FIETSEN MET ROSENB Fietstocht gebaseerd op het boek “Publieke Werken” van de schrijver Thomas Rosenboom AFSTAND: 30 KM
M
PUNT Uitgever: Marketing Hoogeveen Fotografie: Martijn Tobbe
* De pagina verwijzingen hebben betrekking tot het boek Publieke Werken van Thomas Rosenboom.
DE ROUTE De route start bij de Kerkboerderij (Korenstraat 43, Hoogeveen) in Hoogeveen. De Kerkboerderij is gelegen in de meest westelijke wijk van de plaats Hoogeveen, de wijk De Weide. De Kerkboerderij is gemakkelijk met de auto te bereiken: vanaf de A28 neemt u de afslag Hoogeveen. Aan het eind van de afslag gaat u rechtsaf, richting Zuidwolde/Ziekenhuis/Hoogeveen-West (Schutstraat). Deze straat gaat over in de Zuidwoldigerweg. Bij de rotonde bij het winkelcentrum gaat u rechtdoor. Na circa 750 meter ziet u Kerkboerderij aan uw rechterhand. Voor de kerkboerderij is een bushalte (vanaf NS station Hoogeveen, bus 31 richting Ommen, halte Kerkboerderij). Ga bij de Kerkboerderij linksaf, het klinkerpad op. U rijdt nu door De Weide. Tot 1971 behoorde dit gebied tot de gemeente Zuidwolde. De naam De Weide is afkomstig van de madeen weilanden die hier aan de oevers van het Oude Diepje lagen. Deze werd gebruikt door de boeren van de marken van Ten Arlo, Steenbergen en Lubbinge. Meer naar het westen werden de oevers gebruikt door de boeren van Echten en in het noorden door de boe-
" Voorbij het gehucht werd het land weer langzaam groener, de graafgrens was ingehaald, het kon niet ver meer zijn. 'Even nog!' zei opa, wijzend op de kaart, en daarna, alleen tegen mij weer: 'We gaan door tot we helemaal op kop liggen. Anderen zijn eerder gegaan, maar wij gaan verder!' Na twee dorpen was het zover. Opa ging staan, keek nog eenmaal op de kaart en wees toen met een weids gebaar uit naar de volgende kerktoren. 'Hoogeveen!' Die naam, zo vaak gefluisterd 's avonds bij de lamp, was de naam van onze hoop geworden en allemaal stonden wij op om te kijken. De torenspits glansde in een late zonnestraal, de overige bebouwing bleef nog onzichtbaar achter het waas van de kale bomen. Het gaf niet, eigenlijk gezegd gingen we toch niet daar in de kom wonen, wij moesten nog tot achter de buurschap gaan." (15-16)
ren van Pesse. Het water aan uw rechterhand is het kanaal zoals deze werd gegraven rond 1633. Het kanaal is sindsdien een aantal keren verbreed. Het kanaal werd gegraven vanaf het Kruis in Hoogeveen tot aan Echten. Bij Echten werd het Oude Diepje tot aan Meppel gekanaliseerd. Vanaf circa 1700 was Hoogeveen de grootste plaats van Drenthe. Hoogeveen bleef dit tot na de Tweede Wereldoorlog. Toen werd ze ingehaald door Assen en Emmen. De kerktoren die in het boek van Rosenboom wordt genoemd, bestond nog niet in de jaren dat Rosenboom het boek laat afspelen, de jaren tachtig van de 19e eeuw. De toren die hij bedoelde was de toren (eigenlijk dakruiter) van de Hoofdstraatkerk. Deze kerk werd in 1904 in gebruik genomen.
Aan het kanaal staan nog een aantal woningen. Dit zijn zogenaamde scheepsjagerswoningen. Bij de verbreding van het kanaal in 1854 werd het ook mogelijk om met paarden schepen te jagen op het jaagpad (het trekken van een schip aan een lijn). Voor die tijd gebeurde dit jagen door de schippersvrouw of een knecht. Ook na 1854 werd er trouwens nog gewoon met menskracht gejaagd… De scheepsjagers woonden in de buurt van een sluis. De huidige sluizen zijn in 1927/28 allemaal verplaatst. De Venesluis lag oorspronkelijk meer naar het westen, dus meer richting de scheepsjagerswoningen. De nog bestaande woningen zijn gebouwd midden 19e eeuw. De huisjes vallen onder monumentenzorg.
Ga aan het eind van het pad bij de flats en het winkelcentrum langs en hou rechts aan op de parkeerplaats. Ga bij de rotonde rechtdoor de Schutlandenweg op. Ga na de rotonde meteen linksaf de weg over naar het fiets/wandelpad dat langs het oude kanaal loopt (Eems).
Ga op de kruising rechtsaf (Jos van Aalderenlaan). Ga aan het eind van de weg linksaf de Schutlandenweg op (gaat later over in de Eikenlaan).
" Bij het Wolfsbos ruimde het kanaal met een flauwe knik naar het zuidoosten, waarna het in rechte lijn verder ging naar de buitenbuurt. Na een halfuur begon de kerktoren zich af te tekenen tegen de donkere hemel. De vergulde veenschop, die er bij wijze van windvaan bovenop stond wees trillend als een vinger uit in de richting van het Veld, nog weer een halfuur voorbij de buurt. " (14)
U komt nu langs de nieuwe Hoogeveensche Vaart. Deze is in de jaren zestig van de vorige eeuw gegraven. De vaart is rond 1970 voor het scheepsvaartverkeer geopend. De nieuwe vaart was nodig omdat de nieuwere schepen niet meer door het oude kanaal konden. Ook door de grootschalige herstructurering van het gehele gebied ten westen en ten oosten van de kern van Hoogeveen (honderden huizen en boerderijen zijn voor de herstructurering aan het eind van de jaren zestig en begin jaren zeventig afgebroken en de kanalen werden gedempt) werd een nieuw kanaal noodzakelijk. Ga in de scherpe bocht rechtdoor het fiets/wandelpad (Eikenlaan). Ga voor het bruggetje linksaf de Berkenlaan in. Ga bij de T-sprong rechtsaf richting de rotonde (Zuiderweg). Ga bij de rotonde rechtsaf, richting Alteveer. Ga over het viaduct. Ga na het viaduct de eerste weg links (Trekgatenweg, later Hollandscheveldse Opgaande).
Aan de Trekgatenweg ziet u aan uw linkerhand kleine bosjes. Dit hele gebied heeft een beschermende status omdat het een 18e eeuws cultuurlandschap is. Dit landschap is ontstaan door de vervening. De weg die u na circa 2 kilometer kruist is het oude Wolfsbos, nu Langedijk. Het Wolfsbos werd in 1637 al aangelegd als Boekweitensloot en Hollandsche Dijk. Dit is de eerste als weg aangelegde weg van Hoogeveen. Het Wolfsbos werd net als de andere kanalen eind jaren zestig/begin jaren 70 gedempt. Net voorbij de Langedijk ziet u aan uw rechterhand op het adres Hollandscheveldse Opgaande 6 een gerestaureerde woning. Deze woning is gebouwd in 1762 en geeft een oorspronkelijk veel voorkomend type arbeiderswoning c.q. kleine boerenwoning weer. Het huis ziet er nu uit als een dwarshuis, een type dat veel in bijvoorbeeld Brabant voorkomt. Deze vorm is ontstaan door uitbreiding van de woning rond 1800. Aan het Hollandscheveldse Opgaande ziet u nog een aantal oude boerderijen die nu gerestaureerd zijn. Hier
gingen de eerste mensen in de velden zich permanent vestigen, vanaf ongeveer 1700. Daarvoor stonden hier alleen wat plaggenhutten. Deze stonden op de scheiding van ontginning en veenafgraving. Een plaggenhut was een seizoenswoning. Uitsluitend in het voorjaar, bij het werken op het veen, werden de hutten bewoond. Het kwam hoogst zelden voor dat deze hutten permanent werden bewoond. Pas aan het eind van de 19e eeuw/begin 20e eeuw kwam huttenbewoning mondjesmaat meer voor. Er hebben echter nooit grote groepen mensen in deze hutten gewoond. Op de grote kruising (Het Hoekje) gaat u rechtdoor, het centrum van het dorp Hollandscheveld in. Rij tot de kerk in Hollandscheveld. Ga bij de kerk rechtsaf, het Zuideropgaande op.
" We namen een dwarssloot, en in ruime bocht ging het rond de plaats. Toen opa aangaf dat we vanaf nu ongezien moesten blijven, zei niemand meer iets. De buurschap rondden wij op even grote afstand als eerder de plaats. Ook dat gehucht had nog een kerk, met een vergulde veenschop als windvaan. " (16)
De door Rosenboom genoemde windvaan op de kerk is vrij recent. Deze is pas een aantal tientallen jaren geleden geplaatst. Bij de kerk vindt u het beeldje van de Nevelhekse, gemaakt door Elly Top. Achter de kerk ziet u nog witte huizen staan: dit is de eerste openbare school van Hollandsche veld, die in 1819 werd gebouwd. De eerste particuliere school werd in 1757 al gevestigd in een zogenaamde Hollandscheveldse waterstaatskerk. De kerk ligt iets hoger omdat deze gebouwd is op een zandkop. Ga voor het bordje `Hollandscheveld`linksaf de Schoonhovenweg op. U fietst langs de sportvelden. Na de scherpe bocht naar rechts, gaat u het eerste fietspad links, het Jufferspad. Bebouwing kwam tot aan de Tweede Wereldoorlog eigenlijk alleen voor langs de kanalen en de opgaanden. Huizen die in het veld stonden, stonden “an de wieke”. De bebouwing hield dus niet op. Een wieke, of wijk, is een brede sloot die vanaf het hoofdkanaal het land in werd gegraven. Veel Hoogeveeners hadden een band met de bosbouw. Dat
kan ook niet anders als we ons realiseren dat rond 1880 zo’n 80% van het oppervlakte van Hoogeveen uit bos bestond! Het bos was vanaf de 18e eeuw allemaal aangepland en werd gebruikt in de mijnbouw en in de scheepsbouw. De grond die vrij kwam na het ontginnen was eigenlijk ongeschikt voor landbouw. De landbouw in Hoogeveen is pas goed van de grond gekomen bij de introductie van de kunstmest. In de eerste instantie liet men de grond liggen, zodat de heide vrij spel had. Toen er meer vraag kwam naar hout, werden er grootschalige bossen aangeplant. Plan Schoonhoven, waar u nu doorheen fietst, is een overblijfsel van een 19e eeuws bos. Dit is dus niet tijdens de werkverschaffing in de dertiger jaren van de 20e eeuw aangeplant. In dit bos vindt u nog hoogveencomplexjes op plaatsen waar het veen niet helemaal is afgegraven. Door het vele bos kwamen er ook veel eekschillers van de Veluwe naar Hoogeveen. Deze “oogsten” de bast van de eik. Dit product werd gebruikt voor het leerlooien. De eekschillers verbleven in tijdelijke behuizingen, zogenaamde ekersboo’s. Deze waren overal in het buitengebied te vinden.
" De eerste huizen haakten zich aarzelend aaneen, even druppelswijs als de kom was opgehouden. De weg bleef onverhard en vol kuilen, ook nadat de druppelde bebouwing al een doorgaande straal was geworden " (148) " Zo druppelend als de bebouwing begonnen was, zo abrupt hield ze aan deze kant van de kerk op, alsof zelfs ook zij zich maar liever verre hield van het Veld, en er met de rug naartoe stond terwijl zij de kom haar hand reikte. Al na die, vier blaffende honden passeerde hij het allerlaatste gebouw, de loods van de NV Hoogeveensche Fabriek voor Houtproducten. (.... ) Hij moest oprichter Wessels Boer er eens over aanspreken! Wellicht konden de Veldingen zo uit de turf opgehaald worden en in het hout tewerkgesteld. " (149)
In zijn boek beschrijft Rosenboom hoe de hutten tot stand kwamen: als men tussen zonsondergang en zonsopkomst een behuizing kon bouwen en de rook kwam uit de schoorsteen, dan mocht geen enkele grondeigenaar je wegjagen. Dit recht bestond vrijwel in heel Drenthe. Maar niet in Hoogeveen. Aangezien de gehele gemeente van oorsprong onder de diverse veencompagnieën viel, was hier het recht van “huus en braand” niet aan de orde. De veenarbeiders woonden dan ook in huisjes van de diverse compagnieën, particuliere huizen of – zoals de meesten – in een eigen woning. Bij het werk op het veen had men geen zin om altijd einden te lopen. Een werkkeet op het veen was dan voldoende. Permanente bewoning van hutten kwam in Hoogeveen hoegenaamd niet voor. Wel was er af en toe een enkeling die in een hut woonde. Het veen in de omgeving van Elim werd vanaf circa 1820 afgegraven. Tot circa 1850 hebben hier de seizoensketen gestaan. Daarna werden deze vervangen door huizen. Aan het eind van het fietspad gaat u linksaf, de Marten Kui-
lerweg op. Op de T-sprong gaat u linksaf (Rechtuit) en vrijwel meteen weer rechtsaf (Meerboomweg). Neem het eerste fietspad linksaf, de Kerkhoflaan. De Kerkhoflaan gaat door het 19e eeuwse bos richting het oude kerkhof van Hollandscheveld. Mocht u tijd hebben, stapt u dan even af bij het kerkhof en loop er even overheen. Op het eerste gedeelte aan uw rechterhand vindt u het monumentje voor Vincent van Gogh. In september 1883 tekende hij op deze plaats het kerktorentje van Hollandscheveld. Het monumentje is een aantal jaren geleden geplaatst. Rond het monumentje wordt zoveel mogelijk de oorspronkelijke vegetatie in stand gehouden. Ga aan het eind van het fietspad rechtdoor, de Otto Zomerweg op. Aan het eind van de weg, rechtsaf, de Riegshoogtendijk op. Ga over het viaduct, bij de T-splitsing, linksaf de Coevorderstraatweg op. Neem nu de eerste weg, rechtsaf, de Zwarte Dijk.
Zowel de Zwarte Dijk als de Riegshoogtendijk bestaan uit dezelfde zandkop dwars door het veen. Deze zandkop, of haar, begint bij Slagharen en eindigt richting Tiendeveen/Drijber. De zandkop werd in de Romeinse Tijd en tijdens de middeleeuwen al gebruikt als weg door het veen. Er zijn diverse archeologische vondsten in deze omgeving gedaan.
van slechte kwaliteit. De steenfabriek was dan ook niet zo’n lang leven beschoren.
Bebouwing rond het Noordscheschut begint pas goed na 1854, nadat de Hoogeveensche Vaart verder naar het oosten werd gegraven. Vanaf de 18e eeuw woonden er echter al mensen aan het Noord, zoals het stuk vaart rechts van de brug en sluis nog steeds heet. Voor de brug aan uw linkerhand Het Noord liep door tot in het ziet u Huize Blokland. Het huis centrum van Hoogeveen. werd gebouwd en bewoond door de familie Rahder. Deze familie Ga na de brug rechtsaf en dan bestierde een grote veencom- (Drostenraai) – na ongeveer pagnie in de 19e eeuw. Rahder 500 meter – de eerste weg begon ook een steenfabriek in links, De Steenbaan, bij het kaNoordscheschut. De steenfa- naal langs. briek aan de Steenbaan werd later overgenomen door de firma Boogaarts. De baksteen was
" Het veen lag er nog onafgebroken, en juist de rand van dat glooiende, hoger gelegen drogere heideveld, toch dicht bij het water, was van oudsher voor bewoning uitgekozen. Later was men ook de afgewerkte vervening er tegenover gaan bewonen, heel die gestrekte, bijna gestreepte door talloze vonders over de tochten en aan het pad vastgehecht door van diezelfde vonders hier over het Elim, op elke vijftig meter een kram. De gehele gemeenschap van hutten bijeengenomen heette thans het Veld. Spoedig zag Anijs de eerste hut zich aftekenen, hoog op de ruige rand van de woeste grond. Waarom die nooit vergraven was wist niemand; nu loonde het niet meer. " (151-152)
De naam van deze straat herinnert ons aan de steenfabriek die hier vroeger stond. De vaart – nu een deel van het Linthorst Homankanaal – werd in eerste instantie gegraven als kanaal tussen de Verlengde Hoogeveense Vaart en de Drijberse Hoofdvaart in Tiendeveen. Vervener Rahder noemde de vaart naar zijn vrouw: Wilhelmina Vaart. Later werd deze naam gewijzigd. Aan het eind van de weg een klein eindje rechts, richting de rotonde. Ga bij de rotonde rechtdoor de Molenweg op, langs de vaart. Neem het eerste fietspad linksaf (Pesserdijk). U rijdt nu op de Pesserdijk, de vroegere scheiding tussen Hoogeveen en de marke van Pesse. Het is de oudste nog bestaande grens van Hoogeveen. Al in 1637 staat de dijk aangegeven als Pesser Scheid. U rijdt weer door een oud cultuurlandschap. Aan het eind van het zandpad heet de streek Siberië. De naam dankt het buurtschap aan het feit dat het ‘zover weg lag’. (denk ook aan
" Opeens werd er geklopt; schuchter overhandigde de meid hem een brief. 'Nu nog...zo laat?' vroeg hij. 'Hij kwam vanmiddag al...maar ik was hem vergeten!' Weer alleen scheurde hij de wikkel open. Het was het antwoord van de Noordsche Schut. Zonder omhaal deelde de directeur mede dat de fabriek in last was en er van het voorstel geen sprake kon zijn: Onze baksteen, gemaakt van leem in plaats van klei, was altijd al van inferieure kwaliteit; en nu wilt u dat wij veen gaan bakken? " (355)
Nieuw-Moscou bij Elim en Alteveer). Waar het zandpad weer bestrating wordt, ziet u aan uw rechterhand waterpartijen. Dit zijn de zogenaamde wijken van Eleveld, vernoemd naar Berend Eleveld, een bijzonder man in de geschiedenis van Hoogeveen. Er waren in de jaren zestig plannen om dit hele gebied her in te richten. Berend Eleveld was grootgrondbezitter en vervener.
Ga alsmaar rechtdoor richting Hoogeveen. Pas op bij het oversteken van de rondweg (Edisonstraat). Rij de Pesserdijk af tot u niet meer verder kunt. Het gebied rechts van de Pesserdijk is het zogenaamde Pesserlegvelt. Kerkelijk en ambtelijk viel dit gebied tot 1813 formeel onder Ruinen en Pesse. In de 17e eeuw werden er echter al overeenkomsten met Pesse gesloten om de mensen die in het Pesservelt woonden kerkelijk onder Hoogeveen te laten vallen. Bij het invoeren van de gemeenten in 1814 kwamen de bewoners weer onder Ruinen te vallen. Ga aan het eind van de Pesserdijk, linksaf. Ga aan het eind van de weg, op de T-splitsing, rechts (Industrieweg). Rij tot de brandweerkazerne aan uw linkerhand en ga hier linksaf (Brinkstraat). Blijf nu rechtdoor rijden door de Hoofdstraat tot aan de rotonde. (De Hoofdstraat is op donderdag, vrijdag en zaterdag een fietsvrije zone)
" Het noordeinde van de plaats werd begrensd door turfstrooiselfabriek De Nijverheid, die met zijn hoge schoorsteen en Engelse stoommachine de vooruitgang nog wel het meest belichaamde. De belangrijkste gebouwen van daaraf zuid langs de vaart waren eerst rozenkwekerij Gratema, met een beeld van Diana in de poort, dan de kerk, dan ziekenzaal Korremorre, dan Hotel Thomas annex stalhouderij om gasten van het station op te halen, daar dadelijk naast apotheek de De Twaalf Apostelen van Christof Anijs, en dan, nog weer een stuk verder, en nu aan de overkant van het water, het gemeentehuis. Na vijf kilometer hield de bebouwing tenslotte op bij het Kruis, waar de vaart gesneden werd door een dwarskanaal. Daar rechts om de hoek bevon zich het landgoed Dalwijk van dokter Fekko Koerts Amshoff, terwijl het opgaande de andere kant op doorliep naar de buurschap, en van daaraf nog weer verder naar het armengehucht Elim. " (23)
Aan uw linkerhand ziet u het klooster van de Carmelieten. Voorbij de Willemskade (het oude Noords Opgaande) komt u in de chique buurt van Hoogeveen, in de volksmond het gouden eindje genoemd. Hier woonden de artsen, notarissen, burgemeesters en de adel. Het pand Veenendal is het oudst nog bestaande woonhuis van Hoogeveen. Het werd in 1674 gebouwd door Henrick Schaap, domheer van Utrecht. Het pand van de ANWB werd gebouwd rond 1850. Het huis werd onder anderen bewoond door Gratema. Gratema was de eerste rozenkweker in Nederland. De rozenkwekerij had hij onder anderen achter zijn huis en bij het station. U fietst nu feitelijk aan de walkade van de Eerste Wijk, gegraven in 1633. Dit is nu de Hoofdstraat, het oude centrum van Hoogeveen. Aan de Hoofdstraat vindt u ook de voormalige apotheker van Radijs. Echter, het pand bestaat niet meer omdat het plaats heeft moeten maken voor de nieuwbouw van de computerafdeling van de firma C.Pet en de nieuwbouw van Apotheek Janssen (de eigenlijke opvolger van
apotheek Radijs). Ook Hotel Thomas, genoemd in het boek, bestaat nog steeds. Ook het gebouw is er nog. Rosenboom beschrijft dat het gemeentehuis aan de andere kant van het kanaal lag. Dit is niet juist. De huidige kledingzaak van Okay (op de hoek met de Westerkerkstraat) is het oude gemeentehuis van Hoogeveen. Bij het Kruis lagen drie bruggen. Het huis op de hoek, het Oude Schipperscafé, heeft een kern uit 1633. In dat jaar werd door de Compagnie van de 5000 Morgen opdracht gegeven tot het bouwen van een rentmeesterswoning. De rentmeester, Carst Peters uit Hasselt, trok hier even later in. Het pand heeft pas in de 20e eeuw een cafébestemming gekregen. Tegenover het rentmeestershuis, aan de andere kant van de eerste wijk (nu Hoofdstraat) werd in 1635 de rentmeesterswoning van de Hollandsche Compagnie gebouwd. De rentemeesterswoning van de Hollandse Compagnie werd rond 1800 afgebroken. U bent op het oudste bewoonde gedeelte van Hoogeveen, het Kruis. Op de plaats waar nu een snackbar staat, begonnen vroeger de Hollandsche Velden. Naar het zuiden was het, het terrein van de Zuidwoldigers. Daar vindt u ook het rond 1660 gebouwde huis met de Duivegaten. Vanaf het Kruis liep oostwaarts het in de 17e eeuw gegraven Oostopgaande, later Het Haagje genoemd. Ongeveer 750 meter vanaf het Kruis splitst de Wolfsbos zich af, richting het zuiden. U gaat nu rechtsaf, de Schutstraat op.
De Schutstraat is ontstaan aan de Hoogeveensche Vaart, zoals die rond 1633 werd gegraven. Aan deze straat vindt u nog wat oude bebouwing. Een paar panden van het Oude Schipperscafé verwijderd, staat het pand “So Godt voor ons is”uit 1703. Net voorbij de rotonde ziet u aan uw linkerhand de oude synagoge van Hoogeveen. Deze synagoge kreeg haar huidige vorm in de tweede helft van de 19de eeuw. In 1798 wer hier de eerste officiële synagoge gerealiseerd, nadat de Joodse gemeenschap vanaf het begin van de 18de eeuw een huissynagoge had, waarschijnlijk achter het pand van Hotel Victoria aan de Hoofdstraat. Hoogeveen was de eerste plaats in Drenthe waar in de 17de eeuw Joden zich permanent vestigden. Hoogeveen kende dan ook een grote Joodse gemeenschap. In de Tweede wereldoorlog is deze Joodse gemeenschap vrijwel volledig weggevoerd. Tegenover de synagoge (Nu TVM en Univé) lag Huize Dalwijk. De arts Fekko Amshoff had hier in de 19de eeuw een kuuroord voor rijke dames gesticht, Maison de Santé. Hier liet hij dames op blote voeten door het ‘gezonde’gras lopen. U blijft de Schutstraat vervolgen, die overloopt in de Zuidwoldigerweg, totdat u weer bij de Kerkboerderij aankomt.
Kaart
START
Uitgever: Marketing Hoogeveen Fotografie: Martijn Tobbe Kijk voor de digitale route op www.annodrenthe.nl Citaten uit: Publieke Werken, Thomas Rosenboom Uitgeverij Querido, 1999