Festival of Lessons and Carols in De Lichtkring 24 december 2015
1
Voorganger Organist Lector Trompet
: ds Coen Wessel : Mark Dijkstra : Marijke Drewes : Robin Jonkman
M.m.v. de cantorij o.l.v. Marianne Voskamp
Wij komen in stilte de kerk binnen
2
Processielied: De cantorij zingt: Al wie dolend in het donker 1. Cantorij Al wie dolend in het donker in de holte van de nacht en verlangend naar een wonder op de nieuwe morgen wacht: Vrijheid wordt aan u verkondigd door de koning zonder macht.
2. Cantorij Onze lasten zal Hij dragen onze onmacht totterdood geeft als antwoord op ons vragen ons zichzelf als levensbrood nieuwe vrede zal er dagen liefde straalt als morgenrood.
3. Cantorij Tot de groten zal Hij spreken even weerloos als een lam het geknakte riet niet breken Hij bewaakt de kleine vlam: hoort en ziet het levend teken van een God die tot ons kwam.
4. Allen Dor en droog geworden aarde die om dauw en regen vraagt dode mens die snakt naar adem wereld die om toekomst vraagt: zie mijn Zoon, de nieuwe Adam die mijn welbehagen draagt.
Nodiging Wij bidden het Onze Vader Onze Vader die in de hemel zijt Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de aarde Geef ons heden ons dagelijks brood En vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren en leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.
3
Zingen: Lied 480 Ik wandel in gedachten 1 Cantorij
4
2. Allen Geen woorden zijn te vinden dat ik begrijpen zal hoe God als hemels kindje moet slapen in een stal. U Heer, mijn levensadem, het hoogste woord van God, vindt minachting op aarde, moet slapen in een grot.
4. Allen Kom in mijn hart en woon er, het is geen vreemde plek, u zelf hebt mij veroverd, blijf in mij toegedekt. Ik ben met ziel en zinnen geopend, wonderstil. Kom, wikkel U, Heer Jezus, in diepten van mijn ziel.
HOOP Lezen: Jesaja 9: 1 – 6 Zingen: Mensenvolk dat nog moet wonen
1. Cantorij Mensenvolk, dat nog moet wonen in de schaduw van de dood, God zal u het lijden lonen; licht gaat op in angst en nood.
3. Allen Nooit meer zult gij in uw straten tekens zien van vreemde macht, nooit meer laarzen van soldaten horen stampen in de nacht.
4. Cantorij Want weldra wordt u geboren, ’t mensenkind waar gij naar vraagt; Hem zal alle macht behoren, die Hij op de schouders draagt
.
5
6. Allen Zie, zijn eeuwig rijk komt nader vrede daalt van Davids troon, want de naam van Eeuw’ge Vader zal hij dragen, deze zoon,
7. Allen die zijn koninkrijk komt stichten; één en al gerechtigheid, hij zal ons rechtmatig richten die ons naar zijn toekomst leidt.
SCHEPPING Lezen: Genesis 2: 4b – 7 Zingen: Lied 479 Een lied weerklinkt in deze nacht 1 Allen
6
2. Cantorij Niet langer drukt ons droefheid neer: wij vinden vreugde in de Heer. Niet langer drukt ons droefheid neer: wij vinden vreugde in de Heer. Hij heeft ons van de nacht bevrijd, schept ons een dag vol zaligheid. 3. Cantorij Nu wijkt de zonde voor zijn licht. Ons leven wordt weer opgericht. Nu wijkt de zonde voor zijn licht. Ons leven wordt weer opgericht. Stem, mensen, met de engelen in, aanschouw de Zoon, dit nieuw begin! 4. Allen Hij doet de duisternis teniet. En engelen zingen ons dit lied. Hij doet de duisternis teniet. En engelen zingen ons dit lied: glorie aan God, want vrede is nu hartslag der geschiedenis. VREDE Lezen: Micha 4: 1 – 4
7
Zingen: Een lied klinkt in de wereldnacht 1. Cantorij Een lied klinkt in de wereldnacht op gouden eng”len stem. Het danst vanuit de hemel neer en aardt in Bethlehem: ”Gods welbehagen in de mens! Hij roept de vrede uit!” Verstild luistert de aarde naar dit hemelse geluid.
2. Cantorij De wolken breken, waar dit lied op vredesvleugels wiekt. De wijde wereld raakt vervuld van hemelse muziek. Zij wordt vanuit haar diepe nacht gewekt door deze klank, haar spraakverwarring overstemd door engelengezang.
3. Allen De aarde, in zichzelf verdeeld, zucht in haar barensnood van eeuwenlange duisternis van leven totterdood. De mensen, met elkaar in strijd, zijn nog verdoofd door angst. Zij zullen zwijgen; sterker klinkt dit engelengezang.
4. Allen De nieuwe tijd breekt weldra aan naar het profetenwoord. De nieuwe aarde van omhoog begroet haar Vredesvorst. En wereldwijd klinkt dan het lied dat deze Koning dankt. Voorgoed zingt alle mensentong dit engelengezang.
LICHT Lezen: Genesis 1:1- 5 De cantorij zingt: ”Ik ben het licht over alles heen. Ik ben alles. Uit mij is alles voortgekomen en alles ziet naar mij uit. Splijt een stuk hout: ik ben er. Til de steen op jullie zullen me daar vinden.” Lezen: Johannes 1: 1 – 5
8
Zingen: Lied 481 Hoor, de engelen zingen de eer Allen
9
2. Allen Hij, die heerst op ’s hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de engelen zingen de eer van de nieuwgeboren Heer! 3. Allen Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de engelen zingen de eer van de nieuwgeboren Heer! GEBOORTE Lezen: Lucas 2: 6 – 16 De cantorij zingt: Lied 491 Kind ons geboren
10
Zingen: Lied 483 Stille nacht, heilige nacht
11
1. Allen
2. Allen Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor. 3. Allen Stille nacht, heilige nacht! Vrede en heil, wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
12
GOD BIJ ONS Lezen: Openbaring 21: 1 – 4 Zingen: Unto us is born a son 1 en 2 Cantorij 3 Allen
1. Cantorij God met ons, het Koningskind is op aard geboren, uit Maria, welbemind, de jonkvrouw uitverkoren, de jonkvrouw uitverkoren.
2. Cantorij Bij de kribbe in de stal kenden os en ezel Hem, de koning van ’t heelal, gezonden uit de hemel, gezonden uit de hemel.
3. Allen Hemels kind dat tot ons kwam, eeuwen nu geleden, zet ons hart in vuur en vlam, zo bidden wij nog heden, zo bidden wij nog heden.
13
SAAMHORIGHEID Lezen: 1 Korintiërs 13 Zingen: Lied 506 Wij trekken in een lange stoet 1. Allen
14
3. Cantorij Al gaat de vijand in het rond, de koning van het kwaad, al dreigt hij met zijn grote mond dat hij U eens verslaat, straks ligt hij dodelijk gewond wanneer zijn rijk vergaat! Allen Wij loven U, koning en Heer, koning en Heer, Wij loven U, koning en Heer!
4. Allen Wij gaan op weg naar Betlehem, daar ligt Hij in een stal die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal! Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal: Wij loven U, koning en Heer, koning en Heer, Wij loven U, koning en Heer!
Dankgebed Zegen: Lied 430 Bevelen wij elkaar in de hoede van de Eeuwige
Voor wie zoeken in de stilte naareen vuur voor hart en handen: met vrede gegroet en gezegend met licht!
15
Voor wie zingen op Gods adem van de hoop die niet zal doven: met vrede gegroet en gezegend met licht! Voor wie roepen om vrede, van gerechtigheid dromen: met vrede gegroet en gezegend met licht! Voor wie wachten in vertrouwen dat de liefde zal blijven: met vrede gegroet en gezegend met licht! Het licht van Gods ogen gaat over u op! De zon van zijn vrede als een nieuwe dag! Met vrede gegroet en gezegend met licht! (4x) Slotlied: Lied 487 Eer zij God in onze dagen 2. Allen 1 . Allen Eer zij God die onze Vader Eer zij God in onze dagen, en die onze koning is. eer zij God in onze tijd. Mensen van het welbehagen, Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo. Gloria in excelsis Deo. 3. Allen Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs, geef in onze levensdagen peis en vreê, kyrieleis. Gloria in excelsis Deo.
Na de dienst is er chocolademelk en glühwein
16