Europa als spin in het web1 door JEROEN HINLOOPEN Universiteit van Amsterdam en Technische Universiteit Delft en CHARLES VAN MARREWIJK Erasmus Universiteit Rotterdam
Correspondentie naar: Charles van Marrewijk, Erasmus University Rotterdam, Department of Economics H8-10, P.O. Box 1738, 3000 DR Rotterdam, The Netherlands.
Inleiding Nu de World Trade Organization (WTO) top in Doha is afgelopen, dit keer met minder hevige protesten van anti-globaliseringsbewegingen dan we recent gewend zijn, en China per 11 december 2001 zal toetreden als volwaardig lid van de WTO (met Taiwan als aparte regio), breekt een nieuwe periode aan van intensief internationaal overleg tussen diverse grote handelspartijen in een nieuw handelsronde. Tot de ‘grote partijen’ behoren in ieder geval (de landen van) de Europese Unie, de Verenigde Staten en Japan. Naast deze ontwikkelde landen zullen ook de ontwikkelingslanden China, Brazilië, India en Indonesië als serieuze partner aan de onderhandelingstafel mogen aanschuiven (zonder dat ze zichzelf hiervoor hoeven uit te nodigen). De spanningen die komen met toenemende internationale contacten (lees: handels - en kapitaalstromen) tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden krijgen in de media de laatste jaren ruime aandacht. De aanstaande onderhandelingen zullen die aandacht ook zeker niet doen verslappen. Het is dan van belang een goed en betrouwbaar beeld te hebben van de structuur en grootte van internationale handelsstromen. Zodoende kunnen de onvermijdelijke perikelen rondom de komende WTO-ronde qua importantie voor de Nederlandse en Europese economie op juiste waarde geschat worden. In dit artikel geven wij dit beeld. 1
Dit artikel is gedeeltelijk gebaseerd op hoofdstuk 1 van: C. van Marrewijk (forthcoming) International trade & the world economy, Oxford University Press, Oxford, UK.
Figuur 1 Indeling globale regio's
ECA EUR NAm
EAP AAs
MNA SAS
Global regions EAP ECA LAC MNA SAS SSA NAm EUR AAs
(21) (27) (33) (14) (8) (48) (9) (30) (10)
SSA LAC
AAs
Globale regio’s De Wereldbank verzamelt en verwerkt statistische informatie van vrijwel alle landen ter wereld. Teneinde diverse regio’s op een globale schaal te kunnen karakteriseren, onderscheidt
de
Wereldbank
zeven
groepen
landen,
onderverdeeld
in
6
ontwikkelingsregio’s en 1 ontwikkelde regio. Wij volgen deze indeling voorzover het de ontwikkelingsregio’s betreft. De ontwikkelde regio verdelen wij verder onder in 3 subregio’s. Zodoende ontstaan er 9 globale regio’s waarop wij ons overzicht baseren (zie tabel 1). Met 30% van de wereldbevolking is Zuidoost Azië de grootste regio, gevolgd door Zuid Azië (22%). De kleinste regio is AustralAzië (4%), gevolgd door het Midden Oosten en Noord Afrika (5%) en Noord Amerika (5%).
Tabel 1. Regio -indeling en relatieve grootte Regio
Gebied
Belangrijkste landen
Bevolking (%)*
Ontwikkelingsregio’s EAP
Oost Azië en de Pacific
China, Indonesië
30
ECA
Oost Europa en Centraal Azië
Rusland, Turkije
8
LAC
Latijns Amerika en Carabisch gebied
Brazilië, Mexico
8
MNA
Midden Oosten en Noord Africa
Egypte
5
SAS
Zuid Azië
India
22
SSA
Sub-Sahara Afrika
Nigeria, Zuid Afrika
11
Ontwikkelde regio’s NAm
Noord Amerika
VS
5
EUR
West Europa
EU landen
7
AAs
AustralAzië
Japan, Australië
4
* Percentage van wereldbevolking
Handelsdata Ons overzicht is gebaseerd op de handelsdata die recentelijk verzameld zijn door het Centre for International Data van de Universiteit van Californië. 2 Dit betreft een overzicht van bilaterale handelsstromen tussen 160 landen op jaarbasis, opgesplitst naar een kleine 1200 4-digit sectoren volgens de Standard Industrial Ttrade Classification (SITC). De gegevens zijn beschikbaar voor de jaren 1970 tot en met 1997. Om een zo upto-date mogelijk beeld te geven beperken wij ons in dit artikel tot de gegevens uit 1997. Eerst zijn alle handelsstromen geaggreerd tot landenniveau om vervolgens de intraregionale (tussen landen binnen een regio) en inter-regionale (tussen regio’s) handelsstromen te bepalen.
Relatieve omvang handelsstromen Een eerste indicatie van het belang van de verschillende globale regio’s voor de totale internationale handel wordt gegeven in Figuur 2; het aandeel per regio in de wereldexporten en -importen. Met een gecombineerd totaal van meer dan 75% van de wereldhandelsstromen zijn de drie ontwikkelde regio’s de drie grootste handelsregio’s. Dit beeld wordt bovendien versterkt als bedacht wordt dat deze drie regio’s tesamen slechts 16% van de totale wereldbevolking uitmaken. Verreweg de belangrijkste regio binnen deze groep is West Europa, met bijna 42% van de wereldexporten (en ruim 40% van de wereldimporten). Dit is meer dan twee keer zo veel als de andere twee ontwikkelde regio’s (Noord Amerika en AustralAzië) die beide ongeveer 17% van de wereldexporten voor hun rekening nemen. Van de ontwikkelingsregio’s is Zuidoost Azië de belangrijkste, met bijna 10% van de wereldexporten, gevolgd door Latijns Amerika, met ruim 5% van de wereldexporten. Opvallend klein zijn de aandelen van Zuid Azië (minder dan 1%) en Sub-Sahara Afrika (iets meer dan 1%).
2
Meer informatie is verkrijgbaar op: http://data.econ.ucdavis.edu/international
Figuur 2 Import en export van de globale regio's, 1997 (% van wereldtotaal) EUR NAm AAs EAP LAC ECA MNA SSA SAS 0
10
20 export
30
40
50
import
Structuur van de handelsstromen Tabel 2 geeft meer gedetailleerd de grootte weer van de handelsstromen binnen en tussen de globale regio’s, als percentage van het wereldtotaal. Zo is bijvoorbeeld 1,36% van de wereldhandelsstromen van landen in Zuidoost Azië naar andere landen in Zuidoost Azië (intra-regionale handel). Evenzo is 3,85% van de wereldexport van West Europa naar Noord Amerika, enz. De sommatie in de rechterkolom van tabel 1 geeft de totale export van de regio en de sommatie in de onderste rij geeft de totale import van de regio. Zoals hierboven opgemerkt is West Europa de grootste exporteur (41,91%) en de grootste importeur (40,33%). Daaruit blijkt ook dat West Europa als geheel in 1997 een overschot had op de goederen- en dienstenbalans van de betalingsbalans. Ook AustralAzië en Zuidoost Azië hadden een duidelijk overschot, tegenover een duidelijk tekort voor Noord Amerika, Latijns Amerika, en Oost Europa en Centraal Azië (zie ook figuur 2).
Tabel 2 Intra- and inter-regionale handelsstromen, 1997 (% van wereld totaal) naar van
EAP
ECA
LAC MNA
SAS
SSA
NAm
EUR
AAs
Totale export
EAP
1.36
0.15
0.18
0.11
0.13
0.08
2.19
1.61
4.09
9.90
ECA
0.16
1.38
0.05
0.12
0.03
0.02
0.20
2.37
0.13
4.47
LAC
0.16
0.08
1.06
0.08
0.02
0.03
2.82
0.77
0.27
5.30
MNA
0.20
0.10
0.06
0.07
0.04
0.01
0.28
0.88
0.50
2.13
SAS
0.07
0.04
0.02
0.02
0.02
0.01
0.25
0.33
0.16
0.92
SSA
0.08
0.03
0.04
0.01
0.00
0.05
0.33
0.53
0.11
1.18
NAm
1.29
0.26
2.87
0.32
0.11
0.13
6.07
3.39
2.95
17.38
EUR
1.40
3.07
1.06
1.11
0.35
0.57
3.83 27.68
2.83
41.91
AAs
4.82
0.25
0.60
0.19
0.21
0.14
4.16
3.67
16.81
Totale
9.54
5.34
5.94
2.04
0.90
1.04 20.14 40.33 14.72 100.00
2.76
import EAP = East Asia and Pacific; ECA = Europe and Central Asia; LAC = Latin America and Caribbean; MNA = Middle East and North Africa; SAS = South Asia; SSA = Sub-Saharan Africa; NAm = North America; EUR = Western Europe; AAs = AustralAsia
Figuur 3 Aandeel intra-regionale handel, 1997 (% van regiototaal) 70 60 50 40 30 20 10 0 SAS
MNA
SSA
EAP
LAC
AAs
ECA
NAm
EUR
EAP = East Asia and Pacific; ECA = Europe and Central Asia; LAC = Latin America and Caribbean; MNA = Middle East and North Africa; SAS = South Asia; SSA = Sub-Saharan Africa; NAm = North America; EUR = Western Europe; AAs = AustralAsia
De diagonaal in tabel 2 betreft intra-regionale handelsstromen. Dit percentage is regelmatig vrij hoog. Voor de hier onderscheiden 9 regio’s als geheel geldt dat maar liefst 41,4% van de wereldhandel intra-regionale handel is. Er is echter een groot verschil tussen de diverse regio’s voor wat betreft de mate van intra-regionale handel, zoals ook blijkt uit figuur 3. In deze figuur staat de intra-regionale handel als percentage van de totale handel van de betreffende regio afgebeeld. Zuid Azië (SAS; 2%), het Midden Oosten en Noord Afrika (MNA; 3%) en Sub-Sahara Afrika (SSA; 4%) hebben een uitgesproken laag intra-regionaal handelsniveau. Deze regio’s zijn voor hun exporten aangewezen op de (verder weg gelegen) andere delen van de wereld. Oost Europa en Centraal Azië (ECA; 31%) en Noord Amerika (Nam; 35%) hebben een vrij hoog percentage intra-regionale handel. Alle regio’s worden in dit opzicht echter ruimschoots overschaduwd door West Europa, dat tweederde van haar handel realiseert binnen haar regiogrenzen. West Europa is niet alleen verreweg de belangrijkste handelsregio in de wereld, het is ook de enige regio die boven het wereldgemiddelde intra-regionale handelsniveau uitsteekt.
Visualisatie en conclusie De informatie over de structuur van de internationale handelsstromen zoals gegeven in tabel 2 kan op een zeer doeltreffende manier worden gevisualiseerd. Aangezien er 9 globale regio’s onderscheiden worden, zijn er in principe 9×8 = 72 inter-regionale en 9 intra-regionale handelsstromen. Indien we de getallen in tabel 1 echter afronden naar het dichtsbijzijnde gehele percentage blijken er van die 81 waarnemingen slechts 30 een waarde van 1 of hoger te hebben. Door deze overgebleven waarnemingen gestructureerd weer te geven ontstaat een overzichtelijk en inzichtelijk beeld van de structuur van de wereldhandelsstromen in 1997. Dit is gedaan in figuur 4.
Op grond van figuur 4 kunnen we de volgende conclusies trekken. §
Zuid Azië maakt nauwelijks deel uit van de mondiale economie; geen van haar handelsstromen is groot genoeg om figuur 4 te halen.
§
West Europa kan gezien worden als de spin in het web van de globale internationale handelsbetrekkingen. Niet alleen is het de enige regio met substantiële
handelsstromen naar alle andere regio’s (uiteraard met uitzondering van Zuid Azië), van de wereldhandelsstromen gaat maar liefst 28% van landen in West Europa naar andere landen binnen West Europa. §
De andere ontwikkelde regio’s (Noord Amerika en AustralAzië) hebben ook substantiële intra-regionale handelsstromen (respe ctievelijk 6% en 4% van het wereldtotaal), hoewel deze ver onder de West Europese blijven.
§
De grootste inter-regionale handelsstromen gaan van de ontwikkelde regio’s naar de andere ontwikkelde regio’s, aangevuld met de centrum-periferie connecties Zuidoost Azië - AustralAzië, Latijns Amerika - Noord Amerika en West Europa - Oost Europa.
§
Sub-Sahara Afrika en Oost Europa zijn ‘satellieten’ van West Europa in die zin dat ze vrijwel uitsluitend handel drijven met West Europa. Bij benadering geldt dit ook voor het Midden Oosten en Noord Afrika, dat echter ook nog een substantiële (olie-) exportstroom heeft naar AustralAzië (Japan).
§
Latijns Amerika en Zuidoost Azië maken dankzij hun handelsconnecties met de drie ontwikkelde regio’s een integraal deel uit van de mondiale economie, waarbij het belang van de boven genoemde centrum-periferie verbindingen (met respectievelijk Noord Amerika en AustralAzië) evident is.
De intra-regionale handel van Noord Amerika zal een stuk hoger komen te liggen wanneer de handel tussen de verschillende staten apart wordt geregistreerd. Zodoende zal de bijzondere plaats van West Europa in deze worden bijgesteld. Wat overblijft is toch een beeld van Europa als spin in het internationale handelsweb. De reden dat West Europa deze centrale rol vervult, kan gezocht worden in haar koloniale verleden. Daarnaast zou er sprake van een leereffect kunnen zijn; landen in West Europa weten wat het is om grensoverschrijdende transacties uit te voeren. Hoe het ook zij, gelet op haar intensieve (handels)connecties met de rest van de wereld is het voor West Europa van groot belang dat de nieuwe WTO-ronde een daverend succes wordt.
Figuur 4 Visualisatie wereldhandelsstromen, 1997 (% van wereld totaal) Noord Amerika (NAm)
AustralAzie (AAs)
3 (4) (1)
6
4 3 (3)
3 (4)
3 (3)
1
L.Amerika & Caribisch geb. (LAC)
1 (1)
West Europa (EUR)
1 (1)
(2)
Midden Oosten en Noord Africa (MNA)
28
1
1
1 (1)
Sub-Sahara Africa (SSA)
4 (5) 2 (3) Oost Europa en Centraal Azie (ECA) 1
1 (2)
Oost Azie en Pacific (EAP) 1
Zuid Azie (SAS)
Export in richting gesloten pijl (Export in richting open pijl) Intra-regionale export
De grootte van de cijfers en de dikte van de pijlen zijn gerelateerd aan de omvang van de handelsstromen.