Factsheet ESPAD 2011 Het gebruik van alcohol, tabak en drugs onder Nederlandse scholieren vergeleken met de rest van Europa. De ESPAD studie Het belangrijkste doel van de ‘European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs’ (ESPAD) is het verzamelen van internationaal vergelijkbare gegevens over het gebruik van genotmiddelen onder 15- en 16-jarige scholieren in Europa. De eerste ESPAD studie vond plaats in 1996, Nederland neemt sinds 1999 deel aan het ESPAD onderzoek. Deze factsheet rapporteert de kerngegevens van de vijfde studie uit 2011, waaraan is deelgenomen door ruim 100.000 scholieren uit 37 landen, waaronder Nederland.
Steekproef/Methode De studie wordt in elk land met een zelfde schriftelijke vragenlijst en volgens een gestandaardiseerde methodiek uitgevoerd. Hierdoor zijn de gegevens van de verschillende landen in hoge mate vergelijkbaar. De steekproeftrekking vindt plaats in twee stappen: allereerst een willekeurige steekproef uit alle scholen voor regulier voortgezet onderwijs (in Nederland VMBO, HAVO en VWO), gevolgd door een willekeurige steekproef van klassen op alle deelnemende scholen (in Nederland bestond de netto steekproef uit 138 scholen, 220 klassen en 2044 leerlingen). De Nederlandse dataverzameling voor ESPAD wordt gecombineerd met het Peilstationsonderzoek scholieren, waarin het middelengebruik onder een bredere leeftijdscategorie wordt onderzocht (10 t/m 18 jaar) (Verdurmen et al., 2012).
Roken De helft (52%) van de 15- en 16-jarige Nederlandse scholieren heeft weleens gerookt. Dit percentage is vrijwel gelijk aan het Europese gemiddelde (54%). In Letland ligt het percentage scholieren dat roken uitprobeert het hoogst (78%) en in IJsland het laagst (26%). Bijna een derde (30%) van de Nederlandse scholieren heeft in de maand voor het onderzoek gerookt (figuur 1). Nederland neemt hiermee een middenpositie in (gemiddelde in Europa: 28%). In Europa hebben Letland (43%), Tsjechië (42%) en Kroatië (41%) het hoogste percentage actuele rokers en IJsland (10%) en Montenegro (12%) het laagste. In Nederland zijn, net als in de meeste landen, de verschillen tussen jongens (30%) en meisjes (29%) klein. Van de Nederlandse scholieren zegt 28% op 13-jarige leeftijd voor het eerst een sigaret te hebben geprobeerd. Dit is vergelijkbaar met het Europese gemiddelde (31%). Landen met een
Figuur 1: Gebruik van sigaretten in de afgelopen 30 dagen, naar geslacht (%)
Jongens
Meisjes Latvia (43)
45
42
Czech Republic (42)
42
41
Bulgaria (39)
33 38
46 39
Slovak Republic (39) 34
43
France (38) Monaco (38)
29
47
Hungary (37)
35
39
Lithuania (37)
39
35
Italy (36)
36 33
37 35
Finland (34) Germany (5 Bundesl.) 1 (33)
35 33
31 32
Liechtenstein (32) 30
34
Slovenia (32) Faroe Islands (31)
34 30
Russian Fed. (Moscow) 1 (31)
30
Netherlands (30)
27 31 29
Estonia (29)
29 29
Portugal (29)
29
Romania (29)
34
28 29 30 25
Ukraine (29) Poland (28)
30
27
Gemiddelde (28)
29 26
28 25
Belgium (Flanders) 1 (26)
26
22
Denmark (24) Cyprus (23)
31 21
25 20
Malta (22)
22
21
Greece (21) 19
23
Ireland (21)
20
22
Sweden (21) Serbia (20)
20 15
19 23
Spain 2 (19) Bosnia and Herz. (RS) 1 (15)
16 23
14 8
Moldova, Rep.of (15) 15
Norway (14)
15
Montenegro (12)
14
Albania (13)
22
6 9
USA 2 (12)
13 9
25
15
United Kingdom 2 (23)
23
50
43
Croatia (41)
41
10 10
Iceland (10)
0
0
25
50
1)
Belgium (Flanders), Bosnia and Herz. (RS), Germany (5 Bundsl) and Russian Federation (Moscow): Vragenlijsten alleen afgenomen in deel van het land.
2)
Spain, United Kingdom and USA: Beperkte vergelijkbaarheid met andere landen.
hoog percentage vroege starters zijn Letland (61%) Estland (57%), Litouwen en Tsjechië (beide 52%). Slechts zeven procent van de Nederlandse jongeren denkt dat af en toe roken een groot risico met zich meebrengt (Europees gemiddelde: 14%). In slechts drie landen (Tsjechië, Finland en Portugal) ligt dit percentage lager. Het roken van tenminste één pakje per dag wordt wel door een ruime meerderheid (73%) van de Nederlandse scholieren als een groot risico ingeschat (Europees gemiddelde: 65%).
Alcohol Een ruime meerderheid (84%) van de 15- en 16jarige Nederlandse scholieren heeft al eens alcohol gedronken. Bijna alle Europese landen scoren rond de 80% of hoger, met uitzondering van IJsland (56%). Tweederde (64%) van de 15- en 16-jarige Nederlandse scholieren heeft in de maand voorafgaand aan het onderzoek alcohol gedronken (figuur 2).
Dit percentage ligt boven het gemiddelde van de andere Europese landen (57%), maar duidelijk lager vergeleken met landen als Tsjechië (79%) en Denemarken (76%). Op de lijst van 37 landen neemt Nederland hiermee een vijftiende positie in. Als Nederlandse jongeren drinken, drinken ze wel veel alcohol per keer. Gevraagd naar het alcoholgebruik op de laatste ‘drinkdag’, bleken Nederlandse jongeren, omgerekend naar centiliters (cl.) pure alcohol, met 6.4 cl. tot de acht hoogst scorende landen te behoren (figuur 3). De Scandinavische landen voeren deze lijst aan, met Denemarken aan kop (9.7 cl.), gevolgd door Finland (7.5 cl.), Noorwegen (7.1 cl.) en Zweden (7.0 cl.). Landen waar tijdens de laatste drinkgelegenheid weinig alcohol werd gedronken zijn vooral in Oost-Europa te vinden (Moldavië: 2.7 cl., Albanië: 3.0 cl., Roemenië: 3.1 cl.). In alle landen hebben jongens tijdens de laatste gelegenheid meer alcohol gedronken dan de meisjes (in Nederland 6.8 versus 6.0 cl.).
Figuur 2: Alcoholgebruik in de afgelopen 30 dagen, naar geslacht (%) Jongens
Meisjes Czech Republic (79)
81 77
1
76
Germany (5 Bundesl.) (73)
76
Greece (72)
70 68
Cyprus (70)
78
69
Monaco (69)
67 70
Malta (68)
70
France (67)
71 66 64
Croatia (66)
71
61
Liechtenstein (66)
68
64
Latvia (65)
63
67
Slovenia (65)
68 66
United Kingdom 2 (65)
66
Netherlands (64)
66
Bulgaria (64)
62 65 63 62
Italy (63)
70 63 62
56
Lithuania (63)
64
Spain 2 (63)
63
62
Hungary (61)
62
Slovak Republic (60)
60 58
Estonia (59)
57
60
Poland (57)
61 59
53
Gemiddelde (57)
54
Ukraine (54)
54
53
Portugal (52)
56
50
Serbia (52)
59
46
Ireland (50)
48 55
52
Romania (49) 46
44
Finland (48)
50
Bosnia and Herz. (RS) 1 (47)
57
43
Montenegro (38) 34
28 41
Sweden (38)
37
37
Russian Fed. (Moscow) 1 (37) 33
36
Norway (35)
42
24
Albania (32) 2
USA (27)
28
25
26
Iceland (17)
16
50
39
Faroe Islands (44)
45 48
75
62
Belgium (Flanders) 1 (69)
69
100
77 75
Denmark (76)
0
19
0
25
50
75
1)
Belgium (Flanders), Bosnia and Herz. (RS), Germany (5 Bundsl.) and Russian Federation (Moscow): Vragenlijsten alleen afgenomen in deel van het land.
2)
Spain, United Kingdom and USA: Beperkte vergelijkbaarheid met andere landen.
Ruim één derde (35%) van de Nederlandse scholieren zegt op 13-jarige leeftijd of jonger voor het eerst alcohol te hebben gedronken (minstens één glas). Dit percentage is duidelijk lager dan het Europese gemiddelde (57%). In Letland (79%) en Estland (76%) liggen de percentages het hoogst en in IJsland veruit het laagst (20%). Als het gaat om de schadelijkheid van alcohol gebruik is de risico inschatting door Nederlandse scholieren vergelijkbaar met het Europese gemiddelde. Bijvoorbeeld, het elke dag drinken van één of twee drankjes per dag wordt door 26% van de Nederlandse scholieren als een groot risico gezien en het elke dag drinken van vijf of meer glazen alcohol door 70%. Ter vergelijking, het Europese gemiddelde bedraagt respectievelijk 30% en 63%.
Cannabis Wat betreft het gebruik van cannabis scoort Nederland boven het Europese gemiddelde: ruim een kwart (27%) zegt ooit in het leven cannabis te hebben gebruikt, ver-
100
sus gemiddeld 17% in de rest van Europa (gedeelde vierde positie met Slowakije). Het actuele gebruik (gebruik in de maand voorafgaand aan het onderzoek) ligt in Nederland eveneens ruim boven het Europese gemiddelde (14 versus 7%) (figuur 4). Nederland staat daarmee op de vijfde plaats. Het verschil met zowel de hoogst scorende landen, Frankrijk (24%) en Monaco (21%), als de twee laagst scorende landen (Moldavië en Faroer Eilanden beide 1%) is groot. In vrijwel alle landen blowen meer jongens dan meisjes (actuele blowers in Nederland: 19% jongens en 9% meisjes). Vijf procent van de 15- en 16-jarige scholieren zegt op 13-jarige leeftijd of jonger al eens te hebben geblowd. Dit percentage ligt iets hoger dan het Europese gemiddelde (3%). Slechts vier landen scoren hoger (Tsjechië en Frankrijk, beide 8%, en Monaco en Slowakije, beide 6%), in Bulgarije en Estland is het percentage gelijk aan Nederland (5%).
Figuur 3: Gemiddelde alcoholconsumptie (in centiliters 100% alcohol) op de laatste dag waarop alcohol is gedronken, onder scholieren die enig alcoholgebruik rapporteren, naar geslacht (cl)
Jongens
Meisjes
10,6
6,6
Norway (7,1) 7,1
6,8
Sweden (7,0)
7,2
6,2
Ireland (6,7) 2
United Kingdom (6,7)
7,3
6,1
Croatia (6,6)
8,0
5,2
Netherlands (6,4)
6,8 7,3
6,0 5,0
Faroe Islands (6,2) 6,7
Estonia (6,0)
6,7
Czech Republic (5,6)
5,3 4,5
1
6,3
5,1
Germany (5 Bundesl.) (5,6) Slovenia (5,4)
6,4 6,0
4,5 4,6
Poland (5,3) Slovak Republic (5,3)
5,9
4,7
Hungary (5,2)
6,0 6,6
4,2 3,5
Liechtenstein (5,1) Gemiddelde (5,1)
5,8
4,3
Latvia (5,0)
6,0
4,7
Iceland (4,8)
4,8
4,8 1
5,1
4,2
Belgium (Flanders) (4,7)
5,5
3,9
Malta (4,7) Cyprus (4,5)
3,5
Lithuania (4,3)
3,4
5,5 5,3
Greece (4,2)
5,1 5,1
Serbia (4,2)
5,1
Ukraine (4,2)
4,8 4,7
3,4 3,3 3,5
Italy (4,1)
3,2
Bulgaria (4,0)
3,2
Russian Fed. (Moscow) 1 (3,8)
4,1
3,6
Bosnia and Herz. (RS) 1 (3,6)
4,4 4,1 3,6
Romania (3,1)
3,6
Albania (3,0)
2,6 2,3
Moldova, Rep.of (2,7)
3,0
0,0
2,9 2,4
Montenegro (3,3)
3,4
6,0
4,1
Portugal (5,0)
5,3
9,0
7,2
Finland (7,5)
7,6
12,0
8,9
Denmark (9,7) 7,8
2,1
0,0
3,0
6,0
9,0
12,0
1)
Belgium (Flanders), Bosnia and Herz. (RS), Germany (5 Bundsl.) and Russian Federation (Moscow): Vragenlijsten alleen afgenomen in deel van het land.
2)
United Kingdom: Beperkte vergelijkbaarheid met andere landen.
Het percentage scholieren dat denkt dat cannabisgebruik een groot risico met zich meebrengt is in Nederland het laagst in Europa. Slechts 15% denkt dat af en toe blowen schadelijk is en 56% denkt dat regelmatig blowen schadelijk is (Europees gemiddelde respectievelijk 41% en 72%). Bijna de helft (45%) van de Nederlandse scholieren meldt dat het (vrij) gemakkelijk is om aan cannabis te komen, dit betreft meer jongens (54%) dan meisjes (37%). Nederland staat daarmee met Slovenië op een gedeelde tweede pek, na Tsjechië (59%) (Europees gemiddelde: 29%).
Overige Drugs Het percentage Nederlandse scholieren dat zegt ervaring te hebben met drugs zoals ecstasy, amfetamine, LSD, paddo’s, cocaïne, crack, GHB en heroïne bedraagt vijf procent en ligt daarmee onder het Europese gemiddelde (6%) (figuur 5). Monaco
(11%), Bulgarije (10%) en Frankrijk (10%) scoren in Europa het hoogst, de percentages liggen twee maal zo hoog als in Nederland. In Noorwegen en Bosnië en Herzegovina wordt het minst geëxperimenteerd met deze drugs (2%). Nederlandse jongeren lijken het gevaar van experimenteren met harddrugs laag in te schatten. Slechts een kwart van de scholieren denkt bijvoorbeeld dat er een groot risico verbonden is aan het proberen van ecstasy (Europees gemiddelde: 38%). Alleen in Liechtenstein (23%) en Monaco (24%) ligt dit percentage lager. Het regelmatig gebruik van ecstasy wordt door een beduidend grotere groep als risicovol ingeschat (67% van de Nederlandse scholieren versus gemiddeld 73% in de rest van Europa).
Figuur 4: Cannabisgebruik in de laatste 30 dagen, naar geslacht (%)
Jongens 26
22
Monaco (21)
24
19
2
21
14
USA (18) 17
Spain 2 (15)
19
13 9
Netherlands (14) United Kingdom 2 (13)
15 14
11 9
Italy (12) 1
13
9
Belgium (Flanders) (11) Bulgaria (10)
10 12
Poland (10)
12
Slovenia (10) 11
10 7 9 8
Portugal (9)
11 9 8
Slovak Republic (9)
7
Hungary (8)
7
Liechtenstein (8)
8
Croatia (7)
9
5
Germany (5 Bundesl.) 1 (7)
10 10
4 5
Ireland (7) 8
5
Gemiddelde (7)
9
3
Denmark (6)
9
4
Estonia (6) 8
5
Latvia (6)
9
2
Cyprus (5) 7
3
Lithuania (5) 6
Greece (4) 5
6
2
Iceland (4)
3
Malta (4)
3
4
Russian Fed. (Moscow) 1 (4)
4
Finland (3)
4
4 2
Montenegro (3)
1
4
Serbia (3)
1
4
Sweden (3)
5
1
Ukraine (3) 4
10
1 0
Albania (2) Norway (2)
2
20
12
Czech Republic (15) 14
30
Meisjes France (24)
2
Romania (2)
2
Bosnia and Herz. (RS) 1 (1) 1
Faroe Islands (1)
1
Moldova, Rep.of (1)
0
1 2 1 2 1
0
10
20
30
1)
Belgium (Flanders), Bosnia and Herz. (RS), Germany (5 Bundsl.) and Russian Federation (Moscow): Vragenlijsten alleen afgenomen in deel van het land.
2)
Spain, United Kingdom and USA: Beperkte vergelijkbaarheid met andere landen.
Belangrijkste bevindingen Het ESPAD onderzoek maakt het mogelijk om het middelengebruik van 15- en 16-jarige jongeren in Nederland te vergelijken met dat van jongeren in een groot aantal andere Europese landen. De vragenlijst en methodiek is in elk land gelijk zodat de onderlinge vergelijkbaarheid van de gegevens zeer hoog is. Voor roken laten de ESPAD gegevens zien dat Nederlandse jongeren gemiddeld scoren, zowel als het gaat om het percentage rokers als het percentage vroege starters (≤ 13 jaar). Het percentage actuele gebruikers van alcohol ligt iets boven het Europese gemiddelde. Het percentage vroege starters ligt duidelijk lager, maar als het gaat om de hoeveelheid geconsumeerde alcohol tijdens de laatste drinkgelegenheid scoren Nederlandse jongeren hoog. Gezien de schadelijkheid van overmatig alcoholgebruik voor adolescenten is dit een zorgelijke bevinding. De cijfers over cannabis zijn eveneens verontrustend. Nederland staat op bijna alle cannabis maten in de top van de Europese lijst. Relatief veel Nederlandse jongeren proberen cannabis uit, een hoog percentage heeft de afgelopen maand nog geblowd en het percentage jonge starters ligt eveneens hoog. Met 14% is het actueel gebruik zelfs tweemaal zo hoog als het Europees gemiddelde. Daarentegen ligt het gebruik van andere drugs zoals ecstasy en cocaïne iets lager dan het Europese gemiddelde. Opvallend is dat relatief veel Nederlandse jongeren aangeven dat er weinig risico’s zijn verbonden aan het incidenteel gebruik van genotmiddelen. Met uitzondering van alcohol is dit beeld consistent over alle middelen. Als het gaat om de risico-inschatting van zwaarder gebruik wijken de Nederlandse jongeren echter niet erg af van het Europees gemiddelde.
Figuur 5: Gebruik ooit in het leven van enige drug (exclusief cannabis), naar geslacht (%)
Jongens
Meisjes
17
Monaco (11)
9
9
United Kingdom 2 (9) 8
9 8
Czech Republic (8)
9
7
Estonia (8) Germany (5 Bundesl.) 1 (8)
10 8
6 8
Hungary (8) 7
9
Liechtenstein (8)
8
7
Portugal (7)
11
4
Cyprus (7) 8
Poland (7)
8
Slovak Republic (7)
7 7
Albania (6)
10 8
2 5
Ireland (6)
8 7 8
Italy (6)
5
Lithuania (6)
5 5
Malta (6) 7
Slovenia (6)
7
Gemiddelde (6)
6 5
2
7
Spain (6) 6
Netherlands (5)
6
Croatia (5)
6
5 5 4 4
Denmark (5)
7
Greece (5)
3
7
Montenegro (5)
3
7
5
Russian Fed. (Moscow) 1 (5) 5
Iceland (4)
5
Moldova, Rep.of (4) 4
6 3
3
Ukraine (4)
3 3 3
Serbia (3)
2
Bosnia and Herz. (RS) 1 (2)
4 2
5
Sweden (4)
Finland (3)
4
Colofon
4 2
Faroe Islands (3)
4
10
4
Romania (5) 6
1)
8
Latvia (9)
10
15
10
France (10) Belgium (Flanders) 1 (9)
9
20
12 10
Bulgaria (10)
10
Samenstelling Dr. K. Monshouwer (Trimbos-instituut) Drs. S. van Dorsselaer (Trimbos-instituut) Dr. J. Verdurmen (Trimbos-instituut) Prof. Dr. W. Vollebergh (Universiteit Utrecht)
14
USA 2 b) (16) 9 10
2 1
Norway (2)
0
0
5
10
15
Belgium (Flanders), Bosnia and Herz. (RS), Germany (5 Bundsl.) and Russian Federation (Moscow): Vragenlijsten alleen afgenomen
in deel van het land. 2)
Spain, United Kingdom and USA: Beperkte vergelijkbaarheid met andere landen.
a)
Betreft amfetamine, cocaïne, crack, ecstasy, LSD of andere hallucinogene middelen, heroïne, en GHB.
b)
Betreft ook kalmeringsmiddelen, maar geen ecstasy of GHB.
Productiebegeleiding Kathy Oskam Ontwerp en Productie Ladenius Communicatie BV Houten Beeld www.istockphoto.com Personen afgebeeld op de omslag van deze uitgave zijn modellen en hebben geen relatie tot het onderwerp van deze uitgave of ieder onderwerp binnen het onderzoeksdomein van Trimbos-instituut.
Deze uitgave is als gratis download beschikbaar of te bestellen via www.trimbos.nl/webwinkel met artikelnummer AF1159 Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 3500 AS Utrecht T: 030-297 11 00 F: 030-297 11 11 © 2012, Trimbos-instituut, Utrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut.
Nadere informatie De internationale gegevens zijn gepubliceerd in: Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance Use Among Students in 36 European Countries. Stockholm: CAN. Het ESPAD rapport is te downloaden van www.espad.org. De Nederlandse gegevens zijn niet in het rapport opgenomen omdat de Nederlandse data later zijn verzameld en daardoor niet tijdig konden worden aangeleverd. Tabellen inclusief de Nederlandse gegevens zijn te downloaden van www.trimbos.nl. De internationale ESPAD studie richt zich alleen op de 15- en 16-jarigen. In Nederland zijn gelijktijdig gegevens verzameld onder een bredere leeftijdsgroep (10-18 jaar). Over deze Nederlandse resultaten is een aparte publicatie verschenen: Verdurmen, J, Monshouwer, K, Dorsselaer, S. van, Lokman, S, Vermeulen-Smit, E, Vollebergh, W. (2012) Jeugd en riskant gedrag 2011 Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Dit rapport is als gratis download beschikbaar of te bestellen via www.trimbos.nl/webwinkel met artikelnummer AF1150.
20