ZVP 2014 – 2017 - Veiligheid en leefbaarheid Verkeer – Storende interacties zone 30
Preventie – Voorrang 2
HCP Koen Wouters - HINP Jo Daniels
Actieplan: Voorrang 2 Oversteekplaats voor voetgangers / fietsers 1. Context
Algemeen Van alle weggebruikers zijn voetgangers het meest kwetsbaar en lopen het meeste gevaar bij het oversteken van de rijbaan. Voetgangers mogen de rijbaan oversteken onder bepaalde voorwaarden 1. Zo moeten ze de rijbaan recht oversteken en mogen ze niet slenteren of blijven staan. Voetgangers hebben geen voorrang en moeten bij het oversteken de nodige voorzichtigheid in acht nemen en rekening houden met de naderende voertuigen.
Oversteekplaats voor voetgangers Een oversteekplaats voor voetgangers wordt aangeduid met een specifieke wegmarkering. Wanneer de openbare weg voorzien is van deze wegmarking dan zijn de voetgangers verplicht deze te volgen wanneer deze op minder dan 30 m afstand ligt. Voetgangers hebben op een oversteekplaats voor voetgangers voorrang t.o.v. de andere weggebruikers. De andere weggebruikers mogen met matige snelheid naderen en moeten verplicht voorrang verlenen. Wanneer het verkeer geregeld wordt door een bevoegd persoon of verkeerslichten dan moeten de voetgangers deze volgen.
Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen Een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen wordt aangeduid met een specifieke wegmarkering. Fietser en bestuurders van tweewielige bromfietsen moeten deze gebruiken. Zij mogen zich slechts met de nodige voorzichtigheid op de oversteekplaats begeven rekening houden met de naderde voertuigen.
1
Art. 42.4.1 KB 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (hierna verkort ‘Wegcode’)
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 1
2. Wettelijk kader Oversteekplaats voor voetgangers Signalisatie2 Een oversteekplaats wordt afgebakend met witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan. De wegmarkering duidt de plaats aan waar de voetgangers de rijbaan moeten oversteken. Deze oversteekplaats kan bijkomend gesignaleerd worden met een verkeersbord A21 waarbij de weggebruikers in kennis worden gesteld dat ze een oversteekplaats naderen (150 m) en een bord F49 ter hoogte van de oversteekplaats.
Gedrag van de voetgangers bij het oversteken3 Voetgangers moeten: -
de rijbaan recht oversteken en mogen bij het oversteken niet slenteren of niet blijven staan;
-
de oversteekplaats volgen wanneer deze op een afstand van maximaal 30 meter gelegen is.
Voetgangers hebben voorrang op de oversteekplaats t.o.v. de andere weggebruikers wanneer ze op het punt staan om zich op de oversteekplaats te begeven of zich erop bevinden met uitzondering van daar waar het verkeer geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten. Let wel !! Een fietser die al rijdend de rijbaan t.h.v. de oversteekplaats oversteekt heeft geen voorrang t.o.v. de andere weggebruikers. Hij geniet enkel de voorrang wanneer hij zich als voetganger (fiets aan de hand) de rijbaan oversteekt.
Gedrag van andere weggebruikers in de nabijheid van een oversteekplaats voor voetgangers Op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten is de bestuurder onderhavig aan bepaalde voorwaarden: -
Inhalen is verboden wanneer het voertuig dat men inhaalt moet stoppen voor een oversteekplaats voor voetgangers4.
-
Stilstaan of parkeren is verboden op minder dan 5 meter vóór de oversteekplaats voor voetgangers5.
-
Naderen van de oversteekplaats moet gebeuren met matige snelheid6.
-
Voorrang verlenen aan de voetgangers die zich op de oversteekplaats bevinden of op het punt staan zich erop te begeven.
-
Oprijden van een oversteekplaats is verboden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat men waarschijnlijk op de oversteekplaats zal moeten stoppen7.
2
Art. 76.3, 66.4 (A21) en 71.2 (F49) Wegcode Art. 42.4.1 Wegcode 4 Art. 17.2 Wegcode 5 Art. 24 al.1.4° Wegcode 6 Art. 40.4.2 Wegcode 7 Art. 40.5 Wegcode 3
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 2
Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen. Signalisatie8 Een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen wordt afgebakend met twee onderbroken strepen gevormd door witte vierkanten of parallellogrammen. De wegmarkering duidt de plaats aan waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsn de rijbaan moeten oversteken. Deze oversteekplaats kan bijkomend gesignaleerd worden met een verkeersbord A25 waarbij de weggebruikers in kennis worden gesteld dat ze een oversteekplaats naderen (150 m) en een bord F50 ter hoogte van de oversteekplaats.
Gedrag van de fietsers of bromfietsen Fietsers en bromfietsers9: -
die zich op het fietspad bevinden moeten de oversteekplaats gebruiken;
-
hebben geen voorrang zoals de voetgangers op de oversteekplaats voor voetgangers;
-
mogen slechts voorzichtig op de oversteekplaats begeven met inachtneming van de naderende voertuigen.
Gedrag van andere weggebruikers in de nabijheid van een oversteekplaats voor fietsers Op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten is de weggebruiker onderhavig aan bepaalde voorwaarden. -
Links inhalen is verboden wanneer het voertuig dat men inhaalt moet stoppen voor een oversteekplaats voor fietsers10.
-
Stilstaan of parkeren is verboden op minder dan 5 meter vóór de oversteekplaats voor voetgangers11.
-
Naderen van de oversteekplaats moet gebeuren met matige snelheid en zo nodig stoppen om de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar brengen en ze niet hinderen wanneer zij het oversteken beëindigen12.
-
Oprijden van een oversteekplaats is verboden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat men waarschijnlijk op de oversteekplaats zal moeten stoppen13.
3. Tips voor de weggebruiker Tips voor de voetganger - Als voetganger heb je rechten maar ook verplichtingen. Pas je gedrag aan want je bent bijzonder kwetsbaar. - De oversteekplaats is de veiligste plaats om over te steken. - Steek niet blindelings over en hou rekening met naderende wagens. 8
Art. 76.4, 66.4 (A25) en 71.2 (F50) Wegcode Art. 43.3 Wegcode 10 Art. 17.2 Wegcode 11 Art. 24 al.1.4° Wegcode 12 Art. 40ter Wegcode 13 Art. 40ter Wegcode 9
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 3
-
Zoek oogcontact en zorg dat de bestuurder je gezien heeft. Blijf tijdens het oversteken naar links en naar rechts kijken. Draag bij slecht weer of in het duister heldere kledij of kledij met reflecterende stroken.
Tips voor de bestuurder - Pas je snelheid aan en nader een oversteekplaats met matige snelheid. Je moet kunnen stoppen vóór de oversteekplaats. - Geef voetgangers voorrang wanneer zij de rijbaan oversteken t.h.v. een oversteekplaats. - Probeer oogcontact te maken met de voetganger. Hierdoor weet hij dat je hem gezien hebt. Om misverstanden te vermijden, geef je hem best een teken om te tonen dat je hem voorrang geeft. - Je mag de oversteekplaats niet oprijden wanneer je waarschijnlijk op de oversteekplaats zal moeten stoppen. - Parkeer niet binnen de 5 meter vóór de oversteekplaats.
4. Inbreuken Voetganger Oversteken: - Recht oversteken - Niet slenteren of blijven staan bij oversteken - Gebruik maken van oversteekplaats binnen 30 m Fietser/bromfietser Oversteken: - Verplicht gebruik van oversteekplaats - Voorzichtig oversteken en rekening houden met naderende voertuigen Andere weggebruikers Stoppen wegens verkeersbelemmering: - op een oversteekplaats voor voetgangers - op een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen Stilstaan en parkeren: - op of vóór een oversteekplaats
Links inhalen ter hoogte van een oversteekplaats wanneer in te halen voertuig stopt voor oversteekplaats
Art. 42.4.1
OI 1ste graad
55 €
Art. 43.3
OI 1ste graad
55 €
Art. 40.5
OI 1ste graad
55 €
Art. 40ter al.5
OI 1ste graad
55 €
Art. 24 al.1.4° (3m ≤ X < 5m) Art. 24 al.1.4° (X < 3m)
OI 1ste graad GAS 1ste graad* OI 2de graad Art 2.19° KB 30.03.2005. GAS 2de graad* OI 3de graad Art. 3.39° KB 30.03.2005
55 €
Art. 17.2.5°
110 € 165 €
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 4
In gevaar brengen van: Art. 40.4.2 OI 3de graad - Voetgangers op een oversteekplaats Art. 3.27° KB 30.03.2005 - geen voorrang verlenen - naderen met hoge snelheid - Fietsers of bromfietsers op een Art. 40ter al.4 OI 3de graad oversteekplaats: Art. 3.30° KB 30.03.2005 - naderen met hoge snelheid - hinderen bij beëindigen oversteken (*) Deze inbreuken zullen later afgehandeld worden met een GAS-boete.
165 €
165 €
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 5