Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen
Oktober 2012
Inhoudsopgave 1
Inleiding .....................................................................................................................3
1.1
Aanleiding tot het onderzoek .......................................................................................3
1.2
Het onderzoek.............................................................................................................4
1.3
Opbouw van het rapport ..............................................................................................5
2
Onderzoeksresultaten...............................................................................................6
2.1
Onderzoeksopzet en respons......................................................................................6
2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5
De bibliotheek en aangepast lezen............................................................................10 Activiteiten.................................................................................................................10 Financiering ..............................................................................................................12 Samenwerking ..........................................................................................................14 Promotie....................................................................................................................16 Uitspraken bibliotheek en aangepast lezen ...............................................................18
2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4
Subsidieregeling aangepast lezen .............................................................................20 Aanvraag...................................................................................................................20 Bekendheid ...............................................................................................................23 Doelstelling ...............................................................................................................24 Actief voor de inzet van de subsidie ..........................................................................25
2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4
Inzet van de subsidie.................................................................................................26 Besteding van de subsidiegelden ..............................................................................26 Effect van de subsidiegelden.....................................................................................29 Incorporatie in de reguliere dienstverlening ...............................................................31 Tevredenheid inzet subsidiegelden ...........................................................................33
2.5 Doelgroep.....................................................................................................................34 2.6 Toekomst .....................................................................................................................36 2.7
Overige ondersteuning met betrekking tot aangepast lezen ......................................40
2.8
Verdere ondersteuning en tips ..................................................................................41
3
Samenvatting...........................................................................................................43
4
Conclusie en aanbevelingen ..................................................................................46
Bijlagen: Enquête onderzoek Aanvraagformulier subsidie Aangepast Lezen Evaluatieformulier subsidie Aangepast Lezen
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 2 van 60
1
Inleiding
1.1 Aanleiding tot het onderzoek In 2007 is de subsidieregeling Dienstverlening Leesgehandicapten in het leven geroepen. In 2007 en 2008 werd de subsidieregeling uitgevoerd door de VOB, na de splitsing van de VOB valt Aangepast Lezen en daarmee ook de subsidieregeling onder verantwoordelijkheid van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB). Binnen deze subsidieregeling wordt openbare bibliotheken de mogelijkheid geboden om een bedrag van € 4.000 voor elke bibliotheekvestiging of € 40.000 voor de inrichting van een regionaal servicepunt/provinciaal steunpunt aan te vragen voor het opzetten of uitbreiden van de dienstverlening aan leesgehandicapten (Voorlichting, ondersteuning, collectie en distributie). Het betreft een eenmalige startsubsidie. Het doel van de regeling is een groter bereik van de potentiële doelgroep en de bibliotheek de mogelijkheid bieden om hun producten- en dienstenaanbod uit te breiden. Daarnaast is een doelstelling een verhoging van de bekendheid van de producten en diensten voor aangepast lezen onder de doelgroep. Evaluatie van de subsidieregeling heeft in het verleden vooral plaatsgevonden op het niveau van de individuele basisbibliotheek. Elke deelnemer ontving daartoe een jaar na toekenning van de subsidie een evaluatieformulier. Tot op heden had een overall-evaluatie (waarbij het totaal aan ingevulde formulieren werd geanalyseerd) nog niet plaatsgevonden. Een helder inzicht in de mate waarin de regeling haar doel heeft bereikt, ontbrak daarom nog. Het SIOB had hier, met het oog op het beleid voor de komende jaren, wel behoefte aan. Daarom heeft ProBiblio in opdracht van het SIOB in het voorjaar van 2012 een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de subsidieregeling voor aangepast lezen. Daarvoor zijn alle basisbibliotheken en PSO’s aangeschreven, ongeacht of ze wel of niet van de subsidieregeling gebruik hebben gemaakt. Daarnaast is een overzicht gemaakt van de aanwezige aanvraagformulieren en evaluatieformulieren van de subsidieregeling.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 3 van 60
1.2
Het onderzoek
Doelstelling De resultaten uit het onderzoek dienden inzicht te bieden in de mogelijkheden om de subsidieregeling en andere activiteiten van het SIOB efficiënt en effectief in te zetten. Het doel van het onderzoek was drieledig: 1. Inzicht verkrijgen in de bestaande gegevens (op basis van de beschikbare aanvraag- en evaluatieformulieren) 2. Inzicht verkrijgen in de vraag of de subsidie effect heeft gehad en wat de mogelijkheden zijn voor de toekomst (op basis van een enquête) 3. Het opleveren van een vragenlijst voor evaluatie van de subsidiegelden in de toekomst. Nevendoel was om via de vragenlijst meer bekendheid te genereren over de subsidieregeling onder bibliotheken die daar nog niets of weinig van afwisten.
Hoofdvragen De volgende hoofdvragen worden in het onderzoek beantwoord: 1. Wat is het overall beeld dat naar voren komt uit alle verzamelde evaluatieformulieren? 2. Heeft de subsidie de beoogde doelstelling behaald? 3. Hoe kan het SIOB, nog meer dan zij nu al gedaan heeft, bibliotheken ondersteunen om de dienstverlening van aangepast lezen succesvol in te bedden in de dienstverlening?
Afbakening Een belangrijke doelstelling van de subsidieregeling die ook in de nieuwe plannen terug zal komen, is de inbedding van de dienstverlening voor leesgehandicapten in het beleid van openbare bibliotheken. De subsidieregeling is een manier om dit doel na te streven, maar er zijn natuurlijk meerdere activiteiten die hieraan kunnen bijdragen. Daarom beperkten we ons in het onderzoek niet alleen tot de subsidieregeling, maar vroegen we bibliotheken ook naar eventuele andere regelingen en activiteiten die een bijdrage kunnen leveren aan realisatie van dit doel. Daarnaast is het onderzoek niet alleen uitgevoerd onder bibliotheken die de subsidie hebben aangevraagd, maar ook onder bibliotheken die dit (nog) niet hebben gedaan. De laatste groep bibliotheken kan enerzijds inzicht geven in de redenen waarom men nog niet heeft deelgenomen en anderzijds wordt deze groep er door het onderzoek nogmaals op gewezen dat de subsidie ook in 2012 kan worden aangevraagd.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 4 van 60
Onderzoeksmethode Het totale onderzoek bestond uit twee onderdelen: 1. Desk Research: het verwerken en analyseren van de bestaande aanvraag- en evaluatieformulieren. 2. Kwantitatief onderzoek: er is een digitale vragenlijst verstuurd naar alle bibliotheekorganisaties in Nederland waarin de subsidieregeling en overige activiteiten in het kader van aangepast lezen werden geëvalueerd.
1.3
Opbouw van het rapport
Resultaten Zoals aangegeven bestond het totale onderzoek zowel uit deskresearch als uit een enquête. De vragen die behandeld werden in het evaluatieformulier, zijn voor het grootste deel ook meegenomen in de enquête om een langere termijn opbrengst te kunnen meten. De vragenlijst is echter uitgebreider dan het evaluatieformulier en opgesteld ter verdieping van het evaluatieformulier en ter verbreding van de thematiek. Dit rapport is daarom gebaseerd op de resultaten van de enquête. Daar waar relevant, wordt in de tekst ook verwezen naar de resultaten van de analyse van de evaluatieformulieren. Hoofdstuk 2 bevat de resultaten van de enquête. Samenvatting en conclusie en aanbevelingen In hoofdstuk 3 worden de resultaten van het onderzoek samengevat en in hoofdstuk 4 wordt middels een conclusie en aanbevelingen antwoord gegeven op de twee hoofdvragen van het onderzoek. Naast de aanbevelingen die op basis van de enquête kunnen worden gedaan, zijn ook enkele aanbevelingen geformuleerd ter optimalisatie van het aanvraag- en evaluatieformulier voor de subsidie. Aangezien deze aanbevelingen vooral voor het SIOB zijn bedoeld en onderhavig rapport wordt gepubliceerd, is besloten de aanbevelingen ter optimalisatie van de aanvraag- en evaluatieformulieren apart aan het SIOB aan te leveren. Bijlagen Als bijlage bij dit onderzoeksrapport is de vragenlijst toegevoegd. Daarnaast zijn het standaard aanvraag- en evaluatieformulier te vinden in de bijlage. De tabellen en letterlijke antwoorden (geanonimiseerd) op de open vragen van de enquête zijn separaat geleverd en kunnen worden aangevraagd bij het SIOB, via emailadres
[email protected]
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 5 van 60
2
Onderzoeksresultaten
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de enquêtes beschreven. Allereerst wordt omschreven hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden en wat de respons op het onderzoek is geweest. Daar waar relevant wordt ook verwezen naar de resultaten van de analyse van de bestaande aanvraag- en evaluatieformulieren. 2.1
Onderzoeksopzet en respons
Onderzoekspopulatie De vragenlijst is digitaal verstuurd naar alle openbare basisbibliotheken en PSO’s in Nederland. Dit zijn dus zowel de bibliotheken die een subsidie aanvraag hebben ingediend als de bibliotheken die dit (nog) niet hebben gedaan. De enquête is verstuurd naar alle basisbibliotheken en niet op vestigingsniveau. Wel is in de aankondiging en in de vragenlijst nadrukkelijk gezegd dat de vragenlijst doorgestuurd kon worden naar de vestigingen/filialen. De vragenlijst is verstuurd naar de personen in de organisatie die verantwoordelijk zijn voor aangepast lezen. Zij zullen de meeste kennis hebben van de materie. Er was echter vooraf geen lijst beschikbaar met contactgegevens van deze personen. Om de juiste contactpersonen te achterhalen, is het volgende gedaan: 1. Er is gebruik gemaakt van de lijst met alle basisbibliotheken en PSO’s in Nederland. Deze lijst is ontvangen van het SIOB ten behoeve van het onderzoek. 2. Alle aanvraag- en evaluatieformulieren zijn verwerkt en de contactpersonen die hierop vermeld staan, zijn benaderd voor het onderzoek. 3. Vanuit het landelijke Vakberaad (BEZIG/LOAL) is geïnventariseerd wie de huidige contactpersonen zijn op basisbibliotheekniveau. 4. Voor die organisaties waarin geen contactpersoon bekend was, is de uitnodiging gestuurd naar de directeur. Op deze manier is een totaallijst met contactpersonen gemaakt.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 6 van 60
Wijze van afname kwantitatief onderzoek Het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd van 15 maart tot en met 11 mei 2012. De uitnodiging is verstuurd naar circa 265 emailadressen in 178 organisaties. In eerste instantie kon men de vragenlijst invullen tot en met 15 april, maar vanwege achterblijvende respons is besloten de invulperiode te verlengen.
Het invullen van de vragenlijst nam gemiddeld ongeveer 35 minuten in beslag Stimulering deelname Om deelname aan het kwantitatieve onderzoek te stimuleren, is het volgende gedaan: Er is een vooraankondiging gedaan door het SIOB. In deze vooraankondiging is duidelijk vermeld wat het doel was van het onderzoek. Er is een herinnering per mail verstuurd aan alle contactpersonen. De bibliotheken die na de herinnering de vragenlijst nog niet invulden, zijn nagebeld om hen te stimuleren alsnog deel te nemen. Alle bibliotheekorganisaties die deelnamen aan de enquête ontvingen twee daisy rom titels. Er zijn twee daisyspelers verloot onder de organisaties die deelnamen aan de enquête.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 7 van 60
Respons Totale respons Uiteindelijk hebben 134 personen van 128 verschillende organisaties een volledige vragenlijst ingevuld. Dit is een responspercentage van 72% op organisatieniveau (basisbibliotheek of PSO). Deze respons is voldoende om representatieve uitspraken te doen over alle basisbibliotheken in Nederland. Kijken we naar de respons op respondentniveau, dan zien we dat ongeveer de helft van de benaderde contactpersonen, heeft deelgenomen. Hierbij dient te worden bedacht dat een deel van de benaderde emailadressen was verkregen vanuit de evaluatieformulieren en deze personen dus wellicht inmiddels niet meer werkzaam zijn bij de bibliotheekorganisatie. De 134 respondenten aan het onderzoek zijn dus werkzaam in 128 organisaties (basisbibliotheken en PSO’s). De 6 organisaties die meerdere vragenlijsten invulden, hebben de vragenlijst voor verschillende vestigingen ingevuld. Aangezien dit lage aantal geen invloed heeft op de totale resultaten, wordt deze rapportage, tenzij anders aangegeven, gebaseerd op de antwoorden van de 134 deelnemende respondenten. Tabel 1. Respons op de enquête
Totaal aantal organisaties Totaal aantal contactpersonen
Totaal uitgenodigd* 178*
Totaal deelgenomen 128
% respons 72%
265
134
51%
* Hierbij is uitgegaan van de lijst met basisbibliotheken zoals aangeleverd door het SIOB
Verdeling respons naar soort organisatie Onder de 134 respondenten zijn er 128 (96%) werkzaam in een bibliotheek en 6 bij een PSO.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 8 van 60
Verdeling respons organisaties naar provincie De verdeling van de respons onder organisaties per provincie staat vermeld in onderstaande tabel. Het aantal organisaties dat een uitnodiging heeft ontvangen, is gebaseerd op de totaallijst met basisbibliotheken van het SIOB. We zien dat de respons op het onderzoek in Drenthe is achtergebleven. In Friesland en Flevoland hebben alle uitgenodigde organisaties deelgenomen aan het onderzoek. Tabel 2 Respons per provincie. Tabel is op organisatieniveau.
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Totaal uitgenodigd* 4** 8 13 26 3 23 9 21 27 5 21 18
Organisatienaam niet ingevuld Totaal
Totaal deelgenomen 2 8 5 18 3 17 6 15 21 3 15 13
% van uitgenodigd 50% 100% 38% 69% 100% 74% 67% 71% 81% 60% 71% 72%
2
178
128
72%
* Hierbij is uitgegaan van de lijst met basisbibliotheken zoals aangeleverd door het SIOB ** In Groningen is qua aantal organisaties uitgegaan van de 4 op de lijst van het SIOB (biblionet, Menterwolde/Pekela/Veendam, Zuid Groningen en Oldambt). De vragenlijst is naar meerdere contactpersonen verstuurd.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 9 van 60
2.2
De bibliotheek en aangepast lezen
2.2.1 Activiteiten Van alle respondenten, dus ook respondenten uit de organisaties die geen subsidie hebben aangevraagd, maar wel aan het onderzoek deelnamen, is de organisatie momenteel actief op het gebied van aangepast lezen. De respondenten is met behulp van een open vraag gevraagd toe te lichten op welke manier hun organisatie actief is op dit gebied. Op deze vraag worden uiteenlopende antwoorden gegeven, die zijn op te vragen zijn bij het SIOB. In tabel 3 op de volgende pagina zijn de antwoorden ingedeeld in categorieën. In vrijwel alle bibliotheken zijn materialen aanwezig op het gebied van aangepast lezen. Ongeveer 100 deelnemers (75%) geven aan dat hun bibliotheek daisyroms en/of daisyspelers in huis heeft. Ook groteletterboeken (44%) en luisterboeken (32%) worden relatief vaak genoemd (44%). 49 respondenten (37%) beschikken over een Makkelijk Lezen Plein, een Aangepast Lezen Punt, een 4You!, een Taalpunt of een vergelijkbare voorziening. Ook verstrekken de meeste respondenten op de een of andere manier informatie over aangepast lezen. Sommige deelnemers (35%) schrijven slechts dat er ‘voorlichting’ of ‘informatie’ wordt gegeven, anderen geven ook aan voor wie de voorlichting bedoeld is (individuele gebruikers, ouderenorganisaties, zorginstellingen). Volgens 45 deelnemers (34%) heeft hun bibliotheek een informatiebijeenkomst, lezing of workshop georganiseerd rondom aangepast lezen. Ook via folders, nieuwsbrieven en websites van bibliotheken wordt het publiek geïnformeerd. Slechts een klein deel van de respondenten (10%) heeft de pc’s of website van de organisatie aangepast om deze beter toegankelijk te maken voor de doelgroep, bijvoorbeeld door spraaksoftware te installeren.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 10 van 60
Tabel 3. ‘Wat doet uw organisatie momenteel op het gebied van aangepast lezen? We hebben het dan over het aanbod in brede zin, dus bijvoorbeeld qua collectie, activiteiten, samenwerking, voorlichting, training, informatie etc.’ (categorieën die door ten minste 9 deelnemers zijn genoemd)
Antwoordcategorie Daisyroms en/of daisyspelers Groteletterboeken MLP, ALP, 4You!, Taalpunt etc. Voorlichting, informatie, promotie Informatiebijeenkomsten, lezingen, workshops etc. Luisterboeken Folders, nieuwsbrief, informatie op website Leeshulpmiddelen (leeslinialen, loupes, Orion Webbox etc.) Scholing van medewerkers Samenwerking met andere organisaties Doorverwijzen naar Stichting Aangepast Lezen Bibliotheek aan Huis Aanpassingen publiekspc’s / website Eenvoudige leesboeken / boeken voor dyslectici E-readers
%
Aantal keer genoemd 101 59 49 47 45
75% 44% 37% 35% 34%
43 38 32
32% 28% 24%
25 23 21
19% 17% 16%
13 13 11
10% 10% 8%
9
7%
eventueel in de vorm van een wisselcollectie
Totaal aantal respondenten
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
134
pagina 11 van 60
2.2.2 Financiering Hierna is de respondenten gevraagd op welke manier of manieren de organisatie de diensten op het gebied van aangepast lezen bekostigt. Meer dan driekwart van de 134 respondenten gebruikt (onder andere) eigen middelen om de dienstverlening te bekostigen. Het percentage deelnemers dat eigen middelen gebruikt ligt iets hoger onder organisaties die geen subsidie aanvroegen (82%), dan onder organisaties die dit wel deden (77%). Bijna zes op de tien deelnemers gebruikt (daarnaast) de subsidiegelden van het SIOB. Onder de deelnemende organisaties die de subsidie hebben aangevraagd, bedraagt dit percentage 67%. Hoe langer het geleden is dat een bibliotheekorganisatie subsidie heeft aangevraagd, hoe minder vaak men de subsidie noemt als bron van financiering van de dienstverlening. Projectsubsidie van de PSO of de provincie wordt door één op de zeven deelnemers genoemd, projectsubsidie van de gemeente door 8%. 14% van de deelnemers noemt een andere bron van financiën. Hierbij wordt onder andere genoemd dat men het niet (meer) weet en dat men sponsors heeft gezocht. Grafiek 1. ‘Op welke manier of manieren bekostigt uw organisatie de diensten op het gebied van aangepast lezen?’
Bekostiging diensten aangepast lezen (n=134) Eigen middelen
78%
SIOB subsidie
58%
Projectsubsidie provincie/PSO
14%
Projectsubsidie gemeente
8%
Andere bron
14% 0%
10%
20%
30%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
40%
50%
60%
70%
80%
90%
pagina 12 van 60
Verschillen in provincie Kijken we naar de verschillen die bestaan tussen organisaties in de verschillende provincies, dan zien we dat bibliotheekorganisaties in Noord-Holland (81%), Drenthe (100%) en Friesland (75%) relatief vaak aangeven de dienstverlening op het gebied van aangepast lezen te financieren met de subsidie van het SIOB. In de provincie Limburg wordt deze bron relatief weinig genoemd. Later in dit rapport zullen we zien dat de subsidie in Limburg tot en met 2011 ook minder vaak was aangevraagd dan in de overige provincies. De beide deelnemers uit organisaties in Groningen maken geen gebruik (meer) van de subsidiegelden, zij gebruiken de eigen middelen om de dienstverlening te bekostigen. In de provincies Utrecht en Noord-Brabant wordt relatief veel gebruik gemaakt van een projectsubsidie van de gemeente. De provincies Limburg, Overijssel en Noord-Brabant maken bij de dienstverlening aangepast lezen relatief vaak gebruik van een projectsubsidie vanuit de provincie of PSO.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 13 van 60
2.2.3 Samenwerking 94% van de respondenten werkt samen met andere organisaties op het gebied van aangepast lezen. Het percentage deelnemers dat samenwerkt met 1 of meerdere organisaties op dit gebied ligt hoger onder organisaties die de subsidie hebben aangevraagd (96%), dan onder organisaties die dit niet hebben gedaan (88%). Dit beeld zien we terug bij alle genoemde samenwerkingspartners. Dit kan komen doordat de subsidie stimuleert tot samenwerking, maar kan ook worden veroorzaakt doordat bibliotheken die al samenwerkten al actiever waren op het gebied van aangepast lezen en dus ook eerder geneigd waren de subsidie aan te vragen. Relatief wordt het meest samengewerkt met andere bibliotheken en/of PSO’s: 60% geeft aan dat deze samenwerking plaatsvindt. Bijna eenzelfde percentage (56%) geeft aan samen te werken met Stichting Aangepast Lezen. Ca. 40% van de respondenten werkt samen met regionale verenigingen (bijvoorbeeld Visio, Batimeús), lokale partijen en/of hulpmiddelen leveranciers (als Optelec, Worldwide Vision). Dedicon wordt door 18% als samenwerkingspartner genoemd, landelijke verenigingen (zoals Viziris) door 8%. 25% (34 respondenten) noemt andere organisaties waarmee men samenwerkt. Stichting Balans en de ROC worden meerdere malen in deze categorie genoemd. De letterlijke antwoorden zijn op te vragen bij het SIOB. Grafiek 2. ‘Werkt u samen of heeft u samengewerkt met andere instellingen/intermediairs of verenigingen op het gebied van aangepast lezen?’
Samenwerking aangepast lezen (n=134) Andere bibliotheken/PSO
60%
Loket aangepast-lezen
56%
Regionale verenigingen
40%
Lokale partijen (bv huisartsen)
40%
Hulpmiddelen leveranciers
39%
Anders
25%
Dedicon
18%
Landelijke verenigingen
8%
CBB/LSB
2%
Geen samenwerking op dit gebied
6% 0%
10%
20%
30%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
40%
50%
60%
70%
80%
90%
pagina 14 van 60
Verschillen in provincie In de provincies Limburg, Utrecht en Drenthe wordt er relatief minder samengewerkt op het gebied van aangepast lezen dan in de overige provincies. In de provincies Friesland, Overijssel, Gelderland en Zeeland wordt relatief vaak samengewerkt op provinciaal niveau (met andere bibliotheken en/of met de PSO). In Noord- en Zuid-Holland wordt deze vorm van samenwerking juist iets minder vaak genoemd dan gemiddeld. In Noord-Holland en Friesland zien we een meer dan gemiddelde samenwerking met Stichting Aangepast Lezen. In Gelderland, Zuid-Holland en Noord-Brabant lijkt de samenwerking met Stichting Aangepast Lezen juist iets minder dan gemiddeld. In Noord-Brabant, Noord-Holland en Friesland wordt relatief vaak samengewerkt met Dedicon. In Drenthe, Zeeland en Flevoland geeft geen van de deelnemende organisaties aan, met Dedicon samen te werken.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 15 van 60
2.2.4 Promotie Van de 134 respondenten geven er 13 (10%) aan dat hun bibliotheek geen promotie maakt voor de dienstverlening op het gebied van aangepast lezen. Het percentage dat wel promotie maakt voor de dienstverlening ligt hoger onder de deelnemers die subsidie aanvroegen (94%), dan onder deelnemers die dit niet deden (71%). Daarnaast wordt er in de provincie Limburg minder promotie gemaakt voor deze dienstverlening (69%) dan in de overige provincies. De deelnemers die antwoorden dat hun organisatie wél promotie maakt, lichten toe op welke manier(en) deze promotie plaatsvindt. In tabel 4 op de volgende pagina is te zien welke vormen van promotie het meest worden toegepast. In vrijwel alle bibliotheken wordt de dienstverlening op het gebied van aangepast lezen op verschillende manieren onder de aandacht gebracht. Het blijkt dat veel gebruik wordt gemaakt van brochures, folders en flyers. 80 deelnemers geven aan dat hun bibliotheek deze middelen inzet om klanten en relaties te informeren over aangepast lezen. Ook promoten veel bibliotheken de dienstverlening via de website (61 keer genoemd), de pers (36 keer) of de nieuwsbrief (23 keer). Door 24 bibliotheken zijn lezingen, informatiebijeenkomsten, workshops e.d. georganiseerd rondom aangepast lezen. Daarnaast hebben 8 bibliotheken zich gepresenteerd tijdens een informatiemarkt of beurs die door anderen is georganiseerd (zoals de regionale hulpmiddelenbeurs). 24 deelnemers geven expliciet aan dat contact is gezocht met zorginstellingen en/of ouderenwerkers. (Dit wil niet zeggen dat de andere bibliotheken dit hebben nagelaten; de folders, lezingen etc. zullen immers ook vaak bedoeld zijn voor bewoners of medewerkers van zorginstellingen). 17 bibliotheken hebben onderwijsinstellingen benaderd. Ook in de evaluatieformulieren kon men aangeven waarop men zich heeft gericht met de promotie van de dienstverlening. Hierin komt naar voren dat men zich in eerste instantie meer richtte op de zorginstellingen en ouderenorganisaties dan op de scholen. Ook tijdens contacten tussen bibliotheekmedewerkers en individuele klanten wordt promotie gemaakt voor de dienstverlening rondom aangepast lezen. Medewerkers geven informatie over de diverse materialen en verwijzen soms door naar Stichting Aangepast Lezen. Uit de evaluatieformulieren komt daarnaast naar voren dat een deel van de bibliotheekorganisaties gebruik maakt van vrijwilligers (voornamelijk voor de boekendienst aan huis) en dat zij de dienstverlening bekend maken bij de doelgroep.
Ten slotte wordt het aangepast lezen onder de aandacht gebracht door de collectie duidelijk zichtbaar te tonen in de bibliotheek; sommige bibliotheken hebben een tentoonstelling ingericht.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 16 van 60
Tabel 4. De wijze waarop bibliotheken promotie maken voor hun dienstverlening op het gebied van aangepast lezen (categorieën die door ten minste 8 deelnemers zijn genoemd)
Antwoordcategorie Brochures, folders, flyers etc. Website Via de pers Informatiebijeenkomsten, lezingen, workshops etc. Contacten met zorginstellingen en/of ouderenwerkers Nieuwsbrief Advies door bibliotheekmedewerkers in de bibliotheek Zichtbaar maken van de collectie in de bibliotheek Contacten met het onderwijs Aanwezig zijn op beurzen, markten etc. Totaal aantal respondenten waarvan de organisatie promotie maakt voor aangepast lezen
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
Aantal keer genoemd 80 61 36 24 24 23 23 19 17 8
% 66% 50% 30% 20% 20% 19% 19% 16% 14% 7%
121
pagina 17 van 60
2.2.5 Uitspraken bibliotheek en aangepast lezen Aan de respondenten is een aantal uitspraken voorgelegd over de bibliotheek en aangepast lezen. Hierbij kon men gebruik maken van een 5 puntschaal om aan te geven in welke mate men het met iedere uitspraak eens of oneens is. Ook was er een categorie weet niet/geen mening. Bibliotheken zien zichzelf op het gebied van aangepast lezen veel meer als een ‘toegang’ tot aangepast lezen (90% (beslist) mee eens) dan als een partij met een volledig aanbod op dit gebied (13% beslist) mee eens). Ongeveer tweederde van de respondenten geeft aan dat aangepast lezen (als doelgroep of als dienstverlening) is opgenomen in het beleidsplan van de organisatie. Bij 17% van de bibliotheken is dit niet het geval. Onder organisaties die subsidie hebben aangevraagd, ligt het percentage dat aangepast lezen heeft opgenomen in het beleidsplan, iets hoger dan onder organisaties die dit niet hebben gedaan (69% versus 60% (beslist) mee eens). Opvallend is, dat respondenten uit organisaties in Limburg (waar tot en met 2011 relatief weinig gebruik is gemaakt van de subsidieregeling) wel vaker dan gemiddeld aangeven dat aangepast lezen is opgenomen in het beleidsplan van de organisatie. Ook tweederde van de respondenten die een mening hebben gegeven op deze stelling, is van mening dat de subsidie van het SIOB substantieel heeft bijgedragen aan een betere bekendheid bij het publiek met de mogelijkheden van aangepast lezen. 6% vindt dit niet het geval. Onder de deelnemers aan de subsidieregeling ligt het percentage dat het met deze stelling eens is hoger dan onder de nietdeelnemers. De medewerkers van de bibliotheek zijn over het algemeen bekend met het aanbod en kunnen basisvragen over aangepast lezen beantwoorden. Ook hier zien we dat wanneer een organisatie subsidie heeft ontvangen, men positiever is over de stellingen dan wanneer een organisatie geen subsidie heeft ontvangen. Iets meer dan de helft van de respondenten, tenslotte, is van mening dat hun bibliotheek actief bezig is op het gebied van aangepast lezen. 36% beoordeelt deze uitspraak neutraal, 13% vindt dat hun organisatie niet actief is op het gebied van aangepast lezen. Respondenten binnen organisaties die gebruik maakten van de subsidie noemen zichzelf iets vaker actief op het gebied van aangepast lezen, dan organisaties die dit niet deden.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 18 van 60
Grafiek 3. ‘Bent u het eens of oneens met de onderstaande uitspraken?’
Uitspraken Bibliotheek is 'toegang' tot aangepast lezen (n=124)
34
Subsidie substantieel bijgedragen aan bekendheid Nn=116)
24
Aangepast lezen staat in beleidsplan (n=120)
11
Bibliotheek is actief (n=123)
10
Bibliotheek biedt zelf volledig aanbod aangepast lezen (n=124) 1 0%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
Eens
15
Een noch oneens
13
38
Oneens
40%
50%
60%
2 4 2
36
26 30%
7
20
42
20%
2
13
63
10%
4 2
16 63
12
4
26
48
15
Alle medewerkers zijn bekend met aanbod Nn=123)
7
44
20
Alle publieksmedewerkers kunnen vragen beantwoorden (n=123)
Beslist eens
56
23 70%
80%
90%
100%
Beslist oneens
pagina 19 van 60
2.3
Subsidieregeling aangepast lezen
2.3.1 Aanvraag Van alle respondenten heeft 87% (115 respondenten) als organisatie minimaal één maal een subsidie aangevraagd in het kader van de dienstverlening aangepast lezen. Nagenoeg al deze deelnemers hebben de subsidie ook (gedeeltelijk) ontvangen. 17 respondenten geven aan (nog) geen subsidie te hebben aangevraagd. Redenen hiervoor zijn met name het gebruik van eigen middelen (9 respondenten) en onbekendheid met de regeling (5 respondenten). 2 respondenten hebben deze vraag niet beantwoord. Grafiek 4. ‘Heeft uw organisatie tussen 2007 en 2011 subsidie aangevraagd in het kader van Dienstverlening aangepast lezen?’
13%
Ja Nee
87%
Uit de analyse van de aanvraagformulieren kan een totaalbeeld worden verkregen van het aantal organisaties dat een aanvraag heeft ingediend. Uit deze analyse komt naar voren in totaal 85% van alle bibliotheekorganisaties een subsidie in het kader van aangepast lezen heeft aangevraagd bij het SIOB. Het beeld in de enquête komt dan ook overeen met het totaalbeeld. Dit bevestigt dat de deelnemers aan de enquête een representatief beeld geven van de totale populatie van basisbibliotheken.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 20 van 60
Verdeling naar jaar van aanvraag subsidie De verdeling van de respondenten naar het jaar dat hun organisatie subsidie heeft aangevraagd staat vermeld in onderstaande tabel. We zien dat ongeveer 35% van de deelnemers aan de enquête de subsidie heeft aangevraagd in 2007, 2008 en/of 2009. Een kwart van de deelnemers heeft de subsidie (mede) aangevraagd in 2010 en 8% (ook) in 2011. Tabel 5. Jaar van aanvraag van de subsidie
Jaar van aanvraag
aantal
%
2007 2008 2009 2010 2011
42 40 39 30 10
38% 36% 35% 27% 8%
Totaal aantal respondenten dat de vraag heeft ingevuld
112
Wanneer we bovenstaand beeld onder de deelnemers aan de enquête leggen naast de aanvraagformulieren van het SIOB, zien we dat de deelnemers aan de enquête voor wat betreft het jaar van aanvraag eenzelfde beeld vertonen als het beeld in de aanvraagformulieren van het SIOB.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 21 van 60
Verdeling naar aantal aanvragen De subsidie mocht maal één maal per vestiging worden aangevraagd. Echter, diverse basisbibliotheken deden meerdere aanvragen, voor verschillende vestigingen. De verdeling naar aantal maal dat men subsidie heeft aangevraagd is vermeld in de tabel hieronder. Van alle respondenten waarvan de organisatie subsidie heeft aangevraagd, heeft het grootste deel (62%) slechts 1 maal subsidie aangevraagd. Een kwart van de deelnemende organisaties deed dit 2 maal, 9% vroeg drie maal subsidie aan in het kader van aangepast lezen. Tabel 6. Aantal maal dat de subsidie is aangevraagd
Aantal maal
Aantal
%
1 maal 2 maal 3 maal 4 maal 5 maal
69 29 10 3 1
62% 26% 9% 3% 1%
Totaal aantal respondenten dat de vraag heeft ingevuld
112
Het beeld onder de deelnemers aan het onderzoek komt min of meer overeen met het beeld dat naar voren komt in de analyse van de aanvraagformulieren van het SIOB. Verdeling naar provincie Kijken we naar de provincies, dan zien we dat alle respondenten uit Friesland, Drenthe, Flevoland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland gebruik gemaakt hebben van de subsidieregeling. Ook als we kijken naar de analyse van de aanvraagformulieren, zien we dat in deze provincies (nagenoeg) alle bibliotheekorganisaties gebruik hebben gemaakt van de subsidie. Dit kan mede worden veroorzaakt doordat de aanvragen in een aantal van deze provincies centraal vanuit de PSO zijn verricht. Het deelnemen aan de subsidieregeling is het laagst onder respondenten uit Groningen, Utrecht en Limburg. Uit de analyse van de aanvraagformulieren blijkt dat dit ook de provincies zijn waar de subsidie tot en met 2011 het minst vaak is aangevraagd. Inmiddels is bekend dat in 2012 veel aanvragen zijn gedaan vanuit de provincie Limburg, waardoor deze ‘witte vlek’ in de aanvraag van de subsidie inmiddels is opgevuld. Als reden voor het niet deelnemen aan de subsidieregeling komt in Limburg relatief vaak naar voren dat men niet op de hoogte was van de regeling. Daarnaast geeft een aantal respondenten uit Limburg aan dat aangepast lezen uit eigen middelen wordt gefinancierd. Deze laatste reden komt in Utrecht als meestgenoemde reden naar voren.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 22 van 60
2.3.2 Bekendheid Er is respondenten gevraagd hoe men op de subsidieregeling is geattendeerd. Bijna 60% van respondenten is bekend geraakt met de subsidieregeling via de PSO. Bijna de helft heeft van de subsidieregeling gehoord via de VOB (eerdere jaren) of het SIOB zelf (vanaf 2009). Overige organisaties, zoals Stichting Aangepast Lezen, het Vakberaad en overige bibliotheken hebben nauwelijks een rol gespeeld bij het bekend maken met de regeling. In Zuid-Holland zien we dat organisaties relatief vaak via het SIOB bekend zijn geraakt met de subsidieregeling. In Noord-Brabant, Drenthe, Friesland en Overijssel zien we een duidelijke rol van de PSO in het bekendmaken van de regeling. Uit de analyse van de aanvraagformulieren blijkt ook dat de PSO’s in deze provincies een grote rol hebben gespeeld bij de aanvraag van de subsidie.
In 2007 werd de grootste bekendheid gegenereerd door de VOB / het SIOB, in de jaren hierna was de bekendheid via de PSO iets hoger. Grafiek 5. ‘Op welke manier of manieren bent u op het bestaan van deze regeling geattendeerd?’
Manier bekend (n=132) Via een PSO
58%
Via de VOB / het SIOB
43%
Via Loket aangepast-lezen
8%
Via vakberaad BEZIG / LOAL
7%
Via andere bibliotheek
1%
Anders
11%
Weet niet (meer)
10% 0%
10%
20%
30%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
40%
50%
60%
70%
80%
90%
pagina 23 van 60
2.3.3 Doelstelling Aan respondenten waarvan de organisatie gebruik heeft gemaakt van de subsidieregeling is met behulp van een open vraag gevraagd wat het belangrijkste doel was van de deelname aan de regeling. In tabel 7 zijn de antwoorden ingedeeld in categorieën. Veel deelnemers wijzen er in tamelijk algemene bewoordingen op dat hun bibliotheek de dienstverlening voor leesgehandicapten wil verbeteren. Voorbeelden van antwoorden zijn: ‘het opzetten van een goede dienstverlening op het gebied van aangepast lezen’, ‘laagdrempeliger toegang tot de bibliotheek voor de doelgroep’ en ‘wij willen er zijn voor iedereen, ook voor mensen met een leeshandicap’. Anderen geven (daarnaast) wat specifiekere informatie. Zo schrijven 46 deelnemers dat hun bibliotheek de subsidie gebruikt heeft om materialen aan te schaffen, zoals groteletterboeken, daisy-roms of daisyspelers. Ook wordt dikwijls opgemerkt dat de bibliotheek meer voorlichting wil kunnen geven over aangepast lezen en de bekendheid daarvan wil vergroten. Andere doelen die worden genoemd zijn het vergroten van de bekendheid van Stichting Aangepast Lezen en de mogelijkheid de doelgroep hiernaar door te verwijzen. Voor 10 respondenten was het inrichten van een Anders Lezen Punt of 4You! een belangrijk doel. Enkele respondenten antwoorden dat scholing van medewerkers behoorde tot de belangrijkste doelen van deelname aan de subsidieregeling. Tabel 7 ‘Wat is of zijn voor uw organisatie het belangrijkste doel (de belangrijkste doelen) geweest van deelname aan de subsidieregeling? Wat wilde uw organisatie ermee bereiken?’ (categorieën die door ten minste 6 deelnemers zijn genoemd)
Antwoordcategorie Betere dienstverlening aan de doelgroep Aanschaf van materialen Promotie en/of voorlichting omtrent anders lezen Doorverwijzen naar Stichting Aangepast Lezen Inrichten van Anders Lezen Punt, 4You! etc. Scholing van medewerkers Totaal
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
Aantal keer genoemd 57 46 26 25 10 6
% 51% 41% 23% 23% 9% 5%
111
pagina 24 van 60
2.3.4 Actief voor de inzet van de subsidie Op de vraag in hoeverre men als organisatie reeds actief was op het gebied van aangepast lezen voordat men de subsidie aanvroeg, geeft ongeveer een kwart van de respondenten aan dat men vóór de subsidie niet actief was op dit gebied. Voor hen was de subsidie dus een startpunt van de dienstverlening. De overige respondenten geven nagenoeg allemaal aan dat hun organisatie ‘enigszins’ actief was op het gebied van aangepast lezen voordat ze de subsidie aanvroegen. Met name in Drenthe en in Gelderland ligt het percentage deelnemers waarvan de organisatie nog niet zo actief was voor de inzet van de subsidie, iets hoger dan gemiddeld. Aan de deelnemers die hebben geantwoord dat hun organisatie ‘zeer actief’ of ‘enigszins actief’ was, is vervolgens gevraagd wat hun organisatie, voordat de subsidie werd aangevraagd, al deed op het gebied van aangepast lezen. 81 mensen hebben bij deze vraag iets ingevuld. Hun antwoorden zijn in onderstaande tabel gecategoriseerd. Het blijkt dat de meeste organisaties voorafgaand aan de subsidieaanvraag al ten minste één materiaalsoort in huis hadden die bedoeld is voor leesgehandicapten. 47 respondenten (58%) geven aan dat hun organisatie beschikte over groteletterboeken. Ook andere materialen, zoals luisterboeken, daisy-roms en daisyspelers werden door een deel van de bibliotheken aangeboden. Bij een aantal respondenten reeds was een Aangepast Lezen Punt, een 4You! of een dergelijke voorziening in de bibliotheek aanwezig. Daarnaast werd door 24 respondenten voorlichting gegeven over anders lezen of werd deze dienstverlening gepromoot. Soms werden klanten voor de inzet van de subsidie al doorverwezen naar Stichting Aangepast Lezen (voorheen Het Loket). Tabel 8. ‘Wat deed uw organisatie al op het gebied van aangepast lezen voordat u de subsidie (voor de eerste maal) aanvroeg?’ (categorieën die door ten minste 7 deelnemers zijn genoemd)
Antwoordcategorie Groteletterboeken Luisterboeken Voorlichting, promotie Daisyroms en/of daisyspelers ALP, 4You! etc. Collectie (niet nader gespecificeerd) Doorverwijzen Leeshulpmiddelen Bibliotheek aan Huis Eenvoudige leesboeken
Aantal
%
47 26 24 18 11 10 10 8 8 7
58% 32% 30% 22% 14% 12% 12% 10% 10% 9%
eventueel in de vorm van een wisselcollectie
Totaal aantal respondenten van wie de organisatie reeds actief was voor de inzet van de subsidie
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
81
pagina 25 van 60
2.4
Inzet van de subsidie
2.4.1 Besteding van de subsidiegelden Aan respondenten waarvan de organisatie subsidie heeft aangevraagd, is gevraagd op welke manier men de subsidie heeft besteed. We zien dan dat de subsidie met name is besteed aan de aanschaf van daisyroms en daisyspelers. Ca. 85% van de deelnemers geeft aan dat de subsidie (onder andere) hieraan is uitgegeven. In de evaluatieformulieren die men indiende direct na de inzet van de subsidie, komt ook naar voren dat met name daisyroms en daisyspelers zijn aangeschaft met de subsidie. Iets meer dan twee op de drie respondenten geeft aan dat de organisatie (een deel van) de subsidie heeft aangewend om medewerkers te scholen op het gebied van aangepast lezen. In de evaluatieformulieren die na afloop van de inzet van de subsidie zijn ingevuld door de bibliotheekorganisaties, wordt scholing nog iets vaker genoemd als besteding van de subsidie, namelijk door driekwart van de organisaties. Opmerkelijk is dat scholing van de medewerkers niet vaak werd genoemd als belangrijkste doelstelling van de deelname aan de subsidieregeling. De helft van de deelnemers heeft subsidie uitgegeven aan promotie/publiciteit in het kader van aangepast lezen. Ook dit komt in de evaluatieformulieren nog iets vaker naar voren dan in de enquête. Van 30 tot 35% van de respondenten heeft de organisatie subsidie uitgegeven aan de aanschaf van groteletterboeken, low vision materiaal, luisterboeken en/of het verbeteren van de toegankelijkheid van de website. 15 tot 20% van de respondenten gaf de subsidie uit aan de inrichting van de bibliotheek, de aanschaf van een Webbox (een compact apparaat waarmee men gesproken leesmateriaal op basis van een abonnement kan beluisteren), de aanpassing van een publiekspc en/of de aanschaf van e-readers / iPads. Bijna een kwart van de deelnemers heeft de subsidie aangewend aan andere doelen dan de in de vragenlijst voorgecodeerde. Hierbij wordt onder andere genoemd het opzetten van een 4you! plein en het verzorgen van informatiebijeenkomsten. De letterlijke (geanonimiseerde) antwoorden binnen deze categorie zijn via het SIOB beschikbaar.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 26 van 60
Verschillen in provincie De provincies Overijssel, Gelderland en Friesland hebben relatief vaak geïnvesteerd in de aanschaf van groteletterboeken en luisterboeken. De aanschaf van daisyroms bleef in Noord-Brabant duidelijk achter ten opzichte van het gemiddelde. Ook het percentage respondenten waarvan de organisatie de subsidie heeft besteed aan scholing bleef hier iets achter op het gemiddelde. Wel heeft men in Noord-Brabant iets vaker dan gemiddeld geïnvesteerd in e-readers of Ipads. Ook in Noord- en Zuid-Holland is relatief vaak subsidie ingezet om e-readers en/of Ipads aan te schaffen. Ook aan scholing hebben deelnemers uit deze provincies relatief veel geld uitgegeven. De Webbox (streaming) is met name aangeschaft in Noord-Holland, Zuid-Holland en in Flevoland. De provincie Drenthe heeft vaker dan gemiddeld subsidie ingezet voor het aanpassen van de inrichting van de bibliotheek. Deze verschillen in aandachtspunten per provincie kunnen mede worden veroorzaakt door de rol van de PSO. Verschillen in aanvraagjaar We zien dat daisyroms en daisyspelers eigenlijk gedurende de gehele looptijd van de subsidie (2007 tot en met 2011) zijn aangeschaft van het subsidiegeld. Overige inzet, bijvoorbeeld de aanschaf van low vision materiaal en de aanschaf van e-readers en iPads, vond veelal in de latere jaren plaats.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 27 van 60
Grafiek 6. ‘Op welke manier of manieren heeft u de subsidie besteed?’
Besteding subsidie (n=108) Aanschaf daisyspelers
89%
Aanschaf daisyroms
86%
Scholing medewerkers
69%
Publiciteit
50%
Aanschaf groteletterboeken
35%
Aanschaf low vision materiaal
32%
Aanschaf luisterboeken
31%
Toegankelijkheid website
30%
Inrichting bibliotheek
19%
Aanschaf Webbox
17%
Aanpassing publiekspc
16%
Aanschaf e-readers/iPads
16%
Aanschaf Low Vision Totaal koffer
9%
Andere manier
23% 0%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
pagina 28 van 60
2.4.2 Effect van de subsidiegelden Aan de respondenten van wie de organisatie subsidie heeft aangevraagd, is gevraagd in hoeverre enkele aspecten zijn toegenomen als gevolg van de inzet van de subsidie. Er is door de deelnemers geantwoord met behulp van een schaal: men kon kiezen tussen ‘sterk toegenomen’, ‘enigszins toegenomen’, ‘geen effect’ en ‘weet niet/geen mening’. Bij de beantwoording van deze vraag baseert men zich dus niet (altijd) op cijfers, het gaat om het gevoel dat men heeft over het effect van de subsidiegelden. De grootste toename als gevolg van de inzet van de subsidie wordt dan ervaren in de kennis van de medewerkers op het gebied van aangepast lezen: de helft van de 91 respondenten die hierover een mening hebben gegeven, geeft aan dat de kennis sterk is toegenomen, de overige helft zegt dat de kennis enigszins is vergroot. We zien duidelijk een grotere stijging onder de organisaties die hierin met behulp van de subsidie hebben geïnvesteerd dan onder organisaties die dit niet hebben gedaan. Daarnaast zien bibliotheken als gevolg van de subsidie een toename in het aantal uitleningen van daisyspelers (44% sterk toegenomen) en van daisyroms (30% sterk toegenomen). Bij de daisyspelers heeft de stijging alleen plaatsgevonden bij organisaties die de subsidie hiervoor hebben aangewend, bij de daisyroms heeft de stijging in het aantal uitleningen ook plaatsgevonden bij organisaties die hier geen subsidie aan hebben besteed. Ook het aantal bezoekers dat op de hoogte is van de mogelijkheden van aangepast lezen en de bekendheid van de dienstverlening onder de doelgroep is volgens nagenoeg alle deelnemende bibliotheken (sterk of enigszins) toegenomen. Kijken we naar het aantal doorverwijzingen, dan zien we dat met name de doorverwijzingen naar Stichting Aangepast Lezen zijn toegenomen. In mindere mate zijn er ook meer mensen doorverwezen naar leveranciers en/of naar regionale instellingen. Verder zien we dat, wanneer een organisatie de subsidie heeft aangewend om het personeel te scholen, het aantal doorverwijzingen naar Stichting Aangepast Lezen iets sterker is gestegen dan wanneer men de subsidie niet heeft ingezet voor scholing. Het gebruik van de publiekspc is nauwelijks toegenomen als gevolg van de inzet van de subsidie. Daarnaast zien we dat er geen verschil is in toename van het gebruik van de publiekspc tussen organisaties die de subsidie hiervoor hebben aangewend en zij die dit niet hebben gedaan. Deelnemers aan het onderzoek konden ook nog zelf andere effecten aandragen van de inzet van de subsidie. 30 deelnemers (27%) hebben dit ook daadwerkelijk gedaan. Hun letterlijke (geanonimiseerde) antwoorden zijn op te vragen bij het SIOB. Zij geven dan onder andere aan dat het onderwerp veel meer is gaan leven in de organisatie dankzij de subsidie. Daarnaast geeft men bij ‘andere effecten’ aan dat men meer inzicht heeft gekregen in de doelgroep en zijn er veel contacten gelegd met organisaties. De subsidie was in dat geval een aanleiding om samenwerking te zoeken of intensiveren.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 29 van 60
Grafiek 7. ‘In welke mate zijn de volgende aspecten toegenomen als resultaat van de inzet van de subsidie?’
Effecten inzet subsidie Kennis medewerkers (n=91)
51
Aantal uitleningen daisyspelers (n=88)
44
Aantal uitleningen daisyroms (n=86)
50
30
Aantal bezoekers op hoogte van mogelijkheden (n=83)
16
Aantal doorverwijzingen Loket (n=74)
15
Aantal doorverwijzingen leveranciers (n=61)
5
Aantal doorverwijzingen regionale instellingen (n=58)
5
Behoud van oudere leden als lid (n=52)
4
Aantal uitleningen groteletterboeken (n=65)
3
Gebruik publiekspc (n=43)
5
77
2
51
33 76
10
71
25
60
35 73
23
43
54
21 0%
8
71
20
Aantal uitleningen luisterboeken (n=65)
6
62
24
Bekendheid dienstverlening onder doelgroep (n=84)
10%
Sterk toegenomen
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
50
79 20%
30%
40%
Enigszins toegenomen
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Geen effect
pagina 30 van 60
2.4.3 Incorporatie in de reguliere dienstverlening Aan de respondenten van wie de organisatie subsidie heeft aangevraagd, is gevraagd of de inzet van de subsidie heeft geleid tot een werkelijke incorporatie van de service in de reguliere dienstverlening. De deelnemer kon antwoord geven aan de hand van voorgecodeerde antwoordcategorieën. 53% van de deelnemers spreekt van een werkelijke incorporatie van de dienstverlening in het beleid van de bibliotheek. 45% geeft aan dat er wel meer aandacht in de organisatie is voor de dienstverlening aangepast lezen, maar dat er geen sprake is van een echt structurele incorporatie. Slechts 2% van de deelnemers noemt het een eenmalige impuls. Grafiek 8. ‘Heeft de inzet van de subsidie naar uw mening daadwerkelijk geleid tot een incorporatie van de service in de reguliere dienstverlening?’ 2%
Nee, geen enkel effect Nee, eenmalige impuls
45% 53%
Wel meer aandacht, geen incorporatie Ja, werkelijke incorporatie
In de provincies Friesland en Noord-Holland zijn de respondenten duidelijk het meest van mening dat de inzet van de subsidie heeft geleid tot een werkelijke incorporatie van de service in de reguliere dienstverlening. In Drenthe geven de deelnemers relatief vaak aan dat er wel meer aandacht is voor de dienstverlening, maar dat er geen sprake is van een daadwerkelijke incorporatie. Verder zien we dat de organisaties die de subsidie in 2011 (nogmaals) aanvroegen, het meest van mening zijn dat er een daadwerkelijke incorporatie heeft plaatsgevonden.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 31 van 60
Door 70 deelnemers wordt desgevraagd een toelichting gegeven. Deze letterlijke (geanonimiseerde) antwoorden zijn op te vragen bij het SIOB Respondenten die bij de vorige vraag hebben geantwoord dat er wel meer aandacht is voor de dienstverlening, maar geen structurele incorporatie, benadrukken enerzijds dat de bibliotheek aandacht besteedt aan aangepast lezen. Anderzijds wijzen zij op factoren die structurele incorporatie in de weg staan, zoals bezuinigingen, werkdruk en het feit dat aangepast lezen maar een klein onderdeel vormt van het bibliotheekwerk. Enkele voorbeelden van antwoorden zijn: “Het aangepast lezen was en is onderdeel van onze dienstverlening. door de subsidie heeft dit een impuls gekregen. Het blijkt in de praktijk soms lastig om structureel geld en middelen (tijd) vrij te maken. Daarnaast zie ik onze taak voornamelijk als een eerste opvang, daarna verwijzen we door naar Stichting Aangepast Lezen. Dat is met de huidige middelen en scholing duidelijker geworden voor medewerkers en uiteindelijk ook klanten.”
“Aangepast lezen blijft aandachtspunt in het beleid maar heel kleinschalig ivm de grote bezuinigingen bij diverse vestigingen.”
De respondenten die van mening zijn dat de dienstverlening voor aangepast lezen momenteel geïncorporeerd is in het beleid van de bibliotheek, merken dikwijls op dat aangepast lezen dankzij de subsidie een plaats heeft gekregen in het beleidsplan of geven aan dat de benodigde materialen nu worden bekostigd uit het reguliere budget. Enkele voorbeelden van antwoorden zijn: “Doordat wij de subsidie op veel fronten hebben ingezet en de communcatie over de mogelijkheden voor de klant en de medewerker goed in kaart hebben gebracht is er sprake geweest van een inhaalslag. Dienstverlening voor aangepast lezen is van beleidsvoornemen een beleidsuitvoering geworden.”
“Bij het aanvragen en besteden van de subsidie hebben we gekeken waar de tekortkomingen lagen, en vandaar uit gehandeld. Het mooie is dat in de verschillende vestigingen het beleid en het aanbod en de kennis is vergroot. Wat dit betreft: 4e antwoord: Ja. Ik heb toch het 3e antwoord ingevuld, omdat je moet blijven investeren in de collectie, presentatie en de voorlichting.”
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 32 van 60
2.4.4 Tevredenheid effect inzet subsidiegelden Respondenten uit organisaties die deelnamen aan de subsidie zijn positief over het effect van de inzet van de subsidie: 15% geeft aan zeer tevreden te zijn, 66% is tevreden en de overige deelnemers hebben voornamelijk een neutrale mening. Grafiek 9. ‘In welke mate bent u tevreden of ontevreden over het effect van de inzet van de subsidiegelden op uw dienstverlening rondom aangepast lezen
Tevredenheid effect inzet subsidie
Tevredenheid effect
15%
0%
10% Zeer tevreden
66%
20% Tevreden
30%
40%
50%
Tevreden noch ontevreden
60% Ontevreden
70%
80%
17%
2%
90%
100%
Zeer ontevreden
Ongeveer 60 respondenten lichten hun antwoord toe. De (geanonimiseerde) antwoorden zijn op te vragen bij het SIOB. Mensen die (zeer) tevreden zijn over het effect van de subsidie, laten weten dat de dienstverlening is verbeterd. De subsidie heeft zaken mogelijk gemaakt die anders niet gerealiseerd zouden zijn. Er is materiaal aangeschaft, de collectie is bij de gebruikers onder de aandacht gebracht en de kennis over aangepast lezen is toegenomen. “Zonder de inzet van subsidiegelden zou het huidige nivo van dienstverlening nog niet zijn bereikt in de periode 2007-2011.” “Dankzij de subsidie hebben wij een gericht dienstverlening voor visueel gehandicapten kunnen realiseren. De bibliotheek is bij deze groep inmiddels veel meer in beeld. Regelmatig krijgen wij vraag naar de mogelijkheden die de bibliotheek en andere instellingen kunnen bieden.” “Zonder deze subsidie zou het marginaal zijn opgepakt, hooguit het folderaanbod uitgebreid. Het onderwerp is op deze manier veel beter uitgewerkt en in de organisatie als dienstverlening opgenomen.” Deelnemers die tevreden noch ontevreden zijn, noemen als minpunten onder andere dat het moeilijk is de gehele doelgroep te bereiken en dat de resultaten lastig meetbaar of beperkt zijn. “Tevreden omdat er een aantal concrete doelstellingen is behaald. Ontevreden omdat het niet duidelijk is hoeveel we voor de mensen hebben kunnen betekenen. Hadden we meer mensen kunnen bereiken als we dingen anders hadden gedaan? Wie zijn de mensen met een leeshandicap eigenlijk? Hoe bereiken we de mensen die nog niet tot de doelgroep behoren maar dat wel gaan doen?”
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 33 van 60
2.5 Doelgroep Aan respondenten is gevraagd of men zich bij de inzet van de subsidie heeft gericht op een specifieke doelgroep. 97% van de respondenten heeft dit daadwerkelijk gedaan. De belangrijkste doelgroepen die men noemt zijn senioren en mensen met een fysieke leeshandicap, genoemd door ca. 70% van de deelnemers. De helft van de respondenten heeft zich (mede) gericht op dyslecten, ongeveer een kwart (mede) op laaggeletterden. In Noord-Brabant heeft men zich vaker dan gemiddeld gericht op de groep laaggeletterden. 14% van de respondenten richtte zich bij de inzet van de subsidie op alle genoemde doelgroepen. 10% noemt een andere doelgroep dan de in de vragenlijst genoemde. Hier worden bijvoorbeeld intermediairs en inburgeraars genoemd. Grafiek 10. ‘Heeft u zich bij de inzet van de subsidie gericht op een specifieke doelgroep of specifieke doelgroepen? Meerdere antwoorden mogelijk
Doelgroep (n=111) Senioren
70%
Mensen met fysieke leeshandicap
68%
Dyslecten
51%
Laaggeletterden
23%
Geen specifieke doelgroep
3%
Alle doelgroepen
14%
Overige doelgroep
10% 0%
10%
20%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
pagina 34 van 60
Er is respondenten gevraagd of men reacties heeft ontvangen vanuit de doelgroep met betrekking tot de voorzieningen aangepast lezen. Ongeveer de helft van de respondenten heeft inderdaad reacties ontvangen van mensen uit de doelgroep met betrekking tot de voorzieningen aangepast lezen. 38% weet het niet en 13% geeft aan dat er geen reacties zijn ontvangen. Aan de respondenten die aangeven dat er reacties zijn binnengekomen, is vervolgens gevraagd of deze reacties positief, neutraal of negatief zijn. Deze reacties waren in 94% van de gevallen positief en nagenoeg niet negatief of neutraal. Als gevraagd wordt een samenvatting te geven van de reacties uit de doelgroep, komt naar voren dat gebruikers blij verrast zijn door de mogelijkheden op het gebied van aangepast lezen. Vooral de mogelijkheid een daisyspeler te lenen wordt zeer gewaardeerd. Mensen vinden het prettig dat ze de daisyspeler op deze manier kunnen uitproberen. Ook wordt door de doelgroep vaak positief gereageerd op het aanbod van daisyroms. “Blij verrast dat ze konden uit proberen, daar met name bij de ouderen slechtziende gebruikers een nieuwe stap na het jarenlange gebruik met cassette recorder en gesproken boeken op geluidscassettes. Positieve reacties dat er meer is na de Grootletterboeken om "te lezen".”
“Bij presentaties van de mogelijkheden voor visueel gehandicapten blijkt dat er nog weinig kennis aanwezig is. Er worden duidelijk ogen geopend. Bij uitleg aan individuele klant is echt sprake van directe hulp naar de juiste instanties, wat uiteraard sterk gewaardeerd wordt.”
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 35 van 60
2.6 Toekomst Wanneer de organisatie in de toekomst (nogmaals) een subsidie aan zou mogen vragen, dan zou één op de drie deelnemers hiervan beslist gebruik maken. Nog eens een derde zou dit waarschijnlijk wel doen. Een kwart weet het nog niet en slechts 6% geeft aan dit niet meer te zullen doen in de toekomst wanneer de mogelijkheid geboden zou worden. Het hoogste percentage deelnemers dat aangeeft in de toekomst subsidie aan te zullen vragen indien mogelijk, vinden we terug in Limburg, Noord-Brabant en Flevoland. Er is geen verschil in intentie de subsidie in de toekomst (nogmaals) aan te vragen tussen deelnemers waarvan de organisatie al subsidie heeft aangevraagd en deelnemers uit organisaties die dit nog niet hebben gedaan. Grafiek 11. ‘Stel dat uw organisatie (nogmaals) een subsidie aangepast lezen zou kunnen aanvragen. Zou u hier dan gebruik van maken?’ 6% 0%
33% 27%
Beslist wel Waarschijnlijk wel Weet nog niet Waarschijnlijk niet Beslist niet
34%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 36 van 60
Aan de respondenten die aangeven in de toekomst beslist wel of waarschijnlijk wel subsidie te willen aanvragen, is met behulp van een lijst gevraagd waarvoor men de subsidie dan zou inzetten. Het meest frequent worden dan genoemd publiciteit/promotie, aanschaf van e-readers of iPads en de scholing van medewerkers, allen door iets meer dan de helft van de respondenten. Ongeveer één op de drie deelnemers zou de subsidie in de toekomst aanwenden om groteletterboeken aan te schaffen, de inrichting van de bibliotheek aan te passen, luisterboeken aan te schaffen of (meer) daisyspelers te kopen. De overige manieren worden door 20-25% genoemd. 13% zou met het geld een Webbox aanschaffen. Iets meer dan een kwart noemt een andere manier dan de manieren die in de vragenlijst waren voorgelegd. Zij noemen bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten en het inrichten van een anders lezen punt. Hun letterlijke (geanonimiseerde) antwoorden zijn op te vragen bij het SIOB.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 37 van 60
Grafiek 12. ‘Waarvoor zou uw bibliotheek de subsidie dan in willen zetten
Inzet subsidie (n=52) Publiciteit
56%
Aanschaf e-readers/iPads
55%
Scholing medewerkers
54%
Aanschaf groteletterboeken
32%
Inrichting bibliotheek
31%
Aanschaf luisterboeken
29%
Aanschaf daisyspelers
28%
Aanschaf daisyroms
26%
Toegankelijkheid website
24%
Aanschaf Low Vision Totaal koffer
23%
Aanpassing publiekspc
21%
Aanschaf low vision materiaal
20%
Aanschaf Webbox
13%
Andere manier
27% 0%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
pagina 38 van 60
Men kon een toelichting geven op de vragen die zijn beantwoord over de eventuele inzet van toekomstige subsidie. 89 deelnemers hebben hiervan gebruik gemaakt. De letterlijke antwoorden zijn op te vragen bij het SIOB. Hieruit komt vooral naar voren dat men een extra stimulans zou kunnen gebruiken om de klanten nog beter te kunnen bedienen, het personeel op de hoogte te houden en de inrichting van de bibliotheek te optimaliseren. “Het is belangrijk om de nieuwe ontwikkelingen te volgen en ook de doelgroepen daarover te informeren. Dus nieuwere modellen van daisyspelers, e-readers e.d. Scholing daaromtrent voor personeel enz. Presentatie in de bibliotheek is ook een belangrijk onderdeel.”
“In het begin was er geld en tijd om alles op te zetten nu is er (structureel) weinig geld en tijd om voorlichting te geven aan verschillende doelgroepen. Daar zou ik nog veel meer tijd en energie in willen stoppen zodat er regelmatig promotie is voor de mogelijkheden van onze aangepast lezen materialen.”
“Volgens mij zijn ereaders de volgende stap in de collectievorming voor aangepast lezen. Niet stigmatiserend en niet oubollig.”
De toekomstige bezuinigingen en andere speerpunten in het beleid, maken dat sommige deelnemers aangeven geen subsidie te zullen aanvragen voor aangepast lezen. “Er staat een grote reorganisatie te gebeuren waarbij ook personeelsuren verdwijnen. dit is nu onze eerste prioriteit en kost ons veel tijd inzet. Het zou jammer zijn als we een subsidie aanvragen waaraan we niet veel tijd kunnen besteden.”
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 39 van 60
2.7 Overige ondersteuning met betrekking tot aangepast lezen Naast de subsidieregeling kunnen bibliotheken ook gebruik maken van andere vormen van ondersteuning op het gebied van aangepast lezen die centraal worden aangeboden. Aan deelnemers is gevraagd in hoeverre men bekend is en gebruik heeft gemaakt van twee overige vormen van ondersteuning, namelijk het volgen van een workshop ter ondersteuning van de dienstverlening aangepast lezen en het aanvragen van promotiemateriaal bij Stichting Aangepast Lezen. Bijna iedereen is op de hoogte van het bestaan van het promotiemateriaal van Stichting Aangepast Lezen en bijna iedereen heeft hiervan ook gebruik gemaakt. Iets meer dan vier op de vijf deelnemers is ervan op de hoogte dat men een workshop kan volgen op het gebied van aangepast lezen, 59% heeft hiervan ook daadwerkelijk gebruik gemaakt. Grafiek 13. ‘Bekendheid en gebruik overige ondersteuning’
82% Volgen van een workshop 59%
Bekendheid Gebruik 97% Promotiemateriaal LAL 92%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
70%
80%
90%
100%
pagina 40 van 60
2.8 Verdere ondersteuning en tips De respondenten werd de gelegenheid geboden aanbevelingen te doen om de subsidieregeling aangepast lezen in de toekomst te verbeteren. Ongeveer 55 mensen hebben bij deze vraag iets ingevuld. Een deel van hen geeft echter aan geen antwoord te weten, of zegt tevreden te zijn met de huidige subsidieregeling. 10 mensen zouden het waarderen als de subsidie niet eenmalig was, maar een (meer) structureel karakter zou krijgen. Verder pleiten enkele deelnemers voor meer landelijke samenwerking. Enkele voorbeelden van antwoorden op deze vraag: “Het zou handig zijn dat met de subsidie landelijk bijvoorbeeld een tooncollectie of een ander produkt samengesteld zou worden en die verspreid worden onder de bibliotheken.” “Meer landelijke PR dat bibliotheken dit hebben en uitlenen.” “Landelijk bibliotheekbeleid. Samenwerkingspartners zoeken buiten de bibliotheek.” “Ik denk dat samenwerkingsmodellen en marketingstrategieën, visieontwikkeling meer omarmd en gestimuleerd moeten worden i.p.v. de subsidie inzetten voor het teveel inrichten van uitleenwinkeltjes in de bibliotheek.” “In het begin (2008) was deze dienstverlening landelijk onbekend. Gelukkig zijn er nu vele bibliotheken die hiermee bezig zijn. Aanbeveling: wij moeten landelijk de krachten bundelen en nog veel meer naamsbekendheid geven, en niet per bibliotheek zelf het wiel uitvinden. Zorgen dat het volledig in het bibliotheekwerk (dienstverlening) opgenomen wordt net als de overige uitleenmaterialen.”
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 41 van 60
Tenslotte is aan de deelnemers is gevraagd of zij tips of suggesties hebben hoe het SIOB, los van de subsidieregeling, kan ondersteunen bij het inbedden van de dienstverlening aangepast lezen in het beleid van de openbare bibliotheken. 61 respondenten hebben hier iets ingevuld. Uit de antwoorden komt vooral naar voren dat deelnemers het belangrijk vinden dat het aangepast lezen gepromoot wordt, en dat zij graag zouden zien dat dit op landelijk niveau gebeurt. Voorbeelden van suggesties zijn ‘commercial radio/tv’, landelijke reclamecampagne’ en ‘PR in de landelijke media’. Daarnaast zijn enkele mensen van mening dat benadrukt moet worden dat de bibliotheek een doorverwijsfunctie heeft richting Stichting Aangepast Lezen. Een paar keer wordt opgemerkt dat de registratieplicht voor leesgehandicapten moet worden afgeschaft.
“Op landelijk niveau bekendheid geven aan deze taak/functie van de bibliotheek zodat lokale partijen daar hun voordeel mee kunnen doen.”
“Gemeentes overtuigen van het belang voor de ondersteuning van de doelgroep. Adviseren dat de gemeentes in overleg gaan met de bibliotheken om subsidiebedragen te besteden via de bibliotheken.”
“Meer Landelijk informatiemateriaal dat we aan klanten kunnen meegeven, zoals de ansichtkaarten die er in het verleden waren.” “Landelijke reclame campagne Bibliotheken op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dit gebied “
“PR in de landelijke media. Vooral voor de mensen in de omgeving van deze doelgroep is het van belang dat zij op de hoogte zijn van de mogelijkheden.”
“Niet iedereen het wiel laten uitvinden op het gebied van programmering en voorlichting. Stel een databank op waarin alle formats te vinden zijn en iedereen uit kan putten.”
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 42 van 60
3
Samenvatting
ProBiblio heeft in het kader van de subsidieregeling aangepast lezen een enquête uitgevoerd onder alle basisbibliotheken in Nederland. Daarnaast is een analyse gedaan van alle aanwezige aanvraag- en evaluatieformulieren voor de subsidieregeling aangepast lezen. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de enquête. Respons op het onderzoek In totaal hebben 134 respondenten deelgenomen aan het onderzoek. Zij vertegenwoordigen 72% van het aantal benaderde organisaties. Dit is een goede respons en de deelnemende organisaties geven een representatief beeld van het totaal van basisbibliotheken. De respons geeft al aan dat het onderwerp leeft bij de aangeschreven contactpersonen. Van alle respondenten heeft 87% tussen 2007 en 2011 daadwerkelijk subsidie aangevraagd in het kader van dienstverlening aangepast lezen. Het laagste percentage ‘aanvragers’ vinden we terug in de provincie Limburg. Een deel van deze organisaties was niet op de hoogte van de regeling, een ander deel geeft aan deze dienstverlening te financieren uit eigen middelen. Inmiddels is bekend dat veel bibliotheken uit de provincie Limburg de subsidie in 2012 hebben aangevraagd. De bibliotheek een aangepast lezen: huidige stand van zaken Alle deelnemende bibliotheekorganisaties zijn momenteel actief op het gebied van aangepast lezen. Dit is vaak in de vorm van het aanbieden van daisyroms en/of daisyspelers. Daarnaast worden groteletterboeken en luisterboeken genoemd. Ook geeft men aan promotie te maken voor de dienstverlening op het gebied van aangepast lezen. Dit doet men door middel van folders, de website, persberichten, lezingen en contacten met bijvoorbeeld zorginstellingen. Van alle respondenten financiert ongeveer driekwart de dienstverlening aangepast lezen (ook) uit eigen middelen. Bijna zes op de 10 gebruikt (daarnaast) de subsidie van het SIOB. Provinciale en/of gemeentelijke subsidie spelen een veel kleinere rol bij de financiering van de dienstverlening voor aangepast lezen. Bijna alle respondenten werken samen met andere organisaties op het gebied van aangepast lezen. Met name de PSO en Stichting Aangepast Lezen worden genoemd als samenwerkingspartners, maar ook regionale verenigingen, lokale partijen en hulpmiddelen leveranciers spelen een rol. Respondenten kregen enkele uitspraken voorgelegd. Hieruit blijkt dat bibliotheken zichzelf vooral zien als ‘toegang’ tot aangepast lezen en veel minder als partij die een volledig aanbod in huis heeft. Aangepast Lezen speelt op dit moment een aanzienlijke rol in de organisaties van de respondenten: ongeveer tweederde van de deelnemers geeft aan dat aangepast lezen is opgenomen in het beleidsplan van de organisatie. Dit is vaker het geval wanneer men daadwerkelijk subsidie heeft ontvangen. Ongeveer de helft van de deelnemers vindt de eigen organisatie daadwerkelijk actief op het gebied van aangepast lezen, 13% vindt dit niet het geval.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 43 van 60
Deelname subsidieregeling Bekendheid Men is in de meeste gevallen (58%) via de PSO geattendeerd op het bestaan van de subsidieregeling. 43% raakte bekend met de regeling via de VOB / het SIOB. Doel van deelname Als belangrijkste doel om deel te nemen aan de subsidieregeling komt naar voren dat men de doelgroep beter wilde bedienen. Daarnaast zag een gedeelte de subsidie als mogelijkheid om (extra) materialen aan te schaffen. Ongeveer een kwart geeft aan de dienstverlening bekender te willen maken met behulp van de subsidie. Voor ongeveer een kwart van de organisaties die de subsidie aanvroegen, was de subsidie echt een startpunt van de dienstverlening voor de doelgroep: zij geven aan voor de aanvraag nog niet actief te zijn geweest op dit gebied. Bibliotheken die al wel actief waren, boden vóór de inzet van de subsidie vooral groteletterboeken aan, daarnaast had men luisterboeken en deed een kwart reeds aan promotie van de diensten. Inzet van de subsidie Uit de enquête blijkt dat de subsidie in de meeste gevallen is gebruikt om daisyspelers en/of daisyroms aan te schaffen. Daarnaast heeft tweederde de subsidie aangewend om de medewerkers te scholen. Ongeveer de helft heeft het geld inzet om de dienstverlening te promoten. Qua doelgroep richtte men zich met de inzet van de subsidie vooral op de senioren en mensen met een fysieke leeshandicap. Ongeveer de helft richtte zich (daarnaast) op dyslecten. Effect Respondenten geven aan dat de inzet van de subsidiegelden zeker effect heeft gehad. Met name de kennis van de medewerkers is toegenomen, daarnaast is de bekendheid van de dienstverlening verhoogd en heeft men het gevoel dat het aantal uitleningen van materialen voor de doelgroep is gestegen. Ook ervaart men een toename van het aantal doorverwijzingen naar Stichting Aangepast Lezen en overige instellingen. Wanneer hier rechtstreeks naar wordt gevraagd, geeft iets meer dan de helft van de respondenten waarvan de organisatie subsidie heeft aangevraagd, aan dat de subsidie ervoor heeft gezorgd dat aangepast lezen echt in het beleid is opgenomen (het onderwerp is opgenomen in het beleidsplan en/of de materialen worden nu bekostigd ut regulier budget). 45% spreekt niet van een daadwerkelijke incorporatie, maar is wel van mening dat er meer aandacht is voor aangepast lezen na de inzet van de subsidie. Respondenten die gebruik hebben gemaakt van de subsidie, zijn tevreden over het effect ervan. Men geeft aan dat de dienstverlening is verbeterd en dat dit zonder de subsidie niet mogelijk zou zijn geweest. De bekendheid van de dienstverlening is toegenomen en de bibliotheekmedewerkers hebben meer kennis over het onderwerp dan voorheen. Er zijn dan ook weinig respondenten die daadwerkelijke suggesties aandragen ter verbetering van de subsidieregeling.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 44 van 60
Toekomst Ongeveer tweederde van de organisaties zou, indien dit mogelijk zou zijn, de subsidie in de toekomst nogmaals aanvragen. Men zou de subsidie dan vooral gebruiken voor (meer) publiciteit, de aanschaf van e-readers of Ipads en (vervolg)scholing van de medewerkers. De collectie wordt in iets mindere mate genoemd als bestemming voor eventuele nieuwe subsidiegelden. Men wil met een eventuele vervolgsubsidie de klant nog beter kunnen bedienen en de medewerkers op de hoogte houden van eventuele ontwikkeling. Wanneer gevraagd wordt hoe het SIOB, naast de subsidie, zou kunnen ondersteunen bij de inbedding van aangepast lezen in het beleid van de organisatie, noemen respondenten een landelijke promotiecampagne en het benadrukken van de doorverwijsfunctie van de bibliotheken.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 45 van 60
4
Conclusie en aanbevelingen
De doelstelling van de enquête was als volgt geformuleerd: 1. het inzicht verkrijgen in de vraag of de subsidie volgens bibliotheken effect heeft gehad en 2. het geven van een overzicht van de mogelijkheden van het SIOB op dit gebied voor de toekomst In deze conclusie wordt kort antwoord gegeven op de vraag naar het effect van de subsidie, en wordt een aantal aanbevelingen gedaan voor de toekomst. Voor een uitgebreide onderbouwing hiervan verwijzen we naar de samenvatting. De vraag of de subsidie effect heeft gehad kan op basis van de enquête positief worden beantwoord. Daarmee is de doelstelling van de subsidieregeling bereikt: 81% van de respondenten is (zeer) tevreden over het effect van de subsidie. Respondenten geven als toelichting hierop aan dat de potentiële doelgroep middels de inzet van de subsidie beter bereikt wordt en dat de bekendheid van de producten en diensten die de bibliotheek aanbiedt op het gebied van aangepast lezen, is vergroot. Alle respondenten hebben het idee dat de subsidie (vaak zelfs in sterke mate) heeft bijgedragen aan een toename van de kennis van aangepast lezen onder bibliotheekmedewerkers. De subsidie heeft ertoe bijgedragen dat aangepast lezen binnen de organisaties (meer) is gaan leven en volgens meer dan de helft van de respondenten ook daadwerkelijk is geïncorporeerd in de dienstverlening van hun organisatie. Als bijkomend effect van de inzet van de subsidie wordt genoemd dat de samenwerking met andere organisaties, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen of het onderwijs, is verbeterd. Maar liefst tweederde van de respondenten zou de subsidie, indien mogelijk, dan ook nogmaals aanvragen. De overige respondenten geven vooral aan te twijfelen vanwege bezuinigingen of reorganisaties, waardoor de speerpunten van de bibliotheek opnieuw bekeken moeten worden.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 46 van 60
Op basis van de uitkomsten van de enquête kan een aantal aanbevelingen worden gedaan. Om bibliotheekorganisaties nog beter te ondersteunen op het gebied van aangepast lezen kan het SIOB de volgende acties ondernemen: Stel een vervolgsubsidie beschikbaar om de dienstverlening aangepast lezen verder te optimaliseren en uit te breiden. Uit het onderzoek komt naar voren dat de bibliotheken de vervolgsubsidie zouden willen gebruiken voor (verdere) scholing, de promotie van de dienstverlening en/of door het aanbieden van e-readers of Ipads Blijf PSO’s en de Stichting Aangepast Lezen betrekken bij de ondersteuning aan bibliotheken. Geef duidelijk aan wat de rol is van de bibliotheek en van Stichting Aangepast Lezen PSO’s vervullen een belangrijke rol als intermediair tussen het SIOB en de bibliotheken in het kader van aangepast lezen. Zij genereren bekendheid met de regeling en ondersteunen bibliotheken bij de aanvraag van de subsidie. Maak een overzicht met best-practices op basis van de enquête en faciliteer kennisdeling tussen bibliotheekorganisaties In het onderzoek noemen respondenten verschillende activiteiten die ze ondernemen op het gebied van aangepast lezen en manieren waarop ze de bekendheid met de dienstverlening vergroten. Door de meest bruikbare antwoorden te filteren en deze te delen met alle bibliotheken, wordt de kennisdeling op dit gebied gestimuleerd. Ontwikkel een landelijke promotiecampagne, gericht op het bekender maken van de dienstverlening van bibliotheken onder de doelgroep en onder bijvoorbeeld onderwijsinstellingen Bibliotheken geven in het onderzoek aan behoefte te hebben aan een landelijke campagne om het onderwerp onder de aandacht te brengen. Ontwikkel een instrument waarmee de effecten van de inzet van de subsidie door de bibliotheken beter gemeten kunnen worden. Er is duidelijk behoefte bij bibliotheken om de resultaten van de inzet goed te kunnen monitoren. Een monitor zoals bijvoorbeeld ook wordt ingezet bij de Bibliotheek op School zou hierbij kunnen helpen. Doe nader onderzoek naar de behoeften en wensen van de uiteindelijke doelgroep. Bibliotheken kunnen hiermee hun dienstverlening verder optimaliseren. Het onderzoek is uitgevoerd onder bibliotheken, de uiteindelijke doelgroep van de dienstverlening is hierbij buiten beschouwing gelaten. De Stichting aangepast lezen voert dergelijk onderzoek al uit. De doelgroep is echter breder dan alleen de gebruikers van Stichting Aangepast Lezen. Onderzoek ook de mening van deze doelgroep..
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 47 van 60
BIJLAGE: VRAGENLIJST ENQUETE
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 48 van 60
U kunt deze enquête als basisibibliotheek invullen, maar u mag hem zeker ook doorsturen naar uw filialen. Mocht u al een verantwoordingsformulier hebben ingevuld in één of meerdere jaren, dan zijn deze gegevens inmiddels verwerkt. Toch willen we u vragen deze enquête in te vullen, aangezien we hierin ook aanvullende vragen stellen. Wij vragen u deze Word versie niet te gebruiken om de vragenlijst in te vullen en te versturen, gebruikt u hiervoor de link in de mail. Na het invullen van de digitale enquête krijgt u de mogelijkheid de door u gegeven antwoorden op te slaan of uit te printen. Als dank voor uw deelname aan deze evaluatie ontvangt u twee actuele titels op daisyrom. Daarnaast verloten wij 2 daisyspelers onder de deelnemers. Aan het eind van de vragenlijst kunt u uw contactgegevens achterlaten.
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 49 van 60
Naam en adres basisbibliotheek of PSO: Naam vestiging (indien van toepassing): Naam invuller:
De bibliotheek en aangepast lezen Deze vragenlijst gaat over aangepast lezen. Voordat u de vragenlijst verder invult, is het goed om te definiëren wat we in deze vragenlijst verstaan onder aangepast lezen. Aangepast lezen is gericht op alle mensen met een fysieke of andere leeshandicap die het bemoeilijkt een boek te lezen en/of vasthouden (bijv. blindheid, slechtziendheid, dyslexie, laaggeletterdheid, afasie etc.) 1. Wat doet uw organisatie momenteel op het gebied van aangepast lezen? We hebben het dan over het aanbod in brede zin, dus bijvoorbeeld qua collectie, activiteiten, samenwerking, , voorlichting, training, informatie etc. a) Niets b) Wel iets, namelijk (invullen)
Indien code a in vraag 1, dan nu naar vraag 5
2. Op welke manier of manieren bekostigt uw bibliotheek de diensten op het gebied van aangepast lezen? Meerdere antwoorden mogelijk a) b) c) d) e)
Subsidie aangepast lezen van het SIOB Projectsubsidie gemeente Projectsubsidie provincie/PSO Eigen middelen Anders, namelijk (svp invullen) ____________
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 50 van 60
3. Werkt u samen of heeft u samengewerkt met andere instellingen/intermediairs of verenigingen op het gebied van aangepast lezen? Meerdere antwoorden mogelijk a) Nee, geen samenwerking op het gebied van aangepast lezen b) Regionale/provinciale samenwerking met andere bibliotheken en/of PSO c) Lokale partijen (bv huisartsen, opticiens, thuiszorg organisaties) d) Loket aangepast-lezen e) Dedicon f) Landelijke verenigingen (bv Viziris, NVBS, NLBB) g) Regionale verenigingen (bv Visio, Bartiméus) h) Hulpmiddelen leveranciers (bv Optelec, Worldwide Vision, Solutions Radio, Irishuys, Low Vision Totaal) i) CBB/LSB j) Anders, namelijk (svp invullen)_______________________________________
4. Op welke manier of manieren maakt uw bibliotheek promotie voor uw dienstverlening op het gebied van aangepast lezen? a) Maak(te) hier geen promotie voor b) Doe dit op de volgende manier (svp invullen)______________________________
Vraag 5 alleen in te vullen door bibliotheken en niet door PSO’s 5. Hieronder staan enkele uitspraken over de bibliotheek en aangepast lezen. Wilt u voor iedere uitspraak aangeven in welke mate u het met de uitspraak eens of oneens bent? Schaal: beslist mee eens – beslist mee oneens (5 pt) en weet niet/geen mening Ik zie mijn bibliotheek vooral als ‘Toegang’ tot het aangepast lezen Mijn bibliotheek biedt zelf een volledig aanbod op het gebied van aangepast lezen Aangepast lezen(den) is (als doelgroep of als dienstverlening) opgenomen in het beleidsplan van onze bibliotheek Alle medewerkers van de bibliotheek zijn bekend met ons aanbod op het gebied van aangepast lezen Alle publieksmedewerkers kunnen basisvragen beantwoorden over aangepast lezen Mijn bibliotheek is actief bezig op het gebied van aangepast lezen De subsidie heeft substantieel bijgedragen aan een betere bekendheid bij het publiek met de mogelijkheden van aangepast lezen
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 51 van 60
Deelname subsidieregeling 6. Heeft uw basisbibliotheek of PSO tussen 2007 en 2011 subsidie aangevraagd in het kader van de Dienstverlening aangepast lezen? a) Ja b) Nee
--> naar doorverwijzing voor vraag 8 --> naar vraag 7
7. Wat is of zijn de redenen waarom uw basisbibliotheek of PSO niet heeft deelgenomen aan deze subsidieregeling Meerdere antwoorden mogelijk a) b) c) d) e)
We kennen deze regeling niet De prioriteit van de bibliotheek ligt niet op dit gebied De omvang van de doelgroep is voor onze bibliotheek te beperkt We besteden er wel aandacht aan, maar doen dit met eigen middelen We vinden dat deze dienstverlening niet lokaal hoeft te worden opgepakt, maar thuishoort bij de landelijke voorziening f) Andere reden, namelijk (svp invullen)___________________________
Indien bij vraag 6 code a en indien vraag 6 code b en vraag 7 niet gelijk aan code a (men is bekend met de subsidieregeling) --> stel vraag 8 Anders: nu naar verwijzing voor vraag 9.
8.
Op welke manier of manieren bent u op het bestaan van deze regeling geattendeerd? Meerdere antwoorden mogelijk a) b) c) d) e) f) g)
Via de VOB / het SIOB (bv via de website, nieuwsbrief etc.) Via een PSO Via het Loket aangepast-lezen Via het Landelijke Vakberaad (BEZIG / LOAL) Via een andere bibliotheek Weet ik niet (meer) Op een andere manier, namelijk (svp invullen)__________________________
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 52 van 60
Indien code b in vraag 6, dan nu door naar vraag 23
9. Wat is of zijn voor uw organisatie het belangrijkste doel (de belangrijkste doelen) geweest van deelname aan de subsidieregeling? Wat wilde uw organisatie ermee bereiken?
10. In welke mate was uw organisatie al actief op het gebied van aangepast lezen voordat u de subsidie (voor de eerste maal) aanvroeg? c) Zeer actief d) Enigszins actief e) Niet actief
--> naar vraag 11 --> naar vraag 11 --> naar vraag 12
11. Wat deed uw organisatie al op het gebied van aangepast lezen voordat u de subsidie (voor de eerste maal) aanvroeg?
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 53 van 60
Inzet van de subsidie
12. Vraag 12 en 13 voor bibliotheken: Op welke manier of manieren heeft u de subsidie besteed? Meerdere antwoorden mogelijk a) Aanschaf van groteletterboeken b) Aanschaf van luisterboeken c) Aanschaf van daisy-cd roms d) Inrichting van de bibliotheek (bv betere toegankelijkheid) e) Aanschaf van daisyromspelers f) Aanschaf van low vision materiaal (loepen etc.) g) Aanschaf Low Vision Totaal koffer h) Aanschaf van een Webbox i) Aanschaf van e-readers en/of iPads j) Aanpassingen op de publiekpc (grote letters, spraakondersteuning) k) Toegankelijkheid website (grote letters, spraakondersteuning) l) Publiciteit (bv maken van folders) m) Scholing van de medewerkers n) Andere manier, namelijk (svp invullen)_________________________
13. In welke mate zijn de volgende aspecten, naar uw inschatting, toegenomen als resultaat van de inzet van de subsidie? (schaal: sterk toegenomen, enigszins toegenomen, geen effect, weet ik niet/n.v.t) a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l)
Aantal uitleningen groteletterboeken Aantal uitleningen luisterboeken Aantal uitleningen daisyroms Aantal uitleningen daisy rom spelers Aantal leden/bezoekers dat op de hoogte is van de mogelijkheden aangepast lezen Gebruik van de publiekspc Kennis van de medewerkers op dit gebied Bekendheid van de dienstverlening voor aangepast lezen onder de doelgroep Behoud van oudere leden die slechter gaan zien als lid van de bibliotheek Aantal doorverwijzingen naar het Loket aangepast-lezen Aantal doorverwijzingen naar regionale instellingen (bv Visio, Bartiméus) Aantal doorverwijzingen naar hulpmiddelen leveranciers ((bv Optelec, World Wide Vision, Solutions Radio, Irishuys, Low Vision Totaal)
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 54 van 60
Vraag 12 en 13 voor PSO’s: Op welke manier of manieren heeft u de subsidie
besteed? Meerdere antwoorden mogelijk a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k)
Wisselcollecties groteletterboeken Wisselcollecties daisyroms Advieslijsten gesproken boeken Uitleen daisyromspelers aan bibliotheken Tooncollectie leeshulpmiddelen Showroom/ Informatiecentrum leeshulpmiddelen Hulp bij pr/marketingactiviteiten Deskundigheidsactiviteiten ( training, workshops, voorlichting) Toegankelijkheidsactiviteiten website, catalogus, gebouw Begeleiding implementatie aangepast lezen in lokaal beleid Anders,namelijk (svp invullen)______________________________
In welke mate zijn de volgende aspecten, naar uw inschatting, toegenomen als resultaat van de inzet van de subsidie? (schaal: sterk toegenomen, enigszins toegenomen, geen effect, weet ik niet/n.v.t) a) b) c) d) e)
Aantal uitleningen groteletterboeken in wisselcollecties Aantal uitleningen luisterboeken in wisselcollecties Aantal uitleningen daisyroms in wisselcollecties Aantal uitleningen daisyromspelers in wisselcollecties Bekendheid van de dienstverlening voor aangepast lezen onder bibliotheken
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 55 van 60
14. Zijn er,naast de hierboven genoemde mogelijke effecten, nog andere effecten geweest van de inzet van de subsidie en zo ja, welke zijn dit dan? a) Ja, namelijk (svp invullen)______________________________________ b) Nee
15. Bij de toekenning van de subsidie is destijds gemeld dat de bibliotheek werd verzocht de service te incorporeren in de reguliere dienstverlening. Heeft de inzet van de subsidie naar uw mening daadwerkelijk geleid tot een incorporatie van de service in de reguliere dienstverlening: a) Nee, de inzet van de subsidie had geen enkel effect b) Nee, het was een éénmalige impuls c) Ja en nee, er is wel meer aandacht voor de dienstverlening, maar geen structurele incorporatie d) Ja, er is sprake van een werkelijke incorporatie van de dienstverlening voor aangepast lezen in het beleid van de bibliotheek
16. Kunt u uw antwoord op de vorige vraag toelichten?
17. In welke mate bent u tevreden of ontevreden over het effect van de inzet van de subsidiegelden op uw dienstverlening rondom aangepast lezen? Zeer tevreden Tevreden Tevreden noch ontevreden Ontevreden Zeer ontevreden
18. Eventuele toelichting
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 56 van 60
Doelgroep
19. Heeft u zich bij de inzet van de subsidie gericht op een specifieke doelgroep of specifieke doelgroepen? Meerdere antwoorden mogelijk a) Senioren b) Laaggeletterden c) Mensen met een fysieke leeshandicap (blinden, slechtzienden, handfunctie) d) Dyslecten e) Overige doelgroep, namelijk f) Alle hierboven genoemde doelgroepen g) Geen doelgroep
Indien ‘geen doelgroep’ dan nu naar vraag 23 Indien PSO dan nu naar vraag 23
20. Zijn er, voor zover bij u bekend, na het inzetten van de subsidiegelden, reacties met betrekking op de voorzieningen aangepast lezen binnengekomen van mensen uit de doelgroep? a) Ja b) Nee c) Weet niet
--> naar vraag 21 --> naar vraag 23 --> naar vraag 23
21. En waren deze reacties: a) Voornamelijk negatief b) Voornamelijk positief c) Voornamelijk neutraal
22. Kunt u hieronder een korte samenvatting geven van de reacties vanuit de doelgroep?
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 57 van 60
Toekomst
23. Stel dat uw organisatie (nogmaals) een subsidie aangepast lezen zou kunnen aanvragen. Zou u hier dan gebruik van maken? Beslist wel Waarschijnlijk wel
--> naar vraag 24 --> naar vraag 24
Weet nog niet Waarschijnlijk niet Beslist niet
--> naar vraag 25 --> naar vraag 25 --> naar vraag 25
24. Alleen voor bibliotheken Waarvoor zou uw bibliotheek de subsidie dan in willen zetten? a) Aanschaf van groteletterboeken b) Aanschaf van luisterboeken c) Aanschaf van daisyroms d) Inrichting van de bibliotheek ( b.v betere toegankelijkheid) e) Aanschaf van daisyromspelers f) Aanschaf van low vision materiaal (loepen, etc.) g) Aanschaf Low Vision Totaal koffer h) Aanschaf van een Webbox i) Aanschaf van e-readers en/of iPads j) Aanpassingen op de publiekpc (grote letters, spraakondersteuning) k) Toegankelijkheid Website (grote letters, spraakondersteuning) l) Publiciteit (bv maken van folders) m) Scholing van de medewerkers n) Andere manier, namelijk (svp invullen)___________________________ Alleen voor PSO’s Waarvoor zou uw PSO de subsidie dan in willen zetten? a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k)
Wisselcollecties groteletterboeken Wisselcollecties daisyroms Advieslijsten gesproken boeken Uitleen daisyromspelers aan bibliotheken Tooncollectie leeshulpmiddelen Showroom/ Informatiecentrum leeshulpmiddelen Hulp bij pr/marketingactiviteiten Deskundigheidsactiviteiten ( training, workshops, voorlichting) Toegankelijkheidsactiviteiten website, catalogus, gebouw Begeleiding implementatie aangepast lezen in lokaal beleid Andere manier, namelijk (svp invullen)_____________________________
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 58 van 60
25. Wilt u uw antwoord hieronder toelichten?
26. Wat zijn verbeterpunten van de huidige subsidieregeling aangepast lezen? Welke aanbevelingen zou u willen doen voor de toekomst?
Overige regelingen mbt aangepast lezen
27. Naast de subsidieregeling aangepast lezen zijn er ook andere vormen van ondersteuning op dit gebied. Bent u daar bekend mee en zo ja heeft u er gebruik van gemaakt? Mogelijkheid om promotiemateriaal aan te vragen bij het Loket aangepast-lezen Volgen van een workshop ter ondersteuning van de dienstverlening aangepast lezen Anders, namelijk (svp invullen)__________________________________
28. Heeft u tips of suggesties hoe, even los van de subsidieregeling, het SIOB kan ondersteunen bij het inbedden van de dienstverlening aangepast lezen in het beleid van de openbare bibliotheken?
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 59 van 60
29. Wanneer u nog andere suggesties of opmerkingen heeft over dit onderwerp, kunt u deze hieronder noteren.
30. Mocht u nog vragen of opmerkingen over deze regeling hebben of mocht u (ook) in 2012 een aanvraag willen doen voor het ontvangen van de subsidie, dan kunt u contact opnemen met Marja Geevers (SIOB)
[email protected] .
Laat hieronder uw e-mailadres achter om de twee gratis daisy titels te ontvangen en kans te maken op een daisyspeler
Emailadres:
12A0538 rapport Evaluatie subsidieregeling aangepast lezen Hoofddorp, oktober 2012
pagina 60 van 60