Examencontracten INHOUD 1.
Examencontract vandaag ............................................................................................................................................ 3
Wat ...................................................................................................................................................................................... 3 Voorwaarden ....................................................................................................................................................................... 3 Sociaal statuut..................................................................................................................................................................... 4 Aantal inschrijvingen ........................................................................................................................................................... 4 Leerkrediet .......................................................................................................................................................................... 4 2.
Probleemstelling .......................................................................................................................................................... 5
Administratieve lasten en kostprijs ...................................................................................................................................... 5 Misbruik ............................................................................................................................................................................... 5 3.
aandachtspunten binnen discussie ............................................................................................................................. 5
Tweede kansonderwijs als finaliteit ..................................................................................................................................... 5 Faciliteiten voor studenten .................................................................................................................................................. 6 Inbedding examencontract binnen instellingen ................................................................................................................... 6 verenigbaarheid examencontract met actieve onderwijsvormen......................................................................................... 6 levenslang leren, werkstudenten en flexibel onderwijs ....................................................................................................... 6 voorlopige Conclusie ........................................................................................................................................................... 7 4.
discussiekader............................................................................................................................................................. 7
Examencontract behouden? ............................................................................................................................................... 7 Contra................................................................................................................................................................................................. 7 Pro ...................................................................................................................................................................................................... 8 Voorstel tot oplossing: ........................................................................................................................................................................ 8
Examencontract onderwerpen aan restricties? ................................................................................................................... 8 Pro ...................................................................................................................................................................................................... 8 Contra................................................................................................................................................................................................. 8 Mogelijke voorstellen tot oplossing..................................................................................................................................................... 8
investeren door instellingen in Examencontract? ................................................................................................................ 9 Vooraf: het bredere kader van flexibel onderwijs voor werkstudenten ............................................................................................... 9 De drie trajecten ontleed .................................................................................................................................................................... 9 financiele plaatje voor de student ..................................................................................................................................................... 10
Examencontracten | 15 april 2011 | 1
Financieel plaatje voor de overheid.................................................................................................................................................. 11 veruimen aanbod programma‟s geschikt voor werkstudenten ......................................................................................................... 13
5.
Bronnen ..................................................................................................................................................................... 14
6.
Annex 1 ..................................................................................................................................................................... 14
Examencontracten | 15 april 2011 | 2
1.
EXAMENCONTRACT VANDAAG
WAT De examencontracten zijn de opvolgers van de voormalige inschrijvingen voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. Deze “middenjury” van het hoger onderwijs, was bedoeld voor studenten die om wat voor reden ook niet naar de les konden gaan en vooralsnog een diploma wilden halen. De regeling was speciaal en kenmerkte zich door: -
een inschrijving om louter examens af te leggen; inschrijven mogelijk tot vlak voor de examenzittijd; één examenkans per inschrijving; inschrijving niet te weigeren; inschrijving voor alle onderdelen mogelijk; laag inschrijvingsgeld; principieel geen statuut van student en; geen beroep op faciliteiten.
Deze regeling werd afgeschaft met het structuurdecreet in 2003. Het decreet voorzag wel in een mogelijkheid om enkel in te schrijven voor de examens en trok het inschrijvingsgeld op van 125 euro naar 250 euro voor een voltijdse inschrijving. Het flexibiliseringsdecreet van 2004 zorgde voor een contractualisering van inschrijvingen. Naast diplomaen creditcontracten, werden examencontracten ingevoerd. Dit is de vroegere inschrijving voor het afleggen van examens. Instellingen mogen nu zelf bepalen of examencontractanten naar de les mogen gaan of niet. Er zijn twee types: examencontracten met het oog op het behalen van een diploma en examencontracten voor afzonderlijke opleidingsonderdelen die enkel leiden tot een creditbewijs. Oorspronkelijk kreeg elke student van het flexibiliseringsdecreet de keuzevrijheid en het recht om voor elk vak één van de drie types contract (diploma, credit of examen) te kiezen. Noch voor examencontracten, noch voor creditcontracten kunnen bij de inschrijving bijkomende studievoorwaarden worden gesteld of de inschrijving geweigerd worden. Het “minidecreet” van 2006 geeft instellingen de mogelijkheid om bepaalde opleidingsonderdelen uit te sluiten van het recht op een examencontract zoals bijvoorbeeld een stage of een meesterproef. Wie wil afstuderen via een examencontract, kan nu voor opleidingsonderdelen die wegens hun aard niet in aanmerking komen voor een examencontract, toch uitwijken naar een creditcontract. Hetzelfde decreet breidde de toepassingsmogelijkheden van de bindende studievoorwaarden en weigering van inschrijving, uit van diplomacontracten naar creditcontracten. Later werden hier ook examencontracten met het oog op het behalen van afzonderlijke credits aan toegevoegd. De inschrijving voor een credit- of examencontract (gericht op een creditbewijs) kan nu worden geweigerd aan een student die al twee keer voor een bepaald opleidingsonderdeel was ingeschreven zonder een creditbewijs te halen. Examencontracten met het oog op het behalen van een diploma zijn niet onderhevig aan de maatregelen ter studievoortgangsbewaking. VOORWAARDEN
Het recht om zich in te schrijven met een examencontract is onbeperkt; In het examencontract moeten de voorwaarden opgenomen worden waaronder de student kan deelnemen aan onderwijsactiviteiten en gebruik kan maken van de onderwijsondersteunende faciliteiten; Deze bepaling laat twee interpretaties toe. (1) De student heeft geen „recht‟ hierop maar de instelling kan mogelijkheden voorzien. (2) De andere stelt dat de examencontractstudent in principe wel kan deelnemen aan de activiteiten en dat enkel bepaalde voorwaarden kunnen gesteld worden. In de praktijk wordt de deelname aan activiteiten en begeleidingsactiviteiten in bepaalde gevallen gedoogd. De instellingen kunnen in hun onderwijsregeling vastleggen dat bepaalde opleidingsonderdelen wegens hun aard niet in aanmerking komen voor een examencontract. Instellingen dienen uitdrukkelijk te motiveren waarom een opleidingsonderdeel niet gepast is binnen een examencontract. Examencontracten kunnen tevens
Examencontracten | 15 april 2011 | 3
gecombineerd worden met andere contracten. Zo kunnen opleidingsonderdelen zoals „stages‟ die in principe uitgesloten zijn voor deze vorm van studeren, aangevuld gevolgd worden met een creditcontract. Het flexibiliseringsdecreet regelt geen mogelijkheid van weigering met betrekking tot examencontractstudenten die een diploma wensen te behalen. Enkel voor diplomacontracten wordt dit expliciet bepaald. Weigering van studenten moet steeds beperkend geïnterpreteerd worden gezien de student in principe recht heeft om zich in te schrijven. Enkel een examencontract met het oog op het behalen van individuele credits kan geweigerd worden ingeval men zich een derde maal wenst in te schrijven voor eenzelfde opleidingsonderdeel. Dit wordt weliswaar expliciet vermeld voor credit- en examencontracten..
SOCIAAL STATUUT Waar in het verleden de persoon die zich inschreef bij de Examencommissie niet het statuut had van student, is de persoon die zich inschrijft met een examencontract juridisch wel degelijk een student die zich inschrijft bij een instelling en met de instelling een toetredingsverklaring aangaat. Hij schrijft zich in onder de door de instelling bepaalde voorwaarden. Deze studenten hebben in principe dezelfde rechten als andere studenten. Zo kan hij beroep doen op de OER-regeling, heeft hij toegang tot de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen en is hij zelfs verkiesbaar in de studentenraad. Ook in geval van overstap naar een ander regime zijn er geen decretale beperkingen ingeschreven. Voor een aantal sociale voordelen moet wel rekening gehouden worden met het feit dat studenten met een examencontract vaak een ander hoofdstatuut hebben waardoor zij geen beroep kunnen doen op dergelijke voordelen. Ook het decreet op de studentenvoorzieningen sluit een aantal voorzieningen expliciet uit voor deze categorie. AANTAL INSCHRIJVINGEN Het aantal creditcontracten is slechts met 1% gestegen sinds ze in 2005-2006 ingevoerd werden (zie tabel 1b). Een blik op de cijfers van het aantal examencontracten leert dat in 2009-2010 0.5% van alle inschrijvingen gebeurde in een examencontract met het oog op het behalen van een diploma. In 2010-2011 bedroeg dit 0,4%. Deze type van contracten bedraagt dus een erg beperkt deel van de totale aangegane contractvormen. Het aantal examencontracten is bovendien licht gezakt in de loop der jaren. Van de ruim 1.000 studenten die in 2010-2011 ingeschreven zijn met een examencontract diploma, combineren er 688 dit met een diplomacontract. Van deze groep zijn er 495 studenten die voor dezelfde opleidingscode ingeschreven zijn in hun diplomacontract en in hun examencontract.1 LEERKREDIET Met het nieuwe financieringsdecreet werd de systematiek van het leerkrediet ingevoerd. Op deze manier worden de studenten mede verantwoordelijk gesteld voor hun studiesucces en studievoortgang in het hoger onderwijs. Vanaf het academiejaar 2008-2009 krijgt elke student bij inschrijving in een hogeschool of universiteit een éénmalig individueel leerkrediet van 140 studiepunten, ongeacht of de student is ingeschreven met een diploma-, een credit- of een examencontract. Het leerkrediet wordt echter enkel ingezet door studenten onder een diploma- of creditcontract. Aangezien de inschrijvingen voor examencontracten niet financierbaar zijn worden deze inschrijvingen niet afgetrokken van het leerkrediet van een student. Dit impliceert ook dat verworven studiepunten door een student onder examencontract niet toegevoegd worden aan het individuele leerkrediet. 1
Databank Hoger Onderwijs (DHO), uit werkgroep implementatielasten invoering flexibilisering
Examencontracten | 15 april 2011 | 4
2.
PROBLEEMSTELLING
De onderwijsinstellingen zijn het examencontract liever kwijt dan rijk. In de werkgroep implementatielasten van de flexibilisering hebben ze daartoe een aanzet gegegevn waarbij twee hoofdredenen worden vermeld. ADMINISTRATIEVE LASTEN EN KOSTPRIJS Er zijn veel klachten betreffende de extra administratieve last en kost die examencontracten met zich meebrengen. Instellingen zijn van mening dat de administratieve belasting te groot is in verhouding met het aantal studenten die er hun voordeel uithalen. Examencontracten worden niet gefinancierd in hoofde van de instellingen. Voor de kosten die ze maken, worden ze niet integraal vergoed via de beperkte inschrijvingsgeld die op het examencontract rust. Bovendien maakt het gebrek aan financiering dat er in dit type contract door de instelling ook nauwelijks geïnvesteerd wordt. MISBRUIK Het examencontract heeft als doelgroep om studenten die om bepaalde redenen niet meer voltijds kunnen studeren of vakken bijwonen toch de kans te geven om zich verder te vormen. Examencontracten trekken desondanks ook reguliere studenten aan die gebruik maken van deze contractvorm om op een goedkope manier te studeren. Een examencontract kost voor 60 studiepunten immers slechts de helft van een diplomacontract. Hiernaast blijkt ook dat zij-instromers die eigenlijk gebaat zouden zijn met een EVC-procedure omwille van de hoge kostprijs en de omslachtige bureaucratie liever een examencontract nemen.
3.
AANDACHTSPUNTEN BINNEN DISCUSSIE
De administratieve lasten, kostprijs en misbruik mogen dan wel de hoofdredenen zijn die instellingen aanhalen om dit contracttype te schrappen, ze vormen nog geen argumenten om dat ook effectief zo te doen. Vijf elementen verdienen voor de discussie nadere toelichting. TWEEDE KANSONDERWIJS ALS FINALITEIT De voormalige examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap was bedoeld om personen om diverse redenen een kans te geven om (nog) een diploma hoger onderwijs te halen. Voor de mensen uit die groep was het niet evident om nog aansluiting te vinden bij reguliere hoger onderwijsprogramma‟s. Door het bieden van een recht op inschrijving voor het behalen van een diploma via simpel behalen van examen, was pedagogische omkadering afwezig. In de praktijk werd de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap zo het laatste vangnet voor het behalen van een diploma voor studenten die niet via de reguliere weg kunnen studeren. Als opvolger van dit „midden jury‟ examen is deze tweede kans-functie ook eigen aan examencontracten. Bij de invoering van de flexibilisering zijn de opeenvolgende inschrijvingsmogelijkheden voor alle contracttypes en inhouden verscherpt, met uitzondering van die voor het examencontract. Het examencontract is zo letterlijk de laatste „tweede‟ kans geworden voor mensen, jong of oud, om alsnog een diploma hoger onderwijs te behalen. Die „tweede kans‟ wordt door de instellingen soms geïnterpreteerd als misbruik. Gevallen van studenten die, na uitputting van de reguliere mogelijkheden van studeren, bijvoorbeeld door gebrekkig leerkrediet of bindende studievoortgangsmaatregelen, overschakelen op een examencontract en vervolgens diverse jaren proberen zijn inderdaad bekend. Daarentegen blijken de ingeschrevenen voor een examencontract uit alle leeftijdslagen voor te komen, weliswaar afnemend naarmate de leeftijd ouder wordt.2 Objectiever is het kijken naar het aantal verworven credits te vergelijken met het aantal opgenomen credits voor de diverse contracttypes. In 2008-2009 bedroeg dat percentage 48% voor creditcontracten, 77% voor diplomacontracten, 2
Nota administratieve lasten implementatie flexibilisering, Vlaamse overheid.
Examencontracten | 15 april 2011 | 5
38% voor examencontracten ter behalen van bepaalde credits en 44% voor examencontracten ter behalen van een diploma. In 2009-2010 bedroegen dat respectievelijk 46%, 76%, 32% en 37%. 3 FACILITEITEN VOOR STUDENTEN Studenten met een examencontract worden meestal de toegang tot de onderwijsactiviteiten ontzegd. Hetzelfde gebeurt voor de toegang tot de bibliotheek, elektronisch leerplatform en andere onderwijsondersteunende faciliteiten. Soms wordt zelfs elke communicatie geweigerd met examencontractstudenten. Sommige instellingen voorzien voor enkele faciliteiten de mogelijkheid ze ter beschikking te krijgen mits betaling van een aanvullende vergoeding. Instellingen zijn hoe dan ook verplicht om de meest essentiële informatie met het oog op het afleggen van het examen ter beschikking te stellen van de studenten. Daaronder zijn begrepen informatie over leerinhouden, cursusmaterialen, enz. Een correcte invulling van de ECTS fiches zou deze informatie normaal voldoende en precies moeten verschaffen. Daarenboven neemt een elektronisch leerplatform een belangrijke plaats van informatieverschaffing in. Essentiële communicatie gebeurt immers steeds meer via Blackboard of gelijkaardige tools. INBEDDING EXAMENCONTRACT BINNEN INSTELLINGEN Examencontracten hebben binnen de instellingen geen goede reputatie zoals reeds boven is aangegeven. Dit type van contract is slechts ad hoc ingebed binnen de instellingen, laat staan dat het gepromoot wordt. Het bescheiden aantal studenten dat een examencontract neemt, kan niet los gezien worden van de ontradingspolitiek die door instellingen gehanteerd wordt. Deze politiek kan soms terecht zijn indien de instelling alternatieven te bieden heeft die beter op de noden van de specifieke student inspelen. Daarentegen worden examencontracten in een aantal gevallen bewust systematisch uitgesloten uit het aanbod of onmogelijk gemaakt door onhaalbare condities. VERENIGBAARHEID EXAMENCONTRACT MET ACTIEVE ONDERWIJSVORMEN Bij examencontracten wordt er strikt genomen geen onderwijs opgenomen. De kwaliteit van de opleiding speelt in mindere mate mee omdat de student zelf instaat voor het opleiden naar het examen toe. Door een recente intrede van nieuwe accenten op onderwijs en vormen waarbij studenten een meer actieve rol spelen binnen een sterk onderwijskader stelt zich de vraag of een student nog wel in staat is om zichzelf volledig op te leiden en dus louter in te schrijven voor het afleggen van examens. Enkele jaren na de intrede van het examencontract zijn daarom een aantal opleidingsonderdelen door hun aard uitgesloten om te volgen met een examencontract. De aard van onderwijs- en examenvormen die noodzakelijk zijn om de overeenstemmende leerresultaten te bereiken zijn immers niet te verzoenen met volledige zelfstudie. De constructie die dit euvel oplost is het volgen van een examencontract én een creditcontract samen. Een creditcontract geeft wel recht op alle informatie, ondersteuning en begeleiding die noodzakelijk is om het onderdeel af te leggen. LEVENSLANG LEREN, WERKSTUDENTEN EN FLEXIBEL ONDERWIJS De oude examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap was vroeger één van de weinig manieren voor iemand met een hoofdstatuut als werknemer om toch nog verder te studeren. Met het flexibiliseringsdecreet zijn de mogelijkheden om programma‟s voor werkstudenten aan te bieden echter verruimd: flexibele deeltijdse studietrajecten, creditcontracten, geïndividualiseerde trajecten, afstandsonderwijs, EVC-procedures… De vraag is dan of de examencontracten nog absoluut noodzakelijk blijven binnen dit geheel van maatregelen om nieuwe doelgroepen te stimuleren, zoals zij-instromers, herintreders, studenten met gezinslast, werkende studenten… ? In de eerste plaats zijn er de trajecten binnen regulier onderwijs die aangepast kunnen worden naar gelang de noden van werkstudenten. Het betreft dan avondonderwijs, deeltijds onderwijs, aangepaste onderwijs- en/of examenvormen die combineerbaar zijn met een werkritme, enz. De verschillen tussen instellingen en opleidingen onderling in de mate 3
Cijfers uit de DHO
Examencontracten | 15 april 2011 | 6
waarin ze dergelijke trajecten voor werkstudenten aanbieden zijn opvallend. Niet elke opleiding wordt aangeboden in een formule die studies en werk gemakkelijk laat combineren. In de tweede plaats zijn er onderwijsprogramma‟s die worden aangeboden aan studenten die geen goede balans tussen werk- en onderwijs kunnen bekomen. Voor hen is afstandonderwijs een goed alternatief. Afstandsonderwijs is er immers op gericht om studenten een hoogwaardige, vaak elektronische leeromgevingvia eigen ritme en zelfstudie Ook afstandsonderwijs staat in de Vlaamse instellingen veelal nog in zijn kinderschoenen. Een samenwerking tussen hoger onderwijsinstellingen en de Open Universiteit moet op termijn een groeiend aanbod van onderwijsprogramma‟s te volgen via afstandsonderwijs creëren. Een examencontrac tot slot is tevens een instrument van levenslang leren. Het biedt de mogelijkheid om zij die niet langer een contract kunnen aangaan voor reguliere types omwile van beperkingen of werkomstandigheden, alsnog een, soms bijkomend, diploma te laten behalen. VOORLOPIGE CONCLUSIE Examencontracten staan onder toenemende druk. De grens tussen tweedekans onderwijs en misbruiken van de flexibilisering is klein. Door het ontbreken van voorzieningen zoals een elektronisch leerplatform blijven studenten verstoken van essentiële informatie en aanvullend cursusmateriaal. Binnen sommige instellingen zijn examencontracten al dan niet bewust slecht ingebed of gewoon afwezig. Examencontracten conflicteren meer en meer met de keuze voor actievere vormen van onderwijsverstrekking en nopen tot de opname van creditcontracten om die actieve vorm toch te kunnen volgen. Bovendien vormen aangepaste trajecten binnen reguliere onderwijsprogramma‟s en nieuwe vormen van afstandsleren alternatieven voor werkstudenten om zich levenslang bij te scholen. Is er nog een toekomst voor examencontracten?
4.
DISCUSSIEKADER
EXAMENCONTRACT BEHOUDEN? De gedachte van een „tweede kans‟ krijgen via het examencontract type is eerder principieel van aard. De eerste vraag die beantwoord moet worden is of het examencontract al dan niet behouden moet blijven. CONTRA
Meer en meer diplomacontracten voorzien in een aangepast traject, voorzien op werkstudenten, veel beter aangepast aan hun noden; Het leerkrediet belemmert enerzijds de vooruitgang in examencontracten: studenten zonder leerkrediet zullen voor bepaalde onderdelen binnen een examencontract alsnog een creditcontract moeten afsluiten omwille van de aard van het onderdeel; Indien werkstudenten zich via een diplomacontract inschrijven in plaats van een examencontract krijgen de instellingen enerzijds financiële middelen voor die student en anderzijds beschikt de student over alle pedagogische en materiële faciliteiten; De „tweede‟ kans wordt in een aantal gevallen eerder de „tweede‟ mislukking: studenten die vijf jaar blijven aanmodderen om dan uiteindelijk nog geen diploma te behalen. Het leerkrediet wordt jaarlijks met 10 EC aangevuld: studenten hebben dus na vijf jaar een „nieuwe‟ kans. Ook vervalt na vijf jaar het weigeringsrecht op inschrijven voor een bepaald onderdeel na twee inschrijvingen te falen.
Examencontracten | 15 april 2011 | 7
PRO
De „tweede‟ kans is een principiële kwestie: iedereen moet de kans hebben om examens af te kunnen leggen met het oog op een diploma. Slechts een beperkt aantal studenten maakt vandaag gebruik van een examencontract en daarvan slaagt ondanks afwezigheid van begeleiding nog ongeveer één derde; Een examencontract kost nog steeds minder dan een diplomacontract en al helemaal in vergelijking met het afstandsonderwijs aangeboden door de open universiteit; Hoewel het hoofdzakelijk twintigers zijn die ingeschreven zijn, maakt een beperkt aandeel werkstudenten van dit contracttype gebruik.
VOORSTEL TOT OPLOSSING:
Principesbeslissing door de AV
EXAMENCONTRACT ONDERWERPEN AAN RESTRICTIES? De vraag kan gesteld worden of met het oog op de misbruiken bepaalde extra restricties wenselijk zijn? PRO
Vandaag hebben studenten niet alleen een tweede kans, maar ook een derde, een vijfde of een tiende. Is dat nog redelijk te verantwoorden? Is studievoortgang niet alleen wenselijk voor de kwaliteit van het doorlopen traject maar ook voor de zekerheid voor het individu met het oog op het behalen van een diploma? De voorwaarden voor het mogen volgen van een examencontract moeten parallel lopen met de doelstelling van levenslang leren: laat de definitie van „student‟ die zo‟n programma mag volgen gelijk lopen met de definitie van werkstudent. Dat impliceert tijdens het opnemen van het examencontract moeten bewijzen te werken of als werkloze geregistreed staan alsook nog geen graad van master in het hoger onderwijs bezitten.
CONTRA
Examencontracten ter behalen van een credit is vandaag reeds onderworpen aan bepaalde restricties, onder meer met het oog op studievoortgangsbewaking. Om via een examencontract een diploma te behalen, gelden dezelfde restricties, alleen via een omweg. Zo goed als geen examencontract kan worden behaald zonder het opnemen van een aanvullend creditcontract. De inschrijving in een creditcontract kan geweigerd worden na twee inschrijvingen. Een inschrijving voor een creditcontract heeft bovendien ook invloed op het leerkrediet. Studeren via een examencontract kent dus impliciet reeds bepaalde restricties die eigen zijn aan de creditcontracten. Alle rechten geldend op het creditccontract moeten dan wel gerespecteerd worden!
MOGELIJKE VOORSTELLEN TOT OPLOSSING
Recht op maximum twee inschrijvingen voor een examencontract ter behalen van een diploma binnen een periode van vijf jaar; Hanteren van de definitie van werkstudent voor de toelating tot een examencontract. Die definitie bevat enerzijds het niet beschikken over een masterdiploma hoger onderwijs en anderzijds een minimaal aantal uren tewerk gesteld zijn of als werkloos geregistreed staan. Hiermee wordt het misbruik door een inschrijving in een examencontract onmiddellijk volgend na de uitwerking van bindende studievoortgangsmaatregelen afgeremd; Een pleidooi voor het behoud van de huidige decretale regelgeving omtrent creditcontracten. Een student weigeren om bepaalde opleidingsonderdelen te volgen kan enkel op grond van volgtijdelijkheid. Andere redenen van praktische of organisatorische aard mogen geen uitsluitingsgrond vormen. Daarenboven zouden onderwijsinstellingen decretaal verplicht moeten worden aan te geven welke vervangende opdrachten en/of traject voor onderdelen die binnen een examen worden uitgesloten moeten worden gevolgd.
Examencontracten | 15 april 2011 | 8
INVESTEREN DOOR INSTELLINGEN IN EXAMENCONTRACT? De vraag kan gesteld worden of extra investeringen de weinig succesvolle examencontracten een nieuwe boost kan geven richting het verhogen van slaagcijfers, de aantrekkelijkheid voor werk- en tweede kans studenten. Met andere woorden, investeer in de flexibiliteit. Het is deze vraag die destijds al geopperd werd in de memorie naar aanleiding van het flexibiliseringsdecreet in 2004: “Deze vorm van flexibilisering is al voorzien in het structuurde- creet, en blijft voorlopig best behouden omwille van de afschaffing van het systeem van de examen- commissie van de Vlaamse Gemeenschap. Op ter- mijn zal moeten blijken of de creatie van de andere mogelijkheden tot flexibel studeren dit examen- contract niet overbodig maakt.” VOORAF: HET BREDERE KADER VAN FLEXIBEL ONDERWIJS VOOR WERKSTUDENTEN
Grofweg zijn er in het flexibel onderwijs voor werkstudenten vandaag drie trajecten mogelijk binnen de traditionele bachelors en masters in het hoger onderwijs:
Een traject afgestemd op werkstudenten in kader van een diplomacontract; Afstandsonderwijs aan één van de studiecentra van de Open Universiteit; Een examencontract.
Daarnaast bieden instellingen volgende type opleidingen vandaag of in de nabije toekomst aan voor studenten die willen bijscholen:
hoger beroepsonderwijs (HBO), Permanente vorming o Artikel 17 § 1: postgraduaat opleiding: postgraduaat getuigschrift na succesvolle voltooiing van opleidingstrajecten met studie-omvang van ten minste 20 studiepunten; o Aritkel 17 § 2: “kortere opleidingstrajecten” Permanente vormingsopleiding: meestel x aantal uren, equivalent aan x studiepunten, afgesloten bijvoorbeeld met getuigschrift. Bijvoorbeeld een cursus. Permanente vormingsactiviteiten onbepaald, afgesloten bijvoorbeeld met attest. Bijvoorbeeld een studiemiddag.
Over die tweede groep spreken we hier niet maar het is wel goed in te zien dat deze vormen bestaan. De eerste drie vormen zullen onze aandacht vervolgens wegdragen. DE DRIE TRAJECTEN ONTLEED
Een traject afgestemd op werkstudenten in het kader van een diplomacontract Studenten kunnen vandaag in het kader van een deeltijds of voltijds diplomacontract faciliteiten krijgen indien zij als werkstudent worden aanzien. Bovendien beschikken zij over alle voorzieningen en begeleiding zoals een gewone student heeft aangezien hun opleiding via een klassiek contract wordt gevolgd dat bovendien gefinancierd wordt. Afstandsonderwijs aan één van de studiecentra voor de open universiteit Zoals een examencontract aan een Vlaamse hoger onderwijsinstelling, heeft een student via een opleiding aan een van de studiecentra van de Open Universiteit (OU) ook geen klassiek contactonderwijs. In tegenstelling tot een ecamencontract ontwikkelt de OU, al dan niet samen met de Vlaamse studiecentra, een hoogwaardige virtuele leeromgeving, al dan niet aangevuld met individuele afstandsbegeleiding. Die sterke ondersteuning op afstand maakt dat studenten beter voorbereid worden naar het examen toe. Een examencontract De ontwikkeling van dergelijke hoogwaardige ondersteuning kan niet binnen de beperkte financiering die instelling hebben voor examencontracten. Sommige instellingen, de K.U.Leuven is zo‟n voorbeeld, bieden wel de mogelijkheid om te genieten van bepaalde faciliteiten zoals de elektronische leeromgeving mits betaling van 50 euro voor die „dienst‟. Voor het informatiedeficiet is dat een eerste oplossing maar ook niet meer dan dat. De informatie & eventuele „virtuele‟
Examencontracten | 15 april 2011 | 9
begeleiding die op dergelijke platformen ter beschikking is, is immers afgestemd op het contactonderwijs dan op afstandsonderwijs.
FINANCIELE PLAATJE VOOR DE STUDENT
In de onderstaande tabel is het kostenplaatje opgenomen voor verschillende parameters. Voorafgaand moet opgemerkt worden dat:
Voor een goede vergelijking, de kostprijs van het cursusmateriaal, geschat op zo‟n 500 euro per jaar,4 moet opgenomen worden bij het inschrijvingsgeld van het diplomacontract en examencontract. Bij de open universiteit zit dat immers standaard in het pakket; Het is goed om weten dat een werknemer die wil studeren per kalenderjaar via een persoonlijke bijdrage van 125 euro een opleidingscheque van maximaal 250 euro kan inzetten voor eender welk van de drie contracttypes; Het is goed om weten dat bovenop een opleidingscheque van 250 euro, een werknemer zonder een diploma hoger onderwijs voor een bachelordiploma, een diploma met sociale promotie of een lerarenopleiding nog eens 250 euro kan aanvragen, zonder een persoonlijke bijdrage.5 Hier dient wel een kanttekening bij gemaakt te worden dat voor alle opleidingen van de OU deze 250 euro ingezet kan worden terwijl dat bij onderwijsinstellingen slechts voor een bachelor kan, althans behoudens uitzonderingen.
Open universiteit inschrijvingsgeld 60EC IG + cursusmater. subsidie overheid totale kost inschrijvingsgeld 60EC Inkomenskorting A Inkomenskorting B IG + cursuskost A IG + cursuskost B OpleidingsC (125) Gn dipl. HO (375)
4 5
Diplomacontract examencontract 3122
568,3
259,9
3122 1790,03 4912,03
1068,3 3202,8 4270,6
759,9 0 759,9
3122 1561 624,4 1561 624,4 499,4 249,4
568,3 376,2 80 876,2 580 455 205
259,9 259,9 259,9 759,9 759,9 634,9 375
vergelijking afkomstig uit de nota Blended Learning van de Vlir. http://vdab.be/opleidingscheques/werknemers3.shtml
Examencontracten | 15 april 2011 | 10
Examencontracten zijn uitgesloten van enige vorm van financiële tegemoetkoming omwille van sociale paramters, behoudens de opleidingscheques zoals hierboven aangegeven; Op het inschrijvingsgeld van de OU kan een korting van respectievelijk 50% (inkomensgrens: 19000 euro) en 80% (inkomensgrens: 9000 euro) bekomen worden. Die korting wordt onbeperkt versterkt, zolang men binnen die categorieën valt; Op het inschrijvingsgeld van een diplomacontract kan een korting worden verstrekt indien de werkstudent voldoet aan de voorwaarden om een studietoelage te krijgen. Hij kan dat zolang hij aan de nationaliteitsvoorwaarden voldoet, zijn studietoelagenkrediet niet heeft uitgeput en hij binnen de financiële voorwaarden valt (startende bij inkomensgrens 15000 euro).
De vergelijking kan dan gemaakt worden tussen de verschillende sociale statuten die men als werkstudent kan hebben: -
examencontract: geen; diplomacontract: beursstudent (B), bijna-beursstudent (A), regulier inschrijvingsgeld; open universiteit: laagste inkomenscategorie (B), middelste inkomenscategorie (A), regulier inschrijvingsgeld.
Het is inderdaad zo dat de inkomenscategorieën niet perfect vergelijkbaar zijn. Niettemin geeft het wel een indicatie van het sociaal gehalte van de opleidingen. Zodoende komen we tot onderstaande tabel:
Kostprijs student verschillende inkomenscat. en vorm kostprijs per vorm
3500 3000 2500 2000 1500 1000
500 0
Open universiteit
Diplomacontract
examencontract
3122
1068,3
759,9
IG + cursuskost A
1561
876,2
759,9
IG + cursuskost B
624,4
580
759,9
IG + cursusmater.
Deze tabel toont aan dat: -
Examencontracten niet noodzakelijk de goedkoopste onderwijsvorm uitmaken voor studenten die voldoen aan bepaalde sociale criteria; Werkstudenten uit categorie B beter zouden opteren voor een opleiding aan de Open Universiteit of een Diplomacontract opnemen, althans indien zij nog financierbaar zijn via studietoelage.
FINANCIEEL PLAATJE VOOR DE OVERHEID
Onderstaande tabellen geven weer wat A. Hoe de subsidie van de overheid zich verhoudt tot de individuele bijdrage van de student; B. Wat per contracttype de a. Het inschrijvingsgeld zonder cursuskost (kan bij OU niet gemaakt worden); b. Het inschrijvingsgeld met cursuskost;
Examencontracten | 15 april 2011 | 11
c. De subsidie van de overheid; d. De totale kostprijs
examencontract
Diplomacontract
IG + cursusmater. subsidie overheid
Open universiteit
0%
5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
20%
40%
60%
80%
100%
Open universiteit Diplomacontract examencontract
Uit de tabellen blijkt dat afstandsleren, indien de student niet betoelaagd is, grotendeels door de studenten zelf moet betaald worden. De bijdrage van de overheid is erg beperkt. Of zoals de Vlir het verwoordt: Uit de vergelijkende tabel blijkt dat de Open Universiteit duur is voor de student, maar goedkoop voor de Vlaamse regering. Daar waar de doorsnee Vlaamse student 25 % van de totale financiering voor zijn rekening neemt en 75 % door de overheid wordt betaald, betaalt de OU-student 64 % van het totale bedrag en de Vlaamse overheid 36 %. Studeren aan de Open Universiteit wordt door de Vlaamse overheid dus weinig gestimuleerd.6 6
Vlir nota Blended Learning
Examencontracten | 15 april 2011 | 12
De overheid draagt daarentegen wel bij voor een diplomacontract. Het inschrijvingsgeld bedraagt daarom maar 568,3 euro. Meer nog, studenten die ingeschreven staan als werkstudent en voldoen aan de definitie zoals hierboven omschreven zorgen voor een financieringsbonus voor de instellingen. Zo worden instellingen gecompenseerd indien zij speciale trajecten ontwerpen waarbij er minstens aangepast studiemateriaal, begeleiding en toets- en examenfaciliteiten zijn ontwikkeld. Daarnaast is de volledige opleiding qua organisatie aangepast naar tijdstip of vorm, bijvoorbeeld via afstandsonderwijs of digitaal onderwijs. Die opleidingen worden opgenomen in het Hoger Onderwijsregister (HOR). De kenmerken waaraan de student moet voldoen zijn: -
Werknemer of werkzoekende zijn; Een opleiding volgen die kadert in een door de arbeidsbemiddelingsdienst voorgesteld traject naar werk; De student mag nog niet in het bezit zijn van een masterdiploma of tweede cyclusdiploma.
Voor een examencontract draagt de overheid niets bij. De kosten daarvoor worden gedragen door de student afhankelijk van de formule (50+(3*xEC))*I. Vandaag is dat 259,9 euro voor 60 EC. Hoewel de student met een examencontract ingeschrevenen in de DHO als student worden ingeschreven, geldt dat niet voor de berekening van de financiering van een instelling. Het inschrijfgeld is de enige financiële compensatie die instellingen krijgen voor het inrichten van dat contract en het voorzien van examens. Dat maakt die contractvorm voor de instellingen onaantrekkelijk om bijkomend in te investeren. Bovendien zorgen extra investeringen in het examencontract voor een verwatering van het onderscheid tussen beide types, wat op termijn voor een grote groei van het aantal inschrijvingen voor een examencontract kan zorgen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Die investeringen moet wel langs twee andere wegen lopen: Financiering voor afstandsleren Zoals hierboven staat vermeld is de financiële bijdrage van de overheid voor de programma‟s van de Open Universiteit erg beperkt. Bovendien is het budget voor de Vlaamse studiecentra van de Open Universiteit al jaren niet bijgesteld. De universiteiten krijgen voor hun inspanningen voor de Open Universiteitsstudenten een al jaren niet-geïndexeerd en te klein budget. De programma‟s aangeboden via de Open Universiteit zijn bovendien enkel academisch georiënteerd. Afstandsleren binnen hogescholen is met het oog op de professioneel georiënteerde onderwijs- en examenvormen ook minder evident. Voor het stimuleren van een aanbod in programma‟s gebaseerd op afstandsleren moet de overheid nieuwe beleidsmatige initatieven en financiële tegemoetkomingen voorzien. Financiering van contactonderwijs gericht op werkstudenten. Hoewel afstandsleren en contactonderwijs door de digitalisering van het onderwijs niet steeds even scherp zijn te onderscheiden, blijven beide programma‟s nog steeds een eigen finaliteit hebben. De mate van studie-autonomie bij afstandsleren hoog is, is niet noodzakelijk geschikt voor iedere werkstudent. De overheid voorziet daarom financiële compensaties, zoals hierboven aangegeven, voor studenten die zich inschrijven in programma‟s, speciaal afgestemd op de noden van werkstudenten. Helaas wordt die financieringsbonus vandaag samen geteld met de andere doelgroepen waarvoor deze bonus wordt verleend. Vandaag reeds worden niet langer alle werkstudenten die voldoen aan de definitie gefinancierd omdat de financieringsgrens van de boni wordt overschreden. Dat werkt uiteraard niet stimulerend om verder te investeren in de ontwikkeling van onderwijsprogramma‟s. VERUIMEN AANBOD PROGRAMMA’S GESCHIKT VOOR WERKSTUDENTEN
In 2009-2010 bedroeg het aantal programma‟s dat in Vlaanderen wordt aangeboden aangepast ter ondersteuning voor werkstudenten 222. 119 van die programma‟s werden aangeboden door de hogescholen en 103 door de universiteiten. In annex 1 wordt een overzicht gegeven van de opleidingen die veelvuldig of soms slechts enkel voortkomen in Vlaanderen. Opvallend is de grote afwezigheid van programma‟s in de medische en natuurwetenschappelijke domeinen. Op enkele opleidingen industrieel ingenieurswetenschappen, vroedkunde, verpleegkunde, ergotherapie e.d. na blijken
Examencontracten | 15 april 2011 | 13
een aantal domeinen nagenoeg afwezig. Dat is opvallend gezien de ambitie die Vlaanderen heeft omtrent het verhogen van het aantal afgestudeerden in die domeinen. In het standpunt van 26 april 2011 heeft ook VVS stelling genomen dat inspanningen moeten ondernomen worden het aantal afgestudeerden in die domeinen te verhogen. Bovendien is het aanbod van programma‟s met afstandsleren hoofdzakelijk beperkt tot academische programma‟s. Een vorm van afstandsleren aangevuld met begeleiding rond de onderwijsvormen die de professionele oriëntering beogen zou voor professionele opleidingen ook erg interessant kunnen zijn. Het overzicht in annex 1 maakt een pijnlijk hiaat duidelijk in de huidige inspanningen om levenslang leren aan de hoger onderwijsinstellingen te bevorderen. Een goed aanbod moet in alle studiedomeinen worden uitgebouwd. Instellingen hopen het percentage van het aantal ingeschreven werkstudenten te bevorderen door de definitie te versoepelen. Dat willen ze onder meer bereiken door de voorwaarde te schrappen die, om in aanmerking te komen voor extra financiering, oplegt speciale voorzieningen qua organisatie en begeleiding in de programma‟s in te bouwen. Dat is uiteraard geen oplossing. Het pleidooi van instellingen voor meer financiering ter ontwikkeling van aangepaste programma‟s, zoals de universiteiten via hun voorstel omtrent Blended Learning (oktober 2010), kan wel soelaas bieden. De overheid moet daar dan ook resoluut op inzetten. VVS pleit daarom voor het algemeen behoud van het examencontract zolang voor alle opleidingsdomeinen in Vlaanderen nog geen voldoende varianten van afstandsleren en contactonderwijs specifiek gericht op werkstudenten zijn ontwikkeld. Zolang is er immers geen garantie dat er voor alle opleidingsdomeinen varianten bestaan die het levenslang leren en het tweede kansen onderwijs stimuleren via een andere weg.
5.
BRONNEN
6.
Rapport examencontracten – afdeling hoger onderwijs Standpunt VVS betreffende examencontracten Ontwerp van decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen – Amendementen – 18 maart 2004, zitting 2003-2004 Analyse Examencontracten – afdeling hoger onderwijs Evaluatie van de implementatielasten naar aanleiding van de flexibilisering van het hoger onderwijs – deelrapportage Thema 2 : contractsoorten Decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen – afdeling hoger onderwijs Decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen – afdeling hoger onderwijs Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen – afdeling hoger onderwijs
ANNEX 1
lijst met opleidingen die voldoen aan de decretale minimumvereisten met betrekking tot de toegankelijkheid voor werkstudenten
Universiteiten Bachelor in de Psychologie Bachelor in de wijsbegeerte (en moraalwetenschappen) Bachelor in de Rechten
aantal 4 3 3
Examencontracten | 15 april 2011 | 14
Bachelor in de Pedagogische Wetenschappen Bachelor in de onderwijskunde (Kortrijk) Bachelor of Theology and Religious Studies Bachelor in de godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen Bachelor in de computerwetenschappen Bachelor in de criminologische wetenschappen Bachelor in de geschiedenis Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie Bachelor in de politieke wetenschappen Bachelor in de sociologie Bachelor in de taal- en letterkunde Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen Bachelor in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Schakelprogramma tot Master in Verpleeg- en Vroedkunde Schakelprogramma tot de master in de Psychologie Schakelprogramma tot Master in de Rechten Schakelprogramma tot Master in het Management en Beleid van Gezondheidszorg Schakelprogramma tot Master in het Sociaal Werk Schakelprogramma master sociologie Schakelprogramma tot Master in de Pedagogische Wetenschappen Schakelprogramma master educatieve studies Schakelprogramma master archeologie en kunstwetenschappen Schakelprogramma master bedrijfskunde Schakelprogramma master criminologische wetenschappen Schakelprogramma master economische wetenschappen Schakelprogramma master geschiedenis Schakelprogramma master management, zorg en beleid in de gerontologie Schakelprogramma master onderwijskunde Schakelprogramma master politieke wetenschappen Schakelprogramma master revalidatiewetenschappen en kinesitherapie Schakelprogramma master taal- en letterkunde Schakelprogramma master toegepaste economische wetenschappen Schakelprogramma master toegepaste informatica Schakelprogramma master wijsbegeerte en moraalwetenschappen Schakelprogramma Ma onderwijs- en opleidingswetenschappen
4 3 3
Master in de verpleegkunde en vroedkunde Master in de psychologie Master in de rechten
4 3 3
Examencontracten | 15 april 2011 | 15
3 3 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Master in de sociologie Master in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen Master in het management en beleid van de gezondheidszorg Master Sociaal Werk Master of Management Master in de bedrijfskunde Master in de criminologische wetenschappen Master in de geschiedenis Master in de kunstwetenschappen en de archeologie Master in de onderwijskunde Master in de politieke wetenschappen Master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie Master in de taal- en letterkunde Master in de toegepaste economische wetenschappen Master in de toegepaste informatica Master in het management, zorg en beleid in de gerontologie Master verkeerskunde Master in de Pedagogische Wetenschappen Master in de Onderwijs- en Opleidingswetenschappen Master of Theology and Religious Studies Master in de beleidseconomie Master in de educatieve studies Master in de godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen Master in de pedagogische wetenschappen Master in de verzekeringen
3 3 3 3 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Master in de wereldgodsdiensten, de interreligieuze dialoog en de religiestudie Master in het informatiemanagement Master in het overheidsmanagement en -beleid
1 1 1
Open Universiteit (ism universiteiten) Cultuurwetenschappen Informatica Managementwetenschappen Master Onderwijswetenschappen Milieu-natuurwetenschappen Psychologie Rechtswetenschappen Hogescholen
Examencontracten | 15 april 2011 | 16
Bachelor in de verpleegkunde Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het bedrijfsmanagement Bachelor in het sociaal werk Bachelor in het office management Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Bachelor in de vroedkunde Bachelor in het kleuteronderwijs Bachelor in de Orthopedagogie Bachelor in de muziek Bachelor in de interieurvormgeving Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia Bachelor in de industriële wetenschappen Bachelor in de landschaps- en tuinarchitectuur Bachelor in de toegepaste informatica Bachelor in de handelswetenschappen Bachelor in de gezinswetenschappen Bachelor in de agro- en biotechnologie Bachelor in de Biomedische laboratoriumtechnologie Bachelor in de bouw Bachelor in de Chemie Bachelor in de elektromechanica Bachelor in de elektronica-ICT Bachelor in de mechanische ontwerp- en productietechnologie Bachelor in de voedings- en dieetkunde Bachelor in het facilitair management Bachelor in het vastgoed Bachelor in de orthopedagogie Bachelor in de agro- en biotechnologie Bachelor in de maatschappelijke veiligheid Bachelor in de toegepaste psychologie Bachelor in de toepgepaste informatica bachelor beeldende kunst Bachelor in de agro- en biotechnologie Bachelor in de ergotherapie Bachelor in de toegepaste informatica Bachelor in de multimedia en communicatietechnologie Bachelor in de toegepaste informatica Bachelor in de interieurarchitectuur Bachelor in het communicatiemanagement
11 10 8 6 5 5 4 4 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Examencontracten | 15 april 2011 | 17
Bachelor in het toerisme en recreatiemanagement
1
Verpleegkunde brugprogramma schakelprogramma beeldende kunst Schakelprogramma interieurarchitectuur Schakel: master in de industriële wetenschappen Biochemie Schakel: master in de industriële wetenschappen Bouwkunde Schakel: master in de industriële wetenschappen Chemie Schakel: master in de industriële wetenschappen Elektromechanica Schakel: master in de industriële wetenschappen Elektronica ICT Schakel: master in de industriële wetenschappen Elektrotechniek Schakel: master in de industriële wetenschappen Landmeten Schakel: Ma Handelswetenschappen
7 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
master beeldende kunst Master in de handelswetenschappen Master in de interieurarchitectuur Master in de muziek Master in de industriële wetenschappen Biochemie Master in de industriële wetenschappen Bouwkunde Master in de industriële wetenschappen Chemie Master in de industriële wetenschappen Elektromechanica Master in de industriële wetenschappen Elektronica ICT Master in de industriële wetenschappen Elektrotechniek Master in de industriële wetenschappen Landmeten
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Examencontracten | 15 april 2011 | 18