Filozofická fakulta Univerzity Palackého v Olomouci _____________________________________________________ Katedra Nederlandistiky
Studijní rok: 2009/ 2010
Magisterská práce magisterského studia Nizozemská filologie se zaměřením na odborný jazyk
Tussen twee werelden - over multiculturele samenleving in Vlaanderen
Between two worlds - about multicultural society in Flanders
Vedoucí práce: Drs. Bas Hamers Studentka: Lucie Pařízková
______________________________________________________________ OLOMOUC 2009
VERKLARING
Ik verklaar, dat ik deze masterthesis aan het thema ‘Tussen twee werelden over multiculturele samenleving in Vlaanderen’ zelf aleen met gebruik van de genoemde literatuur en met begeleiden van meneer Bas Hamers van de masterthesis heb gemaakt.
In Olomouc, 17 december 2009
Lucie Pařízková
DANKBETUIGING
Ik dank mijn beleider Drs. Bas Hamers voor zijn vakbegeleidding en aanmerkingen bij de verwerking van de masterthesis. Ik wil ook aan alle respondenten van het onderzoek danken.
Schema: 1. Inleiding …………………………………………………………………………………………………….5 2. De termenlijst………………………………………………………………………………………………..7 3. Het beloofde land……………………………………………………………………………………………8 3.1. Overzicht van de immigratie in België………………………………………………………………....9 3.1.1. Top zes nationaliteit in België volgens dienst Vreemdeligezaken in het jaar 2004…………….11 3.1.2. De bevolkingsgroepen van vreemdelingen in België in het jaar 2005………………………….11 3.2. Migranten uit de buurlanden…………………………………………………………………………...12 3.3. De oudere arbeidsmigratie uit Zuid-Europa…………………………………………………………...13 3.4. De nieuwe arbeidsmigratie met een islamitische achtergrond………………………………………...14 3.5. De Congolezen………………………………………………………………………………………...15 3.6. De meest recente migratie……………………………………………………………………………..16 3.6.1. Top 15 immigratielanden per geweest tussen 1996-2006………………………………………16 3.6.2. De Portugezen en de Polen……………………………………………………………………...17 4. Multiculturele samenleving en inburgering van allochtonen………………………………………………18 4.1. Het aantal vreemdelingen in Vlaanderen en vergelijking met andere gewesten………………………19 4.1.1. Evolutie van het aantal vreemdelingen in de gewesten 1998-20008……………………………19 4.1.2. Evolutie van het aantal Turken in de gewesten 1991-2006……………………………………..20 4.1.3. Evolutie van het aantal Marokkanen in de gewesten 1991-2006……………………………….20 4.2. Van een immigrant naar een burger van Vlaanderen.............................................................................21 4.2.1. Type migrant naar toegangskanaal…….………………………………………………………..22 4.2.2. Het inburgeringstraject……………….…………………………………………………………23 4.3. Conclusie….……………………………………………………………………………………….......25 5. De kinderen en kleinkinderen van de migranten…………………………………………………………...27 5.1. Opvoeding en opleiding van migrantenkinderen en kleinkinderen…………………………….……...29 5.2. Criminaliteit bij allochtone jongeren in Vlaanderen…………………………………………….…….31 6. Verschillende gezichten van het deloof in Vlaanderen…………………………………………………….33 6.1. De islam versus het christendom……………………………………………………………………....34 6.2. De Koran in het kort…………………………………………………………………………………...35 6.3. De positie van vrouwen binnen de Islam……………………………………………………………....36 6.4. Conflicten met religieuze achtergrond in Vlaanderen………………………………………………....37 6.5. Conclusie……………………………………………………………………………………………....38 7. Vooroordelen, discriminatie en racisme……………………………………………………………………39 7.1. Islamofobie en xenofobie……………………………………………………………………………...41 7.2. Vlaams Belang…………………………………………………………………………………………42 8. Hoe worden allochtonen in de media gepresenteerd?...................................................................................45 8.1. Relatie tussen media en allochtonen…………………………………………………………………...46 8.1.1. Aanbevelingen van 1 januari 1994 voor de berichtgeving over allochtonen…………………..47 8.1.2. Fragmenten van berichten in on-line Vlaamse kranten………………………………………...49 8.1.3. Conclusie……………………………………………………………………………………….50
8.2. Een groot debat over de hoofdoek…………...………………………………………………………...51 8.3. Oprichting van de islamitische school - een goede idee?.......................................................................53 9. Het onderzoek………………………………………………………………………………………………54 9.1. Eerste deel van het onderzoek - contact met buren……………………………………………………55 9.1.1. Frequentie waarin allochtonen een babbeltje maken met autochtone buren…………………....55 9.1.2. Frequentie waarin allochtonen een babbeltje maken met buren uit eigen gemeenschap……….56 9.1.3. Conclusie………………………………………………………………………………………..56 9.2. Tweede deel van het onderzoek - discriminatiegevoelens..…………………………………………...57 9.2.1. Aantal keren dat men zich de voorbije twaalf maanden gediscrimineerd heft gevoeld………...58 9.2.2. Voorvallen van discriminatie die de respondenten hebben aangegrepen……………………….58 9.2.3. Gevoelens van collectieve discriminatie………………………………………………………..59 9.2.4. Conclusie………………………………………………………………………………………..62 9.3. Derde deel van het onderzoek - reden waarom zij in Vlaanderen onen en de mate van integratie…....63 9.3.1. Redenen waarom allochtonen migreren………………………………………………………..64 9.3.2. Mate waarin allochtonen zich in de Vlaamse gemeenschap geïntegreerd voelen……………...64 9.3.3. Conclusie……………………………………………………………………………………….65 10. Conclusie………………………………………………………………………………………………….67 11. Resumé…………………………………………………………………………………………………....69 12. Literatuurlijst……………………………………………………………………………………………...71
1. Inleiding Ik koos het thema over multiculturele samenleving in Vlaanderen, omdat dit thema dichtbij mijn hart ligt en ik heb ook persoonlijke ervaringen met leven in Vlaanderen. Ik verbleef in totaal bijna negen maanden in Vlaanderen. En dus kan ik zeggen dat ik een deel van deze multiculturele samenleving ben geweest. Ik heb één maand in Hasselt gewoond en bijna acht maanden in Gent. Ik ben er tijdens mijn Erasmus verblijf in 2006 geweest en een jaar later in de zomer. Deze zomer heb ik in een Turks restaurant gewerkt. Tot nu heb ik veel vrienden uit de hele wereld. De meerderheid van mijn vrienden ontmoette ik in de school voor buitelanders, waar ik lessen van de Nederlandse taal bezocht. En ik ben gefascineerd door deze mensen en ook door hun leven in de Vlaamse gemeenschap. Zonder twijfel kan Gent een multiculturele stad worden genoemd. Iedereen die Gent kent, kent de Sleepstraat als de Turkse buurt in Gent. Maar Gent kunnen wij ook ‛klein Afrika’ noemen vanwege zijn talrijke Afrikanen die er wonen. Voor mij was het ook iets anders in vergelijking met de Tsjechische Republiek want hier kan men niet zoveel buitelanders uit zoveel verschillende landen ontmoeten.
Hoewel mijn masterthesis de multiculturele samenleving in Vlaanderen genoemd is, moest ik in sommige hoofdstukken in de hele Belgische context schrijven. Omdat in Vlaanderen talrijke groepen allochtonen leven, schenk ik mijn aandacht vooral aan mensen met een islamitische achtergrond, met name de Turken en de Marokkanen.
In het eerste deel van mijn masterthesis schrijf ik over de geschiedenis van migratiegroepen na de Tweede Wereldoorlog. Verder noem ik een begrip van multiculturele samenleving en inburgering/integratie van allochtonen. Ook de ‘strijd’ tussen godsdiensten in Vlaanderen is vermeldenswaardig, in het bijzonder het christendom en de islam, want de islam is nu de tweede grootste religie in België. De multiculturele samenleving brengt ook problemen met zich mee zoals discriminatie en het racisme. Deze twee onderwerpen kunt u ook in mijn werkstuk vinden.
Het tweede deel van mijn masterthesis bestaat uit twee hoofstukken. In de eerste houd ik me bezig met de vraag :“ Hoe worden allochtonen in de media gepresenteerd? ”. Ik schrijf vooral over berichten in kranten met enkele fragmenten van kranten en ook met meningen van Vlaamse inwoners. Het laatste stuk van deze masterthesis vormt mijn 5
onderzoek onder Turken en de Marokkanen met het doel om te vinden hoe geïntegreerd zij zich voelen in de Vlaamse gemeenschap.
Het hier voor u liggende werkstuk gaat niet alleen over feiten met betrekking tot de multiculturele samenleving. Maar het wordt ook door mijn ogen en ogen van allochtonen geschreven. Mensen zouden open moeten staan voor nieuwkomers uit elk land en niet alleen in België. Nu is men min of meer vrij in zijn beslissing waar men wilt wonen, maar men moet rekening houden met soms totale andere gewoontes, wetten, idealen, gebruiken,…
6
2. De termenlijst Ik heb de inspiratie bij deze termenlijst in de Dikke van Dale en op webpagina www.wikipedia.nl gevonden.
Allochtoon - niet oorspronkelijk bewoner (m.n. gebruikt als aanduiding voor personen met een niet-blanke huidskleur), die zelf – of van wie de ouders in het buitenland geboren zijn, bv. buitenlandse werknemers. In Vlaanderen gebruikt men ook de term nieuwe Vlaming.
Asielzoeker - iemand, die in een ander land (politiek) asiel vraagt. Iemand die een gevaar oplevert voor een overtreding van zijn rechten volgens het Vluchtelingenverdrag of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Autochtoon - oorspronkelijke bewoner van een land.
Gastarbeider - uit het buitenland afkomstige arbeider, buitenlandse werknemer.
Illegaal - iemand, die illegaal in een land verblijft.
Migrant - 1) iemand, die naar een andere streek of een ander land verhuist, 2) gastarbeider. Wij maken een verschill tussen immigrant - inkomend landverhuizer en emigrant - iemand, die zich definitief in het buitenland verhuist .
Vluchteling - iemand, die vlucht of gevlucht is voor lijfsgevaar of geweld, of voor dreiging daarvan of bedreiging daarmeee. Politieke vluchteling: hij, die om politieke redenen zijn vaderland ontvlucht is. Economische vluchteling: hij, die om economische redenen zijn vaderland verlaten heft.
Vreemdeling - 1) buitenlandse man of vrouw, 2) (jur.) (in Nederland en België) iemand, die niet de Nederlandse respectieve Belgische nationaliteit heft.
7
3. Het beloofde land Vlaanderen is het noordelijke deel van België, het zuidelijke deel heet Wallonië. In België wonen officieel drie gemeenschappen: Vlaamse, Franse en Duitstalige. In Vlaanderen zijn er één Vlaamse en één Franse. Maar het is alleen een officieel gegeven. Feitelijk kunnen wij er mensen van alle continenten ontmoeten. Vlaanderen is een land van talen en kleuren. Vlaanderen is een coktail van talen en evenveel verschillende culturen.
In de éénentwintigste eeuw is België een stuk kleurrijker geworden. Vlaanderen kende na de Tweede Wereldoorlog twee grote immigratiestromen. De eerste grote migratiestromen vonden in de eerste helft van de twintigste eeuw plaats toen de Waalse zware industrie meer en meer arbeidskrachten nodig had. In deze tijd kwamen de arbeiders behalve uit de buurlanden, meestal uit Centraal-Europa en Italië. De migrantengroep verloor in de jaren ‛60 steeds meer haar vrijwel gehele katholieke en Europese karakter. Vanwege de groeiende economische activiteiten in Vlaanderen en vanwege de mijnramp in Marcinelle op 8 augustus 1956, zocht de Belgische overheid naar potentiële is van de OostEuropese landen. De grootste groepen buitelanders zijn Italianen, gevolgd door Fransen, Nederlanders, Marokkanen en Turken. De oorspronkelijke migranten arbeidskrachten op het Turkse en Marokkaanse platteland. Na verloop van tijd lieten zij ook hun families overkomen. Deze familiehereniging evolueerde bij de volgende generaties naar familiehervorming, wanneer ook huwelijkspartners uit het land van herkomst begonnen te komen.
Vooral in Antwerpen en Gent kunnen wij kleine joodse minderheden vinden. Zij kwamen naar Vlaanderen in de jaren ‛30 uit de Sovjet-Unie die onder leiding van Stalin stond en tijdens de Tweede Wereldoorlog uit nazi-Duitsland. Ook kwamen migranten uit de voormalige Belgische kolonie, met name uit Belgisch-Kongo (onafhankelijkheid op 13 januari 1959) en van mandaatgebieden Rwanda en Buruni (onafhankelijkheid op 1 juli 1962) naar België. Maar in Vlaamse straten kunnen wij ook andere Afrikanen ontmoeten. Vlaanderen is het thuis voor mensen van de hele wereld, inclusief Aziaten en LatijnsAmerikanen. In Vlaanderen en meestal in Brussel leven veel mensen uit EU-lidstaten, omdat zij er in Europese en internationale instituten werken. De recente immigratiestroom, komt uit de Oost-Europese landen. De grootste groepen buitenlanders zijn Italianen, gevolgd door Fransen, Nederlanders, Marokkanen en Turken. De oorspronkelijke migranten en hun nakomelingen worden steeds minder migranten en steeds meer als 8
allochtonen gezien. Migranten dienen zich aan aan de grenzen van het nieuwe land, op zoek naar werk, een inkomen, bescherming of op zoek naar betere toekomstperspectieven.
3.1. Overzicht van de immigratie in België
Vóór 1920 :
▪ Spontane immigratie-overwegend buurlanden ▪ 1846: 95.000 vreemdelingen, 2% van de bevolking ▪ 1910: 254.000 vreemdelingen, 3,5% van de bevolking ▪ Meer dan 80% zijn Nederlanders, Duitsers en Fransen
1920-1940
▪ Georganiseerde immigratie, rekrutering uit verder geleden Zuid-en Oost-Europese landen: Italianen, Polen, Tsjechen ▪ 1930: 319.000 vreemdelingen, 3,9% van de bevolking ▪ Tewerkstelling in de steenkoolmijn ▪ Vooral Wallonië en Limburg
1945-1956
▪ Italiaanse contingenten tewerkstelling, 77.000 Zuid-Italianen en 20.000 Polen worden via protocolakkorden gerekruteerd ▪ De ‘kolenslag’ wordt gewonnen ▪ -367.000 vreemdelingen, 4,3% van de bevolking ▪ Tewerkstelling in steenkol en zwarte industrie (metaal) ▪ Vooral Wallonië, Limburg en Brussel ▪ Einde van het Italiaans decenium: mijnramp van Marcinelle op 8 augustus 1956
1956-1969
▪ Golden Sixties, nieuwe wervingslanden, toeristenwerkstelling ▪ Spanje, Griekenland, Noord-Afrika en Turkije zijn niuewerekruteringslanden ▪ Bouw, textiel, persoonsverzorging, horeca ▪ Vooral Vlaanderen en Brussel
9
De jaren ‛70
▪ 1970: 696.300 vreemdelingen of 7,2% van de bevolking ▪ Economische crisis, regularisatie en immigratiestop ▪ Noord-Afrikanen en Turken ▪ Aanvankelijk oogluikend toegeleten ‘illegale’ tewerkstelling wordt geregualiseerd ▪ 1974: immigratiestop, behalve voor: vrij-verkeer EU lidstaten, gezinshereniging, hooggeschoolde kaders (Japan, VS, Zweden,…), asielzoekers en vluchtelingen, vestiging waar werk voorhanden is
De jaren ‛80
▪ Inburgering in de samenleving ▪ De immigratiestop blijft gehandhaafd ▪ Toename van het demografisch belang van de tweede en derde generaties migranten die hier opgroeien ▪ Reeds 36% van de vreemdelingen zijn in België geboren ▪ Toename van gemengde huwelijken en naturalisaties ▪ 1981: 878.500 vreemdelingen of 8,9% van de bevolking ▪ 1991: 904.500 vreemdelingen of 9% van de bevolking
De jaren ‛90
▪ Een asieldecennium ▪ Toename aantal asielaanvragen tot gemmideld 18.000 per jaar ▪ Duidelijke verschuiving naar Oost-Europa ▪ Oprichting van open en gesloten centra ▪ Overbelaste procedures leiden tot regularisatieaanvrag van 35.000 dossiers1
1
Nieuwe migranten en de arbeidsmarkt: J. Geets, F. Pauwels, J. Wets, M. Lamberts & Ch. Timmerman ( Katholieke Universiteit Leuwen, Leuven/Antwerpen, 2006), p. 38.
10
3.1.1. Top zes nationaliteit in België volgens dienst Vreemdeligezaken in het jaar 20042
Nationaliteit
Aantal
1.
Italianen
181.650
2.
Fransen
116.939
3.
Nederlanders
103.870
4.
Marokkanen
81.924
5.
Turken
43.715
6.
Spanjaarden
43.683
3.1.2.De bevolkingsgroepen van vreemdelingen in Belgie in het jaar 2005 (bron: NIS)
Verder geef ik een overzicht van de belangrijkste immigratiegroepen na de Tweede Wereldoorlog. 2
http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/index.jsp
11
3.2. Migranten uit de buurlanden
De Fransen en de Nederlanders maken respectief de tweede en de derde belangrijkste migrantengemeenschap in België uit. Bij deze migranten gaat het vooral om arbeidsmigratie. Arbeidsmigranten migreren want er is een behoefte op de arbeidsmarkt aan werkkrachten. Arbeidsmigratie gebeurt vrijwillig, vaak geïnstitutionaliseerd en bevorderd door rekruteringsprogramma’s. Deze migratie kan als een typische grensmigratie worden gezien, waarbij het overschrijden van grenzen niet als een internationale migratie wordt gerekend. Behalve een vroegere of huidige arbeidsmigratie spelen ook de grensrelaties en het statuut van Brussel als de internationale stad een rol.
Voor beide nationaliteiten is het een beetje makkelijker om naar Vlaanderen te emigreren in vergelijking met andere nationaliteiten. Aan de ene kant is het voor de Nederlanders makkelijker wat taal betreft, omdat de Franse taal alleen in Brussel en Wallonië wordt gesproken. Maar Nederlanders kunnen ook moeite met Vlaamse dialecten hebben. Aan de andere kant is de Vlaamse cultuur meer dichtbij de Franse dan de Nederlandse cultuur. Het feit dat in België veel Franse en Nederlandse ondernemingen hun plaats vinden is ook een plus voor deze migranten. Vlaanderen wordt ook het thuis voor gepensioneerde Fransen en voor de Nederlanders die er komen wonen want zij kunnen er op een hoger niveau leven dan in Nederland. Voor de Nederlanders is de afwezigheid van een belasting op onroerende goederen in België toch financieel zeer aantrekkelijk.
Het is logisch dat de Nederlanders en de Fransen zich sneller kunnen aanpassen aan de Belgisch-Vlaams gebruiken en gewoonten dan mensen van een andere cultuur of geloof. Hoewel de Nederlanders en de Fransen behoren tot de migratiegroepen die zeer snel zonder grote moeite hebben geïntegreerd, hebben de Fransen altijd gespot met de Belgen. Er bestaat een grote hoeveelheid Belgenmoppen over zogenaamde Franse domheid. Over de Belgen bestaat geen clichèbeeld onder de Fransen. Onder de Belgen en de Nederlanders bestaan talrijke moppen. Bijvoorbeeld: “Waarom strooit een Belg peper op de Tv?” - “Om het beeld scherper te maken.” En één over de Nederlanders: “Hoe vang je een Hollander?” - “Door het deksel van de wc dicht te klappen als hij aan het drinken is.”
12
3.3 De oudere arbeidsmigratie uit Zuid-Europa
Deze immigratiegolf vond plaats vanaf 1945 tot midden jaren zestig. Van de voorgaande arbeidsmigranten naar België nemen Italianen de eerste plaats in. Met circa driehonderdduizend personen van de eerste en tweede generatie vormen zij ook het grootste aantal met een immigratie achtergrond in België. Zij kwamen uit alle regio’s van Italië en zijn in de eerste helft van de periode vooral aangeworven door de Belgische regering die gebrek had aan 50.000 mijnwerkers en die met het oog hierop een aantal contracten met de Italiaanse regering had ondertekend. Bovenal wonen in en rond Brussel rijke Italianen die niets met arbeidsmigratie te maken hebben. Zij zijn naar Vlaanderen gekomen om in de Europese en internationale instituten van de hoofdstad te werken. Italianen blijken een aparte groep. Zo zijn nu in Vlaanderen grote verschillen tussen de levenswijze van bepaalde Italiaanse immigranten en hun autochtone buren. Religie, huis, dagindeling, gedrag,…zijn helemaal vergelijkbaar. Deze grep voelt zich immers onderscheiden van de anderen, wat zich manifesteert op specifieke tijden, zoals tijdens internationale voetbalwedstrijden.
België was een tamelijk belangrijk emigratieland voor Spanjaarden in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Een aantal Spanjaarden besloot na verloop van tijd naar hun vaderland terug te keren, de rest besloot om definitief in Vlaanderen te blijven leven. In sommige Vlaamse steden, zoals in Antwerpen, kunnen wij nog verschillende Spaanse restaurant, bars en winkels vinden die in bezit van Spanjaarden zijn. Ongeveer de helft van de Spanjaarden woont in het Brussels Hoofdstedelijk Geweest. Bij deze worden ook een aantal hooggeschoolde rijkere Spanjaarden geteld die sinds de toetreding van Spanje tot de EU in Brussel en zijn rijkere randgewesten begonnen te wonen.
De Grieken vormen dezelfde immigratiegeschiedenis als de Spanjaarden. In beide groepen waren niet alleen de arbeiders in de zware industrie, maar ook in de stedelijke economie. Bij de Griken heeft de democratisering van hun vaderland in de tweede helft van de jaren zeventig tot terugmigratie geleid. Nu kunnen wij meestal in Vlaanderen hoog opgeleide en goed betaalde Grieken in Brussel en zijn periferie ontmoeten. Grieken behoren tot de laatste Zuid-Europese migratiegroep, dus zij hebben minder tijd gehad om in de Vlaamse maatschapij te integreren.
13
3.4. De nieuwe arbeidsmigratie met een islamistische achtergrond
De Marokkanen en Turken vormen in getal respectief de vierde en de vijfde migratiegemeenschap in België. De Turkse en Marokkaanse migratie is net twintig jaar na Italiaanse migratie gebeurd. De Marokkanen zijn in twee periodes gemigreerd. Ten eerste midden jaren zestig van de twintigste eeuw en ten tweede midden jaren zeventig met aanmerkelijke volgmigratie via familiehereniging en huwelijk tot op vandaag. Het huwelijk is vanzelfsprekend nog steeds de dominante samenlevingsvorm. De Turkse migratie begon ook midden jaren zestig van de twintigste eeuw en haar belangrijkste migratieperiode was midden jaren zeventig. Bij Turken zorgt volgmigratie tot op vandaag voor een toevloed van ongeveer duizend migranten jaarlijks.
De Turken wonen meestal in Vlaanderen in de stad Gent, waar zij meestal in de textielindustrie hebben gewerkt. In de hoofdstad zijn de Turken sterker geconcentreerd dan de Marokkanen. In Brussel wonen zij meestal in de industriële periferie van de stad. Bovenal zijn de Turken ook veel gevestigd in de gemeenten rond de mijnstreek, meestal om er in de locale industrie te werken. Men vindt de Marokkanen in Vlaanderen hoofdzakelijk in grote steden. Vooral in Mechelen en Antwerpen leeft een groot aantal van hen, maar zij concentreren zich ook in kleinere aantallen in regionale en kleine steden.
De Marokkanen en de Turken kwamen van een ander deel van de wereld, dus zij hebben vaak een probleem met integratie in de Vlaamse gemeenschap. Zij houden hun eigen gewoontes en sterke tradities. Bijna elke Turk of Marokkaan is moslim en dus hebben zij ook een ander geloof dan Vlamingen. Hoewel Vlamingen op het eerste gezicht geen verschil maken tussen de Turken en de Marokkanen, staan de Turken in een grotere gunst bij de Vlamingen dan de Marokkanen. De Turken en de Marokkanen hebben in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw aan de welvaart en de rijkdom van België gewerkt. In deze periode hadden zij werk en in vergelijking met hun vrienden en families in Marokko of Turkije hadden zij meer verdiend. Onder de Marokkanen en de Turken is een grote hoeveelheid van laaggeschoolde mensen en nu vormen zij de groep met de grootste werkloosheid in Vlaanderen. Ook hun levensniveau staat in het algemeen op een lage trap.
14
3.5. De Congolezen
In de tijd van de koloniale periode hadden Congolezen wel de Belgische nationaliteit, toch waren zij Belgische onderdanen en geen burgers van België. Theoretisch was het onmogelijk voor de Congolezen om naar België te gaan, maar in de praktijk gebeurde het toch. Dankzij de scheepvaart tussen Congo en België was het vroeger mogelijk voor Congolezen om naar België te komen.
In verband met Congoleze immigratie, is er sprake van het zogenaamde postkoloniale fenomeen, omdat België tijdens de koloniale periode geen recht aan de Congolezen aanbod om naar België af te reizen. Vele Congolezen kwamen naar België als studenten of asielzoekers. Als studenten waren zij opmerkelijk hoger geschoold dan arbeidsimmigranten uit Turkije of Marokko. De grote immigratiestroom van inwoners uit voormalig Belgisch-Congo begon na het jaar 1960. Oficieel leven er nu in België ongeveer 13.000 Congolezen, van wie bijna 2.200 in Vlaanderen. De overgrote meerderheid van de Congolezen woont in Brussel.
De onderlinge verhouding tussen de Belgen en de Congolezen is niet heel hartelijk. Vele Congolezen zeggen dat Belgen hun koloniale schuld moeten aflossen, en hen moeten helpen met immigratie binnen België. Sommigen wijzen op het feit dat de Belgen na het eind van Tweede Wereldoorlog geen gastarbeiders hebben geïmporteerd van voormalig Belgisch-Congo, maar uit andere landen zoals Italië, Turkije of Marokko.
In tegenstelling tot de Congolezen, hadden Rwandezen en Burundezen geen Belgische nationaliteit, omdat Rwanda en Burundi geen kolonies van België waren, maar zij hebben een status van mandaatgebieden. Deze twee landen waren aan België door de Verenigde Naties toegeschreven. Het hedendaagse aantal migranten uit Rwanda en Burundi is niet bekend, maar tien jaar geleden woonden in België ongeveer 2.400 mensen van Rwandese afkomst en ongeveer 1.200 allochtonen uit Burundi. De meerderheid van deze allochtonen zijn vluchtelingen.
15
3.6. De meest recente migratie
De migranten van vandaag zijn helemaal anders dan die van veertig jaar geleden. De nieuwe migranten komen uit verschillende landen en België wordt meer kleurijk. Onder hen zijn ook meer vrouwen en hooggescholde mensen dan vroeger. Ook de samenleving is veel veranderd vooral dankzij de globalisering. Behalve asielzoekers en vluchtelingen komen migranten naar België om werk en een beter leven te zoeken. Werk is namelijk voor de meeste migranten de belangrijkste reden om naar een ander land te verhuizen. Hoe groter de vraag naar nieuwe werkkrachten in België, hoe meer migratie België zal kennen. De nieuwe migraties is dus een feit, maar wie zijn eigenlijk de nieuwe migranten?
3.6.1. Top 15 immigratielanden per geweest tussen 1996-2006 volgens NIS
Vlaams
Brussel
Waals
België
1.
Nederland
Frankrijk
Frankrijk
Frankrijk
2.
Polen
Marokko
Marokko
Nederland
3.
Marokko
Polen
Duitsland
Marokko
4.
Turkije
Roemenië
Italië
Polen
5.
Frankrijk
Italië
VS
Duitsland
6.
Duitsland
Duitsland
Turkije
Roemenië
7.
India
Nederland
Nederland
Turkije
8.
VK
Spanje
Roemenië
Italië
9.
VS
Portugal
Portugal
VS
10.
Portugal
VK
VK
Portugal
11.
Spanje
Japan
Polen
VK
12.
China
VS
Algerije
Spanje
13.
Roemenië
Turkije
D.R.Congo
India
14.
Italië
Brazilië
Spanje
China
15.
Rusland
D.R.Congo
China
D.R.Congo
16
Meer en meer mensen uit EU lidstaten verblijven in België. Zij vormen 67% van alle vreemdelingen. Het aantal Nederlands en Fransen stijgt elk jaar. Het aantal Congolezen, Burundezen en Rwandezen blijft ongeveer hetzelfde. Met de uitbreiding van de EU stijgt rap het aantal van Polen, Roemenen en Bulgaren. Bij de hooggeschoolden zijn de Indiërs en de Chinezen de belangrijkste migratiegroepen. Het aantal voormalige arbeidsmigranten uit Marokko en Turkije is in België in de laatste jaren met de helft gedaald. Maar dit feit is niet verwonderlijk, omdat veel Turken en Marokkanen intussen Belg zijn geworden. En dan bestaan er nog nieuwe, kleinere groepen zoals de Brazilianen, de Thai of de Tsjetsjenen . Ik wil nog enige informatie over migratie van Polen en Portugezen naar België schrijven…
3.6.2. De Portugezen en de Polen
Wat betreft de Portugezen in België, is deze groep relatief klein (er zijn plusminus dertigduizend mensen van Portugese afkomst). De Portugezen kwamen naar België in twee immigratiestromen. Een eerste groep kwam naar België in de jaren ‛60 van de vorige eeuw als een deel van oudere arbeidsmigratie uit Zuid-Europa. Een tweede groep kwam naar België in 1986 na de toetreding van Portugal tot de EU. Vanaf 1986 kwamen zij naar België als arbeiders, vooral in de bouwsector. Sinsdien kunnen wij spreken over een beperkte instroom van Portugezen.
De eerste Polen waren in België aanwezig voor en onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog, met name als arbeidsmigranten in de mijnen. De andere groep kwam na de val van de muur in 1989, in dit jaar kon de meerderheid dankzij de toeristenvisa in België blijven. Vanaf de toetreding van Polen tot de EU in 2004 neemt het aantal Polen dat in België komt werken ook nog steeds toe. De Polen in Belgie werken vooral in de bouw-, schoonmaak-, metaal- en transportsector. Officieel zouden er in België zowat 23.000 Polen verblijven, maar hun aantal is groter omdat er een aantal van illegalen leeft. Vooral de jongere generatie Polen is bekend als zogenaamde pendelmigranten wat betekent dat zij in België wonen en werken maar ook regelmatig naar Polen teruggaan.
17
4. Multiculturele samenleving en inburgering van allochtonen Moderne samenlevingen worden gekarakteriseerd door een diversiteit aan etnische en culturele groepen. Burgers horen niet meer binnen eenzelfde cultureel, etnisch, ideologisch of religieus kader, maar zij behoren tot de sfeer van verschillende waarde- en belevingspatronen. Met andere woorden, mensen leven nu in multiculturele en multietnische landen. Door de verschillende migratiestromen en globalisering wonen alle mensen in West-Europa in een multiculturele samenleving. Heel wat inwoners van de EU hebben een andere nationaliteit of hun ouders of grootouders zijn van buitenlandse afkomst. Maar steeds bestaat er weerstand tegen immigratie en multiculturalisme, zoals in Nederland de PVV met haar extremistische politicus Geert Wilders en in Vlaanderen Vlaams Belang (voorheen Vlaams Blok).
Het is duidelijk dat samenleven in diversiteit niet altijd soepel verloopt. Kleine spanningen, conflicten of wrevels hangen met de multiculturele samenleving samen. Zeker iedereen heeft ooit gehoord over een probleem met buren of zag agressief gedrag van jongeren op straat. In sommige gevallen ging het om een conflict tussen mensen van dezelfde afkomst. Dus wij kunnen niet zeggen dat alleen de multiculturele samenleving de oorzaak van problemen is.
België is een land waarvan de bevolking uit een aantal groepen bestaat die een zeer verschillende culturele achtergrond hebben. Behalve de meerderheidsgroepen van Vlamingen en Walen leven er in België ook mensen die uit alle hoeken van de wereld afkomstig zijn. De aanwezigheid van allochtonen in Vlaanderen verhoogt het spectrum van multiculturele diversiteit. Zonder twijfel kunnen wij meer en meer over Vlaanderen spreken als over een multiculturele samenleving. In Vlaamse restaurants kunnen wij vreemde gerechten vinden en ook in winkels worden exotische voedingswaren verkocht. Op straat kunnen wij mensen met andere nationaliteiten ontmoeten en kunnen wij er vreemd klinkende talen horen. Daarnaast hebben multiculturele festivals en evenementen steeds meer succes…En dit alles is het duidelijke kenmerk van de multiculturele samenleving.
18
4.1. Het aantal vreemdelingen in Vlaanderen en vergelijking met andere gewesten
Begin 2008 woonden er in Vlaanderen 354.370 vreemdelingen, goed voor 5,8% van de bevolking. Met uitzondering van een lichte daling in het begin van deze eeuw is het aantal vreemdelingen de laatste twintig jaar onafgebroken gestegen, sinds 2002 met bijna 30%. Vlaanderen is vandaag het gewest waar in absolute aantallen de meeste vreemdelingen wonen. Het grootste percentage ligt in het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest met respectievelijk 28,1% en 9,3% wel nog een stuk hoger dan in Vlaamse Gewest. In totaal woonden er begin 2008 in België 971.448 personen met een andere nationaliteit of 9,1% van de totale bevolking.
Bijna één op drie vreemdelingen in Vlaanderen heeft de Nederlandse nationaliteit (31%). Daarna volgen de Marokkanen (8%), de Italianen (7%) en de Fransen (5%). Anno 2008 heeft bijna twee op drie vreemdelingen die in Vlaanderen wonen de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie. Deze europeanisering van de vreemdelingen neemt elk jaar nog toe.
Vergeleken met de buurlanden ligt het aandeel vreemdelingen in Vlaanderen ongeveer op het niveau van Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, maar duidelijk onder dat van Duitsland en Luxemburg. In Luxemburg hebben vier op tien inwoners een vreemde nationaliteit. In Ierland en Malta ligt het aandeel EU-burgers bij de vreemdelingen op hetzelfde niveau als in Vlaanderen. In alle andere EU-landen ligt het aandeel EU-burgers duidelijk lager.3 4.1.1.Evolutie van het aantal vreemdelingen in de gewesten 1998-2008 4
3 4
Beleidsnota inburgering en integratie, Geert Bourgeois (Vlaamse overheid, 2009), p.10. Beleidsnota inburgering en integratie, Geert Bourgeois (Vlaamse overheid, 2009), p.10.
19
4.1.2. Evolutie van het aantal Turken in de gewesten 1991-20065
4.1.3 Evolutie van het aantal Marokkanen in de gewesten 1991-20066
5 6
http://www.npdata.be/BuG/107-Vreemdelingen-2007/ Zie voetnoot 5
20
4.2.Van een immigrant naar een burger van Vlaanderen
Sinds één april 2004 is inburgering niet enkel een keuze maar een plicht. Inburgering in Vlaanderen is voor de diverse nieuwkomers verplicht geworden. Deze verplichte inburgering is met positive, maar ook met negatieve reacties begroet en kwam niet uit het niets. Om inburgering beter te begrijpen schrijf ik hier enige definities van woorden die met inburgering samenhangen. Deze definities schreef ik na het lezen van documenten op de webpagina’s http://www.vmc.be en http://www.binnenland.vlaanderen. be/inburgering/index.htm
Inburgering - proces van het als buitenlander (allochtoon) gradueel opgenomen worden in een gemeenschap, onder meer door de verwerking van de taal en de gewoonten.
Inburgeringstraject - bestaat uit twee delen, primaire en secundaire. ▪ het primair inburgeringstraject - is het algemene basisprogramma en wordt door onthaalbureau gecoördineerd. De onderdelen van het traject zijn: een basiscursus Nederlands, een cursus maatschappelijke oriëntatie, een programma loopbaanoriëntatie, individuele trajectbegeleiding. ▪ het secundair inburgeringstraject - is een vervolgtraject met het oog op werk, verder studeren, sociale redzaamheid enzv. Het programma is minder algemeen, maar speelt in het toekomstperspectief van de nieuwkomer. Niet het onthaalbureau maar de reguliere voorzieningen zijn verantwoordelijk voor de secundaire trajecten. ▪ inburgeraars die niet verplicht zijn om een inburgeringstraject te volgen: - onderdanen van de EU, EER of personen uit Zwitserland, hun huwelijkspartner, hun kinderen jonger dan 18 jaar en hun ouders - inburgeraars die ernstig ziek zijn of een handicap hebben - inburgeraars die 65 jaar of ouder zijn (behalve bedieners en erediensten) - inburgeraars die een getuigschrift of diploma hebben behaald in het Belgische of Nederlandse onderwijs of reeds en attest van inburgering behaald hebben - Brusselse inburgeraars
Onthaalbureau - dienst voor nieuwkomers. Een onthaalbureau organiseert primaire inburgeringstrajecten voor nieuwkomers. Het onthaalbureau geeft ook een cursus maatschappelijke oriëntatie. Onthaalbureaus zijn door de Vlaamse regering erkend en 21
gesubsidieerd. De Vlaamse overheid erkent acht onthaalbureaus: Antwerpen, Provincie Antwerpen, Brussel, Gent, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en WestVlaanderen.
Doelgroep – van het Vlaamse inburgeringsbeleid is de vreemdeling die voldoet aan volgende voorwaarden: ▪ de leeftijd van achtien jaar bereikt hebben ▪ zich inschrijven in het rijksregister of in een gemeente in Vlaanderen of in BrusselHoofdstad (het is verplicht zowel voor Belgen als voor vreemdelingen) ▪ men een wetting verblijft heeft ▪ men met Belgische nationaliteit als zij/hij in buiteland geboren is of minstens één van ouders in het buitenland geboren is ▪ met uitzondering van de vreemdeling die hier voor een tijdelijke doel verblijft en van de asielzoeker zolang dienst asielaanvraag niet ontvankelijk is verklaard. 4.2.1. Type migrant naar toegangskanaal7
Bovenstaande afbeelding toont op een eenvoudige wijze hoe de verschillende types migranten zich verhouden tot elkaar en tot het instroomkanaal. Het instroomkanaal voor
7
Nieuwe migranten en de arbeidsmarkt: J. Geets, F. Pauwels, J. Wets, M. Lamberts & Ch. Timmerman ( Katholieke Universiteit Leuwen, Leuven/Antwerpen, 2006), p.28.
22
arbeidsmigranten is steeds open gebleven, ook na de migratiestop van 1974. Arbeidsmigranten krijgen alleen tijdelijke vergunning voor een verblijjf in België. Asiel wordt beschouwd als een fundamenteel mensenrecht, zo ook de familiehereniging. De familiehereniging, ruimer volgmigrant genoemd, is steeds behouden gebleven. In een kategorie van ‘niet-migranten’ zijn de personen die binnenkomen als toerist, als studenten of voor zaken. Zij krijgen een tijdelijke toestemming om in het land te verblijven. Een laatste categorie zijn diegenen die van geen van de poorten gebruikmaken en clandestien het land binnenkomen. Deze mensen zijn illegalen, zonder wettig verblijf in België. 4.2.2.Het inburgeringstraject Het inburgeringstraject bestaat uit een primair en een secundair gedeelte. Het primaire inburgeringstraject wordt gecoördineerd door het onthaalbureau en bestaat uit een vormingsprogramma, ondersteund door een individuele begeleiding van de inburgeraar. Het vormingsprogramma wordt samengesteld uit lessen Nederlands, maatschappelijke oriëntatie en loopbaanoriëntatie.
▪ Nederlands als tweede taal (NT2)
Het is evident dat nieuwe Vlamingen de taal van hun nieuwe thuisland leren. Tijdens het inburgeringstraject verwerven zij daarom een basiskennis Nederlands.
Om te bepalen welke de meest geschikte cursus NT2 is, vraagt het onthaalbureau een advies aan bij het Huis van het Nederlands. De organisatie neemt een intakegesprek, een lees- en schrijftest of een covaartoets (cognitieve vaardigheidstoets) af. Op basis daarvan wordt het leertempo van de inburgeraar ingeschat en wordt hij doorverwezen naar de meest geschikte cursus NT2.
Laaggescholden of ‘traaglerenden’ worden doorwezen naar een centrum voor basiseducatie. Daar volgen zij een cursus van 240 uur. Hooggeschoolden of ‘snellerenden’ kunnen terecht bij een centrum voor volwassenonderwijs voor een cursus van 120 uur. Inburgeraars die hogere studies wensen aan te vatten en voldoen aan de toelatingsvoorwaarde voor het hoger onderwijs, kunnen instappen in een curssus van 90 uur. Die cursussen worden georganiseerd door universitaire talencentra.
23
▪ Maatschappelijke oriëntatie
Tijdens de cursus maatschappelijke oriëntatie maken inburgeraars kennis met de Vlaamse samenleving. Zij krijgen kennis en vaardigheden aangereikt die ze nodig hebben om actief aan de samenleving deel te nemen.
Naast kennis en vaardigheden staan ook waarden en normen centraal in de curssus MO. Het is immers uiterst belangrijk, dat nieuwe Vlamingen weten welke de waarden zijn die het samenleven in diversiteit schragen. Het gaat om vrijheid, gelijkheid, solidariteit, respect en burgerschap.
Maatschappelijke oriëntatie wordt aangeboden door het onthaalbureua. Een standaardaanbod duurt 60 uur.
▪ Loopbaanoriëntatie (LO)
Loopbaanoriëntatie is een begeleiding naar verder studeren, werken, deelname aan het socioculturele aanbod, vrijwilligerswerk en andere vrijetijdsbesteding. Daarbij wordt vertrokken vanuit de wensen, ervaring en kwalificatie (zoals diploma) die inburgeraars vanuit hun thuisland meebrengen. Hulp bij het zoeken naar werk gebeurt door de VDAB (Werk en opleiding in Vlaanderen). De overige begeleiding wordt verzorgd door het onthaalbureau.
▪ Het secundaire inburgeringstraject
Inburgeraars die regelmatig vormingsprogramma’s hebben gevolgd, ontvangen een attest van inburgering. Daarmee kunnen zij instappen in het secundaire inburgeringstraject, dat door reguliere voorzieningen wordt aangeboden. Zo kan de inburgeraar een beroepsopleiding of een opleiding tot zelfstandig ondernemerschap volgen. Daarnaast kan hij ook verder Nederlands studeren, zich in het hoger onderwijs inschrijven of kiezen voor vrijwilligerswerk.
24
Voor minderjarige nieuwkomers bestaat een toeleidingstraject. Dat houdt in het onthaalbureau hen begeleidt bij de inschrijving in een school of in het onthaalonderwijs. De minderjarige anderstalige nieuwkomers krijgen er de kans snel Nederlands te leren en hun mogelijke achterstand in te halen. Als dat nodig is, worden zij ook begeleid naar welzijns- en gezondheidsvoorzieningen.8
4.3. Conclusie
De multiculturele samenleving is niet alleen een term uit het politieke discours, maar beïnvloedt het dagelijkse leven in Vlaanderen.
In de jaren ‛60 van de vorige eeuw
begonnen talrijke groepen immigranten naar België te komen. Vroeger bestond in België geen verplichte inburgering. Bij sommige groepen ging het snel en goed, zoals bij de Italianen. De meerderheid van de allochtonen heeft gekampt met problemen tijdens hun integratie. Er ontstonden grote problemen met taal, opleiding, religie, culturele verschillen, fanatisme,…
De regering dacht dat deze nieuwe immigranten zich automatisch zouden integreren. Een sterk groeiende groep immigranten met integratieproblemen leidt natuurlijk tot spanningen tussen de allochtone en autochtone bevolking. De Belgische overheid moest daarom dit probleem met absolute prioriteit oplossen. Gelukkig is dit vanaf 1 april 2004 verleden tijd, omdat nu inburgering in Vlaanderen verplicht is. Dit feit zal volgens mij stap voor stap tot een betere probleemloze samenleving leiden. Het brengt een betere toekomst, niet alleen voor autochtonen maar ook voor allochtonen.
De hedendaagse Vlaamse minister van Bestuurzaken, Binnenlands bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Geert Bourgeois schrijft in zijn Beleidsnota inburgering&integratie 2009-2014, ik citeer: “ Het kan niet dat mensen minder kansen hebben omdat zij een verschillende achtergrond hebben. Het kan evenmin dat mensen zich wegstoppen achter een groepsidentiteit om bepaalde verantwoordelijkheid te ontlopen. Zowel overheid en diensten als (nieuwe) Vlamingen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen.
8
Het Vlaamse inburgeringsbeleid. Informatiebrochure voor gemeenten, Guido Decortes (Vlaamse overheid, 2009). p. 4-5.
25
Nieuwe Vlamingen moeten in alle aspecten van hun mens-zijn (als ouder, werknemer, ondernemer, student, vrijwillige,etc.) hun plaats vinden in deze samenleving. Inburgering biedt hen die kans, zet hen op weg door hen een aantal instrumenten aan te bieden die hun integratie vergemakkelijken en versnellen. Inburgering is met andere woorden geen eindpunt maar een eerste opstap naar integratie. Ik verwacht dat nieuwe Vlamingen de geboden kans ten volle benutten.
Het integratiebeleid moet een krachtige impuls vormen voor een actief en gedeeld buurgerschap. Het is een emancipatorisch beleid waarbij de Vlamingen in het algemeen, en de personen die deel uitmaken van de bijzondere doelgroepen van het integratiebeleid in het bijzonde, op alle maatschappelijke vlakken gelijke en voldoende startkansen geboden worden om zichzelf te kunnen ontplooien en actief te kunnen deelnemen aan de samenleving.
De Vlaamse publieke cultuur is geënt op de verworvenheden van de Verlichting met vrije en veratwoordelijke mensen, met scheding van kerk en staat, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, geen onderscheid op grond van seksuele geaardheid, enz. Deze verworvenheden moeten wij bewaren. Meer nog, voor nieuwe Vlamingen zijn zij ook van tel.
Kinderen en jongeren zijn de toekomst van onze samenleving. De instrumenten van het inburgerings- en integratiebeleid zullen de komende jaren verder versterkt worden. Een doorgedreven samenwerking tussen de verschillende actoren van dit beleidt moet de effectiviteit ten goede komen…” 9
9
Beleidsnota inburgering en integratie, Geert Bourgeois (Vlaamse overheid, 2009), p. 8-9.
26
5. De kinderen en kleinkinderen van de migranten Hoewel kinderen ultuur in hun achtergrond. Het betekent dat hun identiteit en persoonlijkhed gecreëerd is doen kleinkinderen van migranten in Vlaanderen geboren zijn, hebben zij meer dan één cor grotendeels onwillekeurige invloeden vanuit twee of meer culturen. De peroonlijkheid van deze mensen noemen wij een multiculturele persoonlijkheid. Bij de één zijn de buitenlandse invloeden wat intensiever, bij de ander de Vlaamse invloeden. Het is heel normaal, dat men alleen één dominante cultuur kiest. Maar het is belangrijk dat men zijn of haar tweede cultuur niet vergeet. Dan kun hij of zij één groot deel van zichzelf verliezen. De tweede generatie probeert vaak voor de dominante cultuur te kiezen, de derde generatie voelt zich intussen Vlamingen genoeg om de oorspronkelijke cultuur weer meer aan te nemen, of voelt zich zelf als een onnatuurlijke Vlaming en heeft een nood aan deze cultuur te onderzoeken.
Elke familie heeft eigen gewoontes en conventies. Ouders of grootouders in Vlaanderen die afkomstig zijn uit andere culturen, zijn bijna altijd voorstanders van familietradities. Zij hebben hun eigen gewoontes en het geloof van hun eigen ouders of grootouders geleerd en willen deze van harte doorgeven aan jongere generaties. Vooral als zij de enigen van hun familie zijn die nog in hun vaderland opgegroeid zijn en de kans dat hun tradities verloren gaan relatief groot is. Het geloof is een van de dingen die behoorlijk wat oudere generaties aan hun nakomelingen zouden willen doorgeven. Niet alleen in Vlaanderen, maar ook in andere westerse landen, speelt de kerk toch een kleine rol. Ouders of grootouders zijn voor hun nakomelingen de verbinding met het verleden. Het belangrijkste is deze band met het verleden steeds te onderhouden.
Terwijl kinderen en kleinkinderen van de meeste Europese landen niet langer als immigranten worden gezien, dragen afstammelingen van de (arbeids)migranten uit Azië en Afrika de geografische herkomst als een kenteken met zich mee. Ofschoon zij bijna vloeiend Nederlands met vele accenten en stemmen spreken, hebben zij geen ander vaderland.
27
Op een dag komt dit kindje van school en vraag haar moeder: “Mama, waarom ben ik niet wit als andere kinderen in mijn klas?” Meestal willen kleine kinderen blank zijn, maar later kunnen zij van de kleur van hun huid een prioriteit maken. In Vlaanderen is de positie van zwarte of gemengde mensen in vergelijking met andere landen tamelijk goed. Het is belangrijk voor de hele gemeenschap deze mensen Vlamingen te noemen en geen onderscheid te maken tussen huidskleuren. Zij voelen zich Vlamingen omdat zij in Vlaanderen geboren zijn, of omdat zij Nederlands spreken en naar Vlaamse scholen gaan, of omdat zij zich meer met Vlaamse cultuur verbonden voelen, of omdat zij de Belgische nationaliteit hebben.
Het begrip van cultuur wordt nog te veel gezien in uitdrukkingen van etniciteit. Bij cultuurverschillen denkt men bijna louter aan verschillen die met etnische afkomst en taal samenhangen. Er bestaan echter ook grote cultuurverschillen tussen vrouwen en mannen binnen één cultuur, of tussen rijken en armen en ook tussen inwoners van steden of dorpen. Binnen de etnische groepen kunnen wij ook een cultuurverschill tussen de generaties van dezelfde cultuur zien. Het is duidelijk dat de cultuurafstand tussen jongeren en ouderen juist bij migranten enorm groot is.
Bijvoorbeeld een Turkse moeder kan klagen, dat haar kinderen alleen eten uit de muur of liever een hamburger willen eten dan traditioneel Turks eten. In de literatuur over nieuwkomers kunnen wij regelmatig lezen dat het grootste deel van
kinderen en
kleinkinderen van nieuwkomers de moedertaal weinig of niet beheersen.
Zowel Vlaamse allochtone als autochtone ouderen zijn opgegroeid in een omgeving die totaal verschilt van die waarin zij nu wonen. Brussel is niet meer het Brussel van zestig jaar geleden, maar het is ook totaal anders dan elke dorp in het vaderland van allochtonen. Dat waren tijden, die veel van de huidige tijden verschillen. Mensen hebben andere waarden en mogelijkheiden. Families waren groot en belangrijk en godsdienst nam een centrale plaats in hun dagelijks leven in. Reizen gingen niet meer dan enkele kilometers van hun woonplaats en van ziektes gingen mensen meestal dood. Bovendien bestonden er verschillen tussen west en oost in dezelfde mate als vandaag. De wereld gaat verder, maar niet in dezelfde snelheid en richting in alle landen.
28
5.1.Opvoeding en opleiding van migrantenkinderen en kleinkinderen
Het is belangrijk om nakomelingen van migranten tweetalig op te voeden en niet alleen Nederlands te leren. Doordat het voor volgende generaties van migranten heel belangrijk is om in hun moedertaal met hun ouders of grootouders te kunnen spreken. Omdat migrantenkinderen met het verlies van de moedertaal de verbinding met hun cultuur en met hun ouders verliezen. Als zij de taal van hun ouders niet kunnen spreken, begrijpen zij ook de uitleggingen niet die daarin besloten liggen.
De kinderen krijgen allerlei opvattingen en culturele waarden mee die feitelijk alleen gepast zijn in het vaderland. Door vrienden en school ondergaan zij steeds meer Vlaamse invloeden. De wevevenheid met hun oude cultuur is van belang om de ontmoetingen met de westerse cultuur gemakkelijker te kunnen dragen. De tweede generatie zit tussen twee culturen in: thuis moeten zij strenge normen en waarden van ouders navolgen, maar op school ontmoeten zij de vrije Vlaamse cultuur. De derde generatie zou moeten kunnen omgaan met de verschillende opvattingen binnen de generaties. De kleinkinderen van immigranten groeien op bij ouders die al veel over de Vlaamse cultuur weten, maar worden vaak als buitenlanders gezien.
Wat betreft de disciplinering in allochtone en autochtone families bestaan er niet zo grote onderscheiden. Ouders uit een bepaalde cultuur hanteren op verschillende gebieden van de opvoeding verschillende ideeën dan ouders met een andere culturele achtergrond. Vlaamse ouders hechten bijvoorbeeld veel meer aan vaste regels ten aanzien van het eten en bedtijd van hun kinderen. Marokkaanse of Turkse families hebben strengere regels met betrekking tot uitgaan en seksualiteit van hun dochters dan Vlaamse families. Deze ouderen leggen ook een grotere nadruk op de religie en op de moraal.
In niet-westerse families bestaat nog vaak de traditionele rolverdeling. Dat betekent dat de vader de kostwinner is en de moeder de verantwoordelijkheid voor de huishouding en de dagelijkse verzorging van de kinderen draagt. Terwijl de vader in zulke gezinnen dikwijls een disciplinerende en afstandelijke rol heeft, speelt de moeder meestal de rol van een tussenpersoon tussen vader en kinderen. Deze rolverdeling is te zien in traditionele Marokkaanse en Turkse families, maar ook in families van recente vluchtelingen uit Afghanistan, Irak en Somalië. Vooral de eerste generatie van deze allochtonen heeft een 29
groot aantal kinderen. De oudere kinderen moeten vaak op hun jongere broers en zusters letten. De oudere jongen moet het gedrag van hun oudere zussen buitenshuis controleren en ook aan zijn familie een financiële ondersteuning bieden. Bij deze gezinnen zijn sterke familieverbandingen ingeworteld, zoals de dagelijkse of wekelijkse contacten met andere familieleden.
Gemiddeld hebben allochtone kinderen een slechtere woningsituatie dan autochtonen. Zij leven vaak in een flat of bovenwoning en dus hebben zij per persoon minder ruimte ter beschikking. Allochtone kinderen hebben dan kleinere mogelijkheden om binnenshuis te spelen of hun huiswerk op een eigen kamer te schrijven.
Ook
buitenshuis is het vaak gevaarlijk, omdat zij meestal in een niet veilig stadsdeel wonen.
Om een goede positie in de maatschappij te hebben, is zeer belangrijk om een hoog opleidingsniveau te bereiken. Bij de opleiding van immigranten spelen twee factoren een rol. De eerste factor is: de opvoedingssituatie thuis en de herkomstomgeving. Met name het opleidingsniveau van de ouders, hun gebruik van de Nederlandse taal in het herkomstgezin of hun kennis met culturele afstand tegenover de Vlaamse samenleving. Ten tweede gaat het over zaken met betrekking tot het onderwijs. Hiertoe behoren: de kwaliteit van de school en de structuur van de studentengroep in betekenis van de etnische en sociaal-economische herkomst.
Allochtone kinderen in het onderwijs hebben vaak een grote achterstand ten opzichte van Vlaamse kinderen uit lagere sociale milieus. Positief is echter dat zij een deel van deze achterstand tijdens de loop van het basisonderwijs elimineren. Wel kunnen wij binnen en tussen allochtone bevolkingsgroepen behoorlijk grote verschillen vinden. Een belangrijk onderscheid is te maken tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Kinderen van westerse allochtonen presenteren zich beter dan autochtone kinderen, die afkomstig zijn uit lage sociale milieus. De reden is, dat hun ouders relatief goed geschoold zijn. Kinderen van de Zuid-Europeanen zijn in de meeste gevallen nakomelingen van arbeidsmigranten uit Italië, Portugal en Spanje. Tot niet-westerse allochtonen behoren vooral Marokkanen en Turken, die vaak een laag onderwijsniveau bereiken. Deze nakomelingen van meestal gastarbeiders blijven nog achter vanwege het gemiddeld lage opleidingsniveau van hun ouders. In het algemeen bezoeken zij minder vaak hogere onderwijsvormen dan andere allochtonen. 30
Maar wij kunnen verwachten dat het opleidingsniveau van allochtonen en vooral van nakomelingen van arbeidsmigranten zich in de komende jaren goed zal ontwikkelen. Redelijk positief is ook dat nieuwe vluchtelingen en vooral arbeidsmigranten in vergelijking met eerdere immigranten gemiddeld hoog zijn opgeleid. Dit feit verhoogt de kans dat hun nakomelingen relatief sneller in de Vlaamse samenleving kunnen integreren en een gunstiger onderwijsprofiel kunnen bereiken. De derde generatie allochtonen die nu meestal een basisonderwijs volgen, zal zeker een stap vooruit maken in hun opleiding in vergelijking met de ouders en grootouders.
5.2.Criminaliteit bij allochtone jongeren in Vlaanderen
Met het begrip etnische groepen worden in Vlaanderen meestal migranten genoemd. Een algemeen probleem van migranten is dat zij zich in het gastland vaak met moelijkheden zien geconfronteerd. Integratie is geen gemakkelijk proces en de weg naar maatschappelijk succes is niet onmiskenbaar. Wat betreft de geregisteerde criminaliteit bezetten allochtone jongeren een minder gunstige positie in vergelijking met autochtone jongeren. Daarnaast ontstaan ook de grote verschillen tussen allochtone groepen. De positie op de arbeidsmarkt en opleidingsniveau van de jeugd worden als een criterium gezien in verband met maatschappelijk succes van de bepaalde etnische groep. Marokkanen en Turken scoren laag op beide punten. Leraren en politie in Marokko en Turkije spelen een andere rol dan in België.
Criminaliteit onder etnische minderheden vormt ook één van de stimulansen voor de discriminatie, racistische delicten en vooroordelen. De hedendaagse kinderen en kleinkinderen van immigranten zijn meer bij jeugdcriminaliteit betrokken dan hun ouders. Het is algemeen bekend dat jongens een groter aandeel aan de jeugdcriminaliteit hebben dan meisjes. Over het algemeen worden migranten ook vaker slachtoffer van criminaliteit dan autochtonen. In vergelijking met andere Europese landen is in België nog steeds weinig bekend over de omvang van de betrokkenheid van migrantenkinderen bij de jeugdcriminaliteit. Bovendien woont de meerderheid van allochtonen in de periferieën van Vlaanderens grote steden en het probleem met allochtone jongeren wordt vaak als een buurtprobleem voorgesteld. Daarnaast worden de spanningen tussen groepen bewoners van oude stadswijken te eenzijdig genoemd als spanningen tussen allochtonen en Vlamingen.
31
De allochtone jeugdcriminaliteit zien wij bij jeugd in de leeftijd van 12 tot 25 jaar. Sommige allochtone jongeren, vooral Marokkanen beginnen meestal eerder met diefstal. Criminaliteit bij migrantenkinderen vindt hoofdzakelijk plaats in grote steden. De misdaden op jonge leeftijd worden meestal kinderachtig genoemd. Turkse jongeren plegen vaak lichte diefstallen, maar ook een geweldplegingen. Minder vaak zijn zij voor een gekwaliceerde diefstal, zoals inbrak geregistreerd. In verband met Marokkaanse jongeren spreken wij vooral over eenvoudige diefstal, zoals fietsendiefstal en winkeldiefstal. Verder gaat het bij hen om een geweldplegingen en andere vermogendelicten, zoals straatdiefstal. Zij komen ook dikwijs in contact met de politie voor ernstige delicten.10
Volgens het Nationaal Instituut Voor Statistiek is de grootste allochtone jeugdcriminaliteit bij de volgende allochtone groepen: Marokkanen, Turken, Kongolezen en Algerijnen.11 Wat betreft de reactie van allochtone ouders op crimineel gedrag van hun kinderen is het een even emotionele reactie als bij autochtone ouders. Maar als het gaat om contact tussen ambtenaren en allochtone jongeren is de situatie niet gunstig. Allochtone ouders zien zorgen van de instituties als een vijandelijke aanval op hun persoonlijk leven. De verantwoordelijkheid voor criminele delicten van hun kinderen schrijven zij aan de politie, slechte vrienden en schoul toe. De invloed op de grote mate van jeugdcriminaliteit bij allochtone jongeren heeft zeker ook de gezinsgrootte. Want in grote gezinnen is er meestal tekort aan financiën en de jeugd heeft een kleine leefruimte voor zichzelf en gaat de eigen persoonlijke leefsfeer op straat zoeken.
10
De ‘verpaarsing’ van de criminaliteitsbestrijding in België, P. Hebberecht ( Vubpres, Brussel, 2008), p.159-
171. 11
Zie voetnoot 10, p.159
32
6. Verschillende gezichten van het geloof in Vlaanderen Historisch was Vlaanderen bijna volledig katholiek, met enkele beperkte protestantse kernen sinds de opkomst ervan. Protestantse kernen kan men in de provincie West-Vlaandeeen vinden waarvan hebben zij zich naar steden Gent en Antwerpen verspreid. Anno 2005 is die religieuze overtuiging echter danig verzwakt. De tweede levensbeschouwelijke overtuiging is nu de 'vrijzinnigheid' (die in 2001 10% kreeg van de overheidsuitgaven aan godsdienst en levensbeschouwing).12 In de afgelopen decennia hebben zich miljoenen immigranten in heel Europa gevestigd, deze immigranten hebben hun godsdienstige achtergrond meegebracht. Maar nu is de vraag hoe Vlaanderen, net als Europa, deze nieuwe immigranten met hun verschillende godsdiensten zal aannemen?
Godsdienst betekent het geloven in God(en). De Belgische Grondwet garandeert de vrijheid van godsdienst. In België worden op dit moment zes godsdiensten erkend. Het grootste aantal gelovigen hecht aan de rooms-katholieke godsdienst. Verder bestaan in België de volgende godsdiensten: de protestantse, orthodoxe, joodse en anglicaanse. Sinds 1976 is ook de islam als een oficiële godsdienst in België aanwezig. Volgens het aantal gelovigen vormt de islam nu de tweede grootste godsdienst in België dankzij de arbeidsmigratie uit landen met islamistische achtergrond. Daarnaast leven er in België nog veel mensen die een religie of levensbeschouwing naleven die niet in de Grondwet staat. Vandaag kunnen wij dus België als een multi-levensbeschouwelijke samenleving beschouwen.
De godsdiensten bestaan al vanaf het begin van de mensenheid. De gelovigen vinden steun en zekerheid in hun geloof. Godsdienst is dikwijs het belagrijkste punt in mensenlevens vooral na 11 september. Na deze datum worden moslims en hun islam wereldwijd bekritiseerd. De twijfel is groot, de maatregelen na incidenten navenan. Door het belang van godsdiensten voor veel mensen, gebeuren er vaak conflicten. Er bestaan veel verschillende religies in Vlaanderen en elke religie heeft zijn eigen waardheiden, denkwijze, gewoontes en regels. De meeste problemen in Vlaanderen worden veroorzaakt door moslims, maar dat betekent niet dat andere gelovigen geen problemen veroorzaken.
12
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaanderen#Godsdiensten_en_levensbeschouwingen_in_Vlaanderen
33
Voornamelijk migratie heeft van Europa een multi-etnisch, multi-cultureel en multi-religieus gebied gemaakt en omdat in België nu ongeveer 400.000 moslims leven, die meestal uit Noord-Afrika en Turkije afkomstig zijn, zal ik in dit hoofdstuk vooral aandacht aan de islam geven.
6.1. De islam versus het christendom
De oprichting van de islam in Vlaanderen wordt vaak beschreven als de komst van een oosterse religie naar de westerse samenleving. Het christendom ontwikkelde zich als de godsdienst van het Westen, de islam als de godsdienst van het Oosten. In nieuwsberichten wordt men dagelijks permanent geïnformeerd met wereldwijde en lokale problemen die geassocieerd worden met de interactie tussen christendom, islam of jodendom. Religie is echter vaak een belangrijke factor in de meeste conflicten en de interpretatie van de problematische integratie van moslimmigranten wordt gezien als een botsing tussen islamitische en christelijke tradities. Daarnaast heeft religie een aanzienlijke invloed op de identiteit van allochtonen en daarme ook op hun integratie.
De islam kent even als het christendom vele gezichten. Binnen het christendom bestaan ook aanzienlijke verschillen die van land tot land een verschillend beeld vertonen. Het christendom is voor inwoners van Europa wel vertrouwd, maar voor de islam geldt dat minder. De islam wordt meestal alleen verbonden met de Arabische cultuur, toch is het veel wijder verspreid. Volgens tegenstanders van de multiculturele samenleving is de islam in het geheel niet gelijkwaardig aan de westerse cultuur. Anders dat het christendom heeft volgens hen de islam geen Verlichting beleefd en is het een achterlijke cultuur gebleven. Bovendien heeft de islam problemen met democratie, vrijheid van meningsuiting, scheiding van staat en kerk en gelijke rechten voor vrouwen en homo’s.
Andere verschillen die uit hun godsdiensten volgen zijn onder andere de rustdags bij de christenen is dat zondag, bij de moslims is dat zaterdag. De christenen geloven in de drie- eenheid van God als de Vader, de Zoon (Jezus) en de Heilige Geest terwijl moslims alleen in Allah geloven. Christenen geloven dat Jezus de Zoon van God is. Moslims erkennen dat hij bestaan heeft maar dan als een profeet.
34
Het vieren van feestdagen is één van de voornaamste religieuze rituelen en ook de belangrijkste manier waarop deze twee godsdiensten zich onderscheiden. Voor de christenen is de belangrijkste feestdag Pasen. Zij vieren Pasen als de dag waarop Jezus opgestaan is uit de dood. De andere belangrijke dag voor christenen is Kerstmis als de dag waarop Jezus geboren is. Voor moslims is de belangrijkste feestmaand Ramadan. Op het eind van de heilige maand Ramadan vieren zij de nacht waarin profeet Mohammed in Jerusalem naar de hemel opsteeg en afdaalde naar de hel.13
6.2.De Koran in het kort
De Koran is het Heilige Boek voor alle moslims en heeft ook voor hen een groot betekenis. God was wel in het Arabisch aan Mohammed afgespiegeld en neergeschreven in de Koran. Woorden in de Koran werden door de engel Gabriel aan Mohammed gezegd. De Koran bestaat uit 114 hoofdstukken, zogenaamde soera’s. De vijf pilaren van de Islam worden als volgt omschreven: 1) de getuigenis dat Allah de enige God is en Mohammed zijn profeet (shahadah) 2) het dagelijkse bidden, vijf keer per dag met het gezicht naar Mekka (salat) 3) het geven van aalmoezen aan de armen (zakat) 4) in de maand Ramadan vasten van zonsopgang tot zonsondergang (saum) 5) pelgrimage, indien mogelijk eenmaal in het leven naar Mekka (hady) 14
De Jihād is een actueel woord en wordt als een heilige oorlog vertaald. De algemene betekenis van de Koran is echter: streven naar religieuze en morele uitstekendheid in een individueel leven in de gemeenschap. Een goede moslim eet geen varkensvlees en drinkt geen alcohol. Er bestaat zes dingen waarin men moet als een moslim geloven: 1) de eenheid van God 2) de Profeten 3) de boeken 4) de engelen 5) de dag des oordeels 6) de voorbeschikking
13 14
Religie voor Dummies,M.Gellman, T.Hartman (Koppenhol uitgeverij, Hilversum, 2003), p.12-20. Zie votnoot 13.
35
6.3. De positie van vrouwen binnen de Islam
De positie van de vrouw in de islam is één van de geliefde onderwerpen van nietmoslims. Daarin zitten ongetwijfeld waarheden, maar toch berusten veel van de veronderstellingen op vooroordelen. In vergelijking met het westen is de positie van vrouwen aanzienlijk zwakker. De reden hiervan is waarschijnlijk dat de islam deze positie vrij gedetailleerd regelt. De islam is een religie die naast voorschriften over godsdienst ook regelgeving bevat over de maatschappelijke ordening. Zowel in Marokko als in Turkije is de maatschappelijke positie van vrouwen en meisjes traditioneel ondergeschikt aan die van mannen en jongens.
Een voorbeeld uit de koran over de positie van de vrouw: “Blijf in jullie huizen” (koran XXXIII,33)…“De mannen zijn zaakwaarnemers voor de vrouwen, omdat God de één van boven de ander heeft bevoorrecht…De deugdzame vrouwen zijn dus onderdaning.” En als dat zij dat niet zijn: “Vermaant haar, laat haar alleen in de rustplaatsen en slaat haar” (koran IV, 34).15
Zo menen mensen dat de islamitische vrouw aan de man ondergeschikt is, dat zij weinig te zeggen heeft en bijgevolg weinig inbreng in de maatschappij heeft. In de meeste gevallen is het waar, dat in het dagelijkse leven van islamitische allochtonen de vrouw ondervertegenwoordigd is. Zo zal men haar zelden tegenkomen in de sportclub, in een restaurant, op café of in een winkelcentrum. In wezen heeft dit feit heeft iets te maken met een traditioneel rollenpatroon dat vele islamitische allochtonen nog steeds respecteren.
De moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 in Nederland hangt samen met de positie van vrouwen binnen de islam. In 2004 maakte hij samen met Ayaan Hirsi Ali de korte louw-budgetfilm Submission. De film gaat over de positie van vrouwen binnen de islam en over de slechte behandeling van vrouwen binnen sommige islamitische families. De controversiële film werd onder moslims in het algemeen negatief ontvangen. Na de moord op Theo van Gogh wezen vele vingers naar de Marokkaanse en islamitische gemeenschappen.
15
Maatschappelijk werk tussen burger en samenleving. H.Van Doren (Garant, Antwerpen-Apeldoorn, 2004), p. 188
36
Moslimvrouwen zijn in Vlaanderen, die een christenland wordt genoemd, de andere vrouwen geworden, de vrouwen over wij praten als ‘ vrouwen zonder rechten’. Wie zijn zij, waarom dragen zij de hoofddoek, hoe vrij is de keuze ervoor? Er zijn veel degelijke verschillen tussen de rol van de vrouw in westerse (christelijke) culturen en islamitische culturen. In de Koran wordt geschreven dat de man en vrouw gelijk zijn maar de praktijk zegt vaak iets anders. Een groot aantal islamitische vrouwen accepteert hun positie, omdat zij ermee opgegroeid zijn. Dingen die zij heel normaal vinden, vinden sommigen uit de westerse wereld heel raar.
6.4. Conflicten met religieuze achtergrond in Vlaanderen
Ook in Vlaanderen vinden religieuze conflicten hun plaats. Brussel wordt al jarenlang regelmatig opgeschrikt door rellen, vaak met jongeren van allochtone (islamitische) afkomst. Zonder twijfel kunnen wij de Vlaamse hoofdstad een onveiligheide stad noemen. Vooral sinds het begin van de ramadan is Brussel dagelijks het schouwtoneel van rellen. Maar moslims kunnen niet alleen te wijten aan de nervositeit die gewoonlijk met de ramadan gepaart gaat. Godsdienst of ideologïen worden altijd misbruikt. Hun cultuur lijkt de oorzaak te zijn van rellen. Veel moslims streven oprecht naar heilige leven. Door de globarisering en wereldwijde technologieën voelen moslims zich bedreigd door de westerse cultuur. Het ergste is dat zij deze westerse cultuur op één lijn stellen met het christendom. Somige (radicale) moslims interpreteren de Koran dat de goddelijke geloofwaardigheid aan hen voorschrijven om te bekeren of te doden. De rellen in godsnaam in Brussel kunnen niet langer als alleenstande incidenten worden beschouwd. Het moet iets aan te doen met deze conflicten.
Rellen en demonstraties in verbandt met islam in Vlaanderen bestaan ook vanwege het hoofddoekenverbod. In de publieke ruimtes zal een hoofddoek verboden zijn vanaf 1 september 2010 in alle 700 scholen van het Gemeenschaponderwijs. Als een reactie op het hoofddoekenverbod willen nu moslims hun eigen Islamitische scholen oprichten.
37
6.5. Conclusie
Het is evident dat er veel problemen existeren tussen de westerse wereld en moslims. Het is de strijd niet alleen tussen de Vlaamse bevolking en moslims maar tussen het Westen en moslims. Beide partijen voelen zich boos en geraakt. Geen andere godsdienst maakt zoveel conflicten als de islam. Er zijn steeds bloedige conflicten in sommige Afrikaanse landen tussen moslims en christenen of aanhangers van natuurgoddsiensten. Bovendien zijn er ook conflicten tussen moslims en hindoes bijvoorbeeld in Indië.
De Verenigde Staten zijn de grote doorn in het oog van de moslims. Veel moslims voelen zich inderdaad aangetrokken door de Amerikaanse retoriek over gelijkheid en vrijheid maar zij denken dat de Verenigde Staten deze waarden niet in de praktijk brengen ten opzichte van de islamitische wereld. De aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Saoedi-Arabië wordt door veel moslims als heiligschending gezien omwille van de ligging van de heilige steden Mekka en Medina in dit land. De aanslagen op 11 september 2001 was zeker het grootste protest van moslims tegen de Verenigde Staten. De meerderheid van islamitische landen zijn armer dan westerse landen en zij vinden het leven in andere landen materialistisch. In hun eigen land voelen zij de dominantie van Amerikaanse economie. Misschien leidt deze overgang van een dominante positie naar een positie van zwakheid en afhankelijkheid leidt tot hun gevoel van frustratie en teleurstelling.
In Vlaandren kunnen wij spreken over een vrij rustige samenleving met moslims. Er zijn ook soms rellen en demonstraties, maar tot nu nog géén groot conflict op wereldschaal. Het is duidelijk dat wij niet alle moslims over één kam kunnen scheren. Maar het is moeilijk om te zeggen wie schuldig is in deze conflicten: God, religie of mens? Uitendelijk zouden alle mensen met de verschillende religieuze achtergronden echter een manier vinden om samen op deze wereld te leven.
38
7. Vooroordelen, discriminatie en racisme Mensen worden vaak geconfronteerd met discriminatie omdat zij anders zij. Bijvoorbeeld omdat zij donkerhuidskleur hebben of veel piercings of rare kleidingstijl hebben. Maar het is moelijk om te zeggen wat eigenlijk anders betekent. Anders dan wie?
Discriminatie, vooroordelen en racisme zijn geen recente fenomenen in de Vlaamse samenleving. Zij zijn er altijd geweest en over de bestrijding ervan meer en meer gediscuteerd in het dagelijkse leven. Er existeren veel vormen van discriminatie, onder andere discriminatie vanwege ras, taal, huidskleur, geloofsovertuiging enz. Etnische minderheden zijn zonder twijfel de meest gediscrimineerde groep. Het gebeurt vaak dat een jongen een discotheek niet binnen mag , omdat hij een donkere huidskleur heeft. Ik heb ook een persoonlijke ervaring. Toen ik met mijn vriend uit Algerije naar een discotheek in Gent wilde gaan, mocht hij niet naar binnen. Dus gingen wij naar een andere plaats.
Vooroordelen hangen met discriminatie samen. Ieder heeft een vooroordeel maar bij sommigen leidt het tot discriminatie. Vooroordeel betekent dat mensen al bij voorbaat in hun hoofd meningen over andere mensen hebben, zonder te weten of het echt zo is. Algemene vooroordelen zijn bijvoorbeeld Nederlanders zijn gierig of Belgen zijn dom. Het zijn vooroordelen tussen twee nationaliteiten, maar er bestaan in de multiculturele samenleving talrijke vooroordelen over immigranten.
Voltaire zei: “De mensen zijn gelijk, niet afkomst, alleen deugd maakt dat er verschil tussen hen is”16
Naast vooroordelen en discriminatie is er racisme. Racisme is een opvatting dat het ene ras superieur is aan het andere en, daaruit voorvloeiend, dat ten aanzien van het andere; discriminatie op grond van het ras; uiting van rassenwaan – Van Dale 1999.
17
Jammer
genoeg komt men racisme op verschillende manieren tegen, zoals vervelende opmerkingen op straat, gemene teksten op muren of zelfs in de vorm van geweld,… Racisme bestaat van alle tijden en is niet uitsluitend gebonden aan één bepaalde etnie of bevolkingsgroep. Gevaar, angst of onzekerheid, maakt dat men zich racistisch kan gaan gedragen zonder 16 17
www.racisme.nl http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Woordenboeken/betekenissen.html#racisme
39
enige objectieve reden. In 2003 werd in Vlaanderen het Centruum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding door het parlement opgericht.18 Dit Centrum speelt een belangrijke rol in de strijd tegen racisme en rassendiscriminatie. De medewerkers van dit Centrum worden dagelijks geconfronteerd met klachten van personen die zich op één of andere manier racistisch behandeld voelen.
De ervaring met racisme heeft ook de 11-jarige Alvaro Pedro Manuel. Hij was het doel van racistische opmerkingen tijdens een voetbalwedstrijd voor miniemen tussen Sparting Aalst en Daring-Huvo Jeuk. Hij omschrijft zijn ervaring als volgt:
“Alles begon na de rust”, doet Pedro zijn verhaal. “Wij begonnen de tweede helft met een achterstand van 1-4. Snel stonden wij gelijk en liepen zelfs goal uit. Tot 5-4. Toen begon de trainer van Jeuk op mij te schelden en gebruikte meermaals de woorden ‘zwarte’.”
“Wat hij nog riep, verstond ik niet zo goed, ik ben nog niet zo lang in het centrum. Toen ik voor het doel van Jeuk kwam, werd ik gepakt door de keeper en een speler. Ik viel. Ik had mij pijn gedaan en weende, maar het schelden hield niet op.”
“Tot mijn trainer kwam. Daarop kregen twee trainers een felle ruzie. En ook toeschouwers achter de goal bemoeiden zich. Even later heeft de scheidsrechter de wedstrijd geschorst”, vertelt Pedro.19
Discriminatie en racisme zijn een blijvenden groot maatschappelijke probleem. Sinds 30 juli 1981 heeft België haar antiracismewet. Dit is een strafwet. Strafbaar zijn volgens de antiracismewet discriminaties gebaseerd op het zogenaamde ras, de huidskleur, de afkomst of de nationale of etnische afstamming.
Het bekende geval in verband met racisme in Vlaanderen is een veroordelling van Wim Elbers. Wim Elbers was een lid van het toenmalige Vlaams Blok. In 1999 diende hij zich in de rechtbank te verantwoorden voor het verspreiden van racistische e-mails via
18 19
http://nl.wikipedia.org/wiki/Centrum_voor_Gelijkheid_van_Kansen_en_voor_Racismebestrijding http://www.hbvl.be/limburg/sint-truiden/sporting-aalst-dient-klacht-in-voor-racisme.aspx
40
nieuwsgroep op het internet. Hij werd veroordeeld tot het betalen van een boete van 2.500 euro en zes maanden voorwaardelijk. In zijn ogen betrof het een ‘politiek proces’.20
7.1. Islamofobie en xenofobie
Definitie van islamofobie is volgens de Raad van Europa : Islamofobie is de vrees voor of het vooroordeel tegen de islam, moslims en alle zaken die daarop betrekking hebben. De vooroordelen, de angst en de vijandigheid tegenover de islam en de moslims in de ‘westerse’ samenleving trekken steeds meer de aandacht van steeds meer en meer mensen.21 Islamofobie is geen recent fenomeen in Vlaanderen. Na de aanslagen van 11 september die door islamiten werden gepleegd, werden meer over ‘een dreiging van de islam’ gesproken. Sinds deze tijden wordt vaak de islam verbonden met extremisme en terrorisme. Sinds 2001 is ook het aantal racistisch gemotiveerde geweldsmisdrijven gestegen. (vooral in Brussel en in kleinere mate ook in Antwerpen). Daarbij spreekt men over het geweld tegen moslims, brandstijchting van moskeën en islamitische scholen enz. Moslims in Vlaanderen maar ook in andere landen worden steeds vaker het object van kritiek. Men begon naar alle moslims als de potentiële terroristen te kijken. Misschien bestaat een probleem erin dat men weet niet genoeg over de islam en dit feit leidt naar islamofobie. Onder mensen bestaan meer negatieve dan positieve vooroordelen over moslims. Men moet niet denken dat alle 1.3 miljard moslims terroristen zijn. Voor de ‘gewone’ moslims is het leven met stempel van de terrorist op hun voorhoofd niet makkelijk. Xenofobie betekent angst tegenover wat vreemd is. Met andere woorden angst tegenover buitenlanders of vreemdelingen. Xenofobie kan voortkomen uit racisme, en via vreendelingenhaat kan leiden tot rassendiscriminatie, geweld enz. Een voorbeeld van islamofobie en xenofobie in Vlaanderen kan volgens mij het hoofddoekenverbod zijn.
20 21
http://nl.wikipedia.org/wiki/Antiracismewet www.annefrank.org/ond_upload/Downloads/Bovenkerk.pdf p.87.
41
7.2. Vlaams Belang
Het Vlaams Belang, de opvolger van het extreem-rechtse Vlaams Blok, wordt steeds groter. Vlaams Belang is de naam van een Vlaams-nationalistische en recht conservatieve politieke partij. In Antwerpen is VB al de grootste partij. De belangrijkste onderwerpen van het Vlaams Belang zijn vreemdelingen en onafhankelijkheid van Vlaanderen. Het Vlaams Belang kan men ook ‘een racistische partij’ noemen, omdat VB eist dat alle niet- Westerse vreemdelingen uit België moeten vertrekken en terug naar hun land van herkomst moeten verhuizen.
Het programma van het Vlaams Belang met betrekking tot immigranten:
▪ Ondanks immigratiestop, enorme immigratie. In 1974 werd een officiële immigratiestop afgekondigd. Desondanks blijven de immigranten toestromen. Bovendien komen jaarlijks duizenden illegalen en zogenaamde asielzoekers het land binnen. Het Vlaams Belang wil dat de immigratiestop waterdicht wordt.
▪ Westerse versus islamitische waarden. De aanpassing van vreemdelingen met een islamitische achtergrond verloopt zeer moeizaam. Soms is er totaal geen aanpassing. De culturen van die inwijkelingen staan dan ook veel verder af van de onze. Waarden als gelijkheid tussen man en vrouw, vrijheid van meningsuiting en de scheiding tussen kerk en staat – nochtans basisbeginselen van onze Westerse democratie – zijn veelal vreemd.
▪ Misbruik van gezinshereniging. De gewoonte van vele vreemdelingen en allochtonen van de tweede of derde generatie om hun partner te zoeken in het land van herkomst, is een rem op de integratie. De kinderen uit die huwelijken beginnen opnieuw met een grote achterstand. Dikwijls beheersen zij onvoldoende het Nederlands. Daarmee moet het integratieproces telkens opnieuw beginnen. Het Vlaams Belang wil dan ook de bestaande regeling drastisch verstrakken.
▪ Illegalen en asielmisbruik. Asielzoekers moeten zoveel mogelijk in hun eigen regio worden opgevangen en het statuut dient beperkt te blijven tot echte politieke vluchtelingen. Afgewezen asielzoekers en illegalen moeten daadwerkelijk uitgewezen worden. Collectieve regularisaties kunnen voor het Vlaams Belang absoluut niet. 42
▪ Snelbelgwet. Op 1 mei 2000 trad de snelbelgwet in werking. Honderduizenden vreemdelingen verkregen in tussentijd zonder enige integratievoorwaarde de Belgisch nationaliteit. Het Vlaams Belang wil deze snelbelgwet afschaffen. Naturalisatie is enkel mogelijk na een geslaagd assimilatieproces. Het Vlaams Belang wijst het meervoudige staatsburgerschap af. Het verkrijging van de Belgische (in de toekomst Vlaamse) nationaliteit is enkel mogelijk indien de oorspronkelijke nationaliteit wordt opgegeven.
▪ Vreemdelingenstemrecht. Het gemeentelijk stemrecht voor vreemdelingen moet worden afgeschaft. Het stemrecht of stemplicht moet bij alle verkiezingen voorbehouden blijven aan staatsburgers.
▪ Verplichte inburgering. Vreemdelingen die zich definitief in Vlaanderen willen vestigen, moeten onze wetten respecteren. Zij moeten zich aanpassen aan onze cultuur, onze normen en waarden, onze leefgewoonten en aan belangrijke traditionele principes van de beschaving die zich op het Europese grondgebied heeft ontwikkeld, zoals onder meer de scheiding van kerk en staat, de democratie, de vrije meningsuiting en de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Voor vreemdelingen en inwijkelingen die dit afwijzen, negeren of bestrijden, moet een terugkeerpolitiek worden ontwikkeld.22
Na de bestudering van het Vlaams Belang moet ik zeggen dat wat ik ooit over deze partij gehoord heb is min of meer de waarheid. Het is een extreem rechtse partij die niets anders wilt dan (niet-Westerse) vreemdelingen buiten zetten. Zij willen mensen naar hun partij lokken door middel van reclame en acties waarbij men zich voordoet als de beschermer van het kleine Vlaamse volk. Onder Vlaams Belangers zitten veel nacionalisten maar ook racisten (vooral tegenover de mensen met de islamitische achtergrond). Tot slot citeer ik nog enige uitspraken van Filip Dewinter (een partijvoorman van het Vlaams Belang). Volgens mij spreken de volgende uitspraken voor alles.
“Het Vlaams Blok kiest voor het eigen volk eerst. En ja, het Vlaams Blok kiest voor een Vlaams Vlaanderen. En ja, het Vlaams Blok kiest voor een blank Europa!”…“Zij gaan beter couscous eten in hun eigen land”...“Wie een hoofddoek draagt, tekent hiermee zijn terugkeercontract”…“Zij (=de vreemdelingen) wentelen zich in zelfbeklag. Zij worden opstandig, veroorzaken overlast en vertonen crimineel gedrag. Multiculturaliteit heeft bij
22
http:// www.vlaamsbelang.org/21/2/w
43
ons geleid tot multicriminaliteit”…“Waar is de poen van uw pensioen? Het zit in de pocket van Mohammed”
23
23
http://nl.wikiquote.org/wiki/Filip_Dewinter
44
8. Hoe worden allochtonen in de media gepresenteerd? De media hebben invloed op het dagelijkse leven van mensen in de hele wereld. Zij zijn als de oren en ogen van mensen en hebben grote invloed op hun meningen. Ik zal berichten in de Vlaamse kranten op internet over allochtonen en criminaliteit nader bekijken. Er wordt algemeen gedacht dat kranten meer over criminaliteit bij allochtonen dan bij autochtonen informeren. In de misdaadverslaggeving is de negatieve berichtgeving over allochtonen nog sterker merkbaar. Bij gekleurde misddadigers wordt de afkomst vaak vermeld, bij witte misdadigers niet, waardoor de sugesstie wordt gewekt dat allochtonen vaker bij criminaliteit betrokken zijn dan Vlamingen. Deze criminaliteitverslagen geven geen goede naam aan allochtonen in Vlaanderen. De media zorgen er soms voor dat allochtonen een moeilijkere positie bij hun integratie in de Vlaamse gemeenschap hebben. De relatie tussen de media en integratiebeleid wordt onderstreept in een aantal laatste beleidsdocumenten op Europees niveau, op federaal niveau of binnen de Vlaamse gemeenschap. De media oefenen een sleutelpositie uit tussen gebeurtenissen en het publiek.
Ondanks het feit dat de media en beeldvorming dikwijs in één adem worden genoemd, zijn de media niet het enige instrument op de werkelijkheid. Misschien heeft dit verband te maken met het idee dat de media het enige instrument is dat zo’n groot aantal mensen in de samenleving gelijktijdig kan bereiken met hun beschrijving van de werkelijkheid. Op het gebied van de media en de samenleving wordt er ook steeds een omschrijving gevormd over etnische minderheden. Er wordt meer over dan via etnische minderheden gesproken. Met dit feit hebben de bronnen van journalisten veel te maken.
Het terrein van justitie was voor mensen altijd interesant. Criminaliteit is van alle tijden. Toch schijnt de aandacht voor dit thema de afgelopen jaren gestegen. De media geven meer en meer aandacht aan criminaliteit waardoor de rapportage ervan een aanzienlijk deel van de alledaagse verslaggeving bezet. Is dat omdat de criminaliteit echt is gestegen of heeft de media voor een belangrijk deel geholpen in de vermeende verhoging?
45
8.1. Relatie tussen media en allochtonen
Vooral allochtonen met een islamitische achtergrond worden in de media na de aanval van 11 september met grote belangstelling gevolgd. Ook voor de aanslagen in de Verenigde States was in Begië een grote spanning tussen West en Oost merkbaar zoals de groei van het aantal stemmers op het Vlaams Belang. Alle moslims werden als terroristen gezien. In de Nederland waren discussies over de multiculturele samenleving na de moord van Pim Fortuyn en later na de moord van Theo van Gogh uitgebroken. De manier waarop media de multiculturele samenleving verbeeldde speelt daarbij een grote rol.
Niet alleen omdat zij via media en op straat geconfronteerd werden met wat er in naam van hun religie gebeurde, begonnen zij een zwakkere positie in de Vlaamse samenleving voelen. De verhouding tussen het land en islam heft een afzonderlijke positie gekregen doordat het overgrote deel van de moslims in België en elders in Europa uit migranten bestaat.
Moslims worden in de meeste gevallen en situaties gepresenteerd als migranten met een sterk specifieke cultuur en religie. In feite behoren de termenen moslims en migrant tot dezelfde categorie dus wordt er samen naar gekeken. Migranten voelen de behoefte hun gevoelens als vreemdelingen, die het gevolg zijn van het aanzienlijke cultuurverschil, te verbeteren. Inderdaad wenden zij zich van die samenleving af, trekken zich terug binnen de eigen organisatie of de eigen communiteit, of wenden zich tot de islam. In talloze berichten staat namelijk te lezen dat voor moslims hun geloof uitzonderlijk belangrijk is en dat de samenleving daarmee rekening moet houden. Wie wil begrijpen wat er in het hoofd van een Marokkaan of Turk gebeurt, moet zich verdiepen in de islam. Een probleem is namelijk dat de media de islam omschrijven als een gevaar voor de wereldvrede. Op deze manier groeit de afstand en angst onder allochtonen.
Het is algemeen bekend dat slecht nieuws mensen meer aantrekt dan goed nieuws. Bovendien schenken mensen meer aandacht aan berichtgeving over negatieve gebeurtenissen, zoals criminaliteit. De media houden rekening met dit feit tijdens hun keuze bij de presentatie van nieuws. Voor journalisten bestaat een aantal regels, die zij moeten naleven. Maar de vraag is of het altijd zo gebeurt.
46
8.1.1.Aanbevelingen van 1 januari 1994 voor de berichtgeving over allochtonen
Voor journalisten bestaan de volgende regels over de positie van allochtonen in de media.
1. Vermeld nationaliteit, geboorteland, etnische afkomst, huidskleur, religie of cultuur alleen als deze informatie releveant is voor het bericht.
Als mogelijke test om de relevantie van de informatie na te gaan, kan men de betreffende eigenschappen vervangen door “tegengangers”, of door de kenmerken die verband houden met autochtonen. Meer in het algemeen zou men volgende twee zaken tegen elkaar kunnen afwegen: de schade voor het bericht wanneer de informatie niet gegeven wordt, en de schade voor de betrokkenen wanneer de informatie wel wordt vermeld.
2. Vermijd onverantwoorde veralgemeningen en polariseringen
Veralgemeningen: aanbevolen wordt de berichtgeving over allochtonen waar dat relevant is te nuanceren. Een mogelijkheid daartoe is de vermelding dat wat op zeker ogenblik in algemene termen wordt gesteld, niet noodzakelijk voor alle allochtonen geldt. Of de vermelding dat zeker niet alle allochtonen het eens zijn met dit of dat standpunt.
Polariseringen (wij-zij perspectief): aanbevolen wordt dergelijke polariseringen zoveel mogelijk te vermijden. Eerder dan een overdreven beklemtoning van de verschillen, dringt zich meer aandacht op voor de gelijkenissen tussen mensen.
3. Vermijd nodeloos problematiseren en dramatiseren
Aanbevolen wordt allochtonen vaker in “gewone” situaties aan bod te laten komen in de media, zodat ze meer als de “gewone” burgers in de samenleving worden aangezien.
Daarnaast wordt aanbevolen dat migranten meer op een positieve manier in de media aan bod worden gebracht. Een mogelijkheid daartoe is het geven van meer duiding en achtergrondinformatie, die toelaten weergegeven nieuws, adekwaat te begrijpen. 47
Nieuwsitems moeten niet alleen een antwoord formuleren op wie-, wat-en waar- vragen, maar zoveel mogelijk ook op vragen over het hoe en waarom.
4. Zorgvuldigheid, wederwoord en rechzettingen
Aanbevolen wordt de groots mogelijke zorgvuldigheid, aan de dag te leggen in de berichtgeving over allochtonen. Met de basisterminologie, schrijfwijze van allochtone namen, cijfermateriaal en bronnen moet zorgvuldig worden omgesprongen.
Voor wat lezersbrieven betreft, wordt aanbevolen om lezersbrieven die allochtonen betreffen, systematisch vooraf voor te leggen aan een redactielid dat met het onderwerp vertrouwd is.
5. Extreem-rechts en racisme kritisch inkaderen
Aanbevolen wordt duidelijk te maken van wie de betreffende uitspraken of standpunten afkomstig zijn en in welk verband ze dienen geplaatst. Waakzaamheid is ook hier geboden voor het stelselmatige desinformeren vanwege extrem-rechts groeperingen. Een stalme verder is racistische uitspraken aan te vullen met tegengestelde opvattingen. Lezersbrieven met racistische inhoud kunnen ook niet zonder meer gepubliceerd worden.
6. Een bericht is niet af als het geschreven is
Aanbevolen wordt de definitieve vormgeving van elk bericht, en met name de keuze titels en beeldmateriaal, zo goed mogelijk op te volgen.24
24
Wetboek media en journalistiek editie2007, E. Brewayes, F. Voets, D. Voorhoof, (Wolters Kluwer Belgium NV, Mechelen, 2007), p. 269-270.
48
8.1.2. Fragmenten van berichten in on-line Vlaamse kranten
De hoofdverdachte, een 31-jarige Marokkaan, zou sinds een jaar drugs aan de man gebracht hebben. Hij had een 35-tal klanten. Hij werd aangehouden, net als een 56jarige kompaan van Spaanse afkomst.
De leverancier, een Marokkaan uit Antwerpen, en zijn kompaan uit Antwerpen, werden
gearresteerd. De twee Limburgse drugsdealers van Turkse afkomst zorgden
ervoor dat de cocaïne in de provincie verdeeld werd.
Ook Turgut D. (37), een Turk uit Hasselt, was een belangrijke dealer, die nauw samenwerkte met twee broers, Ali (39) en Ayhan (39) S., uit Hasselt.
De correctionele rechtbank in Brugge heeft donderdag een 35-jarige Algerijn veroordeeld tot één jaar effectieve celstraf en 825 euro boete voor een reeks gewelddadige overvallen in Oostende.
De correctionele rechtbank van Hasselt heeft vrijdag de 53-jarige Robert S. uit Sint-Truiden, de 29-jarige Roemeen Florin T. en de 22-jarige Roemeen Christian M. bij verstek veroordeeld voor vrouwenhandel en prostitutie.
Het Brusselse hof van beroep heeft donderdag een 35-jarige Congolees veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en een boete van 11.000 euro wegens handel in heroïne voor een internationale criminele organisatie.
Het Brusselse hof van beroep heeft dinsdag een 54-jarige Serviër veroordeeld tot 6 jaar cel. De man werd schuldig bevonden aan verkrachtingen van een tienermeisje en van gewelddadige aanrandingen van de eerbaarheid van de jongere broer van het slachtoffer.
Onder de zeven opgepakte personen bevinden zich drie Moldaviërs, een Oekraïner, een Albanees, een Litouwer en een Nigeriaan. Volgens de eerste bevindingen van het onderzoek had elk bendelid welomschreven taken in de organisatie van het stelen en doorverkopen van auto's uit garages aan woningen of in garageboxen.
49
8.1.3. Conclusie
De representatie die van bepaalde groepen wordt afgespiegeld in media fungeert dikwijs als barometer voor het leven in de multiculturele maatschapij. Daarnaast hebben berichten in de media de grote invloed op de integratie van allochtonen in Vlaanderen.
In het algemeen wordt bij gekleurde misdadigers de afkomst vaak vermeld, bij witte misdadigers niet, dus het publiek krijgt een mening dat allochtonen vaker bij criminaliteit betrokken zijn dan autochtonen. Zo komen Turkse, Marokkaanse en Afrikaanse criminelen vaker in het nieuws dan wij kunnen verwachten op grond van criminaliteitsstatistieken.
De andere kenmerken van berichten over allochtonen zijn de volgende: In de berichtgeving worden veel stereotypen gebruikt. Etnische minderheden worden voorgesteld als ondergeschikten, artiesten, misdadigers of probleemgevallen en bovendien gekenmerkt als dom, primitief of grappig. Het accent in de berichten ligt op (gewelddadige) incidenten en niet op de achtergronden van de positie van minderheden of op de eigen cultuur of het dagelijks leven van minderheden. In de berichgeving over autochtonen komen dergelijke verhalen wel voor. De berichten worden meestal vanuit het perspectief van de autochtone meerderheid geschreven: ‘wij’ tegenower ‘zij’.25
Op basis van fragmenten van de berichten in Vlaamse kranten op de vorige pagina, moet ik zeggen dat de etniciteit van de daders de facto nog al te vaak wordt vermeld, ook waar dat onnodig lijkt. De etniciteit is nog een delicate kwestie in de berichtgeving. Een belangrijke overweging is evenwel dat op het moment dat de journalist beslist om de etniciteit te noemen, het artikel vanuit andere kijk zal worden bekeken. De vaststelling van de vermelding van etniciteit is duidelijk één van de moelijkste vraagstukken. Etnische minderheden hebben het recht om niet gediscrimineerd te worden en men kan niet generaliseren. De media moeten hoofdzakelijk correct rapporteren en de mensen informeren, maar niet ten koste van alles.
25
Media, cultuur & burgerschap,een inleiding , L. van Zoonen, (Het Spinhuis, Apeldoorn/Antwerpen, 2004), p.99.
50
8.2. Een groot debat over de hoofddoek
Het andere thema waarover vaak wordt gesproken in de Vlaamse media is de kwestie van hoofddoeken bij de moslimvrouwen. De hoofddoek is symbool voor islamitische vrouwen van hun religie, maar er wordt veel over gesproken, niet alleen in de media, maar ook in de publieke ruimte of in de politiek. In Europa waren de eerste mediaopstootjes over hoofddoeken in de jaren ‛80 van de vorige eeuw in Frankrijk.
De debatten rond de hoofddoek stellen kwesties centraal van het Vlaamse en Belgische zelfbeeld en de overheersende definitie van wat of wie wettig tot de natie behoren en wat of wie niet. In Frankrijk geldt deze regel: om tot de Franse natie te behoren, moeten meisjes en vrouwen hun hoofddoek afdoen. In België is het publieke debat tot op vandaag veel minder hooglopend gevoerd, maar het verbod verspreidt zich in stilte van de ene school naar de andere die afspreken om door het schoolregelment het dragen van een hoofddoek te verbieden.
Naast vanuit een islamitische of patriarchale ideologie dragen meisjes een hoofddoek vanuit pragmatische overwegingen. Soms functioneert een hoofddoek om een meisje weer eerbaarheid te geven. Ook oudere meisjes die graag willen trouwen dragen een hoofddoek, omdat een jongen en zijn familie liever kiezen voor een meisje dat zich aan traditionele normen houdt. Moslimse vrouwen stellen vaak dat het dragen van een hoofddoek bij hun geloofsovertuiging behoort en in het verbod van het dragen zijn hoofddoeken zien zij een soort van discriminatie.
Hoewel in Vlaanderen godsdienstvrijheid bestaat, wordt er vaak gesproken over het wettelijke verbod van het dragen van hoofddoeken. Iedereen is vrij zijn godsdienst te getuigen en dat ook merkbaar te maken. Dat kan met het woord of met het symbool. Voor de katholieken is een symbool onder andere het kruis, voor moslims is het de hoofddoek en voor joodse mannen het keppeltje. Maar waarom bestaat er een poging om het dragen van hoofddoeken helemaal te verbieden? Misschien omdat in de westerse wereld de hoofddoek niet alleen als het symbool van religie wordt gezien. Het wordt vaak met een symbool van protest van de moslims tegen de westerse wereld en volgens de moslims discrimineerde gemeenschap verbonden. Zij protesteren tegen de westerse samenleving en zijn normen en waarden die door moslims dikwijs worden verworpen. 51
In de publieke ruimtes zal een hoofddoek verboden zijn vanaf 1 september 2010 in alle 700 scholen van het Gemeenschaponderwijs. In alle grote steden van Vlaanderen wordt tegen het hoofddoekenverbod geprotesteerd en gepleit voor het oprichten van eigen Islamitische scholen. Maar het hoofddoekenverbod is niet in overeenstemming met grondwetsartikel 24, §3 omdat er staat : “Ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden”.26 Anderzijds hebben de moslims die in België kwamen onen dat uit vrije wil gedaan en zij zouden zich naar de Belgische wetten en vorschriften moeten voegen. Wat betreft het hoofddoekenverbod is het niet makkelijk te zeggen welk standpunt goed is en welk slecht. Dat moet ieder voor zichzelf beantwoorden. Tot slot schrijf ik twee verschillende standpunten van de internetdiscussie over het dragen van het hoofddoek van twee Belgische inwoners.
Fatma Aghanif: OK, hoofddoeken verbieden. Maar monokini rondlopen is ok. Homohuwelijken ok. Joden aparte scholen en hoeden en pruiken ok. Waar gaat het naartoe?? Worden er nog wetten gemaakt hoe een mens zich moet kleden of welk gelof je moet belijden om je te integreren?? Please!!Ik ben moslim en ik ben er fier op. Ik draag niet steeds de hoofddoek ,maar ik verdedig ze wel. Ik ben verpleegkundige en heb respect voor iedere mens ongeacht zijn kleding, piercing, geloof, uiterlijk, karakter en ik verzorg ze allemaal met mijn hart en gelijk. Wanneer gaan sommige mensen dit ook niet doen??Het leven is te kort om te kritiseren, om mensen uit te sluiten en steeds islam aan te vallen. Hoeveel sekten bestaan er niet waar mensonwaardige dingen gebeuren??? vrede voor iedereen.wa salaam!! Kiki Wiki: Het zal wel een islamitische rechter geweest zijn zeker. Wanner men naar documentaire's kijkt of zelf eens op bezoek gaat in grote steden in Turkijë of Maroko zal men vaststellen dat 90% van de bevolking zonder hoofddoek loopt, alleen hier in Belgie en andere Europese landen gaan ze proberen bij wet om dit wel te bekomen. Pure maar dan ook pure provocatie.27
26 27
http://www.senate.be/doc/const_nl.html http://www.hbvl.be/krantenkoppen/zoeken/hoofddoek.aspx?q=%2bhoofddoek
52
8.3. Oprichting van de islamitische school – een goed idee?
Als een reactie op het hoofddoekenverbod willen moslims nu hun eigen scholen oprichten. Maar hun plan ontmoet slechte reacties onder Vlamingen, vooral omdat de bouw van moslimscholen de gemeenschaap geld zal kosten. Alle grote partijen zijn tegenstander van het oprichten van moslimscholen. Dit plan kan niet verboden worden, omdat in Vlaanderen vrijheid van onderwijs bestaat. Ook nu zijn er in Vlaanderen aparte scholen voor moslims, maar niet in zo’n grote mate, nog steeds domineren zogenaamde gewone scholen met mix-leringen. Wij kunnen grote demonstraties verwachten in verband met de oprichting van moslimscholen, net zoals bij de oprichting van een moskee in Vlaanderen. Anderzijds kan men zich voorstellen welke opstanden er zouden ontstaan in een typisch islamitisch land, als er iemand een kerk wil bouwen?
De voorstanders zeggen; laat de moslims hun eigen scholen oprichten zoals in Nederland en dat zij geen andere oplossing hebben. Ook als een plus zien zij het feit dat zij gewone scholen moeten volgen zonder hun cultuur of geloof en met de oprichting van islamitische scholen worden conflictsituaties vermeden. De grote voorstander van het oprichten van moslimscholen Chokri Mahassine (Vlaams SP.A parlamentslid) zegt: “Ja voor islamitische scholen in Vlaanderen, net als katholieke of joodse scholen, als de voertaal van hun onderwijs Nederlands is en zij de Vlaamse voorschriften volgen…Islamitische scholen kunnen voor een moderne, verlichte, westerse versie van de islam zorgen. Dit zou het wantrouwen wegnemen voor ongecontroleerde koranlessen die imans in moskeeën geven”.28
Volgens mij mogen meisjes die naar niet-islamitische scholen gaan niet hun hoofddoeken dragen vanwege één regeringsbesluit. Meisjes willen naar moslim scholen gaan, omdat het volgens hun overtuiging is, met andere woorden: hier hebben zij een reden om hoofddoeken te dragen. Deze reden is hun geloof. Maar het is moeilijk om te zeggen wie eigenlijk niet wil integreren allochtonen of autochtonen? Iedereen heeft eigen redenen. Maar wie is gelijk en wie ongelijk? Anderzijds, als leerlingen naar islamitische scholen zullen gaan, zullen zij gescheiden van de Vlaamse gemeenschap leven. Na de joden worden de moslims nu verplicht zichzelf te organiseren. Is er nog sprake van samenleving? Meer een gesegregeerde samenleving misschien?
28
http://pdf.klasse KVL130/KVL13004.pdf.be/KVL/
53
9. Het onderzoek Het doel van mijn onderzoek was om een face-to-face bevraging uit te voeren bij Turkse en Marokkaanse allochtonen. Ik koos deze allochtonen omdat mensen van Marokkaanse of Turkse afkomst in België de twee grootste allochtone groepen vormen van buiten de Europese Unie. Bovendien behoren Marokkanen en Turken, naast de Nederlanders en de Polen, in Vlaanderen tot de belangrijkste nieuwkomersgroepen. Het deel van mijn respondenten zijn mijn vrienden van Gent en hun kennissen. De rest van de respondenten zijn mensen, die heb ik toevallig op straat gevraagd.
De Turkse en Marokkaanse gemeenschap zijn daarnaast interessant voor onderzoek vanwege hun gemeenschappelijke geschiedenis van arbeidsmigratie in de jaren zestig en zeventig. Na de mijnramp in Marcinelle, ten zuiden van Charleroi, op 8 augustus 1956, waarbij 136 Italianen om het leven kwamen, werd de rekrutering van Italiaanse migranten onder druk van de emigratiedienst stopgezet. Om een dringend gebrek aan ongeschoolde arbeiders op te vangen, ging de Belgische overheid vanaf toen actief op zoek naar potentiële werkkrachten uit Marokko en Turkije. In 1974, na de immigratiestop, regulariseerde de overheid het verblijf van deze gastarbeiders en stemde toe dat ook familieleden het recht hadden om over te komen. Vanaf deze tijd begon de zogenaamde huwelijksmigratie en familiehereniging uit de landen van herkomst.
Vanwege de geografische spreiding van de steden in Vlaanderen en de sterke concentratie van allochtonen van Marokkaanse en Turkse afkomst koos ik voor Gent en Antwerpen als onderzoeklocaties. Op 1 januari 2008 heeft Antwerpen 35.803 mensen van Marokkaanse afkomst en 11.689 mensen van Turkse afkomst (totaal aantal inwoners in Antwerpen: 471.100). In Gent zijn de Turkse allochtonen de grootste groep: 13.718 Turkse allochtonen tegenover 3.637 Marokkaanse allochtonen (totaal aantal inwoners in Gent: 237.250). 29
De bedoeling van mijn onderzoek was om in Antwerpen en Gent door middel van een proef in totaal 100 mensen binnen de leeftijdscategorie 20 tot 45 jaar te selecteren. Het ging hier om 50 respondenten van Marokkaanse afkomst (33 mannen en 17 vrouwen) en 50 respondenten van Turkse afkomst (25 mannen en 25 vrouwen). Ik heb bijna geen 29
Aantallen op basis van telling van de Dienst Informatieverwerking van de stad Gent en de Studiedienst Stadsobservatie van de stad antwerpen.
54
nadruk gelegd op mannen of vrouwen. Bij sommige vragen heb ik opgemerkt of het over de stad Antwerpen of Gent gaat.
Het onderzoek bestaat uit drie delen. Ten eerste het contact met buren (autochtone buren en buren van de eigen gemeenschap). Het tweede deel van het onderzoek gaat om ervaringen
met
discriminatie.
Zowel
persoonlijke
discriminatie
als
collectieve
discriminatie. Tot slot hield ik me bezig met redenen waarom respondenten migreren en met de mate waarin allochtonen zich in de Vlaamse maatschappij geïntegreerd voelen. Met dit onderzoek wil ik opvattingen, gedragingen en houdingen van Turkse en Marokkaanse mensen in kaart brengen. Ik wil ook hun nadere gevoelens en ervaringen met leven in de Vlaamse gemeenschap beschrijven.
9.1. Eerste deel van het onderzoek – contact met buren
9.1.1.Tabel 1: Frequentie waarin allochtonen een babbeltje maken met autochtone buren
Marokkaanse
Turkse
Totaal
allochtonen
allochtonen
Elke dag
14
11
25
Meerdere keren per
11
15
26
10
9
19
2
7
9
3
2
5
Nooit
7
4
11
Geen autochtonnen
3
2
5
50
50
100
week Ongeveer één keer per week Ongeveer één keer per maand Enkele keren per jaar
in buurt Totaal
55
In tabel 1 kunnen wij zien hoe dikwijs allochtonen een babbeltje maken met autochtone buren. De resultaten maken duidelijk dat Turkse allochtonnen iets vaker een praatje slaan met autochtone buren dan Marokkaanse allochtonen. De Turkse allochtonen doen er 11 dat elke dag, van de Marokkaanse allochtonen babbelt dagelijks 14 met autochtone buren. Het aandeel respondenten dat nooit met buren van Vlaamse afkomst praat, is groter in de Marrokkanse gemmeenschap dan in de Turkse gemeenschap (7 + 3 versus 4 + 2).
Turkse allochtonen hebben ook meer contact met buren uit de eigen gemeenschap (zie tabel 2). De verschillen tussen de twee etnisch-culturele groepen zijn behoorlojk groot. Terwijl bijna 24 van de Turkse allochtonen dagelijks een babbeltje doet met buren van Turkse afkomst, praat ‛slechts’ 16 van de Marokkaanse allochtonen elke dag met buren van Marokkaanse afkomst. Merkwaardig is dat 9 van de Marokkaanse allochtonen nooit met buren uit de eigen gemeenschap praat (omdat er geen Marokkaanse allochtonen in de buurt wonen of omdat ze geen contact zoeken).
9.1.2. Tabel 2: Frequentie waarmee allochtonen een babeltje maken met buren uit eigen gemeenschap
Marokkaanse allochtonen
Turkse
Totaal
allochtonen
Elke dag
16
24
40
Meerdere keren per week
15
15
30
Ongeveer één keer per week
5
6
11
Ongeveer één keer per maand
3
2
5
Enkele keren per jaar
2
1
3
Nooit
5
1
6
Geen Marok./Turk. allochtonen in buurt
4
1
5
Totaal
50
50
100
9.1.3. Conclusie
De tabellen 1 en 2 tonen dat Turkse allochtonen, wat contacten met buren betreft, meer participeren in de multiculturele samenleving in Vlaanderen dan Marokkaanse 56
allochtonen. Verder heb ik gevonden dat Marokkaanse en Turkse allochtonen die veel contact met buren uit de eigen gemeenschap hebben, ook veel contact met autochtone buren heben. Uit tabel 2 kunnen wij ook zien dat bijna de helft van de Turkse allochtonen dagelijks een babbeltje doet met buren uit de eigen gemeenschap. Dit feit maakt duidelijk hoe belangrijk het buurtleven is voor hun sociale weefsel. Uit mijn onderzoek blijkt dat allochtone vrouwen minder vaak contact hebben met autochtone buren dan allochtone mannen, omdat ze minder deelnemen aan het publieke leven (slechts 14 vrouwen tegenover 37 mannen die met autochtone buren elke dag of meerdere keren per week spreken).
Bovendien heb ik twee andere hypothesen maar deze hypothesen kan ik niet met mijn onderzoek ondersteunen. Ten eerste verwacht ik dat allochtonen vaker een praatje slaan met autochtone buren naarmate zij een betere taalkennis hebben (de taalkennis van de respondenten is niet in mijn onderzoek inbegrepen). Ten tweede kan ik constateren dat de mate waarin etnish-culturele minderheden met autochtonen omgaan, samenhangt met de buurt waar ze wonen. Hoe groter het aandeel allochtonen in de buurt, hoe minder contact allochtonen hebben met autochtone buren ( mijn onderzoek is in de grote steden Gent en Antwerpen gemaakt, de situatie is zeker anders in kleinere steden of in dorpen).
9.2. Twede deel van het onderzoek-discriminatiegevoelens
Het ervaren van discriminatie heeft een belangrijke impact op mensen en de samenleving waar ze deel van uitmaken. Om die reden hield ik de discriminatiegevoelens van Turkse en Marokkaanse allochtonen uit Gent en Antwerpen tegen het licht. Ik kijk naar twee aspecten van discriminatie: persoonlijke discriminatie ervaringen en het inzicht van de manier waarop de hele etnisch-culturele groep wordt behandeld (gevoelens van collectieve discriminatie). Bovendien houden die ervaringen in belangrijke mate verband met het multiculturele samenleven.
Onder discriminatie verstaat men het benadelen van mensen of groepen (meestal minderheden) op basis van uiteenlopende kenmerken zoals afkomst, ras, geboorteland, geloof , politieke of religieuze overtuigingen, sociale gewoonten, sekse, seksuele geaardheid, taal, handicap, leeftijd, enzovoort. Discriminatie staat het grondbeginsel, dat zegt dat alle mensen gelijk zijn, in de weg. Discriminatie veronderstelt echter niet alleen een afzonderlijke behandeling, maar ook het ontbreken van rechtvaarding voor deze aparte 57
behandeling. De formulering in de Belgische grondwet (artikel 11) luidt ten dele: “Het genot van de rechten en vrijheden aan de Belgen toegekend moet zonder discriminatie verzekerd worden” .30
Ik begin met persoonlijke discriminatie. Op de eerste algemene vraag konden de respondenten antwoorden met nooit, één keer, enkele keren, meerdere keren, dikwijs of zeer dikwijs. De tweede vraag gaat dieper in op de situatie die gevoelens gaf tot discriminatie. Deze vraag stelde ik enkel aan de respondenten die minstens één keer discriminatie ervaarden het voorbije jaar (aan 46 respondenten).
9.2.1. Tabel 3: Aantal keren dat men zich de voorbije twaalf maanden gediscrimineerd heeft gevoeld
Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
28
26
54
Één keer
5
4
9
Enkele keren
8
10
18
Meerdere keren
4
6
10
Dikwijs
3
2
5
Zeer dikwijs
2
2
4
50
50
100
Nooit
Totaal
Totaal
22 van de Turkse allochtonen heeft tijdens de twalf maanden die aan het interview voorafgingen minstens één keer het gevoel gehad dat hij of zij werd gediscrimineerd. Bij de Marokkaanse allochtonen was dit 24 van de respondenten.
9.2.2. Tabel 4: Voorvallen van discriminatie die de respondenten hebben aangegrepen
Omstandigheid
Aantal personen
Politieoptreden
6
Werkrelaties
5
Bij het zoeken van werk
5
30
Zie: http.//nl.wikipedia.org/wiki/Discriminatie
58
Wantrouwen of niet bedienen in winkel/café
4
Houding van mensen op openbare plaatsen
3
Openbaar vervoer
3
“Allochtonen krijgen voorrang”
3
Op school
2
Houding overheidsdienst
2
Hoofddoek
1
Toegang tot discotheek/café geweigerd
2
In het verenigingsleven (voetbal,…)
1
Ziekenhuis
1
Andere
8
Totaal
46
In tabel 4 zijn 46 mensen ondervraagd, die discriminatie in de voorbije 12 maanden heeft gevoeld. Het gaat her om 22 allochtonen van Turkse afkomst en 24 Marokkaanse allochtonen. Wat de steden betreft; 27 respondenten wonen in Antwerpen en de rest (19 respondenten) komt uit Gent. Opmerkelijk is ook dat 6 van de respondenten zich gediscrimineerd voelt door het optreden van de politie. Een ander maatschappelijk terrein waarop discriminatiegevoelens sterk worden ervaren, is de arbeidsmarkt. 5 van de respondenten zeggen onder de indruk te zijn van een persoonlijke discriminatie-ervaring op het werk (ongelijke behandeling door collega’s of leidinggevenden) en 5 van de respondenten zegt het voorbije jaar benadeeld te zijn bij het zoeken van een baan.
Mensen kunnen zich echter ook op basis van de ervaringen en meningen van anderen (familie, vrienden, media,…) een mening vormen over de manier waarop de hele etnisch-culturele groep in de samenleving wordt gediscrimineerd. Ook die mening kan hun gedrag beïnvloeden.Via zes gesloten vragen vroeg ik aan Turkse en Marokkaanse allochtonen of hun etnisch-culturele groep wordt benadeeld/bevoordeeld t.o.v. mensen van Vlaamse afkomst.
9.2.3. Tabel 5: Gevoelens van collectieve discriminatie
I. Straten waar veel mensen van Turkse/Marokkaanse afkomst wonen, worden… onderhouden door de stad dan straten waar veel mensen van Vlaamse afkomst wonen. 59
Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
Totaal
Veel beter
1
0
1
Een beetje beter
2
3
5
Op dezelfde manier
31
26
57
Een beetje slechter
11
13
24
5
8
13
50
50
100
Veel slechter Totaal
II. De politie is…voor mensen van Turkse/Marokkaanse afkomst dan voor mensen van Vlaamse afkomst. Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
Totaal
Veel strenger
11
Een beetje strenger
16
12
28
Even streng
16
14
30
Een beetje minder streng
5
1
6
Veel minder streng
2
1
3
50
50
100
Totaal
22
33
III. Mensen van Turkse/Marokkaanse afkomst worden op het werk…behandeld door collega’s dan mensen van Vlaamse afkomst Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
Veel beter
1
0
1
Een beetje beter
3
2
5
Op dezelfde manier
24
25
49
Een beetje slechter
19
15
34
3
8
11
50
50
100
Veel slechter Totaal
Totaal
IV. Mensen van Turkse/ Marokkaanse afkomst hebben…kansen om hun kinderen in te schrijven in de school van hun keuze dan mensen van Vlaamse afkomst.
Veel meer
Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
1
1 60
Totaal
2
Een beetje meer
1
1
2
Evenveel
26
23
49
Een beetje minder
12
13
25
Veel minder
10
12
22
Totaal
50
50
100
V. Jongeren met een Turkse/Marokkaanse achtergrond worden…geweigerd aan de ingang van discotheken en danscafés dan jongeren van Vlaamse afkomst. Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
Totaal
Veel vaker
18
30
48
Iets vaker
17
10
27
Noch vaker, noch minder vaak
9
6
15
Iets minder vaak
3
3
6
Veel minder vaak
3
1
4
Totaal
50
50
100
VI. Mensen met een Turse/ Marrokaanse achtergrond worden op televisie en in kranten… voorgesteld dan mensen van Vlaamse afkomst. Turkse
Marokkaanse
Totaal
allochtonen
allochtonen
Veel positiever
1
1
2
Een beetje positiever
2
1
3
Op dezelfde manier
14
7
21
Een beetje negatiever
22
14
36
Veel negatiever
11
27
38
Totaal
50
50
100
37 van de respondenten geeft aan dat straten waar veel mensen van de eigen etnisch-culturele groep wonen, slechter worden onderhouden door de stad dan straten waar veel mensen van Vlaamse afkomst wonen. Ongeveer de helft van de respondenten vindt dat de straten van allochtonen en autochtonen op dezelfde manier onderhouden zijn.
Rond 60% van de respondenten denkt dat de politie strenger is voor de eigen gemeenschap
dan
voor
mensen
van
Vlaamse
61
afkomst.
In
beide
allochtone
gemeenschappen voelt een meerderheid zich dus ongelijk behandeld door de politie, maar dit gevoel is groter bij Marokkaanse allochtonen dan bij Turkse allochtonen (34 versus 27). In elke gemeenschap is een aantal (precies 45 van de respondenten) ervan overtuigd dat collega’s zich negatiever opstellen ten aanzien van allochtone arbeiders dan ten aanzien van arbeiders van Vlaamse afkomst. Meer Marokkaanse dan Turkse allochtonen nemen de antwoordmogelijkheid veel slechter in de mond. Maar ongeveer 50% van de respondenten is van de mening dat mensen van de eigen gemeenschap op dezelfde manier als mensen van Vlaamse afkomst op het werk door collega’ behandeld worden.
22 van de Turkse allochtonen en 25 van de Marokkaanse allochtonen vinden dat mensen van hun eigen gemeenschap minder kansen hebben om hun kinderen in te schrijven in de school van hun keuze dan mensen van Vlaamse afkomst. De verschillen tussen de antwoorden van de allochtone groepen zijn niet groot.
Wat de vraag over de weigering aan de ingang van discotheken en danscafés betreft, zegt de overgrote meerderheid dat allochtone jongeren vaker worden geweigerd aan de ingang van discotheken en danscafés dan autochtone jongeren (precies 75% van de respondenten). Marokkaanse allochtonen voelen zich meer gediscrimineerd door dancinguitbaters dan Turkse allochtonen. In de Marokkaanse gemeenschap geven 40 gevraagde mensen aan dat de eigen etnisch-culturele groep wordt benadeeld, in de Turkse gemeenschap 35 van de respondenten.
Ongeveer 80% van de Marokkaanse allochtonen vindt dat mensen van hun gemeenschap op televisie en in kranten negatiever worden voorgesteld dan mensen van Vlaamse afkomst. Ruim de helft van de Marokkaanse respondenten vindt zelfs dat de voorstelling veel negatiever is. Van de Turkse allochtonen zegt ongeveer twee derde dat zij minder fraai worden voorgesteld dan autochtonen. In beide allochtone gemeenschappen leeft dus de overtuiging van een negatievere voorstelling, maar nog meer bij de Marokkaanse allochtonen dan bij de Turkse allochtonen.
9.2.4. Conclusie
Marokkaanse allochtonen ervaarden het jaar voorafgaand aan de bevraging bijna evenveel persoonlijke discriminatie als Turkse allochtonen (24 versus 22). Ondanks dit gelijke aantal persoonlijke disriminatie-ervaringen, ervaren Marokkaanse allochtonen en 62
Turkse allochtonen vaak in verschillende omstandigheden discriminatie. De meest genoemde omstandigheden zijn politieoptreden, werkrelaties, bij het zoeken van werk en wantrouwen of niet bedienen in winkel of café’s. Opmerkelijk is ook dat allochtonen meer gediscrimineerd worden in Antwerpen dan in Gent.
Een even groot aantal persoonlijke discriminatie-ervaringen weerspiegelt zich bij Turkse en Marokkaanse allochtonen niet in even sterke gevoelens van collectieve discriminatie. Kort samengevat blijkt uit de resultaten uit tabel 5 dat op alle punten de Marokkaanse allochtonen meer vinden dan Turkse allochtonen dat de eigen etnischculturele groep ongelijk wordt behandeld ten opzichte van autochtonen. Hieruit blijkt, dat Marokkaanse allochtonen als groep zich meer gediscrimeerd voelen dan Turkse allochtonen. De maatschappelijke actoren die bij allochtonen het sterkst gevoelens van collectieve discriminatie opwekken zijn de media en dancingsuitbaters.
9.3. Derde deel van het onderzoek - reden waarom zij in Vlaanderen wonen en de mate van integratie
Er bestaan verschillende redenen waarom mensen besluiten te migreren. De redenen hebben meestal een sociaal-economische karakter, zoals het zoeken naar werk en het verbeteren van inkomen, of hebben te maken met familiebanden, zoals huwelijkssluiting of familiehereniging. Ook kunnen ontevredenheid over een huidig leven of een visie van een beter leven een rol spelen. Onder migratie moeten wij ook vluchtelingen of asielzoekers rekenen.
De verschillen tussen de gemeenschappen zijn groot. Waarden voor Turken zijn in orde van belangrijkheid: de Turkse vlag (Turkse nationaliteit en feesten), de Turkse taal en de islam. Bij Marokkanen zijn de belangrijk: de islam, de Arabische taal en feesten in Marokko.31 Wij kunnen ook niet de verschillende Turkse en Marokkaanse onderwijs en familiewaarden vergeten, zoals opvoeding van kinderen en bescherming van vrouwen. Net als in Marokko liggen in Turkije nationale en familiale waarden binnen een normatief patriarchaal kader.
31
Culturele diversiteit en samenleven in Brussel en België,M. Swyngedouw,P. Delwit, A. Rea (Acco, Leuven, 2005), p. 219.
63
Verschillen in waarden en normen hebben een grote invloed op het samenleven van autochtonen en allochtonen. Dit geldt met name bij Turken en Marokkanen. Autochtone Vlamingen weten nog steeds weinig over hun gewoonten en tradities. Hun cultuur en godsdienst is totaal anders dan in de Vlaamse gemeenschap. Maar toch is een meerderheid van deze allochtonen goed geïntegreerd in de Vlaamse gemeenschap, wat uit tabel 7 blijkt. De integratie betekent vooral: participatie op sociaal-economisch, politiek en cultureel vlak.
9.3.1. Tabel 6: Redenen waarom allochtonen migreren
Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
12
9
21
8
6
14
15
12
27
Beter leven
7
8
15
Al geboren in België
7
11
18
Asiel
0
0
0
Andere
1
4
5
Totaal
50
50
100
Familie Huwelijk Werk
Totaal
Tabel 6 maakt duidelijk dat 35% van de allochtonen vanwege familieredenen of huwelijkssluiting migreren. Dit fenomeen is groter bij Turkse allochtonen dan bij Marokkaanse allochtonen (20 versus 15). De andere reden heeft een sociaal-economische karakter, zoals werk en een beter leven. Dit zien wij ook meer bij Turkse allochtonen dan bij Marokkaanse allochtonen. Verder blijkt uit de resultaten dat niemand van de gevraagde mensen asiel in Vlaanderen zoekt.
9.3.2. Tabel 7: Mate waarin allochtonen zich in de Vlaamse gemeenschap geïntegreerd voelen
Helemaal
Turkse
Marokkaanse
allochtonen
allochtonen
3
1 64
Totaal
4
Heel veel
6
4
10
21
15
36
Noch noch
9
12
21
Weinig
7
10
17
Heel weinig
3
5
8
Helemaal niet
1
3
4
Totaal
50
50
100
Veel
In tabel 7 kunnen wij zien dat de helft van de respondenten zich veel of helemaal in de Vlaamse gemeenschap geïntegreerd voelen. Dit gevoel is sterker bij de Turkse gemeenschap dan bij Marokkaanse allochtonen. Bij de Turkse allochtonen is het precies 30 van de respondenten. Bijna 30% van alle respondenten denken, dat zij niet goed in de Vlaamse gemeenschap zijn geïntegreerd. Dit cijfer is groter bij Marokkaanse allochtonen dan bij Turkse ondervraagden (18 versus 11).
9.3.3. Conclusie
De grootste redenen om te migreren bij Turken en Marokkanen kan men zien in tabel 6. Het gaat om werk en migratie in verband met een beter leven. De derde en vierde meest genoemde redenen zijn huwelijkssluiting en familiehereniging. Niemand migreert om asiel te zoeken wat is niet opmerkelijk, want Marokko en Turkije zijn in het algemeen de rustige landen.
In tabel 7 meet ik in welke mate de respondenten zich geïntegreerd in de Vlaamse gemeenscchap voelen. Ik moet zeggen, dat Turkse allochtonen zich meer geïntegreerd in de Vlaamse gemeenschap voelen dan Marokkaanse allochtonen (30 versus 20).De antwoordmogelijkheid ‘noch noch’ koos 21 van de respondenten. Slechts vier mensen voelen zich helemaal niet geïntegreerd in de Vlaamse gemeenschap. Het gaat hier om 3 Marokkanen en 1 Turk. Ik heb noch een hypothese, maar deze hypothese kan ik niet met mijn onderzoek ondersteunen. Ik heb niet naar een lengte van het verblijftt in Vlaanderen gevraagd, maar ik denk dat mate van de integratie met een lengte van het verblijf in Vlaanderen samenhangt.
65
Bij deze derde deel van mijn onderzoek moet ik een citaat van Michel Magits
32
noemen: “Integratie moet niet betekenen dat men zijn wortels ontkent. Het gaat niet om het uitwissen van de verschillen, maar om het respecteren ervan. Het is de weigering van het in zichzelf gekeerd zijn. Het is de openheid. Het is de vermenging van culturen.”
32
Prof.Dr. Michel Magits , hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is doctor in de Rechten en in de Geschiedenis.
66
10. Conclusie Het kiezen van een onderwerp van deze masterthesis, bezorgde me verschillende slapeloze nachten. Nu mijn masterthesis naar op het tema multiculturele samenleving in Vlaanderen afgewerkt is, kan ik zeggen: het was voor me een goed gekozen thema en ik zal me altijd deze tijd van verwerking van dit thema en vooral de tijd binnen allochtonen in Vlanderen herinneren.
Vlaanderen heeft in de loop der eeuwen mensen uit diverse landen van de wereld opgenomen en onderdak verschaft. Wij kunnen Vlaanderen zonder twijfel een smeltkroes van mensen uit verschillende culturen noemen. Culturen komen steeds met elkaar in contact. Maar het is goed omdat dankzij dit feit weten wij meer en meer over andere culturen. De spanning tussen verschillende waarden en culturen kan leiden tot een continue beweging en tot een doorlopende discussie waar de samenleving de hoofdrol zal spelen. Wij kijken niet alleen naar waarin wij verschillen, maar vooral naar wat wij gezamelijk hebben. Ik vind het leven in een land waar alle mensen er gelijk uitzien, dezelfde taal spreken en hetzelfde denken een beetje saai. Maar het is niet het geval van Vlaanderen. Vlaanderen wordt elke dag meer en meer kleurrijk.
Tolerantie is de grootste voorwaarde voor samenleven in harmonie. Van nature heeft iedereen angst van alles wat vreemd en onbekend is. Wij kunnen niet de vreemdelingen als een bedreiging zien. De eerste stap voor een betere toekomst in een multiculturele samenleving is beginnen te denken niet over ‘wij’ en ‘zij’ maar wij allemaal samen. Het is de hoogste tijd om ‘de witte’ Vlamingen te stoppen zich te onderscheiden van de ‘andere’ en stoppen met de negatieve gevoelens en kenmerken aan hen toe te schrijven. Meningen over de vreemdelingen hebben ook veel te maken met hoe wij over onszelf denken.
Multiculturele samenleving brengt ook sommige problemen mee. Meestal onder allochtonen van niet-westerse landen kan men conflicten vinden. De grootste conflict hangt met godsdiensten, met name de islam versus het christendom samen. Er zijn steeds rellen en demonstraties vanwege de botsing tussen de islam en het christendom. Het grootste oorzaak is volgens mij, dat de moslims niet de scheiding van staat en kerk erkennen. Ten tweede, dat de moslims zich niet genoeg aan de Vlaamse gemeenschap willen aanpassen. Een oplossing ervan is verplichte inburgering. De inburgering is verplicht in Vlaanderen 67
sinds 2004. Misschien is het nog te vroeg om te zeggen als het om conflicten in Vlaanderen helpt te vermijden. Ik denk, dat deze inburgering een betere toekomst voor zowel allochtonen als autochtonen brengt.
Andere nadelen van multiculturele samenleving in Vlaanderen zijn o.a. volgende: stijgende criminaliteit in steden waar veel allochtonen wonen, discriminatie en racisme.
Vlaamse regering heeft in 2003 in Vlaanderen het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding opgericht. De veiligheid op Vlaamse straten zou het volgende taak voor Vlaamse regering zullen zijn.
Het onderzoek tussen de Marokkanen en de Turken is één deel van mijn scriptie. Ik wilde vinden hoe zijn deze twee gemeenschappen in de Vlaamse gemeenschap geintegreerd.
Ik heb gevonden, dat Turkse allochtonen zich meer in de Vlaamse
gemeenschap geïtegreerd voelen dan Marokkaanse allochtonen (30 versus 20). Ik heb gevraagd aan 100 respondenten van Marokkaanse en Turkse afkomst. De andere delen van mijn onderzoek zijn het contact met buren (autochtone buren en buren van eigen gemeenschap) en ervaringen met discriminatie (persoonlijke en collectieve discriminatie). Met dit onderzoek wilde ik opvattingen, gedragingen en houdingen van Turkse en Marokkaanse mensen in kaart brengen.
68
11. Resumé
Magisterská práce pojednává o multikulturním soužití ve Vlámsku. Belgie i Vlámsko jsou domovem přistěhovalců z celého světa. Začátkem roku 2008 žilo ve Vlámsku 354.370 cizinců, kteří tvořili 5,8 % obyvatelstva. Neopakovatelnou atmosféru velkých měst vytváří různé kultury, které jsou součástí každodenního života ve Vlámsku. Problém koexistence různých kultur a náboženství ve společném státě přináší i řadu problémů (např. kriminalita, diskriminace, rasismus,…).
Od 1. dubna 2004 jsou všichni imigranti, kteří se chtějí trvale usadit ve Vlámsku, povinni podstoupit tzv. ‘začlenění se do společnosti’. Tento proces ‘začleňování se’ v sobě zahrnuje kurzy nizozemského jazyka, orientaci ve vlámské společnosti a následnou přípravu na budoucí povolání.
Pro přistěhovalce je důležité znát nejen nizozemský jazyk, ale i tamní zvyky. Nikdo jim nemůže vyčítat, že si také ponechávají
svou vlastní kulturu. Trnem v oku pro
obyvatele Vlámska jsou především imigranti, kteří nepochází ze zemí západní Evropy a muslimové. Ve Vlámsku zaujímá odmítavý postoj vůči přistěhovalcům především politická strana Vlaams Belang. Bohužel, tato strana má čím dál více voličů. Základem poklidného soužití je tolerance a vzájemné občanské uznání.
Ve své práci jsem se zaměřila především na přistěhovalce, kteří mají islámské kořeny, a to na lidi z Turecka a Maroka. Součástí mé závěrečné práce je i dvanáctistránkový průzkum mezi Turky a Marokánci. Hlavním cílem bylo zjistit, jak jsou respondenti integrováni do Vlámské společnosti. Další kapitoly pojednávají např. o dětech a vnoučatech přistěhovalců, o napětí mezi náboženstvími (křesťanství versus islám), o problémech diskriminace, atd.
Každým dnem je Vlámsko pestrobarevnější. V dnešní době může žít člověk téměř kdekoliv, ale někdy musí počítat s úplně rozlišnými kulturami, zákony, zvyky nebo náboženstvím. Lidé by si měli uvědomit, že jsou si všichni rovni a nedělat rozdíly mezi bílými, černými nebo barevnými. Toto zjištění by bylo nejlepším krokem k poklidnému, mírovému soužití nejen v Belgii, ale také na celém světě.
69
Abstract
My diploma paper is about multicultural society in Flanders. Belgium and Flanders are the home of immigrants from all over the world. Early in 2008, 354.370 foreigners lived there. That was 5,8% of population. Non – repetitive atmosphere of big cities is made by different cultures. They are the parts of everyday life in Flanders. The problem coexistence of different cultures and religions in the same country has brought a few problems. For example: criminality, discrimination, racism etc.
Since 1st April 2004 every immigrant, who wants to live pernamently in Flanders, has to undergo so – called ´adoption into society´. This process includes Dutch courses, orientation in Flemish society and preparation for future occupation.
The knowledge of Dutch language and customes are very important for immigrants. But nobody can tax them with keeping their own culture. Mainly immigrants who do not come from west Europe and Muslims are ‘thorn in the flesh’ for population of Flanders. The political party Vlaams Belang has disclaimer opinion against immigrants. It is a pitty that this side has more and more electors every year. The principle of peacefull co – existence is toleration and life not only civil admission to each other.
In my diploma paper I have put mind to immigrants who have islamic family tree, people from Turkey and Marocco. The work includes twelve pages of my survey among the Turkish and the Maroccan. The main aim has been to determine what way respondents have been integrated into Flemish society. The next chapters are for example about the children and grandchildren of immigrants, about the friction between religions (the Christian versus the Islamism), about the problem of discrimination etc.
Flanders is more vari – coloured every day. Nowadays you can live everywhere but you have to bargain on quite different cultures, laws, custome or religions. People should realize that everybody has the same rights and they should not make the differences between white persons, black persons or coloured people. This discovery would be the best step to peaceful common in Belgium but in the whole world too.
70
12. Literatuurlijst: 1. Bourgeois G. : Beleidsnota ingurgering en integratie; Vlaamse overheid, 2009. 2. Brewayes E., Voets F., Voorhoof D. : Wetboek media en journalistiek, editie 2007; Mechelen, Belgium NV, 2007. 3. Decortes G. : Het Vlaamseinburgeringsbeleid. Informatiebrochure voor gemeenten; Vlaamse overheid, 2009. 4. Deraeck G. : In-kleuren: perspectieve voor interculturele communicatie; Leuven/Apeldoorn, Garant, 1992. 5. Duquet N., Glorieux I., Laurijssen I. & Van Dorsselaer J. : Wit krijt schrijft beter: Schoolloopbanen van allochtone jongeren in beeld; Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2006. 6. Geets J., Pauwels F., Wets J., Lamberts M. & Timmerman Ch. : Nieuwe migranten en arbeidsmarkt; Leuven/Antwerpen, Katholieke Universiteit Leuven, 2006. 7. Gellman M., Hartman T. : Religie voor Dummies; Hilversum, Koppenhol uitgeverij, 2003. 8. Gillarets P. : Vlaamse identiteit: mythe én werkelijkheid; Leuven, Acco, 2002. 9. Haenens L. : Media en multiculturalisme in Vlaanderen; Gent, Academia pers Gent, 2005. 10. Hebberecht P. : De ‘verpaarsing’ van de criminaliteitsbestrijding in België; Brussel, Vubpres, 2008. 11. Swyngedouw M., Delwit P., Rea A. : Culturele diversiteit en samenleven in Brussel en België; Leuven, Acco, 2005. 12. Timmerman C., Lodewyckx L., Vanheule D., Wets J. : Wanneer wordt vreemd, vreemd?: de vreemde in beeldvorming, registrtie en beleid; Leuven, Acco, 2004. 13. Vancluysen K., Van Craen M., Ackaert J. : Gekleurde steden, autochtonen en allochtonen over samenleving; Brugge, Vanden Broele, 2009. 14. Van Doren H. : Maatschappelijk werk tussen burger en samenleving; Apeldoorn/ Antwerpen, Garant, 2004. 15. Van Zoonen L. : Media, cultuur & buurgerschap, een inleiding; Apeldoorn/Antwerpen, Het Spinhuis, 2004.
71
Internet: 1. www.binnenland.vlaanderen.be 2. www.hbvl.be 3. www.kifkif.be 4. www.npdata.be 5. www.nrc.be 6. www.racisme.be 7. www.senate.be 8. www.statbel.fgov.be 9. www.vlaamsbelang.be 10. www.vmc.be 11. www.wikipedia.nl 12. www.statbel.fgov.be 13. http://pdf.klasse KVL130/KVL13004.pdf.be/KVL/ 14. http://nl.wikiquote.org/wiki/Filip Dewinter 15. www.annefrank.org/ond_upload/Downloads/Bovenkerk.pdf
72