Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
1
Florijn College Jaarverslag 2007 1.
Inleiding
Het jaar 2007 stond voor het Florijn College in het teken van verder bouwen op de fundamenten zoals die na de fusie zijn gelegd. Nadat in 2006 de visie, missie en kernwaarden voor het MBO en het VMBO zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur is in 2007 verder invulling gegeven aan deze positionering. Kort samengevat is het strategisch beleidsplan van het MBO afgerond en uitgewerkt in een strategisch beleidsplan dat is opgesteld voor de beleidsperiode 2008-2012. Hierin zijn naast de meerjarenvisie ook de kwaliteitscycluclus, het INK-model en de Prestatie indicatoren van ROC West-Brabant opgenomen. Het VMBO heeft een soortgelijk traject doorlopen dat enige achterstand heeft doordat het proces bij het betreden van de nieuwbouw enige tijd heeft stilgelegen. Voor Mavo Oosterhout en VMBO Breda betekent dit dat het integrale beleidsplan in 2008 opgeleverd zal worden. Ook uit deze plannen zal het integrale karakter blijken doordat het ZelfEvaluatieKader (ZEK), het INK model, de PDCA cyclus en de prestatieindicatoren tot één geheel worden samengevoegd. Tijdens de bijeenkomst in Westkapelle is voor zowel MBO als VMBO een Bull’s-Eye opgesteld. Voor het VMBO Breda stond 2007 in het teken van de verhuizing naar de nieuwbouw aan de Meulenspie in Teteringen en de invoering van het uitgezette beleid in het beleidsplan ‘bouwen aan vernieuwend onderwijs”. De implementatie hiervan in de nieuwe leeromgeving met de modernste digitale technieken is geslaagd te noemen. Verdere invulling en gebruik van de daarbij behorende media zijn onderwerp van studie in de komende jaren. Mavo Oosterhout heeft in 2007 verder geïnvesteerd in de relatie met het mgr. Frencken College en de eerste resultaten van de instromers van Florijn naar mgr. Frencken College zijn zonder meer goed te noemen. De implementatie van het positioneringsthema “ontdekken” loopt in Oosterhout enigszins achter. Het streven is nu om dit per augustus 2008 afgerond te hebben. De voorbereidingen voor de uitbreiding en de interne verbouwing als gevolg van de groei van leerlingaantallen in de afgelopen jaren is afgerond en er is een start gemaakt met de verbouwing. Begin schooljaar 2008-2009 zal dit in gebruik worden genomen. Het Michaël College met vrijeschool onderwijs in Prinsenbeek heeft dit jaar een daling van leerlingaantallen laten zien. In het najaar is in samenwerking met de “Vereniging van ouders bovenbouw vrijeschool onderwijs” (VOBW) een intensieve wervingscampagne opgezet om met name leerlingen uit de onderbouw van de vrijeschool te werven. Verder ligt het in de bedoeling om de school, in het kader van het Masterplan Breda, over te dragen aan scholengemeenschap Breda, in het bijzonder sg. Markenhage. Onder leiding van een stuurgroep zijn hiervoor in 2007 de voorbereidingen gestart, die uiteindelijk hebben geresulteerd in een overdrachtsdocument dat begin 2008 het inspraaktraject ingaat. Het MBO van het Florijn College is doorgegaan op de weg naar competentiegericht onderwijs. In 2007 zijn alle afdelingen met experimenten begonnen. De teamvorming is verder vorm gegeven en de implementatie van het strategisch marketingbeleid heeft voor het MBO geleid tot een integraal meerjarenbeleidsplan 2008-2012. De verbouwing van het gebouw Wilhelminasingel 33 in het kader van globalisering is in 2007 gestart en zal in 2008 worden afgerond. In het management van het MBO is er één wijziging. De afdelingmanager van de afdeling Detailhandel heeft een functie elders binnen het ROC aanvaard. Een
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
2
procedure heeft geen geschikte kandidaat opgeleverd waardoor de directie genoodzaakt was een interim manager aan te stellen. 2. Financiën Zie apart overzicht “exploitatierekening 2007 per college”. Inzet van geoormerkte gelden zoals FES, innovatiebox en stagebox
FES gelden Naam project Teamontwikkeling/ teambuilding MBO Positionering onderwijs Competentiegericht curriculum FAST
begrote daadwerkelijke Inzet inzet 36.484 7.662 50.000 26.309 208.500 362.916 1) 27.500 14.168
Totaal FES
322.484
411.055
Innovatiegelden Verticalisering Terugdringen uitval MBO
30.000 119.000
4.146 29.560
Totaal innovatiegelden
149.000
33.706
Stageboxgelden
108.000
12.122
1) fors hogere inzet veroorzaakt doordat een deel van de kosten van personeelsleden onder te brengen zijn onder de FES verantwoording
3. Jaarverslag MBO 3.1
Bestuurlijk vermogen
In 2007 is het positioneringstraject afgerond voor zowel MBO als VMBO. In het kader van het meerjarenplan 2008-2012 van het Florijn College is een aantal documenten opgeleverd. De finishfoto 2012 is gebaseerd op het strategisch marketingplan, de INK nulmeting en opgebouwd rond het toetsingskader van de inspectie, de governancecode en de Kritische Succes Factoren (KSF) en prestatieindicatoren (PI) zoals die ROC breed zijn opgesteld. Een en ander is volgens het INK model uitgewerkt en zal middels een Plan-DO-Check-Act cyclus (PDCA) regelmatig gecontroleerd en bijgesteld worden. De meerjarenplanning is in jaarlijkse deelplannen uitgewerkt, waarbij verantwoordelijken benoemd zijn. Een jaarlijkse zelfevaluatie maakt onderdeel uit van de kwaliteitscyclus. Voor het VMBO wordt hiervoor het VMBO-brede ZelfEvaluatieKader gebruikt (ZEK). Voor het MBO wordt een zelf ontwikkelde vragenlijst gebruikt op basis van de toetsingscriteria van de inspectie en de governancecode. Per jaar worden speerpunten benoemd. Vanuit de missie, visie en kernwaarden is de ‘finishfoto’ gemaakt. De foto is een weergave van het Florijn College zoals we dat in 2012 voor ogen hebben. Om dit te bereiken is in het
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
3
strategisch beleidsplan de weg naar het doel beschreven. Onderverdeeld in actieclusters wordt de weg naar 2012 vanuit het oogpunt van management en diensten concreet vertaald naar verbeteractiviteiten en doelstellingen. De beoordeling van de geleverde prestaties en de verantwoording in het kader van het strategisch beleid worden geborgd in een jaarcyclus ‘Check & Act’ die vanaf de zomer van 2007 is ingevoerd. De afdeling Audit en Control en de instituutscontroller voeren regelmatig onderzoek uit naar de diverse processen en de bereikte resultaten. Zij doen dit in opdracht van de Raad van Bestuur of de directeur van het Florijn College. Het bedrijfsleven wordt actief betrokken bij het inrichten en verbeteren van het onderwijs. Voor alle opleidingen zijn, voor zover deze nog niet bestonden, klankbordgroepen met het bedrijfsleven opgericht. Daarnaast worden er structureel meer gastcolleges verzorgd door deskundigen uit het bedrijfsleven en zijn er projecten en opdrachten in samenwerking met het bedrijfsleven ontwikkeld. Voor het vaststellen van de beoordelingsnormen op basis van de nieuwe kwalificatiedossiers is de hulp van het bedrijfsleven ingeroepen.
3.2
Wettelijke vereisten MBO
Wettelijke documenten, regelingen en procedures zijn het afgelopen jaar zoveel mogelijk geharmoniseerd. De colleges van ROC West-Brabant maken gebruik van documenten die op centraal niveau zijn ontwikkeld. Deze documenten zijn getoetst aan de wettelijke vereisten zoals deze door de minister zijn gesteld. De onderwijsprogramma’s worden de komende jaren aangepast in het kader van het herontwerp. Op basis van dit veranderingsproces worden wettelijke documenten bijgesteld en waar mogelijk verbeterd. Speciale aandacht gaat uit naar de “studentvriendelijkheid” van documenten. In dat kader wordt er een nieuwe Onderwijs en Examenregeling ontworpen die voldoet aan de wettelijke vereisten en qua informatie goed aansluit bij de behoeften van een startende student. 3.3
Toegankelijkheid MBO
Binnen het Florijn College is er veel aandacht voor de begeleiding en zorg rondom studenten die extra zorg behoeven en/of waarvan sprake is van een verhoogd risico op vroegtijdig schoolverlaten. Er is beleid geformuleerd voor begeleiding en zorg. Aanvullend op de directe begeleiding en zorg van de mentoren/trajectbegeleiders is er het interne bureau Leerlingenbegeleiding. In procedures is vastgelegd wanneer een student hiernaar wordt doorverwezen. Binnen het ROC kan ook verwezen worden naar het Servicecentrum voor Studie en Beroep voor deskundige begeleiding en ondersteuning voor bijvoorbeeld studenten met leerproblemen of een moeilijke thuissituatie. Het servicecentrum werkt samen met regionale instanties op het gebied van ondersteuning van begeleiding en zorg. In het kader van ‘Aanval op de uitval’ zijn projectgelden vrijgemaakt. In een bijeenkomst met management en docenten is onderzocht welke risicofactoren er bestaan en welke factoren er beïnvloedbaar zijn. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen worden gevolgd in de jaarcyclus van ‘Check & Act’.
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
4
3.4
Programma MBO
De programma’s voor de meeste opleidingen zijn ingericht op basis van de deelkwalificatiestructuur en eindtermen. De richtlijnen van de kenniscentra Ecabo en Handel bepalen in grote mate de samenhang en studiebelasting. Opleidingen waarvan is geconstateerd dat de studielast niet evenwichtig over de leerjaren is verdeeld, hebben de programmering aangepast. In het kader van herontwerp is er een beleidsnotitie opgesteld waarin algemene uitgangspunten en kaders zijn geformuleerd. Daarnaast is er een ontwikkeltraject voor onderwijsvernieuwing uitgezet en worden er beproefde formats voor producten ter beschikking gesteld. In de formats wordt de relatie tussen het programma en de kwalificatiedossiers gelegd. Bij productbeoordelingen en in (status)gesprekken met ontwikkelaars van het vernieuwde onderwijs wordt de inrichting van het onderwijsprogramma getoetst aan dit beleid. De kwalitatieve en kwantitatieve normen bepalen of een opleidingsteam klaar is voor toetreding aan de experimenten. De opleidingen die al experimenteren (Internationale Groothandel en Secretariële beroepen) zijn regelmatig geëvalueerd met klankbordgroepen van studenten en bedrijfsleven. Ook deskundigen van de kenniscentra nemen deel aan bijeenkomsten over de onderwijsvernieuwing. Op deze manier wordt de samenhang, studiebelasting en studeerbaarheid van de programma’s bewaakt. De vernieuwde opleidingen zijn ingedeeld in leerlijnen. De geïntegreerde leerlijn bestaat uit het leren in praktijksituaties zoals stages, projecten en simulaties. Er worden bestaande projecten en simulaties gebruikt en er worden eigen projecten ontwikkeld. In de flankerende leerlijn vindt verdieping plaats in beroepsvaardigheden en –kennis. De ondersteunende leerlijn tenslotte bevat taalonderwijs en burgerschap. Afhankelijk van de opleiding wordt bepaald welke onderdelen kunnen worden geplaatst in de geïntegreerde leerlijn. Voor Handel en Zakelijke dienstverlening zijn taal en beroepshouding belangrijke aspecten van het beroep. Het aandeel algemene vakken zal in dat opzicht proportioneel blijven. Medewerkers van het Bureau BPV-begeleiding en stagebegeleiders hebben regelmatig contact met praktijkbegeleiders en stagiaires over de aansluiting tussen school en bedrijfsleven. Met name het toepassen van theorie in de praktijk en de terugkoppeling van de leerervaring uit de BPV in het onderwijsprogramma op school zijn aandachtspunten die binnen het herontwerp worden meegenomen. Op het gebied van maatwerk en tempodifferentiatie zijn de mogelijkheden, met name binnen de BOL, nog beperkt. Er zijn enkele voorbeelden waarbij er sprake is maatwerk. Bij Internationale Handel en Groothandel wordt in de introductieweek een rekentest afgenomen. Op basis van de resultaten van deze test krijgen studenten in de eerste periode een programma aangeboden dat is afgestemd op de individuele leerbehoefte. Bij bedrijfsadministratie bestaan er op groepsniveau versnelde doorstroomtrajecten. De vernieuwde opleidingen zullen starten met een generieke periode waarna de definitieve niveaukeuze wordt gemaakt. Er is een beleidskeuze gemaakt om binnen de onderwijsvernieuwing eerst een opleidingsprogramma te ontwikkelen en doorlopen, om vervolgens de mogelijkheden van flexibilisering en tempodifferentiatie vorm te geven. De programmering en de gerealiseerde onderwijstijd zijn voor schooljaar 2006-2007 onderzocht. Voor een aantal opleidingen zijn er aanpassingen in het programma gemaakt,
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
5
die hebben geleid tot een betere invulling van het leerjaar. Daarnaast is er een systeem opgezet om onvoorziene uitval en vervanging te volgen. De cijfers worden gebruikt om voor de nieuwe cohorten op basis van ervaringsgegevens voldoende uren te programmeren. Ook worden er doelstellingen geformuleerd ten aanzien van uitval en vervanging. De leeromgeving is voor een deel aangepast aan de reële beroepssituatie. Voorbeelden daarvan zijn simulaties bij Bedrijfsadministratie, Secretariële beroepen en IGH. Verdere noodzakelijke aanpassingen van de leeromgeving worden in overleg met de opleidingsteams de komende tijd uitgevoerd. 3.5 Leerproces MBO De programma’s voor de verschillende opleidingen worden samenhangend en evenwichtig opgesteld (zie kwaliteitsaspect 4). Bij de onderwijsvernieuwing is er specifieke aandacht voor de opbouw van de lesweek. De clustering van onderwerpen en afwisseling is erop gericht om de student te stimuleren en te zorgen voor een goede spanningsboog. Om een goede roostering vanuit didactische overwegingen mogelijk te maken heeft het management besloten om de roostereenheden en periodisering voor alle opleidingen gelijk te stellen. De volgsystemen bij de verschillende afdelingen bewaken de aanwezigheid van de studenten. De informatie over aanwezigheid wordt gebruikt door de mentoren/trajectbegeleiders bij begeleidingsgesprekken. Bij de opleiding Internationale Handel en Groothandel is vanaf de zomervakantie een pilot met een elektronisch presentiesysteem gestart. Binnen de opleidingen worden er verschillende didactische werkvormen toegepast (stage, project, talencentrum, burgerschapmodules, opdrachten, simulaties etc.). De komende jaren zal de beroepspraktijk meer centraal komen te staan. Binnen het scholingsaanbod zijn er mogelijkheden voor docenten om zich verder te bekwamen in de manieren waarop kennis en vaardigheden kunnen worden overgebracht en getraind. De begeleiding van de studenten in het leertraject in school en tijdens de BPV vond structureel plaats. De mentoren/trajectbegeleiders hebben een belangrijke functie in de begeleiding en zorg voor studenten en in de informatievoorziening naar studenten toe. Studenten ervaren deze vorm van begeleiding als belangrijk en zijn er tevreden over. Er is een duidelijke koppeling tussen stagebegeleiding en de begeleiding van praktijkopleiders. De medewerkers van het BPV-bureau stemmen dit regelmatig af met de begeleiders van de BPV-bedrijven. 3.6 Trajectbegeleiding MBO De beleidsnotitie rondom begeleiding en zorg geeft richting aan de manier waarop trajectbegeleiding wordt vormgegeven. In dit beleidsstuk staat onder andere beschreven op welke manier de trajectbegeleiding intern, binnen het ROC en in samenwerking met betrokken regionale instanties is opgezet. Voor de voorlichting op VO-scholen is er nieuw voorlichtingsmateriaal gemaakt, waaronder korte films die ook op de website van het Florijn College kunnen worden bekeken. Het doel van het nieuwe voorlichtingsmaterialen is om beter aan te sluiten bij de belevingswereld van onze doelgroep. De voorlichters hebben een mediatraining gevolgd die werd verzorgd door specialisten van TV & Co.
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
6
Voor een goede informatieoverdracht van leerlingen die van het voortgezet onderwijs afkomstig zijn, is er door de VO-scholen een doorstroomdossier ontwikkeld. Dit dossier wordt gebruikt tijdens de intakegesprekken. Tijdens de intakegesprekken wordt gekeken naar toelaatbaarheid, beroepsbeeld, motivatie en risicofactoren zoals dyslexie. Bij twijfel volgt een extra gespreksronde of wordt het servicecentrum ingeschakeld. Het Servicecentrum voor Studie en Beroep van het ROC heeft in het maken van een keuze voor een opleiding of beroep een belangrijke functie. Studenten worden naar het servicecentrum verwezen voor bijvoorbeeld een capaciteitentest. Bij eventuele afwijzing kunnen studenten ook gebruik maken van de afdeling Transit die zich binnen het servicecentrum bezig houdt met loopbaanbegeleiding. De coördinatie met relevante instanties is vanuit dit centrum georganiseerd. Tijdens de studie hebben de mentoren/trajectbegeleiders een coachende rol naar studenten toe met betrekking tot het vormgeven van de eigen loopbaan. De studentvolgsystemen geven informatie over voortgang, problemen en verzuim. Met behulp van dit systeem worden mogelijke bedreigingen voor een succesvol traject tijdig gesignaleerd. 3.7 Omgang en veiligheid MBO De functie van kam-coördinator is enige tijd niet ingevuld geweest. De nieuwe projectleider heeft een arbo-beleidsplan en plan van aanpak opgesteld en zal de implementatie hiervan coördineren. Komend schooljaar wordt het schoolveiligheidsplan voor het Florijn College ontwikkeld. Dit plan is gebaseerd op het veiligheidsbeleid van ROC West-Brabant. Komend schooljaar wordt er weer een risico-inventarisatie gehouden. Knelpunten worden opgenomen in een plan van aanpak. Studenten weten waar ze terecht kunnen met klachten en problemen. Uit panelgesprekken met studenten en de Odin-enquête blijkt dat de sociale veiligheid en persoonlijke begeleiding van mentoren/trajectbegeleiders positief wordt bevonden. Vragen en opmerkingen van studenten worden serieus genomen en zorgvuldig behandeld door docenten en overige medewerkers van het Florijn College. Er wordt vertrouwelijk omgegaan met informatie. Belangrijke incidenten worden geregistreerd. Omdat ook registratie van kleinere incidenten informatie oplevert die van belang is voor preventieve maatregelen is het komend schooljaar een nieuw registratiesysteem operationeel. 3.8 opbrengst MBO Binnen de opleidingsteams wordt bewust gestreefd naar een verhoging van de gediplomeerde uitstroom. Hiervoor gebruikt men ervaringsgegevens van voorgaande cohorten. Op het gebied van voorlichting en intake wordt veel aandacht besteed aan het voorbereiden van de instromers. Managementinformatie betreffende instroom-doorstroom-uitstroom komt nog moeizaam tot stand. De gebruiksvriendelijkheid van het huidige systeem laat te wensen over. Het komend schooljaar wordt gestart met een nieuw geavanceerd registratiesysteem. De IDU-informatie is beperkt bruikbaar als sturingsinstrument. Ook wordt er nog niet structureel gewerkt met landelijke vergelijkingscijfers (benchmark). De rendementscijfers voor zowel de MBO als VMBO afdelingen van het Florijn College zijn te vinden in het ROC deel van dit jaarverslag in paragraaf 3.2. De getallen van het Florijn College zijn beter dan het landelijk gemiddelde. Er zijn echter nog te weinig gegevens voor sturing. Daarvoor is informatie nodig op detailniveau zoals
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
7
bijvoorbeeld uitval en prestaties per cohort. Ook is de kans op succes van studenten die intern doorstromen een belangrijk gegeven. 3.9 Examinering In de zelfevaluatie die is opgesteld in het kader van het examentoezicht door de Inspectie van het onderwijs zijn de examenactiviteiten en de organisatie op basis van de kwaliteitsaspecten van het toezichtskader voor de afdeling MBO van het Florijn College geëvalueerd. In deze paragraaf worden de bevindingen kort samengevat. Het beroepenveld geeft aan vertrouwen te hebben in de kwaliteit van de examinering. Het beroepenveld wordt betrokken bij de inhoud en uitvoering van het examen. In de verbeteracties is aandacht besteed aan de aantoonbaarheid van de betrokkenheid van het beroepenveld. De deelnemer geeft aan tevreden te zijn over de kwaliteit van de examinering. Op basis van de tevredenheidsenquête is wel de informatieverstrekking naar deelnemers een aandachtspunt in de verbeteracties. Waarbij de inzet van de portal een belangrijk onderdeel zal worden van de verbeteracties. Verder zijn deelnemers betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw OER/studiegids. Het Florijn College heeft het ontwikkelingsbeleid Medewerkers in een beleidsnotitie vastgelegd. Bij de verbeteracties komt het aantoonbaar maken, dat van elke betrokkene bij de examinering de aanwezige deskundigheid is beoordeeld aan de orde. Kennis wordt gedeeld tussen de teams bij de “bijeenkomsten van de onderwijsvernieuwers” . Deze groep is gestart in het schooljaar 2006-2007 en de stukken van de bijeenkomsten staan op de portal. Deskundigheidsbevordering is op meerdere fronten ingezet. Naar aanleiding van productaudit van het KCE van 2005-2006 en 2006-2007 (zie ook paragraaf 3.3. van het ROC deel van dit jaarverslag) is er geen reden tot het aanpassingen van het exameninstrumentarium voor de eindtermgerichte opleidingen. Het beleid om examens per examenperiode te controleren blijft voor het komend jaar gehandhaafd. Voor het CGO-onderwijs voldoet het exameninstrumentarium inhoudelijk aan de eisen. Waar nodig wordt gebruik gemaakt van adviesbureaus om de juiste expertise binnen te halen. De examencommissie is nauw betrokken bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van nieuwe examens. Hierdoor wordt de inhoudelijke kwaliteit van het exameninstrumentarium geborgd en worden toetstechnische kwaliteitseisen geborgd. De examineringsprocessen zijn transparant. Het handboek Examinering is actueel. De exameninformatie is vastgelegd in de database Florex. De controlemomenten zijn vastgelegd in het handboek Examinering. Op basis van de vele beoordeling van de producten is er geen aanleiding gevonden om de instrumenten van constructie, beoordeling en vaststelling aan te passen. In de verbeteracties is aandacht besteed aan de borging van de summatieve examens in de nieuwe experimentele opleidingen. De momenten dat er proces- en productevaluaties plaatsvinden zijn geëvalueerd en opnieuw vastgelegd in het Handboek Examinering. In de actielijst van de examencommissie zijn alle evaluaties met betrekking tot het constructie-, het vaststellings- en het beoordelingsproces, inclusief de daarbij horende instrumenten vastgelegd. Hierin komt ook de analyse van de examenresultaten naar voren. Voor wat betreft de wettelijke vereisten rondom examinering zijn er geen aanpassingen geweest die invloed kunnen hebben op deze standaard.
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
8
4.
Jaarverslag VMBO
4.1
Zorg voor kwaliteit
In 2007 is het positioneringstraject afgerond voor zowel MBO als VMBO. In het kader van het meerjarenplan 2008-2012 van het Florijn College is een aantal documenten opgeleverd. De finishfoto 2012 is gebaseerd op het strategisch marketingplan, de INK nulmeting en opgebouwd rond het toetsingskader van de inspectie, de governancecode en de Kritische Succes Factoren (KSF) en prestatieindicatoren (PI) zoals die ROC breed zijn opgesteld. Een en ander is volgens het INK model uitgewerkt en zal middels een Plan-DO-Check-Act cyclus (PDCA) regelmatig gecontroleerd en bijgesteld worden. Voor Mavo Oosterhout en VMBO Breda wordt het strategisch beleidsplan in 2008 opgeleverd. Ook uit dit plan zal het integrale karakter blijken doordat het ZelfEvaluatieKader (ZEK), het INK model, de PDCA cyclus en de prestatieindicatoren tot één geheel worden samengevoegd. De inspectie VO gaat over op een nieuw toezichtskader dat gebaseerd is op het kwaliteitsdenken en good governance. In alle VMBO scholen van ROC West-Brabant is in de afgelopen twee jaar het ZEK (ZelfEvaluatieKader) geïmplementeerd. Vooruitlopend op een entiteit VMBO als gevolg van o.a. het Masterplan Breda kan daarom nu al vastgesteld worden dat alle VMBO scholen van ROC West-Brabant hun kwaliteit op eenzelfde manier meten en beheersen. Het ZEK is grotendeels gebaseerd op het toetsingskader van de inspectie en is daarmee een goed instrument om gebruik van te maken in de rapportages en besprekingen tijdens het Jaarlijks Bezoek en mogelijke kwaliteitscontroles door de inspectie. In 2007 zijn visitatiebezoeken gebracht door externe auditgroepen aan alle afdelingen van het Florijn College, uitgezonderd het Michaël College. De daaruit voorkomende conclusies zijn onderwerp geweest van consent gesprekken tussen directie en afdelingsmanagers/teams. Op deze manier zijn ontwikkelagenda’s samengesteld die in 2008 uitgevoerd gaan worden. Het ZEK-instrumentarium wordt uitgebreid met andere instrumenten die inzoomen op het primaire proces, aangezien dit een kernprobleem gebied is, zo blijkt uit de zelfevaluatie. Vanwege het aantreden van een nieuwe afdelingsmanager op het Michaël College te Prinsenbeek heeft de invoering en voortgang van het ZEK enige vertraging opgelopen. Gelet op de overdracht van het Michaël College aan de Scholengemeenschap Breda per 0108-2008 oriënteert het Michaël College zich de komende periode onder andere ook op de wijze waarop de kwaliteitszorg op de Scholengemeenschap Breda is georganiseerd en de instrumenten die hiervoor worden gebruikt. Daarnaast is er in 2007 door drs. C. Hoffmans in opdracht van “Kwaliteit leerlingenzorg in het VMBO en PRO” onderzoek gedaan naar de resultaten van dit ROC-brede project. In het eindrapport kwaliteitszorg, gericht op de leerlingenzorg in de VMBO scholen van het ROC West Brabant onder de titel “Naar een gemeenschappelijke en doorlopende zorglijn” dat is gepresenteerd tijdens de eindconferentie ZEK in juni 2007, worden o.a. aanbevelingen gedaan voor de komende jaren. Deze worden meegenomen in de ambities voor 2008 en de daarop volgende jaren. 4.2
Onderwijs en leren
De huidige maatschappij verwacht dat jongeren al op jonge leeftijd veel kunnen: zelfstandig werken, een planning maken, een project organiseren, een situatie analyseren en ga zo maar verder. De basis die jongeren vanuit het onderwijs meekrijgen, moet steeds beter aansluiten bij de eisen van onze maatschappij. Wij willen daarom ook graag een open school zijn, een school die dicht bij de maatschappelijke werkelijkheid staat, die buiten binnen haalt, die van buiten wil leren. Vanuit die open school gaan leerlingen fysiek en virtueel naar buiten en halen we buiten binnen. Leerlingen kunnen op een realistische wijze hun vaardigheden ontwikkelen als de
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
9
schoolopdrachten aansluiten bij de buitenschoolse praktijk. Leren zoveel mogelijk plaatsen in de context, maakt leren voor leerlingen betekenisvol. De open school staat ook voor een school waar de muren tussen vakken en vaksecties daar waar mogelijk zijn opgeheven. Leraren en vaksecties werken meer samen. De leerlingen werken vaker in verschillende groepssamenstellingen aan opdrachten, leren zelfstandig iets uit te werken, onder andere met behulp van allerlei ICT-toepassingen. De schooldag van een leerling moet een temporijke show zijn en leerlingen moeten hun opleiding als een samenhangend en afwisselend geheel ervaren. Er wordt meer rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen. Leerlingen moeten zelf bepalen welke manier van leren het beste bij ze past. Ze moeten een eigen manier van leren ontwikkelen, zonder dat ze de inhoud van de vereiste kennis kunnen bepalen. Daarin hebben de docenten nu juist een belangrijke rol als begeleider. Leren is iets wat leerlingen zelf moeten doen. Docenten kunnen leerlingen het leren niet uit handen nemen en kunnen ze, in deze tijd, ook niet dwingen om te leren. Wel kunnen ze leerlingen hulp en ondersteuning bieden. Als leerlingen hulp krijgen, serieus genomen worden en zich verantwoordelijk gaan voelen voor het leren, zullen ze er meer plezier in krijgen en gemotiveerder zijn. Actief en zelfstandig lerende leerlingen maken het onderwijzen niet alleen voor leerlingen, maar ook voor docenten aantrekkelijker. Dit alles vraagt om andere vaardigheden van docenten en een krachtige leeromgeving. In de ontwikkeling van docenten is in 2007 in Oosterhout geïnvesteerd in scholing gericht op het versterken van het mentoraat. In 2008 vindt deze scholing plaats voor de docenten van VMBO Breda. Bij VMBO Breda zijn bij het betrekken van de nieuwbouw in 2007 alle medewerkers geschoold op het terrein van computervaardigheden en gebruik digitaal schoolbord. In 2008 vindt deze scholing plaats voor de medewerkers in Oosterhout. In Breda is met de nieuwbouw voor het VMBO een krachtige leeromgeving gerealiseerd. De uitbreiding van de school in Oosterhout zorgt in 2008 voor een zelfde resultaat. Een onderzoek naar de wettelijke onderwijstijd in het schooljaar 2006-2007 heeft opgeleverd dat niet in alle leerjaren aan de wettelijke norm wordt voldaan. Voor het schooljaar 20072008 is daarom 5% extra onderwijstijd geprogrammeerd. De programmering en realistatie van de onderwijstijd worden op alle vestigingen van het VMBO op een transparante wijze bijgehouden en in beeld gebracht. Eind 2007 is de verwachting dat in het schooljaar 20072008 aan de wettelijke norm wordt voldaan. 4.3
Opbrengsten
De rendementscijfers voor zowel de MBO als VMBO afdelingen van het Florijn College zijn te vinden in het ROC deel van dit jaarverslag in paragraaf 3.2. De in-, door- en uitstroomgegevens van de verschillende locaties van de unit VMBO laten zien dat onze leerlingen presteren op het niveau dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht. Deze gegevens worden door de onderwijsinspectie op internet gepubliceerd op de opbrengstenkaart. De examenresultaten in het schooljaar 2006-2007: Aantal examenkand.
geslaagd
gezakt
herkansing
Aantal geslaagd na herkansing
% geslaagd na herkansing
6
15
118
87.4%
11
100
96,2%
Bisonstraat Breda VMBO GL-TL
135
114
Mgr. de Vetstraat Breda VMBO Basis en Kader
104
93
Vijverstraat Prinsenbeek VMBO Vrije School GL-TL
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
10
48
43
0
5
46
95.8%
2
13
172
97,2%
Kruidenlaan Oosterhout VMBO TL
177
Jaarverslag 2007/FC/Fl1t
162
11