deze niet genoemd zijn bij of opgenomen zijn in de beroepscompetenties. Het opleidingsprofiel van de opleiding Food & Flower Technology is gebaseerd op “Profiel van de Bachelor of Engineering”. De landelijke competenties zijn specifiek gemaakt voor het toepassingsgebied van een Food & Flower Technology techneut: door context, domein en kennisbasis aan te geven. De beroepscompetenties en algemene competenties voor de opleiding Food & Flower Technology zijn hieronder weergegeven.
Tabel 9.1 Beroepscompetenties Beroepscompetenties 1 Inzicht krijgen Dit is de eerste fase waarin de beroepsbeoefenaar te maken krijgt met zijn opdracht. Hij krijgt deze (in opdracht of opdracht in een bepaalde bedrijfssituatie (context), en de opdrachtgever beoogt een bepaalde probleemstelling) doelstelling te realiseren. De beroepsbeoefenaar gaat zich in de opdracht verdiepen. Hij oriënteert zich in zijn omgeving (‘stakeholderanalyse’). Hij analyseert de situatie op zo veel mogelijk aspecten. Zo nodig maakt hij zich daarvoor nieuwe kennis en vaardigheden eigen. Vaak zal hij constateren dat de gestelde opdracht uiteenvalt in meerdere deelopdrachten of deelproblemen, die van verschillende ernst of prioriteit zijn. Op basis van selectiecriteria (aangereikt of door hem opgesteld) maakt hij een onderbouwde keuze in deze deelopdrachten of deelproblemen om daar verder aan te werken. 2 Ontwerpen In deze fase werkt de beroepsbeoefenaar de geherformuleerde opdracht uit. Met gebruik van zijn (van product, kennis over relevante theorieën en vaardigheden stelt hij meerdere ontwerpen of modellen op. Zo dienst of sturing) nodig maakt hij zich daarvoor nieuwe kennis en vaardigheden eigen. Hij is zich bewust van de vooren nadelen van de diverse voorstellen. Het gaat hier in eerste instantie om technisch- inhoudelijke voorstellen zonder veel detail. We spreken van mogelijke oplossingsrichtingen. Let wel: het gaat in deze fase dus uitdrukkelijk niet om een tot in details uitgewerkt technisch ontwerp, dat komt eventueel in een latere fase. Aan de hand van aangereikte of door hem opgestelde criteria adviseert hij zijn opdrachtgever. De opbrengst van deze competentie is een concept, voorlopig ontwerp, oplossingsrichting of een definitief pakket van eisen. 3
Plannen (van de uitvoering)
4
Uitvoeren (plan van aanpak)
Na het vaststellen van de oplossingsrichting wordt overgaan tot het in detail uitwerken daarvan. Daarbij is het vaststellen van de haalbaarheid van het grootste belang. Zo nodig maakt hij zich daarvoor nieuwe kennis en vaardigheden eigen. Het zal blijken dat voor de details nog uit vele alternatieve oplossingen gekozen moet worden. De technisch inhoudelijke uitwerkingen wordt vertaalt in benodigde middelen in termen van tijd, geld en organisatie. Hij zal maatregelen treffen om de uitvoering voor te bereiden. De gestelde kwaliteitsnormen worden daarbij niet uit het oog verloren. Voortdurend zal hij keuzes moeten maken. Dit doet hij samen met zijn opdrachtgever. Daarvoor zal hij steeds selectiecriteria opstellen om zijn keuzes inzichtelijk te maken. De opbrengst van deze competentie is een plan van aanpak, een blauwdruk, oplossing, implementatieplan, interventie, draagvlak, contract, projectteam enzovoorts. Tenslotte voert de beroepsbeoefenaar het plan van aanpak uit, en realiseert daarmee het product, de dienst of de sturing. Afhankelijk van zijn rol realiseert hij deze zelf, managet hij het voortbrengingsproces of levert hij een bijdrage aan een of beide. Zo nodig maakt hij zich daarvoor nieuwe kennis en vaardigheden eigen. Hij maakt alsnog de uitgestelde keuzes, en biedt het hoofd aan onverwachte problemen of situaties. Bij dat laatste valt hij terug op de vier generieke competenties in een meer specifieke context. De opbrengst of het resultaat van deze competentie is het product, de dienst of de sturing c.q. interventie.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
15
Tabel 9,2 Dublin descriptors Dublin descriptors http://www.nvao.net/page/downloads/Nederlands_Kwalificatieraamwerk_Hoger_Onderwijs.pdf 1 kennis en inzicht De student heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied is vereist 2 toepassen kennis De student is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een en inzicht professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. 3 oordeelsvorming De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied), met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. 4 communicatie De student is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. 5 leervaardigheden De student bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
9.3
Competentieverwerving
Competentieverwerving vindt plaats binnen de projectenleerlijn en tijdens de stage en het afstuderen. Competent zijn is immers het adequaat kunnen reageren in een beroepssituatie met de voor die situatie vereiste combinatie van kennis, vaardigheid en attitude. Het niveau van de competenties binnen de opleiding bestaat uit drie niveaus: Niveau 1: Competentie eindniveau van de Propedeuse (semester 1 en 2), af te sluiten middels: het propedeuse competentie examen. Niveau 2: Competentie eindniveau van de Kernfase (semester 3, 4 en 5), af te sluiten middels het kernfase competentie examen (=stageverslag+presentatie/verdediging). Niveau 3: Competentie eindniveau van de Ingenieursfase/bachelorfase (Semester 6,7 en 8, ) af te sluiten middels het ingenieurs/bachelor competentie examen (=afstudeerverslag+presentatie/verdediging). Competentieverwerving van de hogere niveaus vindt plaats in de verdere beroepspraktijk. Binnen de leerlijnen “kennis” en “generiek” worden delen van competenties verworven. Competentieverwerving vindt plaats bij de projecten, stage en afstuderen. De leerlijnen zijn voorwaardelijk aan het behalen van de competenties in de projectenleerlijn, stage en afstuderen omdat deze (de voor ons noodzakelijke) delen bevatten van competenties. In de modulehandleidingen is beschreven hoe de kennis en vaardigheden die verworven worden in de kennisleerlijn en de generieke leerlijn (middels prestatie-indicatoren) bijdraagt aan de competenties.
9.3.1
Competentieverwerving tijdens projecten:
Iedere student wordt individueel beoordeeld op competenties binnen projecten door de student specifieke rollen, met de daaraan hangende taken, te laten uitvoeren. Dit model noemen we het rollen en takenmodel. De rollen die een student uitvoert binnen het project zijn zowel inhoudelijk als procesmatig van aard. Inhoudelijke rollen zijn de rollen gebaseerd op het type engineer: Human Engineer, Onderzoeker, Ontwerper, Industrial Engineer Service & Maintenance Engineer). Procesmatige rollen zijn gebaseerd het (groeps)proces binnen het project de rollen zijn: Projectleider, Projectbeheerder, Rapporteur, Presentator , Projectijd Bij de start van ieder project krijgt een student een specifieke inhoudelijke- en procesmatige rol toegewezen en wordt aan het eind van een project beoordeeld op het niveau van de verworven competenties binnen deze rollen. Het beoordelen van deze competenties gebeurt aan de hand van een rolformulier, per niveau, waarop competenties staan met prestatie indicatoren.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
16
9.3.2
Competentieverwerving tijdens stage en afstuderen
Een student inventariseert tijdens de stage en het afstuderen zelf aan welke competenties hij/zij moet voldoen en wil gaan werken. Deze competenties worden tijdens een SLB-gesprek bepaald en goedgekeurd. Aan het eind van de stage en het afstuderen wordt bekeken of het eindniveau behaald is. Hiermee behaalt de student automatisch de competenties.
9.3.3
Competentie-examen
Tijdens het competentie-examen worden door assessoren de behaalde competenties vastgesteld. De student bereidt zich hierop voor door het schrijven van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en een Persoonlijk Activiteitenplan (PAP). Om er voor te zorgen dat alle competenties aan het eind van een periode (Propedeuse, Kernfase enIngenieursfase/bachelorfase) behaald zijn, is het van belang om deze goed te monitoren tijdens het opstellen van het POP en het daaraan hangende PAP. Tijdens SLB-gesprekken wordt de competentieverwerving binnen projecten gevolgd. Op deze manier zal de student ook bewust met competenties leren omgaan, zodat deze tijdens de stage en het afstuderen door de student vertaald kunnen worden naar de beroepssituatie.
10. Kennisgebieden De kennisgebieden van de afgestudeerde Food en Flower Technology, Bachelor of Engineering zijn hieronder weergegeven. 1. Constructies van mechanische, hydraulische en pneumatische systemen in de Agro business, die door middel van elektrotechnische componenten al dan niet softwarematig worden aangestuurd en geregeld; 2. Middelen waarmee en de wijze waarop relevante informatie uit een technisch proces kan worden verkregen (sensoren) ten behoeve van een elektrische besturing en regeling; 3. Middelen (elektrische, elektro-pneumatische, elektro-hydraulische actuatoren enz.) waarmee en de wijze waarop in een technisch proces kan worden ingegrepen; 4. Motion control; 5. Systeemtechniek, integraal ontwerpen; 6. Constructies, aandrijving en besturingen voor robots; 7. Voor mechatronische systemen toepasbare algoritmen, modellen en ontwerphulpmiddelen zoals simulatietechnieken; 8. Middelen waarmee en de wijze waarop onderdelen van een Agro systeem met elkaar kunnen communiceren. Hiertoe horen onder meer locale netwerken, veldbussystemen, interface-schakelingen en microcontrollers; 9. Materialen gebruikt in een Agro systeem en hun eigenschappen; 10. Verwerking van materialen (vormgeving en verbindingstechnieken) machinedynamica t.b.v. ontwerpspecificaties, modelvorming en regeltechniek. 11. Uit het toepassingsgebied van elektrotechniek, ligt het accent op de: analoge elektronica computertechniek (hardware/software) digitale elektronica energietechniek (vermogenselektronica) elektromechanica (sensoren, actuatoren) 12. Uit het toepassingsgebied van werktuigbouwkunde, ligt het accent op de: statica dynamica construeren 13. Uit het toepassingsgebied van informatica, ligt het accent op de: programmeren embedded software netwerken, infrastructuur, veldbussen 14. PLC’s Bij de uitvoering van activiteiten maakt de Food en Flower techneut gebruik van software. Het gebruik van CAEtooling op het gebied van elektrotechniek en van werktuigbouwkunde is al lange tijd standaard voor de onderzoeker en ontwerper in bedrijven. Gereedschappen als PSpice, Solid Works en 3D-CAD ontwerp vinden hun weg ook in het midden- en kleinbedrijf. Ook op het gebied van de Food & Flower Techneut (en dan met name de modellering en regeltechniek) wordt in bedrijven meer en meer gebruik gemaakt van simulatie- en regelsoftware. Tools zoals Matlab en Labview behoren tot de standaard als het gaat om modelvorming, simulaties en aansturing van mechatronische systemen.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
17
11. Indeling van het studiejaar Tabel 11-1 Structuur van een semester (20 weken) elk studiejaar bestaat uit 2 semesters
Weeknr.
lessen / projecten 1-7
inhaal activiteiten 8
toetsen
lessen / projecten 10 - 16
9
inhaalactiviteiten 17
toetsen 18 - 20
12. De studielast De opleiding realiseert haar beleid ten aanzien van studeerbaarheid door het inzetten van de volgende middelen: een evenwichtige spreiding van de studielast; evenwichtige verhouding tussen contacturen en zelfstudie; goede informatie over leerdoelen en samenhang; de nodige flexibiliteit in het programma; de aanpak van potentieel studiebelemmerende factoren; een effectieve individuele studiebegeleiding; een goed studeerklimaat (incl. bereikbaarheid docenten) en een stimulerend programma. Spreiding van de studieactiviteiten – De opleiding zorgt voor een evenwichtige spreiding van de studielast. Zij doet dit op de volgende manier: Gelijkmatige verdeling – De opleiding conformeert zich aan de internationale norm die inhoudt dat ieder semester voltijdse studie 30 studiepunten ofwel 840 studiebelastinguren (sbu; 1 studiepunt = 28 sbu) bevat. Planning van de activiteiten o Semesterplanning – Elk binnen schoolse semester heeft een periode van zeven lesweken, gevolgd door een inhaalweek en een tentamenweek; dan volgen er opnieuw zeven lesweken, een inhaalweek en ten slotte drie tentamenweken (zie Tabel 10.1). Er is zo tijd voor het inhalen van achterstand en de voorbereiding op tentamens. o Toetsplanning – De toetsmomenten (tentamens, projectpresentaties, inleveren van opdrachten enz.) worden zo goed mogelijk over het semester verdeeld. o De stage- en afstudeerperiode lopen synchroon met de semesters of kwartalen, zodat er in de aansluiting naar andere semesters geen tijd verloren gaat. o Planning van de studielast per module – Een binnen schoolse semester omvat 5 tot 6 modules waarvan één project (zie Tabel 6.1 t/m 6.3). De 30 studiepunten worden verdeeld over deze modules. De opleiding bewaakt de studeerbaarheid door de studielast op moduleniveau te plannen volgens een planningsmodel. De studiebelastinguren per module worden verdeeld over contacturen, zelfstudie-uren en toetsen (voorbereiding en maken). De verdeling van de uren over deze verschillende activiteiten neemt de docent op in de modulehandleiding.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
18
Bijlage 1 Lesstof Bacheloropleiding Food & Flower Technology Propedeuse Domeinspecifiek
Algemeen
Project
Semester 1 Principles of Electronic Circuits Digital Fundamentals Introduction C Programming Static Mechanics and Drawing Standards SMD1P: Construction and Drawing Standards 1 Mathematics 1 Generic Mechatronic Skills Mechatronic Design Methods 1 Communication ????? Project 1
Semester 2 Advanced Electronic Circuits Introduction to Control Systems Advanced C Programming Strength of Materials 2 Mathematics 2 Modelling and Simulation English Communication ???? Project 2
Semester 1 PEC1:
Principles of Electronic Circuits
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
BDFM1:
Digital Fundamentals
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ICP1:
Semester 1 3 EC’s Met deze module maak je kennis met de grondslagen van de netwerktheorie. Belangrijke begrippen hierbij zijn spanning en stroom. Je leert een rekenmodel te hanteren, die een afbeelding vormt van een samenstel van netwerkelementen (schakeling). Belangrijke netwerkelementen vormen de weerstand, condensator, spoel, spanningsbron en stroombron. Deze module richt zich op de gelijkstroomtheorie. Schriftelijk tentamen / Practicum “Elektrische netwerken voor HTO Elektrotechniek” 3e editie, Van den Eijnden, Spoorenberg, ISBN 90 5574 262 7
Semester 1 3 EC’s Deze module heeft tot doel de basis te leggen voor het vakgebied van de digitale techniek. Hierin zal naast de elementaire kennis van de logische eigenschappen van componenten, ook inzicht gegeven worden in de aspecten van het specificeren, ontwerpen en het met behulp van elektronische bouwstenen (SSI’s) realiseren van combinatorische schakelingen. Tevens wordt er aandacht besteed aan functionele bouwblokken (MSI’s) en programmeerbare logica (PLD’s) en komen er verder geheugenelementen, registers en counters aan de orde. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht “Digital Fundamentals”, Thomas L. Floyd, Prentice Hall, ISBN 0 13 085268 6
Introduction C Programming
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 1 3 EC’s Met deze module maak je kennis met de programmeertaal C++. Je leert eenvoudige statements te schrijven en je maakt kennis met diverse operatoren. De belangrijkste datatypen zul je leren kennen en in je programma’s gaan gebruiken. Je leert hoe je functies kunt declareren en definiëren en deze in een hoofdprogramma kan aanroepen. Bovendien leer je enkele technieken om niet te complexe problemen te kunnen oplossen. Aan het eind van deze module ben je in staat om eenvoudige C++ programma’s te schrijven, te compileren, te debuggen, te linken en te runnen. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht “Learning C++”, Aaron Isotton, www
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
19
SMD1:
Static Mechanics and Drawing Standards
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
SMD1P:
Construction and Drawing Standards 1
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
FMAT1:
Semester 1 3 EC’s De module “SMD1P-Werktuigbouwkundig tekenen en construeren” geeft de toekomstige ontwerper een basis aan vaardigheden die hij/zij nodig heeft om volgens de internationaal afgesproken normen technische tekeningen te maken. Naast de belangrijkste normen wordt aandacht besteed aan het opbouwen van een zo breed mogelijk inzicht m.b.t. het maken van technische tekeningen voor producten van metaal, hout, kunststof e.d. Daarnaast wordt middels oefeningen vaardigheid opgebouwd in het handmatig schetsen en ruimtelijk tekening lezen. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht, product "Inleiding Werktuigbouwkundig Construeren“, W. de Bruijn, ISBN 90 401 0741 6 Online tutorial Solidworks “Machineonderdelen”, Theorieboek, Rolff/Matek, Academic Service, ISBN 90 395 2321 5 “Machineonderdelen”, Tabellenboek, Roloff/Matek, Academic Service, ISBN 90 395 2322 3 “Technische informatie voor werktuigkundigen”, van Gemerden
Mathematics 1
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 1 3 EC’s De module STA behandelt het onderwerp “Statica” als onderdeel van het vakgebied van de Mechanica. Mechanica is een onderdeel van de natuurkunde dat zich bezig houdt met de toestand van rust (Statica) of beweging (Dynamica) van lichamen waarop een of meerdere krachten werken. De module is deels bedoeld als herhaling van een aantal middelbare schoolonderwerpen en deels zal een verdieping hierop worden aangelegd. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht "Mechanica voor Technici, Statica“, Hibbeler, Academic Service, ISBN 90 395 0398
Semester 1 3 EC’s Het krijgen van inzicht in enkele belangrijke onderwerpen uit de wiskunde die in een aantal andere technische modules aan bod komen en het systematisch aanpakken van eenvoudige vraagstukken op het gebied van de wiskunde: definitie van het probleem, analyseren en ordenen van de verzamelde informatie en het komen tot een oplossing. Indien de student met goed gevolg de module heeft afgerond, is hij/zij in staat de onderwerpen algebra, goniometrie, stelsels vergelijkingen, differentiëren en inleiding integreren toe te passen in andere technische modules. Schriftelijk tentamen “Wiskunde voor het hoger onderwijs, deel 1”, Th. M. van Pelt e.a., Wolters Noordhoff, ISBN 90 01 06745 X (zevende druk) + bijbehorende uitwerkboek. “Modulewerkboek”, F.J.C.M. Leurs.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
20
GFFTS1:
Generic Food & Flower Technology Skills
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
FFTM1:
Food & Flower Technology Design Methods 1
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
PRJ1:
Semester 1 3 EC’s Deze module geeft de studenten een eerste ingang in de Food & Flower Technology. Als toekomstig mechatronisch ingenieur is het van belang om systemen vanuit een integrale benadering te zien en zich niet te beperken tot de disciplines Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde of Informatica. De student neemt kennis en doet ervaring op in disciplines van verschillende domeinen binnen Engineering en combineert deze via een ‘uitdagend, stimulerend en multidisciplinair’ programma. Schriftelijk tentamen
Semester 1 3 EC’s Deze module legt een basis om mechatronisch te kunnen ontwerpen. Belangrijk hierbij is om problemen ‘domein-onafhankelijk’ te benaderen. De student leert hierbij om eisen en specificaties op te stellen op basis van een klantwens. Tevens komt hier een stuk projectmanagement aan de orde. Praktische opdracht
Project 1
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 1 6 EC’s Werken in een technisch beroep vraagt heel wat meer dan verstand van techniek. Je communiceert heel vaak met andere mensen over je werk. Wanneer je er niet in slaagt om je inzichten of plannen over te dragen en collega’s of klanten te overtuigen van de waarde van je ideeën, verdwijnt je werk al snel in de prullenbak. Belangrijke communicatieve vaardigheden die daarbij onmisbaar zijn, staan daarom centraal in je opleiding en starten ook meteen in het eerste project in het eerste jaar van de opleiding. Aan de hand van technische problemen leer je niet alleen hoe je problemen aanpakt en tot goede oplossingen komt, je leert ook hoe je doelgericht kunt communiceren over deze problemen en oplossingen. Technische aspecten: Data-acquisitie, ontwerptraject PCB, meettechniek. Product, presentatie, schriftelijk verslag Dictaat. “Labview 7”, Adriaan Brebels, ISBN 903561173X
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
21
Semester 2 12.1.1.1. Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ICS2:
AEC2:
Advanced Electronic Circuits
Semester 2 3 EC’s Met deze module maak je kennis met de grondslagen van de netwerktheorie bij wisselstromen. Belangrijke netwerkelementen vormen de weerstand, condensator, spoel, spanningsbron en stroombron. Deze komen aan de orde bij de wisselstroomtheorie en het dynamisch gedrag van netwerken. Tevens zul je bij deze module kennismaken met operationele versterkers en diodes. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht “Elektrische netwerken voor HTO Elektrotechniek” 3e editie, Van den Eijnden, Spoorenberg, ISBN 90 5574 262 7
Introduction to Control Systems
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ACP2:
Advanced C Programming
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 2 3 EC’s Met deze module maak je kennis met de besturingstechniek. Je leert hoe een besturing gekoppeld is aan een te besturen technisch proces en een bedieningsapparaat. De PLC zal een belangrijke plaats innemen in deze module. Voor het programmeren wordt de standaard IEC 61131-3 gebruikt. Dit houdt in dat je zult kennismaken met 5 talen, n.l. LD (Ladder Diagram), IL (Instruction List), FBD (Function Block Diagram), ST (Structured Text) en SFC (sequential Function Chart). De belangrijkste onderdelen van deze talen zul je je eigen maken. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van een softwarepakket, in combinatie met softwaremodellen voor te besturen technische processen. Er wordt ook naar de besturingstechniek in brede zin gekeken zoals product- en productieautomatisering, soorten van automatiseringssystemen en de typen van industriële processen. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht Besturings- en PLC-techniek, A.J. van der Linden, Nijgh/Versluys, ISBN 90 425 1648 8
Semester 2 3 EC’s Deze module is een vervolg op de module Introduction to C Programming (ICP). In het begin wordt een bijzonder type, n.l de struct behandeld. Je leert om te gaan met referenties in combinatie met functies. Je maakt een eerste kennismaking met het object georiënteerd programmeren, d.w.z. klassen, objecten, methoden en constructors. Nieuw is ook het gebruik van array’s in programma’s, waarmee je reeksen van soortgelijke data kunt bewerken. Je zult leren werken met pointers in combinatie met array’s en functies. In deze module wordt ook aandacht besteed aan de documentatie van de code die je schrijft. Ook zul je de betekenis van enkele preprocessor directives gaan begrijpen en zul je in staat zijn eigen header-bestanden te schrijven. Aan het eind van deze module ben je in staat om uitgebreidere programma's te schrijven, te compileren, te debuggen, te linken en te runnen. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht C++, 6e herziene druk, Leen Ammeraal, ISBN 90 395 19358 Learning C++, Aaron Isotton, www How to document, www
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
22
SOM2:
Strength of Materials
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
SOM2P:
Construction and Drawing Standards 2
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
MAT2:
Semester 2 3 EC’s Het doel van technisch tekenen is het leren toepassen van een uniforme manier van communiceren. Technische tekeningen dienen van oudsher al als bron voor productrealisatie en zijn en blijven in dit opzicht belangrijke documenten. De informatie welke een tekening bevat moet dan ook zeer duidelijk zijn zodat geen misverstanden ontstaan tijdens de productie of productievoorbereiding zoals calculeren en / of plannen. Kennis hebben van tekengereedschappen, materialen, methodieken, voorschriften en normalisatie leiden tot standaardisatie en dragen bij tot documenten welke maar voor een uitleg vatbaar zijn. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht, product “Machineonderdelen”, Tabellenboek, Roloff/Matek, Academic Service, ISBN 90 395 2322 3 “Technische informatie voor werktuigkundigen”, van Gemerden “Werktuigbouwkundige tekenen”
Mathematics 2
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 2 3 EC’s In deze module wordt de student uitgenodigd kennis en inzicht te vergaren in materiaalspanningen als gevolg van eenvoudige uitwendige belastingen. De mate van verlenging en indrukking, het benodigde materiaaloppervlak, de werkelijke en toelaatbare spanning, en dus ook veiligheidsfactoren, zijn onderwerpen waaraan berekeningen worden uitgevoerd. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht "Sterkteleer voor Technici”, Hibbeler, Academic Service, ISBN 90 395 0537 3 “Machineonderdelen”, Theorieboek, Rolff/Matek, Academic Service, ISBN 90 395 2321 5 “Machineonderdelen”, Tabellenboek, Roloff/Matek, Academic Service, ISBN 90 395 2322 3
Semester 2 5 EC’s Het krijgen van inzicht in enkele belangrijke onderwerpen uit de wiskunde die in een aantal andere technische modules aan bod komen en het systematisch aanpakken van complexere vraagstukken op het gebied van de wiskunde: definitie van het probleem, analyseren en ordenen van de verzamelde informatie en het komen tot een oplossing. Indien de student met goed gevolg de module heeft afgerond, is hij/zij in staat de onderwerpen integreren, rijen en reeksen, complexe getallen en differentiaalvergelijkingen toe te passen in andere technische modules. Schriftelijk tentamen “Wiskunde voor het hoger onderwijs, deel 1”, Th. M. van Pelt e.a., Wolters Noordhoff, ISBN 90 01 06745 X (zevende druk) + bijbehorende uitwerkboek. “Modulewerkboek”, F.J.C.M. Leurs.
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
23
MAS2:
Modelling and Simulation
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ENG2:
English
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
PRJ2:
Semester 2 3 EC’s De module MAS2 is een eerste kennismaking en inleiding op modelleren en simuleren van systemen uit diverse vakgebieden. Studenten leren de basisprincipes en stappen van modelleren en simuleren. De studenten doorlopen een compleet traject van systeem tot model waarbij het model gesimuleerd wordt en de resultaten geanalyseerd en geïnterpreteerd worden. Het modelleren en systeemdenken worden benadrukt. Aan de hand van werkcolleges zal de theorie van modelleren en simuleren bijgebracht worden. Eerste orde systemen zullen behandeld worden en daarnaast zal een 2de orde systeem volledig als voorbeeld uitgewerkt worden. Aansluitend zullen de studenten practicumopdrachten uitvoeren om het geleerde toe te passen. Studenten mogen gebruik maken van practicumopstellingen die opgesteld zijn in de diverse labs van Fontys Hogescholen (Engineering en FHTenL). De studenten hebben tevens de vrijheid om zelf een practicumopdracht in te brengen en uit te werken. De practicumopdrachten zullen geleidelijk in complexiteit toe nemen. Module MAS2 wordt afgesloten met een compleet verslag van alle practicumopdrachten. Verslag van alle practicumopdrachten
Semester 2 1 EC Electrical engineers and computer engineers in the Netherlands inevitably make use of the English language on a regular basis. Depending on where they work, the level at which they function and the type of work they do, the amount of communication in English can vary from frequent reading and occasional speech , to daily extensive use of reading, speaking and writing. It is, therefore, of considerable importance that electrical engineers have a good command of English, and in particular technical English. Schriftelijk tentamen, presentatie, schriftelijk verslag
Projecten 2
Docenten Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 2 6 EC’s Ook zonder computer kunnen we ingewikkelde technische processen besturen. Denk bijvoorbeeld aan een lopende band in een industrile omgeving. In dit deel leren jullie een proces aan te sturen waarbij op een lopende band met een aantal actuatoren, producten voorbijkomen. Er wordt een eenvoudig product, bestaande uit twee onderdelen, geassembleerd. De besturing van het complete proces wordt gerealiseerd met een PLC. Het programmeren van deze PLC maakt deel uit van deze taak. Dit is typisch een onderwerp waarmee de mechatronicus later in aanraking zou kunnen komen. Sociale en communicatieve aspecten: Presentatietechnieken, rapporteren en vergadertechnieken. Leren samenwerken in groepen. Technische aspecten: Analoge versterkerschakelingen, PLC-besturingen, programmeren in C++. Product, presentatie, schriftelijk verslag
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
24
Kernfase Domeinspecifiek
Algemeen Project
Semester 3 Electronics Introduction Electromechanics Sequential Digital Systems Microcomputer Fundamentals Advanced Control Systems Introduction Control Engineering Dynamics Communication 3 Project 3
Semester 4 Energy Technology Actuators and Sensors Embedded Systems Control Engineering Heat and Fluid Dynamics
Semester 5
Stage
Mechatronic Design Methods 2 Project 4
Semester 3 ELS3:
Electronics
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
IEM3:
Introduction Electromechanics
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
SDS3:
Semester 3 3 EC’s In deze module komen de fysische basisprincipes van magnetische velden aan de orde. Vanuit deze fysische basisprincipes is het in deze module de bedoeling de werking van de diverse types van DC-motoren te doorgronden, inclusief de vorm van de erbij horende koppeltoerentalkrommes. Verder is het doel inzicht te verkrijgen in de manieren om het toerental te kunnen veranderen bij de diverse DC-motoren. Verder komt het principe van draaistroommotoren kort aan de orde. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht
Sequential Digital Systems
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 3 3 EC’s Basisbegrippen uit de halfgeleiderfysica. Basisschakelingen en toepassingen van diodes en speciale diodes. Basisschakelingen en toepassingen van Unipolaire transistors en Bipolaire transistors. Versterkerschakelingen. Stroombronnen, stroomspiegels en verschilversterkers. Schriftelijk tentamen Electronic Devices (Conventional Current Flow) ISBN: 978-0-13-615581-2
Semester 3 3 EC’s Deze module heeft tot doel de basis te leggen voor het specificeren, ontwerpen, realiseren en testen van statemachines en datapath-controllers. Hierin zullen naast de onderwerpen sequentiële schakelingen en hiërarchisch systeem ontwerpen ook aandacht besteed worden aan het ontwerpen m.b.v. Hardware Description Languages en Design for Testability. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht “Digital Fundamentals Ninth E” Floyd, Pearson, ISBN 0-13-197255-3
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
25
MCF3:
Microcomputer Fundamentals
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ACS3:
Advanced Control Systems
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ICE3:
Semester 3 3 EC’s Deze module heeft tot doel de basis te leggen voor toepassen van microcomputer-systemen (single board computers en microcontrollers) in, met name, mechatronische toepassingen (data-acquisitie, motion control). Hierin zullen naast de onderwerpen microcomputerarchitecturen ook Design tools, het programmeren van embedded systemen en exceptionhandling aan bod komen. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht Digital Fundamentals, Floyd
Semester 3 3 EC’s Met deze module maak je kennis met aspecten van de besturingstechniek die verder reiken dan de IEC 61131-talen. Hoe pak je b.v. complexere besturingsproblemen aan, hoe communiceert een PLC/IPC met computers die productiegegevens verzamelen. Ook de belangrijkste sensoren en actuatoren zullen de revue passeren. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht Electrical machines, drives, and power systems, Theodore Wildi
Introduction Control Engineering
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 3 3 EC’s Signalen en systemen spelen in de Food & Flower Technology een belangrijke rol. Door de toenemende complexiteit van de systemen is het vaak interessanter te beschrijven wat de netwerken, processen e.d. doen dan hoe ze dat doen. Op deze manier kijken we op een wat hoger abstractieniveau naar elektrische schakelingen, werktuigbouwkundige constructies of fysische processen en naar de interactie tussen deze disciplines. Deze module vormt de eerste uit een reeks van drie die ons vertrouwd moeten maken met de signaal en systeembenadering en de meet- en regeltechniek. In het 4e jaar krijgt deze reeks nog een vervolg met de module Digital Control Engineering (DCE). Deze theorie is van onmisbaar belang voor de meet- en regeltechniek binnen Food & Flower Technology. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht Dictaat
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
26
DYN3:
Dynamics and Dynamic behaviour
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
COM3:
Communication 3
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
PRJ3:
Semester 3 5 EC’s De deelmodule Dynamica (DYN31) behandelt de gevolgen van het niet in evenwicht zijn van de krachten op een lichaam, waardoor er een snelheidsverandering zal optreden. Het onderwerp Dynamica is onderdeel van het vakgebied van de Mechanica. Mechanica is een onderdeel van de natuurkunde dat zich bezig houdt met de toestand van rust (Statica) of beweging (Dynamica) van lichamen waarop een of meerdere krachten werken. De deelmodule is deels bedoeld als herhaling van een aantal middelbare schoolonderwerpen en deels zal een verdieping hierop worden aangelegd. Ze heeft als belangrijkste doel het juist kunnen opstellen van de dynamica vergelijkingen volgens de 2e wet van Newton (F=m.a). De module DYN32 (Dynamica 2) behandelt een belangrijke, speciale klasse van problemen uit de dynamica, namelijk het optreden van mechanische trillingen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen zogenaamde vrije trillingen en gedwongen trillingen. Bij de vrije trilling wordt de beweging in stand gehouden door de zwaartekracht (slinger) of elastische herstelkrachten (massaveersystemen). Een voorbeeld van vrije trillingen is het in trilling raken van de snaar van een muziekinstrument. Gedwongen trillingen worden veroorzaakt door uitwendige krachten, die periodiek of intermitterend op het stelsel worden uitgeoefend. Een voorbeeld is het in resonantie geraken van constructies, met soms desastreuze gevolgen (bijv. Tacoma Narrow’s Bridge). Schriftelijk tentamen “Mechanica voor technici, Dynamica”, Hibbeler, Academic Service, ISBN 90 430 1078 2 -“Dynamica” dictaatnr. 367047 “Mechanica voor technici, Dynamica“, Hibbeler, Academic Service, ISBN 90 430 1078 2, hoofdstuk 11
Semester 3 1 EC Via de module Communicatieve vaardigheden in het tweede leerjaar verhogen studenten het niveau van zelfstandig goede rapporten kunnen schrijven en het uitvoeren van een literatuuronderzoek.. Schriftelijk verslag Dictaat
Project 3
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 3 6 EC’s In een grote fabriek voor huishoudelijke spullen verliest men veel tijd met het zoeken van onderdelen in het onderdelenmagazijn. De onderdelen zijn weliswaar mooi geordend in vakjes, maar ondanks dat, levert het zoeken in de PC bij de balie en soms in aparte mappen maar vooral ook het lopen en zoeken tussen de rekken veel tijdverlies op. Bij dit project is het de bedoeling om in een gegeven model van een magazijn het zoeken te automatiseren. Het magazijn is verbonden met een server-PC. Vanaf een client-PC moet er via internet een opdracht gegeven kunnen worden aan een server-PC om een bepaald onderdeel op een lopende band te plaatsen. Aan de orde komt: het maken van hardware voor de aansturing van een stappenmotor het maken van hardware voor de aansturing van een DC-motor het schrijven van software in Labview om een stappenmotor op diverse manieren aan te sturen het schrijven van software in Labview om via internet een magazijnopdracht te geven aan de server-PC om een bepaald onderdeel te bestellen Product, presentatie, schriftelijk verslag Alle benodigde literatuur is via N@tschool beschikbaar
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
27
Semester 4 EGT4:
Energy Technology
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ACT4:
Actuators and Sensors
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ESY4:
Semester 4 3 EC’s In deze module leert de student welke mogelijkheden er zijn om een systeem te verbinden met de besturing d.m.v. actuatoren en sensoren. Hierbij is het van belang om te bepalen welke sensor/actuator gebruikt weordt in een bepaalde toepassing en welke invloed de sensor/actuator heeft op het systeem! Verder zal de student inzicht krijgen in de werking en toepassingsmogelijkheden van operationele versterkers. Hiermee wordt bedoeld de opamp als comparator maar ook als versterker. De opamp wordt in eerste instantie beschouwd als een ideale opamp, later worden ook niet-idealiteiten meegenomen. Tevens is het doel de student schakelingen met opamps te leren ontwerpen op basis van een aantal specificaties. Verder heeft deze module als doel de student inzicht te geven in de principes van veschillende soorten sensoren. Deze module heeft verder geen directe vervolgmodules. Wel is het zo dat bij diverse andere modules en projecten in het lopende semester en vervolgsemesters, gebruik gemaakt wordt van opgedane kennis uit deze module. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht, presentatie Robert F. Coughlin en Frederick F.Driscoll, Operational Amplifiers and Linear Integrated Circuits, ISBN: 0-13-014991-8
Embedded Systems
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 4 3 EC’s Doel van deze module is dat je in staat bent de verschillen tussen de verschillende soorten wisselstroommotoren en de eigenschappen te kunnen aangeven. Ook moet je in staat zijn voor een aandrijving een geschikte motorsoort te kiezen en te dimensioneren. De bepaling van het bedrijfspunt van een motor - last combinatie met een overbrenging erin hoort tot je vaardigheden. Verder leert je vermogensbegrippen voor éénfase en driefasen systemen te gebruiken en weet je wat een driefasen systeem is. Ook dient je kennis te hebben over de methodes waarop deze motoren m.b.v. vermogenselektronica worden gevoed en de daarvoor gebruikte elektronische schakelaars. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht “Electrical machines, drives, and power systems, fourth edition”, Fifth Edition, Thomas L. Floyd, Prentice Hall, ISBN 0130852368, Sheets op n@tschool
Semester 4 3 EC’s Deze module moet als afsluiting gezien worden van de leerweg Digital System Design. Aan de orde zouden moeten komen onderwerpen als: interfacing (zowel hard- als software in de vorm van application specific interfaces en device drivers) t.b.v. met name Mechatronische toepassingen, realtime aspecten (kernels), rappid prototyping. Met name een goede integratie met de module/project Motion Control (het huidige PRJ43) moet gewaarborgd worden. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht Digital Fundamentals, Floyd
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
28
CEN4:
Control Engineering
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Semester 4 6 EC’s In de opleiding Food & Flower Technology dien je kennis en inzicht te hebben in de systematische manier waarop een regeltechnisch probleem moet worden aangepakt. Nadat de probleemanalyse heeft plaatsgevonden, ga je verder met de modelvorming en het regelaarontwerp. In eerste instantie doet de student ervaring op met de modelvorming en de verschillende manieren waarop een model kan worden beschreven. Tevens krijgt je inzicht in verschillende soorten processen en basissystemen. Vervolgens wordt ingegaan op de effecten van terugkoppeling en hoe een regelaar moet worden ontworpen voor een lineair proces op basis van vooraf gestelde criteriumeisen. Simulatie met Matlab/Simulink is een belangrijk onderdeel in deze module. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht, schriftelijk verslag e " Regeltechniek voor HTO " met CD-rom van J.Schrage e.a. (3 druk) , ISBN 9055744719, Sheets op n@tschool
Toetsvorm Literatuur
HFD4:
Heat and Fluid Dynamics
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting Toetsvorm Literatuur
FFTM4:
Schriftelijk tentamen, praktische opdracht “Digital Fundamentals” (Ninth Edition), Thomas L. Floyd, ISBN 01319722553 Collegesheets, te vinden op N@tschool
Food & Flower Technology Design Methods 2
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
PRJ4:
Semester 4 6 EC’s
Semester 4 3 EC’s In deze module leert de student systematisch, mechatronisch te ontwerpen. Diverse methodieken komen aan bod zoals methodisch ontwerpen en mechatronisch ontwerpen volgens de VDI-… norm. Uitgangspunt hierbij is de ‘material-flow’, de ‘information-flow’ en de ‘energy-flow’. De verschillende domeinen (elektrotechniek, werktuigbouwkunde, technische informatica) wordt hierbij losgelaten om tot een optimaal mechatronisch ontwerp te komen. Tevens wordt aandacht besteed aan functieanalyse, FMEA en DFMA. Een veel gebruikte manier om systemen te beschrijven is SYSML. De student leert dit te hanteren. Praktische opdracht
Project 4
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 4 6 EC’s Het projectpracticum PRJ4 in het vierde semester bestaat uit een drietal hoofdbestanddelen; PRJ41E: Het ontwerpen van een gedistribueerde PLC-besturing voor een Festo productielijn, gebruikmakend van CAN-bus; PRJ42E: Kennismaking, bouwen en programmeren van met elkaar communicerende robots m.b.v. een aangepaste LEGO-mindstorms C-ontwikkelomgeving; PRJ43E: Het ontwerpen, simuleren en testen van een positie- en snelheidsregeling gebruikmakend van Matlab, Simulink en Xpc; Bij dit project modelleert de student een mechatronisch systeem en simuleert, ontwerp en test hij een snelheids- en positieregelaar gebruikmakend van Matlab/Xpc. Product, presentatie, schriftelijk verslag Info op n@tschool
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
29
Ingenieursfase Domeinspecifiek
Algemeen Project
Semester 6 Robotics Vision Embedded intelligence Ambient intelligence Project 6
Semester 7 Applied Control Engineering Dynamic Construction Industrial Communication Systems Electromagnetic Compatibility Statistics Communication 7 Project 7
Semester 8
Graduation Thesis
Semester 6 ROB6:
Robotics
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 6 6 EC’s De student leert de opbouw en onderdelen van de industriële robot, het inzetgebied, bedieningsapparaten, tools en sensoren. Verder komt periferie (materiaalpositie, uitrichten, bewerkingstechniek) sturing, programmering ensimulatie aan bod. Dit heeft direct relatie met de material-flow en de information-flow zoals geleerd bij Mechatronisch ontwerpen 2. Bedrijfskundige onderbouwing van het toepassen van robots en veiligheid ontbreken zeker niet. Tevens worden bewegingen van robots geleerd (kinematica) alsmede de bereikbaarheid van de verschillende typen robots. De Robot-Operating-Systems komen aan bod en ook de autonome robots, waarbij navigate belangrijk is. Schriftelijk tentamen, practicum
Machine Vision Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 6 4 EC’s De student leert vision als intelligente sensor in te zetten in mechatronische systemen. De focus ligt op het toepassen van de camera en de bijbehorende beeldbewerking. In tweede instantie worden de toepassingsgebieden geleerd. Onderwerpen die aan bod komen zijn: Beelden, resolutie, belichting en optiek, typen cameras, verbindingsbussen en uiteraard beeldbewerking. Ten slotte wordt geleerd wat de invloed van kleur is en hoe ‘vision’ in te zetten is in de uiteindelijke toepassing. Schriftelijk tentamen
Embedded Intelligence Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 6 4 EC’s In this module the goal is to give the student knowledge about the architecture within an Ambient Intelligence environment. This will be given in a Ambient Laboratory, here students can learn to create an ambient network. The student gets an introduction in microcontrollers, sensors and actuators. The student can create a sensor network, and knows how to integrate the sensors, actuators and intelligence in this network.In this module they will learn hardware and software to use in an ambient intelligence environment. Schriftelijk tentamen
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
30
AMI6:
Ambient Intelligence
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
PRJ6:
Semester 6 6 EC’s Ambient Intelligence (AMI) refers to a paradigm in information technology, in which people are empowered through a digital environment that is aware of their presence and context, and is sensitive, adaptive, and responsive to their needs, habits and emotions. It is expected that AMI systems will have both perceptive and reasoning capabilities. The creation of such a technology raises a number of difficult challenges for computer scientists, device designers, electrical engineers, network specialists etc etc. A practical technology for domestic ambient intelligence requires novel engineering principles for ad hoc networks of acoustic and visual sensors, techniques and methods for automatically acquiring an understanding of spatial, temporal, functional organization of a domestic environment This module covers the most important of these aspects. Schriftelijk tentamen
Project 6
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 6 10 EC’s The creation of such a technology raises a number of difficult challenges for computer scientists, device and interaction designers, electrical engineers, network specialists etc etc. A practical technology for ambient intelligence requires novel engineering principles for ad hoc networks of acoustic and visual sensors, techniques and methods for automatically acquiring an understanding of spatial, temporal, functional organization of a smart environment. It will require an ability to learn and comply with the large variety of individual tastes and habits that characterize citizens of all ages. It requires new forms of natural manmachine interaction to specify behaviors for domestic services in a manner that is easily accessible to he general public, and that are accessible to all of society. Product, presentatie, schriftelijk verslag Info op n@tschool
Semester 7 ACE7:
Applied Control Engineering
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 7 5 EC’s Na beëindiging van deze module (1e kwartaal regeltechniek) moet je in staat zijn, om lineaire en niet lineaire tijdinvariante systemen te analyseren en om via diverse ontwerpmethoden in het tijden frequentiedomein een regelaar te ontwerpen en met analoge elektronica te bouwen, waarmee zowel lineaire als niet lineaire systemen continu of discontinu geregeld kunnen worden. Tevens moet je in staat zijn om een en eenvoudige fuzzy regelaar te ontwerpen. Het tweede deel van ACE betreft theoretische achtergronden van tijd-discrete signalen en systemen. Signaal- en systeemanalyse in z-domein. Z-transformatie. Bemonstering. Verder komt het ontwerp van de digitale regelaar, de analyse van het geregeld systeem en de wijze waarop deze regelaar in de computer wordt geïmplementeerd aan de orde. De ontwerpmethoden en regels vinden plaats in het z-domein en berusten grotendeels op de polen- en nulpuntentheorie uit het s-domein (m.b.v. poolbanen). Schriftelijk tentamen, praktische opdracht, presentatie " Regeltechniek voor HTO " met CD-rom van J.Schrage e.a. (3e druk) , ISBN 9055744719 Sheets op n@tschool
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
31
DYC7:
Dynamic Construction
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
ICO7:
Industrial Communication Systems
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
EMC7:
Toetsvorm Literatuur
Semester 7 2 EC’s Basisbegrippen uit de EMC-wereld; EMC-eigenschappen van passieve componenten en kabels; overspraak; aarde en referentie; EMC in digitale schakelingen. Schriftelijk tentamen “Elektromagnetische compatibiliteit, analyse en onderdrukking van stoorproblemen”, J. Goedbloed, tenHagen Stam, ISBN 90 5576 156 7
Statistics
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 7 2 EC’s Deze module behandelt de 5 talen van de norm IEC61131-3, die bij het programmeren van veel PLC’s gebruikt worden. Deze talen zijn: SFC, ST, FBD, LD en IL. Tussen PLC enerzijds en sensoren en actuatoren anderzijds werden traditioneel afzonderlijke draden gemonteerd. Tegenwoordig worden daarvoor meestal veldbussen gebruikt. De belangrijkste principes van dergelijke bussen worden besproken, en enkele populaire veldbussen worden nader toegelicht. Schriftelijk tentamen, praktische opdracht, presentatie “IEC61131-3:Programming Industrial Automation Systems”, Karl-Heinz John en Michael Tiegelkamp, www “Veldbussen, industriële netwerken en hun toepassingen”, Rob Hulsebos, ISBN 90 557 605 95, Collegesheets, te vinden op N@tschool
Elektromagnetische Compatibiliteit
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
STS7:
Semester 7 5 EC’s Eigenschappen van massa-veer-dempersystemen, frequentiekarakteristieken, invloed frequentiekarakteristiek op gedrag, eindige-elementen-methode. Ontwerp van constructies, controle over frequenties. Schriftelijk tentamen “Elektromagnetische compatibiliteit, analyse en onderdrukking van stoorproblemen”, J. Goedbloed, tenHagen Stam, ISBN 90 5576 156 7
Semester 7 5 EC’s Statistisch onderzoek bestaat uit 3 delen: a) Beschrijvende statistiek. b) De kansrekening. c) Het statistisch proefopzetten. In deze cursus staat de kansrekening centraal. De doelstelling is hier, om met het verwerkte materiaal uit de beschrijvende statistiek, een model te ontwikkelen dat ons bij het statistisch proefopzetten in staat stelt verantwoorde conclusies te trekken. Begrippen als betrouwbaarheid en significantie zijn relevant. Schriftelijk tentamen Dictaat
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
32
COM7:
Communication Skills
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
PRJ7:
Semester 7 1 EC Deze module heeft tot doel de student een zodanige basis te verschaffen dat hij/zij in staat is effectief mondeling te communiceren. Dit houdt in dat de volgende begrippen aan bod komen: presenteren vergaderen tweegesprekken solliciteren non-verbale communicatie. Er wordt uitgebreid geoefend en geëvalueerd. Praktische opdracht, presentatie, schriftelijk verslag
Project 7
Docent Periode Studiebelasting Samenvatting
Toetsvorm Literatuur
Semester 7 10 EC’s Communicatieve vaardigheden, werken in groepen, presenteren. Technische inhoud varieert per project en kan voor sommige projecten ook samen met een bedrijf plaatsvinden. Deze projectmodule heeft tot doel om de kennis en vaardigheden, opgedaan door de student in de semesters voorafgaand aan het desbetreffende project, toe te passen en verdiepen middels een projectopdracht. Daarbij wordt ook van de student gevraagd om zich kennis en vaardigheden eigen te maken die men nog niet kent / beheerst. De projectopdracht dient zoveel mogelijk in tweetallen te worden vervuld. De opdrachten kunnen zowel binnen de opleiding, als buiten de opleiding (ander instituut binnen Fontys, lectoraten of bedrijven) afkomstig zijn. De opdracht voor Project 7 dient dusdanig gekozen te worden dat de student en significant deel van de opdracht in zelfstudietijd kan doen. Product, presentatie, schriftelijk verslag
Curriculum Food & Flower Technology
FHTenL
33