XL VERSIE losse verkoop > 7 50 euro
mensen, muziek en film
Floris van Bommel ...likes to think he’s a rockstar
en verder
Carfi op niveau
Volvo C70 + Bentley Continental
Domotica
Het huis van de toekomst
Grote iPod special Minder is meer
132 pagina’s
Jaargang 1 _nummer
1
MELD JE AAN
en ontvang de tweede editie van Hifidelity. TER WAARDE VAN
€ 7,50
Ga naar www.hifidelity.nl om je aan te melden. Je betaalt ter introductie slechts € 4,95. Ook voor nabestellingen van nummer 1. 4
Loe Beerens Dieter van den Bergh Marcel van den Bergh Patrick van den Bergh
REDACTIONEEL
Marc Brekelmans Berry van Broekhoven Niek Brunninkhuis
Voor je ligt het eerste nummer uit een lange reeks Hifidelity’s: een lifestyle magazine over hoe mensen muziek en film ervaren in hun leef- en woonomgeving. Of dat nu thuis is, in een concertzaal, bioscoop, de kroeg, in de auto of zelfs op een jacht. We zijn ervan overtuigd dat Hifidelity uniek is. Het gaat over muziek en film, maar zeker ook over de kwaliteit van weergave. Muziek en film is altijd nog indrukwekkender als het goed weergegeven wordt. Daarom hebben we bewust gekozen voor hifi in onze naam. We zijn als makers van Hifidelity eigenlijk heel trots op het resultaat dat je nu in handen hebt. 132 pagina’s dik en gedrukt op zo mooi mogelijk papier; waardoor de foto’s er nog beter uitkomen en de artikelen prettig lezen. Het eindresultaat weegt ruim 600 gram en wordt gedrukt in een oplage van 25.000 stuks. Hifidelity is, neem dat voor het gemak maar van ons aan, gemaakt met liefde; onze gezamenlijke liefde voor muziek en film. Maar ook liefde voor de manier waarop wij denken dat je een tijdschrift maakt. Dit is de reden dat we allerlei verschillende professionals hebben gevraagd om mee te werken aan Hifidelity. Muziek- en filmliefhebbers in hart en nieren, en allemaal met hun eigen creatieve inbreng. Hifidelity is hiermee niet het blad geworden van een uitgever, maar het blad van iedereen die er aan mee heeft gewerkt… ons blad dus. Nu maar hopen dat het ook jouw blad wordt. En dat je het met evenveel plezier zult bekijken en lezen als waarmee wij het gemaakt hebben. Het oordeel is nu aan jou. Alle reacties en ideeën zijn van harte welkom via www.hifidelity.nl. We zullen ze allemaal gebruiken om de volgende Hifidelity nog beter te maken!
Jiri Büller Michiel Corten Bert Dekker Max Delissen Paul Geerts Rob van Ginneken Janine Hendriks Gerlinda Heywegen Gerrit van den Hoven Cindy Joos Jean-Pierre Joos Guido de Kanter Jan Luijsterburg Marthe Nagengast Annemarie van Oostenbrugge Timo Schuurbiers Hans Tebbens Paul Vermeulen Bart Waalen
5
INHOUD iPod special Anna Maria Jopek Poolse zangeres met een eigen speakerlijn.
20
De iPod als cd-speler
25
Samen luisteren met de B&W Zeppelin
28
Harman/Kardon Go+Play <
31
Spotlight Wadia iTransport
Interviews
Buiten spelen is nog nooit zo muzikaal geweest.
8
Zangeres Anna Maria Jopek <
32
Coverstory: Floris van Bommel
63
‘Lost Boy’ Michiel Mol
78
Raimond Lap is componist voor baby’s >
86
In de winkel van Arthur Venis >
Domotica special 38
Alles onder één knop
59
Muziek van je pc in je hele huis
67
Casus: Huis vol kabels
68
Domotica volgens Mike Metz
Productbesprekingen
Hoofdtelefoondragers. Wie zijn ze en waar luisteren ze naar?
14
NAIM brengt airguitar tot leven
42
Tannoy Prestige: moderne klassieker
72
beChocolate met audiovulling
90
Sound Closed: het meubel dat muziek maakt
102
All-in-1 designsets: swingen in de keuken
Divers 54
Volvo C70 met Dynaudio
82
Thuis naar de bioscoop
92
High-End Bentley >
112
De wederopstanding van vinyl
116
Win een draaitafelpakket
128
Rondkijken in speciaalzaken
Je hummel wordt slimmer dankzij de Brabantse maestro.
Rubrieken 5
Redactioneel
18
Spotlight Sooloos
41
Column Annemarie
47
Fotoreportage hoofdtelefoons <
77
De favorieten van Guus Meeuwis
84
Beroep en hobby: de tandarts
96
Shoppagina’s: Hebben!
101
Spotlight Jamo R909
110
Op bezoek bij: Jeroen van Dillen
115
Spotlight Tangent Audio Quattro
117
Muziek recensies
123
Film recensies + Coen Brothers special
130
Colofon
Geluidsarchitect voor perfect geluid.
Een Bentley die vuur spuwt.
> d e muziek b el e v in g v an . . .
ANNA MARIA
JOPEK 8
De muziek van zangeres Anna Maria Jopek valt zo in de smaak bij audiofielen dat de Poolse ster een eigen ‘AMJ’-speakerlijn kreeg. “Ik geloof in
goed geluid. Je moet de muziek niet laten vervliegen.”
9
“Please, stop me niet in het hokje van de jazz”, smeekt Anna Maria Jopek. “Noch onder folk, pop… whatever. Ik omarm vele invloeden.” Hoe divers de Poolse ster (Warschau 1970) is, valt onder meer te beluisteren op haar twaalfde cd ID met bijdragen van onder meer Richard Bona, Branford Marsalis, Dhafer Youssef en landgenote Kayah. Jopek heeft, kortom, vele muziekvrienden, waaronder ook Sting en Peter Gabriel. Maar haar grootste fan is waarschijnlijk Pat Metheny, met wie ze in 2002 de succesplaat Upojenie maakte. Een nadere kennismaking met het Poolse fenomeen in De Muziekbeleving Van…. “Als je jong bent heb je helemaal niet door wat muziek kan betekenen in je leven. In Polen, net als in landen als Tsjecho-Slowakije en Rusland, was het heel normaal dat kinderen naar de muziekschool gingen en een zeer gedegen opleiding kregen. Voor mij was dat helemaal vanzelfsprekend, want mijn ouders waren zelf veel met muziek bezig. Mijn vader Stanislaw [1935-2006] was een bekende zanger in de volksgroep Mazowsze. Een fantastische tenor, beetje Pavarottiachtig. Hij trad ook op, geweldig om te zien. Mijn moeder Maria was danseres bij Mazowsze. Ze waren allebei vooral bezig met Poolse volksmuziek.” BACH & MOZART “Ik was zeven toen ik naar de pianoklas op de muziekschool ging. Mijn zus Patricja speelde viool. Op dat moment betekende dat weinig voor me, ik was daar veel te jong voor. Ik besef nu pas dat die opleiding van levensbelang voor me is geweest. Maar of je nu professional wordt of niet, eigenlijk zouden alle kinderen een muziekopleiding moeten krijgen en moeten weten wie Bach en Mozart zijn.” MUZIEK ALS UITVLUCHT “Opgroeien in het Polen van de jaren zeventig en tachtig was allesbehalve makkelijk. Muziek bood een fantastische uitvlucht. Muziek was de enige wereld waarin harmonie bestond. Alle energie en liefde kon je daar in-
NAAM
10
Anna Maria Jopek NATIONALITEIT Pools BEROEP Muzikant
> d e muziek b el e v in g v an . . .
stoppen. Dé manier om toch te blijven genieten van het leven. Toen ik vijftien, zestien was, kwam mijn vader op een dag thuis met twee tickets voor de bioscoopversie van de opera Carmen met Plácido Domingo. Het was in Polen helemaal niet vanzelfsprekend dat je daar kaartjes voor kon krijgen. Ik wilde helemaal niet mee, want ik had de dag erna een zwaar proefwerk biologie op school. ‘No way’, zei mijn vader, ‘je móet mee naar Carmen. Als je dat ziet, vergeet je dat de rest van je leven niet meer. Dat biologieproefwerk, dat ben je zo vergeten.’ Ik ging mee. De opera was ronduit indrukwekkend, eigenlijk veel te veel indrukken voor een kind, maar ik ben het nooit meer vergeten. [lachend] Of ik geslaagd of gezakt ben voor dat proefwerk zou ik echt niet meer weten.” DE MASTERS “Bij mijn kinderen probeer ik het nu hetzelfde te doen. Ook al begrijpen ze het niet altijd helemaal, muziek is enorm belangrijk voor de verbeelding van een kind. Ik heb zelf twee zonen, Stasio (7) en Franek (10). De eerste speelt klarinet, de andere cello. Hen een muzikale opvoeding geven, geeft enorm veel plezier. Vooral om ze muziek te laten ontdekken. Zitten we met de hele familie op de bank, laten mijn man en ik ze de masters horen. Hier jongens, dit is Bach, dit is Stan Getz. Vinden ze fantastisch. Net zoals mijn ouders bij mij deden proberen we de bewondering voor muziek een beetje te pushen.” STING & RAVEL “Toen ik ouder werd sijpelde ook de pop langzaam door. Mijn eerste popheld was Sting. Zijn Bring on the Night heb ik grijs gedraaid. Maar daarnaast luisterde ik ook naar de pianoconcerten van Ravel. Uit beide platen krijg ik nog steeds dezelfde bevrediging als toen. Toen ik later in Warschau aan de Chopin Academie piano ging studeren, kwam daar de jazz bij. Ik was me aan het voorbereiden op een examen middeleeuwse muziek, dat ik een dag later zou hebben, toen iemand aan kwam zetten met First Circle van de Pat Metheny Group. Dat was voor mij dus the end of learning… Zo’n ongelooflijke ontdekking. Ik heb hem de hele nacht zitten luisteren. Ik heb een uur geslapen voor dat examen, wist alles van Pat Metheny, maar niets van middeleeuwse muziek. “ BESTE POPALBUM “In de loop der jaren zijn daar nog andere all time favourites bijgekomen zoals Joni Mitchells Both Sides Now, Miles Davis’ Sketches of Spain, bijna alle andere platen van Sting, Beyond the Missouri Sky van Charlie Haden en Pat Metheny, Help van The Beatles en So van Peter Gabriel: misschien wel het beste popalbum ooit.” SONGFESTIVAL “Ik heb keuzes gemaakt. Sommige waren goed, andere absoluut fout. Ik ontdekte op een bepaald moment dat ik voorbestemd was om een soort van storyteller te worden, met een ingetogen vorm van liedjes. My voice, my story, dat zou het worden. Maar meedoen aan het Eurovisie Songfestival [1997], dat was completely stupid. Maar toch belangrijk: vanaf dat moment wist ik dat ik zoiets nooit meer moest doen.” DROMEN “Het is fantastisch om met zoveel music giants te mogen spelen. En vooral leerzaam. Het zijn dromen die uitkomen, maar niet dankzij mij. Ik ben absoluut niet dapper genoeg om die gasten te vragen. Mijn man organiseert dat allemaal. Hij verzint steeds weer geweldige verbonden. Hij kreeg de angels of music zo ver om met me te spelen. Samenwerken is fantastisch omdat je samen veel creatiever bent.”
FADO “Marcin Kydryński is mijn levenspartner, maar ook mijn partner in muziek. Hij speelt gitaar mee, produceert, en komt met allerlei nieuwe muziekjes aanzetten. In Polen heeft hij elke zondag een eigen wereldse radioshow op de nationale zender. Hij checkt beroepsmatig alle nieuwe dingen. Ik heb daar helemaal geen tijd voor. Momenteel zijn we helemaal into fado en Kaapverdische muziek. Ons huis ademt Portugese sferen. Zo warm, zo intensief, meer expressie vind je nergens. Vooral Mariza en Tito Paris vind ik erg goed.”
door Dieter van den Bergh fotografie persfoto
GROOTSTE PLATENCOLLECTIE “Mijn man is ook de grootste verzamelaar. [lachend] We hebben waarschijnlijk de grootste platencollectie in heel Polen. Elke muur in ons huis is behangen met cd’s, we wonen in één grote cd-zaak. Alles is netjes geordend op alfabet. Helaas hebben we geen vinyl, want ik hou wel van die sound. De sound van vroeger. We hebben ons gefocust op de cd, omdat we het liefst muziek luisteren in de auto. We rijden in een BMW met een perfecte installatie. Vinyl, dat komt nog wel, denk ik. Als de kinderen groot worden. [lachend] We hebben nog een heel analoog leven voor ons!” ANNA MARIA SPEAKERS “Ook wat betreft apparatuur ben ik bevoorrecht. Mijn man heeft de beste stuff in huis. Wat precies, dat weet ik niet. Ik weet wel welke speakers we hebben. [lachend] Die zijn namelijk naar mij genoemd en gemaakt door Arek Pruszczynski, een audiofiel van de firma Proa Individual. Een special edition. Ik was echt geroerd toen ik ze zag. En ze klinken fantastisch.” GOED GELUID “Ik geloof in goed geluid. Mijn muziek gaat over kleur, climate en details. De muziek moet je niet laten vervliegen. Tijdens het opnemen van platen werken we daarom altijd met de beste mensen, de top. Mijn laatste cd ID werd gemixt door Ben Findlay in The Real World Studios van Peter Gabriel. Ik hoor het als het niet klopt. Maar dit klopt helemaal.” OBSESSIE [lachend] “Ondertussen luister ik ook gewoon naar slechte geluiden op de iPod, flying high in the sky, tussen de concerten en interviews door. Maar vaak liggen we ook ’s avonds met de kinderen op de bank. Dat is zó lekker. Kijken we naar een dvd’tje van Miles Davis, of naar de Rolling Stones. Vinden ze fantastisch. En wij ook. Ook het laatste live-concert van Paul McCartney is te gek. Ik luister trouwens de laatste weken als een maniak naar het werk van Dmitri Sjostakovitsj. Hij is mijn muziekobsessie van de maand.” CREATIEVE STILTE “Maar steeds vaker ook zoek ik de stilte op. Met kinderen heb je namelijk nooit stilte. Uit de stiltes creëer ik mijn geluiden. Noem het creatieve stilte. In de stilte van de studio bijvoorbeeld. Maar het liefst luister ik naar het geluid van de zee. Maar aangezien ik driehonderd kilometer van de Baltische zee woon, is dat niet zo’n optie. Als alternatief spring ik dan maar onder de douche en luister naar het hypnotiserende geluid van warm, whispering water. Ik bereik dan de perfecte harmonie in mijn hoofd. Het is alsof er een transistorradio in mijn hoofd aan gaat. In een soort trancetoestand, skippend langs de zenders word ik overspoeld met een vloedgolf aan goede ideeën.”
.
11
www.marantz.com
De beste muziek verdient het beste geluid.
Voor meer informatie:
[email protected] | 040-2507800
> p r o duc tb e sp r ek in g
De luchtgitaar van
NAIM
14
Naim Audio • TYPE SUPERNAIT en CDX2 SOORT Geïntegreerde versterker en cd-speler MERK
Het luisteren naar muziek is voor veel mensen een vast onderdeel van hun leven. Zelfs zonder dat ze het in de gaten hebben, want vaak wordt muziek op een onbewuste manier geconsumeerd. Het is dan ook overal om ons heen. In supermarkten, kantoren, fabrieken én huiskamers wordt muziek eigenlijk als een soort behang gebruikt. Niet bedoeld om bewust naar te luisteren, maar meer als arbeidsvitaminen of als verdrijver van de stilte. Vaak klinkt die muziek uit geluidsinstallaties die hun beste tijd al lang gehad hebben, of er zelfs nooit aan toe zijn gekomen. En in veel gevallen is daar helemaal niets mis mee. Om van muziek te kunnen genieten is eigenlijk niet zo veel nodig. Zelfs via een transistorradio kan een nummer van vroeger genoeg losmaken voor kippenvel of een klein traantje. Waarom dan een test van een setje dat meer dan 10.000 euro kost?
15
> p r o duc tb e sp r ek in g Ja, leg dat maar eens uit... Ik ken genoeg mensen die zo’n bedrag nog niet aan een tweedehands auto uitgeven, dus laat staan aan een geluidsinstallatie. Het is dan ook niet de bedoeling dat je na het lezen van deze test onmiddellijk je spaarvarken slacht, of een tweede hypotheek neemt en naar de dichtstbijzijnde dealer rent. Hoewel ik daar om diverse redenen niet eens van zou opkijken, maar dat terzijde. Wat ik je graag wil meegeven is de emotionele meerwaarde die een fantastische geluidsinstallatie kan leveren. Voor écht kippenvel dus. Luisteren naar een goede geluidsinstallatie is te vergelijken met het scherpstellen van een foto. Kijk je door de lens van je camera naar het onderwerp dat je op de gevoelige plaat wilt vastleggen, dan is het echt een kwestie van puur geluk als je niet meer aan de focusring van je objectief hoeft te draaien. Vergelijk die toestand – onscherpe randen, weinig detail, kleuren die in elkaar overlopen en flets ogen – maar eens met een geluidsinstallatie uit de allerlaagste budgetklasse. Daar komt geluid uit, dat valt niet te ontkennen, maar pakt het u? Grijpt het je aan en krijg je vochtige ogen en een brok in de keel als je ermee naar muziek luistert? Waarschijnlijk niet. En dat heeft alles te maken met die missende focus. Als je er in slaagt om die focus terug te brengen in jouw geluidsinstallatie, zul je beloond worden met fraaiere klanken en meer muzikaliteit dan je ooit voor mogelijk hield.
16
Het Engelse merk Naim is een echte specialist op het gebied van hoogwaardige muziekweergave. Het bedrijf werd in 1969 opgericht, en in 1971 kwam de eerste eindversterker op de markt. In tegenstelling tot de toen geldende opvatting dat de luidspreker het belangrijkste component van een geluidsinstallatie was, zette Naim juist heel sterk in op de kwaliteit van de bron, en de verwerking van het bronsignaal door de versterker. Het resultaat was een opvallend eigen geluid, met een zeer goed gevoel voor timing en een grote dynamiek. Omdat Naim als een soort hobbymerk vanuit de knutselruimte van de oprichter begon, werd er in het begin vooral aandacht besteed aan de schakeling. Het ontwerp van de behuizing was duidelijk ondergeschikt. Gelukkig is daar in de loop van de jaren flinke verbetering in aangebracht, en de huidige generatie Naim-apparatuur klinkt niet alleen zeer fraai, het ziet er ook nog eens uit om door een ringetje te halen. DE SET De Naim SUPERNAIT-versterker is pas sinds 2007 op de markt, maar heeft al een flinke reputatie opgebouwd. Ongetwijfeld mede dankzij het grote bedieningsgemak. Aan de rechterkant van de kast bevinden zich twee rijen van zeven drukknoppen die uiterst prettig aanvoelen tijdens de bediening. Met de bovenste rij knoppen bepaal je welke bron er beluisterd wordt, en een ingedrukte knop is herkenbaar
Krijg je vochtige ogen en een brok in de keel als je ermee naar muziek luistert?
LUISTEREN: INSTANT AIRGUITAR Al bij de eerste tonen kijken de hoofdredacteur en ik elkaar verbaasd aan. Koud uit de doos klinkt deze combinatie al beter dan onze toch niet kinderachtige huisset. Vanwege de door Naim gekozen versterkerschakeling is het verstandig om de versterker altijd aan te laten staan. In rust wordt er nauwelijks stroom verbruikt, en wordt de versterker nog niet eens handwarm. Maar ook na een dag flink hard spelen is de bovenkant van de kast amper lauw. Aan het einde van dag twee, vlak voor het naar huis gaan, wordt de soundtrack van de film Magnolia in de speler gelegd. Hierop staat het nummer Goodbye Stranger van Supertramp, dat tijdens de laatste minuut een fraaie gitaarsolo heeft. Het moet voor de overburen een grappig gezicht zijn geweest om twee oudere (ahum...) jongeren als gekken op hun luchtgitaar te zien spelen. Want dat doet deze set met je. Er zal best iets af te dingen zijn op de klankkleur (die minimaal aan de warme kant is, wat niet iedereen kan waarderen), maar de weergave als geheel klopt gewoon. Er is meer dan voldoende enthousiasme, veel dynamiek, detaillering, en een geweldige timing. Je wordt, kortom, gegrepen door de muziek. De luchtgitaar is tijdens de luisterperiode vaker ter hand genomen. Als de muzikale keuze op klassieke muziek of op goed opgenomen jazz valt, blijkt de Naim-set opnieuw een zeer verleidelijk geluid te produceren. Ook hier valt weer op hoe natuurlijk en muzikaal de weergave is, en hoe gemakkelijk het voor te stellen is dat je met gesloten ogen bij het concert zit. En daarmee is de cirkel van deze bespreking weer rond, want ik beloofde aan het begin van dit verhaal dat ik iets zou proberen te onthullen over de meerwaarde van zo’n kostbare set. Zoals je inmiddels begrepen hebt, dwingt deze set op een zeer vanzelfsprekende manier tot genieten. Muziek die hierop wordt afgespeeld zal nooit meer afzakken tot het niveau van geluidsbehang, want zelf matig opgenomen cd’s bloeien helemaal op. Of je het voor deze set gevraagde bedrag wilt uitgeven is een persoonlijke keuze. Het is namelijk niet ondenkbeeldig dat er dan ook nieuwe luidsprekers aan de verlanglijst worden toegevoegd. Ik raad serieuze muziekliefhebbers in elk geval aan om deze set eens te gaan beluisteren bij een Naim-dealer in de buurt. Met zelf meegebrachte muziek uiteraard! En blijft er dan nog twijfel; bij Naim kun je vanaf ongeveer 2500 euro terecht voor een versterker en een cd-speler. Het torenhoge niveau van deze SUPERNAIT/CDX2-set wordt daarmee weliswaar niet helemaal gehaald, maar het komt er wel erg dicht bij in de buurt. Met een set fatsoenlijke luidsprekers erbij kun je dan voor minder dan 4000 euro iets in huis halen waar je vele jaren van kunt genieten, en waarvan het enige echte risico het krijgen van het ongeneeslijke, maar o zo aangename hifi-virus is. Ik ben in ieder geval opnieuw besmet geraakt.
door Max Delissen fotografie Jiri Büller
webcode > supernait
aan een subtiel randje van groen licht. De onderste rij knoppen geeft aan welke bron wordt toegewezen aan de tape-uitgang. Naim voorziet echter in een volledig vrije toewijzing van alle knoppen aan iedere bron, zodat de versterker geheel naar de voorkeur van de gebruiker kan worden ingericht. De SUPERNAIT heeft ook vijf digitale ingangen aan boord, waarop bijvoorbeeld een oudere cd-speler, een set-top box voor digitale televisie of een muziekserver zoals de Squeezebox van Logitech kan worden aangesloten. Die profiteren dan van de zeer goede digitaalnaar-analoog-omzetting in de SUPERNAIT. De aansluitingen achterop de versterker zijn een apart verhaal, omdat Naim als één van de laatsten nog steeds vasthoudt aan de elders zowat uitgestorven vijfpolige DIN-plug om apparatuur met de versterker te verbinden. En hoewel ze een punt hebben als ze zeggen dat deze DIN-pluggen op allerlei manieren superieur zijn aan de wijd verbreide tulpstekker is er ook nog de factor gebruiksgemak. Zo’n DIN-stekker kan nu eenmaal maar op één manier worden ingeplugd, en dat vereist enige handigheid. Ondanks dat Naim standaard een fraaie DINinterlink meelevert (losse verkoopprijs 130 euro) heeft de koper de mogelijkheid om zijn eigen kabels te blijven gebruiken, want parallel aan de DIN-ingangen zijn ook gewone tulpaansluitingen geplaatst. De luidsprekeraansluitingen laten uitsluitend banaanpluggen toe, wat in sommige gevallen een aanpassing van uw kabels vereist. Bijvoorbeeld als je met blanke draad of met vorkjes (spades) werkt. Een bijzondere extra optie is het aansluiten van een externe voeding, maar daar zal ik in dit stuk niet op ingaan. De CDX2 cd-speler is ook al zo’n buitenbeentje. Het laatje waarin de cd ligt is uitsluitend met de hand te openen. Er zit een rechtopstaand handgreepje op, en als je daaraan trekt, ‘draait’ het gebogen laatje als het ware in een kromme beweging open. En dan blijkt dat het gehele loopwerk mee naar buiten komt. De aandrijfas waar het plaatje op rust bevat een magneetje, dat de meegeleverde puck (die de cd tijdens het draaien vasthoudt op het loopwerk) op zijn plaats houdt. Als die puck niet geplaatst wordt, weigert de speler dienst, dus het is zaak om hem niet te verliezen. Het display is klein, en geeft alleen het tracknummer of de verstreken speelduur per nummer aan. Dat is naar hedendaagse maatstaven beperkte informatie, maar het display is wel zeer goed afleesbaar door de relatief grote groene cijfers. De apparaten werden voor deze test met elkaar verbonden door middel van een luxere versie van de meegeleverde interlink met DIN-pluggen. Deze kabel kost rond de negenhonderd euro, en dat is een hoop geld. Ik verwijs graag naar het artikel over het nut van bekabeling elders in dit blad, voor de algemene achtergronden en muzikale meerwaarde van goede bekabeling. De CDX2 cd-speler is aan het lichtnet verbonden met de gloednieuwe stroomkabel van Naim, die rond de 600 euro gaat kosten.
.
17
> s p otl ight
GET IN TOUCH WITH YOUR MUSIC
Beheer je digitale muziekcollectie – tot wel 6000 volledige albums – met een Sooloos-systeem. Vanaf iedere gewenste plaats in huis. Combineer het bedieningsgemak van een computer met de ongecomprimeerde geluidskwaliteit van een cd, en het fraaie artwork als van een lp. Het intuïtieve aanraakscherm geeft alle informatie en fungeert als luxe afstandsbediening. Met een internetverbinding kun je trouwens een enorm aantal albums in alle denkbare genres aan je collectie toevoegen via de Sooloos Shop. 18
webcode > sooloos
Sooloos
19
> iP o d sp e cial
door Guido de Kanter illustratie Marthe Nagengast
20
De iPod als cd-speler
DELUXE Ontzettend fijn, een iPod. Al draaiend met je duim navigeer je erop los door duizenden van je favoriete songs. Je hebt altijd je mooiste foto’s bij je, en mocht je je onderweg eens echt stierlijk vervelen - bijvoorbeeld als het vaderlandse spoorwegsysteem weer eens knarsend tot stilstand komt - dan is er altijd nog amusement mogelijk in de vorm van een film. Maar wat te doen als je de muziek eens op een andere manier hoorbaar wilt maken dan via de koptelefoon? Hoe sluit je hem aan op een geluidsinstallatie?
Apple’s iPod is ontwikkeld en geoptimaliseerd om in je eentje te genieten van beeld en geluid. Toch maakt de aanwezigheid van een grote hoeveelheid muziek, foto’s en video de iPod ook een aantrekkelijk apparaat om te combineren met traditionele audio/video-apparatuur. In dit artikel leggen we uit hoe je de iPod tot een spelertje maakt dat vriendschap sluit met je installatie en je tv. We behandelen het simpele aansluiten, maar ook het upgraden van de iPod om er een zeer hoogwaardige audiofiele bron van te maken. Eigenlijk is een iPod heel simpel op een installatie aan te sluiten. Of je nu een midi-, mini- of microsetje hebt staan, of een surroundsysteem, of een ‘klassieke’ geïntegreerde stereoversterker, ze hebben allemaal wel een zogeheten ‘lijningang’ waarop de iPod kan worden aangesloten. Zo’n ingang bestaat uit twee ronde busjes: één voor links en één voor rechts. De ingang mag een willekeurige naam hebben: Aux is natuurlijk prima, maar CD, Tuner of Tape mogen ook. Wel geldt hier, net als voor alle andere apparaten: sluit de iPod absoluut niet aan op de Phono-(platenspeler)-ingang. Ook al is Phono misschien de enige vrije ingang die je nog over hebt, je riskeert fikse schade aan versterker en luidsprekers als je deze gebruikt voor de iPod. Als uitgang op de iPod gebruik je de koptelefoonaansluiting. Om iPod en versterker op elkaar aan te sluiten heb je dus een kabel nodig die loopt van een koptelefoonplugje (‘mini-jack’ genaamd) naar de lijningang van je versterker (‘cinch’ genaamd, of ook wel ‘tulp’). Behalve dat de twee uiteindes van de kabel moeten kloppen, moet je ook rekening houden met de gewenste lengte van de kabel. Eén en twee meter zijn standaard, maar langer bestaat ook. Bij lengtes tot ongeveer vijf meter verlies je niet al te veel kwaliteit. Voor de iPod geschikte kabels zijn er in veel varianten en prijzen. Technisch doen ze allemaal hetzelfde: ze hebben allemaal een mini-jack aan één kant en tulp aan de andere, en ze brengen het signaal van de iPod naar de versterker. Wel is van een iets duurdere, dikkere en zorgvuldiger gebouwde kabel een betere klankmatige prestatie te verwachten dan van
een exemplaar van een paar euro uit de elektronicasupermarkt. Zonder je nu meteen een kabel van een paar honderd euro te willen aansmeren: het loont toch om er een paar tientjes voor uit te trekken, dan gooi je niet onnodig kwaliteit weg. Veel Apple-dealers leveren bijvoorbeeld de iCable van Monster, die is prima. Je hebt gezien: het aansluiten van de iPod op een versterker is niet bepaald een heksentoer. Gewoon het goede snoertje erbij pakken en inpluggen maar. Wél moet je nog even weten dat de iPod op maximaal volume moet worden gezet, anders zal het signaal niet luid genoeg zijn. Het maximale volume van de iPod is absoluut niet schadelijk voor de ingang van je versterker. THE DOCK Toch kan het zijn dat deze oplossing nét iets te weinig comfort biedt. De iPod komt bijvoorbeeld domweg op zijn rug te liggen als hij speelt, waardoor het scherm onzichtbaar wordt als je er niet met je gezicht boven hangt. Ook is de iPod niet op afstand te bedienen. Een comfortabel accessoire is dan ook een hulpstuk dat Apple ‘dock’ noemt. Als je de iPod hierin plaatst, komt hij overeind te staan, en kun je dus ook van een afstandje het display van de iPod nog zien. Verder zit er een afstandsbedieninkje bij, zodat je niet elke keer naar de iPod toe hoeft te lopen om van track te wisselen. Apple’s Universal Dock is geschikt voor alle iPods en kost 39 euro. Op het dock zit tenslotte nog een ingang die ‘Universal Dock Connector’ heet. Dit is de speciale aansluiting voor voeding van de iPod, en waarmee hij communiceert met de computer of een ander apparaat. Die apparatuur kun je dus via het dock naar de iPod doorverbinden. Het kan met name handig zijn om een stroomadapter aan te sluiten, zodat de iPod tijdens het spelen naar je stereosysteem stroom krijgt en wordt opgeladen. Voedingen zijn er van Apple (25 euro), maar ook van concurrenten als Artwizz (vanaf ongeveer een tientje). Was je toch al op zoek naar een nieuw audio- of audio/videosysteem, dan is het goed om te weten dat veel audiomerken
21
> iP o d sp e cial
inmiddels zelf een dock hebben ontwikkeld, of USB-aansluitingen hebben op hun versterkers, of beide. Met dit soort voorzieningen kan de iPod naadloos in het audiosysteem worden ingepast. De afstandsbediening die bij zo’n systeem geleverd wordt, is dan geschikt om commando’s te geven aan de iPod. Overigens zijn sommige van deze docks ook geschikt om te combineren met hifi-installaties van andere merken, zie het artikel over docks elders in deze special. Alle iPods, behalve de kleine en goedkope Shuffle, zijn tegenwoordig in staat om filmbestanden weer te geven op hun scherm. Ook kan deze video worden uitgestuurd zodat je er op een tv of beamer naar kunt kijken. De benodigde kabel komt in twee varianten. Hij loopt vanaf de Universal Dock Connector naar ofwel composiet, dan wel component
gaan. Als digitaal apparaatje bevat de iPod muziek in binaire vorm: dus als lange reeksen van nullen en enen. Maar wij mensen horen geluidsgolven, en die zijn analoog. Voor de omzetting van digitaal naar analoog zijn digitaal-naar-analoog-converters verantwoordelijk, afgekort DAC’s. De geluidskwaliteit van elk digitaal apparaat wordt bepaald door de DAC, en daarvan lopen de prestaties sterk uiteen. Liefhebbers van het beste geluid zaten tot nu toe vast aan de analoge uitgang van de iPod. De geluidskwaliteit daarvan is in orde, maar niet meer dan dat. Een digitale uitgang werkt verliesvrij, en staat de gebruiker toe om zelf een apparaat te kiezen dat de omzetting naar analoog verzorgt. Dat zou er dus een van topkwaliteit kunnen zijn. Het genoemde Wadia maakt sinds kort een dock, de 170i, waarop een
Liefhebbers van het beste geluid zaten tot nu toe vast aan de analoge uitgang van de iPod.
webcode > ipod
video. Composiet is simpelweg één kabeltje voor het beeldsignaal. Een aansluiting daarvoor zit op elke tv die de afgelopen twintig jaar is verkocht. Dat maakt hem gemakkelijk aan te sluiten, maar de beeldkwaliteit is minder dan bij de componentvariant. Daar wordt het beeld overgedragen in een vorm waarbij geen interferentie kan optreden. Dat geeft dan ook mooier beeld. Helaas hebben weinig tv’s zo’n aansluiting, al is hij tegenwoordig op platte tv’s steeds vaker te vinden. Wel is een SCART-aansluiting in feite hetzelfde als een componentverbinding, maar dan handig gecombineerd tot één plug. Er bestaan koppelstukken om component video aan te sluiten op SCART. MAXIMUM De twee iPod videokabelsetjes bevatten verder allebei nog twee stekkers voor het geluid. Verder kan de kabelset worden ingeplugd in de stroomadapter die Apple erbij meelevert. Zo hoeft de iPod tijdens het video kijken op de tv niet leeg te lopen, maar wordt hij juist opgeladen. De adapter draagt wel bij aan de stevige prijs van beide kabelsets: 49 euro. Alleen Apple levert deze kabels. Voor wie een maximum aan geluidskwaliteit uit de iPod wil halen, laat het Amerikaanse bedrijf Wadia momenteel een droom in vervulling
22
digitale uitgang zit. Een voorziening die Apple tot op heden niet aan partners toestond. Daarmee ligt de weg naar een absoluut perfect geluid nu helemaal open. Wel verlangt Wadia een fiks bedrag voor zijn dock met digitale aansluiting: 399 euro. Daar is dan een digitaal-naar-analoog-omzetter nog niet bij inbegrepen. Gelukkig heb je een kwalitatief goede aansluiting van de iPod op de geluidsinstallatie al voor een paar tientjes. Je kunt dus alle kanten op. Veel luisterplezier gewenst!
.
UTOPIA III 100 % Beryllium 100 % Made in France 100 % Focal > Scala Utopia, Warm Grey lacquer finish.
ScalaUtopia: Focal designs and manufactures the tweeter dome in pure Beryllium according to an exclusive and patented manufacturing process. It’s the only possible guarantee of the total mastery of the performance. And it’s also true for any other Focal technologies in the Electra 1000 Be line: W cone, IAL infi nite load tweeter, OPC crossover, Advanced Gamma Structure cabinetry... Because our technologies and know-how are too precious to be left in others’care. For further information visit our website at www.focal-fr.com
Heijmans Sound & Vision - Wetering 7 - 1261 ND Blaricum (NH) T 035-5247075 - F 035-5247319 - M
[email protected]
> iP o d s p e c ial
BOWERS & WILKINS
ZEPPELIN De Bowers & Wilkins Zeppelin is een iPod docking station met ingebouwde luidsprekers. Hij is met zijn breedte van 64 cm en doorsnede van ongeveer 20 cm redelijk
fors te
noemen. Zijn naam heeft hij te danken aan de bijzondere (elliptische) vormgeving die doet denken aan een…..
MERK
zeppelin.
Bowers & Wilkins • TYPE Zeppelin • SOORT iPod docking station 25
> iP o d sp e cial
door Marc Brekelmans fotografie Jiri Büller
De Zeppelin is door Bowers & Wilkins ontwikkeld in samenwerking met Classé. Op zich geen vreemde combi: beide merken behoren tot hetzelfde concern. Leuk en erg handig is de manier waarop de iPod op de Zeppelin wordt geplaatst. Hiervoor heeft Bowers & Wilkins een soort handvat gemaakt (dat je vooral niet als handvat moet gebruiken!), waarop nagenoeg iedere iPod, zonder speciale adapter, zijn plekje vindt. Door deze constructie is het ook mo-
lang geleden dat ik met zoveel verschillende mensen muziek heb beluisterd. De Zeppelin maakt de iPod weer sociaal. De Zeppelin is in eerste instantie een iPoddock, maar gelukkig kun je ook een tweede apparaat aansluiten via de 3.5 mm mini-jack die zowel analoge als digitale signalen kan verwerken. Zo kun je bijvoorbeeld de iPod Shuffle of een draagbare cd-speler of zelfs je walkmantelefoon aansluiten. Voor de iPods die ook beeld kunnen weergeven is er in een
bruiken. Bij het aansluiten van de iPod op de Zeppelin krijg je trouwens een extra optie ‘luidsprekers’ in het menu van de iPod. Daarmee is de instelling van de basweergave aan te passen. Deze instelling gebeurt via de iPod, maar wijzigt de instelling van de Zeppelin. De Zeppelin is geen vervanging van je zorgvuldig opgebouwde hifi-installatie, maar zonder meer aan te bevelen als extra muziekset voor semi-portable gebruik. Ik zie me in de zomer al in de tuin zitten met mijn volle-
De Zeppelin maakt de iPod weer sociaal
webcode > zeppelin
gelijk geworden de iPod te bedienen alsof hij in je hand ligt: zeer doordacht. Een kleine elliptische afstandbediening zorgt ervoor dat de basisfuncties ook vanaf de luisterplek te bedienen zijn. Het zonder speciale adapter kunnen plaatsen van iPods heeft een groot bijkomend voordeel. Tijdens de testperiode hebben meerdere iPods plaats genomen in de Zeppelin: de voor deze test bijgeleverde iPhone, mijn eigen iPod Classic en een iPod van de derde generatie, die op het opladen na ook perfect functioneerde in de Zeppelin. Het laten horen van leuke en/of nieuwe muziek was een peulenschil: gewoon je iPod in de beugel klikken en de muziek door de Zeppelin laten schallen. Samen naar elkaars muziek luisteren was nog nooit zo snel en eenvoudig. Ik kan me voorstellen dat je zelfs speciale iPod-avonden organiseert. Iedereen neemt zijn eigen iPod mee en voordat je het weet is er een avond voorbij. De veel gehoorde ‘klacht’ dat je jezelf door de iPod afsluit van de wereld is met de komst van de Zeppelin uit de wereld. Het was
composiet en een s-videoaansluiting voorzien. De USB-ingang op de achterzijde is helaas niet geschikt om externe USB-apparaten aan te sluiten, de ingang is uitsluitend bedoeld om toekomstige software-upgrades uit te kunnen voeren. HOE KLINKT ZO’N ZEPPELIN? Om de Zeppelin - en trouwens ieder ander iPod docking station - goed te laten klinken is het belangrijk dat de bronbestanden op de iPod van behoorlijke kwaliteit zijn. Vanaf 320 Kbps AAC klinkt het allemaal zeer behoorlijk, maar echt interessant wordt het pas vanaf Apple Lossless. Dan komt de Zeppelin pas echt goed uit de verf. Met lossless files klinkt de Zeppelin zeer volwassen, de bas is krachtig, gaat diep (tot 47Hz) en is dynamisch, het hoog is open en beheerst. Ook de breedte van het geluidsbeeld is, gezien de afmetingen en opstelling van de luidsprekers, zeer goed te noemen. Mocht je toch nog wat willen wijzigen aan de tonale afstelling, dan kun je daarvoor de EQ-instellingen op de iPod ge-
dige muziekcollectie onder handbereik. Maar zelfs als primair muzieksysteem is de Zeppelin zeer goed in te zetten. Er zullen talloze mensen zijn waarvoor de Zeppelin een serieuze upgrade betekent ten opzichte van hun huidige muziekinstallatie. Alleen jammer dat voor gebruik als hoofdinstallatie een tuner ontbreekt in het ontwerp: een ingebouwde tuner zou de Zeppelin echt helemaal af maken. CONCLUSIE De Zeppelin is een bijzonder iPod Docking Station. Zowel wat betreft vormgeving, bedieningsgemak als klankkwaliteit. Allen zijn van een hoog niveau. Enige minpuntjes die ik kan bedenken zijn het ontbreken van een ingebouwde tuner en de toch wel forse afmetingen, waardoor de Zeppelin wat lastiger een plekje in huis te geven is. Maar door die forse afmetingen klinkt de Zeppelin als geen ander iPod docking station. Bowers & Wilkins heeft een bijzonder product afgeleverd. Het moet raar lopen wil dit geen klassieker worden!
.
> d e te c h n i e k va n
DE ZEPPELIN Dat de Zeppelin niet op een regenachtige zondagmiddag in elkaar is geflanst, mag blijken uit de technische specificaties. Wat dacht je van twee 90 mm glasvezel midranges, twee op Nautilus-technologie gebaseerde 25 mm tweeters en een 125 mm basweergever van Kevlar, waarbij de bas-unit versterkt wordt met een 50 watt-versterker en de tweeters en midranges door een 2 x 25 watt-versterker… Serieuze cijfers, niet waar? Aan de fraai gepolijste aluminium achterzijde vinden we, naast de twee basreflexpoorten, een component videoaansluiting, een s-videoaansluiting, een aux-ingang, een USB-poort en een ‘achtje’ voor de stroomvoorziening. Al ziet het geheel er fraai uit, de vormgeving is niet puur esthetisch. De ronde vorm zorgt voor een stevige klankkast en voorkomt staande golven in de behuizing. Het taps toelopen van de uiteinden zorgt ervoor dat de tweeters - die aan beide uiteinden gepositioneerd zijn - minder last hebben van kastreflecties.
26
GA Harman/Kardon TYPE Go+Play SOORT iPod docking station MERK
28
> iP o d s p e c ial
+ SPEEL = HARMAN / KARDON
In de categorie ‘speakersystemen voor de iPod’ is het Harmanconcern zeer sterk vertegenwoordigd. Onder de merknamen JBL en Altec Lansing verkopen de Amerikanen meer dan twintig verschillende luidsprekersystemen-metiPodconnector. De hier geteste Go + Play (350 euro) is de enige die het prestigelabel Harman/Kardon mag dragen. Betekent dit iets voor de prijs/kwaliteitverhouding?
EIGENSCHAPPEN De Go + Play is een opmerkelijke verschijning. Door zijn ronde handgreep van roestvrij staal die het hele apparaat omspant, heeft de Harman/Kardon wel wat weg van een damestas. Maar wel een stoere. De Go + Play is heel stevig gebouwd, met zijn stalen handgreep en behuizing van dikke kunststof wekt hij de indruk te zijn gebouwd voor een ruig leven onderweg. Zijn simpele voorkomen dankt de Go + Play onder andere aan het feit dat de iPod-houder niet aan de voorzijde zit, maar bovenop ligt. Dat maakt dat het scherm van de iPod alleen van korte afstand af is te lezen, en dat ook de navigatie door de iPod-menu’s van dichtbij moet gebeuren. Een filmpje kijken is helemaal uit den boze, daarvoor zit de stalen handgreep veel te veel in de weg. Wel beschermt de oersterk aanvoelende handgreep de iPod tegen botsingen en ander grof onheil, zoals dat onderweg op een draagbare iPod-speaker als deze af kan komen. TECHNIEK Een chip voor digitale signaalbewerking zorgt dat de Go + Play neutraal klinkt, en helpt het maximum aan geluidsdruk te persen uit de relatief bescheiden luidsprekers die in het apparaat zitten. Aan weerszijden zitten er twee elementen: een tweeter voor de hoge, en een woofer/middentoner voor de lage tonen. Alle vier de units hebben een eigen versterker, waarvan Harman/Kardon opgeeft dat ze 30 watt kunnen leveren. Dat doet vermoeden dat het om efficiënte versterkers gaat die opereren in Klasse D, al vermeldt de fabrikant dit nergens. Om zoveel mogelijk druk te genereren in het laag, zitten op de achterkant van de Go + Play, precies achter de luidsprekers, twee basreflexpoorten. Omdat deze poorten hetzelfde uiterlijk hebben als de luidsprekers aan de voorkant, ziet de Harman/Kardon er voor en
achter bijna hetzelfde uit. Over de achterkant gesproken: daar vindt de gebruiker aansluitingen voor S-Video (Go + Play naar televisie), lijn in (voor andere bronnen dan de iPod) en USB. Omdat er USB op zit, kan de iPod ook gegevens uit iTunes ontvangen terwijl het spelertje nog in de Go + Play ligt. Een vierde aansluiting is voor gelijkstroom. De Harman/Kardon komt met een externe voeding, die kennelijk niet intern paste. Jammer. Weer een extra adapter om rekening mee te houden, zowel thuis als onderweg. Alle aansluitingen zitten achter rubberen beschermkapjes, die bij gebruik onderweg voorkomen dat er stof en vuil in gaat zitten.
door Guido de Kanter fotografie Paul Vermeulen Niek Brunninkhuis
PRAKTIJK Het Harmansysteem bezit aan de bovenzijde drie tiptoetsen: aan/uit, harder/zachter. De bijgeleverde afstandsbediening doet eveneens volume, en verder volgende/vorige track, en play, pauze en stop. De afstandsbediening werkt met radiosignalen, niet met infrarood, en heeft een bereik van ruim tien meter. Overigens noemt Harman/ Kardon deze afstandsbediening zelf Full-Navigation, waarmee men volledige bedienbaarheid van de iPod suggereert. Tijdens mijn tests bleek deze claim alles weg te hebben van een lege huls: de afstandsbediening van Harman ‘navigeert’ wel, maar daar heb je niets aan zonder dat je het scherm ziet. En daarvoor moet je toch echt naar de Go + Play toe lopen. De afstandsbediening verbergt zich elegant achter een klepje in de achterkant. Dankzij deze kleine voorziening zijn de Go + Play en zijn afstandsbediening makkelijk bij elkaar te houden. Eveneens achter een klepje, maar dan aan de onderkant, zit het compartiment waar de batterijen (acht stuks van het type ‘D’) in gaan. Het is onpraktisch dat de klep alleen met een schroevendraaier te openen is.
29
> iP o d sp e cial
= GAAF webcode > goplay
KLANK Ik weet niet hoe andere recensenten te werk gaan, maar ik ben bij nieuwe apparatuur vaak geneigd om meteen te proberen ‘hoe hard ie kan’. De Go + Play heeft me verbaasd in dit opzicht. Gezien zijn formaat produceert hij echt enorm veel geluid. Hij haalt weliswaar niet de pijngrens, zoals Apple’s eigen, niet langer meer geproduceerde speakersysteem wel deed (!), maar hij komt wel een eind in de richting. De Go + Play zou geen enkele moeite moeten hebben om ook de grootste woonkamers me geluid te vullen. En wat voor een geluid! De Harman/Kardon valt op door zijn allround kunnen. Een (wederom gezien het bescheiden formaat) enorm diepe en strakke laagweergave gaat samen met veel helderheid en luchtigheid bij de hoge tonen. Stemmen klinken authentiek en het stereobeeld is zo groot als redelijkerwijs uit één behuizing verwacht mag worden. De geluidskwaliteit ligt daarmee op een dusdanig niveau, dat ook zeer verwende hifi-liefhebbers waarschijnlijk naar alle tevredenheid wor-
30
den bediend. Al is het maar in de context van een systeem ‘voor erbij’, of ‘voor op vakantie’. De Go + Play klinkt pakkend en prettig bij elke soort muziek die ik er op los heb gelaten. Vergeleken met de B&W Zeppelin (600 euro) valt op dat het laag van de Go + Play aanmerkelijk dieper lijkt te gaan. De B&W klinkt in het midden en hoog wel preciezer en schoner. Niettemin is er slechts sprake van een relatief klein kwaliteitsverschil, terwijl de prijzen een eind uit elkaar liggen. CONCLUSIE Zeer solide bouwkwaliteit, een ‘design-uiterlijk’ en een zeer goed geluid. En dat voor een vraagprijs van 350 euro. Wie kan leven met de beperkingen in ergonomie en bediening, zoals ik ze schetste, haalt met de Harman/Kardon Go + Play veruit het mooist klinkende speakersysteem in zijn prijsklasse binnen. Van harte aanbevolen!
.
> s potlight
GET THAT BITS!
webcode > itransport
Wadia iTransport
Er bestaan reeds vele iPod docking stations in de wereld, maar de Wadia 170iTransport is bijzonder…uniek zelfs. Het is namelijk het eerste docking station ter wereld dat de digitale informatie rechtstreeks van je iPod plukt. Goedkoop kunnen we de iTransport niet noemen, zeker niet als je bedenkt dat je er ook nog eens een digitaal-naar-analoog-omzetter (DAC) bij moet kopen. Maar de belofte dat je iPod nog nooit zo goed heeft geklonken als met de iTransport maakt natuurlijk veel goed.
Wadia 170iTransport: 399 euro
31
F Floris van Bommel BEROEP schoenenontwerper AMBITIE rockster? NAAM
32
> inter v ie w
MUZIEK
FREAK op zelfgemaakte schoenen
33
> inter v ie w
Niet alleen de Nederlandse, maar ook de Duitse pers zet schoenontwerper Floris van Bommel (33) neer als een rockster. Het doet hem wel wat, want zijn passie voor muziek maakt hem tot wat hij is. Maar zijn missie is een andere. “Als je vrij van geest bent, kun je rare ideeën kwijt.”
door Paul Geerts fotografie Jiri Büller
34
Floris likes to think he’s a rockstar. Zelden zo gelachen om een zin in een advertentie. De reclameboodschap verscheen afgelopen lente in verschillende tijdschriften bedoeld om de nieuwe voorjaarscollectie van Floris van Bommel-schoenen te promoten. Zelf vervult de naamgever in de campagne een hoofdrol. In zijn zwarte outfit en met zijn ongeschoren kinnebak heeft hij wel iets van een rockmuzikant. Een stille droom? Nee, benadrukt Van Bommel. Ook al verwijst de advertentie direct naar zijn MySpace waarop vier songs van zijn band DianeTyras staan, eveneens opgenomen voor reclamecampagnes. Het grungy geluid klinkt ongepolijst, een beetje als Alice in Chains, maar dan nog gruiziger. Op diezelfde MySpace is ook een akoestische versie te vinden van Hurt, de song van Nine Inch Nails die zo prettig gecoverd is door Johnny Cash. De uitvoering van de schoenontwerper mag er zijn. Charmant kijkt hij de camera in. De diepe klanken die uit zijn keel rollen klinken oprecht, alsof Van Bommel de in het nummer bezongen pijn daadwerkelijk voelt. Zelf doet hij er een beetje lacherig over. “Ik vind het leuk om muziek te maken, maar ik wil er niet echt iets mee. Ik hoef niet zo nodig de wereld rond, daar word je volgens mij alleen maar ongelukkig van.” Een fabriekspand aan de rand van Moergestel. Ook al staat het er sinds de jaren vijftig, wie het Brabantse dorp doorkruist zou er zo aan voorbijrijden. Het pand oogt verouderd, ziet er onder de grijze wolkenlucht zelfs enigszins troosteloos uit. Toch is het een thuisbasis met een fikse portie historie. De geschiedenis van Schoenfabriek Wed. J.P. van Bommel, zoals het bedrijf officieel heet, gaat terug tot de achttiende eeuw. Grondlegger is Reynier van Bommel die al in het jaar van oprichting 1734 in Breda actief is als schoen- en laarzenmaker. In 1795 strijkt het bedrijf neer in Moergestel, waar het onder een gunstig gesternte groot groeit. Maar dat schoenfabriek Van Bommel nog altijd bestaat, mag een bescheiden wonder heten. Omdat Italiaanse bedrijven de markt overspoelden met goedkope en modieuze schoenen hadden Nederlandse schoenfabrikanten het in de jaren zestig zwaar te halen. Telde ons land begin jaren zestig nog 227 fabrikanten, nu resteert hooguit een handjevol. Wat de kracht van het bedrijf is? Het is een vraag waar Floris van Bommel even over moet nadenken. “Dat de fabriek nog bestaat, komt vooral doordat op belangrijke momenten de juiste beslissingen zijn genomen”, concludeert hij vervolgens. De recente geschiedenis hangt vooral aan zijn vader Frans, een telg van de achtste generatie in lijn die zich net in de moeilijke jaren aan de fabriekspoort meldde. Een schoenenman in hart en nieren, maar het was vooral de commerciële kant van het verhaal die hem prikkelde. “Mijn vader is begonnen met marketing en hij heeft ervoor gekozen om verschillende lijnen te lanceren. Terwijl veel bedrijven de concur-
rentie vooral op prijs probeerden aan te gaan, is Van Bommel vast blijven houden aan kwaliteit. De schoenen worden nog altijd met de hand gemaakt.” Daarin schuilt het voornaamste verschil met schoeisel uit Italië. “Mijn opa zei al dat een schoen in Italië gemaakt wordt in de finish, hier maken we een schoen in de productie.” Dus ziet niet alleen het uiterlijk er volgens Van Bommel gelikt uit, maar is de totale kwaliteit beter. Het gemak waarmee de jonge zakenman over het bedrijf praat is opvallend. Samen met zijn broer Reynier (35) die inmiddels commercieel directeur is, zwaait hij de scepter over de schoenenfabriek. Van Bommel doet dat weliswaar op afstand, want hij ambieert geen leiderspositie. “Ik hoef niet zonodig directeur te zijn”, benadrukt hij. “Je kunt net zo lang promoveren totdat je op een plaats zit waar je helemaal ongelukkig wordt. Dat wil ik niet.” Zijn betrokkenheid is er niet minder om. Van Bommel verontschuldigt zich voor de verouderde kantoorruimte waarin we plaatsnemen. Gelijk heeft hij, want het verhoudt zich niet tot de eigentijdse schoenencollectie die jaarlijks op de markt verschijnt. Maar het probleem is van tijdelijke aard, want de plannen voor een nieuw kantoor liggen op de plank. Van Bommel kan niet wachten tot het moment dat hij zijn kantoor zonder direct daglicht kan inruilen voor een eigentijdse werkplek die beter past bij de collectie. Deze bestaat onder meer uit een lijn die onder zijn naam op de markt verschijnt. In vergelijking met de Van Bommel-collectie is die wat modieuzer, sportiever. En gedurfder. Geregeld probeert hij de grenzen op te zoeken van wat wel en wat niet kan. “Ik wil zo los mogelijk met het ontwerpen omgaan. Dat is een uitdaging. Als je vrij van geest bent, kun je rare ideeën kwijt.” Zijn vader gaf hem daartoe de ruimte. “Ik wist nooit wat ik wilde worden, ik wist wel dat ik creatief was. Natuurlijk heb ik een vliegende start gemaakt, maar ik kan er wel mijn ei in kwijt.” PASSIE Dat was een kleine tien jaar geleden nog maar de vraag. Van Bommel gaf zichzelf vijf jaar om een passende plaats binnen het bedrijf te vinden. Als onwetende leerling toog hij naar Londen, Parijs, Milaan en München waar hij onder meer leerde ontwerpen, stikken en leerlooien. Na vijf jaar constateerde Van Bommel dat het vak hem lag, dat hij niet snel ergens anders dergelijke mogelijkheden zou krijgen. “Ik ben er altijd bang voor dat ik kansen misloop, dat ik dingen niet geprobeerd heb. Dat knaagt aan me. Aan de andere kant ben ik lui. Soms moet ik mezelf onder de kont trappen, juist omdat ik bang ben dingen te missen.” Daar komt ook zijn passie voor muziek weer om de hoek kijken. Én zijn pogingen om die met zijn werk te verweven. Als een gulzige koe graast hij in het ruime aanbod. Die passie dateert van zijn middelbare
35
locatie 013, Tilburg
> inter v ie w
“Ik hoef niet zonodig directeur te zijn”
schooltijd, toen Van Bommel plompverloren een koptelefoon op zijn hoofd gedrukt kreeg. De metalklanken die hij hoorde, spraken hem direct aan. Inmiddels is zijn smaak in de breedte uitgegroeid. “Ik hou van metal, maar ook van singer-songwriters. Our Lady Peace is één van mijn favoriete bands. Aan de andere kant luister ik ook naar Jay Brannan, een Amerikaanse singer-songwriter die net een cd uitheeft. Zolang het maar geen kauwgompop is en er mensen achter zitten die er met hart en ziel mee bezig zijn. Als het te gepolijst is, kan ik het wel leuk vinden, maar ben ik er ook zo op uitgekeken.” Hoewel hij zichzelf niet bestempeld als hifi-freak, hecht Van Bommel aan een goede geluidsweergave. Al is dat pas sinds kort. Zijn gitaar (een Fender Squire) sloot hij bijvoorbeeld lange tijd gewoon aan op zijn installatie. De ouderwetse buizenversterker waarover hij nu speelt, een Marshall Modefour, is wat dat betreft een heuse vooruitgang. “Het gaat me niet zozeer om de geluidskwaliteit, maar om de sfeer van de muziek.” Dat Van Bommel tegenwoordig speakers van Piega op zijn muziekinstallatie heeft aangesloten, is eigenlijk ook een kwestie van toeval. “Toen ik nieuwe speakers ging kopen, heb ik een hele serie beluisterd. Ik hoorde direct het kwaliteitsverschil. Dan ben ik niet te flauw.” Het muzieksysteem is van Sonos, een apparaat dat in verbinding staat met zijn harde schijf. Cd’s luistert Van Bommel nauwelijks nog, al kleven daar ook nadelen aan. “Op de harde schijf staat alles op alfabetische volgorde, terwijl ik mijn cd’s op genre rangschikte. Als ik dan zin had in bijvoorbeeld metal, wist ik precies waar ik moest zoeken.” Los van de muziekbeleving in zijn woonkamer, is hij een fervent concertbezoeker. “Ik vind het sexy om zoveel mogelijk concertzalen van binnen te zien.” Daaraan besteedt Van Bommel een deel van zijn vakanties. Hij bestudeert de concertagenda’s van zijn favoriete bands en kiest er de meest aantrekkelijke locatie uit. Eind juli leidde de reis naar Dallas, waar Van Bommel het Mayhem Festival bezocht met bands als Slipknot, Disturbed, Machine Head en Walls of Jericho. “Fantastisch om tussen al die Amerikanen te staan.” Het is een van de voordelen van zijn werk. Het stelt hem in staat om de meest uiteenlopende plekken te bezoeken. Niet zonder trots haalt hij een stapel Duitse tijdschriften en kranten tevoorschijn waarin interviews en artikelen over Van Bommel staan. “Dat zijn jachttrofeeën”, zegt hij glunderend. Naast België en Nederland is Duitsland een van de landen waar het bedrijf zich op richt. “We hebben ooit verkocht in heel de wereld, maar overal een klein hoopje. Je kunt je beter op een beperkt aantal landen concentreren en het daar goed doen”, vertaalt hij de bedrijfsfilosofie. Het continueren van de collectie en nog meer voet aan de grond krijgen. Daar ligt komende jaren de uitdaging voor Van Bommel. Dromen? Ja, die heeft hij wel. “Maar die ga ik jou niet vertellen, daar zijn het dromen voor.”
.
36
���������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������� ���������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������������������� �����������������������������������������������������������������������������������������������������������
�����������������������������������������������������������������������������������������������
> a c hter gr o n d
ALLES ONDER Het begrip domotica is een samenvoegsel van het Latijnse woord ‘domus’ (huis) en ‘informatica’. Ook wordt wel de Angelsaksische term home automation gebruikt. Beide begrippen slaan op een geautomatiseerde aansturing van audio/videoapparatuur, huishoudelijke apparatuur, verlichting en beveiliging, en eventueel ook (multimedia-)pc’s.
webcode > domotica
door Guido de Kanter fotografie Sonos
38
Het terrein van de domotica, oftewel de huisautomatisering, is nog niet door elke architect ontgonnen. Maar het is wel een steeds belangrijker wordend aspect van het vak, zeker bij nieuwbouw en renovatie van woningen in het luxesegment. Ook voorzieningen in huis die voorheen zelden elektrisch werden uitgevoerd, zoals het openen van gordijnen en deuren, kunnen in een domoticasysteem worden opgenomen. Het spreekt voor zich dat elk domotica-concept maatwerk is, en dat geen systeem hetzelfde is. Dat is inherent aan de enorme verschillen die er zijn tussen huizen en tussen hun bezitters: eisen en wensen lopen sterk uiteen. Toch heeft elk systeem voor huisautomatisering min of meer dezelfde basisstructuur, en die bestaat uit vier onderdelen. De aanstuureenheid, de zogeheten controller, is het hart van het systeem. Deze controller is veelal een kast met de grootte van een flinke pc, die modulair kan worden volgestopt met kaarten en uitbreidingen om de gewenste controllable devices aan te sturen. Dat begrip ‘bedienbare apparaten’, het tweede onderdeel van domotica, kan alle elektra en elektronica in een huis omvatten. Te denken valt daarbij, zoals gezegd, aan home entertainment, huishoudelijke apparatuur, verlichting en beveiliging. Het derde onderdeel wordt gevormd door een of meer input devices: apparaten waarmee gebruikers het systeem bedienen. Deze input devices kunnen bescheiden paneeltjes zijn die zijn ingebouwd in een muur of, aan de andere kant van het spectrum, zeer high tech, en met het karakter van een tablet-pc. Zo’n bedieningsapparaat is draagbaar, heeft een riant kleurenscherm tot wel 17 inch, veelal uitgevoerd als touch screen, waarmee de gebruiker opdrachten kan geven aan zijn of haar domoticasysteem. Tussen beide uitersten bestaan vele tussenvormen. Van iets bescheidener uitgevoerde tablets tot zeer compacte afstandsbedieningen voor in de binnenzak. Een heel basaal onderdeel van een domoticasysteem zijn tenslotte de sensoren. Die vertellen het systeem wat de stand van zaken is. Zonder deze sensoren zou home automation nooit kunnen werken: ze zijn de ogen, de oren en de tastzin van het systeem. Onderlinge communicatie van de onderdelen van een domoticasy-
steem geschiedt traditioneel bedraad, al rukt draadloos, in de vorm van bijvoorbeeld BlueTooth, WiFi en infrarood, stevig op. Draadloze communicatie verlost de ‘gecontroleerde apparaten’ echter niet van de noodzaak om gevoed te worden met stroom, en dit zorgt ervoor dat écht draadloze huisautomatisering altijd een utopie zal blijven. Home automation is, vanwege de dradentrekkerij die ervoor nodig is, altijd iets geweest voor nieuwbouw of huizen die grootscheeps gerenoveerd worden. Dat zal niet veranderen. En als er voor de stroom toch draden moeten worden getrokken, kan het lonend zijn om ook de communicatie bedraad te laten plaatsvinden. Bedrade verbindingen zijn bijna altijd sneller, betrouwbaarder en energiezuiniger dan draadloze. Home automation kan het leven voor de bewoners van een huis veel comfortabeler en veiliger maken. Uitgebouwd tot zijn meest geavanceerde vorm kan een domoticasysteem niet alleen iemands aanwezigheid in een kamer opmerken, maar vervolgens ook diens verlichtings-, muziek- en klimaatvoorkeuren doorvoeren. Die wensen mogen dan ook nog eens per dag van de week verschillen; het systeem houdt daar rekening mee. VINGERBEWEGING Een van de terreinen waar domotica veel extra gemak in aan kan brengen, is bij de bediening van home entertainment. Waar deze tak van elektronische amusementsvoorziening steeds complexer wordt, kan een domoticasysteem juist orde scheppen. De bediening van een hele reeks apparaten wordt gecentraliseerd in de controller van het domoticasysteem, waarmee het ook nog eens gemakkelijk wordt om series van handelingen onder één ‘knop’ samen te brengen. Zo maakt domotica het makkelijk om met één vingerbeweging het licht te dimmen, gordijnen te sluiten, een projectiescherm te laten zakken, een aangename temperatuur te laten ontstaan en alle nodige apparatuur in te schakelen. Met traditionele audio/videoapparatuur was de bediening van veel functies uit veel apparaten tegelijk van oudsher een onmogelijke zaak. Tot de nieuwste toevoegingen aan home automation behoren functies op het gebied van beveiliging. Te denken valt aan toegangsbeveiliging aan de deur, compleet met audiovisuele communicatie, waar nodig
ÉÉN KNOP
draadloos. Ook kan het home automationsysteem tegenwoordig het centrum zijn dat de toegang reguleert tot bepaalde ruimtes in een huis. Tenslotte kan de door een domoticasysteem gecontroleerde apparatuur, of bijvoorbeeld in huis aanwezige kostbaarheden, worden beveiligd met een alarm dat afgaat als het betreffende goed ongeoorloofd wordt meegenomen. Een ander modern toverwoord is energiebesparing. Al lijkt een home automationsysteem op het eerste gezicht misschien een toonbeeld van overdaad en verspilling, het kan overbodig energieverbruik juist minimaliseren. Omdat alle elektra en elektronica in huis onder controle
A
kan zijn van het domoticasysteem, hoeft verlichting, verwarming of koeling, en entertainment nooit langer aan te staan dan nodig is. Ook kan de constante, automatische controle van een domoticasysteem zorgen dat de inwoners van een huis optimaal kunnen profiteren van licht en warmte uit vernieuwbare bronnen. Domotica heeft in toenemende mate de wind mee. Door een systeem voor huisautomatisering in te passen in een ontwerp, kan de architect veel waarde toevoegen aan zijn propositie. Opdrachtgevers zullen de nieuwe mogelijkheden en het extra comfort in toenemende mate weten te waarderen.
.
39
Laat dit niet de toekomst zijn! Bij het Elfenbos willen we de kinderen aeiden van “passief vermaak”. De bedoeling is dat kinderen terug meer creatief gaan spelen, in plaats van vermaakt te worden door bijvoorbeeld een spel op de computer. Hoe eenvoudiger het speelgoed, des te meer eigen creativiteit zal het kind moeten ontwikkelen. In onze on-line winkel vindt u degelijk en leuk houten speelgoed voor baby’s, peuters en kleuters.
Het Elfenbos Zuideinde 4 2991 LK Barendrecht
T 0180-557315 F 0180-619967
E
[email protected] S www.elfenbos.nl
> co l umn
NIEUWE
BOXEN Wat is dat toch tussen mannen en vrouwen? Of ik het goed vind dat er een nieuwe box komt? Volgens mij zijn onze kinderen die fase allang voorbij. Maar misschien heeft hij wel opnieuw een kinderwens… Even doorvragen leert dat ik hem verkeerd verstaan heb; het gaat om twee boxen. Geluidsboxen wel te verstaan, ofwel luidsprekers. We hebben al luidsprekers moet je weten, en die doen nog steeds prima hun werk. Nu is het zo dat ik al gauw iets zonde van het geld, of zonde van de tijd vind. Als er dan al iets gekocht moet worden, dan kan dat maar beter iets zijn wat ook echt aan vervanging toe is. En dat zijn dus niet de luidsprekers. Kijk, en daar raak ik een gevoelige snaar!
“Of ik het al voor me zie, heerlijk samen op de bank muziek luisteren, wijn erbij, een toastje?” Prompt word ik op de bank gezet. De kast met zíjn speeltjes - het audiomeubel dus - wordt geopend. Míjn favoriete cd wordt opgezet en ik krijg de opdracht om heel goed te luisteren. Hij probeert mij ervan te overtuigen dat die andere luidsprekers veel beter de klankkleur weer zullen geven, en dat er meer laag in zal zitten, en dat dit de muziek weer beter tot zijn recht laat komen. En dat zou weer het luistergenot verhogen. Of ik het al voor me zie, heerlijk samen op de bank muziek luisteren, wijn erbij, een toastje? Ja, dat zie ik al voor me, lijkt me heerlijk inderdaad. Maar dat kan toch ook met onze eigen luidsprekers? Daar sla ik dus de plank volledig mis. Maar hij is de beroerdste niet en wil ver gaan om mij duidelijk te maken wat hij bedoelt. Dus staat hij de volgende dag met een enorme doos te worstelen bij de voordeur. Ik mag vooral niet in de huiskamer komen tot hij klaar is met het aansluiten. Dan is het moment daar, ik word de kamer ingeleid. Bij binnenkomst vallen mijn ogen op twee.... tja, wat zijn het eigenlijk? Een bijzettafel en aan de andere kant nog één. Met een leuk kleedje erop kun je er best iets van maken, denk ik. Naast me staat mijn man als een kleine jongen te stralen. Dat het hier niet om een bijzettafel kan gaan heb ik al snel door. Hij heeft de luidsprekers op proef en we zijn niet tot aankopen verplicht, stelt hij me direct gerust. Het luisteravondje wordt een soort van vergelijkend warenonderzoek. Het kwaliteitsverschil tussen onze eigen boxen en de nieuwe exemplaren is meteen overduidelijk. Ik hoor nu wat hij bedoelde te zeggen. En ik moet je bekennen: onze boxen zijn echt aan vervanging toe!
.
fotografie Cindy Joos
Annemarie 41
> p r o duc tb e sp r ek in g
MODERNE
KLASSIEKER
MERK 42
Tannoy • TYPE Kensington SE Prestige • SOORT Luidspreker
Het Engelse Tannoy is één van de oudste luidsprekermerken ter wereld. Het bedrijf werd in 1926 opgericht, en moet waarschijnlijk alleen het twee jaar oudere Celestion (eveneens uit Engeland) vóór zich dulden.
Het Engelse Tannoy is één van de oudste luidsprekermerken ter wereld. Het bedrijf werd in 1926 opgericht, en moet waarschijnlijk alleen het twee jaar oudere Celestion (eveneens uit Engeland) vóór zich dulden. Een bedrijf met een lange traditie dus. In de 82 jaar van haar bestaan heeft Tannoy talloze patenten verworven, en vele innovatieve technieken ontwikkeld, dus een stukje historie is wel op zijn plaats. Zo’n beetje vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog maakte Tannoy voor het Engelse leger luidsprekers voor omroepinstallaties, ook wel Public Address (oftewel PA) genoemd. Hun faam in dat vakgebied was zo groot dat de merknaam Tannoy een zelfstandig naamwoord werd. Als je het over de Tannoy had, dan bedoelde je de omroepinstallatie, ook al was die van een ander merk. Al snel vond de PA haar weg naar toepassingen buiten het leger, en in 1947 bracht Tannoy het eerste ‘Dual Concentric’-luidsprekersysteem voor ‘gewone’ consumenten op de markt. De ‘15” Monitor Black’ zag het daglicht. Het Dual Concentric-systeem heeft een tweeter die in het hart van de woofer/middentoner is gemonteerd. Voor die tijd was dat een knap staaltje ontwerpkunst, en talloze Monitor-series volgden. In 1955 kwam de Monitor Silver, in 1958 de Red, en in 1967 de Gold. Met iedere generatie nam de belastbaarheid toe, en werd de geluidskwaliteit beter en beter. Van 1947 tot 1978 gebruikte Tannoy magneetmateriaal dat bestond uit een legering van nikkel, aluminium, kobalt en ijzer, ook wel be-
kend onder de naam AlNiCo. Dit bijzonder goede magneetmateriaal werd na verloop van tijd echter te duur om op grote schaal toe te passen; ‘modernere’ magneetmaterialen kwamen er voor in de plaats. Alleen in de allerduurste systemen werd in latere series nog wel eens AlNiCo toegepast, omdat de unieke eigenschappen van dit materiaal een maximale combinatie van kracht, detaillering en fijnzinnigheid met zich meebrengen. Ook deze Kensington SE uit de Prestige-reeks beschikt over zo’n fraaie magneet. Goed, terug naar het heden. Toen we de mogelijkheid in de schoot geworpen kregen om een set Kensington SE Prestige op de redactie aan de tand te voelen, waren we er als de kippen bij. De enige winkel in Nederland waar de volledige Prestige-serie verkocht wordt, is Klankbeeld in Wageningen. Eigenaar Piet Hiensch kwam de luidsprekers persoonlijk afleveren, samen met een fraaie stereoset die bestond uit een gloednieuwe cd-speler van Meridian (de G08.2), versterking van Chord, en bekabeling van XLO. Eerlijk is eerlijk: mijn eerste gedachte toen ik de uitgepakte kasten zag staan was ‘tsjonge, wat zijn die dingen lelijk...’. De Kensingtons lijken aan alle eigenschappen te voldoen waar de meeste luidsprekerontwerpers vandaag de dag angstvallig ver bij uit de buurt blijven. Breder dan dat ze diep zijn, roodbruin gebeitst hout, en dat design... het lijken wel antieke meubelstukken. Dan laat ik het - ogenschijnlijk van een oud beige gordijn gemaakte - luidsprekerdoek nog buiten beschouwing.
door Max Delissen fotografie Tannoy Jiri Büller
43
Maar mijn eerste schrik maakte al snel plaats voor een zekere bewondering. Want hier zit overduidelijk een filosofie achter. EN ALS JE DAN GEWEND BENT... De afwerking is van een buitengewoon hoog niveau. Het houtfineer dat je ziet is ook echt hout, geen plastic laagje. De sleuven die verticaal langs de voorste hoeken van de kast lopen, verbergen op subtiele wijze de baspoorten, en de achterkant laat een zeldzaam fraaie aansluitterminal zien met maar liefst vijf (!) klemmen. Twee voor de plus, twee voor de min, en één voor de aarde. Jawel! En als je wat langer naar de kasten kijkt, blijken ze helemaal niet zo massaal te zijn als je in eerste instantie dacht. Er gaat een soort bedaarde ‘chique’ van uit die ik associeer met Engelse landhuizen, tweed en Burberry, Port en Blue Stilton. In een klassiek interieur kent deze vormgeving geen gelijke, maar ook in een modern interieur kan het een geweldige blikvanger zijn. We praten tijdens het opbouwen van de geluidsinstallatie over de technische specificaties van de luidsprekers. Zoals gezegd zit hier zo’n kostbare AlNiCo-magneet in, maar daar houdt het niet mee op. De onderdelen van het filter zijn van de allerhoogste kwaliteit. Zo worden er Hovland- condensatoren toegepast, en de bekabeling is ook een verhaal apart. Voor de laagunit past Tannoy Acrolink toe. Daarin zit uiterst hoogwaardig PCOCC-koper. Dat staat voor Pure Copper Ohno Continuous Casting, een procédé dat is ontwikkeld door professor Ohno van het Chiba Institute of Technology in Japan. Door een speciale gietmethode ontstaat in feite één lang koperkristal, wat een lagere elektrische weerstand en dus een hogere geleiding veroorzaakt. De tweeter is door middel van een puur zilveren kabel met het filter verbonden. Die tweeter verdient overigens wat extra aandacht. Midden in de woofer/middentoner zit een soort trechtervormige koperen beker met gaatjes in de bodem. Hierachter bevindt zich de feitelijke tweeter. Deze hoornconstructie zorgt voor een hoge gevoeligheid, waardoor zelfs op zeer laag volume nog veel detail te horen zal zijn. Dat geldt overigens ook voor de rest van het frequentiespectrum. Want ook wanneer er zeer zacht gespeeld werd, was er voldoende laag in de weergave, en was het zo belangrijke middengebied rijk genoeg om een volledig driedimensionaal beeld neer te zetten.
44
HET GROTE SCHUIVEN Nadat Piet weer vertrokken was kon het grote schuiven beginnen. De ruimte waarin de redactie gevestigd is, doet bij gelegenheid ook dienst als luisterruimte. Zeker als er grote luidsprekers worden getest, klinkt de asymmetrische en redelijk goed gedempte redactieruimte beter dan onze nog niet helemaal voltooide luisterkamer. De Kensingtons bleken het beste te klinken als ze redelijk ver van de achterwand werden opgesteld. Ongeveer een halve meter gaf een goede balans tussen de volumineuze laagweergave en het mooi doortekende midden en hoog. Van enige kleuring (iets dat bij sommige hoornluidsprekers nog wel eens roet in het eten wil gooien) was geen enkele sprake. Omdat behalve de luidsprekers ook de gehele installatie werd vervangen was het wat lastiger om op individuele kenmerken in te zoomen. Daarom zal de luisterimpressie betrekking hebben op het totale plaatje dat deze high-end-combinatie weet neer te zetten. Diverse muzieksoorten (letterlijk van Bach tot Rage Against The Machine) passeerden de revue. Het is ongelooflijk wat het door sommigen als ouderwets bestempelde papieren conusmateriaal aan ongekleurd geluid kan voortbrengen. Lichtvoetig en pijlsnel, dat was de eerste indruk. Het laag rolde diep en strak de luisterruimte in, en baspartijen waren zonder enige moeite te volgen. Het middengebied was verregaand ongekleurd en het hoog klonk onverwacht zijdezacht. De tweeter laat zich overigens uitgebreid bijregelen via vergulde koperen schroeven die op het front in verschillende gaatjes gedraaid kunnen worden. Hiermee kan de relatieve luidheid (Treble Energy) en de Treble Roll-Off (een soort van tilt-functie zoals die ook op oude Quad-voorversterkers zat) worden bijgeregeld. Op die manier is de weergave aan te passen aan de stoffering van de ruimte. In onze ruimte bleek een aanpassing van de Treble Energy naar -1,5 decibel het mooiste geluid op te leveren. MAESTRO, MUZIEK! Bij klassieke muziek viel de fraaie ruimtelijkheid op. De afbeelding was groots en gul, met een enorme dieptewerking. Als er over de ‘toon’ van de weergave iets op te merken zou kunnen zijn, dan zou ik zeggen dat de Kensington beslist een ‘warme’ luidspreker is. Let wel: warm, niet wollig! Analoog is een andere aanduiding die
> p r o duc tb e s p r ek in g
GEBRUIKTE APPARATUUR
zich aan mij opdringt. Onspectaculair ook, en dat is een begerenswaardige eigenschap. Wel een eigen karakter, maar dat mag... Toen er moderne elektrische jazz gedraaid werd (in dit geval Erik Truffaz, van het fantastisch opgenomen Blue Note-album Bending New Corners) verdwenen de relatief grote kasten volledig in het geluidsbeeld, en dat is een kunstje dat alleen uitstekende luidsprekers kunnen uitvoeren. De enorme dynamische sprongen in deze spectaculaire muziek werden zonder een krimp weergegeven, ook op onverantwoord hoge volumes. De vrijwel geheel afwezige vervorming zorgde er overigens voor dat we niet in de gaten hadden hoe hard de muziek eigenlijk stond. Misschien niet ideaal voor de oren, maar wel heel erg lekker... Zonder enige twijfel droegen zowel de cd-speler van Meridian, de voor- en eindversterker als de uitstekende en relatief vriendelijk geprijsde XLO-bekabeling hier aan bij. Ergens in ons achterhoofd was nog wel een klein stemmetje dat stilletjes vroeg om een buizenversterker, maar dat was in de voorbereidende besprekingen met Piet Hiensch al aan de orde gekomen. Hij gaf aan dat die combinatie inderdaad geweldig klinkt, maar dat de Chord bepaalde eigenschappen had (zoals een grotere controle over het laag), waar hij zelf zeer gecharmeerd van was. Bovendien bleek het klankmatige karakter van de Chords gedurende de luisterperiode eerder naar ‘buis’ dan naar ‘transistor’ te neigen. De Meridian-speler werd stiekem nog even vergeleken met de standaard aanwezige NAD M55-multispeler. En hoewel de NAD bijzonder fraai klinkt, was de Meridian op vrijwel alle fronten de betere speler. Subtieler, ruimtelijker, meer autoriteit, meer betrokkenheid, kortom; muzikaler. De bekabeling van XLO staat bekend om het ruimtelijke en gedetailleerde karakter met veel rust. Dat kwam tijdens de vele luistersessies inderdaad naar voren. Het totaalplaatje van de muziek was uiterst aangenaam. Luistermoeheid is een woord dat in de vocabulaire van de Kensington niet voorkomt - in die van Meridian, Chord en XLO overigens ook niet. Toen de - in mijn geval relatief korte - gewenningsperiode betreft het design achter de rug was, bleef er niets anders over dan genieten.
.
• Meridian G-08.2 cd-speler • Chord CPA3000 vooren SPM-1050 eindversterker • XLO REF1a interlink • XLO HTP12 bi-wire luidsprekerkabel • REF10c netkabel
Wie het aandurft om zichzelf aan het niet alledaagse design van de Tannoy Kensington SE Prestige te laten wennen (en dat is mogelijk, vertrouw me...), en vervolgens met zorg de complete aansturing onder de loep neemt, zal beloond worden met een uiterst aangenaam geluid. De luidspreker excelleert in akoestische en goed opgenomen elektrisch versterkte muziek; of dat nu grote klassieke ensembles of kleine jazzcombo’s zijn. De audiofiel ingestelde muziekliefhebber met een brede muziekcollectie kan met deze bijzondere weergevers een lange periode van onbezorgd genieten tegemoet zien.
45
> f oto r ep o r t a g e
Echte muziekliefhebbers laten zich niet beperken tot de huiskamer om naar hun favoriete artiesten te luisteren. Die neem je namelijk gewoon mee naar buiten. Met een hoogwaardige hoofdtelefoon gaat dat uiteraard nog beter.
door Max Delissen fotografie Jiri Büller
47
Marijke (38)
Tilburg, Heuvelstraat, 19.50 uur
Ze werkt op de inkoopadministratie van een grote landelijke keten van entertainmentwinkels. Ze heeft een iPod mini, en ze luistert naar oude muziek van Prince op haar witte Sennheiser PX-100. Ze koos deze hoofdtelefoon omdat hij lekker klinkt, maar ook omdat hij goed blijft zitten als ze ermee door het huis danst.
48
Tilburg, Paleisring, 16.15 uur
Entertainment. Zijn Sennheiser EH150 heeft hij bijna een half jaar, en hij vindt hem geweldig klinken. Hij luistert naar de muziek van een vriend van hem, Frankie Mamillion, die een mix maakt van
Denniz (22)
Hij studeert Internationale Media en
moderne beats en klassieke filmmuziek. Als bron gebruikt hij nu nog een Sony Ericsson K810i, maar die geeft eigenlijk te weinig volume.
49
Ilona (23) Tilburg, Willem II straat, 13.25 uur
Ze is net klaar met haar studie aan de Academie voor Beeldende Vorming, richting Fotografie. Haar Skull Candy Recruit heeft ze een week geleden gekocht, en ze is dik tevreden over het geluid. De hoofdtelefoon is aangesloten op een Archos Gmini mp3speler, en de muziek waar ze naar luistert is van The Kooks.
50
kocht hij zijn Skullcandy Hesh hoofdtelefoon, vanwege het vette geluid dat er uit komt. Hij is er erg tevreden over. Tijdens de fotosessie luistert hij naar de heavy metal band Drowning Pool vanaf zijn Nokia 6233 telefoon.
Kevin (15)
Hij zit nog op de middelbare school. Vier weken geleden
Tilburg, Tuinstraat, 17.15 uur
51
maanden geleden gestolen. Ze vond hem zo fijn dat ze hetzelfde model opnieuw heeft gekocht, maar deze keer een knalrode. Ze luistert tijdens het fotograferen naar de Audio Bullys, op haar iPod Nano.
Vera (21)
Zij is grafisch ontwerpster. Haar vorige Skullcandy Lowrider is een paar
Tilburg, Paleisring, 15.35 uur 52
f oto r ep o r t a g e <
Tilburg, Pieter Vreedeplein, 16.45 uur
heeft een Skullcandy Lowrider, maar dan een blauwe. Hij heeft hem vorige week pas gekocht, omdat hij deze het mooist vond klinken. Hij luistert naar de screamo-metalband Bless The Fall, die op zijn Creative Zen V mp4-speler staat.
Sander (19)
Hij is verkoper bij een speelgoedwinkel. Ook hij
53
> r ep o r t a g e
De zon brandt boven ons hoofd, dus gaat het cabrioletdak van de C70 open en schuiven we de ramen omlaag. Heel even. De Volvo audiospecialist in de passagiersstoel stribbelt namelijk tegen. “De installatie klinkt gewoon beter met de ramen omhoog”, klinkt het zeer beslist. door Rob van Ginneken fotografie Rob van Ginneken Frits van Eldik
54
De Volvo C70 is ontworpen om ook met opengeklapt dak veel luisterpret te bieden. Om dat te onderstrepen, laadt onze chaperonne een cd met registraties van allerlei live popconcerten. Bruce ‘the boss’ Springsteen klinkt opeens op bouwvakkersterkte door de omgeving. Geen probleem, want we zijn in de Arabische Emiraten op pad en de enige levende wezens die we met ons muzikale bacchanaal kunnen storen, zijn de twee dromedarissen die iets verderop in de woestijn naar verdwaalde sprieten groen zoeken. Kijk, dat is wat je noemt een open luisterruimte. Electronica-expert en technisch designer Dariusz Kolsut zit tijdens de officiële perspresentatie van de nieuwe Volvo Coupé Cabrio met een vette smile in de auto om ‘zijn’ systeem aan ons te demonstreren. De locatie: Al Zahir Dubai. Vlak bij de grens tussen Dubai en Oman. Een zonzekere bestemming, moet iemand bij Volvo hebben bedacht. Dat kun je wel zeggen ja. Na 450 kilometer open rijden heeft onze zonnebrandolie de strijd opgegeven en beginnen voorhoofd en neus alsnog rood aan te braden. Het mag de pret niet drukken. Kolsut: “Volvo stond altijd al borg voor een goed geluid en met onze nieuwe generatie auto’s willen we simpelweg de beste zijn. In de C70 is het resultaat in alle opzichten beter, een nieuw niveau voor ons merk. Daar is ook veel voor gedaan. In onze infotainment ontwikkelingsafdeling wer-
ken zo’n 70 mensen en alleen al 15 daarvan houden zich specifiek met audio bezig.” STEREO Voor we Kolsut de gelegenheid geven om zijn verhaal te vertellen, moeten we eerst natuurlijk even vastspijkeren waar we hem op audiofiel gebied zélf ergens moeten inschalen. “Thuis? Daar luister ik meestal stereo. Surround is meer iets voor films. Maar ook dat moet dan wel goed klinken. Dat gebeurt dan met een Harman/Kardon AVR7000, Bower & Wilkins CM4 en CMC voor en twee Dynaudio’s achter.” So far so good, zeggen de Britten dan. Niet van de allerhoogste plank, maar allemaal gerenommeerde namen. We zijn vanzelfsprekend met zijn tweetjes op pad met een C70 waarin het meest uitgebreide Premium Sound Audio Systeem aan het werk is. De luidsprekertechnologie komt grotendeels van het Deense Dynaudio, dat volgens Kolsut al in een vroeg stadium van het ontwerp met de autodesigners meedenkt over de plaatsing en optimalisering van het dozijn speakers. Voor we het vergeten: wie kiest voor de optie ‘subwoofer’ laat de teller qua speakers oplopen tot 14 stuks, want dan krijg je er een stel extra luidsprekers achter de rug van de achterbank bij. Nogal krachtig afgesteld, trouwens. Om te beginnen, is hun effect niet alleen
Volvo C70 en Dynaudio
RAMEN OMHOOG DAT KLINKT BETER!
Volvo en Dynaudio SOORT geluidsinstallatie voor in de auto LOCATIE Al Zahir Dubai MERK
55
> r ep o r t a g e hoorbaar, maar vooral ook voelbaar in de rug. Zelfs voorin is het alsof iemand je stoel als kick drum gebruikt. Om over de achterbank zelf maar te zwijgen. Overigens bevestigt Kolsut de berichten die we eerder al in Volvo-kringen noteerden: die subwoofers zelf komen van Harman/Kardon. Door hun speciale langgerekte vorm passen ze namelijk mooi in de beperkte ruimte die achterin beschikbaar is. Een fysieke kwestie. Het is op die plek woekeren met de centimeters. In ‘open’ toestand zakt het driedelige metalen dak met zijn tamelijk ingewikkelde mechanisme daar immers onzichtbaar weg.
> Dolby Dolby topman Tony Spath schrijft Volvo op audiogebied een koersbepalende rol toe. Bij de publiekspresentatie van de C70 Coupé Cabrio legde hij uit waarom: “Volvo was in ’97 de eerste met surround in de auto en nu lijken ze de andere automerken wederom de weg te wijzen door voor ál hun 2006 modellen Dolby Pro Logic II technologie in hun Premium-uitvoeringen aan te bieden. Het is opwindend om te zien hoe
MENU De Volvo audioman demonstreert ons eerst waarom hij in de auto afwijkt van zijn gewoonte om altijd in stereo naar muziek te luisteren. In het menusysteem van de installatie kun je met een druk op de knop tussen stereo en Dolby Pro Logic II surround schakelen. Het verschil is dermate groot dat er verder geen woord aan vuil hoeft te worden gemaakt. De klassieke twee kanalen aanpak klinkt heel fatsoenlijk en voor een auto zelfs ver boven modaal, maar na het omschakelen tovert de techniek een veel beter geluidsbeeld voor je neus. Hoger en mooi stabiel. Waarbij stemmen en instrumenten opvallend goed geplaatst worden. In een autointerieur lang niet vanzelfsprekend. De DSP en centraal bovenop het dashboard gebouwde middenluidsprekers spelen daarbij een hoofdrol. En inderdaad: met de ramen omhoog komt dat allemaal beter tot zijn recht. Wat daarbij ook opvalt, is hoe gemakkelijk de geluidsinstallatie ook op behoorlijk fors volume de controle behoudt. En hoe solide het interieur kennelijk in elkaar steekt. Kolsut: “Die beheersing is precies de reden waarom we voor digitale versterkers hebben gekozen. Ze komen van Alpine en brengen gezamenlijk 910 watt op de been. Vijf maal 130 watt in het hoofdsysteem en twee maal 130 watt voor de subwoofers. Luidsprekers zijn nu eenmaal lastige dingen om van vermogen te voorzien, vooral bij complexe belasting. De Ice Power-versterkers doen dat heel gecontroleerd en hebben ook weinig vervorming en eigen geluid. Vooral in het laag is dat meteen hoorbaar.” PREMIUM Dat we hier te maken hebben met een – naar autobegrippen – zeer hoogwaardig systeem lijdt geen twijfel, maar wanneer we in de menustructuur ook een paar keer de subwoofers in- en uitschakelen, blijft helaas een beetje de vraag zweven of we dat specifieke extraatje zelf wel in de C70 zouden bestellen. Het woofereffect komt goed merkbaar van achteren en is wat erg ‘extravert’, om het maar eens met een verzachtende term te omschrijven. Ook zonder is het genieten geblazen. Op een meer ingetogen wijze zelfs en dat is bij luisterplezier veelal aan te raden. Toegegeven: daar speelt ook persoonlijke smaak. Ook thuis geeft uw verslaggever de voorkeur aan luidsprekers die het allerlaagste laag met rust laten. En de muzieksmaak richt zich niet zelden op singer-songwriters, die de luisterruimte zelden op zijn grondvesten laten trillen. Try before you buy, zeggen de Britten dan. Hoe dan ook: Volvo en Dynaudio zijn er samen in geslaagd om een mooi verdeeld klankbeeld te creëren. Met goed op elkaar aansluitend laag, midden en hoog. Aangenaam is daarbij dat de Digitale Signaal Processor (DSP) het geluid onder het rijden aan de omstandigheden aanpast. Zowel volume als toon worden met de snelheid gevarieerd. Maar ook de totaal andere akoestische eigenschappen van de auto in gesloten toestand (dak in coupé-opstelling) worden digitaal opgevangen. Overigens kun je dat proces via het menusysteem naar eigen smaak instellen door de variatie gering, middelmatig of groot te maken. In gesloten toestand konden we geen hinderlijke effecten van het uit vele delen opgebouwde dak noteren. Een meevaller. Het geheel oogt nogal gecompliceerd en we rekenden op bijgeluidjes, maar dat blijkt mee te vallen.
> Twee mille Volvo maakte in zijn opgewaardeerde infotainmentsystemen voor de chiquere business class- en Coupémodellen al jaren gebruik van Dynaudio als ‘audiofiele’ toeleverancier. Belangstelling? Dan is het nuttig te weten dat er in de nieuwe C70 een gevoelig verschil is tussen de standaard Performance-installatie (vier maal 20 watt), High Performance Audio (vier maal 40 watt) en het ultieme Premium Sound Audio Systeem. Alleen die laatste spreekt met een Deens accent. En krijgt ook het Dynaudio merkplaatje op het dashboard mee. Opwaarderen naar Premium Sound Audio komt op een kleine twee mille. Dan heb je het over een RDS radio met cd-speler, Dolby Pro Logic II systeem, vijf 130 watt versterkers en twaalf Dynaudio-speakers. De verdeling? In de deuren zes (bas, midden en tweeters), in de achterste wandpanelen vier (tweeters en gecombineerde midden-laag speakers) en twee in het dashboard (tweeter en een iets kleinere gecombineerde midden-laag luidspreker). Als extra zijn er de twee subwoofers met versterkers. Dat kost 470 euro extra. Daarmee zal een aardige C70 met Premium geluidsinstallatie dus richting 50 mille schieten. Het Dynaudio Premium systeem is als optie ook op andere Volvo-modellen verkrijgbaar.
56
de surroundtrend zich ook in de auto voortzet.” Dynaudio.com Alpine-europe.com Dolby.com Volvocars.com Harmankardon.com
DYNAUDIO Dynaudio putte voor de samenstelling van de luidsprekers uit zijn ervaring met High-End speakers voor thuis, maar zeker ook de meer recente expertise op het gebied van autoluidsprekers. Vooral opgedaan met Volvo- en VW-modellen. In de deuren vind je een driewegsysteem. Het hoog komt voor rekening van de typische Dynaudio zijden dome tweeters, terwijl het laag wordt verzorgd door al even herkenbare (8 inch) drivers met kloeke spreekspoelen. Een aparte blik richten we op de middentonendrivers die in tegenstelling tot de aanvankelijke informatie wel degelijk een bolle (een soort grote dome) vorm meekrijgen om het geluid optimaal in het auto-interieur te kunnen verdelen. De centerluidsprekers zijn nieuw ontwikkeld en mikken op een zo homogeen mogelijk geluidsbeeld. Achterin zijn in de zijpanelen tweeters en gecombineerde midden- en lage tonenspeakers gebouwd. Overigens vallen belangrijke verschillen met de techniek in de Dynaudio Volkswagens op. Om te beginnen, worden daar analoge versterkers gebruikt. Die vrijwel allemaal hun eigen speaker bedienen. In de Volvo koos men dus voor surround en digitale ICE Power die over meerdere luidsprekers verdeeld wordt. Het resultaat? De Zweed heeft merkbaar meer controle en power, maar de VW installatie doet vooral op normaal volume wat charmanter aan. KABELS Ook aan de bekabeling in de Volvo is veel aandacht besteed, vertelt Kolsut. “Tussen de speler en de versterker profiteert de techniek van het MOST systeem. Dat staat voor Media Orientated System Transport, een soort glasvezel. Digitaal en storingvrij dus. Naar de luidsprekers wordt een getwiste kabel gebruikt, ook met het oog op het voorkomen van storingen. In een auto heerst elektromagnetisch gesproken nu eenmaal niet bepaald totale rust.” Mogen we in het front end rekenen op een speler voor ‘high-endige’ formaten als dvd-audio? Kolsut schudt zijn hoofd. “Dat is geen doorslaggevende factor in de huiskamer en al zéker niet in de auto. Als de mensen muziek luisteren, komt dat van cd of een muziek-dvd. Eerlijk gezegd, gaat de trend eerder in de tegengestelde richting. Cd is dus het medium.” Gecomprimeerde bestanden dus? “We kunnen al automodellen met een harde schijf als accessoire leveren. Echt een harddisk in de infotainmentinstallatie van de auto integreren, is op zich geen probleem, maar je stuit als autofabriek op copyrightproblemen en dergelijke. Misschien in de toekomst? Net als een USB-aansluiting?” Over hightech gesproken: is er nu echt geen alternatief voor dat nogal ‘aanwezige’ antennetje achterop? Dat de fraaie lijn van de auto bepaald geen goed doet? “Een veelgehoorde vraag. We hebben allerlei oplossingen geprobeerd, maar alleen zo heeft de radio gegarandeerd een goed signaal. Maar als je het niet doorverteld: we zoeken nog naar een alternatief, want zelf vinden we het ook niet de sierlijkste oplossing.”
.
57 webcode > carfi
M
> a c hter gr o n d
DE MUZIEK SERVER
de brug van pc naar muziekinstallatie 59
> a c hter gr o n d
Bijna iedereen die actief bezig is met muziek herkent het waarschijnlijk wel: de eigen computer, op zolder of op schoot, heeft langzamerhand vele gigabytes aan muziek aan boord. Al of niet zelf geript (van een cd naar de harde schijf gebracht), dan wel gedownload. In veel gevallen zal die verzameling begonnen zijn om een iPod te kunnen vullen, of om de nieuwsgierigheid naar nieuwe muziek te bevredigen.
webcode > muziekserver
Door Guido de Kanter fotografie Sonos Jiri Büller
60
Maar computercollecties hebben de neiging om in de loop van de jaren een aanzienlijke omvang te bereiken. Daarmee worden de nummers op je computer tot een belangrijke bron van muziek, naast wat je thuis op fysieke dragers (cd’s, platen) hebt staan. Voor een deel zullen de collecties elkaar overlappen, voor een ander deel ook niet. In dit artikel lees je over de zogenaamde ‘muziekserver’: een modern hifi-apparaat die je computerbibliotheek toegankelijk maakt in je installatie. Diegenen die hun computer in de huiskamer hebben staan, bijvoorbeeld een esthetisch verantwoord Apple-modelletje, hebben al een ‘muziekserver deluxe’, en kunnen volstaan met een kabeltje naar de installatie. Eventueel aangevuld met een betere geluidskaart voor een mooiere weergave. En wat betreft de computer in de huiskamer: een minderheid van de huishoudens geeft de pc een zo prominente plaats. Zolder en werkkamer zijn nog altijd populair. Vergelijkbaar: als de iPod de reden was om een muziekverzameling aan te leggen op de computer, dan is het natuurlijk een mogelijkheid om simpelweg de iPod te gebruiken als bron in de installatie. Eenvoudig een kabeltje aansluiten, en je bent er (zie artikel elders in dit magazine). Maar de iPod is niet geweldig geschikt als bron in een hifi-installatie. Hij is ontwikkeld en geoptimaliseerd voor individueel en mobiel muziekgenot. Zo is het scherm te klein om van meters afstand uit te lezen, wat het comfort en de bedienbaarheid niet ten goede komt. Wie er niet aan wil om een computer naar de huiskamer te halen en meer comfort wil dan de iPod, heeft sinds een aantal jaren de mogelijkheid om een muziekserver aan de installatie te koppelen. Wie door het woord ‘server’ in muziekserver denkt aan iets pc-achtigs, die heeft het mis. Het gaat in alle gevallen om apparatuur die het meeste weg heeft van de aloude cd-speler. Ze hebben maximaal de hifi-maat van 44 cm of smaller, bevatten een laatje of een gleuf om cd’s in te doen, en ze hebben een fors scherm waarmee de gebruiker relatief gemakkelijk kan navigeren door de eindeloze massa’s muziek en functies.
bliotheken van de pc’s of Macs die erop aangesloten zijn, en vervolgens uit die shares een keuze maken. De gebruiker van de muziekserver in de huiskamer kan met een druk op de knop wisselen van track, album, speellijst of zelfs tussen je diverse computers en wat zij aan muziek aanbieden. Wat er maar op het eigen netwerk te vinden is, is voor de muziekserver allemaal bliksemsnel op te roepen. Verder kan via het internet ‘live’ geluisterd worden naar radiozenders of muziekstreams. Het apparaat heet ‘server’ omdat er bijna altijd een harde schijf in zit. Als het netwerk geen muziek aanbiedt, bevat de ingebouwde harddisk altijd nog materiaal. (Meestal maakt de muziekserver zijn eigen muziek op zijn beurt ook weer toegankelijk voor de computers in uw netwerk.) De muziek kan zijn overgezet vanaf een computer, of van cd’s, die de gebruiker er zelf in heeft gestopt. Veelal gebeurt het zogenoemde rippen van cd’s volautomatisch, en is het voor de gebruiker een kwestie van de schijven er een voor een instoppen. Is het rippen gedaan, dan werpt de muziekserver de cd weer uit, wachtend op een volgende.
WAT DOEN ZE? De muziekserver wordt zo genoemd omdat hij enerzijds muziekbron is in een installatie, en anderzijds een zelfstandig onderdeel is van je thuisnetwerk (bedraad of draadloos). Op het thuisnetwerk kan de muziekserver speuren naar gedeelde muziekbi-
CLIENTS Waar servers zijn, bestaan er meestal ook clients, en de wereld van de geluidsapparatuur is geen uitzondering. Van de muziekserver bestaan ook versimpelde varianten, die net als muziekservers het netwerk kunnen afspeuren en/of streams kunnen afspelen en/of sa-
WELKE ZIJN ER? De hiervoor genoemde functies en mogelijkheden zijn vrij algemeen, maar niet elke muziekserver heeft alles. Het is goed om je vooraf af te vragen wat je makkelijk vindt en na te denken over mogelijkheden die je graag geboden zou zien. Denk daarbij ook aan communicatie over het netwerk met Apple’s programma iTunes of aan communicatie met de iPod. In de categorie muziekservers testte de website HiFi.nl de Sony NASSC55PKE (1000 euro), de Hifidelio (1050 euro), de Arcam MS250 (5000 euro) en de Akurate DS van Linn (rond 5100 euro). Het voert in dit beknopte artikel te ver om uitgebreid te praten over de mogelijkheden van deze onderling zeer verschillende apparaten. Wij raden aan om even te kijken op HiFi.nl zodat je een indruk kunt krijgen van specifieke servers.
muziekserver • HANDIG om muziek in je hele huis te beluisteren • MERKEN diversen
PRODUCT
menwerken met iTunes. Maar ze hebben geen harde schijf of optische drive aan boord. ‘Muziekstreamers’ worden ze dan ook wel genoemd. Dat betekent dat ze, anders dan de muziekserver, niet zelfstandig kunnen optreden maar altijd toevoer nodig hebben van een van de eigen pc’s of Macs, of van het internet een stream moeten oppikken. Tot de simpelste, maar meest verkochte in deze categorie behoort Apple’s AirPort Express (90 euro). Dit is een apparaat met de vorm en de grootte van een lichtnetadapter. Een van de aansluitingen op het apparaat is voor geluid: de gebruiker kan zijn installatie naar keuze digitaal of analoog aansluiten. Toevoer van muziek komt met iTunes, waarin je vooraf opgeeft welke muziek moet gaan spelen via de AirPort Express. Met wat extra software wordt het mogelijk om ook streams uit QuickTime, Real, VLC of Windows Media naar de installatie te streamen. Groot nadeel is, dat de gebruiker alleen invloed kan uitoefenen op wat er gespeeld wordt als hij of zij achter de computer zit om iTunes te bedienen. De AirPort Express zelf is onbedienbaar en heeft niet eens een display. Een alternatief zijn apparaten als de Pinnacle Soundbridge (vanaf rond 120 euro) en de Logitech Squeezebox (vanaf rond 230 euro), die
de mp3’tjes (en aanverwanten) in eigen tempo tot zich nemen vanaf computers in het netwerk, van een netwerk harddisk of als stream van het internet. Het verschil is dat deze categorie dat zelfstandig doet, en niet vanuit een computer hoeft te worden bediend en voorgeprogrammeerd. Bediening heeft onmiddellijk effect, en doe je ter plaatse op het apparaat. Het display vertelt je wat er speelt en wat voor muziek en mogelijkheden er voorhanden zijn. HOE KLINKEN ZE? Net als bij alle moderne muziekspelers - variërend van de simpelste iPod tot complexe multimedia-pc’s - is de geluidskwaliteit sterk afhankelijk van de kwaliteit van de bestanden die worden afgespeeld. Mooie opnamen die perfect geript zijn in WAV (ongecomprimeerd), hebben de potentie om fantastisch te klinken, zeker als de muziekserver digitaal op de installatie wordt aangesloten en je gebruikmaakt van een mooie D/A-converter (digitaal naar analoog omzetter). Illegale downloads van door onbekenden geripte mp3’tjes in 128 kbit/s klinken vaak bedroevend matig. Dan helpt zelfs de mooiste muziekserver niet: kwaliteit die eenmaal is weggegooid, komt nooit meer terug.
.
61
> inter v ie w
M
Michiel Mol • BEKEND VAN Lost Boys, Spyker F1 Team en zijn vrouw Paulien Huizenga • BEROEP (internet) ondernemer
NAAM
62
LOST BOY
Dol op domotica
MICHIEL MOL De succesvolle ondernemer Michiel Mol (Breda 1969) is dol op domotica. Hij noemt zich zelfs een ‘nerd’ op dit gebied. Mol, oprichter van multimediabedrijven
Lost Boys en Media Republic en mede-eigenaar van het
Formule 1-team Force India (voorheen Spyker F1), heeft zijn kersverse nieuwe huis volgestouwd met hifi- en andere hightech-apparatuur. Hifidelity sprak met Mol over zijn muziek- en domoticabeleving. Michiel Mol woont samen met kinderen Paul, Myrthe en Pieter en zijn vrouw, de presentatrice Paulien Huizinga.
“Ik was een jaar twaalf, dertien en waarschijnlijk een van de eerste in Nederland met een pc in huis. Zo’n joekel van een kast, een scherm dat nergens op sloeg en met van die speakers waar nauwelijks geluid uit kwam. Van jongs af aan was ik geïnteresseerd in alles wat met beeld en geluid te maken had. Maar vooral in robotica en spelletjes. Op mijn dertiende heb ik mijn eerste spelletje gemaakt én verkocht.” DOMOTICA “Toen ik informatica ging studeren in Leiden ben ik me nog meer gaan bezig houden met nieuwe media en interactiviteit. Mijn oude huis, waar ik tien jaar geleden introk, had ik helemaal volgestouwd met domotica. Dat begrip bestond toen nog helemaal niet. De basis was een centraal systeem voor verlichting, audio, video, alarm, gordijnen, noem maar op, zelfs voor de open haard. Dat was toen redelijk uniek. In een modern huis is tegenwoordig alles verbonden, er zijn gaandeweg steeds meer mogelijkheden gekomen. Het is nu ook een veel gangbaarder idee om
ergens in huis een centrale ‘controle unit’ te hebben, een opslagruimte voor de bediening.”
van alle andere Star Wars-films of bijvoorbeeld van alle andere films waar Harrison Ford in speelde. Dat is heel gaaf én handig.”
USER INTERFACE “Per ruimte in huis kan ik verschillende muziek of films opzetten. In de speelkamer een Disney-film, in de woonkamer bijvoorbeeld James Bond, net als Star Wars een grote passie van me, en in de tv-kamer of in de kamer van mijn vrouw weer iets anders. In de tv-kamer hebben we dolby surroundgeluid, voor de echte bioscoopbeleving. Mijn bedrijf Media Republic is nu bezig een persoonlijke user interface te ontwikkelen, speciaal toegesneden op mij.”
SAINT-TROPEZ “Ik heb al mijn cd’s en dvd’s in één keer gedigitaliseerd en op een harddisk opgeslagen. Mijn cd’s, zo’n 500 à 600, gebruik ik dus niet meer, die zijn overbodig geworden nu ze allemaal op het systeem staan. Het is al weer een tijdje geleden dat ik een cd heb gekocht. De laatste keer was waarschijnlijk op vakantie in Saint-Tropez. Die strandclubs daar, zoals Nikki Beach, brengen elk jaar van die zwoele dance-cd’s uit. Is wel lekker om die vrolijke zomerstemming mee naar huis te nemen. Soms bestel ik wat via iTunes, en mocht die daar niet beschikbaar zijn, dan koop ik een cd in een platenzaak. Maar de laatste keer dat ik daar geweest ben kan ik me eerlijk gezegd niet herinneren. Vroeger in Breda ging ik regelmatig naar Free Record Shop of naar Van Leest, en toen ik in Amsterdam nog in de buurt van Concerto woonde, kwam ik daar geregeld. Heerlijk om daar rond te neuzen.”
GAAF ÉN HANDIG “De basis vormen de audio- en videoservers van Crestron en Kaleidescape. Verder heb ik versterkers van Rotel en B&W en KEF-speakers. Als ik een cd of dvd afspeel, krijg ik de hoesjes op een scherm te zien, met daarbij afbeeldingen van verwante cd’s of dvd’s. Als ik een Star Wars-film opzet, krijg ik in kadertjes ook afbeeldingen te zien
door Dieter van den Bergh fotografie Edwin Smulders
63
> inter v ie w
> d e fa vo r i e te n va n . . .
Michiel Mol 1 MIJN HIFI-SET De basis vormen de audio- en videoservers van Crestron en Kaleidescape. Verder Rotel-versterkers en B&W en KEF-speakers. 2 FAVORIETE MUZIEKGENRE Ik heb niet één nadrukkelijke voorkeur, maar als ik moet kiezen is het ‘dance’ denk ik. Rock, pop, r&b, soul, Nederlandstalig, eigenlijk luister ik naar van alles… 3 ALL TIME FAVOURITE Telegraph Road van Dire Straits. Kan ik na tientallen jaren nog steeds elke dag van genieten. 4 GRUWEL ECHT VAN… Bløf.
MUZIEKCULTUUR “Mijn eerste singletje was Rivers of Babylon van Boney M. De elpee Love for Sale had ik ook. De hoes kan ik me nog goed herinneren. Die man en die drie vrouwen bijna naakt, met gouden kettingen aan elkaar. Maar echt een platenverzamelaar ben ik nooit geworden. Het vinyl uit die tijd is al lang de deur uit. Bij ons thuis heerste er ook geen echte muziekcultuur, maar meer een ondernemersgeest.” PINK FLOYD “Ik heb nooit echt een uitgesproken muzikale voorkeur gehad. Hou wel van het lichtere dance-werk en van oudere pop en rock. Maar ik koop net zo makkelijk nieuwe Nederlandstalige dingen of r&b. Net wat ik leuk vind op een bepaald moment. Als ik muziekhelden heb, zijn het bands als Pink Floyd, of Dire Straits en Supertramp. Maar meer omdat ik die muziek al dertig jaar ken. Dan zijn het dus grote artiesten. Elvis en The Beatles, dat vind ik dan weer te oud. Te ouderwets misschien.” PRIVÉ-CONCERT “Concertbezoek vind ik echt fantastisch. Jammer dat ik er zo weinig tijd voor heb. Pink Floyd had ik graag willen zien, maar ik was te laat. Concerten worden steeds belangrijker, dat vind ik een goed iets. De platenindustrie ziet ook in dat je live vaak een veel betere beleving hebt met een artiest. Bovendien moeten de artiesten op het podium scoren tegenwoordig, financieel gezien. Een van de laatste concerten die ik gezien heb was De Toppers, op uitnodiging. [lachend] Maar of ik daar nu zo trots op moet zijn… Ook ben ik
64
op uitnodiging naar Symphonica in Rosso van Marco Borsato geweest. Maar het concert dat op mij de meeste indruk heeft gemaakt was Lionel Richie. Hij trad op tijdens een privéfeestje van mij, voor tachtig man!” BEZIENSWAARDIGHEID “Ik hou van muziek, maar ben zeker geen kenner. Heb er helemaal geen verstand van. Vraag me niet tot welke stroming een bepaald liedje hoort. Ik ben ook geen echte audiofiel. Maar goed geluid is wel belangrijk, net als goed beeld. Ik geniet pas echt van muziek als het geluid goed is. Mijn eerste cd-speler kocht ik toen ik zeventien was. In mijn studentenhuis in Leiden was dat een echte bezienswaardigheid. Een Nakamichi was dat, kostte een veelvoud van wat ze tegenwoordig kosten.” IPHONE “Als ik muziek luister is dat thuis of onderweg. Tijdens het werk luister ik nauwelijks, ben dan vooral in gesprek met mensen. Muziek leidt dan alleen maar af. Ik breng erg veel tijd door in de auto, op de luchthaven, in vliegtuigen. De iPhone is dan echt een uitkomst. Naar welke muziek ik dan luister, hangt puur van mijn stemming af, en ook van de omgeving. In de auto is het soms fijn om lekker mee te brullen met platte Nederlandstalige meezingers. Muziek kan ook echt een steun zijn. Vorig heb ik zakelijk gezien mijn roerigste jaar tot nu toe meegemaakt, dat hoop ik nooit meer mee te maken. Als je dan op een enorme rotdag van je werk naar huis rijdt, kun je van precies de juiste muziek toch weer eventjes ongelooflijk blij worden.”
.
5 MAAR LUISTER STIEKEM WEL NAAR… Jan Smit 6 OMVANG MUZIEKCOLLECTIE Denk rond de 500 à 600 cd’s. Koop alleen de laatste jaren nauwelijks cd’s meer, maar alles via iTunes. 7 VERZAMELAAR? Nee. Als ik iets goed vind koop ik het, maar zonder enige verzameldrang. 8 VINYL OF CD? Geen van beide. Alles is digitaal en staat op harddisks. 9 MEEST MEMORABELE MUZIEKBELEVING Een privé-concert voor 80 man van Lionel Richie 10 MIJN HIFI/DOMOTICA-TIP Het Kaleidescape-systeem. Een audio en videoserver met een geniale user interface.
Achter de muren...een verrassend geluid. Volledig onzichtbare luidsprekers... AmbienTone van Inakustik. Geluidsmuren met verborgen technologie. Een onverwachte ontmoeting tussen geluid en stijlvol wonen.
Kwalitatief hoogwaardige audio producten van muziekliefhebbers, voor muziekliefhebbers. Wetering 7 - 1261 ND Blaricum (NH) - T 035-5247075 - F 035-5247319 - M
[email protected]
GET YOUR BALANCE
PRIKKELEND EN ORIGINEEL
DE VROLIJKSTE MANIER VAN ERGONOMISCH ZITTEN...
MAAK VAN ELKE OMGEVING EEN BELEVING
THUIS, BUITEN EN OP KANTOOR
Uitmeentsestraat 19 6987 CX Giesbeek The Netherlands
T +31 (0)313 696 158 F +31 (0)313 696 159
E
[email protected] I www.devorm.nl
> casus
HUIZE MOL Tien kilometer kabel en 2500 verbindingen In het nieuwbouwhuis van de succesvolle ondernemer Michiel Mol werd een indrukwekkende domoticadoor Mike Metz
installatie gebouwd. Het verhaal van zijn leverancier, die een voor
fotografie
Nederlandse begrippen ‘uitzonderlijk eindresultaat’ boekte.
“Toen ik Michiel voor de eerste keer in onze showroom ontmoette, was het een aangename verrassing dat hij aan een half woord genoeg had. Waar ik normaal gesproken uitvoerig vertel over lichtscènes en de voordelen van integratie van audio en video wist Michiel mij te triggeren op details waar je het in deze branche normaal pas in een tweede of derde gesprek over hebt. Het voordeel van een ‘gebruiker van het eerste uur’ als gesprekspartner werd snel duidelijk, en we konden ons bij het ontwerp direct focussen op het componentniveau. De kracht van een goede domotica-installatie is de optimale combinatie van verschillende merken, waarbij ieder apparaat alleen doet waar het goed in is. Om een voorbeeld te geven: we hebben Crestron gebruikt als controlesysteem. Crestron is de residentiële marktleider in kwaliteit en bedrijfszekerheid. Als videoserver hebben wij gebruik gemaakt van Kaleidescape. Ook voor Kaleidescape geldt geen concessie in kwaliteit; er wordt alleen ongecomprimeerde content gebruikt. De keuze voor Lutron voor het licht en Request voor de audioserver lag om dezelfde reden voor de hand. De visie waarin geen ruimte was voor compromissen hebben we in het gehele ontwerp doorgevoerd, waardoor een hoogwaardig en stabiel systeem is gecreëerd. Bovendien hanteer ik al jaren het uitgangspunt dat je in het ontwerp rekening moet houden met het gegeven dat techniek kapot kan gaan. Als dit gebeurt, mag het nooit zo zijn dat de volledige functionaliteit wegvalt. Het enige dat mag gebeuren is het verlagen van het comfortniveau. Het project betreft een nieuwbouwwoning. Het grote voordeel is dat tijdens de bouw rekening is gehouden met de aanleg van een domotica-installatie. De inbouwdozen voor de touchscreens, speakers en tv’s zijn in de constructie voorzien, wat een hoog afwerkingniveau garandeert. Minder zichtbaar, maar misschien wel het belangrijkste is de ruimte die gegeven is aan de infrastructuur van het pand. Door het pand lopen als het ware twee aorta’s, waarin alle bedrading is verwerkt. Ik denk dat we in totaal wel zo’n tien kilometer speciale kabels hebben gebruikt. Ook hiervoor geldt weer dat de bekabeling doet waar hij goed
webcode > domotica
Marcel van den Bergh
in is. Geen standaard cat5 netwerkkabeltje voor het controlesysteem van Crestron, maar de speciale Crestnet-kabel. En een speciale rgb-6 kabel voor de videosignalen, zodat die zonder kwaliteitsverlies in 1080 beeldlijnen op de diverse plasmaschermen kunnen worden getoond. In een wereld waarin de techniek met de dag verandert, wil je dat de installatie, en de daarbij behorende infrastructuur, flexibel is en lange tijd kan voldoen aan de hoge standaard die bij een woning als deze hoort. Het aangelegde netwerk van Abitana geeft Michiel de vrijheid om een bepaalde mate van flexibiliteit in te bouwen. Hun zogenaamde omnimedia-kabel heeft het voordeel dat zo’n beetje elk breedbandig signaal en ook dataverkeer vanwege de 4x2 opbouw van de kabel getransporteerd kan worden. Een iPod-aansluiting van de ene naar de andere kant van de keuken, of een extra tv’tje in de studeerkamer kan zonder hak- en breekwerk, en bovendien direct worden geïntegreerd in het domotica-systeem. Als ik als systeemintegrator naar deze installatie kijk, is de infrastructuur van de centraal in het huis opgestelde ‘patchkasten’ een hoogtepunt. Twee uitschuifbare, draaibare racks van Middle Atlantic, waarin bijna vijf meter doorgestapelde apparatuur met de grootst mogelijke zorg is aangesloten. Korte, op maat gemaakte interlinks van ITC in combinatie met netjes afgewerkte bekabeling resulteerde bij het proefdraaien in een aantal fouten dat op één hand te tellen was. Bij een totaal van meer dan 2500 schroef-, soldeer- of klemverbindingen geen slechte score. Het door de elektricien zorgvuldig nummeren van de kabels heeft ook enorm bijgedragen aan deze score. Wat heel goed heeft gewerkt bij dit project was de keuze om de elektricien al vanaf een vroeg stadium te betrekken bij het uiteindelijk te behalen resultaat. Een tekening met component-opstelling/bekabelingwijze geeft inzicht aan de monteurs ter plekke. Hierdoor wordt de betrokkenheid van de mensen in het veld vele malen groter en wordt de domotica-installatie iets wat je met elkaar maakt. Zo kunnen alle betrokkenen, van elektricien tot programmeur, trots zijn op dit naar Nederlandse begrippen uitzonderlijke eindresultaat.”
.
67
> b e dr ij f sp r of iel
NAAM Mike
68
Metz • BEDRIJF MR Engineering • BEROEP domotica-specialist
Pionieren bij de klant is verboden
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw werden we opeens geconfronteerd met het Huis van de Toekomst, een doorlopende tentoonstelling naar een idee van de beroemde futurist
Chriet Titulaer. Dat inmiddels opgedoek-
te project toonde ons een volledig geautomatiseerd huis waarin de bewoners met één druk op de knop zo’n beetje alles konden bedienen. Toen was dat echt nog toekomstmuziek, maar vandaag de dag is het gewone realiteit onder de naam ‘domotica’.
Wie in Nederland op zoek is naar de marktleider op het gebied van custom install en system integration komt vroeg of laat uit bij MR Engineering uit Nootdorp. Oprichter en mede-eigenaar Mike Metz is een bevlogen ondernemer die met smaak en enthousiasme kan vertellen over zijn bedrijf. MR Engineering bestaat al zeventien jaar. Oorspronkelijk was Mike werkzaam in de installatietechniek, maar eind jaren ‘90 maakte hij kennis met custom install. “Het idee dat je in meer dan één ruimte muziek kon beluisteren die vanaf een centrale plaats werd aangeleverd sprak me enorm aan. De integratie van andere functies in zo’n systeem, zoals de bediening van licht, temperatuur en beveiliging zorgde voor een enorme toename van het wooncomfort. Al snel merkte ik dat je zoiets alleen goed kunt bouwen als je je toelegt op specifieke aspecten van de installatie. Je kunt nu eenmaal niet overal goed in zijn. Differentiëren was dus nodig, en daarom ben ik in 2001 volledig overgestapt op custom install. Omdat ik er vanuit ga dat je alleen maar kunt concurreren op kwaliteit, en niet op prijs, heb ik bewust gekozen om me op het hogere marktsegment te richten. Een klant
moet er namelijk op kunnen vertrouwen dat de aangelegde installatie altijd werkt. En dat bereik je onder meer door alleen de allerbeste componenten te gebruiken. Daarnaast moet je een groep creatieve en zeer competente mensen om je heen verzamelen die samen het hele traject van offerte tot oplevering kunnen verzorgen.” “We kunnen een project al vanaf de ruwbouw in samenspraak met een architect gaan opzetten, maar ook voor uitgebreide renovaties kan men zich bij ons melden. Want ook in bestaande woningen kunnen we een nieuwe installatie onzichtbaar wegwerken. Een klant komt vaak al in een vroeg stadium bij ons projectbureau. Door van tevoren overal goed over na te denken kom je verderop in het traject geen onverwachte dingen tegen. Pionieren bij de klant is verboden! Als een geinteresseerde zich bij ons meldt gaan we eerst bekijken wat er allemaal mogelijk is. Het idee dat de klant weet wat hij wil klopt niet helemaal. Er is juist relatief weinig voorkennis. Door te praten over wensen en voorkeuren krijg ik een beeld van hoe zo’n installatie er uit moet gaan zien en kunnen we passende oplossingen aanreiken.”
> u zegt? DOMOTICA een samenvoeging van het Latijnse domus, wat ‘huis’ betekent, en het woord elektronica. De mogelijkheid om in huis van alles op afstand te bedienen met behulp van elektronica.
door Max Delissen fotografie Marcel van den Bergh
CUSTOM INSTALL het volledig op maat aanpassen van de woning zodat een domotica-installatie naadloos in de leefomgeving kan worden geïntegreerd. SYSTEM INTEGRATION alle systemen die tezamen een domotica-installatie vormen (vrijwel altijd van verschillende merken) foutloos samen laten werken. TOUCHPANEL REMOTE een grote afstandsbediening met een aanraakscherm waarmee de gehele installatie kan worden bediend. Iedere functie heeft een eigen, specifiek vormgegeven grafische omgeving voor optimale herkenning en daarmee samenhangend gebruiksgemak. MEER WETEN neem een kijkje op de website www.avdomotica.com
69
> b e dr ij f sp r of iel
webcode > mrengineering
INTERNE ZAKEN “Om een klant één aanspreekpunt tijdens de bouw te bieden hebben we Interne Zaken opgericht. Dat is een bedrijf waarin meerdere partijen binnen de bouwkolom hun krachten bundelen. Een aannemer, een installatiebureau, een interieurspecialist en natuurlijk MR Engineering. Alles van stoffering en verlichting tot verwarming en beveiliging kan door ons geleverd worden. Wij zijn bijvoorbeeld de grootste leverancier van verduisteringsgordijnen van Lutron, die we overal in huis kunnen plaatsen. Interne Zaken is trouwens meteen ook een showroom voor alles wat met domotica te maken heeft. Van huiskamer tot vergaderzaal, het is er allemaal in werking te zien en te beleven. De geluidsinstallatie is altijd opgebouwd uit merken die hun betrouwbaarheid in de loop der jaren hebben bewezen. Niet alleen moet het technisch deugen, ook het bedrijf dat er achter zit moet goed voelen. De relatie met leveranciers en importeurs is voor mij een zeer belangrijke voorwaarde. We benaderen een geluidsinstallatie overigens altijd vanuit een hifi-oogpunt. Luidsprekers in het plafond doen we bijvoorbeeld liever niet in ruimtes waar je echt gaat zitten om naar muziek te luisteren, want dan klopt het geluidsbeeld van geen kanten meer. Ook dat is belangrijk.” “Omdat we een totaaloplossing bieden, zitten we onvermijdelijk in het hogere prijssegment, maar omdat het resultaat altijd feilloos werkt is dat nooit een probleem. Bovendien kan een goed gebouwde installatie zichzelf gedeeltelijk terugverdienen. Een voorbeeld: het systeem neemt via de sensors van de beveiligingsinstallatie waar dat er in een bepaalde kamer al een uur niemand is geweest. Dan gaat in die ruimte de temperatuur omlaag, en dimt het licht voor de helft. En dat is niet alleen goed voor de portemonnee van de klant, maar ook het milieu profiteert hiervan. Dat is iets waar je tegenwoordig eigenlijk niet meer omheen kunt.” WAT IS HET VOORDEEL? Op de vraag wat eigenlijk het voordeel is van een domotica-installatie glimlacht Mike. Na een korte denkpauze: “Eigenlijk gaat het om lifestyle, en niet om de installatie op zich. Je woont gewoon lekkerder. Als je ‘s avonds naar bed gaat, dan kun je vanaf je touchpanel remote alle gordijnen of rolluiken sluiten, de verwarming lager zetten, alle lichten uit doen, behalve die op de route naar de slaapkamer, en de beveiliging inschakelen. Je ziet in één oogopslag dat alles in orde is, en dat geeft een prettig gevoel. Een andere service die we vaak aanbieden is de 24-uurs monitoring. Alle modules in het huis worden één keer per uur vanuit een centrale bij MR Engineering aangeroepen om te kijken of ze nog functioneren. Als er iets hapert kunnen we preventieve actie ondernemen. Soms kunnen we dingen online resetten, als dat niet mogelijk is nemen we contact op om een afspraak te maken. Het gaat zelfs zo ver dat we de klant kunnen waarschuwen als de lamp in zijn homecinema-projector het einde van zijn levensduur nadert. Ieder systeem gaat een keer kapot, dat is een gegeven, maar met goede monitoring kun je veel voorkomen. Eén van de redenen waarom we ons marktleider kunnen noemen is dat zeer hoge serviceniveau. Onze unieke overkoepelende visie is een andere reden.” Mike Metz is voor de buitenwereld ‘het gezicht’ van het bedrijf. “In veruit de meeste gevallen komen de mensen bij mij binnen, of ik kom in een zeer vroeg stadium in beeld. We werken natuurlijk veel in Nederland, maar we hebben in heel Europa klanten. Dat zijn dan wel vaak Nederlanders of aan Nederland gerelateerde mensen. Ik kom veel bij de klanten over de vloer, dat is het leukste onderdeel van het ondernemen. Mijn werk is eigenlijk om te zorgen dat de klant krijgt wat ik beloofd heb. Als het project is afgerond - dat kan, vanaf het ontwerp tot de uiteindelijke oplevering, wel anderhalf jaar duren - dan kom ik langs met een flesje lekkers om de oplevering op gepaste wijze te vieren. Maar ik wil graag benadrukken dat ik een groot team van geweldige mensen achter me heb. Ik ben enorm trots op ze, want zonder hen zou ik het niet kunnen.”
.
70
> p r o duc tb e sp r ek in g
BeCHOCOLATE Belgische chocolade met heerlijke audiovulling
72
Het gebeurt niet vaak dat een importeur van geluidsapparatuur de rol van fabrikant gaat vervullen. Want voor het opstarten van een productielijn is veel nodig. Veel kennis, veel tijd, en vooral veel geld. Maar af en toe wordt een gat in de markt gevonden waarvan het té jammer zou zijn om er niet in te springen.
73
> p r o duc tb e s p r ek in g
door Max Delissen fotografie Marcel van den Bergh info www.beChocolate.com
Dat deden Wim Verellen en zijn vrouw Hilde van importeur Joenit uit Mechelen (België) dus wel. Na een ontwikkelfase van achttien maanden lanceerden zij afgelopen zomer het geheel in eigen huis ontwikkelde en gebouwde beChocolate Puroh-systeem. Het is dus een echt Belgisch product, wat zelfs terug te vinden is in de kleuren van de interne bedrading: rood, geel en zwart. VLIEGWIELEN Er gaat heel wat schuil achter deze eetlustopwekkende naam. De beChocolate Puroh (waarbij het stukje be uit de naam uiteraard staat voor België) is een modulair all-in-one systeem van zeer hoge kwaliteit. Modulair? Het beChocolate Puroh-systeem is geheel aan de wens van de klant aan te passen omdat er verschillende modules in de fraai vormgegeven kast geplaatst kunnen worden. Zo kun je bijvoorbeeld naar wens een stereoversterker, een DAB/FM-tuner, internetradio, een cd- of dvd-speler met of zonder surroundversterker laten plaatsen. Maar het allermooiste is: het kan ook allemaal tezamen ingebouwd worden. Wil je een topklasse stereoversterker met DAB/FM-tuner, dvd-speler, netwerkaansluiting en Wifi? Dat kan. Wil je in een later stadium uitbreiden naar een compleet 5.1 surroundsysteem? Dat kan ook. En alles op hetzelfde hoge niveau. Naast de vele mogelijkheden om de kast te vullen en de uitstekende technische specificaties is ook het uiterlijk van de beChocolate Puroh iets bijzonders. De kasten worden gelakt in vier uitzonderlijk mooie kleuren: pianozwart, crème wit (denkt u daarbij aan leuke autootjes van de jaren ’70) en erg karaktervol: geel of rood zoals Italiaanse snelle wagens. De bediening op het apparaat gaat door middel van twee RVS ‘vliegwielen’ die de beChocolate Puroh ook meteen zijn karakteristieke uiterlijk geven. Maar het ziet er niet alleen goed uit, het vereenvoudigt in hoge mate de bediening! Een ander opvallend detail in het design is het lederen labeltje met de merknaam dat aan de zijkant van de kast is bevestigd. Het is een klein maar significant onderdeel van het ontwerp, wat aangeeft met hoeveel liefde er is nagedacht over dit concept. CHOCOLADEREEP Ook aan de afstandbediening van de beChocolate Puroh is veel aandacht besteed. Ze noemen hem de beChocolate Bar (wat zich grofweg laat vertalen als chocoladereep) en het moet gezegd; hij ziet er zo goed uit dat je er inderdaad wel in zou willen bijten. De slanke, in witte chocoladekleur vormgegeven behuizing ligt lekker in de hand (maar smelt niet) en werkt zeer intuïtief. Alle denkbare functies van alle denkbare combinaties van in te bouwen modules zitten er op. De knopjes hebben een zeer prettige afmeting en bevinden zich op een logische plaats. Dat maakt het bedienen van de beChocolate Puroh een (chocolade) eitje. Net als bij echte Belgische bonbons gaat het bij de beChocolate Puroh zowel om de buitenkant als de binnenkant. Een lekkere praline ziet er mooi uit, en doet je watertanden van verwacht genot. En als je dan de vulling proeft, is de ervaring compleet. Dat moet Wim Verellen voor ogen hebben gehad toen hij over dit concept na begon te denken. Een modern ‘snoepje van de week’ waarbij alles in dienst staat van genieten met een grote G.
.
74
Maar het ziet er niet alleen goed uit, het vereenvoudigt in hoge mate de bediening!
MERK beChocolate TYPE Puroh
SOORT flexibel
geluidssysteem 75
G
Mijn favorieten
PAUL SIMON
GRACELAND Mooi! Is niet helemaal uit te leggen waarom, moet je gewoon naar luisteren.
BRUCE SPRINGSTEEN
LIVE 1975 - 1985 Ik ben een enorme Springsteen-fan en Bruce live is toch weer extra klasse.
WILLY NELSON & JOHNNY CASH
VH1 STORYTELLERS
Een live album van twee helden die gewoon gezellig muziek maken. Briljant!
GUUS MEEUWIS Fotografie
Loe Beerens
77
> I n terview
Componist Raimond Lap (Geldrop 1959) is sinds de geboorte van zijn eerste kind in 1990 gespecialiseerd in
muziek voor baby’s en
jonge kinderen. Onder het motto ‘music for the next generation’ nam hij zo’n veertig cd’s op, waarvan velen werden bekroond met gouden, zelfs platina platen. In zestig landen luisteren baby’s (en hun vaders en moeders) naar muziek van de Brabantse maestro. Hoog tijd voor een interview, want hoe werkt dat nou eigenlijk, die speciale babymuziek?
78
MUZIEK KAN JE KIND
> inter v ie w
SLIMMER MAKEN Music for the next generation Baby’s kunnen veel meer leren dan mensen denken, volgens Raimond Lap. Je moet alleen goed opletten wat je ze aanbiedt, en in welk tempo. “Als je het over muziek hebt, zijn klassieke stijlen het meest geschikt”, aldus de (klassiek geschoolde) Brabantse componist. Maar niet alle klassieke muziek is geschikt. “Dat Mozart goed zou zijn voor baby’s is een misvatting. Mozart componeerde immers voor volwassenen. Alleen door de muziek op een bepaalde manier uit te voeren, gaan kinderen al op zeer jonge leeftijd wennen aan structuren en harmonieën. Door het tempo van de muziek te verlagen, en aandachtspunten zoals baby- en speelgoedgeluiden in de muziek aan te brengen, zie je zelfs bij pasgeboren baby’s al dat ze zich gaan focussen op wat ze horen. Daardoor worden de hersenen gestimuleerd om neurologische connecties aan te maken, waar ze op latere leeftijd van kunnen profiteren.” Ook moet je voor deze doelgroep de klankkleur aanpassen, zegt Lap, want baby’s hebben een hekel aan schelle geluiden. “Dat komt omdat ze in de baarmoeder alles gedempt horen, vanwege het vruchtwater. Daarom klinkt mijn muziek altijd warm, een beetje wollig. Als je dat niet doet, reageren kinderen negatief. Ze kunnen dan zelfs een hekel aan muziek krijgen... Maar als je het goed aanpakt, kan muziek je kind inderdaad slimmer maken.” Een straffe uitspraak, maar Raimond Lap is niet de enige die het positieve effect van zijn muziek ziet. Ook dr. Frans Plooij, Nederlands expert op het gebied van de mentale ontwikkeling van kinderen en co-auteur van het boek Oei, ik groei!, is positief over de werking van Laps muziek. HOE HET BEGON Het toevoegen van babygeluiden was volgens Lap een intuïtieve keuze, maar het bleek enorm goed te werken. “Kinderen worden taalloos geboren”, zegt de Brabander. “De babytaal die ik gebruik is internationaal. Alle baby’s reageren daar hetzelfde op, of ze nu in Nederland of in Japan wonen.” Het verhaal van de babymuziek was eigenlijk vanaf het begin een succes. “Toen ik zag hoe mijn eerste kind op de muziek reageerde, heb ik vijftig bandjes verspreid onder ouders die we kenden via de zwangerschapsgym en het consultatiebureau. Ik wilde namelijk meer bevestiging dan alleen mijn eigen waarneming. De reacties waren identiek: de kinderen reageerden zo goed dat de ouders de bandjes absoluut niet wilden teruggeven. Vooral op huilbaby’s bleek de muziek een bijna magische uitwerking te hebben. Ze werden rustig en gingen liggen luisteren.” Via via kwam de muziek van Raimond Lap terecht bij een platenmaatschappij. Die wilde het meteen uitbrengen. Lap: “Twee jaar later waren er in Nederland 50.000 exemplaren van verkocht, en mocht ik een gouden plaat aan de muur van mijn studio hangen. Een erg lekker gevoel...”
ben”, zegt Lap. Maar die kwam al snel. “In 2005 kregen we daar onze eerste Dove Award van de Parent’s Choice Foundation. Dat is een soort consumentenbond voor babyproducten. Een Mexicaanse gynaecoloog ontdekte zelfs dat ongeboren baby’s in de baarmoeder erg duidelijk reageren op mijn muziek. Hij stuurde me een foto van een echo waarop een glimlachend gezichtje te zien is. Geweldig!” UNIVERSEEL? Volgens Raimond Lap wordt er, ondanks de ‘universele babytaal’, internationaal verschillend op zijn muziek gereageerd. “In Azië is men van nature wat spiritueler ingesteld, en vertrouwt men wat meer op de eigen waarneming. In Amerika ook, maar daar is goedkeuring van een instituut als de Parent’s Choice Foundation een sleutel die extra deuren opent. In Ierland heb ik een radio-interview mogen doen van een half uur. Tijdens de uitzending werd mijn muziek gedraaid, en luisteraars mochten rechtstreeks per telefoon reageren. Dat was prachtig; allemaal moeders die dolenthousiast beschreven wat hun kinderen er van vonden. In Nederland heerst helaas nog steeds een beetje de sfeer dat je niet te ver boven het maaiveld uit mag steken.” DE PROEF OP DE SOM Voor wie nog niet overtuigd is: probeer het zelf eens. Op zijn website heeft Raimond Lap veel fragmenten in goede geluidskwaliteit staan, en ook in iTunes kun je hem terugvinden. Laat uw baby maar kiezen: Mozart of Lap? De kans is groot dat het wonderkind uit Salzburg het aflegt tegen de maestro uit Geldrop.
.
door Max Delissen fotografie Jiri Büller Paul Vermeulen info www.music4babies.com
WERELDWIJD De internationale doorbraak liet daarna niet lang op zich wachten. Ook in Amerika, een lastige markt, sloeg de muziek enorm aan. “Amerikanen willen eerst overal een bevestiging van heb-
79
Eigenzinnig design kleuren E igenzinnig d esign iin n aacht cht vverschillende erschillende k leuren AND Benelux - www.andbenelux.com
> a c hter gr o n d
WAAR BLIJFT DIE
webcode > homecinema
POPCORN? Met de intrede van het ‘platte scherm’ ligt het realiseren van een bioscoopgevoel in de huiskamer voor steeds meer mensen binnen handbereik. Een plat scherm met een aantrekkelijk
schermdiagonaal (de afmetingen
van het beeldscherm) is tegenwoordig voor hetzelfde geld te koop als de kleinere, ‘ouderwetse’ CRT-televisie. Of zelfs al voor minder. Maar bij groter beeld hoort een grootser geluid. Voor nóg meer spektakel in de huiskamer. Alleen met de aanschaf van een mooi en groot plasmascherm ben je er nog niet. Niet iedereen ziet het zitten om het woongenot in de huiskamer op te offeren voor een serieuze surround-installatie met zeven uit de kluiten gewassen luidsprekers en een dito subwoofer. Mocht je hier geen probleem mee hebben, dan is er vaak nog de partner die je wensen voor een complete thuisbioscoop in de woonkamer al snel naar het rijk der dagdromen verwijst. Gelukkig is er een alternatief. Al zullen er misschien compromissen gesloten moeten worden. Eén alternatief is het integreren van de bestaande stereoset met het LCD- of plasmatoestel. Misschien wel het
82
meest voor de hand liggende en goedkoopste alternatief, maar niet altijd even gemakkelijk te realiseren. Voorwaarde voor een succesvolle integratie is een symmetrische plaatsing van de luidsprekers; links en rechts van het platte scherm. Maar juist deze symmetrische plaatsing kan weer problemen opleveren met de bestaande inrichting van de woonkamer. Overigens is het niet links en rechts plaatsen van de luidsprekers sterk af te raden, want beeld en geluid moeten vanuit dezelfde richting komen. Een ontploffing die je op het beeldscherm recht voor je ziet gebeuren, maar die vanuit de linkerhoek van de woonkamer komt knallen, draagt maar weinig bij aan de entertainmentwaarde.
Thuisbioscoop van Hifidelity fotograaf Jiri Büller
A
Audiovisueel spektakel in je huis
Misschien is het wel tijd om de - wellicht verouderde - stereoset geheel te vervangen of om het muziekplezier te scheiden van het audiovisuele plezier? Er bestaan hiervoor tegenwoordig genoeg alternatieven, zonder dat dit meteen een enorme aanslag op je budget betekent of misschien wel een echtelijke conflictsituatie veroorzaakt. De meest eenvoudige oplossing is het toevoegen van een zogenaamde soundbar, die je direct onder of boven het LCD- of plasmatoestel kunt plaatsen. Leverbaar in diverse kleuren en formaten, zodat er altijd wel een passend model te vinden is. Deze luidsprekers worden soms aangeboden met een kleine basmodule, soms ook met een DSP (Digital Signal Processing), die een heuse surround-ervaring simuleren, zonder dat er meerdere luidsprekers in de woonkamer geplaatst hoeven te worden. Wat deze luidsprekers gemeen hebben, is dat ze een veel betere geluidskwaliteit hebben dan de standaardspeakers in het televisietoestel. Dit ‘grootse’ geluid voegt tijdens het bekijken van je favoriete film- of televisieserie onbetwist een extra dimensie toe. Heb je naast de luidsprekers ook behoefte aan de vervanging van elektronica? Of wil je een betere stereoweergave? Dan kun je gebruik maken van een 3-2-1-systeem, een 2.1-set of bijvoorbeeld een DVD/ Audio Microset. Sommige sets zijn uitgebreid met een subwoofer, andere hebben nog een centerluidspreker toegevoegd, de zogenaamde
3.1-systemen, die je onder het LCD- of plasmatoestel kunt plaatsen. Dergelijke sets zijn te vinden in zeer uiteenlopende prijscategorieën. De prijs stijgt vaak wel evenredig met de kwaliteit... Maar koop je iets goeds, dan heb je vaak een systeem in huis dat nóg beter geschikt is voor muziekweergave dan de eerder genoemde soundbars. Is surroundweergave een ‘must’? Dan ontkom je er niet aan om te investeren in een echte surroundset. Ook al kunnen de soundbars of bijvoorbeeld de 3-2-1-systemen surround simuleren, een echt discrete weergave wordt het nooit. The sky is the limit als het op surroundsets aankomt. Van eenvoudige ‘home-cinema-in-one-box’- oplossingen tot een serieuze installatie, compleet met eindversterkers, full range-luidsprekers en meerdere subwoofers. Dit laatste zal voor veel woonkamers geen optie zijn, maar de home-cinema-in-one-box-oplossing biedt meer opties. Zo is er bijvoorbeeld de Sony DAV-IS10, een surroundsysteem met vijf luidsprekers ter grootte van een golfballetje. Dergelijke systemen zijn vrij eenvoudig te installeren in elke woonkamer en bieden een surround-ervaring die eerder genoemde alternatieven niet hebben. Films, games, sportprogramma’s. Het wordt veel intenser beleefd op een groot beeld mét grootser geluid. Dankzij de gevarieerde mogelijkheden is er nog nauwelijks een belemmering om het spectaculaire bioscoopgevoel je woonkamer binnen te halen.
door Patrick van den Bergh fotografie Jiri Büller
.
83
> b er o ep & h o b b y
THUIS BIJ DE
TANDARTS
Ze behoren meestal niet eens tot onze kennissenkring, en toch komen we vaak bij ze over de vloer: mensen die een beroep uitoefenen waar we zo nu en dan
gebruik van maken. Mensen als jij en ik, met een leven buiten de
werkvloer. Ook zij trekken ‘s avonds graag hun werkkleding uit om zich lekker in de bank te nestelen voor een mooie film of een lekker stuk muziek. Neem Gert-Jan Ruigewaard, tandarts in Tilburg.
door Berry van Broekhoven fotografie Jiri Büller
Hoe is uw muziekhobby ooit ontstaan? Als klein jongetje zat ik thuis, zo rond 1965, voor een oude radio, zo een met een glasplaat met allemaal namen van steden en een bewegende rode naald, te zoeken naar muziek. En opeens was daar Radio Veronica met muziek die daarvoor amper te vinden was. Bovenop de radio was een klep met daaronder een draaitafel, dus werd er van het zakgeld een singletje gekocht. Niet lang daarna kwam er een betere pick-up en kwamen er ook lp’s. Ik ben toen ook eigen luidsprekers gaan bouwen. Sindsdien heb ik iedere formaatwisseling trouw gevolgd: van mono naar stereo, van lp naar cd, en nu dus naar surround-sound SACD en mp3. De hardware is uiteraard steeds mee gegroeid.
ik ook wel Torhout/Werchter en soms Pinkpop.
Wat is uw favoriete muziek? Frank Zappa staat met stip op nummer 1. Albums als We’re only in it for the money en Roxy & Elsewhere behoren tot mijn favorieten. Maar daarnaast luister ik ook naar andere groepen en artiesten, zoals The Beach Boys, 10 CC, Talk Talk, Peter Gabriel, Propellerheads, Please, call me Richie, Soft Machine en Beatles.
Hoe groot is uw muziekcollectie? Ik heb zo’n 300 originele cd’s en heel veel mp3’s. Als groot Zappa-liefhebber heb ik natuurlijk al zijn platen.
Hoe vaak luistert u naar muziek? Tijdens het werk staat Sky Radio aan, eigenlijk meer als afleiding voor de patiënten. Een soort muzikaal behang. Echt luisteren naar muziek doe ik zo’n drie à vier keer per week. Dat gebeurt dan in de luisterkamer. Maar ook onder het autorijden draai ik de nodige mp3’tjes. Als ik thuis aan de computer werk, gebruik ik meestal iTunes om naar muziek te luisteren. Gaat u wel eens naar concerten? Ik ga vaak naar klassieke concerten. Maar ik bezoek ook veel popconcerten. De afgelopen tijd kon je me vinden bij optredens van De Dijk, Bløf, Radiohead, John Scofield en Zappa plays Zappa. Vroeger bezocht
84
Hoe ziet uw muziekinstallatie eruit? Mijn installatie bestaat uit een Philips Cineos surround-receiver en een Philips Cineos SACD-speler. De luidsprekers zijn transmissielijnen van het Engelse luidsprekermerk PMC (het type DB1). Daarvan heb ik er vier staan, aangevuld met een centerluidspreker van hetzelfde merk en een subwoofer van Tannoy. De installatie behoort zeker niet tot het duurste segment, maar voldoet meer dan uitstekend. De luisterruimte is akoestisch geoptimaliseerd, zodat er geen storende galm ontstaat. Daar zit de grootste luisterwinst.
Wat betekent muziek voor u? Ik ben niet iemand die altijd naar muziek moet luisteren. Loop niet de hele dag met oortelefoontjes rond. Maar als ik echt naar muziek luister, dan is dat een intense ervaring, daar kan ik echt van genieten! Wat doet u zoal tijdens het luisteren naar muziek? Als ik thuis naar muziek luister, dan doe ik daar eigenlijk weinig bij. Dan ben ik echt met de muziek bezig. Soms wil ik wel eens wat lezen tijdens het luisteren. Zijn er nog muzikale wensen voor de toekomst? Ik hoop van harte dat er meer muziek in het surroundformaat zal verschijnen. SACD en dvd-audio bieden die mogelijkheid, maar helaas verschijnen er nog steeds maar weinig titels in surround op deze formaten.
.
“Maar als ik echt naar muziek luister, dan is dat een intense ervaring, daar kan ik echt van genieten!”
85
> b e dr ij f sp r of iel
Arthur Venis noemt zichzelf architect in beeld en geluid. In samenspraak met de klanten van zijn winkel Art’s Audio probeert hij een zo perfect mogelijk
geluid in de huiskamer neer te zetten. En als dat systeem ook nog eens aansluit bij
het interieur, dan is het plaatje helemaal perfect.
HET PERFECTE webcode > artsaudio
GELUID
in het perfecte interieur
door Paul Geerts fotografie Jiri Büller
86
Een audiofreak? Nee, zo wil Arthur Venis (45) zichzelf niet noemen. De eigenaar van Art’s Audio hecht aan een bijna perfect geluid, maar het gaat hem in eerste instantie toch vooral om de muziek. Dat spreekt. Overal in zijn winkel op de woonboulevard op een steenworp afstand van het centrum van Naaldwijk klinkt muziek. De klassieke klanken in de winkel voelen zo warm aan dat ze de bezoeker bijna letterlijk omarmen. De jazztonen in de luisterruimte klinken helder, alsof ze ter plekke zijn ingespeeld. Venis geniet er zichtbaar van. En niet alleen dat. Hij kan er ook honderduit over vertellen, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Zo bleek in 2003 toen hij vanuit het niets met Art’s Audio startte, een winkel die gespecialiseerd is in audiosystemen en home theater. Hij studeerde vliegtuigbouw, ontwikkelde een tijdje software, maar wilde uiteindelijk toch iets anders. “Ik heb ooit gezegd dat áls ik voor mezelf zou beginnen, ik een muziekwinkel wilde openen.” De verklaring daarvoor is simpel. “Ik ben altijd met muziek bezig geweest.” Zijn wens ging vijf jaar geleden in het centrum van Naaldwijk in vervulling. Daar runde Venis een bescheiden winkel die met name gevonden werd door audiofreaks. “Jongens waarbij het alleen gaat om de installatie”, zegt de ondernemer. “Sommigen hebben maar drie cd’s en dat zijn dan ook nog eens van die testalbums waarmee je een stereoinstallatie test.”
Hoewel hij die doelgroep koestert, zag Venis een bredere taak voor zichzelf weggelegd. Twee jaar geleden verkaste hij zijn zaak naar de woonboulevard waar hij onder één dak zit met Troost Wonen en Slapen, een woonspeciaalzaak die onder meer designmeubilair verkoopt van merken als Leolux, Jori, Montis en Rolf Benz. Een logische keus, vindt Venis, omdat beeld en geluid nauw aansluiten bij de inrichting van de woning. Vanuit dat idee is ook de samenwerking tot stand gekomen. Venis trommelde eigenaar Bram Troost verschillende malen op om zijn woning in te richten. Die zag wel iets in de combinatie. Daarmee boort de ondernemer automatisch een andere doelgroep aan. “Bezoekers van de woonwinkel zien mijn collega en ik in eerste instantie als audiofielen. Ze vinden het niets voor zichzelf, maar wat ze toch trekt is het grote platte scherm van Pioneer dat in mijn winkel hangt. Kom je vervolgens met ze in gesprek, dan merken ze direct dat je geen freak bent.” De interesse is volgens hem dan al snel gewekt. “Die latente behoefte is er vrijwel bij iedereen. We beleven muziek allemaal op een eigen manier, sowieso heel anders dan beeld, omdat dat daarvoor minder fantasie nodig is. Muziek raakt meer aan emotie.” Volgens de verkoper doet bij televisie het beeld tachtig procent van het werk. Het geluid is ondergeschikt. “Dat is altijd zo geweest. Mensen denken dat ze met een goedkoop home theatersysteem een goed
A geluid in huis halen. Dat is niet zo. De muziek is niet om aan te horen. Als je wilt dat muziek goed klinkt, moet je een verder kijken.” In zijn winkel biedt hij systemen aan vanaf ongeveer 4500 euro die ook geschikt zijn voor de weergave van audio van merken als Naim, Primare, Linn, Meridian, Carat en Wilson Benesch. “Het gaat niet om het product, maar om de oplossing”, verklaart hij de relatieve bekendheid van de merken in zijn winkel. “Neem bijvoorbeeld het Concertgebouw. Het geluid dat een volledig orkest onversterkt produceert, zou een uitgangspunt kunnen zijn. Neemt de kwaliteit van het systeem toe, dan benader je dat geluid steeds beter. Al zul je het effect van een live voorstelling in de huiskamer nooit kunnen evenaren.” Toch stellen producenten volgens hem alles in het werk om dat geluid juist wél te benaderen. Venis heeft inmiddels verschillende systemen zien komen en gaan. Net als veel leeftijdgenoten begon hij met een draaitafel. Met de introductie van de cd-speler in 1982 deed hij die van de hand. Net als zijn elpeeverzameling. “Als student vliegtuigbouw geloofde ik heilig in nieuwe technologieën. Dat doe ik nog steeds, maar soms is het alsof nieuw per definitie beter is. Dat is niet zo.” Zo perfect als de cd-speler in eerste instantie werd voorgesteld, bleek het apparaat niet te zijn. “Want waarom zou je anders moeten investeren in verbeteringen van het apparaat. Het is altijd goed om kritisch te blijven.”
Ook nu is volgens hem de ene speler de andere niet. “Zet je vijf apparaten naast elkaar, dan zijn ze allemaal verschillend. De overeenkomst is dat ze digitaal zijn: de speler haalt de data van een schijfje en maakt daar een analoog geluid van. Bij die vertaling kan het al misgaan. De kracht van een platenspeler is dat het originele geluid zo goed mogelijk gereproduceerd wordt, vandaar dat ik ze nog altijd verkoop. Dat is het geluid dat we ook met een cd-speler willen benaderen, maar omdat op cd informatie verdwijnt, is dat bijna onmogelijk. Het wordt al beter naarmate er meer informatie op een cd kan worden gebrand. Het idee achter bijvoorbeeld de Super Audio Compact Disc (SACD) is om zoveel mogelijk dingen terug te halen die door digitalisering zijn weggevallen. Dat heeft te maken met de grotere informatiedichtheid. Er zijn meer data gebruikt om de muziek digitaal vast te leggen. Daardoor ligt het resultaat, grappig genoeg, steeds dichter bij dat van een analoge weergave.” Met de komst van mediaspelers zoals de iPod is onze muziekbeleving opnieuw veranderd. “De iPod wordt verguisd door audiofielen. Onterecht, want het is een revolutie. De persoonlijke beleving van muziek kun je nu ook nog eens overal mee naar toe nemen. Geluidstechnisch is de iPod misschien niet het beste apparaat - al is dat subjectief - maar het is wel een icoon.” Die revolutie heeft ook invloed op de muziekinstallatie, waaraan steeds vaker een harde schijf wordt gekoppeld. Niet alleen voor de
87
> b e dr ij f sp r of iel
“Ik erger me in deze maatschappij aan het feit dat alles gelijk geregeld moet zijn.” opslag van muziek, maar ook voor foto’s en video. Ook de netwerksystemen rukken op. “Met zo’n apparaat hoef je zeker niet aan kwaliteit in te boeten.” Venis wijst op een apparaat van Linn dat met behulp van een draadloos netwerk ook de muziek op alle servers binnen dat netwerk over de installatie kan weergeven. Het apparaat dat zo’n 15.000 euro kost kan bovendien alle muziekbestanden aan, en zet die ook nog eens om in een zo perfect mogelijk geluid. “Toch zou ik een draadloos netwerk nog niet snel aanbevelen omdat de verbinding niet altijd even betrouwbaar is. Investeer liever in de infrastructuur. Regelmatig ga ik in gesprek met de elektricien die de leidingen aanlegt. Daarbij houd ik altijd rekening met het gebruik van de ruimtes waarin de producten geplaatst moeten worden.” Ondanks technologische ontwikkelingen blijft het uiterlijk van de apparatuur veel muziekliefhebbers, en dan met name vrouwen, vaak een doorn in het oog. “Gaat het om het uiterlijk, dan is de apparatuur vaak moeilijk in de woonomgeving te integreren. Daar probeer ik verandering in te brengen. Natuurlijk zijn er oplossingen, maar die kosten wel meer geld.” Zo kunnen de speakers achter een wand worden weggewerkt. “Al verlies je dan wel geluidskwaliteit”, aldus Venis. De speakers kun je volgens hem het best vrij in de ruimte plaatsen, de installatie zelf kan worden weggewerkt in een meubel.” Opvallend is dat er weinig meubelproducenten zijn die daarop inzetten. Leolux ontwikkelde in samenwerking met Philips begin deze eeuw het zogenaamde plugged furniture waarbij meubel en installatie gekoppeld waren. “We hebben onlangs het laatste exemplaar weggedaan, omdat er totaal geen vraag naar was.” Meer vertrouwen heeft Venis in Spectral, een bedrijf dat gespecialiseerd is in meubilair voor hifi en tv en ook rekening houdt met bijvoorbeeld de bedrading. “Maar als je de apparatuur uit zicht plaatst, heeft dat ook gevolgen voor de bediening. Dat hoeft overigens geen probleem te zijn. Een systeem in een kast is nog altijd gemakkelijk te bedienen als het proces geautomatiseerd wordt.” Hij adviseert sowieso om niet over één nacht ijs te gaan. “Ik erger me in deze maatschappij aan het feit dat alles gelijk geregeld moet zijn. Ik wil bij mijn klanten iets maken dat bij ze past. Als je een optimaal systeem wil, zou je de ruimte bijvoorbeeld niet multifunctioneel moeten gebruiken. Onlangs was ik bij iemand die zijn kelder wilde inrichten als home theater, maar daar ook geregeld feestjes wilde geven. Dan is het niet handig als de speakers op de grond staan omdat ze dan geheid een keer sneuvelen in feestgeweld. In zo’n geval kun je beter kiezen voor inbouw of opbouw. Dergelijke systemen zijn er, ook op zeer hoog niveau.” Dat de keus geregeld valt op een surroundsysteem, vindt hij logisch. Dat hangt vooral samen met het almaar groeiende aanbod van muziek en films op dvd. Venis weerlegt dat ze niet geschikt zouden zijn voor het afspelen van muziek. “Ouderen hebben wat minder met home theater, omdat ze er niet mee zijn opgegroeid. Als ze horen hoe het ook kan, zijn ze vaak enthousiast. Maar als zo’n systeem niet goed is afgesteld, dan lijkt het geluid nergens op. Bovendien zijn er veel goedkope systemen die je kunt blijven afstellen zonder dat het geluid verbetert. Een goed surroundsysteem vraagt om kennis en kunde. Neem je daarbij de muziekweergave als uitgangspunt, dan kan het resultaat imposant zijn. Niet voor niets zijn we soms twee dagen bezig om een systeem bij een klant in te richten.”
.
88
DAAR ZIT MUZIEK IN
S
Het audio/videomeubel met surroundsysteem
MERK
90
Spectral • TYPE Sound Closed • SOORT audio/videomeubel
De firma Spectral staat bekend om haar fraai vormgegeven hifi- en tv-meubelen en bijbehorende accessoires, waarbij moderne materialen als
metaal en glas vaak de blikvangers zijn. Eén van hun best verkochte hifi/tv meubels, het Closed-model, is onlangs voorzien van een hoogwaardige virtual-surround set, en heet nu Sound Closed.
Luidsprekers, subwoofers en receiver zijn in het meubel ingebouwd, waardoor er absoluut geen bekabeling meer zichtbaar is. Het enige dat je zelf nog moet toevoegen is een (platte) televisie, en afspeelapparatuur zoals een dvd-speler of een Blu-ray speler. HET MEUBEL Het originele Closed-meubel is ongeveer drie jaar op de markt. De combinatie van strak design en functionaliteit, en de ruime keuze aan verschillende afwerkingen zorgt er voor dat het meubel in elk interieur een plaatsje kan vinden. Er zijn zes verschillende soorten glas leverbaar, en de fronten van de kleppen en lades kunnen in vijftien kleuren worden uitgevoerd. Voor de bevestiging van de televisie kan worden gekozen uit een vaste en een draaibare flatscreenadapter. De luidsprekers die in de Sound Closed-versie zijn ingebouwd werden exclusief voor Spectral gemaakt door Canton, een vooraanstaande Duitse luidsprekerfabrikant. Zij hebben ruime ervaring met virtual-surround systemen, waarbij met drie luidsprekers een echte surroundbeleving wordt bereikt. De luidsprekers zijn zodanig in het meubel geïntegreerd dat ze absoluut niet opvallen. Bij de set hoort een door Spectral zelf ontwikkelde programmeerbare afstandsbediening. Die ziet er fraai uit - in de strakke, glanzende stijl van het meubel - en is ook nog eens zeer gemakkelijk te bedienen. Het is de bedoeling dat de verkoper van het meubel bij de klant thuis de programmering doet, zodat alle aangesloten apparaten in het vervolg met die ene afstandsbediening kunnen worden bestuurd. Omdat de afstandsbediening twee kanten op werkt, zijn in het display altijd de actuele instellingen van de receiver zichtbaar. Zelfs een volstrekte leek zal de handleiding al snel kunnen opbergen.
staat, terwijl de luidsprekers zich slechts een centimeter of 35 boven de vloer bevinden. Muziek van cd dan. De Poolse zangeres Anna Maria Jopek heeft haar album Upojenie opgenomen met niemand minder dan topgitarist Pat Metheny. Hierop staat een deels gezongen uitvoering van zijn nummer Are you going with me, dat ik tot de beste jazzrocknummers aller tijden reken. Halverwege valt Pat in met zijn kenmerkende gitaarsynthesizer, en de minutenlange solo laat mij met gesloten ogen genieten. Altijd een goed teken, want dat betekent dat ik naar de muziek luister, en niet naar de set. Het geluid is gedetailleerd en wijds van klank. Als ik daarna nog een stuk muziek beluister van Ozark Henry (het beeldschone album The Sailor, not the Sea), kan ik definitief vaststellen dat ik thuis prima met deze set zou kunnen leven.
door Max Delissen fotografie Jiri Büller
webcode > spertral
S
> p r o duc tb e s p r ek in g
CONCLUSIE Het Sound Closed-meubel is niet goedkoop. De eenvoudigste uitvoering kost net geen 5000 euro. Als je echter bekijkt wat je daarvoor krijgt, is die prijs zeer goed te verantwoorden. Want koop maar eens een designmeubel en een complete surroundset met alle bijpassende luidsprekers, die vooral de vrouwelijke helft van de mensheid vaak een doorn in het esthetisch gevoelige oog zijn. Voor een vergelijkbare kwaliteit zul je minstens even veel moeten afrekenen. Tel daar het enorme gebruiksgemak en het fraaie uiterlijk van dit muzikale meubel bij op, en is er maar één conclusie mogelijk: Spectral heeft met deze set een winnaar in handen. Ik kan dan ook met de hand op het hart een warme aanbeveling uitdelen. Gaat dat zien, en gaat dat horen bij een Spectral-dealer in de buurt. En wees voorbereid op een onbedwingbare kooplust.
.
HOE KLINKT DAT? Op weg naar de luistersessie probeer ik mijn scepsis een beetje te onderdrukken. Ik ben namelijk geen grote fan van virtuele surroundsystemen. Veel fabrikanten overdrijven het effect nogal om een zo spectaculair mogelijke weergave te bereiken. Maar al een paar minuten na het begin van de eerste demonstratie moet ik toegeven dat dit het best werkende systeem is dat ik ooit heb gehoord. We kijken naar een stukje van de film Shooter, een nogal grimmige maar schitterend opgenomen film over een Amerikaanse sluipschutter in Afghanistan. In de scene wordt van grote afstand een konvooi onder vuur genomen. Het geluid van het zware automatische wapen klinkt bijna als een kanonschot, zo diep en snel is de knal. Als ‘de vijand’ vervolgens terug begint te schieten met mortieren, en er ook een helikopter wordt ingezet om de sluipschutter een koekje van eigen deeg te geven, waan ik me omringd door inslaande kogels. Om even bij te komen krijg ik vervolgens een fraai concert van onze eigen Trijntje Oosterhuis voorgeschoteld. De intieme sfeer van het optreden wordt geloofwaardig weergegeven. Niet teveel geluid van achteren, hooguit wat applaus van het publiek. De stem van Trijntje klinkt prachtig en gedetailleerd, en het valt me ook op dat de plaatsing goed op hoogte is. Daarmee bedoel ik dat het net is of ze voor me
91
> re p ortage
IK NAIM ’M door Rob van Ginneken fotografie Bentley Rob van Ginneken
De Bentley Flying Spur Speed. Zijn naam heeft de smaak van racewagens uit vervlogen tijden. Open snelheidsmonsters, die begeleid door het geluid van een huilende mechanische compressor en brullende uitlaatpijpen over het circuit van Le Mans raasden. De bestuurder zelden meer dan luttele meters van de eeuwigheid verwijderd. De overeenkomsten met zijn moderne nazaat gaan verder dan je zou denken. De gesoigneerde uitstraling van de Speed - en zijn ambachtelijk afgewerkte interieur - werken namelijk bedrieglijk. In het tjokvolle vooronder van de luxe full size limousine regeert een motorisch pretpakket. Een zesliter 12-cilinder in zogenaamde W-opstelling, die onder druk wordt gevoed door twee turbo’s. In deze nieuwe getunede uitvoering is dat goed is voor 610 paardenkrachten. Het maakt de Speed tot zo ongeveer de snelste limousine ter wereld. Met een topsnelheid van 200 miles, ofwel 322 kilometer per uur. Maar veel indrukwekkender is zijn verbluffende dynamiek. Ondanks een gewicht van rond de 2,5 ton gaat de Bentley zo ongehoord hard van de plek dat zelfs dikke Porsches en Ferrari’s zich misschien twee keer moeten bedenken voor ze het duel aangaan. Elke inhaalspurt is ook in een oogwenk voorbij. Met een diepe grom gaat de Brit met enorme stappen vooruit en blijft onverstoorbaar hard accelereren. In alle zes de automatische geschakelde versnellingen opnieuw. Tot rijbewijsversnipperend tempo. CEE OO TWEE Met een dergelijk eigenzinnig karakter, een verbruik van pakweg één op vijf en de CO2-uitstoot van een stadsbus scoort de nieuwe Bentley weliswaar geen punten in de milieuwereld, maar de autoliefhebber bekijkt en beluistert het met kippenvel. Want de twaalfcilinder klinkt ook fenomenaal. Het ene moment zoef je fluisterstil voort, het volgende lijkt er een zwaar gedempte racemotor te ontwaken. Zijn techniek is bijpassend geavanceerd. Om dat geweld aan de weg te brengen, is vierwielaandrijving standaard. Ook de vering doet computergestuurd zijn werk en de schokdempers kun je na een druk op de knop via het infotainment beeldscherm naar eigen smaak afstellen. Samen met de enorme Pirelli P-Zero Rosso sportbanden zorgt het ervoor dat de Speed ondanks zijn vervaarlijke overgewicht ook bochtenweggetjes met smaak verslindt. Waarbij gas loslaten voor de bocht telkens een diep rommelend geluid in het uitlaatsysteem oproept. Een getemde echo van zijn verre racevoorvaderen. Die overigens niet eens durfden te drómen van zo-
92
iets als zijn futuristische carbon remschijven. Enorme ‘stoppers’. Het past allemaal bij een gespleten persoonlijkheid waarbij zelfs die van Dr. Jekyll en Mr.Hyde in het niet zinkt. Stap in zijn interieur en je waant je ergens in de negentiende eeuw in het centrum van Londen in zo’n chique gentlemen’s club. Clubfauteuils, veel hout en uitzicht op de open haard. Maar dan in een 21e eeuwse setting. Met zacht leder beklede stoelen met ingebouwd massagesysteem, fraaie stiksels, handgeschuurd aluminium, pianolak interieurpanelen, chroom accenten, een Breitling klokje. Lederkleuren, houtsoorten en alle mogelijk andere details kun je in hoge mate zelf kiezen. En de geluidsinstallatie wordt voor aflevering geheel naar wens ingesteld, inclusief de zenders in de favoriete volgorde.
Bentley Continental Flying Spur Speed Speed. Om die korte toevoeging in zijn naam draait alles. De Bentley heeft een ongelooflijk sterke twaalfcilindermotor die deze gedistingeerde clublounge op wielen met een simpele
webcode: carfi
duw op het gaspedaal in een vuurspuwend monster verandert.
Bentley AUDIO Naim SOORT uniek
MERK
93
> re p ortage
NAIM Naast de geweldig sterke W12 en de carbonremmen valt er nog een primeur te noteren: je kunt de toch al niet bepaald modale geluidsinstallatie (twaalf speakers) opwaarderen naar het ‘Naim for Bentley Premium Audio System’. Dat staat overigens te boek voor een meerprijs van 9.952 euro, wat onze zeer compleet uitgeruste Speed op 356 mille brengt. De basisuitvoering – what’s in a name – komt op 293.625 euro. Laat met een druk op de knop de kofferbak zoeven en je vindt daar bovenin een intrigerende lichtmetalen kast met het merklogo van Naim. Dat ook op de onderste speakers in de deuren te vinden is. In totaal worden dertien aangepaste luidsprekers plus twee subwoofers van power voorzien door 1,1 kilowatt versterkervermogen, die op zijn beurt wordt gevoed uit de tuner, de cd-wisselaar of een eigen geluiddrager via de digitale aansluiting. Het geheel wordt gecombineerd met een nieuwe generatie DSP (digitale geluidprocessor) om het geluid samen met de maatwerkspeakers optimaal op het Bentley interieur af te stemmen. Het resultaat mag er zijn. Wie in een sportieve bui stevig
94
rijdt, zal weliswaar alleen de motor willen horen, maar op alle andere momenten doet de Naim goed werk. Gek detail: de speakers voorin zitten in de hoogte nogal ver uit elkaar, zodat je bijna beter achterin kunt zitten. Waar hoog, midden en laag wel keurig boven elkaar zijn gemonteerd. Op het beeldscherm kan het geluidsplaatje snel bijgesteld worden. Standaard heb je een gesimuleerd ‘rondom’ effect, maar voor onze luister-cd kiezen we als verstokte stereofielen toch maar liever voor een sterke nadruk op de voorste kanalen. Samen met de centraal geplaatste speakercombinatie bovenop het dashboard levert dat meteen een fraaie bühne op. Oké, we hebben wel eens gunstiger geplaatste tweeters gehoord en het laagste laag lijkt wat onbestemd van onder en achter je te komen, maar het zo belangrijke ‘midden’ is fraai. Zeer fraai. Zodat stemmen en instrumenten prima klinken en lekker in de ruimte staan. Dankzij het rondom geïsoleerde glas kun je de volumeknop trouwens ongehinderd naar rechts draaien zonder passanten buiten mee moeten luisteren. Noblesse oblige.
.
azur Betrokkenheid bij het scenario! Thuistheater is meer dan een perfect plaatje. Geluidskwaliteit is net zo belangrijk als het er om gaat het gevoel te hebben er echt bij te zijn. Bij Cambridge Audio zijn de AV-receivers met dezelfde passie en kunde ontworpen als de stereoversterkers.
The Cambridge Audio 640R designed with passion in the UK
MAGAZINE
GOLD
AWARD
Audiofiele trekjes zoals discrete versterking, overmaatstransformatoren en het door onszelf ontwikkelde X-Track tunnelkoelsysteem zorgen ervoor dat elk detail uit uw film met ongelooflijk detail en diepte bij u afgeleverd wordt. Deze benadering zorgt ervoor dat een surroundreceiver ook optimaal presteert “Stands head and als pure stereoversterker als u alleen maar shoulders above anything naar muziek wilt luisteren. else at its price point and
quite a bit above it too.” Home Cinema Choice Jullie kunnen me nog meer vertellen: ik mail
[email protected] of bel met 070-4042647 voor uitgebreide documentatie en testverslagen om zelf te lezen wat de experts zeggen
www.cambridge-audio.com
Dus leveren we u niet alleen de allerlaatste technologie, aansluitmogelijkheden en decodeerformaten en natuurlijk Cambridge Audio’s inmiddels fameuze prijs/kwaliteitsverhouding, nee, we zijn echt nog een stapje verder gegaan. De receivers produceren geluid dat... eigenlijk niet van deze wereld is!
Exclusively distributed by
www.dimex.nl
Your movies + our passion
> s h oppagina’s
HEBBEN!
fotografie Niek Brunninkhuis
Liftboy 45
Opbergsysteem voor 45 cd’s, gemaakt van hoogwaardig aluminium. Afmeting 25,5 x 47,5 cm. € 45,-
Madeleine Peyroux – Half The Perfect World
Op dit album vertolkt Madeleine Peyroux met haar hese, omfloerste stem moeiteloos werken van vele beroemde eigentijdse singer/ songwriters zoals Leonard Cohen, Joni Mitchell en Tom Waits. Er staan ook vier fraaie composities van eigen hand op, waaronder de pakkende single I’m Allright. Gelimiteerde audiofiele heruitgave door Mobile Fidelity Sound Lab op 180 grams vinyl. € 42,50
Grado GS 1000
Zeer comfortabele en uiterst hoogwaardige hoofdtelefoon die diverse internationale awards heeft gewonnen. Door het grote maar zeer lichte luidsprekermembraan is de weergave snel, warm en gedetailleerd. Topmodel van specialist Grado. € 1.199,96
PS Audio Quintet
Mobile Fidelity Ultradisc
De allerbeste, speciaal geselecteerde cd-recordable met een gouden reflectielaag. Klankmatig superieur aan alles wat er op de markt is. Door de zeer lange houdbaarheid van meer dan 100 jaar zijn ze ook uitermate geschikt voor opslag van kostbare gegevens zoals digitale foto’s. € 4,95 per stuk, € 75,95 per 25 stuks (spindel).
Hoogwaardig lichtnetfilter en overspanningsbeveiliging in een onverwoestbaar aluminium stekkerblok met 5 stopcontacten. Beschermt je kostbare apparatuur effectief tegen stroompieken, blikseminslag e.d., en verbetert tegelijkertijd de geluidskwaliteit. Ook leverbaar met twee stopcontacten (Duet). PS Audio Quintet € 699,- PS Audio Duet € 359,-
Radiohead – The Best Of Voor alle fans (oude en nieuwe) is er nu een uitgebreide verzamelaar waarop behalve hun hits ook alle albumfavorieten staan, aangevuld met niet eerder uitgebracht (live) materiaal. Zo is er dus in één klap een goedgevuld en behoorlijk compleet overzicht beschikbaar, met 29 tracks verdeeld over vier langspeelplaten. De oplage is gelimiteerd, dus wees er snel bij. € 54,50
97
Little Feat – Little Feat
Het briljante debuut van Little Feat, waarop een rauwe stijlmix van garagerock, roadhouse blues, country-rock, folk en Zappaachtige mafheid te horen is, gecombineerd met de licht surrealistische teksten van Lowell George. Gelimiteerde audiofiele heruitgave door Mobile Fidelity Sound Lab op 180 grams vinyl. € 34,50
Soundcare Superspike
Trillingsdemper voor onder luidsprekers en (zware) geluidsapparatuur, waarin de spike en bijpassende onderlegschijf in het ontwerp geïntegreerd zijn. Maakt daarom geen krassen op (houten) vloeren en meubels. Er zijn verschillende Europese en Amerikaanse maten draadeind leverbaar. Vanaf € 45,- per 4. Deze vergulde high end uitvoering kost € 145,- per 4.
Naalddrukweger
Zeer nauwkeurig instrument om de naalddruk van je platenspeler in te stellen en daarna regelmatig te controleren. Een optimale naalddruk zorgt voor het beste geluid, en tevens voor het behoud van je platen én je element. € 99,-
98
> s h o p p a g i n a ’s
The Art Vinyl Play & Display
Hang je mooiste lp-hoezen als een schilderij aan de muur. Door het slimme uitklapsysteem zijn deze eenvoudig en snel te verwisselen, en de plaat kan in de hoes blijven zitten. Leverbaar in zwart en wit. Per stuk € 39,- en per drie (multipack) € 99,-
Dead Can Dance – SACD Boxset
Marc Cohn – Marc Cohn
Fraai debuut van deze sympathieke singer/songwriter uit Cleveland. Zijn warme stemgeluid (met af en toe een lekker randje ruwheid) en subtiel maar technisch hoogstaand pianospel verlenen een zekere nonchalante ‘chique’ aan deze plaat, en de kwaliteit van de songteksten is hoog. Gelimiteerde audiofiele heruitgave door Mobile Fidelity Sound Lab op 180 grams vinyl. € 29,50
Deze luxe boxset bevat alle reguliere Dead Can Dance albums, behalve de oudere verzamelaar A Passage In Time en de latere best-of Memento. De SACD’s werden geremastered door Mobile Fidelity. De hybride SACD’s kunnen overigens ook in een gewone cd-speler worden afgespeeld. De bandleden Brendan Perry en Lisa Gerrard maken een zeer interessante mix van muzikale stijlen, die uiteenlopen van middeleeuwse tot hedendaagse volksmuziek en van wereldmuziek tot ambient. Vooral het enorme vocale bereik van Lisa Gerrard levert vaak een spookachtige maar prachtige, mysterieuze sfeer op. Essentiële sfeermuziek voor avontuurlijke luisteraars. € 179,50
Deze producten zijn onder andere verkrijgbaar via
www.highfidelitydiscs.nl
99
High Fidelity Discs heeft prachtig vinyl voor je klaar staan!
Amy MacDonald This Is The Life
Sigur Ros Með suð í eyrum við spilum endalaust
Coldplay Viva La Vida Or Death And All His Friends
Led Zeppelin Mothership
Metallica Death Magnetic
Fleet Foxes Fleet Foxes
Duffy Rockferry
Jamie Lidell Jim
Miles Davis Kind Of Blue
Dire Straits Brothers In Arms
Marvin Gaye What’s Going On
Pink Floyd Dark Side Of The Moon
Nirvana Nevermind
Beach Boys Pet Sounds
Eric Clapton 461 Ocean Boulevard
Björk Homogenic
High Fidelity Discs is al vijf jaar dé specialist voor nieuw vinyl. Wij bieden naast een grote selectie klassiekers ook de leukste moderne LP’s aan. Alles wat u in de webshop vindt is uit voorraad leverbaar, zodat u nooit lang op uw bestelling hoeft te wachten. Daarnaast kunt u bij ons terecht voor allerlei nuttige accessoires voor het onderhoud van uw platenspeler en muziekcollectie. Uiteraard wordt alles degelijk verpakt verzonden. Bezoek ons op www.hifidiscs.nl
> s p otl i ght
SUPERMODEL
webcode > jamo
Jamo R909
De R909 van Jamo is een zogeheten dipool luidspreker. Waar een ‘normale’ luidspreker zijn units in een kast met zes planken heeft zitten, heeft een dipool helemaal geen kast… een open achterzijde dus. De R909 is het huidige vlaggenschip van de Deense luidsprekerfabrikant: 1,30 meter hoog en met twee 15” woofers per luidspreker. Prijs? Voor nog geen 10.000 euro per paar staan ze in je huiskamer. Koopje…toch?.
101
> p r o duc tb e sp r ek in g
MULTITEST All-In-1 designsets De markt voor compacte en gemakkelijk plaatsbare geluidsapparatuur heeft de laatste jaren een flinke vlucht genomen. Moest de muziekliefhebber het een decennium geleden in de keuken of op de slaapkamer nog doen met een
ghettoblaster of een microsetje met dito geluidskwaliteit,
tegenwoordig is de keuze heel wat groter, en klinkt het allemaal een stuk volwassener.
door Max Delissen fotografie Paul Vermeulen Niek Brunninkhuis
102
In deze test komen drie systemen aan bod, die boven het gemiddelde uitsteken qua design en geluidskwaliteit. Er is gekeken naar de functionaliteit, de aansluitmogelijkheden, en er is geluisterd naar de klankmatige prestaties. Om de apparaten op hun klankmatige merites te beoordelen werd gekozen voor twee verschillende tracks. Op het album The Sailor not the Sea van de Belgische band Ozark Henry staat het nummer Give yourself a chance with me. Het hele album is geweldig opgenomen, en bevat naast akoestische instrumenten als piano en gitaar ook veel gedetailleerde synthesizerpartijen. En de fraaie stem van Piet Goddaer. Mooie, melancholieke muziek die veel vergt van de geluidsinstallatie. Het geheel zou open en ruimtelijk moeten klinken, en
de akoestische instrumenten moeten voldoende ‘echt’ worden weergegeven. De tweede track is van Talk Talk, van het prachtige album Spirit of Eden. Het nummer Inheritance bevat veel ruimtelijke informatie, en ook weer een keur aan akoestische instrumenten. Waar bij deze track vooral op gelet moet worden, is of het zacht aangeslagen bekken aan het begin van het nummer goed hoorbaar is, en tot ver in het steeds voller wordende nummer te volgen blijft. De gekozen tracks demonstreren uitersten in de weergave. Deze apparaten zijn niet te vergelijken met losse stereocomponenten, en mogen dus eigenlijk ook niet als zodanig beoordeeld worden. Toch noopt de aanschafprijs van alle geteste apparaten tot kritisch luisteren.
Geneva / Tivoli / Meridian • TYPE Model M / Model 2 + Model CD / F80 • SOORT Alles in één designset MERK
103
> p r o duc tb e sp r ek in g
TIVOLI MODEL 2 EN MODEL CD
Retro-design met hedendaagse geluidskwaliteit
Tivoli maakt al een flink aantal jaren kleine kastjes met een retro-design (van Henry Kloss) en een uiterst modern binnenwerk. De geteste Model Two is een zeer compacte stereo receiver met ingebouwde luidspreker. Hierop moet, om van echte stereo te kunnen genieten, de bijgeleverde Model Two luidspreker worden aangesloten. De Model CD cd-speler kan los worden aangeschaft. Zowel de model Two als de Model CD werken zowel op 230 Volt wisselstroom als op 12 Volt gelijkstroom, zodat ze bijvoorbeeld ook in een caravan of boot kunnen worden gebruikt. De receiver meet 10,1 x 21,4 x 12,7 cm. (HxBxD), en heeft een full-range luidspreker van 3 inch aan boord. Het afgegeven vermogen wordt nergens opgegeven. Op de achterkant zijn inputs te vinden voor het netsnoer, de DC adapter, een connector voor de antenne (omschakelbaar tussen intern en extern), Mix in (voor aansluiting van een computer) en Aux in. Daarnaast vind men er een Rec out, Sub out, een hoofdtelefoonuitgang, een aansluiting voor de rechter luidspreker. Op de achterkant is verder ook de balansknop te vinden. Dat klink onlogisch, maar in de praktijk zal die vrijwel nooit gebruikt worden. De tuner is zeer gevoelig, en de dubbele draaischijf waarmee de zender wordt gezocht doet lekker ouderwets, maar zeer solide aan. Zelfs met de interne antenne zijn er genoeg zenders te vinden, maar met een externe antenne lukt dat nog veel beter. Er zijn geen zenderpresets op te slaan. De cd-speler heeft exact dezelfde afmetingen als de receiver, en heeft een slot-loading mechanisme. Geen openschuivende lades of klepjes dus, wat de plaatsing een stuk gemakkelijk kan maken. Het LCD display is van een afstandje redelijk moeilijk afleesbaar, maar geeft voldoende informatie. De meegeleverde afstandsbediening is klein en plat, en maakt ook gebruik van een knoopcelbatterij. Met de af-
104
standsbediening van de cd-speler kan ook het volume van de receiver bediend worden, en het apparaat kan desgewenst ook op een andere geluidsinstallatie worden aangesloten middels de gewone rca-connectoren op de achterzijde. De bediening is probleemloos, zowel via de afstandsbediening als op het apparaat zelf. LUISTEREN De Tivoli moet het zonder digitale stereo-verbreding doen. Het laag is bij de track van Ozark Henry niet erg volumineus, maar loopt, gezien de geringe afmetingen, toch verrassend diep door. Het middengebied is wat gedekt, maar neutraler dan bij de Geneva. Het hoog is ook hier wat terughoudend, wat kan worden veroorzaakt door het feit dat er breedband luidsprekers worden toegepast. Toch is er iets meer detail te horen dan bij het vorige apparaat. Wat opvalt is dat de Tivoli met ‘gewoon’ stereo bijna net zo ruimtelijk klinkt. De track van Talk Talk onthult dat bij de Tivoli de hoge tonen wat verder doorlopen, waardoor het bekken beter te horen is. Het is overigens maar een fractie helderder ten opzichte van de Geneva, maar in mijn oren net iets beter. En dat is opmerkelijk, aangezien de Tivoli gebruik maakt van breedbandunits, waarbij alle frequenties uit één klein luidsprekertje komen.
GENEVA MODEL M
De Geneva Model M is een strak vormgegeven, kubusvormig geluidssysteem. Het kleinste model uit een reeks van drie, die al naar gelang hun grootte de typeaanduiding M, L en XL hebben. De afmeting is 18,7 x 36,6 x 24 centimeter (HxBxD), en het geheel weegt 7,3 kilo. De kast heeft afgeronde hoeken, en het testmodel is uitgevoerd in hoogglans zwart. Het front is van geperforeerd metaal, en precies in het midden bevindt een ronde uitstulping. Aan de achterkant zijn aansluitingen te vinden voor een iPod (aansluitkabel wordt meegeleverd), een stereo mini-jack voor een tweede extern apparaat, een hoofdtelefoonaansluiting, en een aansluiting voor de meegeleverde draadantenne voor FM ontvangst. Ook is er op de achterzijde een brede basreflex sleuf te vinden die voor de ondersteuning van de lage tonen dient.
Moderne muziekdoos voor fijnproevers
De afstandsbediening die bij de Geneva hoort is relatief groot, maar erg licht van gewicht. Ondanks de geringe dikte ligt hij goed in de hand en voelt redelijk stevig aan. De trend van tegenwoordig schijnt te zijn dat afstandsbedieningen platter dan plat moeten zijn. Op zich is daar niets mis mee, maar het betekent wel dat er geen ‘gewone’ batterijen meer in zitten, maar zgn. knoopcellen. Die gaan over het algemeen iets minder lang mee, en ze zijn niet op elke straathoek verkrijgbaar. Maar dat is slechts een detail. Als de Model M wordt ingeschakeld (met de afstandsbediening) licht in de rechterbovenhoek een rood LED-display op achter het geperforeerde front. De afleesbaarheid is prima, ook van een wat grotere afstand. De functionaliteit van het display is relatief beperkt, en vergt enige gewenning. Wat verder opvalt aan de Geneva is dat er geen enkel bedieningsknopje op het apparaat zelf zit. Uit design-oogpunt is dit een geniale zet, maar alles moet dus via de afstandsbediening worden bediend. Daarom is het zaak om die niet uit het oog te verliezen. De Model M is, in tegenstelling tot de modellen X en XL, niet voorzien van een geïntegreerde iPod dock, en het bijbehorende iPod snoertje zat bij het testexemplaar niet in de doos( importeur Audiac verzekerde ons dat deze normaal gesproken bijgesloten is). Daarom is gekozen om de luistertest met cd’s te doen, maar daarover later meer. Aan de bovenzijde van de kast bevindt zich een met vilten stroken stofdicht gemaakte gleuf waar het cd-mechanisme achter schuil gaat. Het cdplaatje dient rechtop in het apparaat gestoken te worden, waarna het slot-loading mechanisme de cd soepel naar binnen trekt. Het inlezen van de tracks gaat redelijk snel, waarna de weergave meteen start. Het display kent twee standen van helderheid. Tijdens gebruik brandt het display op halve sterkte, als er een commando wordt gegeven brandt het tijdelijk feller. Het volume loopt van 0 tot 100, en verloopt in stappen van 1. Als de
knop langer ingedrukt wordt gehouden neemt de snelheid toe. De volumeregeling is zo ingesteld dat de Geneva altijd binnen de grenzen van de ingebouwde versterker opereert. Langdurig spelen op de hoogste volumestand is mogelijk zonder dat de elektronica te zwaar wordt belast. De klankkleur van de lage en hoge tonen is ook bij te regelen, en verloopt in stappen van 5 (tot maximaal + of – 60), en is redelijk subtiel. De ingebouwde 4x25 watt klasse ‘D’ versterker stuurt twee 4 inch woofers en twee 1 inch tweeters aan. Twee van ieder? Jazeker, want de Geneva maakt gebruik van moderne digitale techniek om een breed stereobeeld te genereren. LUISTEREN De Geneva laat bij de track van Ozark Henry met de toonregeling op neutraal een beetje een redelijk diep laag horen. Wat overigens nog verbetert als het apparaat op een steviger ondergrond wordt geplaatst dan de tafel van het grote Zweedse woonwarenhuis waarop hij nu staat. Het digitale ruimte-effect is goed hoorbaar, maar klinkt toch anders dan echte stereo. Ook dit wordt overigens beter op een andere ondergrond, let hier dus op bij het plaatsen. Het hoog klinkt wat terughoudend, maar de tonale balans is daardoor vol en warm. Met Talk Talk valt het laag iets minder op, en het lage midden is wat rommelig. Wat spelen met de toonregeling kan dit een heel eind verhelpen, maar een solide ondergrond is de beste remedie. De hoogweergave is rustig en een beetje terughoudend, waardoor het een beetje lastig is om de genoemde bekken-aanslag te volgen. De kunstmatige ruimtelijkheid lijkt redelijk goed te werken. Hoewel het in mijn oren nog steeds een beetje gemaakt klinkt zijn veel van de lelijke fase-effecten die deze techniek eerder met zich meebracht de laatste jaren opgelost. Er is wel een brede wolk van geluid die een geloofwaardige illusie van stereo neerzet. Nogmaals: het is geen vervanging voor echte stereo, maar het kan er prima mee door.
105
> p r o duc tb e sp r ek in g
De Meridian F80 is een bijzondere verschijning. De ronde vorm geeft het apparaat een retro-futuristische uitstraling. Voor de productie van de F80 werkte Meridian samen met autofabrikant Ferrari. Die pasten de modernste materialen toe om de kast zo stevig mogelijk te maken, en zo ongewenste vibraties tegen te gaan. Er zit een geïntegreerde subwoofer in de F80, die wordt aangestuurd door de 80 watt 2.1 klasse ‘D’ versterker. Volgens Meridian zorgt de Ferrari techniek er voor dat op elk volume de integriteit van de kast wordt gegarandeerd, en het moet gezegd: zelfs bij onplezierig hoge volumes geeft de kast geen krimp. Fraai is trouwens dat het beroemde Ferrari logo met het steigerende paard de voorkant van de F80 siert (een naam die overigens associaties oproept met de sportbolides uit Modena, dus goed gekozen).
Muzikale bolide in Ferrari-jasje
MERIDIAN F80 De F80 is het enige apparaat uit deze test dat ook beeld kan weergeven. Hiervoor zijn op de achterkant een Composite Video- en een S-Videouitgang voorhanden. Als we de achterkant wat beter bekijken, vinden we daar twee antenne-ingangen met zogenaamde F-connectoren. Hier kunnen de meegeleverde FM-telescoopantenne en de DAB-spiraalantenne worden aangesloten. Verder zijn er een analoge Aux-1-ingang, een optische (digitale) Aux-2 en een speciale Aux-3-ingang voor de los leverbare i80 iPod-dock te vinden (te koop voor 299 euro). Verder is er nog een gecombineerde hoofdtelefoon/optische digitale pre-amp uitgang voorhanden. De F80 wordt zonder adapter rechtstreeks op het lichtnet aangesloten door middel van een meegeleverd snoer met een speciale randgeaarde connector er aan. De afstandsbediening is klein, formaatje creditcard, maar heeft wel alle functies aan boord. En weer zo’n knoopcel; ik zal er aan moeten wennen. Het display van de F80 is bijzonder fijnzinnig, en geeft veel informatie. Een paar bijzondere vermeldingen: de F80 heeft zeer uitgebreide instelmogelijkheden. Zo zijn er verschillende equalizerstanden voorgeprogrammeerd, die overeenkomen met de gekozen plaats die men voor de F80 kiest. Op een boekenplank, op een tafel, op de grond, losstaand of in een hoek, de F80 is hier klankmatig op aan te passen. Verdere verfijning kan met een instelbare bas, en een echte ‘tilt’-regeling die sommigen nog wel zullen kennen van oude Quad-voorversterkers, waarbij het laag en hoog in verhouding tot elkaar worden aangepast. Een andere instelling betreft de breedte van de stereoweergave. Want ook de F80 heeft digitale techniek aan boord om een verbreding van het geluid te bewerkstelligen. Die verbreding is in zes standen aan te passen. De gebruiksaanwijzing geeft overigens zeer goede informatie
106
over alle instelmogelijkheden, ondersteund met duidelijke foto’s. Als laatste extra heeft de F80 een instelbare alarmklok, zodat hij ook als wekkerradio kan dienen. De DAB-ontvangst is ten kantore van Hifidelity niet zo geweldig, maar dat komt enerzijds door de betonnen muren met veel ijzeren vlechtwerk erin, en anderzijds door het feit dat DAB-radio in Nederland nog steeds niet landelijk dekkend is. Een stuk beter gaat het met FM, zelfs met de meegeleverde telescoopantenne. De Fconnector kan echter ook voor de vaste kabel gebruikt worden, wat meer en vooral andere zenders oplevert. Echt portable is de F80 dan natuurlijk niet meer... LUISTEREN De onbetwiste winnaar van de luistertest is de Meridian. Zowel bij Ozark Henry als bij Talk Talk is de weergave vrij neutraal en krachtig, met onverwacht diep doorlopend laag, een open middengebied, en veel detail in het hoog. Het ruimtelijk effect is voor deze luistertest op maximaal gezet, maar zelfs dan blijkt de Meridian net niet de breedte van de Geneva te halen. Het effect is wel duidelijk hoorbaar, en in dit geval blijft het middengebied net iets neutraler dan bij de Geneva. Bij Ozark Henry resulteert dat in een mooie open sound, die - ook weer in het hogere middengebied - vrij breed uitwaaiert. Het grootste deel van het geluid komt nog steeds uit het midden (waar het apparaat zich ook fysiek bevindt), maar de toegevoegde ruimtelijkheid werkt echt. Talk Talk blijkt ook erg goed te klinken op de Meridian, met een goede balans tussen alle frequenties, diep en strak laag, en redelijk ver doorlopend hoog. Daardoor geeft de F80 ook de meeste details in de muziek weer.
.
Klankmatig is de Meridian de testwinnaar, en ook wat de instelmogelijkheden en de bediening betreft zou mijn voorkeur naar dit apparaat uitgaan. De overige extra’s, zoals de ingebouwde dvd-(audio)speler, DAB-radio en subwoofer, en het gebruik van bijzondere materialen maken wel dat de prijs aanzienlijk hoger is dan van de andere apparaten. Maar dan kun je op feestjes wel vertellen dat je thuis een echte Ferrari F80 hebt staan. De aanzienlijk goedkopere Geneva en Tivoli volgen op korte afstand. Het is aan de uiteindelijke gebruiker om een keus te maken, want de drie apparaten verschillen uiterlijk nogal veel van elkaar. Alle systemen zijn in staat om redelijk hoogwaardige weergave te bieden, en bij gewoon, dagelijks luistervoer verwacht ik in alle gevallen een lang en gelukkig samenlevingsverband. PRIJS EN VERKRIJGBAARHEID De Geneva Model M kost 699 euro, en is leverbaar in wit, rood en zwart (allen hoogglans) > www.audiac.nl Voor een Tivoli Model Two en Model CD moet respectievelijk 259 euro (398 in hoogglans) en 289 euro (389 in hoogglans) worden neergeteld. De goedkoopste combinatie kost dus 538 euro. > www.audiac.nl De Meridian F80 kost 2.599 euro, en is leverbaar in zeven officiële Ferrari-kleuren: Bianco Avus (wit), Modena Giallo (geel), Nero (zwart), Nurnburgring (grijs) en Rosso Corsa (het originele, gepatenteerde Ferrari-rood), Rubino Micallizato (metallic rood) en Grigio Silverstone (zilvergrijs metallic). > www.viertron.nl
107
J > inter v ie w
LIEFDE VOOR
MUZIEK Op bezoek bij Jeroen van Dillen
110
Muziek speelt voor veel mensen een grote rol in hun leven. Voor sommigen is dat niet genoeg, zij genieten pas echt van muziek als de weergave ook op een hoog peil staat. We maken kennis met Jeroen van Dillen, muziekliefhebber pur sang én trotse bezitter van een hoogwaardige audioset.
In huize Van Dillen blijkt audio geen pure mannenaangelegenheid te zijn. Femke voegt toe: “Daar heeft Jeroen zeker een punt. In het gezin waar ik vandaan kom, werd veel muziek gemaakt. In mijn ouderlijk huis werd actief gemusiceerd. Zowel mijn zus als mijn broer spelen gitaar. Ook besteedde mijn vader veel aandacht aan een goede muziekweergave. Hij had destijds al een behoorlijk goede set, bestaande uit apparatuur van Quad en Denon en KEF-luidsprekers. Hoewel ik, net als Jeroen, zelf geen instrument bespeel, heb ik goede muziekweergave ook op waarde leren schatten. Muziek klinkt immers zoveel mooier als het ook goed wordt weergegeven!” Een blik op de omvangrijke cd-collectie en dvd-collectie (600 cd’s en 150 dvd’s) laat zien dat we hier met echte muziekliefhebbers te maken hebben. Zowel Jeroen als Femke luistert dagelijks naar muziek. Soms samen, urenlang op de bank. Ook bezoeken ze regelmatig concerten. Ze hebben dan ook veel overeenkomsten in hun muzieksmaak. Maar er zijn zeker ook verschillen. Femke: “Ik kan urenlang luisteren naar luisterliedjes van Nynke Laverman. Door sterke teksten wordt muziek nog veel boeiender. Goede wereldmuziek en fado waardeer ik ook. Ook leuk - en een knipoog naar vroeger - Don McLean: wie kent hem nog?” Jeroen: “Ik luister ook graag naar de artiesten waar Femke naar luistert. Desondanks heb ik ook andere voorkeuren. Ik hou van wat steviger werk en van muziek die wat minder toegankelijk is, zoals Porcu-
pine Tree, Tool en Opeth. Maar ik kan ook enorm genieten van David Sylvian of Loreena McKennitt. Muziek waarin iets gebeurt. Vooral als ik alleen ben, ga ik er goed voor zitten, en neem ruimschoots de tijd om te luisteren. Als ik, doorgaans ’s avonds, in de gelegenheid ben te luisteren, wil ik me goed concentreren op de muziek en plaats ik de luidsprekers in de juiste luisterpositie.” Hier wil ik natuurlijk meer van weten, en niet voor niets. Jeroen is immers de trotse bezitter van een hoogwaardige audioset met uitstekende componenten. Deze bestaat uit een set Phonar Credo S100-luidsprekers, die ook dienst doen als frontspeakers in de multichannel-set. Een Marantz CD-14 cd-speler en een Marantz DVD-17-speler zorgen voor respectievelijk het audio- en het videosignaal. Een Marantz SR14-receiver stuurt het signaal van de DVD-17 en de CD-14 naar de Restek-eindversterker, die de luidsprekers van signaal voorziet. Een hoogwaardige audioset wordt doorgaans ook van topklasse bekabeling voorzien. Daarom heeft Jeroen alle componenten verbonden met bekabeling van Van Medevoort. Hij heeft ook veel aandacht besteed aan schone stroom. Er is een aparte groep in de meterkast opgenomen waar een netwerkfilter van Van Medevoort rechtstreeks op aangesloten is. Ook zijn alle netsnoeren van Van Medevoort.
door Bert Dekker fotografie Paul Vermeulen
webcode >myhifi
Mijn gastheer is een vriendelijke muziekliefhebber van 38 jaar. Hij woont samen met zijn vrouw Femke en hun drie zoons van 12, 18 en 19 jaar in een klein stadje in de buurt van Den Bosch. Jeroen is trots is op zijn set. Hij praat er met veel toewijding over. In huize Van Dillen blijkt al snel dat het onderwerp ‘audio’, zoals in veel gevallen, zeker geen pure mannenaangelegenheid is. Zijn vrouw Femke maakt als vanzelfsprekend deel uit van het gesprek. Jeroen: “Muziek neemt in ons leven een belangrijke plaats in. Hoewel ik zelf geen muzikale achtergrond heb, is muziek er bij ons met de paplepel ingegoten. Ik was een tiener toen ik mijn eerste Akai-versterker kocht. Het was de eerste stap op weg naar de set die ik nu heb. Gelukkig had ik een opa die indertijd stereo’s verkocht [‘nou ja, eigenlijk mono’s’, grapt Jeroen], dus waren de omstandigheden gunstig. In de loop der jaren heb ik de waarde weten te schatten van de betere audio. Goede muziekweergave brengt je hoe dan ook veel dichter bij muziek. Genieten van muziek is voor ons belangrijk en daar beleven we als gezin veel plezier aan.”
EN DAN IS ER MUZIEK Jeroen heeft een uitvoerige playlist gemaakt. We gaan er rustig voor zitten. Dit doen we pas nadat de luidsprekers in de juiste luisterpositie zijn geschoven. Volgens Jeroen is het, door de drukte overdag in het huis, niet mogelijk de luidsprekers permanent in de juiste luisterpositie te laten staan. De luidsprekers staan op natuursteen en zijn aan de onderkant met vilt bekleed. Ze zijn zo gemakkelijk te verschuiven. Loreena McKennitt verdwijnt in de lade van de Marantz cd-speler. Het geluid van de set valt in positieve zin op door het luchtige, muzikale en beschaafde karakter. Alles staat heerlijk los, vloeit als vanzelf de kamer in. We nemen de tijd en draaien de ene cd na de andere zoals Steve Jansens nieuwe cd Slope en Raising Sand van Robert Plant en Alison Krauss. Deze eigenzinnige muziek geeft me een goed beeld van de muzikale smaak van Jeroen. Ik ken de muziek niet, maar het boeit me wel. De uitstekende muziekweergave is hier zeker ook debet aan. De set klinkt nooit spectaculair. In mijn ogen doet de set precies wat je van een goede set mag verwachten: eerlijk muziek maken. Het nummer Der Wie Ris van Nynke Laverman op de cd Sielesalt raakt me in het bijzonder. Wat heeft Nynke een mooie stem. Dankzij de eerlijke en open weergave van de set kan ik haar stem en teksten goed volgen. Ik zit snel midden in de muziek. Het is moeilijk om deze cd te verwisselen voor een andere. Maar goed, we hebben de tijd dus draaien we nog maar een extra nummer van… De tijd vliegt, het wordt tijd om het aangename luisterbezoek af te sluiten. Jeroen zegt uitermate tevreden te zijn over zijn set, wat ik volledig kan begrijpen. Veel upgrade-plannen heeft hij daarom niet, of het zou een nieuwe voorversterker moeten zijn. Misschien ook een Van Medevoort…
.
111
Toen de Compact Disc ruim 25 jaar geleden in één grote zwiep de langspeelplaat van de markt veegde, waren er zelfs onder verstokte hifi-fanaten veel mensen die geen cent meer gaven voor de toekomst van die kwetsbare, maar prachtig klinkende zwarte schijven. Met hele verhuisdozen tegelijk werden
platenverzamelingen letterlijk bij het grof vuil gezet.
Inmiddels heeft de geschiedenis ons geleerd dat de lp een taaiere rakker was dan iedereen dacht. Er worden vandaag de dag steeds meer nieuwe albums op vinyl uitgebracht, en de verkoop van platenspelers is volgens internationale marktcijfers spectaculair gestegen.
112
> ar tikel En de geur. Jazeker! Steek je neus maar eens in een verse cd-verpakking. Wat ruik je dan? De zurige drukinkt van het boekje, en de weeige geur van gestold plastic. Een pas uitgepakte langspeelplaat ruikt aards, een beetje houtig vanwege de kartonnen hoes. Veel lekkerder en minder steriel. Bij tweedehands platen is het geurgenot nog groter. Ik geef toe dat niet iedereen hier gevoelig voor zal zijn, maar we hebben het hier wel over alle facetten van de beleving... Liefhebbers van langspeelplaten zijn vaak te vinden in van die lekker ouderwetse platenzaken. Ja, die bestaan nog, al staan ze op de rode lijst van bedreigde soorten. Zodra je daar een voet over de drempel zet, vult de
webcode > govinyl
Maar waarom zou je in deze tijd van oneindig gebruiksgemak en mp3spelers, waar duizenden tracks op passen, nog kiezen voor die armzalige 45 minuten muziek, die je op één langspeelplaat kunt beluisteren? En waarvoor je halverwege ook nog eens uit je luie stoel omhoog moet komen? Het antwoord op die vraag is zowel simpel als gecompliceerd. Als dit blad alleen maar over hifi zou gaan, was ik snel klaar. De keus voor vinyl kan (en mag) worden samengevat met één woord: geluidskwaliteit. Een goed afgestelde platenspeler maakt gewoon erg lekker muziek. Voor ondergetekende betekent een avondje naar vinyl luisteren de ultieme ontspanning. Maar het gaat hier niet alleen over hifi. Goed, wat is er dan nog meer te vertellen in het voordeel van de goeie,
ouwe langspeelplaat? Ik zou willen beginnen met de vormgeving. Een cd is handzaam en klinkt op zich prima, maar de standaardverpakking is niet bepaald mooi. Een plastic doosje met een klein boekje er in. Een zware uitdaging voor de designers om er nog iets toonbaars van te maken. Want wees nou eens eerlijk: zo’n grote platenhoes van dertig bij dertig centimeter is toch veel fraaier? De Nachtwacht van Rembrandt ziet er op een postzegel tenslotte ook niet uit. De uitgebreide handeling die het opzetten van een lp vereist, is ook niet onbelangrijk. Wat door de één omslachtig genoemd wordt, is voor de ander juist een belangrijk onderdeel van de pret. Het is geen kwestie van laatje open, schijfje erin kwakken en op play drukken. Een langspeelplaat moet met zorg worden gehanteerd, want vette vingers en de groeven van de plaat zijn elkaars natuurlijke vijanden. Bij de randen vasthouden dus. Dat vergt enige oefening, maar als je die kunst beheerst voelt het eigenlijk wel lekker. Bovendien zorgt de relatieve omslachtigheid er voor dat je bewuster kiest waar je naar wilt luisteren. Even naar het volgende nummer skippen met de afstandsbediening is er namelijk ook niet bij, dus je gaat beter nadenken over wat je gaat opzetten. De vluchtigheid waarmee moderne muziekconsumenten hun ‘collectie’ beheren grenst aan onverschilligheid, en dat kan nooit de bedoeling van de artiest geweest zijn.
geur van oud vinyl je neus, en maakt een sluimerende heimwee naar vroeger in je wakker. Het grote grasduinen kan dan beginnen. Iedere muziekliefhebber heeft wel een verlanglijstje. Muziek van vroeger waar je zoete herinneringen aan hebt. Als er flink wat in zo’n winkel staat, kun je er gerust een hele middag rondhangen, en als je aan het einde van de dag moe maar voldaan met een flinke stapel platen thuiskomt weet je weer waarom muziek zo leuk is. En dan wil ik toch nog even terugkomen op de geluidskwaliteit. Toegegeven, een plaat vol ruis en tikken is niet ideaal, maar een schone langspeelplaat heeft iets speciaals. Vanaf het eerste moment dat de naald in de groef zakt, daalt er een weldadige rust over de weergave. Niets ten nadele van de cd overigens; ik heb meer van die kleine zilveren schijfjes dan van die grote zwarte, en ik ben er gelukkig mee. Maar als ik heel eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik na een avondje cd’s draaien vermoeider ben dan na een avondje vinyl. Op de één of andere manier is het geluid van de lp warmer, natuurlijker, vanzelfsprekender. Lp’s kosten wat meer moeite, maar de opbrengst is echt groter. Voor de mensen die spijt hebben dat ze hun oude collectie en afspeelapparatuur hebben weggedaan is er goed nieuws: alles is nog te koop. Nou ja, bijna alles. Als er iemand nog ergens een gaaf (en betaalbaar!) exemplaar van het album Camino del Águila van de Spaanse band Imán Califato Independiente voor mij weet, dan houd ik me aanbevolen.
door Max Delissen fotografie Paul Vermeulen locatie Sounds Tilburg
.
113
�������������� ��������������
��������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������ ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ ������ ������� �������� ����� ��� ������� ����� �������������� ���� ������ ������ �������������� ��� ��� ���������� ������� ������ ������� �������� ������ ���� ������ ������ ���� ���� ���� �������������� ������������ ����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
> s p otl i ght
THE WORLD IN A BOX
webcode > tangentaudio
Tangent Audio Quattro
Overal en altijd toegang tot duizenden internetradiostations, dat kan met de fraaie Quattro van het Deense merk Tangent Audio. Maar ook het via Wifi - afspelen van muziek die op uw harde schijf staat geparkeerd behoort tot de mogelijkheden. De Quattro is leverbaar in hooglans wit, zwart en rood en in een walnoot design.
115
WIN EEN DE PRIJS
,50 EURO OGUE TEST LP tw v 47 THE ULTIMATE ANAL 3 EURO DELITY DISCS tw v 33 WA ARDEBON HIGH FI tw v 359 EURO -PL120 DR AAITAFEL AUDIO TECHNICA AT 5 EURO WA SMACHINE tw v 39 OKKI NOKKI PL ATEN RO -ELEMENT tw v 539 EU NAGAOK A MP-500 MM EURO DTELEFOON tw v 1199 GR ADO GS1000 HOOF EURO RSTERKER tw v 1210 VE OR VO OON PH N LATIO GR AHAM SLEE RE VE
Staat de zolder nog vol met stoffige elpees die je graag nog eens zou draaien? Dan hebben we nu de oplossing voor je. Je maakt met Hifidelity namelijk kans op een compleet draaitafel pakket ter waarde van ruim 4000 euro. En mochten je huisgenoten last hebben van je muziek…we leveren er ook nog eens een van de beste hoofdtelefoons ter wereld bij.
HOE KAN IK WINNEN? GA SNEL NAAR WWW.HIFIDELITY.NL Deze prijsvraag werd mogelijk gemaakt door:
Tonar (www.tonar.nl) High Fidelity Discs (www.highfidelitydiscs.nl) Audio Classics (www.audioclassics.nl) Symphony Audio Import (www.symphonyaudioimport.com) 116
> r e cen sie s
KIJK & LUISTER DEATH VESSEL
NOTHING IS PRECIOUS ENOUGH FOR US Sub pop
Traditionele Amerikaanse folkmuziek is een overduidelijke inspiratiebron voor Death Vessel. Dat is de naam waaronder Joel Thibodeau, al dan niet begeleid door anderen, muziek maakt. ‘New Folk’, is dan al snel het stempel. De fingerpicking gitaarstijl, een breed scala aan akoestische instrumenten, waaronder banjo, viool en speelgoedpiano en de prachtige, loepzuiver gezongen melodieën, alles past in een rijke traditie, recht uit de prairie. Het lijken wel eeuwenoude traditionals. Maar er zijn ook zowel sferische als heftige momenten met een elektrisch instrumentarium, intrigerend onbegrijpelijke teksten en vooral een volstrekt unieke stem. Een prachtige meisjesstem. Ik luisterde al weken naar dit fascinerende album toen ik bij het zoeken naar achtergrondinformatie ontdekte dat Joel geen vrouw is. Is ook geen meisjesnaam natuurlijk. Het was wel even wennen aan het idee, maar wat maakt het ook uit. De hoge stem klinkt volstrekt natuurlijk, nergens geforJL ceerd en betoverend mooi.
FLEET FOXES
FLEET FOXES Bella Union
PETER GABRIEL & BIG BLUE BALL
BIG BLUE BALL
AL GREEN
LAY IT DOWN Blue Note
Real World
Een beetje band laat zich niet in een hokje stoppen. Dat geldt ook voor Fleet Foxes, het vijftal uit Seattle waarvan onlangs het debuut Fleet Foxes is verschenen. Om het risico te vermijden plakken de vijf zelf alvast een labeltje op hun muziek: ‘baroque harmonic pop jams’. Hoe vreemd die aanduiding ook klinkt, de bandleden slaan wel de spijker op de kop. Met name op het harmonieuze vlak blinken Fleet Foxes uit. De gelaagde zangpartijen klinken alsof de bandleden zich voor deze gelegenheid hebben opgesloten in een galmende kamer. Het effect is sprookjesachtig, meeslepend. Door dit typische geluid ligt een vergelijking met My Morning Jacket voor de hand omdat die band zich op eerdere cd’s ook bediende van een dergelijke sound. Maar dat is te kort door de bocht. Ondanks de indringende klanken neigt het repertoire van Fleet Foxes naar behapbare pop, enigszins vergelijkbaar met dat van de Beach Boys. Het tempo ligt weliswaar lager, de sfeer voelt net zo luchtig. Maar al zijn de losstaande composities van een hoogstaand en aangenaam niveau, na bijna veertig minuten neigt het bezwerende geluid naar monotonie, vooral door het gebrek aan dynamiek. Een bescheiden manco dat op een volgend album simpelweg verholPG pen moet kunnen worden.
Na wereldsuccessen met Genesis en miljoenen verkochte soloplaten kon Peter Gabriel zich wel wat veroorloven. Bijvoorbeeld een megaproject op zijn eigen wereldmuzieklabel Real World. De opnames voor Big Blue Ball zijn reeds gemaakt tussen 1991 en 1995 in de Real World Studios, en ontstaan uit een reeks wekenlange jamsessies, waarbij Peter Gabriel en Karl Wallinger (Waterboys, World Party) zo’n 75 internationale muzikanten uitnodigden. Tim Finn, Vernon Reid, Joseph Arthur, Manu Katché, Jah Wobble, Billy Cobham, Deep Forest, Sinéad O’Connor, Márta Sebestyén. To name a few. Waarom het zo lang duurde voordat producer Stephen Hague met de opnames aan de slag mocht, is een raadsel. Hoe dan ook, het resultaat is een veelzijdig en kleurrijk album. Hoewel de (hoekige) signatuur van Gabriel alom aanwezig, zoals in de single Whole Thing, kregen ook andere artiesten volop de ruimte; Natacha Atlas sprankelt in het Arabische Habibe, Congolees Papa Wemba triggert de dansspieren met rumbasong Shadow. Het eindresultaat is strak geproduceerd en opgenomen, maar klinkt muzikaal soms gedateerd. Zo worden we in Rivers, Forest en altus silva teruggeworpen in een tijd dat ‘etnoambient’ (zie Deep Forest) nog hip was. Big Blue Ball is verkrijgbaar op cd en op DB dubbelelpee bij Classic Records.
Vanaf de albumcover lacht soulveteraan Al Green je al toe. De witte tanden ontbloot en de obligate zonnebril op de neus. Je krijgt er spontaan goede zin van. Al Green is tegenwoordig ook wel bekend als reverend Green van de Full Gospel Tabernacle in Memphis. Gospel domineerde vanaf de jaren ’80 tot halverwege de jaren ’90 zijn repertoire. Gelukkig is zijn nieuwste, voor Blue Note opgenomen album weer een echte soulplaat geworden. In de traditie van de jaren ’70 zelfs, alsof de tussenliggende dertig jaar niet bestaan hebben. En alsof hiphopproducers ?uestlove en James Poyser niet getekend hebben voor de productie. Alleen gastoptredens van John Legend en Corinne Bailey Rae plaatsen dit album in de 21e eeuw. Het duet Take your time dat Green met haar zingt is meteen ook een van de hoogtepunten van het album. Slepend, vol soul en met de prachtige stem van Corinne Bailey Rae. Een ander hoogtepunt is de titeltrack en albumopener Lay it down, een heerlijk nummer met een Hammond B3-orgel, strijkers, een simpele drumtrack en een mooie baslijn. Al Green bewijst wederom een van de grootste soulzangers ooit te zijn. Lay it down ouderwets? Jazeker, MB ouder-wets lekker!
117
> r e cen sie s
...knalhard
THE HOLD STEADY
ANNA MARIA JOPEK
Vagrans Records/Rough Trade
AMJ Music/Universal
STAY POSITIVE
ID
AMOS LEE
LAST DAYS AT THE LODGE
LYKKE LI
YOUTH NOVELS EMI
Blue Note
Met de derde cd Boys and Girls in America sloeg The Hold Steady twee jaar geleden ineens de brug naar een groter publiek. De verklaring daarvoor ligt volgens zanger Craig Finn in de geduchte live-reputatie van de band in Amerika. Dat is indenkbaar, want de op het geluid van de jaren zeventig gebaseerde rock hakt er lekker in. Op opvolger Stay Positive slaat The Hold Steady dan ook geen nieuwe wegen in. Opnieuw is het repertoire gebaseerd is op het gitaarspel van Finn en Tad Kubler en krijgen de snerpende klanken aangename concurrentie van piano, orgel en keyboard. Met name die combinatie tilt het vijftal boven de gemiddelde rockband uit. Daaraan dankt The Hold Steady ook de veelgemaakte vergelijking met Bruce Springsteen, al is die maar deels terecht. Hoewel de opbouw van de songs en het vuur overeenkomstig zijn, is de muziek van The Hold Steady altijd een tandje steviger. De bandleden durven hun instrumenten te laten scheuren waardoor een goedgevulde, ongepolijste sound ontstaat. De band kachelt maar door alsof de muzikanten elkaar geen rust gunnen. Om een enkele keer gas terug te nemen en een bijna psychedelisch geluid overblijft. Door die afwisseling blijft The Hold Steady voortdurend boeien en in balans, zonder dat de numPG mers aan kracht inboeten.
118
Hoewel Anna Maria Jopek vooral in jazzkringen geen onbekende is, heeft ze zelf wat meer moeite met de indeling in dat genre. En wie goed naar haar twaalfde album luistert snapt waarom. Want hoewel melodieuze jazz weliswaar steeds de basis vormt, zijn er veel invloeden uit Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse wereldmuziek en pop te horen. Met ID mag ze wat mij betreft naar een breder publiek gaan doorbreken, want ze heeft een prachtige, warme stem, en ze speelt geweldig piano. De lijst met gastmuzikanten is lang en indrukwekkend. Vooral Branford Marsalis, Christian McBride en Richard Bona vallen op, maar ook oud-speler Dhafer Youssef is geen onbekende. De muziek doet regelmatig denken aan de weelderig gearrangeerde fusion van Pat Metheny. Dat is niet verwonderlijk, want zij werkten in 2002 al samen aan het album Upojenie. Ook de geluidskwaliteit van deze bij Real World gemixte, en bij Abbey Road gemasMD terde cd is van topklasse.
Singer-songwriter Amos Lee balanceert met zijn muziek op de rand van folk, soul, jazz en zelfs country. Door alle stijlen heen is de prettige stem van Lee een constante. Soms warm met een klein ruw randje, soms een mooi gecontroleerde kopstem die in het nummer Jails and Bombs zelfs herinneringen aan Curtis Mayfield oproept. De zangkwaliteiten van deze voormalige onderwijzer staan dus buiten kijf. Last Days at the Lodge is een productie van de beroemde Don Was, en ook de bandleden zijn niet de minste. Wat dacht je van superbassist Pino Palladino (o.a. John Mayer, The Who) en veteraan Spooner Oldham op keyboards? Hoewel alle randvoorwaarden om een goed album te maken er dus zijn, werd Last Days at the Lodge toch geen bijzonder opmerkelijk album. Al zijn er wel een paar positieve uitschieters zoals Won’t let me go, Baby I want you en Street Corner Preacher. Wat overblijft is een degelijk album van een getalenteerd singer-songwriter. Een lekkere plaat om met de blik op de horizon gericht over binnenMB weggetjes naar huis te tuffen.
Ze kan een potje breken. Zowel in Europa als Amerika is het debuut Youth Novels van de Zweedse Lykke Li (spreek uit: luckely) enthousiast onthaald. Toch is het geen gemakkelijke plaat. Al klinkt het gros van de songs behoorlijk hitgevoelig, vooral instrumentaal kiest Lykke Li voor het nodige experiment. Haar songs klinken een enkele keer oppervlakkig, zoals het repertoire van Madonna eind jaren tachtig, maar dan minder stampend. Neem Little Bit, een bescheiden niemendalletje met zwoel refrein. Nummers als This Trumpet in my Head en Let it fall neigen dan weer meer naar de experimentele new wave van begin jaren tachtig: de minimale begeleiding, het ritme dat maar niet van de grond lijkt te willen komen en de subtiele geluidjes. En My Love is een enigszins melancholische ballad waarin de jaren zestig doorklinken. Het is alsof de Zweedse voortdurend op zoek is naar een stijl die het beste bij haar past. Toch is het juist de combinatie van verschillende stilistische gezichtspunten die van Youth Novels een geslaagde plaat maakt. Er valt steeds weer iets nieuws op te ontdekken. Bindmiddel is haar hese, enigszins bedeesde stem die de trommelvliezen kietelt. Maar die soms ook, zoals in het hijgende Time Flies, bijna de grenPG zen van de irritatie bereikt.
> r e cen sie s
uit je stereo... AIMEE MANN
@#%&*! SMILERS SuperEgo records
De Amerikaanse zangeres Aimee Mann, in de jaren tachtig boegbeeld van de ‘Til Tuesday, heeft altijd geweigerd muzikale concessies te doen. Al leverde haar dat in de jaren negentig slechts problemen op met platenmaatschappijen, na haar bijdrage aan de film Magnolia in 2000 staat ze met name in de alternatieve hoek te boek als topper. Niet onterecht, want haar popsongs klinken als een mijmering, als een gevecht om overeind te blijven, kortom als een handreiking naar geluk. Op haar zevende studioalbum @#%&! Smilers is het niet anders. Het is een collectie van dertien, licht countrygetinte popsongs die door het wat donkere stemgeluid van Mann extra diepte krijgen. Maar hoe gemeend en intens die nummers ook mogen klinken, ze liggen iets te nadrukkelijk in het verlengde van haar vorige platen. Dus klinkt Mann opnieuw meeslepend, soms licht uptempo. Hooguit wordt ze, iets meer dan op eerdere cd’s ondersteund door elektronica. Weinig verrassend dus. Waarmee niet gezegd is dat die stilistische standvastigheid noodzakelijkerwijs een nadeel is. Hoe eenduidig ook, Mann gaat op @#%&! Smilers voor het sterke liedje en opnieuw slaagt ze er schijnbaar moeiteloos in om er daarvan een PG handvol neer te zetten.
MY BRIGHTEST DIAMOND
RANDY NEWMAN
Asthmatic Kitty
Nonesuch
A THOUSAND SHARK’S TEETH Shara Worden is een klassiek geschoolde zangeres die een brug slaat naar de popmuziek. Ze componeert knap opgebouwde, enerverende songs met veel drama. Gloedvolle arrangementen voor strijkers, koperblazers en veel harp worden afgewisseld door felle gitaarriffs en momenten waarop de muziek met gamelanachtige percussie tot stilstand komt in een monotonie die aan Portishead of Björk doet denken. De poëtische teksten passen perfect in de opgeroepen Alice in Wonderland-sfeer, die een hoogtepunt kent in het impressionistische miniatuurtje If I Were Queen. Dan zijn al het briljante Inside A Boy en het niet minder indrukwekkende The Ice & The Storm gepasseerd. Het eerste stuk had zo van Jeff Buckley’s Grace kunnen komen. De verrassingen volgen elkaar op; de eerste zeven, acht nummers zijn allemaal prachtig. Hoewel het album aan het eind een beetje inzakt, werkt het als JL geheel behoorlijk verslavend.
HARPS AND ANGELS ‘Each record that I’m making. Is like a record that I’ve made...just not as good!’ zong Randy Newman op zijn vorige album Bad Love van bijna 10 jaar geleden. Gelukkig valt dat in de praktijk wel mee. De meester zelf is duidelijk in zijn oordeel over Harps and Angels: “Het behoort tot het beste dat ik ooit geschreven heb.” Zoals bekend moet Randy het niet hebben van zijn fraaie zangstem, maar van zijn sterke, en van cynisme druipende teksten en fraaie composities. In A few words in defense of our country bijvoorbeeld neemt Randy het op voor George Bush jr, want alhoewel hij de slechtste Amerikaanse president ooit is, kan hij niet tippen aan Europese leiders als de Romeinse keizers, Hitler, Stalin en Koning Leopold van België. Koning Leopold? Inderdaad, volgens Mr. Newman de man die Congo leegroofde en alleen malaria achterliet. Maar het is gelukkig niet uitsluitend kommer en kwel. Randy verpakt zijn teksten soms in opvallend vrolijke deuntjes, zelfs Dixieland en Charleston komen voorbij. Met Harps and Angels maakt Randy Newman weer een ijzersterk album. Voor de liefhebbers van zijn stijl zonder MB meer een verplichte aanschaf.
NIGHTMARES ON WAX
THOUGHT SO... Warp
Nightmares on Wax is George Evelyn (Leeds, 1970). Ook wel bekend als DJ EASE (Experimental Sample Expert). Dit 6e album volgt twee jaar na In a space outta sound. Laidback, losjes, lounge, spacy, groovy, soul, reggae/ dub, vocalen en vooral veel tripachtige hiphopbeats. Voordeel van dit soort schijfjes is dat het knalhard uit je stereo mag klinken, maar ook tijdens een chillmoment zeer de moeite waard is om op de achtergrond zijn werk te laten doen. Misschien dat 195Lbs met reggae/dubzanger Ricky Ranking daarop de uitzondering is, want deze track ontdek je pas écht met je woofer op de hoogste stand. Samen met Da Feeling en Moretime de beste track van Thought so... Buiten de hierboven genoemde songs blinken de overige nummers niet echt uit qua originaliteit. Evelyn houdt het simpel, maar kwalitatief van een prima niveau en TS geschikt voor alle jaargetijden.
119
> r e cen sie s
...magnifieke
NO-MAN
OPETH
SAM PHILLIPS
K-scope
Roadrunner
Nonesuch
SCHOOLYARD GHOSTS
WATERSHED (LIMITED EDITION)
DON’T DO ANYTHING
SIGUR RÓS
MED SUD Í EYRUM VID SPILUM ENDALAUST XL / EMI
No-Man is het meest succesvolle project van Steven Wilson naast zijn carrière als frontman van de progressieve rockband Porcupine Tree. Waar die band de laatste jaren aanzienlijk harder is gaan klinken, is de muziek van No-Man – met zanger/tekstschrijver Tim Bowness als tweede vaste bandlid – juist steeds rustiger geworden. De nadruk van de songs ligt sterk op sfeer en melancholie. Schoolyard Ghosts is hun zesde studioalbum sinds 1993, en het is een plaat om ademloos in één ruk uit te luisteren. Van de prachtige opener All Sweet Things via de onverwacht furieuze percussie-uitbarstingen in Pigeon Drummer, het sterk verhalende en twaalf minuten durende Truenorth tot de verstilde weidsheid van Mixtaped weven Bowness en Wilson een kleurrijk en fijndradig klanklandschap waarin de luisteraar prettig kan verdwalen. Wat mij betreft is dit hun meest coherente en toegankelijke album tot nu toe. Geen alledaagse radiopulp, maar juist MD daarom van harte aanbevolen!
120
Er zullen veel mensen zijn die nog nooit van deze Zweedse metalband gehoord hebben. Begrijpelijk, maar onterecht. Er zitten zoveel invloeden uit andere muzieksoorten in hun composities dat je eerder kunt spreken van progressieve rock. Dat er hier en daar nog een stevige grunt van gitarist/zanger Mikael Åkerfeldt te horen is mag de pret niet drukken, en muziekliefhebbers die hierdoor op voorhand afhaken doen zichzelf ernstig tekort. Het enorme vakmanschap van de muzikanten en de glasheldere productie maken dit album tot een ware ontdekkingsreis. Vooral de vanzelfsprekende manier waarop akoestische passages worden afgewisseld met bombastische, bijna epische uitbarstingen dwingt respect af. Avontuurlijke luisteraars worden precies 55 minuten getrakteerd op feilloos gespeelde metal, doorspekt met jaren-‘70 prog, jazz, volksmuziek en zelfs een vleugje klassiek. Deze gelimiteerde uitgave bevat bovendien een extra dvd met drie fraaie bonustracks, een documentaire over de repetities voor de opnames, en een hoogwaardige 5.1 surroundmix van het hele album. Zeer warm aanbevolen! MD
In zeker zin zou je dit een ‘echtscheidingsplaat’ kunnen noemen, waarop singer-songwriter Sam Phillips haar breuk met echtgenoot/producer TBone Burnett van zich af schrijft. Wie bang is dat dat een gedeprimeerde plaat oplevert hoeft niet te vrezen, want hier en daar klinkt Don’t do anything zelfs ronduit vrolijk. Maar schijn kan bedriegen, want minstens de helft van de songs heeft door de subtiele inzet van vervormde gitaren een wat duistere ondertoon. Bovendien geeft ze haar ex er in de teksten op poëtische wijze flink van langs. De eerste regel van het eerste nummer zegt al genoeg: ‘I thought if he understood me, he wouldn’t treat me this way’. Ze bezingt alles met een aangename, warme stem die hier en daar een charmant rafeltje laat horen. Onder de streep slaat de balans van deze plaat door van woede naar berusting. Phillips’ album blijkt een echte groeibriljant te zijn. Maar dan wel met een MD aantal donkere insluitsels.
Sigur Rós is een beetje de Pink Floyd van nu. De band uit IJsland maakt sfeervolle muziek die ondanks een sterk experimentele benadering toch een groot publiek aanspreekt. Dat was op het laatste Lowlands-festival mooi te zien. Dit vierde studioalbum is gemakkelijker toegankelijk dan het eerdere werk, waarin lange spanningsbogen centraal stonden. Dat ging van mysterieuze verstilling naar oorverdovend crescendo, en terug. Nu zijn de meeste tracks kort en melodieus, en zijn er teksten (al is het IJslands voor de meesten onder ons natuurlijk niet te verstaan). Het zijn verdorie net gewoon liedjes. De sfeer is van melancholiek naar extatisch omgeslagen, maar aan het unieke karakter van de band is niet geknabbeld. Rijke arrangementen voor strijkers en koperblazers, maar ook stukken met een enkele akoestische gitaar of piano, en natuurlijk de ijle kopstem van Jónsi Birgisson. De albumtitel luidt vertaald ‘Met een gezoem in onze oren spelen we eindeloos’. En eindeloos mag deze muziek door blijven gaan, want eenmaal in de stemming wordt het steeds maar JL mooier, bij iedere luisterbeurt.
> r e cen sie s
mix... SHEARWATER
ROOK Matador
Hoe rock ‘n’ roll is een vogel? Niet heel erg, zou je denken. Toch zijn vogels al jarenlang de muzen van Jonathan Meiburg, parttime ornitholoog (vogelaar) en (falset)zanger in Shearwater (de zeldzame ‘pijlstormvogel’). En die Texaanse band is behoorlijk rock ‘n’ roll. Zeker op Rook (‘roek’), met fraaie cover vol... vogels, inderdaad. Shearwater begon als nevenproject van Okkervil River, maar streeft dit americana-gezelschap langzamerhand in bekendheid voorbij. Met Rook heeft Shearwater, onlangs op sleeptouw genomen door Coldplay, een plaat op zak die voor de definitieve doorbraak zou kunnen zorgen. Een introvert folkalbum denk je bij opener On the death of the waters. Totdat de ronkende gitaren invallen, en de plaat alle kanten uitgaat. Van elektrische uitspattingen tot atmosferische, sprookjeachtige stukken op barokke instrumenten als vibrafoon, klarinet, cello, dulcimer en glockenspiel, en van donker krassende violen tot het radiovriendelijke Rooks. Geen songs die je eventjes onder het strijken moet luisteren, maar epische liedjes waar je voor moet gaan zitten. Voer voor liefhebbers variërend van pakweg Antony and the Johnsons, David Bowie, Jeff Buckley, Pink Floyd, (de latere) Talk Talk en Radiohead. En voor de klimaatactivist, want hoe ongrijpbaar de teksten soms ook zijn, dat Meiburg een ‘natuurvriendelijk’ stateDB ment maakt, is duidelijk.
STEINSKI
WHAT DOES IT ALL MEAN? 1983-2006 RETROSPECTIVE Illegal Art
Het waren Double D (Douglas DiFranco) en Steinski (Steve Stein) die begin jaren tachtig fuore maakten met hun muziekcollages. Toen werd er nog gewoon ‘gecopy-paste’ met magnetisch plakband en scheermesjes. In 1983 deden de heren een gooi naar eremetaal met hun Lesson 1-The Payoff Mix voor een DJ-contest. Dat nummer werd in 14 uur gemaakt. Hun inzending werd unaniem tot de beste verkozen door de 10 juryleden (o.a. Africa Bambaataa). De alom gerespecteerde ‘Lessons’-trilogie werd in 1986 met The History of Hip Hop Mix afgesloten. Hoewel het duo vele ‘collages’ heeft gemaakt, die op feesten en radiostations werden gedraaid, is er legaal zeer weinig uit die periode te verkrijgen. Dit komt mede door het gebruik van alle samples die ze hebben gebruikt. Juristen lusten daar wel pap van. Op disc 1 vind je het werk van beide heren, Steinski solo en verbanden met andere muzikanten. Met als uitschieter Is we going under ft. Chuck D. Op schijf 2 vind je een magnifieke mix van Steinski himself. Laat je verrassen, want Steinski’s tunes zijn brilTS jant, tijdloos en verslavend.
THE VERVE
LOUDON WAINWRIGHT III
Parlophone
Yep Roc Records
FORTH
Acht jaar nadat The Verve ‘definitief’ ophield te bestaan zijn de heren McCabe, Jones, Salisbury en Ashcroft sinds medio 2007 weer een band. Het charismatische boegbeeld Richard Ashcroft heeft zijn demonen wederom in de strijd gegooid om ons te verblijden met een plaat die raakt. Het merendeel van de teksten – wederom doordrenkt van pijn en ongelooflijke ellende – komt van zijn hand. Mede door zijn onmiskenbare stemgeluid is het direct een feest van herkenning. Love is Noise, de sterkste track van Forth, is terecht de eerste single die van het album werd getrokken. Meeslepend, groots en vooral erg catchy. Dat zelfde geldt ook (in mindere mate) voor Rather Be, Judas en I See Houses. Het nummer Noise Epic is echter een vreemde eend in de bijt. Vooral vanwege het chaotische karakter en de harde gitaarsound. De niet te versmaden openingstrack doet denken aan een samenwerkingsverband met Kasabian en Kula Shaker. Imago of niet, Ashcroft draagt de wereldproblemen nog steeds op zijn schouders en dat heeft ook nu weer – tekstueel én muzikaal – geresulteerd in een plaat die staat. Beter één depressieveling in een goede band, dan tien in TS bed zullen we maar zeggen.
RECOVERY
De huidige generatie twintigers koppelt de naam ‘Wainwright’ haast automatisch aan Rufus, of misschien aan zijn zus Martha. Maar er was een tijd dat Rufus en Martha aangekondigd werden als respectievelijk de zoon en dochter van Loudon Wainwright III. Loudon begon zijn carrière in de jaren zestig, en staat bekend om zijn cynische, humoristische en vaak autobiografische teksten. Op Recovery herinterpreteert Loudon de beste songs van zijn eerste vier albums. Prachtig gearrangeerd door Joe Henry. Songs die in zijn jonge jaren zeker een andere lading gehad moeten hebben. Motel Blues, waarin Loudon zingt over sex met een minderjarige groupie, krijgt gezien de gevorderde leeftijd van de zanger een wat vreemde, haast melancholieke lading. Maar er valt ook genoeg te lachen: de opening van Muse Blues is ronduit komisch. Recovery is een album dat meerdere draaibeurten nodig heeft om volledig tot zijn recht te komen. Een aanrader, want tekstueel sterk en veel rijker gearrangeerd dan de originele versies. Wie weet is Rufus straks MB gewoon weer de zoon van...
121
> r e cen sie s
LUISTER & CASSANDRA WILSON
LOVERLY EMI
DENNIS WILSON
PACIFIC OCEAN BLUE/BAMBU
WOVEN HAND
YAZOO
Soundsfamilyre
EMI
TEN STONES
IN YOUR ROOM
Sony/BMG
‘The Great American Songbook’ is een geliefde inspiratiebron voor vele artiesten. Vooral in de jazz wordt veelvuldig uit dit repertoire geput. Met wisselend succes overigens. Voor Cassandra Wilson is Loverly niet het eerste American Songbook-album: aan het begin van haar carrière nam ze met Songbook en Blue Skies al een paar albums met jazz-standards op. Met Loverly keert Cassandra dus min of meer terug naar haar roots. En met succes. Loverly werd opgenomen in een gehuurd woonhuis in Mississippi, samen met een groep geweldige muzikanten. Sterke nummers op het album zijn Caravan, Lover come back to me en het enige nummer dat niet uit The Songbook komt: Arere. Wilson zingt op de voor haar kenmerkende zwoele, donkere manier, en dat klinkt zeer aangenaam. Leuke bijkomstigheid is dat het album ook nog eens prachtig is opgenomen en geproduceerd. Dat laatste overigens door mevrouw Wilson zelf! Loverly is een van Wilson’s beste albums en daarnaast een van de beste American MB Songbook-vertolkingen.
122
De verhalen over Dennis Wilson (1944-1983) zijn talrijk. Hij was de enige Beach Boy die daadwerkelijk kon surfen en haalde zijn oudere broer Brian over een liedje over surfen te schrijven. Dat was begin jaren zestig het startpunt voor de Beach Boys. Aanvankelijk zat Dennis niet bij de groep, maar na aandringen van mama Wilson mocht hij meedoen. De goed uitziende Dennis was een brokkenmaker, die een stroom van autowrakken en gebroken harten achterliet. Binnen de Beach Boys werd zijn muzikale invloed wel langzaam groter, maar echt serieus werd hij toch niet genomen. Ten onrechte, zo blijkt nu. Het lang moeilijk verkrijgbare soloalbum van Dennis, Pacific Ocean Blue uit 1977, is door Sony BMG geremasterd en opnieuw uitgebracht. Prachtig verzorgd met goede leesbare essays en met daarbij op een tweede cd het nooit uitgebrachte Bambu. Het zijn nummers waarop blijkt dat Dennis wel degelijk muzikaal talent had. Vooral op Pacific Ocean Blue etaleert hij zijn kwaliteiten in breed uitzwaaiende harmonieën. Soms klinkt het album als een Beach Boys-album zonder de Beach Boys, maar Wilson leent ook uit gospel en rock. Bambu is minder coherent, maar dat is ook niet vreemd omdat hij toen niet meer over een vaste studio kon beschikken. GvdH
David Eugene Edwards maakt geen muziek voor de lol of voor de roem. Nee, deze gedreven, zeer religieuze muzikant wil zijn publiek confronteren met de slechtheid van de mens. Met zijn band 16 Horsepower leverde dat extreem intense concerten op vol hel en verdoemenis. De man lijkt permanent de duivel op de hielen te voelen. Woven Hand was aanvankelijk een soloproject waarin hij meer experimentele muziek maakte. Op het nieuwe vierde album van Woven Hand had best weer gewoon 16 Horsepower mogen staan. De flink versterkte band, met oude bassist Pascal Humbert en gitarist Peter van Laerhoven, raast weer als vroeger, grijpt je bij de kladden en laat je alle hoeken van de kamer zien, vooral de meest duistere. Alleen een bossanova van Antonio Carlos Jobim, waarin Edwards laat horen ook als crooner van wanten te weten, valt uit de toon in dit explosieve geheel. Aan het eind van dit ijzersterke album zit als bonus nog een mooi stukje sinistere elektroJL nische spookmuziek verborgen.
Amper een jaar waren ze bij elkaar, goed voor twee platen en vier singles. Toch ligt er nu, vijfentwintig jaar na de split, een heuse vier cd-box van synthpopduo Yazoo in de winkels. De één zweerde bij de kale electro van Vince Clarke en de stoere soulvocalen van Alison Moyet, de ander vond Yazoo – net als Soft Cell en Bronski Beat – te kitsch, en zweerde bij donkerder wave als New Order en Depeche Mode, waar Clarke aanvankelijk deel van uitmaakte. Hoe dan ook, Yazoo heeft zonder twijfel invloed gehad, bijvoorbeeld op de huidige, hippe electrosound. De box In your room biedt een compleet overzicht inclusief de geremasterde elpees Upstairs at Eric’s (1982) en You and me both (1983), een cd met B-kantjes en remixen en een dvd met tv-optredens, video’s en een film. In your room is vooral voer voor de fan. Die krijgt liefst zeven versies voorgeschoteld van wereldhit en dansvloervuller Don’t go, vijf keer The other side of love en vier keer de ballad Only you. Na de split gingen Clarke & Moyet met groot succes hun eigen weg. Clarke in het geestverwante Erasure, Moyet solo. Deze zomer kwam het duo weer even bij DB elkaar voor een promotour.
> r e cen sie s
KIJK LEO DE BOER
RIDLEY SCOTT
GIANNI ZANASI
ROGER DONALDSON
Cinema Delicatessen
Warner Brothers
Benelux Film
Benelux Film
BIKKEL
Het persoonlijke verhaal van Bart de Graaf. Dat wil Bikkel vertellen, een documentaire van Leo de Boer over de jong gestorven televisiemaker. Bikkel, zo werd de door een nieraandoening klein gebleven oproerkraaier genoemd. Omdat hij altijd doorzette. Ook als hij eigenlijk amper kon lopen, merkte je dat bijvoorbeeld in één van zijn programma’s B.O.O.S. amper. Hij werd van decor naar decor gebracht zonder dat het publiek doorhad dat hij er niet op eigen kracht kon komen. Meer dan dat Bikkel een film is over het succes van De Graaf laat De Boer zien wat er achter die buitenkant schuilging. Daarvoor komen drie vrouwen aan het woord. Barts zus, zijn moeder en zijn vriendin Valerie. Alle drie hadden een bijzondere, intieme relatie met hem en de vraag is eigenlijk wie er nu het meest verliefd op hem was. Zijn zus zegt het zelfs letterlijk. Dat ze dat was zonder het seksuele aspect erbij. Door de hele film heen is Kuifje te zien. De stripheld waar De Graaf fan van was en waaraan hij zich spiegelde. Waar hij ook op leek. Het geeft de film de broodnodige lucht hoewel de tragiek van De Graaf toch vooral voorop staat. De Graaf kon door zijn ziekte en steeds nieuwe complicaties niet oud worden. Maar leefde voor 100. Bikkel is uiteindelijk niets nieuws onder de zon. Behalve een aardig eerbetoon aan een bijzondere, bekende Nederlander is de film vooral gewoontjes. Eentje die je misschien wel kijkt GH als hij een keer op tv komt.
BODY OF LIES Spectaculair zijn de films van Ridley Scott (o.a. Gladiator en Thelma and Louise) altijd. En heel verschillend. Body of Lies kent - en dat is een constante - een ijzersterke cast. Scott koos opnieuw voor Russell Crowe en combineert hem dit keer met Leonardo DiCaprio. En onze eigen Carice van Houten die met Zwartboek over de grenzen bekend werd. Veel is op het moment van schrijven nog niet bekend. Af en toe wordt er een trailer vrijgegeven die beloofd waar Scott goed in is. Fabuleuze shots en scènes die als stilstaand plaatje al spanning oproepen. Actie afgewisseld met gesprekken die paranoia als drijfveer hebben. Body of Lies is de verfilming van de gelijknamige novelle van Washington Post columnist David Ignatius over een CIA agent die zich begeeft in een wereld vol terroristen. Scott werkt met beelden die we zo goed kennen van CNN en inmiddels via Google Earth nog veel populairder zijn geworden. Steden, gebouwen en straten, van bovenaf gefilmd. Elk moment kan er ergens iets ontploffen, dat lijkt de collectieve verwachting geworden. Scott zou Scott niet zijn als hij dat niet zou incorporeren in zijn idioom. Eigenlijk hoeft hij nog maar weinig extra te vertellen omdat de kijker ook al weet dat het over terrorisme gaat. Daarmee zal de film, net als Syriana van George Clooney, de vraag doen rijzen wat nu echt is. De GH werkelijkheid of Hollywood? In première op 20 november 2008.
CIAO STEFANO 35 jaar is ‘ie en hij koerst met een noodgang af op een midlife crisis. Of eigenlijk komt Stefano er meteen vanaf het begin van de film gelijk in. Ciao Stefano is de fijne Italiaanse film over lieve mensen die net even het verkeerde doen of meemaken. Een band die niet meer gaat, een relatie op zijn abrupte eind, familieleden die in de kreukels liggen. Het overkomt Stefano allemaal tegelijkertijd. Wie denkt dat Ciao Stefano een drama is, zwaar of onverteerbaar vergist zich lelijk. Het is precies het tegenovergestelde. Dat komt omdat lichtjes, bijna alsof het eigenlijk leuker is zo, al die ellende over je heen komt. En ook omdat Valerio Mastandrea, die Stefano speelt, zo’n fijne kop heeft. Door zijn droopy hondenogen bekeken is de wereld niet bepaald de vrolijkste. Toch wordt, doordat hij elke keer net even te lang in beeld is als hij een klap krijgt, bedrogen wordt, zijn moeder moet redden van zweverige gasten, de film als een luchtig toetje. Zo zit Stefano met vrienden aan de bar als eentje hem, een stoer verhaal ophagend, een enorme klap met zijn elleboog geeft. Met een bloedneus tot gevolg. De camera blijft aan Stefano kleven. Die ook dit gelaten ondergaat. Het enige onwaarschijnlijke is dat die Stefano niet één keer een woede-uitbarsting krijgt. Zelfs niet aan het einde. Ook dan is GH zijn daad van verzet een milde.
THE BANK JOB Een lekkere film. Niets bijzonders maar gewoon, voor een doorsnee vrijdagavond. The Bank Job laat zien wat betere films als Snatch (van Madonna-hubbie Guy Ritchie) eerder deden. Misdaad met een mals Brits accent. Want lekkere actiescènes, wat slimme trucjes om iets of iemand te beroven, een lekker ding als bijkomstige eye candy en vooral de nodige stomme mislukkingen. De Britse heists (overvalfilms) zijn altijd sukkeliger dan de geliktere Amerikaanse. Omdat ze nu eenmaal iets anders willen laten zien dan hun Hollywoodbroertjes. Een bepaalde tijdgeest - in dit geval de jaren zeventig -, die Britse branie en een romantiek die nooit bestaan heeft. Vleesgeworden Britse branie is Jason Statham omdat hij zowel in Snatch als Lock, Stock and Two Smoking Barrels ongeveer hetzelfde personage speelt als in The Bank Job. Cockney is wat hij spreekt, leip is hoe hij is. En verder niet al te clever. Stratham is hier Terry Leather die met wat maten een tunnel graaft, zo recht een bank in en wat kluisjes leegrooft. In eentje vinden ze, onbedoeld, compromitterende foto’s van iemand van het koningshuis. Tenminste, zo gaat het verhaal. Want de film is gebaseerd op een waargebeurde kraak. Lekker smeuïg voor de altijd op Koninklijke roddels beluste Britten. Ondertussen kabbelt The Bank Job hip door en raken de crimineeltjes steeds verder in de shit. Wat graafwerk hier. Een zoentje daar. Leather is niet voor niets een boef. Die deugen niet dus zoenen buiten de GH deur tussen het klussen door.
123
Ongrijpbare hapklare brokken
DE FILMS VAN
Of het nou een idiote Brad Pitt is, een sublieme Jeff Bridges of de altijd strakke Frances McDormand. Joel en Ethan Coen regisseren hun acteurs naar nieuwe hoogtepunten. En dat is nog maar het begin. De
films
van de broertjes, waaronder hun nieuwste Burn after reading, zijn stuk voor stuk goed, mooi, overweldigend, grappig en.... zo kunnen we nog wel even doorgaan.
The Big Lebowski (1998 - Polygram Filmed Entertainment)
The Dude. Het is een van de meest onwaarschijnlijke filmhelden aller tijden. Het typeert de films van Joel en Ethan Coen misschien wel bij uitstek. Jeffrey Lebowski (gespeeld door Jeff Bridges) is het niet gewend te luisteren naar zijn echte naam. Liever wordt hij Dude genoemd, the duder, El Duderino voor zijn part. Hij is cool en dat weet ‘ie ook. Maar niet zoals een actieheld dat is. The Dude is het tegenovergestelde. Een loser die niet van werken houdt en wel van zijn blowtje, bowlen en de dagelijkse portie White Russians. Met veel meer houdt de slons in de baggy relaxkleding zich niet bezig. In The Big Lebowski zit een verhaal, zoals de Coens dat altijd doen, dat veel suggereert maar ergens verloren loopt, ontspoort, vergeten wordt en nooit afgewikkeld zoals je dat zo goed kent van al die Hollywoodfilms. Maar hun films lijken daar wel op. Ze zijn mooi gefilmd en met dat all American-gevoel spelen hun verhalen vooral met de afspraken die het bekendste filmsysteem ter wereld kent. De Coens zetten keer op keer Hollywood op zijn kop en doen daar hun voordeel mee. Zo kent Fargo, volgens velen hun beste film, een politieagent die een misdrijf op moet lossen, meer Hollywood krijg je niet. Maar in plaats van een mysterie op te bouwen om dat later stapsgewijs te kunnen ontrafelen, loop het hier dood op idiote personages die zich domweg niet in een systeem laten inpassen. Bovendien is de agent een vrouw (gespeeld door vaste actrice Frances McDormand, getrouwd met Joel Coen) die in het begin van de film het hele mysterie in een tekst van
124
The man who wasn’t there (2001 - Good Machine)
minder dan een minuut al helemaal in kaart brengt. Meer dan over het verhaal en de afwikkeling gaat het om de personages, hun gesprekken, de bij vlagen gewelddadige scènes en de flamboyante stijl die zo lekker weghapt. No Country for Old Men, die het afgelopen voorjaar in Nederland werd uitgebracht, is in extremo gemaakt volgens die Coenformule. Een tijdje kijk je met spanning naar Javier Bardem, de Spaanse acteur die de kilste killer ooit speelt. Met ogen die niet lijken te knipperen, vermoordt hij zijn slachtoffers met een hogedrukfles. Nooit voelt hij genade, als er een opdracht binnenkomt, doodt hij. Op driekwart van de film, wanneer de jacht op die man met het waanzinnig stomme kapsel al even voortduurt, nemen de Coens ineens een afslag, ze verlaten de zo zorgvuldig opgebouwde hoofdlijn. Bijna als toevallige passant zie je later nog hoe Bardems queeste inderdaad fout afliep en niet voor hem. De Coens hebben er tot dat moment alles aan gedaan om je te laten geloven dat kwaad door goed zal worden bestraft. Niets is minder waar. Natuurlijk weten de broers dat dat het verwachtingspatroon van het publiek is. Een slechterik en goede cop, de achtervolging met de deadline, het loopt altijd goed af, hoe onwaarschijnlijk ook in Hollywood. Niet bij de Coens. Ook dat weet je, maar ze tergen je tot het uiterste. En nemen nog net de moeite om je even te laten zien dat het zo fout ging. Met een camera die helemaal aan het andere eind van alle actie staat, in dit geval op straat ver weg van het motel waar uiteindelijk een slachtpartij plaatsvond. En als toetje is nog een keer Bardem te
> r e cen sie s
THE COEN BROTHERS zien die vrolijk doorgaat, als de moordmachine die hij is, met zijn werk. De Coens hebben nog nooit een slechte of matige film gemaakt. Nog nooit. Net zo onwaarschijnlijk bijna als hun eigen verhalen. De een is beter dan de ander, de ene is meer bijzonder dan de ander maar zelfs Intolerable Cruelty die bijna een mainstream-film is met George Clooney en Catherine Zeta-Jones heeft die Coen-touch. Je moet er wat beter naar zoeken, dat is alles. Zo doen ze dat ook in een van hun liefste films, The Hudsucker Proxy, een ode aan het klassieke Hollywood, spelend in die tijd ook. Kleding, acteerstijl, accenten, decors, alles ademt de sfeer van de films uit de tijd waarin mannen nog mannen waren en vrouwen eigenlijk alleen maar een vamp of onschuldig meisje hoefden te zijn. En
No Country for Old Men (2007 - Paramount Vantage)
natuurlijk kiezen beide filmmakers dus voor een sullige held, gespeeld door Tim Robbins. Op zijn Amerikaans wordt die tegen alle verwachting in no time rijk. Omdat hij de hoelahoep uitvindt. Vele intriges later besluiten de Coens om eens een keer oprecht positief te eindigen. Het lustige citeren van die oude stijl maakt The Hudsucker Proxy een typische Coen. Maar omdat het door dat overtuigend kopiëren meteen ook een meeslepend ‘drama’ wordt, is het lastiger daar op te letten. Dat is bij hun nieuwste, Burn after reading, niet zo. Daar is Brad Pitt een ongelofelijk aandoenlijke idioot die op een sportschool werkt. Alles en iedereen is uitvergroot in deze film, die zoals The Big Lebowski, het publiek laat lachen, gieren, brullen. Voor het eerst schreven de Coens de rollen speciaal voor de acteurs die ze spelen. George Clooney, Brad Pitt, Frances McDormand en John Malkovich spelen daarom waarschijnlijk de sterren van de hemel. Je vraagt je daardoor af waar deze broers nu precies het beste in zijn. In hun acteursregie, hun idiote verhalen van eigenlijk helemaal niks, in dat prachtige uiterlijk dat hun films altijd hebben. Natuurlijk hoef er geen eensluidend antwoord op te komen of het moet zijn: in alles. Door het verhaal zou je die buitenkant soms bijna vergeten. Maar vooral films als O brother where art thou of The man who wasn’t there blinken juist daar vooral in uit. Die laatste laat zien dat de broers ook goed zijn in zwart-wit. Prachtig strak gefotografeerd zie je Billy Bob Thornton een verknipte kapper spelen. De film is zo licht gemaakt, zo filmisch, dat hij
tussen het zwart-wit de helderste kleuren lijkt te laten zien. In O brother where art thou, de eerste samenwerking met George Clooney, gebeurt dat ook echt. Daar zijn rietvelden knalgeel gekleurd en is het bos zompig van het groen. Dat, met een Clooney die halsstarrig met zijn haarnetje op blijft slapen en een ode aan Hollywoodlegende Clark Gable brengt. In uiterlijk en uitvergroot acteren. Het moet wel fantastisch zijn om met de Coens te werken. Acteurs lijken zo ontspannen de sterren van de hemel te spelen, ongegeneerd hun rol te kunnen zijn. De Coens zijn technisch bijna perfect te noemen. En elke keer spelen ze weer anders met kleur, camera, montage en geluid. Het is een wonder. Ook hun succes. Want net bezijden Hollywood werken,
door Gerlinda Heywegen Burn after reading van Joel en Ethan Coen gaat op 30 oktober in Nederland in première. Distributie UPI.
Burn after reading (2008 - Mike Zoss Productions)
geeft de meeste independent regisseurs precies dat stempel. Jij bent anders dan het systeem. Het is het een of het ander. Maar niet voor de genius brothers. Die lappen alles aan hun laars. Regels gaan eraan en soms juist niet als het publiek dat het meest verwacht. Na het misschien wel meesterwerk No Country for Old Men komt er nu met Burn after reading weer een onvervalste crowd pleaser. Met grote namen ter vermaak van het publiek. Voor het geld hoeven de Coens het niet te doen. Het lijkt alsof ze alle vrijheid van de wereld hebben, een status aparte. Al dertien films hebben ze op hun naam staan sinds 1984. En zijn alweer met drie nieuwe films bezig. De een na de ander poepen ze uit. Ook dat is bijzonder, binnen welk systeem of non-systeem dan ook. Vooral de laatste jaren gaat het steeds sneller. En toch, zelfs die oudjes blijven leuk. Zoals die hilarische scène in Raising Arizona, toen ook al met John Goodman. Daarin is Nicholas Cage de eeuwige boef die het maar niet af kan leren. Met een panty op zijn kop heeft hij zojuist geprobeerd iets te overvallen. Hij kruipt net achter het stuur van een pick up als een oud baasje voorbij komt lopen. Niet in het minst geïntimideerd wijst hij de jonge Cage alleen maar op het volgende: ‘Son, you got a panty on your head’. En schuifelt verder. Dat wist Cage ook wel, van die panty. Dat droge, de anti-climax, het onverwachte op het meest ongewone moment. Dat zijn de Coens. En de helden die ze verzinnen. Of het nou The Dude is, de politieagente in Fargo of Nicolas Cage in die film uit 1987. Het blijft verrassend. En fris. En doet steeds meer verlangen naar meer.
.
125
> r e cen sie s
CHRISTOPHE VAN ROMPAEY
ROBERT-JAN WESTDIJK
België 2008. In première op 2 oktober. Distributie RCV
Nederland 2008. In première op 25 september. Distributie A-film
AANRIJDING IN MOSCOU
HET ECHTE LEVEN
Een Belgische en Nederlandse film. De een zal het goed gaan doen, de ander wat minder. Ligt dat aan de filmische kwaliteiten of aan iets anders? Ligt het aan de liefde, in beide films het onderwerp? Ligt het aan wat je met die liefde doet? door Gerlinda Heywegen stills Aanrijding in Moscou Het Echte Leven
126
Het Echte Leven is de nieuwe film van Robert-Jan Westdijk die het Nederlands Filmfestival opent, het jaarlijks feestje van de Nederlandse Film. Aanrijding in Moscou is, tegen de verwachting in met zo’n titel, een Vlaamse film die – verschil moet er zijn – in Cannes draaide. Weliswaar niet in competitie, maar toch. Geselecteerd worden voor één van de programma’s van het meest prestigieuze filmfestival ter wereld is something else! Westdijk die bekend werd met zijn instant hit Zusje (met Kim van Kooten) speelt in Het Echte Leven opnieuw met het fenomeen film-infilm. Precies waar het Nederlandse publiek volgens vele filmvertoners niet zo happig op is. Het zou te elitair zijn, te moeilijkdoenerig. Dat is Het Echte Leven helemaal niet, dat ‘filmen over film’ is slechts de basis waarop een flinterdun maar ook aangenaam liefdesverhaaltje gebouwd wordt. Zoals in Hollywoodfilms gebeurt. Ramsey Nasr speelt regisseur Martin die met zijn eigen vriendin Simone een film maakt. Martin heeft een verhaaltje verzonnen dat bestaat uit een liefdestest voor die vriendin. Houdt ze wel echt van hem? Natuurlijk gaan fictie en ‘werkelijkheid’ door elkaar lopen. Zelfs zo erg dat lang niet altijd duidelijk is waar je nu naar kijkt, naar Simone, of de rol die ze speelt. Je moet er van houden, van dat gepuzzel. Misschien leidt het teveel af van wat mensen in groten getale, al zo lang als de film bestaat, willen zien. De Liefde. Dan is Aanrijding in Moscou de betere keus. En niet alleen om die reden. Waar de Nederlandse film het lekkere stuk van Amsterdam als decor heeft, is dat bij de Vlaamse film Ledeberg, een deelgemeente van Gent. Niet de bekendste plek op aarde maar filmisch net zo mooi als dat mooie Amsterdam. Een galerijflat die bijna tot esthetisch verantwoord verwordt, onbedoeld ook nog, dat is toch winst voor regisseur Christophe van Rompaey. Net zoals de flat het wint van dat hippe, mooie Amsterdamse café, overtroeft de afgepeigerde Matty de mooie, jonge Simone. Matty, een vrouw van begin 40, sjokt van supermarkt naar auto, van auto naar flat en van flat naar werk. Allemaal met dezelfde dodelijk vermoeide blik in haar ogen. Aanrijding in Moscou lijkt in eerste instantie te willen vertellen dat dromen er niet zijn om uit te komen. Die bedrieglijke boodschap wordt
aannemelijk gemaakt door de botsing tussen Matty en Johnny, letterlijk, aan het begin van de film als haar auto op zijn ‘camion’ rijdt, of omgekeerd. Want natuurlijk geven ze elkaar de schuld. Vrouwen kunnen niet rijden en mannen zijn beesten. Ondanks Matty’s sloeberige verschijning valt de potige, rossige, soms agressieve chauffeur voor haar. En besluit haar het hof te gaan maken. Dan wordt Aanrijding in Moscou een feel good movie, die desalniettemin nergens in zoetsappigheid wegzakt. De film heeft het niet nodig om er een ingewikkelde constructie zoals Het Echte Leven die gebruikt bij te halen. Westdijk kiest voor grijzige, vrij lelijk gefilmde interieurs. Het Amsterdam van op straat is dan wel redelijk fleurig, de film wil qua kleur en dus stemming maar niet oplichten. Het maakt dat het getob van regisseur Martin en het aanvankelijke liefdesverdriet van zijn vriendinnetje te zwaar aanvoelt. Uiterlijk, verhaal en vooral het verloop ervan passen niet bij elkaar. Alsof Westdijk zo opging in zijn constructie en alle moeilijkheden die daarbij komen kijken (twee filmsets op de plek van één bijvoorbeeld) dat de rest er een beetje bij in schoot. Aanrijding in Moscou is eigenlijk treurnis troef. Door de openingsscène met Matty, ogenschijnlijk zwaar depressief achter een karretje in de supermarkt, kun je nog denken dat dit een invoelend, zwaar drama wordt. Maar de film kleurt teveel, heeft zonneschijn en alleen regen als dat ook past. Er zit iets luchtigs in dat je al laat weten dat het wel meevalt (broodnodig!) voordat de eerste grap gevallen is. Want Aanrijding in Moscou is een tragikomedie, de lach en de traan, het beproefde recept. O zo moeilijk om overtuigend te maken. Alle bedenksels van Het Echte Leven ten spijt, laat de film zich uiteindelijk bekijken als een tussendoortje. Alleen als je weet hoe vervelend het is om een film te maken, weet je ook dat dit een klus van jewelste is geweest. Veel moeilijker nog dan met twee sets tegelijkertijd filmen, is het om humor op celluloid vast te leggen. Om de grap goed te timen, om acteurs geen flater te laten slaan maar het publiek te doen grinniken, in de broek te laten piesen, of met de traan nog maar net weggeslikt opgelucht te laten zuchtlachen. Vergelijken is niet eerlijk. Maar ga je voor een oprechte, kloppende film, ga je voor de Echte Liefde, ga dan naar Aanrijding in Moscou. Het echte leven komt er wel een keertje achteraan.
.
D R O O T S E G ON RONDKIJKEN? HIFI STUD IO WILBER T UTRECHT
IFI GLAS H N E ZUTPH ECHO TER NEUZEN TERNEUZ EN
NICS O R T C N ELE E G N I VAN REND E M R PU
AYEN A W K JAC STEIN
E AUDIOXPERIENC NUENEN
VAN AMERONGEN BEELD EN GELUID HEEMSTEDE D KLANKBEEL EN WAGENING O UDI A TO R E C M CON TERDA S AM
128
.
BOTMAN MULTI M EDIA HOORN
MIJN HIFI NIJMEGEN
NOOT O I D U ST RDAM E T S AM
NE A D AN M I UDIO L T S HIFI ENDAA S ROO
NT E NM I A T ER T EN E OM H IE MV RDAM LEE
HANZE HIFI ZWOLLE
MULTIFOON HIFI ALEXANDRIUM ROTTERDAM
AUDIO TIME BREDA
I
e ht Aeliv c a b am Berg
AUDIO AR TISTIEK GRONING EN
Lekker neuzen bij een aantal van de mooiste audio/video speciaalzaken: ga naar
hifidelity.nl/360graden
129
> co l ofo n
UITGEVERIJ XINGO BV
TRAFFIC MANAGEMENT
Hans Tebbens, Jean-Pierre Joos
Timo Schuurbiers
HOOFDREDACTEUR
MARKETING EN SALES
Marc Brekelmans
Jean-Pierre Joos
redactie@hifidelity.nl
sales@hifidelity.nl
EINDREDACTEUR
WEBSITE HIFIDELITY
Dieter van den Bergh
Aceview Brochureweb
REDACTIE
Technische realisatie en cms: Patrick Houtman
Max Delissen, Guido de Kanter, Dieter van den Bergh, Paul Geerts, Gerlinda Heywegen, Gerrit
MET MEDEWERKING VAN
van den Hoven, Berry van Broekhoven, Patrick
Tamara Rijkers, Denise de Lange, Jeroen van
van den Bergh, Rob van Ginneken, Bert Dekker,
Oostveen, Henny Hemmes, Paul de Kok, Sounds
Annemarie van Oostenbrugge, Jan Luisterburg,
Tilburg, Jaap en Marijke Bouwens, Denniz, Ilona,
Timo Schuurbiers
Kevin, Vera, Sander, Martje van den Hoogen, 013 Tilburg, Leenaarts Antiek en interieur, Kunstlicht
FOTOREDACTIE
(Jacqueline de Jonge)
Jiri Buller, Paul Vermeulen, Niek Brunninkhuis, Marcel van den Bergh, Loe Beerens, Cindy Joos,
DRUKKERIJ
Erik Teubner, Frits van Eldik, Edwin Smulders, Rob van Ginneken
Speciale dank Habé Tilburg / Hans van Welbergen
GRAFISCHE VORMGEVING
CONTACT
Bruut ontwerp i.s.m. Kaftwerk
Xingo / Hifidelity Stadhuisplein 343
COVERFOTO
5038 TH Tilburg
Jiri Büller
013-5433713 www.hifidelity.nl
ILLUSTRATIES Marthe Nagengast
© 2008 – Hifidelity is een uitgave van Xingo BV. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande
VORMGEVING ADVERTENTIES
schriftelijke toestemming van de uitgever. Hifidelity is niet aansprakelijk voor eventuele
Karlo Stirmer / Noticed
onjuistheden in deze uitgave. Hifidelity is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden
Sofieke van den Hout / Studio Goosen
welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave.
Xingo ondersteunt sinds jaar en dag de Stichting Sibusiso. Voor meer informatie: www.sibusiso.com.