Essentieel Administrator's Guide Oracle-Database-11g R2, MySQL Administrator en Oracle Linux Administrator's Guide R7 in Dutch Ontwikkeld door Nam Nguyen
Essential Administrator's Guide Oracle-Database-11g R2, MySQL Administrator and Oracle Linux Administrator's Guide R7 in Dutch De eBook is een geweldige bron overal u met nuttige aanwijzingen om te leren hoe je Beheerdershandleiding Oracle-Database-11g R2, MySQL Administrator en Oracle Linux Administrator's Guide R7 met gemak en plezier te gebruiken. Dit boek biedt een gebruiksvriendelijke introductie tot het onderwerp , waarbij een duidelijk structureel kader; het leidt de lezer door het subject kernelementen met behulp van illustraties en schema hele tekst te zorgen voor de lezer begrijpen zelfs de meest complexe concepten. 1) Beheerdershandleiding Oracle Database 11g R2-2) MySQL Administrator 3) Oracle Linux Administrator's Guide R7 De eBook is voor iedereen die een belang in Beheerdershandleiding Oracle-Database-11g R2, MySQL Administrator heeft, en Oracle Linux Administrator's Guide R7 en wil de mogelijkheden en technische beslissers begrijpen. Het is een geweldige bron en een perfecte referentie voor IT Professional en Information Technology Department. Krijg je van alles leren 3 essentiële Beheerdershandleiding Oracle-Database-11g R2, MySQL Administrator en Oracle Linux Administrator's Guide R7, leren hen zal talloze deuren te openen met een garantie dat je goed betaalde baan, nu en in de toekomst. Herinner me een ding dat leren nooit stopt! Lezen, lezen, lezen! En schrijven, schrijven, schrijven! Een dank aan mijn prachtige vrouw Beth (Griffo) Nguyen en mijn geweldige zonen Taylor Nguyen en Ashton Nguyen voor al hun liefde en steun, zonder hun emotionele steun en hulp, zou geen van deze educatieve taal Ebooks en audio mogelijk.
Administrator's Guide OracleDatabase-11g R2
Aan de slag met Database Administration Soorten Oracle Database Gebruikers De aard van de gebruikers en hun rollen en verantwoordelijkheden is afhankelijk van de database plaats. Een kleine site kan één database administrator die de database applicatieontwikkelaars en gebruikers beheert hebben. Een zeer grote site kan het nodig vinden om de taken van een database administrator verdelen onder verschillende mensen en tussen verschillende gebieden van specialisatie. Database Administrators Elke database minstens één database administrator (DBA) vereist. Een Oracle database systeem kan groot zijn en kunnen veel gebruikers. Daarom, database administratie is soms niet een eenpersoons baan, maar een baan voor een groep van DBA's die de verantwoordelijkheid delen. Verantwoordelijkheden Een database administrator kan je onder meer de volgende taken: Installeren en upgraden van de Oracle database server en applicatie gereedschap Toewijzing systeem opslag en de planning van toekomstige opslag eisen voor het databasesysteem Het creëren van primaire database opslag structuren (tablespaces) na applicatieontwikkelaars hebben een toepassing ontworpen Het creëren van primaire objecten (tabellen, views, indexen) eenmaal applicatieontwikkelaars hebben een toepassing ontworpen De databasestructuur wijzigen, indien nodig, van informatie van toepassingsontwikkelaars Inschrijven van gebruikers en het onderhouden van beveiliging van het systeem Naleving van Oracle licentieovereenkomsten Regelen en controleren van toegang tot de database Bewaken en optimaliseren van de prestaties van de database Planning voor back-up en herstel van de database-informatie Behoud van gearchiveerde data op tape Een back-up en herstel van de databank Contact opnemen met Oracle voor technische ondersteuning Security Officers In sommige gevallen, een plaats kent één of meer security officers een database. Een security officer inschrijft gebruikers, regelt en controleert de gebruiker toegang tot de database, en onderhoudt beveiliging van het systeem. Als een DBA, zou je niet verantwoordelijk voor deze taken zijn als uw site heeft een aparte security officer. Zie Oracle Database Security Guide voor informatie over de taken van de veiligheidsagenten.
Netwerkbeheerders Sommige sites hebben een of meer netwerkbeheerders. Een netwerkbeheerder bijvoorbeeld beheert Oracle netwerkproducten, zoals Oracle Net Services. Zie Guide Oracle Database Net Services Administrator's voor informatie over de taken van de netwerkbeheerders. Applicatie-ontwikkelaars Applicatie-ontwikkelaars ontwerpen en implementeren van database-applicaties. Hun verantwoordelijkheden omvatten de volgende taken: Ontwerpen en ontwikkelen van de database applicatie Het ontwerpen van de database structuur voor een toepassing Het schatten van de opslag eisen voor een applicatie Specificeren van wijzigingen van de database structuur voor een toepassing Het doorgeven van deze informatie aan een database administrator Tuning van de applicatie tijdens de ontwikkeling Vaststelling van veiligheidsmaatregelen voor een toepassing tijdens de ontwikkeling Applicatie-ontwikkelaars kunnen een aantal van deze taken uit te voeren in samenwerking met DBA. Zie Guide Oracle Database Geavanceerd Application Developer's voor informatie over de applicatie-ontwikkeling taken. Applicatiebeheerders Een Oracle Database site kan één of meerdere applicatiebeheerders toewijzen aan een bepaalde toepassing te beheren. Elke toepassing kan zijn eigen beheerder hebben. Database Gebruikers Database gebruikers interactie met de database via toepassingen of hulpprogramma's. Verantwoordelijkheden Een typische gebruiker onder meer de volgende taken: Het invoeren, wijzigen en verwijderen van gegevens, waar toegestaan Het genereren van rapporten van de gegevens Taken van een Database Administrator Opmerking: Bij het upgraden naar een nieuwe versie, een back-up van uw bestaande productieomgeving, zowel software en database, voor de installatie. Voor informatie over het behoud van uw bestaande productie-database, zie Oracle Database UpgradeGuide. Taak 1: Evalueer de Database Server Hardware
Evalueren hoe Oracle Database en de applicaties het beste kunnen gebruik maken van de beschikbare computer middelen. Deze evaluatie dient de volgende gegevens te onthullen: Hoeveel schijven zijn beschikbaar om de Oracle-producten Hoeveel eventuele speciale tape drives zijn Oracle producten Hoeveel geheugen beschikbaar is om de gevallen van Oracle Database kunt u lopen (zie uw systeemconfiguratie documentatie) Taak 2: Installeer de Oracle Database Software Als de database administrator, u de Oracle database server software en alle front-end tools en database-applicaties die toegang tot de database te installeren. In sommige gedistribueerde verwerkingsinstallaties, wordt de database gecontroleerd door een centrale computer (databaseserver) en de database middelen en toepassingen worden uitgevoerd op externe computers (clients). In dit geval moet u ook de Oracle Net componenten die nodig zijn te installeren om de systemen op afstand op de computer dat Oracle Database uitvoert verbinden. Voor meer informatie over welke software te installeren, zie "Het identificeren van uw Oracle database software release 'op pagina 12/01. Taak 3: Plan van de Database Als de database administrator, moet u van plan: De logische opslagstructuur van de gegevensbank De totale database-ontwerp Een back-up strategie voor de database Het is belangrijk te plannen hoe de logische opslagstructuur van het databasesysteem prestaties en diverse databasebeheer bewerkingen beïnvloeden. Bijvoorbeeld, voordat u elke tablespaces voor uw database, moet u weten hoeveel data bestanden van de tablespace, wat voor soort informatie wordt opgeslagen in elk tablespace, en op welke schijven de data bestanden fysiek worden opgeslagen zal bestaan. Bij de planning van de algemene logische opslag van de database structuur, rekening houden met de gevolgen die deze structuur zal hebben wanneer de database daadwerkelijk wordt gemaakt en uitgevoerd. Bedenk hoe de logische opslag structuur van de database zullen beïnvloeden: De prestaties van de computer waarop Oracle Database De prestaties van de database tijdens de toegang tot de gegevens operaties De efficiëntie van backup en recovery procedures voor de database Planning van de relationele ontwerp van de database-objecten en opslageigenschappen voor elk van deze objecten. Door de planning van de relatie tussen elk object en de fysieke opslag
voor het maken ervan, kunt u rechtstreeks van invloed op de prestaties van de database als een eenheid. Zorg ervoor dat u plannen voor de groei van de database. In gedistribueerde database-omgevingen, deze planning is uiterst belangrijk. De fysieke locatie van vaak geraadpleegde gegevens drastisch invloed op de prestaties van applicaties. Tijdens de planning, het ontwikkelen van een back-up strategie voor de database. U kunt de logische structuur opslag of het ontwerp van de database te veranderen om back-efficiëntie te verbeteren. Het valt buiten het bestek van dit boek relationele en gedistribueerde database-ontwerp bespreken. Als je niet bekend bent met dergelijke ontwerp kwesties, zie geaccepteerde industrie-standaard documentatie. Deel II, "Oracle Database Structuur en opslag", en deel III, "Schema objecten", specifieke informatie over het maken van logische opslag structuren, objecten en integriteit beperkingen voor uw database. Taak 4: Maak en Open Database Nadat u de database-ontwerp te voltooien, kunt u de database te maken en te openen voor normaal gebruik. U kunt een database tijdens de installatie te creëren, met behulp van de Database Configuration Assistant, of u kunt uw eigen scripts te leveren voor het maken van een database. Zie Hoofdstuk 2, "Het creëren en een Oracle Database configureren", voor informatie over het maken van een database en hoofdstuk 3, "Opstarten en uitschakelen" voor de begeleiding bij het opstarten van de database. Taak 5: Back-up van de database Nadat u de database structuur te creëren, voert u de back-up strategie je gepland voor de database. Maak eventuele aanvullende redo log files, neem de eerste volledige database backup (online of offline), en plannen toekomstige databank backups op regelmatige tijdstippen. Taak 6: Inschrijven System Gebruikers Nadat u een back-up van de database structuur, kunt u de gebruikers van de database inschrijven in overeenstemming met uw Oracle licentie-overeenkomst, en passende privileges en rollen toe te kennen aan deze gebruikers. Zie Hoofdstuk 7, "Gebruikers beheren en beveiligen van de database" voor begeleiding in deze taak. Taak 7: Uitvoering van het Database Design
Nadat u maken en start de database en schrijf de gebruikers van het systeem, kunt u de geplande logische structuur van de database uit te voeren door het creëren van alle benodigde tablespaces. Wanneer u klaar bent met het maken tablespaces, kunt u de database-objecten te creëren. Deel II, "Oracle Database Structuur en opslag" en deel III, "schemaobjecten" geven informatie over het maken van logische opslag structuren en objecten voor uw database. Taak 8: back-up van de Volledig functionele Database Wanneer de database volledig wordt toegepast, weer een back-up van de database. Naast regelmatig geplande back-ups, moet u altijd een back-up van uw database direct na het doorvoeren van veranderingen in de database structuur. Taak 9: Tune Database Prestaties Het optimaliseren van de prestaties van de database is een van uw lopende verantwoordelijkheden als een DBA. Oracle Database biedt een database resource management functie die u helpt om de verdeling van de middelen te controleren tussen de verschillende gebruikersgroepen. De database resource manager wordt beschreven in hoofdstuk 27, "Bronnen beheren met Oracle Database Resource Manager". Taak 10: downloaden en installeren Patches Na de installatie en op een regelmatige basis, downloaden en patches te installeren. Patches zijn verkrijgbaar als enkele interim patches en als patchsets (of patch releases). Interim flarden te pakken individuele software bugs en kan al dan niet nodig zijn op uw installatie. Pleister geeft zijn verzamelingen van bug fixes die van toepassing zijn voor alle klanten. Pleister geeft zijn nummers release.Bijvoorbeeld, als u Oracle Database 11.2.0.1 geïnstalleerd, de eerste patch release zal een vrijval aantal 11.2.0.2 hebben. Taak 11: Roll Out to Extra Gastheren Nadat u een Oracle Database installatie correct is geconfigureerd, afgestemd, gepatcht, en getest, kunt u dat exacte installatie uitrollen naar andere hosts. Redenen om dit te doen zijn de volgende: U hebt meerdere productie van database-systemen. U wilt ontwikkelen en testen van systemen die identiek zijn aan uw productie systeem te creëren. In plaats van het installeren, tuning en patching op elke extra gastheer, kunt u uw getest Oracle Database-installatie te klonen naar andere hosts, bespaart tijd en het vermijden van tegenstrijdigheden. Er zijn twee typen klonen beschikbaar:
Klonen van een Oracle thuis gewoon de geconfigureerd en gepatcht binaries van de Oracle thuismap en submappen worden gekopieerd naar de bestemming host en "vast" aan de nieuwe omgeving aan te passen. U kunt dan beginnen met een instantie met dit huis gekloond en een database. U kunt de Enterprise Manager Clone Oracle Thuis tool gebruiken om een Oracle thuis te klonen naar een of meer bestemming hosts. U kunt ook handmatig een Oracle thuis met behulp van een set van de verstrekte scripts en Oracle Universal Installer klonen. Het klonen van een database-The afgestemde databank, waaronder databasebestanden initialisatie parameters, enzovoort, worden gekloneerd om een bestaande Oracle woning (eventueel gekloneerd thuis). U kunt de Enterprise Manager Clone Database tool gebruiken om een Oracle-database bijvoorbeeld klonen aan een bestaande Oracle-huis. Het indienen van opdrachten en SQL naar de database Het primaire middel om te communiceren met Oracle Database is door het indienen van SQLstatements. Oracle Database ondersteunt ook een superset van SQL, dat opties voor het opstarten en afsluiten van de database wijzigen databaseconfiguratie, enzovoort omvat. Er zijn drie manieren om deze SQL-statements en commando's naar Oracle Database te leggen: Direct, via de command-line interface van SQL * Plus Indirect, met behulp van de grafische gebruikersinterface van Oracle Enterprise Manager Met Oracle Enterprise Manager (Enterprise Manager), een intuïtieve grafische interface gebruik je om de database te beheren, en de Enterprise Manager legt SQL-statements en commando's achter de schermen. Zie Oracle Database 2 Day DBA voor meer informatie. ■ Direct, met behulp van SQL Developer Ontwikkelaars gebruiken SQL Developer te maken en te testen database schema's en toepassingen, maar je kunt het ook gebruiken voor database administratie taken. Zie Guide Oracle Database 2 Day Developer's voor meer informatie. Deze sectie richt zich op het gebruik van SQL * Plus SQL-instructies en opdrachten te leggen aan de database. Het omvat de volgende onderwerpen: Over SQL * Plus Verbinding maken met de database met SQL * Plus
Over SQL * Plus SQL * Plus is de primaire command-line interface om uw Oracle-database. U gebruikt SQL * Plus te starten en afsluiten van de database, zet de database initialisatie parameters, creëren en beheren van gebruikers, aanmaken en database-objecten (zoals tabellen en indexen) te wijzigen, invoegen en bijwerken van gegevens, lopen SQL-query's, en nog veel meer. Voordat u SQL-instructies en commando's kunnen indienen, moet u verbinding maken met de database. Met SQL * Plus, kunt u lokaal of op afstand te sluiten. Aansluiten lokaal betekent het verbinden met een Oracle-database draait op dezelfde computer waarop u werkt met SQL * Plus. Afstand verbindingsmiddelen verbinden via een netwerk naar een Oracle-database die wordt uitgevoerd op een externe computer. Een dergelijke database aangeduid als een externe database. De SQL * Plus uitvoerbaar op de lokale computer wordt geleverd door een volledige Oracle Database-installatie, een Oracle Client installatie, of een Instant Client installatie. Verbinding maken met de database met SQL * Plus Oracle Database bevat de volgende onderdelen: De Oracle Database bijvoorbeeld, dat is een verzameling van processen en het geheugen Een set van de schijf bestanden met gebruikersgegevens en systeemgegevens bevatten Wanneer u verbinding maakt met SQL * Plus, je verbinding met de Oracle-instance. Elke instantie heeft een exemplaar-id, ook bekend als een systeem-ID (SID). Want er kunnen meerdere Oracle instances op een host computer, elk met zijn eigen set van databestanden, moet u het exemplaar waarmee u verbinding wilt maken te identificeren. Voor een lokale verbinding, de instantie te identificeren door het instellen van het besturingssysteem omgevingsvariabelen. Voor een externe verbinding, de instantie te identificeren door het opgeven van een netwerkadres en een database naam van de service. Voor zowel lokale en externe verbindingen, moet u omgevingsvariabelen ingesteld om het besturingssysteem te vinden van de SQL * Plus uitvoerbare en de uitvoerbaar met een pad naar haar steun bestanden en scripts. Verbinding maken met een Oracle-instantie met SQL * Plus, dan moet u de volgende stappen: Stap 1: Open een venster Command Stap 2: Set Operating System Environment Variabelen Stap 3: Start SQL * Plus Stap 4: Verstuur de SQL * Plus CONNECT verklaring Stap 1: Open een Command Window Neem de nodige maatregelen op uw platform om een venster waarin u het besturingssysteem commando's in te voeren openen. Stap 2: Stel Operating System Environment Variabelen
Afhankelijk van uw platform, moet u wellicht omgevingsvariabelen instellen voordat SQL * Plus, of op zijn minst te controleren dat ze goed zijn ingesteld. Bijvoorbeeld, op de meeste platformen, ORACLE_SID en ORACLE_HOME moet worden ingesteld. Daarnaast is het raadzaam om de PATH omgevingsvariabele ingesteld op de include ORACLE_ HOME / bin directory. Sommige platforms kunnen extra omgevingsvariabelen nodig: Op de UNIX- en Linux-platforms, moet u omgevingsvariabelen ingesteld door het invoeren van het besturingssysteem opdrachten. Op het Windows-platform, Oracle Universal Installer (OUI) wijst automatisch waarden ORACLE_HOME en ORACLE_SID in het Windows-register. Als u een database niet maken bij de installatie, is OUI niet ORACLE_SID ingesteld in het register; nadat u uw database te maken op een later tijdstip, moet u de ORACLE_SID omgevingsvariabele van een commando venster in te stellen. UNIX- en Linux-installaties worden geleverd met twee scripts, oraenvand coraenv, die u kunt gebruiken om eenvoudig instellen omgevingsvariabelen. Voor meer informatie, zie Referentie Administrator's voor UNIX-systemen. Voor alle platforms, bij het schakelen tussen instanties met verschillende Oracle woningen, moet u de ORACLE_HOME omgevingsvariabele veranderen. Als meerdere instanties dezelfde Oracle huis, moet u alleen ORACLE_SID veranderen bij het schakelen gevallen. Zie de Oracle Database Installation Guide of toediening gids voor uw besturingssysteem voor meer informatie over omgevingsvariabelen en voor informatie over het schakelen gevallen. Voorbeeld 1-1 Instelling Omgevingsvariabelen in UNIX (C Shell) setenv ORACLE_SID orcl setenv ORACLE_HOME /u01/app/oracle/product/11.2.0/db_1 setenv LD_LIBRARY_PATH $ ORACLE_HOME / lib: / usr / lib: / usr / dt / lib: / usr / openwin / lib: / usr / ccs / lib Voorbeeld 1-2 Instelling Omgevingsvariabelen in Windows SET ORACLE_SID = orawin2 Voorbeeld 1-2 veronderstelt dat ORACLE_HOME en ORACLE_SID worden ingesteld in het register, maar dat u het register waarde van ORACLE_SID voorrang aan te sluiten op een andere instantie. Op Windows-omgeving variabele waarden die u in een command prompt venster ingesteld overschrijven de waarden in het register.
Stap 3: Start SQL * Plus SQL * Plus te starten: 1. Voer een van de volgende: Zorg ervoor dat de omgevingsvariabele PATH bevat ORACLE_HOME / bin. Change directory ORACLE_HOME / bin. 2. Voer de volgende opdracht (hoofdlettergevoelig op UNIX en Linux): sqlplus / nolo g Stap 4: Verstuur de SQL * Plus CONNECT verklaring U dient de SQL * Plus CONNECT verklaring om in eerste instantie te sluiten op de Oracleinstantie of op elk moment weer als een andere gebruiker. De syntax van de CONNECT verklaring luidt als volgt: CONN [ECT] [aanmelden] [AS {SYSOPER | SYSDBA}] De syntax van logon is als volgt: {username | /} [@ connect_identifier] [Uitvoering = {EDITION_NAME | DATABASE_DEFAULT}] Wanneer u de gebruikersnaam, SQL * Plus vraagt om een wachtwoord. Het wachtwoord wordt niet getoond als u het typt. De volgende tabel beschrijft de syntaxis onderdelen van de CONNECT verklaring. Syntax Component /
Beschrijving Pleit voor de externe verificatie van het verzoek om verbinding. Een database wachtwoord wordt niet gebruikt in dit type verificatie. De meest voorkomende vorm van externe verificatie wordt het besturingssysteem authenticatie, waarbij de database gebruiker wordt geverifieerd door te hebben om het host-besturingssysteem aangemeld met een bepaalde host-gebruikersaccount. Externe authenticatie kan ook worden uitgevoerd met een Oracle portemonnee of een netwerkdienst. Zie Oracle Database Security Guide voor meer informatie. Zie ook "Gebruik Operating System Authentication" op pagina 1-20.
AS {SYSOPER | SYSDBA}
Geeft aan dat de database gebruiker verbindt met ofwel de SYSOPER of SYSDBA systeem privilege.Alleen bepaalde voorgedefinieerde administratieve gebruikers of gebruikers die zijn toegevoegd aan het wachtwoord bestand kan verbinden met deze privileges. Zie "Administratieve voorrechten" op pagina 1-16 voor meer informatie. gebruikersnaam Een geldige databank gebruikersnaam. De database verifieert het verzoek verbinding door het afstemmengebruikersnaam tegen de data dictionary en vragen om een wachtwoord. connect_identifier (1) Een Oracle Net verbinden identifier voor een verbinding op afstand. De exacte syntax is afhankelijk van de Oracle Net configuratie. Indien weggelaten, SQL * Plus probeert verbinding met een lokale instantie. Een gemeenschappelijke connect identifier is een netto-naam van de service. Dit is een alias voor een Oracle Net aansluiten tem (netwerkadres en database naam van de service). De alias wordt meestal opgelost in de tnsnames.ora bestand op de lokale computer, maar kan ook op andere manieren worden opgelost. Zie Guide Oracle Database Net Services Administrator's voor meer informatie over connect identifiers. Syntax Onderdeel Beschrijving connect_identifier (2) Als alternatief, een connect identifier kan gebruiken Easy Connect syntax. Easy Connect biedt out-of-the-box TCP / IP-connectiviteit voor externe databases zonder Oracle Net Services configureren op de client (lokale) computer. Easy Connect syntaxis voor de verbinding identifier is als volgt (de omsluitende dubbele aanhalingstekens moet worden opgenomen): "Gastheer [: port] [/ SERVICE_NAME] [: server] [/ instance_name]" waarbij: gastheer is de hostnaam of het IP-adres van de computer waarop de database op afstand. Beide IP versie 4 (IPv4) en IP versie 6 (IPv6) -adressen worden ondersteund. IPv6adressen moeten worden tussen vierkante haakjes. Zie Guide Oracle Database Net Services Administrator's voor informatie over het IPv6-adressering.
poort is de TCP-poort waarop de Oracle Net luisteraar gastheer luistert voor databaseverbindingen. Indien weggelaten, 1521 wordt aangenomen. servicenaam is de database dienst naam waaraan te verbinden. Kan worden weggelaten als de Net Services luisteraar configuratie op de remote host wijst een standaard service. Als er geen standaard-service is geconfigureerd, servicenaam moet worden geleverd. Elke database biedt typisch een standaard dienst met een naam gelijk aan de wereldwijde gegevensbank naam, die bestaat uit de DB_NAME en DB_DOMAIN initialisatie parameters als volgt: DB_NAME.DB_DOMAIN Als DB_DOMAIN nul is, dan is de standaard naam van de service is gewoon de DB_NAME. Bijvoorbeeld, als DB_NAME is orcl en DB_ DOMAINis us.example.com, dan is de standaard naam van de service is orcl.us.example.com. Zie "Managing applicatieworkloads met Database Diensten "op pagina 2-39 voor meer informatie. server is het type service handler. Acceptabele waarden zijn gewijd, gedeeld en samengevoegd. Indien weggelaten, wordt het standaard type server gekozen door de luisteraar: gedeelde server indien geconfigureerd, anders dedicated server. instance_name is het bijvoorbeeld om die te verbinden. U kunt zowel de naam service en bijvoorbeeld de naam, die u doorgaans zou doen alleen voor Oracle Real Application Clusters (Oracle RAC) omgevingen geven. Voor Oracle RAC of single instance omgevingen, als je alleen bijvoorbeeld opgeeft, u verbinding met de standaard database service. Als er geen standaard dienst geconfigureerd in het listener.ora bestand, een fout is generated.You kan de instantie de naam van de parameter instance_name initialisatie verkrijgen. Zie Guide Oracle Database Net Services Administrator's voor meer informatie over Easy Connect. edition = {EDITION_NAME | DATABASE_DEFAULT} Specificeert de editie waarin de nieuwe database-sessie begint. Als u een editie opgeeft, moet het bestaan en moet u het gebruik voorrecht op hebben. Indien deze clausule niet wordt opgegeven, wordt de database standaard editie gebruikt voor de sessie. Zie Guide Oracle Database Geavanceerd Application Developer's voor informatie over edities en-editie gebaseerde herdefiniëring. Voorbeeld 1-3
Dit eenvoudige voorbeeld verbonden met een lokale database gebruikerssysteem. SQL * Plus vraagt om het SYSTEM gebruikerswachtwoord. Connect-systeem Voorbeeld 1-4 Dit voorbeeld maakt verbinding met een lokale database als gebruiker SYS de SYSDBA privilege. SQL * Plus vraagt om het SYS gebruikerswachtwoord. sluit sys als sysdba Bij het aansluiten als gebruiker SYS, moet u verbinding AS SYSDBA. Voorbeeld 1-5 Dit voorbeeld verbindt lokaal met de SYSDBA privilege met besturingssysteem authenticatie. verbind / as sysdba Voorbeeld 1-6 Dit voorbeeld maakt gebruik van Easy Connect syntax te verbinden als gebruiker salesadmin naar een externe database op de host dbhost.example.com. De Oracle Net luisteraar (de luisteraar) luistert op de standaard poort (1521). De database service is sales.example.com. SQL * Plus vraagt om het salesadmin gebruikerswachtwoord. sluit salesadmin @ "dbhost.example.com/sales.example.com" Voorbeeld 1-7 Dit voorbeeld is identiek aan Voorbeeld 1-6, behalve dat het servicetype handler is aangegeven. sluit salesadmin @ "dbhost.example.com/sales.example.com:dedicated~~V" Voorbeeld 1-8 Dit voorbeeld is identiek aan Voorbeeld 1-6, behalve dat de luisteraar luistert op het nietstandaard poortnummer 1522. sluit salesadmin @ "dbhost.example.com:1522/sales.example.com" Voorbeeld 1-9
Dit voorbeeld is identiek aan Voorbeeld 1-6, behalve dat de host IP-adres wordt vervangen door de hostnaam. sluit salesadmin @ "192.0.2.5/sales.example.com" Voorbeeld 1-10 Dit voorbeeld verbindt met behulp van een IPv6-adres. Let op de omsluitende vierkante haken. sluit salesadmin @ "[2001: 0DB8: 0: 0 :: 200C: 417A] /sales.example.com" Voorbeeld 1-11 Dit voorbeeld geeft het bijvoorbeeld om die aan te sluiten en nalaat de database naam service. Een standaard database-service moet zijn opgegeven, anders wordt er een fout wordt gegenereerd. Merk op dat wanneer u de instantie alleen opgeeft, kunt u niet opgeven van het type dienst handler. sluit salesadmin @ "dbhost.example.com//orcl" Voorbeeld 1-12 Dit voorbeeld verbindt afstand als gebruiker salesadmin aan de door de netto-dienst naam sales1 aangewezen databank service. SQL * Plus vraagt om het salesadmin gebruikerswachtwoord. sluit salesadmin @ sales1 Voorbeeld 1-13 Dit voorbeeld verbindt op afstand met externe verificatie van de door de netto-dienst naam sales1 aangewezen databank service. aansluiten / @ sales1 Voorbeeld 1-14 Dit voorbeeld verbindt afstand met de SYSDBA voorrecht en met externe verificatie van de door de netto-dienst naam sales1 aangewezen databank service. aansluiten / @ sales1 als sysdba Voorbeeld 1-15
Dit voorbeeld verbindt afstand als gebruiker salesadmin aan de door de netto-dienst naam sales1 aangewezen databank service. De database sessie begint in de rev21 editie. SQL * Plus vraagt om het salesadmin gebruikerswachtwoord. sluit salesadmin @ sales1 editie = rev21 Identificeren Uw Oracle Database Software release Omdat Oracle Database blijft evolueren en kan onderhoud nodig, Oracle levert regelmatig nieuwe releases. Niet alle klanten aanvankelijk abonneren op een nieuwe release of vereisen specifieke onderhoud voor hun bestaande release. Dientengevolge, verschillende versies van het product bestaan tegelijkertijd. Maar liefst vijf nummers kunnen worden verplicht om volledig te identificeren van een release. De betekenis van deze getallen wordt besproken in de volgende paragrafen. Vrijkomen Getalnotatie Om de release nomenclatuur gebruikt door Oracle te begrijpen, bestuderen het volgende voorbeeld van een Oracle Database versie label "11.2.0.1.0". Afbeelding 1-1 Voorbeeld van een Oracle Database versie Aantal 11.2.0.1.0 Grote databank releasenummer Database maintenance release nummer Platform specifieke releasenummer Component specifieke releasenummer Fusion Middleware releasenummer Opmerking: Beginnend met versie 9.2, zijn onderhoud releases van Oracle Database aangeduid door een wijziging van de tweede cijfer van een versienummer. In eerdere releases, het derde cijfer aangegeven een bepaalde maintenance release. Major Database Versie Aantal Het eerste cijfer is de meest algemene identifier. Het is een belangrijke nieuwe versie van de software die belangrijke nieuwe functionaliteit bevat. Database Maintenance Release Aantal
Het tweede cijfer is een maintenance release niveau. Een aantal nieuwe functies kunnen ook worden opgenomen. Fusion Middleware release Aantal Het derde cijfer weerspiegelt de release niveau van Oracle Fusion Middleware. Component-specifieke releasedatum Aantal Het vierde cijfer identificeert een releaseniveau specifiek voor een component. Verschillende componenten kunnen verschillende nummers in deze positie afhankelijk van, bijvoorbeeld, component kernels of tussentijdse releases. Platform-Specifieke release Aantal De vijfde cijfer identificeert een platform-specifieke release. Meestal is dit een patch set. Wanneer verschillende platformen vereisen het equivalent patch set zal dit cijfer gelijk over de getroffen platformen. Het controleren van uw huidige release Aantal Om de release van de Oracle Database, dat momenteel is geïnstalleerd te identificeren en om de vrijlating niveaus van andere database-componenten die u gebruikt te zien, query de data dictionary view PRODUCT_COMPONENT_VERSION. Een monster vraag volgt. (U kunt ook een query V $ VERSION oog op component-niveau informatie te zien.) Overige product release niveaus kan onafhankelijk van de database-server te verhogen. COL Format Product A40 COL VERSION FORMAT A15 COL STATUS FORMAT A15 SELECT * FROM PRODUCT_COMPONENT_VERSION; Productversie STATUS NLSRTL 11.2.0.0.1 Productie Oracle Database 11g Enterprise Edition 11.2.0.0.1 Productie PL / SQL 11.2.0.0.1 Productie ... Het is belangrijk om over te brengen naar Oracle de resultaten van deze zoekopdracht bij problemen met de software melden. Over Database Administrator Veiligheid en voorrechten Om de administratieve taken van een Oracle Database DBA uitvoeren, specifieke privileges moet u binnen de database en eventueel in het besturingssysteem van de server waarop de
database wordt uitgevoerd. Toegang tot de account van een database administrator's moeten goed worden gecontroleerd. De Database Administrator's Operating System Account Veel van de administratieve taken van een database uit te voeren, moet je in staat zijn om het besturingssysteem opdrachten uit te voeren. Afhankelijk van het besturingssysteem waarop Oracle Database draait, kun je een besturingssysteem account of ID nodig om de toegang tot het besturingssysteem te krijgen. Als dat zo is, kan uw besturingssysteem rekening besturingssysteem privileges of toegangsrechten die andere database-gebruikers hoeven niet nodig (bijvoorbeeld om Oracle Database software-installatie uit te voeren). Hoewel u niet de Oracle Database-bestanden moeten worden opgeslagen in uw account, moet u toegang tot hen hebben. Administratieve Gebruikersaccounts Twee administratieve gebruikersaccounts worden automatisch gemaakt wanneer Oracle Database is geïnstalleerd: SYS (standaard wachtwoord: change_on_install) SYSTEM (standaard wachtwoord: MANAGER) Opmerking: Zowel Oracle Universal Installer (OUI) en Database Configuration Assistant (DBCA) nu vragen om SYS en SYSTEM wachtwoorden en niet instemmen met de standaard wachtwoorden "change_on_ installeren" of "manager", respectievelijk. Als u de database handmatig te creëren, Oracle raadt u wachtwoorden voor SYS en SYSTEM opgeven bij database-creatie tijd, in plaats van het gebruik van deze standaard wachtwoorden. Zie "Bescherming van uw database: opgeven Wachtwoorden voor gebruikers SYS en SYSTEM" op pagina 2-16 voor meer informatie. Maak ten minste één extra administratieve gebruiker en verlenen aan die gebruiker een adequate administratieve rol om te gebruiken bij het uitvoeren van de dagelijkse administratieve taken. Heeft SYS en SYSTEM niet gebruiken voor deze doeleinden. Opmerking over Verbeterde beveiliging: In deze versie van Oracle Database en in latere versies, een aantal verbeteringen worden gemaakt om de veiligheid van de standaard database gebruikersaccounts te garanderen. U kunt een security checklist voor deze release te vinden in Oracle Database Security Guide. Oracle raadt u aan deze checklist te lezen en uw database dienovereenkomstig te configureren. SYS
Als u een Oracle-database te maken, wordt de gebruiker SYS automatisch gemaakt en de DBA rol toegekend. Alle base tabellen en weergaven voor de database data woordenboek zijn opgeslagen in het schema SYS. Deze basis tabellen en uitzichten zijn van cruciaal belang voor de werking van de Oracle Database. Om de integriteit van de datadictionary behouden, worden in de tabellen SYS schema enkel gemanipuleerd door de database. Ze mogen nooit worden gewijzigd door een gebruiker of database administrator, en mag niemand enig tabellen in het schema van de gebruiker SYS creëren. (U kunt echter de opslag parameters van de data dictionary instellingen indien nodig te wijzigen.) Zorg ervoor dat de meeste database-gebruikers zijn nooit in staat om verbinding te maken met Oracle Database met behulp van de SYS-account. SYSTEM Als u een Oracle-database te creëren, wordt de gebruiker SYSTEM ook automatisch gemaakt en de DBA rol toegekend. De SYSTEM gebruikersnaam wordt gebruikt om extra tafels en uitzicht dat administratieve informatie weer te geven, en de interne tabellen en standpunten die worden gebruikt door verschillende Oracle Database opties en functies te creëren. Gebruik nooit de SYSTEM schema tabellen van belang zijn voor niet-administratieve gebruikers op te slaan. De DBA Rol Een vooraf gedefinieerde DBA rol wordt automatisch aangemaakt bij elke Oracle Database installatie. Deze rol bevat de meeste database systeem privileges. Daarom moet de DBA rol slechts worden verleend aan de werkelijke database administrators. Opmerking: De DBA rol niet de SYSDBA of SYSOPER systeemrechten bevatten. Dit zijn speciale administratieve privileges die het mogelijk maken een beheerder eenvoudige database administratie taken, zoals het maken van de database en bijvoorbeeld opstart en afsluit. Deze systeemrechten worden besproken in "Administratieve voorrechten" op pagina 1-16. Authenticatie Database Administrator Als DBA, je vaak uitvoert bijzondere operaties zoals het uitschakelen of het opstarten van een database. Omdat slechts een DBA deze operaties moet uitvoeren, de database administrator gebruikersnamen vereisen een veilige authenticatie schema. Beheerdersrechten
Administratieve privileges die nodig zijn voor een beheerder elementaire databasebewerkingen uit te voeren worden verleend door middel van twee speciale systeemrechten, SYSDBA en SYSOPER. U moet een van deze toegekend aan u privileges, afhankelijk van het niveau van een vergunning die u nodig heeft. Opmerking: De SYSDBA en SYSOPER systeemrechten geven toegang tot een database bijvoorbeeld, zelfs wanneer de database is niet open. Controle van deze privileges totaal buiten de database zelf. De SYSDBA en SYSOPER privileges kan ook worden gezien als typen verbindingen die u in staat om bepaalde database-transacties waarvoor rechten op geen enkele andere wijze kan worden verleend uit te voeren. Bijvoorbeeld, als je de SYSDBA privilege, kunt u verbinding maken met de database door het specificeren van CONNECT AS SYSDBA. SYSDBA en SYSOPER De volgende handelingen worden goedgekeurd door de SYSDBA en SYSOPER systeemrechten: Operations System Privilege Authorized SYSDBA ■ Voer opstarten en afsluiten operaties ALTER DATABASE: open, monteren, back-up, of tekenset veranderen CREATE DATABASE DROP DATABASE CREATE SPFILE ALTER DATABASE ARCHIVELOG ALTER DATABASE RECOVER Omvat de besloten zitting voorrecht Effectief, dit systeem privilege kan een gebruiker verbinden als gebruiker SYS. SYSOPER ■ Voer opstarten en afsluiten operaties CREATE SPFILE ALTER DATABASE OPEN / MOUNT / BACKUP ALTER DATABASE ARCHIVELOG ALTER DATABASE RECOVER (alleen Volledig herstel Elke vorm van onvolledige herstel, zoals TOT TIJD |. CHANGE | annuleren |. CONTROLFILE vereist aansluiten als SYSDBA) Omvat de besloten zitting privilege Dit privilege kan de gebruiker eenvoudige operationele uitvoeren, maar zonder de mogelijkheid om te kijken naar gebruikersgegevens.
De manier waarop u bevoegd om deze privileges te gebruiken zijn, hangt af van de wijze van verificatie die u gebruikt. Wanneer u verbinding maakt met SYSDBA of SYSOPER privileges, u verbinding maakt met een standaard schema, niet met het schema dat in het algemeen geassocieerd met uw gebruikersnaam. Voor SYSDBA dit schema is SYS; voor SYSOPER het schema is openbaar. Aansluiten met beheerdersrechten: Voorbeeld Dit voorbeeld illustreert dat een gebruiker wordt toegewezen een ander schema (SYS) bij het aansluiten van de SYSDBA systeem privilege. Neem aan dat de steekproef gebruiker oe heeft de SYSDBA systeem privilege is verleend en heeft de volgende verklaringen: CONNECT oe CREATE TABLE admin_test (naam VARCHAR2 (20)); Later gebruiker oe geeft deze verklaringen: CONNECT oe AS SYSDBA SELECT * FROM admin_test; Gebruiker oe ontvangt nu de volgende fout: ORA-00942: tabel of weergave bestaat niet Hebben aangesloten als SYSDBA, gebruiker oe verwijst nu de SYS schema, maar de tafel werd opgericht in de oe schema. Selecteren van een verificatiemethode voor Database Administrators Database Administrators kunnen database administrators authenticeren door de data dictionary, (met een wachtwoord), net als andere gebruikers. Houd in gedachten dat begint met Oracle Database 11 g Release 1, database wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig. (U kunt hoofdlettergevoeligheid te schakelen en terug te keren naar pre-release 11 g gedrag door de initialisatie parameter SEC_ CASE_SENSITIVE_LOGON op false.) Naast de normale data dictionary authenticatie, de volgende methoden zijn beschikbaar voor de authenticatie database administrators de SYSDBA of SYSOPER privilege: Besturingssysteem (OS) authenticatie Wachtwoord bestanden Sterke authenticatie met een netwerk-gebaseerde authenticatie dienst, zoals Oracle Internet Directory
Deze werkwijzen dienen een database administrator wanneer de database niet gestart of anderszins niet beschikbaar verifiëren.(Deze kunnen ook worden gebruikt wanneer de database beschikbaar.) De rest van deze sectie richt zich op het besturingssysteem authenticatie en wachtwoord bestand authenticatie. Zie Oracle Database Security Guide voor meer informatie over de authenticatie van de database administrators met netwerk-gebaseerde authenticatie diensten. Opmerkingen: Deze methoden vervangen de CONNECT INTERNE syntax voorzien van eerdere versies van Oracle Database. CONNECT INTERN wordt niet meer ondersteund. Besturingssysteem authenticatie heeft voorrang boven wachtwoord bestand authenticatie. Als je voldoet aan de eisen voor het besturingssysteem authenticatie, dan is zelfs als u een wachtwoord bestand te gebruiken, wordt u geauthenticeerd door het besturingssysteem authenticatie. Uw keuze zal worden beïnvloed door de vraag of u van plan bent om uw database lokaal te beheren op hetzelfde systeem waar de database zich bevindt, of dat u van plan bent om veel verschillende databases beheren vanaf één externe client. Figuur 1-2 illustreert de keuzes die je hebt voor de database administrator authenticatie regelingen. Afbeelding 1-2 Database Administrator verificatiemethoden Remote Database Lokale Database Administration Administration
Als u het uitvoeren van externe database beheer, raadpleeg dan uw Oracle Net documentatie om te bepalen of u gebruik maakt van een beveiligde verbinding. Populairste verbinding protocollen, zoals TCP / IP en DECnet, zijn niet veilig. Onveilige Externe verbindingen
Om verbinding te maken met Oracle Database als bevoorrechte gebruiker over een onbeveiligde verbinding, moet u worden geverifieerd door een wachtwoord bestand. Bij het gebruik van het wachtwoord bestand authenticatie, de database maakt gebruik van een wachtwoord bestand voor het bijhouden van de database gebruikersnamen die de SYSDBA of SYSOPER systeem privilege hebben verleend houden. Deze vorm van authenticatie wordt besproken in "Gebruik Authenticatie Password File" op pagina 1-21. Lokale verbindingen en Secure Remote verbindingen U kunt verbinding maken met Oracle Database als bevoorrechte gebruiker over een lokale verbinding of een beveiligde verbinding op afstand op twee manieren: Als de database een wachtwoord bestand en je hebt de SYSDBA of SYSOPER systeem privilege verleend, dan kunt u aansluiten en worden gewaarmerkt door een wachtwoord bestand. Als de server niet via een wachtwoord bestand, of als je nog niet SYSDBAor SYSOPER privileges toegekend en zijn daarom niet in het wachtwoord bestand, kunt u het besturingssysteem authenticatie gebruiken. Op de meeste besturingssystemen, authenticatie voor database administrators betreft het plaatsen van het besturingssysteem gebruikersnaam van de database administrator in een speciale groep, algemeen aangeduid als OSDBA. Gebruikers in die groep worden toegekend SYSDBA privileges. Een soortgelijke groep, OSOPER, wordt gebruikt om SYSOPER privileges toe te kennen aan gebruikers. Gebruik Besturingssysteem Authenticatie Dit deel beschrijft hoe u een beheerder authenticeren met behulp van het besturingssysteem. OSDBA en OSOPER Het lidmaatschap van een van de twee speciale besturingssysteem groepen kan een DBA te authenticeren aan de database via het besturingssysteem in plaats van met een database gebruikersnaam en wachtwoord. Dit staat bekend als besturingssysteem authenticatie. Deze besturingssysteem groepen worden algemeen aangeduid als OSDBA en OSOPER. De groepen worden aangemaakt en toegewezen specifieke namen als onderdeel van de databaseinstallatie. De standaard namen variëren afhankelijk van het besturingssysteem, en worden in de volgende tabel: Oracle Universal Installer Operating System UNIX User Group Windows User Group gebruikt deze standaard Group namen, maar je kunt ze OSDBA dba ORA_DBA overschrijven. Een reden oper ORA_OPER om ze te negeren is als u OSOPER meerdere exemplaren die op dezelfde host-computer.Als elk geval is het een ander persoon als
de opdrachtgever DBA, kunt u de beveiliging van elke instantie te verbeteren door het creëren van een andere OSDBA groep voor elk exemplaar. Bijvoorbeeld, twee exemplaren van dezelfde gastheer, de OSDBA groep eerste instantie kunnen worden genoemd DBA1 en OSDBA een tweede geval kan worden genoemd DBA2. De eerste DBA zou lid van slechts DBA1, en de tweede DBA zou lid slechts DBA2 zijn. Dus bij gebruik van het besturingssysteem authenticatie zou elke DBA kunnen slechts met zijn toegewezen instantie. Het lidmaatschap van de OSDBA of OSOPER groep invloed op uw verbinding met de database op de volgende manieren: Als je lid bent van de OSDBA groep en je opgeeft als SYSDBA wanneer u verbinding met de database, dan moet je verbinding maken met het gegevensbestand met SYSDBA systeem privilege. Als je lid bent van de OSOPER groep en je opgeeft als SYSOPER wanneer u verbinding met de database, dan moet je verbinding maken met het gegevensbestand met SYSOPER systeem privilege. Als u geen lid bent van een van deze besturingssystemen groepen en u probeert verbinding als SYSDBA of SYSOPER, de CONNECT opdracht mislukt. Voorbereiding op het gebruik Operating System Authentication Het besturingssysteem authenticatie van een gebruiker met beheerdersrechten te schakelen: Maak een besturingssysteem rekening voor de gebruiker. Voeg de account om de OSDBA of OSOPER besturingssysteem gedefinieerde groepen. Aansluiten via Operating System Authentication Een gebruiker kan worden geverifieerd, geactiveerd als een gebruiker met beheerdersrechten, en is aangesloten op een lokale database door het intikken van een van de volgende SQL * Plus commando's: CONNECT / AS SYSDBA CONNECT / AS SYSOPER Alleen voor het Windows-platform, wordt remote besturingssysteem authenticatie via een beveiligde verbinding ondersteund. U moet de netto dienst naam voor de database op afstand te geven: CONNECT /net_service_name AS SYSDBA CONNECT /net_service_name AS SYSOPER Zowel de client computer en database hostcomputer moet zijn op een Windows-domein. Met behulp van Authentication Password File
