Handelswetenschappen en recht
■■■■
Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs
Dit examen bestaat uit 46 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Voor de uitwerking van opgave 3 is een bijlage toegevoegd. Bij dit examen hoort een grootboekrekeningenblad.
900007
19
19
99
HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Vrijdag 28 mei 13.30–16.30 uur
Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.
Begin
Bij de te maken journaalposten mogen uitsluitend de genoemde grootboekrekeningen worden gebruikt, wat niet wil zeggen dat altijd alle rekeningen moeten worden gebruikt. Bij het maken van journaalposten kan worden volstaan met het noteren van het nummer van de grootboekrekening: bijvoorbeeld 100 ƒ 5.000,– Aan 130 ƒ 5.000,–
■■■■
2p
1 ■
2p
2 ■
Opgave 1 Koenen B.V., een groothandel in duurzame consumptiegoederen, heeft in 1993 het product Scola op de markt gebracht. Zij heeft bij het vaststellen van de verkoopprijs overwogen de afroompolitiek toe te passen. Koenen B.V. heeft in Nederland het recht van alleenverkoop van dit product. Noem twee voorwaarden waaraan moet worden voldaan om de afroompolitiek met succes te kunnen toepassen. De groothandel heeft voor 1993 gekozen voor exclusieve distributie van het product Scola. Verklaar waarom de keuze voor exclusieve distributie het succesvol toepassen van de afroompolitiek kan bevorderen. Koenen B.V. heeft met betrekking tot de omzet, de inkoopwaarde van de omzet en het netto resultaat van het product Scola voor de jaren 1993 tot en met 1998 de volgende cijfers verzameld. (getallen × ƒ 1.000,–) 1993
1994
1995
1996
1997
1998
Omzet
750
1.500
1.875
1.250
750
625
Inkoopwaarde van de omzet
500
875
1.125
750
562,5
375
W 125
W 250
W 125
W 62,5
0
Netto resultaat
V 125
V = verlies W = winst
1p 1p 2p
3 ■ 4 ■ 5 ■
900007
19
De verkoopprijs van het product Scola is in de periode 1993 tot en met 1998 gelijk gebleven. Koenen B.V. berekent jaarlijks het indexcijfer van de omzet van het product Scola. Het jaar 1993 is hierbij het basisjaar. Bereken het indexcijfer van de omzet van Scola in 1996. Bereken de brutowinst als percentage van de omzet van Scola in 1996. In welke fase van de levenscyclus van het product bevindt Scola zich in de jaren 1997 en 1998? Verklaar het antwoord.
2
Lees verder
■■■■
Opgave 2 In deze opgave wordt de BTW buiten beschouwing gelaten. Francien Boldas is eigenaar van zalencentrum De Schaaf. Francien past in haar administratie het systeem van de permanence toe met maandelijkse resultatenberekening. In het zalencentrum worden disco-avonden georganiseerd. De bezoekers van de discoavond moeten entree betalen. Op de disco-avonden worden losse kaartjes voor één avond verkocht à ƒ 15,– per stuk. Ook kunnen bezoekers, uitsluitend in de voorverkoop, een knipkaart kopen voor ƒ 135,–. De knipkaart geeft recht op 10 keer entree in de disco. De knipkaart is één jaar geldig. Francien Boldas heeft onder andere de grootboekrekeningen in gebruik die vermeld staan op het grootboekrekeningenblad. Over juni 1998 moeten nog een aantal gegevens worden geboekt.
2p
3p
2p
3p
2p
2p
6 ■
In juni werden per kas 670 knipkaarten in de voorverkoop verkocht. Journaliseer de verkoop van knipkaarten over de maand juni.
7 ■
In juni hebben 5.849 personen de disco-avonden bezocht. Van deze personen kochten 3.518 een los kaartje aan de kassa. De overige bezoekers gebruikten hun knipkaarten. Journaliseer de totale entree-opbrengsten over de maand juni.
8 ■
Tijdens de disco-avonden worden de consumpties contant afgerekend. De prijs per consumptie is voor de disco-avonden vastgesteld op ƒ 3,– per consumptie. In juni werden 24.850 consumpties afgerekend. Journaliseer de kasontvangsten van deze consumpties over de maand juni.
9 ■
Tijdens de disco-avonden in De Schaaf treden regelmatig artiesten op. Voor de artiestenoptredens van juni zijn facturen ontvangen met een totaalbedrag van ƒ 5.700,–. De artiesten hoeven voor de gebruikte consumpties niet te betalen. De inkoopwaarde van de door de artiesten gebruikte consumpties bedroeg in juni ƒ 650,–. Journaliseer de totale kosten van de artiesten-optredens, inclusief de gebruikte consumpties, over de maand juni.
10 ■
In de maand juni bedroeg de totale inkoopwaarde van de tijdens de disco-avonden door de bezoekers gebruikte consumpties ƒ 23.000,–. Journaliseer de inkoopwaarde van deze consumpties over de maand juni.
11 ■
De zalen van De Schaaf zijn op door-de-weekse dagen beschikbaar voor feesten. Er wordt hierbij geen zaalhuur berekend. Voor het houden van een feest sluit Francien Boldas vooraf een overeenkomst met de klant. In deze overeenkomst is opgenomen dat bij het sluiten van de overeenkomst de klant ƒ 1.000,– moet aanbetalen. Na het feest ontvangt de klant een rekening waarop de aanbetaling van ƒ 1.000,– wordt verrekend. In juni zijn 17 overeenkomsten afgesloten. De aanbetalingen zijn eveneens in juni per bank voldaan. Journaliseer de aanbetalingen van de in juni afgesloten overeenkomsten.
900007
19
3
Lees verder
In juni zijn 14 feesten gehouden. In verband hiermee zijn facturen verzonden met de volgende totaalbedragen: Consumpties Aanbetalingen
3p
2p 2p
ƒ 45.192,– ƒ 14.000,– ƒ 31.192,–
Journaliseer het versturen van deze facturen.
12 ■
Het zalencentrum wordt schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf. Voor deze diensten moet Francien Boldas ƒ 12.900,– per kwartaal vooruit betalen. Dit bedrag wordt automatisch voorafgaand aan het nieuwe kwartaal van de bankrekening afgeschreven. Journaliseer de schoonmaakkosten over de maand juni. Journaliseer de betaling per bank aan het schoonmaakbedrijf voor haar diensten in het derde kwartaal 1998.
13 ■ 14 ■
■■■■
Opgave 3 In deze opgave wordt de BTW buiten beschouwing gelaten. In deze opgave zijn er geen prijs- en efficiencyverschillen. Papierfabriek Timpiet B.V. maakt onder andere printpapier dat verkocht wordt onder de naam Alpha. De normale productie en afzet zijn 40.000 dozen Alpha per jaar. De maximale productie en afzet zijn 50.000 dozen Alpha per jaar.
• • •
2p
• • •
2p
16 ■ 17 ■
1p
18 ■ 19 ■
2p
20 ■
1p
21 ■
2p
900007
19
ƒ 5,– ƒ 15,– ƒ 7,– ƒ 27,–
Bereken voor 1998 de fabricagekostprijs van één doos Alpha.
15 ■
•
3p
Voor 1998 geldt voor dit massaproduct het volgende: de constante fabricagekosten zijn ƒ 120.000,– per jaar; de verwachte productie is 38.000 dozen Alpha; de variabele fabricagekosten van één doos Alpha zijn: Grondstofkosten 5 kg à ƒ 1,– per kg Loonkosten 0,25 manuur à ƒ 60,– per uur Indirecte fabricagekosten 1/6 machine-uur à ƒ 42,– per uur
De verkoopafdeling van Timpiet B.V. verwacht voor 1998 voor het product Alpha dat: de proportioneel variabele verkoopkosten ƒ 5,– per doos Alpha zijn; de constante verkoopkosten ƒ 60.000,– per jaar zijn; de verkoopprijs van een doos Alpha ƒ 40,– is; het verwachte positieve (netto)verkoopresultaat ƒ 133.000,– is. Bereken voor 1998 de verwachte afzet van Alpha. Bereken voor 1998 het verwachte bedrijfsresultaat van Alpha met behulp van het verwachte verkoopresultaat. Geef aan of het verwachte bedrijfsresultaat voordelig of nadelig is. Bereken voor 1998 de break-even-afzet van Alpha. Teken in de bijlage behorende bij deze opgave de lijn die de totale opbrengsten van Alpha weergeeft, rekening houdend met de maximale productiecapaciteit. Zet bij deze lijn de letter A. Teken in de bijlage behorende bij deze opgave de lijn die de totale kosten van Alpha weergeeft, rekening houdend met de maximale productiecapaciteit. Zet bij deze lijn de letter B. Geef in de bijlage behorende bij deze opgave met de letter C de break-even-afzet aan.
4
Lees verder
■■■■
2p 2p
Opgave 4 Zwaluw B.V. koopt per 1 juli 1998 een bedrijfspand. De aankoopprijs van het pand is ƒ 450.000,– exclusief bijkomende aankoopkosten. De bijkomende aankoopkosten zijn ƒ 50.000,– en zijn voor rekening van de koper. De economische levensduur van het gebouw is 40 jaar. De restwaarde wordt geschat op ƒ 100.000,–. Zwaluw B.V. schrijft jaarlijks met gelijke bedragen op het bedrijfspand af. Bereken het bedrag dat jaarlijks op het bedrijfspand wordt afgeschreven. Noem afgezien van de afschrijvingskosten nog twee voorbeelden van kosten die verbonden zijn aan het bezit van vaste activa.
22 ■ 23 ■
•
•
•
2p
24 ■
3p
25 ■
Zwaluw B.V. sluit bij de aankoop van het pand een 8% hypothecaire lening van ƒ 300.000,– af. De kredietgever heeft voor de vaststelling van de maximale hoogte van het bedrag van de hypothecaire lening een aantal beperkende regels opgesteld: het maximale bedrag van de hypothecaire lening mag niet hoger zijn dan 75% van de aankoopprijs exclusief de bijkomende aankoopkosten; het maximale bedrag van de hypothecaire lening mag de jaarlijkse aflossingscapaciteit niet te boven gaan. De jaarlijkse aflossingscapaciteit van Zwaluw B.V. wordt gelijkgesteld aan het jaarlijkse afschrijvingsbedrag van het pand; de maximale looptijd van de hypothecaire lening is vastgesteld op 30 jaar. Verklaar waarom de kredietgever bij het vaststellen van het maximale bedrag van de hypothecaire lening uitgaat van een percentage van de aankoopprijs exclusief de bijkomende aankoopkosten in plaats van een percentage van de aankoopprijs inclusief de bijkomende aankoopkosten. Bereken het maximale bedrag van de hypothecaire lening dat Zwaluw B.V. voor de aankoop kan krijgen rekening houdend met de bovengenoemde beperkingen. De onderneming heeft onder andere de grootboekrekeningen in gebruik die op het grootboekrekeningenblad vermeld staan.
2p
2p
Journaliseer de aankoop van het bedrijfspand en het afsluiten van een hypothecaire lening van ƒ 300.000,– waarbij de totale financiële afwikkeling per bank plaatsvindt.
26 ■
In de hypotheekakte wordt op verzoek van de kredietgever het assurantiebeding opgenomen. Verklaar waarom de kredietgever het assurantiebeding in de hypotheekakte laat opnemen.
27 ■
• • • •
2p 2p
28 ■ 29 ■
900007
19
Na afsluiting van het boekjaar zijn van Zwaluw B.V. over 1998 de volgende gegevens bekend: het gemiddeld geïnvesteerde totale vermogen bedraagt ƒ 1.800.000,–; het gemiddeld geïnvesteerde vreemd vermogen bedraagt ƒ 1.000.000,–; de interestkosten over het vreemd vermogen bedragen ƒ 67.000,–; de winst bedraagt ƒ 120.000,–. Bereken de rentabiliteit van het totale vermogen over 1998. Bereken het interestpercentage van het vreemd vermogen (IVV) over 1998.
5
Lees verder
■■■■
Opgave 5
• • •
De industriële onderneming De Hoornse Hop maakt onder andere het massaproduct Flexi. De standaardfabricagekostprijs van een eenheid Flexi bestaat uit: grondstofkosten 1,5 kg à ƒ 4 per kg ƒ 6,– directe loonkosten 0,10 manuur à ƒ 70 per manuur ƒ 7,– indirecte fabricagekosten 0,25 machine-uur à ƒ 20 per machine-uur ƒ 5,– standaardfabricagekostprijs ƒ 18,– De vaste verrekenprijs van de grondstoffen bedraagt ƒ 4,– per kg. De kostenplaatsenmethode wordt toegepast voor de doorbelasting van de indirecte kosten. De Hoornse Hop beschikt over de onderstaande (gedeeltelijke) saldibalans per 31 december 1998. De bedragen op deze (gedeeltelijke) saldibalans hebben uitsluitend betrekking op het product Flexi over het boekjaar 1998. Debet 320 500 501 505 506 510 511 515 516 599 600 601 602 610 611 612 699 800 820 830 840 899 900 910 940
2p
30 ■ 31 ■
2p
32 ■
1p
33 34 35 36
1p
2p 1p 1p
2p 2p
■ ■ ■ ■
37 ■ 38 ■
900007
19
Prijsverschil op grondstoffen Kosten afdeling inkoop Kosten afdeling magazijn Kosten afdeling fabricage Kosten afdeling verkoop Dekking kosten afdeling inkoop Dekking kosten afdeling magazijn Dekking kosten afdeling fabricage Dekking kosten afdeling verkoop Overboekingsrekening rubriek 5 Directe grondstofkosten Directe loonkosten Toeslag indirecte fabricagekosten Toegestane directe grondstofkosten Toegestane directe loonkosten Toegestane toeslag indirecte fabricagekosten Overboekingsrekening rubriek 6 Kostprijs verkopen Flexi Toeslag indirecte verkoopkosten Rabatten en kortingen Flexi Opbrengst verkopen Flexi Overboekingsrekening rubriek 8 Resultaat op indirecte kosten Fabricageresultaat Verkoopresultaat
Credit
ƒ 1.500,– ƒ 65.000,–
ƒ 121.250,– ƒ 65.500,– ƒ 150.500,– ƒ 120.000,– ƒ 174.000,– ƒ 211.000,– ƒ 150.500,– ƒ 180.000,– ƒ 210.000,– ƒ 150.000,– ƒ 450.000,– ƒ 120.000,– ƒ 15.000,– ƒ 750.000,–
Bereken de in 1998 werkelijk verbruikte hoeveelheid grondstof in kilogrammen. Bereken het efficiencyverschil in guldens op grondstoffen in 1998. Geef aan of dit verschil voordelig of nadelig is. Bereken het resultaat op de kostenplaats afdeling inkoop over 1998. Geef aan of dit verschil voordelig of nadelig is. Noem een mogelijke oorzaak van het resultaat op de kostenplaats afdeling inkoop. Bereken het aantal in 1998 geproduceerde producten. Bereken het aantal in 1998 verkochte producten. Bereken de verandering van de voorraad in 1998 in stuks. Geef aan of er sprake is van een toe- of afname van de voorraad. Bereken het verkoopresultaat over 1998 met behulp van de grootboekrekeningen. Journaliseer de overboeking van het verkoopresultaat.
6
Lees verder
■■■■
Opgave 6 Onderneming Balings N.V. is een groothandel in ijzerwaren. Over het jaar 1998 is de volgende verkorte resultatenrekening opgesteld: Resultatenrekening Balings N.V. over 1998 Inkoopwaarde verkopen Afschrijvingen Interest Overige kosten Winst 1998
2p
ƒ 875.000,– ƒ 80.000,– ƒ 56.000,– ƒ 149.000,– ƒ 100.000,– ƒ 1.260.000,–
Opbrengst verkopen Incidentele verliezen en winsten
ƒ 1.250.000,– ƒ
10.000,–
ƒ 1.260.000,–
Noem een mogelijke gebeurtenis/transactie binnen een onderneming die leidt tot creditering van de grootboekrekening Incidentele verliezen en winsten.
39 ■
Hieronder staan twee voorstellen om de winst te verdelen. Voorstel 1 Winst 1998 Vennootschapsbelasting Stockdividend Netto cashdividend Dividendbelasting Toevoeging reserve
Voorstel 2 ƒ 100.000,– ƒ 32.000,– ƒ 68.000,–
ƒ 0,– ƒ 37.500,– ƒ 12.500,–
ƒ 100.000,– ƒ 32.000,– ƒ 68.000,– ƒ 20.000,– ƒ 17.500,– ƒ 12.500,–
ƒ 50.000,– ƒ 18.000,–
ƒ 50.000,– ƒ 18.000,–
Geef twee mogelijke bedrijfseconomische redenen voor het reserveren van een gedeelte van de winst.
2p
40 ■
2p
41 ■
De directie heeft een voorkeur voor voorstel 2. Noem een mogelijke bedrijfseconomische reden voor de directie om een voorkeur te hebben voor voorstel 2.
2p
42 ■
De directie zal voorstel 2 voorleggen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Noem naast het vaststellen van de winstverdeling nog twee bevoegdheden van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
•
• •
2p
43 ■
Uit de balans per 31 december 1998 en de toelichting daarop blijkt onder andere het volgende: de onderneming heeft een nominaal geplaatst (en gestort) aandelenvermogen van ƒ 400.000,–; een aandeel heeft een nominale waarde van ƒ 50,–; de intrinsieke waarde van een aandeel, waarbij de winst van 1998 als eigen vermogen beschouwd wordt, is ƒ 106,25. Bereken de grootte van het eigen vermogen van Balings N.V. per 31 december 1998 vóór winstverdeling.
Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.
900007
19
7
Lees verder
Balings N.V. maakt onder andere gebruik van de grootboekrekeningen die op het grootboekrekeningenblad vermeld staan.
3p
44 ■ 45 ■
2p
46 ■
2p
De aandeelhouders gaan akkoord met de winstverdeling volgens voorstel 2. Journaliseer deze winstverdeling. Bereken de intrinsieke waarde van een aandeel, na de winstverdeling en na de uitkering van het stock- en het cashdividend van 1998. Leg uit dat door de uitgifte van het stockdividend de intrinsieke waarde van het aandeel is gedaald.
Einde
900007
19
8