Externe Veiligheidsstudie
Bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum Gemeente Groningen
Milieudienst, juli 2009
Externe veiligheidsstudie
1
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Inleiding Ten behoeve van de actualisatie van het bestemmingsplan ‘Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum’ heeft de Milieudienst van de gemeente Groningen een externe veiligheidsstudie uitgevoerd. Externe veiligheid gaat over de omgang met de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water, spoor en door buisleidingen. De term ‘externe’ veiligheid wordt gehanteerd omdat het overlijdensrisico van derden centraal staat. Het gaat om mensen die niet deelnemen aan de activiteit die het overlijdensrisico met zich meebrengt. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op de beheersing van deze risico’s.
2
Wettelijk kader
2.1
Inrichtingen Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico (PR) en regels voor het groepsrisico (GR), en verplicht gemeenten en provincies hier bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen rekening mee te houden. Op grond van het BEVI zijn in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor een aantal bedrijfscategorieën vaste veiligheidsafstanden opgenomen.
2.2
Vervoer gevaarlijke stoffen (VGS) Voor het vervoer gelden op dit moment de normen uit de Nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en de Circulaire ‘Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’ (RNVGS). De Circulaire verplicht gemeenten de normen toe te passen veiligheid bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Ondertussen is het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) in ontwikkeling. Het BTEV is vergelijkbaar met het BEVI en bevat risiconormen voor transportroutes. Het besluit wordt voor rijkswegen, spoor en waterwegen vormgegeven middels drie zogenaamde basisnetten. De vaststelling van het BTEV staat gepland voor 2009.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 2
Externe veiligheidsstudie
2.3
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Hoge druk buisleidingen Voor aardgastransportleidingen geldt op dit moment de Circulaire ‘Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen 1984’. VROM heeft hierin vaste veiligheidsafstanden vastgelegd die aangehouden moeten worden tussen een buisleiding en bebouwingen. Deze circulaire wordt vervangen door een AMvB (Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen) naar analogie van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) en van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV). Voor buisleidingen gelden dan geen vaste afstanden meer maar wordt gekeken naar het plaatsgebonden risico en eventueel ook het groepsrisico. De procedure daarvan loopt, maar de verwachting is dat de AMvB pas in zomer 2010 in werking zal treden.
2.4
Soorten risico’s Om individuele burgers tegen de risico’s van het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen te beschermen, geldt een wettelijk basisbeschermingsniveau. Deze is uitgedrukt in het plaatsgebonden risico (PR). Daarnaast bestaan een maat om potentiële maatschappelijke ontwrichting inzichtelijk te maken, het groepsrisico (GR). Het groepsrisico is een maat voor de kans, dat door een ramp bij een activiteit met gevaarlijke stoffen of met een vliegtuig, een groep mensen, die niet rechtstreeks bij de activiteit betrokken is, tegelijkertijd omkomt. In het kader wordt een korte definitie gegeven van deze kernbegrippen van externe veiligheid. Het plaatsgebonden risico is het risico buiten een inrichting of langs een transportroute, uitgedrukt als een kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting of langs de transportroute. Deze kans is met een risicocontour ruimtelijk weer te geven. De maatgevende grenswaarde voor het PR is de 10-6-contour. Deze contour verbindt plaatsen in de omgeving van de risicobron met een overlijdenskans van één op een miljoen. Binnen de 10-6contour mogen geen nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen en scholen) worden geplaatst. Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van tenminste 10 personen tegelijk overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting of een transportroute én een ongewoon voorval binnen die inrichting of langs een transportroute waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico is niet ruimtelijk weer te geven, maar wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin het aantal slachtoffers wordt uitgezet tegen de cumulatieve kans dat de groep slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen: de fN-curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 3
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
3
Inventarisatie risicosituatie
3.1
Inleiding In deze paragraaf wordt de risicosituatie voor het plangebied geschetst. Bij het uitwerken van de veiligheidssituatie voor het bestemmingsplan ‘Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum’ hebben wij aansluiting gezocht bij het stappenplan uit de VNG ‘Handreiking verankering externe veiligheid in ruimtelijke plannen.’
3.2
Inventarisatie risicobronnen De eerste stap van de inventarisatie bestaat uit het in beeld brengen van aanwezige of potentiële risicobronnen binnen het plangebied of in de nabijheid. Het gaat hierbij om drie categorieën bronnen: 1. risicovolle bedrijven; 2. transportassen van vervoer gevaarlijke stoffen; 3. buisleidingen Voor de inventarisatie van de risicobronnen is gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen: • Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS), • Risicokaart provincie Groningen, • Risicoatlas weg, spoor en water (2000 - 2002), • Telgegevens wegtransport 2006/2007 (V & W), • Prognoses Prorail 2003 en 2007, • Ontwerp basisnetten Weg en Water, december 2008, • Concept ontwerp basisnet Spoor, december 2008, • Provinciaal basisnet Groningen, versie mei 2009, • Gemeentelijk inrichtingenbestand Wm-vergunning (archief MD), • Topkaarten Gasunie 2004 en 2007. Uit de inventarisatie blijkt dat binnen het plangebied een aantal risicobronnen aanwezig zijn die mogelijk van invloed zijn op de veiligheidssituatie van het bestemmingsplan.
3.3
Overzicht risicobronnen Binnen het plangebied bevinden zich vijf inrichtingen waar sprake is van opslag of productie van gevaarlijke stoffen. Daarnaast zijn twee buisleidingen aanwezig voor het transport van aardgas onder hoge druk. Hieronder volgt een overzicht van de risicobronnen.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 4
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Inrichtingen: o Kartonfabriek Smurfit Kappa Solidboard, Halmstraat opslag van propaan (bovengrondse tank) opslag van oxiderende gassen (zuurstof) valt onder het registratiebesluit (RRGS) geen BEVI-inrichting bevoegd gezag: provincie o
Suikerfabriek Vierverlaten, Fabriekslaan opslag zwaveldioxide (SO2) kans op stofexplosies BRZO-bedrijf bevoegd gezag: provincie
o
Openluchtzwembad Hoogkerk, Hoendiep opslag chloorbleekloog (toxische effecten) valt onder het registratiebesluit (RRGS) geen BEVI-inrichting
o
Gasontvangststation (GOS) CSM Suiker, terrein suikerbedrijf transport van aardgas onder hoge druk kans op explosie valt onder het registratiebesluit (RRGS) geen BEVI-inrichting
o
Gasontvangststation (GOS) Smurfit de Halm, Halmstraat transport van aardgas onder hoge druk kans op explosie valt onder het registratiebesluit (RRGS) geen BEVI-inrichting
Buisleidingen: o Hogedruk
aardgasleiding N-505-04-KR-001 transport van aardgas onder hoge druk kans op explosie ontwerpdruk 40 bar, diameter 8” beheerder Gasunie
Hogedruk
aardgasleiding N-505-06-KR-001 transport van aardgas onder hoge druk kans op explosie ontwerpdruk 40 bar, diameter 4” beheerder Gasunie
o
Transportassen vervoer gevaarlijke stoffen: o Niet aanwezig
Andere risicovolle inrichtingen of transportassen van vervoer gevaarlijke zijn niet van invloed voor het plangebied. De aangrenzende spoorlijn Groningen – Leeuwarden betreft geen transportroute voor vervoer van gevaarlijke stoffen.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 5
Externe veiligheidsstudie
3.4
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Ligging risicobronnen Alle risicobronnen zijn gelegen in het zuidelijke gedeelte van het plangebied (Hoogkerk-Centrum). In of nabij het noordelijke gedeelte (Hoogkerk-Noord en Gravenburg) bevinden zich geen risicovolle inrichtingen en transportassen of buisleidingen. In onderstaande figuur wordt de ligging van de risicobronnen in het plangebied weergegeven. Figuur 1: risicobronnen in het bestemmingsplangebied
Openluchtzwembad Hoogkerk
Gasontvangststation (GOS) N239 Gasontvangststation (GOS) N106 SO2 opslag Suikerfabriek
LPG opslag kartonfabriek
O2 opslag kartonfabriek
buisleidingen
(bron: risicokaart)
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 6
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
4
Consequenties risico-inventarisatie
4.1
Inleiding De aanwezigheid van risicobronnen heeft consequenties voor de veiligheid van het bestemmingsplan als er 10-6-risicocontouren (PR) of invloedsgebieden van het groepsrisico (GR) over het plangebied liggen. Zoals hiervoor beschreven, heeft het bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum te maken met een aantal risicobronnen, allemaal gelegen in het zuidelijke gedeelte van het plangebied. In dit hoofdstuk wordt de invloed van elke risicobron op het bestemmingsplan besproken. Hierbij wordt tevens aangegeven of de aanwezigheid van de risicobronnen het treffen van veiligheidsmaatregelen of het opnemen van aanvullende voorschriften noodzakelijk maakt.
4.2
Kartonfabriek Smurfit Kappa Solidboard Ligging In het zuidoostelijke deel van het plangebied bevindt zich de kartonfabriek Smurfit Kappa Solidboard. Aan de noordzijde wordt het bedrijf begrensd door het Hoendiep, de zuidzijde van de fabriek wordt begrensd door de spoorlijn van Groningen naar Leeuwarden. Aan de westzijde van de fabriek ligt de kern van Hoogkerk, aan de oostzijde grenst het bedrijfsterrein aan de Johan van Zwedenlaan (tevens grens plangebied). Bedrijfscategorie De hoofdactiviteit van Smurfit Kappa Solidboard, de productie van massiefkarton met als grondstof oud papier, levert geen risico’s op voor de externe veiligheid. Voor de brandstofvoorziening van de bedrijfseigen heftrucks wordt gebruik gemaakt van LPG. Het bedrijf beschikt over een bovengrondse LPG-tank. Deze heeft een inhoud van 5 m3 en ligt aan de westkant van het bedrijf (tegen de bebouwing aan). De installatie is geplaatst volgens CPR 15-1 en voorzien van een aanrijdbescherming en een snelafsluitersysteem. De heftrucks tanken LPG bij de tankplaats. De tank wordt eens per 5 jaar gekeurd door de Dienst van het Stoomwezen. Daarnaast kan in de inrichting zuurstof (O2) worden opgeslagen in een tank met een opslagcapaciteit van 26m3. Zuurstof betreft een sterk oxiderend gas en bevordert de verbranding van brandbare stoffen. Vanwege de opslag van LPG en zuurstof valt het bedrijf onder de werkingssfeer van de Leidraad Risico-inventarisatie. De inrichting valt niet onder het BEVI. In de loop van 2002 is het bevoegd gezag van de gemeente Groningen overgegaan naar de provincie Groningen
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 7
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Risicoafstanden Voor de opslag van LPG gelden harde risicocontouren. De provincie Groningen heeft op verzoek van de Milieudienst gemeente Groningen een risicoberekening uitgevoerd met behulp van het rekenmodel Safeti-NL om te beoordelen of de 10-6 contour van de LPG-tank over kwetsbare objecten valt. Uit de QRA blijkt dat de tank een de 10-6 contour heeft van circa 35 meter. Het invloedsgebied van de tank bedraagt volgens de Leidraad Risicoinventarisatie 235 meter. De opslag van zuurstof kent geen 10-6 contour. Het invloedsgebied van deze installatie bedraagt 90 meter. In onderstaande figuur staat de 10-6 contour voor de LPG tank volgens de berekening van de provincie weergegeven. -6
Figuur 2: risicocontour 10 voor de LPG-tank van kartonfabriek smurfit kappa
(bron: QRA LPG tank en verlading bij Smurfit Kappa de Halm, provincie Groningen)
Gevolgen voor het bestemmingsplan Uit de door de provincie uitgevoerde QRA blijkt dat zich binnen de 10-6 contour van de LPG-tank bij Smurfit Kappa Solidboard geen kwetsbare objecten bevinden. Aan de harde normen voor het PR wordt voldaan. Binnen het invloedsgebied van de LPG tank bevinden zich wel gebouwen van derden. Wettelijke normen worden echter niet overschreden. Het door de opslag veroorzaakte groepsrisico is laag en wordt niet verhoogd door
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 8
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
vaststelling van het plan. De opslagcapaciteit en de ligging van de tank blijven ongewijzigd. Het invloedsgebied van de zuurstoftank valt volledig over het terrein van de kartonfabriek en heeft daarom geen invloed op de veiligheidssituatie van het bestemmingsplangebied. ⇒ Voor de vaststelling van het bestemmingsplan levert deze inrichting daarom geen knelpunt op. 4.3
Suikerbedrijf Suikerunie Vierverlaten Ligging Aan de zuidwestkant van het plangebied bevindt zich de suikerfabriek ‘Vierverlaten’, de productielocatie van Suikerunie. Aan de noordzijde wordt het bedrijf begrensd door het Hoendiep, de zuidzijde van de fabriek wordt begrensd door de spoorlijn Groningen - Leeuwarden. De westzijde van de fabriek loopt uit tot een punt en wordt begrensd door het Koningsdiep, aan de oostzijde van de fabriek ligt de kern van Hoogkerk. De waterzuivering en grondberging van de fabriek liggen buiten het plangebied. Bedrijfscategorie Bij het suikerbedrijf wordt zwaveldioxide (SO2) opgeslagen in een tank met een opslagcapaciteit van 56 ton (40m3). Het bedrijf valt daarom onder de werkingssfeer van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (BRZO). De provincie is bevoegd gezag voor BRZO bedrijven. Gelet op de vergunde hoeveelheid gevaarlijke stoffen valt het suikerbedrijf onder de lichte categorie van het BRZO, het betreft een zogenaamde PBZO1-plichtig bedrijf. Vanwege het feit dat het een BRZO-inrichting is, valt Suikerunie Vierverlaten tevens onder de reikwijdte van het BEVI. Zwaveldioxide (SO2) is het belangrijkste verbrandingsproduct van zwavel (S) in lucht. Het komt met name vrij bij het verbranden van zwavelhoudende fossiele brandstoffen, zoals sommige soorten aardolie, bruinkool of steenkool en is een van de belangrijkste componenten van luchtvervuiling en smog. Het vormt in lucht in aanwezigheid van vocht en andere verbindingen makkelijk zwaveltrioxide (SO3), een verbinding waaruit zich in water zwavelzuur vormt. Zwaveldioxide is een kleurloos gas met een scherpe karakteristieke reuk en een molecuulgewicht van 64,1. Het kookt bij -10 °C (263 K) en smelt bij -75 °C (198 K) (bij atmosferische druk). Zwaveldioxide werkt ook in lage concentraties al vrij sterk irriterend op de longen. In hogere concentraties leidt het bij inademing tot vergiftiging met letale afloop. De stof wordt daarom geclassificeerd als giftig (toxisch).
1
PBZO: preventiebeleid zware ongevallen. Bij dergelijke bedrijven moet een preventiebeleid zware ongevallen aanwezig zijn. Dit wordt geborgd door het invoeren van een Veiligheidsbeheerssysteem.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 9
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Risicoscenario’s Op het terrein van de suikerfabriek kunnen de volgende rampenscenario’s plaatsvinden die voor externe veiligheid van belang zijn: 1. Instantane ontsnapping zwaveldioxide 2. Continue lekkage zwaveldioxide 3. Stofexplosie suikeropslag Ad 1. Bij dit scenario zal de totale inhoud van de tank of een zeer groot deel ervan in zeer korte tijd vrijkomen als gevolg van een ernstige beschadiging. Ad 2. Dit scenario betreft een lekkage in het leidingwerk van het zwaveldioxide. De hoeveelheid vrijkomende stof is veel kleiner dan bij scenario 1. Het scenario kan zich voordoen in het gehele leidingsysteem. Ad 3. Bij een stofexplosie van één van de suikeropslagen zal vooral schade ontstaan bij het bedrijf. Buiten het bedrijfsterrein zullen de effecten beperkt zijn. Opm. De twee scenario’s, waarbij de stof zwaveldioxide betrokken is, kunnen alleen plaatsvinden tijdens de zogenaamde campagne. In de periode buiten de campagne bevindt zich geen zwaveldioxide op het terrein van de suikerfabriek. Risicoafstanden Suikerunie heeft een nieuwe vergunning aangevraagd bij de provincie Groningen. De procedure hiervan loopt op dit moment. Suikerunie heeft bij de aanvraag voor vergunning een QRA gevoegd, uitgevoerd met behulp van het rekenmodel Safeti-NL versie 6.5.3. Uit de QRA blijkt dat de 10-6 contour van Suikerunie Vierverlaten binnen de inrichtingsgrens blijft. In de navolgende figuur staat de 10-6 contour voor de SO2 opslag weergegeven. In de QRA zijn ook de maximale effectafstanden opgenomen. Deze bedragen voor het scenario met het grootste effect (instantaan falen van de opslagtank voor zwaveldioxide) 225 respectievelijk 275 meter (afhankelijk van het weertype). Uit de QRA blijkt verder dat overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet aan de orde is.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 10
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
-6
Figuur 3: risicocontour 10 voor de SO2 opslag van suikerfabriek Vierverlaten
Gevolgen voor het bestemmingsplan Aan de grenswaarde respectievelijk de richtwaarde voor het PR van het BEVI wordt voldaan. Het groepsrisico behoeft in de onderhavige situatie niet nader te worden verantwoord omdat de vaststelling van het bestemmingsplan niet leidt tot een toename van het groepsrisico. De provincie Groningen (bevoegd gezag Wm) zal wel voorschriften verbinden aan de af te geven vergunning. In het bestemmingsplan is aan het bedrijfsterrein een wijzigingsbevoegdheid toegekend. Aan deze wijzigingsbevoegdheid zijn voorschriften verbonden. De bevoegdheid kan alleen worden toegepast indien, naast allerlei andere randvoorwaarden, aan de op dat moment geldende grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico wordt voldaan. Hierdoor wordt de vestiging van risicovolle inrichtingen op deze locatie in de toekomst voorkomen. ⇒ Het voorgaande samenvattend, levert het bedrijf geen knelpunt op voor de actualisatie van het bestemmingsplan. 4.4
Openluchtzwembad Hoogkerk Ligging Ten noorden van het Hoendiep en ten zuiden van de Vierverlatenweg ligt het openluchtzwembad van Hoogkerk.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 11
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Bedrijfscategorie In het gebouw van het zwembad bevindt zich een opslagtank voor natriumhypochloriet (= chloorbleekloog) met een volume van 2.500 liter. De chloorbleekloog wordt gebruikt om het zwemwater te chloreren. Deze inrichting valt niet onder het BEVI. Volgens de Leidraad Risicoinventarisatie is sprake van een potentieel risicovolle inrichting. Chloorbleekloog kan brandwonden veroorzaken en vergiftigde gassen vormen in contact met zuren. Daarnaast is deze stof zeer milieugevaarlijk. Risicoafstanden Voor een opslag van deze omvang geldt geen plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6). De 1% letaliteitgrens (= invloedsgebied) ligt volgens de leidraad op 100 meter vanaf de opslag voor chloorbleekloog. In dit gebied bevinden zich naast het zwembad een aantal woningen van derden (circa 15). Hierdoor is formeel sprake van een groepsrisico. In onderstaande figuur worden de ligging van het zwembad en van het invloedsgebied weergegeven. Figuur 4: ligging openluchtzwembad Hoogkerk en grens 1% letaliteitgebied
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 12
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Gevolgen voor het bestemmingsplan Het openluchtzwembad zorgt voor veiligheidsrisico’s. Het is mogelijk dat bij een ongeval met chloorbleekloog op het terrein van het zwembad zelf slachtoffers vallen. Daarnaast bevinden zich een aantal huizen van derden in het invloedsgebied van de opslag voor chloorbleekloog. Wettelijke normen worden echter niet overschreden. Het door de opslag veroorzaakte groepsrisico is bijzonder laag en wordt niet verhoogd door vaststelling van het plan. De opslagcapaciteit en de ligging van de tank blijven ongewijzigd. ⇒ Voor de vaststelling van het bestemmingsplan levert deze inrichting daarom geen knelpunt op. 4.5
Gasontvangststations Ligging In het plangebied liggen twee gasontvangststations (GOS). Een GOS is een installatie voor het behandelen van gas. Hier wordt de gasdruk gereduceerd van 40 naar 8 bar. Een GOS, stationscode N106, ligt aan de Halmstraat vlakbij de kartonfabriek. De maximale capaciteit van dit station bedraagt 2.500 m3·uur. Het andere GOS, stationscode N239, bevindt zich op het terrein van de suikerfabriek Vierverlaten nabij het Hoendiep. Dit station heeft een maximale capaciteit van 25.000 m3·uur. Beheerder van beide GOS locaties is de Gasunie Risicoafstanden Een GOS valt niet onder de werkingssfeer van het BEVI. Op verzoek van de provincie Groningen heeft de Gasunie voor de GOS locaties de risico’s en effectafstanden beschouwd. Hieruit blijkt dat geen van de twee stations binnen het plangebied een faalfrequentie heeft groter dan 10-6/jaar. Hieruit volgt dat er geen 10-6 contour voor deze GOS locaties is aan te wijzen (⇒ PR van 10-6 = 0 meter). Gasunie vermeldt in de studie ook effectafstanden. De effectafstand van een GOS wordt hierbij gedefinieerd als de afstand waarop de warmtecontour met een stralingsniveau van ± 10 kW/m2 ligt. Hierbij is de effectafstand van de grootste component van een station bepalend. Gasunie heeft deze maximale effectafstanden berekend voor de GOS locaties. Hieruit blijkt dat het GOS aan de Halmstraat een effectafstand heeft een van 50 meter. De effectafstand voor het GOS bij het suikerbedrijf bedraagt 155 meter.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 13
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Figuur 5: effectafstand GOS N 106 (Smurfit De Halm)
Gevolgen voor het bestemmingsplan Aangezien er voor de GOS locaties geen 10-6 contour is aan te wijzen, bestaat geen knelpunt met het PR. Het aantal kwetsbare objecten binnen de effectgebieden van de GOS locaties is gering. Alleen aan de westkant van het effectgebied van GOS N106 staan een aantal woningen (Schoenerstraat). Verder bevindt zich alleen de kartonfabriek binnen het effectgebied. De contour van het effectgebied van het GOS op het terrein van de suikerfabriek valt volledig over terrein van dit bedrijf. Het veiligheidsrisico vanwege de GOS is daarom laag. ⇒ Als gevolg van de GOS bestaan geen knelpunten voor de actualisatie van het bestemmingsplan. 4.6
Buisleidingen Ligging In het plangebied liggen twee hogedruk gasleidingen. Een leiding loopt vanaf het GOS op het terrein van het suikerbedrijf over het bedrijfsterrein tot het spoor Groningen – Leeuwarden en dan buiten het plangebied verder over de berging van het suikerbedrijf. De andere leiding loopt vanaf de kartonfabriek langs de Halmstraat en de Polmanstraat. Vervolgens buigt de leiding af naar zuiden onder het spoor door en loopt buiten het plangebied langs de zuidkant van het spoor. In onderstaand figuur staat de ligging van beide buisleidingen aangegeven.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 14
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Figuur 6: ligging buisleidingen in zuidelijk deel plangebied Terrein kartonfabriek
Terrein suikerfabriek
buisleidingen
Spoorlijn Groningen Leeuwarden, tevens grens plangebied
Leidinggegevens De leiding op het terrein van het suikerbedrijf heeft een diameter van 8 inch en een ontwerpdruk van 40 bar. De leiding aan de oostkant van het plangebied heeft een diameter van 4 inch. De ontwerpdruk bedraagt eveneens 40 bar. Beide leidingen worden beheerd door de Gasunie. Risicoafstanden Voor dergelijke leidingen geldt volgens de circulaire uit 1984 een minimale bebouwingsafstand van 4 meter. De toetsingsafstand bedraagt 20 meter. Uit een onderzoek van de Gasunie blijkt dat het plaatsgebonden risico voor deze leidingen volgens de nieuwe risicobenadering op de leiding zelf ligt. Dat betekend dat buiten de leiding geen 10-6 contour is aan te wijzen (⇒ PR van 10-6 = 0 meter). Uit de opgevraagde gegevens van de Gasunie blijkt verder dat de leidingen een effectafstand (1% letaliteitsgrens) hebben van respectievelijk 95 meter (suikerbedrijf) en 45 meter (Halmstraat). Gevolgen voor het bestemmingsplan Aan de toetsings- en bebouwingsafstanden uit de geldende circulaire wordt voldaan. Aangezien er voor de leidingen geen 10-6 contour is aan te wijzen, zal in de toekomst geen knelpunt met het PR optreden. Binnen de effectafstand van de leiding bij het suikerbedrijf liggen alleen delen van het bedrijfsterrein. Woningen of objecten van derden liggen niet binnen de 1% letaliteitgrens. Binnen het invloedsgebied van de oostelijke leiding bevindt zich wel een aantal kwetsbare objecten. Aangezien het aantal mensen dat binnen het invloedsgebied verblijft, gering is en door vaststelling van het bestemmingsplan niet wordt verhoogd, is een nadere uitwerking van het veiligheidsrisico niet aan de orde.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 15
Externe veiligheidsstudie
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
⇒ Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de aanwezigheid van de twee buisleidingen geen bezwaar vormt voor de actualisatie van het bestemmingsplan.
5
Samenvatting, conclusies en aanbeveling
5.1
Samenvatting Algemeen Uit de risico-inventarisatie voor het bestemmingsplan ‘Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum’ blijkt het volgende: De geplande actualisatie van het bestemmingsplan leidt niet tot een verhoging van de externe veiligheidsituatie. Aan alle op dit moment geldende grens- en richtwaarden voor externe veiligheid wordt voldaan. De aangekondigde wijzigingen van het rijksbeleid voor een aantal veiligheidsaspecten in de nabije toekomst zullen niet leiden tot knelpunten. Het treffen van sanerende maatregelen zijn niet noodzakelijk. Gravenburg en Hoogkerk Noord In het noordelijke en centrale deel van het plangebied (Gravenburg en Hoogkerk Noord) speelt externe veiligheid nagenoeg geen rol. Hier bevinden zich geen risicobronnen en zullen naar verwachten in de toekomst ook geen nieuwe bronnen worden gevestigd. Hoogkerk Centrum In het zuidelijke deel van het plangebied bevinden zich meerdere risicobronnen. De invloedsgebieden van potentiële ongelukken komen tot buiten de grenzen van de betreffende inrichtingen. Delen van het centrum van Hoogkerk vallen binnen deze invloedsgebieden. Als gevolg hiervan kunnen gewonden of zelfs slachtoffers vallen binnen dit deel van het plangebied. De kans op calamiteiten is niet groot en er wordt voldaan aan wettelijke normen, maar er is sprake van een restrisico.
5.2
Conclusie De geplande actualisatie van het bestemmingsplan leidt niet tot knelpunten op het gebied van externe veiligheid. Daarom bestaat er geen bezwaar tegen de actualisatie. De veiligheidssituatie binnen het plangebied verandert niet. In de bestaande situatie – los van de actualisatie – staan mensen in het zuidelijke deel van het plangebied bloot aan externe veiligheidsrisico’s.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 16
Externe veiligheidsstudie
5.3
bestemmingsplan Gravenburg, Hoogkerk Noord en Centrum
Aanbeveling Het grootste risico gaat uit van de SO2 opslag bij de Suikerunie, de opslag van LPG bij de kartonfabriek Smurfit Kappa Solidboard en van de opslag van chloorbleekloog bij het openluchtzwembad Hoogkerk. Zowel de SO2 opslag als de opslag van LPG bevindt zich dicht aan de rand van de betreffende bedrijven. Een mogelijkheid tot risicovermindering betreft de verplaatsing van beide opslagen naar een locatie meer centraal op het bedrijfsterrein. Hierdoor zouden de invloedsgebieden meer over de bedrijfsterreinen komen te liggen. Voor derden buiten de inrichting zou het risico hierdoor afnemen. Deze maatregelen vallen echter buiten het kader van het bestemmingsplan. Bovendien is de provincie Groningen bevoegd gezag op basis van de Wet milieubeheer voor het suikerbedrijf en voor de kartonfabriek. Het verdient aanbeveling om contact op te nemen met de vergunningverlener zodat bij een actualisatie of wijziging van de vergunning het voorschrijven van risicoreducerende maatregelen kan worden onderzocht.
Milieudienst gemeente Groningen
19-08-2009 17