Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor
Evaluatie Strandseizoen 2013
Provincie Zuid-Holland april 2014
Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor
Evaluatie Strandseizoen 2013 dossier : BA6383-105-100 registratienummer : LW-AF20140857 versie : Definitief 2.0 classificatie : Rapportage
Provincie Zuid-Holland april 2014
HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
©
HaskoningDHV Nederland B.V.
INHOUD
BLAD
1 1.1 1.2
INLEIDING Context Leeswijzer
3 3 3
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
ACHTERGROND ORGANISATIE STRAND-EN ZWEMVEILIGHEID Pilot Zandmotor Samenwerkingsovereenkomst Strandbewaking en Toezicht Zandmotor Bewakingsgebieden en onderlinge afspraken Strandbewaking en Toezicht Medewerker Zandmotor Afspraken omtrent evaluaties Overige onderdelen Morfologische ontwikkelingen 2013
4 4 4 5 6 6 6 7 7
3 3.1 3.2 3.3
TOEZICHT, STRANDBEWAKING EN ALARMPLOEGEN Toezicht Strandbewaking Alarmploegen
9 9 10 12
4 4.1 4.2 4.3
OVERLEG, COMMUNICATIE EN AFSTEMMING Overlegstructuren Communicatie buiten incidenten Communicatie tijdens en na incidenten
14 14 15 16
5 5.1 5.2
MONITORING EN ICT Monitoring ICT
18 18 19
6 6.1 6.2
RISICO'S EN INSTELEN ZWEMVERBOD Risico-Inventarisatie Instellen zwemverbod
20 20 20
7 7.1 7.1
CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN CONCRETE ACTIES Conclusies strandseizoen 2013 Aanbevelingen strandseizoen
22 22 22
8
COLOFON
25
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 -1-
HaskoningDHV Nederland B.V.
1
INLEIDING
1.1
Context De Vrijwillige Reddingsbrigades van Monster (MRB), ’s Gravenzande (GVRB) en Den Haag (HVRB), de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH), provincie Zuid-Holland en de gemeenten Westland en Den Haag hebben voor aanvang van de beheerfase Pilot Zandmotor afspraken gemaakt omtrent de zwemveiligheid. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Strandbewaking en Toezicht Zwemveiligheid Zandmotor en nader uitgewerkt in het Toezichtsprotocol en de dekkingsplannen strandbewaking en toezicht. Het strandseizoen 2013 is het tweede jaar waarbij de Pilot Zandmotor toegankelijk is voor het publiek en stond in het teken van het verder optimaliseren van de organisatie rondom de zwemveiligheid. De basis voor verdere optimalisatie is gelegd in de evaluatie van het strandseizoen 2012. Conform afspraak is ook door alle betrokkenen het strandseizoen 2013 geëvalueerd. Voor u ligt het resultaat van deze evaluatie. Voor deze evaluatie is naar alle betrokken partijen een uitgebreide enquête verstuurd (zie bijlage 1). De uitkomsten van de enquête zijn in een workshop met alle partijen besproken. In deze rapportage wordt het resultaat weergegeven. Het betreft een volledig document, waarbij uitgebreid wordt ingegaan op alle aspecten die van belang zijn om de strand- en zwemveiligheid te kunnen garanderen. Deze evaluatie biedt inzicht in de wijze waarop de organisatie heeft gefunctioneerd, wat er goed ging en wat de verbeterpunten zijn voor het strandseizoen 2014.
1.2
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op de wijze waarop de strand- en zwemveiligheid is georganiseerd. In hoofdstuk 3 t/m 6 wordt in detail ingegaan op relevante aspecten als communicatie, relatie tussen strandbewaking en toezicht en monitoring. Per onderwerp wordt de achtergrond geschetst, wordt ingegaan op de bevindingen uit de evaluatie en worden conclusies getrokken. De rapportage wordt in hoofdstuk 7 afgesloten met conclusies en aanbevelingen voor het strandseizoen 2014.
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 -3-
HaskoningDHV Nederland B.V.
2
ACHTERGROND ORGANISATIE STRAND-EN ZWEMVEILIGHEID
2.1
Pilot Zandmotor Voor de kust van Ter Heijde en Den Haag is in 2011 een schiereiland van 128 hectare aangelegd, even groot als 200 voetbalvelden: De Pilot Zandmotor. De Zandmotor is een innovatieve manier van kustonderhoud en kustuitbreiding. De natuur helpt met de bescherming tegen de zee. Door wind, golven en stroming verspreidt het zand zich de komende twintig jaar langs de kust tussen Hoek van Holland en Scheveningen. Het vormt daar nieuw strand en duingebied, dat extra bescherming biedt tegen zeespiegelstijging en extra ruimte biedt voor natuur en recreatie.
Figuur 1 De Zandmotor op 11 juli 2011 vlak na de aanleg (foto RWS: Joop van Houdt)
2.2
Samenwerkingsovereenkomst Strandbewaking en Toezicht Zandmotor Al vroeg in het m.e.r.-traject van de Zandmotor is vastgesteld dat de zwemveiligheid een belangrijk aspect van de ontwikkeling van de Zandmotor is. De Zandmotor heeft immers invloed op de stroming bij de kust. Ook werd vastgesteld dat aanvullende maatregelen m.b.t. zwemveiligheid noodzakelijk zijn. In de Beheerovereenkomst Pilot Zandmotor zijn in artikel 9 afspraken vastgelegd met betrekking tot de zwemveiligheid op en rondom de Zandmotor. Provincie Zuid-Holland, de gemeente Den Haag, de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH), de gemeente Westland, de Monsterse Reddingsbrigade (MRB), de 's-Gravenzandse Vrijwillige Reddingsbrigade (GVRB) en de Haagse Vrijwillige Reddingsbrigade (HVRB) hebben afspraken gemaakt over de organisatie van de strand- en zwemveiligheid op en rond de Zandmotor in de “Samenwerkingsovereenkomst Strandbewaking en Toezicht Zwemveiligheid Zandmotor” (hierna te noemen “de 14 april 2014, versie Definitief 2.0 -4-
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
samenwerkingsovereenkomst”); deze is vastgesteld in november 2011. In de samenwerkingsovereenkomst zijn afspraken op hoofdlijnen gemaakt. Vervolgens zijn de afspraken door partijen verder in detail ingevuld. In onderstaande paragrafen wordt ingegaan op de belangrijkste elementen.
2.3
Bewakingsgebieden en onderlinge afspraken De hoofdlijnen van het organiseren van de strand- en zwemveiligheid op de Zandmotor zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst. In de samenwerkingsovereenkomst hebben betrokken partijen het bewakingsgebied op en rond de Zandmotor onderverdeeld in drie afzonderlijke bewakingsgebieden: 1. Bewakingsgebied I (het bewakingsgebied van GVRB); 2. Bewakingsgebied II (het bewakingsgebied van MRB); 3. Bewakingsgebied III (het bewakingsgebied van HVRB). Bij de indeling in bewakingsgebieden is aangesloten op de (oude) gemeentegrenzen. In Figuur 2 wordt het overzicht van de vigerende bewakingsgebieden weergegeven. Het “puntje” van de Zandmotor gelegen in het bewakingsgebied van HVRB is in 2012 als onderdeel van het bewakingsgebied van MRB beschouwd. Door de ontwikkeling van de Zandmotor naar het noorden is het deel van de Zandmotor op Haags grondgebied toegenomen. Onderstaande indeling van bewakingsgebieden is naar aanleiding van de evaluatie strandseizoen 2012 niet aangepast en was dus ook tijdens het strandseizoen 2013 van kracht.
Figuur 2 Overzicht bewakingsgebieden Zandmotor strandseizoen 2013 Uitgangspunt is dat de verschillende Reddingsbrigades verantwoordelijk blijven voor hun eigen bewakingsgebied. Gedurende hun bewakingsdagen zullen GVRB, MRB en HVRB tussen 10:00 uur en 18:00 uur primair verantwoordelijk zijn voor strandbewaking op respectievelijk bewakingsgebied I, bewakingsgebied II en bewakingsgebied III. Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 -5-
HaskoningDHV Nederland B.V.
MRB heeft aangegeven dat het mogelijk is dat zij op weekdagen in de zomervakantie niet alle capaciteit voor strandbewaking kan leveren. Lukt dit niet, dan treedt MRB in eerste instantie met GVRB in overleg om in samenspraak de strandbewaking van de Zandmotor in bewakingsgebied II gedurende weekdagen in de periode van zomervakantie te organiseren.
2.4
Strandbewaking en Toezicht In de samenwerkingovereenkomst wordt een expliciet onderscheid gemaakt tussen “Strandbewaking” en “Toezicht’. Anders dan Strandbewaking, wordt het Toezicht niet uitgevoerd door de vrijwillige strandwachters van de Reddingsbrigades, maar door Toezichthouders. Deze Toezichthouders hebben alleen een preventieve taak, zij hebben geen rol in het daadwerkelijk uitvoeren van reddingsoperaties. Uiteraard kunnen zij wel de Reddingsbrigades assisteren in geval van calamiteiten. In de samenwerkings¬overeenkomst is hierover als uitgangspunt opgenomen dat onder “Toezicht” wordt verstaan het houden van toezicht op de Zandmotor en het badend publiek op weekdagen, zaterdagen en zondagen, inclusief feestdagen. Dit gebeurt tussen 10:00 uur en 18:00 uur in elke jaarlijkse periode van 1 mei tot 1 oktober door tenminste één Toezichthouder permanent fysiek aanwezig te laten zijn op de Zandmotor, daarbuiten doen ze wekelijks een korte ronde. Samengevat kan gesteld worden dat de Toezichthouders een “oog- en oorfunctie” hebben met betrekking tot het toezicht op de Zandmotor. De Toezichthouders zijn in dienst bij de Gemeente Westland bij het Team Openbare Ruimte.
2.5
Medewerker Zandmotor In de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat VRH verantwoordelijk is voor de coördinatie van het toezicht op de Zandmotor. Deze verplichting is ingevuld door het aanstellen van een Medewerker Zandmotor. De Medewerker Zandmotor zorgt voor de afstemming tussen de partijen en is verantwoordelijk voor het aankaarten van verbeterpunten en initiëren van activiteiten.
2.6
Afspraken omtrent evaluaties In de samenwerkingsovereenkomst zijn in artikel 8 de verplichtingen opgenomen over zowel evaluatie als monitoring (zie kader 1). Deze evaluatie strandseizoen 2013 heeft als doel om invulling aan deze verplichtingen te geven, zodat voor aanvang van het strandseizoen 2014 eventuele aanpassingen aan de organisatie strand- en zwemveiligheid verricht kunnen worden. Kader 1: SOK artikel 8.
Evaluatie en monitoring
8.1
In verband met het dynamische karakter van de Zandmotor zullen Partijen op de volgende momenten het Toezicht en Strandbewaking en aanverwante onderwerpen met elkaar evalueren: a) In het bewakingsseizoen 2011, voorafgaand aan de Beheerfase Zandmotor; b) Drie maal in het kalenderjaar 2012: vóór, tijdens en na het bewakingsseizoen, te weten in de maand maart, juli en november; c) Vanaf kalenderjaar 2013 jaarlijks in de maand november.
8.2
De evaluatie als bedoeld in artikel 8.1 wordt in beginsel geïnitieerd door de Provincie. Onderdeel
14 april 2014, versie Definitief 2.0 -6-
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
van de evaluatie maken tenminste de volgende onderwerpen uit: a) Het evaluatierapport Zwemveiligheid Zandmotor als bedoeld in artikel 8.6; b) Een risico-inventarisatie; c) De afstemming tussen het Toezicht en de Strandbewaking; d) Het zwemverbod als bedoeld in artikel 5; e) Het materieel en de bezetting als bedoeld in artikel 6; f) De resultaten van het overleg als bedoeld in artikel 7.2; g) De Bewakingsgebieden als bedoeld in artikel 3.4; h) De financiële bepalingen als bedoeld in artikel 10. Naar aanleiding van de evaluatie stellen Partijen een verbeterplan op en beoordelen of aanpassing van de uitgangspunten en afspraken noodzakelijk is, in dat geval zullen partijen onderhavige overeenkomst aanpassen.
2.7
Overige onderdelen Overige onderdelen waar in de samenwerkingsovereenkomst afspraken over zijn gemaakt, zijn het beschikbaar stellen van materieel voor Strandbewaking op de Zandmotor, het instellen van zwemverboden, communicatie en voorlichting aan de badgasten, de evaluatie en monitoring van de strand- en zwemveiligheid op en rond de Zandmotor. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de organisatie wordt verwezen naar de samenwerkingsovereenkomst, het Toezichtsprotocol strand- en zwemveiligheid Zandmotor, het gecombineerde dekkingsplan van de GVRB en MRB en het dekkingsplan van de gemeente Westland.
2.8
Morfologische ontwikkelingen 2013 Wind en zee veranderen de Zandmotor al vanaf (en tijdens) de aanleg. De westkant van de Zandmotor erodeert en het zand wordt aan de noord- en zuidkant weer afgezet. In het eerste jaar is 2 miljoen m3 zand in beweging gekomen: 600.000 m3 zand is verplaatst op de Zandmotor zelf, 900.000 m3 zand is verspreid binnen het meetgebied en 500.000 m3 is buiten het meetgebied terecht gekomen. De Zandmotor is dus volop in beweging. Op luchtfoto’s (zie figuur 3) zijn de veranderingen ook goed te zien. Met name op de foto van juli 2011 is het sedimenttransport rondom de Zandmotor goed zichtbaar, met de eerste aangroei van een zandbank aan de punt van de Zandmotor. Deze zandbank breidde zich steeds verder uit langs de kust. De Zandmotor is in zijn geheel smaller en langer geworden. De grootste veranderingen zijn er aan de noordzijde, waar de lagune, geulen en zandbanken steeds van vorm veranderen. De morfologische ontwikkelingen van afgelopen jaar zijn conform verwachting (mondelinge mededeling Sarah Marx, RWS-WVL). Ten opzichte van 2012 heeft de getijdegeul meer bochten gekregen (meanderende geul), waardoor het gevaar voor het wegdrijven van recreanten naar zee is afgenomen. Er is meer sprake van een ‘delta’, een systeem met meerdere geulen richting de lagune. Hierdoor is de stroomsnelheid in de geul ten opzichte van het strandseizoen 2012 afgenomen. De geul heeft zich afgelopen jaar richting de zeereep verplaatst, waardoor het strand tussen strandtent Klein Ockenburg en de geul smaller is geworden.
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 -7-
HaskoningDHV Nederland B.V.
11 juli 2011
10 januari 2012
2 juli 2012
31 oktober 2013
Figuur 3 Morfologische ontwikkeling Zandmotor in de tijd (foto’s RWS: Joop van Houdt)
14 april 2014, versie Definitief 2.0 -8-
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
3
TOEZICHT, STRANDBEWAKING EN ALARMPLOEGEN
Tijdens de gesprekken over de organisatie van de strand- en zwemveiligheid op de Zandmotor is besloten om het Toezicht en de Strandbewaking te scheiden. Toezicht op de Zandmotor wordt verricht door Toezichthouders die in dienst zijn bij de gemeente Westland. De Strandbewaking wordt verricht door de Reddingsbrigades. Goede communicatie en afstemming tussen beide partijen is essentieel voor een soepele samenwerking.
3.1
Toezicht Achtergrond Toezichthouders zijn gedurende het strandseizoen van 10:00 tot 18:00 uur op de Zandmotor voor het leveren van toezicht op zowel doordeweekse dagen als in het weekeinde. Het toezicht vindt plaats in koppels van twee. De Toezichthouders hebben een BOA-bevoegdheid. Primaire rol van de Toezichthouders is echter de gastheerfunctie: aanwezige recreanten dienen geïnformeerd te worden over risico’s en gevaren van de Zandmotor. De inzet kan op warme stranddagen worden verlengd, tijdens calamiteiten kunnen ook extra koppels ingezet worden. De Teamleider Toezicht Openbare Ruimte van de Gemeente Westland kan hier over besluiten. Bevindingen evaluatie De Toezichthouders zien de taken op de Zandmotor als een waardevolle aanvulling op hun werkzaamheden. Afgelopen jaar is het kennisniveau over de Zandmotor bij de Toezichthouders verder gegroeid. De gemeente Westland heeft dezelfde BOA’s in kunnen huren die ook in 2012 zijn ingehuurd boven de bestaande formatie. Hierdoor is er gezorgd voor continuïteit, er is geen kennis verloren gegaan. Op operationeel niveau heeft in vergelijking met het strandseizoen 2012 veel meer uitwisseling plaatsgevonden met de Reddingbrigades. De Toezichthouders hebben meer inzicht gekregen, wanneer en waar het houden van toezicht van belang is. Bij wisseling van getij houden zij toezicht aan de noordkant van de Zandmotor bij de getijdegeul. Daarnaast heeft de Medewerker Zandmotor briefings van de Toezichthouders bij de gemeente Westland gebruikt voor overdracht van kennis. De Medewerker Zandmotor zal dit ook tijdens het strandseizoen 2014 blijven doen. Ter voorbereiding van het strandseizoen 2014worden de Toezichthouders betrokken bij oefeningen van de Reddingsbrigades. Afgelopen jaar is onduidelijkheid geweest over de mate waarin handhavend opgetreden wordt tegen vormen van recreatie die plaatsvinden in strijd met de APV van respectievelijk Den Haag en Westland. Het ging hierbij onder andere om kite-surfers en naaktrecreanten. In onderling overleg is de strategie hieromtrent vastgesteld. Aangezien kite-surfers potentiële redders zijn van badgasten in nood is besloten om niet handhavend op te treden. Voorgesteld wordt om in het begin van het strandseizoen een afstemoverleg te organiseren op strategisch operationeel niveau, zodat de voorlichting vanuit de betrokken partijen consistent is. Belangrijk aandachtspunt voor het functioneren van de BOA’s, betreft de mogelijkheden om ook op Haags grondgebied handhavend op te kunnen treden. De aanvraag hiervoor is in 2012 al ingediend, maar is nog steeds niet geëffectueerd. Dit wordt aangekaart in de Stuurgroep Zandmotor. De verdere verschuiving van de Zandmotor richting het noorden heeft tevens effect op de mobiliteit van de BOA’s. Gedurende drukke dagen is het lastig om vanuit het gemeentehuis van Westland het Haagse deel van de Zandmotor te bereiken. De Zandmotor zal komend jaar naar verwachting verder richting het Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 -9-
HaskoningDHV Nederland B.V.
noorden verplaatsen. Komend jaar dient onderzocht te worden op welke wijze het toezicht in de jaren 2015 en verder het beste georganiseerd kan worden. De Toezichthouders hebben tijdens het strandseizoen 2013 een aantal keren handhavend opgetreden. In bijlage 2 wordt een overzicht gepresenteerd van alle handhavingsactiviteiten en bijzonderheden. – – – –
3.2
Platform voor uitwisseling op strategisch operationeel niveau organiseren Aankaarten bevoegdheden kwestie Toezichthouders op Haags grondgebied Onderzoeken toekomstige wijze waarop toezicht georganiseerd kan worden in 2015 Betrekken Toezichthouders bij (multidisciplinaire) oefeningen op de Zandmotor
Strandbewaking Achtergrond De strandbewaking wordt verricht door de Reddingsbrigades. MRB is verantwoordelijk voor de strandbewaking op het Westlandse deel van de Zandmotor, HVRB voor het Haagse gedeelte (m.u.v. punt op de haak, dit doet MRB). GVRB kan in geval van calamiteiten haar bewakingsgebied naar het noorden opschuiven, waardoor MRB meer aandacht en capaciteit kan richten op de Zandmotor. Goede communicatie en afstemming tussen de Reddingsbrigades is essentieel om goed samen te kunnen werken. De Reddingsbrigades zijn aanwezig tijdens weekeinden en gedurende 6 weken in de zomervakantie. In geval van slecht weer kan de bezetting teruggeschroefd worden. Naast deze reguliere bezetting is door MRB en GVRB een Alarmploeg opgericht (zie paragraaf 3.3). Bevindingen evaluatie In 2013 zijn alle Reddingsbrigades in staat geweest om te voldoen aan de gemaakte afspraken qua minimumbezetting per post en bewakingsvenster. MRB heeft de ambitie om komende jaren verder te groeien qua strandwachten, zodat op termijn het toezicht tijdens weekenddagen kan worden overgenomen van de Toezichthouders. Door het opheffen van de Reddingsbrigade Naaldwijk wordt verwacht dat op korte termijn een tiental leden verwelkomd kunnen worden. Voordat deze leden actief ingezet kunnen worden, dienen zij wel de benodigde opleiding voor inzet op het strand te krijgen. MRB is tevens overgegaan van een standaard bezetting van 4 naar 5 strandwachten per post. Vanuit praktisch oogpunt heeft de bewaking van het zuidelijke deel van het bewakingsgebied van HVRB plaatsgevonden vanuit post 2. Op momenten dat hiertoe noodzaak was, is extra bemanning op post 1 geplaatst om te zorgen voor permanent toezicht. Voorbeeld van zo’n moment betrof de massa-evacuatie op 21 juli (zie kader 2). Die dag heeft de Zandmotor veel aandacht gevraagd, waarna extra bewaking van post 1 is georganiseerd. Op het gehele strand hebben die dag veel incidenten plaats gevonden. Mogelijk heeft de extra aandacht voor de Zandmotor hiervan de oorzaak is geweest. De rest van bewakingsdagen is de Zandmotor meegenomen in de reguliere bewaking. GVRB heeft geen rol in de preventieve bewaking van de Zandmotor. De reguliere strandploeg moet echter wel bewust zijn dat zij of anders de Alarmploeg naar de Zandmotor moet bij repressief optreden. Bij inzet van zowel materiaal als bemensing wordt daar rekening mee gehouden. De MRB geeft aan dat de situatie op de Zandmotor minder overzichtelijk is in vergelijking met het reguliere strand en dat het bij drukke dagen lastig is om door het publiek te komen. Hierdoor is niet in een oogslag helder waar het incident is. Bij drukke zomerdagen wordt door de MRB één voertuig voorbij de drukte aan de noordkant van molenslag gestationeerd. Hiermee kunnen de verplichte aanrijdtijden gegarandeerd worden. 14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 10 -
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
Kader 2: Massa-evacuatie noordkant Zandmotor, 21 juli 2013 Op 21 juli 2013 is vlak voor en tijdens opkomend water een sterke stroming ontstaan in de mui recht voor post 1 van de HVRB, de plek waar de lagune van de Zandmotor aansluit op de zee. Deze mui is zeer breed en diep en heeft zeer scherpe kanten haaks op de kust. Voor aanvang van het hoogwater heeft HVRB extra aandacht voor het betreffende gebied, waarbij zowel preventief als repressief is opgetreden. Het aantal acties is zeer beperkt gebleven, gezien de grote drukte op het strand en de beperkte hoeveelheid ruimte die daardoor zowel op het strand als ook in het water beschikbaar was. Tijdens opkomend water kwam de stroming in de mui daadwerkelijk op gang en zijn diverse reddingsacties uitgevoerd. HVRB heeft vervolgens getracht een groter gebied vrij te maken van baders en zwemmers rond de mui en heeft preventieve acties uitgevoerd. Door ruimtegebrek en het zeer ondiepe water naast de mui was het zeer lastig om het gebied te bereiken vanaf de zeezijde met het varende materiaal. Tijdens het vrijmaken van het gebied zijn diverse reddingen uitgevoerd. Met name kinderen en ouders met kinderen waren in de problemen gekomen. De kinderen konden niet staan en werden door de stroming meegetrokken. De ouders die probeerden te helpen, konden zelf nauwelijks blijven staan en raakten daardoor snel vermoeid. Tot twee uur na hoogwater is er extra inzet gepleegd om de situatie onder controle te houden. Deze situatie heeft kunnen ontstaan door een samenloop van omstandigheden. De optredende muistroom was sterk maar niet uitzonderlijk. Doordat het de eerste warme en zonnige dag was, was het echter extreem druk op het strand. Hierdoor was het lastiger om effectief preventieve acties uit te kunnen voeren. Cijfers: – Zwemmend: 15 acties voor 15 drenkelingen – Boot: 30 acties voor 30 drenkelingen – Handreikingen: 10 – Rescue board: 5 acties voor 5 drenkelingen GVRB en MRB zijn tevreden over het ter beschikking gestelde materiaal voor bewaking van de Zandmotor. Doordat de Zandmotor opschuift naar het noorden bestaat bij de HVRB behoefte aan materiaal wat schikt is om in ondiep water te varen. Door de komst van de Zandmotor is niet mogelijk om alle stukken water effectief te bewaken. Het bestaande materieel is niet geschikt om in de lagune en het zwin te patrouilleren. Doordat het gebied van overstromende zandbanken ten noorden van de Zandmotor per jaar omvangrijker wordt, is het tevens lastiger om vanuit zee aan te landen aan de kust. Het beïnvloedingsgebied strekt zich uit richting Kijkduin. Vanuit de reguliere bewaking staat het vervangen van bestaand materieel gepland voor het strandseizoen 2015. Komende maanden kijken VRH en PZH in hoeverre een oplossing gevonden kan worden voor deze problematiek. De afspraak bestaat al dat HVRB MRB kan vragen om te assisteren met de waterscooter bij preventieve activiteiten. Een mogelijkheid zou zijn om de preventieve inzet te standaardiseren. Dit houdt in dat het bewakingsgebied van MRB verder wordt uitgebreid naar Haags grondgebied. De Reddingsbrigades hebben echter de voorkeur om de bestaande gemeentegrenzen/bewakingsgebieden te respecteren. De getijdegeul is afgelopen jaar meer gaan meanderen. Als gevolg hiervan is het strand ter hoogte van strandtent Klein-Ockenburg ten opzichte van strandseizoen 2012 smaller geworden. Dit heeft invloed op de aanrijdtijden richting Zandmotor vanaf het noorden. De verdere morfologische ontwikkeling is zeer
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 11 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
relevant voor het strandseizoen 2014. Het Actieteam Zandmotor1 kan hier duidelijkheid over verschaffen. Deze input komt goed van pas bij het actualiseren van de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE, zie paragraaf 6.1). – – – – – –
3.3
Meer gezamenlijke oefeningen met zowel de drie Reddingbrigades als de Toezichthouders; Platform voor uitwisseling op strategisch operationeel niveau organiseren Bijeenroepen Actieteam Zandmotor voor aanvang strandseizoen 2014 Aanpassen van bestaande RIE op basis van nieuwe (morfologische) situatie Nadere afstemming tussen HVRB en MRB omtrent preventief inzet waterscooter Bespreken problematiek materieel HVRB post 1 met VRH en provincie Zuid Holland
Alarmploegen
Achtergrond Bij de bespreking omtrent de strand- en zwemveiligheid Zandmotor is afgesproken dat GVRB en MRB gezamenlijk een Alarmploeg opstellen, waarbij continu vanuit beide brigades een reddingseenheid oproepbaar is, zodat inzet van één Alarmploeg gegarandeerd is. Hiermee kan adequaat gereageerd worden buiten het bewakingsvenster én buiten het strandseizoen. Aan zowel GVRB en MRB is een waterscooter beschikbaar gesteld, zodat de Alarmploegen snel kunnen reageren (eenvoudig te water laten, geschikt voor “ondiepe” gedeeltes Zandmotor en met kleiner team inzetbaar). Het biedt de mogelijkheid om snel en flexibel op te treden. Zowel zelfstandig als op de trailer is het apparaat snel te verplaatsen naar een willekeurige locatie. Gezien de geografische spreiding van de vrijwilligers van HVRB is het voor de HVRB geen optie om een bijdrage te leveren aan een Alarmploeg. Bevindingen evaluatie In 2013 heeft de Alarmploeg van MRB en GVRB naar tevredenheid gefunctioneerd. In totaal is de Alarmploeg negen keer ingezet (zie bijlage 3 voor specificaties). Daarnaast hebben twee gezamenlijke oefeningen plaatsgevonden met de Alarmploeg. Doel voor 2014 is om minstens drie gezamenlijke oefeningen te organiseren. Bij alle inzetten is de Alarmploeg ruim binnen de maximaal afgesproken uitruktijd gebleven. Per inzet heeft een evaluatie plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan is besloten om de waterscooter in het donker niet meer in te zetten ten behoeve van multidisciplinaire zoekacties. De waterscooters zijn namelijk slecht zichtbaar voor de KNRM. De waterscooters zijn wel geschikt voor het uitvoeren van de taken van de Alarmploeg (zie boven). De GVRB is dusdanig tevreden over de inzetbaarheid van de waterscooters dat zij op dit moment bezig zijn te onderzoeken om het bewakingsmodel op het strand aan te passen en een snelle boot om te wisselen voor een extra waterscooter. De leden van de Alarmploeg hebben in 2012/2013 voldoende tijd aan opleidingen kunnen besteden om de bestaande kennis en kunde op peil te houden. MRB en GVRB zijn daarnaast te spreken over het materieel dat de Alarmploeg tot haar beschikking heeft. De Alarmploeg is te allen tijde standby geweest, mede dankzij het naar tevredenheid functioneren van het ASK-systeem. Om tijdens periodes van onderhoud van de waterscooters de inzetbaarheid te kunnen garanderen zijn boten ter vervanging ingezet. 1
In dit Actieteam wordt aan de hand van de morfologische ontwikkeling van de Zandmotor de gevolgen voor
zwemveiligheid ingeschat en geadviseerd over eventuele noodzaak tot fysiek ingrijpen. Het Actieteam Zandmotor is opgebouwd uit afgevaardigden van de TU Delft, Rijkswaterstaat Directie Zuid- Holland, Waterdienst, Veiligheidsregio Haaglanden (Medewerker Zandmotor) en de Provincie Zuid- Holland. 14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 12 -
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
GVRB en MRB geven aan dat de samenwerking met de meldkamer steeds beter verloopt. Aandachtspunt blijft echter wel om de centralisten van de meldkamer te blijven informeren over wat de Reddingsbrigades kunnen en waarvoor zijn inzetbaar zijn. Zeker gezien de overgang van de meldkamer van Hollands Midden naar Haaglanden blijft dit een aandachtspunt. De presentatie en excursie die de Medewerker Zandmotor geïnitieerd had in 2013 was een groot succes. Deze zal ook in 2014 gepland worden. – –
Meer gezamenlijke oefeningen met de Alarmploegen van MRB en GVRB in 2014 Meldkamercentralisten in april 2014 bijpraten over ontwikkelingen
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 13 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
4
OVERLEG, COMMUNICATIE EN AFSTEMMING
Gezien het aantal betrokken partijen bij de strand- en zwemveiligheid is een goede communicatie essentieel. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de opgezette overlegstructuur waar partijen elkaar geregeld kunnen informeren over ontwikkelingen, incidenten en aandachtspunten. Communicatie is niet alleen van belang in de reguliere samenwerking tussen partijen, maar zeker ook tijdens en na afloop van incidenten. In dit hoofdstuk komen zowel de communicatie tijdens reguliere werkzaamheden en communicatie tijdens/na het optreden van incidenten aan bod. Daarnaast wordt de wijze waarop gecommuniceerd wordt met het publiek met borden en anderszins in dit hoofdstuk behandeld.
4.1
Overlegstructuren Achtergrond Bij de strand- en zwemveiligheid Zandmotor is een groot aantal organisaties betrokken. Voor een succesvolle en geoliede machine is het noodzakelijk dat iedereen weet wat van hem/haar wordt verwacht en goed op de hoogte wordt gehouden van relevante ontwikkelingen. Voor de partijen die zich bezig houden met de strand- en zwemveiligheid op en rondom de Zandmotor zijn de volgende overleggen van belang: – – – –
Regiegroep strand- en zwemveiligheid Operationeel overleg toezicht en strandbewaking Zandmotor Beheerdersoverleg Pilot Zandmotor Actieteam Zandmotor
Bevindingen uit Evaluatie In 2012 was het overleg van de Regiegroep strand- en zwemveiligheid en het Beheerdersoverleg Pilot Zandmotor vaak vanuit praktische overwegingen gecombineerd. Hierdoor werd de groep erg groot, waardoor er minder ruimte ontstond voor discussies. In 2013 zijn deze overlegstructuren geknipt. De Medewerker Zandmotor is namens alle partijen aanwezig in het Beheerdersoverleg Pilot Zandmotor. Deze aanpassing is door partijen als plezierig ervaren. Ook de huidige frequentie van de Regiegroep strand- en zwemveiligheid voldoet. Indien er zaken spelen weten partijen elkaar ook buiten het overleg van de Regiegroep strand- en zwemveiligheid te vinden. Ten opzichte van 2012 is door de Medewerker Zandmotor het Operationeel overleg toezicht en strandbewaking Zandmotor in het leven geroepen. Dit is door de operationele partijen als zeer waardevol ervaren en wordt in 2014 herhaald. Op momenten dat zowel Toezichthouders als Reddingsbrigades aanwezig waren, zoeken partijen elkaar even op om bij te praten. Vanuit de Reddingsbrigades en de Toezichthouders is de wens naar voren gekomen om behalve op de werkvloer ook op “strategisch” operationeel niveau elkaar beter te informeren omtrent handhavingsspeerpunten/-aandachtpunten etc. Voorbeeld betreft de omgang met de APV (wel of niet handhaven). De Regiegroep strand- en zwemveiligheid is te beleidsmatig om dergelijke aspecten te bespreken en komt qua frequentie te weinig bij elkaar. Afgesproken wordt om een platform voor uitwisseling te organiseren tussen officieren van dienst, postcommandanten, operationeel leidinggevende BOA’s en bestuursleden van Reddingsbrigades met een operationeel taakveld.
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 14 -
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
De getijdegeul aan de noordkant van de Zandmotor heeft zich in 2013 verder ontwikkeld. Doordat er meerdere subgeulen zijn ontstaan en de geul is gaan meanderen, is het gevaar voor het wegdrijven van recreanten naar zee afgenomen. Hierdoor is het niet noodzakelijk geweest om het Actieteam Zandmotor bijeen te roepen. Voorgesteld wordt om aan het begin van strandseizoen 2014 het Actieteam Zandmotor bijeen te roepen en het verslag in deze evaluatie op te nemen (zie bijlage 4). Informatie omtrent de te verwachten morfologische ontwikkeling komt goed van pas bij het actualiseren van de RisicoInventarisatie. – – –
4.2
Organiseren Operationeel overleg toezicht en strandbewaking Zandmotor voor aanvang Strandseizoen 2014 Platform voor uitwisseling op strategisch operationeel niveau organiseren Bijeenroepen Actieteam Zandmotor voor aanvang strandseizoen 2014
Communicatie buiten incidenten Achtergrond De Medewerker Zandmotor is ingesteld als spin in het web. Hij constateert aandachtspunten en eventuele tekortkomingen in de organisatie en initieert oplossingen of gesprekken daartoe. De Medewerker Zandmotor heeft geen primaire rol in de operationele werkzaamheden (moet op vakantie kunnen gaan), maar is de aangewezen persoon om partijen bij elkaar te brengen om oplossingen te kunnen zoeken. Daarnaast fungeert de Medewerker Zandmotor als vraagbaak voor alle betrokkenen en heeft hij het overzicht van alle betrokken partijen en hun taken. Betrokken partijen hebben uiteraard ook zelf een verplichting in het informeren van elkaar. Bevindingen evaluatie Afgelopen jaar is de interne communicatie tussen betrokken partijen op de Zandmotor sterk verbeterd. Partijen weten elkaar op bestuurlijk en operationeel niveau steeds beter te vinden. Indien de situatie aanleiding geeft, wordt snel een overleg georganiseerd (dit is bijvoorbeeld gebeurd bij de onduidelijkheid over wel/niet handhaven op kite-surfers). Zoals ook in paragraaf 4.1 is aangegeven, bestaat er behoefte aan een platform voor uitwisseling van strategische operationele zaken overleg op. Daarnaast bestaat de wens om informatie digitaal met elkaar te kunnen delen. Het gaat daarbij zowel om recente informatie omtrent toezicht en strandbewaking op de Zandmotor (evaluaties, handhavingsacties, etc.) als om praktische informatie die gedurende de dag van belang is om te delen. Een mogelijke oplossing is om aan de hand van een “Whats-app” groep informatie op een laagdrempelige wijze met elkaar te delen. Hierdoor hoeft niet iedereen afzonderlijk elkaar te bellen. Het gaat hierbij om een impressie te geven van drukte op locaties, aanwezigheid van bepaalde groepen recreanten, etc. Ter voorbereiding van het strandseizoen 2014 dient gekeken te worden hoe aan deze wensen tegemoet gekomen kan worden (zie ICT). De Medewerker Zandmotor heeft zich in 2013 veel meer kunnen richten op de samenwerking en communicatie tussen met name Reddingsbrigades en Toezichthouders. De intensievere coördinerende rol is door de betrokkenen als zeer prettig ervaren met weinig ruimte voor verbetering. De Medewerker Zandmotor verstuurt daarnaast periodiek informatie/nieuws rondom de Zandmotor aan betrokkenen rond. Dit wordt door betrokkenen op prijs gesteld. – –
Platform voor uitwisseling op strategisch operationeel niveau organiseren ICT-mogelijkheden operationele afstemming onderzoeken
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 15 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
4.3
Communicatie tijdens en na incidenten Achtergrond Om tijdens incidenten zo efficiënt mogelijk te kunnen acteren, moeten de verschillende partijen goed weten wat ieder zijn rol is. Ook moet eenduidig en snel besloten worden hoe gehandeld gaat worden. Communicatie is hierbij essentieel, zowel tijdens het incident als erna. Door het uitvoeren van gezamenlijke oefeningen wordt de wijze van communiceren geoefend. Voor de communicatie tijdens en na incidenten is een drietal protocollen vastgesteld: 1. Het alarmeringsprotocol tijdens incidenten 2. Het protocol communicatie na incidenten waarin de interne bestuurlijke communicatie is vastgelegd 3. De communicatiestrategie waarin staat aangegeven hoe met de pers wordt omgegaan Bevindingen evaluatie Het jaar 2013 is een relatief rustig jaar geweest met maar een beperkt aantal incidenten. Belangrijkste incident betrof de evacuatie van 60 personen ten noorden van de Zandmotor aan de noordkant van de Zandmotor (zie kader 2). Hierdoor is de organisatie tijden en na incidenten minder “op de proef gesteld” in vergelijking met strandseizoen 2012. De communicatie tussen partijen verloopt soepel. Iedereen is op de hoogte van het protocol en afstemming van plan van aanpak gedurende het “motorkapoverleg” verloopt in goed overleg. De Medewerker Zandmotor heeft net als in 2012 veel aandacht besteed aan het bewust maken van de centralisten op de meldkamer van de aanwezigheid van de Zandmotor, oriëntatiepunten en de capaciteiten van de verschillende hulpdiensten. De gezamenlijke rondleiding op de Zandmotor inclusief kennis maken met de Reddingsbrigades is goed bevallen. Deze bijeenkomst heeft bijgedragen in een betere samenwerking. Het proces verloopt steeds soepeler. Bekendheid over de Zandmotor en het bestaan van de Alarmploeg bij de centralisten blijft echter ook voor 2014 een aandachtspunt. Zeker gezien de “fusie” tussen de meldkamer van Regio Haaglanden en Regio Hollands Midden. Daarnaast is het verstandig als ook bij het Kustwachtcentrum meer kennis is over de organisatie stranden zwemveiligheid op de Zandmotor. Het komt voor dat noodoproepen met betrekking tot de Zandmotor hier binnen komen (en niet bij de meldkamer). De Alarmploeg van de Reddingsbrigades is van grote waarde bij zoekacties op zee en bij incidenten in de “bruin-water” zone. De gemeente Westland geeft aan dat de Toezichthouders van grote waarde kunnen zijn bij incidenten, maar onvoldoende aangehaakt zijn, doordat de BOA’s geen beschikking hebben over een portofoon. Wettelijk is het echter niet toegestaan om BOA’s toegang te verstrekken tot C2000. Afgesproken wordt dat bij aanwezigheid van BOA’s een vrijwilliger van de Monsterse Reddingsbrigade met portofoon achterin de auto van de BOA’s stapt. Hiermee zijn ook de BOA’s op de hoogte van de aanpak en kunnen meer betekenen (met name bij vermissingen op de Zandmotor). Dit aspect kan prima tijdens gezamenlijke oefeningen met Reddingsbrigades en Toezichthouders geteste worden. De incidenten op en rondom de Zandmotor worden altijd geëvalueerd, dit gebeurt vaak ter plekke na afloop van het incident. In 2013 heeft één evaluatie plaatsgevonden waar een BOA bij aanwezig was. Dit is zeer waardevol om mee te maken in relatie tot kennisoverdracht. De evaluaties worden zowel actief (per mail) of passief (toegang tot het ICT-systeem van MRB) met de Medewerker Zandmotor gedeeld. Momenteel is het nog geen standaard procedure dat alle betrokkenen op de hoogte worden gesteld. Met name de BOA’s van de Gemeente Westland hebben behoefte hier aan.
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 16 -
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
Naar aanleiding van evaluatie van multidisciplinaire inzet is besloten om de waterscooter van de Alarmploeg in het donker niet meer in te zetten. De waterscooter functioneert prima, maar is echter slecht zichtbaar voor de KNRM. Omwille van de veiligheid is het niet verantwoord deze in te zetten in dergelijke multidisciplinaire reddingsacties. Daarnaast is op verzoek OVD-G (geneeskundig) besloten om bij een reële kans op het aantreffen van een persoon in zee, meteen een ambulance ter plaatse te laten komen. Partijen zijn tevreden over de gemaakte afspraken over de wijze van communiceren richting pers en publiek bij incidenten. Naar aanleiding van de evaluatie zwemveiligheid Zandmotor 2012 is het aantal informatie- en waarschuwingsborden op en rond de Zandmotor flink gereduceerd. Dit wordt door partijen als zeer positief/effectief ervaren. Probleem blijft echter bestaan dat recreanten onvoldoende kijken naar de borden en/of de aanwijzingen op de borden stelselmatig negeren. In 2013 heeft een aantal gezamenlijke oefeningen plaatsgevonden. Partijen zijn het er over eens dat het uitvoeren van oefeningen van groot belang is. Besloten wordt om in 2014 de BOA’s van de Gemeente Westland hier beter bij te betrekken. – – – – – –
Meer gezamenlijke oefeningen met zowel de drie Reddingbrigades als de Toezichthouders; Meldkamercentralisten in april 2014 bijpraten over ontwikkelingen; Medewerker Zandmotor standaard informeren binnen 24 uur na incident Evaluaties met elkaar delen via nog te ontwikkelen ICT-systeem; Informeren Kustwachtcentrum over inzetbaarheid Alarmploeg; Mee laten rijden vrijwilliger MRB bij Toezichthouders tijdens zoekacties op strand
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 17 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
5
MONITORING EN ICT
Gezien het aantal betrokken partijen bij de strand- en zwemveiligheid is een goede communicatie essentieel. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de opgezette overlegstructuur waar partijen elkaar geregeld kunnen informeren over ontwikkelingen, incidenten en aandachtspunten. Communicatie is niet alleen van belang in de reguliere samenwerking tussen partijen, maar zeker ook tijdens en na afloop van incidenten. In dit hoofdstuk komen zowel de communicatie tijdens reguliere werkzaamheden en communicatie tijdens/na het optreden van incidenten aan bod. Daarnaast wordt de wijze waarop gecommuniceerd wordt met het publiek met borden en anderszins in dit hoofdstuk behandeld.
5.1
Monitoring Achtergrond De Zandmotor is een innovatief project, er is nog niet eerder ervaring opgedaan met het uitvoeren van suppleties in deze vorm en omvang. Hierdoor is het noodzakelijk om de ontwikkelingen op en rondom de Zandmotor goed te volgen. Ook voor de strand- en zwemveiligheid is het noodzakelijk om goed te monitoren. Het gaat hierbij zowel om de actuele fysische en morfologische omstandigheden als om de ervaringen rondom de strand- en zwemveiligheid door aanleg van de Zandmotor (doel van deze evaluatie). Sinds oktober 2012 is de Argusmast geplaatst op de Zandmotor. Hiermee kan continu de morfologische ontwikkeling gemonitord worden. In de maanden ervoor zijn er metingen verricht door Shore monitoring waar de Reddingsbrigades veel gebruik van gemaakt hebben tijdens het strandseizoen. Daarnaast heeft Deltares een voorspellingsmodel ontwikkeld voor de strand- en zwemveiligheid. Bevindingen evaluatie De Reddingsbrigades zijn enthousiast over het voorspellingsmodel van Deltares. Het model wordt met name ingezet tijdens preventieve bewaking van het strand (MRB), tijdens inzet bij incidenten (GVRB) is dit nog minder. Ook de HVRB is te spreken over het model; het is een waardevolle aanvulling gebleken. Het model is via een “app” op een mobiele telefoon te raadplegen. De app moet nog wat meer gaan leven, maar is een stuk eenvoudig in het gebruik dan de oorspronkelijke google maps overlay. De app is in eerste instantie ontwikkeld voor de mobiele telefoon. Partijen zien de meerwaarde in om de app ook (webbased) geschikt te maken voor de desktop. Deze meer geavanceerde app kan extra functies krijgen, bijvoorbeeld een link naar de “life”beelden van de Argusmast. Daarnaast is het handig als de inhoud nog wat overzichtelijker gepresenteerd kan worden op een mobiele telefoon. De provincie Zuid-Holland inventariseert samen met Deltares de mogelijkheden hiervoor. De app kan tevens een rol spelen tijdens evaluaties. Aan de hand van de voorspellingen die op dagen met veel incidenten zijn gemaakt, kan meer inzicht verkregen worden onder welke omstandigheden dergelijke incidenten voor kunnen komen. Van belang is wel te kijken naar alle omstandigheden. Doordat 21 juli 2013 de eerste warme stranddag was, kwamen recreanten massaal richting de Zandmotor. Tijdens vergelijkbare situaties met minder publiek hebben de reddingsbrigades de mogelijkheid om delen van het strand af te zetten. Hier was in dit geval geen plek voor. – – –
Gebruiksvriendelijkheid voorspellingsmodel optimaliseren Haalbaarheid voor uitbouwen voorspelling app voor desktop onderzoeken Onderzoeken gebruik van de beelden van de beveiligingscamera’s op app
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 18 -
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
5.2
ICT Achtergrond In de gesprekken ter voorbereiding van het strandseizoen 2012 is nadrukkelijk aandacht geweest voor de uitwisseling van gegevens tussen partijen onderling. Door de inzet van ICT-voorzieningen kan informatieuitwisseling over voorvallen, fysische omstandigheden en nadere bijzonderheden soepel plaatsvinden. Dergelijke ICT-voorzieningen dragen dus bij aan de interne communicatie en informatiebehoeften. Afgesproken was om een gezamenlijk systeem te ontwikkelen, gebaseerd op reeds bestaande systemen. De Reddingsbrigades hebben tevens gebruik gemaakt van het programma ASK voor de beschikbaarheid van de Alarmploeg, en twitter. Daarnaast is in het kader van innovatie door Deltares gewerkt aan een voorspellingsmodel voor strand- en zwemveiligheid. Dit laatste is behandeld onder het kopje monitoring. Bevindingen evaluatie Naar aanleiding van de evaluatie over 2012 is door HVRB een share-point omgeving ontwikkeld waar gezamenlijke documenten opgezet kunnen worden. Tijdens de hectiek van het strandseizoen zijn er geen activiteiten ontwikkeld om de share-point omgeving te vullen met informatie. Afstemming heeft met name via mail, telefoon en mondeling plaatsgevonden. Partijen zijn overtuigd van de meerwaarde van een systeem waarin basis documenten, evaluaties, dagrapporten etc. gedeeld kunnen worden. Reddingsbrigade Nederland is bezig met het ontwikkelen van een standaard systeem voor reddingsbrigades. De ontwikkeling kan echter nog enkele jaren duren, dit biedt op korte termijn geen oplossing. Het laten communiceren van de verschillende ICT-systemen van de Westlandse en Haagse Reddingsbrigades is in een eerder stadium (financieel) niet haalbaar gebleken. Daarnaast bestaat er een grote wens om operationele bevindingen “reallife” met elkaar te kunnen delen. Een “whats-app” achtige functie kan hier in voorzien. Mogelijk kan de voorspellingsmodel app van Deltares deze faciliteit bieden. Een andere mogelijkheid betreft de aanschaf van een aantal smart phones waarmee deze communicatie mogelijk wordt gemaakt. Afgesproken wordt dat de provincie Zuid-Holland voor aanvang van het strandseizoen 2014 de mogelijkheden voor verbetering van de ICT faciliteiten inventariseert. –
Mogelijkheden voor optimaliseren ICT-faciliteiten voor uitwisselen van “reallife” operationele bevindingen en gezamenlijke (operationele) documenten onderzoeken
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 19 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
6
RISICO'S EN INSTELEN ZWEMVERBOD
Gezien het aantal betrokken partijen bij de strand- en zwemveiligheid is een goede communicatie essentieel. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de opgezette overlegstructuur waar partijen elkaar geregeld kunnen informeren over ontwikkelingen, incidenten en aandachtspunten. Communicatie is niet alleen van belang in de reguliere samenwerking tussen partijen, maar zeker ook tijdens en na afloop van incidenten. In dit hoofdstuk komen zowel de communicatie tijdens reguliere werkzaamheden en communicatie tijdens/na het optreden van incidenten aan bod. Daarnaast wordt de wijze waarop gecommuniceerd wordt met het publiek met borden en anderszins in dit hoofdstuk behandeld.
6.1
Risico-Inventarisatie Achtergrond In de voorbereiding om tot een samenwerkingsovereenkomst te komen is in februari 2011 een RisicoInventarisatie uitgevoerd aan de hand van een drietal bijeenkomsten bij de Reddingsbrigades van Den Haag, ’s-Gravenzande en Monster. De bevindingen zijn gebundeld in een rapportage, waarbij aangegeven is welke risico’s volgens de betrokkenen de grootste kans hebben om plaats te vinden en welke beheersmaatregelen genomen worden om de kans en/of impact van de risico’s te beperken. Periodiek dient deze Risico-Inventarisatie geëvalueerd te worden, hierdoor spreekt men ook wel van de RisicoInventarisatie en Evaluatie (RIE). Bevindingen evaluatie De bestaande RIE is door verschillende partijen gebruikt ter voorbereiding van het strandseizoen. Inmiddels is de RIE echter niet meer volledig. Belangrijke risico’s die niet zijn opgenomen zijn onder andere de ontwikkeling van de geul aan de noordzijde en het risico van klifvorming aan de buitenzijde van de Zandmotor. Ook de mindere bereikbaarheid van het Haagse deel voor de BOA’s van de gemeente Westland kan worden opgenomen in de RIE. Gedurende het strandseizoen 2013 is door de HVRB een lijst met aanvullende risico’s opgesteld, deze zijn echter niet verwerkt in een nieuwe versie. Besloten wordt om voor aanvang van het strandseizoen 2014 de bestaande RIE te up-daten. Voorgesteld wordt om dit te doen, nadat het Actieteam bij elkaar is geweest. Verwachtingen qua morfologische ontwikkelingen kunnen dan worden meegenomen in de inventarisatie van de risico’s. De Medewerker Zandmotor zal het aanpassen van het bestaande RIE initiëren in samenwerking met ODMH. – –
6.2
Voor strandseizoen Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) actualiseren op basis van bevindingen Actieteam Zandmotor Aandacht in organisaties en operationele overleggen op “nieuwe” risico’s
Instellen zwemverbod Algemeen De provincie heeft als wettelijke taak om de zwemveiligheid van officiële zwemwaterlocaties in de gaten te houden. Indien er onveilige situaties voordoen vaardigt de provincie een zwemverbod af. De provincie is tevens verantwoordelijk om dit te communiceren richting badgasten. Na aanleg van de Zandmotor gold een zwemverbod voor de gehele Zandmotor. De Zandmotor is vervolgens stapsgewijs toegankelijk geworden voor recreanten. De werkzaamheden rondom het instellen van zwemverboden wordt in de praktijk uitgevoerd door de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH). 14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 20 -
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
Bevindingen evaluatie Aan het begin van het seizoen is op twee momenten (bij hoog- en bij laagwater) met de drie Reddingsbrigades, Medewerker Zandmotor en een Toezichthouder van Omgevingsdienst Midden-Holland een bezoek gebracht aan de Zandmotor om de gevaren te schouwen. Op basis daarvan is het bestaande zwemverbod aangepast. Aan de zuidzijde heeft de Zandmotor zich dusdanig ontwikkeld dat de bodem minder steil afloopt. Bovendien heeft zich het afgelopen winterseizoen een nieuwe rij zandbanken ontwikkeld in het brandingsgebied van de kuststrook. Hierdoor wordt de stroming afgeremd en verder van het strand afgehouden. Daarmee heeft het gebied van oriëntatiepaal B tot oriëntatiepaal E2 dezelfde eigenschappen aangenomen als het reguliere strand. Voor het gedeelte van oriëntatiepaal E2 tot aan oriëntatiepaal G1 is dit niet het geval. De kans op sterke zeestroming(en) blijft evenwel daar aanwezig, waardoor het vanuit het veiligheidsperspectief niet wenselijk is dat daar wordt gezwommen. Betrokken partijen geven aan dat door de ODMH voldoende is geluisterd naar argumenten en adviezen van de Reddingsbrigades. Ook de communicatie en informatieverstrekking door de ODMH rondom het instellen van zwemverboden zijn door allen als voldoende beoordeeld. De informatieborden zijn netjes op de nieuwe situatie aangepast. Recreanten zijn niet altijd op de hoogte van de zwemverboden. De oorzaak hiervan moet ook gezocht worden bij de recreanten zelf, zij nemen niet altijd de moeite om naar de informatieborden te kijken. –
Proces rond instellen van zwemverboden op zelfde wijze blijven vormgeven
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 21 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
7
CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN CONCRETE ACTIES
7.1
Conclusies strandseizoen 2013 Het tweede jaar van de organisatie strand- en zwemveiligheid Zandmotor stond in het teken van het verder uitbouwen van de organisatie. Waar strandseizoen 2012 in het teken stond van de opbouw van de organisatie, is in 2013 veel tijd en moeite gestoken in het verder optimaliseren van de verschillende partijen die rondom de strand- en zwemveiligheid betrokken zijn. Het ging hierbij met name om de afstemming tussen Reddingsbrigades en Toezichthouders en, gedurende repressieve acties en oefeningen, tussen de Reddingsbrigades en de overige hulpverleners zoals KNRM, brandweer en contact met de meldkamer. Doordat voor aanvang van het strandseizoen 2013 reeds duidelijk protocollen aanwezig waren betreffende communicatie en wijze van samenwerken, heeft de Medewerker Zandmotor veel meer capaciteit gehad om energie te stoppen in de kennisopbouw van betrokkenen en het verder samen laten werken van de verschillende partijen. De Reddingsbrigades en Toezichthouders waren ten opzichte van 2012 beter bekend met de Zandmotor en de momenten waarop gevaarlijke situaties konden plaatsvinden. Hierdoor is het mogelijk geweest om toezicht te concentreren op dergelijke momenten (tijdens eb wegstromen). Daarnaast is de app met voorspellingen rondom de strand- en zwemveiligheid verder doorontwikkeld waardoor de Reddingsbrigades meer accurate kennis hebben. Ten opzichte van 2012 heeft de getijdegeul meer bochten gekregen (meanderende geul), waardoor het gevaar voor het rechtstreeks wegdrijven van recreanten naar zee is afgenomen. Daarnaast hebben ook de recreanten meer kennis en ervaring betreffende de Zandmotor. Hierdoor is de sociale controle op de Zandmotor zelf toegenomen. Tijdens het strandseizoen 2013 hebben nauwelijks incidenten plaatsgevonden die zijn toe te rekenen aan de aanwezigheid van de Zandmotor. Naast de gebruikelijke meldingen omtrent vermiste kinderen en door zwemmers achtergelaten kleding, hebben de hulpdiensten op 21 juli binnen het beïnvloedingsgebied van de Zandmotor grootschalig repressief moeten optreden. De Toezichthouders hebben tijdens het strandseizoen 2013 een aantal keren handhavend opgetreden. Partijen zijn het er over eens dat het huidige veiligheidsniveau op de Zandmotor qua Toezicht en Strandbewaking ook in 2014 gehandhaafd dient te blijven. Gezien de morfologische ontwikkelingen, met name zandbankvorming ten noorden van de Zandmotor, is afbouw van het veiligheidsniveau niet wenselijk.
7.1
Aanbevelingen strandseizoen Op basis van de uitgevoerde evaluatie zijn acties geformuleerd om voorafgaand en tijdens het strandseizoen 2014 goed gesteld te staan. Voortgang van alle acties wordt door Medewerker Zandmotor bijgehouden tenzij anders vermeld. Toezicht en Strandbewaking – Aankaarten bevoegdheden kwestie Toezichthouders op Haags grondgebied (provincie ZuidHolland) – Bespreken problematiek materieel HVRB post 1 met VRH en provincie Zuid-Holland – Nadere afstemming tussen HVRB en MRB omtrent preventief inzet waterscooter – Mee laten rijden vrijwilliger MRB bij Toezichthouders tijdens zoekacties op strand
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 22 -
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
Communicatie en samenwerking – Betrekken toezichthouders bij (multidisciplinaire) oefeningen op de Zandmotor (Reddingsbrigades) – Evaluaties met elkaar delen via ICT-systeem – Informeren Kustwachtcentrum over inzetbaarheid Alarmploeg – Meldkamercentralisten in april 2014 bijpraten over ontwikkelingen – Medewerker Zandmotor standaard informeren binnen 24 uur na incident – Meer gezamenlijke oefeningen met zowel de drie Reddingbrigades als de Toezichthouders – Meer gezamenlijke oefeningen met de Alarmploegen van MRB en GVRB in 2014 – Organiseren operationeel overleg toezicht en strandbewaking Zandmotor voor aanvang Strandseizoen 2014 – Platform voor uitwisseling op strategisch operationeel niveau organiseren
ICT – – – –
Gebruiksvriendelijkheid voorspellingsmodel optimaliseren Haalbaarheid voor uitbouwen voorspelling app voor desktop onderzoeken (provincie Zuid-Holland) Mogelijkheden voor optimaliseren ICT-faciliteiten voor uitwisselen van “reallife” operationele bevindingen en gezamenlijke (operationele) documenten onderzoeken (provincie Zuid-Holland) Onderzoeken gebruik van de beelden van de beveiligingscamera’s op app (provincie Zuid-Holland)
Risico’s en zwemverboden – Bijeenroepen Actieteam Zandmotor voor aanvang strandseizoen 2014 – Voor strandseizoen Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) actualiseren op basis van bevindingen Actieteam Zandmotor – Aandacht in organisaties en operationele overleggen op “nieuwe” risico’s – Proces rond instellen van zwemverboden op zelfde wijze blijven vormgeven (ODMH) Doorkijk naar de toekomst – Handhaven huidig veiligheidsniveau voor strandseizoen 2014 – Onderzoeken toekomstige wijze waarop toezicht georganiseerd kan worden vanaf 2015 (provincie Zuid-Holland) – Bekijken van wensen qua materieel gezien ontwikkeling zandbankensysteem richting het noorden (provincie Zuid-Holland)
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
14 april 2014, versie Definitief 2.0 - 23 -
HaskoningDHV Nederland B.V. Rivers, Deltas & Coasts Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (088) 348 20 00 F (088) 348 28 01 E
[email protected] W www.royalhaskoningdhv.com
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 1
Vragenlijst Evaluatie strand- en zwemveiligheid Zandmotor 2013
Vragenlijst Evaluatie Zandmotor Strandseizoen 2013 1 Risico-Inventarisatie en evaluatie In de voorbereiding om tot een overeenkomst te komen is in februari 2011 een Risico-Inventarisatie uitgevoerd aan de hand van een drietal bijeenkomsten bij de Reddingsbrigades van Den Haag, ’s Gravenzande en Monster. De bevindingen zijn gebundeld in een rapportage, waarbij aangegeven is welke risico’s volgens de betrokkenen de grootste kans hebben om plaats te vinden en welke beheersmaatregelen genomen worden om de kans en/of impact van de risico’s te beperken. De Risicoinventarisatie inclusief bijlage is bij deze vragenlijst meegestuurd. 1.1 Was uw organisatie voor aanvang van het strandseizoen bekend met het feit dat een RisicoInventarisatie is uitgevoerd? 1.2 Is tijdens het strandseizoen door jullie organisatie nog gekeken naar de Risico-Inventarisatie en de bijbehorende beheersmaatregelen? 1.3 Als je naar de lijst van geïnventariseerde risico’s kijkt, welke risico’s hebben zich daadwerkelijk in het veld voorgedaan? 1.4 Welke gevaren/risico’s zijn niet opgenomen in de Risico-Inventarisatie maar waren in de praktijk wel aanwezig? 1.5 Is de Risico-Inventarisatie in de huidige versie geschikt voor het strandseizoen 2014? Zo nee, wat moet er volgens uw organisatie nog gebeuren? 1.6 Uit de Risico-Inventarisatie kwam de aanbeveling voor het plaatsen van oriëntatiepunten op de Zandmotor. Voldoen deze oriëntatiepalen aan de doelstelling? 2 Overlegstructuren Bij de strand- en zwemveiligheid Zandmotor is een groot aantal organisaties betrokken. Voor een succesvolle en geoliede machine is het noodzakelijk dat iedereen weet wat van hem/haar wordt verwacht en goed op de hoogte wordt gehouden van relevante ontwikkelingen. In het toezichtprotocol is een overzicht van verschillende overleggen opgenomen. 2.1 Voldoet volgens uw organisatie het huidige beheerdersoverleg met betrekking tot het uitwisselen van bijzonderheden tussen de verantwoordelijken van Strand- en zwemveiligheid Zandmotor en overige relevante partijen als Zuid Hollands Landschap en KNRM en heeft u nog suggesties hoe dit overleg verder verbeterd kan worden? 2.2 Voldoet volgens uw organisatie het huidige overleg Regiegroep strand- en zwemveiligheid overleg met betrekking tot het uitwisselen van bijzonderheden tussen de ondertekenende partijen van de SOK Strand- en zwemveiligheid Zandmotor en overige relevante partijen, en heeft u nog suggesties hoe dit overleg verder verbeterd kan worden? 2.3 Heeft uw organisatie behoefte aan een overleg waarin meer op operationeel niveau kennis en informatie wordt uitgewisseld (bv. Medewerker Zandmotor – ToezichthoudersReddingsbrigades)? 2.4 In het beheerdersoverleg is een Actieteam Gevaarlijke Situaties opgericht. Doel van dit team is om aan de hand van de meest recente morfologische informatie en fysische omstandigheden (stromingen, muien, kliffen etc.) voorspellingen te doen voor de situatie op en rondom de Zandmotor voor de nabije toekomst en te adviseren in hoeverre, rekening houdend met de doelstellingen en uitgangspunten van de Zandmotor, actie ondernomen dient te worden (communicatiemaatregelen tot fysiek ingrijpen). Dit team is uiteindelijk nooit bij elkaar geweest. Wat is wat u betreft de reden dat dit niet is gebeurd en is er wel behoefte aan een dergelijk overleg?
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
bijlage 1 -1-
HaskoningDHV Nederland B.V.
3 Communicatie en afstemming tussen partijen Gezien het aantal betrokkenen bij de strand- en zwemveiligheid is een goede communicatie essentieel De medewerker Zandmotor is ingesteld als spin in het web. Hij constateert eventuele tekortkomingen in de organisatie en initieert oplossingen. Daarnaast fungeert de Medewerker Zandmotor als vraagbaak en heeft hij het overzicht van de betrokken partijen en hun taken. 3.1 Vindt u dat de verschillende organisaties (overheid en Reddingsbrigades) elkaar voldoende hebben geïnformeerd over de ontwikkelingen in het algemeen? Zo nee kunt u hiervan voorbeelden noemen? 3.2 Heeft u, door gebrek aan communicatie, informatie gemist? 3.3 Zo ja, hoe zou dit in de praktijk anders moeten verlopen? 3.4 Was de Medewerker Zandmotor voldoende zichtbaar voor uw organisatie? 3.5 Heeft u de Medewerker Zandmotor geïnformeerd over bevindingen/ontwikkelingen binnen uw organisatie? 3.6 Wat deed de Medewerker Zandmotor goed en waar zit ruimte voor verbetering? 3.7 Heeft u nog verdere aanbevelingen met betrekking tot het onderwerp communicatie?
4 Toezicht en Strandbewaking Tijdens de gesprekken over de organisatie van de strand- en zwemveiligheid op de Zandmotor is besloten om het toezicht en de strandbewaking te scheiden. Toezicht op de Zandmotor wordt verricht door Toezichthouders die in dienst zijn bij de gemeente Westland. De Strandbewaking wordt verricht door de Reddingsbrigades. Goede communicatie en afstemming tussen beide partijen is essentieel voor een goede samenwerking. Toezicht 4.1 In hoeverre zijn de Toezichthouders geslaagd om te voldoen aan het afgesproken tijdvenster betreffende de aanwezigheid op de Zandmotor? 4.2 Hoe is omgegaan met de aanwezigheid van Toezichthouders op de Zandmotor tijdens slechte weersomstandigheden? 4.3 Is uw organisatie tevreden met de opbouw van kennis rondom strand – en zwemveiligheid binnen de BOA’s van de gemeente Westland en op welke punten ziet u nog ruimte voor verbetering? 4.4 Toezichthouders hebben een duidelijke publieke functie (gastheer). Hoe is hier invulling aan gegeven? 4.5 Waren de Toezichthouders voldoende geïnformeerd om deze taak naar behoren uit te kunnen voeren? 4.6 Was er bij de Toezichthouders voldoende duidelijkheid over het beleid t.a.v. handhaving (surfers, honden)? 4.7 In hoeverre heeft het feit dat de Zandmotor op grondgebied van zowel Westland als Den Haag ligt tot complicaties geleid? 4.8 In hoeverre is de vorming van de geul van invloed geweest op de werkzaamheden van de Toezichthouders? 4.9 Voor welke overtredingen op de Zandmotor zijn processen verbaal geschreven? 4.10 Voldoen de huidige middelen om de Zandmotor te schouwen?
bijlage 1 -2-
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
Strandbewaking 4.11 In de SOK/Toezichtsprotocol zijn afspraken gemaakt over de minimumbezetting per post en bewakingsvenster. Is het gelukt om dit in de praktijk ook daadwerkelijk te realiseren? 4.12 Is het ter beschikking gestelde materiaal voldoende geweest voor het uitvoeren van de strandbewaking op de Zandmotor? 4.13 Hoe is omgegaan met de bezetting van de reddingsposten op de Zandmotor tijdens slechte weersomstandigheden? 4.14 Er is veel gesproken over de Zandmotor, tegelijk blijft het “slechts” een breed strand met meer dynamiek dan gebruikelijk. Is er iets dat u anders zou hebben ingestoken qua strandbewaking met de kennis van nu? 4.15 In hoeverre is de komst van de Zandmotor van invloed geweest op de reguliere strandbewaking van het bestaande strand (mensen, middelen, materiaal, fysische omstandigheden)? 4.16 Heeft het dynamische karakter van de Zandmotor ertoe geleid dat de aanrijdtijden vergroot worden? 4.17 Heeft u altijd voldoende materiaal/middelen tot uw beschikking gehad? a. Zo niet, hoe zou dit verbeterd kunnen worden? 4.18 Welke aanpassingen heeft uw organisatie in het afgelopen seizoen moeten doen op het gebied van personeel- en of materieel (bv. inkrimpen/ uitbreiding aantal strandwachters)? 4.19 Op welke manieren is er samengewerkt tussen de Reddingsbrigades tijdens incidenten op de Zandmotor? 4.20 Heeft een eventuele samenwerking geleid tot aanpassingen binnen het bewakingsmodel in relatie tot de Zandmotor? 4.21 Is de afspraak over taakverdeling tussen de Reddingsbrigades duidelijk en heeft dat in de praktijk ook gewerkt zoals afgesproken? Afstemming toezicht en strandbewaking 4.22 Zijn er werkafspraken (of welke afspraken dan ook) gemaakt tussen Toezichthouders en Reddingsbrigades? 4.23 Kunt u aangeven hoe frequent kennisuitwisseling heeft plaatsgevonden tussen Toezichthouders en strandwachten? 4.24 Vindt u dat er voldoende operationele informatie uitwisseling is tussen de Toezichthouders en Strandbewaking? 4.25 Is er een periodiek overleg opgesteld tussen toezicht en strandbewaking? Zo nee is daar behoefte aan en met welke frequentie? 4.26 Zijn de contactgegevens (tel, e-mail,..) van relevante betrokkenen bekend bij iedereen? 4.27 Hoe ervaart u de samenwerking met de medewerker Zandmotor als coördinator tussen de Toezichthouders en de strandbewaking? 5 Alarmploegen De Zandmotor is een uniek stukje strand. Behalve continu toezicht overdag tijdens het strandseizoen is als achtervang voor het gehele jaar een Alarmploeg opgezet. Deze alarmploeg bestaat uit leden van de MRB en GVRB en kan het hele jaar door worden ingezet. 5.1 Is er al in de praktijk ervaring opgedaan met de Alarmploegen, zowel van MRB als van GVRB? Hoe vaak? Zo ja: a. zijn er naar aanleiding van incidenten gezamenlijke interne procedures afgesproken of vernieuwd? b. Zijn er rapporten opgesteld naar aanleiding van incidenten buiten de reguliere bewakingsuren waarbij de alarmploeg betrokken is geweest?
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
bijlage 1 -3-
HaskoningDHV Nederland B.V.
c.
5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10
Hoe verloopt de samenwerking met de meldkamer in geval van een calamiteit waarbij de Alarmploeg is betrokken? Voldoet het opleidingsprogramma aan de doelstellingen om vakbekwaam te blijven/worden? Hoeveel gezamenlijke oefeningen van MRB en GVRB hebben er plaatsgevonden? Hoe heeft het ASK-systeem gefunctioneerd? Is de bezettingsgraad voor de Alarmploeg 24 uur lang 365 dagen per jaar behaald? Voldoet het materiaal/uitrusting van de Alarmploeg om de inzetbaarheid van de Alarmploeg te waarborgen? Zijn er momenten geweest waarbij de Alarmploeg niet inzetbaar is geweest wegens technische mankementen aan het materiaal dat ter beschikking is gesteld? Wat zijn de evaringen met het inzetten/oefenen met de waterscooters? Is bij oefeningen of bij reële incidenten nagegaan of binnen de maximaal afgesproken aanrijdtijd is gebleven? Heeft uw organisatie nog aanbevelingen met betrekking tot de alarmploeg?
6 Communicatie tijdens en na incidenten Om tijdens incidenten zo efficiënt mogelijk te kunnen acteren, dienen de verschillende partijen goed te weten wat de rol is van de verschillende partijen en dient eenduidig en snel besloten te worden hoe gehandeld wordt. Communicatie is hierbij essentieel, zowel tijdens het incident als erna. Door het uitvoeren van gezamenlijke oefeningen wordt de wijze van communiceren geoefend. Communicatie 6.1 Zijn de gemaakte afspraken rondom incident communicatie (concept alarmeringsprotocol) duidelijk en goed verankerd binnen uw organisatie? 6.2 Hoe verloopt de communicatie tussen hulpverleners onderling tijdens incidenten en zijn hier verbeterpunten aan te brengen? 6.3 Zijn er naar aanleiding van incidenten op de Zandmotor rapportages opgesteld en zijn deze gedeeld met de betrokken partijen? 6.4 Is er in jouw opinie voldoende aandacht besteed aan “leren van incidenten”? Zo nee hoe zou dat beter kunnen? 6.5 Bij welke incidenten is uw organisatie betrokken geweest bij een gezamenlijke evaluatie? 6.6 Welke inzichten hebben deze evaluaties opgeleverd en hoe worden deze inzichten met de overige hulpverleningspartners gedeeld? 6.7 Bent u op de hoogte van de gemaakte afspraken over de wijze van communiceren richting pers en publiek bij incidenten? 6.8 Heeft u nog aanbevelingen omtrent deze crisiscommunicatie? 6.9 Kunt u aangeven in hoeverre er momenten van ‘’miscommunicatie’’ zijn geweest die de veiligheid van de redder en/of strandpubliek in gevaar hebben gebracht? 6.10 Hoe verloopt de crisis communicatie met de meldkamer in het algemeen? 6.11 Zijn er onduidelijke en/of onveilige situaties ontstaan omdat de communicatie met de overige hulpverleners niet optimaal is verlopen? 6.12 Op de Zandmotor staat een graat aantal waarschuwingsborden. Kunt u aangeven of deze borden functioneren (“woud” van borden of effectief)? Gezamenlijke oefeningen 6.13 Is uw organisatie betrokken geweest bij het uitvoeren van gezamenlijke oefeningen op de Zandmotor? Zo nee, waarom niet? 6.14 Zijn er naar aanleiding van de gezamenlijke oefeningen nog operationele afspraken gemaakt?
bijlage 1 -4-
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
6.15 6.16
Zijn er naar aanleiding van de gezamenlijke oefeningen personele en/of materiële aanpassingen gemaakt? Welke onderdelen van de strand- en zwemveiligheid Zandmotor zouden ter voorbereiding van het strandseizoen 2014 gezamenlijk geoefend moeten worden (gaarne inclusief toelichting)?
7 ICT-voorzieningen In het toezichtprotocol is nadrukkelijk aandacht geweest voor de uitwisseling van gegevens tussen partijen onderling. Door de inzet van ICT-voorzieningen kan invulling gegeven worden aan informatie over voorvallen, fysische omstandigheden en nadere bijzonderheden. 7.1 In het gezamenlijke Dekkingsplan van de GVRB en MRB is sprake van het uitbreiden van het BRAINS model om zo informatie uit te wisselen (Informatie Gestuurd Optreden). Naar ons weten is deze uitbreiding nog niet gerealiseerd. Wat ligt hier aan ten grondslag? (tijd, ICT-kennis, discussies, etc.) 7.2 Welke zaken zijn voor uw organisatie van belang om vast te leggen in een gezamenlijke database? 7.3 Hoe heeft de nodige informatie uitwisseling plaatsgevonden bij gebrek aan een ICT-systeem dat voor verschillende partijen toegankelijk is? 7.4 Deltares werkt aan een ICT-systeem waarin voorspellingen gemaakt kunnen worden van het voorkomen van muien e.d.. Tijdens het strandseizoen is verdere afstemming met alle Reddingsbrigades niet van de grond gekomen. Heeft uw organisatie eerste resultaten/vensters gezien en wat was uw indruk? 7.5 Heeft u aanbevelingen hoe de praktische bruikbaarheid van het voorspellingmodel verder kan worden vergroot? 7.6 Met welke ICT-faciliteiten heeft uw organisatie gewerkt (bv. ASK) en is dit naar wens verlopen? 8 Instellen zwemverbod ODMH heeft als wettelijke taak om de zwemveiligheid van officiële zwemwaterlocaties in de gaten te houden. Indien er onveilige situaties voordoen vaardigt de provincie een zwemverbod af. De provincie is tevens verantwoordelijk om dit te communiceren richting badgasten. Na aanleg van de Zandmotor gold een zwemverbod voor de gehele Zandmotor. Gedurende het strandseizoen was dit voor delen van de Zandmotor het geval. 8.1 Op welke manier is uw organisatie betrokken geweest bij de instelling van een zwemverbod door de provincie? 8.2 Vindt u dat er door ODMH voldoende is geluisterd naar argumenten voor of tegen zwemverboden? 8.3 De strandpaviljoenhouders zijn van mening dat een zwemverbod zou kunnen worden voorkomen door betere afspraken over bewaking en toezicht op gevaarlijke plekken op bepaalde uren van de dag. Wat vindt u van dit voorstel? 8.4 Is de communicatie en informatieverstrekking door de provincie rondom het instellen van zwemverboden voor uw organisatie voldoende geweest? 8.5 Blijkt uit de praktijk dat het strandpubliek op de hoogte is van het zwemverbod? 8.6 Heeft u nog aanbevelingen hoe het proces rondom het wel/niet instellen van een zwemverbod kan worden ingericht?
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
bijlage 1 -5-
HaskoningDHV Nederland B.V.
9 Monitoring De Zandmotor is een innovatief project, er is nog niet eerder ervaring opgedaan met het uitvoeren van megasuppleties. Hierdoor is het noodzakelijk om de ontwikkelingen op en rondom de Zandmotor goed te volgen. Ook voor de zwemveiligheid is het noodzakelijk om incidenten goed te monitoren. 9.1 In hoeverre worden de monitoringsgegevens strand- en zwemveiligheid (fysische omstandigheden, incidenten, etc.) gedeeld met de overige instanties? 9.2 In hoeverre hebben de monitoringsgegevens m.b.t. de Zandmotor van uw eigen organisatie de bewakingsstrategie aangepast? 9.3 Hebben de meetgegevens van Shore en Deltares u bereikt? Zo ja hebben deze voldoende inzicht gegeven in de stromingspatronen langs de kust? 9.4 Dit najaar wordt de Argusmast (monitoringssysteem) geïnstalleerd. Ziet u kansen voor het inzetten van Argusbeelden in relatie tot de zwemveiligheid? 10 Bewakingsgebieden In de bijlage bij de SOK strand- en zwemveiligheid Zandmotor zijn de bewakingsgebieden van de drie verschillende Reddingsbrigades vastgelegd. 10.1 Kunt u aangeven in hoeverre de huidige indeling in bewakingsgebieden nog steeds van toepassing is op de huidige situatie met betrekking tot de Zandmotor? 10.2 Hoe vaak heeft u tijdens het strandseizoen collega Reddingsbrigades geassisteerd op hun bewakingsgebied en wat was de aanleiding? 10.3 Zijn de afspraken over ondersteuning vanuit andere bewakingsgebieden in de praktijk duidelijk en hanteerbaar? 10.4 Zijn er m.b.t. uw bewakingsgebied aandachtspunten ontstaan waarvan redelijker wijs verwacht mag worden dat er op korte termijn aanpassingen in de strandbewaking noodzakelijk zijn? 11 Doorkijk naar de toekomst Deze evaluatie staat in het teken van het strandseizoen 2013 en de lessen die geleerd zijn voor de komende jaren. De provincie heeft geld gereserveerd voor strand- en zwemveiligheid voor de gehele beheerfase. In de meerjaren begroting is rekening gehouden met afbouw van de activiteiten door verminderde dynamiek van de Zandmotor uiteindelijk in combinatie met het feit dat de Zandmotor een extra breed strand wordt. 11.1 In hoeverre zijn (organisatorische) aanpassingen noodzakelijk om ook volgend strandseizoen gesteld te staan? 11.2 De Zandmotor is aangelegd op het grondgebied van de gemeente Westland en een klein gedeelte op grondgebied van de gemeente Den Haag. Elk jaar schuift de Zandmotor meer op richting Den Haag. In hoeverre heeft deze ontwikkeling invloed op uw organisatie qua inzet van middelen, functioneren, etc. voor 2014 en de jaren erna? 11.3 In de samenwerkingsovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de strand- en zwemveiligheid Zandmotor. Deze afspraken zijn gebaseerd op een aantal aannames. Door de dynamiek en de onzekerheid die zijn verbonden met de Pilot Zandmotor is voor 2013 gekozen voor een organisatie met, voor Nederlandse begrippen, een hoog veiligheidsniveau gezien de hoeveelheid aan toezicht. Tijdens de besprekingen is uitgegaan dat op termijn het toezichtniveau kan worden afgebouwd. Hoe zien jullie dit voor het strandseizoen 2014 en de jaren erna? 11.4 Hoe is de werving van nieuwe leden in 2013 bij de Reddingsbrigades verlopen en zijn er mogelijkheden om de aanwas + binding van leden te verbeteren? 11.5 In hoeverre geeft bovenstaande aanleiding om ambities bij te stellen (eerder/later) omtrent het bewakingsvenster (strandbewaking + toezicht door MRB op de Zandmotor in weekenden vanaf
bijlage 1 -6-
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
2015 en strandbewaking + toezicht door MRB op de Zandmotor gedurende weekdagen tijdens vakanties vanaf 2019? 12 Overige input voor workshop In bovenstaande hoofdstukken is een groot aantal aspecten rondom strand- en zwemveiligheid Zandmotor behandeld. Uiteraard kunnen wij bij het opstellen van de vragenlijst belangrijke aspecten over het hoofd hebben gezien. 12.1 Welke aspecten omtrent strand – en zwemveiligheid Zandmotor 2013 wilt u nog graag kwijt? 12.2 Welke onderwerpen moeten volgens u tijdens de workshop zeker plenair behandeld worden?
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
bijlage 1 -7-
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 2
Overzicht incidenten en handhavingsactiviteiten Toezichthouders
Meldingsnummer 2013.3014 2013.6105 2013.6766 2013.6806 2013.9947 2013.9951 2013.10006 2013.11239 2013.12204 2013.12322 2013.12344 2013.12713 2013.12867 2013.13483 2013.14557 2013.16388 2013.17631 2013.17636 2013.17639
2013.18078 2013.18325 2013.18682 2013.18774
bijlage 2 -8-
Omschrijving melding Verzoek om assistentie politie op Zandmotor H o n d e n b e z i t t e r s g e wa a r s c h u wd v o o r o p k o m e n d e wa t e r Diverse personen gewezen op de gevaren van opkomende wa t e r b i j d e Z M . T o e z i c h t g e h o u d e n b i j k a d a v e r v a n z e e h o n d t o t d a t d e z e we r d v e r wi j d e r d . D i v e r s e p e r s o n e n g e w a a r s c h u wd v o o r o p k o m e n d wa t e r b i j lagunes. Diverse kentekens van voertuigen nagetrokken die op ZM reden. Reddingsbrigade geholpen met zoeken naar vermiste Kitesurfer. H o n d e n b e z i t t e r s g e we z e n o p g e v a r e n r o n d o m Z M . C o n t r o l e voertuigen die gebruik maken van fietspad bij ZM. Controle op bebording en ontheffingen voertuigen op strand Assistentie politie met reanimatie bij aanspoelen stoffelijk overschot op ZM. Controle opruimplicht hondeneigenaren op ZM Aangespoelde overleden tuimelaar, deze afgevoerd naar g e m e e n t e we r f . D i v e r s e m e n s e n g e wa a r s c h u wd v o o r o p k o m e n d e wa t e r e n sterke stroming. M e n s e n g e wa a r s c h u wd v o o r o p k o m e n d e wa t e r r o n d o m Z M . M e n s e n g e wa a r s c h u wd v o o r o p k o m e n d e wa t e r r o n d o m Z M . D o d e b r u i n v i s a a n g e s p o e l d , g e a s s i s t e e r d m e t v e r wi j d e r e n . N a a k t r e c r e a n t e n d o o r v e r we z e n n a a r j u i s t e g e b i e d . K i n d e r e n g e wa a r s c h u wd d i e z i c h i n d e d u i n e n b e v o n d e n . Hond zonder eigenaar herenigt met zijn baasje op de ZM. G e wo n d e m e e u w o v e r g e d r a g e n a a n d e d i e r e n a m b u l a n c e D i v e r s e m e n s e n g e wa a r s c h u wd v o o r o p k o m e n d e wa t e r e n stroming. Persoon met metaaldetector gecontroleerd op ontheffing, had d e z e n i e t d u s we g g e s t u u r d . D i v e r s e m e n s e n g e wa a r s c h u wd , D u n e a a a n g e s p r o k e n o p h e t niet kunnen openen van het slot bij het Schelpenpad. R u i t e r b e k e u r d v o o r h e t r i j d e n o p h e t s t r a n d t e r wi j l d i t n i e t wa s toegestaan. Ongeldige gehandicaptenparkeerkaart in beslag genomen op Schelpenpad. S t e l l e t j e u i t d e d u i n e n g e s t u u r d , m e n s e n g e wa a r s c h u wd v o o r stroming.
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
2013.20184 2013.20806 2013.21019
T we e h e r e n m e t m e t a a l d e t e c t o r e n a a n g e s p r o k e n . 2 d o d e b r u i n v i s s e n a a n g e s p o e l d , l a t e n v e r wi j d e r e n . D o d e b r u i n v i s a a n g e s p o e l d . D e z e l a t e n v e r wi j d e r e n . D i v e r s e m e n s e n g e wa a r s c h u wd v o o r o p k o m e n d e wa t e r e n stroming. Geconstateerd dat er bij het Schelpenpad een afsluitbaar h e k we r k i s g e p l a a t s t , wa a r d o o r e r g e e n h u l p d i e n s t e n m e e r door konden bij calamiteiten. Doorgegeven dat er z.s.m. een sleutel moet komen voor de hulpdiensten.
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
bijlage 2 -9-
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 3
bijlage 3 - 10 -
Overzicht incidenten en repressieactiviteiten Reddingsbrigades Westland
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
HaskoningDHV Nederland B.V.
HV Datum 2 18‐jan 3 4‐mrt
Eenheden 1.30 1.30
4 13‐apr 7 9‐mei 22‐ 8 mei 24‐ 9 mei 10 1‐jun
1.30 1.40 /1.49
12 8‐jun 13 13‐jun 14 15‐jun 19 25‐jun 24 15‐jul
1.40 / 1.30 1.40 / 1.30 1.40 1.40 1.40 1.40 alle eenheden
30 23‐jul 34 40 43 49 50 51
1.40 1.40
29‐jul 1.40 / 1.49 5‐aug 1.40/1.49/1.39 21‐aug 1.40 / 1.39 7‐okt 1.30 / OVD 22‐okt 1.40 4‐dec alle eenheden
Prio Hulpverlening 3 Vrouw last van enkel /Transport 3 Assistentie ivm zieke zeehond Kiter gevallen last van enkel / 3 Transport 1 2x kiter in nood F2
Overige instanties
P2000
RAC/KWC
Dierenambulance / EHBZ
KNRM / BRW / POL
ALARMPOEG
RAC
1 Reanimatie + Transport 9 personen te water, omgeslagen 1 raft 1 Vuurpijl waargenomen Kiter enkelverstuikt, transport > 2 molenslag 1 Kiter rugletsel/ transport AMBU 1 Kiter niet aanspeekbaar
Zandmotor Paal B
KNRM/ AMBU / POL
Strandslag 2 Zandmotor Zandmotor binnenmeer thv Jamm Slag watertoren
KNRM/ AMBU / POL /BRW KNRM / HVRB
ALARMPOEG
RAC/KWC
AMBU AMBU / HVRB
ALARMPOEG
RAC
1 Zoekactie na vondst kleding + brief
Arendsduin
2
Zandmotor G1
KNRM/BRW/GVRB/POL/Heli Pol / Boa's
ALARMPOEG
RAC
Schelpenpad zuid
TEL CONTACT RAC
Zandmotor Zandmotor G1 Zandmotor Noord Zandmotor G1 schelpenpad Zandmotor / kijkduin
KNRM/BRW/GVRB KNRM/BRW/HVRB KNRM/HVRB/POL/BRW/GVRB KNRM Ambu/Pol KNRM/POL/AMBU/BRW/GVRB
ALARMPOEG STRANDPLOEG Strand/Alarm OVD ALARMPOEG ALARMPOEG
2 1 1 1 2 1 1
Persoon flinke snijwond (viel tp mee) Vaatje met stof opgruimd op verzoek AC Persoon te water ( geen inzet, vervallen) Persoon te water Peddelboarder in problemen voer/vaartuig in problemen Assistentie ambulance / ivm kiter Persoon te water (suicidaal)
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
Locatie Schelpenpad zuid Schelpenpad zuid Zandmotor / kijkduin Zandmotor
bijlage 3 -1-
RAC RAC KWC/RAC RAC RAC RAC
HaskoningDHV Nederland B.V.
55 15‐dec alle eenheden 56 23‐dec 1.40/1.49/1.19
bijlage 3 -2-
1 1
Kiter in problemen Kiter in problemen
Zandmotor Noord Zandmotor Noord
KNRM KNRM
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
ALARMPLOEG KWC/RAC ALARMPLOEG RAC
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 4
Besprekingsverslag Actieteam bijeenkomst 17 maart 2014
Provincie Zuid-Holland/Evaluatie strand- en zwemveiligheid Pilot Zandmotor Rapportage
bijlage 4 -1-
Logo
VERSLAG HaskoningDHV Nederland B.V. Vergadering : Actieteam Zandmotor Datum vergadering : Maandag 17 maart 2014 Plaats : Den Haag Opdrachtgever : Provincie Zuid-Holland Project : Zandmotor Onderwerp
: Morfologische ontwikkelingen i.r.t. Strandseizoen 2014
Datum
: 19 maart 2014
Aanwezig
: Ben Girwar (provincie Zuid-Holland); Wiegert Dulfer (Rijkswaterstaat WVL) Peter van der Hout (Rijkswaterstaat WNZ) Mathieu de Schipper (Universiteit Delft) Michel Puglia (Veiligheidsregio Haaglanden) Eltjo Ebbens (Royal HaskoningDHV)
1/2 Opening en vaststellen agenda Ben opent de vergadering. Na een voorstelrondje van eenieder wordt de agenda ongewijzigd vastgesteld. Het doel van het actieteam is om in het geval van calamiteiten rondom het morfologische gedrag van de Zandmotor snel te kunnen overleggen in hoeverre ingrijpen vereist is. Aangezien vorig jaar er geen aanleiding is geweest om bijeen te komen, is het handig om elkaar weer te spreken. Eventuele te verwachten morfologische ontwikkelingen kunnen meegenomen worden ter voorbereiding van het strandseizoen 2014. 3 Evaluatie zwemveiligheid 2013 Begin 2014 is de evaluatie zwemveiligheid over het strandseizoen 2013 uitgevoerd door provincie Zuid-Holland, vrijwillige reddingsbrigades van Monster, ’s Gravezande en Den Haag, Veiligheidregio Haaglanden en de gemeente Westland. Michel Puglia en Eltjo Ebbens lichten de bevindingen en aandachtspunten toe:
Het jaar 2013 was een rustig jaar met relatief weinig calamiteiten; De meeste aanbevelingen vanuit de evaluatie 2012 zijn uitgevoerd; Partijen weten elkaar steeds beter te vinden; Toezicht centreert zich momenteel op de kritieke punten (voor aanvang van vloed); De BOA’s van Westland zijn nog niet bevoegd om daadwerkelijk te handhaven op Haags grondgebied (inmiddels bestuurlijk geagendeerd); Inmiddels is de bevoegdheid toegekend. Patijen zijn tevreden over de App waarmee voorspellingen verricht worden; Het patroon van zandbanken ten noorden van de Zandmotor vergt veel aandacht, vooral bij het “aanlanden” van boten kan dit voor onveilige situaties leiden (strandwacht gekatapulteerd door vastlopen op zandbank); De Haagse reddingsbrigade heeft geen beschikking over een waterscooter, terwijl de situatie qua zandbanken hier wel om vraagt;
Royal HaskoningDHV, met het hoofdkantoor in Amersfoort, is een van Europa’s toonaangevende projectmanagement-, ingenieurs- en adviesbureaus. HaskoningDHV Nederland B.V. is onderdeel van Royal HaskoningDHV. Kamer van Koophandel nr. 56515154. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
HaskoningDHV Nederland B.V.
Ondanks een rustig jaar, is besloten om het veiligheidsniveau te handhaven.
4 Morfologische ontwikkelingen Zandmotor Mathieu de Schipper licht de morfologische ontwikkeling van de Zandmotor van afgelopen tijd, inclusief doorkijk naar strandseizoen 2014 toe: ● De Zandmotor werkt zoals voorzien, zowel naar het zuiden als het noorden wordt zand getransporteerd; ● De eerste jaren waren het meest dynamisch, zandtransport ligt conform verwachting lager dan net na aanleg; ● De storm op 5 december is ook van invloed geweest op de Zandmotor. Er is veel zand aan de zuidkant vrijgekomen, het water heeft de Argusmast tot 125 meter genaderd; ● Aan beide kanten ontstaat een patroon van zandbanken, aan de noordkant tot aan Kijkduin; ● Vooral aan de noordkant is dit gebied afgelopen jaar sterk vergroot; ● De bestaande getijde geul is minder diep dan vorig jaar: stroomsnelheden zijn hierdoor minder groot in vergelijking met de initiële geul uit 2012. Alleen in de bochten zijn hogere stroomsnelheden te verwachten, maar door het meanderende karakter bestaat er minder gevaar voor de zwemmer. De wanden van de geul zijn tevens minder steil; ● Voor komend jaar wordt verwacht dat het patroon van zandbanken zich verder ontwikkelt naar zowel het noorden als het zuiden; ● Doordat er meer sprake is van een “delta” met verschillende geulen, wordt niet verwacht dat de geul met dezelfde snelheid zich richting zeereep verplaatst.
5
Aandachtspunten strandseizoen Zandmotor voor 2014 ● ●
●
●
6
De strekdammen worden weer zichtbaar. Rondom deze strekdammen kunnen muien ontstaan. De reddingsbrigades zullen hier extra aandacht voor moeten hebben. Het zandbanken patroon vergt tevens aandacht voor het aanlanden. Tijdens het terugvaren dient voldoende snelheid te zijn om mee te kunnen varen met de aanwezige golfslag. Aanwezigheid van ondiepe zandbanken is hierbij een gevaar. Daarnaast wordt door de Haagse Reddingsbrigade gekeken of ter hoogte van post 1 een reddingsboot voor anker gelegd kan worden; Communicatie richting recreanten blijft een belangrijk aandachtspunt voor komend seizoen. Het gaat hierbij niet alleen om zwemmers, maar ook voor de avontuurlijke wandelaars die graag met eb over de zandbanken lopen. Dit speelt al eerder dan bij aanvang van het strandseizoen. De toezichthouders dienen hiervan bewust te zijn, daarnaast is het van belang om bij het atlantic hotel en het Kijkduinpark informatie achter te laten voor de gasten. Naast folders is het van belang om bij de (achter)uitgang van het Kijkduinpark boorden te plaatsen om recreanten te informeren over de dynamische situatie op dit stuk kust. Ben zal langs gaan bij het Kijkduinpark om dit te bespreken; Matthieu heeft in het verleden kaarten aan de reddingsbrigades verstrekt, waarop de morfologische situatie is weergegeven. Hij zal dit wederom doen aan de hand van de meest recente Shore data. Dit geeft een goed beeld voor de reddingsbrigades.
W.v.t.t.k./rondvraag ●
Ben geeft aan dat de woensdag voor Pasen het gebruikers overleg bijeen wordt geroepen. Alle aanwezigen zijn welkom om aan te schuiven.
19 maart 2014 -2-
HaskoningDHV Nederland B.V.
●
●
Matthieu geeft aan dat in september een grootschalige moinitoringsactie wordt uitgevoerd met interantionale wetenschappers. Naast onderzoekers vanuit Naturecoast en NEMO haken ook andere onderzoeksgroepen aan. Michel zal kijken in hoeverre voorzieningen voor de reddingsbrigades beschikbaar zijn voor de onderzoekers.. Michel wil graag sparren over de wijze waarop golfbrekers op duurzame wijze afgebakend kunnen worden. Momenteel gebeurd dit met palen, maar dit vergt veel onderhoud en is met hoogwater niet altijd goed zichtbaar. Peter van Hout zal informeren bij Siem Mostert, buitenman van district RWSWNZ.
7 Sluiting Aanwezigen vonden het erg zinvol om bijeen te komen. Het is goed om elkaar gezien te hebben. Voorgesteld wordt om, indien het strandseizoen 2014 hier geen aanleiding biedt, om volgend jaar wederom voor aanvang van het strandseizoen bijeen te komen.
19 maart 2014 -3-