EXAMENREGLEMENT ivo-mavo 2014-2015 Bonnefanten College / Bernard Lievegoed School locatie Nijverheidsweg 25 te Maastricht Dit examenreglement is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Wet op het Voortgezet Onderwijs alsmede de Wijzigingen Inrichtingsbesluit, de Wijzigingen Eindexamenbesluit en de Wijzigingen Staatsexamenbesluit van de wet van 27 april 2006 (gepubliceerd in Staatsblad 251) en de checklisten van de VO-Raad.
Individueel Voortgezet Onderwijs (IVO) op de Bernard Lievegoed School Op de Bernard Lievegoed School worden ivo-mavo examens (op vmbo-tl niveau) afgenomen volgens de IVO regeling. IVO staat voor Individueel Voortgezet Onderwijs. Deze regeling is vastgesteld in de beschikking m.b.t. ivo-afsluiting van 19 oktober 2000, welke is toegekend door de toenmalige staatssecretaris mw. Drs K.Y.I.J. Adelmund en het vervolg op deze beschikking afgegeven op 20 februari 2008 door de staatssecretaris Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart. Onder auspiciën van de landelijke IVO vereniging wordt een ivo-mavo-diploma uitgereikt aan die leerlingen die aan de geformuleerde eisen hebben voldaan. Met ingang van het schooljaar 2003/2004 zijn de ivoscholen verplicht om voor een aantal vakken deel te nemen aan het landelijke Centraal Examen. In schooljaar 2014-2015 zijn dit Nederlands, Engels, wiskunde, economie en nask1. De overige vakken worden op schoolniveau afgesloten.
Rekentoets Vanaf het schooljaar 2013/2014 krijgen leerlingen in het voortgezet onderwijs voor het eerst te maken met een rekentoets als onderdeel van het eindexamen. Deze toets wordt geijkt aan het Referentiekader rekenen, zoals vastgesteld in de wet referentieniveaus. De rekentoets is bestemd voor alle leerlingen, dus ook voor de leerlingen die geen wiskunde in hun pakket hebben. Uitgangspunt voor de rekentoets voor vmbo is referentieniveau 2F. Een Centrale rekentoets als onderdeel van het eindexamen betekent: - borging van een basisniveau rekenvaardigheid voor alle leerlingen; - beschikbaar hebben van gegevens over de rekenvaardigheid van leerlingen bij doorstroom naar vervolgonderwijs; - eenduidige en objectieve meting van de rekenvaardigheid, zodat het rekenniveau op de school over de jaren heen gevolgd kan worden. Afname Leerlingen in het vmbo krijgen een digitale rekentoets op het niveau 2F voorgelegd. Na de afname stuurt de school de resultaten en leerlinggegevens via Dataretour op naar Cito. Cito analyseert vervolgens de resultaten en CvE bepaalt een normering. Kijk voor actuele informatie over de invoering van de referentieniveaus in het voortgezet onderwijs op de website http://www.steunpunttaalenrekenenvo.nl/ Uit de brief van 26 sept. 2013 van de minister aan de Tweede Kamer: “In het vo en het mbo gaat de rekentoets vanaf schooljaar 2015 - 2016 deel uitmaken van de slaag/zakbeslissing. De leerlingen die hiermee te maken krijgen hebben nu nog twee schooljaren te gaan voordat zij aan het examenjaar 2015 - 2016 beginnen”. Brief:http://www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl/steunpuntmbo/download/downloads/voortgangsrapportag e-26-september-2013.pdf Concreet betekent dit dat het cijfer van de rekentoets pas vanaf het examenjaar 2015-2016 onderdeel gaat uitmaken van de kernvakkenregel van de slaag- zakregeling. Vanaf dat moment mogen vmbo-leerlingen één vijf hebben voor Nederlands of de rekentoets, waarbij het andere cijfer ten minste een zes moet zijn.
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
1
De rekentoets wordt digitaal aangeboden en is geheel computerscoorbaar. Het taalgebruik dat gehanteerd wordt voor de vragen uit de rekentoets is afgestemd op de groep leerlingen voor wie de toets bestemd is. Minder gangbare begrippen kunnen worden verduidelijkt in woorden dan wel met geschikt beeldmateriaal. Een (eenvoudige) rekenmachine is digitaal beschikbaar voor het beantwoorden van deze vragen, ook bij vragen die zonder rekenmachine kunnen worden beantwoord en bij vragen waarbij gebruik van een rekenmachine niet aan de orde is. Dit gebeurt om geen aanwijzing te geven betreffende het gebruik ervan. Van de kandidaten wordt verwacht dat ze zelf een keuze kunnen maken tussen hoofdrekenen, een (eigen) rekenprocedure gebruiken of de rekenmachine inzetten.
Regels bij Rekentoets VO: - De rekentoets wordt afgenomen in het laatste leerjaar. - Het bevoegd gezag kan een leerling uit het voorlaatste leerjaar toelaten tot de rekentoets. In dat geval mag de herkansing in het examenjaar worden afgelegd. - De kandidaat heeft recht op één herkansing in de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen. Die herkansing gaat niet ten koste van de herkansing bij het centraal examen. - Het eindcijfer voor de rekentoets wordt uitgedrukt in een geheel cijfer. - Voor vmbo leerlingen geldt dat zij tenminste moeten voldoen aan het door de rekentoetswijzercommissie vastgestelde 2F niveau. - Voor leerlingen met dyscalculie en dyslexie wordt geen uitzondering gemaakt behalve dan dat hulpmiddelen zoals spraaksynthese zijn toegestaan. - De rekentoets doet niet mee in de compensatieregel van de slaag- en zakregeling (compensatie voor meer dan 1 verliespunt) en de CE-regel (gemiddelde 5,50 op CE). Hij is immers geen onderdeel van het CE, maar een zelfstandig onderdeel van het examen naast CE en SE (schoolexamen). - Bij de rekentoets gelden dezelfde regels (b.v. telaatkomen, afwezig zijn) als bij het Centraal Schriftelijk examen. NB: de Bernard Lievegoed School is één van de scholen die meedoet aan de pilot voor de rekentoets in de jaren 2011-2012 en 2012-2013.
Toegestane hulpmiddelen bij de rekentoets -
-
Leerlingen mogen tijdens de gehele toets een kladblaadje en pen/potlood gebruiken. Het gebruikte kladpapier moet na afloop van de toets ingeleverd worden. Een (eigen) rekenmachine mag niet gebruikt worden. Voor het deel van de vragen waarbij het gebruik van een rekenmachine is toegestaan zal een (eenvoudige) digitale rekenmachine beschikbaar zijn. Deze rekenmachine is uitgerust met de standaardbewerkingsfuncties optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en worteltrekken. Een (eigen) geodriehoek en/of liniaal zijn niet nodig. Waar deze gebruikt moeten worden zijn ze beschikbaar via een digitale applicatie.
Herkansen van de rekentoets. Vanaf het schooljaar 2013-2014, het officiële invoeringsjaar van de rekentoets, heeft een leerling recht op het afleggen van de rekentoets én recht op één herkansing. Het bevoegd gezag van een school mag een leerling (dus ook hele groepen leerlingen tegelijk) toestaan om de rekentoets al in het voorlaatste examenjaar af te leggen. Let op: Er is in de regelgeving voor deze formulering gekozen waardoor het géén recht van een leerling is om de rekentoets al in het voorexamenjaar af te mogen leggen, de school bepaalt.
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
2
ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1
Toelating tot het eindexamen De locatiedirecteur van de sector vmbo van de Bernard Lievegoed School stelt, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, de leerlingen van de afdeling vmbo in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen.
Artikel 2
Afnemen eindexamen 1. De locatiedirecteur en de examinatoren van de Bernard Lievegoed School nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De locatiedirecteur wijst één van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen.
Artikel 3
Indeling eindexamen: sectorwerkstuk 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. 2. Het schoolexamen vmbo gl/tl omvat mede een sectorwerkstuk. (zie ook artikel 15a) Het sectorwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in de desbetreffende sector. Het sectorwerkstuk wordt begeleid en beoordeeld door een leraar, die lesgeeft binnen één van de vakken van de betreffende vmbo sector. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling het onderwijs volgt. Het werkstuk is opgedeeld in drie fasen, die elk bijdragen aan de beoordeling. 3. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. 4. Het schoolexamen wordt afgelegd gedurende het vierde leerjaar van het vmbo.
INHOUD VAN HET EINDEXAMEN Artikel 4
Inhoud van het Eindexamen ivo-mavo Het eindexamen vmbo voor zover het betreft de ivo-mavo, omvat in elk geval: a. de vakken die het gemeenschappelijk deel b. de twee vakken van sectordeel, waaronder tevens begrepen een sectorwerkstuk, c. in het vrije deel twee nog niet in het sectordeel gekozen vakken, met dien verstande dat het sectordeel en het vrije deel tezamen ten minste twee vakken omvatten die geen moderne taal zijn, d. de maatschappelijke stage, en e. de rekentoets.
Artikel 5
Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten 1. De kandidaten kiezen, met inachtneming van de wettelijke voorschriften, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in samenwerking met één of meer andere scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. 2. De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken of niet-verplichte delen van de examenstof examen afleggen dan in de vakken en examenstof die ten minste tezamen een eindexamen vormt. 3. Voor het sectordeel ivo-mavo geldt dat buiten de vakken Nederlands en Engels de leerling minimaal 4 vakken kiest, die samen met Nederlands en Engels een sector vormen. De wijze van afsluiten van deze vakken is geregeld in Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde, economie en nask1 wordt een centraal schriftelijk examen afgelegd, de overige vakken worden op schoolniveau afgerond.
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
3
Als algemene vakken worden gedaan: maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1. Maatschappijleer 1 wordt beoordeeld met een cijfer. Lichamelijke opvoeding en kunstvakken1 worden beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed. Zij moeten ten minste met een voldoende worden afgesloten om toegang te hebben tot het CE. Het vakoverstijgende deel omvat de volgende drie onderdelen: 1. Het sectorwerkstuk (zie artikel 15a), 2. Grote praktische opdracht (zie artikel 15b), 2. Oriëntatie op beroep en studie (zie artikel 16). Artikel 6, 7 en 8 zijn vervallen
Artikel 9
Vakken en andere programmaonderdelen van voorbereidend middelbaar onderwijs: vmbo-tl 1. Het gemeenschappelijk deel van elke sector in het vmbo omvat: a. Nederlandse taal, b. Engelse taal, c. maatschappijleer, d. KV1, e. lichamelijke opvoeding. 2. Het sectordeel van de sector techniek in het vmbo-tl omvat: a. wiskunde, b. nask1, c. Het vrije deel van het beroepsgerichte vak van deze sector omvat ten minste een vak uit het geheel van: vakken, voor zover het bevoegd gezag deze vakken als onderdeel van het vrije deel aanbiedt. 3. Het sectordeel van de sector zorg en welzijn in het vmbo-tl omvat: a. biologie en b. wiskunde en/of c. geschiedenis, en/of d. Het vrije deel van het beroepsgerichte vak van deze sector omvat ten minste een vak uit het geheel van: vakken, voor zover het bevoegd gezag deze vakken als onderdeel van het vrije deel aanbiedt. 4. Het sectordeel van het sector economie in het vmbo-tl omvat: a. economie en b. wiskunde en/of e c. 2 moderne vreemde taal en/of d. Het vrije deel van het beroepsgerichte vak van deze sector omvat ten minste een vak uit het geheel van: vakken, voor zover het bevoegd gezag deze vakken als onderdeel van het vrije deel aanbiedt. 5. Het vrije deel van elke sector in het vmbo omvat ten minste één vak uit het geheel van: a. vakken, genoemd in of aangewezen op grond van het tweede tot en met vijfde lid, die de leerling niet op grond van die leden heeft gekozen, voor zover het bevoegd gezag deze vakken als onderdeel van het vrije deel aanbiedt, b. andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vakken, voor zover het bevoegd gezag deze aanbiedt en c. door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en andere programma-onderdelen. 6. Het bevoegd gezag kan beslissen dat vakken en andere programmaonderdelen door alle leerlingen worden gevolgd.
Artikel 10
Vrijstelling en ontheffing in periode voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs 1. Het bevoegd gezag van een school voor vmbo kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding indien de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
4
2.
3. 4.
De commissie, gehoord de betrokken docenten/examinatoren, brengt een advies uit aan de locatiedirecteur. De locatiedirecteur besluit en deelt het besluit middels de secretaris van de commissie mee aan de indiener van het verzoek. Het verzoek strekkende tot deze ontheffing dient uiterlijk vóór 01 november van het vierde leerjaar schriftelijk bij de examencommissie te zijn ingediend. Leerlingen die deelnemen aan de vooropleiding dans zijn vrijgesteld van het volgen van onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding.
REGELING VAN HET SCHOOLEXAMEN Artikel 11
Schoolexamen 1. Het schoolexamen vangt aan bij het begin van het derde leerjaar. 2. Het schoolexamen van de vakken Nederlands, Engels, wiskunde, economie en nask1 wordt afgesloten voor aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. De overige ivo-vakken worden afgesloten twee weken voor de verificatievergadering (juni 2014) 3. Het bevoegd gezag kan een kandidaat die tengevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten vóór de aanvang van het eerste tijdvak in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. 4. In afwijking van het tweede lid geldt dat de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld (lo en kv1), moeten zijn afgesloten uiterlijk een week voordat de uitslag van het centraal examen wordt vastgesteld. 5. Indien het bevoegd gezag gebruik maakt van de afwijkingsbevoegdheid in het derde lid, zendt het de resultaten die zijn behaald met het schoolexamen zo spoedig mogelijk aan de inspectie, tenzij het bevoegd gezag op grond van artikel 103b, tweede lid, van de wet examengegevens samen met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan de Informatie Beheer Groep.
Artikel 12
Mededeling beoordeling schoolexamen Voor de aanvang van het centraal examen maakt de locatiedirecteur aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: a. welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen, b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, c. tussentijds worden de kandidaten geïnformeerd over hun resultaten en op welke wijze zij kunnen aangeven of deze correct zijn verwerkt in het administratiesysteem.
Artikel 13
Beoordeling schoolexamen 1. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit de schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. 2. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de in het eerste lid genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. 3. Het eindcijfer schoolexamen voor een vak met uitsluitend schoolexamen is een geheel cijfer. 4. Het eindcijfer voor het schoolexamen per vak is het gewogen gemiddelde van de cijfers van alle toetsen en praktische opdrachten in dat vak zoals vermeld in de PTA gids. 5. In afwijking van het eerste lid, wordt het vak lichamelijke opvoeding (lo) uit het gemeenschappelijk deel van elke sector beoordeeld met “voldoende” of “goed”. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van het desbetreffende vak, zoals blijkend uit het examendossier. 6. De cijfers zijn ingevoerd in het School Administratie Systeem (SAS), hier worden de gegevens ook bewaard. De afrondingen van de cijfers gebeurt ook door het SAS. 7. Indien de afronding van het eindcijfer afwijkt van die van het schoolexamencijfer, zijn beide afrondingsprocedures in de applicatie doorgevoerd.
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
5
Artikel 14
Het examendossier 1. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier, zijnde het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). 2. De Bernard Lievegoed School richt het examendossier in als een overzicht waarin de volgende zaken per kandidaat zijn gearchiveerd in het SAS: alle cijfers van PTA toetsen behaald gedurende de examenperiode, de beoordelingen van de handelingsdelen en praktische opdrachten (bijv. beroepsstage), de eindcijferlijst van het schoolexamen, het onderwerp of de titel en de beoordeling van het sector werkstuk. 3. Het examendossier wordt beheerd door de secretaris van het examen. 4. Een kandidaat heeft recht op inzage van zijn eigen examendossier na een daartoe strekkend verzoek aan de secretaris van het examen. 5. De secretaris van het examen bewaart het examendossier tot 6 maanden na de uitslag van het examen. 6. Als bijlagen bij het examendossier gelden alle gemaakte toetsen, ingeleverde praktische opdrachten alsmede het sector werkstuk. Het bewaren van deze bijlagen valt onder verantwoordelijkheid van de leerling.
Artikel 15a
Het sectorwerkstuk 1. De uiterste termijn voor het inleveren van het sectorwerkstuk (zie artikel 3) is in het jaar waarin het centraal examen wordt afgelegd (vastgelegd in het PTA). 2. De beoordeling van het sectorwerkstuk geschiedt op een zodanige manier dat niet alleen het eindproduct maar ook het proces gewaardeerd wordt. Dit gebeurt aan de hand van een bijgehouden logboek. De precieze beoordelingsmaatstaven worden aan de leerlingen bekend gemaakt. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed. 3. Niet tijdig inleveren van het sectorwerkstuk wordt aangemerkt als een onregelmatigheid in de zin van artikel 21. 4. Na aanvang van het centraal examen wordt door de school geen sectorwerkstuk meer ter beoordeling geaccepteerd.
Artikel 15b
Grote praktische opdracht De leerlingen lopen een stage van 2 weken (40 tot 80 uur) in een sociale instelling. Deze stage samen met het ingeleverde verslag van de stage geldt als grote praktische opdracht. Dit onderdeel moet aan het einde van het jaar zijn voldaan en geldt als een handelingsdeel.
Artikel 16
Oriëntatie op beroep en studie In het kader van de lessen praktische vorming oriënteren de leerlingen zich op mogelijke beroepen en bijbehorende werkvelden. Daarnaast volgen de leerlingen een middag beroepenoriëntatie, georganiseerd door de school. In het kader van hun sectorwerkstuk bezoeken de leerlingen een aantal middagen een ROC, waarin ook nadere oriëntering plaatsvindt op hun vervolgopleiding.
Artikel 17
Schoolexamens; toetsen / praktische opdrachten / handelingsdelen 1. De kandidaat is verplicht aan alle voor hem geldende toetsen van het schoolexamen op het gestelde tijdstip deel te nemen. Het inleveren van werk behorend bij een praktische opdracht op of voor de gestelde deadline is verplicht. 2. Indien een kandidaat wegens ziekte of om een andere gewichtige reden verhinderd is een bepaalde toets af te leggen, stelt hij de locatiedirecteur, teamleider of de secretaris van het eindexamen daarvan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór de aanvang van de toets, in kennis. Indien de kennisgeving mondeling geschiedt, dient deze zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd te worden; indien het een minderjarige kandidaat betreft, door zijn wettelijke vertegenwoordiger. Bij afmelding wegens ziekte is de locatiedirecteur bevoegd een controlerend arts in te schakelen. Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
6
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Een kandidaat die bij een schriftelijke toets – geen luistertoets zijnde – een half uur of minder te laat komt, is verplicht de toets vóór de vastgestelde eindtijd af te leggen, tenzij de locatiedirecteur of de secretaris van het eindexamen een afwijking daarvan toestaat. De eerste 30 minuten van een toets mag geen enkele kandidaat de toetsruimte verlaten. Ditzelfde geldt voor de laatste 15 minuten van een toets. Ongeacht de duur van een toets. Indien een kandidaat bij een mondelinge toets, een practicum of een luistertoets te laat komt kan hem de deelname aan die toets worden ontzegd. De toets zal met het cijfer één beoordeeld worden. Een kandidaat die meer dan een half uur te laat komt mag de toets niet meer op dat tijdstip afleggen. Regels m.b.t. toelating voor te laat komen zijn bij de surveillanten bekend; zij zien erop toe dat ze correct worden gehanteerd. De locatiedirecteur hoort de betrokkenen waaronder in ieder geval de kandidaat. Alleen de locatiedirecteur beslist of de reden voor verhindering al dan niet geldig is. Indien een kandidaat zonder geldige reden niet aanwezig is bij een voor hem geldende toets dan wel zonder geldige reden zo laat verschijnt dat hij niet meer aan de toets mag deelnemen, wordt dit als een onregelmatigheid in de zin van artikel 21 aangemerkt. Deze onregelmatigheid meldt de docent per mail bij de examencommissie. Alleen kandidaten met toestemming van de examencommissie mogen meer tijd aan het examen besteden. Per toets wordt 20% extra tijd gegeven, met een maximum van 30 minuten, tenzij anders besloten. Zie ook art 2 Reglement Examenzittingen (hieronder). Verder gelden de regels die ook gelden bij het Centraal Schriftelijk examen, zie art. 1 van Reglement Examenzittingen.
Artikel 18
Inhalen van toetsen 1. Indien een kandidaat wegens ziekte of om een andere gewichtige reden een toets geheel of gedeeltelijk niet heeft kunnen afleggen of aan daarmee verband houdende eisen geheel of gedeeltelijk niet heeft kunnen voldoen, terwijl zulks niet is aangemerkt als een onregelmatigheid in de zin van artikel 21, heeft hij recht op een inhaaltoets en/of wordt hij alsnog in de gelegenheid gesteld aan de gestelde eisen te voldoen. 2. Indien een kandidaat een toets niet heeft kunnen afleggen en er is geen tijdige afmelding geweest, d.w.z. afmelding vóór aanvang van de toets, bestaat er geen automatisch recht op inhalen, maar wordt het missen van de toets als onregelmatigheid gezien (zie artikel 21). 3. Na ziekte of afwezigheid dient de kandidaat uit eigen beweging en zo spoedig mogelijk na terugkeer op school contact op te nemen met de secretaris van het eindexamen en met de betrokken examinator ten einde afspraken te maken over het tijdstip van de inhaaltoets.
Artikel 19
Herkansingen van PTA onderdelen 1. Deze herkansingsregeling geldt ook voor de examenvakken, waarvoor geen centraal examen behoeft te worden afgelegd. 2. Deze herkansingsregeling geldt uitsluitend voor de toetsen en praktische opdrachten, die ‘meewegen’ in het schoolexamencijfer. 3. Een kandidaat laat aan het examenbureau weten, dat hij van zijn herkansingsrecht gebruik wil maken via een formulier dat digitaal beschikbaar is en bij het cijferoverzicht wordt uitgereikt. 4. Voor ivo-mavo geldt de volgende regeling: Het PTA van klas 9 dient in klas 9 geheel te worden afgerond. In klas 9 deelt de leraar vooraf aan de leerlingen mee of een PTA onderdeel herkanst mag worden. 5. Op art. 19;4 kan een uitzondering worden gemaakt ten aanzien van leerlingen die met e havo-advies, na het 2 trimester in klas 9, alsnog een vmbo-tl advies krijgen. Zij mogen op het eind van klas 9 één PTA toets herkansen. 6. Een leerling uit klas 10 heeft geen recht op het herkansen van PTA onderdelen uit de 9e klas. Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
7
7.
Een leerling in klas 10 krijgt maximaal 4 (vier) herkansingen met een maximum van 1 (een) herkansing per vak. Deze herkansingen vinden plaats op drie herkansingsdagen (zie dataoverzicht in de bijlage) met steeds een maximum van twee toetsen per herkansingsdag. Het staat de leerling vrij om zelf te bepalen in welke herkansingsweek hij enig SE herkanst. Voor de herkansing luistertoetsen kan van deze data worden afgeweken. 8. Een herkanste toets mag niet herkanst worden. 9. Een herkansing die zonder geldige reden gemist is kan niet ingehaald worden. 10. Herkansingstoetsen gaan over dezelfde leerstof, zijn van vergelijkbare moeilijkheidsgraad en duren even lang als de toetsen in eerste instantie. Zij worden in dezelfde toetsvorm afgenomen (schriftelijk, mondeling, auditief etc.). 11. Het hoogste behaalde cijfer geldt als definitief cijfer voor die toets. Artikel 20
Afsluiting van het schoolexamen 1. Nadat de cijfers voor het schoolexamen zijn vastgesteld deelt de locatiedirecteur deze vóór aanvang van het centraal examen schriftelijk aan de kandidaten mede. 2. Uiterlijk vijf werkdagen voor aanvang van het centraal examen dienen de kandidaten zich schriftelijk akkoord te hebben verklaard met de medegedeelde eindcijfers van het schoolexamen. Indien een dergelijke schriftelijke verklaring niet ontvangen is wordt de kandidaat geacht zich met de cijfers akkoord te verklaren.
Artikel 21
Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de locatiedirecteur maatregelen nemen. 2. Bij het bepalen van de maatregelen genoemd in het eerste lid kan de locatiedirecteur zich laten bijstaan door een “Examencommissie”. Alleen de locatiedirecteur is bevoegd tot het nemen van deze maatregelen. 3. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of verdere deelname aan één of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de locatiedirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwde examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 4. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. 5. De kandidaat kan tegen een beslissing van de locatiedirecteur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep (zie artikel 40). In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen vijf dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekend gemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en besluit binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing mede aan de kandidaat, aan
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
8
de ouders/verzorgers, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de locatiedirecteur en aan de inspectie. Artikel 22
Bezwaren en klachten 1. Onverminderd het gestelde in de artikelen 17 en 18 kan een kandidaat of zijn wettelijke vertegenwoordiger bij vermeende onrechtvaardigheid of wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden een verzoek, een bezwaar dan wel een klacht op schriftelijke wijze indienen bij de secretaris van het eindexamen, die het verzoek dan voorlegt aan de examencommissie. 2. Ook een examinator kan in geval van een bijzondere omstandigheid middels de secretaris van het eindexamen een vraag aan de examencommissie voorleggen. 3. Een bezwaar, verzoek of klacht wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van het eindexamen niet later dan vijf werkdagen na het bekend worden van de uitslag van de toets waarop de klacht betrekking heeft. Zie klachtenformulier op de website van de school. 4. De secretaris van het eindexamen roept de examencommissie onder voorzitterschap van de locatiedirecteur bijeen. 5. De examencommissie onderzoekt of het verzoek, het bezwaar of de klacht gegrond is en brengt een advies uit aan de locatiedirecteur. 6. Het definitieve besluit van de locatiedirecteur wordt schriftelijk vastgelegd en door de secretaris van het eindexamen aan de indiener van het verzoek of de klacht kenbaar gemaakt.
Artikel 23
De Examencommissie 1. De commissie bestaat uit: de locatiedirecteur of diens plaatsvervanger als voorzitter, de secretaris van het eindexamen de teamleider klas 10/12, de coördinator klas 10/12 docent/examinator De decaan treedt op als adviseur van de examencommissie. 2. De commissie heeft tot taak te adviseren in zaken waarin dit reglement niet voorziet te adviseren in zake klachten en bezwaren die ingediend worden. 3. Leden van de examencommissie zijn: - Mevr. Janny de Vries (locatiedirecteur), voorzitter van de examencommissie - Dhr. Antoon van Hooft, examensecretaris - Dhr. Arthur Franssen, teamleider klas 10/12, lid - Mevr. Mariëlle Deckers, coördinator klas 10/12, lid - Mevr. Isabel Moraes, docent wiskunde, lid 4. In het examenreglement is in voorkomende gevallen opgenomen welke bevoegdheden m.b.t. de uitvoering van het examen zijn gemandateerd en aan wie. Als de voorzitter van de examencommissie afwezig is, is de teamleider klas 10/12, aangewezen als zijn plaatsvervanger. In overleg met de secretaris van de examencommissie worden dan besluiten genomen.
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
9
REGELING VAN HET CENTRAALEXAMEN Artikel 24
Centraal eindexamen Het Centraal Examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 tot en met 45 van het Eindexamenbesluit.
Artikel 25
Eindcijfer examen 1. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. 2. De locatiedirecteur bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een vier of lager is naar beneden afgerond en indien het eerste cijfer achter de komma een vijf of hoger is naar boven afgerond.
Artikel 26
Vaststelling uitslag 1. De locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in artikel 27. 2. De uitslag luidt “geslaagd” voor het eindexamen of “afgewezen” voor het eindexamen. 3. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen.
Artikel 27
Slaag/zakregeling, uitslag ivo-mavo De kandidaat die eindexamen ivo-mavo heeft afgelegd, is geslaagd indien: voor alle vakken in zijn vakkenpakket waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer is behaald. Hiertoe behoren ook maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding, kunstvakken 1 en het sectorwerkstuk. voor één van de vakken Nederlands, Engels of wiskunde (indien wiskunde deel uit maakt van het examenpakket) eindcijfer 5 is behaald en voor de overige vakken in zijn vakkenpakket het eindcijfer 6 of meer is behaald. Hiertoe behoren ook maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding, kunstvakken 1 en het sectorwerkstuk. 1. De locatiedirecteur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het derde lid, als rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 2. Zodra de eindcijfers en, indien mogelijk, de uitslag zijn vastgesteld, maakt de locatiedirecteur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 30 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 28 eerste lid, geen toepassing vindt. 3. Het centraal schriftelijke examenwerk van de vakken Nederlands, Engels, wiskunde, economie en nask1 wordt door de eigen docent gecorrigeerd (1e corrector) en daarna door een 2e corrector van een andere school. Zij bepalen in onderling overleg de score op basis van landelijk vastgestelde normen. De overige vakken worden op schoolniveau beoordeeld. De uitslag voor ivo-mavo wordt bekend op donderdag 12 juni 2014. Alle kandidaten worden gebeld (zorg voor correcte telefoonnummers bij de mentor).
Artikel 28
Herkansing centraal examen 1. De kandidaat heeft voor het vak Nederlands, Engels, wiskunde, economie en nask1, ingevolge artikel 27 derde lid, het recht om in het tweede tijdvak of, indien het centraal examen reeds in het tweede tijdvak plaatsvond, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen. 2. De kandidaat stelt de locatiedirecteur vóór een door deze te bepalen dag en tijdstip in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht.
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
10
3. 4. 5.
Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 27 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. De kandidaat die in een examenjaar zowel eindexamen als één of meer deeleindexamens aflegt, oefent het in het eerste lid bedoelde recht per examenjaar ten hoogste éénmaal uit.
Artikel 29
Ivo-mavo diploma en cijferlijst 1. De locatiedirecteur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een cijferlijst uit waarop voor zover van toepassing zijn vermeld: a. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen, b. de titel van het sectorwerkstuk, c. de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding, d. de eindcijfers voor de examenvakken en e. de uitslag van het eindexamen. 2. De locatiedirecteur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat, daaronder mede begrepen de kandidaat die zijn eindexamen met gunstig gevolg heeft voltooid ten overstaan van de staatsexamencommissie, een diploma uit, waarop de sector is vermeld die bij de uitslag is betrokken. 3. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst bekend gemaakt, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit. 4. Voor het diploma wordt het model gebruikt van de ivo-vereniging. 5. De locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma’s en de cijferlijsten.
Artikel 30
Duplicaten en afgifte verklaringen 1. Duplicaten van afgegeven diploma’s, certificaten, vrijstellingsbewijzen en cijferlijsten worden niet verstrekt. 2. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door de Informatie Beheer Groep worden verstrekt.
Artikel 31
Afwijking wijze van examineren 1. De locatiedirecteur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de locatiedirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige onafhankelijk arts, psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbende op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, c. de aanpassing voor zover betrekking hebbende op het schoolexamen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het schoolexamen met ten hoogste 15 minuten indien de toets korter duurt dan 120 minuten, en met ten hoogste 30 minuten indien de toets langer duurt dan 120 minuten,
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
11
d.
3.
4.
5.
een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a. genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens het “Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.” ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal, b. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbende op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
Artikel 32
Gegevensverstrekking Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de definitieve uitslag stuurt het bevoegd gezag aan de Informatie Beheer Groep en aan de inspectie een lijst waarop voor alle kandidaten zijn vermeld: a. De sector waarop het examen betrekking heeft, b. de vakken waarin examen is afgelegd, c. de cijfers van het schoolexamen de cijfers van het centraal examen, d. de eindcijfers, e. de uitslag van het eindexamen.
Artikel 33
Bewaren examenwerk 1. Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijst, bedoeld in artikel 32, worden gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de locatiedirecteur, ter inzage voor belanghebbenden. 2. Een door de locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst bedoeld in artikel 32 wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard. 3. De locatiedirecteur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. 4. Een kandidaat die voor een vak ten overstaan van de staatsexamencommissie centraal examen aflegt met geheime opgaven, kan omtrent zijn werk gedurende genoemde periode van zes maanden inlichtingen inwinnen bij de voorzitter van die commissie.
Artikel 34
Spreiding voltooiing eindexamen 1. Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid, niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daaropvolgend schooljaar wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in het eerste of het tweede van deze schooljaren afgesloten. 2. Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd. Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
12
3.
4.
5.
Artikel 31, eerste tot en met vierde lid, is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid centraal examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het centraal examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers, behaald tot en met het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen, zendt het bevoegd gezag aan de inspectie een lijst waarop voor die kandidaat zijn vermeld de gegevens, genoemd in artikel 32, onderdelen a tot en met e. De locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen of het gespreid schoolexamen, met overeenkomstige toepassing van artikel 27.
Artikel 35
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de locatiedirecteur.
Artikel 36
Dit Examenreglement en het bijbehorende Programma van Toetsing en Afsluiting treden in werking op 1 oktober 2013.
Artikel 37
Een exemplaar van deze examengids (Examenreglement met bijbehorend PTA) wordt per 1 oktober 2013 aan de kandidaten van klas 9 en 10 per e-mail toegestuurd en op de website van de school geplaatst.
Artikel 38
Een exemplaar van deze examengids ligt vanaf 1 oktober 2013 ter inzage bij de secretaris van het eindexamen.
Artikel 39
Als secretaris van het eindexamen voor het Bernard Lievegoed School locatie Nijverheidsweg is aangewezen dhr. Antoon van Hooft.
Artikel 40
LVO Maastricht kent voor alle onder haar gezag ressorterende scholen een Commissie van Beroep (CBE). Deze ziet toe op maatregelen die de schooldirectie heeft opgelegd ten gevolge van onregelmatigheden ten aanzien van enig deel van het examen (centraal schriftelijk en schoolexamen) (zie artikel 21 van dit reglement en artikel 5 van het Eindexamenbesluit). Leerlingen c.q. hun ouders/verzorgers kunnen niet in beroep bij de CBE als er sprake is van een geschil over de beoordeling van een kandidaat. Evenmin kan de leerling een beroep doen op de Commissie tegen een als onbillijk ervaren bepaling in het eindexamenreglement van de school. Leerlingen c.q. hun ouders/verzorgers kunnen wel in beroep gaan tegen maatregelen die genomen zijn op basis van artikel 21 van dit reglement. Het adres van deze commissie is: Commissie van Beroep voor de Examens LVO Maastricht t.a.v. de secretaris, Noormannensingel 50, 6224 BW Maastricht. e-mail:
[email protected] De samenstelling van deze commissie is: W. Lippits-Wacht (voorzitter), A. Molenaars, P. Zeegers (secretaris)
Artikel 41
Dit reglement is door het bevoegd gezag i.c. het bestuur van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs vastgesteld.
Artikel 42
Door deel te nemen aan het schoolexamen, geef de kandidaat aan op de hoogte te zijn van dit reglement.
Maastricht, 1 oktober 2014
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
13
Reglement examenzittingen Hieronder staan de regels die gelden voor de examenzittingen tijdens de schoolexamens (SE) en de centraal schriftelijke examens (CE).
Artikel 1
Algemene regels tijdens examenzitting voor v.m.b.o., h.a.v.o. en v.w.o. a. Let op het lokaal en aanvangstijden, deze wijken af van de gangbare lestijden! b. Zorg dat je ruim op tijd aanwezig bent, een kwartier voor aanvang is het lokaal open. c. Tassen, mobiele telefoons, jassen, e.d. mogen in de examenruimte niet binnen zijn. Deze spullen moet je bij voorkeur thuis laten of op een aangegeven plek leggen. d. Geef je mobiele telefoons desnoods aan een surveillant. e. Neem schrijfgerij e.d. mee naar binnen. Kijk verderop bij artikel 3. Hulpmiddelen, om te zien welke spullen je mee mag/moet nemen. Het is niet toegestaan om spullen van elkaar te lenen. Zorg dus dat je je eigen spullen bij je hebt. f. Gebruik van correctielak is niet toegestaan! Als je een fout wilt verbeteren zet je een streep door de fout en noteer je het goede antwoord. g. Links van de kantlijn noteer je de nummers van de opgaven, rechts van de kantlijn schrijf je het antwoord. Dus niet opmerkingen links van de kantlijn schrijven. h. De school zorgt voor gewaarmerkt schrijf- en kladpapier, géén eigen papier meenemen naar het examenlokaal. i. Ga zitten aan de tafel met jouw naam en examennummer. j. Bij het openen van de examenenvelop met opgaven moet er rust heersen in het lokaal. Dus niet meer praten! k. Schrijf op eerste blad hoeveel bladzijden antwoorden je inlevert. Controleer of je ook alle opgaven gezien hebt; bij enkele examens zijn bijlagen, voorzie ook deze van je naam en examennummer. Lever deze bijlagen in, ook als je er niets op ingevuld hebt, wat overigens niet aan te raden is. Niets genoteerd is altijd fout. Controleer voor vertrek nauwkeurig of je alle uitwerkingen ingeleverd hebt, want na het verlaten van de examenzaal mag je onder geen beding meer verder werken aan het betreffende examen, noch iets inleveren of wijzigen. l. Werk overzichtelijk, schrijf netjes en duidelijk met een blauwe of zwarte pen (niet met potlood, behalve bij tekeningen en grafieken). m. Het verlaten van de het lokaal gebeurt rustig en kan tussen een half uur ná aanvang van de zitting tot een kwartier vóór het einde van de zitting. Degenen die een kwartier voor het einde van de zitting nog werken blijven zitten tot het einde van zitting. n. Deze bepaling heeft tot doel een rustig en overzichtelijk verloop van het einde van de examenzittingen te waarborgen. Iedereen blijft zitten totdat de surveillanten alle werk opgehaald hebben. o. Alleen kandidaten met toestemming van de examencommissie mogen langere tijd aan het examen besteden (maximaal 30 minuten langer). p. Alleen met toestemming van een surveillant en onder begeleiding mag je tijdens de zitting het examenlokaal verlaten, bijvoorbeeld om naar het toilet te gaan. q. Extra papier wordt aan de surveillanten gevraagd door handopsteken. r. Tijdens het examen zal door de school gezorgd worden voor drinken (water). Je mag zelf iets te eten meenemen op voorwaarde dat dit zonder veel geluid kan worden uitgepakt en genuttigd. s. Op elk blaadje (ook op kladpapier) dat je inlevert moet je naam, het examennummer, het vak en de datum staan. Dit is nodig omdat het werk opgestuurd moet worden naar de 2e corrector. Bij onduidelijkheid kan de 2e corrector besluiten het werk niet mee te tellen. t. In alle gevallen waarin dit zittingsreglement niet voorziet beslist de surveillant hoe zal worden opgetreden. Bij onenigheid kan de kandidaat na afloop van de zitting de beroepsprocedure, zoals beschreven in het examenreglement doorlopen. u. Schuif voordat je de uitwerkingen inlevert de papieren in elkaar tot één pakketje en geef het pakketje in de hand van de surveillant. Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
14
v.
Artikel 2
Leerlingen die vóór de officiële eindtijd de examenzitting verlaten mogen nooit opgaven en uitwerkingen mee naar buiten nemen. Aan het einde van de zitting mogen zij de opgaven desgewenst ophalen en meenemen. Kandidaten met een leesbeperking (dyslexie) Aan door de zorggroep geïndiceerde (dyslectische) kandidaten kan de directeur extra faciliteiten toegestaan: -
-
-
Artikel 3
Per toets wordt 20% extra tijd gegeven, met een maximum van 30 minuten, tenzij anders besloten. Kandidaten met een leesbeperking (dyslexie) kunnen op het CE werken met een Daisy-CD met gesproken tekst van het (overigens niet aangepaste) examen, of een spraaksynthese-CD met een bestand dat bruikbaar is voor computerspraak. Bij het tweede tijdvak is geen Daisy-CD beschikbaar. De kandidaat die in het eerste tijdvak de Daisy gebruikte, heeft in het tweede tijdvak recht op een individuele voorleeshulp. Grootschrift wordt voor kandidaten met een leesbeperking vanaf het centraal examen 2013 niet geleverd. De examens hebben lettergrootte 12, en hebben daarmee letters van voldoende grootte. Auditieve ondersteuning ICT-ondersteuning (b.v. computer) Dyslectische kandidaten stemmen vóór het begin van een SE en CE met de examensecretaris af of zij van deze mogelijkheden gebruik willen maken.
Hulpmiddelen die bij het Centraal Examen zijn toegestaan Toegestane hulpmiddelen Vak Alle vakken
Alle schriftelijke examens Moderne vreemde talen
Papieren cse’s Nederlands Papieren cse Engels Wiskunde
Nask 1, Nask 2 Dans, Drama
Examenreglement
vmbo 2015 Het standaard basispakket bij alle centrale examens bevat: - schrijfmateriaal incl. millimeterpapier - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geometrische driehoek - vlakgum - elektronisch rekenapparaat (zie 3.4) Woordenboek Nederlands (zie 3.1) Woordenboek naar en vanuit de vreemde taal (zie 3.2); Engels (op verzoek kandidaat) woordenboek Engels-Engels in plaats van Engels-Nederlands Voorbeeld briefsjabloon Nederlands (zie 3.3) Voorbeeld briefsjabloon Engels (zie 3.3) Naast of in plaats van de geometrische driehoek: - een windroos 2 - roosterpapier in cm Door CvE goedgekeurd informatiemateriaal (zie 3.5) computer
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
15
3. Toelichting bij de tabel 3.1. woordenboek Nederlands Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens; In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat). Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Waar de spelling van het Nederlands wordt beoordeeld, zijn alleen schrijfwijzen volgens de huidige officiële spellingsregels toegestaan. Het woordenboek kan een natuurlijk en vanzelfsprekend hulpmiddel zijn dat de kandidaat zekerheid verschaft bij een enkel woord; het kan ook leiden tot bijvoorbeeld tijdnood als een kandidaat zekerheidshalve te veel woorden opzoekt. Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek ook aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek. In situaties zoals het voorbeeld bij het vak muziek is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige; voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend. 3.2. woordenboek bij de moderne vreemde talen Bij de moderne vreemde talen is een woordenboek naar én een woordenboek vanuit de moderne vreemde taal toegestaan, in één band of in twee afzonderlijke delen. Een woordenboek naar de vreemde taal is zinvol bij centrale examens die een onderdeel schrijfvaardigheid bevatten: Engels en computerexamens Engels. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands. 3.3. voorbeeld briefsjabloon Nederlands en Engels Bij de centrale examens Engels TL en Nederlands TL komt een schrijfopdracht voor. Soms in de vorm van een brief die de kandidaat moet schrijven. De kandidaat mag bij deze examens een computer met tekstverwerker gebruiken, maar niet alle scholen bieden deze mogelijkheid. De kandidaten die het examen in een tekstverwerker maken hebben daarbij de toegang tot zogeheten briefsjablonen. Daarom wordt alle kandidaten de mogelijkheid geboden om een door het CvE verstrekte voorbeeld van een sjabloon te gebruiken. 3.4. rekenmachine Bij wiskunde, nask 1 en nask 2 moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen tevens beschikken over toetsen voor pi, x tot de ye macht, x kwadraat, 1/x en sin/cos/tan in graden (en hun inversen). Bij de overige vakken zijn de grondbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen voldoende. Meer mogelijkheden mag, maar: de rekenmachine mag niet één of meer van de volgende eigenschappen hebben: lichtnetaansluiting tijdens het examen, opladen tijdens het examen, schrijfrol, alarm of ander geluid, alfanumeriek (letters op scherm)*, grafieken weergeven, zend- of ontvanginstallatie. Meerregeligheid van het scherm wordt in de criteria niet genoemd. Dit houdt in dat een meerregelige machine niet is verboden als hij aan de overige criteria voldoet. Wel is het zo dat de meerregelige machines mogelijkheden hebben die bij de eenregelige ontbreken, zoals het maken van tabellen. Bij de huidige centrale examens is niet gebleken is dat die extra mogelijkheden de kandidaat voordeel bieden. Ook bij de digitale centrale examens is de rekenmachine een toegestaan hulpmiddel. * Bedoeld is dat er geen teksten kunnen worden ingevoerd of uitgelezen, zoals bijvoorbeeld met de mobiele telefoon wel kan. De letters ‘sin’ als afkorting van sinus worden in dit verband dus niet als alfanumeriek beschouwd.
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
16
3.5. informatieboek bij nask 1 en nask 2 Bij het centraal examen nask 1 in alle leerwegen en nask 2 heeft de kandidaat op het centraal examen informatiemateriaal nodig. Goedgekeurd zijn: Voor vmbo-TL: BINAS vmbo-kgt, informatieboek voor nask 1 en nask 2 (2e editie, ISBN 978.90.01.80069.7 ) 3.6 veranderingen vmbo 2016 Ten opzichte van 2015 wijzigt er in 2016 niets bij de hulpmiddelen voor het vmbo. 4. Aanvullende opmerkingen: 4.1. Formules wiskunde Bij de exameneenheid Meetkunde van het centraal examen wiskunde moet de kandidaat enkele oppervlakte- en inhoudsformules kunnen toepassen, de kandidaat hoeft deze formules echter niet te kennen (zie de syllabus). De kandidaat moet eenvoudige meetkundige berekeningen (zoals de oppervlakte in een rechthoekige driehoek) ook moet kunnen uitvoeren zonder de bijgeleverde formule. Bij de examens worden alle formules opgesomd in één tabel in het examen. 4.2. computer Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten, kan het ook toestaan voor speciale groepen kandidaten bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld. Op www.cve.nl : Home Publicaties Overig staan aanwijzingen voor scholen die de computer als schrijfgerei willen inzetten. Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen. Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft op de computer, is o.m. een (papieren) woordenboek toegestaan. Uit een kleine praktijkproef is gebleken dat deze op het eerste gezicht wellicht anachronistische oplossing goed uitvoerbaar is. 4.3 noodzakelijk of toegestaan? De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen. Een kandidaat die bij een vak een voor dat vak toegestaan hulpmiddel gebruikt, is niet in overtreding. Een kandidaat die zonder het hulpmiddel aan het examen wenst deel te nemen, mag echter niet op grond van het ontbreken van het hulpmiddel de toegang worden ontzegd. De mate waarin een toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken, hulpmiddelen en kandidaten. Een feitelijk noodzakelijk hulpmiddel is de Binas bij nask 1 en nask 2: het lijkt niet aannemelijk dat een kandidaat alle informatie heeft gememoriseerd. Bij het verklarend woordenboek Nederlands is de behoefte en noodzaak kandidaat-afhankelijk: de een kent meer woorden dan de ander, de een heeft ook meer behoefte aan de zekerheid van het woordenboek dan de ander. Bij examens moderne vreemde talen zonder schrijfvaardigheid is een woordenboek naar de vreemde taal eigenlijk overbodig – het is slechts toegestaan om de regelgeving eenvoudig te houden (bij examens met schrijfvaardigheid is het immers weer wel zinvol), en ter voorkoming van veronderstelde rechtsongelijkheid ten opzichte van kandidaten die beschikken over beide delen in één band. Door scholen wordt soms gevraagd of de school de hulpmiddelen ter beschikking moet stellen, of dat aan de kandidaat kan worden gevraagd ze mee te nemen. Dat is ter keuze aan de school. Artikel 4
Protocol verhindering bij een centraal examen Er zijn twee vormen van verhindering: verhindering met geldige reden en verhindering zonder geldige reden. De directeur/examensecretaris stelt vast of er sprake is van verhindering met geldige reden of verhindering zonder geldige reden. Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
17
De directeur/examen secretaris zou onder meer als verhindering met geldige reden kunnen beschouwen: • ziekte die de kandidaat schriftelijk kan (laten) verantwoorden; • verhindering wegens ‘een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid’, ter bepaling door de directeur. De vaststelling door de directeur/examen secretaris of er sprake is van verhindering met geldige reden of verhindering zonder geldige reden is bepalend voor de consequenties voor de kandidaat. Bij een verhindering zonder geldige reden kan de directeur/examen secretaris maatregelen nemen conform het examenreglement van de school.
Handelwijze bij verhindering • De directeur ziet erop toe dat er tussen de school en de kandidaat en/of de ouders/verzorgers (bij voorkeur voorafgaand aan de feitelijke verhindering) adequaat is gecommuniceerd over de verhindering. • De directeur maakt op het proces-verbaal melding van de verhindering. • De directeur hoort de kandidaat en/of de ouders/verzorgers. • De directeur stelt vast of de genoemde reden een al dan niet geldige reden is voor verhindering. Verhindering met geldige reden • De directeur/examen secretaris informeert de kandidaat over de consequentie (het alsnog afleggen van een examenonderdeel in het volgende tijdvak) van de verhindering. e • Leerlingen die ziek zijn geweest of wegens overmacht geen examen konden doen in het 1 e tijdvak, kunnen deelnemen aan de examens voor de (aangewezen) vakken in het 2 tijdvak. e • Leerlingen die ziek zijn geweest of wegens overmacht geen examen konden doen in het 1 e e en 2 tijdvak, kunnen deelnemen aan de examens voor de aangewezen vakken in het 3 tijdvak.
Verhindering zonder geldige reden • De directeur besluit welke maatregel(en) genomen wordt (worden). De maatregel moet in verhouding zijn tot de onregelmatigheid. • De directeur informeert de kandidaat schriftelijk over de wijze waarop het examen zal worden afgerond.
Artikel 5
Protocol te laat komen bij een centraal examen Het verdient aanbeveling om dit protocol in samenhang met het protocol Verhindering te bekijken. Als een leerling met een legitieme reden te laat komt bij een digitaal examen of een CSPE, ligt de beslissing over het moment van herkansen bij de school.
Protocol te laat komen bij papieren examens op een vast tijdstip Te laat komen tot 30 minuten na aanvang van een zitting van het centraal examen • De directeur wordt geacht een kandidaat tot maximaal 30 minuten na aanvang van een zitting van het centraal examen tot het examen toe te laten. • De eindtijd blijft gelijk
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
18
• De directeur maakt op het proces-verbaal melding van het te laat komen en de eventuele gevolgen hiervan.
Te laat komen vanaf 30 minuten na aanvang van een zitting van het centraal examen • De directeur mag een kandidaat die meer dan 30 minuten te laat komt na aanvang van een zitting van het centraal examen niet meer tot het examen toelaten. Er is in dat geval sprake van verhindering. Zie ook punt 2. in dit reglement • De directeur maakt op het proces-verbaal melding van het te laat komen. • De directeur zorgt voor opvang van de kandidaat. • De directeur beslist of er sprake is van te laat komen met geldige reden. • De directeur informeert de kandidaat schriftelijk over de consequenties van het te laat komen. • De directeur wijst op de beroepsmogelijkheid.
Artikel 6
Protocol ziek of onpasselijk worden Het uitgangspunt is: Eenmaal gemaakt is gemaakt. Kandidaten dienen zich bewust te zijn dat een melding achteraf dat zij zich toch niet helemaal fit voelden tijdens het maken van het examen, geen reden vormt om het gemaakte werk ongeldig te verklaren.
Protocol ziek op onpasselijk worden bij examens • De directeur overlegt in eerste instantie met de kandidaat over de vraag of deze het examen kan voortzetten. • Als de kandidaat het examen niet kan afmaken, gaat de directeur tijdens de zitting na of de kandidaat het examen later op diezelfde dag kan voortzetten. De directeur overlegt hierover met de inspectie. • Als de kandidaat het examen op diezelfde dag kan voortzetten, dient de kandidaat tot die tijd in quarantaine te worden gehouden. • Indien de kandidaat het examen niet op dezelfde dag kan voortzetten, verzoekt de directeur de inspectie per omgaande om het tijdens de zitting gemaakte examenwerk ongeldig te verklaren. Wanneer de inspectie het werk ongeldig verklaart, wordt de kandidaat voor het betreffende examen verwezen naar het volgende tijdvak. • De directeur maakt op het proces-verbaal melding van het ziek worden / onpasselijk worden. • De directeur informeert de kandidaat schriftelijk over de wijze waarop het examen zal worden afgerond.
Artikel 7
Protocol Fraude bij een centraal examen door een kandidaat De wetgever gebruikt de veelomvattende term ‘onregelmatigheid’. Het plegen van fraude valt hieronder. Vormen van fraude Welke vormen van fraude door een kandidaat kunnen worden onderscheiden? Enkele voorbeelden zijn: (delen van) het examenwerk niet inleveren en beweren het wel ingeleverd te hebben; examenwerk van een ander inleveren; gebruik maken van ongeoorloofde hulpmiddelen bijvoorbeeld een mobiele telefoon; tijdens een examen afkijken of overleggen met anderen; tijdens een examen gelegenheid geven tot afkijken; Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
19
aanwijzingen krijgen/geven bij toiletbezoek; digitaal verspreiden van examenmateriaal tijdens de examenperiode.
Protocol fraude • Indien een toezichthouder waarneemt dat een kandidaat zich schuldig maakt aan een frauduleuze handeling/onregelmatigheid stelt hij de betreffende kandidaat hier onmiddellijk van in kennis. • De kandidaat wordt - als het enigszins mogelijk is - in staat gesteld om het werk af te maken. Dit om beroepsprocedures niet in de weg te staan. • De kandidaat krijgt een nieuw antwoordblad. • Op het oorspronkelijke blad wordt een melding van fraude aangetekend. Om te voorkomen dat de kandidaat iets kan uitwissen, wordt dit blad vervolgens ingenomen. • De surveillant maakt van het geconstateerde melding op het proces verbaal. • Uiterlijk direct na afloop van het examen wordt de directeur van het voorval mondeling en schriftelijk in kennis gesteld. De directeur stelt een onderzoek in, waarbij de verschillende betrokkenen worden gehoord. • Nadat het onderzoek is afgesloten, neemt de directeur een beslissing betreffende de daadwerkelijke fraude en de eventueel te nemen maatregelen. • De kandidaat en, bij minderjarigheid diens ouders, wordt schriftelijk van de beslissing van de directeur in kennis gesteld. De kandidaat wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid. • De directeur stelt tevens de inspectie op de hoogte van zijn beslissing.
Artikel 5. van Examenbesluit Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:
o a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen,
o b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen,
o c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen,
o d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen.
Artikel 8
De uitslag van de examens Het centraal schriftelijke examenwerk van de vakken Nederlands, Engels, wiskunde, economie en nask1 wordt door de eigen docent gecorrigeerd (1e corrector) en daarna door
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
20
een 2e corrector van een andere school. Zij bepalen in onderling overleg de score op basis van landelijk vastgestelde normen. De overige vakken worden op schoolniveau beoordeeld. De uitslag voor ivo-mavo wordt bekend op de uitslagdag op zijn vroegst rond 12:00 uur bekend gemaakt. Alle kandidaten worden gebeld (zorg voor correcte telefoonnummers bij de mentor).
Artikel 9
Herexamens Centraal Examen Na de voorlopige uitslag kunnen zich 3 mogelijkheden voordoen: - Je bent geslaagd en je wilt geen herexamen in het 2e tijdvak aanvragen. - Je bent geslaagd en je wilt wel een herexamen in het 2e tijdvak aanvragen om je cijfer te verbeteren. - Je bent afgewezen. Herexamen voor één vak in het 2e tijdvak is mogelijk. Overleg met mentor en vakdocent. - De herexamens vinden plaats op in juni, zie data hieronder. Je ontvangt van je mentor een voorlopige cijferlijst. Bij de cijferlijst zit het Aanvraagformulier voor het 2e tijdvak, waarop je moet invullen of je wilt herkansen en in welk vak dat geschiedt. Met nadruk moeten we je erop wijzen, dat je je tot het einde van het cursusjaar beschikbaar moet houden voor een mogelijk hernieuwd examen in één of meerdere vakken (dus buiten het tijdstip van de herkansing om). De uitslag van het 2e tijdvak wordt op de uitslagdag (zie onder) bekend gemaakt worden. Voor data ondertekening en uitreiking diploma zie schema in art. 10. De kandidaat moet het diploma en andere papieren onder getuige ondertekenen, het pakket kan niet worden toegezonden!
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
21
Artikel 10
planning examen vmbo, havo, vwo 2014 - 2015 Activiteit studieweek 1 klas 10 ivo-mavo en klas 12 Schoolexamen, SE1 klas 10 ivo-mavo en klas 12 herkansing SE1
Datum 27 – 31 oktober 2014 3 – 7 november 2014 20 november 2014
studieweek 2 klas 10 ivo-mavo en klas 12 Schoolexamen, SE2 klas 10 ivo-mavo en klas 12 herkansing SE2
5 - 9 januari 2015 12 – 16 januari 2015 29 januari 2015
studieweek 3 klas 10 ivo-mavo en klas 12 Schoolexamen, SE3 klas 10 ivo-mavo en klas 12 Herkansing SE3
16 – 20 maart 2015 23 – 27 maart 2015 9 april 2015
e
Centraal Examen 1 tijdvak uitslag examens ivo-mavo (Ned, En, wis, ec en e nask1), 1 tijdvak e uitslag examens havo en vwo, 1 tijdvak Uiterlijk inleveren deelnameformulier vmbo, havo e en vwo 2 tijdvak e
ma 11 mei tot en met wo 27 mei 2015 donderdag 11 juni 2015 donderdag 11 juni 2015 vrijdag 12 juni vóór 10.00 u bij examenbureau
Centraal examen 2 tijdvak
di 16 juni tot en met vr 19 juni 2015
tweede tijdvak aangewezen vakken (staatsexamen)
vrijdag 19 juni 2015
e
uitslag examens vmbo, havo, vwo, 2 tijdvak e
dinsdag 30 juni 2015
opgeven voor 3 tijdvak e 3 tijdvak uitreiking diploma’s
datum wordt nader bekend gemaakt augustus 2015 Zie jaarrooster 2014 - 2015
Afname kijk- en luistertoetsen moderne vreemde talen vwo Duits Engels Frans havo Frans Duits Engels ivo-mavo Duits Engels Frans
afnamedatum
Afnameperioden van de rekentoets examens 2015. Eerste afnameperiode 2F (vmbo) 3F (havo/vwo) Tweede afnameperiode 2F en 3F
maandag 19 januari 2015 dinsdag 20 januari 2015 woensdag 21 januari 2015 maandag 19 januari 2015 dinsdag 20 januari 2015 woensdag 21 januari 2015 woensdag 21 januari 2015 donderdag 22 januari 2015 vrijdag 23 januari 2015
woensdag 4 maart t/m dinsdag 17 maart 2015 woensdag 11 maart t/m dinsdag 24 maart 2015 Donderdag 28 mei t/m dinsdag 9 juni 2015
Antoon van Hooft, Examensecretaris
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
22
EXAMENREGLEMENT ivo-mavo
Reglement Examenzittingen
2014 - 2015
Maastricht 1 oktober 2014
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
ivo-mavo 2014 - 2015
23
INHOUD EXAMENREGLEMENT ivo-mavo bladzijde Individueel Voortgezet Onderwijs (IVO) op de Bernard Lievegoed School Rekentoets 2013 – 2014 Artikel 1 Toelating tot het eindexamen Artikel 2 Afnemen eindexamen Artikel 3 Indeling eindexamen: sectorwerkstuk
1 1 3 3 3
INHOUD VAN HET EINDEXAMEN Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6, 7 en 8 Artikel 9 Artikel 10
Examenprogramma Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten vervallen Vakken en andere programmaonderdelen van het vmbo-tl Vrijstelling en ontheffing in periode vmbo beroepsonderwijs
3 3 4 4
REGELING VAN HET SCHOOLEXAMEN Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15a Artikel 15b Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23
Schoolexamen Mededeling beoordeling schoolexamen Beoordeling schoolexamen Het examendossier Het sectorwerkstuk Grote praktische opdracht Oriëntatie op beroep en studie Schoolexamens; toetsen/praktische opdrachten Inhalen van toetsen Herkansingen van PTA onderdelen Afsluiting van het schoolexamen Onregelmatigheden Bezwaren en klachten De examencommissie
5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 8 8 9 9
REGELING VAN HET CENTRAALEXAMEN Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31 Artikel 32 Artikel 33 Artikel 34 Artikel 35 Artikel 36 Artikel 37
Centraal eindexamen Eindcijfer examen Vaststelling uitslag Uitslag vmbo Herkansing centraal examen Diploma en cijferlijst Duplicaten en afgifte verklaringen Afwijking wijze van examineren Gegevensverstrekking Bewaren examenwerk Spreiding voltooiing eindexamen Gevallen waarin dit reglement niet voorziet Inwerkingtreding Examenreglement en het PTA Verspreiding Examenreglement met bijbehorend PTA Examenreglement
Bernard Lievegoed School
10 10 10 10 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13
ivo-mavo 2014 - 2015
24
Artikel 38 Artikel 39 Artikel 40 Artikel 41 Artikel 42
Inzage examenreglement Secretaris van het eindexamen voor de BLS Adres Commissie van Beroep voor de examens Vaststelling Examenreglement Op de hoogte te zijn van dit reglement
13 13 13 13 13
Reglement examenzittingen Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4
Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7
Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10
Algemene regels examenzitting v.m.b.o., h.a.v.o. en v.w.o. Dyslectische kandidaten Hulpmiddelen die bij het Centraal Examen Protocol verhindering bij een centraal examen Handelwijze bij verhindering Verhindering met geldige reden Verhindering zonder geldige reden Protocol te laat komen bij een centraal examen Protocol ziek of onpasselijk worden Protocol Fraude bij een centraal examen Vormen van fraude Protocol fraude De uitslag van de examens Herexamens (Centraal Examen) planning examen vmbo, havo, vwo 2013 – 2014
Examenreglement
Bernard Lievegoed School
14 15 15 17 18 18 18 18 19 19 19 20 20 21 22
ivo-mavo 2014 - 2015
25