Fietsroute "De Oude Schil" en “Raambuurt” van Deventer
ook te gebruiken als lange wandelroute afstand ca. 15. Start VVV te Deventer
Bedrijven en andere gebouwen buiten de stad gebouwd na de Vestingwet van 1874
Voor een ieder die zich interesseert in wonen en werken in Deventer in de negentiende en twintigste eeuw
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer
De Oude Schil van Deventer. De gemeente is deze term tijdens de stadsvernieuwingsperiode in de jaren tachtig gaan gebruiken voor het gebied rondom de singels. Een gebied waar de industriële bedrijvigheid zich in de vorige eeuw ontwikkelde en her en der tot grote bloei kwam. Geschiedenis: de Deventenaren waren blij en opgelucht toen de Vestingwet van 1874 werd aangenomen, waardoor de vesting eindelijk kon worden opgeheven. Deventer was tot 1874 een officiële vestingstad. Rondom de middeleeuwse stad lagen nog stukken stadsmuur en daaromheen het uit de 17e eeuw daterende vestinggebied met wallen en grachten. In het militaire gebied, dat net zo groot was als de stad, die er door was omsloten, stonden gebouwen als de nog bestaande cavaleriekazerne, de paardenstallen en een kruitmagazijn. De toenmalige nijverheid was verspreid over de hele stad. Binnen de stadsmuren werden ambachten uitgeoefend als brouwen, weven, smeden, bakken, timmeren en slachten. In het vestinggebied kwam ook bedrijvigheid voor, zoals de windmolens op het Molenbolwerk bij de Noordenberg of de watermolen van de ijzergieterij "de Isermölle" aan de haven. De kalkovens van Klosters op de Snipperlingsdijk en de steenbakkerijen in de uiterwaarden waren voorbeelden van grootschalige bedrijvigheid buiten de stad. De Deventer binnenstad werd in de vorige eeuw steeds voller en ongezonder. Er woonden dan ook maar liefst zevenmaal zoveel mensen als nu! Meerdere malen brak cholera uit. De Deventenaren waren dan ook blij en opgelucht toen de Vestingwet in 1874 werd aangenomen. Eindelijk kon de vesting worden opgeheven en de stad wat meer gezonde lucht krijgen…. Opkomst grootschalige industrie De buurten met huizen en fabrieken die tussen 1880 en 1940 buiten de grachten van de stad verrezen worden nu "de Oude Schil" genoemd. Vóór 1880 behoorde dit gebied tot het schootsveld van de vesting. Vanwege het noodzakelijke uitzicht mocht hier niet worden gebouwd. Ook de beplanting moest laag blijven. In het kale landschap was alleen hier en daar molens te zien, waarvan sommige eigenaren al vanaf 1860 hun activiteiten wisten uit te breiden. De houtzaagmolens van Stoffel zijn daar een voorbeeld van. De molens De Eendragt en De Hoop van gebroeders Van Delden, zijn het startpunt geweest van de huidige AKZO-vestiging aan de Zutphenseweg. In 1880 kon men eindelijk met de sloop van de vesting beginnen, men bouwde er woningen, villa’s en fabrieken op. Ook werd er in 1887-89 een prachtig park aangelegd door Leonard A. Springers, t.w. Het Oude Plantsoen met vogeleiland. De voormalige vestinggracht werd gedeeltelijk vergraven tot een vijver en met de vrijgekomen grond werden drie heuvels opgeworpen, die het park de naam "bultenpark" bezorgden. In 1891 zijn nog enkele veranderingen aangebracht, zo werd een rotspartij gemaakt die tot volière diende. De eerste fabrieken verrezen bij de uitvalswegen, zoals aardewerkfabriek Hamer (Zwolseweg), bierbrouwerij DAVO (Boxbergerweg), rijwielfabriek Burgers (Rozengaarderweg) en katoenspinnerij Ankersmit (Zandweerd). In 1900 volgden bedrijven als biscuitfabriek Sluis, DAVO chemische industrie, blikfabriek Thomassen & Drijver, de bedden- en matrassenfabriek Auping en Holtkamp, drukkerij De IJssel, vleeswarenfabriek Hunink, de Kon. Verenigde Tapijtweverij, de tabaksfabrieken van Horma en Müller en vele anderen. Er werden niet alleen fabrieken maar ook woningen gebouwd. Zo ontstonden de eerste arbeidersbuurten. Deventer kreeg langzamerhand een ander aanzien, hoge rokende schoorstenen bepaalden voortaan mede het silhouet van de stad. En… men moest wennen aan nieuwe geluiden, zoals de treinen die over de in 1885 aangelegde spoorbrug reden. Restanten van bedrijvigheid van weleer.. Het merendeel van de bedrijven in "de Oude Schil" zijn inmiddels verdwenen. Sommigen hebben een andere bestemming gekregen. Wat ooit de sigarenfabriek van de firma Horst en Maas in de St. Jurriënstraat was is nu een islamitische school. De voormalige sigarenfabriek van de firma Hooyer aan de Tabakswal wordt nu gebruikt als atelier-verzamelgebouw. "De Heuvel" aan de Boxbergerweg was een directeursvilla van brouwerij DAVO. Dit pand werd later in gebruik genomen door vleesfabriek Hunnink en is nu een opleidingscentrum. De mooist nog bestaande gebouwen zijn ongetwijfeld die van de Koninklijke Verenigde Tapijtfabrieken aan de Smyrnastraat, thans vestigingsplaats van Machinefabriek Geurtsen en Uitgeverij Ankh Hermes en aan de overzijde van de IJssel "De Bolwerksmolen". Om U te laten zien wat was en nog "gebleven" is kunt u de route volgen die op de navolgende pagina’s is beschreven.
1
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer
Routebeschrijving v.a. ANWB/VVV kantoor, Keizerstraat 1 Rechtsaf richting Station, bij de verkeerslichten L. oversteken, fietspad langs de Buitengracht, aan uw rechterhand, volgen. U ziet rechts het Vogeleiland en het Oude Plantsoen. (Het plantsoen heeft tijdens een windhoos in 1998 veel te lijden gehad. De hoos trok een vernietigend spoor vanaf de Spoorbrug, via het park richting St.Geertruiden Ziekenhuis om door Schalkaar onze stad weer te verlaten).
2 Onder het spoorwegviaduct de rotonde 3/4 ronden: R. Ossenweerdstraat. 3 2e weg R. Lange Zandstraat. Op nr. 15 is nu gevestigd Buurtcentrum "De Zandloper". In 1876 stichtte hier Jacob van Harte een fabriek voor Stoomwerktuigen en een eigen woning. Het bouwkundig ontwerp is van zijn neef Herman van Harte. De eerste stoommachine werd geleverd aan Nering Bögel waar Jacob vroeger zelf gewerkt had als opzichter en modelmaker. De grote Nering had toen zelf 169 arbeiders, dus zal weinig concurrentie hebben verwacht van het bedrijfje dat met 4 man startte. In 1915 wordt de heer W.J. Lugard directeur van de Machinefabriek Deventer. In 1968 verhuist het bedrijf naar het Industrieterrein, later naar Olst als Machinefabriek Aberson. U ziet nu aan uw linkerhand, de huisnummers 49 t/m 59, arbeiderswoningen van de Architect Mulock Houwer, bestuurslid van VtV. Deze woningen zijn, evenals die in de Sallandstraat, van de op 1 maart 1895 opgerichte Vereniging tot Verbetering van de Woningtoestand VtV en staan op de Gemeentelijke Monumentenlijst. Nadat het terrein in het kader van de werkverschaffing door werklozen was uitgegraven en opgehoogd kon met de bouw begonnen worden. Dat ging snel en al in de eerste week van augustus 1895 konden de eerste 10 woningen betrokken worden. Tegen het einde van november waren de 36 woningen gereed. De huurprijs was fl. 1,50 per week. "Elke woning heeft een klein portaal waarin de zoldertrap, een woonkamer van 3,6 bij 4,3 meter, met een bedsteê en een kast, terwijl in een tweede kast of bergplaats de toegang tot den kelder is, die zich uitstrekt onder de keuken. Door een aangebouwd portaaltje, tevens toegang gevende tot het privaat, komt men in het bij elke woning behorende tuintje". Het complex woningen werd in de volksmond Lombok, naar een eiland ten oosten van Bali, genoemd Om voor een woning in aanmerking te komen moest men 5 jaar in Deventer wonen. De bestuursleden van de vereniging selecteerden de huurders zelf. Ze behoorden tot de "gezeten werklieden". De straten in de woonwijken waren nog niet voorzien van stenen of ander plaveisel, dus bij regenachtige dagen veranderde alles in een modderpoel zodat binnen komen met droge voeten een groot probleem was.
4 Nu de 1e weg R. Perzikstraat, op de kruising L. Tweede Weerdseweg. Hier ziet u goedverzorgde arbeiderswoningen op de huisnummers 1 t/m 17. Ook als u doorrijdt naar het pleintje met de Sallandstraat, daar staan woningen met zgn "speklagen".
5 Op het pleintje gaat U L. Sallandstraat. Op de hoek, na ca. 50 meter rechts, ziet u Wijkcentrum "De Zandbak" Dit gebouw was het kantoor van Tapijtfabriek Peters. Op dit bedrijf vervaardigde men bouclé en pluche weefsels. Architect is J.D. Postma, Deventer, die veel bedrijfspanden in Deventer heeft ontworpen, o.m. het huidige Kunstenlab aan het Laboratoriumplein, het kantoor van ROTO Smeets, de fabriek en het kantoor van Bussink Koek etc.
6 U gaat nu R.door: Kersenstraat , aan het einde R. IJsselkade
Het grote huis met puntdak is gebouwd in 1917 voor de familie Stoffel door architect M. van Harte, Deventer. Naast deze woning was Houthandel en Zagerij P. Stoffel Czn. gevestigd. Hier hield de IJsselkade vroeger op vanwege de balkhavens van Stoffel aan de IJssel . In de jaren tachtig is op de terreinen van Stoffel en Ankersmit een flinke woonwijk gebouwd. Bij die gelegenheid is de weg langs de IJssel doorgetrokken. Hier stonden in het begin van de negentiende eeuw 3 molens, gebouwd door de familie Jacobson. In 1844 werden deze molens, in vrij vervallen staat, aangekocht door Stoffel. In 1869 werd er een stoomzagerij gebouwd, waarna het bedrijf zich steeds verder uitbreidde. Stoffel had aan de IJssel een loswal van 270 m. Er kwamen schepen met hout vanuit de zeehavens. Balken werden in de balkhavens of tussen de kribben in de IJssel geborgen. Het rondhout kwam toen voornamelijk uit Finland, Zweden en Rusland. Als herinnering staat aan de overzijde van de weg, zo’n. 200 meter verder, aan de dijk het monument "de Zaagmolen" van Jan Slijkhuis.
2
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer
7 Hier gaat u de 2e R. , de Strieningstraat. In de bocht naar R. Lange Zandstraat, Hier een speelplaats met monument.
Op dit terrein stond de Textielfabriek Ankersmit. Het fabriekscomplex is pas in 1999 volledig verdwenen. Het enige wat er nog bewaard is is een deel van het archief en enige gietijzeren ramen, die waarschijnlijk zijn vervaardigd door een eveneens bekend Deventer bedrijf, de IJzergieterij Nering Bögel, die ook de Wilhelminafontein op de Brink heeft gegoten. De originele ramen zijn opgenomen in het gerealiseerde monument naar ontwerp van het bureau Hees Tuin- en Lanschaparchitectuur uit Gouda, dat ook het ontwerp van de speel- en ontmoetingsruimte verzorgde. Het ontwerp van het 3-dimensionale plateau van het voormalige bedrijfscomplex is van Iwan Ezerman van het architectenbureau IM te Deventer. De oprichting van dit monument was een initiatief van de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer en werd geplaatst in nauwe samenwerking met de buurtbewoners. Stukje geschiedenis: de grondlegger van het bedrijf Hendrik Jan Ankersmit (geb. 1774 in Terwolde) was een van de vele kinderen uit een gezin waarvan de vader zijn brood verdiende op een boerderij. H.J. was geen opvolger, moest dus uitzien naar een ander beroep en vond die in de manufacturenhandel. In 1799 vestigde hij zich in de Polstraat. Zijn eerste fabriek aan Achter de Muren was een blauwververij met een kalandermolen om de stof glad en glanzend te maken. De stoffen werden door thuiswevers, in zijn opdracht, vervaardigd. Zijn opvolger Hendrik Jan kocht in 1860 bouwgrond in de omgeving van de Lange Zandstraat en startte met zijn drie zoons een flinke nieuwbouw voor zijn gemechaniseerde bedrijf. De fabriek was al in 1862 klaar, maar kon pas in 1865 met de productie van katoengarens beginnen. De aanvoer van katoen was onmogelijk door de Amerikaanse Burgeroorlog. De fabriek werkte toen voor de Overzeese markt, voornamelijk Nederlandsch-Indië. De belangrijkste verfstof: indigo kwam daar vandaan en het eindproduct: balen gekleurde katoen stof, gingen er weer naar toe. In de twintigste eeuw moderniseerden de nieuwe directeuren, neven van elkaar, het bedrijf. Men maakte gebruik van nieuwe technieken en legde zich nog meer toe op het vervaardigen van wasdrukken voor West-Afrika, waar dit product, een kledingstof die daar ook nu nog zeer populair is . In 1910 begon de bouw van een totaal nieuwe katoendrukkerij. Het bedrijf vervaardigde ook huishoudkatoen, gordijnen e.d. er waren toen 266 arbeiders in dienst. Na de Eerste Wereldoorlog behoorde het bedrijf tot de marktleiders in deze branche. In de jaren zestig werd Ankersmit onderdeel van een holding, die de activiteiten uiteindelijk in Helmond centraliseerde. Tegen de duizend werknemers, die het bedrijf zeer solide achtten, werden onverwacht werkeloos.
8 Lange Zandstraat en de 3e weg L. Radstakeweg. Na ca. 20 m. vindt u het voormalig Onderstation van de IJsselmij met dienstwoning. In het complex “De Schakel” zijn nu studenten gehuisvest. Het huis en station zijn gebouwd in 1914 en zijn mooi gedetailleerd met geglazuurde steen en voorzien van tropisch hardhouten deuren.
9 U vervolgt de weg tot de kruising met de Zwolseweg. R. en de eerste weg L. Kerkstraat. Aan het einde van de straat R. Jac. Reviusstraat, op de hoek met de St.Jurriënstraat staat de voormalige Sigarenfabriek van Horst & Maas. Afgekort HORMA Sigarenfabriek. Het sigarenbedrijf startte in 1904 in Wijhe, in het ouderlijk huis van de latere bouwer van dit pand. Hij gaf in 1916 opdracht aan Architect W.P.C. Knuttel tot het ontwerpen van een nieuwe fabriek. Het bedrijf is vanuit Wijhe, door familieomstandigheden vertrokken naar Utrecht. Het groeide echter zo voorspoedig dat er behoefte was aan een groter bedrijf. De gemeente Deventer gaf zoveel medewerking tot een snelle vestiging dat al snel de keuze voor onze stad was gemaakt. Het loodgieterswerk is nog verricht door de firma Assendorp, Deventer. De woningen in de directe omgeving van de fabriek zijn tegelijkertijd met de bouw van de fabriek gestart. Het bedrijf heeft de oorlogsjaren "overleefd", maar in de jaren vijftig was zo weinig vraag naar sigaren dat het bedrijf geleidelijk ophield te bestaan. In de muur aan de spoordijk zijde kunt U door de verflagen heen nog de ingemetselde naam van het bedrijf zien. (In Kampen is een klein museum waar u alles wat met tabak en sigaren maken van doen heeft kunt bekijken) N.B. Rond 1900 weet de Deventenaar Hendricus Wichert Werf (61) per week zo'n 3100 á 3200 sigaren te maken, daarvoor betaalt sigarenfabrikant Verweij hem fl. 3,50 de duizend. Zijn vingers zijn te stijf geworden om meer dan 3200 per week te maken. Het gebouw doet nu dienst als Islamitische school.
10 R. af de Akkerstraat in (gerenoveerde arbeiderswoningen aan beide zijden) 11 Volgende kruising L. Borgelerstraat op rotonde R. door: Boxbergerweg.
3
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer
12 Voor de rotonde afstappen en L. oversteken: Rijstenborgherweg (boven u rechts de spoordijk). Aan de linkerzijde van de weg stond, ongeveer op de plaats van het bedrijf Mallinckrodt Baker, stond de Deventer Matrassen en Ledikanten fabriek v/h A.J. Holtkamp. Als concurrent van Auping legde de in 1900 gestichte fabriek zich in het begin toe op het vervaardigen van ledikanten met spiraalmatrassen, daarna op het vervaardigen van metalen gezondheidsmatrassen. Deze bedden en matrassen werden al snel bij de ziekenhuizen ingevoerd Anekdote: Op het dak van de fabriek stond een groot, wit, ijzeren ledikant. Menig vader of moeder vertelde op de zondagse wandeling door het Nieuwe Plantsoen, staand op de Drakenbrug, aan hun kinderen dat daar Sinterklaas in sliep wanneer hij in Nederland was.
13 U vervolgt de weg tot op de T-splitsing hier L. onder het viaduct door. Waar nu rechts de Nieuw Apostolische Kerk in gele baksteen staat, stond de eerder genoemde Sigarenfabriek van E.A. Müller & Co. De firma Müller, opgericht in 1847, nam in 1903 de sigarenfabriek van A.J. Verwey & Zonen over, die toen al 55 jaar bestond. Bij de overname was daar een 50-tal mensen werkzaam. Dit aantal breidde zich meer en meer uit zodat Müller genoodzaakt was een "aan de tegenwoordige eischen voldoende" fabriek te bouwen. Die verrees in 1905 op deze plek. Er werken dan 80 mensen. De fabriek brandde in 1949 totaal af. In de periode 1920-1940 was een ruimte verhuurd aan de padvinderij, groep Westenenk. Hier was dus het clubhuis van de welpen, verkenners en voortrekkers. Links van de weg, in plaats van het eveneens gele gebouw van de GGD, stond het bedrijfscomplex van boek- en steendrukkerij De IJssel (gebouwd in 1912 en gesloopt in 1989)
14 Op de kruising L. Diepenveenseweg. 15 1e weg L. Ooievaarstraat. Op de hoek, links naast de witte muur, ziet u een kleine smederij, dit is de laatste smederij in de stad. In 1920 waren er alleen al in de Smedenstraat (Centrum ) 6 smederijen te vinden. In Ooievaarstraat heeft een luciferfabriek (gebouwd in 1880) gestaan. U ziet aan beide zijden van de straat particuliere woningbouw van vóór de woningwet. De sfeer hier is van een arbeidersstraat rond 1890. Dit zijn onderkelderde rijtjeshuizen met een zadeldak, met de nok parallel aan de straat. De investeerder was W.A. Korteling, die de huisjes van 1889 tot 1895 bouwde.
16 Aan het einde van de straat R. Tabakswal. Aan de Tabakswal staan ook nog veel woningen van VtV. Deze werden in de periode 1913-1915 gebouwd. Het complex kreeg vanwege de kleur van de dakpannen de naam De Blauwe Daken. Het benedenvertrek was nog voorzien van een bedstede maar daarnaast zorgde VtV voor slaapgelegenheid door in elke woning 2 ijzeren tweepersoonsbeden, met een stromatras, te plaatsen. In 1917 waren er 222 tweepersoonsbedden geplaatst. Het waren prachtige woningen "gelijk kastelen", zei een oud bewoner. In het begin was er gaslicht maar na de komst van het elektra, werden er 5 lichtpunten in de woning aangebracht, hiervoor betaalde men 35 cent per week meer huur. U rijdt de straat tot bijna het einde en ziet links op huisnummer 43 een prachtige kapperszaak. Naast dit pand staat een Brandweerhuisje waarin een slangenwagen stond, stadsarchitect G. Holgen. Bij het uitbreken van een brand werd de slangenwagen, door vrijwilligers "brandweerlieden" die in de buurt woonden, naar de dichtstbijzijnde brandkraan getrokken en kon men met het blussen beginnen. Dit is het laatste van de 7 brandweerhuisjes in Deventer. De brandweer was later gevestigd in de binnenstad aan de Kleine Poot, weer later aan het eind van de Smedenstraat, t.o. Hardonk P. garage. In 1969 werd in een voormalige machinefabriek aan de Lange Zandstraat een iets meer aan de eisen van de tijd aangepaste kazerne betrokken. Nu is de kazerne gehuisvest aan de Schonenvaarderstraat. Rechts, schuin tegenover dit huisje, staat nog een voormalige Sigarenfabriek, die van de firma Hooijer. Deze fabriek kunt u geheel rond fietsen, zo krijgt U een indruk van de bouwstijl. Archirect J.D. Gantvoort, bouwjaar 1907. In de straatwand opgenomen bakstenen fabrieksgebouw met hoge voorbouw en lagere achterbouw met sheddak, waaraan rechts aangebouwd een lagere houten aanbouw met platdak uit dezelfde tijd. De poortopeningen zijn gedekte met ijzeren lateien, gesierd met rozetten. Het is nu een atelierverzamelgebouw met woningen en wordt in de toekomst tot woningen verbouwd.
17 R. Boxbergerweg. Direct naast de sigarenfabriek stond tot 1961 stond de Molen van Lammers. Aan de overzijde ziet u een Electriciteitshuisje.
4
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer Dit is een schakelhuisje van de N.V. Electriciteitsfabriek IJsselcentrale, bouwjaar 1925 van de Stadsarchitect Uytenhoudt. Het huisje is versierd met een fraai baksteenreliëf.
18 eerste weg L. oversteken: Klinkenbeltsweg,
Het dubbele woonhuis, huisnummer 61 en 63, wit gepleisterd, iets hoger gelegen, was een molenaarswoning. Ongeveer op deze plek heeft ook een molen gestaan, de molen van Kreeftenberg. In 1751 kocht Jan Holterman de nieuw gebouwde molen en maakte er in 1800 een oliemolen van. Hiervoor was het een zeemsbereidersmolen. Dertien jaar later hebben de Kozakken, die de stad belegerden, de molen in brand gestoken. Twee jaar later werd hij herbouwd. Gerrit Jan Kreeftenberg werd in 1894 eigenaar. De molen stond ook bekend als de Holtermansmolen. Het huis werd in 1948 afgebroken, de molen in 1976. De achtkant werd gebruikt voor de herbouw van de molen in Terwolde.
19 De weg uitrijden tot op de parkeerplaatsen daar R. het zandpad in. U kunt nu door het park rijden (wel gelijk links afslaan) Watertoren en het Pompstation, ontwerp van de Stadsarchitect J.A. Mulock. gebouwd in 1892 in Neo-Renaissancestijl. Aan het eind van de negentiende eeuw begon de gemeente het belang in te zien van een goede drinkwatervoorziening. Bovendien was er winst te behalen uit de exploitatie van een drinkwaterleiding. Gemeentes namen dan ook snel het particulier initiatief over tot het oprichten van waterwinbedrijven. Het Gemeentelijk Hogedruk Waterleidingbedrijf te Deventer is in 1890 opgericht, aan het begin van een periode van snelle uitbreiding van het Nederlandse drinkwaterleidingnet. Het bedrijf behoort tot één van de eerste gemeentelijke waterleidingbedrijven van het land. Het pompstation met aangebouwd filtergebouw maakt onderdeel uit van het bedrijf. Het bedrijf bestaat verder uit een reinwaterkelder, die bijna geheel aan het oog onttrokken is omdat ze gedeeltelijk ondergronds is, twee dienstwoningen en een watertoren. In de zijgevel van het pompstation ziet u een steen met het wapen van Deventer. De aanleg van het drinkwaternet was geen luxe, van de 51 stadspompen leverden er slechts 22 deugdelijk water. Inwoners van de Hoven moesten, weer net als bij de aansluiting op het gasnet, geduld hebben. Zij kregen in 1923 schoon drinkwater uit de kraan en pomp. Voor de winning van grondwater vormt het pompstation de spil van het bedrijf waar omheen de andere gebouwen zijn gegroepeerd. Hier bevinden zich de opvoer- en krachtwerktuigen. Dit pompstation is nog in gebruik en vrijwel in oorspronkelijke staat. In 1970 is de oorspronkelijke installatie vervangen door elektrische pompen. De betegelde bak waarin de installatie staat is behouden. De schoorsteen voor de stoommachine is afgebroken. Nadat water is opgepompt wordt het gezuiverd. De filterketels die in het aanpalende filtergebouw zijn opgesteld zijn van na 1950. De voor Nederland betrekkelijk zeldzame zuiveringsmethode is echter niet wezenlijk veranderd. De watertoren, gebouwd in 1892, is 53 meter hoog, rust op een onderbouw van basaltblokken en is voorzien van een uitkragend zgn. Intze-reservoir. De windvaan heeft de vorm van een zeemeermin. De aanleg van het omringende park, Nieuwe Plantsoen, was noodzakelijk om schoon grondwater te kunnen oppompen. De gronden, waarin de waterputten zich bevonden, werden gebruikt als landbouwgrond en volkstuintjes. De gronden werden regelmatig bemest met koemest, hierdoor werd het water al op een geringe diepte verontreinigd. Al in 1899 waarschuwde de Directeur der Hoogdrukwaterleiding voor deze verontreiniging van het drinkwater, het zou echter nog enkele jaren duren voordat besloten werd de grond niet langer te verpachten. Nog later werd het gehele terrein voor de waterwinning vrijgemaakt. In 1914 kreeg de reeds in Deventer bekende landschap- en tuinarchitect Leonard A. Springers opdracht een ontwerp voor de inrichting van het park te maken. Springers, heeft een zevental projecten in Deventer heeft uitgevoerd, onder andere Het Rijstenborgher Plantsoen, de Algemene Begraafplaats, het Oude Plantsoen en Park Braband.
20 U vervolgt R. de Ceintuurbaan, over het fietspad langs het park. 21 Op de rotonde (Europaplein) R. Diepenveenseweg. Hier ziet u ziet u rechts: villa "de Heuvel". Architect M. van Harte, Deventer. Was directeurswoning van brouwerij DAVO*, daarna hoofdkantoor van Vleesfabriek Hunink. Het complex is ook nog gebruikt als meubelhal van de firma Nuy. Op 11 oktober 1987 was er een grote brand, ook de villa werd zwaar beschadigd, doch gelukkig werd het pand weer gerestaureerd. Nu is het een opleidingscentrum. *Bierbrouwerij DAVO is opgericht in 1867 door de Heren B. en H.W. Cost Budde. In hoofdzaak produceerde deze brouwerij Pilsener en Münchener bieren, die behalve in Deventer ook goed in Amsterdam werden verkocht. In Amsterdam was zelfs een bijkantoor. Om met Klepkonte te spreken: “Bier was in die tied zeer gewild en een drank in tegenstelling tot wien neet duur, het was echt veur de kleine portemonnee. Ze dronken dât ook massaal om zeekten te voorkom"nn deurdât ut drinkwater uut waterputten mos kom"nn en diee barsten van de ziektekiemen. Ut bier dât doar werd êbrouwen was een Munchener pilsener en mot van goeje kwaliteit weazen êwes". 5
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer
22 Op de kruising met de Hoge Hondstraat L. 23 1e weg R. Nieuwenhuysstraat 24 Rechts met de bocht mee: nu Smyrnadwarsstraat
hier staat de fabriek van de voormalige Koninklijke Vereenigde Tapijtfabriek. De fabriek is ontworpen door de toenmalige directeur de Heer G.J. Mouton en in november 1904 in gebruikgenomen. De stijl doet denken aan de negentiende-eeuwse gebouwen van de textielindustrie. Naast de ketelkamer staat een watertoren, ook bevindt zich op het terrein een diepe waterput. Op de noordwest hoek van de fabriek een woning voor de machinist en één voor de portier. Alle machines werden aangedreven via een ondergronds drijfwerk, zodat in de bedrijfshallen een heel ander aanzien boden dan de meeste door een centrale krachtbron aangedreven weverijen. In de bedrijfshallen dragen gietijzeren kolommen een hoofd- met dwarsbalkenstelsel van Iprofielen, overdekt door sheddaken. De vloeren in de werkplaatsen zijn van mozaïek-cement. De fabriek was eerder gevestigd op het eind van de Nieuwstraat, op de plaats van het voormalig postkantoor. "De toevoeging Koninklijk had de fabriek te danken aan het volgende: In 1832 nam J.W. Birnie, de kleinzoon van de oprichter, de aandelen van zijn vennoten over. Hij was nu alleen eigenaar, maar had grote moeite het hoofd boven water te houden. In 1848 meldde de krant "dat de heer J.W. Birnie tapijtfabrikant alhier, onder de firma P.van Calcar & Cie., wegens groote geldverlegenheid plotseling de stad had verlaten". De burgemeester vreesde dat tweehonderd gezinnen zonder werk zouden komen te zitten, waarna een grootscheepse reddingsoperatie op gang kwam. Zelfs leden van de koninklijke familie werden ingeschakeld. Resultaat was de maatschappij tot Voortzetting der Koninklijke Deventer Tapijtfabriek, die twintig jaar de tijd had om onder leiding van W.F. Kronenberg uit de problemen te komen. Er werden nu Schotse-, Smirnasche- en Doorniksche- en alle andere soorten tapijt gemaakt. Het ging het bedrijf zo goed dat in 1858 al zo'n 345 mensen in het bedrijf werkzaam waren, het was Deventer grootste werkgever. Aan het begin van de vorige eeuw onderging de onderneming een grote mechanisatie. In 1901 was er een fusie met de Amersfoortse Tapijtfabriek. Enkele jaren later werd buiten de stad een nieuwe fabriek gebouwd, aan de straat die de toepasselijke naam Smyrnastraat kreeg. Ook werden tegelijkertijd woningen voor het personeel gebouwd". In het complex zijn nu gevestigd: Machinefabriek Geurtsen en Uitgeverij Ankh Hermes.
25 Na het "rondje" om het fabriekscomplex vervolgt u R. Smynastraat, (richting spoor) 26 aan het einde L. Diepenveenseweg Hier staat gelijk links het gebouw "Help U Zelve", nu Uitvaartcentrum Roelofs. "Help u Zelve is een algemene werkliedenvereniging, opgericht op 12 november 1871 door drie timmerlieden, M.J. Nijkamp, J. Gerritsen en A.M. Herbst. Direct na de oprichting startte men de eerste actie. In een verzoekschrift aan de patroons vroegen de werklieden een loonsverhoging van 25% en een verkorting van de werkdagen tot elf uren. De vereniging was aanvankelijk niet zo radicaal, zij streefde nadrukkelijk naar samenwerking met de werkgevers. Daar kwam later wel verandering in. In 1906 brak er in de Tapijtfabriek, zie hierboven, een staking uit waarbij de werkgevers en werknemers lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan. De staking duurde 14 weken. De werkzaamheden werden door de directie stilgelegd, dus ook werkwilligen kwamen zonder inkomen te zitten. Op 8 februari 1907 ging men weer aan het werk, zonder dat een personeelslid was ontslagen. De actie leverde de Vakbond 75 nieuwe leden op. Stakingsleider, in dit conflict, was de Voorzitter van de Bestuurdersbond, Harm Kolthek. Na deze staking vertrok Kolthek. In de jaren dertig bleek dat uit de aanhang van de Revolutionair Socialistische Arbeiderspartij, de RSAP in Deventer, vergeleken met de rest van Nederland, heel veel leden telde. De voorman in Deventer was een sigarenmaker, t.w. J.H.E. Roebers.
27 3e straat L. Eendrachtstraat. Hier staan aan de linkerzijde een lange rij arbeiderswoningen van de Coöperatieve Woningbouwvereniging “De Eendracht”, ontworpen door de Deventer architect Te Riele Deze woningen gebouwd in 1886, door metselaar G.K. ten Voorde, kostten aan huur per week een bedrag van fl. 1,50 + fl. 0,20 contributie voor de vereniging. De huizen werden betrokken door 2 ijzergieters, drie meubelmakers, een bakker, een kleermaker en een letterzetter. Volgens de Voorzitter van de vereniging, A.H. Hendriks, zelf meubelmaker van zijn vak kwamen wevers of tapijtwevers er niet in, "die menschen zijn daarvoor te onverschillig". Men was van mening dat een goede, gerieflijke woning tot gevolg had dat men 's avonds vaker thuis bleef. Op een van de gevels is een gedenksteen aangebracht .Zoek de eerste steen. Aan de Brinkgreverweg staan gelijke woningen van deze vereniging, waaraan minder verbouwd is. De woning op nummer 61 is gebouwd in 1891 en staat op de gemeentelijke monumentenlijst. Ter hoogte van de geboortes van de bogen en ramen is het metselwerk voorzien van muizentanden en een uitstekende waterlijst.
6
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer
28 U vervolgt de Eendrachtstraat en komt op de Molenbelt. Op het hoogste deel van de Molenbelt, stond ongeveer de molen van Binkhorst. Als herinnering aan de molen is nog een gevelsteen te vinden waarop H.W. & J.C. Maalderink op hier iets naar achter gelegen, geel geschilderd, industriecomplex. Hier was gevestigd chocoladefabriek Reko. Het complex is in 1915 gebouwd door Timmerfabriek Van Linschoten. In 1933, vestigde zich hier Aannemersbedrijf G. Diekman en J. Groenenberg, was voor die tijd een vrij groot bedrijf. Er stond ook een woning voor de uitvoerder van het bedrijf.
29 R. naar de Korte Rij 30 Op de T- splitsing weer R. : Kolkweg 31 De eerstvolgende straat R. is de Middenrij. Even inrijden om bij de huisnr.'s 1, 3 en 91, met het groen geverfde houtwerk drie heel oude woningen te bekijken. De plaatsing van de woningen heeft te maken met het voormalige tuinkarakter van de voorstad. Bouwjaar waarschijnlijk 1880. Het zijn eenkamerwoningen onder een zadeldak. In no. 3 is nog een authentieke binnenbetimmering aanwezig.
32 Vanaf de Middenrij terug naar de Kolkweg en R. 33 Tweede straat L. 1e Pauwenlandstraat.
Het plein rechts van u is de voormalige Veemarkt met de passende naam Beestenmarkt. Deze markt is voor het eerst in gebruik genomen in 1889 en functioneert heden ten dage, op woensdag, nog steeds als marktplaats, maar nu voor groenten- en fruit.
34 U gaat aan het einde L. de Brinkgreverweg. oversteken. Vlak voor de verkeerslichten ziet u, rechts, nog een rijtje arbeiderswoningen van de coöp. woningbouwver. De Eendracht staan. Deze zijn gebouwd in 1891, hier werden voornamelijk de arbeiders van IJzergieterij Nering Bögel gehuisvest. De woningen werden tijdens de bouw omschreven als "kolossale woningen"
35 Op de kruising R. Veenweg Hier links aan de Veenweg was de oude muziekschol gevestigd. In de voorste 2 gebouwen, links, was het Indisch Landbouw Museum, dat in 1915 in aanwezigheid van Prins Hendrik werd geopend. Het 3e gebouw, dat direct aan het trottoir staat, huisnr. 1 is de voormalige Suikerschool. Dit was een opleidingsinstituut t.b.v. de suikerriet-teelt
36 U vervolgt de Veenweg, op de kruising met de bocht mee de weg vervolgen 37 Daarna de 1e weg L. Weseperstraat.
Links van de weg was het grote complex van Thomassen & Drijver. Hier stond, sinds 1919, de eerste fabriek, met opleidingsschool. Het bedrijf vestigde zich, na 1960 in het nieuwe bedrijvengebied "de Bergweide". Hiervoor werd het Basiskanaal speciaal aangepast om het bedrijf op één lijn met de NEFIT te kunnen bouwen. De NEFIT was hier reeds sinds 1948 gevestigd.
38 U vervolgt de Weseperstraat en na de 2e bocht rechts, op de hoek, huisnr. 1, staat
Machinefabriek en Constructiewerkplaats Zandhuis & Zwart. Dit bedrijfgebouw met woning (nu kantoor) is gebouwd in 1920. Na ca. 5 jaar is de tweede woning toegevoegd. Aan de Veenweg is, na de brand bij Eierhandel Krudde, een bedrijfhal bij het gebouw gevoegd. Een soortgelijk bedrijf staat ook in het Bergweide gebied, t.w. Machinefabriek B. Eijsink, Mr. De Boerlaan 21153
39 Vervolgt de weg weer door R. de Veenweg op te rijden tot de 1e weg L. Venenweg. Ongeveer na 20 meter rechts in dit straatje, op huisnr. 9 en 11, stond ook een sigarenfabriek n.l. die van Zuurveen en Zur Kleinschmiede (1924).
40 U gaat nu L. Zalingenstraat. Aan het einde R. Rozengaarderweg.
Ongeveer op de plaats van de huisnummers 21 t/m 17, heeft de fabriek van Burgers Rijwielen gestaan. Architect G. te Riele, Deventer. In 1879 richtte de smid Henricus Burgers in de binnenstad de "Eerste Nederlandsche Fabriek voor Vélocipeden" op. De fabriek maakte een onstuimige groei door. In 1896 is het bedrijf op deze locatie gebouwd. In 1898 werden ook machines
7
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer voor de vleesindustrie vervaardigd. Burgers was volgens de reclame-uitingen "Hofleverancier". In de jaren tachtig is het complex gesloopt om plaats te maken voor woningbouw. In het Gemeentelijk Museum staan nog enkele door de fabriek vervaardigde rijwielen.
41 U vervolgt de Rozengaarderweg tot aan de kruising, hier L. Brinkgreverweg. 42 Onder het viaduct door en gelijk L. oversteken : Handelskade
Aan uw rechterhad ziet u de Buitengracht, aan de overzijde van het water ziet u de Boreelkazerne .
43 Bij de verkeerslichten R. aan uw linkerhand staat het nieuwe kantoor van de Sociale Verzekeringsbank. 44 Bij de verkeerslichten weer R. Kazernestraat. 45 1e weg L..Bergpoortstraat. (U bent nu in de Raambuurt) In deze voormalige fabrieksstraat ziet u rechts zestien arbeiderswoningen uit 1883, rijksmonumenten, die worden gerestaureerd door de N.V. Bergkwartier. De bouwheer van de huizen was de Vereniging tot opbouw of verbetering van arbeiderswoningen te Deventer, opgericht in 1863. In een aantal van deze huisjes woonde personeel van de ijzergieterij en de stoomolieslagerij. In het begin werden de bewoners geselecteerd, zij moesten van goed gedrag en niet van de bedeling afhankelijk zijn. Drank mocht er niet worden verkocht, maar je gezindte deed er niet toe. links de fabriek ('molen') van Ten Hove, de stoomolieslagerij uit 1891, gebouwd door de 'molenbouwer' Ten Zijthoff. De Ten Hove's hebben, voordat ze naar de Raambuurt kwamen, aan de andere kant van Deventer al een oliemolen gehad. Het gebouw werd aan de rechterzijde geflankeerd door een zeepziederij en kuiperij. Deze activiteiten hebben te maken met de geproduceerde olie: zeep wordt van vetten gemaakt en vaten vormen een goede verpakking, een voorwaarde voor de verhandelbaarheid van het product. Op de verdwenen eerste steen van de olieslagerij stond het jaartal van de bouw: 1881. Het ging deze twee molenaars (sinds de invoering van de stoommachine kan men ze eigenlijk beter fabrikanten noemen) zó goed in de Bergpoortstraat, dat ze hun omzet tussen 1881 en 1906 vertienvoudigden. Zo konden ze in 1907 de hele straat aan deze zijde opkopen. De schoorsteen stond voorheen op de plaats van de rechter aanbouw en werd rond 1915 vervangen door de huidige schoorsteen, die hoorde bij een rechts daarvan gelegen nieuw ketelhuis.. Iets verder aan dezelfde kant van de weg staat, een dichte silo met een fabriek erachter. Deze is gebouwd in 1899 en staat op een voormalig bastion van de vesting Deventer met de naam Orange. Het was de Stoomgrutterij en Lijnmeelfabriek van de firma Wijers. Deze firma werd al in de achttiende eeuw opgericht en de fabriek stond tot 1891 in de binnenstad. De silo was voorzien van een automatische losinrichting aan het water, die nu is verdwenen. De vele trekstangen langs de gevel van de silo en de vele muurankers, die even zoveel trekstangen binnen de silo aangeven, geven aan welk een enorme druk de inhoud van deze silo op de muren uitoefende. Aan de linkerzijde van deze silo stonden verschillende gebouwen van Ten Hove, die in 1907 de silo heeft toegevoegd aan haar fabriek. De bereikbaarheid van de fabrieken was natuurlijk prima door de ligging aan het water, zowel vanaf de IJssel als vanuit het Overijssels kanaal. Dat kanaal kwam aan de overzijde van het water uit. In de hoek van de gracht zien we met enige moeite nog de vermolmde dukdalven die bij de verdwenen brug horen. In beide fabrieken worden door de N.V. Bergkwartier appartementen gebouwd, de silo wordt ook weer gebruikt: zeven verdiepingen opslag van archeologische voorwerpen. Op de hoek met de Raamstraat, staat rechts het meest opvallende, pas gerenoveerde gebouw van de N.V. Deventer IJzergieterij en Machinefabriek v/h J.L. Nering Bögel & Co. Dit gebouw, het grote modelhuis van de gieterij, is ruim voorzien van muurankers, naar hun vorm schotelankers genoemd. Deze ankers waren wel zo ongeveer het simpelste voorbeeld binnen de enorme variëteit aan producten welke werden vervaardigd door Nering Bögel. Men maakte alles van markthallen tot vuurtorens, van stoomketels tot volledige strokarton- of suikerriet- verwerkingsinstallaties, van putdeksels via lantarenpalen, grafmonumenten, benzinepompen en fonteinen (zoals te zien is op de Brink) tot machines in alle soorten: van drukpersen tot kleine locomotieven. Het modelhuis bevatten het kapitaal van de fabriek: de mallen of modellen van al deze producten lagen hier in rekken geordend opgetast. Nering Bögel sloot na 176 jaar in 1932 haar poorten als gevolg van de grote crisis. Na 1933 vestigde de Maalderij Schepers zich in het gebouw. Deze gaf zijn bedrijf de hier wel passende naam, waarmee de mensen in Deventer de gieterij al vanaf 1755 aanduidden: Izermölle, hier vernederlandst tot het opschrift dat u ziet. Na de restauratie heeft hier de Kunstsmederij van Willem Jonkers III haar intrek genomen. Er wordt nu met een ander soort ijzer gewerkt: ambachtelijk smeedwerk in alle soorten.
46 Na de bocht R. Bergsingel. Hier staat op nr. 15, een fraai versierd gebouw van de voormalige Inkt- en zegellakfabriek P. van Son & Co. De eigenaar behoorde tot de meest vooraanstaande joodse families in Deventer. De firma is al ver voor de Tweede Wereldoorlog naar Hilversum vertrokken en maakt daar nog steeds drukinkt in alle kleuren. De inktfabriek was een typische industrie voor het met drukkers en uitgevers rijk gezegende Deventer. 8
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer De fabriek is in 1889 (zie de jaartalsteen, de eerste steen is in Hilversum) gebouwd door de Deventer architect Gerrit te Riele in de stijl van de Hollandse Renaissance. Deze stijl geeft dit gebouw een voorname uitstraling, het doet denken aan de villa's aan de andere singels in de stad. Het pand op Brink 25 is van dezelfde architect. Dit gebouw wordt gerenoveerd door de N.V. Bergkwartier (6 appartementen gebouw) Op de kruising ziet u links een houten brug over de Buitengracht. Aan de overzijde van het water ligt de wijk Knutteldorp, vernoemd naar de Deventer architect W.P.C. Knuttel. De wijk en woningen zijn door hem ontworpen en rond 1920 gebouwd. De oude woningen zijn in de jaren negentig gesloopt en herbouwd op hetzelfde grondplan. U rijdt nu als het ware door het fabrieks-complex van SENZORA. Een groot deel van de productie is verhuisd naar het Industrieterrein Kloosterlanden.
Bergsingel 2-4. Dit gebouw is het oudste gedeelte van het huidige Senzora-complex. In 1888 gebouwd voor de Deventer Stoom- WaschBleek- en Strijkinrichting van G.W.S. Nierdt. Afgezien van de architectonische waarde heeft het gebouw ook historische waarde, omdat het de ontwikkeling van vroeger belangrijke bedrijven, de blekerijen, illustreert. Veel terreinen op de vestingwallen en langs de IJssel werden vroeger verpacht als bleekvelden (bijvoorbeeld de Raambleek), waarbij de blekerijgebouwen behoorden. Ook dit handwerk werd in de loop van de 19e eeuw vervangen door stoommachines. De fabriek van Nierdt was een van de eerste moderne inrichtingen, waarbij een stoommachine de wasmachines, mangels, strijkmachines en centrifuge in beweging bracht. De droogzolders werden met stoom verwarmd, terwijl het strijken met door gas verwarmde ijzers plaats vond. Gedenksteen: op het gebouw vindt u rechts een gedenksteen. Deze steen is, op 26 mei 1945, door de buurtbewoners aan de heren Schoemaker aangeboden voor het feit dat zij in de oorlogsjaren hun schuilkelder hebben mogen gebruiken.
47 Aan het einde van de weg R. Sluisstraat. Het witte gebouw is een van de kantoren van SENZORA. De firma is begonnen met een winkel bij de Stromarkt en is onder leiding van de familie Schoemaker uitgegroeid tot een fabriek van snoepgoed en wasmiddelen waarvan een deel hier en de laatste uitbreiding op het Industrieterrein Kloosterlanden staat. Het is nog steeds een familiebedrijf. Het fraai vorm gegeven gebouw is ontworpen door stadsarchitect J.A. Mulock Houwer. Het pand is in 1894 gebouwd als steendrukkerij van de N.V. “Deventer Boek- en Steendrukkerij, vroeger J. de Lande. De historie van deze drukkerij gaat terug tot het midden van de 18e eeuw. De grote reliëfs in de gevel verwijzen daar nog naar. In het Latijn staat daar: Saxa Loquuntur, ”dat de stenen zullen spreken”. De andere steen laat het stadswapen zien, met daarboven de tekst: Typografie, wat wijst op het feit dat De Langes stadsdrukkers waren.
48 Na het bekijken van het kantoor, R. Raamstraat.
Raamstraat 4. Dit gebouw is in 1916 gebouwd voor A.J. Schoemaker en Zonen (later Senzora geheten) Architect was J. Koning. Koning was een Deventer architect, wiens oeuvre nog nooit onderwerp van studie is geweest. Het gebouw stamt uit de tijd, die lang ondergewaardeerd is gewest. Veel uit die tijd is daarom helaas verdwenen. Raamstraat 6 – 8. Ook dit complex is een onderdeel van Senzora. Oorspronkelijk gebouwd in 1899 als watergasfabriek. De vorgevel van de fabriek is het laatste restant van het ooit omvangrijke complex van de Gasfabriek tussen de Haven en de Raamstraat. Na de verhuizing van de Gasfabriek in 1910, naar de Zutphenseweg is de watergasfabriek verbouwd tot koffiebranderij. In 1976 volgde een ingrijpende verbouwing om de gebouwen in te passen in het complex van Senzora. Het linkerdeel van het oorspronkelijke gebouw werd gesloopt t.b.v. nieuwbouw. De resterende delen van de voorgevel werden verhoogd tot hetzelfde niveau als de nieuwbouw en van een doorlopend plat dak voorzien. Hoewel dus zeer verminkt ten opzichte van het oorspronkelijk ontwerp, verdienen de restanten van de voorgevel toch bescherming, mede omdat deze in de toekomst na eventuele afbraak van het gehele fabriekscomplex eenvoudig teruggebracht kan worden in de oorspronkelijke staat. De watergasfabriek uit 1899 markeert een belangrijk moment in de technische ontwikkeling van de gasproductie. In de watergasfabriek stond een toestel, waarin stoom door een laag gloeiende cokes werd gevoerd. Het gas dat daarbij ontstond was van een vrij lage verbrandingswaarde. Om het in dat opzicht gelijkwaardig aan het steenkolengas te maken werd het verrijkt door het te carbureren met gas van hoge calorische waarde, verkregen door het kraken van olie.
49 U rijdt de Raamstraat door, op het einde direct weer R. Raamdwarsstraat 50 Om op het einde, voor het water, wederom R. naar de Bergstraat terug te rijden 51 Op het einde L. Sluisstraat Na 50 meter ziet u links een kleine voetgangersbrug over het water van de Buitengracht. Wanneer u op deze brug staat en u kijkt in de richting van de binnenstad ziet u een stukje water. Aan het eind hiervan was een sluisje, dat in 1953 is
9
Fietsroute “Oude schil” en “Raambuurt”, Deventer verdwenen, toen de oude Haven werd gedempt en de aansluiting van het Overijssels Kanaal op het Basis kanaal in de Bergweide een feit werd. Het sluisje is gebouwd om het leeglopen of andersom, bij hoog water, van het Overijssels Kanaal (waterweg DeventerRaalte), tegen te gaan daar het in open verbinding stond met de IJssel. Bij de voetgangersbrug behoort de Brugwachterswoning, Sluisstraat 16, uit 1887, gebouwd in opdracht van de Overijsselsche Kanalisatie Maatschappij. Het kanaal wordt sinds de jaren zestig niet meer gebruikt voor vervoer van goederen, maar wel voor dat van water.
52 Om weer bij het startpunt te komen, vervolgt u de Sluisstraat, op de kruising L. 53 Onder het viaduct van de Wilhelminabrug door L. De Wilhelminabrug, gebouwd in de jaren 1940-1943 stond in het begin met een aantal kolommen in het water van de havenmond en de uitgang van de sluis van het kanaal. Na de bouw van de Prins Bernhardsluis kon deze waterverbinding afgesloten worden en werd onder de brug het laatste deel van het kanaal gedempt. Onder de brug zijn nu parkeerplaatsen te vinden. Het Overijssels kanaal was voortaan te bereiken via de Prins Bernhardsluis en het Basiskanaal van de haven van de Bergweide. Het kanaal wordt sinds de jaren zestig niet meer gebruikt voor vervoer van goederen, maar wel voor dat van water. U kijkt nu op de panden Bokkingshang 1-2 en 3 De panden 1-2 zijn gebouwd in 1880 als pakhuis voor graan- en meelhandel Ten Hoopen & Zijthoff, dezelfde firma die het belendende nr. 3 had laten bouwen in 1871. Dit oorspronkelijke pakhuis werd getroffen tijdens het bombardement van 6 februari 1945. Daarna werd in 1951 een nieuw pakhuis gebouwd voor rekening van nog steeds dezelfde firma, naar ontwerp van de Deventer architect F.H.J. Bodifée, nu aangepast aan nr. 3, dat eveneens schade had opgelopen. Nadien zijn beide pakhuizen gebruikt door Kaashandel Brans Kaas. Nu is hier Galerie Stoop gevestigd.
54 Bij de zebra gaat u R. en komt nu op het grootste plein van Deventer, de Brink.
(aan uw linkerhand op het plein ziet u het koekhuisje van Bussink Koek, in het midden staat de Wilhelminafontein, vervaardigd door de IJzergieterij Nering Bögel)
55 Over de Brink rijden en aan het einde R. Keizerstraat. 56 Na 300 m. ziet u het vertrekpunt. Kantoor ANWB/VVV Deventer. Wilt u meer weten? lectuur geschreven door Jan ten Hove. Uitgegeven door de IJsselacademie, Kampen Aan knellende banden ontworsteld, Stedebouwkundige Ontwikkeling in de 19e eeuw De eeuw Deventer, Volkshuisvesting in ontwikkeling (VtV 1895-1995) Een uitgestippeld Leven (Deventenaren in de eerste helft van de twintigste eeuw) Leuk om te lezen "Deventer vrogger en noe" van H.J. van Beek, in dialect (alles te leen in de bibliotheek)
De Stichting Industrieel Erfgoed Deventer, kortweg SIED genoemd, zet zich in voor het behoud van industriële monumenten. Dat zijn niet alleen fabrieken, maar ook bruggen, gemalen, smederijen, sluizen, pakhuizen, etc. Ook de productieprocessen, de daarvoor benodigde machines en andere hulpmiddelen en de uiteindelijk vervaardigde producten hebben de aandacht. Gegevens vastleggen, historisch onderzoek doen en daarover publiceren zijn ook belangrijke onderdelen van het werk. Verder organiseert de SIED excursies, bijeenkomsten en lezingen en Geeft advies op het gebied van hergebruik van industrieel erfgoed. Geeft een halfjaarlijks bulletin uit: Nijvertijd. Het werkgebied van de stichting omvat: Deventer, Gorssel, Bathmen, Lochem, Olst, Wijhe, Raalte en Voorst. Voor meer informatie: www.sied.nl
10