FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND INTERVENTIE In een studentenwoning in de Zwolse wijk Assendorp is op 25 maart 2012 brand ontstaan. Twee slachtoffers zijn met ademhalingsproblemen naar het ziekenhuis gebracht. Verder is er door de brand een gat in het dak ontstaan en heeft het pand veel rook-, roet- en waterschade opgelopen.
Kort nadat deze brand heeft plaatsgevonden (4 april 2012) heeft de Brandweer Zwolle een bijeenkomst georganiseerd voor buurtbewoners. Deze bijeenkomst heeft o.a. als doel om mensen bewuster te maken van brandgevaar en wat je als burger zelf kan doen om brandveilig te leven. Tijdens de tweeënhalf uur durende bijeenkomst zijn vier hoofdonderwerpen behandeld: 1. Wet- en regelgeving over brandveiligheid bij studentenhuizen. 2. De ervaringen van de brandweerploeg die de brand heeft bestreden. 3. Wat brandonderzoek is en welke resultaten dat heeft opgeleverd voor deze brand. 4. Informeren over brandgevaar in de woning en wat mensen zelf kunnen doen om brandveilig te leven.
ONDERZOEKSINFORMATIE Tijdens de bijeenkomst zijn mensen gevraagd of zij wilden meewerken aan een enquête. In totaal hebben 12 mensen zich hiervoor opgegeven en hebben acht mensen de enquête ingevuld. Ondanks het beperkt aantal respondenten is besloten de resultaten van de enquête te delen, omdat het een impressie geeft van hoe de bezoekers de avond hebben ervaren. Daarmee heeft het waarde voor de praktijk en andere brandweerkorpsen die voorlichting (willen gaan) geven.
WAT VONDEN DE BEZOEKERS VAN DE BIJEENKOMST? •
Alle respondenten zeggen ‘zeer positief’ te zijn over het initiatief van de brandweer om voorlichting te geven kort nadat een brand is ontstaan. Respondenten zeggen dit te vinden omdat: 1) zij informatie uit eerste hand ontvangen; 2) zij bewust worden van brandgevaar (door henzelf en van andere buurtbewoners); 3) zij leren wat zij kunnen doen ter voorkoming van, ter voorbereiding op en tijdens een brand; 4) de brandweer gebruik maakt van de actualiteit en dat de brand nog vers in het geheugen ligt; 5) de brandweer laat zien zich verantwoordelijk te voelen voor de veiligheid of deze verantwoordelijkheid aan burgers wil overdragen; 6) de brandweer een gevoel van betrokkenheid toont.
1
•
Zes van de acht respondenten zeggen alle vier de besproken onderwerpen ‘redelijk tot zeer nuttig’ te vinden.
Hoe nuttig waren de volgende besproken onderwerpen voor u? 9 8 7 6 5
Zeer nutti g Redel i jk nuttig Ni et nuttig
4 3 2 1 0
Hel ema al ni et nuttig
Het onderzoek De mogelijkheden De acties van de Wet en om zelf iets te naar de oorzaak brandweer ten regelgeving ten kunnen doen aan tijde van de brand van de brand aanzien van brandveiligheid brandveiligheid en kamerverhuur
•
Alle respondenten zeggen over het algemeen tevreden te zijn over de opzet van de bijeenkomst. Respondenten geven complimenten over de duidelijkheid, de volledigheid van informatie, de informele sfeer van de avond en het gebruik van beeldmateriaal. Eén respondent geeft aan het gedeelte over wet- en regelgeving wat te lang te vinden en vond juist het gedeelte over wat mensen zelf kunnen doen erg interessant. Respondenten zeggen enkele verbeterpunten in de zin van beknoptheid, structuur en dat vooraf de communicatie uitvoeriger kan.
2
BEGRIJPEN MENSEN DOOR DE BIJEENKOMST DE BRANDWEER BETER EN HEBBEN ZIJ IN HEN MEER VERTROUWEN? •
Alle respondenten zeggen door de bijeenkomst beter te begrijpen wat de brandweer doet en meer vertrouwen te hebben in de brandweer.
Stelling: Door deze bijeenkomst ... 9 8 7 6
Helema a l mee eens
5
Mee eens
4
Mee oneens Helema a l mee oneens
3 2 1 0 Begrijp ik beter wat de brandweer doet
Heb ik meer vertrouwen in de brandweer
HEEFT DE BIJEENKOMST BIJGEDRAGEN AAN DE HOUDING EN KENNIS VAN MENSEN OM ZELFREDZAAMHEID TE ZIJN BIJ BRAND? •
Zes van de acht respondenten zeggen door de bijeenkomst dat zij meer moeten doen om brand te voorkomen. Verder zeggen alle respondenten dat zij door de bijeenkomst beter weten hoe zij brand kunnen voorkomen, beter weten welke maatregelen zij ter voorbereiding op brand kunnen nemen en beter weten wat zij kunnen doen als brand ontstaat.
Stelling: Door deze bijeenkomst.. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Helema a l mee eens Mee eens Mee oneens Helema a l mee oneens
Vind ik dat ik zelf Weet ik beter hoe Weet ik beter Weet ik beter wat ik kan doen als welke ik brand kan meer moet doen er een brand maatregelen ik voorkomen om brand te ontstaat kan nemen ter voorkomen voorbereiding op een brand
3
•
Alle respondenten hebben de ‘Checklist brandveiligheid thuis’ meegenomen. Vier respondenten (50%) zeggen deze checklist te hebben uitgevoerd, drie respondenten (37,5%) zeggen dat nog te gaan doen en één respondent (12,5%) zegt er niets mee te doen.
Hebt u de 'Checklist brandveiligheid thuis' meegenomen? 12,5% Ja , en i k heb de bra ndvei l i ghei ds check geda a n
50,0%
37,5%
•
Ja , en i k ga de bra ndvei l i ghei ds check nog doen Ja , ma a r i k doe er ni ets mee
Nee
Vijf van de zeven respondenten (71%) zeggen dat de ‘Checklist brandveiligheid thuis’ heeft geholpen om de brandveiligheid van de woning te verbeteren. Twee respondenten (29%) zeggen dat dit niet geholpen heeft. Een van deze respondenten noemt dat zijn huis “al behoorlijk brandveilig was”.
Heeft de 'Checklist brandveiligheid thuis' u geholpen om de brandveiligheid van uw woning te verbeteren?
29%
Ja Nee
71%
4
ZIJN MENSEN DOOR DE BIJEENKOMST BEWUSTER GEWORDEN VAN BRANDGEVAAR EN HEBBEN ZIJ VOORBEREIDINGSMAATREGELEN GENOMEN? •
Zeven van de acht respondenten (87,5%) zeggen dat zij door de bijeenkomst bewuster zijn geworden van het belang om brand te voorkomen.
Bent u door deze bijeenkomst bewuster geworden van het belang om brand te voorkomen? 12,5%
Ja Nee
87,5%
•
Vier respondenten (50%) zeggen dat zij door de bijeenkomst maatregelen hebben genomen ter voorbereiding op brand. Zo hebben respondenten rookmelders en een blusdeken aangeschaft. Eén respondent geeft aan de deuren tussen de verschillende kamers te sluiten. Drie respondenten (37,5%) zeggen van plan te zijn om maatregelen ter voorbereiding te nemen en één respondent (12,5%) zegt dit niet te gaan doen.
Hebt u na deze bijeenkomst maatregelen genomen ter voorbereiding op brand? 12,5%
Ja
50,0%
Nog ni et, ma a r i k ben da t wel va n pl a n Nee
37,5%
5
HEBBEN MENSEN DOOR DE BIJEENKOMST OOK MET ANDEREN GESPROKEN OVER BRANDVEILIGHEID? •
Vijf respondenten (62,5%) zeggen na de bijeenkomst ook met anderen over brandveiligheid te hebben gesproken. Twee respondenten (25%) zeggen dat zij anderen ook hebben geadviseerd om maatregelen te nemen. Eén respondent (12,5%) heeft na de bijeenkomst niet met anderen over brandveiligheid gesproken.
Heeft u na deze bijeenkomst ook met anderen gesproken over veiligheid? 12,5% 25,0%
Nee
Ja
Ja , en i k heb hen gea dvi s eerd om ma a tregel en te nemen. Ja , en i k heb hen ook gehol pen om ma a tregel en te nemen
62,5%
Colofon Deze factsheet is ontwikkeld door het Lectoraat Veiligheid en Sociale Cohesie van Hogeschool Windesheim in opdracht van de Veiligheidsregio IJsselland. Het is één van de producten die voortvloeien uit het Programma Community Safety. Voor vragen kunt u contact opnemen met de auteurs: S.K.H. Hijlkema MSc (
[email protected]), S. van der Meulen BBA (
[email protected]), dr. J.S. Timmer (
[email protected]).
Mei 2012
6